Hyundai Accent 2006 Owner's Manual [nl]

LET OP:
Er kan ernstige schade ontstaan aan de motor en de transaxle als brandstoffen en smeermiddelen van slechte kwaliteit worden gebruikt, die niet aan de Hyundai specificaties voldoen. Gebruik altijd brandstoffen en smeermiddelen van hoge kwaliteit die voldoen aan de specificaties die op bladzijde 9-4 in het hoofdstuk Technische gegevens van de gebruikshandleiding zijn vermeld.
SA000A1-FX
Deze handleiding moet worden beschouwd als een onderdeel van uw wagen en moet bij verkoop ook aan de volgende eigenaar worden overhandigd.
GEGEVENS VAN DE EIGENAAR
EERSTE EIGENAAR:
AANKOOPDATUM:
TWEEDE EIGENAAR:
VERKOOPDATUM:
NAAM: ADRES: STRAAT: PLAATS: POSTCODE:
NAAM: STRAAT: PLAATS: POSTCODE:
A030A01A-GXT
GEBRUIKSHANDLEIDING
Bediening Onderhoud Technische gegevens
HLC005
De specificaties en de beschrijvingen in deze handleiding waren correct ten tijde van druk. Hyundai streeft echter naar een voortdurende verbetering van zijn producten en behoudt zich het recht voor op elk moment, zonder voorafgaande kennisgeving, wijzigingen in de specificatie en uitrusting aan te brengen.
Deze handleiding geeft een beschrijving van alle Hyundai modellen inclusief alle extra’s en uitrusting. Het kan derhalve voorkomen dat sommige van de behandelde onderwerpen niet van toepassing zijn op uw wagen.
SA020A1-FX
RICHTLIJNEN MET BETREKKING TOT HET ONDERHOUD
De onderhoudsvoorschriften voor uw nieuwe Hyundai vindt u in hoofdstuk 5. Als eigenaar dient u er op toe te zien dat het onderhoud op de voorgeschreven termijnen wordt uitgevoerd. Als de wagen onder zware bedrijfsomstandigheden wordt gebruikt, moet het onderhoud met kortere tussenpozen worden uitgevoerd. Gegevens hieromtrent zijn eveneens in hoofdstuk 5 beschreven.
SA030A1-FX
EEN WOORD VOORAF
Wij zijn blij dat u voor een Hyundai heeft gekozen. Welkom bij het groeiende aantal van prijsbewuste automobilisten die tot de aanschaf van een Hyundai hebben besloten. Elke Hyundai is gebouwd met behulp van vooruitstrevende technieken en hoogwaardige materialen.
Deze handleiding dient ervoor om u volledig vertrouwd te maken met de bediening en het onderhoud van uw wagen. Wij verzoeken u deze handleiding goed te lezen. De gegeven informatie zal er toe bijdragen dat u over uw nieuwe wagen ten volle tevreden zult zijn.
Uw auto moet door de HYUNDAI dealer onderhouden worden. Onze dealers beschikken over de vakkennis voor een hoogwaardige service, onderhoud en eventueel noodzakelijke reparaties.
SA030B2-FX
HYUNDAI MOTOR COMPANY
N.B.: Eventuele toekomstige eigenaars moeten ook kunnen beschikken over de informatie in deze handleiding. Wij verzoeken u dan ook om bij eventuele verkoop van uw wagen deze handleiding aan de nieuwe eigenaar te overhandigen. Dank u.
!
Copyright 2004 Hyundai Motor Company. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Hyundai Motor Com­pany.
SA040A1-FX
LET OP : WIJZIGINGEN AAN UW HYUNDAI
Het uitvoeren van wijzigingen kan het verlies van garantie tot gevolg hebben.
Het is niet toegestaan uw Hyundai op welke manier dan ook te wijzigen. Wijzigingen kunnen een zeer nadelige invloed hebben op de veiligheid, betrouwbaarheid en de prestaties van uw Hyundai. Het wijzigen van componenten of het monteren van extra componenten hetgeen schade tot gevolg heeft, vallen niet onder de garantie van de wagen.
SA050A1-FX
WAARSCHUWING M.B.T. STEREO GELUIDSINSTALLATIES
Uw wagen is voorzien van elektronische componenten en in sommige gevallen van een elektronische benzine-inspuiting. Een onvakkundig gemonteerde stereo radio kan een zeer nadelige invloed op dergelijke elektronische systemen uitoefenen. Daarom adviseren wij u de inbouwinstructies van de fabrikant van het radiotoestel strikt op te volgen of de montage van een radio aan uw Hyundai dealer over te laten.
SA070A1-FX
WAARSCHUWINGEN
In deze handleiding zult u de uitdrukkingen WAARSCHUWING, LET OP en N.B. tegenkomen. Hiermee wordt het volgende bedoeld.
!
