Harman kardon AVR 142 User Manual [nl]

AVR 142
Audio/Video Receiver
HANDLEIDING
NEDERLANDS
AVR 142
Inhoud
3 Veiligheid 3 Opstellen & Uitpakken 4 Afstandsbediening 8 Bedieningsorganen 9 Aansluitingen 10 Installeren en aansluiten 10 Audio-apparatuur 10 Video-apparatuur 11 HDMI-Aansluitingen 12 Systeemconfiguratie 12 In gebruik nemen 12 Instellingen voor elke gebruikte ingang 12 Instelling ingang 12 Opzet luidsprekers 13 Opzet surround 13 Configureren Surround Uit (Stereo)
Functies
13 Stereo Direct (recht) 14 Stereo Digitale Functie 14 Vertraging 14 Nachtfunctie 14 Uitgangen 16 Bediening 16 Basisbediening 16 Ingangskeuze 16 Gebruik hoofdtelefoon 16 Keuze surroundfuncties 17 Digitale audioweergave 18 Digitale bron kiezen 18 Digitale status 18 Surround Functies 19 Nachtfunctie 19 Opnemen 19 Aanpassen uitgangsniveaus 19 6-Kanaals Directe Ingang 19 Helderheid display 20 Geheugenbeveiliging 20 Gebruik van de tuner 20 RDS 22 Problemen 22 Processor resetten 23 Technische Gegevens AVR
VERKLARING VAN CONFORMITEIT
Wij, Harman Consumer Group International
2, route de Tours F-72500 Château-du-Loir France
verklaren in eigen verantwoordelijkheid dat het product dat in deze handleiding wordt beschreven, voldoet aan de volgende technische normen:
EN55013(2001) & + A2(2006) EN55020(2002) & + A2(2005) EN60065:2002 EN61000-3-2(2000)+A2(2005) EN61000-3-3 (1995)+A1(2001)+A2(2005) EN61000-4-2(1995) & + A1(1998) & + A2(2001) EN61000-4-3(2002) & + A1(2002) EN61000-4-4(2004)
Jurjen Amsterdam Harman Consumer Group Inc. 04/09
Opzet van de handleiding
Om de handleiding optimaal te kunnen gebruiken in combinatie met de afstandsbediening, de bedieningsorganen, de aansluitingen en de display is deze als volgt ingedeeld:
Voorbeeld (vet gedrukt) geeft een toets op de afstandsbediening of de voorzijde aan, dan wel een aansluiting op de achterzijde.
VOORBEELD
0
(cijfer in een hokje) verwijst naar een specifieke toets op de voorzijde.
0
(cijfer in een cirkel) verwijst naar een aansluiting op de achterzijde.
0
(cijfer in een ovaal) verwijst naar een toets op de afstandsbediening.
2
INHOUD
(vet gedrukt) geeft een oplichtende indicatie in de display op de voorzijde aan.
Veiligheid
Belangrijk Voor Uw Veiligheid
Lees deze aanwijzingen zorgvuldig.1.
Bewaar ze op een veilige plaats.2.
Houd u aan alle adviezen.3.
Volg alle raadgevingen op.4.
Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van 5. wa te r.
6.
Schoonmaken uitsluitend met een droge doek.
Blokkeer nooit de ventilatieopeningen. Houd 7. u bij de installatie aan de aanwijzingen van de fabrikant.
8.
Plaats het apparaat niet in de nabijheid van sterke warmtebronnen zoals radiatoren, kachels, stoven of andere apparatuur (zoals versterkers) die veel warmte produceren.
Verwijder nooit de beveiliging van een
9.
gepolariseerde of randaarde stekker. Een gepolariseerde stekker heeft twee platte pennen waarvan de een breder is dan de ander. Een randaarde stekker heeft twee pennen en een zijcontact. De brede pen en het zijcontact zijn bedoeld voor uw veiligheid. Past de stekker niet in uw stopcontact, raadpleeg dan een installateur.
10.
Zorg dat er niet op het netsnoer kan worden getrapt en dat het niet kan beschadigen, vooral bij de stekker, contactdozen en op het punt waar het uit het apparaat komt.
Gebruik alleen toebehoren als door de fabrikant
11.
aangegeven.
12. Gebruik alleen stands, driepoten, beugels, tafels e.d. als door de fabrikant aangegeven. Bij gebruik van een rolwagen opletten dat het apparaat niet omkiept en schade of letsel veroorzaakt.
Neem de stekker uit het stopcontact tijdens
13.
onweer en bij langdurige afwezigheid.
14.
Laat alle service over aan een gekwalificeerde technicus. Service is noodzakelijk wanneer het apparaat of het netsnoer op enige manier is beschadigd, er water, vocht of een voorwerp in is terecht gekomen, het apparaat is blootgesteld aan regen of vocht, niet normaal functioneert of is gevallen.
Stel het apparaat niet bloot aan spatwater of
15.
druppels en zet ook geen vazen met water o.i.d. op het apparaat.
Om het apparaat volledig van het lichtnet te 16. scheiden, neemt u de stekker uit het stopcontact.
17.
Zorg dat u de netstekker altijd gemakkelijk kunt bereiken.
18.
Stel de batterijen niet bloot aan excessieve warmte, zonlicht, vuur o.i.d.
De bliksemschicht in de gelijkzijdige driehoek waarschuwt de gebruiker voor
de aanwezigheid van ongeïsoleerde gevaarlijke spanningen in het inwendige van het product die kunnen leiden tot elektrische schokken
Het uitroepteken in de gelijkzijdige driehoek waarschuwt de gebruiker dat er
bij de handleiding van het product belangrijke bedienings- en onderhoudsaanwijzingen (service) zijn gevoegd.
WAARSCHUWING: om het risico op brand of elektrische schokken te verkleinen, het apparaat niet blootstellen aan regen en vocht.
LEES DIT VOORDAT U HET APPARAAT IN GEBRUIK NEEMT
Installeer dit apparaat niet in een afgesloten ruimte zoals een kast of iets dergelijks - en achterzijde minimaal 10 cm ruimte vrij. Houd het apparaat uit direct zonlicht, uit de buurt van warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of koude.
Vermijd opstelling op een plaats waar er iets op kan vallen of het apparaat kan worden blootgesteld aan lekkende of spattende vloeistoffen. Zet de volgende dingen nooit op de tuner:
Brandende objecten (b.v. kaarsen) daar dat brand
kan veroorzaken, het apparaat kan beschadigen en tot letsel kan leiden.
Vazen met vloeistof die om kunnen vallen en zo
elektrische schokken kunnen veroorzaken en het apparaat beschadigen.
Dek het apparaat niet af met kranten, een tafelkleed of iets anders dat de ventilatie belemmert. Doordat de temperatuur in het inwendige dan oploopt, kan brand ontstaan en letsel worden toegebracht. Stel het apparaat op in de nabijheid van een stopcontact waar de stekker gemakkelijk te bereiken is.
Dit apparaat is niet gescheiden van het lichtnet zolang de netschakelaar op ON (aan) staat. Die toestand noemen we standby en daarin wordt slechts een minimale hoeveelheid stroom opgenomen.
Open de behuizing niet
In dit product bevinden zich geen onderdelen die door de gebruiker gerepareerd kunnen worden. Bij het openen van de behuizing kunt u een schok oplopen en wijzigingen aan het product zullen de garantie ongeldig maken. Mocht water of een metalen voorwerp zoals een paperclip, een nietje of iets dergelijks in het apparaat terechtkomen, neem dan de stekker direct uit het stopcontact en raadpleeg een erkende reparateur.
Opstelling
Plaats het apparaat, om een goede werking te verzekeren en risico’s te vermijden, op een stevige en vlakke ondergrond. Zet u het apparaat op een schap, controleer dan of het schap en de steunen het gewicht kunnen dragen.
Zorg ervoor dat er voldoende ruimte is voor
ventilatie rond het apparaat. Plaatst u dit product in een kast of andere gesloten ruimte, controleer dan of er voldoende ventilatie is. In sommige gevallen kan een ventilator nodig zijn.
Plaats het apparaat niet op een tapijt of een
dergelijke ondergrond, daar dan de ventilatiesleuven worden afgesloten.
Gebruik het apparaat niet op extreem hete of
koude plaatsen, op een plaats waar het blootstaat aan direct zonlicht, of in de nabijheid van een verwarming.
Schoonmaken
Maak het apparaat zonodig schoon met een schone, zachte en droge doek. Indien nodig bevochtigt u een zachte doek met lauw sop en daarna met een doek met schoon water. Droog het apparaat onmiddellijk af met een droge doek. Gebruik NOOIT benzeen, reinigings middelen met drijfgassen, verdunner, alcohol of andere vluchtige middelen. Gebruik geen schuurmiddelen, want deze kunnen de afwerking van metalen onderdelen beschadigen. Vermijd het gebruik van insecticiden in de buurt van dit apparaat.
Verplaatsen
Alvorens het apparaat te verplaatsen controleren of alle verbindingen met andere apparaten losgenomen zijn en dat de stekker van het apparaat zelf uit het stopcontact genomen is.
NEDERLANDS
Uitpakken
De doos en overig verpakkingsmateriaal dat gebruikt werd om uw nieuwe receiver tijdens transport te beschermen, zijn speciaal ontworpen om schokken en trillingen te absorberen. Wij adviseren u de doos en het verpakkingsmateriaal te bewaren voor het geval u gaat verhuizen of als het apparaat ooit gerepareerd zou moeten worden.
VEILIGHEID
3
2
0 3 4
5
6
8
9
B
D
F H
K
C
N
O
Q
P
I J L
M
G
E
A
7
1
Functies Afstandsbediening
0
Inschakelen
1
Niet in gebruik
2
IR-zender
3
Uitschakelen
4
Muting
5
Ingangskeuze
6
6-Kanaals Directe Ingang
7
Volume hoger/lager
8
HD Functiekeuze
9
Luidsprekerkeuze/Setup
A
OK
B
Vertraging/Status
C
Geheugen/Camerapositie
D
Wissen
E
Voorkeuze hoger/lager
F
RDS Functie/Info
G
Afspeellijst
H
A-B Herhalen
I
DTS Neo:6 Functiekeuze
J
Stereo Functiekeuze
K
Logic 7 Functiekeuze
L
Dimmer
M
Transportfuncties
N
Volgende/vorige
O
Nachtfunctie
P
DTS Functiekeuze
Q
Dolby Functiekeuze
R
Herhalen
S
Willekeurig
T
Klankregeling/Progressive Scan/Interlaced
U
Afstemmen
V
Directfunctie
W
Tunerfunctie/Zoom
X
Cijfertoetsen
Y
Digitale Keuze/Audiofunctie
Z
Navigeren
a
Kanaalkeuze/Kanaal/Disc Menu
b
Video uit/Test
c
Surroundfunctie/Programma Terug/Ondertiteling
d
Sluimerfunctie/Programma Hoger/Audiokeuze
e
Titels
f
MG/FM
g
AV R
4
FUNCTIES AFSTANDSBEDIENING
Gemeenschappelijke Functies Afstandsbediening AVR 142 en een HK DVD-Speler
Belangrijk: de gecombineerde AVR en DVD af stands-
bediening heeft een aantal toetsen die verschillende functies besturen. Drukt u op AVR g dan is een reeks functies actief, identiek aan de functies voor CD, Tape, Video 1/2/3. Drukt u op DVD/HDMI1 5 dan veranderen de functies van sommige toetsen als boven de toets is aangegeven en hieronder wordt uitgelegd. Raadpleeg zonodig de functietabel voor een overzicht van de functies in beide posities. LET OP: door op HDMI1 en DVD 5 te drukken worden alternatieve bevelen geactiveerd als beschreven in het functieoverzicht op pagina 7. De DVD-functies werken uitsluitend met een harman/kardon DVD-speler.
0
Netschakelaar: indrukken om de netspanning voor de AVR of de DVD in te schakelen die is gekozen met AVR of DVD/HDMI1 g of 5.
1
Deze indicatie is niet actief.
2
IR-zender: richt dit op de sensor van de AVR bij het indrukken van een toets, zodat de infrarood signalen goed worden ontvangen.
3
Uitschakelen: druk op deze toets om de AVR of een gekozen apparaat in standby te zetten. Door de toets langer dan 3 seconden vast te houden gaan zowel de AVR als de DVD in standby.
4
Muting: druk hierop om het geluid van de AVR of de TV (afhankelijk van het apparaat dat gekozen is) tijdelijk uit te schakelen.
5
Ingangskeuze: door een van deze toetsen is te drukken gebeuren er drie dingen: staat de AVR niet aan, dan wordt deze ingeschakeld; dan wordt de bron gekozen overeenkomend met de ingedrukt toets. Tenslotte schakelt DVD/HDMI1 de toetsen met een dubbelfunctie om naar de DVD-functies. Nadat op DVD/HDMI1 is gedrukt, drukt u weer op AVR Functie g om weer de AVR-functies met de afstandsbediening te bedienen. Denk er aan dat DVD zowel de AVR als de DVD inschakelt, waar AVR alleen de AVR inschakelt.
6
6-Kanalen Directe Ingang: indrukken om de component te kiezen die is verbonden met de 6-Kanalen Directe Ingang N. Denk eraan dat u om de 6-Kanalen Directe Ingang te activeren in combinatie met een videobron, eerst de videobron dient te kiezen met Ingangskeuze deze toets om de 6-Kanalen Directe Ingang N als bron te kiezen.
7
Volume hoger/lager: verhoogt of verlaagt het afspeelniveau van het systeem.
8
HD Functiekeuze (DVD): Deze functie werkt uitsluitend met harman/kardon DVD-spelers.
9
Luidsprekerkeuze/Setup: indrukken om het Bass Management Systeem van de AVR te configureren op het door u gebruikte luid spreker­systeem. Vervolgens kiest u met dat u wilt instellen. Druk op OK A en kies het type luidspreker. Zie pagina 12 voor aanvullende informatie.
Voor DVD: indrukken om het in-beeld menusysteem van de DVD op te roepen en de configuratie van de speler aan te passen. Denk er aan op Info 6 te drukken om het Informatie menu van de DVD te openen en gedetaille erde disc informatie te krijgen en de weergavefunctie van de disc te configureren.
A
OK: deze toets wordt gebruikt om instellingen in het geheugen van de AVR op te slaan. Tevens voor het invoeren van de vertragingstijd, instelling van de luidsprekerconfiguratie en het uitgangsniveau van de kanalen.
B
Vertraging/Status: indrukken om de vertragingstijd in te stellen die door de AVR bij surround wordt gebruikt. Voer vervolgens de tijd in door op
OK A te drukken en dan met te stellen. Druk nogmaals op OK A om het proces af te ronden (Zie pagina 14 voor aanvullende informatie).
Voor DVD: roept vanuit weergave de balk met in-beeld aanwijzingen op. Kies de gewenste optie met de pijltoetsen. Is een symbool gemarkeerd, activeer de functie dan met OK op de afstandsbediening.
5
KL
Z het kanaal
. Druk dan op
KL
Z in
C
Geheugen/Camerapositie: indrukken om een zender in het geheugen van de AVR op te slaan. Twee streepjes knipperen rechts in de display u heeft dan vijf seconden om met de
X
een positie voor het geheugen te kiezen. Zie pagina 20 voor meer informatie.
Voor DVD: indrukken om verschillende cameraposities op een DVD op te roepen. Werkt alleen wanneer de DVD meerdere posities bevat. Ook voor het roteren van JPEG beelden.
D
Wissen: druk op deze toets om verkeerde instellingen te wissen wanneer u met de afstands­bediening de frequentie van de zender invoert.
E
Voorkeuze hoger/lager: bij gebruik van de tuner drukt u op deze toets om door het overzicht van de geprogrammeerde zenders in het geheugen van de AVR te gaan. Is CD of DVD gekozen met de ingangskeuze 5 dan functioneert deze toets als vertraagd voor/achteruit (DVD) of +10 (CD).
F
RDS Functie/Info (DVD): indrukken om de verschillende informatie op te roepen die RDS op de AVR biedt. Zie pagina 20 voor nadere informatie over RDS.
