INDESIT DFO 3C26 Daily Reference Guide [nl]

SNELLE REFERENTIEGIDS
1
HANDLEIDING
NL
DANK U WEL VOOR UW AANKOOP VAN EEN INDESIT PRODUCT.
Voor verdere assistentie kunt u het apparaat registeren op:
www.indesit.com/register
Voordat u het apparaat gebruikt leest u de Veiligheidsvoorschriften zorgvuldig door.
PRODUCTBESCHRIJVING
APPARAAT
7
8
9
11
Service:
0000 000 00000
U kunt de Veiligheidsaanwijzingen en de Gebruiker­shandleiding, downloaden van onze website docs.indesit.eu, volg de Aanwijzingen achteraan deze handleiding.
1. Bovenste rek
2. Opvouwbare kleppen
3. Afsteller hoogte bovenste rek
2
4. Bovenste sproeierarm
5. Onderste rek
3
4
5
6
6. Bestekkorf
7. Onderste sproeierarm
8. Filtersysteem
9. Zoutreservoir
10. Doseerbakjes vaatwasmiddel en glansspoelmiddel
11. Typeplaatje
12. Bedieningspaneel
10
12
BEDIENINGSPANEEL
1
1. Aan-Uit/Reset-toets met controlelampje
2. Programmakeuzetoets met controlelampje
3. Multizone toets met controlelampje / Tablet (Tab)
4. Controlelampje Eco-programma
5. Display
6. Nummer programma en controlelampje resterende tijd
2
3
4
965 7 8 1210 11 13
8. Controlelampje gesloten waterkraan
9. Controlelampje bijvullen glansspoelmiddel
10. Controlelampje zout bijvullen
11. Toets Push&GO met controlelampje
12. Uitsteltoets met controlelampje
13. Start/Pauze-toets met controlelampje / Waterafvoer
1
EERSTE GEBRUIK
C
D
B
ZOUT, GLANSSPOELMIDDEL EN VAATWASMIDDEL
ADVIES MET BETREKKING TOT HET EERSTE GEBRUIK
Verwijder na het installeren de stoppen uit de rekken en de elastische borgelementen uit het bovenste rek.
HET ZOUTRESERVOIR BIJVULLEN
MHet gebruik van zout voorkomt de vorming van KALKAANSLAG op het vaatwerk en op de functionele onderdelen van de machine.
• Het is noodzakelijk dat HET ZOUTRESERVOIR NOOIT LEEG IS.
• Het is belangrijk dat de hardheid van het water wordt ingesteld. Het zoutreservoir bevindt zich in het onderste deel van de afwasma­chine (zie PRODUCTBESCHRIJVING) en moet worden gevuld wanneer het controlelampje ZOUT BIJVULLEN in het bedieningspaneel brandt.
Zorg ervoor dat de dop strak is aangedraaid, zodat geen vaatwasmid­del in de container kan komen tijdens het wasprogramma (dit kan de waterontharder onherstelbaar beschadigen).
Wanneer u zout moet toevoegen, is u verplicht om de procedure helemaal uit te voeren alvorens de wascyclus te starten om corrosie te voorkomen.
DE WATERHARDHEID INSTELLEN
Als u de waterontharder perfect wilt laten werken is het essentieel dat de instelling van de waterhardheid is gebaseerd op de werkelijke wa­terhardheid in uw huis. Deze informatie kan bij uw lokale waterleve­rancier worden opgevraagd. De fabriek stelt de defaultwaarde voor de waterhardheid in.
• Het apparaat inschakelen door op de toets AAN/UIT te drukken.
• Het apparaat uitschakelen door op de toets AAN/UIT te drukken.
• De toets START/PAUZE 5 seconden ingedrukt houden totdat u een
piep hoort.
• Het apparaat inschakelen door op de toets AAN/UIT te drukken.
• Het huidige niveaunummer van de selectie en het controlelampje van het zout knipperen allebei.
• De toets P indrukken om het gewenste hardheidsniveau te selecte­ren (zie TABEL WATERHARDHEID).
Niveau
1 Zacht 0 - 6 0 - 10 0 - 7
2 Gemiddeld 7 - 11 11 - 20 8 - 14
3 Gemiddeld 12 - 16 21 - 29 15 - 20
4 Hard 17 - 34 30 - 60 21 - 42
5 Zeer hard 35 - 50 61 - 90 43 - 62
Het apparaat uitschakelen door op de toets AAN/UIT te drukken. Instellen is voltooid!
Zodra deze procedure voltooid is voert u een programma zonder lading uit.
Gebruik alleen zout dat speciaal voor afwasmachines is bestemd.
Wanneer het zout in de machine is gestrooid wordt het lampje ZOUT BIJVULLEN uitgeschakeld.
Als het zoutreservoir niet gevuld wordt, kunnen de waterverzachter en het verwarmingselement beschadigd raken als gevolg van de accumulatie van ketelsteen.
