Harman kardon AVR 147 User Manual [nl]

AVR 147 Audio/VideoReceiver
HANDLEIDING
NEDERLANDS
Inhoud
3 Inleiding 4 Veiligheid 4 Uitpakken 5 Bedieningsorganen 7 Aansluitingen
9 Afstandsbediening Centrale Ruimte 13 Installeren en Aansluiten 13 Audioverbindingen 13 Videoverbindingen 14 HDMI-aansluitingen 14
Scart A/V Verbindingen
15 Lichtnetverbindingen 16 Luidsprekerkeuze 16 Luidsprekeropstelling 17 Systeemconfiguratie 17 In Gebruik Nemen 17 Gebruik Display 17 Instellingen 18 Opzet Ingangen 19 Surround Opzet 20 Instelling Nachtfunctie 20 Configureren Surround Uit
functies (stereo)
21 Automatische Luidspreker Opzet met
EzSet/EQ
23 Zelf Instellen 23 Luidspreker Opzet 26 Instelling vertraging 26 Instelling Uitgangsniveau 27 Bediening 30 Overzicht Surround Functies 32 Bediening 32 Bronkeuze 32 6 Kanaals Directe Ingang 33 Instelling en Gebruik Hoofdtelefoon 33 Keuze Surround Functie 33 Digitale Audioweergave 33 Dolby Digital 33 DTS 34 PCM Audioweergave 34 Digitale Bron Kiezen 34 Digitale Bitstream Indicatie 34 Surround Functies 35 Surround Functie Aanpassing 35 PCM Weergave Indicaties 35 Luidspreker/Kanaal Indicaties 36 Nachtfunctie 37 Opnemen 37 Gebruik van 38 Instelling Uitgangsniveau 38 Dimmer 38 Geheugen Beveiliging 39 Systeem Setup 39 Helderheid Display 39 Volume bij Inschakelen 39 Semi In-Beeld (OSD) Instellingen 40 Volledig In-Beeld (OSD) Instellingen 40 Standaard Surround Functie 40 Volledige In-beeld Achtergrondkleur 41 Tuner 41 Gebruik Tuner 41 Zenderkeuze 41 Voorkeurposities 42 RDS Gebruik 42 RDS Afstemmen 42 RDS Display Aanwijzingen 42 Programma Zoeken (PTY)
Programmeren Afstandsbediening
41 41 Programmeren met Codes 41 Code Direct Invoeren 41 Automatisch Zoeken 41 Code Uitlezen 42 Macro Programmeren 42 Geprogrammeerde Functies 42 Volume Doorschakelen 43 Kanaalbesturing Doorschakelen 43 Loopwerkbediening Doorschakelen 43 Resetten Geheugen Afstandsbediening
44 Functie Overzicht 46 Problemen 46 Processor Resetten 47 Technische Gegevens 48 Bijlage – Overzicht Instellingen
VERKLARING VAN CONFORMITEIT
Wij, Harman Consumer Group, Inc.
2 route de Tours, 72500 Château-du-Loir, Frankrijk
verklaren dat het product dat beschreven wordt in deze handleiding voldoet aan de technische normen:
EN 55013:2001 + A1:2003 EN 55020:2002 + A1:2003 EN 61000-3-2:2000 EN 61000-3-3:1995 + A1:2001 EN 60065:2002
Jurjen Amsterdam
Harman Consumer Group, Inc.
06/07
Opzet van de handleiding
Om de handleiding optimaal te kunnen gebruiken in combinatie met de afstandsbediening, de bedieningsorganen, de aansluitingen en de display is deze als volgt ingedeeld:
VOORBEELD (vet gedrukt) geeft een toets op de afstandsbediening of de voorzijde aan, dan wel een aansluiting op de achterzijde.
VOORBEELD (display) geeft een aanwijzing in de display aan.
1
- (cijfer in een hokje) verwijst naar een specifieke toets op de voorzijde.
- (cijfer in een cirkel) verwijst naar een aansluiting op de achterzijde.
0
- (cijfer in een ovaal) verwijst naar een toets op de afstandsbediening.
De vorm van de tekstcursor in de in-beeld menu’s kunnen iets afwijken van de afbeeldingen in deze handleiding. Ongeacht of de tekst verschijnt in hoofdletters of kleine letters, de prestaties en de bediening blijft hetzelfde.
2 INHOUD
Inleiding
Dank u voor de aanschaf van een Harman Kardon product!
Met de aanschaf van een Harman Kardon AVR 147 staat u aan het begin van vele jaren luisterplezier. Ontworpen voor alle spannende en gedetailleer­de effecten van films en alle nuances in muziek­weergave is de AVR 147 een echte meerkanaals receiver voor het nieuwe millennium. Naast de traditionele 5.1 digitale decoderfuncties zoals Dolby Digital en DTS, biedt hij de nieuwste ont­wikkelingen in surround technologie, zoals Dolby Pro Logic II, alle DTS functies, DTS Neo:6 en de nieuwste 5.1 kanaals versie van de eigen Harman Kardon Logic 7 technologie.
De AVR is zo opgezet dat optimaal profijt wordt getrokken van de kracht van de digitale technolo­gie. In-beeld menu’s, kleurgecodeerde aansluitin­gen maken snelle en eenvoudige installatie mogelijk. Om optimaal plezier te hebben van uw receiver, raden wij u aan even de tijd te nemen om deze handleiding in zijn geheel door te lezen. Controleer ook of alle verbindingen met de luid­sprekers, bronnen en andere externe apparatuur correct zijn uitgevoerd. Op deze manier raakt u zo snel mogelijk vertrouwd met alle functies en de bedieningsorganen en kunt u alle mogelijkhe­den van de AVR benutten. Bewaar de handleiding om deze later nog eens te raadplegen.
Beschrijving en functies
De AVR is een van de veelzijdigste, multifunctionele A/V receivers die er op de markt zijn en biedt tallo­ze luistermogelijkheden. Naast de Dolby Digital en DTS decoders voor de digitale bronnen is er een ruime keus aan surround functies voor Matrix sur­round gecodeerde en stereo opnamen, bedoeld voor bronnen als CD,VCR,TV-uitzendingen en de eigen MG/FM tuner van de AVR. Samen met Dolby Digital, Dolby Pro Logic II, DTS Neo:6,DTS 96/24, Dolby 3 Stereo, 5 Kanaals Stereo en de Hall en Theater functies,biedt de AVR het exclusieve Logic 7 proces van Harman Kardon in zowel 5.1 versies voor een breder, omringend geluidsbeeld met beter gedefinieerde overgangseffecten.
Dolby Virtual Speaker kan een omringend geluidsbeeld creëren vanuit de linker en rechter front luidsprekers en de nieuwste Dolby Headphone schakeling biedt een verbazingwek­kend open klankbeeld via de hoofdtelefoon.
Buiten het grote aantal luistermogelijkheden is de AVR ook gemakkelijk te configureren voor optimaal resultaat met uw luidsprekers in uw luisterruimte.
Een Stereo-Direct functie passeert de digitale pro­cessor om alle subtiele eigenschappen van het originele analoge, tweekanaals signaal te behou­den, terwijl het bas management, beschikbaar in zowel de surround als de digitale stereo functies, meer mogelijkheden biedt om het signaal aan uw smaak of de kamerakoestiek aan te passen.
Bij de AVR 147 is het videogedeelte uiterst serieus opgezet. Naast de twee HDMI-ingangen en twee 100 MHz analoge component video­ingangen beschikt de AVR 147 over A/V sync ver­traging om fouten in de synchronisatie tussen
beeld en geluid – vaak optredend wanneer digi­tale bewerkingen zijn toegepast in een bron, pro­gramma of beeldscherm – op te heffen.
Voor een maximale flexibiliteit biedt de AVR faciliteiten voor vier videoapparaten, elk met zowel composiet als S-Video ingangen. Verder twee extra audio ingangen en in totaal 6 digitale ingangen en twee uitgangen, maken de AVR 147 geschikt voor het verwerken van de nieuwste digitale audiobronnen.
Voor compatibiliteit met de nieuwste HDTV videobronnen en progessive scan DVD-spelers, bezit de AVR een breedband videoschakeling met geringe overspraak.
Coax en optisch digitale uitgangen zijn beschik­baar voor directe verbinding met digitale recor­ders. Een video opname-uitgang en een kleurge­codeerde achtkanalen ingang maken de AVR 147 verregaand toekomstzeker; alles wat nodig is om nieuwe toekomstige formaten te kunnen gebrui­ken is aanwezig.
Een belangrijke extra in de toch al indrukwekken­de lijst mogelijkheden van de AVR 147 is
EzSet/EQ
, een systeem dat het configureren automatiseert waardoor het eenvoudiger, gemak­kelijker en nauwkeuriger wordt. In combinatie met de speciale bij de receiver geleverde microfoon maakt het EzSet/EQ
het instellen van luidspre­kergrootte, wisselfilter en vertraging voor alle kanalen en luidsprekers een zekere zaak. Naast de configuratie omvat EzSet/EQ ook de equalizer voor de kamer zodat de signalen naar elke luid­spreker zijn aangepast voor wat betreft kamer­grootte, luidsprekertype en andere factoren die de kamerakoestiek beïnvloeden. Met EzSet/EQ wordt uw systeem in een paar minuten geconfigureerd met een tot voor kort zonder kostbare meetappa­ratuur ongekende nauwkeurigheid.
Naast EzSet/EQ bezit de AVR 147 een compleet stel handinstellingen voor hen die hun systeem helemaal zelf in willen stellen. Een drievoudig wisselfilter voor het laag maakt het mogelijk ver­schillende frequenties in te voeren voor elke set luidsprekers.
Tot nu toe waren de AVR receivers van Harman Kardon geschikt voor vrijwel alle bron­nen zoals lijnniveau analoog, optisch en coax digitaal, inclusief de meeste digitale mediaspe­lers. Door gebruik te maken van één simpele ver­binding tussen de AVR 147 en de extra leverbare Harman Kardon kunt u ook luisteren naar materiaal opgenomen op uw daartoe geschikte Apple
®
iPod®**. De systeemafstandsbe­diening van de AVR is geprogrammeerd met besturingscodes waarmee nummers voor weerga­ve gekozen en vele iPod functies genavigeerd kunnen worden, zelfs van de andere kant van de kamer. Met The Bridge
kunt u zelfs de iPod opla-
den. De krachtige versterker van de AVR is gebouwd
op de traditionele Harman Kardon technologieën voor de eindversterkers om een optimaal dyna-
misch bereik te kunnen bieden met elke denkbare programmabron. Harman Kardon heeft de ‘HiFi’ receiver meer dan 50 jaar geleden uitgevonden. Met state-of-the-art en beproefde schakelingen vormt de AVR de perfecte combinatie in digitale audio technologie, een rustige maar krachtige analoge versterker in een elegante, gemakkelijk te gebruiken vormgeving.
®
Dolby
Vijf kanalen high-current versterking.
De exclusieve Logic 7
Digital, Dolby Digital en Dolby Pro Logic pakket DTS
®
II Decoders, en het volldige
®
functies, inclusief DTS-6.1.
®
van Harman Kardon, samen met de keuze uit diverse Dolby Virtual Speaker processing bij gebruik van slechts twee luidsprekers
Dolby Headphone voor een open en
ruimtelijk geluidsbeeld bij gebruik van een hoofdtelefoon
Het moderne EzSet/EQ
van Harman Kardon configureert de luidspre­kerinstellingen automatisch en stelt de kamerequalizer in voor een gemakkelijke, snelle en nauwkeurige systeemopzet
Twee HDMI
1.1 en drie toewijsbare analoge component ingangen met grote bandbreedte maken hem geschikt voor alle high-definition videobronnen
Stereo Direct Functie voor tweekanaals
weergave die de DSP processor passeert om de kwaliteit van analoge bronnen volledig te behouden.
Stereo Digitale Functie voor program-
meerbaar bas management van de lage frequenties tussen de hoofd luidsprekers en de subwoofer.
Analoge A/V Ingangen op de voorzijde.
Digitale ingangen op de voorzijde voor
gemakkelijk aansluiten van draagbare digitale apparatuur en de nieuwste videospelletjes.
Verbindt een geschikte Apple
®
iPod®met de Harman Kardon (extra) voor laden, weergave en besturing.
Alle ingangen kunnen benoemd worden
(uitgezonderd tuner).
Talloze digitale ingangen en uitgangen.
In-beeld menu- en displaysysteem met
keus uit blauwe of zwarte achtergrond.
Instelbare A/V Sync vertraging voor elke
ingang zorgt voor lipsynchrone digitale programma’s en video-opnamen.
6-Kanalen directe ingang voor gebruik
van toekomstige audioformaten
Uitgebreide laagprocessing, inclusief
drie afzonderlijke wisselfiltergroepen.
Afstandsbediening met ingebouwde
codes.
** Compatibel met alle iPod typen voorzien van een dock-aansluiting inclusief derde generatie 'klikwiel' en latere modellen. Niet compatibel met iPod
'shuffle' modellen. Hoewel alle iPod 'photo' modellen compatibel zijn, kunnen beelden die op iPods zijn opgeslagen niet worden weergegeven.
NEDERLANDS
INLEIDING 3
Veiligheid
WAARSCHUWING
KANS OP ELEKTRISCHE
SCHOKKEN. NIET OPENEN
LET OP: VERMIJD HET RISICO VAN ELEKTRISCHE SCHOKKEN. OPEN NOOIT ZELF DE BEHUIZING. IN HET APPARAAT BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN DIE DOOR DE GEBRUIKER ZELF KUNNEN WORDEN ONDERHOUDEN, GEREPAREERD EN/OF VERVANGEN. LAAT ONDERHOUD EN REPARATIE OVER AAN GEKWALIFICEERDE TECHNICI.
WAARSCHUWING: VERKLEIN BRANDGEVAAR EN DE KANS OP ELEKTRISCHE SCHOKKEN; STEL HET APPARAAT NIET BLOOT AAN REGEN OF VOCHT.
Het symbool van de bliksemschicht met pijlpunt en een gelijkzijdige driehoek waarschuwt de gebruiker voor de aan­wezigheid van ongeïsoleerde gevaarlijke voltages binnen in de behuizing van het apparaat. Deze voltages kunnen elek­trische schokken veroorzaken.
Het uitroepteken in een gelijkzijdige driehoek waarschuwt de gebruiker voor de aanwezigheid van belangrijke infor­matie aangaande onderhoud en service in de gebruiksaanwijzing.
Belangrijke veiligheidsinformatie
in uw omgeving, raadpleeg dan eerst uw leverancier voordat het apparaat met het lichtnet
LEES DIT VOORDAT U HET APPARAAT IN GEBRUIK NEEMT
Installeer dit apparaat niet in een afgesloten ruimte zoals een kast of iets dergelijks - en achterzijde minimaal 10 cm ruimte vrij. Houd het apparaat uit direct zonlicht, uit de buurt van warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of koude.
Vermijd opstelling op een plaats waar er iets op kan vallen of het apparaat kan worden blootge­steld aan lekkende of spattende vloeistoffen. Zet de volgende dingen nooit op de tuner:
– Brandende objecten (b.v. kaarsen) daar dat
brand kan veroorzaken, het apparaat kan beschadigen en tot letsel kan leiden.
– Vazen met vloeistof die om kunnen vallen en zo
elektrische schokken kunnen veroorzaken en het apparaat beschadigen.
Dek het apparaat niet af met kranten, een tafel­kleed of iets anders dat de ventilatie belemmert. Doordat de temperatuur in het inwendige dan oploopt, kan brand ontstaan en letsel worden toegebracht.
Stel het apparaat op in de nabijheid van een stop­contact waar de stekker gemakkelijk te bereiken is.
Dit apparaat voert stroom zolang het met het lichtnet is verbonden, ook wanneer het is uitge­schakeld. Die toestand noemen we standby en daarin wordt slechts een minimale hoeveelheid stroom opgenomen.
WAARSCHUWING OM HET RISICO OP BRAND OF ELEK­TRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN HET APPARAAT NOOIT BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
Controleer netspanning voor gebruik
Uw nieuwe AVR is ontworpen voor gebruik met 220 - 240 volt wisselspanning. Sluit u de receiver op een andere netspanning aan dan waarvoor deze is bedoeld, dan kan dit gevaarlijk zijn en zelfs brand ontstaan. Bovendien kan de receiver hier door beschadigd worden.
Heeft u vragen heeft over de juiste netspanning voor dit specifieke model of over de netspanning
verbindt.
Gebruik geen verlengsnoeren
Gebruik het apparaat alleen met het vaste net­snoer. Het gebruik van verlengsnoeren met dit product wordt afgeraden. Leg, net als bij andere elektrische apparaten, het netsnoer niet onder vloerbedekking of tapijten en zet er geen zware voorwerpen op. Een beschadigd netsnoer onmid­dellijk door een erkende technische dienst laten vervangen door een exemplaar dat aan de fabrieksspecificaties voldoet.
Ga voorzichtig met het netsnoer om
Wanneer u het netsnoer uit het stopcontact neemt, trek dan altijd aan de stekker en niet aan het snoer. Wanneer het apparaat voor langere tijd niet zal worden gebruikt, neem dan de stekker uit het stopcontact.
Open de behuizing niet
In dit product bevinden zich geen onderdelen die door de gebruiker gerepareerd kunnen worden. Bij het openen van de behuizing kunt u een schok oplopen en wijzigingen aan het product zullen de garantie ongeldig maken. Mocht water of een metalen voorwerp zoals een paperclip, een nietje of iets dergelijks in het apparaat terechtkomen, neem dan de stekker direct uit het stopcontact en raadpleeg een erkende reparateur.
Opstelling
Plaats het apparaat, om een goede werking te
verzekeren en risico’s te vermijden, op een ste­vige en vlakke ondergrond. Zet u het apparaat op schap, controleer dan of het schap en de steunen het gewicht kunnen dragen.
Zorg ervoor dat er voldoende ruimte is voor
ventilatie rond het apparaat. Plaatst u dit product in een kast of andere gesloten ruimte, controleer dan of er voldoende lucht in de kast circuleert. In sommige gevallen kan een ventila­tor nodig zijn.
Plaats het apparaat niet op een tapijt of een
dergelijke ondergrond, daar dan de ventilaties­leuven worden afgesloten.
Gebruik het apparaat niet op extreem hete of
koude plaatsen, op een plaats waar het bloot­staat aan direct zonlicht, of in de nabijheid van een verwarming.
4 VEILIGHEID
Plaats het apparaat niet in een vochtige of stof-
fige omgeving.
Zorg ervoor dat de ventilatiesleuven in de
bovenzijde van het apparaat vrij blijven en plaats er geen voorwerpen op.
Vanwege het gewicht van de AVR 147 en de
warmte die de versterkers ontwikkelen, bestaat de kans dat de rubber inleg van de pootjes van het apparaat op sommige houten of fineer ondergronden afdrukken achterlaten.Wees voorzichtig met het opstellen van de receiver op een zacht houten ondergrond, dan wel op materiaal dat door zware objecten of warmte kan worden beschadigd. Sommige materialen zijn heel gevoelig en absorberen deze afdruk­ken, iets waar Harman Kardon geen invloed op heeft, zoals de soort afwerking, de gebruikte reinigingsmiddelen en normale warmte en tril­lingen tijdens het gebruik van het product, en andere factoren. Wees daarom voorzichtig bij het kiezen van de juiste plaats voor de receiver, daar dit soort zaken niet onder de garantie valt.
Schoonmaken
Maak het apparaat zonodig schoon met een schone, zachte en droge doek. Indien nodig kunt bevochtigt u een zachte doek met lauw sop en daarna met een doek met schoon water. Droog het apparaat onmiddellijk af met een droge doek. Gebruik NOOIT benzeen, reinigingsmiddelen met drijfgassen, verdunner, alcohol of andere vluchti­ge middelen. Gebruik geen schuurmiddelen, want deze kunnen de afwerking van metalen onderde­len beschadigen. Vermijd het gebruik van insecti­ciden in de buurt van dit apparaat.
Verplaatsen
Alvorens het apparaat te verplaatsen controleren of alle verbindingen met andere apparaten losgenomen zijn en dat de stekker van het apparaat zelf uit het stopcontact genomen is.
Uitpakken
De doos en overig verpakkingsmateriaal dat gebruikt werd om uw nieuwe receiver tijdens trans­port te beschermen zijn speciaal ontworpen om schokken en trillingen te absorberen.Wij adviseren u de doos en het verpakkingsmateriaal te bewaren voor het geval u gaat verhuizen of als het apparaat ooit gerepareerd zou moeten worden.
Om de omvang van de doos te verkleinen kunt u
deze plat maken. Dit doet u door het plakband op de bodem helemaal los te maken en de doos plat te drukken. De kartonnen hulpstukken kun­nen op dezelfde manier worden bewaard. Verpakkingsmateriaal dat niet samengedrukt kan worden kan in een plastic zak worden bewaard.
Wilt u het verpakkingsmateriaal niet bewaren, is het goed te weten dat de doos en het overige verpakkingsmateriaal gerecycled kunnen worden. Denk aan het milieu en lever dit materiaal in op de daarvoor aangewezen plaats.
Vergeet niet de plastic beschermingsfolie van de display te verwijderen. Deze folie kan de werking van de afstandsbediening negatief beïnvloeden.
Bedieningsorganen
DIGITAL LOGIC 7
VID 1
DVD
CD
TAPE
VID 2
VID 3
PRO LOGIC
3 STEREO
HEADPHONE
DSP
SURR. OFF
Hoofd Netschakelaar
1
Systeemschakelaar
2
Lichtnetindicatie
3
Hoofdtelefoonuitgang
4
Surround Functie Groep Keuze
5
Luidsprekerkeuze
6
Insteltoetsen
7
Klankregeling in/uit
8
Surround Functiekeuze
9
1
Netschakelaar: druk op deze toets om de AVR in te schakelen. Is de schakelaar ingedrukt, dan staat het apparaat in standby, wat wordt aangegeven door de oranje LED
3
. Wanneer deze toets NIET ingedrukt is, werkt het apparaat niet. Om het apparaat geheel uit te schakelen en ook de afstandsbediening te blokkeren, deze schakelaar indrukken zodat deze naar buiten komt en het woord ‘OFF’ (uit) op de bovenzijde van de schakelaar zichtbaar wordt.
Opmerking: Laat deze schakelaar normaal gesproken in de positie ON (aan) staan.
2
Standby: wanneer de netschakelaar ingedrukt is, drukt u op deze toets om de AVR i n te schakelen. Druk deze knop opnieuw in om het apparaat uit (standby) te schakelen. De lichtnetindicatie
3
wordt blauw als het
1
apparaat aan staat.
Afstemmen
)
FM/MG
!
Instellen
@
Voorkeurposities
#
Luidspreker/Kanaal Indicatie
$
Ingangskeuze
%
RDS functies
^
Vertraging
&
Digitale ingang 3 optisch
*
3
Lichtnetindicatie: licht oranje op tijdens standby, als teken dat het apparaat gereed is voor gebruik. Ingeschakeld licht deze blauw op.
4
Hoofdtelefoonuitgang: sluit hierop een hoofdtelefoon aan om ongestoord te kunnen luisteren. Gebruik een hoofdtelefoon met een standaard 6,3 jackplug. Zodra de hoofdtelefoon wordt aangesloten, worden de luidsprekers uitgeschakeld.
Bij het configureren van uw systeem met EzSet/EQ wordt de kalibratie microfoon hierop aangesloten
4
via de bijgeleverde adapter die de kleine miniplug van de microfoon in een 1/4" jackplug omzet.
Surroundfunctie indicaties
(
Digitale ingang 3 coax
Ó
Video 3 ingang
Ô
Ingangsindicaties
Display
Ò
Sensor afstandsbediening
Ú
Digitale ingangskeuze
Û
Kanaalkeuze
Ù
Volume
ı
5
Surround groep: indrukken om de eerste groep surround functies te kiezen. Telkens wan­neer u drukt wordt de volgende groep gekozen in deze volgorde: Dolby functies DTS Digital functies DSP functies Stereo functies Logic 7 functies, enz.
Na het indrukken verschijnt de naam van de gewenste surround functiegroep in de Onderste
Displayregel Functiekeuze
Ò
en dan drukt u op Surround
9
om door de beschikbare func­ties te schakelen. Druk hier bijvoorbeeld op om de gewenste Dolby functie te kiezen en druk dan op Surround Functiekeuze lende opties te kiezen.
6
Luidsprekerkeuze: kiest de luidsprekers
9
om de verschil-
die in uw kamer worden gebruikt. Zie pagina 17 voor meer informatie over installatie en configuratie.
NEDERLANDS
BEDIENINGSORGANEN 5
Bedieningsorganen
7
Insteltoetsen: bij het vastleggen van de configuratie kiest u met deze toetsen uit de beschikbare mogelijkheden die in de display worden aangegeven.
8
Klankregeling in/uit: de klankregeling en balans worden ingeschakeld door deze toets in te drukken. De indicatie
display
Ò
hoge tonen en balans kan het signaal naar de luidsprekers worden gecorrigeerd. Staat de indi­catie
TONE OUT in de display, dan wordt het
signaal ‘recht’ weergegeven.
9
Surround Functiekeuze: indrukken om te kiezen uit de beschikbare surround functies voor de gekozen functiegroep. De specifieke functies kunnen verschillen op basis van het aantal beschikbare luidsprekers, de functiegroep en of het om een analoge of een digitale bron gaat. Druk bijvoorbeeld op Surround Functie Groep
Keuze
5
om een functiegroep te kiezen als Dolby of Logic 7 en dan op deze toets om de beschikbare functies te zien. Voor meer informa­tie omtrent functiekeuze, zie pagina 30.
)
Afstemmen: druk op de linkerzijde van de toets om naar een lagere frequentie te gaan, of op de rechter zijde om naar een hogere frequen­tie te gaan. Wordt een zender met een sterk signaal gevonden dan verschijnt
TUNED of AUTO TUNED in de display
(met de hand afgestemd of automatisch afge­stemd). Zie pagina 41 voor meer informatie over afstemmen.
!
FM/MG keuze: druk op deze toets om tuner als bron van de AVR te kiezen. Na eenmaal indrukken hoort u de laatst gebruikte zender; nogmaals indrukken schakelt heen en weer tus­sen AM (= MG) en FM. Houd de toets vast om te schakelen tussen stereo en mono, handafstem­ming en automatische afstemming. Zie pagina 41 voor nadere informatie.
@
Instellen: regelt het instellen en configure­ren van de in de display ling, die dan in het geheugen van de AVR wordt opgeslagen.
#
Voorkeurposities: druk op deze toetsen om voor- of achteruit door het overzicht van de voorkeurzenders te schakelen. Zie pagina 41 voor nadere informatie.
TONE IN verschijnt in de
en met de regelaars lage tonen,
MANUAL
Ò
aangegeven instel-
Ò
Ò
$
Luidspreker/kanaal functie: geeft aan welke luidspreker voor elk kanaal gekozen is, of de configuratie van het binnenkomende signaal. De indicaties voor de luidsprekers links, centrum, rechts, links surround en rechts surround bestaan uit drie hokjes, terwijl de subwoofer een enkel hokje is. Het middelste hokje licht op wanneer een ‘kleine’ luidspreker is gekozen, de buitenste twee wanneer een grote luidspreker is gekozen. Brandt geen enkel hokje voor de kanalen cen­trum, surround of subwoofer, dan zijn er voor die posities geen luidsprekers gekozen. Zie pagina 23 voor nadere informatie over het configureren van de luidsprekers. De letter in het middelste hokje geeft een actief kanaal aan. Voor standaard analoge bronnen zullen alleen L en R oplichten, wat een stereobron aangeeft. Gaat het om een digitale bron dan geven de indicaties aan welke kanalen op de digitale ingang worden ontvan­gen. Een knipperende letter geeft een onder­broken digitaal signaal aan. Zie pagina 35 voor nadere informatie over deze indicaties.
%
Ingangskeuze: druk één of meermaals op deze toets om een andere bron te kiezen.
^ RDS functie: indrukken om de verschillende boodschappen van het RDS-systeem van de AVR tuner op te roepen. Zie pagina 42 voor nadere informatie over RDS.
&
Vertragingstijd: druk op deze toets om een vertragingstijd in te stellen. Zie pagina 26 voor nadere informatie over vertragingstijden.
*
Digitale ingang 3 optisch: sluit de opti­sche digitale audio uitgang van een audio of video product hierop aan. Wordt de ingang niet gebruikt zorg dan dat de ingang met het dopje is afgedekt om te voorkomen dat er stof in de ingang komt.
(
Surroundfunctie indicaties: de huidige bron verschijnt als één van de indicaties. Denk er aan dat bij het inschakelen van de AVR alle mogelijke functies kort oplichten, waarop naar normaal gebruik wordt overgeschakeld en alleen de actieve functie verlicht blijft.
Ó
Digitale ingang 3 coax: wordt gewoonlijk gebruikt voor het aansluiten van draagbare digitale audio apparaten, videospelletjes en andere producten die een coax digitale aansluiting hebben.
Ô
Video 3 ingang: deze audio/video aan­sluitingen kunnen gebruikt worden als tijdelijke verbinding met videospelletjes of draagbare audio/video apparaten zoals camcorders en draagbare audio spelers.
Ingangsindicatie: de gekozen bron licht op. Denk er aan dat bij het inschakelen van de AVR alle mogelijke functies kort oplichten, waarop naar normaal gebruik wordt overgeschakeld en alleen de actieve functie verlicht blijft.
Ò
Display: in de display worden aanwijzingen en in de display verschijnen aanwijzingen en indi­caties die helpen het apparaat te bedienen.
Ú
Sensor afstandsbediening: deze sensor ontvangt de bevelen van de afstandsbediening. Richt de afstandsbediening hierop en zorgt dat de sensor niet geblokkeerd wordt, tenzij een externe sensor is aangesloten.
Opmerking: wanneer /DMP is gekozen als ingang, licht geen Ingangsindicatie
DMP/THE BRIDGEI SCONNECTED
(DMP/Bridge is aangesloten) loopt over de bovenste regel van de Display naam van de bron heeft veranderd; in dat geval verschijnt de nieuwe naam. Zie pagina 19 voor nadere informatie over het benoemen van ingangen.
Û
Digitale ingangskeuze: druk op deze toets om te kiezen tussen de optische digitale ingangen. Zie pagina 18 en 33 en verder voor meer informatie over digitale audio.
Ù
Kanaalkeuze: indrukken om de verschillen­de kanalen in te stellen met behulp van een exter­ne audiobron. Voor meer informatie over het instellen van de uitgangsniveaus, zie pagina 38.
ı
Volume: draai deze knop naar rechts om het niveau te verhogen, of naar links om het niveau te verlagen. Mute (geluid uit) wordt automatisch opgeheven zodra de volumeregelaar wordt verdraaid.
Ò
tenzij u de
en coax
op.
6 BEDIENINGSORGANEN
Aansluitingen
MG antenne
FM antenne
Tape-ingang
Tape-uitgang
Subwoofer uitgang
DVD audio-ingang
CD ingang
Video 1 audio-uitgang
 
6-Kanalen directe-ingang
Digitale audio-uitgang
Opmerking: om het aansluiten van de ver­schillende verbindingen voor meerkanaals in­en uitgangen en de luidsprekers gemakkelijk te maken, zijn alle aansluitingen van een kleuren­code voorzien, overeenkomstig de nieuwste CEA standaard: Front Links Wit Front Rechts: Rood Centrum: Groen Surround Links: Blauw Surround Rechts: Grijs Surround Achter Links: Bruin Surround Achter Rechts: Tan Subwoofer (LFE): Paars Digitaal Audio: Oranje Composiet Video: Geel Component Video ‘Y’: Groen Component Video ‘Pr’: Rood Component Video ‘Pb’: Blauw
DMP aansluiting
TV/monitor uitgang
DVD video-ingang
Front Luidsprekers Uitgangen
Centrum Luidspreker Uitgang
Surround Luidsprekers Uitgangen
Geschakelde lichtnetuitgang
Video 1 audio-ingang
Netsnoer
Video 2 Component video-ingang
Component video-uitgang
Video 1 component-ingang
MG-antenne: sluit hierop de bijgeleverde MG raamantenne aan. Wordt een externe MG­antenne gebruikt, sluit die dan aan conform de daarbij gevoegde aanwijzingen.
FM-antenne: sluit hierop de bijgeleverde FM-antenne aan, of een buitenantenne, dan wel een kabelsysteem.
Tape-ingang: verbind deze ingangen met de Play/Out uitgangen van een audiorecorder.
Tape-uitgang: verbind deze uitgangen met de Record/In ingangen van een audiorecorder.
Subwoofer uitgang: verbind deze uitgang met de lijningang van een actieve subwoofer. Bij gebruik van een losse subwooferversterker wordt deze uitgang met de ingang van die versterker verbonden.
DVD audio-ingang: verbind deze ingang met de analoge audio uitgang van een DVD­speler of een andere audiobron.
Video 2 audio-ingang
Coax digitale ingangen
Video 2 video-ingang
Video 1 video-uitgang
Video 1 video-ingang
Optisch digitale ingangen
RS-232 Seriële Poort
RS-232 Functie
RS-232 Reset
HDMI Ingang
HDMI Uitgang
CD Ingang: verbind deze ingang met de analoge audio uitgang van een compact disc speler of CD-wisselaar of een andere audiobron.
Video 1 audio uitgang: verbind deze uitgangen met de Record/Input ingangen van een VCR.
verbind bij uitgeschakelde AVR 147 het ene einde van de extra Harman Kardon met de daarvoor bestemde aansluiting en de andere zijde met een geschikte Apple iPod. Wordt nu Digital Media Player als bron gekozen, dan ver­schijnt de besturing en navigatie van de iPod in het beeldscherm (indien aangesloten op de
Video Monitor Uitgang
onderste regel van de Display iPod navigeren en nummers voor weergave kiezen met plus de loopwerktoetsenPop de afstands­bediening van de AVR. Zie pagina 37 voor nadere informatie.
Digital Media Player (DMP):
en de bovenste en
Ò
. U kunt de
⁄/¤/‹/›
DE
en Set
F
NEDERLANDS
AANSLUITINGEN 7
Aansluitingen
6-Kanaals directe ingang: deze ingangen worden gebruikt voor het aansluiten van DVD-Audio of SACD spelers met discrete analoge uitgangen.
Digitale audio-uitgang: verbind deze uitgangen met de digitale ingang van een digitale recorder zoals een CD-recorder of een MiniDisc recorder.
Video Monitor Uitgang: verbind deze aansluiting met de composiet en/of S-Video ingang van een TV of monitor of videoprojector om de in-beeld menu’s te kunnen zien, plus de met de videoschakelaar op de AVR gekozen standaard video of S-Video bron.
DVD video-ingang: verbind deze ingangen met de composiet of S-video uitgangen van een DVD-speler of andere videobron.
Front Luidsprekers Uitgangen: verbind deze uitgangen met de juiste + en – aansluitin­gen van de linker en rechter luidspreker. Overeenkomstig de nieuwe CEA kleurcode is de witte aansluiting de positieve + aansluiting die verbonden wordt met de rode + aansluiting van de Front Links luidspreker, conform de oude codering. De rode aansluiting is de positieve + aansluiting die verbonden wordt met de rode positieve + van de Front Rechts luidspreker. Verbind de zwarte – aansluitingen van de AVR met de zwarte – van de luidsprekers. Zie pagina 13 voor nadere informatie over luidsprekerpolariteit.
Centrum Luidspreker Uitgang: verbind deze uitgang met de juiste + en – aansluitingen van de centrum luidspreker. Overeenkomstig de nieuwe CEA kleurcode is de groene aansluiting de positieve + aansluiting die verbonden wordt met de rode + aansluiting van de Centrum luid­spreker, conform de oude codering. Verbind de zwarte – aansluiting van de AVR met de zwarte – van de centrum luidspreker. Zie pagina 13 voor nadere informatie over luidsprekerpolariteit.
Surround Luidspreker Uitgangen:
verbind deze uitgangen met de juiste + en – aansluitingen van de surround luidsprekers. Overeenkomstig de nieuwe CEA kleurcode is de blauwe aansluiting de positieve + aansluiting die verbonden wordt met de rode + aansluiting van de Surround Links luidspreker, conform de oude codering. De grijze aansluiting is de positieve + aansluiting die verbonden wordt met de rode positieve + van de Surround Rechts luidspreker. Verbind de zwarte – aansluitingen van de AVR met de zwarte – van de surround luidsprekers. Zie pagina 13 voor nadere informatie over luid­sprekerpolariteit.
Geschakelde lichtnetuitgang: voor het voeden van andere apparaten, die dan tegelijk met standby ingeschakeld.
Opmerking: het totale opgenomen vermogen van alle op de Lichtnetuitgang apparaten mag niet meer bedragen dan 50 W.
Video 1 audio-ingang: verbind deze aan­sluitingen met de PLAY/OUT audio-uitgangen van een TV of een andere audio- of videobron.
Netsnoer: verbind de stekker met een ongeschakeld stopcontact.
Video 2 Component Video Ingang: ver­bind de Y/Pr/Pb component video uitgang van de HDTV settop converter, satellietontvanger of andere videobron met de component aansluitin­gen van dat apparaat.
Monitor Component Video Uitgang: sluit deze uitgangen aan op de component video­ingangen van een videoprojector of –monitor. Wanneer een bron, aangesloten op een van de twee Component video-ingangen wordt geselecteerd dan zal het signaal naar deze aansluitingen gestuurd worden.
Video 1 component ingang: sluit de Y/Pr/Pb component video-uitgangen van een DVD-speler aan op deze aansluitingen.
Opmerking: alle component ingangen/uitgan­gen kunnen ook voor RGB-signalen worden gebruikt op dezelfde wijze als beschreven voor de Y/Pr/Pb-signalen en verbonden met de aan­sluitingen van de overeenkomstige kleur. RGB­verbinding is niet mogelijk wanneer de bron een afzonderlijk sync-signaal afgeeft (zie pagina 15).
Video 2 Audio Ingang: verbind deze aan­sluitingen met de PLAY/OUT audio-uitgangen van een tweede VCR of een andere audio- of videobron.
2
op de AVR worden
aangesloten