Voor DVD: indrukken voor gedetailleerde informatie over de lopende disc (video/audio bit rate, beeldverhouding en andere) plus de huidige instellingen van de speler. Denk er aan dat het apparaat op geen enkele loopwerktoets reageert zolang als het info menu in beeld is. Nogmaals indrukken om het menu te laten verdwijnen.
G
Afspeellijst (DVD): indrukken om de volgorde van weergave van de disc te veranderen.
H
A-B Herhalen (DVD): indrukken om een fragment A-B te herhalen.
I
DTS Neo:6 Functie: indrukken van deze toets schakelt de AVR door de verschillende DTS Neo:6 functies, waarmee een vijfkanaals signaal wordt gemaakt vanuit een stereosignaal van een PCM of een analoog ingangsignaal. De eerste keer dat u indrukt, wordt de laatst gebruikte DTS Neo:6 surround functie geactiveerd en elke volgende keer verschijnen de functies in deze volgorde:
F
Cijfer toetsen
en
NEDERLANDS
FUNCTIES AFSTANDSBEDIENING
5
Gemeenschappelijke Functies Afstandsbediening AVR 142 en een HK DVD-Speler
J
Stereo Functiekeuze: indrukken om
een stereo weergavefunctie te kiezen. Wanneer
DSP SURR OFF
in de Display F verschijnt, werkt de AVR in gewone analoge tweekanalen links/ rechts stereoweergave, zonder surround processing of bas management, in tegenstelling tot andere functies waarbij digitale processing wordt gebruikt. Verschijnt
 SURROUND OFF
in de display F dan wordt stereoweergave aangevuld met de bas management functie. Verschijnt tenslotte
5 CH STEREO
dan wordt het stereosignaal naar alle vijf de luid sprekers gevoerd, voorzover aanwezig. Zie pagina 13 voor meer informatie over stereoweergave.
K
Logic 7 Functie: druk op deze toets om één van de beschikbare Logic 7 functies te kiezen. Zie pagina 16 voor de beschikbare Logic 7 functies.
L
Dimmer: indrukken om de dimmer te activeren zodat de helderheid van de display wordt verminderd, of geheel wordt uitgeschakeld. Eenmaal indrukken om de standaardfunctie op te roepen, maximale helderheid en de indicatie
F
. Nogmaals binnen vijf seconden indrukken om
VFD FULL
in de display
de helderheid met 50% terug te nemen; indicatie
VFD HALF
. Weer binnen vijf seconden indrukken om de display geheel uit te schakelen. Denk er aan dat deze functie tijdelijk is; bij het inschakelen van de AVR wordt altijd op volle sterkte gestart. Verder blij ven de Lichtnetindicatie 2 en het blauwe attentielicht in de volumeregelaar altijd op volle sterkte, ongeacht de instelling. Dit ten teken dat de AVR nog steeds ingeschakeld is.
M
Transportfuncties: deze toetsen besturen de
DVD-speler.
N
Volgende/vorige (DVD):
(DWN): indrukken om terug te gaan naar het begin van het lopende nummer. Direct nogmaals indrukken om naar het begin van het voorafgaande nummer te gaan. Na op PAUZE gedrukt te hebben zal het beeld telkens als op deze toets gedrukt wordt een beeldje terug gaan.
(UP): indrukken om verder te gaan naar het begin van het volgende nummer. Na op PAUZE te hebben gedrukt zal het beeld telkens als op deze toets wordt gedrukt, een beeldje verder gaan.
O
Nachtfunctie: schakelt de nachtfunctie in. Bedoeld voor digitale bronnen en zorgt ervoor dat ook op laag volume de dialoog in het centrum kanaal verstaanbaar blijft. Zie pagina 14 voor nadere informatie.
P
DTS Digital Functie: wordt een DTS bron gebruikt dan kiest de AVR automatisch de juiste functie en zijn geen andere beschikbaar. Door op deze toets te drukken wordt alleen de gekozen functie aangegeven, afhankelijk van het afgespeelde surround materiaal en de luidsprekerconfiguratie.
Q
Dolby Functie: kies hiermee de gewenste Dolby Surround processor functie. Door in te drukken wordt beurtelings een van de functies Dolby Pro Logic II, Dolby 3 Stereo of Dolby Digital gekozen. Denk er aan dat de Dolby functie alleen beschikbaar is bij een digitale ingang en de andere functies alleen zolang geen Dolby Digital bron wordt gebruikt.
R
Herhalen (DVD): telkens wanneer u op deze toets drukt, wisselt de weergavefunctie tussen het herhalen van een hoofdstuk, een nummer of de gehele disc. Een herhaalsymbool verschijnt rechtsboven in beeld en geeft de gekozen herhaalfunctie aan. Wanneer het Informatiescherm actief is worden de wijzigingen in beeld aangegeven.
S
Willekeurig (DVD): indrukken om alle nummers in willekeurige volgorde af te spelen.
T
Klankregeling in/uit/Progressive Scan/ Interlaced (DVD): de klankregeling en balans
worden ingeschakeld door deze toets in te drukken. De indicatie
TONE IN
verschijnt in de display F en de instellingen van Bass (laag) en Treble (hoog) hebben invloed op de uitgangssignalen. Staat de indicatie
TONE OUT
in de display F, dan wordt
het signaal ‘recht’ weergegeven.
Voor DVD: indrukken om de resolutie van de Component Video Uitgang te wijzigen van standaard definitie naar progressieve definitie (PAL interlaced en PAL progressive; NTSC interlaced en NTSC progressive).
U
Afstemmen hoger/lager: wanneer de tuner in gebruik is gaat u met deze toetsen omhoog of omlaag in het gekozen afstembereik. Heeft u op Tunerfunctie W gedrukt, of Afstembereik 8 ingedrukt gehouden zodat
F
verschijnt, dan zal de tuner na het indrukken
AUTO
in de display
van één van de toetsen de tuner zoeken naar de eerstvolgende zender die met voldoende sterkte voor goede ontvangst binnenkomt. Verschijnt in de display
F
dan zal worden afgestemd in
MANUAL
enkelvoudige stappen. Zie pagina 20 voor meer informatie.
V
Directfunctie: indrukken wanneer de tuner actief is om de frequentie van een zender direct in te toetsen. Voer vervolgens met de
cijfertoetsen X
de frequentie in. Zie pagina 20 voor nadere informatie.
W
Tunerfunctie/Zoom: indrukken terwijl de tuner actief is om te kiezen tussen hand- of automa­tische afstemming. Ingedrukt verschijnt in de onderste regel van de display
F
(met de hand) en door op Afstemming drukken gaat de frequentie in enkele stappen hoger of lager. Is FM gekozen en staat afstemming) in de display deze toets te drukken omgeschakeld naar mono ontvangst en worden ook zwakke zenders hoorbaar. Zie pagina 20 voor meer informatie.
Bij het afspelen van een DVD of VCD drukt u op deze toets om in te zoomen. De zoomfunctie heeft 4 posities, elk groter dan de voorgaande. Schakel door alle zoomfuncties om naar normaal beeld terug te gaan.
X
Cijfertoetsen: met deze tien cijfertoetsen kan wordt de frequentie van een radiozender of een programma ingevoerd. Voor DVD kunt u de nummers direct invoeren, gevolgd door OK om naar dat nummer te gaan.
Y
Digitale Functie/Audiofunctie: druk op deze toets om een van de digitale ingangen te kiezen. Zie pagina 10 voor nadere informatie over het gebruik van de digitale ingangen. Audiofunctie: bij het bedienen van de DVD kiest u met deze toets de audiofunctie.
Z
Navigeren: worden voor meerdere functies gebruikt, bijvoorbeeld om een surroundfunctie te kiezen. Deze toetsen worden ook gebruikt om de uitgangsniveaus aan te passen bij de configuratie van het apparaat, de luidsprekers voor configuratie te kiezen, of de digitale ingang te kiezen.
a
Kanaalkeuze/Disc Menu: hiermee activeert u het OK van de uitgangsniveaus van de AVR met een externe bron. Na eenmaal op deze toets gedrukt te hebben kan met gekozen, waarna met
KL
het niveau kan worden ingesteld. Zie pagina 19
KL
OK A en dan opnieuw met
voor aanvullende informatie.
DVD Disc Menu: brengt tijdens afspelen het actuele DVD menu in beeld. Bij het afspelen van discs met JPEG beelden op deze toets drukken om een overzicht (thumbnails) op te roepen.
b
Video Uit/Test: Indrukken om de video- uitgang van een DVD-speler uit te schakelen en zo de weergave van uitsluitend audiodiscs te verbeteren. Nogmaals indrukken om weer in te schakelen.
Testsignaal: druk hierop om het configureren van de uitgangsniveaus van de AVR te starten. Zie pagina 14 voor nadere informatie over het kalibreren van de AVR.
de aanwijzing
MANUAL
U7
AUTO
(automatische
F
dan wordt door op
4G9L
Z het kanaal worden
te
6
FUNCTIES AFSTANDSBEDIENING
Gemeenschappelijke Functies Afstandsbediening AVR 142 en een HK DVD-Speler
c
Surround Functie/Programma Terug</
Ondertiteling: druk op deze toets om de
surroundfunctie te wijzigen. Vervolgens kiest u met
KL
Z de gewenste surroundfunctie. Zie pagina
16 voor nadere informatie.
Indrukken tijdens het afspelen van een DVD om de ondertitels in of uit te schakelen.
Opmerking: vanwege de verschillende manieren waarop discs zijn opgezet kan het gebeuren dat de talen die met de toets Ondertitels worden opgeroepen, niet alle talen bevatten die op de disc staan. Wij raden u daarom aan daarvoor het menu van de disc zelf te gebruiken.
d
Sluimerfunctie/Programma Verder/
Audiokeuze: druk op deze toets om het apparaat
in de sluimerfunctie te zetten. Na de in de display aangegeven tijd zal de AVR automatisch in standby gaan. Elke keer dat u op deze toets drukt zal de tijd veranderen in deze volgorde:
Houd de toets twee seconden ingedrukt om de sluimerfunctie uit te schakelen.
DVD: roept de verschillende talen geluid op (indien op de ingelegde DVD beschikbaar).
e
Titel: Tijdens weergave indrukken om de DVD- speler te laten terugkeren naar het eerste deel van de disc. Speelt u een DVD-Audio disc die andere formaten bevat die de DVD kan afspelen, zoals lineair PCM of Dolby Digital 5.1 dan kunt u met deze toets van het ene naar het andere formaat omschakelen.
f
MG/FM: druk op deze toets om de tuner van de AVR als bron te kiezen. Drukt u op deze toets terwijl de tuner al gekozen is, dan wordt omgeschakeld tussen MG en FM.
g
AVR: hiermee schakelt u de afstands bediening om, zodat deze de functies van de AVR bedient. Staat de AVR op standby, dan wordt deze ingeschakeld.
Functie Overzicht
Button Name Power ON Inschakelen Inschakelen Power OFF Uitschakelen (indrukken en loslaten) Uitschakelen (indrukken en loslaten)
Mute Geluid uit Geluid uit (AVR) AVR AVR inschakelen AVR inschakelen (AVR) DVD VID1 VID 1 VID 1 (AVR) HDMI1 HDMI 1 HDMI 1 (AVR) AM/FM MG/FM MG/FM (AVR) CD CD CD (AVR) VID2 VID 2 VID 2 (AVR) HDMI2 HDMI 2 HDMI 2 (AVR) AUX AUX AUX (AVR) TAPE TAPE TAPE (AVR) VID3 HDMI3 HDMI 3 HDMI 3 (AVR) SLEEP / AUDIO Sluimer Audio TITLE Titel 6CH 6 Kan 6 Kan (AVR) VOL Up Volume Hoger Volume Hoger (AVR) SURR. / SUBT. Surround Functie Ondertitels TEST / V.OFF Testsignaal Video Uit HD-M HD Functie VOL Down Volume Lager Volume Lager (AVR) CH. / DISC MENU Kanaal Keuze Disc Menu SPKR / SETUP Luidspreker Keuze Setup Level+/Up Niveau+/Hoger Hoger
M
Left OK Set Enter
N
Right Level-/Down Niveau-/Lager Lager DIGITAL / AUDIO MODE Digitaal Functie Audio Functie DELAY / STATUS Vertraging Status 1 1 1 2 2 2 3 3 3 4 4 4 5 5 5 6 6 6 7 7 7 8 8 8 TUN-M / ZOOM Tuner Functie Zoom 9 9 9 0 0 0 MEM / ANGLE Memory Camera Positie TUNING Up Tuning Up DIRECT Direct Tuning CLEAR Wissen Wissen PRESET Up Preset Up Vertraagd Hoger TUNING Down Tuning Down TONE / P/I Tone Mode Progr/Interl. RDS / INFO RDS Info PRESET Down Preset Down Vertraagd Lager RANDOM Willekeurig REPEAT Herhalen A-B A-B Herhalen PLAYLIST Afspeellijst DOLBY SUR Dolby Surround Dolby Surround (AVR) DTS SUR DTS Surround DTS Surround (AVR) DTS NEO:6 DTS NEO:6 DTS NEO:6 (AVR) NIGHT Nachtfunctie Nachtfunctie (AVR) LOGIC 7 Logic7 Logic 7 (AVR) STEREO Stereo Stereo (AVR) SKIP DOWN Skip Lager (DVD) Skip Lager SKIP UP Skip Hoger (DVD) Skip Hoger DIM Dimmer Dimmer Rew(G) Terug (DVD) Terug
B
) Afspelen (DVD) Afspelen
Play( FF(H) Verder (DVD) Verder Open/Close Open/Dicht (DVD) Open/Dicht Stop Stop (DVD) Stop Pause
HK AVR Commando Afstandsbediening AVR/TAPE/CD/AUX/VID1/VID2/VID3/HDMI2/HDMI3
Uitschakelen (indrukken en vasthouden) Uitschakelen (indrukken en vasthouden)
DVD DVD (AVR)
VID 3 VID 3 (AVR)
Links Links
Rechts Rechts
Pauze (DVD) Pauze
HK DVD Commando Afstandsbediening DVD/HDMI1
NEDERLANDS
FUNCTIES AFSTANDSBEDIENING
7
FED
126C789A3B4G5H
AVR Audio/Video Receiver Bedieningsorganen
AVR 142
0
Netschakelaar: druk op deze toets om de AVR in te schakelen. Is de schakelaar ingedrukt, dan staat het apparaat in standby, wat wordt aangegeven door de oranje LED 2. Wanneer deze toets NIET ingedrukt is, werkt het apparaat niet. Om het apparaat geheel uit te schakelen en ook de afstandsbediening te blokkeren, deze schakelaar indrukken zodat deze naar buiten komt en het woord ‘OFF’ (uit) op de bovenzijde van de schakelaar zichtbaar wordt.
Opmerking: Laat deze schakelaar normaal gesproken in de positie ON (aan) staan.
1
Standby: wanneer de netschakelaar 0 ingedrukt is, drukt u op deze toets om de AVR in te schakelen. Druk deze knop opnieuw in om het apparaat uit (standby) te schakelen. De
lichtnetindicatie 2 wordt blauw als het apparaat
aan staat.
2
Lichtnetindicatie: licht oranje op tijdens standby, als teken dat het apparaat gereed is voor gebruik. Ingeschakeld licht deze blauw op.
3
Hoofdtelefoonuitgang: sluit hierop een hoofdtelefoon aan om ongestoord te kunnen luisteren. Gebruik een hoofdtelefoon met een standaard 6,3 jackplug. Zodra de hoofdtelefoon wordt aangesloten, worden de luidsprekers uitgeschakeld.
4
Digitale ingang 3 optisch: sluit de optische digitale audio uitgang van een audio of video product hierop aan.
5
Aux Stereo Minijack Ingang: verbind deze minijack met een audiobron zoals een MP3 speler of draagbare CD-speler. Hiervoor kan een analoge hoofdtelefoon uitgang of een lijnuitgang worden gebruikt.
