Er kan ernstige schade ontstaan aan de motor en de transaxle als brandstoffen en
smeermiddelen van slechte kwaliteit worden gebruikt, die niet aan de Hyundai specificaties
voldoen. Gebruik altijd brandstoffen en smeermiddelen van hoge kwaliteit die voldoen
aan de specificaties die op bladzijde 9-4 in het hoofdstuk Technische gegevens van de
gebruikshandleiding zijn vermeld.
SA000A1-FX
Deze handleiding moet worden beschouwd als een onderdeel van uw wagen en moet bij verkoop ook aan de
volgende eigenaar worden overhandigd.
GEGEVENS VAN DE EIGENAAR
EERSTE EIGENAAR:
AANKOOPDATUM:
TWEEDE EIGENAAR:
VERKOOPDATUM:
NAAM:
ADRES:
STRAAT:
PLAATS:
POSTCODE:
NAAM:
STRAAT:
PLAATS:
POSTCODE:
A030A01A-GXT
GEBRUIKSHANDLEIDING
Bediening
Onderhoud
Technische gegevens
HLC005
De specificaties en de beschrijvingen in deze handleiding waren correct ten tijde van druk. Hyundai streeft echter
naar een voortdurende verbetering van zijn producten en behoudt zich het recht voor op elk moment, zonder
voorafgaande kennisgeving, wijzigingen in de specificatie en uitrusting aan te brengen.
Deze handleiding geeft een beschrijving van alle Hyundai modellen inclusief alle extra’s en uitrusting.
Het kan derhalve voorkomen dat sommige van de behandelde onderwerpen niet van toepassing zijn op uw wagen.
SA020A1-FX
RICHTLIJNEN MET BETREKKING TOT HET ONDERHOUD
De onderhoudsvoorschriften voor uw nieuwe Hyundai vindt u in hoofdstuk 5. Als
eigenaar dient u er op toe te zien dat het onderhoud op de voorgeschreven termijnen
wordt uitgevoerd. Als de wagen onder zware bedrijfsomstandigheden wordt gebruikt,
moet het onderhoud met kortere tussenpozen worden uitgevoerd. Gegevens
hieromtrent zijn eveneens in hoofdstuk 5 beschreven.
SA030A1-FX
EEN WOORD VOORAF
Wij zijn blij dat u voor een Hyundai heeft gekozen. Welkom bij het groeiende aantal van
prijsbewuste automobilisten die tot de aanschaf van een Hyundai hebben besloten. Elke Hyundai
is gebouwd met behulp van vooruitstrevende technieken en hoogwaardige materialen.
Deze handleiding dient ervoor om u volledig vertrouwd te maken met de bediening en het
onderhoud van uw wagen. Wij verzoeken u deze handleiding goed te lezen. De gegeven informatie
zal er toe bijdragen dat u over uw nieuwe wagen ten volle tevreden zult zijn.
Uw auto moet door de HYUNDAI dealer onderhouden worden. Onze dealers beschikken over de
vakkennis voor een hoogwaardige service, onderhoud en eventueel noodzakelijke reparaties.
SA030B2-FX
HYUNDAI MOTOR COMPANY
N.B.: Eventuele toekomstige eigenaars moeten ook kunnen beschikken over de informatie in deze
handleiding. Wij verzoeken u dan ook om bij eventuele verkoop van uw wagen deze handleiding
aan de nieuwe eigenaar te overhandigen. Dank u.
!
Copyright 2004 Hyundai Motor Company. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag
worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar
worden gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Hyundai Motor Company.
SA040A1-FX
LET OP : WIJZIGINGEN AAN UW HYUNDAI
Het uitvoeren van wijzigingen kan het verlies van garantie tot gevolg hebben.
Het is niet toegestaan uw Hyundai op welke manier dan ook te wijzigen. Wijzigingen kunnen
een zeer nadelige invloed hebben op de veiligheid, betrouwbaarheid en de prestaties van
uw Hyundai. Het wijzigen van componenten of het monteren van extra componenten
hetgeen schade tot gevolg heeft, vallen niet onder de garantie van de wagen.
SA050A1-FX
WAARSCHUWING M.B.T. STEREO GELUIDSINSTALLATIES
Uw wagen is voorzien van elektronische componenten en in sommige gevallen van een
elektronische benzine-inspuiting. Een onvakkundig gemonteerde stereo radio kan een zeer
nadelige invloed op dergelijke elektronische systemen uitoefenen. Daarom adviseren wij u
de inbouwinstructies van de fabrikant van het radiotoestel strikt op te volgen of de montage
van een radio aan uw Hyundai dealer over te laten.
