Om de handleiding optimaal te kunnen gebruiken in combinatie met de afstandsbediening, de
bedieningsorganen, de aansluitingen en de display is deze als volgt ingedeeld:
Voorbeeld (vet gedrukt) geeft een toets op de afstandsbediening of de voorzijde aan, dan wel een aansluiting op
de achterzijde.
VOORBEELD
0
(cijfer in een hokje) verwijst naar een specifieke toets op de voorzijde.
0
(cijfer in een cirkel) verwijst naar een aansluiting op de achterzijde.
0
(cijfer in een ovaal) verwijst naar een toets op de afstandsbediening.
2
INHOUD
(vet gedrukt) geeft een oplichtende indicatie in de display op de voorzijde aan.
Veiligheid
Belangrijk Voor Uw Veiligheid
Lees deze aanwijzingen zorgvuldig.1.
Bewaar ze op een veilige plaats.2.
Houd u aan alle adviezen.3.
Volg alle raadgevingen op.4.
Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van 5.
wa te r.
6.
Schoonmaken uitsluitend met een droge doek.
Blokkeer nooit de ventilatieopeningen. Houd 7.
u bij de installatie aan de aanwijzingen van de
fabrikant.
8.
Plaats het apparaat niet in de nabijheid van sterke
warmtebronnen zoals radiatoren, kachels, stoven
of andere apparatuur (zoals versterkers) die veel
warmte produceren.
Verwijder nooit de beveiliging van een
9.
gepolariseerde of randaarde stekker. Een
gepolariseerde stekker heeft twee platte pennen
waarvan de een breder is dan de ander. Een
randaarde stekker heeft twee pennen en een
zijcontact. De brede pen en het zijcontact zijn
bedoeld voor uw veiligheid. Past de stekker niet in
uw stopcontact, raadpleeg dan een installateur.
10.
Zorg dat er niet op het netsnoer kan worden
getrapt en dat het niet kan beschadigen, vooral
bij de stekker, contactdozen en op het punt waar
het uit het apparaat komt.
Gebruik alleen toebehoren als door de fabrikant
11.
aangegeven.
12. Gebruik alleen stands, driepoten, beugels, tafels
e.d. als door de fabrikant aangegeven.
Bij gebruik van een rolwagen opletten
dat het apparaat niet omkiept en
schade of letsel veroorzaakt.
Neem de stekker uit het stopcontact tijdens
13.
onweer en bij langdurige afwezigheid.
14.
Laat alle service over aan een gekwalificeerde
technicus. Service is noodzakelijk wanneer het
apparaat of het netsnoer op enige manier is
beschadigd, er water, vocht of een voorwerp in
is terecht gekomen, het apparaat is blootgesteld
aan regen of vocht, niet normaal functioneert of
is gevallen.
Stel het apparaat niet bloot aan spatwater of
15.
druppels en zet ook geen vazen met water o.i.d.
op het apparaat.
Om het apparaat volledig van het lichtnet te 16.
scheiden, neemt u de stekker uit het stopcontact.
17.
Zorg dat u de netstekker altijd gemakkelijk kunt
bereiken.
18.
Stel de batterijen niet bloot aan excessieve
warmte, zonlicht, vuur o.i.d.
De bliksemschicht in de gelijkzijdige
driehoek waarschuwt de gebruiker voor
de aanwezigheid van ongeïsoleerde
gevaarlijke spanningen in het inwendige van het
product die kunnen leiden tot elektrische schokken
Het uitroepteken in de gelijkzijdige
driehoek waarschuwt de gebruiker dat er
bij de handleiding van het product
belangrijke bedienings- en onderhoudsaanwijzingen
(service) zijn gevoegd.
WAARSCHUWING: om het risico op brand of
elektrische schokken te verkleinen, het apparaat niet
blootstellen aan regen en vocht.
LEES DIT VOORDAT U HET APPARAAT IN
GEBRUIK NEEMT
Installeer dit apparaat niet in een afgesloten ruimte
zoals een kast of iets dergelijks - en achterzijde
minimaal 10 cm ruimte vrij. Houd het apparaat uit
direct zonlicht, uit de buurt van warmtebronnen,
trillingen, stof, vocht en/of koude.
Vermijd opstelling op een plaats waar er iets op kan
vallen of het apparaat kan worden blootgesteld aan
lekkende of spattende vloeistoffen. Zet de volgende
dingen nooit op de tuner:
Brandende objecten (b.v. kaarsen) daar dat brand
kan veroorzaken, het apparaat kan beschadigen en
tot letsel kan leiden.
Vazen met vloeistof die om kunnen vallen en zo
elektrische schokken kunnen veroorzaken en het
apparaat beschadigen.