,
Coax Digitale Ingangen: verbind de coax digitale uitgang van een DVD-speler, HDTV ont­vanger, de uitgang van een geschikte geluids­kaart voor MP3 files of streams, LD-speler, MD­speler of CD-speler met deze ingangen. Het signaal kan een Dolby Digital, DTS, 2-kanaals MPEG1 signaal zijn, dan wel een standaard PCM digitale bron. Verbind geen RF digitale uitgang van een LD-speler met deze ingangen.
Video 2 video-ingang: verbind deze ingan­gen met de PLAY/OUT composiet of S-video uit- gangen van een tweede VCR of andere video­bron.
Video 1 video-uitgang: verbind deze uitgangen met de RECORD/INPUT composiet of S-video ingang van een VCR.
Video 1 video-ingang: verbind deze ingangen met de PLAY/OUT composiet of S-video uitgangen van een TV of andere videobron.
Optisch digitale ingangen: verbind de optisch digitale uitgang van een DVD-speler, HDTV ontvanger, de uitgang van een geschikte geluidskaart voor MP3 files of streams, LD-speler, MD-speler of CD-speler met deze ingangen. Het signaal kan een Dolby Digital, DTS, 2-kanaals MPEG1 signaal zijn, dan wel een standaard PCM digitale bron.
RS-232 Seriële Poort: deze speciale aan­sluiting kan worden gebruikt met uw personal computer voor het geval dat Harman Kardon in de toekomst een nieuwe software upgrade voor de receiver aanbiedt.
RS-232 Functie: druk deze toets alleen in bij het opwaarderen (upgraden) van de AVR 147. In alle andere gevallen niet ingedrukt laten.
RS-232 Reset: deze toets wordt uitsluitend gebruikt bij het opwaarderen van de software. Een standaard reset wordt uitgevoerd door de toets Tone ( vast te houden.
van videobronnen met een DVD-speler, settop box of HDTV tuner op één van deze aansluitin­gen.
uitgang met de HDMI ingang op een geschikte van HDMI voorzien videoscherm.
Opmerking over videoverbindingen: bij het aansluiten van een video-apparaat zoals een VCR, DVD-speler, satellietontvanger, kabel settop box, personal videorecorder of een videospelletje op de AVR 147, kunt u de composiet of S-video aansluiting gebruiken, maar niet beide tegelijk.
8
– klankregeling) in te drukken en
HDMI Ingangen: verbind de HDMI uitgang
HDMI Uitgang: verbind deze geschikt
8 AANSLUITINGEN
Afstandsbediening
0
Standby
1
IR-zender
2
Programma Indicatie
3
Inschakelen
4
Ingangskeuze
5
AVR-keuze
6
MG/FM keuze
7
6-Kanaals Directe Ingang
8
Testsignaal
9
Sluimerfunctie
A
Surroundfunctie
B
Nachtfunctie
C
Kanaalkeuze
⁄/¤
D E F G H I J K L M N O P Q                
toetsen
toets Instellen Digitale keuze Cijfertoetsen Tunerfunctie Directfunctie Afstemmen hoger/lager In-beeld display/info (OSD) Dolby Functie DTS Digital Functie Logic 7 Functie Loopwerktoetsen Klankregeling Volgende/vorige Stereo Functie DTS Neo:6 Functie Macro's RDS-functie Voorkeuze hoger/lager Wissen Geheugen Vertraging/Voorgaande zender
toets Luidsprekerkeuze Muting Volume hoger/lager
DMP Functie TV/Video Keuze Dimmer
NEDERLANDS
Opmerking: de hier gebruikte functienamen
slaan op de voor de AVR gebruikte functies. De meeste toetsen hebben meerdere functies wan­neer de afstandsbediening voor andere appara­ten wordt gebruikt. Zie pagina 46-47 voor een overzicht van deze functies.
AFSTANDSBEDIENING 9
Afstandsbediening
Belangrijk: De afstandsbediening van de
AVR 147 kan geprogrammeerd worden voor het besturen van maximaal zeven apparaten, inclusief de AVR. Voordat u de afstandsbediening in ge­bruik neemt eerst de ingangskeuze
4
indruk­ken en het apparaat kiezen dat u wilt gebruiken. Af fabriek is de afstandsbediening van de AVR ingesteld op het bedienen van de AVR en de meeste Harman Kardon CD en DVD-spelers en cassettedecks. De afstandsbediening kan ook een reeks andere producten bedienen via de codes die al aanwezig zijn. Voordat u de afstandsbediening in gebruik neemt met andere producten, eerst de aanwijzingen op pagina 50-51 over het program­meren van bevelen uitvoeren.
Aan veel toetsen van de afstandsbediening kun­nen functies toegewezen worden die afhankelijk zijn van het product dat met de ingangskeuze
4
geactiveerd is. Hier worden in de eerste plaats de functies van de afstandsbediening voor de AVR beschreven. Zie pagina 46-47 voor infor­matie over andere functies voor de toetsen van de afstandsbediening.
0
Standby: indrukken om de AVR of een aan­gegeven apparaat in standby te zetten.
1
IR-zender: richt dit op de sensor van de AVR bij het indrukken van een toets, zodat de infrarood signalen goed worden ontvangen.
2
Programma-Indicatie: deze driekleurige indicatie wordt gebruikt om u door het program­meren van de afstandsbediening te leiden. Zie pagina 43 voor informatie over het programme­ren van de afstandsbediening.
3
Inschakelen: druk op deze toets om de netspanning van het apparaat in te schakelen dat met de ingangskeuze
4
is gekozen, uitge-
zonderd Tape.
4
Ingangskeuze: door een van deze toetsen in te drukken gebeuren er drie dingen: staat de AVR niet aan, dan wordt deze ingeschakeld; dan wordt de bron gekozen overeenkomend met de ingedrukt toets, en tenslotte wordt de afstands­bediening omgeschakeld, zodat deze de gekozen bron bedient.
De toetsen DVD, TAPE en HDMI 1 worden gebruikt voor één van de volgende twee ingangsbronnen:
• De eerste keer dat op DVD wordt gedrukt, kiest u de bron die is verbonden met de DVD-ingang. De tweede maal kiest de bron die is verbonden met de CD-ingang.
• De eerste keer dat u op TAPE drukt wordt Tape als ingang gekozen. Een tweede maal indrukken kiest The Bridge als ingang.
• De eerste keer dat op HDMI 1 wordt gedrukt, kiest u de bron die is verbonden met de HDMI 1 ingang. De tweede maal kiest de bron die is ver­bonden met de HDMI 2 ingang.
Nadat u op deze toets gedrukt hebt, drukt u op
5
AVR-keuze
om de functies van de AVR met
de afstandsbediening te activeren.
5
AVR-keuze: hiermee schakelt u de afstandsbediening om, zodat deze de functies van de AVR bedient. Staat de AVR op standby, dan wordt deze ingeschakeld.
6
MG/FM keuze: druk op deze toets om de tuner van de AVR als bron te kiezen. Drukt u op deze toets terwijl de tuner al gekozen is, dan wordt omgeschakeld tussen MG en FM.
7
6-Kanaals Directe Ingang: druk op deze toets om het apparaat dat is aangesloten op de 6-Kanaals Directe Ingang is aangesloten.
8
Testsignaal: druk hierop om het configure­ren van de uitgangsniveaus van de AVR te starten. Zie pagina 23-24 voor nadere informatie over het kalibreren van de AVR.
9
Sluimerfunctie: sluimerfunctie: druk op deze toets om het apparaat in de sluimerfunctie te zetten. Na de in de display aangegeven tijd zal de AVR automatisch in standby gaan. Elke keer dat u op deze toets drukt zal de tijd veranderen in deze volgorde:
Houd de toets twee seconden ingedrukt om de sluimerfunctie uit te schakelen. Denk er aan dat deze toets ook gebruikt wordt om een ander kanaal te kiezen op TV,VCR en Sat ontvanger wanneer die bron is gekozen via de
Ingangskeuze
A
Surround Functie: druk op deze toets om
4
.
één van de surround functies HALL, THEATER te kiezen. Denk er aan dat afhankelijke van het type ingang niet altijd alle functies beschikbaar zijn. Zie pagina 34-35 voor meer informatie over de surround functies. Denk er aan dat deze toets ook gebruikt wordt om een zender af te stem­men op TV,VCR en Sat ontvanger wanneer die bron is gekozen via de Ingangskeuze
B
Nachtfunctie: schakelt de nachtfunctie in.
4
.
Bedoeld voor digitale bronnen en zorgt ervoor dat ook op laag volume de dialoog in het cen­trum kanaal verstaanbaar blijft. Zie pagina 36 voor nadere informatie.
C
Kanaalkeuze: hiermee activeert u het instellen van de uitgangsniveaus van de AVR met een externe bron. Na eenmaal op deze toets gedrukt te hebben kan met de toetsen
⁄/¤
D
het kanaal worden gekozen, waarna met
instellen
F
en dan opnieuw met de ⁄/¤het niveau kan worden ingesteld. Zie pagina 23-24 voor aanvullende informatie.
⁄/¤
D
toetsen: Deze multifunctionele toet­sen worden gebruikt om te wijzigen of door items in de in-beeld menu’s of de display te lopen en de configuratie in te stellen van digitale ingangen of de vertraging. Bij het wijzigen van een instelling drukt u eerst op de toets voor de functie of instelling die veranderd moet worden, bijvoorbeeld de Digitale Keuze
G
om een digitale ingang te wijzigen. Druk vervolgens op één van deze toetsen om door de beschikbare opties te schakelen of om de instelling te verho­gen of te verlagen. In de verschillende paragrafen die de functies behandelen wordt het gebruik van deze toetsen per functie toegelicht.
Wanneer de afstandsbediening van de AVR geprogrammeerd wordt op de codes van een ander apparaat, wordt deze toets ook gebruikt bij 'Automatisch zoeken'. Zie pagina 43 voor nadere informatie omtrent het programmeren van de afstandsbediening.
10 AFSTANDSBEDIENING
Afstandsbediening
E‹toets: om het menu-item of –instelling te wijzigen wanneer een menugestuurd apparaat (TV, VCR, DVD, enz.) is gekozen.
F
Instellen: deze toets wordt gebruikt om instellingen in het geheugen van de AVR op te slaan. Tevens voor het invoeren van de vertra­gingstijd, instelling van de luidsprekerconfiguratie en het uitgangsniveau van de zender.
G
Digitale keuze: druk op deze toets om een van de digitale ingangen Zie pagina 34 voor nadere informatie over het gebruik van de digitale ingangen.
H
Cijfertoetsen: met deze tien cijfertoetsen kan de frequentie van een radiozender of een programma op TV of satellietontvanger, dan wel een nummer op CD, DVD, of LD worden inge­voerd, afhankelijk van de gekozen bron en de programmering van de afstandsbediening.
I
Tunerfunctie: indrukken terwijl de tuner actief is om te kiezen tussen hand- of automati­sche afstemming. Ingedrukt verschijnt er in de onderste regel van de display
MANUAL (met de hand) en door op Af-
stemming
K)te drukken gaat de frequen-
tie in enkele stappen hoger of lager. Is FM geko­zen en staat in de display
AUTO (automatische afstemming)
Ò
te drukken omgeschakeld naar mono ontvangst en worden ook zwakke zenders hoorbaar. Zie pagina 41 voor meer informatie.
J
Directfunctie: indrukken wanneer de tuner actief is om de frequentie van een zender direct in te toetsen. Voer vervolgens met de cijfer-
toetsen
H
de frequentie in. Zie pagina 41
voor nadere informatie.
K
Afstemmen hoger/lager: wanneer de tuner in gebruik is gaat u met deze toetsen omhoog of omlaag in het gekozen afstembereik. Heeft u op Tunerfunctie
Afstembereik
AUTO in de display
tuner na het indrukken van één van de toetsen de tuner zoeken naar de eerstvolgende zender die met voldoende sterkte voor goede ontvangst binnenkomt. Verschijnt
Ò
dan zal worden afgestemd in enkelvoudige
stappen. Zie pagina 41 voor meer informatie.

te kiezen.
Ò
de aanwijzing
dan wordt door op deze toets
I
gedrukt, of
!
ingedrukt gehouden zodat
Ò
verschijnt, dan zal de
MANUAL in de display
L
In-beeld display/info: indrukken om
aanwijzingen in beeld te zien en te kiezen.
M
Dolby Functie: kies hiermee de gewenste Dolby Surround processor functie. Door in te drukken wordt beurtelings een van de functies Dolby Pro Logic II, Dolby 3 Stereo of Dolby Digital gekozen. Denk er aan dat de Dolby functie alleen beschikbaar is bij een digitale ingang en de andere functies alleen zolang geen Dolby Digital bron wordt gebruikt, uitgezonderd Pro Logic II met Dolby Digital 2.0 opnamen, zie opmerking op pagina 35-36. Zie pagina 35 over de beschik­bare Dolby surround functies.
N
DTS Digital Functie: wordt een DTS bron gebruikt dan kiest de AVR automatisch de juiste functie en zijn geen andere beschikbaar. Door op deze toets te drukken wordt alleen de gekozen functie aangegeven, afhankelijk van het afge­speelde surround materiaal en de luidsprekercon­figuratie.Wordt geen DTS bron gebruikt, dan heeft deze toets geen functie. Zie pagina 36 voor de beschikbare DTS opties.
O
Logic 7 Functie: druk op deze toets om één van de beschikbare Logic 7 functie te kiezen. Zie pagina 36 voor de beschikbare Logic 7 functies.
P
Loopwerktoetsen: deze toetsen hebben geen enkele functie voor de AVR, maar kunnen wel geprogrammeerd worden voor het voor­waarts/achterwaarts afspelen van een breed scala aan CD- of DVD-spelers, en audio- of videocassetterecorders. Zie pagina 43 voor aan­vullende informatie over het programmeren van de afstandsbediening.
Q
Klankregeling: met deze toetsen wordt de klankregeling – bas, hoog en balans – in- en uitgeschakeld.Wanneer deze toets is ingedrukt en
TONE IN (klankregeling in) verschijnt in de
DisplayÒdan zijn de instellingen voor bas,
hoog en balans actief en beïnvloeden het uitgangssignaal. Wordt de toets nogmaals ingedrukt dan verschijnt regeling uit) in de Display
TONE OUT (klank-
Ò
en wordt het
uitgangssignaal niet beïnvloed en is ‘recht’.
Volgende/vorige: deze toetsen hebben geen functie voor de AVR, maar worden afhanke­lijk van de programmering gebruikt voor CD, DVD, audio- of videorecorders om naar een volgend of voorgaand nummer te gaan.
Stereo Functieschakelaar: indrukken om een stereofunctie te kiezen. Verschijnt na indruk­ken
SURROUND OFF (surround uit) in de
Display
Ò
en blijft alleen Surr Off Surround
Functie
(
branden, dan staat de AVR in de passeerfunctie en wordt de volledig analoge tweekanalen links/rechts stereofunctie gebruikt zonder surround processing of bass manage­ment, dit in tegenstelling tot andere functies waarin digitale bewerking wordt toegepast. Verschijnt na indrukken
SURROUND OFF
(surround uit) in de DisplayÒen blijven zowel DSP als Surr Off Surround Functie(bran­den, dan is tweekanalen weergave gekozen en is het bass management actief.Verschijnt
SURROUND OFF in de display
Ò
dan hoort u stereoweergave aangevuld met de voordelen van bas management. Verschijnt tenslotte
5 CH STEREO dan wordt het stereosignaal
naar alle vijf de luidsprekers gevoerd, voorzover aanwezig. Zie pagina 20-21 voor meer informa­tie over stereoweergave.
DTS Neo:6 Functie: door op deze toets te drukken schakelt de AVR door de verschillende DTS Neo:6 functies, waarmee een vijfkanalen surround klankbeeld wordt gedestilleerd uit tweekanalen programmamateriaal (van een PCM­bron of een analoog ingangssignaal). De eerste keer dat u drukt wordt de laatst gebruikte DTS Neo:6 functie gebruikt en elke volgende maal kiest de volgende functie.
Macro's: druk op deze toetsen om een 'macro' op te slaan of op te roepen. Een macro is een vastgelegde reeks bevelen. Zie pagina 44 voor informatie over het opslaan en oproepen van macro's.
RDS-functies: indrukken om de verschil­lende informaties op te roepen die RDS op de AVR biedt. Zie pagina 42 voor nadere informatie over RDS.
Voorkeuze hoger/lager: bij gebruik van de tuner drukt u op deze toets om door het over­zicht van de geprogrammeerde zenders in het geheugen van de AVR te gaan. Is CD of DVD gekozen met de ingangskeuze
4
dan func­tioneert deze toets als vertraagd voor/achteruit (DVD) of +10 (CD, CDR).
Wissen: druk op deze toets om verkeerde instellingen te wissen wanneer u met de afstandsbediening de frequentie van de zender invoert.
NEDERLANDS
AFSTANDSBEDIENING 11
Afstandsbediening
Geheugen: indrukken om een zender in het geheugen van de AVR op te slaan. Twee streepjes knipperen rechts in de display u heeft dan vijf seconden om met de Cijfer-
toetsen
H
een positie voor het geheugen te
kiezen. Zie pagina 41 voor meer informatie.
Vertraging/Voorgaande zender: druk op deze toets om het instellen van de vertragingstijd in te stellen, die door de AVR bij surround ge­bruikt. Voer vervolgens de tijd in door op instel-
len
F
te drukken en dan met ⁄/¤D stellen. Druk nogmaals op instellenFom het proces af te ronden. Zie pagina 26 voor aanvul­lende informatie.
›-toets: indrukken om de menu-instelling of keuze te wijzigen nadat een menugestuurd apparaat (TV, VCR, DVD, e.a.) is gekozen.
Luidsprekerkeuze: indrukken om het Bass Management Systeem van de AVR te configure­ren op het door u gebruikte luidsprekersysteem. Vervolgens gebruikt u de
⁄/¤
toetsen Dom het kanaal te kiezen dat u wilt instellen. Druk op de insteltoets
F
en kies het luid­sprekertype (Large, Small of None – groot, klein of geen) overeenkomend met de gebruikte luid­spreker. Zie pagina 24 voor meer informatie.
Muting: druk hierop om het geluid van de AVR of de TV (afhankelijk van het apparaat dat gekozen is) tijdelijk uit te schakelen.Wanneer de afstandsbediening van de AVR geprogrammeerd is voor gebruik met een ander apparaat, kan deze toets samen met Ingangskeuze worden ingedrukt om het programmeren te activeren. Zie pagina 43 voor informatie over het programmeren van de afstandsbediening.
Volume hoger/lager: verhoogt of verlaagt
het afspeelniveau van het systeem.
4
Ò
en
in te
Bridge Digital media Player
(DMP) Functie: wanneer de van
Harman Kardon (extra leverbaar) is aangesloten op Digital Media Player (DMP)
en een geschikte Apple®iPod®is in de geplaatst, wordt met deze toets de iPod als audiobron voor de AVR 147 gekozen. Bovendien, wanneer een beeldscherm is aangesloten op een
Video Monitor
aansluiting, verschijnen ook de aanwijzingen van de iPod in beeld en op de bovenste en onderste regels van de Display De toetsen
⁄/¤/‹/›
DE
en Set
Ò
F
plus de loopwerktoetsenPkunnen worden gebruikt om de iPod te navigeren en de functies te activeren. Zie pagina 37 en de handleiding voor de Bridge en uw iPod voor nadere informatie.
TV/Video Keuze: deze toets heeft op de AVR geen functie, maar bij gebruik van een geschikte VCR, DVD of satellietontvanger met een TV/Video functie, schakelt deze toets tussen het signaal van de speler of receiver en de externe video input van de speler. Raadpleeg de handleiding van de speler of receiver voor details over deze functie.
Opmerking: door op een willekeurige toets te drukken zal de ingangskeuze
45
relevant voor de ingedrukte toets kort rood oplichten om het bevel te bevestigen, mits er een functie voor die toets is in combinatie met het gekozen appa­raat. Zie functieoverzicht op pagina 46-47.
Dimmer: indrukken om de dimmer te acti­veren waarmee de helderheid van de display kan worden verminderd, of geheel kan worden uitge­schakeld. Eenmaal indrukken laat de standaard instelling zien. Nogmaals indrukken voor 50% reductie van de helderheid en binnen vijf secon­den nogmaals indrukken schakelt de display geheel uit. Denk er aan dat deze instelling tijde­lijk is; ongeacht de gekozen instelling zal de dis­play bij het inschakelen van de AVR altijd op volle
.
sterkte oplichten. De blauwe verlichting rond
Lichtnetindicatie
3
blijft altijd op volle sterkte branden ongeacht de instelling om aan te geven dat de AVR aan staat.
12 AFSTANDSBEDIENING
Installeren en Aansluiten
Plaats het apparaat nadat het uitgepakt is op een stevige ondergrond en controleer of deze het gewicht kan dragen. Vervolgens dient het apparaat aangesloten te worden op de overige audio- en videoapparatuur.
Aansluiten audioapparatuur
Wij raden u aan uitsluitend signaalkabels van goede kwaliteit te gebruiken om achteruitgang van het signaal te voorkomen.
Het is een goede gewoonte om bij het maken of veranderen van de verbindingen tussen audio­apparatuur of luidsprekers altijd de stekker uit het stopcontact te nemen. Daarmee wordt voor­komen dat er onbedoeld een schakelpuls o.i.d. naar de luidsprekers gaat, waardoor deze beschadigd zouden kunnen worden.
1. Sluit de analoge uitgang van een CD-speler op de CD-ingang
aan.
Opmerking: als de CD-speler zowel een vaste als variabele audio-uitgang heeft, kunt u het beste de vaste uitgang gebruiken, tenzij het signaal om wat voor reden dan ook in niveau aangepast dient te worden aan dat van andere bronnen.
2. Verbind de analoge uitgangen PLAY/OUT van en cassettedeck, MD, CD-R of andere audiorecor­der met de tape ingang
. Verbind de analo-
ge ingangen RECORD/IN met de uitgangen
Tape uitgang
op de AVR.
3. Verbind de digitale uitgang van een digitale bron zoals een CD of DVD speler of wisselaar, videospelletje, digitale satellietontvanger, HDTV ontvanger of digitale settop box, dan wel de uit­gang van een geschikte computer geluidskaart met de Optisch of Coax Digitale Ingangen

. Wij raden u aan de coax digitale audio-uitgang van de DVD-speler te verbinden met Coax
Digital Audio Ingang
daar die ingang stan-
daard is toegewezen aan de DVD bron.
De Video 2/Kabel/Sat bronnen worden standaard met de Optisch Digitale Audiobron 1
ver­bonden. Wanneer uw kabeltelevisie settop-box of satellietontvanger is uitgerust met een optisch digitale audio-uitgang, raden we u aan dat u deze verbindt met deze ingang om te profiteren van hoogwaardige digitale audio (zoals PCM, Dolby Digital 2.0 of Dolby Digital 5.1 signalen uitgezonden via de kabel of satelliet).
4. Verbind de Coax of Optische digitale uit-
gangen
op de achterzijde van de AVR met de overeenkomstige digitale ingangen van een CD-R of MiniDisc recorder.
5. Installeer de bij het apparaat geleverde MG kamerantenne als hieronder aangegeven. Sluit deze aan op de schroefklemmen AM en GND
6. Sluit de bijgeleverde FM-antenne aan op FM (75 ohm) ingang
. De FM-antenne kan een externe dakantenne, een draadantenne binnens­huis zijn, of een aansluiting op het kabelsysteem. Als de antenne is aangesloten via een lintkabel van 300 ohm, dient een 300 ohm/75 ohm adapter gebruikt te worden.
7. Verbind bij uitgeschakelde AVR 147 de extra leverbare Harman Kardon naar
Digital Media Player (DMP)
Een geschikte Apple
®
iPod®kan in de worden geplaatst om als audiobron te worden gebruikt. Videomateriaal van de iPod kan niet via de AVR worden bekeken.
8. Sluit de luidsprekers aan op de front, centrum en surround luidsprekeruitgangen

Voor een optimale signaaloverdracht naar de luidsprekers, adviseren wij luidsprekerkabels van goede kwaliteit te gebruiken. Er zijn vele merken kabels leverbaar en de keuze van een kabel kan worden beïnvloed door de afstand tussen uw luidsprekers en de receiver, het type luidsprekers dat u gebruikt, uw persoonlijke voorkeur en andere factoren. Uw leverancier of installateur kan u helpen bij het kiezen van de juiste kabel. Een kabel met een doorsnede van 1,5 mm voor korte afstanden (minder dan 4 m) worden gebruikt. Wij raden aan om geen kabels met een doorsnede van 1 mm
2
of minder te gebruiken, vanwege vermogensverlies en de teruggang in prestatie die zich zal voordoen.
Kabel die door een muur gaat dient van een keur­merk voorzien te zijn, ten teken dat deze aan alle eisen voldoet. Wend u zonodig tot uw installateur of een erkend elektriciën die op de hoogte is van de plaatselijke bouwvoorschriften met vragen over kabel die door de muur wordt gevoerd.
Bij het aansluiten van de luidsprekerkabels op de juiste polariteit letten. Merk op dat de positieve (+) pool van elke luidsprekeruitgang een specifie­ke kleurcode draagt als aangegeven op pagina 9. De meeste luidsprekers maken echter gebruik van een rode aansluiting voor de plus (+). Verbind de zwarte negatieve (-) pool van de luidsprekers met de zwarte aansluitingen op de versterker.
.
2
.
kan
Opmerking: hoewel de meeste luidsprekerfabri­kanten zich houden aan de industriële standaard waarbij zwarte aansluitingen voor de negatieve draad en rode voor de positieve draad worden gebruikt, kunnen sommige fabrikanten van deze configuratie afwijken. Om een goede fase en opti­male prestaties te verzekeren, het typeplaatje op uw luidspreker of de handleiding van de luidspre­kers controleren op de polariteit.Als u niet weet wat de polariteit van uw luidspreker is, vraag dan uw leverancier om advies voordat u verder gaat met de aansluiting, of raadpleeg de fabrikant/ importeur van de luidsprekers.
Gebruik ook bij voorkeur identieke kabellengten voor het aansluiten van de luidsprekerparen. Gebruik bijvoorbeeld dezelfde lengte voor de luid-
.
sprekers linksvoor en rechtsvoor en voor surround links en surround rechts, ook als de luidsprekers op verschillende afstanden van de AVR staan.
9. De verbindingen naar de subwoofer worden gewoonlijk aangesloten via een lijnniveau audio aansluiting van de subwooferuitgang een subwoofer met een ingebouwde versterker. Als er een passieve subwoofer wordt gebruikt, gaat de uitgang naar een eindversterker, waarop dan één of meer subwoofers worden aangeslo­ten. Gebruikt u een actieve subwoofer zonder lijnniveau ingangen, lees dan de instructies die bij de luidspreker zijn gevoegd voor informatie over de aansluiting.
10. Verbind de 5.1 uitgangen van een meer­kanaals audiobron zoals een externe digitale processor/decoder, DVD-Audio of SACD speler, met de 6-Kanaals Directe Ingang
Aansluitingen van videoapparatuur
Videoapparatuur wordt op dezelfde manier aan­gesloten als audiocomponenten. Het gebruik van signaalkabel van goede kwaliteit is belangrijk voor het behoud van de signaalkwaliteit.
1. Verbind de audio- en video Play/Out uitgan- gen met de Video 2 ingangen achterzijde. De audio en video Record/In ingan- gen van de VCR worden verbonden met de
Video 1 uitgangen
2. Hoewel op deze ingang elke videobron kan worden aangesloten, raden we u aan de TV op de Audio 1 Audio/Video Ingang sluiten zodat u kunt werken met de voorgepro­grammeerde TV afstandsbedieningscodes voor de Video 1 positie. Om dezelfde reden raden u aan de videorecorder, kabel-TV converter of satellietontvanger op de
Video 2 Audio/Video Ingang
sluiten.
3. Verbind de analoge audio- en video-uitgangen van een DVD- of laserdiscspeler met de
DVD-ingang


.
van de AVR.


op de

aan te
.
met
NEDERLANDS
aan te
AFSTANDSBEDIENING 13
Installeren en Aansluiten
4. Verbind de digitale audio uitgangen van een CD- of DVD-speler, satellietontvanger, kabel- of HDTV-converter aan op de juiste Optische of Coaxiale digitale ingangen Onthoud dat de DVD-bron standaard op Coax
Digitale Ingang 1
standaard naar de analoge ingangen hoewel in principe elke digitale bron op elke digitale audio­ingang van de receiver kan worden toegewezen.
Opmerking: bij het aansluiten van een digitale kabelbox of een ander set-top tuner met digitale audio-uitgang, raden we u aan zowel de digitale als de analoge uitgangen daarvan op de AVR aan te sluiten. De ingebouwde audio omschakelfunc­tie van de AVR zorgt er dan voor dat er een ononderbroken audiosignaal is, doordat bij onderbreking van het digitale signaal of het niet beschikbaar zijn ervan op een bepaald kanaal, automatisch wordt omgeschakeld naar de analo­ge aansluitingen.
5. Verbind de Composiet en S-Video (indien S-Video wordt gebruikt) Monitor Uitgang op de achterzijde van de receiver met de com­posiet of S-Video ingang van de televisie of videoprojector.
6. Indien u DVD-speler en monitor beide component video aansluitingen hebben, sluit de component video uitgangen van de Video 1
Component Video Ingang
zelfs wanneer de component video-aansluitingen gebruikt worden, de audio-aansluitingen nog steeds gemaakt moeten worden op de analoge
DVD audio-ingangen
of Optische digitale ingangen
7. Wanneer een andere component videobron beschikbaar is, sluit u deze aan op de Video 2
Component Video Ingang
verbindingen voor deze bron dienen naast de
Video 2 Ingangen Optische Digitale Ingang
8. Indien de component video-ingangen gebruikt worden, sluit dan de Component video-
uitgangen
ingangen van uw TV, projector of weergave­apparaat.
9. Gebruikt u een camcorder, videospelletje of ander audio/video apparaat dat is zo nu en dan tijdelijk wordt aangesloten op de AVR, verbind de audio, video en digitale audio uitgangen van dat apparaat dan met de Front Ingangen
*ÓÔ
sloten apparaat wordt gekozen als Video 3 ingang en aangesloten op de digitale ingan-
gen
ingang. Zie pagina 18 voor nadere informatie over de configuratie van de ingangen.
10. Verbind de AVR met uw beeldscherm via één van onderstaande aansluitingen, ook wanneer u tevens een HDMI-verbinding gebruikt:
aan op de component video-
. Een op Video 3 ingangÔaange-
gekozen als 'Optisch 3' of 'Coax 3'