6
Surround groep: indrukken om de eerste groep surround functies te kiezen. Telkens wanneer u drukt wordt de volgende groep gekozen in deze volgorde:
Dolby functies > DTS Digital functies > DSP functies > Stereo functies
Logic 7 functies, enz.
>
Na het indrukken verschijnt de naam van de gewenste surround functiegroep in de
F
en dan drukt u op Surround Functie C om door de beschikbare functies te schakelen. Druk hier bijvoorbeeld op om de gewenste Dolby functie te kiezen en druk dan op Surround Functie C om de verschillende opties te kiezen.
7
Afstemmen: druk op de linkerzijde van de toets om naar een lagere frequentie te gaan, of op de rechter zijde om naar een hogere frequentie te gaan. Wordt een zender met een sterk signaal gevonden dan verschijnt in de display automatisch afgestemd). Zie pagina 20 voor meer informatie over afstemmen.
8
de AVR te kiezen. Na eenmaal indrukken hoort u de laatst gebruikte zender; nogmaals indrukken schakelt heen en weer tussen AM (= MG) en FM. Houd de toets vast om te schakelen tussen stereo en mono, handafstemming en automatische afstemming. Zie pagina 20 voor nadere informatie.
9
om voor- of achteruit door het overzicht van de voorkeurzenders te schakelen. Zie pagina 20 voor nadere informatie.
A
toets om een andere bron te kiezen.
B
boodschappen van het RDS-systeem van de AVR tuner op te roepen. Zie pagina 20 voor nadere informatie over RDS.
C
kiezen uit de beschikbare surround functies voor de gekozen functiegroep. De specifieke functies kunnen verschillen op basis van het aantal beschikbare luidsprekers, de functiegroep en of het om een analoge of een digitale bron gaat. Druk bijvoorbeeld op Surround Functie Groep 6 om een functiegroep
MANUAL TUNED
F
(met de hand afgestemd of
FM/MG: druk op deze toets om tuner als bron van
Voorkeurposities: druk op deze toetsen
Ingangskeuze: druk één of meermaals op deze
RDS functie: indrukken om de verschillende
Surround Functiekeuze: indrukken om te
Onderste Displayregel
of
AUTO TUNED
te kiezen als Dolby of Logic 7 en dan op deze toets om de beschikbare functies te zien. Voor meer informatie omtrent functiekeuze, zie pagina 13.
D
Volume: draai deze knop naar rechts om het niveau te verhogen, of naar links om het niveau te verlagen. Mute (geluid uit) wordt automatisch opgeheven zodra de volumeregelaar wordt verdraaid.
E
Sensor afstandsbediening: deze sensor ontvangt de bevelen van de afstandsbediening. Richt de afstandsbediening hierop en zorgt dat de sensor niet geblokkeerd wordt, tenzij een externe sensor is aangesloten.
F
Display: in de display verschijnen aanwijzingen en indicaties die helpen het apparaat te bedienen.
G
Digitale ingang 3 coax: wordt gewoonlijk gebruikt voor het aansluiten van draagbare digitale audio apparaten, videospelletjes en andere producten die een coax digitale aansluiting hebben.
H
Video 3 ingang: deze audio/video aansluitingen kunnen gebruikt worden als tijdelijke verbinding met videospelletjes of draagbare audio/video apparaten zoals camcorders en draagbare audio spelers.
8
BEDIENINGSORGANEN
 
   
  
Aansluitingen
AVR 142/230
0
Tape-ingangen: verbind deze ingangen met de
PLAY/OUT uitgangen van een audiorecorder.
1
Tape-uitgangen: verbind deze uitgangen met
de
RECORD/IN ingangen van een audiorecorder.
2
Video 1 audio ingangen: verbind deze
ingangen met de
PLAY/OUT uitgangen van een TV of
andere videobron.
3
MG-antenne: sluit hierop de bijgeleverde MG raamantenne aan. Wordt een externe MG-antenne gebruikt, sluit die dan aan conform de daarbij gevoegde aanwijzingen.
4
Video 1 audio uitgangen: verbind deze uitgangen met de
RECORD/INPUT ingangen van
een VCR.
5
DVD audio ingangen: verbind deze ingangen met de analoge audio uitgangen op een DVD of andere video bron.
6
FM-antenne: sluit hierop de bijgeleverde FM-antenne aan, of een buitenantenne, dan wel een kabelsysteem.
7
CD-ingang: verbind deze ingang met de analoge uitgangen van een CD-speler of CD-wisselaar.
8
Video 1 Component Video Ingang: verbind de Y/Pr/Pb component video uitgang van de HDTV settop converter, satellietontvanger of andere videobron met de component aansluitingen van dat apparaat.
9
Coax digitale ingangen: verbind deze ingang met de coax digitale uitgang van een DVD-speler, HDTV-receiver, LD-speler, MD- of CD-speler. Het kan een Dolby Digital, DTS of standaard digitaal PCM­signaal zijn. Sluit geen RF digitaal signaal van een LD-speler op deze ingang aan.
A
Subwoofer uitgang: verbind deze uitgang met de lijningang van een actieve subwoofer. Bij gebruik van een losse subwooferversterker wordt deze uitgang met de ingang van die versterker verbonden.
B
TV/monitoruitgang: verbind deze uitgang met de composiet ingang van een TV monitor of videoprojector om het signaal van een videobron die met de video keuzeschakelaar op de receiver is gekozen.
C
HDMI Ingangen: verbind de HDMI-uitgang van een videobron zoals een DVD-speler, settop box of HDTV-tuner met één van deze drie ingangen.
D
HDMI Uitgang: verbind deze uitgang met de HDMI ingang van een van HDMI voorzien beeldscherm.
E
Monitor Component Video Uitgang: sluit deze uitgang aan op de component video-ingang van een videoprojector of –monitor. Wanneer een bron, aangesloten op een van de twee ingangen
8F
, wordt geselecteerd zal het signaal
Component video-
naar deze aansluitingen worden gestuurd.
F
Video 2 component ingang: sluit de Y/Pr/Pb component video-uitgangen van een DVD-speler aan op deze aansluitingen.
Opmerking: alle component in- en uitgangen kunnen op dezelfde wijze als beschreven voor Y/ Pr/Pb signalen ook voor RGB signalen worden gebruikt en verbonden met de aansluitingen van de overeenkomstige kleur.
RGB verbinding is niet mogelijk wanneer de bron een afzonderlijk sync signaal afgeeft (zie pagina 11).
G
Netsnoer: verbind de stekker met een ongeschakeld stopcontact.
H
DVD video-ingangen: verbind deze aan sluit- ingen met de composiet uitgang van een DVD-speler of andere videobron.
I
Video 1 video uitgangen: verbind deze aan-
K
Video 2 video ingangen: verbind deze aan sluit- ingen met de composiet PLAY/OUT aansluiting van een tweede VCR of andere videobron.
L
Optisch digitale ingangen: verbind deze ingang met de optisch digitale uitgang van een DVD­speler, HDTV-receiver, LD-speler, MD- of CD-speler. Het kan een Dolby Digital, DTS of standaard digitaal PCM-signaal zijn.
M
Video 1 video ingangen: verbind deze aansluitingen met de composiet
PLAY/OUT
aansluiting van een TV of andere videobron.
N
6-Kanalen Directe Ingang: deze ingang wordt gebruikt voor het aansluiten van DVD-Audio of SACD spelers met discrete analoge uitgangen.
O
Digitale audio-uitgang: verbind deze uitgang met een geschikte digitale ingang van een digitale recorder.

Front/Centrum luidsprekeruitgangen: verbind deze uitgangen met de overeenkomstige + en – aansluitingen van de front/centrum luidsprekers. Let bij het aansluiten van luidsprekers altijd goed op de polariteit: de rode + van de AVR komt aan de rode + van de luidspreker en de zwarte – van de AVR komt aan de zwarte – van de luidspreker. Zie pagina 12 voor nadere informatie.

Surround luidsprekeruitgangen: verbind deze uitgangen met de overeenkomstige + en – aansluitingen van de linker en rechter surround luidsprekers. Let bij het aansluiten van luidsprekers altijd goed op de polariteit: de rode + van de AVR komt aan de rode + van de luidspreker en de zwarte – van de AVR komt aan de zwarte – van de luidspreker. Zie pagina 12 voor nadere informatie.
NEDERLANDS
sluit ingen met de composiet RECORD/INGANG aansluiting van een VCR.
J
Video 2 audio ingangen: verbind deze
ingangen met de
PLAY/OUT composiet uitgang van
een VCR of andere videobron.
AANSLUITINGEN
9
Installeren en aansluiten
Plaats het apparaat nadat het uitgepakt is op een stevige ondergrond en controleer of deze het gewicht kan dragen. Vervolgens dient het apparaat aangesloten te worden op de overige audio- en videoapparatuur.
Aansluiten audioapparatuur
Wij raden u aan uitsluitend signaalkabels van goede kwaliteit te gebruiken om achteruitgang van het signaal te voorkomen.
Het is een goede gewoonte om bij het maken of veranderen van de verbindingen tussen audio­apparatuur of luidsprekers altijd de stekker uit het stopcontact te nemen. Daarmee wordt voorkomen dat er onbedoeld een schakelpuls o.i.d. naar de luidsprekers gaat, waardoor deze beschadigd zouden kunnen worden.
Belangrijk: om alle aansluitingen gemakkelijk te kunnen onderscheiden en zo het aansluiten te vereenvoudigen, zijn alle aansluitingen van de AVR conform de nieuwe EIA/CEA-863 op de volgende wijze kleurgecodeerd:
Luidsprekers en audio in/uitgangen: wit (links, luidsprekers front) en rood (rechts, luidsprekers front). Luidsprekers: groen (centrum), blauw (links surround) en grijs (rechts surround). Audio uitgang: paars (subwoofer). Composiet video in/uitgangen: geel. Digitale audio in/uitgangen: oranje.
Sluit de analoge uitgang van een CD-speler op de 1.
CD-ingang 7 aan.
OPMERKING: als de CD-speler zowel een vaste als
variabele audio-uitgang heeft, kunt u het beste de vaste uitgang gebruiken, tenzij het signaal om wat voor reden dan ook in niveau aangepast dient te worden aan dat van andere bronnen.
2. PLAY/OUT van en
Verbind de analoge uitgangen cassettedeck, MD, CD-R of andere audiorecorder met de tape ingang 0. Verbind de analoge ingangen
RECORD/IN met de uitgangen Tape
uitgang 1 op de AVR.
3.
Verbind de digitale uitgang van de bronnen met de juiste ingangen op achterzijde van de AVR. Let erop dat de optisch en
L9
Dolby Digital of DTS-bron, dan wel met een PCM­signaal (S/P-DIF) van een traditionele CD-, MD- of LD-speler.
Installeer de bij het apparaat geleverde MG 4. kamerantenne als hieronder aangegeven. Sluit deze aan op de schroefklemmen
kunnen worden gebruikt met een
4G
Coax digitale ingangen
AM en GND 3.
Sluit de bijgeleverde FM-antenne aan op 5. FM (75 ohm) ingang 6. De FM-antenne kan
een externe dakantenne, een draadantenne binnenshuis zijn, of een aansluiting op het kabelsysteem. Als de antenne is aangesloten via een lintkabel van 300 ohm, dient een 300 ohm/75 ohm adapter gebruikt te worden.
Sluit de luidsprekers aan op de front, centrum en
6. surround luidsprekeruitgangen.
Voor een optimale signaaloverdracht naar de luidsprekers, adviseren wij luidsprekerkabels van goede kwaliteit te gebruiken. Er zijn vele merken kabels leverbaar en de keuze van een kabel kan worden beïnvloed door de afstand tussen uw luid­sprekers en de receiver, het type luidsprekers dat u gebruikt, uw persoonlijke voorkeur en andere factoren. Uw leverancier of installateur kan u helpen bij het kiezen van de juiste kabel.
2
Een kabel met een doorsnede van 1,5 mm korte afstanden (minder dan 4 m) worden gebruikt. Wij raden aan om geen kabels met een doorsnede
2
van 1 mm mogens verlies en de teruggang in prestatie die zich zal voordoen.
Bij het aansluiten van de luidsprekers vooral goed letten op de juiste polariteit. Verbind de "nega­tieve"/"zwarte" draad met dezelfde aansluiting op zowel de receiver als de luidspreker. Op dezelfde manier verbind u de "positieve"/"rode" draad met de aansluitingen van dezelfde kleur op de AVR en luidsprekers.
OPMERKING: hoewel de meeste luid spreker fabri­kanten zich houden aan de industriële standaard waarbij zwarte aansluitingen voor de negatieve draad en rode voor de positieve draad worden gebruikt, kunnen sommige fabrikanten van deze configuratie afwijken. Om een goede fase en optimale prestaties te verzekeren, het typeplaatje op uw luidspreker of de handleiding van de luidsprekers controleren op de polariteit. Als u niet weet wat de polariteit van uw luidspreker is, vraag dan uw leverancier om advies voordat u verder gaat met de aansluiting, of raadpleeg de fabrikant/importeur van de luidsprekers.
Gebruik ook bij voorkeur identieke kabellengten voor het aansluiten van de luidsprekerparen. Gebruik bijvoorbeeld dezelfde lengte voor de luidsprekers linksvoor en rechtsvoor en voor surround links en surround rechts, ook als de luidsprekers op verschillende afstanden van de AVR staan.
of minder te gebruiken, vanwege ver-
kan voor
De subwoofer wordt gewoonlijk aangesloten op 7. de lijnniveau subwooferuitgang A en de lijningang van een subwoofer met ingebouwde versterker. Wordt een passieve subwoofer gebruikt, verbind dan deze uitgang met de ingang van een eindversterker, waarop dan één of meer subwoofers worden aangesloten. Wordt een actieve subwoofer gebruikt zonder lijnniveau ingang, lees dan de instructies die bij de luidspreker zijn gevoegd voor de juiste aansluiting.
Opmerking: een luidsprekerset met twee satellieten en een passieve subwoofer wordt aangesloten op de uitgangen front luidsprekers, en NIET op de
subwooferuitgang
8.
Verbind de 5.1 uitgangen van een meerkanalen audiobron zoals een externe digitale processor/ decoder, DVD-Audio of SACD™ speler, met de
6-Kanalen Directe Ingang N.
A
.
Aansluitingen van videoapparatuur
Videoapparatuur wordt op dezelfde manier aange­sloten als audiocomponenten. Het gebruik van signaal kabel van goede kwaliteit is belangrijk voor het behoud van de signaalkwaliteit.
1. PLAY/OUT uitgangen
Verbind de audio- en video met de Video 2 ingangen zijde. De audio en video RECORD/IN in gangen van de VCR worden verbonden met de Video 1
uitgangen
2.
Hoewel op deze ingang elke videobron kan worden aangesloten, raden we u aan de TV op de Audio 1
Audio/Video Ingang
u kunt werken met de voorgeprogrammeerde TV afstandsbedieningscodes voor de Video 1 positie. Om dezelfde reden raden u aan de videorecorder, kabel-TV converter of satellietontvanger op de
Video 2 Audio/Video Ingang
sluiten.
3.
Verbind de analoge audio- en video-ingangen van een DVD met DVD wanneer de DVD-speler geen HDMI-uitgang heeft. Wanneer wel een HDMI-uitgang beschikbaar is, verbind deze dan met de HDMI Ingang C. Denk eraan dat dit uitsluitend videoverbindingen zijn. Audio dient afzonderlijk te worden aangesloten.
4.
Verbind de digitale audio uitgangen van een CD- of DVD-speler, satellietontvanger, kabel- of HDTV-converter aan op de juiste Optisch of Coax digitale ingangen Onthoud dat de DVD-bron standaard op Coax Digitale Ingang 1 9 hoort. Alle andere gaan standaard naar de analoge ingangen hoewel in principe elke digitale bron op elke digitale audio­ingang van de receiver kan worden toegewezen.
4I
JK
van de AVR.
2M
5C
9L
4G
op de achter-
aan te sluiten zodat
JK
aan te
. Dit geldt alleen
.
10
INSTALLEREN EN AANSLUITEN
Installeren en aansluiten
Verbind de 5. Composiet Monitor Uitgang B van de receiver met de composiet ingang van uw televisie of videoprojector.
