Hp OFFICEJET J3500, OFFICEJET J3600, OFFICEJET J3680 User Manual [nl]

HP Officejet J3500/J3600
Gebruikershandleiding
HP Officejet J3500/J3600 All-in-One series
Gebruikershandleiding
Copyright informatie
© 2007 Copyright Hewlett-Packard Development Company, LP.
De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Alle rechten voorbehouden. Reproductie, aanpassing of vertaling van dit materiaal is verboden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Hewlett-Packard, met uitzondering van wat is toegestaan onder de wet op de auteursrechten.
De garantie voor HP-producten en services is vastgelegd in de garantieverklaringen bij de betreffende producten. Niets in dit document mag worden opgevat als aanvullende garantiebepaling. HP kan niet aansprakelijk worden gehouden voor technische of redactionele fouten of omissies in de verklaringen.
Handelsmerken
Windows en Windows XP zijn in de V.S. geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Windows Vista is een gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Adobe® en Acrobat® zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.
Veiligheidsinformatie
Volg altijd de standaard veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van dit product. Op deze manier beperkt u het risico van verwondingen door brand of elektrische schokken.
1. Zorg dat u alle instructies in de bij het apparaat behorende documentatie heeft gelezen en begrepen.
2. Sluit dit product uitsluitend aan op een geaard stopcontact. Als u niet zeker weet of een stopcontact geaard is, kunt u advies inwinnen bij een erkende elektricien.
3. Neem alle waarschuwingen en instructies in acht die op het product zijn aangegeven.
4. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u dit apparaat gaat reinigen.
5. Plaats of gebruik dit product niet in de buurt van water of wanneer u nat bent.
6. Installeer het product op een stevig, stabiel oppervlak.
7. Zet het product op een veilige plaats waar niemand op het netsnoer kan
trappen of erover kan struikelen en het netsnoer niet wordt beschadigd.
8. Als het product niet naar behoren werkt, raadpleeg dan
problemen oplossen.
9. Dit product bevat geen onderdelen die door de gebruiker kunnen worden onderhouden. Laat onderhoudswerkzaamheden over aan erkende onderhoudsmonteurs.
Onderhoud en
Toegankelijkheid
Uw apparaat beschikt over een aantal functies die de printer toegankelijk maken voor gebruikers met bepaalde handicaps.
Visuele handicap
De software van het apparaat is geschikt voor gebruikers met een visuele handicap of verminderd zicht dankzij de toegankelijkheidsopties en ­functies van uw besturingssysteem. Bovendien zijn er ondersteunende technieken beschikbaar voor gebruikers met een visuele beperking, zoals schermlezers, braillelezers en spraakherkenningstechnologie. Speciaal voor gebruikers die kleurenblind zijn, zijn de gekleurde knoppen en tabbladen in de software en op het bedieningspaneel voorzien van korte tekst of pictogramlabels die de functie ervan aangegeven.
Mobiliteit
Om gebruikers met een beperkte mobiliteit te helpen, kunnen de softwarefuncties van het apparaat worden uitgevoerd met behulp van het toetsenbord. De software ondersteunt ook Windows-toegankelijkheidsopties, zoals plaktoetsen, schakeltoetsen, filtertoetsen en muistoetsen. De deuren, knoppen, papierlades en papiergeleiders van het apparaat kunnen door gebruikers met beperkte kracht en beperkt bereik worden bediend.
Ondersteuning
Meer informatie over de toegankelijkheid van dit product en HP's streven naar optimale producttoegankelijkheid vindt u op de website van HP op
accessibility.
Voor informatie over de toegankelijkheid op Mac OS gaat u naar de website van Apple op
www.apple.com/accessibility.
www.hp.com/