hoort. Alle andere gaan
of op de Coaxiale
of een andere Coax of

.
. Merk op dat

.
. De audio-
.
• Heeft u een beeldscherm met een component ingang (Y/Pr/Pb), gebruik dan de Component
Video Uitgang
• Heeft u een beeldscherm met geen digitale of component ingangen, verbind dan de Video
Monitor Uitgang
overeenkomstige ingang van het beeldscherm. Er is slechts één verbinding nodig; S-video geeft de beste kwaliteit.
.
op de AVR met de
HDMI Verbinding
HDMI™staat voor High-Definition Multimedia Interface wat snel de standaard wordt tussen hoogwaardige audio/video apparatuur en de monitor, vooral bij high-definition videosignalen. HDMI is een digitale verbinding zodat het niet nodig is signalen van digitaal naar analoog en weer terug te converteren.
Sommige bronnen of beeldschermen in uw sys­teem maken wellicht gebruik van DVI (Digital Video Interface) voor de digitale videoverbindin­gen. DVI voert dezelfde digitale signalen als HDMI maar maakt gebruik van een grotere con­nector en voert geen audio- en stuursignalen. In de meeste gevallen kunnen DVI en HDMI digita­le videoverbindingen door elkaar worden gebruikt, eventueel met de nodige verloopplug­gen. Denk er echter wel aan dat sommige van DVI voorziene beeldschermen niet geschikt zijn voor de HDCP kopieerbeveiliging die steeds vaker aanwezig is in signalen die via HDMI zijn verbonden. Bij gebruik van een HDMI bron en een DVI beeldscherm kan soms het beeld weg­vallen wanneer het beeldscherm geen HDCP ontvangt. Dat is geen fout van de AVR of de bron, maar het geeft aan dat het beeldscherm niet geschikt is.
De AVR is uitgerust met HDMI-omschakeling wat betekent dat direct gekozen kan worden uit één van beide HDMI-ingangen als bron voor het beeldscherm van uw systeem. Zo wordt het digi­tale signaal in zijn oorspronkelijke vorm behou­den en direct van de bron naar het beeldscherm gevoerd. Dat betekent echter ook dat de AVR geen toegang tot het signaal heeft en geen menu’s of in-beeld aanwijzingen aan het HDMI­signaal kan toevoegen, noch het audiosignaal kan bewerken dat deel uitmaakt van de HDMI­verbinding.
Daarom zijn de volgende verbindingen noodza­kelijk wanneer de AVR 147 wordt gebruikt met HDMI-bronnen:
• Verbind de HDMI-uitgang van een bron met
een HDMI-Ingang
• Verbind de HDMI-Uitgang
met een HDMI-ingang van uw beeldscherm.
• Verbind de bron via een optische of coax digi-
tale audio-uitgang met de AVR. De standaard verbinding is Coax 2 den met HDMI 1 bron verbonden met HDMI 2 analoge of digitale audiobron gebruiken in com­binatie met een HDMI-ingang maar als het afwijkt van de standaard combinatie, dient u
.
van de AVR
voor een bron verbon-
of Optisch 2voor een
. U kunt elke
ook de instelling van de ingang te wijzigen, als aangegeven op pagina 18.
Ook bij gebruik van HDMI-ingangen is het be-
langrijk dat een component, S-video of compo­siet videoverbinding wordt gemaakt tussen de AVR en uw beeldscherm. Dat is nodig om zowel de setup menu’s als de in-beeld aanwijzingen te kunnen zien, alsmede andere (niet-HDMI) video­bronnen. DE AVR 147 zet analoge videosignalen niet om naar HDMI.
• Alle component in- en uitgangen kunnen ook voor RGB signalen worden gebruikt, op dezelfde wijze als beschreven voor de Y/Pr/Pb signalen, en verbonden met de aansluitingen van over­eenkomstige kleur. Maar dat werkt alleen zolang de drie RGB video­signalen door de bron worden afgegeven, alleen met een sync signaal in het ‘G’ signaal, zonder een afzonderlijk sync signaal van de bron.
Scart A/V-aansluitingen
Voor alle hiervoor omschreven verbindingen gebruikt uw videoapparaat cinch-aansluitingen en/of S-video aansluitingen, zowel voor de audio- als de videosignalen: elk normaal video­apparaat (niet S-VHS of High 8) gebruikt voor alleen afspelen 3 cinch verbindingen; video­recorders voor afspelen en opnemen zelfs 6 cinch verbindingen. Alle S-video-apparaten (S-VHS, High 8) hebben 2 cinch (audio) en 1 S-video verbinding nodig voor afspelen, of 4 cinch (audio in/uit) en 2 S-video (video in/uit) verbindingen als het een videorecorder betreft.
Veel Europese videoapparaten zijn maar ten dele voorzien van cinch of S-video aansluitingen, niet voor alle audio- en video in- en -uitgangen die nodig zijn als eerder beschreven, maar via een zogeheten Scart of Euro-AV connector, een vrij­wel haakse plug met 21 pennen, zie afbeelding. In dat geval zijn de volgende scart/cinch-adap­ters of kabels nodig:
• Voor weergave van satellietontvangers, cam­corders, DVD- of LD-spelers, een adapter van scart naar 3 cinch pluggen, zie afbeelding 1 (normale videoapparaten), of van scart naar 2 cinch +1 S-video stekkers, zie afbeelding 4 (S-videoapparaten).
• HiFi-videorecorders hebben een adapter van scart naar 6 cinch pluggen nodig, zie afbeelding 2 (normale video), of van scart naar 4 audio + 2 S-video pluggen, zie afbeelding 5 (S-video VCR). Lees de instructies bij de adapter zorg­vuldig, om vast te stellen welke van de zes stekkers voor het opnamesignaal is (aansluiten op de uitgangen van de AVR) en welke voor het weergavesignaal van de videorecorder (aanslui­ten op de Ingangen van de AVR). Maak onder­scheid tussen audio- en videosignalen. Aarzel niet uw leverancier te raadplegen indien u twijfels heeft.
• Gebruikt u uitsluitend normale videoappara­ten, dan is voor de TV-monitor een adapter van 3 cinch pluggen naar scart nodig (zie afbeelding
3). Gebruikt u ook S-video apparaten, dan is een
14 AFSTANDSBEDIENING
Installeren en Aansluiten
extra adapter van 2 cinch +1 S-video plug naar scart nodig (afbeelding 6), verbonden met de scart-ingang van uw TV, geschikt voor S-video.
Alleen de videopluggen (de ‘gele’ cinch pluggen in afbeelding 3 en de S-video plug in afbeelding
6) worden aangesloten op de TV/Monitor
Uitgang
en het volume van de TV wordt
geheel teruggedraaid.
Belangrijke opmerking over adapterkabels
Wanneer de cinch aansluitingen van de adapter die u gebruikt gemarkeerd zijn, sluit de audio en video ingangspluggen dan altijd aan op de audio en video uitgangen van de AVR en om­gekeerd. Is dat niet het geval, let dan op de sig­naalrichting zoals die is aangegeven in boven­staande afbeeldingen en in de aanwijzingen bij de adapter. Heeft u twijfels, aarzel dan niet uw leverancier om inlichtingen te vragen.
Belangrijke opmerkingen over S-video
Alleen de S-video in/uit van S-video apparatuur mag verbonden worden met de AVR, NOOIT zowel de normale als de S-video aansluitingen, uitgezonderd de TV, zie punt 2. Wanneer beide aansluitingen gemaakt zijn zal alleen het S-Video signaal zichtbaar gemaakt worden.
Belangrijk bij gebruik van scart/cinch adapters
Wanneer videobronnen op de TV aangesloten zijn via een scartkabel worden naast de audio/videosignalen ook stuursignalen naar de TV gezonden. Met deze signalen werkt bijvoor­beeld de automatische bronkeuze, zodat de TV automatisch naar de juiste bron schakelt zodra de videobron wordt gestart. En bij DVD-spelers wordt de TV ook automatisch op 16:9 gescha­keld (met 16:9 TV’s of met 4:3 TV’s waarop het 16:9 formaat kan worden gekozen) en wordt de RGB videodecoder van de TV in/uitgeschakeld, afhankelijk van de instelling van de DVD-speler. Bij gebruik van een adapterkabel gaan deze signalen verloren en dient de TV met de hand op de juiste positie gezet te worden.
Opmerking over het RGB-signaal met SCART:
indien u een toestel gebruikt dat RGB-signalen op een SCART-uitgang (b.v. de meeste DVD­spelers doen dit) levert en u wilt dit RGB-signaal gebruiken, dan moet de SCART-uitgang recht­streeks op uw TV aangesloten worden. Hoewel de AVR driewegs-videosignalen kan schakelen (zoals component signalen Y/Pb/Pr), hebben TV’s aparte sync-signalen nodig naast RGB (ook met SCART) die niet additioneel door de AVR gescha­keld en geleverd kunnen worden.
RGB signalen kunnen alleen door de AVR geleid worden wanneer geen afzonderlijk synchroni­satie signaal nodig is (zie laatste opmerking bij Video Aansluiting op pagina 14).
scart/cinch adapter voor
richting: scart
scart/cinch adapter voor
opnemen en weergeven;
richting: scart cinch
cinch/scart adapter voor
richting: cinch →scart
richting: scart
richting: scart cinch
richting: cinch
Afbeelding 1:
weergave;
cinch
Afbeelding 2:
Afbeelding 3:
weergave:
Afbeelding 4:
scart/S-video adapter
voor weergave:
cinch
Afbeelding 5:
scart/S-video adapter
voor opname en
weergave:
Afbeelding 6:
scart/S-video adapter
voor weergave:
scart
Zwart
Geel
Rood
Rood
Zwart
S-video uit
1
Ook andere kleuren mogelijk, b.v. bruin en grijs
Lichtnetaansluiting
Lichtnetuitgangen
Dit apparaat is voorzien van twee lichtnetuitgan­gen voor andere apparatuur. Het is belangrijk dat geen apparatuur wordt aangesloten die veel vermogen opneemt, zoals eindversterkers of monitoren. Het totale opgenomen vermogen mag per uitgang niet boven de 50 watt liggen.
De geschakelde lichtnetuitgang alleen spanning wanneer het apparaat geheel is ingeschakeld. Gebruik deze uitgang voor appa­raten die geen netschakelaar hebben, of een mechanische netschakelaar die continu inge­schakeld kan blijven.
voert
Zwart
Geel
Rood
Zwart
Rood
Blauw1
Geel
Groen1
Wit
Zwart Rood
S-video in
Zwart
Rood
1
Blauw
Geel
S-video in
S-video uit
Opmerking: veel audio- en videoproducten gaan over op standby wanneer deze met geschakelde lichtnetuitgangen worden gebruikt en kunnen via zo’n uitgang niet worden geacti­veerd, zonder gebruik van de afstandsbediening van dat product.
De AVR 147 trekt aanzienlijk meer stroom uit het stopcontact dan andere huishoudelijke apparatuur met losse netsnoeren zoals compu­ters. Daarom is het belangrijk dat alleen het bij­geleverde netsnoer wordt gebruikt en dat bij vervanging een identiek exemplaar wordt gebruikt.
Is het netsnoer eenmaal aangesloten dan bent u bijna klaar om van de AVR 147 te gaan genieten!
NEDERLANDS
INSTALLEREN EN AANSLUITEN 15
Installeren en Aansluiten
Luidsprekerkeuze
Welk merk luidsprekers ook wordt gebruikt, neem altijd hetzelfde merk en type voor de front luid­sprekers links,midden en rechts. Zo ontstaat een consistent front geluidsbeeld en wordt voorkomen dat zich vervelende bijeffecten voordoen, zoals bij front luidsprekers die niet goed bij elkaar passen. Harman Kardon adviseert luidsprekers van JBL of Infinity.
Opstelling van de luidsprekers
De opstelling van de luidsprekers in een home theater systeem met meerdere kanalen heeft een aanzienlijke invloed op de bereikte geluidskwaliteit.
Afhankelijk van het type centrum luidspreker en uw televisietoestel, dient u uw centrum luidspre­ker ofwel direct op of onder de TV opgesteld te worden, dan wel in het midden achter een akoestisch doorzichtig projectiescherm.
Nadat de centrum luidspreker is geïnstalleerd, wor­den de front luidsprekers links en rechts opgesteld en wel op een onderlinge afstand die gelijk is aan de afstand tussen de centrum luidspreker en de gewenste luisterpositie. Idealiter dienen de front luidsprekers zo te worden opgesteld dat de tweeters zich niet meer dan 60 cm boven of onder de tweeter in de centrum luidspreker bevinden.
Houd de front luidsprekers minimaal op een afstand van 0,5 meter van de TV, tenzij de luidspre­kers magnetisch afgeschermd zijn om vervorming van het TV-beeld te voorkomen. Denk er aan dat de meeste luidsprekers niet magnetisch zijn afge­schermd, zelfs die in complete surround sets, meestal is alleen de centrum luidspreker wel afge­schermd.
Afhankelijk van de kamerakoestiek en het type luidsprekers dat wordt gebruikt, kan het resultaat worden verbeterd door de front luidsprekers links en rechts ten opzichte van de centrum luidspreker iets naar voren te plaatsen. Corrigeer zo mogelijk alle front luidsprekers zo dat deze op oorhoogte staan wanneer u zich op uw luisterpositie bevindt.
Aan de hand van deze uitgangspunten kunt u experimenteren met de opstelling van de front luid­sprekers in uw systeem.Aarzel niet de onderdelen te verplaatsen, net zo lang tot het systeem een optimaal resultaat laat horen. Verplaats de luid­sprekers tot de audio-overgangen van de front luid­sprekers gebalanceerd klinken.Surround luidspre­kers dienen tegen de zijwanden van de kamer te worden opgesteld, ter hoogte van of iets achter de luisterpositie. Het hart van de luidspreker wordt op de kamer gericht. Wanneer het niet mogelijk is de luidsprekers tegen de zijwanden op te stellen, kun­nen de luidsprekers tegen de achterwand worden geplaatst, achter de luisterpositie.De luidsprekers bij voorkeur niet meer dan 2 meter achter de luis­terpositie opstellen.
Wanneer de AVR wordt gebruikt in de 5.1 kanaals functie kunnen de surround luidsprekers het beste tegen de zijwanden van de kamer worden opge­steld, of iets achter de luisterpositie.
Subwoofers produceren grotendeels niet gericht geluid en kunnen bijna overal in de ruimte worden opgesteld. De opstelling dient te worden gebaseerd op de afmetingen en vorm van het vertrek en het type subwoofer dat wordt gebruikt. Een methode om de optimale locatie voor een subwoofer te vinden is deze eerst in het front van de kamer te zetten, ongeveer 15 cm van een muur, of in de buurt van een hoek. Een andere methode is de subwoofer tijdelijk op de plaats te zetten waar u gewoonlijk zult zitten en vervolgens in de kamer rond te lopen totdat u een plaats vindt waar de subwoofer het beste klinkt. Zet de subwoofer dan op die plaats.Volg ook de instructies van de fabrikant van de sub­woofer op, of experimenteer om de beste locatie voor een subwoofer in de luisterruimte te vin­den.Zijn de luidsprekers in de kamer eenmaal opgesteld en aangesloten, dan dient het geheu­gen van de systeem geconfigureerd te worden.
Centrum luidspreker
Max.
60 cm
Front rechtsFront links
A) Opstelling van de front luidsprekers bij een TV-toestel of een projector achter het scherm.
5.1-Kanalen systeem
Minimaal 15 cm van het plafond
Minimaal 60 cm
16 INSTALLEREN EN AANSLUITEN
Systeemconfiguratie
Hoewel het noodzakelijk is dat u zelf de instellingen van ingang/uitgang en surround functies kiest, raden we u aan te profiteren van de functies van EzSet/EQ en zo automatisch de functies kiest en invoert voor alle andere audioparameters. Daarmee spaart u niet alleen tijd, het zorgt er ook voor dat uw kamer wordt gemeten en gecorri­geerd met een nauwkeurigheid die met een hand­instelling niet mogelijk is. Het wordt nu tijd de AVR 147 in te schakelen en deze fijninstellingen te gaan uitvoeren.
In gebruik name en in-beeld display
Schakel de AVR nu in, zodat deze laatste instellin­gen kunnen worden uitgevoerd.
%
in een
2
te
op de
te druk-
5
om
1. Steek de stekker van het netsnoer ongeschakeld stopcontact.
2. Druk op de netschakelaar1zodat deze ingedrukt blijft staan. Controleer of de licht-
netindicatie
3
oranje wordt, ten teken dat het
apparaat in standby staat.
3. Verwijder de plastic beschermingsfolie van het venster op de afstandsbediening. Met die folie zal het bereik van de afstandsbediening aanzienlijk kleiner zijn.
4. Installeer de drie bijgeleverde AAA batterijen in de afstandsbediening, als in de afbeelding aange­geven. Let op de polariteit (+) en (–), die op de bodem van het batterijvakje staat aangegeven.
5. Schakel de AVR in door op Standby drukken, of met de ingangskeuze voorzijde, dan wel op de afstandsbediening op
Inschakelen
van de toetsen Ingangskeuze ken. De lichtnetindicatie
3
, AVR keuze5, of op een
46
3
wordt nu blauw
ten teken dat het apparaat ingeschakeld is en de
display
Ò
licht op.
Opmerking: nadat op één van de toetsen van de ingangskeuze4om het apparaat in te scha-
kelen is gedrukt, drukt u op AVR keuze de afstandsbediening de AVR te laten besturen.
Gebruik van de in-beeld display
Het maken van de volgende instellingen gaat het eenvoudigste via de in-beeld display van het TV toestel of projectiescherm. Zo kan de huidige status van de AVR gemakkelijk worden afgelezen, wat prettig is bij het kiezen van de luidsprekers, de vertraging en andere instellingen. Om de in-beeld display te activeren dient een ver­binding gemaakt te zijn tussen de video moni-
tor uitgang
posiet- of S-video ingang van uw TV of projector. Om de in-beeld informatie van de AVR te kunnen zien, dient ook op de monitor/projector de juiste videobron gekozen te zijn. Denk er aan dat de in­beeld menu’s niet beschikbaar zijn wanneer een component video display wordt gebruikt.
OPMERKING: de AVR 147 zet andere video­formaten niet naar HDMI om, en bij gebruik van de HDMI-verbinding zijn de in-beeld displays niet zichtbaar.
Belangrijk: bij gebruik van in-beeld menu’s via een conventionele beeldbuis is het belangrijk dat deze niet langdurig in beeld blijven staan. Zoals bij alle videoschermen, maar in het bijzonder bij projectoren, kan het continu weergeven van stati­sche beelden als deze menu’s, of beelden van videospelletjes, permanent ‘inbranden’ van de beeldbuis of projector veroorzaken. Dergelijke schade valt niet onder de garantie van de AVR en is vrij zeker ook niet onder de garantie van de TV of projector. De AVR heeft twee in-beeld weerga­vefuncties: ‘semi-OSD’ (gedeeltelijk) en ‘Full-OSD’ (volledig). Bij het configureren raden wij u aan Full-OSD functie te gebruiken. De volledige status en de opties verschijnen dan in beeld, wat het gemakkelijker maakt uit de beschikbare mogelijk­heden te kiezen en instellingen te maken. De Semi-OSD functie gebruikt slechts één regel. Denk er aan dat bij het Full-OSD (volledig inbeeld) de gekozen menu’s niet in de display
Ò
verschijnen. Wanneer de volledige In-Beeld Display (OSD) wordt gebruikt verschijnt in de displayÒom aan te geven dat een beeldscherm gebruikt dient te worden.
Wordt het Semi-OSD systeem (gedeeltelijk in­beeld) gebruikt met de afzonderlijke configuratie­toetsen, dan in-beeld een enkele regel tekst met de huidige menukeuze te zien zijn. Die keuze wordt ook aangegeven in de display
Het volledige in-beeld menu kan altijd worden opgeroepen of verwijderd door op In-beeld
Display
toets drukt zal het hoofdmenu
MENU (Afb. 1) verschijnen en kunnen instellin-
gen gemaakt worden vanuit de individuele menu’s. Denk er aan dat de menu’s na de laatste handeling gedurende 20 seconden zichtbaar zul­len blijven, daarna uit beeld verdwijnen. Deze tijd kan verlengd worden tot 50 seconden door naar
SYSTEM SETUP menu te gaan en het
het
FULL OSD TIME OUT te wijzigen.
item
op de achterzijde naar de com-
L
te drukken.Wanneer u op deze
MASTER
OSD O N
Ò
.
De Semi-OSD is ook beschikbaar als standaard systeeminstelling en kan worden uitgeschakeld
SYSTEM SETUP menu. Zie pagina 39.
via het Met het semi OSD systeem kunt u direct instellin­gen maken door op de toetsen op de voorzijde of op de afstandsbediening te drukken. Om bijvoor­beeld de digitale ingang voor een bron te wijzi­gen drukt u op Digitale Keuze van de keuzetoetsen
‹/›
ÛGen een
⁄/¤
7
or
D
op
de voorzijde of de afstandsbediening.
Afbeelding 1
Systeemopzet
De AVR bezit een modern geheugensysteem waarmee u verschillende configuraties kunt vast­leggen voor de luidsprekeropzet, digitale ingan­gen, surround functies, vertragingen, wisselfre­quenties en luidsprekerinstellingen voor elke bron. Om de luidspreker instelling te vergemakke­lijken kan dezelfde luidspreker instelling ook voor alle ingangen tegelijk worden gemaakt. Deze flexibiliteit maakt het mogelijk de manier waarop naar elke bron geluisterd wordt op maat in te stellen en in de AVR op te slaan. Dat betekent bij­voorbeeld dat u verschillende surround functies en analoge of digitale ingangen met verschillende bronnen kunt combineren, of verschillende luid­sprekerconfiguraties kunt instellen met afwijken­de instellingen voor de behandeling van het laag, of het gebruik van de centrum luidspreker en/of de subwoofer. Zijn die instellingen eenmaal gemaakt, dan worden deze automatisch weer opgeroepen zodra die ingang wordt gekozen.
Wij raden u aan de eerste maal dat u de AVR gebruikt het systeem te configureren met het EzSet/EQ proces waarmee de luidsprekers snel en zeker voor grootte en vertraging worden ingesteld en in balans gebracht en de AVR wordt ingesteld op uw systeem en uw kamer. Voordat u de EzSet/EQ procedure begint dienen een paar instellingen gemaakt te worden om een nauwkeurige resultaat te verzekeren.
De standaard fabrieksinstellingen voor de AVR 147 zijn alle geconfigureerd voor analoge audiosignalen, uitgezonderd de DVD-ingang,
waar de Coax Digitale Ingang en de Video 2 ingang waar Optisch Digitale
Audio Ingang
standaard is. Is het DSP processor systeem voor het eerst gebruikt voor een willekeurige ingang, dan wordt de luidsprekerinstelling automatisch in ‘Small’ (klein) en de subwoofer op ‘LFE’ gezet. De standaardinstelling voor de surround functies is Logic 7 Music, hoewel Dolby Digital of DTS
standaard is
NEDERLANDS
SYSTEEMCONFIGURATIE 17
Systeemconfiguratie
automatisch worden gekozen wanneer een bron met een digitaal signaal in gebruik is.
Voordat het apparaat in gebruik wordt genomen, zullen de instellingen voor de meeste ingangen waarschijnlijk gewijzigd dienen te worden, om ze correct te configureren voor het gebruik met digitale of analoge ingangen en de surround functie die aan de ingang is gekoppeld. Denk eraan dat deze instellingen voor elke gebruikte ingang gemaakt dienen te worden, aangezien het geheugensysteem van de AVR de instellingen voor elke ingang afzonderlijk opslaat.Anderzijds zullen eerst nieuwe instellingen gemaakt dienen te worden nadat de systeemcomponenten gewijzigd zijn.
Om dit proces snel en eenvoudig uit te voeren raden wij aan het Full-OSD (volledig) systeem met menu’s in beeld te gebruiken en stap voor stap alle ingangen te doorlopen. Wij raden aan de instellingen voor alle ingangen te noteren in de daarvoor bestemde bijlage achter in deze handlei­ding, voor het geval door stroomuitval of een andere reden alle instellingen opnieuw moeten worden gemaakt.
Opzet Ingangen
De eerste stap bij het configureren van de AVR is het kiezen van een ingang, om een analoge of digitale ingang te koppelen aan elke bron, b.v. CD of DVD. Denk er aan dat wanneer de ingang is gekozen, alle instellingen voor de Digitale Ingang, Luidspreker Configuratie, Vertraging en Surround Functie daaraan gekoppeld zullen worden en in een geheugen worden opgeslagen. Dat betekent dat deze instellingen ook automa­tisch voor andere ingangen gebruikt zullen wor­den. Daarom dienen onderstaande instellingen voor elke ingang herhaald te worden, zodat elke ingang naar eigen inzicht en voorkeur aangepast kan worden. Eenmaal gemaakt, is wijziging alleen nodig wanneer u voor een bepaalde ingang een andere instelling wenst.
Wanneer u het Full-OSD (volledig in-beeld) sys­teem gebruikt om instellingen te maken, drukt u
L
eenmaal op OSD
MASTER MENU (Afb. 1) verschijnt. Denk er aan
cursor naast de regel van de INPUT
dat de
SETUP staat. Druk op instellen
menu te openen, waarna het
waarop het hoofdmenu
F
om het
INPUT SETUP
menu (Afb. 2) in beeld verschijnt. Druk op ‹/›
E
tot de gewenste ingang gemarkeerd
wordt en een blauwe LED oplicht bij de ingangs-
indicatie
op de voorzijde.Als de ingang gebruik maakt van de standaard links/rechts ana­loge ingang is er geen verdere instelling nodig.
Afbeelding 2
De AVR biedt de mogelijkheid alle ingangen (behalve tuner) een andere naam te geven in de dis­play en bij in-beeld aanwijzingen. Handig wanneer u over meer dan één videorecorder beschikt en u bijvoorbeeld een merknaam met de ingang wilt associëren of een naam wilt gebruiken waaraan u de gekozen bron gemakkelijk kunt herkennen.
Om de naam van de ingang te wijzigen drukt u
¤
/
op ning zodat de cursor naar wijst. Druk vervolgens op Set
NavigatieDop de afstandsbedie-
TITLE (naam)
F
en houd deze een paar seconden vast tot rechts van de kolom een knipperend hokje verschijnt. Laat dan meteen
F
Set
Druk op
los en u kunt de nieuwe naam invoeren.
¤
/
NavigatieDwaarop een over-
zicht van alle alfanumerieke karakters verschijnt, beginnend met hoofdletters, gevolgd door kleine letters en tenslotte nummers en symbolen. Drukt
¤
NavigatieDdan verschijnt een reeks
u op symbolen en nummers, gevolgd door een omge­keerd overzicht van kleine letters. Druk nu op de toets in de gewenste richting tot het eerste karak­ter van de gewenste naam verschijnt. Wilt u een spatie als eerste karakter gebruiken, druk dan op
Navigatie.
Zodra het gewenste karakter verschijnt drukt u op
Navigatieen u herhaalt deze procedure
voor de volgende letter, enzovoort tot de gewens­te naam van maximaal 14 karakters is ingevoerd.
F
Druk op Set
om de ingevoerde naam in het systeemgeheugen op te slaan en verder te gaan met de configuratie.
Wanneer uw systeem een bron bevat die is voor­zien van Y/Pr/Pb component video ingangen kan de AVR deze omschakelen en de juiste signalen naar het beeldscherm sturen. Alle Component