SA070A1-FX
WAARSCHUWINGEN
In deze handleiding zult u de uitdrukkingen WAARSCHUWING, LET OP en N.B.
tegenkomen. Hiermee wordt het volgende bedoeld.
!
WAARSCHUWING:
Hiermee wordt gewaarschuwd voor zaken die letsel kunnen veroorzaken als
de waarschuwing wordt genegeerd. U wordt geadviseerd wat wel en niet te
doen, om het risico op letsel voor u en anderen te voorkomen of te verminderen.
!
LET OP:
Hiermee wordt gewaarschuwd voor iets dat schade kan berokkenen aan uw
wagen of de uitrusting van uw wagen. U wordt geadviseerd wat wel en niet te
doen, om het risico op schade aan uw wagen en de uitrusting te voorkomen
of te verminderen.
N.B.:
Hierbij wordt nuttige informatie verstrekt.
A100A01A-GXT
Handleiding voor originele
Hyundai onderdelen
1. Wat zijn originele Hyundai
onderdelen?
Originele Hyundai onderdelen zijn
gelijk aan de onderdelen die door
Hyundai Motor Company bij de
fabricage van uw auto zijn gebruikt.
Ze zijn voor ontworpen en getest
voor optimale veiligheid, prestaties
en betrouwbaarheid.
2. Waarom moeten originele
onderdelen worden gebruikt?
Originele Hyundai onderdelen zijn
vervaardigd en gebouwd om te
voldoen aan de oorspronkelijke
fabriekseisen. Het gebruik van
imitatie-onderdelen, merkloze en
gebruikte onderdelen valt niet onder
de garantie voor Hyundai
automobielen of een andere
garantie. Wanneer door het
monteren van een imitatieonderdeel, een merkloos of gebruikt
onderdeel schade of een defect aan
een origineel Hyundai onderdeel
ontstaat, valt dit niet onder de
garantie van Hyundai Motor Company.
3. Op welke wijze zijn originele
Hyundai onderdelen herkenbaar?
Controleer of het Hyundai Genuine
Parts Logo op de verpakking
aanwezig is (zie hierna).
De exportspecificaties zijn alleen in
het Engels vermeld.
Originele Hyundai onderdelen zijn
alleen verkrijgbaar bij geautoriseerde Hyundai dealers.
A100A01LA100A02LA100A04L
INHOUD
HOOFSTUK
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
IN GEVAL VAN PECH
CORROSIEBESCHERMING EN ONDERHOUD VAN DE CARROSSERIE
Een flacon luchtverfrisser mag in de auto niet dichtbij het instrumentenpaneel of op het
dashboard worden geplaatst. Door eventuele lekkage van de luchtverfrisser op deze delen
(instrumentenpaneel, dashboard of aanjager) kunnen ze worden beschadigd. Als de vloeistof
van de luchtverfrisser op deze delen komt moeten ze direct met water worden gereinigd.
Voor uw Hyundai moet loodvrije benzine met een octaangetal van RON
91 of hoger worden getankt. Het
tanken van loodhoudende benzine
heeft een onherstelbare beschadiging
van de katalysator en een onvoldoende werking van het emissieregelsysteem tot gevolg.
Bovendien kan dit hoge onderhoudskosten met zich meebrengen.
Om vergissingen bij het tanken te
voorkomen past het vulpistool voor
loodhoudende benzine niet in de
vulopening van uw Hyundai.
B010A04A
Dieselbrandstof
In Hyundai automobielen met
dieselmotor moet dieselbrandstof met
een cetaangetal van 52 tot 54 worden
gebruikt.
Wanneer de dieselbrandstof in zomeren winterkwaliteit verkrijgbaar is, moet
afhankelijk van de onderstaande
temperaturen de aangegeven kwaliteit
worden gebruikt:
o Boven -5°C (23°F) .........
Zomerkwaliteit dieselbrandstof
o Onder -5°C (23°F) .........
Winterkwaliteit dieselbrandstof
Zorg ervoor dat de brandstoftank niet
leeg raakt. Als de motor door
brandstoftekort afslaat, moeten de
brandstofcircuits volledig worden
ontlucht voordat de motor weer kan
worden gestart.
!