Het gebruik van zout wordt aanbevolen met elk type vaatwasmiddel.
1. Verwijder het onderste rek en draai de dop van het reservoir los (linksom).
2. Alleen de eerste maal dat u dit doet: vul het zoutreservoir met water.
3. Plaats de trechter (zie afbeelding) en vul het zoutreservoir tot aan de rand (ongeveer 1 kg); het is niet ongebruikelijk dat er een be­etje water uit lekt.
4. Verwijder de trechter en veeg alle zoutresten weg van de opening.
Tabel waterhardheid
°dH
Duitse graden
°fH
Franse graden
°Clark
Engelse graden
HET GLANSSPOELMIDDELRESERVOIR BIJVULLEN
Glansspoelmiddel maakt het DROGEN van de vaat gemakkelijker. Het glansspoelmiddelreservoir A moet worden gevuld wanneer het controlelampje GLANSSPOELMIDDEL BIJVULLEN op het display brandt.
A
1. Open het doseerbakje B door de tab op het deksel in te drukken en omhoog
te trekken.
2. Het glansspoelmiddel zorgvuldig inbrengen tot aan de maximum (110 ml) insteekgleuf van de vulruimte - voorkom morsen. Wanneer dit gebeurt het gemorste glansspoelmiddel onmiddellijk met een droge doek reinigen.
3. Om het te sluiten het deksel naar beneden drukken totdat u een klik hoort.
Het glansspoelmiddel NOOIT rechtstreeks in de kuip gieten.
DE DOSERING GLANSSPOELMIDDEL AANPASSEN
Als u niet volledig tevreden bent over de droogresultaten kunt u de gebruikte hoeveelheid glansspoelmiddel aanpassen.
• De afwasmachine inschakelen met de toets AAN/UIT.
• Uitschakelen met de toets AAN/UIT.
• Driemaal op de toets START/PAUZE drukken - er klinkt een pieptoon.
• Inschakelen met de toets AAN/UIT.
• Het huidige niveaunummer van de selectie en het controlelampje
van het glansspoelmiddel knipperen.
• De toets P indrukken om het niveau van het te leveren glansspoel-
middel te selecteren.
• Uitschakelen met de toets AAN/UIT
Instellen is voltooid! Als het niveau van het glansspoelmiddel is ingesteld op 1 (ECO), zal geen glansspoelmiddel worden afgegeven. Het controlelampje LAAG GLANS­SPOELMIDDEL zal niet branden als het glansspoelmiddel op is. Er kan een maximum van 5 niveaus worden ingesteld, afhankelijk van het model afwasmachine. De fabrieksinstelling is speciek voor het model. Volg de bovenstaande instructies om te controleren of dat ook voor uw machine geldt.
• Als u blauwe strepen op het vaatwerk ziet stel dan een laag getal in (2-3).
• Als er druppels water of kalkaanslag op het vaatwerk zijn stel dan
een hoog getal in (4-5).
HET VAATWASMIDDELDOSEERBAKJE VULLEN
Gebruik de opening apparaat C om het vaatwasmiddeldoseerbakje te openen. Het vaatwasmiddel alleen in het droge doseerbakje D invoeren. Plaats de hoeveelheid vaatwasmiddel voor voorspoelen direct in de kuip.
1. Raadpleeg bij het afmeten van het vaatwasmiddel de eerder vermelde informatie om de juiste hoeveelheid
D vindt u de aanwijzingen voor het doseren van het vaatwasmiddel.
2. Verwijder de resten vaatwasmiddel van de randen van het doseerbakje en sluit het deksel totdat het klikt.
3. Sluit het deksel van het vaatwasmiddeldoseerbakje door het omhoog te trekken tot het sluitingsmechanisme is vastgezet.
Het vaatwasmiddeldoseerbakje opent automatisch op het juiste mo­ment, volgens het programma. Bij gebruik van alles-in-één vaatwa­smiddelen is het raadzaam om de toets TABLET te gebruiken, omdat het programma dan zodanig wordt aangepast dat de beste was- en droogresultaten worden bereikt. Het gebruik van vaatwasmiddelen
die niet bedoeld zijn voor vaatwasmachines kan de slechte wer­king van het apparaat veroorzaken of het beschadigen.