Video Ingangen
kunnen worden toegewezen aan elke bron voor extra systeem flexibiliteit. De standaardinstelling voor Video 1
Component Video Ingang Video 2 Component Video Ingang
is DVD en
is toe­gewezen aan de overige ingangen. Beschikt uw systeem (nog) niet over component video of hoeft de standaard instelling niet gewijzigd te worden,
¤
druk dan op
NavigatieDom naar de vol-
gende instelling te gaan.
Om de toewijzing van Component Video te wijzi­gen eerst controleren of de cursor in het menu
COMPONENT IN wijst en druk dan op
naar
‹/›
Navigatie
E
tot de gewenste ingang gemarkeerd wordt.Wanneer u door het overzicht van de beschikbare ingangen loopt, kunt u van tijd tot tijd een lichte klik horen. Dat is normaal en wordt veroorzaakt door het relais dat gebruikt wordt om te schakelen tussen de drie Component Video Ingangen.
Is de gewenste ingang gekozen, druk dan op
¤
NavigatieDom naar de volgende instelling te
gaan.
AUDIO IN: standaard zijn de analoge audio­ingangen op de fabriek toegewezen aan alle bronnen met de volgende uitzonderingen:
Bron Standaard digitale
Audio Ingang
DVD Coax 1
Video 2 Optisch 1
HDMI 1 Coax 2
HDMI 2 Optisch 2
Tabel – Standaard Digitale Audio Toewijzing
Wanneer een digitale audio verbinding voor een andere bron in gebruik is, dient deze instelling gewijzigd te worden om de juiste digitale ingang aan de bron toe te wijzen, ook wanneer de analo­ge audio-uitgang van de bron met de receiver is verbonden. Verplaats de cursor naar deze regel en
‹/›
druk op
tot de juiste digitale ingang ver-
schijnt.
Sommige digitale videobronnen zoals een kabel­box of een HDTV set-top kunnen wisselen tussen analoog en digitaal signaal, afhankelijk van de ontvangen zender. De Auto Polling (automatische doorschakeling) van de AVR 147 voorkomt dat het audiosignaal in zo’n situatie wegvalt, door zowel het analoge als het digitale signaal met de AVR te verbinden. Digitale audio is de standaard positie, maar het apparaat schakelt automatisch over naar de analoge ingang wanneer het digitale audiosignaal wegvalt.
In die gevallen waar alleen een digitale bron wordt gebruikt, kan het nodig zijn de automati­sche doorschakeling los te koppelen om te voor­komen dat de AVR een analoog signaal probeert te vinden wanneer het digitale wegvalt. Om de automatische doorschakeling voor een bepaalde ingang uit te schakelen kijkt u eerst of de cur­sor op de Vervolgens drukt u op
AUTO POLL regel in het menu staat.
‹/›
Navigatie
E
zodat OFF in negatief video wordt aangegeven. Herhaal de procedure om zonodig later de auto­matische doorschakeling weer te herstellen door
ON (aan) te kiezen.
DMP Instelling: wanneer u DMP/The Bridge als bron kiest, ziet u dat de regel AUDIO I N van
INPUT SETTING menu verandert in de
het
GOTO DMP SETTING (ga naar DMP
optie instelling). Zie afbeelding 3.
18 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
Afbeelding 3
Daar The Bridge met de AVR is verbonden via een speciale audioverbinding is het niet mogelijk voor deze bron een andere audio-ingang te kiezen. Er zijn echter een paar speciale instellingen die alleen voor The Bridge worden gebruikt. Door
GOTO DMP SETTING te kiezen, verschijnt
DMP SETTING menu (zie afbeelding 4).
het
Afbeelding 4
MODE (functie): de eerste regel van het DMP
SETTING menu geeft aan dat de iPod wordt
gebruikt voor het luisteren naar muziek (of ander audiomateriaal) of voor het bekijken van stil­staande beelden bij gebruik van een foto- of video iPod.
REPEAT (herhalen): zet
REPEAT op ONE
(één), ALL (alles) of OFF (uit) om resp. één nummer, alle nummers van een album of pro­gramma, of helemaal niets te herhalen.
SHUFFLE (willekeurig): zet
SONGS om alle nummers van de iPod in wille-
SHUFFLE op
keurige volgorde af te spelen. De instelling
ALBUMS speelt alle albums in willekeurige
volgorde af, maar de nummers van het album in normale volgorde.
RESUME (hervatten): zet
RESUME op ON
(aan) om het afspelen te hervatten vanaf het punt waar het werd afgebroken door de AVR uit te schakelen, een andere bron te kiezen of de iPod van The Bridge te verwijderen. Zet
OFF (uit) om het afspelen te starten van het
RESUME op
begin van een nummer na een onderbreking.
CHARGE IN STANDBY (laden tijdens stand­by): de accu van de iPod wordt automatisch
opgeladen wanneer deze in The Bridge staat en de AVR is ingeschakeld. Zet
ST-BY (laden tijdens standby) op ON (aan) om
CHARGE IN
laden ook mogelijk te maken tijdens standby (niet geheel uit!) van de AVR. Staat
ST-BY op OFF (uit) dan wordt de iPod alleen
CHARGE IN
opgeladen wanneer de AVR is ingeschakeld.
Opmerking: Om het
DMP SETTING (DMP
instellingen) menu op te roepen, drukt u op de
AVR keuze op de afstandsbediening zodat de AVR 147 wordt ingeschakeld. Druk dan op OSD en gebruik de Navigatie- en Set toetsen als gebruikelijk met het in-beeld menu.Wanneer u gereed bent om naar de bediening van uw iPod via de afstandsbediening terug te gaan, vergeet dan niet op DMP/The Bridge Keuze te drukken zodat de functies van de The Bridge worden bestuurd.
Om het gebruik te vereenvoudigen, kunt u twee macro’s op uw afstandsbediening maken: één om de AVR te kiezen en de bevelen te sturen binnen het OSD-systeem zodat het
DMP Instellingen
menu verschijnt en een tweede om het menu weer uit beeld te laten verdwijnen en de afstandsbediening terug te laten keren naar het bedienen van The Bridge. Zie de paragraaf Marco’s in het hoofdstuk Bijzondere Functies van de handleiding voor meer informatie over het programmeren van macro’s.
De volgende regels in het Ingang Setup menu bepalen of de klankregeling hoog en laag wel of niet in de signaalweg wordt opgenomen. Standaard is deze ingeschakeld en wanneer u deze wilt verwijderen om de schakeling of ‘recht’ te zetten, controleer dan of de cursor naar de
TONE (klankregeling) in het menu wijst en
regel
‹/›
druk op
NavigatieEzodat OUT (uit) in
negatief video wordt gemarkeerd. Wilt u de klankregeling in de signaalweg laten
staan, dan kunt u laag en hoog versterker of ver-
⁄/¤
zwakken door op
NavigatieDzodat de
cursor naast de regel staat die u wilt corrige­ren. Vervolgens drukt u op
Navigatie
E
‹/›
tot de gewenste instelling verschijnt. Druk wanneer alle gewenste instellingen zijn
gemaakt op¤D
TO MASTER MENU (terug naar hoofdmenu)
tot cursor naast BACK
om verder te gaan met de systeemconfiguratie.
Surround Opzet
De volgende stap voor die ingang is het instellen van de surround functie die met die ingang gebruikt moet worden. Aangezien de surround­functies een kwestie zijn van persoonlijke smaak, bent u vrij in uw keuze – die bovendien later gewijzigd kan worden. Het Surround Functie Overzicht op pagina 30-32 kan u helpen de func­tie te kiezen die het beste past bij de gekozen ingang. Zo kunt u Dolby Pro Logic II of Logic 7 voor de meeste ingangen kiezen en Dolby Digital voor ingangen aangesloten op digitale bronnen. Voor ingangen zoals CD-speler, tape deck of tuner kan het best de stereofunctie worden gekozen, wanneer dat tenminste de luisterfunctie is die voor de standaard stereobronnen wordt gebruikt. Voor die bronnen is het onwaarschijnlijk dat er materiaal met surroundcodering zal worden afge­speeld. Als alternatief kan de 5 Kanaals Stereo of Logic 7 Music functie worden gekozen voor stereo programmamateriaal.
De surround instellingen worden het gemakke­lijkst gemaakt via de Full-OSD (volledig) menu’s in beeld. Druk vanuit het hoofdmenu
MENU (Afb. 1) op de ⁄/
¤
D
MASTER
tot de cursor
naast het SURROUND SELECT menu staat.
F
Druk op instellen
SELECT menu (Afb. 5) in beeld verschijnt.
tot het SURROUND
Afbeelding 5
Elke regel in dit menu (afb. 5) kiest een surround functiegroep en binnen elk van deze categorieën kan uit specifieke opties worden gekozen.
Opmerking: wanneer een Dolby Digital of DTS bron wordt gekozen en speelt kiest de AVR auto­matisch de juiste surround functie, ongeacht de standaard instelling voor die ingang. Er zijn dan geen andere geluidsfuncties beschikbaar, uitge­zonderd alle Pro Logic II functies met Dolby Digital 2 kanalen (2.0) opnamen (zie pagina 33).
Om de functie vast te leggen die standaard voor een ingang wordt gekozen drukt u eerst op
⁄/¤
D
tot de in-beeld cursor naast de hoofd
categorie met de gewenste functie staat. Druk
F
dan op de insteltoets roepen. Druk op
‹/›
om het submenu op te
E
om door de
beschikbare mogelijkheden te gaan en druk op
¤
D
tot de cursor bij BACK TO MASTER
MENU (terug naar hoofdmenu) staat om het
setup proces et vervolgen.
DOLBY SURROUND menu (afbeelding
In het
6) kan gekozen worden uit Dolby Digital, Dolby Pro Logic II Music, Dolby Pro Logic II Cinema, Dolby Pro Logic II en Dolby 3 Stereo. Een volledig overzicht van deze functies vindt u op pagina 30-
31. Denk er aan dat wanneer Dolby Digital is gekozen er aanvullende instellingen beschikbaar komen voor de Nacht Functie die alleen met sur­round gekoppeld zijn, niet met de ingang. Daarom hoeven deze instellingen slechts eenma­lig gemaakt te worden en niet met elke gebruikte ingang. In het volgende hoofdstuk worden deze behandeld.
Afbeelding 6
Wanneer de cursor op de regel MODE (func­tie) staat, drukt u op
Navigatie
E
om
‹/›
de gewenste Dolby functie te kiezen, wederom rekening houdend met het feit dat de verschillen­de functies waaruit kan worden gekozen, wordt bepaald door het gebruikte programmamateriaal
NEDERLANDS
SYSTEEMCONFIGURATIE 19
Systeemconfiguratie
en het aantal luidsprekers in uw systeem.
Wanneer Dolby Pro Logic II Music als luisterfunc­tie is gekozen, zijn drie speciale instellingen beschikbaar om het klankbeeld geheel aan uw smaak en de luisteromstandigheden aan te passen. Zijn andere Dolby Surround functies gekozen, dan geven stippellijnen aan dat deze instellingen niet actief zijn.
• Center Width (breedte): deze instelling corri­geert de balans van de stemmen verdeeld over de links/rechts luidsprekers en de center luid­spreker. De lagere instellingen spreiden het geluid van het center kanaal meer over de links/rechts luidsprekers. Een hogere instelling (max. “7”) geeft een smallere presentatie van het center kanaal.
• Dimension (afmetingen): deze instelling wijzigt de perceptie van de diepte van het surround klankbeeld door het ondieper te maken, waar­door de geluiden dichter bij het front van de kamer lijken, of juist een diepere presentatie waarbij het centrum zich meer naar de achter­zijde van de kamer lijkt te verplaatsen. De instelling “0” is de neutrale standaardinstelling met het “R-3” bereik voor een dieper naar ach­ter georiënteerd beeld en “F-3” voor een ondie­per, naar voor georiënteerd beeld.
• Panorama: schakel deze instelling in of uit om een meer omringende weergave te krijgen die vooral de perceptie van geluid van de zijwan­den van de kamer versterkt.
Om deze parameters te wijzigen, drukt u op
⁄/¤
NavigatieDterwijl het DOLBY
SURROUND menu in beeld staat tot de cur-
sor op de regel staat met de parameter die u wilt wijzigen. Druk dan op
Navigatie
E
‹/›
om de instelling naar wens te wijzigen.
Denk er aan dat wanneer Dolby Digital is gekozen er aanvullende instellingen beschikbaar komen voor de Nacht Functie die alleen met surround gekoppeld zijn, niet met de ingang.Vandaar dat deze instellingen slechts één keer gemaakt wor­den en niet voor elke ingang afzonderlijk.
Instellen nachtfunctie
De nachtfunctie is een functie van Dolby Digital die een speciale bewerking gebruikt om het dyna­misch bereik en de verstaanbaarheid van het film­geluid te behouden, terwijl het piekniveau begrensd wordt. Zo wordt voorkomen dat plotse­ling pieken anderen storen, zonder dat de impact van de digitale bron al te zeer wordt aangetast. Merk op dat de nachtfunctie alleen beschikbaar is bij weergave van Dolby Digital signalen.
Om de Nacht Functie vanuit het menu in te stel-
L
len drukt u op OSD (hoofd) menu verschijnt. Druk vervolgens op
D
om het SURROUND SETUP menu op te
roepen. Druk op Set
zodat het MASTER
F
om het Dolby menu te
¤
kiezen.
Om de Nacht Functie in te stellen kijkt u of de cursor op staat. Druk dan op
NIGHT in het DOLBY menu
‹/›
E
om te kiezen uit
de volgende mogelijkheden:
OFF (uit): wanneer OFF (uit) is gemarkeerd,
werkt de nachtfunctie niet.
MID (medium): wanneer MID (medium) gemar-
keerd is wordt een geringe compressie toegepast worden.
MAX: wanneer MAX gemarkeerd is wordt een
sterke compressie toegepast.
Wanneer u de Night functie wilt gebruiken, raden we u aan aanvankelijk de MID instelling (medium) te kiezen en eventueel later, indien nodig, naar MAX (maximum) te gaan.
Denk er aan dat de Night functie op elk moment direct gecorrigeerd kan worden wanneer de Dolby Digital surround functie is geactiveerd door op
B
Night
drukt verschijnt derde deel van het beeld en in de display Druk binnen drie seconden op de
te drukken.Wanneer u op de toets
D-RANGE in het onderste
Ò
⁄/¤
D
.
om
de gewenste instelling te kiezen en vervolgens op
F
instellen
In het
‹/›
E
om de instelling te bevestigen.
DTS menu wordt de keuze, gemaakt met
op de afstandsbediening, bepaald
door het type DTS programma dat actief is.
Wanneer een 5.1 configuratie in gebruik is zal de AVR automatisch de 5.1 versie van DTS kiezen zodra een DTS data stream wordt ontvangen.
Wanneer een DTS 96/24 signaal wordt gedetec­teerd staat de AVR 147 standaard in de DTS sur­round functie en verwerkt de hogere resolutie sig­nalen die aanwezig zijn automatisch vanwege de hogere sampling frequentie. Zie pagina 30 en 31 voor uitleg over de DTS functies.
LOGIC 7 menu maakt de keuze, via ‹/
In het
E
op de afstandsbediening, met de exclu­sieve Logic 7 bewerking van Harman Kardon een volledig omringende, meerkanalen surround mogelijk van twee kanalen Stereo of Matrix geco­deerde programma’s zoals VHS-cassettes, laser­discs of televisie programma’s voorzien van Dolby surround.
U kunt kiezen uit Logic 7/5.1 Music, Cinema of Enhanced (extra). Deze werken het beste met tweekanaals muziek, surround gecodeerde pro­gramma’s of standaard tweekanaals programma’s van elk type. Denk er aan dat de Logic 7 functies niet beschikbaar zijn wanneer Dolby Digital of DTS Digital geluid wordt gespeeld.
DSP (SURR) menu wordt met ‹/
In het
E
op de afstandsbediening een van de DSP
surround functies gekozen die ontwikkeld zijn voor gebruik met tweekanaals stereo program­ma’s voor een reeks ruimtebeelden. De keuze bestaat uit Hall 1, Hall 2,Theater. De Hall en Theater functies zijn bedoeld voor meerkanalen systemen. Zie pagina 30-31 voor een uitgebreid overzicht van de DSP functies. Denk er aan dat de Hall en Theater functies niet beschikbaar zijn
wanneer Dolby Digital of DTS materiaal wordt afgespeeld.
STEREO menu wordt gekozen met ‹/
In het
E
op de afstandsbediening voor traditione-
le stereoweergave zonder surround, of voor
5 C H Stereo decodering bepaald door het
gebruik van 5.1 of 6.1/7.1. In het laatste geval wordt het stereosignaal naar beide front luidspre­kers gestuurd, naar de achter luidsprekers en de beide surround achter luidsprekers (indien aan­wezig), terwijl de mono signalen over alle luid­sprekers worden verspreid, ook de centrum. Zie pagina 30-31 voor een toelichting van de 5 CH Stereo functies.
Nadat de keuzes in Dolby, DTS, Logic 7, DSP (Sur­round) of Stereo menu’s zijn gemaakt, drukt u op
⁄/¤
D
zodat de cursor naar BACK T O
SURR SELECT regel en druk op instellen
F
.
Configureren Surround Uit (Stereo) Functies
Voor superieure weergave van tweekanaals materiaal biedt de AVR twee stereofuncties: een analoge Stereo-Direct functie waarbij de digitale signaalbewerking wordt gepasseerd en zo een compleet analoge signaalweg ontstaat en de zuiverheid van het signaal blijft behouden, en een digitale functie waarbij het Bas Management voor optimale verdeling van het laag over kleinere luidsprekers en de subwoofer wel actief blijft.
Stereo-Direct (Bypass) Functie
Wanneer de analoge Stereo-Direct functie wordt gekozen door op de Stereo Functiekeuze tot SURROUND OFF in de displayÒen de
Surround Functie
oplicht, zal de AVR het analoge materiaal direct doorsturen naar de front links en rechts luidspre­kers en wordt het digitale gedeelte overgeslagen.
In deze functie worden de front links en rechts luidsprekers automatisch als geconfigureerd; het is niet mogelijk in dit geval
SMALL (klein) in te stellen.
Met de AVR in Stereo Bypass (passeerfunctie) kunt u nog altijd de subwoofer configureren zodat die uitgeschakeld is en een breedbandsig­naal naar de front links/rechts luidsprekers wordt gestuurd, dan wel deze configureren zodat de subwoofer geactiveerd wordt. Standaard is de subwoofer uitgeschakeld in deze functie, maar u kunt dat als volgt veranderen:
1. Druk op Luidsprekerkeuze
2. Druk op Instellen menu op te roepen.
(
met SURROUND OFF
LARGE (groot)
6.
F@om het configuratie
20 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
3. Druk op of op optie te kiezen. subwoofer uit, terwijl inschakelt.
4. Is de gewenste instelling gemaakt druk dan op Instellen gaan.
Stereo-Digitaal Functie
Wanneer de Stereo-Direct (passeerfunctie) functie wordt gebruikt, gaat altijd een breedband signaal naar de front links/rechts luidsprekers. In dat geval gaat vanzelfsprekend geen signaal door de digitale bewerking van de AVR. Wanneer uw front luidsprekers geen breedband typen zijn maar ‘satelliet’ luidsprekers, raden we u aan voor ste­reo luisteren niet de Bypass functie te gebruiken, maar de
Om in tweekanaals stereo te luisteren en gebruik te maken van het Bas Management systeem drukt u op Stereofunctie
OFF in de display SURR. O FF Surroundfunctie
oplichten. Licht alleen
Surroundfunctie(op dan staat de AVR in de
Stereo-Direct (Bypass) functie.
Wanneer deze functie in gebruik is kunnen de front links/rechts luidsprekers en de subwoofer geconfigureerd worden op de specificaties van de gebruikte luidsprekers, als aangegeven in de paragraaf over luidspreker opzet (Speaker Setup) verderop.
De laatste optie in dit menu is het instellen van de upsampling functie. Bij normaal gebruik staat deze functie uit, wat wil zeggen dat digitale bron­nen op hun oorspronkelijke sampling rate worden verwerkt. Voorbeeld: een 48 kHz digitale bron wordt verwerkt op 48 kHz. U kunt echter de AVR 147 ook deze 48 kHz signalen laten upsam­pelen naar 96 kHz voor extra resolutie.
Om deze functie te activeren drukt u op
/¤ n zodat de cursor op de regel
UPSAPLING staat zodat ON (in) wordt
gemarkeerd. Denk er aan dat deze functie alleen beschikbaar is voor Dolby Pro Logic II Music, Dolby Pro Logic II Movie, Dolby Pro Logic en Dolby 3 Stereo.
¤
/
D
op de afstandsbediening
‹/›
7
op de voorzijde om de gewenste
SUBNONE schakelt de
SUB <L+R> deze
F@om naar normaal bedrijf terug te
DSP SURROUND OFF functie.
tot SURROUND
Ò
verschijnt en de DSP en
(
beide
SURR. O FF
Automatische Luidspreker Configuratie met EzSet/EQ
Gebruik EzSet/EQ
De AVR 147 is een van de eerste receivers in zijn klasse die voorzien is van automatische luidspre­ker configuratie en kalibratie. Dankzij gebruik van een reeks testsignalen en moderne digitale pro­cessor wordt het installeren van uw nieuwe recei­ver aanzienlijk vereenvoudigd en zijn handinstel­ling van grootte, wisselfrequenties, vertraging en uitgangsniveaus niet langer nodig. Bovendien kan met de extra meerbands equalizer het frequentie­verloop worden aangepast aan eventuele af­wijkende eigenschappen van de luisterruimte. EzSet/EQ attentendeert zelfs op fouten in de luid­sprekerverbindingen.
Met EzSet/EQ wordt het systeem in een fractie van de normale tijd gekalibreerd en met een nauwkeurigheid die alleen met kostbare meetap­paratuur en tijdrovende procedures haalbaar is. Op die manier bereikt uw nieuwe receiver opti­male prestaties ongeacht de luidsprekers die u gebruikt en in elke kamer, hoe groot of klein ook.
Wij raden u aan voor het kalibreren van uw sys­teem EzSet/EQ te gebruiken en wanneer u enige instelling zelf wilt maken, dan wel de door EzSet/EQ gemaakte instelling wilt corrigeren, de aanwijzingen te volgen op pagina 23 tot 27.
Wilt u de AVR zelf instellen, of kunt u om een of andere reden niet over de EzSet/EQ microfoon beschikken, volg ook dan de aanwijzingen op pagina 23 tot 27.
Stap 1: voor EzSet/EQ is een zo gering mogelijk stoorniveau in de kamer noodzakelijk om te voor­komen dat de metingen van de signalen van de AVR tijdens het instellen worden beïnvloed. Schakel alle huishoudelijke en andere apparatuur uit en vermijd elk geluid tijdens het instellen.
Stap 2: de EzSet/EQ microfoon wordt op oor­hoogte geplaatst op de gebruikelijke luisterposi­tie, dan wel in het centrum van de kamer als het om een groot luistergebied gaat. Het kan prak­tisch zijn een fotostatief te gebruiken voor stabie­le opstelling van de EzSet/EQ op de juiste hoogte. De microfoon heeft daarvoor een schroefopening in de bodem.
Stap 3: verbind de EzSet/EQ met de
4
Hoofdtelefoon Uitgang
via de bijgeleverde 1/4" jackplug adapter. De microfoonkabel is ca. 7 meter lang wat in de meeste gevallen lang genoeg is. Zonodig kan de kabel verlengd worden met een in de handel ver­krijgbaar verlengsnoer. Toch raden we het gebruik van een verlengsnoer niet aan, daar het resultaat er negatief door kan worden beïnvloed.
van de AVR 147
Stap 4: wanneer de microfoon correct is opge­steld en aangesloten, gaat u naar het EzSet/EQ
L
menu door op Display Hoofdmenu op te roepen. Druk dan op
D
om de cursor naar de regel EZSET/EQ te
brengen. Druk dan op Set
te drukken en het
⁄/¤
F
om naar het
volgende menu te gaan (afbeelding 7a).
Stap 5: het eerste menu van het EzSet/EQ sys­teem vraagt u de microfoon aan te sluiten. Heeft u dat nog niet gedaan, verbind dan de microfoon
4
met de Hoofdtelefoon Uitgang
als aange­geven in stap 2 en 3. Zodra dat gebeurd is ver­plaatst u de cursor naar
F
.
YES en u drukt op Set
Om het EzSet/EQ proces af te breken gebruikt u
‹/›
E
en dan SetFom naar het
MASTERMENU (hoofdmenu) terug te gaan.
Probeert u door te gaan zonder de microfoon aan te sluiten, dan knippert een herinnering onder in beeld.
Afbeelding 7a
Stap 6: nadat o YES (ja) is gedrukt om het EzSet/EQ systeem te starten, ziet u een korte waarschuwing, waarop het scherm naar het hoofdmenu van EzSet/EQ gaat. De
WAARSCHUWING herinnert er aan dat voor
nauwekeurige metingen de kamer zo stil mogelijk dient te zijn. Na 5 seconden verschijnt dan het hoofdmenu EzSet/EQ weer (afbeelding 7b).
Figure 7b
BELANGRIJK: iedereen die gevoelig is voor luide signalen dient de kamer nu te verlaten of oorbe­scherming te gebruiken om het geluidsniveau te verminderen. Goedkope, overal verkrijgbare schuimrubber oordopjes zijn uitstekend bruikbaar voor dit doel. Vindt u dat niet prettig en gebruikt u geen oorbescherming, dan adviseren we u drin­gend de kamer te verlaten en iemand anders te vragen het EzSet/EQ proces uit te voeren, dan wel het proces met de hand uit te voeren als beschre­ven op pagina 23 tot 27.
NEDERLANDS
SYSTEEMCONFIGURATIE 21
Systeemconfiguratie
Stap 7: de WAARSCHUWING wordt automa-
tisch vervanging door het EzSet/EQ hoofdmenu (afbeelding 7c).
Afbeelding 7c
Terwijl dit menu in beeld staat kunt u het kalibra­tieproces starten en stoppen of de voortgang van het proces volgen en de resultaten bekijken. Zodra het menu verschijnt ziet u
MENT:STOP
(meting stop) op de eerste regel
MEASURE-
in het menu. Om de EzSet/EQ test te starten dient u eerst aan te geven hoeveel luidsprekers uw systeem heeft. Daarvoor heeft u twee mogelijk­heden:
• Heeft uw systeem in totaal zeven hoofdluid­sprekers (front links/center/front rechts/sur­round links/surround rechts/surround achter links/surround achter rechts) en een subwoofer,
‹/›
E
druk dan op
MEASUREMENT verschijnt en druk op Set
F
om EzSet/EQ te starten.
zodat 7.1 rechts van
• Heeft uw systeem de traditionele bezetting van vijf hoofdluidsprekers (front links/centrum/front rechts/surround rechts/surround links) en een
‹/›
E
subwoofer, druk dan op rechts van druk op Set
MEASUREMENT verschijnt en
F
om EzSet/EQ te starten.
zodat 5.1
Op elk moment kan het proces worden gestopt
⁄/¤
D
door met
MEASUREMENT te gaan; druk op
E
zodat STOP verschijnt en druk op
F
.
Set
naar de regel
‹/›
Afbeelding 7d
Stap 8: Is EzSet/EQ gestart dan hoort u testsig­nalen circuleren over alle luidsprekers om het totaal volume in te stellen, te controleren waar de luidsprekers staan, de afstanden te meten en de vertragingen te berekenen, de luidspreker grootte te bepalen en de wisselfilters in te stellen. Tijdens het meten en kalibreren kunt u de voortgang vol­gen in de tweede regel van het menu. Bij de start van EzSet/EQ staan daar een reeks punten, maar zodra de test loopt, kunnen daar de volgende aanwijzingen verschijnen:
Systeem Niveau: een aanwijzing
INSTELLEN
geeft aan dat het systeem het
NIVEAU
totaal volume instelt als eerste stap voordat de individuele kanalen worden ingesteld. Tijdens de test ziet u een aanwijzing op de tweede regel van het menu en kunt u het proces volgen.
Afbeelding 7e
Luidspreker Controle: Het systeem laat een testsignaal rond gaan om te controleren op welke kanalen een luidspreker is aangesloten. Tijdens de test ziet u de naam van elk kanaal verschijnen zodra een signaal naar die luidspre­ker wordt gestuurd.
Opmerking: deze test stelt vast of op een kanaal een luidspreker is aangesloten, maar niet of een luidspreker op de juiste positie staat. Voorbeeld: het stelt vast dat er een luidspreker is aangesloten op de Surround Rechts uitgang, maar niet of deze links of rechts in de kamer staat. Daarom raden we u aan goed te luisteren naar het testsignaal dat rond gaat en te contro­leren of de aanduiding klopt met de positie in de kamer. Hoort u een signaal van een luidspre­ker die niet klopt met de aanduiding in beeld, stop dan EzSet/EQ, verlaat het menu, schakel de receiver uit en controleer de luidsprekerverbin­dingen voordat u verder gaat met de instellin­gen. Zodra de test voltooid is verschijnt
YES
(ja) rechts van de SPEAKER CHECK in het menu.
Luidspreker Vertraging: in deze test circule- ren de signalen weer terwijl de naam van elk kanaal wordt aangegeven om de afstand tus­sen microfoon en luidspreker wordt gemeten. Het resultaat van deze tests wordt gebruikt om de vertragingen in te stellen voor elke actieve luidsprekerpositie. Is de test compleet, dan wordt de luidspreker-microfoon (luisterpositie) afstand rechts van de regel
DELAY in het menu aangegeven.
SPEAKER
Luidspreker Niveau: in deze test circuleert een testsignaal en wordt het niveau van elke actieve luidsprekerpositie gemeten. Het resul­taat van elke actieve luidsprekerpositie wordt gebruikt om de individuele uitgangen in te stel­len zodat zij gelijk zijn. Dit is een essentieel punt om er voor te zorgen dat het surround ruimtebeeld correct wordt weergegeven. Desgewenst kunnen deze gegevens als basis worden gebruikt om een eigen instelling te maken, zie de aanwijzingen op pagina 23 of
27. Is deze test afgerond, wordt een uitgangs­niveau nummer aangegeven rechts van de regel
SPEAKER LEVEL in het menu.
Speaker Grootte: de metingen en berekenin­gen voor deze test worden gedaan tegelijkertijd met het circuleren voor de uitgangsniveaus en worden gebruikt om te bepalen of de luidspre­kers groot of klein zijn op het punt laagweerga­ve. Desgewenst kunnen deze gegevens van de automatische test als basis worden gebruikt waarop u zelf correcties aanbrengt in de luid­sprekergrootte en onafhankelijk van de bron, als aangegeven op pagina 23 of 27. Wanneer deze test gereed is wordt een uitgangsniveau nummer aangegeven rechts van de regel
SPEAKER SIZE in het menu.
Luidspreker Wisselfilter: de metingen en berekeningen voor deze test worden gedaan tegelijkertijd met het circuleren voor de uit­gangsniveaus en worden gebruikt om de wis­selfrequentie te bepalen voor elke luidspreker in het systeem en zo een naadloze overgang te krijgen tussen frequenties naar de hoofdluid­sprekers en de subwoofer (indien beschikbaar). Desgewenst kunnen deze gegevens van de automatische test als basis worden gebruikt waarop u zelf correcties aanbrengt in wisselfre­quentie onafhankelijk van de bron als aangege­ven op pagina 23 of 27. Wanneer deze test gereed is wordt een wisselfrequentie aange­geven rechts van de regel
X-OVER in het menu.
SPEEKER
Kamer Equalization: Elke kamer heeft unieke eigenschappen die de frequentiekarakteristiek op de luisterpositie beïnvloeden. Zo kunnen togen en nissen het verloop van het laag bena­drukken. En verschillende oppervlakken als harde vloeren en ramen, dan wel zacht tapijt en gordijnen hebben eveneens invloed op de reac­tie van de kamer. Tot voor kort waren er kostba­re testapparaten en vele intensieve metingen plus aanpassingen van de aankleding van de kamer voor nodig om de karakteristiek te corri­geren en bijverschijnselen te voorkomen. EzSet/EQ vereenvoudigt de correctie en biedt topprestaties zonder extra kosten.Terwijl het testsignaal circuleert kan EzSet/EQ een 'beeld' van de eigenschappen van de kamer maken en het signaal van de receiver aanpassen aan de eigenschappen van de luisterkamer.
22 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
Stap 9: Wanneer alle metingen met succes zijn
voltooid, stoppen de testsignalen en verschijnt
TEST DONE - UNPLUG MIC (test gereed -
neem mic los) in de tweede regel van het menu.
Afbeelding 7f
Neem de microfoon los en berg deze veilig op zodat deze weer gebruikt kan worden wanneer u het systeem opnieuw wilt kalibreren vanwege een wijziging in de luidsprekers, luisterpositie, belangrijke verandering in meubilering (zoals nieuwe vloerbedekking of extra meubels) waar­voor andere instellingen nodig zijn. Om deze instellingen in het geheugen van de receiver op te slaan en terug te keren naar het hoofdmenu
⁄/¤
D
drukt u op
RETURN TO MASTER MENU (terug naar
hoofdmenu) staat en u drukt op Set
zodat de cursor op
F
.
Opmerking: wanneer u de testresultaten wilt controleren voordat u het EzSet/EQ menu verlaat,
⁄/¤
D
drukt u op tweede regel van het menu komt en dan op
E
om door de luidsprekerposities te scha-
zodat de cursor op de
‹/›
kelen. De gegevens op elke regel worden ook toegevoegd aan de overzichten van de afzonder-
SPEAKER SETUP (luidsprekeropzet),
lijke DELAY ADJUST (vertragingscorrectie) en
CHANNEL ADJUST (kanaalcorrectie) zodra
EZSET/EQ verlaat.
u
Stap 10: wanneer de metingen niet geslaagd zijn vanwege een ontbrekende of niet goed func­tionerende luidspreker, verschijnt een
ERROR
(fout) melding en een menu, als aangegeven in Afbeelding 7g. Het EzSet/EQ systeem zoekt naar luidsprekerparen in front links/rechts, surround links/rechts en surround achter links/surround achter rechts posities. Wanneer de test van enig van deze drie paren aangeeft dat niet beide luidsprekers aanwezig zijn maar slechts één, geeft het menu
NONE
(geen) aan naast de luidsprekerpositie waar de test dit uitwees.Verschijnt deze aanwijzing, noteer dan de verdachte luidsprekerpositie, sluit alle menu's en schakel de receiver uit. Controleer alle luidsprekerverbindingen en start EzSet/EQ weer.
Afbeelding 7g
Wanneer het EzSet/EQ proces met succes is vol­tooid en al de nodige correcties van de ingangen en surround functies zijn geconfigureerd, is uw receiver gereed voor gebruik. Wanneer u geen eigen correcties wilt maken in de instellingen, kunt u de rest van dit gedeelte overslaan en terugkeren naar Basis Bediening op pagina 32 om te kijken hoe de AVR 147 wordt bediend. Wilt u wel wijzigingen aanbrengen in de instellingen ga dan verder met de aanwijzingen op de volgen­de pagina's.
Zelf Instellen
Harman Kardon raadt u aan de EzSet/EQ procedure te gebruiken om uw receiver te configureren als beschreven op pagina 21. U kunt de AVR 147 ook met de hand configureren wanneer u het liever zelf doet.
U start het zelf instellen via het volledige in-beeld menusysteem door op OSD v te drukken waarop het Druk op
MANUAL SETUP (zelf instellen) staat en druk
op Set p. Het verschijnt (afbeelding 8).
Afbeelding 8
Stel de submenu’s in het MANUAL SETUP submenu (handinstelling) in de juiste volgorde in; voor sommige menu’s dienen eerst voorgaande menu’s te worden ingesteld.
EzSet ACTIVATE: de eerste regel in het menu MANUAL SETUP geeft aan of EzSet/EQ is gebruikt en of de instellingen van EzSet/EQ zijn geactiveerd als uitgangspunt voor de hand­instellingen. Heeft u EzSet/EQ gebruikt maar wilt u toch beginnen vanaf nul, ga dan met
‹/›
zetten.
De volgende vier regels van het Manual Setup menu geven toegang tot de vier submenu’s, afhankelijk van het eerder gekozen submenu. Daarom wordt aangeraden de menu’s in de aangegeven volgorde te gebruiken.
Opzet luidsprekers
In dit menu wordt vastgelegd welk type luidspre­kers met de AVR worden gebruikt en is. Dit is belangrijk omdat hier wordt bepaald welke luid­sprekers laagfrequent (bas) informatie ontvan­gen.
Gebruik voor elke instelling hier de positie
LARGE (groot) wanneer traditionele luidsprekers
worden aangesloten die geschikt zijn voor fre­quenties beneden 100 Hz. Gebruik de instelling
SMALL (klein) voor kleinere, satellietachtige luid-
sprekers die geen frequenties beneden 100 Hz kunnen weergeven. Denk er aan dat bij toepassing van kleine luidsprekers voor front links en rechts, een subwoofer onmisbaar is voor het weergeven van de lage frequenties.
MASTER MENU in beeld blijft.
/¤ n tot de cursor op de regel
MANUAL SETUP menu
E
om de instelling op NO (uit) te
NEDERLANDS
SYSTEEMCONFIGURATIE 23
Systeemconfiguratie
Tenslotte kunt u hier kiezen of de gekozen instelling geldt voor alle ingangen (
GLOBAL)
dan wel afzonderlijk voor elke ingang
INDEPENDENT).
(
Opmerkingen:
• Is "Independent" gekozen bij de luidspreker instellingen (zie hieronder), dan dient voor elke ingang afzonderlijk ingesteld te worden en kunt u kiezen welke luidspreker opzet wordt gebruikt afhankelijk van de gekozen ingang.Zo kunt u bijvoorbeeld de Centrum luidspreker en/of de Subwoofer uitschakelen bij de gekozen muziek­bron en ze bij elk filmsignaal wèl gebruiken.
• Met de huidige ingang worden alle luidspreker­instellingen gekopieerd naar alle andere geluids­functies, voorzover de luidsprekers daarvoor nodig zijn, en hoeven niet herhaald te worden wanneer een andere surround functie met die ingang wordt gekozen.
Het wordt aanbevolen de juiste luidspreker­instellingen te maken via het
SIZE (luidsprekergrootte) menu (Afb. 9). Staat
SPEAKER
dat menu nog niet in beeld van de voorgaande instellingen, druk dan op in-beeld display
L
om het MASTER MENU (Afb. 1) op te roepen,
¤
D
en druk drie op
MANUAL SETUP (zelf instellen) gaat.
regel
Druk op dit punt op Set
SPEAKER SIZE menu (afbeelding 9).
zodat de cursor naar de
F
en kies het
Afbeelding 9
1. Voordat u de luidsprekers instelt, dient u te bepalen of u alle ingangen met dezelfde luidspre­kergrootte instelling wilt gebruiken (
GLOBAL)
of dat alle ingangen individueel ingesteld moeten worden (
INDEPENDENT).
Om alle ingangen op "Global" (identiek) of op "Independent" (afzonderlijk) te zetten drukt u
D
tweemaal op naar de regel
om de cursor te verplaatsen
BASS MGR.
Met deze instelling kiest u voor alle ingangen dezelfde luidspreker configuratie ("Global") of voor afzonderlijke instellingen per ingang ("Independent"). In de meeste gevallen zal de standaard
GLOBAL instelling voldoen, daar de
meeste gebruikers geen individuele luidsprekerin­stellingen nodig hebben. Sommige echter, vooral zij die in het bezit zijn van grote breedband front luidsprekers, die zowel voor films als voor muziek worden gebruikt, zullen veelal afzonderlijke instellingen prefereren voor het luisteren naar CD en voor DVD,VCR of kabel/satelliet TV.
Wilt u het crossoverpunt per ingang aanpassen zet de cursor dan op de regel
‹/›
druk op
E
BASS MGR en
zodat INDEPENDENT (afzonderlijk) wordt gemarkeerd.Wanneer deze instelling wordt gekozen verschijnen alle instellin­gen van de luidsprekers met hun standaard grootte in het menu en alle andere ingangen gaan naar
INDEPENDENT (onafhankelijk).
Nu kunt u de gewenste luidspreker grootte invoe­ren voor de gekozen ingang, als verderop beschreven. Onthoud dat in dit geval de inge­voerde instelling ALLEEN geldt voor de gekozen ingang en dat u terug dient te gaan naar het
INPUT menu om een andere ingang te kiezen,
om vervolgens weer naar deze pagina te gaan om de instelling voor de volgende ingang in te stellen. Herhaal deze procedure voor elke ingang die u een van de standaard afwijkende instelling wilt geven.
Opmerking: wanneer de
INDEPENDENT
(onafhankelijk) instelling actief is kunt u verschil­lende luidsprekergrootten toewijzen aan elke ingang om verschillende bass management instel­lingen te activeren, passend bij het type program­mamateriaal dat gewoonlijk met een bepaalde bron (bijvoorbeeld films via de DVD- en muziek via de CD-speler). De werkelijke wisselfrequenties worden echter slechts eenmaal ingesteld en veran­deren niet met de keuze van de ingang. De reden is dat hoewel de voorkeur voor bass management kan wisselen, de luidsprekers hetzelfde blijven ongeacht het bass management en de ingestelde routing.
2. Begin met te controleren of de cursor naar de
LEFT/RIGHT (links/rechts) regel wijst waar-
mee de configuratie van de front links en rechts luidsprekers wordt bepaald.Wilt u de configuratie van de front luidsprekers veranderen, druk dan op
‹/›
E
zodat LARGE (groot) of SMALL (klein) verschijnt, conform de hiervoor gegeven omschrijving.
Wanneer
SMALL wordt gekozen, zullen de lage
tonen voor de front kanalen alleen naar de sub­wooferuitgang gestuurd worden. Kiest u deze optie en is geen subwoofer aangesloten, dan hoort u geen lage frequenties via de front kanalen.
LARGE gekozen, dan wordt een full-
Wordt range signaal naar de linker en rechter front kanalen gestuurd. Afhankelijk van de keuze voor
SUBWOOFER in dit menu (zie
het item verderop), kan het laag voor front links en rechts ook naar een subwoofer worden gestuurd.
Opmerking: wanneer de front luidsprekers op
LARGE (groot) staan en de surround functie
staat op “Surround off”, of op tweekanaals ste­reo, zodra een analoog signaal aanwezig is, wordt het direct naar de volumeregelaar geleid zonder bewerking of digitalisering. Gebruikt u breedband front luidsprekers en wilt u de digitale bewerking uit de signaalweg verwijderen, kies dan deze configuratie.Wilt u deze opzet slechts met één ingang gebruiken, bijvoorbeeld CD-spe­ler met externe DAC of een externe pu-voorver­sterker, dan DIENT u ook
INDEPENDENT
(onafhankelijk) TE kiezen op de regel BASS
MGR regel onderin het menu, zodat alleen die
ingangen waarbij de analoge passeerschakeling gewenst is op deze wijze worden behandeld, ter­wijl andere analoge ingangen zoals VCR of kabel­TV voor surround processing worden gedigitali­seerd.
Belangrijk: wanneer een luidsprekerset met sub­woofer en twee front satellieten, verbonden met de luidsprekeruitgangen van de subwoofer wordt gebruikt, dienen de ingangen van de subwoofer verbonden te worden met de Front luidspreker-
uitgangen
en dient LARGE (groot) voor de front luidsprekers gekozen te worden (en NONE voor de subwoofer, zie verderop).
3. Zodra de keuze voor de front luidsprekers is
¤
D
gemaakt drukt u op ning om de cursor naar
4. Druk op ‹/ ›
E
op de afstandsbedie-
CENTER te verplaatsen.
op de afstandsbedie­ning om de optie te kiezen die het beste de gebruikte centrum luidspreker omschrijft, als elders op deze pagina aangegeven.
SMALL gekozen, dan zullen de lagen
Wordt tonen voor het centrum kanaal naar de front kanalen gestuurd worden, mits deze zijn inge-
LARGE en de subwoofer is uitgescha-
steld op keld. Is de subwoofer ingeschakeld, dan zullen de lage tonen van het centrum kanaal uitsluitend naar de subwoofer gestuurd worden.
Wanneer
LARGE is gekozen zal het volledige
frequentiebereik naar de centrum luidspreker gestuurd worden, en bij analoge en digitale surroundfuncties wordt GEEN signaal van het centrum kanaal naar de subwooferuitgang gestuurd (behalve wanneer de Pro Logic II Music in gebruik is).
Opmerking: kiest u Logic 7 als surround functie voor een specifieke ingang, waarvoor u de luid­sprekers configureert, dan is de optie LAGRE voor de centrum luidspreker niet beschikbaar. Dat komt de door de eisen die het Logic 7 proces stelt en duidt niet op een probleem met uw receiver.
NONE (geen) gekozen, wordt geen signaal naar
de centrum kanaal uitgang gestuurd. De receiver werkt dan in een ‘fantoom’ centrum functie. De informatie van het centrum kanaal wordt ver­deeld over de linker en rechter front luidsprekers en het laag van het centrum kanaal wordt naar de subwoofer gestuurd, mits gekozen in het item
L/R+LFE is
SUBWOOFER in dit menu;
zie hieronder. Deze functie is nodig wanneer geen centrum luidspreker wordt gebruikt. Denk er aan dat wanneer de Logic 7 Cinema of Enhanced functie is gekozen wel een centrum luidspreker noodzakelijk is; de Logic 7 Music functie werkt prima zonder centrum luidspreker.
24 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
5. Nadat de keuze voor het centrum kanaal is
¤
D
gemaakt, drukt u op
op de afstands-
bediening om de cursor te verplaatsen naar
SURROUND.
6. Druk op
/
E
op de afstandsbedie­ning om de optie te kiezen die het beste de sur­round luidsprekers in uw systeem omschrijft, op basis van de definities op pagina 23.
SMALL (klein) gekozen, dan zal bij alle digitale
Is surround functies het laag van de surround kanalen naar de front luidsprekers,indien geen subwoofer wordt gebruikt, of naar de subwoofer wanneer deze wèl aanwezig is. Bij elke analoge surround functie hangt de laag sturing naar de achter luid­sprekers af van de gekozen functie en de instelling van de subwoofer en de front luidsprekers.
Wanneer
LARGE is gekozen wordt het volledige
frequentiebereik naar de surround kanalen gestuurd (bij alle analoge en digitale surround­functies) en, met uitzondering van de Hall en Theater functies, wordt geen laag van de surround kanalen naar de subwoofer gestuurd.
Wanneer
NONE is gekozen, zal de surround
informatie verdeeld worden over de uitgangen links front en rechts front. Merk op dat voor opti­male weergave zonder surround luidsprekers gekozen dient te worden voor de Dolby 3 Stereo functie.
7. Zijn de instellingen voor de surround kanalen
¤
D
gereed, druk dan op
op de afstandsbe-
diening om de cursor te verplaatsen naar
SUBWOOFER.
8. Druk op ‹/ ›
E
op de afstandsbe­diening om de optie te selecteren die best uw systeem omschrijft.
De beschikbare keuzes voor de opstelling van de subwoofer worden bepaald door de instellingen voor de andere luidsprekers, vooral de front links en rechts posities. Wanneer de front links/rechts luidsprekers op
SMALL staan wordt de subwoofer automatisch
SUB gezet, wat betekent dat deze actief is.
op Wanneer de front links/rechts luidsprekers op
LARGE staan, zijn drie opties beschikbaar:
• Is geen subwoofer aangesloten op de AVR,
/
E
druk dan op ning, zodat
NONE in het in-beeld menu ver-
op de afstandsbedie-
schijnt. Wordt deze optie gekozen, dan wordt alle laag informatie naar de front links/rechts ‘hoofd­luidsprekers’ gestuurd.
• Is wel een subwoofer aangesloten op de AVR, dan bestaat de optie de front links/rechts ‘hoofd’ luidsprekers het laag in alle gevallen te laten weergeven en de subwoofer alleen te activeren wanneer de AVR wordt gebruikt met een digitale bron die een speciaal Low Frequency Effects,of LFE geluidsspoor omvat. Dan kunnen zowel de hoofdluidsprekers als de subwoofer gebruikt wor­den voor het speciale laag van bepaalde films. Die
/
E
optie wordt gekozen door op afstandsbediening te drukken zodat
op de
LFE (LFE) in
het in-beeld menu verschijnt.
• Wanneer een subwoofer is aangesloten en deze wordt gebruikt voor de laagweergave in combinatie met de hoofdluidsprekers front links/rechts, ongeacht het type programmabron of de gekozen surroundfunctie, druk dan op
E
op de afstandsbediening waarop
L/R+LFE in het in-beeld menu verschijnt.
/
Wordt deze optie gekozen, dan gaat een breed­band signaal naar de front links en rechts hoofd­luidsprekers. De subwoofer ontvangt de front links en rechts lage frequenties beneden de wis­selfrequentie, die in het volgende item in dit menu wordt gekozen, als hierna beschreven, en tevens het LFE signaal.
9.Wanneer alle basisinstellingen voor luidspreker ‘grootte’ zijn gemaakt, kunt u profiteren van het Triple Crossover Systeem (drievoudig wisselfilter) van de AVR, waarmee het wisselfilter individueel kan worden ingesteld voor elke luidsprekergroep. In systemen met breedbandluidsprekers in het front, of waar verschillende merken luidsprekers in de diverse posities worden toegepast, kan het laag met grotere precisie dan ooit worden gere­aliseerd. Het wisselpunt wordt bepaald door het ontwerp van de gebruikte luidsprekers en is de laagste frequentie die deze luidspreker kan weer­geven.
Heeft u de EzSet/EQ metingen en berekeningen al uitgevoerd dan verschijnen de daar gevonden waarden. Geen verdere correctie is nodig tenzij u een specifiek item wilt veranderen en aan uw eigen smaak wilt aanpassen of een niet-stan­daard systeem opzet.
Voordat u iets aan de instellingen voor het crossoverpunt verandert, raden we u aan de wis­selfrequentie voor elk van de drie groepen – front links/rechts, centrum front, en surround – door deze op te zoeken in desbetreffende hand­leidingen, op de website van de fabrikant of via de servicedienst. U heeft deze gegevens nodig bij de volgende instellingen.
De op de fabriek ingestelde standaardwaarde voor alle kanalen is 100 Hz. Mocht deze waarde acceptabel zijn, dan kunt u deze instelling overslaan. Om echter één van deze instellingen te wijzigen, kan het
SPEAKER X-OVER
worden gekozen als aangegeven in afbeelding
10.
Afbeelding 10
Om de instelling voor elk van de drie luidspreker­groepen Links/Rechts, Center of Surround te wij­zigen, drukt u op
⁄/¤
D
tot de cursor op de
regel staat waaraan u iets wilt veranderen. Vervolgens drukt u op
‹/›
E
