De enige garanties voor HP producten en diensten staan vermeld in de expliciete garantiebepalingen bij
de betreffende producten en diensten. Aan de informatie in dit document kunnen geen rechten worden
ontleend. HP aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische fouten, drukfouten of weglatingen in
deze publicatie.
Microsoft, Windows en Windows NT zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation
in de Verenigde Staten.
Linux is een gedeponeerd handelsmerk van Linus Torvalds in de Verenigde Staten.
November 2005 (eerste editie)
Artikelnummer 394179-331
Doelgroep
Dit document is bedoeld voor de persoon die verantwoordelijk is voor de installatie, het beheer
en het oplossen van problemen met servers en opslagsystemen. In deze handleiding wordt ervan
uitgegaan dat u gekwalificeerd bent om computerapparatuur te onderhouden en te repareren en
dat u bekend bent met de gevaren van apparatuur die hoge spanningsniveaus kan produceren.
3
Inhoud
Onderdelen van de server 7
Onderdelen van het voorpaneel............................................................................................................8
Lampjes en knoppen op het voorpaneel...............................................................................................9
Onderdelen op het achterpaneel.........................................................................................................11
Lampjes en knoppen op het achterpaneel ..........................................................................................12
Onderdelen van de systeemkaart........................................................................................................13
Schakelaar voor systeemonderhoud........................................................................................14
SATA- en SAS-apparaatnummers................................................................................................19
Locatie van ventilatormodule .......................................................................................................19
8 HP ProLiant DL320 Generation 4 server - Gebruikershandleiding
Onderdelen van het voorpaneel
Num
Beschrijving
mer
1 Lipje van het serienummerlabel
2 Vaste-schijfpositie 1
3 Vaste-schijfpositie 2
4 Diskettedrivehouder
5 Positie voor optische-schijfeenheid
6 USB-poort aan de voorkant
7 Aan/standby-knop en aan/uit-lampje
Onderdelen van de server 9
Lampjes en knoppen op het voorpaneel
Nummer Beschrijving Betekenis
1 UID-knop/-lampje Blauw = Identificatie is ingeschakeld.
Blauw knipperend = Systeem wordt op afstand beheerd.
Uit = Identificatie is uitgeschakeld.
2 Lampje voor interne
systeemconditie
3 Verbindings-
/activiteitslampje
netwerkadapter 1
Groen = Systeemconditie is normaal.
Oranje = Systeem functioneert minder goed. Bepaal aan de
hand van de lampjes op de systeemkaart (zie pagina 15) welk
onderdeel minder goed functioneert.
Rood = Kritieke systeemfout. Bepaal aan de hand van de
lampjes op de systeemkaart (zie pagina
kritieke conditie verkeert.
Uit = Systeemconditie is normaal (wanneer de standbystand is
geactiveerd).
Groen = Er bestaat een netwerkverbinding.
Groen knipperend = Er is een netwerkverbinding en
netwerkactiviteit.
Uit = Niet verbonden met netwerk.
Als de stroom is uitgeschakeld, controleert u de status met
behulp van lampjes bij de RJ-45-connector op het achterpaneel
("
Lampjes en knoppen op het achterpaneel" op pagina 12).
15) welk onderdeel in
10 HP ProLiant DL320 Generation 4 server - Gebruikershandleiding
Nummer Beschrijving Betekenis
4 Verbindings-
/activiteitslampje
netwerkadapter 2
Groen = Er bestaat een netwerkverbinding.
Groen knipperend = Er is een netwerkverbinding en
netwerkactiviteit.
Uit = Niet verbonden met netwerk.
Als de voeding is uitgeschakeld, is het lampje op het voorpaneel
niet actief. Controleer de status met behulp van lampjes bij de
RJ-45-connector op het achterpaneel ("
het achterpaneel
" op pagina 12).
5 Schijfactiviteitslampje Groen = Schijfactiviteit is normaal.
Oranje = Er is een schijffout opgetreden.
Uit = Geen schijfactiviteit.
6 Aan/standby-knop en
aan/uit-lampje
Groen = Systeem staat aan.
Oranje = Systeem is afgesloten, maar voeding is nog
ingeschakeld.
Uit = Het netsnoer is niet aangesloten, er is een storing in de
voedingseenheid opgetreden, er zijn geen voedingseenheden
geïnstalleerd, er is geen voeding beschikbaar of de DC/DCconverter is niet geïnstalleerd.