WAARSCHUWING:
Hiermee wordt gewaarschuwd voor zaken die letsel kunnen veroorzaken als de waarschuwing wordt genegeerd. U wordt geadviseerd wat wel en niet te doen, om het risico op letsel voor u en anderen te voorkomen of te verminderen.
!
LET OP:
Hiermee wordt gewaarschuwd voor iets dat schade kan berokkenen aan uw wagen of de uitrusting van uw wagen. U wordt geadviseerd wat wel en niet te doen, om het risico op schade aan uw wagen en de uitrusting te voorkomen of te verminderen.
N.B.:
Hierbij wordt nuttige informatie verstrekt.
A100A01A-GXT
Handleiding voor originele Hyundai onderdelen
1. Wat zijn originele Hyundai onderdelen?
Originele Hyundai onderdelen zijn gelijk aan de onderdelen die door Hyundai Motor Company bij de fabricage van uw auto zijn gebruikt. Ze zijn voor ontworpen en getest voor optimale veiligheid, prestaties en betrouwbaarheid.
2. Waarom moeten originele onderdelen worden gebruikt?
Originele Hyundai onderdelen zijn vervaardigd en gebouwd om te voldoen aan de oorspronkelijke fabriekseisen. Het gebruik van imitatie-onderdelen, merkloze en gebruikte onderdelen valt niet onder de garantie voor Hyundai automobielen of een andere garantie. Wanneer door het monteren van een imitatie­onderdeel, een merkloos of gebruikt onderdeel schade of een defect aan een origineel Hyundai onderdeel ontstaat, valt dit niet onder de garantie van Hyundai Motor Com­pany.
3. Op welke wijze zijn originele Hyundai onderdelen herken­baar?
Controleer of het Hyundai Genuine Parts Logo op de verpakking aanwezig is (zie hierna).
De exportspecificaties zijn alleen in het Engels vermeld.
Originele Hyundai onderdelen zijn alleen verkrijgbaar bij geautori­seerde Hyundai dealers.
A100A01L A100A02L A100A04L
INHOUD
HOOFSTUK
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
IN GEVAL VAN PECH
CORROSIEBESCHERMING EN ONDERHOUD VAN DE CARROSSERIE
ONDERHOUDSVOORSCHRIFTEN
EENVOUDIGE ONDERHOUD
EMISSIE REGELSYSTEEM
INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR
TECHNISCHE GEGEVENS
INHOUD
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
B250A01A-GXT
INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSORGANEN
B250A01A-B
1. Schakelaar koplampafstelling
2. Schakelaar ruitenwisser/-sproeier achterruit (Indien gemonteerd)
3. Multischakelaar verlichting
4. Instrumentenpaneel
5. Claxon en bestuurdersairbag
6. Schakelaar ruitnewissers/-sproeiers
7. Digitale klok
8. Schakelaar achterruitverwarming (Indien gemonteerd)
9. Schakelaar waarschuwingsknipperlichten
10.Schakelaar mistlampen voor (Indien gemonteerd)
!
LET OP:
Een flacon luchtverfrisser mag in de auto niet dichtbij het instrumentenpaneel of op het dashboard worden geplaatst. Door eventuele lekkage van de luchtverfrisser op deze delen (instrumentenpaneel, dashboard of aanjager) kunnen ze worden beschadigd. Als de vloeistof van de luchtverfrisser op deze delen komt moeten ze direct met water worden gereinigd.
11.Schakelaar mistachterlicht
12.Bedieningsorganen verwarming/airconditioning (Indien gemonteerd)
13.Airbag voor passagierszijde
14.Dashboardkastje
15.Hefboom motorkapontgrendeling
16.Multibox
17.Aansteker
18.Bekerhouder voor
19.Asbak
20.Keuzehandel/versnellingshandel (Indien gemonteerd)
21.Handremhefboom
22.Bekerhouder achter/Stoelverwarming (Indien gemonteerd)
UW AUTO IN ÉÉN OOGOPSLAG
B255A01A-GXT
WAARSCHUWINGS- EN CONTROLELAMPEN OP HET INSTRUMENTENPANEEL
Onderhoudsindicatie (SRI) Van Airbagsysteem
Controlelamp ABS (Indien gemonteerd)
Controlelamp Laadstroom
Controlelamp Voor Niet Goed Gesloten
Portieren Controlelamp Overdrive (Alleen automatische transmissie)
Controlelamp Richting-aanwijzers
Controlelamp Grootlicht
Controlelamp Oliedruk
Controlelamp Handrem/Remvloeistofpeil
Controlelamp Benzine- Reserve
Storingscontrolelamp
Controlelamp immobilizer (diefstalbeveiliging)
Controlelamp Voorgloeien (Dieselmotor)
Waarschuwingslamp Water In
Brandstoffilter (Dieselmotor)
* Een gedetailleerde uitleg van deze onderdelen treft u aan op pagina 1-49.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
BRANDSTOFVOORSCHRIFTEN............................... 1-2