tot de gewenste instelling verschijnt. De beschikbare wisselfrequenties waar beneden de lage frequen­ties naar de subwoofer worden gestuurd (of naar de front links/rechts luidsprekers wanneer de subwoofer op OFF staat) en niet naar het luid­sprekerkanaal, zijn 40, 60, 80, 100, 120, 150 en 200 Hz. Kies de frequentie die overeenkomt met de informatie die u over uw luidsprekers heeft gevonden, of, wanneer een exacte overeenkomst niet voorhanden is, de waarde die het dichtst BOVEN de gewenste wisselfrequentie of laagfre­quent limiet ligt. Dit om een ‘gat’ in het laag te voorkomen, omdat het systeem daar geen laag geeft.
Wanneer sprekers en
LARGE is gekozen voor de front luid-
L/R+LFE als optie voor de sub-
woofer, wordt het geluid voor de front kanalen beneden de voor de L/R front luidsprekers geko­zen wisselfrequentie (wanneer voor front “Small” – klein – is gekozen), naar zowel de front luid­sprekers als de subwoofer gestuurd.
De wisselfilter instellingen voor Links/Rechts, Center en Surround worden gebruikt om te bepalen waar de lage frequenties naar toe moe­ten, afkomstig van de hoofdkanalen van een bron. De instelling voor de afgebeelde menuregel
LFE wordt gebruikt voor het bepalen van een
laagdoorlaatfilter punt voor de informatie in het Laag Frequent Effect (LFE) kanaal dat deel uit­maakt van het Dolby Digital en DTS gecodeerde signaal. Het LFE kanaal is de “.1” die u bij sur­round sound opgaven ziet en is beperkt tot lage frequenties, sommige mixen kunnen informatie bevatten die hoger in frequentie liggen dan uw subwoofer kan weergeven. Om te voorkomen dat niet-gewenste signalen naar de subwoofers wor­den gestuurd – die deze niet kunnen verwerken en geen ingebouwd laagdoorlaatfilter bezitten – kan op de
LFE regel een instelling voor het
laagdoorlaatfilter, dat deel uitmaakt van de sig­naaltoevoer van het LFE kanaal, worden geko­zen. De beschikbare instellingen zijn dezelfde als die welke gekoppeld zijn aan elk van de vier beschikbare luidsprekerposities in dit submenu. Wij raden aan een frequentie te kiezen die iets hoger ligt dan bovengrens van de subwoofer, als aangegeven in de handleiding van de subwoofer.
‹/›
Druk op op de regel
NavigerenEwanneer de cursor
LFE staat om de juiste instelling te
kiezen.
NEDERLANDS
SYSTEEMCONFIGURATIE 25
Systeemconfiguratie
Denk er aan dat de wisselfrequentie voor de surround luidsprekers en de surround achter luidsprekers identiek is. Daarom is er geen wis­selfrequentie voor de achter surround luidspre­kers te kiezen of aangegeven.
Belangrijk: alle instellingen voor de wisselfre­quenties zijn “Global”, d.w.z. dat ze identiek zijn voor alle ingangen, ongeacht of de BASS­MANAGER (zie boven) op “GLOBAL” of “INDEPENDENT” is ingesteld.
10. Wanneer alle luidsprekerkeuzes zijn gemaakt drukt u op
BACK TO MANUAL SETUP (terug naar
¤
D
tot de cursor op de regel
handinstelling) staat de druk vervolgens op
instellenFom terug te gaan naar het
Handinstelling submenu.
11. De luidsprekerinstelling kan op elk moment gewijzigd worden zonder het Full-OSD (volledig) menu in beeld op te roepen, door opluidspre-
kerkeuze
6
op het frontpaneel of op op de afstandsbediening. Nadat de toets is inge­drukt verschijnt FRONT SPEAKER onderin het beeld en in de displayÒ.
Druk nu binnen vijf seconden op voorzijde of op
⁄/¤
D
‹/›
7
op de
op de afstandsbedie­ning om een andere luidsprekerpositie te kiezen, of druk op instellen@F
om de instelling van
de front luidsprekers links en rechts te wijzigen.
Nadat op instellen
@Fis gedrukt en het
systeem gereed is voor het wijzigen van de instelling voor de front luidsprekers, geven de in­beeld display en de display
LARGE of FRONT SMALL aan, afhankelijk
van de huidige instelling. Druk op voorzijde of op
⁄/¤
Ò
FRONT
‹/›
D
op de afstandsbedie-
7
op de
ning tot de gewenste instelling wordt aangege­ven, gebruik makend van de eerder gegeven aan­wijzingen omtrent ‘grote’ en ‘kleine’ luidsprekers, en druk dan op instellen@F
.
Indien nog een ander luidsprekerpositie dient te worden gewijzigd, drukt u op paneel of op
⁄/¤
D
‹/›
7
het front-
op de afstandsbediening om een andere luid-sprekerpositie te kiezen, ver­volgens drukt u op instellen@F het frontpaneel, of op neel, of op de
⁄/¤
‹/›
7
D
op de afstandsbedie-
en dan op
op het frontpa-
ning tot de gewenste luidsprekerpositie wordt aangegeven, en tenslotte weer op instellen
@Fom de keuze te bevestigen.
Om u te helpen bij het maken van deze instellin­gen veranderen de indicaties luidspreker/
kanaal functie
$
telkens wanneer een luid­sprekertype voor een bepaalde positie kiest. Licht alleen het binnenste symbool op dan is op SMALL ingesteld. Wanneer het middelste vakje en de twee buitenste vakjes met cirkeltjes erin verlicht zijn, dan is de luidspreker op LARGE ingesteld. Wanneer geen indicatie voor een luid­sprekerpositie verschijnt, dan is die positie op NONE of ‘geen luidspreker’ ingesteld.
Opmerking: deze iconen zijn alleen beschikbaar bij het maken van wijzigingen in de opzet zonder de volledige in-beeld display.
Bijvoorbeeld, in de afbeelding hieronder staan alle luidsprekers op ‘large’ (groot) en een sub­woofer is gekozen.
Instelling vertraging
Vanwege de verschillende afstanden tussen de luisterpositie tot de front luidsprekers en de sur­round luidsprekers, is ook de tijd die het geluid nodig heeft om uw oren te bereiken verschillend. Door gebruik te maken van de vertraging kunnen deze verschillen in luidsprekerpositie en kame­rakoestiek in uw luisterruimte of home theater gecompenseerd worden. Om de front, centrum en surround kanalen opnieuw te synchroniseren is het nodig eerst de afstand van de luister/kijk positie naar de front, centrum en surround luid­sprekers (indien aanwezig) in meters te meten en te noteren.
Om de instelling te veranderen volgt u de aanwij­zingen hieronder om de afstand tussen de plaats van de luidspreker en de hoofd luisterpositie in te voeren. Deze meting hoeft niet op de centimeter nauwkeurig te zijn daar het systeem zich richt op de algehele indruk, meer dan op de exacte plaats.
Naast het corrigeren van de vertragingstijd voor elke afzonderlijke luidsprekerpositie, kan bij de AVR als een der weinige A/V receivers, ook de ver­traging voor alle luidsprekers van een groep gecor­rigeerd worden. Deze functie heet A/V Sync Delay en compenseert voor vertragingen in het video­beeld die kunnen ontstaan door vertragingen in digitale videoschermen, video scalers,digitale kabel- of satellietsystemen en videorecorders. Met de juiste correctie van de A/V Sync Delay kunt u het lipsynchroon lopen van beeld en geluid in digitale videotoepassingen herstellen.
Kunnen de instellingen voor A/V Sync Vertraging alleen met de hand worden ingesteld daar het noodzakelijk is het programmamateriaal in beeld te bekijken tijdens het instellen van de vertraging voor desbetreffende bron. Dient de A/V Sync Vertraging als hieronder beschreven te worden ingesteld.
Vanwege de verschillen in werking van de diverse surround functies dienen ook de vertragingen indi­vidueel voor elke surround functie te worden inge­steld. Zijn echter de vertragingen ingesteld voor de surround functie met het maximum aantal kanalen, dan hoeven deze niet opnieuw te worden ingesteld voor die functie met minder kanalen.
Voorbeeld: wanneer de vertragingen voor Dolby Pro Logic IIx – Movie zijn ingesteld worden deze overgedragen aan de Dolby Pro Logic II – Movie functie.Wel dienen de vertragingen voor elke variant afzonderlijk te worden ingesteld, zoals Dolby Pro Logic – Music, Dolby Pro Logic – Game, Dolby Pro Logic, Dolby 3 Stereo.
De vertragingstijden zijn voor alle surround func­ties instelbaar. Hoewel alle kanalen in beeld ver­schijnen met de standaard of de later ingestelde afstanden, kunt u via het menusysteem de instel­lingen voor de actieve kanalen in de huidige sur­round functie instellen. Luistert u bijvoorbeeld naar muziek-CD’s via de CD-ingang met DSP Surround Off dan kan alleen de vertraging voor front links, front rechts en de subwoofer worden ingesteld. De cursor slaat in het menu bij het instellen de niet in gebruik zijnde kanalen over. Daarom raden we u aan de eerste keer bij het instellen een 5.1 kanalen surround functie te kie­zen, afhankelijk van het aantal luidsprekers in het systeem. Voor het instellen van de vertragingen bieden de Logic 7 functies de mogelijkheid alle kanalen in te stellen zonder dat een bron wordt afgespeeld.
Om het instellen te starten kiest u eerst
ADJUST MENU (afbeelding 11). Staat het sys-
DELAY
teem nog niet op dat punt, druk dan op OSD
L
om het hoofdmenu op te roepen. Druk
¤
D
driemaal op
MANUAL SETUP staat. Druk op Set
DELAY ADJUST menu op.
roep het
tot de cursor op de regel
F
en
Afbeelding 11
Ga nu met de cursor naar de regel UNIT en kies de gewenste eenheid voor afstand, feet of meter. Ga dan met de cursor naar
CENTER
wasar de eerste instelling wordt gemaakt. Druk
‹/›
E
nu op
tot de juiste afstand van de
front links luidspreker tot de luisterpositie wordt
¤
D
aangegeven. Druk dan eenmaal op
om
naar de volgende regel te gaan.
De cursor staat nu op de regel
CEN zodat de
vertraging van de center luidspreker kan worden
‹/›
E
ingesteld. Druk op
tot de afstand van de luisterpositie tot de center luidspreker is ingesteld. Herhaal dit voor alle actieve luidspre-
¤
D
kerposities door op
‹/›
gebruik
E
te drukken en
om de instelling te wijzi­gen. Denk eraan dat deze laatste instelling alleen nodig is wanneer surround achter luidsprekers geïnstalleerd zijn en Dolby Digital als surround functie is gekozen.
26 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
Wanneer de vertraging voor alle luidsprekerposi­ties is ingesteld kunt u terugkeren naar het
⁄/¤
F
.
NavigatieDte
BACK T O
hoofdmenu door op drukken tot de cursor op de regel
MASTER MENU (terug naar hoofdmenu) staat
en u drukt op Set
Heeft u echter een digitale videobron of een digitaal beeldscherm waardoor e.e.a. niet meer lipsynchroon is, kunt u de A/V Sync correctie gebruiken om het audiosignaal dat naar alle kanalen gaat te vertragen (in tegenstelling tot de individuele instellingen), zodat beeld en geluid weer synchroon lopen. Wij raden u aan deze instelling te maken met de directe instellingen op de afstandsbediening als hieronder aangegeven. Zo kunt u dan het beeld zien terwijl u corrigeert; het is echter ook mogelijk de instelling in het menu te maken.
De vertraging kan op elk moment tijdens het kijken via de afstandsbediening worden
gecorrigeerd door op Vertraging
. De A/V Sync Vertraging is de eerste en kan worden gecorrigeerd door binnen 5 seconden op Set
te drukken nadat A/V SYNC DELAY
in beeld en op de onderste regel van de display
Ò
verschijnt. Druk dan op
‹/›
E
om de gewenste instelling van de vertraging in te voeren zodat audio en video synchroon lopen. Druk nogmaals op Set p om de instelling te openen.
Denk er aan dat de A/V Sync vertraging voor elke videobron anders is en dat dus verschillende instellingen voor alle aangesloten apparaten op de Video 1, 2 en 3 ingangen.
Om een van de afzonderlijke luidspreker posities direct te wijzigen drukt u op Luidsprekerkeuze
en dan op
⁄/¤
D
om de gewenste positie te kiezen zodra de naam in beeld en in de onderste regel van de display
Ò
verschijnt. Wanneer de naam van de luidsprekerpositie die u wilt corrigeren verschijnt, drukt u binnen 5 seconden op Set p. Druk op
‹/›
E
om
de gewenste vertraging voor die luidspreker in te voeren en druk op Set p om deze vast te leg­gen. Dan kunt u met
⁄/¤
D
om een andere positie te kiezen, of wacht vijf seconden waarna het systeem naar normaal gebruik terugkeert.
De vertraging kan op elk moment tijdens het kijken via de afstandsbediening worden
gecorrigeerd door op Vertraging
.
Om een van de afzonderlijke luidspreker posities direct te wijzigen drukt u op Luidsprekerkeuze
en dan op
⁄/¤
D
om de gewenste positie te kiezen zodra de naam in beeld en in de onderste regel van de display
Ò
verschijnt. Wanneer de naam van de luidsprekerpositie die u wilt corrigeren verschijnt, drukt u binnen 5 seconden op Set p. Druk op
‹/›
E
om de gewenste vertraging voor die luidspreker in te voeren en druk op Set p om deze vast te leggen. Dan kunt u met
⁄/¤
D
om een
andere positie te kiezen, of wacht vijf seconden waarna het systeem naar normaal gebruik terugkeert.
Instellen uitgangsniveau
Het instellen van de uitgangsniveaus is een belangrijk onderdeel van het configuratieproces bij een surround sound product. Het is in het bij­zonder belangrijk bij een Dolby Digital ontvanger als de AVR, aangezien de juiste uitgangssignalen ervoor zorgen dat het filmgeluid met de juiste richting en intensiteit wordt weergegeven.
Opmerking: iuisteraars zijn vaak onzeker over werking van de surround kanalen. Sommigen menen dat er altijd geluid uit alle luidsprekers moet komen, terwijl er juist voor het merendeel van de tijd weinig of geen geluid uit de surround kanalen komt. Dat komt omdat ze alleen ge­bruikt worden wanneer een regisseur of geluids­technicus daar specifiek een geluid toevoegt om een klankbeeld te creëren, een geluidseffect of een actie te laten bewegen van het front van de kamer naar de achterzijde.Wanneer de uitgangs­niveaus correct zijn ingesteld, is het normaal dat de surround luidsprekers slechts zo nu en dan actief zijn.
Het volume van de achter luidsprekers extra ver­hogen kan juist de illusie van een omringend klankbeeld teniet doen, in afwijking van de manier waarop het geluid in een bioscoop of concertzaal wordt ervaren.
Wanneer u het systeem al gekalibreerd heeft met EzSet/EQ zijn de aangegeven niveau instellingen­het resultaat van metingen van EzSet/EQ. Er zijn geen verdere correcties nodig tenzij u een speci­fiek item wilt veranderen vanwege smaak of een niet-standaard systeemconfiguratie.
BELANGRIJK: het uitgangsniveau kan apart wor­den ingesteld voor elke digitale en analoge sur­round functie. Daarmee kunnen niveauverschillen tussen de luidsprekers gecompenseerd worden, en tevens kunnen verschillen afhankelijk van de geko­zen surround functie, of het niveau van bepaalde luidsprekers naar eigen inzicht verhoogd of ver­laagd worden. Denk er aan instellingen die gemaakt zijn voor een surround functie ook effec­tief zijn voor alle ingangen die gerelateerd zijn aan die surround functie.
Voor het instellen van de uitgangsniveaus er voor zorgen dat alle luidsprekers correct zijn aan­gesloten.
Voor een gemakkelijke opzet volgt u onderstaan­de aanwijzingen vanuit de meest gebruikte luis­terpositie:
1. Controleer of alle luidsprekers op de juiste manier zijn geconfigureerd op LARGE en SMALL als eerder beschreven en schakel zono­dig de in-beeld display uit.
2. Stel het volume zo in dat
15 wordt aange-
geven, als aangegeven in de in-beeld display en de display
Ò
.
3. Kies een willekeurige ingang die gekoppeld is aan de surround functie waarvan u het uit­gangsniveau wilt veranderen. Vergeet niet dezelfde correcties te maken met alle andere surroundfuncties gecombineerd met de gebruikte ingangen.
4. Handinstelling is het gemakkelijkst via het
CHANNEL ADJUST (kanaal corrigeren)
menu (Afb. 12). Staat het hoofdmenu nog in beeld druk dan op cursor naast
¤
D
tot de in-beeld
MANUAL SETUP staat. Bent u
niet in het hoofdmenu, druk dan op in-beeld display
L
om het MASTER MENU (Afb. 1) op te roepen en druk vervolgens driemaal op, zodat de
¤
D
cursor u op de
regel uitgangsniveaus staat. Druk op in-
stellen
F
om het MANUAL SETUP line.
Druk op Set
F
om het MANUAL SETUP menu op te roepen (afbeelding 8) en ga naar beneden tot de cursor op de regel
CHANNEL ADJUST staat en druk op
Set
F
.
Afbeelding 12
Wanneer het CHANNEL ADJUST menu voor het eerst verschijnt, is het testsignaal uitgescha­keld. Gebruik
⁄/¤
D
om een kanaal voor correctie te kiezen met een externe bron, zoals een testdisc, om de uitgangsniveaus te beoorde­len. Wanneer de cursor op de regel van het te corrigeren kanaal staat drukt u op
‹/›
E
om het niveau te verhogen of te verlagen. Voordat u zelf gaat instellen, raden we u aan eerst de ingebouwde testtoongenerator van de AVR te gebruiken die automatisch een signaal naar alle kanalen stuurt om te controleren of alle luidsprekerverbindingen correct zijn gemaakt.
NEDERLANDS
SYSTEEMCONFIGURATIE 27
Systeemconfiguratie
5. Schakel de testtoon in en laat deze automa­tisch over de kanalen circuleren over de kana­len waarvan voorheen luidsprekers zijn gecon­figureerd (zie pagina 21). Druk nu op
D
tot de cursor op de regel TEST
TONE SEQ in het menu staat. Druk dan op
‹/›
E
tot AUTO wordt aangegeven.
⁄/¤
Op dat moment start ook het testsignaal, cir­culeert rechtsom door de kamer, laat elke luid­spreker twee seconden horen en schakelt naar de volgende luidsprekerpositie. De cursor knippert naast de actieve luidspreker om aan te geven van welke luidspreker u signaal dient te horen.
BELANGRIJK: omdat dit testsignaal een veel lager niveau heeft dan normale muziek dient u het volume, na de instelling van alle kanalen, terug te nemen. Het juiste volume dient weer hersteld te zijn VOORDAT u terugkeert in het hoofdmenu en het testsignaal uitgeschakeld wordt.
Opmerking: vergeet niet te controleren of de luidsprekers correct zijn aangesloten.Terwijl het testsignaal rond gaat controleert u of het geluid ook werkelijk komt van de luidspreker die in de display
Ò
wordt aangegeven. Zou dat bij een luidspreker niet kloppen, schakel de AVR dan uit met de netschakelaar
1
en controleer de luid­sprekeraansluitingen en eventuele verbindingen naar externe versterkers om er zeker van te zijn dat alle luidsprekers met de juiste kanalen zijn verbonden.
6. Nadat u de luidsprekerposities gecontroleerd
heeft, laat u het testsignaal weer rondgaan en luistert u of een kanaal luider klinkt dan de andere. Met de front luidspreker links als refe-
⁄/¤
D
rentie drukt u op
op de afstandsbe­diening om alle luidsprekers op hetzelfde niveau te brengen. Merk op dat drukken op
‹/›
E
het testsignaal op dat kanaal zal blijven om de tijd te geven de afregeling te maken. Laat u de toets los dan gaat de ruis na vijf seconden weer rond. De cursor u in beeld kan ook direct naar de af te regelen luidspreker verplaatst worden met de
D
toetsen op de afstandsbediening.
⁄/¤
7. Ga door met het regelen van de afzonderlijke luidsprekers tot ze alle hetzelfde volume heb­ben. Merk op dat de regelingen alleen
‹/›
gemaakt dienen te worden met
E
op de afstandsbediening, NIET met de volumeregeling.
Gebruikt u een geluidsdrukmeter (SPL) voor een exacte instelling met het testsignaal, zet de
volumeregelaar
dan op –15 dB en stel het niveau voor elk kanaal zo in dat de meter 75 dB aangeeft, C-gewogen, traag. (C-weighted, slow). Nadat de instellingen zijn gemaakt draait u het volume weer terug.
U kunt deze instellingen van elk kanaal ook
⁄/¤
D
geheel zelf maken door op tot de cursor op de regel
SEQ in het menu staat om vervolgens met
E
ren. In de
MANUAL (handbediening) te marke-
MANUAL functie start het testsignaal
TESTTONE
te drukken
‹/›
ook direct, maar gaat alleen naar een andere
‹/›
E
luidspreker door op
. te drukken.
Wanneer de handinstelling actief is kan de test-
⁄/¤
toon worden uitgeschakeld door op
D
te drukken tot de cursor op de regel TEST
TONE staat en dan met
‹/›
E
OFF (uit)
te markeren.
Wanneer u vindt dat de niveaus onaangenaam laag of hoog liggen, kunt u de procedure her­halen. Ga terug naar stap 2 en stel het hoofd­volume iets hoger of iets lager in, passend bij uw kamer en uw eigen voorkeur. U kunt de procedu­re zo vaak herhalen als u wilt om het gewenste resultaat te bereiken. Om eventuele schade aan uw gehoor of de apparatuur te voorkomen, wij­zen we er op dat het hoofdvolume liever niet boven 0 dB ingesteld moet worden.
Wanneer alle kanalen hetzelfde volume hebben
⁄/¤
D
is het instellen voltooid. Gebruik de cursor naar de regel verplaatsen en druk op
TEST TONE te
‹/ ›
E
om
tot het woord OFF (uit) verschijnt om het testsignaal uit te schakelen.
Denk er aan dat telkens wanneer een bepaalde surround functie wordt gekozen, ook voor een andere bron, deze uitgangsniveau instelling zal worden gekozen. Toch dienen de uitgangsni­veaus onafhankelijk voor elke surround functie te worden ingesteld, ook voor varianten als Dolby Pro Logic II – Movie en Dolby Pro Logic II – Music. Het mag ingewikkeld lijken maar het is noodzakelijk om de prestaties van de AVR 147 te optimaliseren wanneer verschillende methoden worden gebruikt om audiosignalen naar de ver­schillende kanalen te sturen. De AVR neemt de instellingen over van de ene functie naar dezelf­de in een andere kanaalconfiguratie, zoals Dolby Pro Logic II – Movie en Dolby Pro Logic II – Movie. Desgewenst, als een korte methode om te beginnen, kunt u de niveaus voor Dolby Pro Logic II – Movie instellen en deze kopiëren voor alle Dolby functies en alleen die invoeren voor de luidsprekers die voor die functie nodig zijn. Later corrigeert u de niveaus dan op het gehoor door naar de verschillende bronnen te luisteren en niet op het testsignaal. Zie pagina 38 voor nadere informatie over het afstellen van de uitgangs­niveaus op extern bronmateriaal.
Opmerking: het uitgangsniveau van de sub­woofer kan niet gecorrigeerd worden met behulp van het testsignaal. Om het niveau van de sub­woofer te corrigeren volgt u de stappen voor het instellen van het uitgangsniveau op pagina 38.
Wanneer alle kanalen hetzelfde niveau hebben is de afregeling gereed. Zet nu met volume
het niveau op ca. –40 dB, anders zal het afspeel­niveau te hoog zijn zodra de muziek begint te spelen. Om dit menu te verlaten drukt u op
D
tot de cursor u in beeld naast de regel
BACK T O MASTER MENU staat en u drukt
F
op instellen
om het testsignaal uit te
⁄/¤
schakelen en terug te keren naar het
MASTER MENU.
De uitgangsniveaus kunnen ook afgeregeld wor­den door de afzonderlijke toetsen en het Semi­OSD systeem te gebruiken. Om op deze manier de uitgangsniveaus te regelen drukt u op test-
signaal
8
. Vanaf het moment dat u op de toets drukt gaat het testsignaal, zoals eerder beschreven, rond. Het juiste kanaal vanwaar u het testsignaal wilt horen, wordt aangegeven in het onderste derde deel van het beeld en in de
display
Ò
. Als een extra aanwijzing wordt het juiste kanaal, terwijl het testsignaal rondgaat, ook aangegeven door de luidspreker/kanaal
keuze
$
, door een knipperende letter in het
correcte kanaal. Draai het volume
hoger
tot u de ruis duidelijk kunt horen.
Om het uitgangsniveau te regelen drukt u op
⁄/¤
D
op de afstandsbediening tot het gewenste niveau in de display of in beeld wordt aangegeven. Zodra u de toetsen loslaat gaat het testsignaal na vijf seconden opnieuw rond.
Wanneer alle kanalen hetzelfde uitgangsniveau hebben, zet u met volume
het niveau op ca. –40 dB, anders zal het afspeelniveau te hoog zijn zodra de muziek begint te spelen. Daarna drukt u op testsignaal
8
om de testtoon uit
te schakelen en het proces af te ronden.
BELANGRIJK: se afregeling van het uitgangs­niveau zal niet effectief zijn voor alle ingangen, maar alleen voor de werkelijk geselecteerde surroundfuncties. Om ook effectief te zijn voor een andere functie, kiest u die functie (met welke ingang dan ook) en u herhaalt de boven omschreven inregeling. Zo kunt u verschillen in niveaus tussen luidsprekers, die per surround­functie kunnen verschillen, compenseren, of het niveau van bepaalde luidsprekers opzettelijk verhogen of verlagen, e.e.a. afhankelijk van de gekozen surroundfunctie.
28 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
Nadat een ingang voor de surroundfunctie, digi­tale ingang (indien van toepassing) en luidspre­kertypen is ingesteld, keert u terug naar de
INPUT SETUP regel in het MASTER (hoofd)
menu en u voert de instellingen in voor elke te gebruiken ingang in. In de meeste gevallen wij­ken alleen de digitale ingang en de surround functie af van de ene en de andere ingang, ter­wijl het luidsprekertype meestal hetzelfde zal (ingangen ingesteld op kunnen echter ook verschillende luidsprekertypen worden ingesteld, of luidsprekers per gebruikte ingang in- of uitschakelen.
Zodra de op de vorige pagina beschreven instel­lingen zijn gemaakt kan de AVR gebruikt wor­den. Hoewel er nog extra instellingen gemaakt kunnen worden, dient dit bij voorkeur te gebeuren nadat u naar meerdere bronnen heeft geluisterd met verschillende soorten bronmateri­aal. Deze systeeminstellingen worden beschreven op pagina 39 en 40 van deze handleiding. Bovendien kan elke instelling die u in het begin gemaakt heeft, later gewijzigd worden.
Bij het toevoegen van nieuwe of andere bronnen of luidsprekers, of u wilt de instelling corrigeren naar uw eigen smaak, volgt u eenvoudig de aan­wijzingen voor het veranderen van de parameter als hiervoor beschreven. Denk er aan dat alle wij­zigingen op elk moment, ook bij gebruik van afzonderlijke toetsen, in het geheugen van de AVR worden opgeslagen, ook wanneer deze geheel wordt uitgeschakeld, tenzij deze wordt gereset (zie pagina 45).
Nu u klaar bent met de instelling en configuratie van de AVR staat u op het punt het beste in muziek en home theater weergave te beleven. Veel plezier!
GLOBAL). Desgewenst
NEDERLANDS
SYSTEEMCONFIGURATIE 29
Bediening
Overzicht Surroundfuncties
FUNCTIE EIGENSCHAPPEN
DOLBY DIGITAL Alleen beschikbaar met digitale bronnen, Dolby Digital gecodeerd. Maximaal vijf
audiokanalen en een speciaal kanaal voor Low-Frequency Effects.
DTS 5.1 Wanneer de luidspreker configuratie is ingesteld voor 5.1 kanaals gebruik, is de DTS 5.1 functie
beschikbaar bij het afspelen van DVD, audio muziek of laserdisc gecodeerd met DTS data. DTS 5.1 biedt maximaal vijf gescheiden audiokanalen en een speciaal laagfrequent effect kanaal.
Dolby Pro Logic II Dolby Pro Logic II is de nieuwste versie van de baanbrekende surround technologie van Dolby
Movie Laboratories, dat de discrete breedband links, rechts, centrum, rechts surround en links surround Music kanalen decodeerde van matrix surround gecodeerde programma’s en conventionele stereobronnen Dolby Pro Logic bij analoge ingangen, of een digitale ingang met PCM of Dolby Digital 2.0 opnamen. De Dolby Pro GAME Logic II Movie functie is geoptimaliseerd voor filmgeluid opgenomen in matrix surround en levert
gescheiden centrum, links achter en rechts achter signalen, terwijl de Pro Logic II Music gebruikt wordt met muziekprogramma’s die zijn opgenomen in matrix surround of zelfs in gewoon stereo, met geschei­den links en rechts signalen in alle gevallen. De Pro Logic II functie biedt indrukwekkende vijfkanaals weergave van conventionele stereo opnamen. Game biedt speciale effecten die naar de surround kana­len worden gestuurd terwijl de volle impact wordt bereikt met de subwoofer, zodat de speler geheel wordt opgenomen in de sfeer van het videospelletje.
Logic 7 Cinema Exclusief voor Harman Kardon AV receivers is Logic 7 een moderne functie die maximale surround Logic Musi informatie uit surround gecodeerde programma’s of conventioneel stereo materiaal haalt.Afhankelijk
van het aantal luidsprekers dat u gebruikt en de keus die is gemaakt in het SURROUND SELECT menu zijn de 5.1 versies van de Logic 7 functies beschikbaar wanneer de 5.1 optie is gekozen. De Logic 7 C (Cinema) functie wordt gekozen voor elke bron die Dolby Surround of identieke matrix codering bevat. Logic 7 C biedt een betere verstaanbaarheid in het centrum kanaal en een betere plaatsing van geluiden bij bewegingen die daardoor veel realistischer zijn dan bij voorgaande technieken. De Logic 7 M of Music functie wordt gebruikt bij analoge of PCM stereo bronnen. Logic 7 M verbetert het effect door een breder front te bieden en meer ambiance achter. Beide Logic 7 functies sturen tevens laagfrequent informatie naar de subwoofer (indien geïnstalleerd en geconfigureerd) voor optimale impact van de bas.
30 BEDIENING
Bediening
Overzicht Surroundfuncties
FUNCTIE EIGENSCHAPPEN
DTS Neo:6 Cinema Deze beide functies zijn beschikbaar wanneer een analoge bron wordt gebruikt voor het creëren DTS Neo:6 Music van een meerkanalen surround weergave van conventionele matrix gecodeerde en traditionele
stereobronnen. Kies de Cinema versie van Neo:6 wanneer een programma met analoge matrix surround codering wordt afgespeeld. Kies de Music versie van Neo:6 voor optimale processing van niet-gecodeerd tweekanaals stereoprogramma’s. Bij het kiezen van een DTS Neo:6 Cinema functie, kunnen 3- of 5-kanalen configuraties beschikbaar zijn, afhankelijk van het aantal luidsprekers in het systeem. Gebruik de 3-kanalen functie wanneer alleen een front links en rechts en een center luidspreker ter beschikking staan; surround kanalen informatie wordt dan ook naar die luidsprekers gemengd. De 5-kanalen functie is alleen beschikbaar wanneer u de surround luidsprekers als actief heeft geconfigureerd.
DTS 96/24 DTS 96/24 is een hoge resolutie formaat dat gebruik maakt van een 96 kHz sampling frequentie en een
bit-rate van 24 bits en daarmee meer informatie geeft dat de harmonischen van het bronmateriaal versterkt. De AVR signaleert en decodeert DTS 96/24 materiaal automatisch en geeft het weer zoals door de artiest bedoeld.
Dolby 3 Stereo Gebruikt de informatie van een surround of tweekanalen stereo programma voor het creëren van center
kanaal informatie. Daarnaast wordt de informatie die normaal gesproken naar de surround achter luidsprekers gaat, nu gemengd met de front links en front rechts kanalen voor extra realistische weergave. Gebruik deze functie wanneer u wel een center luidspreker, maar geen surround luidsprekers heeft.
Dolby Virtual Speaker Dolby Virtual Speaker technologie maakt gebruik van de nieuwe generatie algoritmes die de Referentie dynamiek en surround sound effecten van een exact 5.1 kanaals luidsprekersysteem weer te geven via Breed alleen de front links en rechts luidsprekers. In de Referentie Functie wordt de schijnbare breedte van het
frontbeeld bepaald door de afstand tussen de twee luidsprekers. De functie Breed geeft een nog breder frontbeeld wanneer de beide luidsprekers wat te dicht bij elkaar staan.
NEDERLANDS
THEATER Matrix surround decodering voor standaard bioscoop of theater met stereo en zelfs
zuiver mono bronnen.
HALL 1 en HALL 2 Beide bieden matrix surround decodering en simuleren een medium grote zaal met stereo
en zelfs mono bronnen.
5-Kanaals Stereo Deze functie maakt gebruik van de multi-luidspreker opstelling en plaatst het stereosignaal
zowel voor als achter in de kamer. Afhankelijk van de configuratie van de AVR op 5.1 gebruik, is altijd één functie beschikbaar, niet beide. Ideaal voor het afspelen van muziek b.v. op een feestje, met identieke signalen op front en achter links en op front en achter rechts. De centrum luidspreker krijgt een monosig­naal van in fase materiaal van links en rechts
Surround Uit (stereo) Deze functies schakelen alle surround processing uit en zorgen voor zuivere links rechts Surround Uit (passeren) weergave van tweekanaals stereo materiaal. De Surround Uit (Bypass) worden alleen gebruikt DSP Surround Uit met analoge bronnen en vrijwaart het signaal van elke beïnvloeding op de weg naar de luidspreker
en subwoofer uitgangen door alle digitale processing over te slaan. Digitale Bas Management is in Surround Uit niet beschikbaar. De DSP Surround Uit functie kan met elke analoge of digitale functie gebruikt worden, daar het signaal digitale bas management ondergaat om de verdeling van de lage frequenties tussen de hoofdluidsprekers en een subwoofer te optimaliseren.
Dolby Headphone Dolby Headphone geeft het klankbeeld van een vijf luidspreker surround systeem via een DH stereo hoofdtelefoon weer.
BEDIENING 31
Bediening
Basisbediening
Nadat u de installatie en de configuratie van de AVR heeft voltooid, kan het apparaat in gebruik worden genomen en kunt u ervan gaan genieten. Voor optimaal plezier van uw nieuwe receiver gaat u als volgt te werk:
Inschakelen van de AVR
• Wanneer u de AVR voor het eerst in gebruik neemt drukt u op de netschakelaar frontpaneel om het apparaat in te schakelen. Het apparaat komt dan in de standby positie, als aan­gegeven door de blauwe kleur van de lichtnet-
indicatie apparaat worden ingeschakeld door op standby
2
te drukken, of op AVR keuze de lichtnetindicatie raat schakelt nu in op de laatst gebruikte bron. Het apparaat kan ook ingeschakeld worden door op één van de ingangskeuze of ingangskeuze%op de voorzijde.
Opmerking: na op ingangskeuze zonderd VID3) gedrukt te hebben, drukt u op
AVR keuze
AVR functie te laten besturen.
Om het apparaat uit te schakelen aan het einde van een luistersessie drukt u eenvoudig op
standby kelen naar een apparaat dat op de geschakelde lichtnetuitgang sloten, zal spanningsloos worden en de lichtnet­indicatie
diening gebruikt wordt om het apparaat uit te schakelen, gaat het systeem eigenlijk in standby, als wordt aangegeven door de oranje kleur van de lichtnetindicatie
Bent u gedurende langere tijd afwezig, dan is het verstandig om het apparaat helemaal uit te zetten met de netschakelaar
Opmerking: alle voorkeurposities in het geheu­gen kunnen verloren gaan wanneer het apparaat langer dan twee weken spanningloos blijft of de
netschakelaar
Gebruik sluimerfunctie
• Om de AVR te programmeren voor auto­matische uitschakeling, drukt u op sluimer-
functie
wanneer op deze toets wordt gedrukt wordt de tijd tot het uitschakelen verkorten in de volgende reeks:
de sluimerfunctie wordt aangegeven onder
display
3
. Vanuit de standby positie kan het
of op ingangskeuze%op het frontpaneel
3
groen wordt. Het appa-
5
om de afstandsbediening de
2
op het frontpaneel of op uitscha-
3
op de afstandsbediening. De voeding
op de achterzijde is aange-
3
wordt oranje.Als de afstandsbe-
3
.
1
uit staat.
9
op de afstandsbediening. Telkens
Ò
en telt terug tot de tijd verstreken is.
1
op het
5
. Merk op dat
4567
4
(uitge-
1
.
Wanneer de ingestelde sluimertijd is verstreken wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld (standby). Denk er aan dat de helderheid van de display wordt gehalveerd zodra een sluimertijd is geprogrammeerd. Om de sluimerfunctie te laten vervallen drukt u op sluimerfunctie houdt deze vast tot de display naar de normale helderheid terugkeert en de indicatie
OFF in de display
Ò
verschijnt.
9
en u
SLEEP
Ingangskeuze
• Om een bron te kiezen drukt u op een van de
ingangskeuze
diening.
Opmerking: na op ingangskeuze te hebben, drukt u op AVR keuze afstandsbediening de AVR functie te laten be­sturen.
• De bron kan ook gewijzigd worden door op
ingangskeuze
drukken.Telkens wanneer u de toets indrukt zal de volgende bron in de reeks beschikbare bronnen gekozen worden.
• Wanneer een andere ingang wordt gekozen schakelt de AVR automatisch naar de digitale ingang (indien gekozen), de surroundfunctie en de luidsprekerconfiguratie die tijdens het configureren voor die bron is geprogrammeerd.
• De Video 3 ingangen
Ingang 3
Ó
op de voorzijde kunnen gebruikt worden om tijdelijk een videospelletje of een camcorder op het entertainment systeem aan te sluiten.
• Wanneer er een andere bron wordt gekozen, zal de naam van deze bron tijdelijk onderin beeld ver­schijnen. De naam verschijnt ook in de display
Ò
, en een blauwe LED licht op naast de naam
van de bron bij de ingangsindicatie
• Wanneer een pure audiobron (tuner, CD, tape, 6 kanaals directe ingang) wordt gekozen, blijft de laatst gebruikte video ingang verbonden met de
video uitgangen gang
bronnen worden gekeken en geluisterd.
• Wanneer Digital Media Player (DMP) als bron is gekozen en een geschikte Apple iPod is geplaatst in de extra leverbare Harman Kardon
op de achterzijde, verschijnen aanwijzingen in
beeld op een monitor die is verbonden met
Video Monitor Uitgang
de afstandsbediening worden gebruikt om de iPod te navigeren en toegang te krijgen tot de vele functies. De aanwijzingen verschijnen ook in de display op de voorzijde en de accu van de iPod kan worden opgeladen. Zie de handleiding van de en de iPod voor nadere informatie.
467
%
*
, of de Coax Digitale Ingang 3
. Zo kan tegelijkertijd naar verschillende
die is verbonden met DMP
op de afstandsbe-
4
5
op het frontpaneel te
Ô
, Optisch Digitale
en video monitor uit-
van de AVR en kan
gedrukt
om de
.
• Wanneer een videobron wordt geselecteerd, zal het audiosignaal naar de luidsprekers gestuurd worden en het videosignaal naar de juiste
Monitor uitgang
monitor die is aangesloten op de AVR, bekeken worden. Wanneer een component videobron is verbonden met een Video 1
Component Ingang, wordt deze geleid naar de Component Video Uitgang
dat uw TV is ingesteld op de juiste ingang om het geschikte videosignaal te zien (composiet, S-video of component video, zie Opmerkingen over S-Video op pag. 14).
en kan deze, op een TV
, Video 2
. Zorg ervoor
6-Kanaals Directe Ingang
De 6 C H DIRECT INPUT wordt gebruikt wanneer aangesloten bron een eigen bass­management systeem bezit. Van deze ingang gaat het signaal direct naar de volumeregelaar zonder enige analoge of digitale omzetting en de niet-gebruikte ingangen worden uitgeschakeld zodat er geen ongewenste stoorsignalen in het systeem kunnen doordringen.
Denk er aan dat wanneer de 6-Kanaals Directe ingang wordt gebruikt, geen surround functie kan worden gekozen daar de externe processor dan de functie bepaalt. Bovendien verschijnt er geen signaal op de opname uitgangen en geen laagprocessing wanneer de 6-Kanaals Directe ingang wordt gebruikt en de klankregeling en balans werken niet.
Instellingen en Gebruik Hoofdtelefoon
• Stel het volume naar wens in met volume op het frontpaneel of volume hoger/lager op de afstandsbediening.
• Om alle luidsprekers tijdelijk uit te schakelen
druk u op de toets muting naal naar alle luidsprekers en de hoofdtelefoon onderbreken, maar heeft geen invloed op een lopende opname of kopiëren. Is het geluid van het systeem uitgeschakeld, dan knippert in de DisplayÒ. Druk nogmaals op Mute om naar normaal gebruik terug te keren.
• Om een ‘rechte’ frequentiekarakteristiek te krijgen en de klankregeling en de balans van de AVR uit te schakelen drukt u op klankregeling
8
in/uit
lijk in de display weer in te schakelen drukt u nogmaals op klank-
regeling in/uit
de display
• Om alleen te luisteren sluit u een hoofdtelefoon met 6,3 mm stereo jackplug aan op de hoofd-
telefoonuitgang
op dat wanneer de plug van de hoofdtelefoon wordt aangesloten, het woord kort door de displayÒloopt en dat alle luid­sprekers uitgeschakeld worden.Wanneer de plug wordt uitgetrokken zullen de luidsprekers weer ingeschakeld worden.
zodat de indicatie Tone Off tijde-
Ò
verschijnt. Om de regeling
8
zodat Tone I n tijdelijk in
Ò
verschijnt.
4
. Dit zal het sig-
op het frontpaneel. Merk
DOLBY H:BP
ı
MUTE
32 BEDIENING
Bediening
• Wanneer de hoofdtelefoon in gebruik is, kunt u de Dolby Headphone functie gebruiken wat meer­ruimte geeft aan het luisteren met hoofdtelefoon. Druk op Dolby Functie
Funtiegroep
Headphone functies.
5
M
of op Surround
om te kiezen uit de drie Dolby
Keuze Surround Functies
Eén van de belangrijkste eigenschappen van de AVR 147 is de mogelijkheid een volledig meer­kanaals surround klankbeeld weer te geven van digitale bronnen, analoge matrix gecodeerde programma’s en standaard stereo en zelfs mono programma’s.
Voorbeeld: CD’s, films of TV-programma’s die het logo dragen van één van de belangrijke surround coderingsprocessen, zoals Dolby Surround, die­nen afgespeeld te worden hetzij in de Dolby Pro Logic II Movie (bij film) of Music (bij muziek) sur­round functie, met een willekeurige DTS Neo:6 functie of de exculsieve Harman Kardon Logic 7 Movie Functie, zodat een breedbandig 5.1 kana­len surround signaal wordt verkregen van sur­round gecodeerde programma’s bij een stereo links/rechts signaal, precies zoals het was opge­nomen; anders gezegd, het geluid van links ach­ter hoort u alleen aan die zijde. Nadere details in de tabel op pagina 30-31.
Denk er aan dat Dolby Digital 2.0 signalen (bijv. ‘D.D. 2.0’ nummers op DVD) die gecodeerd zijn met Dolby Pro Logic informatie en binnenkomen via een digitale ingang automatisch in Dolby Pro Logic II Movie worden afgespeeld (als aanvulling op de Dolby Digital functie) en in 5.1 kanaals sur­round worden weergegeven (zie ook Dolby Digital op deze pagina).
Voor een breed en omringend geluid en duide­lijke bewegingen met analoge stereo opnamen kiest u Dolby Pro Logic II Music of Emulation functie of het exclusieve Harman Kardon Logic 7 Music voor een dramatische verbetering ver­geleken met Dolby Pro Logic (I) van voorheen.
Opmerking: wanneer een programma is gecodeerd met matrix surround informatie blijft deze informatie behouden zolang het programma in stereo wordt uitgezonden. Kortom, films met surround geluid kunnen op elke analoge wijze worden gedecodeerd: Pro Logic II Cinema, Logic 7 Cinema of DTS Neo:6 Cinema wanneer ze via conventionele TV-zenders, kabel of betaal­TV of satelliet worden uitzonden. Bovendien wor­den er steeds meer TV-programma’s, sportuitzen­dingen, hoorspelen en muziek-CD’s opgenomen met surround geluid. U kunt een overzicht van deze programma’s bekijken op het web van Dolby Laboratories: www.dolby.com.
Zelfs wanneer een programma niet genoteerd staat als met internationale surround informatie kan het zijn dat de Dolby Pro Logic II Music, DTS NEO:6 Music of Logic 7 Music of Enhanced functie uitstekende surround weergave biedt, door gebruik te maken van de natuurlijke sur­round informatie die in alle stereo-opnamen aanwezig is.
Probeer daarom bij stereoprogramma’s zonder surround informatie de Theater, Hall en 5 kanaals stereo functies (vooral effectief met oudere 'extre­me' stereo opnamen) en met monoprogramma’s raden we aan de Theater of Hall functies te pro­beren.
Surround functies kunnen zowel op de voorzijde als op de afstandsbediening worden gekozen. Om via het frontpaneel een nieuwe surround functie te kiezen, drukt u eerst op Surround
Functiegroep
zoals Dolby, DTS of Logic 7 is gekozen. Druk dan op Surround functie individuele surround functie te kiezen.
Om via de afstandsbediening een surround func­tie te kiezen kiest u eerst de functiegroep waarin zich de gewenste functie bevindt: Dolby
DTS Surround
O
, Stereoof DSP SurroundA. De eerste keer dat de toets wordt ingedrukt, ver­schijnt de functie van die groep die actief is, dan wel de eerste beschikbare functie wanneer een andere actief is. Om door de verschillende func­ties in de groep te schakelen drukt u nogmaals tot de gewenste functie in de display beeld verschijnt.
Om een DSP functie te kiezen (Hall 1, Hall 2, Theater) drukt u herhaaldelijk op Surround
Functie
doorlopen.
Wanneer de geluidsfunctie verandert zal een blauwe LED oplichten naast de gekozen functie bij de Surround Functie
Bovendien zal de AVR bij aanwezigheid van een digitale bron automatisch naar de juiste functie (Dolby Digital of DTS) overschakelen, e.e.a. onaf­hankelijk van de tevoren gekozen functie. Meer informatie over het kiezen van digitale bronnen in het volgende hoofdstuk van deze handleiding.
Wanneer de 6-kanaals directe ingangen in gebruik zijn, is er geen surround processing, daar deze ingangen de analoge signalen gebruiken van een extra, externe DVD-Audio of SACD-spe­ler, dan wel een ander apparaat, die regelrecht naar de volumeregelaar gaan.
Om naar een programma te luisteren in traditio­neel tweekanaals stereo met alleen de front luid­sprekers links en rechts (en de subwoofer indien geïnstalleerd en geconfigureerd), tot
OFF in de display
5
tot de gewenste hoofdgroep
9
om de specifieke
N
, DTS Neo:6, Logic 7
A
om de beschikbare functies te
(
in de display.
Ò
verschijnt.
M
Ò
SURR
,
en in-
Digitale Audio Weergave
Digitale audio is een belangrijke stap voorwaarts ten opzichte van het oude analoge surround sys­teem zoals Dolby Pro Logic. Het levert vijf discrete kanalen: links front, center, rechts front, links sur­round en rechts surround.
Elk kanaal reproduceert het volledige frequentie­bereik (20 Hz tot 20 kHz) en bezit een aanzienlijk groter dynamisch bereik en ruimere signaal/ruis­afstand. Bovendien hebben digitale systemen de mogelijkheid een extra kanaal te leveren dat spe­ciaal bedoeld is voor lage frequenties. Dit is het ‘.1’ kanaal waarnaar wordt verwezen wanneer u deze systemen beschreven ziet als “5.1” bijvoor­beeld. Het baskanaal is gescheiden van de andere kanalen, maar aangezien de bandbreedte opzette­lijk beperkt is, hebben technici er die specifieke benaming aan gegeven.
Dolby Digital
Dolby Digital (aanvankelijk bekend als AC-3 een standaard onderdeel van DVD, en beschik­baar op speciaal gecodeerde laserdiscs en satellietuitzendingen. Het maakt deel uit van het nieuwe high-definition televisie (HDTV) systeem.
Merk op dat er een extra, externe RF demodula­tor nodig is om de AVR te gebruiken met de Dolby Digital soundtracks op laserdiscs. Sluit de RF uitgang van de LD-speler aan op de demodu­lator en sluit vervolgens de digitale uitgang van de demodulator aan op de optische of coax
ingangen
Voor DVD-spelers en DTS-gecodeerde laserdiscs is geen demodulator nodig.
DTS
DTS is een ander digitaal audio systeem dat 5.1 audio kan leveren. Hoewel zowel DTS als Dolby Digital digitaal zijn, maken ze gebruik van andere methoden om de signalen te coderen en hebben daarom andere decoders nodig om de digitale sig­nalen weer naar analoog om te zetten.
DTS-gecodeerde soundtracks zijn op bepaalde DVD’s en LD’s beschikbaar, en op speciale alleen voor audio bestemde DTS CD’s. U kunt elke LD, DVD of CD-speler voorzien van een digitale uit­gang gebruiken om DTS-gecodeerde speciale audio-CD’s met de AVR af te spelen, maar DTS­LD’s en DTS-DVD’s kunnen alleen op resp. LD­spelers en op DVD-spelers worden afgespeeld. U hoeft zulke spelers slechts aan te sluiten op de optische of coax ingangen AVR.
Om DVD’s die DTS zijn gecodeerd te beluisteren dient de DVD-speler compatibel zijn met het DTS­signaal, wat wordt aangegeven met het DTS-logo op het voorpaneel van de speler. Merk op dat sommige vroegere DVD-spelers misschien niet in staat zijn om DTS-gecodeerde DVD’s af te spelen. Dit wijst niet op een probleem met de AVR, want sommige spelers kunnen het DTS-signaal niet door-