11 Connector van ventilator 3 22 133-MHz PCI-X-connector of
17 DIMM-slot 4 (bank B)
18 DIMM-slot 3 (bank B)
optionele PCI Express x8-connector
14 HP ProLiant DL320 Generation 4 server - Gebruikershandleiding
Schakelaar voor systeemonderhoud
Positie Standaar
dstand
S1 Uit Uit = iLO 2-beveiliging is ingeschakeld
S2 Uit Uit = Normale werking
S3 Uit Gereserveerd
S4 Uit Uit = Normale werking
S5 Uit Uit = Opstartwachtwoord is ingeschakeld
S6 Uit Uit = Normale werking
Functie
Aan = iLO 2-beveiliging is uitgeschakeld
Aan = Er worden geen configuratiewijzigingen
aangebracht door RBSU *
Aan = RBSU-instelling negeren en opstarten vanaf
diskette inschakelen *
Aan = Opstartwachtwoord is uitgeschakeld *
Aan = Het CMOS en het NVRAM worden gewist door
het BIOS *
S7 Uit Gereserveerd
S8 Uit Gereserveerd
* "Aan" schakelt de functie in.
Onderdelen van de server 15
NMI-schakelaar
Met de NMI-schakelaar kunnen beheerders een geheugendump uitvoeren voordat
een harde reset wordt uitgevoerd. Crash dump-analyse is een essentieel onderdeel
van het verhelpen van betrouwbaarheidsproblemen, zoals het vastlopen van
besturingssystemen, stuurprogramma's en applicaties. Veel crashes bevriezen een
systeem, waardoor een harde reset nodig is. Bij een harde reset wordt alle
informatie gewist die kan helpen bij het analyseren van de achterliggende
oorzaak.
Systemen die werken met Microsoft® Windows®-besturingssystemen geven een
blauw scherm weer wanneer het besturingssysteem vastloopt. Wanneer dit
gebeurt, adviseert Microsoft® dat systeembeheerders een NMI-gebeurtenis
forceren door een dump-schakelaar om te zetten. Hierdoor kan een systeem dat is
blijven hangen, weer gaan reageren.
Lampjes op de systeemkaart
Nummer Beschrijving Betekenis
1 Voedingssignaal Oranje = Voedingssignaalkabel is niet aangesloten.
Uit = Voedingssignaalkabel is aangesloten.
16 HP ProLiant DL320 Generation 4 server - Gebruikershandleiding
Nummer Beschrijving Betekenis
2 Systeemventilat
ormodule
Oranje = Eén ventilator in deze module werkt niet.
Rood = Meerdere ventilatoren in deze module
werken niet.
Uit = Alle ventilatoren in deze module werken
normaal.
3 Oververhitting Oranje = Temperatuur heeft waarschuwingsniveau of
kritiek niveau bereikt.
Uit = Temperatuur is normaal.
4 Processor Oranje = Processor werkt niet.
Uit = Processor werkt normaal.
5 PVM Oranje = PVM werkt niet.
Uit = PVM werkt normaal.
6 DIMM 4 Oranje = DIMM werkt niet.
Uit = DIMM werkt normaal.
7 DIMM 3 Oranje = DIMM werkt niet.
Uit = DIMM werkt normaal.
8 DIMM 2 Oranje = DIMM werkt niet.
Uit = DIMM werkt normaal.
9 DIMM 1 Oranje = DIMM werkt niet.
Uit = DIMM werkt normaal.
10 PCI-
riserinterlock
Oranje = PCI-riserhouder is niet geïnstalleerd.
Uit = PCI-riserhouder is geïnstalleerd.
Onderdelen van de server 17
Combinaties van systeemlampjes en het lampje
voor de interne systeemconditie
Wanneer het lampje voor de interne systeemconditie op het voorpaneel oranje
of rood is, vindt er een conditiegebeurtenis plaats. Combinaties van brandende
systeemlampjes en het interne conditielampje geven de systeemstatus aan.
De conditielampjes op het voorpaneel geven alleen de huidige hardwarestatus
aan. In sommige situaties kan HP SIM een andere serverstatus rapporteren dan
de conditielampjes, omdat de software meer systeemkenmerken controleert.