Indien uw DVD-speler en monitor beide 6. component video aansluitingen hebben, sluit u de component video uitgang aan op de Video 1
Component Video Ingang 8. Merk op dat
zelfs wanneer de component video-aansluitingen worden gebruikt, de audio-aansluitingen nog steeds gemaakt moeten worden op de analoge
DVD audio-ingangen Optisch digitale ingangen 9L.
7.
Indien u een ander component video-apparaat ter beschikking hebt, sluit het dan aan op de Video 2 component video-ingangen aansluitingen voor dit apparaat dienen te worden gemaakt op de Video 2 ingangen Coax of Optisch digitale ingangen 9L.
8.
Indien de component video-ingang wordt gebruikt, sluit dan de Component video-
uitgangen E aan op de component video-
ingang van uw TV, projector of weer gave-apparaat.
Gebruikt u een camcorder, videospelletje of ander 9. audio/video apparaat dat tijdelijk wordt aangesloten op de AVR, verbind de audio, video en digitale audio uitgangen van dat apparaat dan met de
Front Ingangen
ingang
H
aangesloten apparaat wordt gekozen als Video 3 ingang en aangesloten op de digitale ingangen 3' ingang. Zie pagina 14 voor nadere informatie over de configuratie van de ingangen.
10.
Verbind de AVR met uw beeldscherm via één van onderstaande aansluitingen, ook wanneer u tevens een HDMI-verbinding gebruikt:
Opmerkingen over video-aansluitingen:
Y/Pr/Pb Component, RGB of Composiet videosignalen kunnen alleen in hun oorspronkelijke vorm worden bekeken en worden niet omgezet naar andere formaten.
Alle component in- en uitgangen kunnen ook voor RGB signalen worden gebruikt, op dezelfde wijze als beschreven voor de Y/Pr/Pb signalen, en verbonden met de aansluitingen van overeenkomstige kleur. Maar dat werkt alleen zolang de drie RGB videosignalen door de bron worden afgegeven, alleen met een sync signaal in het ‘G’ signaal, zonder een afzonderlijk sync signaal van de bron.
4G
Heeft u een beeldscherm met een component ingang (Y/Pr/Pb), gebruik dan de Component Video Uitgang K.
Heeft u een beeldscherm met geen component ingangen, verbind dan de Uitgang B (Composiet) op de AVR met de overeenkomstige ingang van het beeldscherm. Er is slechts één verbinding nodig.
5
of op de Coax of
F
De audio-
J
of op de
4GH
gekozen als 'Optisch 3' of 'Coax
. Een op Video 3
Video Monitor
HDMI Verbinding
HDMI™ staat voor High-Definition Multimedia Interface wat snel de standaard wordt tussen hoogwaardige audio/video apparatuur en de monitor, vooral bij high-definition videosignalen. HDMI is een digitale verbinding zodat het niet nodig is signalen van digitaal naar analoog en weer terug te converteren.
Sommige bronnen of beeldschermen in uw systeem maken wellicht gebruik van DVI (Digital Video Interface) voor de digitale videoverbindingen. DVI voert dezelfde digitale signalen als HDMI maar maakt gebruik van een grotere connector en voert geen audio- en stuursignalen. In de meeste gevallen kunnen DVI en HDMI digitale videoverbindingen door elkaar worden gebruikt, eventueel met de nodige verlooppluggen. Denk er echter wel aan dat sommige van DVI voorziene beeldschermen niet geschikt zijn voor de HDCP kopieerbeveiliging die steeds vaker aanwezig is in signalen die via HDMI zijn verbonden. Bij gebruik van een HDMI bron en een DVI beeldscherm kan soms het beeld wegvallen wanneer het beeldscherm geen HDCP ontvangt. Dat is geen fout van de AVR of de bron, maar het geeft aan dat het beeldscherm niet geschikt is.
De AVR 142 is uitgerust met HDMI-omschakeling wat betekent dat direct gekozen kan worden uit één van beide HDMI-ingangen als bron voor het beeldscherm van uw systeem. Zo wordt het digitale signaal in zijn oorspronkelijke vorm behouden en direct van de bron naar het beeldscherm gevoerd. Dat betekent echter ook dat de AVR geen toegang tot het signaal heeft en geen menu’s of in-beeld aanwijzingen aan het HDMI­signaal kan toevoegen, noch het audiosignaal kan bewerken dat deel uitmaakt van de HDMI-verbinding.
Daarom zijn de volgende verbindingen noodzakelijk wanneer de AVR wordt gebruikt met HDMI-bronnen:
Verbind de HDMI-uitgang van een bron met een HDMI-Ingang C.
HDMI-Uitgang D van de AVR met
Verbind de een HDMI-ingang van uw beeldscherm.
Verbind de bron via een optische of coax digitale audio-uitgang met de AVR. De standaard verbinding is Coax 2 9 voor een bron verbonden met
HDMI 1 C of Optisch 2 L voor een bron verbonden met of digitale audiobron gebruiken in combinatie met een HDMI-ingang maar als het afwijkt van de standaard combinatie, dient u ook de instelling van de ingang te wijzigen, als aangegeven op pagina 18.
Ook bij gebruik van HDMI-ingangen is het
be langrijk dat een component of composiet videoverbinding wordt gemaakt tussen de AVR en uw beeldscherm. Dat is nodig om zowel de setup menu’s als de in-beeld aanwijzingen te kunnen zien, alsmede andere (niet-HDMI) videobronnen. De AVR zet analoge videosignalen niet om naar HDMI.
Alle component in- en uitgangen kunnen ook voor RGB signalen worden gebruikt, op dezelfde wijze als beschreven voor de Y/Pr/Pb signalen, en verbonden met de aansluitingen van overeenkomstige kleur. Maar dat werkt alleen zolang de drie RGB videosignalen door de bron worden afgegeven, alleen met een sync signaal in het ‘G’ signaal, zonder een afzonderlijk sync signaal van de bron.
HDMI 2 D. U kunt elke analoge
NEDERLANDS
INSTALLEREN EN AANSLUITEN
11
Systeemconfiguratie
Zijn de luidsprekers in de kamer eenmaal opgesteld en aangesloten, dient het geheugen van de systeem geconfigureerd te worden. De AVR beschikt over twee soorten ge heugens, individuele geheugens die verbonden zijn met de gekozen ingang, b.v. surroundfuncties, en andere die onafhankelijk zijn van de gekozen bron, zoals de uitgangsniveaus van de luidsprekers of vertragingstijden die door de surround processor gebruikt worden.
In gebruik nemen
Schakel de AVR nu in, zodat deze laatste instellingen kunnen worden uitgevoerd.
1. netsnoer G in een
Steek de stekker van het ongeschakeld stopcontact.
Druk op de 2. netschakelaar 0 zodat deze ingedrukt blijft staan. Controleer of de
lichtnetindicatie
het apparaat in standby staat.
3.
Verwijder het beschermende plastic van de sensor op het frontpaneel. Doet u dat niet dan kan de reikwijdte van de afstandsbediening negatief worden beïnvloed.
4.
Installeer de drie bijgeleverde AAA batterijen in de afstandsbediening, als in de afbeelding aangegeven. Let op de polariteit (+) en (–), die op de bodem van het batterijvakje staat aangegeven.
Schakel de AVR in door op 5. Standby 1 te drukken, of met de ingangskeuze voorzijde, dan wel op de afstandsbediening op
AVR Functie g, of op een van de toetsen Ingangskeuze lichtnetindicatie 2 wordt nu blauw ten teken dat het apparaat ingeschakeld is en de display
F
licht op.
Opmerking: nadat op één van de toetsen van de ingangskeuze
is gedrukt, drukt u op afstandsbediening de AVR te laten besturen.
2
oranje wordt, ten teken dat
A
5
te drukken. De
5
om het apparaat in te schakelen
AVR Functie g om de
op de
Instellingen per gebruikte ingang
De AVR heeft een zeer modern geheugensysteem waarmee verschillende instellingen gemaakt kunnen worden voor de luidsprekerconfiguratie, digitale ingangen, surround functie, vertragingstijden en de uitgangen voor elke ingang. Zo kunt u het luisteren naar elke bron afzonderlijk instellen en de AVR slaat dat in het geheugen op. Dat betekent dat u verschillende surround functies en analoge of digitale ingangen met verschillende bronnen kunt combineren, dan wel verschillende luidsprekerconfiguraties en wijzigingen aan het bas management systeem en het gebruik van de centrum luidspreker. Eenmaal ingesteld worden deze instellingen weer geactiveerd wanneer de ingang wordt gekozen.
De standaard af fabriek instelling voor de AVR is alle ingangen voor een analoge bron behalve de DVD ingang, waarvoor de Coax Digitale Ingang 1 9 de standaard is, met Logic 7 MUSIC als surround functie, alle luidsprekers ingesteld op “small” (klein) en een aangesloten subwoofer. Voordat u het apparaat in gebruik neemt, wilt u wellicht deze instellingen voor een aantal ingangen wijzigen, bijvoorbeeld voor een juiste configuratie met digitale of analoge ingangen, de aangesloten luidsprekers en de surround functies die gekoppeld zijn met de ingangen.
Instelling ingang
De eerste stap bij het configureren van de AVR is het kiezen van een ingang. Doe dat door op de
Ingangskeuze A op de voorzijde te drukken tot
de naam van de gewenste ingang in de display De ingang kan ook worden gekozen door op de juiste Ingangskeuze
5g
op de afstandsbediening te
drukken.
De tweede stap is het koppelen van de digitale ingang met de gekozen bron (indien nodig, anders blijft de analoge gekozen). Druk op digitale ingangskeuze
Y
op de afstandsbediening. Binnen vijf seconden
kiest u de ingang met de
KL
toetsen Z op de afstandsbediening, tot de gewenste digitale of analoge ingang in de display
F
verschijnt. Druk vervolgens op OK A om de nieuwe digitale koppeling op te slaan.
Nadatr de instelling voor een ingang is gemaakt, herhaalt u het bovenstaande voor alle andere ingangen. Zonodig kan zo'n koppeling later weer worden veranderd; het geheugen van de AVR onthoudt de instellingen tot ze worden veranderd.
F
.
Opzet luidsprekers
In dit menu wordt vastgelegd welk type luidsprekers met de AVR worden gebruikt. Dit is belangrijk omdat het bepaalt welke luidsprekers lage frequenties (bas) krijgen en of een Centrum luidspreker wordt gebruikt of niet, en wel afzonderlijk per gekozen ingang. Gebruik voor elke instelling hier de positie
LARGE
(groot) wanneer traditionele luidsprekers worden aangesloten die geschikt zijn voor frequenties beneden 100 Hz. Gebruik de instelling (klein) voor kleinere, satellietachtige luidsprekers die geen frequenties beneden 100 Hz kunnen weergeven. Denk er aan dat bij toepassing van kleine luidsprekers voor front links en rechts, een subwoofer onmisbaar is voor het weergeven van de lage frequenties. Onthoud dat elke luidsprekeropzet die afwijkt van de standaard instelling (zie boven) afzonderlijk en per ingang van de AVR dient te worden ingesteld.
Bij ingeschakelde AVR volgt u onderstaande stappen om de luidsprekers te configureren:
Druk op 1. Luidspreker 9 op de afstandsbediening. De woorden
FRONT SPEAKER
(luidsprekergrootte)
verschijnen in de display
Druk op 2. OK A.
KL
Druk op 3. om
FRONT LARGE
FRONT SMALL
Z op de afstandsbediening
(front groot) of
(front klein) te kiezen, overeenkomend met de luidsprekers die u voor links front en rechts front gebruikt, conform de omschrijving hiervoor.
Wanneer
SMALL
wordt gekozen, zullen de lage tonen voor de front kanalen alleen naar de subwooferuitgang gestuurd worden. Denk er aan dat bij deze instelling en zonder een subwoofer geen lage tonen van de front kanalen hoorbaar zullen zijn. Deze instelling is niet beschikbaar bij stereo om een zo zuiver mogelijke weergave van de DSP's te garanderen.
LARGE
Wordt
gekozen, dan wordt een full-range signaal naar de linker en rechter front kanalen gestuurd. Afhankelijk van de configuratie van de subwoofer (zie verderop), kan het laag voor front links en rechts ook naar een subwoofer worden gestuurd.
Belangrijk: bij gebruik van een luidsprekerset met twee front satellieten en een passieve subwoofer, aangesloten op de front luidsprekeruitgangen, dan dienen de front luidsprekers ingesteld worden op
LARGE
.
4.
Als u uw selectie voor het frontkanaal heeft voltooid, drukt u op de OK A, en vervolgens op de
KL
toetsen Z op de
afstandsbediening om het display te veranderen in
CENTER SPEAKER
SMALL
F
.
.
12
SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
Druk opnieuw op de 5. OK A en gebruik de toetsen
Z
op de afstandsbediening, om de optie
KL
te selecteren die het beste uw systeem beschrijft dat gebaseerd is op de definities van de middelste speaker die weergegeven zijn in de vorige sectie.
Wordt
SMALL
gekozen, dan zullen de lagen tonen voor het centrum kanaal naar de front kanalen gestuurd worden, mits deze zijn ingesteld op
LARGE
en de subwoofer is uitgeschakeld. Is de subwoofer ingeschakeld, dan zullen de lage tonen van het centrum kanaal uitsluitend naar de subwoofer gestuurd worden.
Wanneer
LARGE
is gekozen zal het volledige frequentiebereik naar de centrum luidspreker gestuurd worden, en bij analoge en digitale surroundfuncties wordt (behalve in de Pro Logic II Music functie) GEEN signaal van het centrum kanaal naar de subwooferuitgang gestuurd.
Wordt
NONE
(geen) gekozen, dan wordt geen signaal naar het centrum kanaal gestuurd. De receiver werkt nu met een 'fantoom' centrum kanaal, waarbij de informatie voor het centrum kanaal naar de linker en rechter front luidsprekers wordt gestuurd en het laag naar de subwoofer, mits gekozen op de regel
SUB L/R+LFE
SUBWOOFER
is
regel van dit menu (ziew verderop). Deze functie is noodzakelijk wanneer geen centrum luidspreker aanwezig is. Denk er aan dat voor gebruik van de Logic 7C surround functie een centrum luidspreker noodzakelijk is, maar Logic 7M werkt ook uitstekend zonder een centrum luidspreker.
Wanneer de keuze voor het centrum kanaal is
6.
gemaakt, drukt u op de OK A en vervolgens
KL
op
Z op de afstandsbediening, tot de
display
SURR SPEAKER
aangeeft.
Druk nogmaals op de 7. OK A en gebruik KL
Z
op de afstandsbediening en kies de optie die het beste bij uw systeem past en overeenkomt met de in de voorgaande paragraaf gegeven omschrijving van de surround luidsprekers.
Wordt
SMALL
(klein) gekozen dan wordt, wanneer de subwoofer uitgeschakeld is, het laag bij alle digitale surround functies naar de front luidsprekers gestuurd en wanneer de subwoofer ingeschakeld is, naar de subwoofer. Bij analoge surround functies is dit afhankelijk van de gekozen functie en de instelling van de subwoofer en de front luidsprekers.
Wanneer
LARGE
is gekozen wordt het volledige frequentiebereik naar de surround kanalen gestuurd (bij alle analoge en digitale surroundfuncties) en, met uitzondering van de Hall en Theater functies, wordt geen laag van de surround kanalen naar de subwoofer gestuurd.
Wanneer
NONE
is gekozen, zal de surround informatie verdeeld worden over de uitgangen links front en rechts front. Merk op dat voor optimale weergave zonder surround luidsprekers gekozen dient te worden voor de Dolby 3 Stereo functie i.p.v. Dolby Pro Logic.
8.
Wanneer de keuze voor het surround kanaal is gemaakt, drukt u op de OK A en vervolgens
KL
op
Z op de afstandsbediening, tot de
display
S-W SPEAKER
aangeeft.
Druk op de 9. OK A en vervolgens op de toetsen
Z
op de afstandsbediening om de optie te kiezen die het beste met uw subwoofersysteem overeenkomt.