Inhoudsopgave

1 Aan de slag
Andere bronnen over het product zoeken..................................................................................9
De onderdelen van het apparaat kennen.................................................................................10
Vooraanzicht.......................................................................................................................10
Ruimte voor printerbenodigdheden....................................................................................11
Achteraanzicht....................................................................................................................11
Knoppen en statuslampjes bedieningspaneel....................................................................12
Informatie over verbindingen..............................................................................................13
2 Het apparaat gebruiken
Menu's van het bedieningspaneel gebruiken...........................................................................15
Soorten berichten op het bedieningspaneel.............................................................................15
Statusberichten...................................................................................................................16
Waarschuwingen................................................................................................................16
Foutberichten......................................................................................................................16
Kritieke foutberichten..........................................................................................................16
De instellingen van het apparaat wijzigen................................................................................16
Gebruik het HP Solution Center (Windows).............................................................................17
De HP-beeldbewerkingssoftware gebruiken............................................................................17
Tekst en symbolen...................................................................................................................19
Getallen en tekst intikken op het toetsenblok van het bedieningspaneel...........................19
Tekst invoeren..............................................................................................................19
Een spatie, pauze of symbool invoeren........................................................................19
Een letter, cijfer of symbool verwijderen.......................................................................20
Beschikbare symbolen voor het kiezen van faxnummers..................................................20
Originelen plaatsen...................................................................................................................20
Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen....................................21
Afdrukmateriaal selecteren.......................................................................................................21
Tips voor het selecteren van afdrukmateriaal.....................................................................21
Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal....................................23
Informatie over ondersteunde formaten.......................................................................23
Informatie over ondersteunde papiersoorten en gewichten.........................................23
Minimummarges instellen...................................................................................................24
Afdrukmateriaal laden...............................................................................................................24
Papier van volledig formaat laden......................................................................................25
Fotopapier van 10 x 15 cm (4 x 6 inch) plaatsen................................................................26
Indexkaarten plaatsen........................................................................................................27
Enveloppen laden...............................................................................................................28
Andere papiersoorten plaatsen..........................................................................................29
1
Afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal formaat................................................................30
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal (Windows)............................................................31
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal (Mac OS)..............................................................31
Snelkiescodes installeren.........................................................................................................32
Faxnummers instellen als snelkiescodes of -groepen........................................................32
Snelkiescodes installeren.............................................................................................32
Een groep snelkiesnummers instellen..........................................................................32
Een lijst van snelkiescodes afdrukken en bekijken.............................................................33
Een lijst van snelkiescodes bekijken............................................................................34
3 Afdrukken
Afdrukinstellingen.....................................................................................................................35
De instellingen voor de huidige opdrachten wijzigen vanuit een toepassing
(Windows)...........................................................................................................................35
De standaardinstellingen wijzigen voor alle komende opdrachten (Windows)...................36
Instellingen wijzigen (Mac OS)...........................................................................................36
Dubbelzijdig afdrukken (duplexen)...........................................................................................36
Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken..............................................................................36
Dubbelzijdig afdrukken.......................................................................................................37
Een afdruktaak annuleren........................................................................................................37
4Kopiëren
Kopiëren vanaf het bedieningspaneel......................................................................................39
De kopieerinstellingen wijzigen................................................................................................39
Het aantal kopieën instellen.....................................................................................................40
Het kopieerpapierformaat instellen...........................................................................................40
De kopieerpapiersoort instellen................................................................................................41
De snelheid of kwaliteit van het kopiëren wijzigen...................................................................41
Het formaat van een origineel aanpassen zodat het op papier van Letter- of A4-formaat
past...........................................................................................................................................42
Een document van het formaat Legal kopiëren op Letter-papier.............................................43
De kopie lichter of donkerder maken met de instelling Lichter/Donkerder...............................43
Wazige gedeelten van de kopie verbeteren.............................................................................44
Lichte gedeelten van de kopie verbeteren................................................................................44
Een kopieertaak annuleren.......................................................................................................45
5Scanner
Een origineel scannen..............................................................................................................47
Een origineel naar een programma op een computer scannen.........................................47
Scannen vanuit een TWAIN-compatibel of WIA-compatibel programma.................................48
Scannen vanaf een TWAIN-compatibel programma..........................................................48
Scannen vanaf een WIA-compatibel programma...............................................................48
Een gescand origineel bewerken.............................................................................................49
Een gescande foto of afbeelding bewerken.......................................................................49
Een gescand document bewerken met behulp van OCR-software (Optical Character
Recognition)........................................................................................................................49
Scaninstellingen wijzigen..........................................................................................................49
Een scantaak annuleren...........................................................................................................50
2
Inhoudsopgave
6Fax
Een fax verzenden....................................................................................................................51
Een gewone fax verzenden................................................................................................52
Een fax handmatig verzenden vanaf een telefoon.............................................................52
Een fax verzenden met handsfree kiezen..........................................................................54
Een fax verzenden vanuit het geheugen............................................................................55
Een later verzendtijdstip voor een fax instellen..................................................................55
Een fax verzenden naar meerdere ontvangers..................................................................56
Een fax naar meerdere ontvangers verzenden vanaf het bedieningspaneel ..............56
Een fax naar meerdere ontvangers verzenden vanaf de HP Photosmart Studio-
software (Mac OS)........................................................................................................57
Een kleurenorigineel of fotofax verzenden.........................................................................58
De faxresolutie en de instellingen voor Licht./Donkerder wijzigen...................................58
De faxresolutie wijzigen................................................................................................59
De Licht./Donkerder-instelling wijzigen.......................................................................60
Nieuwe standaardinstellingen instellen........................................................................60
Fax verzenden in foutcorrectiemodus................................................................................60
Een fax ontvangen....................................................................................................................61
Een fax handmatig ontvangen............................................................................................61
Backup-faxontvangst instellen............................................................................................62
Ontvangen faxen vanuit het geheugen opnieuw afdrukken...............................................63
Een fax opvragen voor ontvangst.......................................................................................64
Faxen doorsturen naar een ander nummer........................................................................64
Het papierformaat voor ontvangen faxen instellen.............................................................65
Automatische verkleining voor binnenkomende faxen instellen.........................................65
Ongewenste faxnummers blokkeren..................................................................................66
De modus voor ongewenste faxnummers instellen......................................................66
Nummers toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers..................................66
Nummers verwijderen van de lijst met ongewenste faxnummers................................67
Faxinstellingen wijzigen............................................................................................................68
Het faxkopschrift instellen...................................................................................................68
De antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden)....................................................69
Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen...............................................69
Antwoorden op belpatroon voor specifieke beltonen wijzigen............................................69
Foutcorrectiemodus fax instellen........................................................................................70
Het kiessysteem instellen...................................................................................................70
Opties opnieuw kiezen instellen.........................................................................................70
De faxsnelheid instellen......................................................................................................71
Faxen via the Internet...............................................................................................................71
Installatie testfax.......................................................................................................................72
Rapporten gebruiken................................................................................................................73
Bevestigingsrapporten voor faxen afdrukken.....................................................................73
Foutrapporten voor faxen afdrukken..................................................................................74
Het faxlogboek afdrukken en bekijken................................................................................74
Een fax annuleren....................................................................................................................75
7 Configureren en beheren
Het apparaat beheren...............................................................................................................77
Het apparaat controleren....................................................................................................77
Het apparaat beheren.........................................................................................................78
3
Beheertools voor het apparaat gebruiken................................................................................78
Werkset (Windows).............................................................................................................79
De Werkset openen......................................................................................................79
Tabbladen in de Werkset .............................................................................................79
HP Printerhulpprogramma (Mac OS)..................................................................................79
Het HP Printerhulpprogramma openen........................................................................80
Deelvensters van HP Printerhulpprogramma ..............................................................80
Het apparaat configureren voor faxen .....................................................................................80
Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen)....................................................................81
De juiste faxinstellingen voor thuis of op kantoor kiezen..............................................82
De faxinstallatie voor uw situatie selecteren.................................................................83
Situatie A: Aparte faxlijn (er worden geen gespreksoproepen ontvangen)..................85
Situatie B: Het apparaat installeren met DSL...............................................................85
Situatie C: Het apparaat installeren met een PBX-telefoonsysteem of een ISDN-
lijn.................................................................................................................................87