Systeemlampje
en kleur
Processorfout
(oranje)
PVM-fout (oranje) Rood PVM werkt niet.
DIMM-fout, slot x
(oranje)
Kleur van lampje
voor interne
systeemconditie
Rood Er is mogelijk sprake van een of meer van de volgende
Oranje Er dreigt een processorstoring op te treden.
Rood • DIMM in slot x is defect.
Oranje • DIMM in slot x heeft drempel enkel-bit corrigeerbare
Betekenis
condities:
• Processor werkt niet.
• Failover van de processor naar offline
reserveprocessor.
• Processor is niet geïnstalleerd in het voetje.
• Processor wordt niet ondersteund.
• ROM detecteert een defecte processor tijdens POST.
• DIMM in slot x is van een niet-ondersteund type en er
is geen geldig geheugen in een andere bank
aanwezig.
fouten bereikt.
• Er dreigt een storing op te treden met de DIMM in slot
x.
• DIMM in slot x is van een niet-ondersteund type,
maar in een andere bank is geldig geheugen
aanwezig.
18 HP ProLiant DL320 Generation 4 server - Gebruikershandleiding
Systeemlampje
en kleur
Kleur van lampje
voor interne
systeemconditie
DIMM-fout, alle
Rood Er is geen geldig of bruikbaar geheugen geïnstalleerd in
slots in één bank
(oranje)
Oververhitting
Oranje Het stuurprogramma Health heeft gedetecteerd dat de
(oranje)
Riserinterlock
Rood De server heeft gedetecteerd dat de temperatuur een
Rood De PCI-riserkaarthouder is niet geïnstalleerd.
(oranje)
Ventilatormodule
Oranje Een redundante ventilator werkt niet.
(oranje)
Ventilatormodule
Rood Er wordt niet voldaan aan de minimumvereisten voor
(rood)
Voedingssignaal-
Rood De voedingssignaalkabel is niet aangesloten op de
interlock (oranje)
Interne USB-connector
Betekenis
het systeem.
temperatuur het waarschuwingsniveau heeft bereikt.
kritiek niveau heeft bereikt.
ventilatoren in een of meer ventilatormodules. Een of
meer ventilatoren zijn defect of ontbreken.
systeemkaart.
Raadpleeg "Interne USB-functionaliteit
" (op pagina81) voor meer informatie.
Onderdelen van de server 19
SATA- en SAS-apparaatnummers
Nummer Beschrijving
1 Apparaat 1
2 Apparaat 2
Locatie van ventilatormodule
21
Bediening van de server
Dit gedeelte bevat:
Server inschakelen........................................................................................................................21
Server uitschakelen.......................................................................................................................21
Druk op de aan/standby-knop om de server aan te zetten.
Server uitschakelen
WAARSCHUWING: Koppel het netsnoer los om de voeding
van de server volledig uit te schakelen. Zo beperkt u het risico van
persoonlijk letsel, elektrische schokken of schade aan de
apparatuur. De aan/standby-knop op het voorpaneel schakelt de
voeding van het systeem niet volledig uit. Gedeelten van de
voedingseenheid en bepaalde interne schakelingen blijven
ingeschakeld als het netsnoer niet is losgekoppeld.
BELANGRIJK: Als u een hot-pluggable apparaat installeert, hoeft
u de server niet uit te schakelen.
1. Maak een backup van de gegevens op de server.
22 HP ProLiant DL320 Generation 4 server - Gebruikershandleiding
2. Sluit het besturingssysteem op de gebruikelijke manier af.
OPMERKING: Als het besturingssysteem de server automatisch
in de standbystand plaatst, slaat u de volgende stap over.
3. Druk op de aan/standby-knop. Zo zet u de server in de standbystand.
Wanneer de standbystand wordt geactiveerd, wordt het aan/uit-lampje
van het systeem oranje.
BELANGRIJK: Als u op de UID-knop drukt, worden de blauwe UID-
lampjes op de voor- en achterpanelen ingeschakeld. In een rackomgeving
vereenvoudigt deze voorziening het localiseren van een server tijdens het
verplaatsen tussen de voor- en achterkant van het rack.
4. Koppel de netsnoeren los.
De voeding van het systeem is nu volledig uitgeschakeld.