WAARSCHUWING:
o Voorkom dat benzine of water
in de tank komt. Als dit toch het
geval is moet de tank worden
afgetapt en de leidingen worden
doorgespoeld om te voorkomen
dat de brandstofpomp vastloopt
en daardoor de motor
beschadigd raakt.
o Om in de winter uitvlokken van
de brandstof te voorkomen, kan
bij temperaturen beneden -10 °C
petroleum aan de
dieselbrandstof worden
toegevoegd. Voeg nooit meer
dan 20% petroleum toe.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
B010B01A-AXT
Gasohol
Gasohol (een mengsel van 90%
loodvrije benzine en 10% ethanol)
kan worden gebruikt in uw Hyundai.
Als echter problemen optreden in de
werking van de motor, wordt het
gebruik van uitsluitend benzine
aangeraden. Brandstoffen met een
onbekende hoeveelheid alcohol of een
andere alcohol dan ethanol mogen
niet worden gebruikt.
B010D01S-AXT
Gebruik geen methanol
Benzine die methanol bevat mag niet
worden gebruikt voor uw Hyundai.
Deze benzine kan een vermindering
van de motorprestaties tot gevolg
hebben en onderdelen van het
brandstofsysteem beschadigen.
!
LET OP:
Het gebruik van methanol of
brandstoffen die methanol
bevatten kan tot schade aan het
brandstofsysteem en een vermindering van de motorprestaties
leiden; dit valt niet altijd onder de
garantie.
B010F01A-AXT
Rijden in het buitenland
Overtuig u voor het maken van
buitenlandse reizen van het volgende:
o Wordt voldaan aan de wettelijke
bepalingen.
o Is de geschikte brandstof verkrijg-
baar.
B010E01A-AXT
BENZINE VOOR EEN LAGERE
BELASTING VAN HET MILIEU
Hyundai raadt het gebruik aan van
benzine met detergerende toevoegingen, waardoor aanslag in de motor wordt voorkomen. Door gebruik
van deze benzine wordt het milieu
minder belast. Deze benzine houdt
de motor schoner, waardoor de
werking van het uitlaatgasregelsysteem wordt verbeterd.
INRIJDEN VAN UW NIEUWE
HYUNDAI
SB020A1-FX
Gedurende de eerste 2000 km
(Benzinemotor)
Voor uw Hyundai geldt geen speciale
inrijperiode. Voor een lange levensduur en optimale prestaties van uw
Hyundai is het echter aan te bevelen
gedurende de eerste 2000 km
onderstaande aanbevelingen op te
volgen:
o Rijd niet sneller dan 90 km/h.
o Houd het motortoerental tijdens het
rijden tussen 2000 en 4000/min.
o Accelereer niet te fors. Druk het
gaspedaal bij het starten niet in.
o Vermijd gedurende de eerste 300
km krachtig afremmen.
o Schakel tijdig terug, teneinde te
voorkomen dat de motor overmatig
wordt belast.
o Varieer uw snelheid.
o Laat de motor van een wagen met
katalysator niet langer dan 3
minuten stationair draaien.
o Rijd gedurende de eerste 2000 km
niet met een caravan of aanhanger.
3
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
4
B020B01FC-GXT
INRIJDEN VAN UW NIEUWE
HYUNDAI
Gedurende de eerste 1000 km
(Dieselmotor)
Voor uw Hyundai geldt geen speciale
inrijperiode. Voor een lange levensduur en optimale prestaties van uw
Hyundai is het echter aan te bevelen
gedurende de eerste 1000 km
onderstaande aanbevelingen op te
volgen:
o Houd tijdens het rijden het
motortoerental (omwentelingen per
minuut) ongeveer op 3000/min.
o Rijd niet harder dan driekwart van
de maximumsnelheid.
o Accelereer niet te fors. Druk het
gaspedaal bij het starten niet in.
o Vermijd gedurende de eerste 300
km krachtig afremmen.
o Schakel tijdig terug, teneinde te
voorkomen dat de motor overmatig
wordt belast.
o Varieer uw snelheid.
o Laat de motor van een wagen met
katalysator niet langer dan 3
minuten stationair draaien.
o Rijd gedurende de eerste 1000 km
niet met een caravan of aanhanger.
STARTBLOKKERING
B880A01A-GXT
De startblokkering is een antidiefstalvoorziening en is ontworpen
om diefstal van de wagen tegen te
gaan en te vertragen.
B880B03A-GXT
Sleutels
Alle sloten van de auto kunnen met
dezelfde sleutel worden bediend.