De beschikbare keuzes voor de opstelling van de subwoofer worden bepaald door de instellingen voor de andere luidsprekers, vooral de front links en rechts posities.
Wanneer de front links/rechts luidsprekers op
SMALL
staan wordt de subwoofer automatisch op
SUB
gezet, wat betekent dat deze actief is.
Wanneer de front links/rechts luidsprekers op
LARGE
staan, zijn drie opties beschikbaar:
Is geen subwoofer aangesloten op de AVR, druk
KL
dan op
Z tot
SUB NONE
verschijnt. Wordt deze optie gekozen, dan wordt alle laag informatie naar de front links/rechts ‘hoofdluidsprekers’ gestuurd.
Is wel een subwoofer aangesloten op de AVR
dan bestaat de optie de front links/rechts ‘hoofd’ luidsprekers het laag in alle gevallen te laten weergeven en de subwoofer alleen te activeren wanneer de AVR wordt gebruikt met een digitale bron die een speciaal Low Frequency Effects, of LFE geluidsspoor omvat. Dan kunnen zowel de hoofdluidsprekers als de subwoofer gebruikt worden voor het speciale laag van bepaalde films. Om die optie te kiezen drukt u op
SUB LFE
Wanneer een subwoofer is aangesloten en
in de display verschijnt.
KL
deze wordt gebruikt voor de laagweergave in combinatie met de hoofdluidsprekers front links/ rechts, ongeacht het type programmabron of de gekozen surroundfunctie, Druk op tot
SUB L/R+LFE
in de display verschijnt.
KL
Is deze optie gekozen dan wordt een 'compleet' signaal naar de linker en rechter front luidsprekers gestuurd, terwijl de subwoofer de lage frequenties voor links en rechts beneden de wisselfrequentie van 80 Hz ontvangt.
Wanneer alle luidsprekerkeuzes voor de gekozen
10. ingang zijn gemaakt, drukt u tweemaal op OK
A
of u wacht drie seconden tot de display weer
naar normaal terugkeert.
KL
in de display
Z tot
Z
Opzet Surround
Zijn de luidsprekers eenmaal ingesteld, dan dient de surroundfunctie die u met elke ingang wilt gebruiken te worden ingesteld. Aangezien de surroundfuncties een kwestie zijn van persoonlijke smaak, bent u vrij in uw keuze – die bovendien later gewijzigd kan worden. Om echter de instelling van de parameters voor de AVR gemakkelijker te maken is het verstandig de standaard instelling van Logic 7 Music functie voor de meeste analoge ingangen zo te laten en Dolby Digital voor de ingangen die met digitale bronnen zijn verbonden. Voor ingangen zoals CD-speler, tape deck of tuner kan het best de stereofunctie worden gekozen, wanneer dat tenminste de luisterfunctie is die voor de standaard stereobronnen wordt gebruikt. Voor die bronnen is het onwaarschijnlijk dat er materiaal met surroundcodering zal worden afgespeeld.
Om de gewenste surroundfunctie in combinatie met een ingang in te stellen drukt u op surroundfunctie
6
op de voorzijde of op c op de afstands be-
diening en op
KL
Z tot de gewenste surround-
functie in de display F verschijnt.
Denk er aan dat Dolby Digital en DTS alleen verschijnen wanneer een digitale ingang is gekozen.
Nadat de surroundfunctie met de huidige ingang is gekozen, herhaalt u de instelling met alle ingangen die u wilt gebruiken. De surroundfunctie kan later op elk moment worden veranderd en het geheugen van de AVR onthoudt de gemaakte instelling tot deze wordt veranderd.
Configureren Stereo Functies (Surround Uit)
Voor superieure weergave van tweekanaals materiaal biedt de AVR twee stereofuncties: een analoge Stereo­Direct functie waarbij de digitale signaalbewerking wordt gepasseerd en zo een compleet analoge signaalweg ontstaat en de zuiverheid van het signaal blijft behouden, en een digitale functie waarbij het Bas Management voor optimale verdeling van het laag over kleinere luidsprekers en de subwoofer wel actief blijft.
Stereo-Direct (Bypass) Functie
Wanneer de analoge Stereo-Direct functie wordt gekozen door op de Stereo Functiekeuze J tot
SURROUND OFF
AVR het analoge materiaal direct doorsturen naar de front links en rechts luidsprekers en wordt het digitale gedeelte overgeslagen.
In deze functie worden de front links en rechts luidsprekers automatisch als geconfigureerd; het is niet mogelijk in dit geval
SMALL
(klein) in te stellen.
in de display F, zal de
LARGE
(groot)
NEDERLANDS
SYSTEEMCONFIGURATIE
13
Systeemconfiguratie
Met de AVR in Stereo Bypass (passeerfunctie) kunt u nog altijd de subwoofer configureren zodat die uitgeschakeld is en een breedbandsignaal naar de front links/rechts luidsprekers wordt gestuurd, dan wel deze configureren zodat de subwoofer geactiveerd wordt. Standaard is de subwoofer uitgeschakeld in deze functie, maar u kunt dat als volgt veranderen:
Druk op 1. Luidsprekerkeuze 9.
Druk op 2. OK A om het configuratie menu op te roepen.
KL
Druk op 3. om de gewenste optie te kiezen. schakelt de subwoofer uit, terwijl
Z op de afstandsbediening
SUB NONE
SUB <L+R>
deze inschakelt.
4. OK
Is de gewenste instelling gemaakt druk dan op
A
om naar normaal bedrijf terug te gaan.
Stereo-Digitaal Functie
Wanneer de Stereo-Direct (passeerfunctie) functie wordt gebruikt, gaat altijd een breedband signaal naar de front links/rechts luidsprekers. In dat geval gaat vanzelfsprekend geen signaal door de digitale bewerking van de AVR. Wanneer uw front luidsprekers geen breedband typen zijn maar ‘satelliet’ luidsprekers, raden we u aan voor stereo luisteren niet de Bypass functie te gebruiken, maar de
DSP SURROUND OFF
functie.
Om in tweekanaals stereo te luisteren en gebruik te maken van het Bas Management systeem drukt u op
Stereofunctie display
F
J
tot
SURROUND OFF
in de
.
In deze functie wordt de instelling voor de front links/ rechts luidsprekers en de subwoofer ge volgd van de specifieke luidspreker configuratie.
Instelling vertraging
Alleen voor de Dolby of DTS functies dient de ver­tragings tijd ingesteld te worden. Denk er aan dat de vertragingstijd voor andere functies niet instelbaar is.
Vanwege de verschillende afstanden tussen de luisterpositie tot de front luidsprekers en de surround luidsprekers, is ook de tijd die het geluid nodig heeft om uw oren te bereiken ook verschillend. Door gebruik te maken van de vertraging kunnen deze verschillen in luidsprekerpositie en kamerakoestiek in uw luisterruimte of home theater gecompenseerd worden.
De fabrieksinstelling is geschikt voor de meeste luisterkamers, maar in sommige gevallen zijn de afstanden tussen de front en de surround luidsprekers ongebruikelijk en dat kan tot gevolg hebben dat het geluid van de front kanalen geen eenheid meer vormt met de surround kanalen.
Om de front, centrum en surround kanalen opnieuw te synchroniseren, gaat u als volgt te werk:
1.
Meet de afstand in meters tussen de luister/kijk­positie tot de front luidsprekers.
2.
Meet de afstand tussen de luister/kijkpositie tot de surround luidsprekers.
Druk op 3. Vertraging B.
4.
FRONT DELAY
Wanneer verschijnt drukt u op
KL
Druk op 5.
Z op de afstandsbediening om
in de display F
OK A.
de afstand van de front links/rechts luidsprekers tot uw luisterpositie in te voeren. Druk op OK A wanneer dit afgerond is.
KL
Druk op 6.
CENTER DELAY
en druk op
Z op de afstandsbediening tot
in de display F verschijnt
OK A (na
CENTER DELAY
– center vertraging – verschijnt
FRONT R DELAY
KL
Druk op 7.
– front R vertraging)..
Z op de afstandsbediening om de afstand van de centrum luidspreker tot de luisterpositie in te voeren en druk op
KL
Druk op 8.
SURR DELAY R SURR DELAY L
Z op de afstandsbediening tot
(surr R vertraging) en daarna (surr L vertraging) in de
onderste display regel verschijnt en druk op
A
.
KL
Druk op 9.
Z op de afstandsbediening om de afstand van de surround luidsprekers tot de luisterpositie in te voeren en druk op
10.
Nadat alle instellingen zijn gemaakt keert de AVR in vijf seconden naar normaal bedrijf terug.
Nachtfunctie
De nachtfunctie is een functie van Dolby Digital die een speciale bewerking gebruikt om het dynamisch bereik en de verstaanbaarheid van het filmgeluid te behouden, terwijl het piekniveau begrensd wordt. Zo wordt voorkomen dat plotseling pieken anderen storen, zonder dat de impact van de digitale bron al te zeer wordt aangetast. Denk er aan dat de nacht­functie alleen beschikbaar is bij de Dolby Digital surroundfunctie.
Om de nachtfunctie in te stellen drukt u op
ingangs keuze A op de voorzijde of op 5 op
de afstandsbediening en u kiest de ingang die is gekoppeld aan de digitale ingang en de Dolby Digital surroundfunctie.
OK A.
OK A.
OK
Druk vervolgens op nachtfunctie O op de afstandsbediening. Zodra op deze toets wordt gedrukt verschijnt
D-RANGE
(Dynamic Range - dynamisch bereik) gevolgd door de huidige instelling (MID, MAX, OFF) in de display F. Druk binnen vijf seconden op
KL
Z om de gewenste instelling te kiezen:
OFF
(uit): wanneer OFF (uit) in de display verschijnt
is de nachtfunctie uitgeschakeld.
MID
(medium): wanneer MID (medium) in de
display staat, wordt een geringe compressie toegepast.
MAX
: wanneer MAX in de display staat, wordt
maximale compressie toegepast.
Wanneer u de nachtfunctie wilt gebruiken, raden wij u aan de MID (medium) instelling als uitgangspunt te gebruiken en later zonodig op MAX over te schakelen.
Uitgangsniveau
Het instellen van de uitgangsniveaus is een belangrijk onderdeel van het configuratieproces bij een surround sound product. Het is in het bijzonder belangrijk bij een Dolby Digital ontvanger als de AVR, aangezien de juiste uitgangssignalen ervoor zorgen dat het filmgeluid met de juiste richting en intensiteit wordt weergegeven.
OPMERKING: luisteraars zijn vaak onzeker over werking van de surround kanalen. Sommigen menen dat er altijd geluid uit alle luidsprekers moet komen, terwijl er juist voor het merendeel van de tijd weinig of geen geluid uit de surround kanalen komt. Dat komt omdat ze alleen gebruikt worden wanneer een regisseur of geluidstechnicus daar specifiek een geluid toevoegt om een klankbeeld te creëren, een geluidseffect of een actie te laten bewegen van het front van de kamer naar de achterzijde. Wanneer de uitgangsniveaus correct zijn ingesteld, is het normaal dat de surround luidsprekers slechts zo nu en dan actief zijn. Het volume van de achter luidsprekers extra verhogen kan juist de illusie van een omringend klankbeeld teniet doen, in afwijking van de manier waarop het geluid in een bioscoop of concertzaal wordt ervaren.
BELANGRIJK: Het uitgangsniveau kan apart worden ingesteld voor elke digitale en analoge surround functie. Daarmee kunnen niveauverschillen tussen de luidsprekers gecompenseerd worden, en tevens kunnen verschillen afhankelijk van de gekozen surround functie, of het niveau van bepaalde luidsprekers naar eigen inzicht verhoogd of verlaagd worden, afhankelijk van de gekozen surround functie. Denk er aan dat instellingen voor elke surround functie effectief zullen zijn voor alle ingangen die gekoppeld zijn aan die surround functie.
14
SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
Voor het instellen van de uitgangsniveaus er voor zorgen dat alle luidsprekers correct zijn aan gesloten. Voor een gemakkelijke opzet volgt u onderstaande aanwijzingen vanuit de meest gebruikte luisterpositie:
1.
Controleer of alle luidsprekers op de juiste manier zijn geconfigureerd op
LARGE
en
SMALL
als
eerder beschreven.
2.
Stel het volume zo in dat
-15
wordt aangegeven,
als aangegeven in de in-beeld display en de
display
F
.
Om de uitgangen te kalibreren en in te stellen gaat u als volgt te werk. Het is verstandig voor een optimale instelling, deze te doen vanaf uw favoriete luisterpositie. Daar de instellingen voor elke surround functie gemaakt moeten worden, is het aan te bevelen een ingang te kiezen die gekoppeld is aan een willekeurige Dolby Pro Logic II functie, daarvoor de instellingen te maken en dan alle ingangen die u gebruikt langs te lopen en de daaraan gekoppelde surroundfuncties. Herhaal zonodig de instellingen voor een nog niet ingestelde surroundfunctie.
Kies een willekeurige ingang die is gekoppeld
1. aan een Dolby Pro Logic II surround functie door op Ingangen
PRO LOGIC II
A5
te drukken tot
in de Display F verschijnt.
Druk op 2. Test b op de afstandsbediening. De aanduiding
display
3.
Het testsignaal rouleert dan met de klok mee en
T-T FL 0DB
F
.
verschijnt in de
blijft twee seconden op elke luidspreker staan. Tijdens het rouleren lichten de indicaties
C, FR, SR, SL
(Front Left, Center, Front Right,
FL
,
Surround Right, Surround Left) in de display
F
op. Draai nu het volume wat hoger tot u het
signaal goed kunt horen.
BELANGRIJK: omdat dit testsignaal een veel lager niveau heeft dan normale muziek dient u het volume, na de instelling van alle kanalen, terug te nemen, maar voordat u het testsignaal uitschakelt.
BELANGRIJK: het is verstandig om eerst te controleren of alle luidsprekers correct zijn aangesloten. Luister tijdens het rouleren of het geluid uit de luidspreker komt die in de display wordt aangegeven. Is dat NIET het geval schakel de AVR dan met de netschakelaar
0
uit en controleer de
aansluitingen van desbetreffende luidspreker.
Nadat de luidsprekerposities gecontroleerd zijn laat u het testsignaal weer rouleren en u luistert of alle kanalen even luid klinken. Met de front links luidspreker als referentie drukt u op
KL
Z op de afstandsbediening om alle luidsprekers op hetzelfde niveau te krijgen. Door op een van de toetsen
KL
te drukken zal het testsignaal op de luidspreker van dat moment blijven om de instelling te kunnen maken. Vijf seconden na het loslaten van de toets zal het rouleren verder gaan.
Ga door met corrigeren tot alle luidsprekers hetzelfde niveau hebben. Let op dat de instellingen uitsluitend gemaakt worden met
KL
Z op de
afstandsbediening en NIET met de volumeregelaar.
Wanneer alle kanalen hetzelfde uitgangsniveau hebben, zet u met volume
D7
het niveau op ca.
-40 dB, anders zal het afspeelniveau te hoog zijn zodra de muziek begint te spelen. Daarna drukt u op Test
b
om de testtoon uit te schakelen en het proces af
te ronden.
BELANGRIJK: de gemaakte instelling is actief voor de nu gekozen surroundfunctie en tevens voor andere ingangen met dezelfde surroundfunctie. Om de uitgangsniveaus met andere surroundfuncties te corrigeren, schakelt u door alle ingangen met
ingangskeuze ingangstoets
A
op de voorzijde of de juiste
5
op de afstandsbediening. Wanneer de indicatie van een surroundfunctie waarvoor de niveaus nog niet zijn gecorrigeerd in de
display
F
oplicht, herhaal dan de bovenomschreven instelling. Zo kunt u verschillen in niveaus tussen luidsprekers, die per surroundfunctie kunnen verschillen, compenseren, of het niveau van bepaalde luidsprekers bewust verhogen of verlagen, e.e.a. afhankelijk van de gekozen surroundfunctie.