toe te voegen. In het doseerbakje
2
PROGRAMMATABEL
NL
Duur van
wasprogramma
2:00 - 3:10 14,0 - 17,0 1,50 - 1,85
1:30 - 2:30 14,5 - 16,0 1,15 - 1,30
*)
(h:min)
3:10 9,5 0,93
0:28 9,0 0,50
1:40 10,0 1,30
1:00 11,0 1,20
0:12 4,5 0,01
1:25 11,5 1,10
Waterverbruik
(liter/ cyclus)
Energieverbruik
(kWh/ cyclus)
Auto Door
Beschikbare
functies
*)
Programma
1 Eco 50°
2 Auto Intensief 65°
3 Auto Gemengd 55°
4 Fast&Clean 28’ 45°
5 Extra Hygiëne 65°
6 Extra 50°
7 Voorspoelen
8 Push&GO 50°
De gegevens van het ECO-programma worden gemeten onder laboratoriumomstandigheden, volgens de Europese norm EN 60436:2019. Aanwijzing voor de Proeaboratoria: Voor gedetailleerde informatie over de omstandigheden van de EN-vergelijkingsproef kunt u contact opnemen met: assistenza_en_lvs@indesitcompany.com Voorbehandeling van het vaatwerk vóór de programma’s is niet nodig. *) Niet alle opties kunnen tegelijkertijd gebruikt worden. **) Waarden aangegeven voor andere programma’s dan het Eco-programma zijn slechts indicatief. De werkelijke tijd is afhankelijk van vele factoren, zoals de temperatuur en de druk van het toevoerwater, de kamertemperatuur, hoeveelheid vaatwasmiddel, de hoeveelheid en soort lading, evenwicht van de lading, extra gekozen opties en de kalibratie van de sensor. De kalibratie van de sensor kan de duur van het programma met max. 20 min. verlengen.
- -
Drogen
-
-
fase
-
-
-
-
BESCHRIJVING PROGRAMMA’S
Instructies over het selecteren van het wasprogramma.
1 ECO
Het Eco-programma is geschikt voor het reinigen van normaal vervuild vaatwerk, dat voor dit gebruik het meest eciënte programma is wat betreft de combinatie van energie- en waterverbruik en in overeen­stemming is met de Europese Ecodesign-wetgeving.
2 AUTO INTENSIEF
Automatisch programma voor zwaar vervuild vaatwerk en pannen (mag niet gebruikt worden voor kwetsbare stukken).
3 AUTO GEMENGD
Automatisch programma voor normaal vervuilde pannen en vaatwerk.
4 FAST&CLEAN 28’
Programma dat kan worden gebruikt voor een halve lading licht vervuilde vaat zonder opgedroogde etensresten. Heeft geen droogfase
5 EXTRA HYGIËNE
Normaal of sterk vervuild serviesgoed, met extra antibacteriële afwas­fase. Kan gebruikt worden voor het uitvoeren van onderhoud aan de afwasmachine.
6 EXTRA
Programma voor het afwassen van bijzonder grote stukken in de onder­korf. Breng het vaatwasmiddel rechtstreeks in de kuip aan in plaats
van in het vaatwasmiddelreservoir. Het bovenste rek dient voor deze cyclus verwijderd te worden.
7 VOORSPOELEN
Gebruikt om servies vochtig te houden dat later gewassen moet worden. Met dit programma wordt er geen vaatwasmiddel ge­bruikt.
8 PUSH&GO
Dagelijkse afwas- en droogcyclus die een voortreelijke reinigende werking op korte tijd garandeert zonder de noodzaak om het servies vooraf te behandelen.
Opmerkingen:
Gelieve er rekening mee te houden dat de cyclus Fast&Clean bedoeld is voor licht vervuilde vaat.
3
OPTIES EN FUNCTIE
OPTIES kunnen direct worden geselecteerd door het indrukken van de daarbij behorende toets (zie BEDIENINGSPANEEL).
Als een optie niet compatibel is met het geselecteerde programma (zie PROGRAMMATABEL) gaat de bijbehorende LED 3 keer snel knipperen en klinken er pieptonen. De optie wordt niet ingeschakeld.
MULTIZONE
Als er niet veel vaatwerk is kan er een programma «halve lading» worden gebruikt, om water, elektriciteit en vaatwasmiddel te besparen. Selecteer het programma en druk daarna op de MULTIZONE-toets: het controlelampje boven de toets brandt en het symbool van het gekozen rek verschijnt op het display. Standaard wast het apparaat vaatwerk in alle rekken. Druk herhaaldelijk op deze toets om alleen in een bepaald rek af te wassen: verschijnt op het display (alleen onderste rek)
verschijnt op het display (alleen bovenste rek)
verschijnt op het display (optie is uitgeschakeld en het apparaat wast het vaatwerk in alle rekken).
Vergeet niet om alleen het bovenste of onderste rek te laden en de hoeveelheid vaatwasmiddel dienovereenkomstig te verlagen. Als het bovenste rek is verwijderd, breng dan het vaatwasmiddel rechtstreeks in de kuip aan in plaats van in het vaatwasmiddelreservoir.
TABLET (Tab)
Met deze instelling kan de prestatie van het programma geoptimaliseerd worden, aan de hand van het afwasmid­del dat gebruikt wordt. Druk de MULTIZONE gedurende 3 seconden in (het bijbehorende symbool gaat branden) als u gecombineerde vaatwasmiddelen in tabletvorm gebruikt (glansspoelmiddel, zout en wasmiddel in 1 dosis).