van de AVR.

®
) is
van de
NEDERLANDS
BEDIENING 33
Bediening
geven via de digitale uitgangen. Indien u eraan twij­felt of uw DVD-speler DTS DVD’s kan afspelen, raadpleeg dan de gebruiksaanwijzing van de speler.
Denk er aan dat sommige DVD-spelers geleverd worden, ingesteld op uitsluitend Dolby Digital voor de digitale uitgang. Om ervoor te zorgen dat ook DTS signalen naar de AVR gaan, dient u het menusysteem van de DVD-speler te controleren.
PCM Audio afspelen
PCM (Puls Code Modulation) is een niet-gecom­primeerd digitaal audiosysteem dat gebruikt wordt voor compact discs, niet-Dolby Digital/DTS Laserdiscs en sommige speciaal PCM gecodeerde DVD’s. De digitale schakelingen in de AVR kun­nen digitaal-naar-analoog omzetten in hoge kwa­liteit en kunnen rechtstreeks worden verbonden met de digitale audio-uitgang van uw CD- of LD­speler. (LD alleen voor PCM- of DTS-programma’s, voor Dolby Digital discs is een RF-adapter nodig, zie pagina ‘Dolby Digital’).
Verbinden met de optische of coax ingangen

op de achterzijde, of op de digitale
ingangen
op de voorzijde.
Om naar een PCM digitale bron te luisteren moet eerst de ingang voor de gewenste bron worden geselecteerd (b.v. CD) om het videosignaal (indien aanwezig) naar de TV monitor te leiden en een analoog audiosignaal te leveren voor opname. Druk vervolgens op de digitale
ingangskeuze
⁄/¤
D
7
op het frontpaneel, tot de gewenste keuze
OPTICAL of COAX in de display
verschijnt. Druk op instellen@F
ÛGen gebruik vervolgens de
op de afstandsbediening of instellen
Ò
om de
gewenste keuze in te voeren.
Tijdens het afspelen van PCM kunt u elke sur­round functie kiezen, uitgezonderd Dolby Digital of DTS.
Digitale bron kiezen
Om een digitale functie te gebruiken dient een digitale bron correct op de AVR te zijn aangeslo­ten. Sluit de digitale uitgangen van de DVD-spe­lers, HDTV-ontvangers, satellietsystemen en CD­spelers aan op de optische of coax ingangen

op de achterzijde of de voorzijde aan. Om ook analoog te kunnen opnemen, die­nen de analoge uitgangen van de digitale bron te worden verbonden met de juiste ingangen op de achterzijde van de AVR (voorbeeld: sluit de analoge stereo uitgang van een DVD-speler aan op de DVD-ingang op de achterzijde als u de digitale uitgangen van de bron aansluit).
Om een digitale bron als DVD te kiezen, kiest u eerst met de afstandsbediening of op het front de ingang met ingangskeuze
4%als eerder
uitgelegd om het videosignaal (indien aanwezig) naar de TV monitor te sturen en het analoge audiosignaal voor opname beschikbaar te hebben. Wanneer het digitale signaal dat is toe­gewezen aan de gekozen ingang (b.v. ‘DVD’) niet automatisch wordt gekozen (door eerder
gemaakte instellingen tijdens het configureren, zie pagina 18) kiest u de digitale bron door op digitale ingangskeuze
⁄/¤
D
op de afstandsbediening of de instel-
GÛte drukken en
toetsen7op de voorzijde om de OPTICAL of
COAXIAL ingangen te kiezen, zoals deze in de
displayÒof de in-beeld display verschijnen.
Speelt een digitale bron, Speelt een digitale bron, dan zal de AVR automatisch signaleren of een meerkanaals Dolby Digital dan wel een DTS of conventioneel PCM signaal wordt toegevoerd, wat de standaard is bij CD-spelers.
Denk er aan dat een digitale ingang (b.v. coax) verbonden blijft met de analoge ingang (b.v. DVD) zodra het is gesignaleerd, zodat het digitale signaal niet opnieuw gekozen hoeft te worden telkens wanneer een bepaalde ingang, bijvoor­beeld DVD, wordt gekozen.
Digital Bitstream Indicatie
Wanneer een digitale bron speelt, signaleert de AVR het type bitstream data dat aanwezig is. Gebruik makend van deze informatie wordt de juiste surroundfunctie automatisch gekozen.Voor­beeld: DTS bitstreams laten het apparaat naar de DTS decoder omschakelen, en Dolby Digital bit­streams zorgt voor omschakeling op de Dolby Digital decoder. Signaleert het apparaat PCM data van CD’s en LD’s en sommige muziek DVD’s of bepaalde nummers op normale DVD’s, dan kan de juiste surroundfunctie met de hand worden geko­zen. Daar de beschikbare surroundfuncties worden bepaald van het type digitale data, maakt de AVR gebruik van een aantal indicaties waaraan u kunt zien om wat voor signaal het gaat. Dit verhel­dert de keuze van functies en ingangen afhankelijk van het materiaal op de disc.
Bij het afspelen van een digitale bron geeft de AVR aan om welk type bitstream het gaat. Deze aanwijzingen verschijnen kort nadat een ingang of surround functie is veranderd en blijft ca. vijf seconden in de display
Ò
staan waarna de
gebruikelijke surround functie weer verschijnt.
Surround Functies
Voor Dolby Digital en DTS bronnen verschijnt een driecijferige indicatie met het aantal kanalen in het signaal. Voorbeeld van de indicatie is 3/2/.1.
Het eerste cijfer geeft aan hoeveel discrete front kanalen aanwezig zijn.
• Een 3 geeft aan dat er gescheiden front links, centrum en rechts signalen beschikbaar zijn. Dit wordt aangegeven bij Dolby Digital 5.1 en DTS 5.1 programma’s.
• Een 2 geeft aan dat er gescheiden front links en rechts signalen aanwezig zijn, maar geen discreet centrum kanaal. Dit wordt aangegeven voor Dolby Digital bitstream met stereo pro­grammamateriaal.
• Een 1 geeft aan dat er alleen een monosignaal in het Dolby Digital bitstream aanwezig is.
Het middelste cijfer geeft aan hoeveel discrete surround signalen aanwezig zijn.
• Een 2 geeft aan dat gescheiden surround links en rechts beschikbaar zijn. Wordt aangegeven voor Dolby Digital 5.1 en DTS 5.1 programma’s.
• Een 1 geeft aan dat slechts één enkel surround kanaal gecodeerd is. Dit verschijnt bij Dolby Digital bitstream met matrix codering.
• Een 0 geeft aan dat er geen surround informa­tie aanwezig is. Dit verschijnt bij tweekanaals stereoprogramma’s.
Het laatste cijfer geeft aan of er een discreet Low Frequency Effect (LFE) kanaal aanwezig is. Dit is de “.1” in de algemeen gebruikte afkorting “5.1” en is een speciaal kanaal dat alleen maar laag bevat.
• Een 1 geeft aan dat een LFE kanaal aanwezig is.Verschijnt bij Dolby Digital 5.1 en DTS 5.1 programma’s indien aanwezig.
• Een 0 geeft aan dat er geen LFE kanaal beschikbaar is. Ook al is er echter geen LFE kanaal, toch zal er laagfrequent materiaal in de subwoofer aanwezig zijn wanneer de luidspre­ker configuratie is ingesteld op de aanwezig­heid van een subwoofer.
De aanwijzing onderste regel van de display dat de digitale datastroom onderbroken of niet langer beschikbaar is.Wanneer dat gebeurt heeft de digitale processor van het apparaat geen sig­naal waarop kan worden ‘gelocked’ en is daar­mee ontkoppeld. Deze aanwijzing kan verschij­nen wanneer een DVD wordt gestart totdat de digitale bitstream op gang komt en de processor kan bepalen welke functie moet worden geko­zen; of op elk moment dat de datastroom weg­valt of wordt onderbroken, zoals bij het bekijken van menu’s bij sommige discs, of wanneer de speler schakelt tussen de verschillende delen van
UNLOCK kan verschijnen in de
Ò
. Dat geeft aan
34 BEDIENING
Bediening
een disc. Ook kan de aanwijzing verschijnen wanneer een satellietontvanger, een set-top box of HDTV-tuner wordt gebruikt en het audiosig­naal tijdelijk wordt onderbroken wanneer een ander kanaal wordt gekozen of wanneer de kabelbox schakelt van een kanaal met digitale datastroom naar een met alleen analoge audio. De
UNLOCK aanwijzing is normaal en duidt
niet op een probleem met uw receiver. Het vertelt u slechts dat de inkomende datastroom om een aantal mogelijke redenen onderbroken of niet aanwezig is.
Wanneer Dolby Digital 3/2/.1 of DTS 3/2/.1 sig­nalen worden afgespeeld schakelt de AVR auto­matisch naar de juiste surround functie en kan geen andere bewerking worden gekozen. Wanneer een Dolby Digital signaal met 3/1/0 of 2/0/0 signaal binnenkomt kunt u elke gewenste Dolby surround functie kiezen.
Surround Functie Aanpassing
Dankzij de kracht van de AVR 147 DSP processor is voor de meeste digitale signalen een aantal surround functies beschikbaar waarmee de oor­spronkelijke informatie kan worden geleverd, maar ook een uitgebreider ruimtebeeld, passend bij het aantal luidsprekers in uw systeem. De beschikbare functies en het aantal beschikbare kanalen van elke functie wordt bepaald door het binnenkomende bitstream signaal en de configu­ratie van het systeem en u vindt ze in onder­staande tabel. De functies kunnen op de gebrui­kelijke manier worden gekozen door eerst de surround hoofdgroep te kiezen en dan door de opties te lopen.
Het binnenkomende bitstream signaal wordt aangegeven in de onderste regel van de Display
Ò
als eerder beschreven. Nadat de surround functie is gekozen wordt na ca. 5 seconden kort de bitstream aangegeven voordat de receiver naar normaal gebruik terugkeert. U kunt de hui­dige bitstream bevestigen door simpelweg op de toets voor de Surround Functie Groep te drukken en een paar momenten te wachten tot de bitstre-
am in de onderste regel van de Display
Ò
verschijnt. De bitstream informatie verschijnt ook wanneer de ingang is veranderd.
Zoek in de tabel hieronder de indicatie in de display en vergelijk deze met de Inkomende Bitstream in de linker kolom. De beschikbare surround functies leest u rechts af.
Het is altijd verstandig de uitlezing van de kanaalgegevens te controleren om er zeker van te zijn dat die overeenkomt met de audio logo informatie op de achterzijde van de DVD verpak­king. Soms ziet u een indicatie als “2/0/0/” zelfs op discs met een compleet 5.1 of 3/2/.1 signaal. In dat geval is het belangrijk de instellingen van uw DVD-speler of het audiomenu voor de spelen­de disc te controleren om er zeker van te zijn dat het juiste signaal naar de AVR wordt gestuurd.
PCM Weergave indicaties
PCM is de afkorting van Puls Code Modulatie, het signaaltype dat voor standaard CD-weergave wordt gebruikt en andere niet-Dolby Digital en niet-DTS digitale bronnen zoals MiniDisc. Komt een PCM-signaal binnen, dan geeft de display
Ò
kort de letters PCM aan, naast de sampling-
frequentie van het digitale signaal.
Verbindingen kunnen worden gemaakt met de

Optisch of Coax Ingang of met de Digitale Ingang
op de achterzijde
op de voor-
zijde.
Om naar een PCM digitale bron te luisteren, wordt eerst de ingang van de gewenste bron gekozen (b.v. CD). Vervolgens wordt op Digitale
bronkeuze
D
ÛGgedrukt en dan op
op de afstandsbediening of ‹/›7
⁄/¤
op de
voorzijde tot de gewenste keus in onderste regel
Ò
van de Display
verschijnt.
Tijdens PCM weergave kan elke Surround functie worden gekozen, uitgezonderd Dolby Digital of DTS, zoals in onderstaande tabel valt af te lezen. Om het gemakkelijk te maken zijn alle functies die beschikbaar zijn voor analoge bronnen (inclu­sief tuner) in het overzicht onder aan deze pagi­na opgenomen.
In de meeste gevallen zal dat
48 KHZ zijn,
hoewel sommige speciaal geremasterde hoge reso­lutie audiodiscs kan
96 KHZ aangegeven wor-
den.
PCM 4 8 KHZ indicatie verschijnt ook wan-
De neer de functie van de ingang wordt gewijzigd voor analoge bronnen. In dat geval geeft het systeem aan welke sampling frequentie intern wordt gebruikt op de uitgang van analoog/digi­taal converter die het binnenkomende signaal van een videorecorder, cassettedeck, tuner of andere analoge bron naar digitaal omzet.
Luidspreker/Kanaal Indicaties
Naast de signaaltype indicaties biedt de AVR een stel unieke kanaal indicaties die u vertellen hoeveel kanalen in de digitale informatie ont­vangen worden en of het digitale signaal onder­broken wordt.
Deze indicaties zijn de L/C/R/LFE/SL/SR letters die in de hokjes bij de Luidspreker/ kanaal
$
indicaties
in de displayÒstaan. Wanneer een standaard analoog stereo of matrix surround signaal actief is, lichten alleen “L” en “R” op, daar analoge signalen alleen links en rechts bevatten.
Dat geldt zelfs bij surround opnamen, die de sur­round informatie alleen in het linker en rechter kanaal dragen.
Digital signalen echter kunnen één, twee, vijf afzonderlijke kanalen hebben, afhankelijk van het programmamateriaal, de uitzendmethode en de manier waarop zij gecodeerd werden.Wanneer een digitaal signaal wordt afgespeeld zullen de
NEDERLANDS
Voor inkomende Dolby Digital signalen zijn de volgende functies beschikbaar:
Inkomende Bitstream Beschikbare Surround Functies
Dolby Digital 1/0/.0 of 1/0/.1 Dolby Digital, Dolby Digital Stereo, Dolby Virtual Speaker Reference (2 luidsprekers), Dolby Virtual Speaker Wide
(2 luidsprekers)
Dolby Digital 2/0/.0 of 2/0/.1 Dolby Pro Logic II (Movie, Music of Game), Dolby Pro Logic, Dolby Digital, Dolby Virtual Speaker Reference (2 of 3
luidsprekers), Dolby Virtual Speaker Wide (2, 3, 4 of 5 luidsprekers)
Dolby Digital 3/0/.0 of 3/0/.1 Dolby Digital, Dolby Digital Stereo, Dolby Virtual Speaker Reference (2 of 3 luidsprekers), Dolby Virtual Speaker Wide
(2 of 3 luidsprekers)
Dolby Digital 2/01.0 of 2/1/.1 Dolby Digital, Dolby Digital Stereo, Dolby Virtual Speaker Reference (2 of 3 luidsprekers), Dolby Virtual Speaker Wide
(2, 3, 4 of 5 luidsprekers)
Dolby Digital 2/2/.0 of 2/2/.1 Dolby Digital, Dolby Digital Stereo, Dolby Virtual Speaker Reference (2 luidsprekers), Dolby Virtual Speaker Wide
(2 of 4 luidsprekers)
Dolby Digital 3/2/.0 of 3/2/.1 Dolby Digital 3/2/.0, 3/2/.1 Dolby Digital, Dolby Digital Stereo, Dolby Virtual Speaker Reference (2 of 3 luidsprekers), Dolby
Virtual Speaker Wide (2, 3, 4 of 5 luidsprekers)
BEDIENING 35
Bediening
Voor inkomende DTS signalen zijn de volgende functies beschikbaar:
Inkomende Bitstream Beschikbare Surround Functies
DTS 1/0/.0, 1/0/.1, 2/0/.0, 2/0/.1, 3/0/.0, 3/0/.1, 3/1/.0 or 3/1/.1 DTS, DTS Stereo
DTS 2/2/.0, 2/2/.1, 3/2/.0 or 3/2/.1 DTS, DTS Stereo
DTS 96/24 DTS 96/24, DTS Stereo
DTS-ES Matrix DTS, DTS Stereo
DTS-ES Discrete DTS, DTS Stereo
letters in de indicaties oplichten als gevolg van het signaal dat ontvangen wordt. Het is belangrijk op te merken dat hoewel bijvoorbeeld naar Dolby Digital verwezen wordt als een ‘5.1’ systeem, niet alle Dolby Digital DVD of audionummers op een DVD of ander Dolby Digital materiaal gecodeerd zijn voor 5.1. Het is dus normaal dat voor een DVD met Dolby Digital geluid alleen de ‘L’ en ‘R’ indica­ties geactiveerd worden.
Opmerking: veel DVD’s zijn opgenomen met zowel een ‘5.1’ als een ‘2.0’ versie van hetzelfde materiaal, waarbij de ‘2.0’ versie vaak gebruikt wordt voor andere talen. Wanneer u een DVD afspeelt, controleer dan steeds het type materiaal op de schijf. De meeste schijven geven deze infor­matie in de vorm van een overzicht of symbool op de hoes.Wanneer een schijf meerdere systemen aanbiedt, zult u misschien instellingen op uw DVD­speler moeten wijzigen (meestal met de ‘Audio select’ toets of via een menu op de schijf) om een volledig 5.1 signaal naar de AVR te sturen of om het juiste geluid en de juiste taal te kiezen. Het is ook mogelijk dat het type signaal verandert tijdens het afspelen van een DVD. In sommige gevallen zullen de voorproefjes van speciaal materiaal in
2.0 audio opgenomen zijn, terwijl het hoofdpro­gramma beschikbaar is in 5.1 audio. Zolang uw DVD-speler is ingesteld op 6-kanaals uitgangs­signaal zal de AVR automatisch de veranderingen in de bitstream en het aantal kanalen detecteren en dit met de indicaties aangeven. De letters zoals gebruikt bij de indicaties.
$
Luidsprekers/kanaal functie
knipperen ook om aan te geven wanneer een bitstream onderbroken wordt. Dat gebeurt wanneer een digitale ingang voor het afspelen gekozen is, of wanneer een digitale bron zoals een DVD op pauze staat. De knipperende indicaties wijzen erop dat het afspelen is onderbroken door de afwezigheid van een digitaal signaal en niet door
een fout in de AVR. Dit is normaal en de digitale weergave zal hervat worden zodra het afspelen opnieuw gestart wordt.
Nachtfunctie
Een speciale functie van Dolby Digital. Deze func­tie stelt u in staat om Dolby Digital bronnen volledig verstaanbaar af te spelen, maar met beperkte maximale piekniveaus, terwijl de zwakke signalen 1/4 tot 1/3 opgetrokken wor­den. Dat vermijdt dat abrupt luide overgangen anderen storen, zonder de impact van de digitale bron te beperken. De nachtfunctie is alleen beschikbaar wanneer de Dolby Digital functie gekozen is.
De nachtfunctie kan worden gekozen wanneer een Dolby Digital DVD speelt door op nacht-
B
functie
volgens op
op de afstandsbediening. Druk ver-
¤
/
D
om de gematigde of de volledige compressie (medium of full) van de nachtfunctie te kiezen. Om de nachtfunctie uit te
¤
/
D
schakelen drukt u op onderin de video display en de display
D-RANGE OFF.
tot de aanwijzing
Ò
De Nacht Functie kan ook permanent op het gewenste compressie niveau worden gekozen zodra de Dolby Digital functie wordt geactiveerd via de opties in het
DOLBY menu. Zie pagina 20
voor informatie over het menu voor deze optie.
BELANGRIJK BIJ DIGITALE WEERGAVE
1. Wanneer de digitale bron stopt, in pauze, in de functie snel zoeken of hoofdstuk zoeken staat, zullen de digitale gegevens tijdelijk stoppen en de kanaalposities in de luidspreker/kanaal
$
functie
zullen knipperen. Dit is normaal en wijst niet op een probleem met de AVR of met de bron. De AVR zal, zodra de gegevens weer beschikbaar zijn en wanneer het apparaat weer op afspelen staat, naar de normale digitale weer­gave terugkeren.
• Hoewel de AVR bijna alle DVD films, CD’s en HDTV bronnen kan decoderen, is het mogelijk dat sommige toekomstige digitale formaten niet compatibel zijn met de AVR.
• Denk er aan dat niet alle digitaal gecodeerde programma’s en niet alle audionummers op een DVD volledig 5.1-kanaals audio bevatten. Raadpleeg de handleiding van het programma bij uw DVD of laserdisc om na te gaan welk type audio op de disc is opgenomen. De AVR herkent automatisch het type digitale surround codering
$
en geeft dat aan in de Kanaal Indicaties
en
stelt zich hierop in.
• Wanneer een Dolby Digital of DTS bron speelt kunnen normaal gesproken geen analoge sur­round functies als Dolby Pro LogicII, Dolby 3 Stereo, Hall,Theater, 5Kan Stereo of Logic 7 wor­den gekozen, uitgezonderd met Dolby Digital 2.0 opnamen, die met Dolby Por Logic II afgespeeld kunnen worden. Zie pagina 30.
• Wanneer een Dolby Digital of DTS bron speelt kan een analoge opname NIET worden gemaakt
via de Tape uitgangen
of Video 1uit­gangen, ook wanneer de bron is verbonden met een digitale ingang op de AVR, zolang 'Surround Off' is gekozen (kan alleen met een PCM bron). Maar het analoge tweekanaals signaal, zelfs van een Dolby Digital bron (geen DTS), de 'Downmix' naar Stereo of Dolby Surround, kan worden opgenomen door de analoge audio uitgangen met de juiste analoge ingangen (DVD bijvoor­beeld) van de AVR, van de AVR te verbinden. Bovendien worden de digitale signalen doorge­geven naar de digitale audio uitgangen
.
Inkomend Signaal Beschikbare Surround Functies
Analoog (2-kanalen), Tuner, PCM 44,1 of 48 kHz Dolby Pro Logic II (Movie, Music of Game), Dolby Pro Logic, Dolby 3 Stereo, Dolby Virtual Speaker
Reference (2 of 3 luidsprekers), Dolby Virtual Speaker Wide (2, 3, 4 of 5 luidsprekers), DTS Neo:6 (3­kanalen Cinema, 5-kanalen Cinema of Music), Logic 7 (5-kanalen Cinema, Music of Enhance), Hall 1 (5-kanalen*), Hall 2 (5-kanalen*),Theater (5-kanalen*), Surround Uit**, 5-kanalen Stereo, DSP Surround Uit
PCM 96 kHz Dolby Pro Logic II (Movie of Music), Dolby Pro Logic, Logic 7 (5-kanalen Cinema, Music of Enhance),
DSP Surround Uit
** De Surround Uit functie is alleen beschikbaar voor analoge bronnen of de tuner en alleen wanneer de klankregeling uitgeschakeld is, voor een 'rechte' weergave. In andere gevallen kan de DSP
Surround Uit functie worden gekozen wanneer tweekanalen weergave wordt verlangd.
36 BEDIENING
Bediening
Opnemen op cassette
Bij normaal gebruik worden de audio en video sig­nalen die op de AVR voor kijken en luisteren zijn gekozen door gestuurd naar de opname uitgangen. Dat betekent dat elk programma waar u naar kijkt of luistert simpelweg kan worden opgenomen door recorders aan te sluiten op de uitgangen Tape
Outputs
Wordt een digitale audiorecorder aangesloten op één van de digital audio uitgangen kunt u de digitale signalen opnemen met CD-R, MiniDisc of ander digitaal opnamesysteem. Denk er aan dat alle digitale signalen worden door­gestuurd naar zowel de coax als optisch digitale uitgangen, ongeacht het type digitale ingang dat werd gekozen.
Opmerkingen:
• De digitale uitgangen zijn alleen actief wanneer er een digitaal signaal aanwezig is en ze zetten een analoog ingangssignaal niet naar een digitaal uitgangssignaal om, noch veranderen zij het for­maat van het digitale signaal (b.v. Dolby Digital naar PCM of vice versa, maar coax digitale signa­len worden naar optisch omgezet en omgekeerd). Bovendien dient de digitale recorder compatibel te zijn met het uitgangssignaal. Voorbeeld: het PCM digitale uitgang van een CD-speler kan opgeno­men worden op een CD-R of MiniDisc, maar Dolby Digital of DTS-signalen niet.
• Het maken van een analoge opname van een digitale bron is mogelijk, maar alleen van een PCM bron (geen Dolby Digital of DTS) en alleen correct wanneer 'Surround Off' is gekozen. Met elke andere Surround functie worden alleen de front L/R signalen naar de opname gestuurd.
of Video 1 Outputs