Zodra de op de vorige pagina beschreven instellingen zijn gemaakt kan de AVR gebruikt worden. Hoewel er nog extra instellingen gemaakt kunnen worden, dient dit bij voorkeur te gebeuren nadat naar meerdere bronnen is geluisterd met verschillende soorten programmamateriaal. Bovendien kan elke instelling die u in het begin gemaakt heeft, later gewijzigd worden. Bij het toevoegen van nieuwe of andere bronnen of luidsprekers, of wanneer u de instellingen naar eigen inzicht wilt veranderen, volg dan eenvoudig de aanwijzingen voor het veranderen van de parameter als hiervoor beschreven. Denk er aan dat elke wijziging van de instellingen in het geheugen van de AVR opgeslagen worden, ook wanneer deze wordt uitgeschakeld, tenzij een reset wordt uitgevoerd (zie pagina 22).
Nu u klaar bent met de instelling en configuratie van de AVR staat u op het punt het beste in muziek en home theater weergave te beleven. Veel plezier!
NEDERLANDS
SYSTEEMCONFIGURATIE
15
Bediening
Basisbediening
Nadat u de installatie en de configuratie van de AVR heeft voltooid, kan het apparaat in gebruik worden genomen en kunt u ervan gaan genieten. Voor optimaal plezier van uw nieuwe receiver gaat u als volgt te werk:
Inschakelen van de AVR
Wanneer u de AVR voor het eerst in gebruik neemt drukt u netschakelaar in om het apparaat in te schakelen. Het apparaat komt dan in de standby positie, als aangegeven door de oranje kleur van de lichtnetindicatie
2
. Vanuit de standby positie kan het apparaat worden ingeschakeld door op Standby op ingangskeuze drukken, of op AVR op de afstandsbdediening
g
. Merk op dat de lichtnetindicatie 2 blauw wordt. Het apparaat schakelt nu in op de laatst gebruikte bron. Het apparaat kan ook ingeschakeld worden door op één van de ingangskeuze op de afstandsbediening.
Opmerking: nadat u op DVD of HDMI 1 5 heeft gedrukt om het apparaat in te schakelen, drukt u op AVR
g
om de afstandsbediening de AVR-functies te laten bedienen. Raadpleeg zonodig het Overzicht Functies Afstandsbediening op pagina 7.
Om het apparaat uit te schakelen aan het einde van een luistersessie drukt u eenvoudig op Standby 1 op het frontpaneel of op Uitschakelen afstandsbediening.
Als de afstandsbediening gebruikt wordt om het apparaat uit te schakelen, gaat het systeem eigenlijk in standby, als wordt aangegeven door de oranje kleur van de lichtnetindicatie
Bent u gedurende langere tijd afwezig, dan is het verstandig om het apparaat helemaal uit te zetten met de netschakelaar
OPMERKING: alle voorkeurposities in het geheugen kunnen verloren gaan wanneer het apparaat langer dan twee weken spanningloos blijft of de
netschakelaar
0
Gebruik sluimerfunctie
Om de AVR te programmeren voor automa tische uitschakeling, drukt u op Sluimerfunctie op de afstandsbediening. Telkens wanneer op deze toets wordt gedrukt wordt de tijd tot het uitschakelen verkorten in de volgende reeks:
Wanneer de geprogrammeerde sluimertijd voorbij is, schakelt het apparaat automatisch uit (naar standby). Denk er aan dat de display naar halve sterkte gaat als de sluimerfunctie is geprogrammeerd. Om de sluimerfunctie te laten vervallen drukt u
0
A
op het frontpaneel te
5fg
2
.
0
.
uit staat.
op het frontpaneel
1
of
toetsen te drukken
3
op de
d
op Sluimerfunctie d en houdt deze vast tot de display weer de normale sterkte heeft en de aanwijzing verschijnt.
SLEEP OFF
in de display F
Ingangskeuze
Om een bron te kiezen drukt u op een van de ingangskeuze afstandsbediening.
Opmerking: nadat u op DVD of HDMI 1 5 heeft gedrukt om het apparaat in te schakelen, drukt u op
AVR Keuze g om de afstandsbediening de AVR-
functies te laten bedienen.
De bron kan ook gewijzigd worden door op
ingangskeuze
drukken. Telkens wanneer u de toets indrukt zal de volgende bron in de reeks beschikbare bronnen gekozen worden.
Wanneer een andere ingang wordt gekozen schakelt de AVR automatisch naar de digitale ingang (indien gekozen), de surroundfunctie en de luidsprekerconfiguratie die tijdens het configureren voor die bron is geprogrammeerd.
De Video 3 ingangen H, Optisch Digitale Ingang 3 4, of de Coax Digitale Ingang 3
G
op de voorzijde kunnen gebruikt worden om tijdelijk een videospelletje of een camcorder op het entertainment systeem aan te sluiten.
Wanneer een andere ingang wordt gekozen,
verschijnt de naam van die ingang in de display
F
.
Wanneer een pure audiobron (tuner, CD, tape, 6/8 kanaals directe ingang) wordt gekozen, blijft de laatst gebruikte video ingang verbonden met de video uitgangen
monitor uitgang
naar verschillende bronnen worden gekeken en geluisterd.
Wanneer een videobron wordt geselecteerd, zal het audiosignaal naar de luidsprekers gestuurd worden en het videosignaal naar de juiste
Monitor uitgang B en kan deze, op een TV
monitor die is aangesloten op de AVR, bekeken worden. Indien een component video bron is aangesloten op de Video 1 componentingangen, dan wordt het signaal doorgegeven naar de
uitgang E. Zorg ervoor dat uw TV is ingesteld
op de juiste ingang om het geschikte videosignaal te zien (composiet of component video).
5fg
A
op het frontpaneel te
4I
B
. Zo kan tegelijkertijd
8
en Video 2 F
Component video-
op de
en video
Gebruik hoofdtelefoon
Stel het volume naar wens in met Volume D op het frontpaneel of volume hoger/lager de afstandsbediening.
Om alle luidsprekers tijdelijk uit te schakelen druk u op de toets signaal naar alle luidsprekers en de hoofd telefoon
Muting 4. Dit zal het
7
onderbreken, maar heeft geen invloed op een lopende opname of kopiëren. Druk nogmaals op
Muting 4 om het geluid weer in te schakelen.
klankregeling
Tijdens het luisteren kunt u de laag en de klankregeling hoog gebruiken het geluid naar eigen smaak in te stellen of de kamerakoestiek te compenseren. Merk op dat deze regelaars geen invloed hebben bij gebruik van de 6-kanaals directe ingang.
Om een ‘rechte’ frequentiekarakteristiek te krijgen en de klankregeling en de balans van de AVR uit te schakelen drukt u op Klankregeling in/uit
T
zodat de indicatie
display
F
verschijnt. Om de regeling weer in te
schakelen drukt u nogmaals op Klankregeling
in/uit T zodat display F verschijnt.
Om de lage of hoge tonen in te stellen zo vaak op
Klankregeling T drukken tot 'Bass' of 'Treble'
in de Display daarna op Druk daarna weer op Klankregeling T om het Menu Klankregeling te verlaten.
Om alleen te luisteren sluit u een hoofd- telefoon met 6,3 mm stereo jackplug aan op de hoofdtelefoonuitgang paneel. Merk op dat wanneer de plug van de hoofdtelefoon wordt aangesloten, het woord
HEADPHONE
en dat alle luidsprekers uitgeschakeld worden. Wanneer de plug wordt uitgetrokken zullen de luidsprekers weer ingeschakeld worden.
Wanneer de hoofdtelefoon in gebruik is, kunt
u de Dolby Headphone functie gebruiken wat meerruimte geeft aan het luisteren met hoofd­telefoon. Druk op Dolby Functie Q of op Surround Funtiegroep 6 om te kiezen uit de drie Dolby Headphone functies.
A B
TONE OUT
TONE IN
F
verschijnt. Druk op OK A en
Z om de balans in te stellen.
3
kort door de display F loopt
Keuze Surround Functies
Eén van de belangrijkste eigenschappen van de AVR is de mogelijkheid een volledig meerkanaals surround klankbeeld weer te geven van digitale bronnen, analoge matrix gecodeerde programma’s en standaard stereo en zelfs mono programma’s. Alles bij elkaar zijn vijftien luisterfuncties beschikbaar op de AVR.
Het kiezen van de surroundfunctie is in wezen een persoonlijke zaak, net als het soort programma dat u gebruikt. Films, CD's en TV-programma's met de logo's van een van de belangrijke surround processen, zoals Dolby Surround, worden afgespeeld in Dolby Pro Logic II Movie (films) of Music (bij muziek) surround of met de exclusieve Harman Kardon Logic 7 Movie functie, zodat een breedbandig en discreet 5.1
op
kanaals surround signaal van de surround gecodeerde programma's ontstaat met een stereo links/rechts signaal, net als in werkelijkheid. In dat geval hoort u geluid dat van links komt alleen links.
tijdelijk in de
tijdelijk in de
op het front-
16
BEDIENING
Bediening
Denk er aan dat bij gebruik van Dolby Digital 2.0 signalen (bijvoorbeeld 'D.D. 2.0' nummers van een DVD) die gecodeerd zijn met Dolby Pro Logic informatie, binnenkomend via een willekeurige digitale ingang, automatisch Dolby Pro Logic II gekozen zal worden (als aanvulling op de Dolby Digital functie) en ook van deze opnamen een volledig 5.1 surround sound zal decoderen.
Om een breed omringend klankbeeld te creëren en alle bewegingen duidelijk te houden bij analoge opnamen kiest u Dolby Pro Logic II Music of de exclusieve Harman Kardon Logic 7 Music functie wat een dramatische verbetering oplevert vergeleken met Dolby Pro Logic I van voorheen.
OPMERKING: wanneer een programma is gecodeerd met matrix surround informatie blijft deze informatie behouden zolang het programma in stereo wordt uitgezonden. Films met surround geluid kunnen dus gedecodeerd worden met elke analoge surround functie, zoals Pro Logic of Logic 7, wanneer deze door conventionele TV-zenders, betaal-TV of satellieten worden uitgezonden. Bovendien worden er steeds meer TV-programma’s, sportuitzendingen, hoorspelen en muziek-CD’s opgenomen met surround geluid. U kunt een overzicht van deze programma’s bekijken op het web van Dolby Laboratories: www.dolby.com.
Zelfs wanneer een programma niet wordt aangegeven als drager van standaard surround informatie, zult u merken dat de Dolby Pro Logic II, Dolby 3 Stereo of Logic 7 functies vaak een omringend surround klankbeeld leveren, gebruik makend van de natuurlijke surround informatie die in alle stereo opnamen aanwezig is.
Dolby Virtual Speaker technologie maakt gebruik van de nieuwe generatie algoritmes die de dynamiek en surround sound effecten van een exact 5.1 kanaals luidsprekersysteem weer te geven via alleen de front links en rechts luidsprekers. In de Referentie Functie wordt de schijnbare breedte van het frontbeeld bepaald door de afstand tussen de twee luidsprekers. De functie Breed geeft een nog breder frontbeeld wanneer de beide luidsprekers wat te dicht bij elkaar staan.
Q
Dolby Surround II (Movie, Music of Game), Dolby Pro Logic, Dolby 3 Stereo, 2 Luidspreker Functie/Dolby VS Ref, 3 Luidspreker Functie/Dolby VS Ref, 2 Luidspreker Functie/Dolby VS Breed, 3 Luidspreker Functie/Dolby VS Breed, 4 Luidspreker Functie/Dolby VS Breed, 5 Luidspreker Functie/Dolby VS Breed. Bij het kiezen van 2, 3, 4 en 5 Luidspreker Functies, even 2 seconden wachten tot de display aangeeft welke Dolby Virtual Speaker functie actief is.
schakelt tussen Dolby PL
Surround functies worden gekozen via de toetsen op het frontpaneel of op de afstandsbediening. Om een surround functie op het frontpaneel te kiezen, drukt u op Surround Functie Groepskeuze door de verschillende beschikbare surround groepen te lopen (bijvoorbeeld een Dolby of een Logic 7 functie). Druk op Surround Functiekeuze C om de specifieke functie binnen de gewenste groep te kiezen (voorbeeld: binnen de Dolby functiegroep zijn de opties Dolby Pro Logic I, Dolby Pro Logic II Music, Dolby Pro Logic II Movies en Dolby 3 Stereo). Om met de afstandsbediening een surround functie te kiezen drukt u op één van de toetsen
IJKPQc
verschijnt. Door op een toets te drukken verschijnt de functie in de display F. Denk er aan dat de gekozen functie aan de ingang gekoppeld blijft tot een andere wordt gekozen.
Opmerking: de naam van elke surround functie loopt door de display gekozen. Om te voorkomen dat het kiezen van de surroundfunctie onbedoeld wordt verlaten, drukt u op
KL
Z terwijl de functie nog zichtbaar is.
Merk op dat de functies Dolby Digital en DTS slechts gekozen kunnen worden wanneer een digitale bron gekozen is. Bovendien zal de AVR bij aanwezigheid van een digitale bron automatisch naar de juiste functie (Dolby Digital of DTS) overschakelen, e.e.a. onafhankelijk van de tevoren gekozen functie. Voor meer informatie over het kiezen van digitale bronnen in het volgende hoofdstuk van deze handleiding.
Om naar een programma te luisteren in traditioneel tweekanaals stereo met alleen de front luidsprekers links en rechts (en de subwoofer indien geïnstalleerd en geconfigureerd), volgt u de hierboven gegeven aanwijzingen voor de afstandsbediening tot
SURR OFF
in de display F verschijnt.
tot de gewenste functie
F
terwijl de functies worden
6
om
Digitale audioweergave
Digitale audio is een belangrijke vooruitgang ten opzichte van de vroegere analoge matrix surround systemen. Het beschikt over vijf gescheiden kanalen: front links, midden, front rechts, links surround en rechts surround. Elk kanaal reproduceert het volledige frequentiebereik (20 Hz tot 20 kHz) en bezit een aanzienlijk groter dynamisch bereik en ruimere signaal/ruis-afstand. Bovendien hebben digitale systemen de mogelijkheid een extra kanaal te leveren dat speciaal bedoeld is voor lage frequenties. Dit is het ‘.1’ kanaal waarnaar wordt verwezen wanneer u deze systemen beschreven ziet als ‘5.1’ bijvoorbeeld. Het baskanaal is gescheiden van de andere kanalen, maar aangezien de bandbreedte opzettelijk beperkt is, hebben technici er die specifieke benaming aan gegeven.
Dolby Digital
Dolby Digital (oorspronkelijk AC-3® genaamd) is een standaard deel van DVD, is beschikbaar op satelliet uitzendingen en maakt deel uit van het nieuwe High Definition televisie (HDTV) systeem.
DTS
DTS is een ander digitaal audio systeem dat 5.1 audio kan leveren. Hoewel zowel DTS als Dolby Digital digitaal zijn, maken ze gebruik van andere methoden om de signalen te coderen en hebben daarom andere decoders nodig om de digitale signalen weer naar analoog om te zetten.
PCM Audio afspelen
PCM (Puls Code Modulatie) is een ongecomprimeerd digitaal audiosysteem voor compact disc en sommige speciale PCM gecodeerde DVD’s. De digitale schakelingen in de AVR zijn geschikt voor hoogwaardige digitaal/analoog omzetting en kunnen direct met de digitale audio-uitgangen van uw CD/ DVD-speler worden verbonden.
Verbinden met de digitale (optisch of coax) ingang
9L
op de achterzijde, of op een digitale ingang
4G
op de voorzijde.
Om naar een PCM digitale bron te luisteren eerst de ingang (b.v. CD) kiezen om het videosignaal (indien aanwezig) naar de TV te voeren en een analoog signaal te leveren voor opname.Druk vervolgens op de
digitale ingangskeuze Y en gebruik vervolgens
KL
de
Z op de afstandsbediening, tot de
gewenste keuze
F
verschijnt. Druk op OK A om de gewenste
keuze in te voeren.
Wanneer een PCM bron speelt verschijnt kort de aanwijzing PCM in de display weergave kunt u elke surround functie kiezen, behalve Dolby Digital of DTS.