Omdat de portieren zonder sleutel
kunnen worden vergrendeld, moet
worden voorkomen dat de sleutel in
de auto wordt gelaten als de portieren
worden vergrendeld.
N.B.:
Met een zelf vervaardigde
duplicaatsleutel kan het systeem
niet worden uitgeschakeld of de
motor worden gestart.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
5
B880C02A-GXT
Sleutelnummers
B880C01L
Het nummer van de autosleutels staat
vermeld op een metalen strip die bij
de aflevering van de auto aan de
sleutels is bevestigd.
Het sleutelnummer moet worden
genoteerd en op een veilige plaats
worden bewaard, voor het geval
nieuwe sleutels nodig zijn. Nieuwe
sleutels kunnen bij elke Hyundai
dealer worden besteld; hierbij moet
het betreffende sleutelnummer
worden vermeld.
Voor de veiligheid moet de metalen
strip met het sleutelnummer van de
sleutelring worden verwijderd, nadat
de nieuwe auto aan u is afgeleverd.
Bovendien kan de Hyundai dealer om
veiligheidsredenen geen sleutelnummers verstrekken.
Indien u extra sleutels nodig heeft of
als sleutels zijn verloren, kan uw
Hyundai dealer nieuwe sleutels
maken.
B880D02A-GXT
Noodstartprocedure
B880D03A
Als bij het aanzetten van het contact
de controlelamp van de startblokkering gedurende vijf seconden
knippert, is er een storing in de
startblokkering. Om de motor te
starten moet een noodprocedure
m.b.v. de contactsleutel worden
uitgevoerd.
Hierna volgt de beschrijving van de
procedure om de motor in
noodgevallen te starten. (0, 1, 2, 3
als voorbeeldcode).
N.B.:
De identificatiecode voor het
noodprogramma is gelijk aan de
code die is ingevoerd bij aflevering
van de auto. Neem contact op met
uw Hyundai dealer als u niet over
de identificatiecode beschikt.
1. Om de code in te voeren moet het
contact worden aangezet ("ON")
en vervolgens weer uitgezet
("OFF"); het aantal keren is
afhankelijk van het codecijfer. De
controlelamp van de startblokkering
knippert mee met de bediening
van het contactslot. Bijvoorbeeld:
bedien het contact eenmaal voor
het cijfer "1" en tweemaal voor "2",
enz. Voor het cijfer "0" moet het
contactslot echter 10 keer worden
bediend.
2. Wacht na elk cijfer 3~10 seconden.
3. Herhaal dezelfde procedure voor
de overige cijfers van de code, "1",
"2", "3".
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
6
4. Wanneer de vier codecijfers correct zijn ingevoerd, zet dan het
contact aan "ON" en controleer of
de controlelamp van de
startblokkering brandt. Vanaf dit
moment moet de motor binnen 30
seconden worden gestart. Na 30
seconden kan de motor niet meer
worden gestart.
N.B.:
Wanneer de motor afslaat nadat
hij m.b.v. de noodprocedure is
gestart, kan de motor binnen 8
seconden zonder noodprocedure
worden gestart.
5. Als de controlelamp van de
startblokkering gedurende vijf
seconden knippert, moet de
noodprocedure vanaf het begin
worden herhaald.
Nadat van de noodprocedure gebruik
is gemaakt, moet zo snel mogelijk
uw Hyundai dealer worden geraadpleegd.
!
LET OP:
o Als driemaal achter elkaar een
poging tot het uitvoeren van de
noodprocedure is mislukt, moet
één uur worden gewacht voordat opnieuw de noodprocedure
kan worden uitgevoerd.
o Als ondanks de noodprocedure
de motor niet kan worden
gestart, moet de auto door een
Hyundai dealer worden weggesleept.
PORTIERSLOTEN
B040A02Y-AXT
!
WAARSCHUWING:
o Niet goed gesloten portieren
kunnen gevaarlijk zijn.
Controleer alvorens weg te
rijden, vooral als zich kinderen
in de wagen bevinden, of alle
portieren goed zijn gesloten.
Hierdoor wordt voorkomen dat
de portieren tijdens het rijden
abusievelijk worden geopend.
Bovendien wordt op deze
manier, in combinatie met het
juiste gebruik van de veiligheidsgordels, voorkomen dat
inzittenden in geval van een
ongeluk naar buiten worden
geslingerd.
o Let er alvorens een portier te
openen op dat geen verkeer van
achteren komt.
o Bij een ongeval wordt het portier
automatisch ontgrendeld.