Situatie D: Fax met een specifiek belsignaal op dezelfde lijn.......................................87
Situatie E: Gedeelde telefoon-/faxlijn...........................................................................89
Situatie F: Gedeelde gespreks-/faxlijn met voicemail...................................................90
Situatie G: Gedeelde faxlijn met computermodem (er komen geen
gespreksoproepen binnen)...........................................................................................91
Situatie H: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met computermodem.........94
Situatie I: Gedeelde lijn voor gesprekken/fax met antwoordapparaat..........................98
Situatie J: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met een computermodem
en een antwoordapparaat...........................................................................................100
Situatie K: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met een computermodem
voor inbellen en voicemail..........................................................................................104
Seriële faxinstallatie..........................................................................................................106
Het apparaat configureren (Windows)....................................................................................107
Rechtstreekse verbinding.................................................................................................107
De software installeren voordat u het apparaat verbindt (aanbevolen werkwijze)... . .108
Het apparaat verbinden voordat u de software installeert..........................................108
Het apparaat delen in een lokaal gedeeld netwerk....................................................109
Het apparaat configureren (Mac OS).....................................................................................109
De software voor een rechtstreekse verbinding installeren..............................................110
Het apparaat delen in een lokaal gedeeld netwerk..........................................................110
De software verwijderen en opnieuw installeren....................................................................111
8 Onderhoud en problemen oplossen
Werken met printcartridges....................................................................................................115
Ondersteunde printcartridges...........................................................................................115
De printcartridges hanteren..............................................................................................116
De printcartridges vervangen...........................................................................................117
De printcartridges uitlijnen................................................................................................120
De printcartridges reinigen...............................................................................................122
De contactpunten van de printcartridge reinigen..............................................................123
Het gedeelte rondom de inktsproeiers reinigen................................................................124
Printcartridges bewaren....................................................................................................126
Het apparaat reinigen.............................................................................................................126
De glasstrip reinigen.........................................................................................................126
De witte strook reinigen....................................................................................................127
De buitenkant reinigen......................................................................................................129
4
Inhoudsopgave
Tips en middelen voor het oplossen van problemen..............................................................129
Problemen met het afdrukken oplossen ................................................................................129
Het apparaat wordt onverwacht uitgeschakeld.................................................................130
Op het bedieningspaneel verschijnt een foutmelding.......................................................130
Het apparaat reageert niet (drukt niet af).........................................................................130
Het afdrukken duurt lang..................................................................................................131
Er wordt een blanco of deels bedrukte pagina afgedrukt.................................................131
De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten..........................................................131
Tekst of afbeeldingen zijn verkeerd geplaatst..................................................................132
Slechte afdrukkwaliteit en onverwachte afdrukresultaten.......................................................132
Slechte afdrukresultaten...................................................................................................133
Er worden vreemde tekens afgedrukt...............................................................................133
De inkt wordt uitgesmeerd................................................................................................134
De inkt vult de tekst of afbeeldingen niet volledig.............................................................134
De afdruk is vaag of de kleuren zijn dof...........................................................................134
Kleuren worden in zwart-wit afgedrukt.............................................................................135
De verkeerde kleuren worden afgedrukt..........................................................................135
De kleuren op de afdruk lopen door elkaar......................................................................135
De kleuren zijn niet goed uitgelijnd...................................................................................135
Lijnen of punten ontbreken in de tekst of afbeeldingen....................................................136
Problemen met de papierinvoer oplossen..............................................................................136
Het papier is niet geschikt voor de printer of voor de lade...............................................136
Afdrukmateriaal wordt niet uit de lade opgenomen..........................................................136
Het afdrukmateriaal komt er niet correct uit......................................................................136
Pagina's worden scheef ingevoerd...................................................................................137
Meerdere pagina's tegelijk worden ingevoerd..................................................................137
Problemen met het kopiëren oplossen ..................................................................................137
Er kwam geen kopie uit....................................................................................................137
Kopieën zijn blanco..........................................................................................................137
Documenten ontbreken of zijn vervaagd..........................................................................138
Het formaat is verkleind....................................................................................................138
De kopieerkwaliteit is slecht.............................................................................................138
Er verschijnen defecten in de kopieën..............................................................................138
Er verschijnen foutberichten.............................................................................................139
Scanproblemen oplossen.......................................................................................................139
Scanner reageerde niet....................................................................................................140
Scannen duurt te lang......................................................................................................140
Een deel van het document is niet gescand of er ontbreekt tekst....................................140
Tekst kan niet worden bewerkt.........................................................................................141
Er verschijnen foutmeldingen...........................................................................................141
De kwaliteit van de gescande afbeelding is slecht...........................................................141
Er verschijnen defecten in de scans.................................................................................143
Faxproblemen oplossen.........................................................................................................143
De faxtest is mislukt..........................................................................................................143
Installatieproblemen oplossen................................................................................................157
Suggesties voor hardware-installatie................................................................................157
Suggesties voor software-installatie.................................................................................158
Papierstoringen verhelpen......................................................................................................158
Papierstoringen voorkomen....................................................................................................160
5
A HP-benodigdheden
Afdrukbenodigdheden online bestellen..................................................................................161
Benodigdheden......................................................................................................................161
Printcartridges...................................................................................................................161
HP-afdrukmateriaal...........................................................................................................161
B Ondersteuning en garantie
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard.................................................................164
Elektronische ondersteuning krijgen.......................................................................................164
Telefonische ondersteuning van HP krijgen...........................................................................165
Voordat u belt...................................................................................................................165
Wat te doen bij problemen................................................................................................166
Telefonische ondersteuning van HP.................................................................................166
Periode voor telefonische ondersteuning...................................................................166
Telefoonnummers voor telefonische ondersteuning...................................................166
Telefonisch contact opnemen.....................................................................................167
Na de periode van telefonische ondersteuning..........................................................168
Aanvullende garantieopties..............................................................................................168
HP Quick Exchange Service (Japan)...............................................................................169
Contact opnemen met de klantenondersteuning van HP Korea......................................169
Het apparaat klaarmaken voor verzending.............................................................................170
Verwijder de printcartridges voor verzending...................................................................170
Verwijder het frontje van het bedieningspaneel................................................................171
Het apparaat verpakken.........................................................................................................172
C Specificaties van het apparaat
Fysieke specificaties...............................................................................................................175
Productkenmerken en -mogelijkheden...................................................................................175
Extra specificaties...................................................................................................................176
Systeemvereisten...................................................................................................................176
Afdrukspecificaties..................................................................................................................177
Kopieerspecificaties................................................................................................................177
Faxspecificaties......................................................................................................................177
Scanspecificaties....................................................................................................................178
Omgevingsspecificaties..........................................................................................................178
Elektrische specificaties.........................................................................................................178
Specificaties van het geluidsniveau (geluidsniveaus volgens ISO 7779)...............................178
D Wettelijk verplichte informatie
FCC statement........................................................................................................................182
Notice to users in Korea.........................................................................................................182
VCCI (Class B) compliance statement for users in Japan......................................................182
Notice to users in Japan about the power cord......................................................................183
RoHS notices (China only).....................................................................................................183
Noise emission statement for Germany.................................................................................183
Notice to users of the U.S. telephone network: FCC requirements........................................184
Notice to users of the Canadian telephone network...............................................................184
Notice to users in the European Economic Area....................................................................186
Australia wired fax statement.................................................................................................186
Warning for Australia and New Zealand with phone handset.................................................186
Wettelijk verplicht modelnummer............................................................................................186
6
Inhoudsopgave
Declaration of conformity........................................................................................................187
Programma voor milieubehoud..............................................................................................188
Papiergebruik...................................................................................................................188
Kunststof...........................................................................................................................188
Veiligheidsinformatiebladen..............................................................................................188
Kringloopprogramma........................................................................................................188
Recyclingprogramma van HP inkjet-onderdelen..............................................................188
Afvoer van afgedankte apparatuur door gebruikers in particuliere huishoudens in de
Europese Unie..................................................................................................................189
Stroomverbruik.................................................................................................................190
Index............................................................................................................................................191
7
8