.
dan
Gebruik
Wanneer de als extra leverbare van Harman Kardon is aangesloten en een geschikte
®
iPod®is in geplaatst, drukt u op
Apple
DMP Functie
bron te kiezen en zo audio, video en stilstaand beeldmateriaal van de iPod te kunnen weergeven via het hoogwaardige audio/videosysteem. Door op DMP Functie AVR afstandsbedieningscodes voor de iPod geac­tiveerd en kunnen tevens de bedieningsorganen op de voorzijde voor de bediening van de iPod worden gebruikt. Ook kunt u DMP via het frontpaneel als bron kiezen door herhaalde­lijk op Ingangskeuze in de bovenste regel van de DisplayÒver­schijnt; Ingangsindicatie
Wanneer The Bridge correct is aangesloten en een geschikte iPod in het basisstation staat, ver­schijnt in de bovenste regel van de Display
DMP/CONNECTED (DMP aangesloten).
Zodra die aanwijzing verschijnt kunt u de iPod met de toetsen op de voorzijde of met de afstandsbediening besturen. Zie de Functie Tabel elders op deze pagina voor een overzicht van de toetsen op de afstandsbediening waarmee de iPod kan worden bediend.
om de iPod als
worden ook de
%
te drukken tot DMP
licht niet op.
Ò
In het kort, Reverse Zoeken, Weergave en
P
Vooruit Zoeken
en SetFkunnen op de gebruikelijke
wijze worden gebruikt voor het navigeren van de iPod. Details over de bediening van een iPod met
en een AVR afstandsbediening vindt u
in .
Opmerkingen:
• De weergave- en pauzefuncties zijn alleen beschikbaar wanneer materiaal voor afspelen is gekozen via navigeren in het menusysteem.
• Voor de zoekfunctie de aangegeven toets indrukken en vasthouden. Door op Voorgaande G te drukken keert de speler terug naar het begin van het lopende nummer. Tweemaal indrukken om naar het begin van het vooraf­gaande nummer te gaan.
De bedieningsorganen op de voorzijde kunnen worden gebruikt voor een beperkt aantal functies van de iPod. Druk op RDS select button voor weergave of pauze van het lopende num­mer. Tuner Keuze (linker zijde van de toets) of vooruitzoeken (rech­ter zijde). Druk op Afstembereik menu van de iPod op te roepen. Druk op Preset
Stations Selector Set
@
om te kiezen.
Tijdens het afspelen van een selectie verschijnen de titel, artiest en naam van het album – indien beschikbaar op de iPod – lopend in de bovenste regel van de Display ste regel geeft links de verstreken tijd, het weer­gave icoon en rechts de resterende tijd.
Daarnaast, wanneer een beeldscherm op de AVR is aangesloten, verschijnt kort een menu met informatie over de status van de iPod en het lopende item. De bovenste regel geeft weer het weergave icoon, plus rechts de aanduiding ‘Now Playing’ (speelt nu) om u eraan te herinneren dat u de status van het lopende item ziet, afwijkend van een ander menu. Daaronder rechts geeft de AVR het totaal aantal items in de huidige afspeel­lijst aan (alle materiaal op de iPod worden als één afspeellijst beschouwd) met links het num­mer van het lopende item.
iPod Functie Toets Afstandsbediening Toets Frontpaneel
Weergave Weergave
Pauze Pauze
, plus ⁄/¤/‹/›DE
)
is voor achteruit zoeken
!
om het
#
om te scrollen en op
Ò
op het front. De onder-
^
Menu Menu (Spkr)
Kiezen
Scrollen Vooruit Pijl naar Links
Scrollen Achteruit Pijl naar Rechts
Vooruit Zoeken/Volgend Nummer Vooruit/Volgende
Achteruit Zoeken/Voorgaand Nummer Achteruit/Voorgaande
Set Set
Titel, artiest en album worden eveneens aange­geven. Onder in beeld staat een grafische balk die de huidige positie in het item aangeeft; de verstreken en resterende tijden verschijnen onder de balk.
Na een korte tijd verdwijnt het menu uit beeld. Deze tijd wordt ingesteld met de full-OSD Time Out instelling in het Systeem Instellingen menu, als beschreven in de paragraaf ‘Bijzondere Functies’. U kunt het Now Playing menu oproe­pen door op menu’s te navigeren als eerder beschreven.
Opmerking: het wordt dringend aanbevolen de schermbeveiliging die in uw beeldscherm is inge­bouwd, te gebruiken om mogelijke schade aan uw plasmascherm of beeldbuis door inbranden te voorkomen. Schade kan ontstaan doordat een menu of stilstaand beeld langdurig in beeld blijft staan.
OPMERKINGEN OVER VIDEOWEERGAVE:
• Voordat videomateriaal kan worden afgespeeld dat op de iPod is opgeslagen, controleert u het menu Video Instellingen op de iPod en of de TV Uitgang ingeschakeld is. De TV Signaal instel­ling dient op PAL te staan om op het beeld­scherm aan te sluiten. Zet Widescreen (breed­beeld) op On (aan) of Off (uit) afhankelijk van het beeldformaat van uw beeldscherm. Wanneer het afspelen liep op het moment dat de TV instelling werd gewijzigd, kan het nood­zakelijk zijn het menusysteem van de iPod te navigeren en de video voor de nieuwe TV Uitgang instelling opnieuw te kiezen. Hervatten van het afspelen vanuit de Now Playing functie (nu lopend) anticipeert niet altijd op de nieuwe TV instelling. Dat is een functie van de iPod en niet van de AVR 147.
• In de Video functie zijn de menu’s van de iPod niet zichtbaar in beeld, mogelijk wel in het scherm van de iPod. U kunt de iPod bedienen met de afstandsbediening van de AVR zolang deze in The Bridge functie staat.
• U kunt de in-beeld menu’s van de AVR zien ter­wijl The Bridge in gebruik is, net als bij elke andere videobron.
‹/›
E
te drukken en door de
(›) RDS
(±) RDS
Afstembereik (MG/FM)
(‹)
(›)
(››)
(‹‹)
Preset Terug
Preset Hoger
Afstemming Hoger
Afstemming Lager
NEDERLANDS
BEDIENING 37
Bediening
Instelling Uitgangsniveau
Het normale weergaveniveau van de AVR wordt ingesteld met behulp van het testsignaal, als beschreven op pagina 27-28. In sommige geval­len echter, is het wenselijk om de weergaveni­veaus aan te passen aan de diverse programma’s waar u bekend mee bent.Verder kunnen de weergave niveaus voor de subwoofer en de Stereo functies alleen maar via deze procedure aangepast worden.
Om de weergaveniveaus aan programma’s aan te kunnen passen, dient eerst de surroundfunctie waarin u de luidsprekers wilt afstellen (zie opmerking hieronder) gekozen te worden. Start vervolgens het door u gekozen programma en
stel, met volume de front luidsprekers links en rechts in.
Als het referentieniveau eenmaal is ingesteld, drukt u op kanaalkeuze
FRONT L LEVEL verschijnt in de display
Ò
. Om het niveau te veranderen drukt u eerst
op instellen
F@en vervolgens gebruikt u
de insteltoetsen niveau te verhogen of te verlagen.
Gebruik NIET de volumeregelaar, want dit zal de referentie instelling wijzigen. Druk op de toets
instellen
F@, zodra de wijziging doorge-
voerd is en druk vervolgens op de insteltoetsen
⁄/¤
7
of
D
ander kanaal dat u wenst aan te passen, te kie­zen. Om het niveau van de subwoofer aan te passen, drukt u op de insteltoetsen
⁄/¤
D
tot de aanwijzing WOOFER LEVEL in de displayÒof op de in-beeld display ver­schijnt (alleen van toepassing indien de subwoof­er geactiveerd is).
Druk, zodra de naam van het gewenste kanaal in de display
stellen
Ò
F@en volg de instructies op.
Herhaal deze procedure zonodig om alle kanalen in te stellen. Wanneer alle instellingen zijn gemaakt en gedurende vijf seconden worden geen correcties meer gemaakt keert de AVR terug naar normaal gebruik.
De kanaaluitgang gekoppeld aan welke ingang dan ook, kan ook aangepast worden m.b.v. het menu systeem ‘volledig in-beeld display’. Stel allereerst met volume geluidsniveau in. Druk vervolgens op in-beeld
display
L
om in het hoofdmenu MASTER
MENU (Afb.1) te komen. Druk daarna driemaal
¤
op
D
tot de in-beeld cursor op de regel
MANUAL ADJUST staat. Druk op Set
om het MANUAL ADJUST menu te activeren en gebruik
CHANNEL ADJUST te gaan. Druk op Set
F
⁄/¤
om het CHANNEL ADJUST submenu te
gaan.
het referentie niveau voor
CÙwaarop
⁄/¤
7
of
D
om het
om de locatie van zonodig een
7
of
en in beeld verschijnt, op in-
ıop een plezierig
D
om naar de regel
F
Afbeelding 12
Zodra het menu verschijnt wordt het testsignaal uitgeschakeld. Op die manier kan ook een exter­ne test-CD of ander bronmateriaal als testsignaal worden gebruikt. Gebruik vervolgens
⁄/¤
D
om de kanalen te kiezen die u wilt corrigeren. Gebruik bij elk kanaal de
‹/›
E
toetsen
om het uitgangsniveau te wijzigen.
Onthoud wanneer u een disc met een testsignaal gebruikt (b.v. roze ruis) of een externe testgene­rator, dat het er om gaat alle kanalen op de luis­terpositie met gelijke sterkte te horen, ongeacht welke surround functie is gekozen. Gebruikt u een gewone disc met muziek als testsignaal dan kunt u het niveau van elk kanaal naar eigen inzicht instellen, en u kunt bijvoorbeeld het cen­trum kanaal wat zachter zetten of de achter kanalen wat luider omdat u deze in bepaalde omstandigheden wat te zacht vindt.
Wanneer u alle niveaus terug wilt zetten in de fabrieksinstelling en 0 dB offset, drukt u op
⁄/¤
D
tot de in-beeld cursor naast
CHANNEL RESET staat en u drukt op
‹/›
E
zodat ON (aan) oplicht. Nadat de niveaus zijn teruggezet hervat u de procedure om de gewenste niveau instellingen te maken. Wanneer alle aanpassingen gerealiseerd zijn, drukt u op naar de positie
⁄/¤
D
om de cursor in beeld
BACK T O MASTER MENU
(terug naar menu) te verplaatsen, en druk om in het hoofdmenu andere aanpassingen te maken op instellen
F
. Indien u geen verdere aan­passingen wenst te maken, dan drukt u op de toets in-beeld display
L
om het menu-
systeem te verlaten.
Opmerking: de uitgangsniveaus kunnen voor iedere digitale en analoge surroundfunctie afzon­derlijk ingesteld worden. Indien u andere niveaus voor een specifieke functie wenst, kies dan die functie en volg stapsgewijs bovengenoemde instructies. Voor de stereofuncties is de boven omschreven procedure de enige manier om het uitgangsni­veau in te stellen en gelijk te maken aan de andere functies.
Dimmer
Daar de AVR vaak gebruikt zal worden bij het bekijken van films of videoprogramma’s en met gedimd licht, kan het wenselijk zijn de lichtsterk­te van de display en de indicaties op de voorzijde te dimmen zodat zij het kijken niet storen. U kunt de displays dimmen ls aangegeven op deze pagi­na, of de lichtsterkte direct met de afstandsbe­diening regelen.
Druk eenvoudig op Dimmer
om het front tot de helft van de normale sterkte te dimmen; nogmaals indrukken om de displays uit te scha­kelen. Denk er aan dat wanneer de displays gedimd of uitgeschakeld zijn, de blauwe verlich-
2
ting rond Standby/In
verlicht blijft om aan
te geven dat de AVR nog aan staat.
Denk er aan dat alle wijzigingen van de verlich­ting tijdelijk zijn; de displays keren terug naar normale sterkte zodra de AVR uit en weer inge­schakeld wordt. Om zonder uitschakelen naar de normale sterkte terug te keren drukt u zo vaak
op Dimmer
als nodig is om weer de nor-
male sterkte te bereiken.
Naast het dimmen of uitschakelen van de dis­plays kan de display automatisch weer oplichten zodra een toets op de afstandsbediening of de voorzijde wordt ingedrukt, om na een vaster periode weer te doven. U doet dat door de juiste instellingen te maken op de regel
TIME OUT van het SYSTEM SETUP men,
VFD FADE
als aangegeven op pagina 39.
Geheugenbeveiliging
Dit product is uitgerust met een geheugenbeveili­ging die de opgeslagen zenders van de tuner en de systeemconfiguratie vasthoudt als het appa­raat helemaal wordt uitgeschakeld, de stekker uit het stopcontact wordt genomen of wanneer de netspanning uitvalt. Dit geheugen blijft ca. 2 weken behouden; daarna dient alle informatie opnieuw te worden ingevoerd.
38 BEDIENING
Bijzondere functies
De AVR 147 is voorzien van een aantal geavan­ceerde functies, die het apparaat extra flexibel maken. Ook al is het niet noodzakelijk om deze extra’s altijd te gebruiken, toch bieden zij vele extra keuzemogelijkheden, die u wellicht goed van pas komen.
Display Dimmer
Bij normaal gebruik blijven de display en de indi­caties op de voorzijde op volle sterkte branden. U kunt ze echter ook dimmen of uitschakelen als beschreven op pagina 38. Nog een andere optie is dat de displays alleen ingeschakeld worden wanneer op een toets op het front of op de afstandsbediening wordt gedrukt en dan na een vaste periode weer uitschakelt.
Om de display op het front op de fade functie te zetten drukt u op OSD menu in beeld op te roepen. Druk op
NavigatieDom de cursor op de regel
SYSTEM SETUP staat en druk op Set
om het SYSTEM SETUP (bijzondere func­ties) te kiezen (afb. 13).
Afbeelding 13
Met SYSTEM SETUP in beeld drukt u op
⁄/¤
NavigatieDzodat de cursor naar
de regel
VFD FADE TIME OUT gaat.
Vervolgens drukt u op zodat de tijd wordt ingesteld die de displays blijven branden wanneer op een toets werd gedrukt.
Is die tijd ingesteld en het apparaat weer in nor­maal gebruik teruggekeerd, dan blijven de dis­plays branden gedurende de gekozen tijd telkens wanneer een toets op het front of op de afstandsbediening wordt ingedrukt. Daarna doven de displays langzaam met uitzondering van de verlichting rond Standby/In aan herinnert dat de AVR aan staat. Denk er aan dat de Fade functie niet werkt wanneer de dis­plays geheel uitgeschakeld zijn met de toets Dimmer als aangegeven op pagina 38.
Wilt u nog andere instellingen maken in het
SYSTEM SETUP menu druk dan op ⁄/
NavigatieDom de cursor naast het
gewenste item te verplaatsen of naast
TO MASTER MENU om vervolgens op Set
F
te drukken om een correctie in een ander menu te maken. Bent u gereed met alle instellin­gen druk dan op OSD te verlaten.
L
om het hoofd-
‹/›
Navigatie
3
L
om het menusysteem
⁄/¤
F
E
die u er
¤
BACK
Volume bij inschakeling
Net als bij de meeste audio/video receivers, zal de AVR, zodra deze uitgeschakeld wordt, de positie van de volumeregelaar onthouden. Om een standaard instelling te krijgen die altijd als u het systeem aanzet, wordt geactiveerd, dient u het menu ties) aan te passen. Druk op in-beeld display
L
pen. Druk op naast Druk op de toets instellen
SYSTEM SETUP (bijzondere functies - Afb.
13) te komen.
Zorg ervoor dat de cursor in beeld naast de regel standaardinstellingen volume staat. Zonodig drukt u op gemarkeerd is. Druk vervolgens op de toets
D
Druk dan één keer op de toets cursor (in beeld) naast de regel
VOL SET (instelling standaard volume) staat.
Om het gewenste standaard volume bij het aan­zetten van het systeem in te stellen, drukt u meermaals op ingedrukt, tot het gewenste volume in de regel
DEFAULT VOL SE T (instelling standaard
volume) aangegeven wordt. Merk op dat deze instelling niet met de reguliere volume knoppen wordt ingesteld.
Opmerking: omdat de instelling van het volume bij het aanzetten van het systeem niet hoorbaar is op het moment dat u de instelling maakt, kan het verstandig zijn de instelling van het volume tevo­ren te bepalen. Luister daarvoor naar een willekeu­rige bron, stel het volume met de reguliere volu­meregelaar volume bereikt is, maakt u een notitie van deze instelling zodra deze op het onderste derde deel van de display verschijnt als negatief nummer, bijv. -25 dB). Wanneer de aanpassingen worden uitgevoerd, maak dan gebruik van toetsen deze instellingen in te voeren.
In tegenstelling tot de andere instellingen in het hoofdmenu, blijft het standaard ingestelde volume van kracht tot deze in dit menu uitgeschakeld is. Deze instelling blijft derhalve behouden, ook nadat het systeem uitgeschakeld is.
Wilt u nog andere instellingen in dit menu maken, druk dan op cursor naast de gewenste instelling staat, of op de regel (terug naar hoofdmenu) en druk dan op
instellen meer te maken, druk dan op in-beeld display
L
SYSTEM SETUP (bijzondere func-
om het MASTER MENU (afb. 1) op te roe-
D
tot de cursor in beeld
SYSTEM SETUP staat.
F
om in het menu
⁄/¤
tot de gewenste regel
tot het woord ON (aan) in beeld verschijnt.
¤
D
zodat de
DEFAULT
‹/›
E
, of u houdt deze
in. Zodra het door u gewenste
Ò
verschijnt (het typische volume
‹/›
E
om
⁄/¤
D
tot de in beeld
BACK T O MASTER MENU
F
. Zijn er geen andere instellingen
om het menusysteem te verlaten.
Gedeeltelijke in-beeld display
Het gedeeltelijk in-beeld display systeem laat, zodra het volume, de ingangskeuze, de surround­functie of de afgestemde frequentie, of welke andere configuratie instelling dan ook gewijzigd is, in één regel in het onderste deel van het beeld de status zien. Het gedeeltelijk in-beeld display systeem is handig omdat het via het beeld infor­matie over alle wijzigingen en instellingen ver­schaft, welke op het front moeilijk leesbaar zijn. Het kan echter zijn dat u deze displays soms, voor bepaalde luistersessies, uit wenst te schake­len. Ook kan de duur dat de informatie in beeld staat worden aangepast. Beide opties zijn bin­nen de AVR mogelijk.
Om het gedeeltelijk in-beeld display systeem uit te schakelen, dient u binnen het menu
SYSTEM SETUP (bijzondere functies - Afb.
13) aanpassingen te maken. Om de correctie te
L
D
om
. Druk
L
activeren drukt u op in-beeld display
MASTER MENU (hoofdmenu) in beeld te
het krijgen. Druk op naast de regel op instellen
SETUP (bijzondere functies) op te roepen.
D
tot de in-beeld cursor
SYSTEM SETUP staat. Druk
F
om het menu SYSTEM
Overtuig uzelf ervan dat binnen het menu
SYSTEM SETUP (bijzondere functies) de
cursor (in beeld) naast de regel
SEMI OSD
(gedeeltelijk in-beeld standaard instelling) staat. Druk indien nodig op de toetsen vervolgens op de toets
OFF (uit) in beeld verschijnt.
⁄/¤
zodat het woord
Merk op dat deze instelling slechts tijdelijk is en alleen actief is tot de instelling gewijzigd wordt of de AVR uitgeschakeld wordt. Zodra het sys­teem uitgeschakeld is, zal de gedeeltelijke in­beeld display de voorkeur houden, zelfs indien dit in de voorgaande luistersessie uitgeschakeld werd.
Om de tijdsduur dat het gedeeltelijke in-beeld display in beeld verschijnt te wijzigen, gaat u naar het menu
SYSTEM SETUP (bijzondere
functies), als hierboven beschreven. Druk op de
⁄/¤
D
toetsen naast de regel
tot de cursor (in beeld)
SEMI OSD TIME OUT
(gedeeltelijk in-beeld standaard instelling) staat.
⁄/¤
E
. Druk vervol­tot de gewens-
Druk zonodig op de toetsen gens op de toetsen
‹/›
te tijd in seconden wordt aangegeven. Merk op dat dit, in tegenstelling tot de meeste andere opties in dit menu, een permanente wijziging van de instelling is en dat de invoer van de ver­valtijd van kracht blijft tot deze gewijzigd wordt. Deze instelling blijft bestaan, ook als het systeem uitgeschakeld wordt.
Wilt u nog andere instellingen in dit menu
⁄/¤
D
maken, druk dan op
tot de in beeld cursor naast de gewenste instelling staat, of op de regel
BACK T O MASTER MENU
(terug naar hoofdmenu) en druk dan op instel-
F
. Zijn er geen andere instellingen meer
len
te maken, druk dan op in-beeld display om het menusysteem te verlaten.
NEDERLANDS
BIJZONDERE FUNCTIES 39
Bijzondere functies
Aanpassen van de volledige in-beeld duur (‘time-out’)
Het systeemmenu FULL OSD (volledig in­beeld) wordt gebruikt om het wijzigen van instel­lingen van de AVR via een aantal in-beeld menu’s te vereenvoudigen. De door de fabrikant inge­stelde standaard instelling laat de menu’s, wan­neer gedurende 20 seconden geen activiteit plaatsvindt verdwijnen. Deze vervaltijd is een beveiliging om inbranden van de tekst op het beeldscherm te voorkomen. Desgewenst kan de duur van het menu in beeld aan de wensen worden aangepast.
Om de vervaltijd van het
FULL OSD (volledig
in-beeld) te wijzigen, gaat u naar het menu
SYSTEM SETUP (bijzondere functies -
Afb. 13). Om het instellen te starten drukt u
L
op in-beeld display
MENU op te roepen. Druk tweemaal op
om het MASTER
D
tot de cursor in beeld op de regel SYSTEM
SETUP staat. Druk op instellen
SYSTEM SETUP (bijzondere functies -
menu
F
om in het
Afb. 13) te komen. In het menu
SYSTEM SETUP (bijzondere
functies) controleert u dat de cursor u (in beeld) naast de regel
FULL OSD TIME OUT (volle-
dig in-beeld) staat. Dit kan zonodig met de toet-
⁄/¤
D
sen
‹/›
E
. Druk vervolgens op de toetsen
tot de gewenste tijd in seconden wordt aangegeven. Merk op dat dit, in tegenstel­ling tot de meeste andere opties in dit menu, een permanente wijziging van de instelling betreft en dat de invoer van de vervaltijd van kracht blijft is tot deze gewijzigd wordt. Deze instelling blijft dus ook gelden als het systeem uitgeschakeld wordt.
Wilt u nog andere instellingen in dit menu
⁄/¤
D
maken, druk dan op
tot de in beeld cursor naast de gewenste instelling staat, of op de regel
BACK T O MASTER MENU
(terug naar hoofdmenu) en druk dan op instel-
F
. Zijn er geen andere instellingen meer te
len
L
maken, druk dan op in-beeld display
om
het menusysteem te verlaten.
Standaard Surround Functie
Bij normaal gebruik zal de AVR zodra een Dolby Digital of DTS digitaal signaal binnenkomt de standaard surround functie kiezen en reageren op de data die op de disc zijn gecodeerd of aan de digitale video uitzending zijn toegevoegd. In de meeste gevallen is dit correct, maar u kunt een andere voorkeur hebben voor een functie bij Dolby Digital of DTS. De AVR kan zo worden ingesteld dat deze op de standaard reageert dan wel de door u gewenste functie inschakelt.
Wilt u de standaard functie kiezen zoals de disc die aangeeft, dan hoeft u niets te doen. Laat de standaard fabrieksinstelling op ON (in) staan.
Om de AVR zo in te stellen dat deze bij het afspelen van een Dolby Digital of DTS bron de laatstgebruikte surround functie activeert, drukt
⁄/¤
D
u op
DEFAULT SURR MODE (standaard surr
functie) staat. Druk op
zodat de cursor op de regel
‹/›
E
zodat OFF (uit) verschijnt en de instelling verandert. Het apparaat gebruikt nu de laatste functie en niet de functie die de disc aangeeft voor de beide digitale datacodes.
De instelling is niet van toepassing op standaard PCM digitale ingangen of analoge. In die geval­len wordt altijd de laatstegebruikte surround of processor functie voor die ingang toegepast.
Wilt u nog meer instellingen maken, druk dan
⁄/¤
D
op
RETURN TO MASTERMENU (terug naar
hoofdmenu) staat en druk op Set
tot de cursor op de regel
F
. Wilt u
geen verdere instellingen maken, druk dan op
L
IN-Beeld Display
om het menu te
verlaten.
In-Beeld Display Achtergrondkleur
Wanneer het volledige in-beeld menusysteem in gebruik is, verschijnt de standaard display met een egaal blauwe achtergrond met witte karak­ters. Desgewenst kunt u kiezen voor een egaal zwarte achtergrond als standaard. De instelling kan worden gewijzigd door op OSD ken en het Gebruik
SETUP te gaan en druk op Set SYSTEM SETUP menu te kiezen. Druk weer
op
BACKGROUND te gaan. Zodra BLUE ver-
MASTER MENU op te roepen.
⁄/¤
D
om naar SYSTEM
⁄/¤
D
om naar de regel OSD
schijnt, komen de volledige In-Beeld menu’s in beeld met een egaal blauwe achtergrond. Druk
‹/›
op
E
tot BLACK verschijnt om volledige in-beeld menu’s met een egaal zwarte achtergrond te krijgen.
Deze instelling blijft bewaard ook wanneer de AVR in standby wordt gezet.
Wilt u nog andere instellingen maken, druk dan
⁄/¤
op
BACK T O MASTER MENU (terug naar
D
tot de in-beeld cursor naast
hoofdmenu) staat en druk op Set geen andere instellingen meer maken, druk dan op OSD
L
om het menusysteem te verlaten.
F
F
L
om het
. Wilt u
te druk-
40 BIJZONDERE FUNCTIES
Tuner
Gebruik van tuner
De AVR 147 is geschikt voor de ontvangst van MG, FM en FM stereo zenders plus de ontvangst van RSD-gegevens. Zenders kunnen met de hand worden afgestemd, of worden opgeslagen als voorkeurzenders en weer worden opgeroepen uit een geheugen met een capaciteit voor 30 posities.
Zenderkeuze
1. Druk op MG/FM keuze bediening om de tuner als ingang te kiezen, of door op de voorzijde op ingangskeuze drukken tot de tuner geactiveerd is, dan wel door direct op MG/FM keuze
2. Druk nogmaals op MG/FM keuze de MG/FM keuze te schakelen, tot het gewenste bereik wordt aan­gegeven.
3. Druk op tunerfunctie diening of houd FM/MG keuze paneel 3 seconden ingedrukt om handafstem­ming of automatische afstemming te kiezen.
Drukt u op deze toets zodat
play
Ò
verschijnt dan zal door op Afstemmen
)Kte drukken de tuner gaan zoeken naar de
eerstvolgende hoger of lager gelegen zender die met voldoende signaal binnenkomt. De indicatie
AUTO S T TUNED verschijnt kort wanneer de
tuner stopt bij een stereo FM zender, of een
AUTO TUNED indicatie wanneer een MG of
een FM mono zender is afgestemd. Druk nogmaals op de afstemtoetsen om naar de eerstvolgende zender te gaan.
Wordt op de toets gedrukt zodat de display frequentie bij elke druk één stap omhoog of omlaag gaan. Ontvangt de tuner een signaal dat sterk genoeg is voor goed ontvangst dan ver­schijnt
4. Ook kan er op zenders afgestemd worden door eerst op direct gens met de cijfertoetsen van de zender in te voeren. Denk er aan dat voor het invoeren van nummers boven de 100 eerst de ‘1’ en niet de ‘10’ gekozen moet worden, de eerste ‘0’ wordt automatisch toegevoegd. Wanneer het laatste cijfer van de frequentie ingevoerd is wordt automatisch op de gewenste zender afgestemd. Mocht u bij het invoeren van de frequentie een verkeerde toets drukken, druk dan op wissen in te voeren.
Ò
verschijnt zal de afgestemde
MANUAL TUNED in de display
6
op de afstands-
%
!
te drukken.
6
!
om tussen MG en FM om
I
op de afstandsbe-
!
op het front-
AUTO in de dis-
MANUAL in
J
te drukken en vervol-
H
de frequentie
om de frequentie opnieuw
te
of op
Ò
.
Opmerking: wanneer de FM-ontvangst van een stereozender zwak is, wordt de audiokwaliteit verbeterd door naar mono om te schakelen door op Tunerfunctie of op Ontvangstbereik drukken. Daarop verschijnt kort
display
Ò
Opslaan voorkeurzenders
Er kunnen 30 zenders worden opgeslagen in het geheugen van de AVR, die gemakkelijk kunnen worden opgeroepen via de toetsen op het front­paneel, dan wel via de afstandsbediening. Om een zender in het geheugen op te slaan, stemt u eerst op de zender af door de hierboven beschreven stappen uit te voeren en dan:
1. Druk op Geheugen bediening. Nu verschijnen twee streepjes in de
display
Ò
2. Binnen vijf seconden kiest u met de cijfer­toetsen
opslaan. Het nummer verschijnt in de
Display
3. Herhaal deze procedure voor alle zenders die u vast wilt leggen.
Oproepen van voorkeurzenders
• Om een eerder in het geheugen vastgelegde zenders met de hand te kiezen, drukt u op de
cijfertoetsen
gewenste zender in het geheugen.
• Om stap voor stap de zenders in het geheugen te doorlopen drukt u op voorkeurposities op de voorzijde, of op voorkeuze hoger/lager
op de afstandsbediening.
I
op de afstandsbediening
!
op de voorzijde te
MANUAL in de
en dooft vervolgens.
op de afstands-
.
H
de positie waarop u de zender wilt
Ò
.
H
overeenkomend met de
#
NEDERLANDS
TUNER 41
Tuner
Wat is RDS
De AVR is uitgerust met RDS (Radio Data System), dat op FM radio een breed scala aan informatie biedt. RDS wordt nu in vele landen gebruikt en is een systeem voor het zenden van zendernamen of netwerkinformatie, een aandui­ding van het programmatype van de zender, tekstboodschappen of muziekspecificaties en de juiste tijd.
Aangezien steeds meer FM-zenders met RDS werken, kan de AVR dienen als een gemakkelijk te gebruiken bron voor zowel informatie als amusement. Dit hoofdstuk helpt u het RDS-systeem maximaal te benutten.
RDS Afstemmen
Wanneer een FM-zender afgestemd is en het sig­naal bevat RDS-data geeft de AVR automatisch de naam van de zender of een programmaservice aan in de display
RDS aanwijzingen
Het RDS-systeem biedt een breed aanbod aan informatie die als aanvulling op de zendernaam verschijnt wanneer voor het eerst op de zender wordt afgestemd. Bij normaal RDS gebruik zal de display de naam van de zender, zendgemachtig­de of de oproepletters aangeven. Door op RDS
functies
schillende soorten informatie schakelen, in deze volgorde:
• Zendernaam (soms, zoals in Nederland, b.v. de naam van de omroep).
• Zendfrequentie (FREQ).
• Programmasoort ( overzicht aangegeven.
Opmerkingen:
Veel zenders zenden geen specifieke PTY uit, in welk geval de display
• Radiotekst ( de zender die uitzendt. Denk er aan dat, indien de melding langer is dan de 8 posities van de display, de tekst zal doorlopen. Afhankelijk van de kwaliteit van het signaal, kan het tot 30 seconden duren voordat de melding verschijnt. Zodra RT is gekozen, zal het woord knipperend in de display verschijnen.
• Juiste tijd. Denk er aan dat het 2 minuten kan duren voordat de tijd verschijnt. In de tussentijd zal het woord wanneer CT (clock time) gekozen is.
De nauwkeurigheid van de tijdmelding wordt bepaald door de zender, niet door de AVR.
Sommige RDS zenders gebruiken niet alle functies.Worden gegevens voor de gekozen functie niet verzonden, dan zal de display de aanwijzing NO TYPE, N O TEXT, of
NO TIME (geen soort, geen tekst, geen tijd) na
enige tijd laten zien.
Ò
.
^te drukken kunt u door de ver-
PTY) zoals in onderstaand
NONE (geen) aangeeft.
RT) met een specifiek bericht via
TEXT (tekst)
TIME in display knipperen,
Ò
In iedere FM functie heeft RDS een voldoend sterk signaal nodig om correct te functioneren.
Programmasoort (PTY)
Een belangrijke eigenschap van RDS is de mogelijkheid programmacodes voor de soort pro­gramma’s (PTY – Program Type) mee te zenden. Deze codes geven het type programma van de uitzending aan. De onderstaande lijst geeft alle PTY afkortingen aan, met toelichting:
• (
ALLEEN RDS)
TRAFFIC (verkeer)
NEWS: nieuws
AFFAIRS: actualiteiten
INFO: algemene informatie
SPORT: sport
EDUCATE: educatief
DRAMA: drama
CULTURE: cultuur
SCIENCE: wetenschap
VARIED: gevarieerde praatprogramma’s
POP: populaire muziek
ROCK: rockmuziek
MOR: middle of the Road-muziek
LIGHT: licht klassieke muziek
CLASSICS: ernstige klassieke muziek
OTHER M: andere muziek
WEATHER: weerbericht
FINANCE: financiële informatie
CHILDREN: kinderprogramma’s
SOCIAL: sociale zaken
RELIGION: religieuze uitzendingen
PHONE I N: telefoon talkshows
TEST: test
TRAVEL: reis- en toeristische informatie
LEISURE: hobby en vrije tijd
JAZZ: jazz muziek
COUNTRY: country muziek
NATION: nationale muziek
OLDIES: goud van oud
FOLK M: volksmuziek
DOCUMENT: documentaire
TEST: nood test
ALARM: noodinformatie
Op de volgende wijze kunt u een specifiek programmatype (PTY) zoeken:
1. Druk op RDS
display
^tot de huidige PTY in de
Ò
aangegeven wordt.
2. Terwijl PTY wordt aangegeven drukt u op voorkeurposities up/down
#of houdt
deze vast om snel door de beschikbare PTY te schakelen als hiervoor aangegeven, te beginnen met de PTY die momenteel wordt ontvangen. Om te zoeken naar een zender die RDS uitzendt drukt u op voorkeurposities up/down
#
tot RDS ONLY (alleen RDS) in de display verschijnt.
3. Druk op een van de toetsen afstemmen
)K; de tuner begint de FM-band naar boven
of beneden te doorzoeken op de eerste zender die RDS-gegevens uitzendt die overeenkomen met de gewenste keuze en voldoende sterk is voor kwaliteitsontvangst.
4.De tuner een complete scan van de gehele FM­band en zoekt naar de eerstvolgende zender het gevraagde PTY type èn een acceptabele ont­vangst biedt. Wordt zo’n zender niet gevonden, verschijnt gedurende enkele seconde de melding
NONE (geen) en keert de tuner terug naar de
zender die gekozen was voordat het zoeken begon.
Opmerkingen:
Sommige zenders zenden voortdurende verkeers­informatie uit. Deze zenders kunnen gevonden worden door een optie onder
TRAFFIC (verkeer) te kiezen,
NEWS (nieuws) in het over-
zicht. De AVR zoekt de eerstvolgende zender, ook wanneer die geen verkeersinformatie uitzendt tijdens het zoeken.
42 TUNER
Programmeren afstandsbediening
De AVR 147 is voorzien van een krachtige afstandsbediening, die niet alleen de functies van de receiver bedient, maar tevens de meest gang­bare merken audio en video apparatuur, inclusief CD-spelers,TV-systemen, kabelsystemen,VCR’s (videorecorders) satellietontvangers en andere thuisbioscoop apparatuur. Zodra de AVR eenmaal is geprogrammeerd met de codes voor de door u gebruikte apparatuur, is het mogelijk om de meeste andere afstandsbedieningen te laten vervallen en te vervangen door slechts één, universele afstandsbediening.
Programmeren Afstandsbediening met Codes
Af fabriek is de afstandsbediening geprogram­meerd voor alle AVR functies, plus die voor de meeste Harman Kardon CD-wisselaars, DVD-spe­lers, CD-spelers en cassettedecks, plus die voor het navigeren van de Apple iPod. Bovendien kunt u, door één van de onderstaande methoden te vol­gen, de afstandsbediening programmeren op een groot aantal apparaten van andere fabrikanten.
Codes rechtstreeks invoeren
Dit is de gemakkelijkste manier om uw afstands­bediening te programmeren op verschillende producten:
1. Gebruik de tabellen in de afzonderlijke code­lijst om de driecijferige code of codes voor zowel het type product (b.v. TV, VCR) als voor de merk­naam. Vindt u meer dan één nummer is voor een apparaat, probeer dan de verschillende mogelijk­heden.
2. Schakel het apparaat in dat u in de afstands­bediening van de AVR wilt programmeren.
4
3. Druk op Ingangskeuze apparaat dat moet worden toegevoegd (b.v. VCR, TV) en houd deze drie seconden vast. Zodra de
2
programma
amber wordt en knippert laat u de toetsen los. Begin de volgende stap binnen 20 seconden.
4. Wanneer het apparaat dat u wilt programme­ren op afstand in/uit geschakeld kan worden gaat u als volgt verder:
a. Richt de afstandsbediening van de AVR op het
te programmeren apparaat en voer de eerste driecijferige code in met de cijfertoetsen
H
. Wanneer het apparaat dat u program­meert nu uitgeschakeld wordt heeft u de juiste code. Druk nogmaals op de ingangskeuze
4
en zie dat het rode lichtje onder de ingangskeuze driemaal knippert en dooft als bevestiging van de invoer.
b.Wordt het apparaat dat u programmeert niet
uitgeschakeld, voer dan een andere driecijferi­ge code in tot het apparaat wel uitschakelt. Dat is dan de juiste code. Druk weer op
ingangskeuze
4
tie onder de ingangskeuze driemaal knippert en dooft om de invoer te bevestigen.
voor het type
en zie dat de rode indica-
5. Wanneer het inschakelen van het te program­meren apparaat niet lukt via de afstandsbedie­ning, volg dan onderstaande stappen (max. 20 seconden na stap 3, anders moet eerst stap 3 worden herhaald):
a. Voer de eerste driecijferige code in met de
H
cijfertoetsen ingangskeuze
en druk weer op de
4
. Druk op een willekeurige
transportfunctie die op afstand kan worden
P
bediend, b.v. pauze of weergave