(Indien gemonteerd)
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
7
B040B01A-AXT
Portieren met behulp van sleutel
afsluiten en openen.
Ontgrendelen
Vergrendelen
HLC2003
o Het portier wordt vergrendeld en
ontgrendeld met behulp van een
sleutel.
o Vergrendelen geschiedt door de
sleutel naar de voorzijde van de
wagen te draaien en ontgrendelen
door hem naar de achterzijde van
de wagen te draaien.
B040C03A-GXT
Portieren van buitenaf afsluiten.
HLC2008
De portieren kunnen zonder sleutel
worden vergrendeld.
Druk hiertoe eerst de vergrendelingsknop in de "LOCK"-stand, zodat
de rode markering op de knop niet
meer zichtbaar is, en sluit vervolgens
het portier.
Het portier kan niet worden
vergrendeld als bij gesloten voorportieren de sleutel zich nog in het
contactslot bevindt. Dit is normaal.
(Indien gemonteerd)
N.B.:
o Het portier kan niet worden
vergrendeld als bij gesloten
voorportieren de sleutel zich nog
in het contactslot bevindt.
o Let er hierbij op dat de sleutel
niet in de wagen achterblijft.
o Om diefstal te voorkomen altijd
de contactsleutel verwijderen, de
ruiten sluiten en de portieren en
kofferdeksel (4-deurs)/achterklep
(3-/5-deurs) vergrendelen als de
auto wordt verlaten.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
8
B040D01FC-GXT
Portieren van binnenuit afsluiten
Ontgrendelen
Vergrendelen
HLC2004
Voor het afsluiten van de wagen van
binnenuit is het voldoende het portier
te sluiten en de vergrendelingsknop
in de "LOCK"-stand te drukken. Hierna
is het niet meer mogelijk het portier
met de binnen- of buitenhandgreep
te openen.
N.B.:
Wanneer het portier is ontgrendeld, zijn het rode merkteken
en het woord "LOCK" op de
schakelaar zichtbaar.
B040E03A-AXT
KINDERSLOTEN ALLEEN
ACHTERPORTIEREN
(Indien gemonteerd)
HLC2005
Uw wagen is voorzien van
kindersloten op de achterportieren.
Bij ingeschakeld kinderslot kan het
portier niet van binnenuit worden
geopend.
Het kinderslot wordt in werking gesteld
door de hefboom in de stand " " te
plaatsen en het portier te sluiten.
Beweeg het handel in de
tegengestelde richting van de " "
stand om terug te keren naar de
normale deurbediening.
Het portier kan van buitenaf met
behulp van de handgreep worden
geopend.
B040G02A-GXT
CENTRAAL
VERGRENDELINGSSYSTEEM
B040G01A
De portieren worden centraal
vergrendeld door de vergrendelingsknop van het bestuurdersportier
naar voren of naar achteren te
drukken. Als het portier aan
passagierszijde of de achterportieren
zijn geopend terwijl de knop wordt
ingedrukt, worden deze vergrendeld
als ze worden gesloten.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
N.B.:
o Wanneer de schakelaar naar
achteren wordt gedrukt, worden
alle portieren en de achterklep
ontgrendeld.
Wanneer de schakelaar naar
voren wordt gedrukt, worden
alle portieren en de achterklep
vergrendeld.
o Als het portier is ontgrendeld,
is de rode markering op de
schakelaar zichtbaar en is
"LOCK" op de schakelaar niet
meer zichtbaar.
o De centrale portiervergrendeling
wordt bediend door de sleutel
naar de voor- of achterzijde van
de auto te draaien (met
diefstalbeveiliging: bestuurders
en passagiersportier, zonder
diefstalbeveiliging: alleen
bestuurdersportier).
DIEFSTALBEVEIL
IGINGSINSTALLATIE
B070A01A-GXT
(Indien gemonteerd)
Met deze installatie wordt het
binnendringen van onbevoegden in
uw wagen bemoeilijkt. De installatie
werkt in drie fasen: de eerste is de
activeerfase, de tweede de alarmfase
en de derde de uitschakelfase. Als
het alarm afgaat, wordt een sirene in
werking gesteld.
9
B070B02A-GXT
Activeerfase
HLC2002
Parkeer de wagen en zet de motor af.
Activeer de installatie zoals hier onder
beschreven.
1) Verwijder de contactsleutel uit het
contactslot.
2) Zorg ervoor dat de kofferdeksel (4deurs)/de achterklep (3-/5-deurs)
gesloten is.