INRIJDEN VAN UW NIEUWE HYUNDAI ................. 1-3
STARTBLOKKERING ................................................. 1-4
PORTIERSLOTEN
(DIEFSTALBEVEILIGINGSINSTALLATIE)......... 1-6, 1-9
ELEKTRISCH BEDIENDE PORTIERRUITEN .........1-12
STOELINSTELLING ...................................................1-13
VEILIGHEIDSGORDELS ........................................... 1-19
VEILIGHEIDSSYSTEEM VOOR KINDEREN ...........1-24
AIRBAGSYSTEEM .....................................................1-34
TWEETRAPS AANVULLEND (AIRBAG)
VEILIGHEIDSYSTEEM (SRS) .................................1-40
INSTRUMENTENPANEEL EN
CONTROLELAMPEN ...............................................1-48
INDICATOR EN WAARSCHUWINGSLAMP ............ 1-52
BOORD COMPUTER ................................................1-59
MULTISCHAKELAAR (RICHTINGAANWIJZERS,
GROOT EN DIMLICHT) ...........................................1-61
RUITENWISSER-/SPROEIERSCHAKELAAR .......... 1-63
ZONNEDAK ................................................................1-71
SPIEGEL .....................................................................1-75
MOTORKAPONTGRENDELING ............................... 1-78
ZONNEKLEP ..............................................................1-81
BEDIENING VERWARMING EN KOELING ............ 1-83
STEREO GELUIDSINSTALLATIE .............................1-92
ANTENNE ...................................................................1-97
1
1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
2
BRANDSTOFVOORSCHRIFTEN
B010A01O-GXT
Tank uitsluitend loodvrije ben­zine
ALLEEN LOOD-
VRIJE BENZINE
Voor uw Hyundai moet loodvrije ben­zine met een octaangetal van RON 91 of hoger worden getankt. Het tanken van loodhoudende benzine heeft een onherstelbare beschadiging van de katalysator en een onvold­oende werking van het emissiereg­elsysteem tot gevolg. Bovendien kan dit hoge onderh­oudskosten met zich meebrengen. Om vergissingen bij het tanken te voorkomen past het vulpistool voor loodhoudende benzine niet in de vulopening van uw Hyundai.
B010A04A
Dieselbrandstof
In Hyundai automobielen met dieselmotor moet dieselbrandstof met een cetaangetal van 52 tot 54 worden gebruikt. Wanneer de dieselbrandstof in zomer­en winterkwaliteit verkrijgbaar is, moet afhankelijk van de onderstaande temperaturen de aangegeven kwaliteit worden gebruikt:
o Boven -5°C (23°F) .........
Zomerkwaliteit dieselbrandstof
o Onder -5°C (23°F) .........
Winterkwaliteit dieselbrandstof
Zorg ervoor dat de brandstoftank niet leeg raakt. Als de motor door brandstoftekort afslaat, moeten de brandstofcircuits volledig worden ontlucht voordat de motor weer kan worden gestart.
!
WAARSCHUWING:
o Voorkom dat benzine of water
in de tank komt. Als dit toch het geval is moet de tank worden afgetapt en de leidingen worden doorgespoeld om te voorkomen dat de brandstofpomp vastloopt en daardoor de motor beschadigd raakt.
o Om in de winter uitvlokken van
de brandstof te voorkomen, kan bij temperaturen beneden -10 °C petroleum aan de dieselbrandstof worden toegevoegd. Voeg nooit meer dan 20% petroleum toe.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
B010B01A-AXT
Gasohol
Gasohol (een mengsel van 90% loodvrije benzine en 10% ethanol) kan worden gebruikt in uw Hyundai. Als echter problemen optreden in de werking van de motor, wordt het gebruik van uitsluitend benzine aangeraden. Brandstoffen met een onbekende hoeveelheid alcohol of een andere alcohol dan ethanol mogen niet worden gebruikt.
B010D01S-AXT
Gebruik geen methanol
Benzine die methanol bevat mag niet worden gebruikt voor uw Hyundai. Deze benzine kan een vermindering van de motorprestaties tot gevolg hebben en onderdelen van het brandstofsysteem beschadigen.
!
LET OP:
Het gebruik van methanol of brandstoffen die methanol bevatten kan tot schade aan het brandstofsysteem en een vermin­dering van de motorprestaties leiden; dit valt niet altijd onder de garantie.
B010F01A-AXT
Rijden in het buitenland
Overtuig u voor het maken van buitenlandse reizen van het volgende:
o Wordt voldaan aan de wettelijke
bepalingen.
o Is de geschikte brandstof verkrijg-
baar.