. Wanneer het apparaat dat u programmeert nu werkt is de juiste code ingevoerd.
b.Werkt de functie die werd ingetoetst van het
apparaat niet, herhaal dan de stappen 3 en 5a hierboven met het volgende driecijferige code­nummer in de tabel voor dat merk en type product, tot het apparaat wel reageert.
6. Probeer alle functies op de afstandsbediening uit, om er zeker van te zijn dat het product goed werkt. Bedenk dat vele fabrikanten een aantal verschillende combinaties gebruiken, het is daar­om een goed idee niet alleen te controleren of het commando voor inschakelen, maar ook of volume, kanaal en transport naar behoren werken.Als de functies niet goed werken heeft u waarschijnlijk een andere code nodig.
7. Wanneer het apparaat op geen enkele inge­voerde code reageert, de gezochte code niet in de tabellen voorkomt, of niet alle functies correct werken, probeer dan de afstandsbediening te programmeren met Automatisch Zoeken.
Opmerking bij gebruik AVR afstandsbedie­ning met een Harman Kardon CD Recorder.
Af fabriek is de afstandsbediening geprogram­meerd voor het bedienen van Harman Kardon CD­spelers.Tevens kunnen de meeste functies van de Harman Kardon CD-recorders (zie functieoverzicht op pagina 46-47) nadat de code ‘002’ wordt inge-
4
voerd op CD keuze
als eerder beschreven. Om terug te keren naar de CD speler besturing dient de code ‘001’ ingevoerd te worden.
Automatisch Zoeken
Wanneer het apparaat dat u in de afstandsbedie­ning van de AVR wilt opnemen niet in de tabellen voorkomt of deze niet correct lijkt te werken, kunt u proberen de juiste code te programmeren met Automatisch Zoeken. Merk op dat de auto­matische zoekmethode uitsluitend werkt voor apparaten met een op afstand bediende aan/uit­functie:
1. Zet het product dat u wilt programmeren op de afstandsbediening van de AVR aan.
4
2. Druk op Ingangskeuze
voor het type apparaat dat moet worden toegevoegd (b.v. VCR, TV) en houd deze drie seconden vast. Zodra de
2
programma
amber wordt en knippert, laat u de toetsen los.Voer de volgende stap binnen 20 seconden uit.
3. Om er achter te komen of de volgende stap voorgeprogrammeerd is richt u de afstandsbedie­ning van de AVR op het apparaat dat u wilt pro-
D
grammeren en u drukt op
en houdt deze
vast. Nu wordt elke keer dat de rode indicatie
4
onder ingangskeuze
knippert een reeks codes uit de ingebouwde database van de af­standsbediening uitgezonden. Zodra het apparaat dat geprogrammeerd moet worden uitschakelt laat
D
u toets
los. Denk er aan dat het een paar minuten kan duren voordat de juiste code is gevon­den en het apparaat uitgeschakeld wordt.
4. Wordt
niet losgelaten zodra het apparaat uit­schakelt, dan wordt de juiste code weer ‘over­schreven’, doe daarom een test: schakel het appa­raat weer in en, terwijl de ingangskeuze rood oplicht drukt u eenmaal op ⁄D
¤
D
ook eenmaal op
. Schakelt het apparaat nu
4
en dan
uit, dan was de juiste code gevonden, zo niet dan is deze ‘overschreven’. Om de juiste code terug te vinden drukt u terwijl de rode indicatie onder
4
ingangskeuze
vasthouden) op
nog brandt meermaals (niet
¤
D
om terug te gaan door de codes en let goed op de reactie bij elke keer dat u indrukt. Zodra het apparaat uitgeschakeld wordt heeft u de juiste code gevonden.
5. Druk weer op de ingangskeuze
4
en merk op dat de rode indicatie driemaal knippert en dan dooft ter bevestiging van de invoer.
6. Probeer alle functies op de afstandsbediening om er zeker van te zijn dat het product werkt. Vergeet niet dat veel fabrikanten een aantal verschillende codecombinaties gebruiken, en het is goed te controleren dat niet alleen de aan-/uit schakelaar van de voeding werkt, maar ook dat volume, kanaal en transport goed werken. Als niet alle functies goed werken, kunt u de auto­matische zoekmethode gebruiken om een andere code te zoeken, of om een code direct in te voeren.
Controleren van codes
Wanneer de code is ingevoerd met de automati­sche zoekmethode, is het altijd goed om de exacte code te kennen, zodat deze zonodig later gemakkelijk opnieuw kan worden ingevoerd. U kunt ook de codes uitlezen om te controleren welk apparaat geprogrammeerd is op een specifieke keuzetoets.
4
1. Druk op Ingangskeuze apparaat dat moet worden toegevoegd (b.v. VCR, TV) en houd deze drie seconden vast. Zodra de
2
programma
amber wordt en knippert, laat u de toetsen los.Voer de volgende stap binnen 20 seconden uit.
2. Druk op instellen
gramma
2
F
knippert groen in een tempo dat overeenkomt met de driecijferige code, met steeds één seconde pauze tussen de cijfers.Tel het aantal knipperingen tussen de pauzes om de code te achterhalen. Eenmaal knipperen is 1, tweemaal is 2, enzovoort. Snel achtereen driemaal knipperen staat voor ‘0’.
voor het type
. De indicatie pro-
NEDERLANDS
PROGRAMMEREN AFSTANDSBEDIENING 43
Programmeren afstandsbediening
Voorbeeld: één maal knippen, gevolgd door een pauze van één seconde, met daarop zes maal knipperen, gevolgd door een pauze van één seconde, afgesloten met 4 maal knipperen, geven de code 164 aan.
Noteer hier voor later gebruik de installatiecodes van de apparatuur in uw systeem:
DVD ____________ CD ________________
VID1/VCR ________ VID3/TV __________
VID2/CBL/SAT ______________________
TAPE ______________________________
Programmeren met macro’s
Met macro’s kunt u gemakkelijk veelgebruikte combinaties van bevelen vastleggen en met één druk op een knop van de afstandsbediening van de AVR uitvoeren. Eenmaal geprogrammeerd kan een macro maximaal 19 verschillende codes van de afstandsbediening in een vooraf vastgelegde volgorde uitzenden, om bijvoorbeeld het systeem in te schakelen, bronnen te veranderen, en andere veelgebruikte handelingen uit te voeren. De AVR afstandsbediening kan maximaal vijf verschillende macro combinaties opslaan, één in combinatie
3
met de netschakelaar toegankelijk zijn via de toets macro
1. Begin het programmeren door tegelijkertijd op
mute
te drukken en op de macrodie u wilt programmeren, of op netschakelaar Merk op dat de laatst gebruikte toets ingangs­keuze rood zal oplichten en programma knippert amber.
2. Voer de stappen voor de macro reeks in door op de toets voor het bedoelde bevel te drukken. Hoewel de macro maximaal uit 19 stappen kan bestaan, telt elke handeling, ook het omschake­len naar een ander apparaat, als een stap
2
Programma
bevestiging elke toetsdruk tijdens het invoeren. Opmerking: druk voor het invoeren van een
inschakelbevel van een apparaat tijdens het invoeren van een macro op muting Druk NIET op inschakelen
• Vergeet niet de juiste ingangskeuze drukken voordat u naar een ander apparaat omschakelt. Dat geldt ook voor AVR keuze zolang deze niet rood oplicht en AVR functies worden geprogrammeerd.
3. Wanneer alle stappen zij ingevoerd drukt u op
sluimerfunctie
De rode indicatie onder de ingangskeuze
knippert en dooft, waarop Programma
5 2
tweemaal groen knippert als teken dat de
macro geprogrammeerd is. Voorbeeld: om de Macro 1
grammeren zodat de AVR, TV en een sat-ontvan­ger worden ingeschakeld, handelt u als volgt:
• Druk tegelijkertijd op macro 1
muting
knippert tweemaal groen ter
9
en laat deze los.
, en vier andere die
.
3
2
.
3
.
4
in te
5
om de bevelen op te slaan.
4
toets te pro-
en op
• Denk er aan dat de programma zal knipperen.
drukt.
5
om het inschakelen van
om het inschakelen van
45
2
wordt groen, knippert
2
• Druk op AVR keuze
• Druk op muting de AVR op te slaan.
• Druk op VID 2 ingangskeuze gende stap – TV inschakelen – in te voeren.
• Druk op mutingom het inschakelen van de TV op te slaan.
• Druk op VID 3 ingangskeuze gende stap – SAT-ontvanger inschakelen – in te voeren.
• Druk op muting de SAT-ontvanger op te slaan.
• Druk op sluimerfunctie/kanaal hoger om het proces af te ronden en de macro op te slaan.
Na deze stappen uitgevoerd te hebben zullen al deze apparaten worden ingeschakeld zodra u op
Macro 1
Wissen macro’s
Op de volgende wijze kunt u bevelen die in een macro zijn ondergebracht wissen:
1. Druk tegelijk op muting
macro
zijn opgeslagen.
2. Denk er aan dat Programma knippert en dat de rode LED onder de laatst gebruikte ingangskeuze
3. Binnen tien seconden drukt u op surround-
.
functie keuze/kanaal lagerA.
4. De rode LED onder de ingangskeuze dooft en de programma driemaal en dooft.
5. Zodra de programma is gewist.
Geprogrammeerde apparaatfuncties
Wanneer de afstandsbediening van de AVR is geprogrammeerd op de codes van andere appa­raten, drukt u op de juiste ingangskeuze om de afstandsbediening om te schakelen van bediening van de AVR naar het andere product. Drukt u op een van deze toetsen, dan zal deze kort oplichten, om aan te geven dat de bediening op een ander apparaat is overgeschakeld.
Bedient u een ander apparaat dan de AVR, hoe­ven de toetsen niet altijd overeen te komen met de functie die op de afstandsbediening of toets staat aangegeven. Sommige opdrachten, zoals de cijfertoetsen, zijn dezelfde als bij de AVR. Andere toetsen veranderen van functie en corresponderen met de secundaire indicatie op de afstandsbedie­ning. Voorbeeld: de sluimer- en surround functie­toetsen fungeren ook als programma hoger/lager toetsen bij de bediening van een TV-toestel, videorecorder of satellietontvanger.
Soms klopt echter ook de opgedrukte functie niet. Raadpleeg dan de tabel op pagina 46-47 om te zien welke functie een toets bedient. Kies in de tabel eerst het type apparaat dat u bedient (b.v. TV, VCR) en vervolgens kijkt u naar de afbeelding
waarop de bevelen die u wilt wissen
2
.
4
4
en op de toets
2
op zal lichten.
dooft is de macro
amber
om de vol-
om de vol-
9
amber
4
van de afstandsbediening op pagina 46. Om het gemakkelijk te maken zijn de toetsen genum­merd.
Om er achter te komen welke functie een toets voor een specifiek apparaat bestuurt, zoekt u het nummer van de toets in het Functie Overzicht en dan kijkt u in de kolom naar het apparaat dat u bestuurt. Bijvoorbeeld, toets nummer 43 is de ‘Direct’ toets voor de AVR, maar is ook de toets ‘favoriet’ bij veel kabel-TV en satellietontvanger set-top boxen. Toets nummer 29 is de vertraging voor de AVR, maar open/dicht voor CD-spelers.
Denk er aan dat de nummers die gebruikt wor­den om de toetsfuncties te beschrijven als hier­boven en op pagina 46, bedoeld zijn om aan te geven hoe een toets een aantal andere nummers kan besturen, dan die welke in de rest van deze handleiding gebruikt worden om de toetsfuncties van de AVR te beschrijven.
Belangrijk bij het gebruik van de afstands­bediening van de AVR met andere apparaten
• Fabrikanten kunnen verschillende codesets gebruiken voor dezelfde productcategorie. Daarom is het belangrijk dat u controleert of de code die u heeft ingevoerd wel op alle functies werkt. Als blijkt dat niet alle functies werken, controleer dan of er een andere code is die meer functies kan besturen.
• Afhankelijk van merk en type is het mogelijk dat de functies zoals opgesomd in het functie overzicht, niet overeenstemmen met het juiste commando voor een functie, terwijl het apparaat op het commando reageert. In dat geval is het verstandig de reactie van het apparaat te noteren op dezelfde regel van de tabel, of een aparte notitie te maken.
• Wordt een toets ingedrukt op de afstands­bediening van de AVR, dan moet de rode indica-
45
tie onder de ingangskeuze bedienen product kort knipperen. Knippert het echter wel voor sommige, maar niet voor alle functies van een bepaald product, betekent dat NIET dat er een probleem is met de afstands­bediening, maar dat er geen functie geprogram­meerd is voor de toets die ingedrukt werd.
vóór het te
Volume doorschakelen
De afstandsbediening van de AVR kan worden geprogrammeerd om volume hoger/lager en mutingvan zowel de TV als de AVR in combinatie met elk apparaat dat door de af­standsbediening wordt bestuurd. Voorbeeld: daar de AVR waarschijnlijk wordt gebruikt als het geluidssysteem bij TV-kijken, kan het handig zijn het volume van de AVR te regelen, hoewel de afstandsbediening is omgeschakeld op de TV. Zowel de volumeregeling van de AVR als van de TV kan gecombineerd worden met elk van de op afstand bestuurde apparaten.
44 PROGRAMMEREN AFSTANDSBEDIENING
Programmeren afstandsbediening
Om de afstandsbediening van de volumerege­laar door te schakelen gaat u als volgt te werk:
1. Druk op Ingangskeuze raat dat u wilt koppelen aan de volumeregelaar en houd deze vast tot het rode lichtje onder
Ingangskeuze
indicatie Programma
2. Druk op volume hoger
programma
3. Druk op AVR keuze keuze
ling u wilt koppelen aan het doorschakelen. De
programma
dooft als bevestiging van de invoer.
Voorbeeld: om de volumeregelaar van de AVR te activeren ondanks het feit dat deze gescha­keld is op de TV, drukt u eerst tegelijk op
Video/TV drukt u op Volume hoger AVR keuze
Opmerking: wanneer u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke configuratie van de afstandsbe­diening na een doorschakeling van het volume geprogrammeerd te hebben, herhaalt u deze stappen. U dient echter dezelfde ingangskeuze te gebruiken in de stappen één en drie.
4
2
4
, afhankelijk van welke volumerege-
2
4
en muting. Vervolgens
5
.
4
voor het appa-
oplicht en merk op dat de
2
amber knippert.
en merk op dat
stopt amber te knipperen.
5
of op ingangs-
knippert driemaal groen en
, gevolgd door
Kanaalkeuze doorschakelen
De afstandsbediening van de AVR kan gepro­grammeerd worden zodat de kanaalfunctie van de toetsen sluimer voor TV, kabel of satelliet gebruikt kan worden in combinatie met één van de andere apparaten die op afstand worden bestuurd. Voorbeeld: bij het besturen van de VCR wilt u wellicht een ander kanaal kiezen op de kabel- of satelliet­aansluiting zonder eerst van de afstandsbedie­ning van het andere apparaat te hoeven terug­schakelen naar bediening van de AVR. Om de afstandsbediening te programmeren op door­schakeling van de kanaalkeuze, volgt u deze stappen:
1. Druk op Ingangskeuze raat waarvan u de kanaalindeling wilt koppelen en houd deze vast tot het rode lichtje onder
Ingangskeuze
indicatie Programma
2. Druk op volume lager
programma
3. Druk op AVR keuze
4
, afhankelijk van welk apparaat u wilt koppe­len aan het doorschakelen. De programma knippert driemaal groen en dooft als bevestiging van de invoer.
9
en surround
4
voor het appa-
4
oplicht en merk op dat de
2
amber knippert.
en merk op dat
2
stopt amber te knipperen.
5
of op ingangskeuze
A
2
Voorbeeld: om de kanalen van de TV te veran­deren terwijl de afstandsbediening op de VCR is geschakeld, drukt u eerst tegelijk op VID 1/VCR
ingangskeuze
de toetsen los en druk op volume lager gevolgd door ingangskeuze
Opmerking: om de doorschakeling van de kanaalkeuze te verwijderen en de oorspronkelij­ke configuratie weer te kunnen gebruiken, herhaalt u de stappen hierboven. Druk echter op dezelfde ingangskeuze in de stappen één en drie.
4
en op muting. Laat
4
,
.
Transport doorschakelen
De afstandsbediening van de AVR kan gepro­grammeerd worden zodat de transportfuncties
P
(weergave, stop, snel vooruit, snel achteruit, pauze en opname) van een VCR, DVD of CD in samenhang met de andere functies zullen wer­ken met een van de andere apparaten die door de afstandsbediening worden bestuurd. Voor­beeld: bij gebruik en bediening van de TV kunt u de VCR of DVD willen starten of stoppen, zonder het apparaat dat voor de afstandsbediening van de AVR is gekozen te moeten veranderen. Om de afstandsbediening te programmeren op trans­port doorschakelen gaat u als volgt te werk:
1. Druk op Ingangskeuze waarvan u de kanaalindeling wilt koppelen en houd deze vast tot het rode lichtje onder Ingangskeuze indicatie Programma
2. Druk op weergave stopt amber te knipperen.
3. Druk op AVR keuze
4
, afhankelijk van welk apparaat u wilt koppe­len aan het doorschakelen. De programma knippert driemaal groen en dooft als bevestiging van de invoer.
Voorbeeld: om het transport van een CD-speler te besturen terwijl de afstandsbediening op de TV is geschakeld, drukt u tegelijk op VID
2/CBL/SAT ingangskeuze
. Vervolgens laat u ze los en u drukt op
weergave keuze
Opmerking: om de transport doorschakeling te
verwijderen en naar de oorspronkelijke con­figuratie terug te keren, herhaalt u de stappen hierboven. Druk echter op VID 2/CBL/SAT
ingangskeuze
Opmerking: voordat u de afstandsbediening
voor volume, kanaal of transport programmeert, eerst controleren of de programmering nodig voor de specifieke TV, CD, DVD, kabel- of satellietontvangers is uitgevoerd.
4
P
, gevolgd door de CD ingangs-
4
.
4
4
voor het apparaat
oplicht en merk op dat de
2
amber knippert.
P
. De programma
5
of op ingangskeuze
4
en op muting
in stap 1 en 3.
2
2
Resetten van het geheugen van de afstandsbediening
Bij het toevoegen van componenten aan een home theater systeem, zult u soms de afstands­bediening geheel opnieuw willen programmeren om verwarring van bevelen, macro’s of door­schakelingen die u heeft gemaakt te voorkomen. U doet dat door de afstandsbediening in de oor­spronkelijke fabrieksinstelling terug te zetten. Denk er wel aan dat daarmee alle bevelen worden gewist en alles opnieuw moet worden ingevoerd. Ga als volgt te werk:
1. Druk tegelijk op een willekeurige ingangs-
keuze
4
en op ‘0’Htot de programma
indicatie
2. Druk driemaal op ‘3’.
3. De rode LED onder de ingangskeuze dooft en de programma2stopt met knippe­ren en wordt groen.
4. De programma afstandsbediening is gereset. Denk er aan dat dit even kan duren, afhankelijk van het aantal bevelen dat in de afstandsbediening zijn op­geslagen en gewist moeten worden.
5. Wanneer de programma afstandsbediening teruggezet in de fabrieks­instelling.
2
amber knippert.
2
blijft groen tot de
2
4
dooft is de
NEDERLANDS
PROGRAMMEREN AFSTANDSBEDIENING 45
Functie overzicht
No. Toets AVR Functie DVD CD/CD-R Tape
1 Inschakelen Inschakelen Inschakelen Inschakelen Inschakelen 2 Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen 3 Mute Geluid Uit Geluid Uit Geluid Uit Geluid Uit 4 AVR AVR AVR AVR AVR 5 DVD/ DVD Ingang DVD Ingang DVD Ingang DVD Ingang
CD CD Ingang CD Ingang CD Ingang CD Ingang
6 Tape/ Tape Tape Tape Tape
The Bridge (DMP) The Bridge (DMP) The Bridge (DMP)
The Bridge (DMP)
7 HDMI 1/ HDMI1 HDMI1 HDMI1 HDMI1
HDMI 2 HDMI2 HDMI2 HDMI2 HDMI2 8 VID 1 (VCR) Video 1 VCR VCR VCR 9 VID 2 (Kabel/SAT) Video 2 Kabel/SAT Kabel/SAT Kabel/SAT
10 VID 3 (TV) Video 3 TV TV TV 11 MG/FM Tuner Tuner Tuner Tuner 12 6 Kanalen 6 Kanalen Ingang 6 Kanalen Ingang 6 Kanalen Ingang 6 Kanalen Ingang 13 Sluimer/Kan + Sluimer 14 Test Tone Testsignaal 15 T/V TV/DVD of V.Uit Ingangskeuze 16 Volume
Volume
Volume
Volume
17 Surround/Kan – DSP Surround Functie Disc Menu of Titel CDR 18 OSD OSD In-Beeld Display 19 Niet gebruikt HD 20 Volume ¤ Volume ¤ Volume ¤ Volume ¤ 21 Kanaal/Overzicht Kanaal Fijnregeling Titel of Disc Menu Continu Afspelen 22 Luidspreker/Menu Luidspreker Opzet Menu of Setup Intro Scan 23 Verplaatsen/ Correctie Hoger Hoger 24 Verplaatsen/ Correctie Links Naar Links 25 Set Set Enter 26 Verplaatsen/ Correctie Rechts Rechts 27 ¤ Verplaatsen/ Correctie Lager Lager 28 Digital/Exit Digitale Ingangskeuze Open/Dicht 29 Vertr./Vorig kanaal Vertraging Instellen Terug of Status Open/Dicht 30 1 1111 31 2 2222 32 3 3333 33 4 4444 34 5 5555 35 6 6666 36 7 7777 37 8 8888 38 Tun-M Tuner Hoofdstuk+ of Zoom Herhalen 39 9 9999 40 0 0000 41 Memory Geheugen Audio of Overzicht Tijd 42 Tuning Up Afstemmen Hoger Volgend Hoofdstuk Nummer Kiezen 43 Direct Tuner Direct Camerapositie Willekeurig 44 Clear Wissen Wissen Wissen 45 Preset Voorkeuze Hoger Vertraagd Vooruit +10 46 Tuning ¤ Afstemmen Lager Vorig Hoofdstuk Nummer Verder 47 Tone Klankregeling Programma 48 RDS RDS 49 Preset ¤ Voorkeuze terug Vertraagd Achteruit 50 M1 Macro 1 Macro 1 Macro 1 Macro 1 51 M2 Macro 2 Macro 2 Macro 2 Macro 2 52 M3 Macro 3 Macro 3 Macro 3 Macro 3 53 M4 Macro 4 Macro 4 Macro 4 Macro 4 54 Dolby Surround Dolby Functies 55 DTS SURR DTS Digitale Functies 56 DTS Neo:6 DTS Neo:6 57 Night Nachtfunctie Ondertitels In/Uit CDP 58 Logic 7 Logic 7 59 Stereo Stereo 60 Skip ¤ Skip – (DVD) Stap – Skip – 61 Skip Skip + (DVD) Stap + Skip + 62 Dim Dimmer 63 Rewind Achteruit Zoeken (DVD) Achteruit Zoeken Achteruit Zoeken Terugspoelen 64 Play Weergave (DVD) Weergave Weergave Achteruit en Vooruit Afspelen 65 Fast Forward Vooruit Zoeken (DVD) Vooruit Zoeken Vooruit Zoeken Snel Doorspoelen 66 Record Opname Opname/Pauze 67 Stop Stop (DVD) Stop Stop Stop 68 Pause Pause (DVD) Pauze Pauze
46 FUNCTIE OVERZICHT
Functie overzicht
No. Toets VCR (VID 3) TiVo (VID 1) CBL (VID 2) SAT (VID 2) TV (VID 1) (DMP) HDMI 1/2
1 Inschakelen Inschakelen Inschakelen Inschakelen Inschakelen Inschakelen 2 Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen 3 Mute Geluid Uit Geluid Uit Geluid Uit Geluid Uit Geluid Uit Geluid Uit 4 AVR AVR AVR AVR AVR AVR AVR AVR 5 DVD DVD Ingang DVD Ingang DVD Ingang DVD Ingang DVD Ingang DVD Ingang DVD Ingang
CD CD Ingang CD Ingang CD Ingang CD Ingang CD Ingang CD Ingang CD Ingang
6 Tape/ Tape Tape Tape Tape Tape Tape Tape
7 HDMI 1/ HDMI1 HDMI1 HDMI1 HDMI1 HDMI1 HDMI1 HDMI1
HDMI 2 HDMI2 HDMI2 HDMI2 HDMI2 HDMI2 HDMI2 HDMI2 8 VID 1 (VCR) VCR VCR VCR VCR VCR VCR VCR 9 VID 2 (Kabel/SAT) Kabel/SAT Kabel/SAT Kabel SAT Kabel/SAT Kabel/SAT CBL/SAT
10 VID 3 (TV) TV TV TV TV TV TV TV 11 MG/FM Tuner Tuner Tuner Tuner Tuner Tuner Tuner 12 6 Kanalen 6 Kanalen Ingang 6 Kanalen Ingang 6 Kanalen Ingang 6 Kanalen Ingang 6 Kanalen Ingang 6 Kanalen Ingang 6 Kanalen Ingang 13 Sluimer/Kan+ Kanaal + Kanaal + Kanaal + Kanaal + Kanaal + Kanaal + 14 Test Tone 15 T/V TV/VCR TV Ingang TV/Kabel TV/SAT TV/VCR TV/Video 16 Volume
17 Surround/Kan– Kanaal – Kanaal – Kanaal – Kanaal – Kanaal – Kanaal – 18 OSD In-Beeld Menu Live TV In-Beeld Menu In-Beeld Menu In-Beeld Menu In-Beeld Menu 19 Niet gebruikt 20 Volume ¤ Volume ¤ Volume ¤ Volume ¤ Volume ¤ Volume ¤ 21 Kanaal/Overzicht Overzicht Info/Overzicht Info/Overzicht Overzicht 22 Luidspreker/Menu Menu Menu Menu Menu Menu Menu Menu 23 Hoger Hoger Hoger Hoger Hoger Hoger 24 Links Links Links Links Links Scroll – Links 25 Set Enter Keuze Enter Enter Enter Keuze Set/Enter 26 Rechts Rechts Rechts Rechts Rechts Scroll + Rechts 27 ¤ Lager Lager Lager Lager Lager Lager 28 Digital/Exit Terug/Exit 29 Vertr./Vorig kanaal Vorig Kanaal Vorig Kanaal Vorig Kanaal Vorig Kanaal 30 1 111 1 1 1 31 2 222 2 2 2 32 3 333 3 3 3 33 4 444 4 4 4 34 5 555 5 5 5 35 6 666 6 6 6 36 7 777 7 7 7 37 8 888 8 8 8 38 Tun-M 39 9 999 9 9 9 40 0 000 0 0 0 41 Memory 42 Tune Up Laten Vervallen Laten Vervallen Sluimer 43 Direct FAV/Camerapositie FAV FAV/Camerapositie 44 Clear Wissen Wissen Volgende 45 Preset Alt 46 Tune ¤ 47 Tone 48 RDS 49 Preset ¤ 50 M1 Macro 1 Macro 1 Macro 1 Macro 1 Macro 1 Macro 1 51 M2 Macro 2 Macro 2 Macro 2 Macro 2 Macro 2 Macro 2 52 M3 Macro 3 Macro 3 Macro 3 Macro 3 Macro 3 Macro 3 53 M4 Macro 4 Macro 4 Macro 4 Macro 4 Macro 4 Macro 4 54 Dolby Surround 55 DTS SURR 56 DTS Neo:6 57 Night 58 Logic 7 59 Stereo 60 Skip ¤ Scan – Miniaturen Lager Skip – (DVD) Skip – (DVD) Skip – (DVD) 61 Skip Scan + Miniaturen Hoger Skip + (DVD) Skip + (DVD) Skip + (DVD) 62 Dim 63 Rewind Terugspoelen Achteruit Zoeken Achteruit Zoeken (DVD) Achteruit Zoeken (DVD) Achteruit Zoeken (DVD) Skip – /Achteruit Zoeken Achteruit Zoeken 64 Play Afspelen Afspelen Afspelen (DVD) Afspelen (DVD) Afspelen (DVD) Afspelen Afspelen 65 Fast Forward Snel Doorspoelen Vooruit Zoeken Vooruit Zoeken (DVD) Vooruit Zoeken (DVD) Vooruit Zoeken (DVD) Skip + /Vooruit Zoeken Vooruit Zoeken 66 Record Opname Opname Opname 67 Stop Stop Vertraagd Stop (DVD) Stop (DVD) Stop (DVD) Stop 68 Pause Pauze Pauze Pauze (DVD) Pauze (DVD) Pauze (DVD) Pauze Pauze
The Bridge (DMP) The Bridge (DMP) The Bridge (DMP) The Bridge (DMP) The Bridge (DMP) The Bridge (DMP) The Bridge (DMP)
Volume
Volume
Volume
Volume
Volume
NEDERLANDS
FUNCTIE OVERZICHT 47
Problemen
SYMPTOOM OORZAAK OPLOSSING
Apparaat werkt niet wanneer de • Geen netspanning • Controleer lichtnetaansluiting
netschakelaar1wordt ingedrukt • Controleer of er spanning op het stopcontact staat
Display licht op maar geen • Onderbroken ingangssignaal • Controleer alle aansluitingen geluid en geen beeld Muting ingeschakeld • Druk op muting
• Volume is geheel teruggedraaid • Draai het volume omhoog
Geen enkele luidspreker werkt; • Versterker beveiliging actief, kortsluiting • Controleer luidsprekerverbindingen op kortsluiting lichtnetindicatie rood • Versterker beveiliging actief, intern probleem • Neem contact op met uw leverancier
Geen geluid van de surround of • Verkeerde surround functie • Kies een andere functie dan stereo centrum luidsprekers • Monosignaal • Er is geen surround informatie bij mono bronnen
(uitgezonderd de Theater en Hall surround functies).
• Verkeerd geconfigureerd • Controleer de luidsprekerconfiguratie.
• Stereo of mono signaal • Sommige surround functies creëren geen achter kanaal informatie van niet-gecodeerde programma’s.
Apparaat reageert niet op • Zwakke batterijen in afstandsbediening • Vervang batterijen de afstandsbediening • Verkeerde apparaat gekozen • Druk op AVR
• Sensor afstandsbediening Úgeblokkeerd • Controleer of de sensor op de voorzijde niet wordt afgedekt door een voorwerp of meubel
5
Intermitterende brom in de tuner • Lokale interferentie • Verplaats het apparaat of de antenne, uit de buurt van
Indicatie in kanaalaanduiding • Digitale audiosignaal pauzeert • Hervat weergave DVD knippert
$
display en audio stopt • Controleer of een digitaal signaal naar de ingang
Processor resetten
In het zeldzame geval dat de werking van het apparaat en/of de display niet normaal lijkt kan de oorzaak liggen in een foutieve werking van het geheugen of de microprocessor.
Om dat te corrigeren neemt u de stekker van het apparaat uit het stopcontact en wacht minimaal drie minuten voordat u deze weer in het stop­contact steekt. Controleer nu de werking van het apparaat. Werkt het nog steeds niet goed, dan kan een reset noodzakelijk zijn.
Daarmee wordt het gehele systeemgeheugen van de AVR inclusief alle instellingen van de tuner, uitgangsniveaus (componentenniveaus) en de gegevens voor luidsprekercombinaties, verwijderd. Zet eerst het systeem aan met
standby
Druk dan op Klankregeling in/uit deze drie seconden vast.
Het apparaat schakelt automatisch in. Denk er aan dat u op deze manier het geheugen heeft gewist en dat alle systeem configuraties, instellingen en zenders opnieuw moeten worden ingesteld.
2
.
computers,TL-buizen, motoren of andere elektrische apparaten
wordt gestuurd
Opmerking: het resetten van de processor zal alle instellingen die u heeft gemaakt wissen: uitgangsniveaus van de luidsprekers, de uit­gangsniveaus, surroundfuncties, toewijzing van de digitale ingangen en de opgeslagen radio­zenders. Na het resetten keert het apparaat terug
8
en houd
in de fabrieksinstelling en moeten alle instellingen opnieuw worden gemaakt.
Functioneert het systeem nu nog steeds niet goed, dan kan een elektrische ontlading er verantwoordelijk voor zijn dat de processor en/of het geheugen is vernield.
Raadpleeg in dat geval de Harman Kardon technische dienst.
48 PROBLEMEN
Technische gegevens
Audio gedeelte
Stereo Continu nominaal vermogen (FTC)
50 watt per kanaal, 20 Hz – 20 kHz, @ <0,07% THD, beide kanalen uitgestuurd in 8 ohm
5 kanaals surroundfuncties Vermogen per kanaal
Front L&R kanalen: 40 watt per kanaal, @ <0,07% THD, 20 Hz – 20 kHz in 8 ohm
Centrum kanaal: 40 watt, @ <0,07% THD, 20 Hz – 20 kHz in 8 ohm
Surround kanalen: 40 watt per kanaal, @ <0,07% THD, 20 Hz – 20 kHz in 8 ohm
Ingangsgevoeligheid/impedantie
Lineair (lijnniveau) 200 mV/47 kohm
Signaal/ruis-afstand (IHF-A) 100 dB
Surround overspraak
Analoge opname 40 dB (Pro Logic, enz.) Dolby Digital (AC-3) 55 dB DTS 55 dB
Frequentiebereik
@ 1W (+0 dB, -3 dB) 10 Hz – 130 kHz
High Instantaneous Current Capability (HCC) + 25 Amp.
Transiënt Intermodulatie
Vervorming (TIM) Onmeetbaar
Stijgtijd 16 µsec
Slew rate 40 V/µsec**
FM tuner
Afstembereik 87,5 – 108 MHz Bruikbare gevoeligheid IHF 1,3 µV / 13,2 dBf Signaal/ruis-afstand Mono/stereo: 70/68 dB (DIN) Vervorming Mono/stereo: 0,2/0,3% Stereo kanaalscheiding 40 dB @ 1 kHz Selectiviteit ±400 kHz: 70 dB Spiegelonderdrukking 80 dB MF onderdrukking 90 dB
MG tuner
Afstembereik 522 – 1620 kHz Signaal/ruis-afstand 45 dB Bruikbare gevoeligheid kamerantenne: 500 µV Vervorming 1 kHz, 50% mod.: 0,8% Selectiviteit ±10 kHz: 30 dB
Video gedeelte
Videosysteem PAL/NTSC Ingangsniveau/impedantie 1 Vtt / 75 ohm Uitgangsniveau/impedantie 1 Vtt / 75 ohm
Video Frequentiebereik (Composiet en S-Video) 10Hz–8MHz (–3dB) Video Frequentiebereik (Component) 10Hz–100MHz (–3dB)
HDMI
Omschakelen
Algemeen
Lichnetspanning AC 220 – 240 V / 50 Hz Opgenomen vermogen 65 W rust, 540 W maximum
(5 kanalen uitgestuurd)
Afmetingen (max)
Breedte 440 mm Hoogte 165 mm Diepte 382 mm Gewicht 9,7 kg
NEDERLANDS
Diepte inclusief knoppen, toetsen en aansluitingen. Hoogte inclusief voetjes en chassis. Alle technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Harman Kardon, The Bridge en Logic 7 zijn geregistreerde handelsmerken van Harman International Industries, Incorporated.
is een handelsmerk van Harman International Industries, Inc.
* Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories. ‘Dolby’, ‘Pro Logic’ en het dubbele D symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories. Confidential Unpublished Works. ©1992-1999 Dolby Laboratories, Inc. Alle rechten voorbehouden.
"DTS" and "DTS Neo:6" are registered trademarks of DTS, Inc. "96/24" is a trademark of DTS,Inc.
SA-CD is een handelsmerk van Sony Electronics, Inc.
Apple en iPod zijn geregistreerde handelsmerken van Apple Computer, Inc.
Cirrus is een geregistreerd handelsmerk van Cirrus Logic Corp.
** Zonder ingangscompensatie en uitgangsisolatie netwerken.
HD-DVD is een handelsmerk van de DVD Format/Logo Licensing Corporation (DVD FLLC). HDMI, het HDMI logo en High-Definition Multimedia Interface zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing, LLC.
TECHNISCHE GEGEVENS 49
Bijlage - Werkblad instellingen
Aanhangsel – Standaard Instellingen, werkbladen, codes afstandsbediening
Tabel A1 – Standaard Instellingen Ingangen
Bron DVD HDMI 1 HDMI 2 Video 1 Video 2 Video 3 The Bridge/ CD Tape Tuner 6-Kanalen
DMP
Title I
Video In Comp V 1 HDMI 1 HDMI 2 Comp V 2 Comp V 3 Composiet The Bridge Comp V1 Comp V1 Comp V1 Comp V1
DMP
Audio In Coax 1 HDMI 1 HDMI 2 Analog Optical 1 Analog Analoog Analog Analog Analoog Analoog
(The Bridge/DMP)
Auto Schakel. Aan Uit Uit Aan Aan Aan Uit Aan Aan Uit Uit
Surround Logic 7 Logic 7 Logic 7 Logic 7 Logic 7 Logic 7 Logic 7 Logic 7 Logic 7 Logic 7 Logic 7
Functie
De aangegeven instelling is de aanbevolen surround functie voor PCM en Analoge audiobronnen.
5-Ka. Muziek 5-Ka. Muziek 5-Ka. Muziek 5-Ka. Muziek 5-Ka. Muziek 5-Ka. Muziek 5-Ka. Muziek 5-Ka. Muziek 5-Ka. Muziek 5-Ka. Muziek 5-Ka. Muziek
Tabel A2 – Standaard Luidspreker/Kanaal Instellingen
Bron DVD HDMI 1 HDMI 2 Video 1 Video 2 Video 3 The Bridge CD Tape Tuner 6-Kananlen
/DMP
NT.TUNER
(Tuner) (6-Channel)
Bass Manager: Global
Links/Rechts Luidspreker Grootte Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Groot
Center Luidspreker Grootte Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Groot
Surround Luidspreker Grootte Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Groot
Subwoofer Sub Sub Sub Sub Sub Sub Sub Sub Sub Sub Sub
Links/Rechts Luidspreker Wisselfilter 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 1100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz n.v.t.
Center Luidspreker Wisselfilter 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz n.v.t.
Surround Luidspreker Wisselfilter 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz n.v.t.
Subwoofer Wisselfilter Links/Rechts Links/Rechts Links/Rechts Links/Rechts Links/Rechts Links/Rechts Links/Rechts Links/Rechts Links/Rechts Links/Rechts n.v.t.
Tabel A3 – Standaard Instellingen Vertraging
Luidsprekerpositie Afstand Luisprekers tot Luisterpositie Instelling Vertraging
Front Links 3,0 meter
Center 3,0 meter
Front Rechts 3,0 meter
Surround Rechts 3,0 meter
Surround Links 3,0 meter
Subwoofer 3,0 meter
A/V Sync Vertraging 0 ms
50 BIJLAGE
Bijlage - Werkblad instellingen
Tabel A4 – Instellingen Ingangen
Bron DVD HDMI 1 HDMI 2 Video 1 Video 2 Video 3 The Bridge/DMP CD Tape Tuner 6-Kanalen
Titel Video Ingang Audio In The Bridge/DMP Tuner 6-Kanalen Auto Schakelen --- --- --­Surround Functie Klankregeling Laag Hoog
Tabel A5 – Luidspreker/Kanalen Instellingen
Bron DVD HDMI 1 HDMI 2 Video 1 Video 2 Video 3 The Bridge/DMP CD Tape Tuner 6-Kanalen
Links/Rechts Luidspreker Grootte n.v.t.
Center Luidspreker Grootte n.v.t. Surround Luidspreker Grootte n.v.t.
Subwoofer n.v.t.
Links/Rechts Luidspreker Wisselfilter
Center Luidspreker Wisselfilter
Surround Luidspreker Wisselfilter
Subwoofer Wisselfilter n.v.t. Links/Rechts Niveau Center Niveau Surround Niveau Subwoofer Niveau
††
De 6-kanalen ingang is een ‘directe’ ingang wat wil zeggen dat de signalen direct naar de volumeregelaar gaan zonder bass management bewerking. Op die manier zijn de luidspreker grootten altijd breedband en is het niet mogelijk de grootte of het wisselfilter in te stellen.
†††
Opmerking: de kanaalniveaus variëren afhankelijk van surround functie en minder van het type bron.
+
n.v.t. n.v.t. n.v.t.
†††
†††
†††
†††
††
NEDERLANDS
Tabel A6 – Codes Afstandsbediening
Bron Product Type (aankruisen of invullen) Code Afstandsbediening
Video 1 VCR, PVR Video 2 Kabel, Satelliet Video 3 TV DVD DVD CD CD, CDR Tape Cassette HDMI 1 DVD, VCR, PVR, Kabel, Satelliet HDMI 2 DVD, VCR, PVR, Kabel, Satelliet
Tabel A7 – Systeem Instellingen
Eigenschap Standaard Instelling Uw Instelling
VFD Fade tijd Uit Standaard Volume Uit Vol standaard Instelling -25dB Semi OSD tijdsduur 5 seconden Volledig OSD tijdsduur 20 seconden Standaard Surround Functie
Aan
BIJLAGE 51
250 Crossways Park Drive,Woodbury, New York 11797 www.harmankardon.com Harman Consumer Group, Inc.: 2, route de Tours, 72500 Château-du-Loir, France © 2007 Harman Kardon, Incorporated Best.nr.:OM P/N CQX1A1254Z
Loading...