1 Aan de slag

In deze handleiding vindt u details over het gebruik van het apparaat en het oplossen van problemen.
Andere bronnen over het product zoeken De onderdelen van het apparaat kennen

Andere bronnen over het product zoeken

Voor productinformatie en hulpmiddelen voor het oplossen van problemen die niet in deze handleiding zijn opgenomen, zijn de volgende informatiebronnen beschikbaar:
Bron Beschrijving Locatie
Installatieposter Bevat geïllustreerde
Naslaggids faxen Geeft instructies voor het
Leesmij-bestand en release­info
Werkset (Microsoft Windows®)
HP Printerprogramma (Mac OS) (Mac OS wordt uitsluitend ondersteund door HP Officejet J3600.)
Bedieningspaneel Geeft status-, fout- en
®
installatieaanwijzingen.
installeren van het apparaat en informatie over garantie en veiligheid.
Deze bieden de laatste informatie en tips voor het oplossen van problemen.
Biedt tools om het apparaat uit te lijnen, printcartridges te reinigen, een testpagina af te drukken, het inktniveau van de printcartridges weer te geven en om online benodigdheden te bestellen.
Raadpleeg
(Windows) voor meer
informatie.
Bevat hulpmiddelen voor het configureren van afdrukinstellingen, het uitlijnen van het apparaat, het reinigen van de printkoppen, het weergeven van het inktniveau in de printcartridges, het online bestellen van benodigdheden en het zoeken van hulp op de website.
Raadpleeg
Printerhulpprogramma (Mac OS) voor meer informatie.
waarschuwingsinformatie over de werking.
Werkset
HP
Een gedrukte versie van het document is bij het apparaat meegeleverd.
Een gedrukte versie van het document is bij het apparaat meegeleverd.
Staat op de Starter-cd.
De Werkset wordt normaal als optie samen met de software van het apparaat geïnstalleerd.
Het HP Printerhulpprogramma wordt normaal samen met de software van het apparaat geïnstalleerd.
Raadpleeg Knoppen en
statuslampjes
Aan de slag 9
Hoofdstuk 1
(vervolg)
Bron Beschrijving Locatie
Logs en rapporten Biedt informatie over
HP-websites Biedt de meest recente
Telefonische ondersteuning van HP
Help bij de HP­beeldbewerkingssoftware
gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden.
printersoftware en product- en ondersteuningsinformatie.
Bevat contactinformatie van HP. Gedurende de garantieperiode is deze ondersteuning vaak kosteloos.
Biedt informatie over het gebruik van de software.

De onderdelen van het apparaat kennen

Vooraanzicht Ruimte voor printerbenodigdheden
• Achteraanzicht
• Knoppen en statuslampjes bedieningspaneel
• Informatie over verbindingen
bedieningspaneel voor meer
informatie.
Raadpleeg Het apparaat
controleren voor meer
informatie.
www.hp.com/support
www.hp.com
Raadpleeg Telefonische
ondersteuning van HP krijgen
voor meer informatie.
Raadpleeg De HP-
beeldbewerkingssoftware gebruiken voor meer
informatie.

Vooraanzicht

1 Documentinvoerlade
2 Venster van het bedieningspaneel
3 Papiergeleiders
10 Aan de slag
(vervolg)
4 Bedieningspaneel
5 Vak met printcartridges
6 Invoerlade
7 Ladeverlengstuk
8 Papierbreedtegeleider
9 Opvanglade
10 Verlengstuk van de opvanglade
11 Handset

Ruimte voor printerbenodigdheden

1 Vak met printcartridges
2 Printcartridges

Achteraanzicht

1 Aansluiting van netsnoer
2 USB (Universal Serial Bus)-poort achteraan
Opmerking De HP Officejet J 3500 ondersteunt uitsluitend een zwarte printcartridge.
De onderdelen van het apparaat kennen 11
Hoofdstuk 1
(vervolg)
3 Faxpoorten (1-LINE en 2-EXT)
4 Achterklep
5 Openingslipje achterklep

Knoppen en statuslampjes bedieningspaneel

In het volgende diagram en de bijbehorende tabel vindt u een kort overzicht van de functies op het bedieningspaneel.
Label Naam en beschrijving
1 Snelkiezen: hiermee selecteert u een snelkiesnummer.
2 Opnieuw kiezen/pauze: hiermee kiest u het laatst gekozen nummer of voegt u een pauze van
3 Licht./Donkerder: hiermee maakt u de zwart-witfaxen die worden verzonden lichter of
4 Faxresolutie: hiermee stelt u de resolutie bij voor te verzenden zwart-witfaxen.
5 Aan-lampje: dit lampje brandt als het apparaat aanstaat. Het lampje knippert als er een apparaat
6 Waarschuwingslampje: wanneer het waarschuwingslampje knippert, betekent dit dat er zich
7 Scherm: hierop worden menu's en berichten weergegeven.
8 Automatisch antwoorden: hiermee wisselt u tussen de instellingen voor de antwoordmodus.
9 Flash: hiermee annuleert u een fax en krijgt u een kiestoon. Wordt ook gebruikt om een
10 Installatie: hiermee wordt het menu Instellingen weergegeven. Met dit menu kunt u rapporten
12 Aan de slag
drie seconden in voor een faxnummer.
donkerder.
bezig is met een taak.
een fout heeft voorgedaan die moet worden verholpen.
Afhankelijk van de instelling, beantwoordt het apparaat automatisch binnenkomende oproepen, moet u de fax manueel ontvangen of "luistert" het apparaat naar faxtonen.
wisselgesprekken te beantwoorden.
genereren, instellingen wijzigen voor de fax of voor onderhoud, en het menu Help openen. Druk op
om door de beschikbare Help-onderwerpen te bladeren en druk op OK om een onderwerp
(vervolg)
Label Naam en beschrijving
te selecteren. Vervolgens wordt het desbetreffende Help-onderwerp op het scherm weergegeven.
11 Het menu Faxen: hiermee wordt het apparaat in faxmodus gezet en het faxmenu geopend.
12 Scannen naar: hiermee wordt het apparaat in scanmodus gezet en wordt het menu Scannen
13 Het menu Kopiëren: hiermee wordt het apparaat in kopieermodus gezet en wordt het menu
14 Start, Zwart: hiermee start u een kopieer-, scan- of faxtaak in zwart-wit.
15 Annuleren: hiermee stopt u een taak, verlaat u een menu of verlaat u de instellingen.
16 Pijl naar rechts: hiermee worden de waarden op het display verhoogd.
17 OK: hiermee selecteert u een menu of instelling op het display.
18 Pijl naar links: hiermee worden de waarden op het display verlaagd.
19 Aan/uit: hiermee schakelt u het apparaat in of uit. Het Aan-lampje naast de knop Aan/uit brandt
20 Toetsenblok: hiermee voert u faxnummers, waarden of tekst in.
21 Snelkiesknoppen: bieden toegang tot de eerste tien snelkiesnummers. Druk eenmaal op een
Druk meerdere malen op Het menu Faxen om door de opties in het menu Faxen te scrollen.
naar geopend om een scanbestemming te selecteren.
Kopiëren geopend. Druk meerdere malen op Het menu Kopiëren om door de opties in het menu Kopiëren te scrollen.
Start, Kleur: hiermee start u een kopieer-, scan- of faxtaak in kleur (uitsluitend voor HP Officejet J3600).
als het apparaat aanstaat. Het lampje knippert wanneer een taak wordt uitgevoerd.
Als het apparaat is uitgeschakeld, ontvangt het toch nog een minimale hoeveelheid stroom. Als u de stroomtoevoer naar de HP All-in-One volledig wilt afsluiten, schakelt u het apparaat uit en haalt u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
snelkiesknop om het in de linkerkolom weergegeven snelkiesnummer te selecteren. Druk nogmaals op dezelfde snelkiesknop om het snelkiesnummer in de rechterkolom te selecteren.