B010E01A-AXT
BENZINE VOOR EEN LAGERE BELASTING VAN HET MILIEU
Hyundai raadt het gebruik aan van benzine met detergerende toevoe­gingen, waardoor aanslag in de mo­tor wordt voorkomen. Door gebruik van deze benzine wordt het milieu minder belast. Deze benzine houdt de motor schoner, waardoor de werking van het uitlaatgasreg­elsysteem wordt verbeterd.
INRIJDEN VAN UW NIEUWE HYUNDAI
SB020A1-FX
Gedurende de eerste 2000 km (Benzinemotor)
Voor uw Hyundai geldt geen speciale inrijperiode. Voor een lange leven­sduur en optimale prestaties van uw Hyundai is het echter aan te bevelen gedurende de eerste 2000 km onderstaande aanbevelingen op te volgen:
o Rijd niet sneller dan 90 km/h. o Houd het motortoerental tijdens het
rijden tussen 2000 en 4000/min.
o Accelereer niet te fors. Druk het
gaspedaal bij het starten niet in.
o Vermijd gedurende de eerste 300
km krachtig afremmen.
o Schakel tijdig terug, teneinde te
voorkomen dat de motor overmatig
wordt belast. o Varieer uw snelheid. o Laat de motor van een wagen met
katalysator niet langer dan 3
minuten stationair draaien. o Rijd gedurende de eerste 2000 km
niet met een caravan of aanhanger.
3
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
4
B020B01FC-GXT
INRIJDEN VAN UW NIEUWE HYUNDAI Gedurende de eerste 1000 km (Dieselmotor)
Voor uw Hyundai geldt geen speciale inrijperiode. Voor een lange levens­duur en optimale prestaties van uw Hyundai is het echter aan te bevelen gedurende de eerste 1000 km onderstaande aanbevelingen op te volgen:
o Houd tijdens het rijden het
motortoerental (omwentelingen per minuut) ongeveer op 3000/min.
o Rijd niet harder dan driekwart van
de maximumsnelheid.
o Accelereer niet te fors. Druk het
gaspedaal bij het starten niet in.
o Vermijd gedurende de eerste 300
km krachtig afremmen.
o Schakel tijdig terug, teneinde te
voorkomen dat de motor overmatig
wordt belast. o Varieer uw snelheid. o Laat de motor van een wagen met
katalysator niet langer dan 3
minuten stationair draaien. o Rijd gedurende de eerste 1000 km
niet met een caravan of aanhanger.
STARTBLOKKERING
B880A01A-GXT
De startblokkering is een anti­diefstalvoorziening en is ontworpen om diefstal van de wagen tegen te gaan en te vertragen.
B880B03A-GXT
Sleutels
Alle sloten van de auto kunnen met dezelfde sleutel worden bediend. Omdat de portieren zonder sleutel kunnen worden vergrendeld, moet worden voorkomen dat de sleutel in de auto wordt gelaten als de portieren worden vergrendeld.
N.B.:
Met een zelf vervaardigde duplicaatsleutel kan het systeem niet worden uitgeschakeld of de motor worden gestart.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
5
B880C02A-GXT
Sleutelnummers
B880C01L
Het nummer van de autosleutels staat vermeld op een metalen strip die bij de aflevering van de auto aan de sleutels is bevestigd. Het sleutelnummer moet worden genoteerd en op een veilige plaats worden bewaard, voor het geval nieuwe sleutels nodig zijn. Nieuwe sleutels kunnen bij elke Hyundai dealer worden besteld; hierbij moet het betreffende sleutelnummer worden vermeld. Voor de veiligheid moet de metalen strip met het sleutelnummer van de sleutelring worden verwijderd, nadat de nieuwe auto aan u is afgeleverd.
Bovendien kan de Hyundai dealer om veiligheidsredenen geen sleutel­nummers verstrekken. Indien u extra sleutels nodig heeft of als sleutels zijn verloren, kan uw Hyundai dealer nieuwe sleutels maken.
B880D02A-GXT
Noodstartprocedure
B880D03A
Als bij het aanzetten van het contact de controlelamp van de startblo­kkering gedurende vijf seconden knippert, is er een storing in de startblokkering. Om de motor te starten moet een noodprocedure m.b.v. de contactsleutel worden uitgevoerd.
Hierna volgt de beschrijving van de procedure om de motor in noodgevallen te starten. (0, 1, 2, 3 als voorbeeldcode).
N.B.:
De identificatiecode voor het noodprogramma is gelijk aan de code die is ingevoerd bij aflevering van de auto. Neem contact op met uw Hyundai dealer als u niet over de identificatiecode beschikt.
1. Om de code in te voeren moet het contact worden aangezet ("ON") en vervolgens weer uitgezet ("OFF"); het aantal keren is afhankelijk van het codecijfer. De controlelamp van de startblokkering knippert mee met de bediening van het contactslot. Bijvoorbeeld: bedien het contact eenmaal voor het cijfer "1" en tweemaal voor "2", enz. Voor het cijfer "0" moet het contactslot echter 10 keer worden bediend.