Als u poeder of vloeibaar afwasmiddel gebruikt moet deze optie worden uitgeschakeld.
WATERKRAAN DICHT - Alarm
Knippert wanneer er geen watertoevoer is of als de waterkraan gesloten is.
PUSH & GO
De knop Push&GO is een gemakkelijk te herkennen knop waarmee u rechtstreeks toegang krijgt tot het programma Push&GO, een afwas- en droogcyclus die een voortreelijk reinigende werking op korte tijd garandeert. U hoeft zich geen zorgen te maken over de programmakeuze, want de Push&GO-cyclus doet dat voor u. Om het Push&GO programma te selecteren, schakel het apparaat in, druk 3 seconden lang alleen op de Push&GO knop.
AUTO DOOR
Auto door is een convectiedroogsysteem dat de deur tijdens/
na de droogfase automatisch opent om elke dag voor buiten­gewone droogprestaties te zorgen. De deur wordt geopend bij een temperatuur de veilig is voor uw keukenmeubilair. Als extra bescher­ming tegen stoom wordt een speciaal ontworpen beschermingsfolie geleverd met de vaatwasser (afhankelijk van het modeltype - het kan nodig zijn om het aan te kopen). Raadpleeg de INSTALLATIEGIDS om te zien hoe u de beschermingsfolie aanbrengt. De Auto Door-functie kan door de gebruiker als volgt worden uitgeschakeld:
• Om UIT te schakelen: Schakel de machine in, schakel hem vervolgens
uit. Houd de P-knop 5 sec. ingedrukt. Na de 5 sec klinkt een korte pieptoon. Schakel de machine In, het display geeft „oOF” weer.
• Om IN te schakelen: Schakel de machine in, schakel hem vervolgens
uit. Houd de P-knop 5 sec. ingedrukt. Na de 5 sec klinkt een korte pieptoon. Schakel de machine In, het display geeft „oOn” weer.
UITSTEL
De start van het programma kan worden uitgesteld voor een periode tussen 0:30 en 24 uur.
1. Selecteer het programma en eventuele gewenste opties. Druk (meerdere keren) op de UITSTEL-toets om de start van het programma uit te stellen. Instelbaar van 0:30 tot 24 uur. Bij elke druk op de toets wordt de uitgestelde start vooruitgezet met: 0:30 indien de selectie korter is dan 4 uur, 1:00 indien de selectie korter is dan 12 uur, 4 uur als de selectie langer is dan 12 uur. Als 24 uur bereikt is en de toets wordt ingedrukt, wordt de uitgestelde start uitgeschakeld.
2. Druk op de toets START/PAUZE: de timer begint met aftellen;
3. Wanneer deze tijd verstreken is wordt het controlelampje uitgeschakeld en begint het programma automatisch.
Als op het moment van het aftellen de START/PAUZE-toets opnieuw wordt ingedrukt wordt de UITSTEL-optie gewist en wordt het geselecteerde programma automatisch gestart.
Zodra er een programma is gestart kan de UITSTEL-functie niet worden ingesteld.
WATERAFVOER
Voor het stoppen en wissen van de actieve cyclus kan de Waterafvoer-functie worden gebruikt. Met een lange druk op de START/PAUZE-toets wordt de WATERAFVOER-functie ingeschakeld. Het actieve programma wordt stopgezet en het water in de afwasmachine wordt afgetapt.
EXTRA
Met het programma EXTRA is het mogelijk op intensieve wijze borden en pannen van grote afmetingen te wassen, tot aan een maximum hoogte van 53 cm: ovenschalen en ovenroosters, lekplaten, pannenroosters van kookplaten, grote pannen, serveerschotels en pizzaborden, afzuigkaplters van RVS. Om vaat van grote afmetingen in de vaatwasser te laden dient u eerst het bovenrek te verwijderen.
Open de twee klemmen aan de rechterkant en linkerkant en verwijder het rek. Als het bovenrek op zijn plaats zit, moeten de klemmen altijd goed dicht zitten.
Om ervoor te zorgen dat de waterstraal alle delen van de vaat bereikt, moet u de vaat exact zo plaatsen als in de afbeelding.
Schakel de vaatwasser nooit in als het bovenrek niet op zijn plaats is bij afwascycli anders dan het programma EXTRA.
Als u de cyclus Extra, dient u het vaatwasmiddel DIRECT IN DE KUIP te schenken en niet in de dispenser.
4
REKKEN VULLEN
NL
BOVENSTE REK
Laden van kwetsbaar en licht vaatwerk: glazen, kopjes, schoteltjes, lage saladekom­men.