3) Vergrendel de portieren met behulp
van de afstandsbediening van de
centrale vergrendeling.
Nadat de bovenstaande handelingen
correct zijn uitgevoerd knipperen de
richtingaanwijzers eenmaal om aan
te geven dat het systeem is
ingeschakeld.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
10
N.B.:
1) Als een portier of de kofferdeksel
(4-deurs)/ de achterklep (3-/5deurs) of de motorkap niet
gesloten zijn, wordt het systeem
niet ingeschakeld.
In dit geval moet de installatie
opnieuw worden geactiveerd,
zoals hierboven wordt beschreven.
2) Wanneer het systeem is
ingeschakeld kan alleen het
kofferdeksel (4-deurs) worden
ontgrendeld met de sleutel
zonder het systeem uit te
schakelen.
!
LET OP:
Activeer de installatie niet als zich
nog iemand in de wagen bevindt.
Als dit wel geschiedt, zal het alarm
afgaan als de betreffende persoon
de wagen verlaat.
B070C04A-GXT
Alarmfase
Het alarm gaat af indien zich bij
geparkeerde wagen en geactiveerde
installatie één van de volgende
omstandigheden voordoet:
1) Een portier of de achterklep (3-/5deurs) wordt geopend zonder
gebruik te maken van de
afstandsbediening.
2) De kofferdeksel (4-deurs) wordt
geopend zonder gebruik van de
sleutel.
3) De motorkap wordt geopend.
De alarmsirene wordt ingeschakeld
en de richtingaanwijzers knipperen
gedurende 27 seconden. Om het
systeem uit te schakelen, moet een
portier of de achterklep met de
afstandsbediening worden ontgrendeld.
!
LET OP:
Probeer niet de motor te starten
terwijl het systeem is geactiveerd.
B070D02A-GXT
Uitschakelfase
HTB202
De installatie wordt gedeactiveerd als
het bestuurders- of passagiersportier
wordt ontgrendeld door de toets op
de afstandsbediening in te drukken.
Na het uitvoeren van de bovengenoemde handelingen knipperen de
richtingaanwijzers tweemaal om aan
te geven dat het systeem is
uitgeschakeld.
Als een van de portieren, de
kofferdeksel (4-deurs), de achterklep
(3-/5-deurs) of de motorkap niet binnen
30 seconden wordt geopend, wordt
het systeem weer ingeschakeld.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
11
N.B.:
Als de installatie wordt
gedeactiveerd terwijl de
interieurverlichting in de stand
"DR" of "·" staat, gaat de
interieurverlichting 30 seconden
branden.
!
LET OP:
De alarminstallatie kan alleen met
de afstandsbediening worden
uitgeschakeld. Kan de installatie
niet met de afstandsbediening
worden uitgeschakeld, ga dan als
volgt te werk:
1. Ontgrendel het portier met de
sleutel; hierdoor wordt het alarm
geactiveerd.
2. Steek de sleutel in het contactslot en draai de sleutel in de
stand 'ON'.
3. Wacht 30 seconden.
Nadat de bovenstaande handelingen zijn uitgevoerd, wordt de
alarminstallatie uitgeschakeld.
B070F02A-GXT
Afstandsbediening
(Keyless Entry System)
Portieren vergrendelen
1. Sluit alle portieren.
2. Druk de toets op de afstandsbediening in.
3. Nadat de portieren zijn vergrendeld,
knipperen de richtingaanwijzers
eenmaal, om aan te geven dat het
systeem is ingeschakeld.
Portieren ontgrendelen
1. Druk de toets op de
afstandsbediening nogmaals in
nadat alle portieren zijn
vergrendeld.
2. Nadat de portieren zijn ontgrendeld,
knipperen de richtingaanwijzers
tweemaal, om aan te geven dat
het systeem is uitgeschakeld.
B070E01TB-GXT
Batterij vervangen
Als de batterij van de
afstandsbediening zwak begint te
worden, kan het nodig zijn om de
toets verschillende malen in te
drukken om de portieren te vergrendelen en te ontgrendelen - ook de
LED brandt niet. Vervang de batterij
zo snel mogelijk.
Batterijtype: CR1220
Vervangingsinstructies:
HTB053
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
12
1. Verwijder de schroef met een (+)
schroevendraaier.
2. Haal de behuizing uit elkaar met
een (-) schroevendraaier, zoals
aangegeven in de afbeelding.
HTB054
3. Verwijder de vier schroeven aan
de achterzijde van het ingebouwde
circuit.