2. Wacht na elk cijfer 3~10 seconden.
3. Herhaal dezelfde procedure voor de overige cijfers van de code, "1", "2", "3".
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
6
4. Wanneer de vier codecijfers cor­rect zijn ingevoerd, zet dan het contact aan "ON" en controleer of de controlelamp van de startblokkering brandt. Vanaf dit moment moet de motor binnen 30 seconden worden gestart. Na 30 seconden kan de motor niet meer worden gestart.
N.B.:
Wanneer de motor afslaat nadat hij m.b.v. de noodprocedure is gestart, kan de motor binnen 8 seconden zonder noodprocedure worden gestart.
5. Als de controlelamp van de startblokkering gedurende vijf seconden knippert, moet de noodprocedure vanaf het begin worden herhaald.
Nadat van de noodprocedure gebruik is gemaakt, moet zo snel mogelijk uw Hyundai dealer worden geraad­pleegd.
!
LET OP:
o Als driemaal achter elkaar een
poging tot het uitvoeren van de noodprocedure is mislukt, moet één uur worden gewacht voor­dat opnieuw de noodprocedure kan worden uitgevoerd.
o Als ondanks de noodprocedure
de motor niet kan worden gestart, moet de auto door een Hyundai dealer worden wegge­sleept.
PORTIERSLOTEN
B040A02Y-AXT
!
WAARSCHUWING:
o Niet goed gesloten portieren
kunnen gevaarlijk zijn. Controleer alvorens weg te rijden, vooral als zich kinderen in de wagen bevinden, of alle portieren goed zijn gesloten. Hierdoor wordt voorkomen dat de portieren tijdens het rijden abusievelijk worden geopend. Bovendien wordt op deze manier, in combinatie met het juiste gebruik van de veiligh­eidsgordels, voorkomen dat inzittenden in geval van een ongeluk naar buiten worden geslingerd.
o Let er alvorens een portier te
openen op dat geen verkeer van achteren komt.
o Bij een ongeval wordt het portier
automatisch ontgrendeld. (Indien gemonteerd)
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
7
B040B01A-AXT
Portieren met behulp van sleutel afsluiten en openen.
Ontgrendelen
Vergrendelen
HLC2003
o Het portier wordt vergrendeld en
ontgrendeld met behulp van een sleutel.
o Vergrendelen geschiedt door de
sleutel naar de voorzijde van de wagen te draaien en ontgrendelen door hem naar de achterzijde van de wagen te draaien.
B040C03A-GXT
Portieren van buitenaf afsluiten.
HLC2008
De portieren kunnen zonder sleutel worden vergrendeld. Druk hiertoe eerst de vergrende­lingsknop in de "LOCK"-stand, zodat de rode markering op de knop niet meer zichtbaar is, en sluit vervolgens het portier. Het portier kan niet worden vergrendeld als bij gesloten voorpor­tieren de sleutel zich nog in het contactslot bevindt. Dit is normaal. (Indien gemonteerd)
N.B.:
o Het portier kan niet worden
vergrendeld als bij gesloten voorportieren de sleutel zich nog in het contactslot bevindt.
o Let er hierbij op dat de sleutel
niet in de wagen achterblijft.
o Om diefstal te voorkomen altijd
de contactsleutel verwijderen, de ruiten sluiten en de portieren en kofferdeksel (4-deurs)/achterklep (3-/5-deurs) vergrendelen als de auto wordt verlaten.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
8
B040D01FC-GXT
Portieren van binnenuit afsluiten
Ontgrendelen
Vergrendelen
HLC2004
Voor het afsluiten van de wagen van binnenuit is het voldoende het portier te sluiten en de vergrendelingsknop in de "LOCK"-stand te drukken. Hierna is het niet meer mogelijk het portier met de binnen- of buitenhandgreep te openen.
N.B.:
Wanneer het portier is ontgr­endeld, zijn het rode merkteken en het woord "LOCK" op de schakelaar zichtbaar.
B040E03A-AXT
KINDERSLOTEN ALLEEN ACHTERPORTIEREN (Indien gemonteerd)
HLC2005
Uw wagen is voorzien van kindersloten op de achterportieren. Bij ingeschakeld kinderslot kan het portier niet van binnenuit worden geopend.
Het kinderslot wordt in werking gesteld door de hefboom in de stand " " te plaatsen en het portier te sluiten. Beweeg het handel in de tegengestelde richting van de " " stand om terug te keren naar de normale deurbediening.
Het portier kan van buitenaf met behulp van de handgreep worden geopend.