Dek het apparaat niet af met kranten, een tafelkleed
of iets anders dat de ventilatie belemmert. Doordat
de temperatuur in het inwendige dan oploopt, kan
brand ontstaan en letsel worden toegebracht. Stel het
apparaat op in de nabijheid van een stopcontact waar
de stekker gemakkelijk te bereiken is.
Dit apparaat is niet gescheiden van het lichtnet zolang
de netschakelaar op ON (aan) staat. Die toestand
noemen we standby en daarin wordt slechts een
minimale hoeveelheid stroom opgenomen.
Open de behuizing niet
In dit product bevinden zich geen onderdelen die
door de gebruiker gerepareerd kunnen worden. Bij het
openen van de behuizing kunt u een schok oplopen en
wijzigingen aan het product zullen de garantie ongeldig
maken. Mocht water of een metalen voorwerp zoals een
paperclip, een nietje of iets dergelijks in het apparaat
terechtkomen, neem dan de stekker direct uit het
stopcontact en raadpleeg een erkende reparateur.
Opstelling
Plaats het apparaat, om een goede werking te ■
verzekeren en risico’s te vermijden, op een stevige
en vlakke ondergrond. Zet u het apparaat op een
schap, controleer dan of het schap en de steunen
het gewicht kunnen dragen.
Zorg ervoor dat er voldoende ruimte is voor
■
ventilatie rond het apparaat. Plaatst u dit product in
een kast of andere gesloten ruimte, controleer dan
of er voldoende ventilatie is. In sommige gevallen
kan een ventilator nodig zijn.
Plaats het apparaat niet op een tapijt of een
■
dergelijke ondergrond, daar dan de ventilatiesleuven
worden afgesloten.
Gebruik het apparaat niet op extreem hete of
■
koude plaatsen, op een plaats waar het blootstaat
aan direct zonlicht, of in de nabijheid van een
verwarming.
Schoonmaken
Maak het apparaat zonodig schoon met een schone,
zachte en droge doek. Indien nodig bevochtigt u een
zachte doek met lauw sop en daarna met een doek
met schoon water. Droog het apparaat onmiddellijk
af met een droge doek. Gebruik NOOIT benzeen,
reinigings middelen met drijfgassen, verdunner,
alcohol of andere vluchtige middelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, want deze kunnen de afwerking van
metalen onderdelen beschadigen. Vermijd het gebruik
van insecticiden in de buurt van dit apparaat.
Verplaatsen
Alvorens het apparaat te verplaatsen controleren of alle
verbindingen met andere apparaten losgenomen zijn en
dat de stekker van het apparaat zelf uit het stopcontact
genomen is.
NEDERLANDS
Uitpakken
De doos en overig verpakkingsmateriaal dat gebruikt
werd om uw nieuwe receiver tijdens transport te
beschermen, zijn speciaal ontworpen om schokken en
trillingen te absorberen. Wij adviseren u de doos en
het verpakkingsmateriaal te bewaren voor het geval u
gaat verhuizen of als het apparaat ooit gerepareerd zou
moeten worden.
VEILIGHEID
3
2
03 4
5
6
8
9
B
D
F
H
K
C
N
O
Q
P
I
J
L
M
G
E
A
7
1
Functies Afstandsbediening
0
Inschakelen
1
Niet in gebruik
2
IR-zender
3
Uitschakelen
4
Muting
5
Ingangskeuze
6
6-Kanaals Directe Ingang
7
Volume hoger/lager
8
HD Functiekeuze
9
Luidsprekerkeuze/Setup
A
OK
B
Vertraging/Status
C
Geheugen/Camerapositie
D
Wissen
E
Voorkeuze hoger/lager
F
RDS Functie/Info
G
Afspeellijst
H
A-B Herhalen
I
DTS Neo:6 Functiekeuze
J
Stereo Functiekeuze
K
Logic 7 Functiekeuze
L
Dimmer
M
Transportfuncties
N
Volgende/vorige
O
Nachtfunctie
P
DTS Functiekeuze
Q
Dolby Functiekeuze
R
Herhalen
S
Willekeurig
T
Klankregeling/Progressive Scan/Interlaced
U
Afstemmen
V
Directfunctie
W
Tunerfunctie/Zoom
X
Cijfertoetsen
Y
Digitale Keuze/Audiofunctie
Z
Navigeren
a
Kanaalkeuze/Kanaal/Disc Menu
b
Video uit/Test
c
Surroundfunctie/Programma Terug/Ondertiteling
d
Sluimerfunctie/Programma Hoger/Audiokeuze
e
Titels
f
MG/FM
g
AV R
4
FUNCTIES AFSTANDSBEDIENING
Gemeenschappelijke Functies Afstandsbediening AVR 142 en een HK DVD-Speler
Belangrijk: de gecombineerde AVR en DVD af stands-
bediening heeft een aantal toetsen die verschillende
functies besturen. Drukt u op AVR g dan is een
reeks functies actief, identiek aan de functies voor
CD, Tape, Video 1/2/3. Drukt u op DVD/HDMI1 5
dan veranderen de functies van sommige toetsen als
boven de toets is aangegeven en hieronder wordt
uitgelegd. Raadpleeg zonodig de functietabel voor
een overzicht van de functies in beide posities. LET
OP: door op HDMI1 en DVD 5 te drukken worden
alternatieve bevelen geactiveerd als beschreven in het
functieoverzicht op pagina 7. De DVD-functies werken
uitsluitend met een harman/kardon DVD-speler.