Accu
HTB055
4. Let op de plaats van de
batterijpolen en verwijder de oude
batterij uit de behuizing. Verzeker
u ervan dat de nieuwe batterij
dezelfde polariteit heeft (+ naar
boven) en plaats deze vervolgens
in de zender.
B060A01E-AXT
ELEKTRISCH BEDIENDE
PORTIERRUITEN
4-/5-deurs
3-deurs
(1)
(1)
De elektrische ruitbediening werkt met
het contactslot in de stand "ON". De
bedieningsschakelaars bevinden zich
in de armleuning aan bestuurderszijde
en bedienen de ruiten voor en achter
aan beide zijden van de auto. De
ruiten kunnen worden geopend door
de betreffende schakelaar naar
beneden te drukken en worden
gesloten door de schakelaar omhoog
te verplaatsen. Druk voor het openen
van de ruit aan bestuurderszijde de
schakelaar (1) naar beneden. De ruit
beweegt zolang de schakelaar wordt
bediend.
HLC2009
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
13
HLC2014
Om de werking van de ruitbediening
te blokkeren, is een blokkeerschakelaar aangebracht in de armleuning
van het bestuurdersportier. Druk de
blokkeerschakelaar in om de
ruitbediening uit te schakelen.
Druk de blokkeerschakelaar opnieuw
in om de werking van de ruitbediening
weer mogelijk te maken.
Ruit met tiptoetsbediening
(bestuurderszijde)
(Indien gemonteerd)
De ruit met tiptoetsbediening wordt
volledig geopend door de schakelaar
in te drukken; de beweging wordt
onderbroken als de schakelaar
opnieuw wordt ingedrukt.
!
WAARSCHUWING:
1) Let er bij het sluiten van een
ruit op dat hoofd of handen niet
bekneld raken.
2) Probeer nooit de hoofdschakelaar en de subschakelaar
tegelijkertijd in
tegenovergestelde richting te
bedienen, omdat de ruit dan
stopt en het niet meer mogelijk
is deze te openen of te sluiten.
3) Laat kinderen nooit alleen in de
wagen achter. Verwijder voor
hun veiligheid altijd de contactsleutel.
B080A01FC-GXT
STOELINSTELLING
!
WAARSCHUWING:
De stoel niet verstellen tijdens het
rijden. Hierdoor kunt u de macht
over het stuur verliezen.
B080B02FC-GXT
VOORSTOELEN
Stoel voorwaarts en
achterwaarts verstellen
HLC2026
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
14
Om de stoel naar voren of naar
achteren te verstellen, dient men de
stoelvergrendelingshendel naar boven
te trekken. Nu kan de stoel in de
gewenste positie versteld worden.
Wanneer de gewenste positie
gevonden is, laat dan de hendel los
en schuif de stoel voorwaarts of
achterwaarts totdat hij vast in de
vergrendeling zit en niet verder
geschoven kan worden.
!
WAARSCHUWING:
Om er zeker van te zijn dat de stoel
correct is vergrendeld, dient de
stoel voor- of achterwaarts
verschoven te worden zonder de
vergrendelingshendel te bedienen.
B080C01A-AXT
Rugleuning verstellen
HLC2027
Trek de ontgrendelingsknop omhoog
en zet de rugleuning in de gewenste
stand. De rugleuning wordt
vergrendeld door de knop los te laten.
!
WAARSCHUWING:
Om het risico van persoonlijk letsel
bij een ongeval of plotseling
afremmen tot een minimum te
beperken, moeten de rugleuningen
van de stoelen van zowel de
bestuurder als de passagier altijd
in een zo recht mogelijke stand
staan wanneer met de auto wordt
gereden. De bescherming die de
veiligheidsgordels bieden wordt
aanzienlijk beperkt als de
rugleuning schuin achterover
staat; het risico dat de bestuurder
of passagier in dat geval onder de
gordel doorschuift is groter,
waardoor ernstig letsel kan
ontstaan.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
15
B080D02A-AXT
Verstelbare hoofdsteunen
Vergrendelingsknop
B080D01A-1
Hoofdsteunen zijn ontworpen om de
kans op nekletsel te verminderen.
Trek de hoofdsteun naar boven om
hem hoger te stellen. Druk de knop in
en de hoofdsteun naar beneden om
hem lager te stellen.
Om de hoofdsteun te verwijderen:
trek de hoofdsteun zo ver mogelijk
omhoog, druk de vergrendelingsknop
in en trek tegelijkertijd de hoofdsteun
los.