OPTICAL
of
F
COAX
in de display
. Tijdens PCM-
NEDERLANDS
BEDIENING
17
Bediening
Digitale bron kiezen
Om een digitale functie te gebruiken dient een digitale bron correct op de AVR te zijn aangesloten. Sluit de digitale uitgangen van de DVD-spelers, HDTV­ontvangers, satellietsystemen en CD-spelers aan op de digitale (optisch of coax) ingang de achterzijde of op de voorzijde. Om ook analoog te kunnen opnemen, dienen de analoge uitgangen van de digitale bron te worden verbonden met de juiste ingangen op de achterzijde van de AVR (voorbeeld: sluit de analoge stereo uitgang van een DVD-speler aan op de DVD-ingang 5 op de achterzijde, naast de digitale uitgangen van de bron).
Voor het afspelen van een digitale bron als DVD, kiest u eerst de ingang via de afstandsbediening of op de voorzijde, als in deze handleiding beschreven, om het videosignaal (indien aanwezig) naar de TV-monitor te sturen en het analoge audiosignaal voor opname beschikbaar te hebben. Wanneer de digitale ingang van de DVD-speler niet automatisch wordt gekozen (als gevolg van eerder gemaakte instellingen bij de configuratie van het systeem, zie pagina 12), kies dan de digitale bron met de digitale ingangskeuze
Y
en gebruik KL Z op de afstandsbediening om de optical ( kiezen, als aangegeven in de display digitale bron, dan zal de AVR automatisch signaleren of het om een meerkanaals Dolby Digital, DTS bron of een conventioneel PCM signaal, het standaard signaal van CD-spelers gaat.
OPT
) or coaxial (
Digitale status
Wanneer een digitale bron speelt, herkent de AVR het type bitstream data is. Gebruik makend van deze informatie wordt de juiste surroundfunctie automatisch gekozen. Voorbeeld: bij DTS bitstream activeert het apparaat de DTS-decoder en bij Dolby Digital de Dolby Digital decoder. Wanneer PCM-data binnenkomen van CD's en sommige muziek-DVD's of bepaalde nummers op normale DVD's, kan de juiste surround functie door de gebruiker zelf worden gekozen.
Bij het afspelen van een digitale bron, geeft de AVR zelf aan om welk type bitstream het gaat. Deze aanwijzingen verschijnen kort nadat een ingang of surround functie is veranderd en blijft ca. vijf seconden in de display surround functie weer verschijnt.
F
staan waarna de gebruikelijke
9L
COAX
F
op
4G
) ingangen te
. Speelt een
Surround Functies
Voor Dolby Digital en DTS bronnen verschijnt een driecijferige indicatie met het aantal kanalen in het signaal. Voorbeeld van de indicatie is 3/2/.1.
Het eerste cijfer geeft aan hoeveel discrete front kanalen aanwezig zijn.
Een 3 geeft aan dat er gescheiden front links, centrum en rechts signalen beschikbaar zijn. Dit wordt aangegeven bij Dolby Digital 5.1 en DTS 5.1 programma’s.
Een 2 geeft aan dat er gescheiden front links en rechts signalen aanwezig zijn, maar geen discreet centrum kanaal. Dit wordt aangegeven voor Dolby Digital bitstream met stereo programmamateriaal.
Een 1 geeft aan dat er alleen een monosignaal in het Dolby Digital bitstream aanwezig is.
Het middelste cijfer geeft aan hoeveel discrete surround signalen aanwezig zijn.
Een 2 geeft aan dat gescheiden surround links en rechts beschikbaar zijn. Wordt aangegeven voor Dolby Digital 5.1 en DTS 5.1 programma’s.
Een 1 geeft aan dat slechts één enkel surround kanaal gecodeerd is. Dit verschijnt bij Dolby Digital bitstream met matrix codering.
Een 0 geeft aan dat er geen surround informatie aanwezig is. Dit verschijnt bij twee kanaals stereoprogramma’s.
Het laatste cijfer geeft aan of er een discreet Low Frequency Effect (LFE) kanaal aanwezig is. Dit is de “.1” in de algemeen gebruikte afkorting “5.1” en is een speciaal kanaal dat alleen maar laag bevat.
Een 1 geeft aan dat een LFE kanaal aanwezig
is. Verschijnt bij Dolby Digital 5.1 en DTS 5.1 programma’s indien aanwezig.
Een 0 geeft aan dat er geen LFE kanaal be schikbaar is. Ook al is er echter geen LFE kanaal, toch zal er laagfrequent materiaal in de subwoofer aanwezig zijn wanneer de luidspreker configuratie is ingesteld op de aanwezigheid van een subwoofer.
De aanwijzing onderste regel van de display de digitale datastroom onderbroken of niet langer beschikbaar is. Wanneer dat gebeurt heeft de digitale processor van het apparaat geen signaal waarop kan worden ‘gelocked’ en is daarmee ontkoppeld. Deze aanwijzing kan verschijnen wanneer een DVD wordt gestart totdat de digitale bitstream op gang komt en de processor kan bepalen welke functie moet worden gekozen; of op elk moment dat de datastroom wegvalt of wordt onderbroken, zoals bij het bekijken van menu’s bij sommige discs, of wanneer de speler schakelt tussen de verschillende delen van een disc. Ook kan de aanwijzing verschijnen wanneer een satellietontvanger, een set-top box of HDTV-tuner wordt gebruikt en het audiosignaal tijdelijk wordt onderbroken wanneer een ander kanaal wordt gekozen of wanneer de kabelbox schakelt van een kanaal met digitale datastroom naar een met alleen analoge audio. De en duidt niet op een probleem met uw receiver. Het vertelt u slechts dat de in komende datastroom om een aantal mogelijke redenen onderbroken of niet aanwezig is.
Wanneer Dolby Digital 3/2/.1 of DTS 3/2/.1 signalen worden afgespeeld schakelt de AVR automatisch naar de juiste surround functie en kan geen andere bewerking worden gekozen. Wanneer een Dolby Digital signaal met 3/1/0 of 2/0/0 signaal binnenkomt kunt u elke gewenste Dolby surround functie kiezen.
Het is altijd verstandig de uitlezing van de kanaalgegevens te controleren om er zeker van te zijn dat die overeenkomt met de audio logo informatie op de achterzijde van de DVD verpakking. Soms ziet u een indicatie als “2/0/0/” zelfs op discs met een compleet
5.1 of 3/2/.1 signaal. In dat geval is het belangrijk de instellingen van uw DVD-speler of het audiomenu voor de spelende disc te controleren om er zeker van te zijn dat het juiste signaal naar de AVR wordt gestuurd.
UNLOCK
UNLOCK
kan verschijnen in de
F
. Dat geeft aan dat
aanwijzing is normaal
18
BEDIENING
Bediening
Nachtfunctie
Een speciale functie van Dolby Digital. Deze functie stelt u in staat om Dolby Digital bronnen volledig verstaanbaar af te spelen, maar met beperkte maximale piekniveaus, terwijl de zwakke signalen 1/4 tot 1/3 opgetrokken worden. Zo wordt vermeden dat abrupt luide overgangen anderen storen, zonder de impact van de digitale bron te beperken. De nachtfunctie is alleen beschikbaar wanneer de Dolby Digital functie gekozen is.
De nachtfunctie kan worden gekozen wanneer een Dolby Digital DVD speelt door op nachtfunctie O
KL
KL
Z tot
op de afstandsbediening. Druk vervolgens op
Z
om de gematigde of de volledige compressie (medium of full) van de nachtfunctie te kiezen. Om de nachtfunctie uit te schakelen drukt u op de aanwijzing onderin de video display en de display
F
D-RANGE OFF
gekozen worden om altijd op dat compressieniveau te zijn, zodra de Dolby Digital functie wordt geactiveerd via de opties in het nachtfunctie menu. Zie pagina 19 voor nadere informatie over het gebruik van deze optie. Zie hierboven voor informatie over deze optie.
BELANGRIJK BIJ DIGITALE WEERGAVE
Wanneer de digitale bron stopt, in pauze, in de 1. functie snel zoeken of hoofdstuk zoeken staat, zullen de digitale gegevens tijdelijk stoppen. Dit is normaal en wijst niet op een probleem met de AVR of met de bron. De AVR zal, zodra de gegevens weer beschikbaar zijn en wanneer het apparaat weer op afspelen staat, naar de normale digitale weergave terugkeren.
Hoewel de AVR bijna alle DVD films, CD’s en 2. HDTV bronnen kan decoderen, is het mogelijk dat sommige toekomstige digitale formaten niet door de AVR verwerkt kunnen worden.
Denk er aan dat niet alle digitaal gecodeerde 3. programma’s en niet alle audionummers op een DVD volledig 5.1-kanaals audio bevatten. Raadpleeg de handleiding van het programma bij uw DVD om na te gaan welk type audio op de disc is opgenomen. De AVR herkent automatisch het gebruikte type digitaal surround signaal dat gecodeerd is en stelt zichzelf daar op in.
Wanneer een Dolby Digital of DTS bron speelt is het 4. mogelijk dat u onder bepaalde omstandigheden enkele van de analoge surroundfuncties niet kunt kiezen, zoals Dolby Pro Logic II, Dolby 3, Stereo, Hall, Theater, 5-kanaals Stereo of Logic 7, tenzij u gebruik maakt van speciale audionummers (zie indicatie ‘Dolby Digital’ op de pagina 17) of gekozen data formaat (zie ‘PCM Audioweergave’ op pagina 17).
. De nachtfunctie kan ook
Wanneer een Dolby Digital of DTS bron speelt kan 5. geen analoge opname worden gemaakt via de
Tape uitgangen 1 of Video 1 4 uitgangen,
wanneer de bron alleen is verbonden met een digitale ingang op de AVR. Maar het analoge twee kanaals signaal van die bron, de ‘mixdown’ naar Stereo of Dolby Surround, kan worden opgenomen door de analoge audio uitgangen met de juiste analoge ingangen (DVD bijvoorbeeld) van de AVR, ook wanneer de digitale ingang van de AVR gekozen blijft. Bovendien worden de digitale signalen worden doorgegeven naar de digitale
audio uitgangen
O
.
Opnemen
Bij normaal gebruik worden de audio en video signalen die op de AVR voor kijken en luisteren zijn gekozen door gestuurd naar de opname uitgangen. Dat betekent dat elk programma waar u naar kijkt of luistert simpelweg kan worden opgenomen door recorders aan te sluiten op de uitgangen
Outputs 1 of Video 1 4.
Tape
Aanpassen uitgangsniveaus
Het normale weergaveniveau van de AVR wordt ingesteld met behulp van het testsignaal, als beschreven op pagina 14. In sommige gevallen is het wenselijk de weergaveniveaus aan te passen met programmamateriaal waarmee u vertrouwd bent. Bovendien kan het niveau van de subwoofer alleen via deze procedure gecorrigeerd worden.
Om de uitgangen met behulp van pro gram ma­materiaal in te stellen, kiest u eerst de surround functie waarvoor u de luidsprekers wilt OK (zie opmerking verderop), door de gewenste ingang te kiezen, gekoppeld aan de gewenste surround functie, start het programmamateriaal en stel het referentieniveau voor de linker en rechter front luidsprekers met de
Volumeregelaar
Is het referentieniveau eenmaal ingesteld, druk
Kanaalkeuze a en merk op dat
dan op
FRONT L LEVEL
display
F
drukt u eerst op OK A en vervolgens verlaagt of verhoogt u het niveau met hiervoor NIET de volumeregelaar, daar deze de referentie zal veranderen.
Zijn de wijzigingen uitgevoerd druk dan op
KL
druk op OK te kiezen. Om het niveau van de subwoofer in te stelle drukt u op in de display alleen wanneer de subwoofer tijdens het configureren ook was gekozen. Zie pagina 12.
D7
.
gedurende vijf seconden in de
verschijnt. Om het niveau te veranderen
KL
Z. Gebruik
OK A en
Z om het volgende kanaal dat u wilt
KL
Z tot
WOOFER LEVEL
F
verschijnt. Deze indicatie verschijnt
Druk, zodra de naam van het gewenste kanaal in de
display F en in beeld verschijnt, op OK A en
volg de instructies op.
Herhaal de procedure zonodig, tot alle kanalen die u wilt afstellen zijn ingesteld. Druk als alle instellingen zijn uitgevoerd, tweemaal op de OK A en de AVR zal terugkeren naar normale bediening.
OPMERKING: de uitgangsniveaus kunnen voor iedere digitale en analoge surroundfunctie afzonderlijk ingesteld worden. Indien u andere niveaus voor een specifieke functie wenst, kies dan die functie en volg stapsgewijs bovengenoemde instructies.
Het veranderen van de niveaus als hiervoor aangegeven zal automatisch ook de niveaus die worden aangegeven tijdens de Instelling van het Uitgangsniveau (zie pagina 14) overeenkomstig veranderen en zullen in het geheugen van de AVR bewaard blijven, ook wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld. Voor wat betreft de Stereo functies, is de hier beschreven procedure de enige methode om een uitgangsniveau in te stellen.
Directe 6-kanaals ingang
De AVR is uitgerust voor uitbreiding in de toekomst door toepassing van extra, externe adapters voor formaten die de AVR niet kan verwerken. Wordt er een adapter aangesloten op de directe 6 kanaals
N
ingang directe ingang
voor de 6-kanalen kan tevens gekozen worden door op ingangskeuze Druk op deze toets tot de aanwijzing (direct kanaal) in display
Let op dat bij gebruik van de directe 6 kanaals ingang geen surroundfunctie gekozen kan worden, aangezien de externe decoder de bewerking bepaalt. Belangrijk: er verschijnt geen signaal op de opname-uitgangen wanneer de 6-kanalen directe ingang in gebruik is.
, dan kiest u die door op de 6-kanaals
6
te drukken. De directe ingang
A
op het frontpaneel te drukken.
CH DIRECT
F
.
Helderheid display
De display F op het frontpaneel van de AVR is standaard ingesteld op een helderheidsniveau dat voldoende is om de informatie in een normaal verlichte ruimte te kunnen lezen. Het is echter mogelijk dat u onder bepaalde omstandigheden de helderheid tijdelijk wilt wijzigen, of zelfs geheel wilt uitschakelen.
U kunt de helderheid van de display aanpassen door op Dimmer L op de afstandsbediening te drukken. Denk er aan dat de blauwe LED in de volumeregelaar en de lichnteindicatie 2 op normale sterkte blijven branden ten teken dat het apparaat nog aan staat.
NEDERLANDS
BEDIENING
19
Bediening
Geheugenbeveiliging
De AVR is uitgerust met een geheugenbeveiliging die de opgeslagen zenders van de tuner en de systeemconfiguratie vasthoudt als het apparaat helemaal wordt uitgeschakeld, de stekker uit het stopcontact wordt genomen of wanneer de netspanning uitvalt. Dit geheugen blijft ca. 1 weke behouden; daarna dient alle informatie opnieuw te worden ingevoerd.
Gebruik van tuner
De AVR is geschikt voor de ontvangst van MG, FM en FM stereo zenders plus de ontvangst van RSD­gegevens. Zenders kunnen met de hand worden afgestemd, of worden opgeslagen als voorkeurzenders en weer worden opgeroepen uit een geheugen met een capaciteit voor 30 posities.
Zenderkeuze
Druk op 1. MG/FM f op de afstandsbediening om de tuner als ingang te kiezen, of door op de voorzijde op ingang geactiveerd is, dan wel door direct op te drukken.
Druk nogmaals op 2. MG/FM f of op de MG/FM
8
om tussen MG en FM om te schakelen, tot het
gewenste bereik wordt aangegeven.
Druk op 3. Tuner Functie W op de afstandsbediening of houd Afstembereik op het frontpaneel 3 seconden ingedrukt om automatische of handafstemming te kiezen.
Drukt u op deze toets zodat
F
verschijnt dan zal door op Afstemmen
7U
te drukken de tuner gaan zoeken naar de eerstvolgende hoger of lager gelegen zender die met voldoende signaal binnenkomt. De indicatie
AUTO ST TUNED
de tuner stopt bij een stereo FM zender, of een
AUTO TUNED
FM mono zender is afgestemd. Druk nogmaals op de afstemtoetsen om naar de eerstvolgende zender te gaan.