(laadvoorbeeld voor het bovenste rek)
DE HOOGTE VAN HET BOVENSTE REK AFSTELLEN
De hoogte van het bovenste rek kan worden afgesteld: hoge stand voor groot serviesgoed in de onderste mand en lage stand om optimaal gebruik te maken van de opklapbare steunen, door het creëren van meer ruimte naar boven en botsen met de items die in het onderste rek zijn geladen te voorkomen. Het bovenste rek is uitgerust met een hoogteversteller bovenste rek (zie afbeelding , zonder op de hefbomen te hoeven drukken, opheen door gewoon de zijkanten van het rek vast te houden, zodra het rek stabiel in de bovenste positie staat. Voor herstellen naar de lagere positie op de hefbomen A aan de zijkanten van het rek drukken en de mand naar beneden verplaatsen.
Het is raadzaam de hoogte van het rek niet aan te passen wanneer het is geladen. NOOIT de mand slechts aan één kant verhogen of verlagen.
ONDERSTE REK
Voor potten, deksels, platen, saladekommen, bestek enz. Grote platen en deksels moeten idealiter aan de zijkanten worden geplaatst, om aanraking met de sproeierarmen te voorkomen. Het onderste rek heeft opklapbare steunen die in een verticale positie kunnen worden gebruikt bij het schikken van platen of in een horizontale positie (lager) om pannen en saladekommen te laden.
(laadvoorbeeld voor het onderste rek)
BESTEKMAND
Het is uitgerust met rasters aan de bovenkant, om het bestek beter te kunnen rangschikken. Het mag alleen aan de voorkant van het onderste rek worden geplaatst.
OPVOUWBARE KLEPPEN MET VERSTELBARE STAND
De opvouwbare kleppen aan de zijkant kunnen worden opgevouwen of opengevouwen voor een optimale rangschikking van het serviesgoed in het rek. Wijnglazen kunnen veilig in de opvo­uwbare kleppen worden geplaatst door de steel van elk glas in de ove­reenkomstige sleuven in te voeren. Afhankelijk van het model:
– om de kleppen open te vouwen
moet u ze omhoog schuiven en roteren of ze losmaken van de klem­men en omlaag trekken.
– om de kleppen op te vouwen moet
u ze roteren en omlaag schuiven of ze omhoog trekken en aan de klemmen vastmaken.
Messen en andere gebruiksvoorwerpen met scherpe randen moeten in de bestekmand worden gezet met de punten naar beneden gericht of horizontaal geplaatst in de opklapbare compartimenten op het bovenste rek.
5
DAGELIJKS GEBRUIK
1. WATERAANSLUITING CONTROLEREN
Controleer of de wasmachine is aangesloten op de waterleiding en of de waterkraan open is.
2. DE AFWASMACHINE INSCHAKELEN Druk op de toets AAN/UIT.
3. DE REKKEN VULLEN
(zie REKKEN VULLEN)
4. HET VAATWASMIDDELMIDDELDOSEERBAKJE VULLEN
5. HET PROGRAMMA KIEZEN EN DE CYCLUS AANPASSEN
Selecteer het meest geschikte programma in overeenstemming met het soort serviesgoed en het niveau van vervuiling (zie BES- CHRIJVING PROGRAMMA) door de P-toets in te drukken. Selecteer de gewenste opties (zie OPTIES EN FUNCTIES).
6. START
Start het wasprogramma door de START/PAUZE-toets . Wanneer het programma start is er een pieptoon te horen.
7. EINDE VAN HET WASPROGRAMMA
Het einde van het wasprogramma wordt aangegeven door piep­tonen en op End. De deur openen en het apparaat uitschakelen door op de toets AAN/UIT te drukken. Een paar minuten wachten voordat het serviesgoed wordt verwi­jderd - om brandwonden te voorkomen. De rekken uitladen, te beginnen met het onderste rek.
De machine wordt tijdens bepaalde langere perioden van inac­tiviteit
automatisch uitgeschakeld, om het elektriciteitsverbruik te minimaliseren. Als het serviesgoed slechts licht bevuild is of als het voordat het in de afwasmachine wordt geplaatst met water is afgespoeld kan de hoeveelheid vaatwasmiddel dienovereenkom­stig worden verminderd.
WIJZIGEN VAN EEN LOPEND PROGRAMMA
Als er een verkeerd programma was geselecteerd is kan het worden gewijzigd, mits het nog maar net begonnen is: houd de AAN/UIT toets ingedrukt, de machine wordt uitgeschakeld. Schakel de machine weer in met de AAN/UIT-toets en selecteer het nieuwe wasprogramma en eventuele gewenste opties; start het wasprogramma door en de START/PAUZE-toets in te drukken.
EXTRA SERVIESGOED TOEVOEGEN
Zonder de machine uit te schakelen de deur openen (kijk uit voor HETE stoom!) en het serviesgoed in de afwasmachine plaatsen. Doe
de deur dicht en druk op de START/PAUZE-toets, het programma begint vanaf het punt waarop het werd onderbroken.