B040G02A-GXT
CENTRAAL VERGRENDELINGSSYSTEEM
B040G01A
De portieren worden centraal vergrendeld door de vergrendel­ingsknop van het bestuurdersportier naar voren of naar achteren te drukken. Als het portier aan passagierszijde of de achterportieren zijn geopend terwijl de knop wordt ingedrukt, worden deze vergrendeld als ze worden gesloten.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
N.B.:
o Wanneer de schakelaar naar
achteren wordt gedrukt, worden alle portieren en de achterklep ontgrendeld. Wanneer de schakelaar naar voren wordt gedrukt, worden alle portieren en de achterklep vergrendeld.
o Als het portier is ontgrendeld,
is de rode markering op de schakelaar zichtbaar en is "LOCK" op de schakelaar niet meer zichtbaar.
o De centrale portiervergrendeling
wordt bediend door de sleutel naar de voor- of achterzijde van de auto te draaien (met diefstalbeveiliging: bestuurders en passagiersportier, zonder diefstalbeveiliging: alleen bestuurdersportier).
DIEFSTALBEVEIL IGINGSINSTALLATIE
B070A01A-GXT
(Indien gemonteerd)
Met deze installatie wordt het binnendringen van onbevoegden in uw wagen bemoeilijkt. De installatie werkt in drie fasen: de eerste is de activeerfase, de tweede de alarmfase en de derde de uitschakelfase. Als het alarm afgaat, wordt een sirene in werking gesteld.
9
B070B02A-GXT
Activeerfase
HLC2002
Parkeer de wagen en zet de motor af. Activeer de installatie zoals hier onder beschreven.
1) Verwijder de contactsleutel uit het contactslot.
2) Zorg ervoor dat de kofferdeksel (4­deurs)/de achterklep (3-/5-deurs) gesloten is.
3) Vergrendel de portieren met behulp van de afstandsbediening van de centrale vergrendeling.
Nadat de bovenstaande handelingen correct zijn uitgevoerd knipperen de richtingaanwijzers eenmaal om aan te geven dat het systeem is ingeschakeld.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
10
N.B.:
1) Als een portier of de kofferdeksel (4-deurs)/ de achterklep (3-/5­deurs) of de motorkap niet gesloten zijn, wordt het systeem niet ingeschakeld. In dit geval moet de installatie opnieuw worden geactiveerd, zoals hierboven wordt besch­reven.
2) Wanneer het systeem is ingeschakeld kan alleen het kofferdeksel (4-deurs) worden ontgrendeld met de sleutel zonder het systeem uit te schakelen.
!
LET OP:
Activeer de installatie niet als zich nog iemand in de wagen bevindt. Als dit wel geschiedt, zal het alarm afgaan als de betreffende persoon de wagen verlaat.
B070C04A-GXT
Alarmfase
Het alarm gaat af indien zich bij geparkeerde wagen en geactiveerde installatie één van de volgende omstandigheden voordoet:
1) Een portier of de achterklep (3-/5­deurs) wordt geopend zonder gebruik te maken van de afstandsbediening.
2) De kofferdeksel (4-deurs) wordt geopend zonder gebruik van de sleutel.
3) De motorkap wordt geopend.
De alarmsirene wordt ingeschakeld en de richtingaanwijzers knipperen gedurende 27 seconden. Om het systeem uit te schakelen, moet een portier of de achterklep met de afstandsbediening worden ontgr­endeld.
!
LET OP:
Probeer niet de motor te starten terwijl het systeem is geactiveerd.
B070D02A-GXT
Uitschakelfase
HTB202
De installatie wordt gedeactiveerd als het bestuurders- of passagiersportier wordt ontgrendeld door de toets op de afstandsbediening in te drukken.
Na het uitvoeren van de bovenge­noemde handelingen knipperen de richtingaanwijzers tweemaal om aan te geven dat het systeem is uitgeschakeld.
Als een van de portieren, de kofferdeksel (4-deurs), de achterklep (3-/5-deurs) of de motorkap niet binnen 30 seconden wordt geopend, wordt het systeem weer ingeschakeld.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
11
N.B.:
Als de installatie wordt gedeactiveerd terwijl de interieurverlichting in de stand "DR" of "·" staat, gaat de interieurverlichting 30 seconden branden.
!
LET OP:
De alarminstallatie kan alleen met de afstandsbediening worden uitgeschakeld. Kan de installatie niet met de afstandsbediening worden uitgeschakeld, ga dan als volgt te werk:
1. Ontgrendel het portier met de sleutel; hierdoor wordt het alarm geactiveerd.
2. Steek de sleutel in het conta­ctslot en draai de sleutel in de stand 'ON'.
3. Wacht 30 seconden.
Nadat de bovenstaande handel­ingen zijn uitgevoerd, wordt de alarminstallatie uitgeschakeld.
B070F02A-GXT
Afstandsbediening (Keyless Entry System)
Portieren vergrendelen
1. Sluit alle portieren.
2. Druk de toets op de afstandsb­ediening in.
3. Nadat de portieren zijn vergrendeld, knipperen de richtingaanwijzers eenmaal, om aan te geven dat het systeem is ingeschakeld.