A
te drukken tot de tuner
MG/FM 8
8
AUTO
in de display
verschijnt kort wanneer
indicatie wanneer een MG of een
Wordt op de toets gedrukt zodat
display
F
verschijnt zal de afgestemde frequentie bij elke druk één stap omhoog of omlaag gaan. Ontvangt de tuner een signaal dat sterk genoeg is voor goed ontvangst dan verschijnt de display
Opmerking: wanneer de FM-ontvangst van een stereozender zwak is, wordt de audiokwaliteit verbeterd door naar mono om te schakelen door op
Tunerfunctie W op de afstandsbediening of op Ontvangstbereik 8 op de voorzijde te drukken.
Daarop verschijnt kort en dooft vervolgens.
F
.
Ook kan er op zenders afgestemd worden door 4. eerst op Direct V te drukken en vervolgens met de
Cijfertoetsen X de frequentie van
de zender in te voeren. Wanneer het laatste cijfer van de frequentie ingevoerd is wordt automatisch op de gewenste zender afgestemd. Mocht u bij het invoeren van de frequentie een verkeerde toets drukken, druk dan op Wissen frequentie opnieuw in te voeren.
MANUAL
MANUAL
MANUAL TUNED
in de display F
D
in de
om de
in
Opslaan voorkeurzenders
Er kunnen 30 zenders worden opgeslagen in het geheugen van de AVR, die gemakkelijk kunnen worden opgeroepen via de toetsen op het frontpaneel, dan wel via de afstandsbediening.
Om een zender in het geheugen op te slaan, stemt u eerst op de zender af door de hierboven beschreven stappen uit te voeren en dan:
Druk op 1. Geheugen C op de afstands­bediening. Nu verschijnen twee streepjes in de
display
F
.
2.
Binnen vijf seconden kiest u nu met de
Cijfertoetsen X de positie waarop u de zender
wilt vastleggen. Eenmaal ingevoerd verschijnt het gekozen nummer in de display
3.
Herhaal deze procedure voor alle zenders die u vast wilt leggen.
Oproepen van voorkeurzenders
Om een eerder in het geheugen vastgelegde zenders met de hand te kiezen, drukt u op de
Cijfertoetsen X overeenkomend met de
gewenste zender in het geheugen.
Om stap voor stap de zenders in het geheugen te doorlopen. drukt u op Voorkeurposities de voorzijde, of op Voorkeuze hoger/lager op de afstandsbediening.
F
.
9
op
E
RDS
De AVR is uitgerust met RDS (Radio Data System), dat op FM radio een breed scala aan informatie biedt. RDS is een systeem voor het zenden van zendernamen of netwerkinformatie, een aanduiding van het programmatype van de zender, tekstboodschappen over de zender of muziekspecificaties en de juiste tijd.
RDS-Afstemming
Wanneer een FM-zender afgestemd is en het signaal bevat RDS-data geeft de AVR automatisch de naam van de zender of een programmaservice aan in de
display
F
.
RDS aanwijzingen
Het RDS-systeem biedt een breed aanbod aan informatie die als aanvulling op de zendernaam verschijnt wanneer voor het eerst op de zender wordt afgestemd. Bij normaal RDS gebruik zal de display de naam van de zender, zendgemachtigde of de oproepletters aangeven. Door op RDS functies
BF
te drukken kunt u door de verschillende
soorten informatie schakelen, in deze volgorde:
Zendernaam (soms, zoals in Nederland, b.v. de naam van de omroep)
Zendfrequentie(
Programmasoort (
Radiotekst ( zender die uitzendt. Denk er aan dat, indien de melding langer is dan de 8 posities van de display, de tekst zal doorlopen. Afhankelijk van de kwaliteit van het signaal, kan het tot 30 seconden duren voordat de melding verschijnt. Zodra RT is gekozen, zal het woord display verschijnen.
Juiste tijd. Denk er aan dat het 2 minuten kan duren voordat de tijd verschijnt. In de tussentijd zal het woord
CT
(clock time) gekozen is. De nauwkeurigheid van de tijdmelding wordt bepaald door de zender, niet door de AVR.
Sommige RDS zenders gebruiken niet alle functies. Worden gegevens voor de gekozen functie niet verzonden, dan zal de display
NO TYPE, NO TEXT
geen tekst, geen tijd) na enige tijd laten zien.
In iedere FM functie heeft RDS een voldoend sterk signaal nodig om correct te functioneren.
FREQ
)
PTY
).
RT
) met een specifiek bericht via de
TEXT
(tekst) knipperend in de
TIME
in display knipperen, wanneer
F
de aanwijzing
, of
NO TIME
(geen soort,
20
BEDIENING
Bediening
Programmasoort (PTY)
Een belangrijke eigenschap van RDS is de mogelijkheid programmacodes voor de soort programma’s ( Program Type) mee te zenden. Deze codes geven het type programma van de uitzending aan.
Op de volgende wijze kunt u een specifiek programmatype (
Druk op 1. RDS
display
2.
Zodra het PTY aangegeven wordt, drukt u op
Voorkeuze hoger/lager
toets ingedrukt om door de lijst van beschikbare PTY typen. Om snel en eenvoudig te zoeken naar de volgende zender die PTY gegevens uitzendt, kunt u de toets Voorkeuze hoger/lager gebruiken tot display verschijnt.
Druk op een van de toetsen 3. afstemmen de tuner begint de FM-band noor boven of beneden te doorzoeken op de eerste zender die RDS-gegevens uitzendt die overeenkomen met de gewenste keuze en voldoende sterk is voor kwaliteitsontvangst.
4.
Terwijl de PTY in de display knippert, maakt de tuner een complete scan van de gehele FM-band en zoekt naar de eerstvolgende zender het gevraagde PTY type èn een acceptabele ontvangst biedt. Wordt zo’n zender niet gevonden, verschijnt gedurende enkele seconde de melding (geen) en keert de tuner terug naar de zender die gekozen was voordat het zoeken begon.
OPMERKINGEN: Veel zenders zenden geen specifieke PTY uit, in welk geval de display aangeeft.
OPMERKINGEN: sommige zenders zenden constant ver keers informatie uit. Deze zenders vindt u door TRAFFIC te kiezen. De AVR zoekt dan de juiste zender, ook al is er op dat moment misschien geen verkeersinformatie.
PTY
) zoeken:
BF
tot de huidige PTY in de
F
aangegeven wordt.
RDS ONLY
9E
(alleen RDS) in de
NONE
PTY
, of houdt deze
9E
7U
NONE
(geen)
;
NEDERLANDS
BEDIENING
21
Problemen
SYMPTOOM OORZAAK OPLOSSING
Apparaat werkt niet wanneer de netschakelaar
0
wordt
ingedrukt. Display licht op maar geen geluid
en geen beeld
Geluid hoorbaar maar display licht niet op
Geen enkele luidspreker werkt; standby
1
rood
Geen geluid uit surround en centrum luidsprekers
Apparaat reageert niet op de afstandsbediening
Intermitterende brom in de tuner Lokale interferentie
Digitale Audio stopt. Digitale audiosignaal pauzeert Hervat weergave DVD
Controleer lichtnetaansluiting
Geen netspanning
Onderbroken ingangssignaal Controleer alle aansluitingen Muting ingeschakeld
Volume is geheel teruggedraaid Draai het volume omhoog Display helderheid uitgeschakeld Volg de aanwijzingen over de helderheid van de display op
Controleer luidsprekerverbindingen op kortsluiting
Versterker beveiliging actief, kortsluiting
Neem contact op met uw leverancier
Versterker beveiliging actief, intern probleem Onjuiste surroundfunctie Kies een andere functie dan stereo Onjuiste configuratie Controleer de luidsprekerfunctie
Bij Dolby surroundfuncties kan geen informatie voor
Stereo of mono programma
Luidsprekers verkeerd aangesloten
Controleer luidspreker aansluitingen eventueel met testsignaal
Zwakke batterijen in afstandsbediening
Vervang batterijen
Verkeerde apparaat gekozen
Sensor afstandsbediening E geblokkeerd
Verplaats het apparaat of de antenne, uit de buurt van
Controleer of er spanning op het stopcontact staat
Druk op muting
pagina 19
achterkanalen aanwezig zijn
(pagina 14)
Druk op AVR Controleer of de sensor op de voorzijde niet wordt afgedekt door
een voorwerp of meubel
computers, TL-buizen, motoren of andere elektrische apparaten
Controleer of een digitaal signaal naar de ingang wordt gestuurd
4
g
Processor resetten
In het zeldzame geval dat de werking van het apparaat en/of de display niet normaal lijkt kan de oorzaak liggen in een foutieve werking van het geheugen of de microprocessor.
Om dat te corrigeren neemt u de stekker van het apparaat uit het stopcontact en wacht minimaal drie minuten voordat u deze weer in het stopcontact steekt. Controleer nu de werking van het apparaat. Werkt het nog steeds niet goed, dan kan een reset noodzakelijk
Daarmee wordt het gehele systeemgeheugen van de AVR inclusief alle instellingen van de tuner, uitgangsniveaus (componentenniveaus) en de gegevens voor luidsprekercombinaties, verwijderd. Zet eerst het systeem aan met standby Surroundfunctie 6 en houd deze 5 seconden vast.
Het apparaat schakelt automatisch in. Denk er aan dat u op deze manier het geheugen heeft gewist en dat alle systeem configuraties, instellingen en zenders opnieuw moeten worden ingesteld.
zijn.
Aanwijzingen voor de gebruiker over het verwijderen en afvoeren van gebruikte batterijen. Specificatie van het type batterij.
Deze symbolen (hierboven) afgebeeld op een product, verpakking of losse informatie, dan wel in een handleiding betekenen dat het product zelf, inclusief de batterijen die erbij zijn gevoegd of zijn ingebouwd, nooit met het huisvuil mag worden weggegooid. Zij dienen te worden ingeleverd op de daarvoor aangewezen plaats zodat voor een juiste verwerking of recycling kan worden gezorgd, in overeenstemming met nationale of plaatselijke wetgeving, of de Europese Richtlijnen 2002/96/EC en 2006/66/EC.
OPMERKING: het resetten van de processor zal alle instellingen die u heeft gemaakt wissen: uitgangsniveaus van de luidsprekers, de uitgangsniveaus, surroundfuncties, toewijzing van
1
. Druk dan op
de digitale ingangen en de opgeslagen radio zenders. Na het resetten keert het apparaat terug in de fabrieksinstelling en moeten alle instellingen opnieuw worden gemaakt.
Functioneert het systeem nu nog steeds niet goed, dan kan een elektrische ontlading er verantwoordelijk voor zijn dat de processor en/of het geheugen is vernield.
Raadpleeg in dat geval de Harman Kardon technische dienst.
De juiste verwerking van producten en batterijen die worden afgedankt, bespaart grondstoffen en voorkomt negatieve effecten op het milieu en/of onze gezondheid.
De batterijen die bij het apparaat zitten kunnen alkaline zijn, koolstof/zink/mangaan of lithium (knoopcel); alle dienen op de hiervoor beschreven wijze te worden afgevoerd.
Om de batterijen uit de apparatuur of afstandsbediening te verwijderen, raadpleegt u de handleiding van het product over het vervangen van de batterijen.
Bij producten die zijn voorzien van een batterij die de gehele levensduur van het apparaat meegaat, kan verwijderen voor de gebruiker niet mogelijk zijn. In dat geval dient het recycling­of verwijderingsbedrijf te zorgen voor demontage en verwijdering van de batterij. Wanneer zo’n batterij om wat voor reden dan ook moet worden vervangen, dient dit te gebeuren door een geautoriseerd servicecenter.
22
PROBLEMEN
Technische Gegevens van de AVR Surround Receiver
Audio gedeelte
Stereo Continu nominaal vermogen (FTC) 40 watt per kanaal, 20 Hz – 20 kHz, @ <0,07% THD, beide kanalen uitgestuurd in 8 ohm
Vijf kanaals surroundfuncties Uitgangsvermogen per kanaal, alle kanalen uitgestuurd Front L&R kanalen: 35 watt per kanaal, @ <0,07% THD, 20 Hz – 20 kHz in 8 ohm Centrum kanaal: 35 watt, @ <0,07% THD, 20 Hz – 20 kHz in 8 ohm Surround kanalen: 35 watt per kanaal, @ <0,07% THD, 20 Hz – 20 kHz in 8 ohm
Vijf Kanalen Surround Functies (Eén kanaal uitgestuurd in 6 ohm, 1 kHz, @ <0,07% THV) Front L&R kanalen: 70 watt per kanaal Center kanaal: 70 watt Surround (L&R) kanalen: 70 watt per kanaal
Ingangsgevoeligheid/impedantie Lineair (lijnniveau) 200 mV/47 kohm
Signaal/ruis-afstand (IHF-A) 95 dB
Surround overspraak Analoge opname 40 dB (Pro Logic, enz.) Dolby Digital (AC-3) 55 dB DTS 55 dB
Frequentiebereik
@ 1 W (+0 dB, -3 dB) 10 Hz – 100 kHz
High Instantaneous Current Capability (HCC) ±25 Amps
Transiënt Intermodulatie Vervorming (TIM) Onmeetbaar
Stijgtijd 16 msec
Slew rate 40 V/msec
FM tuner
Afstembereik 87,5 – 108 MHz
Bruikbare gevoeligheid IHF 1,3 µV / 13,2 dBf
Signaal/ruis-afstand Mono/stereo: 70/65 dB (DIN)
Vervorming Mono/stereo: 0,15/0,3%
Stereo kanaalscheiding 35 dB @ 1 kHz
Selectiviteit ±400kHz: 70dB
Spiegelonderdrukking 80 dB
MF onderdrukking 90 dB
MG tuner
Afstembereik 522 – 1620 kHz
Signaal/ruis-afstand 45 dB
Bruikbare gevoeligheid kamerantenne: 500 µV
Vervorming 1 kHz, 50% mod.: 0,8%
Selectiviteit ±10kHz: 30dB
Video gedeelte
Videosysteem PAL/NTSC
Ingangsniveau/impedantie 1 Vtt / 75 ohm
Uitgangsniveau/impedantie 1 Vtt / 75 ohm
Video frequentiebereik 10 Hz – 8 MHz (-3 dB)
Algemeen
Lichnetspanning AC 230 V / 50 Hz
Opgenomen vermogen 72 W zonder signaal, 580 W maximum (twee kanalen uitgestuurd)
Afmetingen (max)
Breedte 440 mm Hoogte 165 mm Diepte 382 mm
Gewicht 9,6 kg
Diepte inclusief knoppen, toetsen en aansluitingen. Hoogte inclusief voetjes en chassis. Alle technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Harman Kardon en Logic 7 zijn handelsmerken van Harman International Industries, Incorporated geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Designed to entertain is een handelsmerk van Harman International Industries, Incorporated.
* Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories. ‘Dolby’, ‘Pro Logic’, AC-3 en het dubbele D symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories, Inc.
Gefabriceerd onder licentie van US patenten nr.: 5.451.942; 5.956.674; 5.974.380; 5.978.762;
6.487.535; 7.003.467 & andere US en wereldwijde patenten, verleend en aangevraagd. DTS, DTS Digital Surround, ES en Neo:6 zijn geregistreerde handelsmerken en de DTS logo’s Symbool zijn handelsmerken van DTS, Inc. © 1996-2007 DTS, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Logic 7 is een geregistreerd handelsmerk van Lexicon, Inc.
HDMI is een handelsmerk, resp. geregistreerd handelsmerk van HDMI Licensing LLC.
SACD is een handelsmerk van Sony Corporation.
NEDERLANDS
TECHNISCHE GEGEVENS AVR
23
8500 Balboa Blvd., Northridge, CA 91329 USA. www.harmankardon.com
Harman Consumer Group International: 2, Route de Tours, 72500 Château-du-Loir, France ©
2009 Harman International Industries, Incorporated
Best.nr.: CQX1A1441Z
Loading...