ONGEWENSTE ONDERBREKINGEN
Als de deur tijdens het wasprogramma wordt geopend of als er een stroomstoring is wordt het wasprogramma gestopt. Zodra de deur is gesloten of de stroomvoorziening is hersteld de START/PAUZE-toets indrukken, om het wasprogramma opnieuw te starten op het punt waar het werd onderbroken.
Om de DEMO MODUS uit te schakelen moeten de volgende hande­lingen in deze volgorde uitgevoerd worden, zonder onderbrekingen. Schakel het apparaat IN en weer UIT. Druk op de UITSTEL-toets tot u de zoemer hoort. Schakel het apparaat terug in. De indicator “dOF” knippert en gaat vervolgens UIT.
ADVIEZEN EN TIPS
ADVIEZEN
Verwijder alvorens de manden te laden alle voedselresten uit het serviesgo­ed en leeg de glazen. Het serviesgoed hoeft niet tevoren onder stro-
mend water afgespoeld te worden.
Het serviesgoed zo rangschikken dat het stevig op zijn plaats staat en niet omslaat; rangschik de containers met de openingen naar beneden gericht en de holle/bolle onderdelen schuin geplaatst, waardoor het water elk oppervlak kan bereiken en vrij kan stromen.
Waarschuwing: zorg ervoor dat deksels, grepen, platen en koekenpannen de sproeierarmen niet belemmeren bij het draaien. Plaats geen kleine voorwerpen in de bestekmand. Erg vervuild vaatwerk en pannen moeten in de onderste mand worden gepla­atst, omdat in deze ruimte de watersproeiers sterker zijn en hogere waspre­staties hebben. Zorg ervoor dat na het laden van het apparaat de sproeierarmen vrij kun­nen draaien.
ONGESCHIKT SERVIESGOED
• Houten servies en bestek.
• Kwetsbare gedecoreerde glazen, artistiek handwerk en antiek serviesgoed.
Hun decoraties zijn hier niet tegen bestand.
• Delen van synthetisch materiaal die niet bestand zijn tegen hoge tem-
peraturen.
• Koperen en tinnen serviesgoed.
• Serviesgoed bevuild met as, was, smeervet of inkt. De kleuren van glasdecoraties en aluminium/zilveren stukken kunnen wijzi­gen en vervagen tijdens het wasproces. Sommige soorten glas (bv. kr ista llen voorwerpen) kunnen na een aantal wascyclussen ook dof worden.
SCHADE AAN GLASWERK EN SERVIESGOED
• Gebruik alleen glas en porselein waarvan de fabrikant garandeert dat het veilig is voor de afwasmachine.
• Gebruik een zacht vaatwasmiddel dat geschikt is voor serviesgoed.
• Haal glazen en bestek uit de afwasmachine zodra het wasprogram­ma afgelopen is.
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING
• Wanneer de huishoudelijke vaatwasmachine gebruikt wordt vol-
gens de aanwijzingen van de fabrikant, verbruikt het wassen van
vaatwerk in een vaatwasmachine gewoonlijk MINDER ENERGIE en water dan met de hand afwassen.
• Om de eciëntie van de vaatwasmachine te maximaliseren wordt
aanbevolen om de wascyclus eerst te starten wanneer de vaatwasmachine helemaal gevuld is. De huishoudelijke vaatwas­machine vullen tot de hoeveelheid aangegeven door de fabrikant draagt bij tot het besparen van energie en water. Informatie over het correct laden van vaatwerk vindt u in het hoofdstuk DE REKKEN VULLEN. Als de machine gedeeltelijk is gevuld, wordt aanbevolen om de speciaal daarvoor bedoelde wasopties, indien voorzien, te gebruiken (Halve lading/ Zone Wash/ Multizone) en enkel geselecteerde rekken te vullen. De vaatwasmachine onjuist of overmatig vullen kan het gebruik van de hulpbronnen verhogen (zoals water, energie en tijd, en ook het geluidsniveau) en de reinigings- en droogprestaties verlagen.
• Vaatwerk vooraf met de hand spoelen verhoogt het water- en
energieverbruik en wordt niet aanbevolen.
HYGIËNE
Om te voorkomen dat zich geur en afzetting ophoopt in de afwasmachi­ne moet u ten minste één per maand een programma met hoge tem- peratuur laten draaien. Gebruik een theelepel vaatwasmiddel en laat het apparaat zonder lading draaien.
6
REINIGING EN ONDERHOUD
43
NL
HET FILTERSYSTEEM REINIGEN
einig het ltersysteem regelmatig, zodat de lters niet verstoppen en het afvalwater correct weg stroomt.