Informatie over verbindingen

Beschrijving Aanbevolen aantal
aangesloten computers voor de beste prestaties
USB-aansluiting Eén computer die via een
USB-kabel is aangesloten op de snelle USB 2.0-poort aan de achterzijde van het apparaat.
Printers delen Maximaal vijf computers.
De hostcomputer moet altijd aanstaan, anders kunnen de andere computers niet op het apparaat afdrukken.
Ondersteunde softwarefuncties
Alle functies worden ondersteund.
Alle functies die op de hostcomputer aanwezig zijn, worden ondersteund. Alleen afdrukken wordt vanaf de andere computers ondersteund.
De onderdelen van het apparaat kennen 13
Instructies bij de installatie
Zie de installatieposter voor uitgebreide instructies.
Voor Windows volgt u de instructies in het gedeelte
Het apparaat delen in een lokaal gedeeld netwerk.
Voor Mac OS volgt u de instructies in het gedeelte
Hoofdstuk 1 (vervolg)
Beschrijving Aanbevolen aantal
aangesloten computers voor de beste prestaties
Ondersteunde softwarefuncties
Instructies bij de installatie
Het apparaat delen in een lokaal gedeeld netwerk.
14 Aan de slag

2 Het apparaat gebruiken

Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:

Menu's van het bedieningspaneel gebruiken

• Soorten berichten op het bedieningspaneel
• De instellingen van het apparaat wijzigen
• Gebruik het HP Solution Center (Windows)
• De HP-beeldbewerkingssoftware gebruiken
• Tekst en symbolen
• Originelen plaatsen
• Afdrukmateriaal selecteren
• Afdrukmateriaal laden
• Afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal formaat
• Snelkiescodes installeren
Menu's van het bedieningspaneel gebruiken
In de volgende gedeelten wordt een kort overzicht gegeven van de hoofdmenu's die op het scherm van het bedieningspaneel verschijnen. Om een menu weer te geven, drukt u op de menuknop voor de gewenste functie.
Het menu Scannen: geeft een lijst van bestemmingen, bijvoorbeeld HP­beeldbewerkingssoftware.
Het menu Faxen: hiermee kunt u een fax of snelkiesnummer invoeren of het menu Faxen weergeven. Menuopties zijn:
Resolutie aanpassen
Lichter of donkerder maken
Faxen later verzenden
Nieuwe standaardinstellingen instellen
Het menu Kopiëren: Menuopties zijn:
Het aantal kopieën selecteren
Verkleinen of vergroten
Materiaalsoort- en formaat selecteren

Soorten berichten op het bedieningspaneel

Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Statusberichten Waarschuwingen
• Foutberichten
• Kritieke foutberichten
Het apparaat gebruiken 15
Hoofdstuk 2

Statusberichten

Statusberichten geven de actuele status van het apparaat weer. Ze stellen u op de hoogte van de normale werking en vereisen geen handeling om te worden opgelost. Ze veranderen naargelang de status van het apparaat verandert. Wanneer het apparaat klaar is en geen taken uitvoert en er nog geen af te handelen waarschuwingsberichten zijn, verschijnt het statusbericht KLAAR als de printer aanstaat.

Waarschuwingen

Waarschuwingen stellen u op de hoogte van gebeurtenissen waar u aandacht aan dient te besteden, maar die de werking van het apparaat niet belemmeren. Een voorbeeld van een waarschuwing is "Inkt bijna op". Deze berichten verschijnen totdat de situatie is opgelost.

Foutberichten

Foutberichten melden u dat er een handeling moet worden verricht, zoals afdrukmateriaal toevoegen of een storing verhelpen. Deze berichten gaan gewoonlijk samen met een rood, knipperend waarschuwingslampje. Voer de nodige handelingen uit om verder af te drukken.
Als in het foutbericht een foutcode wordt weergegeven, drukt u op de knop Aan/uit om het apparaat uit te schakelen en schakelt u het ervolgens weer in. In de meeste gevallen lost deze handeling het probleem op. Wanneer het bericht blijft verschijnen, moet uw apparaat misschien hersteld worden. Ga voor meer informatie naar
garantie.
Ondersteuning en

Kritieke foutberichten

Kritieke foutberichten wijzen u op een defect in het apparaat. Sommige van deze berichten kunnen worden opgelost door op de knop Aan/uit te drukken, het apparaat uit te schakelen en vervolgens weer in te schakelen. Als een kritieke fout aanhoudt, is reparatie noodzakelijk. Raadpleeg
Ondersteuning en garantie voor meer informatie.

De instellingen van het apparaat wijzigen

U kunt de instellingen van het apparaat wijzigen op deze plaatsen:
Vanaf het bedieningspaneel.
Vanaf het HP Solution Center (Windows) of HP Apparaatbeheer (Mac OS). Zie
HP-beeldbewerkingssoftware gebruiken voor meer informatie.
Opmerking Als u de instellingen configureert in het HP Solution Center of in deHP
Apparaatbeheer, kunt u de instellingen die vanaf het bedieningspaneel zijn geconfigureerd (zoals de scaninstellingen) niet zien.
16 Het apparaat gebruiken
De
Instellingen wijzigen vanaf het bedieningspaneel
1. Druk op het bedieningspaneel op de menuknop voor de functie die u gebruikt
(bijvoorbeeld het menu Kopiëren).
2. Om bij de optie te komen die u wilt wijzigen, gebruikt u een van de volgende
methoden:
Druk op een knop op het bedieningspaneel en gebruik vervolgens de pijl naar rechts of naar links om de waarde aan te passen.
Selecteer de optie uit het menu op het afleesvenster van het bedieningspaneel.
3. Selecteer de gewenste waarde en druk vervolgens op OK.
Instellingen veranderen vanuit het HP Solution Center (Windows)
De HP-beeldbewerkingssoftware gebruiken.
Zie
Instellingen van de HP-beeldbewerkingssoftware (Mac OS) wijzigen
1. Klik in het Dock op het pictogram Apparaatbeheer.
2. Selecteer het apparaat in het vervolgmenu Apparaten.
3. In het menu Informatie en instellingen, klikt u op een item dat u wilt veranderen.
Opmerking Mac OS wordt uitsluitend ondersteund door HP Officejet J3600.