Voorbereiding
Sommige onderdelen zijn alleen toegankelijk en bepaalde onderhoudsprocedures
zijn alleen uitvoerbaar als u een of meer van de volgende procedures heeft
uitgevoerd:
• Schuif de server iets uit het rack als deze in een rack is geïnstalleerd (zie
"
Server uit het rack schuiven" op pagina 23).
Als u onderhoudsprocedures in een HP of Compaq rack, Telco-rack of rack
van een andere fabrikant uitvoert, kunt u de rackrails vergrendelen om de
server vast te zetten en toegang tot de interne onderdelen te krijgen.
Voor meer informatie over Telco-racks raadpleegt u de website
RackSolutions.com (
• Schakel de server uit (zie "
http://www.racksolutions.com/hp).
Server uitschakelen" op pagina 21).
Schakel de server uit als het noodzakelijk is de server uit het rack te
verwijderen of een non-hot-pluggable onderdeel uit de server te verwijderen.
• Verwijder de server uit het rack (zie "
pagina
24).
Server uit het rack verwijderen" op
Verwijder de server uit het rack als er problemen zijn met de rackomgeving,
de bekabelingsconfiguratie of de serverlocatie in het rack.
• Verwijder het toegangspaneel (zie "
Toegangspaneel verwijderen" op pagina 25).
Bediening van de server 23
Server uit het rack schuiven
OPMERKING: Als de optionele kabelarm is geïnstalleerd, kunt u
de server uit het rack schuiven zonder de server uit te schakelen of
kabels van randapparatuur en netsnoeren los te koppelen. Deze
stappen zijn alleen noodzakelijk als u de standaardkabeloplossing
gebruikt.
1. Schakel de server uit (zie "Server uitschakelen" op pagina 21).
2. Koppel alle kabels van randapparatuur en netsnoeren los van het
achterpaneel van de server.
3. Draai de schroeven los waarmee de server aan de voorkant van het rack
is bevestigd.
4. Schuif de server op de rackrails naar buiten totdat de vergrendeling
van de serverrails blokkeert.
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het rack altijd goed stabiel
staat voordat u een onderdeel uit het rack schuift. Zo beperkt u het
risico van persoonlijk letsel en schade aan de apparatuur.
WAARSCHUWING: Wees voorzichtig wanneer u de
vergrendeling van de serverrails indrukt en de server in het rack
schuift, om het risico van persoonlijk letsel te beperken. Uw
vingers kunnen tussen de schuifrails bekneld raken.
5. Nadat u de handelingen voor het installeren of het onderhoud heeft
uitgevoerd, doet u het volgende:
a. Schuif de server volledig in het rack.
b. Zet de server vast door de schroeven aan te draaien.
6. Sluit alle kabels van de randapparatuur en alle netsnoeren opnieuw aan.
24 HP ProLiant DL320 Generation 4 server - Gebruikershandleiding
Server uit het rack verwijderen
U verwijdert de server als volgt uit een HP of Compaq rack, Telco-rack of rack
van een andere fabrikant:
1. Schakel de server uit (zie "
Server uitschakelen" op pagina 21).
2. Koppel alle kabels van randapparatuur en netsnoeren los van het
achterpaneel van de server.
3. Koppel de kabelarm los, indien noodzakelijk. Voor meer informatie
raadpleegt u de documentatie die wordt meegeleverd met de kabelarm.
4. Draai de schroeven los waarmee de server aan de voorkant van het rack
is bevestigd.
5. Schuif de server iets uit het rack (zie "
op pagina
23).
Server uit het rack schuiven"
6. Til de server uit het rack. Voor meer informatie raadpleegt u de documentatie
die wordt meegeleverd met de voorziening voor rackmontage.
7. Plaats de server op een stevig, horizontaal oppervlak.
Bediening van de server 25
Toegangspaneel verwijderen
WAARSCHUWING: Laat de schijfeenheden en interne
onderdelen afkoelen voordat u deze aanraakt, om het risico van
persoonlijk letsel door hete onderdelen te beperken.
VOORZICHTIG: Gebruik de server niet gedurende langere tijd
zonder het toegangspaneel en laat het toegangspaneel niet open staan.
Een dergelijk gebruik leidt tot een verkeerde luchtcirculatie en
onvoldoende koeling zodat de server beschadigd kan raken door
oververhitting.