Het gebruik van vaatwasmachines met verstopte lters of vreemde voorwerpen in het ltersysteem of de sproeiarmen kan de slechte wer­king ervan en bijgevolg lagere prestaties, lawaai of een hoger verbruik van hulpbronnen veroorzaken. Het ltersysteem bestaat uit drie lters die voedselresten uit het afwaswa­ter verwijderen en vervolgens het water opnieuw laten circuleren.
De afwasmachine mag niet worden gebruikt zonder lters of als het lter is losgeraakt.
Controleer tenminste eens per maand of na elke 30 cyclussen het l­tersysteem en reinig het eventueel grondig onder stromend water, met een niet-metalen borstel en volgens de onderstaande instructies:
1. Draai het cilindrische lter A linksom en trek het uit (Afb. 1).
2. Verwijder het houderlter B door licht op de zijkleppen te drukken
(Afb. 2).
3. Schuif de roestvrij stalen plaat lter C er uit (Afb. 3).
4. Als u vreemde voorwerpen vindt (gebroken glas, porselein, beende-
ren, zaden van vruchten, enz.), verwijdert u ze zorgvuldig.
5. Inspecteer de sifon en verwijder eventuele voedselresten. VERWIJ- DER NOOIT de pompbescherming van het wasprogramma (zwart detail) (Afb. 4).
21
DE SPROEIERARMEN REINIGEN
Af en toe kunnen er voedselresten op de sproeierarmen vastzitten en worden de openingen voor het water sproeien geblokkeerd. Het is da­arom raadzaam dat u de armen van tijd tot tijd controleert en ze met een kleine niet-metalen borstel schoonmaakt..
Voor het verwijderen van de bovenste sproeierarm de kunststof bor­gring linksom draaien. De bovenste sproeierarm moet worden vervan­gen, zodat de zijde met het grotere aantal openingen naar boven is gericht.
B
A
A
C
Na het schoonmaken van het lter het ltersysteem opnieuw plaatsen en goed op zijn plaats zetten; dit is essentieel voor het behoud van de eciënte werking van de afwasmachine.
DE TOEVOERSLANG REINIGEN
Als de waterslangen nieuw zijn of een langere periode niet zijn gebruikt laat dan, voordat de benodigde aansluitingen worden uitgevoerd, het water lopen, om ervoor te zorgen het helder is en vrij van onzuiverheden. Als deze voorzorgsmaatregel niet wordt genomen kan de waterinlaat geblokkeerd worden en kan de afwasmachine beschadigd raken.
De onderste sproeierarm kan worden verwijderd door het omhoog te trekken.
WATERVERZACHTEND SYSTEEM
Waterverzachters reduceren automatisch de waterhardheid en voorkomen bijgevolg ketelsteenvorming op de verwarmer en dragen bij tot een eciëntere reiniging.
Dit systeem wordt automatisch met zout geregenereerd, u dient dus het zoutreservoir te vullen wanneer het leeg is.
De frequentie van de regeneratie hangt af van de instelling van het waterhardheidniveau - de regeneratie wordt uitgevoerd om de 6 Eco-cyclussen met het waterhardheidniveau ingesteld op 3.
Het regeneratieproces start tijdens de laatste spoeling en eindigt tijdens de droogfase, voordat de cyclus beëindigt.
• Eén enkele regeneratie verbruikt: ~3,5 liter water;
• Doet de cyclus 5 minuten langer duren;
• Verbruikt minder dan 0,005 kWh energie.
7
PROBLEMEN OPLOSSEN
400011431778
Als uw vaatwasmachine niet goed werkt, doorloopt u de onderstaande lijst om te controleren u of u het probleem kunt verhelpen. Voor andere fouten of problemen neemt u contact op met de bevoegde Consumentenservice, de contactgegevens ervan vindt u in de garantieboekje. De fabrikant verzekert dat de reserveonderdelen tenminste 10 jaren na de datum van productie van dit apparaat te verkrijgen zullen zijn.
PROBLEMEN
Zoutindicator
brandt
Glansspoelmid delindicator brandt
De afwasmachine start niet of reageert niet op opdrachten.
De afwasmachine pompt niet af. Weer-
gave
op het display:
F3 en beide AAN/ UIT- en START/Pauze-
-leds knipperen snel.
De afwasmachine maakt veel lawaai.
Het vaatwerk is niet schoon.
De afwasmachine vult zich niet met water. Weergave op het display: en F6 en beide AAN/UIT­en START/Pauze knipperen snel.
De vaatwasmachi­ne beëindigt de cyclus voortijdig. Weergave op het display: en beide AAN/UIT- en START/Pauze knipperen snel.
-leds
F15 en
-leds
MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSINGEN
Zoutreservoir is leeg. (Na het bijvullen kan het controlelampje van het zoutniveau blijven bran­den gedurende een aantal afwascycli).
Glansspoelmiddelreservoir is leeg. (Na het bijvullen kan het controlelampje van het glansspoelmiddel blijven branden gedurende een aantal afwascycli).