Gebruik het HP Solution Center (Windows)

Op een computer met Windows is het HP Solution Center de plaats waar u toegang krijgt tot de HP Photosmart-software. Met het HP Solution Center kunt u de afdrukinstellingen wijzigen, de wizard Faxinstallatie starten, benodigdheden bestellen en de help op het scherm raadplegen.
Welke functies beschikbaar zijn in het HP Solution Center hangt af van de apparaten die u hebt geïnstalleerd. In het HP Solution Center worden alleen pictogrammen getoond die zijn gekoppeld aan het geselecteerde apparaat. Als het geselecteerde apparaat niet is uitgerust met een bepaalde functie, verschijnt het pictogram voor deze functie niet in het HP Solution Center.
Als het HP Solution Center op de computer geen pictogrammen bevat, is er mogelijk een probleem opgetreden tijdens de installatie van de software. U kunt dit probleem oplossen door de HP Photosmart-software via het Configuratiescherm van Windows volledig te verwijderen en de software vervolgens opnieuw te installeren. Zie de bij het apparaat geleverde Help op het scherm voor meer informatie.
Zie
De HP-beeldbewerkingssoftware gebruiken voor meer informatie over het
HP Solution Center.

De HP-beeldbewerkingssoftware gebruiken

Met de HP-beeldbewerkingssoftware krijgt u toegang tot veel functies die niet beschikbaar zijn vanaf het bedieningspaneel.
De software is tijdens de installatie op uw computer geïnstalleerd. Zie de bij het apparaat geleverde installatiedocumentatie voor meer informatie.
Toegang tot de HP beeldbewerkingssoftware verschilt per besturingssysteem (OS). Als u bijvoorbeeld op een pc met Windows werkt, start u de HP-beeldbewerkingssoftware in
Gebruik het HP Solution Center (Windows) 17
Hoofdstuk 2
het venster HP Photosmart-software. Als u op een pc met Macintosh werkt, start u de HP-beeldbewerkingssoftware in het venster HP Photosmart Studio. In alle gevallen gebruikt u dit punt als startpunt voor de HP-beeldbewerkingssoftware en -services.
De HP Photosmart-software openen op een computer met Windows
1. Voer een van de volgende handelingen uit:
Dubbelklik op het Windows-bureaublad op het pictogram HP Photosmart­software.
Dubbelklik op het pictogram van de HP Digital Imaging Monitor in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk van Windows.
Klik op de knop Start op de taakbalk, wijs Programma's of Alle programma's aan, selecteer HP en klik op HP Photosmart-software.
2. Als u meer dan één HP-apparaat hebt geïnstalleerd, selecteert u het tabblad met de
naam van uw product.
Opmerking Op een Windows-computer zijn de beschikbare functies in de
HP Photosmart-software afhankelijk van de apparaten die zijn geïnstalleerd. In de software worden alleen pictogrammen getoond die zijn gekoppeld aan het geselecteerde apparaat. Als het geselecteerde apparaat niet is uitgerust met een bepaalde functie, verschijnt het pictogram voor deze functie niet in de software.
Tip Als de HP Photosmart-software op de computer geen pictogrammen bevat,
is er mogelijk een probleem opgetreden tijdens de installatie van de software. U kunt dit probleem oplossen door de HP Photosmart-software via het Configuratiescherm van Windows volledig te verwijderen en de software vervolgens opnieuw te installeren.
De HP Photosmart Studio-software openen op een computer met Windows
1. Klik op het pictogram HP Photosmart Studio in het Dock.
Het venster HP Photosmart Studio verschijnt.
Opmerking Mac OS wordt uitsluitend ondersteund door HP Officejet J3600.
2. Klik op Apparaten op de HP Photosmart Studio-taakbalk.
Het venster HP Apparaatbeheer wordt weergegeven.
3. Selecteer uw apparaat in het vervolgkeuzemenu Apparaat.
Hiermee kunt u scannen, faxen, documenten importeren en onderhoud uitvoeren, zoals het controleren van het inktniveau in de inktcartridges.
Opmerking Welke functies beschikbaar zijn in de HP Photosmart Studio-
software op een computer met Macintosh, hangt af van het geselecteerde apparaat.
Tip Wanneer de HP Photosmart Studio-software is geopend, kunt u de
snelkoppelingen in het Dock-menu openen als u de muisknop ingedrukt houdt op het pictogram van HP Photosmart Studio in het Dock.
18 Het apparaat gebruiken

Tekst en symbolen

U kunt het toetsenblok op het bedieningspaneel gebruiken om tekst en symbolen in te voeren.
U kunt symbolen ook vanaf het toetsenblok invoeren als u een fax- of telefoonnummer invoert. Als het apparaat het nummer kiest, interpreteert het apparaat het symbool en reageert het dienovereenkomstig. Als u bijvoorbeeld een streepje in het faxnummer hebt ingevoerd, zal het apparaat een korte pauze inlassen voordat de rest van het nummer wordt gekozen. Een pauze is handig als u eerst een buitenlijn moet krijgen voordat u een faxnummer kunt kiezen.
Opmerking Als u een symbool in uw faxnummer wilt invoeren, zoals een streepje,
moet u het symbool met behulp van het toetsenblok invoeren.

Getallen en tekst intikken op het toetsenblok van het bedieningspaneel

U kunt tekst of symbolen invoeren met behulp van het toetsenblok op het bedieningspaneel.
Als u klaar bent met het typen van tekst, drukt u op OK om het nummer op te slaan.
Tekst invoeren
1. Druk op het toetsenblok op de toetsen die overeenstemmen met de letters van een
naam. De letters a, b, en c behoren bijvoorbeeld bij de cijfertoets 2, zoals hieronder is weergegeven.
Tip Druk een knop meerdere keren in om de beschikbare tekens te bekijken.
Afhankelijk van uw taalinstelling en uw instelling voor land/regio zijn er mogelijk andere tekens beschikbaar naast de tekens die op het toetsenblok worden weergegeven.
2. Zodra de juiste letter wordt weergegeven, wacht u totdat de cursor automatisch naar
rechts is gegaan. U kunt ook op de pijl naar rechts drukken. Druk op het toetsenblok op de toets die overeenkomt met de volgende letter in de naam. Druk meerdere malen op de toets, totdat de juiste letter wordt weergegeven. De eerste letter van een woord wordt automatisch met een hoofdletter weergegeven.
Een spatie, pauze of symbool invoeren
•Druk op Ruimte om een spatie in te voegen.
•Druk op Opnieuw kiezen/pauze om een pauze in te voeren. Er verschijnt een
streepje in het nummer.
Als u een symbool wilt invoeren, zoals @, drukt u herhaaldelijk op de knop Symbolen om door de lijst met beschikbare symbolen te bladeren: sterretje (*), streepje (-), en-teken (&), punt (.), schuine streep (/), ronde haken ( ), apostrof ('), gelijkteken (=), hekje (#), apenstaartje (@), onderstreping (_), plusteken (+), uitroepteken (!), puntkomma (;), vraagteken (?), komma (,), dubbele punt (:), procentteken (%) en tilde (~).
Tekst en symbolen 19
Hoofdstuk 2
Een letter, cijfer of symbool verwijderen
Als u een fout maakt, drukt u op de knop naar links om de fout te wissen en het juiste
teken in te voeren.