1. Schakel de server uit als de standaardoplossing voor kabelbeheer is
geïnstalleerd (zie "
OPMERKING: Als de optionele kabelarm is geïnstalleerd,
kunt u de server uit het rack schuiven en hot-pluggable onderdelen
installeren of onderhouden zonder de server uit te schakelen.
2. Schuif de server iets uit het rack als deze in een rack is geïnstalleerd
Server uit het rack schuiven" op pagina 23).
(zie "
3. Verwijder de schroef met een schroevendraaier.
Server uitschakelen" op pagina 21).
4. Schuif het toegangspaneel naar achteren en verwijder het van de server.
Toegangspaneel installeren
1. Plaats het toegangspaneel op de server. Zorg dat het paneel
aan de achterzijde van de server ongeveer 10 mm uitsteekt.
2. Schuif het toegangspaneel naar voren om het vast te zetten en draai
de schroef aan om het toegangspaneel aan de server vast te maken.
26 HP ProLiant DL320 Generation 4 server - Gebruikershandleiding
PCI-riserkaarthouder verwijderen
VOORZICHTIG: Schakel de server uit en koppel alle netsnoeren
los voordat u de PCI-riserkaarthouder verwijdert of installeert. Zo
voorkomt u schade aan de server of de uitbreidingskaarten.
1. Schakel de server uit (zie "Server uitschakelen" op pagina 21).
2. Verwijder de server uit het rack (zie "
op pagina
24).
3. Verwijder het toegangspaneel (zie "
op pagina
25).
Server uit het rack verwijderen"
Toegangspaneel verwijderen"
4. Koppel alle interne en externe kabels los die op eventuele aanwezige
uitbreidingskaarten zijn aangesloten.
5. Verwijder de PCI-riserkaarthouder.
Bediening van de server 27
PCI-riserkaarthouder installeren
VOORZICHTIG: Schakel de server uit en koppel alle netsnoeren
los voordat u de PCI-riserkaarthouder verwijdert of installeert. Zo
voorkomt u schade aan de server of de uitbreidingskaarten.
1. Installeer de PCI-riserkaarthouder.
2. Installeer het toegangspaneel (zie "
op pagina
25).
Toegangspaneel installeren"
3. Installeer de server in het rack (zie "Server in het rack installeren"
op pagina
38).
28 HP ProLiant DL320 Generation 4 server - Gebruikershandleiding
Ventilatormodule verwijderen
1. Schakel de server uit (zie "Server uitschakelen" op pagina 21).
2. Verwijder de server uit het rack (zie "
op pagina
24).
3. Verwijder het toegangspaneel (zie "
op pagina
25).
Server uit het rack verwijderen"
Toegangspaneel verwijderen"
4. Verwijder de luchtgeleideplaat.
5. Ontkoppel de ventilatorkabels van de systeemkaart.
Bediening van de server 29
6. Verwijder de ventilatormodule.
Ventilatormodule installeren
1. Installeer de ventilatormodule.
2. Sluit de ventilatorkabels aan op de systeemkaart.
30 HP ProLiant DL320 Generation 4 server - Gebruikershandleiding
3. Plaats de luchtgeleideplaat.
4. Installeer het toegangspaneel (zie "
op pagina
25).
Toegangspaneel installeren"
5. Installeer de server in het rack (zie "Server in het rack installeren"
op pagina
Server registreren..........................................................................................................................41
Optionele installatieservices
Met HP Care Pack services kunt u de bedrijfstijd van uw servers optimaliseren
met de hulp van ervaren, gecertificeerde technici. U kunt kiezen uit diverse
ondersteuningspakketten die zijn afgestemd op HP ProLiant systemen. HP Care
Packs bieden hardware- en softwareondersteuning in één pakket. U kunt kiezen
uit diverse serviceniveaus.
HP Care Pack services bieden speciale serviceniveaus die de standaardgarantie
voor producten uitbreiden met eenvoudig aan te schaffen en gebruiksvriendelijke
ondersteuningspakketten, waarmee u het maximale rendement uit uw
investeringen in serverhardware en -software haalt. De Care Pack services
omvatten onder andere:
• hardwareondersteuning
− reparatie binnen zes uur na uw telefonische aanvraag
− dezelfde dag binnen vier uur (24 uur per dag, 7 dagen per week)
− dezelfde werkdag binnen vier uur
Loading...
+ 106 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.