!
WAARSCHUWING:
o Voor een optimale beveiliging
bij een aanrijding moet de
hoofdsteun zich op de juiste
hoogte bevinden (bovenzijde
steun ter hoogte bovenzijde
oren). Daarom is het niet aan te
bevelen, een kussen te gebruiken waardoor het lichaam van
de rugleuning verwijderd wordt
gehouden.
B080D01JM
o Omwille van de veiligheid is het
niet aan te bevelen met
verwijderde hoofdsteunen te
rijden.
Om de lendensteun in te stellen de
hendel aan de buitenzijde van de
stoel draaien. Om de steun te
vergroten: trek de hendel naar voren.
Om de steun te verminderen: druk de
hendel naar achteren.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
16
B080F01S-AXT
Hoogte van voorstoel verstellen
(alleen bestuurdersstoel)
(Indien gemonteerd)
HLC2028
Voor het verstellen van de zittinghoogte moet de draaiknop in de
gewenste richting worden gedraaid.
B100A01A-GXT
STOELVERWARMING
(Indien gemonteerd)
B100A01A
Druk de betreffende schakelaar in de
achterconsole in voor het verwarmen
van de bestuurders- of
passagiersstoel. De contactsleutel
moet in de stand "ON" staan.
Als het niet nodig is de
stoelverwarming te gebruiken moeten
de schakelaars in de stand "OFF"
staan.
B130A02A-GXT
INSTAP ACHTERIN
(Voor 3-deursmodellen)
(1)
(2)
HTB258
De rugleuning van de bestuurders- of
passagiersstoel moet naar voren
worden geklapt om de achterbank te
bereiken.
Door de hefboom van de rugleuning
(1) aan de buitenzijde van de
rugleuning van de bestuurders- of
passagiersstoel omhoog te trekken,
kantelt de rugleuning naar voren en
schuift de stoel automatisch naar
voren.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
17
Passagiers op de achterbank kunnen
de rugleuning van de passagiersstoel
naar voren laten kantelen door de
voethefboom (2) in te drukken zoals
getoond in de afbeelding (alleen voor
de passagiersstoel).
!
WAARSCHUWING:
Passagiers op de achterbank
moeten erop letten zijn dat niet
per ongeluk de voethefboom (2)
wordt ingedrukt als de auto rijdt,
omdat hierdoor de rugleuning naar
voren kantelt en de passagier op
de voorstoel letsel kan oplopen.
B090A01A-GXT
ACHTERBANK
Verstelbare hoofdsteunen
Vergrendelingsknop
B090A01A-1
Hoofdsteunen zijn ontworpen om de
kans op nekletsel te verminderen.
Trek de hoofdsteun naar boven om
hem hoger te stellen. Druk de knop in
en de hoofdsteun naar beneden om
hem lager te stellen.
!
WAARSCHUWING:
o Voor een optimale beveiliging
bij een aanrijding moet de
hoofdsteun zich op de juiste
hoogte bevinden (bovenzijde
steun ter hoogte bovenzijde
oren). Daarom is het niet aan te
bevelen, een kussen te gebruiken waardoor het lichaam van
de rugleuning verwijderd wordt
gehouden.
o Omwille van de veiligheid is het
aan te bevelen met verwijderde
hoofdsteunen te rijden.
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
18
B110A03A-AXT
NEERKLAPBARE
ACHTERBANK
B110A01A
!
WAARSCHUWING:
De neerklapbare achterbank dient
om het transporteren van
volumineuze goederen mogelijk te
maken. Het is niet toegestaan dat
passagiers plaatsnemen op een
neergeklapte achterbank. In geval
van een aanrijding of krachtig
afremmen kan dit verwondingen
tot gevolg hebben. De goederen
die worden meegenomen mogen
niet hoger zijn dan de hoogte van
de rugleuning van de voorstoelen.
In geval van krachtig afremmen is
het dan niet mogelijk dat de
bagage naar voren schuift.
B110A02A
Het is ook mogelijk de achterbank in
gedeelten neer te klappen.
o Trek de vergrendelknop naar boven
en druk de rugleuning naar voren.
o Bij het terugzetten van de
rugleuning moet er op worden gelet
dat deze weer goed wordt
vergrendeld.
!
WAARSCHUWING:
Let er bij het terugklappen van de
achterste rugleuning op, dat de
veiligheidsgordels en -sloten niet
worden beschadigd en dat ze niet
in de zitting blijven haken of
steken.
Loading...
+ 197 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.