Beschikbare symbolen voor het kiezen van faxnummers

Voor het invoeren van een symbool, zoals *, drukt u herhaaldelijk op Symbolen om door de lijst met symbolen te bladeren. In de volgende tabel ziet u welke symbolen u kunt gebruiken in een fax- of telefoonnummer, faxkopschrift en snelkiesnummers.
Beschikbare symbolen
* Hiermee wordt een sterretje weergegeven
- Tijdens het automatisch kiezen zal het
( ) Geeft een linker- en rechterhaakje weer
W Tijdens het automatisch kiezen zorgt de W
R Tijdens het automatisch kiezen werkt de R
+ Geeft een plusteken weer. Dit symbool is
Beschrijving Beschikbaar tijdens het invoeren
als dit nodig is voor het kiezen van een nummer.
apparaat een pauze van drie seconden in het nummer invoegen.
om bijvoorbeeld het netnummer te scheiden van de rest van het nummer voor een betere leesbaarheid. Deze symbolen zijn niet van invloed op het kiezen.
ervoor dat het apparaat wacht op een kiestoon voordat het kiezen wordt voortgezet.
op dezelfde manier als een Flash-knop op de telefoon.
niet van invloed op het kiezen.
Faxkopschriftnaam, snelkiesnamen, snelkiesnummers, fax- of telefoonnummers en handsfree kiesnummers
Faxkopschriftnaam, faxkopschriftnummer, snelkiesnamen, snelkiesnummers en fax- of telefoonnummers
Faxkopschriftnaam, faxkopschriftnummer, snelkiesnamen, snelkiesnummers en fax- of telefoonnummers
Snelkiesnummers en fax- of telefoonnummers
Snelkiesnummers en fax- of telefoonnummers
Faxkopschriftnaam, faxkopschriftnummer, snelkiesnamen, snelkiesnummers en fax- of telefoonnummers

Originelen plaatsen

U kunt een te kopiëren, te faxen of te scannen origineel in de automatische documentinvoer plaatsen. Originelen die in de automatische documentinvoer zijn geplaatst worden automatisch ingevoerd in het apparaat.
Let op Op plaatsen met een hoge vochtigheidsgraad en een hoge temperatuur: laat
geen originele foto's door de automatische documentinvoer gaan. De foto's kunnen dan namelijk vastlopen en beschadigd raken.
Tip Plaats de foto in een transparant fotohoesje voordat u de foto plaatst, om
krassen op de foto of andere beschadigingen te voorkomen.
20 Het apparaat gebruiken

Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen

U kunt een document met een enkele pagina of meerdere pagina's van A4-, Letter- of Legal-formaat kopiëren, scannen of faxen door het document in de invoerlade te plaatsen.
De documentinvoerlade kan maximaal 20 vellen papier van Letter- of A4-formaat bevatten, of maximaal 15 vellen van Legal-formaat.
Een origineel in de documentinvoerlade plaatsen
1. Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar beneden in de invoerlade. Plaats de
pagina's zodat de bovenkant van het document eerst wordt ingevoerd. Schuif het materiaal in de automatische documentinvoer totdat u een pieptoon hoort of een bericht op het uitleesvenster ziet dat aangeeft dat de geplaatste pagina's werden gedetecteerd.
Tip Raadpleeg het diagram in de documentinvoerlade voor hulp bij het laden
van originelen in de automatische documentinvoer.
2. Schuif de breedtegeleiders naar binnen tot deze tegen de linker- en rechterrand van het medium komen.

Afdrukmateriaal selecteren

Het apparaat is geschikt voor gebruik met de meeste soorten afdrukmateriaal. Wij raden u aan om eerst een aantal soorten afdrukmateriaal uit te proberen voordat u grote hoeveelheden aanschaft. Gebruik HP papier voor het beste afdrukresultaat. Ga naar de website van HP op

Tips voor het selecteren van afdrukmateriaal

Voor de beste resultaten moet u zich aan de volgende richtlijnen houden.
Gebruik altijd afdrukmateriaal dat voldoet aan de specificaties van het apparaat. Raadpleeg meer informatie.
Plaats slechts één papiersoort tegelijkertijd in een lade.
Plaats papier met de afdrukzijde naar beneden en tegen de rechter- en achterkant van de lade. Ga voor meer informatie naar
www.hp.com om meer te weten over afdrukmateriaal van HP.
Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal voor
Afdrukmateriaal laden.
Afdrukmateriaal selecteren 21
Hoofdstuk 2
Plaats niet te veel papier in de lade. Ga voor meer informatie naar Informatie over de
specificaties van ondersteund afdrukmateriaal.
Om vastgelopen papier, een slechte afdrukkwaliteit en andere printerproblemen te voorkomen, kunt u het volgende afdrukmateriaal het beste vermijden:
Formulieren die uit meerdere delen bestaan
Afdrukmateriaal dat is beschadigd, gekruld of verkreukeld
Afdrukmateriaal met inkepingen of perforaties
Afdrukmateriaal met een zware textuur of reliëf of afdrukmateriaal dat inkt niet
goed absorbeert
Afdrukmateriaal dat te dun is of gemakkelijk kan worden uitgerekt
Kaarten en enveloppen
Gebruik geen enveloppen met een hele gladde afwerking, zelfklevende randen, sluitingen of vensters. Gebruik ook geen kaarten en enveloppen met dikke, onregelmatige of gekrulde randen of enveloppen die gekreukt, gescheurd of anderszins beschadigd zijn.
Gebruik platte, strak gevouwen enveloppen.
Laad enveloppen met de flappen naar boven.
Afdrukmateriaal voor foto's
Gebruik de modus Beste voor het afdrukken van foto’s. In deze modus neemt het afdrukken meer tijd in beslag omdat meer computergeheugen vereist is.
Verwijder elk vel dat uit de printer komt en leg het weg om te drogen. Wanneer nat afdrukmateriaal zich opstapelt kunnen vlekken ontstaan.
Transparanten
Plaats transparanten met de ruwe kant naar beneden en de plakstrip wijzend naar de achterzijde van het apparaat.
Gebruik de modus Normaal om af te drukken op transparanten. De droogtijd in deze modus is langer. Daarom wordt de volgende pagina pas in de uitvoerlade uitgevoerd wanneer de inkt helemaal droog is.
Verwijder elk vel dat uit de printer komt en leg het weg om te drogen. Wanneer nat afdrukmateriaal zich opstapelt kunnen vlekken ontstaan.
Speciaal papierformaat
Gebruik alleen speciaal papierformaat dat wordt ondersteund door het apparaat.
Wanneer de toepassing speciaal papierformaat ondersteunt, stelt u het papierformaat eerst in de toepassing in voordat u het document gaat afdrukken. Anders stelt u het formaat in met de printerdriver. Mogelijk moet u de opmaak van bestaande documenten aanpassen om deze correct te kunnen afdrukken op speciaal papierformaat.
22 Het apparaat gebruiken

Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal

Met de volgende tabellen kunt u bepalen welke media goed zijn voor uw apparaat en welke functies bij uw papier zullen functioneren.
Informatie over ondersteunde formaten Informatie over ondersteunde papiersoorten en gewichten
Informatie over ondersteunde formaten
Opmerking De HP Officejet J3600 ondersteunt alle afdrukmaterialen in
onderstaande tabel. De HP Officejet J 3500 ondersteunt uitsluitend papier.
Type Formaat
Papier A4: 210 x 297 mm
Legal: 216 x 356 mm
B5–JIS: 182 x 257 mm
Enveloppen U.S. #10: 105 x 241 mm
A2: 111 x 146 mm
DL: 110 x 220 mm
C6: 114 x 162 mm
Transparanten Letter: 216 x 279 mm
A4: 210 x 297 mm
HP Premium Fotopapier 10 x 15 cm
Letter: 216 x 280 mm
A4: 210 x 297 mm
Kaarten Indexkaarten: 127 x 203 mm
A4: 210 x 297 mm
Etiketten Letter: 216 x 279 mm
A4: 105 x 149 mm
Speciaal formaat 102 x 152 mm tot 216 x 356 mm
Informatie over ondersteunde papiersoorten en gewichten
Opmerking De HP Officejet J3600 ondersteunt alle afdrukmaterialen in
onderstaande tabel. De HP Officejet J 3500 ondersteunt uitsluitend gewoon papier of Legal-papier..
Afdrukmateriaal selecteren 23
Hoofdstuk 2
Type Papiergewicht Invoerlade* Uitvoerlade** Documentinvo
Standaardpapier 60 tot 90 g/m²
Legal-papier 75 tot 90 g/m²
Kaarten maximaal 200 g/m²20 10 n.v.t.
Enveloppen 75 to 90 g/m² (20
Transparanten N.v.t. 25 maximaal 10 n.v.t.
Etiketten N.v.t. maximaal 20 maximaal 10 n.v.t.
Fotopapier van 4 x 6 inch
Fotopapier van 8,5 x 11 inch
(16 tot 24 lb.)
(20 tot 24 lb.)
tot 24 lb.)
maximaal 280 g/m²30 20 n.v.t.
N.v.t. 40 20 n.v.t.
maximaal 100
(75 gram papier)
maximaal 100
(75 gram papier)
10 10 n.v.t.
maximaal 20
(Papier van 16 g/m²)
maximaal 20
(75 gram papier)
erlade
maximaal 20
maximaal 15
* Maximale capaciteit. De stapel in de invoerlade mag maximum 10 mm hoog zijn.
** De capaciteit van de uitvoerlade is afhankelijk van de papiersoort en de gebruikte hoeveelheid inkt. Wij adviseren u de uitvoerlade regelmatig leeg te maken.

Minimummarges instellen

Opmerking De HP Officejet J 3500 ondersteunt geen enveloppen en kaarten.
Bovenkant
U.S. (Letter, Legal, Executive)
ISO (A4, A5) en JIS (B5) 1,8 mm 12,7 mm 3,2 mm
Enveloppen 3,2 mm 3,2 mm 1,0 mm
Kaarten 1,0 mm 12,7 mm 3,2 mm

Afdrukmateriaal laden

In dit gedeelte wordt de procedure beschreven voor het laden van verschillende formaten en soorten papier waarmee u vanaf het apparaat kunt kopiëren, afdrukken of faxen.
24 Het apparaat gebruiken
(voorrand)
1,5 mm 12,7 mm 6,4 mm
Onder (uitvoer) Linker- en
rechtermarge
Tip Om scheurtjes, vouwen en gekrulde of gebogen randen te voorkomen, bewaart
u al het papier plat in een afsluitbare verpakking. Als het papier niet goed wordt bewaard, kunnen extreem grote schommelingen in temperatuur en luchtvochtigheid leiden tot gekruld papier dat niet goed functioneert in het apparaat.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Papier van volledig formaat laden Fotopapier van 10 x 15 cm (4 x 6 inch) plaatsen
• Indexkaarten plaatsen
• Enveloppen laden
• Andere papiersoorten plaatsen

Papier van volledig formaat laden

U kunt veel soorten A4-, Letter- of Legal-papier in de invoerlade van het apparaat plaatsen.
Papier van volledig formaat plaatsen
1. Schuif de papierbreedtegeleider naar de uiterste stand.
2. Klap het verlengstuk van de lade naar u toe.
Opmerking Klap het verlengstuk van de lade niet uit als u papier van Legal-
formaat gebruikt.
Afdrukmateriaal laden 25
Hoofdstuk 2
3. Maak een rechte stapel papier door de stapel met de randen op een vlak oppervlak
te kloppen en controleer het papier op het volgende:
Zorg dat het vrij is van scheuren, stof, kreukels en gekrulde of omgevouwen randen.
Zorg dat het papier in de stapel van hetzelfde formaat en dezelfde soort is.
4. Plaats het papier in de invoerlade met de korte rand naar voren en de afdrukzijde
naar beneden. Schuif de stapel papier naar voren totdat de stapel niet verder kan.
Let op Controleer of het apparaat inactief en stil is wanneer u papier in de
invoerlade plaatst. Als het bezig is met het onderhoud van de printcartridges of een andere taak uitvoert, bevindt de papierstop in het apparaat zich mogelijk niet in de juiste positie. Hierdoor kunt u het papier te ver naar voor duwen, waardoor het apparaat blanco pagina's zal uitwerpen.
Tip Als u briefhoofdpapier gebruikt, schuift u dit in de lade met het briefhoofd
eerst en de afdrukzijde naar beneden. Raadpleeg de afbeelding op de bodem van de invoerlade voor hulp bij het plaatsen van papier van volledig formaat.
5. Schuif de papierbreedtegeleider naar binnen tot deze tegen de rand van het papier
aankomt. Maak de invoerlade niet te vol: de stapel papier moet in de invoerlade passen en mag
niet hoger zijn dan de bovenkant van de papierbreedtegeleider.

Fotopapier van 10 x 15 cm (4 x 6 inch) plaatsen

(uitsluitend voor de HP Officejet J3600)
U kunt fotopapier van 10 x 15 cm in de invoerlade van het apparaat plaatsen. Het beste resultaat krijgt u met het formaat 10 x 15 cm van HP Premium Plus Fotopapier of HP Premium Fotopapier.
26 Het apparaat gebruiken
Loading...
+ 174 hidden pages