Portieren ontgrendelen
1. Druk de toets op de afstandsbediening nogmaals in nadat alle portieren zijn vergrendeld.
2. Nadat de portieren zijn ontgrendeld, knipperen de richtingaanwijzers tweemaal, om aan te geven dat het systeem is uitgeschakeld.
B070E01TB-GXT
Batterij vervangen
Als de batterij van de afstandsbediening zwak begint te worden, kan het nodig zijn om de toets verschillende malen in te drukken om de portieren te vergr­endelen en te ontgrendelen - ook de LED brandt niet. Vervang de batterij zo snel mogelijk.
Batterijtype: CR1220
Vervangingsinstructies:
HTB053
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
12
1. Verwijder de schroef met een (+) schroevendraaier.
2. Haal de behuizing uit elkaar met een (-) schroevendraaier, zoals aangegeven in de afbeelding.
HTB054
3. Verwijder de vier schroeven aan de achterzijde van het ingebouwde circuit.
Accu
HTB055
4. Let op de plaats van de batterijpolen en verwijder de oude batterij uit de behuizing. Verzeker u ervan dat de nieuwe batterij dezelfde polariteit heeft (+ naar boven) en plaats deze vervolgens in de zender.
B060A01E-AXT
ELEKTRISCH BEDIENDE PORTIERRUITEN
4-/5-deurs
3-deurs
(1)
(1)
De elektrische ruitbediening werkt met het contactslot in de stand "ON". De bedieningsschakelaars bevinden zich in de armleuning aan bestuurderszijde en bedienen de ruiten voor en achter aan beide zijden van de auto. De ruiten kunnen worden geopend door de betreffende schakelaar naar beneden te drukken en worden gesloten door de schakelaar omhoog te verplaatsen. Druk voor het openen van de ruit aan bestuurderszijde de schakelaar (1) naar beneden. De ruit beweegt zolang de schakelaar wordt bediend.
HLC2009
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
13
HLC2014
Om de werking van de ruitbediening te blokkeren, is een blokkeersch­akelaar aangebracht in de armleuning van het bestuurdersportier. Druk de blokkeerschakelaar in om de ruitbediening uit te schakelen. Druk de blokkeerschakelaar opnieuw in om de werking van de ruitbediening weer mogelijk te maken.
Ruit met tiptoetsbediening (bestuurderszijde) (Indien gemonteerd)
De ruit met tiptoetsbediening wordt volledig geopend door de schakelaar in te drukken; de beweging wordt onderbroken als de schakelaar opnieuw wordt ingedrukt.
!
WAARSCHUWING:
1) Let er bij het sluiten van een ruit op dat hoofd of handen niet bekneld raken.
2) Probeer nooit de hoofdsc­hakelaar en de subschakelaar tegelijkertijd in tegenovergestelde richting te bedienen, omdat de ruit dan stopt en het niet meer mogelijk is deze te openen of te sluiten.
3) Laat kinderen nooit alleen in de wagen achter. Verwijder voor hun veiligheid altijd de contac­tsleutel.
B080A01FC-GXT
STOELINSTELLING
!
WAARSCHUWING:
De stoel niet verstellen tijdens het rijden. Hierdoor kunt u de macht over het stuur verliezen.
B080B02FC-GXT
VOORSTOELEN Stoel voorwaarts en achterwaarts verstellen
HLC2026
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
14
Om de stoel naar voren of naar achteren te verstellen, dient men de stoelvergrendelingshendel naar boven te trekken. Nu kan de stoel in de gewenste positie versteld worden. Wanneer de gewenste positie gevonden is, laat dan de hendel los en schuif de stoel voorwaarts of achterwaarts totdat hij vast in de vergrendeling zit en niet verder geschoven kan worden.
!
WAARSCHUWING:
Om er zeker van te zijn dat de stoel correct is vergrendeld, dient de stoel voor- of achterwaarts verschoven te worden zonder de vergrendelingshendel te bedienen.
B080C01A-AXT
Rugleuning verstellen
HLC2027
Trek de ontgrendelingsknop omhoog en zet de rugleuning in de gewenste stand. De rugleuning wordt vergrendeld door de knop los te laten.
!
WAARSCHUWING:
Om het risico van persoonlijk letsel bij een ongeval of plotseling afremmen tot een minimum te beperken, moeten de rugleuningen van de stoelen van zowel de bestuurder als de passagier altijd in een zo recht mogelijke stand staan wanneer met de auto wordt gereden. De bescherming die de veiligheidsgordels bieden wordt aanzienlijk beperkt als de rugleuning schuin achterover staat; het risico dat de bestuurder of passagier in dat geval onder de gordel doorschuift is groter, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
15
B080D02A-AXT
Verstelbare hoofdsteunen
Vergrendelingsknop
B080D01A-1
Hoofdsteunen zijn ontworpen om de kans op nekletsel te verminderen. Trek de hoofdsteun naar boven om hem hoger te stellen. Druk de knop in en de hoofdsteun naar beneden om hem lager te stellen. Om de hoofdsteun te verwijderen: trek de hoofdsteun zo ver mogelijk omhoog, druk de vergrendelingsknop in en trek tegelijkertijd de hoofdsteun los.