Het apparaat is niet goed aangesloten. Steek de stekker in het stopcontact.
Stroomuitval.
De deur van de afwasmachine is niet goed gesloten. De Auto Door-pin is niet ingetrokken.
De cyclus wordt onderbroken als de deur > 4 seconden wordt geopend.
Het reageert niet op opdrachten. Weergave op het display: F9 of F12 en beide AAN/UIT- en START/Pauze-leds knipperen snel.
Het wasprogramma is nog niet klaar. Wacht totdat het wasprogramma klaar is.
Er zit een knik in de afvoerslang. Controleer of er geen knik zit in de afvoerslang (zie INSTALLATIEGIDS).
De pijp van de gootsteenafvoer is geblokkeerd. Reinig de pijp van de gootsteenafvoer.
Het lter is verstopt met voedselresten Reinig het lter (zie HET FILTERSYSTEEM REINIGEN).
Het vaatwerk rammelt tegen elkaar. Rangschik het serviesgoed goed (zie REKKEN VULLEN).
Er is een bovenmatige hoeveelheid schuim geproduceerd.
Het serviesgoed is niet goed gerangschikt. Rangschik het serviesgoed goed (zie REKKEN VULLEN).
De sproeierarmen kunnen niet vrij draaien, ze worden door het vaatwerk belemmerd.
Het wasprogramma is te zacht. Selecteer een geschikt wasprogramma (zie PROGRAMMATABEL).
Er is een bovenmatige hoeveelheid schuim geproduceerd.
De dop op het glansspoelmiddelcompartiment is niet correct afgesloten.
Het lter is bevuild of verstopt. Reinig het ltersysteem (zie VERZORGING EN ONDERHOUD).
Er is geen zout. Vul het zoutreservoir (zie HET ZOUTRESERVOIR BIJVULLEN).
Geen water in de watertoevoer of de kraan is gesloten.
Er zit een knik in de toevoerslang.
De zeef in de watertoevoerslang is verstopt; het moet gereinigd worden.
De afvoerslang bevindt zich te laag of heveling in het huishoudelijke afvalwatersysteem.
Lucht in watertoevoer. Controleer de watertoevoer op lekken of andere problemen die lucht inlaten.
Vul reservoir bij met zout (voor meer informatie - raadpleeg pagina 2). Pas de waterhardheid aan - zie tabel, pagina 2.
Vul reservoir bij met glansspoelmiddel (voor meer informatie - raadpleeg pagina 2).
Om veiligheidsredenen wordt de vaatwasmachine niet automatisch opnieuw gestart wanneer er opnieuw stroom is. Druk op de START/Pauze-toets om de cyclus te hernemen.
De deur krachtig aanduwen totdat u de „klik” hoort.
Doe de deur dicht en druk op de
Het toestel uitschakelen door de knop AAN/UIT in te drukken, na ongeveer een minuut weer inschakelen en het programma opnieuw starten. Als het probleem aanblijft, trekt u de stekker van het apparaat 1 minuut lang uit, breng dan de stekker terug in..
Het vaatwasmiddel is niet goed afgemeten of het is niet geschikt voor gebruik in afwasmachines (zie REKKEN VULLEN). De afwasmachine resetten door op de toets WATERAFVOER te drukken (zie OPTIES EN FUNCTIES) en een nieuw programma zonder vaatwasmiddel laten lopen.
Rangschik het serviesgoed goed (zie REKKEN VULLEN).
Het vaatwasmiddel is niet goed afgemeten of het is niet geschikt voor gebruik in afwa­smachines.
Zorg ervoor dat de dop van het glansspoelmiddelbakje is gesloten.
Zorg ervoor dat er water in de watertoevoer komt of dat de kraan loopt.
Controleer of er geen knik in de toevoerslang zit (zie INSTALLATIE), de afwasmachine herprogrammeren en rebooten.
Na het controleren en reinigen, de afwasmachine uitschakelen en inschakelen en een nieuw programma starten.
Controleer of het uiteinde van de afvoerslang zich op de juiste hoogte bevindt (zie INSTALLATIE).Controleer de heveling in het huishoudelijke afvalwatersysteem, installeer zo nodig een luchttoevoerklep.
START/Pauze
-toets.
U kunt de Veiligheidsaanwijzingen, de Gebruikershandleiding, de Productche en de Energiegegevens downloaden op de volgende wijzen:
• Via onze website docs.indesit.eu
• Met gebruik van de QR-code
• Of neem anders contact op met onze Consumentenservice (zie telefoonnummer in het garantieboekje). Wanneer u contact opneemt met de Consumentenservice, gelieve de codes te vermelden die op het identicatieplaatje van het apparaat staan.
8
:
01/2020 ks - Xerox Fabriano
IEC 436
Loading...