!
WAARSCHUWING:
o Voor een optimale beveiliging
bij een aanrijding moet de hoofdsteun zich op de juiste hoogte bevinden (bovenzijde steun ter hoogte bovenzijde oren). Daarom is het niet aan te bevelen, een kussen te gebrui­ken waardoor het lichaam van de rugleuning verwijderd wordt gehouden.
B080D01JM
o Omwille van de veiligheid is het
niet aan te bevelen met verwijderde hoofdsteunen te rijden.
ZB060E1-AX
Lendensteun instellen (Alleen bestuurdersstoel) (Indien gemonteerd)
HLC2029
Om de lendensteun in te stellen de hendel aan de buitenzijde van de stoel draaien. Om de steun te vergroten: trek de hendel naar voren. Om de steun te verminderen: druk de hendel naar achteren.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
16
B080F01S-AXT
Hoogte van voorstoel verstellen (alleen bestuurdersstoel) (Indien gemonteerd)
HLC2028
Voor het verstellen van de zitting­hoogte moet de draaiknop in de gewenste richting worden gedraaid.
B100A01A-GXT
STOELVERWARMING (Indien gemonteerd)
B100A01A
Druk de betreffende schakelaar in de achterconsole in voor het verwarmen van de bestuurders- of passagiersstoel. De contactsleutel moet in de stand "ON" staan. Als het niet nodig is de stoelverwarming te gebruiken moeten de schakelaars in de stand "OFF" staan.
B130A02A-GXT
INSTAP ACHTERIN (Voor 3-deursmodellen)
(1)
(2)
HTB258
De rugleuning van de bestuurders- of passagiersstoel moet naar voren worden geklapt om de achterbank te bereiken. Door de hefboom van de rugleuning (1) aan de buitenzijde van de rugleuning van de bestuurders- of passagiersstoel omhoog te trekken, kantelt de rugleuning naar voren en schuift de stoel automatisch naar voren.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
17
Passagiers op de achterbank kunnen de rugleuning van de passagiersstoel naar voren laten kantelen door de voethefboom (2) in te drukken zoals getoond in de afbeelding (alleen voor de passagiersstoel).
!
WAARSCHUWING:
Passagiers op de achterbank moeten erop letten zijn dat niet per ongeluk de voethefboom (2) wordt ingedrukt als de auto rijdt, omdat hierdoor de rugleuning naar voren kantelt en de passagier op de voorstoel letsel kan oplopen.
B090A01A-GXT
ACHTERBANK Verstelbare hoofdsteunen
Vergrendelingsknop
B090A01A-1
Hoofdsteunen zijn ontworpen om de kans op nekletsel te verminderen. Trek de hoofdsteun naar boven om hem hoger te stellen. Druk de knop in en de hoofdsteun naar beneden om hem lager te stellen.
!
WAARSCHUWING:
o Voor een optimale beveiliging
bij een aanrijding moet de hoofdsteun zich op de juiste hoogte bevinden (bovenzijde steun ter hoogte bovenzijde oren). Daarom is het niet aan te bevelen, een kussen te gebrui­ken waardoor het lichaam van de rugleuning verwijderd wordt gehouden.
o Omwille van de veiligheid is het
aan te bevelen met verwijderde hoofdsteunen te rijden.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
18
B110A03A-AXT
NEERKLAPBARE ACHTERBANK
B110A01A
!
WAARSCHUWING:
De neerklapbare achterbank dient om het transporteren van volumineuze goederen mogelijk te maken. Het is niet toegestaan dat passagiers plaatsnemen op een neergeklapte achterbank. In geval van een aanrijding of krachtig afremmen kan dit verwondingen tot gevolg hebben. De goederen die worden meegenomen mogen niet hoger zijn dan de hoogte van de rugleuning van de voorstoelen.
In geval van krachtig afremmen is het dan niet mogelijk dat de bagage naar voren schuift.
B110A02A
Het is ook mogelijk de achterbank in gedeelten neer te klappen.
o Trek de vergrendelknop naar boven
en druk de rugleuning naar voren.
o Bij het terugzetten van de
rugleuning moet er op worden gelet dat deze weer goed wordt vergrendeld.
!
WAARSCHUWING:
Let er bij het terugklappen van de achterste rugleuning op, dat de veiligheidsgordels en -sloten niet worden beschadigd en dat ze niet in de zitting blijven haken of steken.
Loading...
+ 197 hidden pages