0
Netschakelaar: indrukken om de netspanning
voor de AVR of de DVD in te schakelen die is gekozen
met AVR of DVD/HDMI1 g of 5.
1
Deze indicatie is niet actief.
2
IR-zender: richt dit op de sensor van de AVR
bij het indrukken van een toets, zodat de infrarood
signalen goed worden ontvangen.
3
Uitschakelen: druk op deze toets om de AVR
of een gekozen apparaat in standby te zetten. Door
de toets langer dan 3 seconden vast te houden gaan
zowel de AVR als de DVD in standby.
4
Muting: druk hierop om het geluid van de AVR
of de TV (afhankelijk van het apparaat dat gekozen is)
tijdelijk uit te schakelen.
5
Ingangskeuze: door een van deze toetsen is
te drukken gebeuren er drie dingen: staat de AVR
niet aan, dan wordt deze ingeschakeld; dan wordt
de bron gekozen overeenkomend met de ingedrukt
toets. Tenslotte schakelt DVD/HDMI1 de toetsen
met een dubbelfunctie om naar de DVD-functies.
Nadat op DVD/HDMI1 is gedrukt, drukt u weer op
AVR Functieg om weer de AVR-functies met de
afstandsbediening te bedienen. Denk er aan dat DVD
zowel de AVR als de DVD inschakelt, waar AVR alleen
de AVR inschakelt.
6
6-Kanalen Directe Ingang: indrukken om
de component te kiezen die is verbonden met de
6-Kanalen Directe IngangN. Denk eraan dat
u om de 6-Kanalen Directe Ingang te activeren in
combinatie met een videobron, eerst de videobron
dient te kiezen met Ingangskeuze
deze toets om de 6-Kanalen Directe Ingang N als
bron te kiezen.
7
Volume hoger/lager: verhoogt of verlaagt het
afspeelniveau van het systeem.
8
HD Functiekeuze (DVD): Deze functie werkt
uitsluitend met harman/kardon DVD-spelers.
9
Luidsprekerkeuze/Setup: indrukken om
het Bass Management Systeem van de AVR te
configureren op het door u gebruikte luid sprekersysteem. Vervolgens kiest u met
dat u wilt instellen. Druk op OK A en kies het type
luidspreker. Zie pagina 12 voor aanvullende informatie.
Voor DVD: indrukken om het in-beeld menusysteem
van de DVD op te roepen en de configuratie van de
speler aan te passen. Denk er aan op Info 6 te
drukken om het Informatie menu van de DVD te
openen en gedetaille erde disc informatie te krijgen en
de weergavefunctie van de disc te configureren.
A
OK: deze toets wordt gebruikt om instellingen
in het geheugen van de AVR op te slaan. Tevens voor
het invoeren van de vertragingstijd, instelling van de
luidsprekerconfiguratie en het uitgangsniveau van de
kanalen.
B
Vertraging/Status: indrukken om de
vertragingstijd in te stellen die door de AVR bij
surround wordt gebruikt. Voer vervolgens de tijd in
door op
OKA te drukken en dan met
te stellen. Druk nogmaals op OK A om het proces af
te ronden (Zie pagina 14 voor aanvullende informatie).
Voor DVD: roept vanuit weergave de balk met in-beeld
aanwijzingen op. Kies de gewenste optie met de
pijltoetsen. Is een symbool gemarkeerd, activeer de
functie dan met OK op de afstandsbediening.
5
KL
Z het kanaal
. Druk dan op
KL
Z in
C
Geheugen/Camerapositie: indrukken om
een zender in het geheugen van de AVR op te slaan.
Twee streepjes knipperen rechts in de display
u heeft dan vijf seconden om met de
X
een positie voor het geheugen te kiezen. Zie
pagina 20 voor meer informatie.
Voor DVD: indrukken om verschillende cameraposities
op een DVD op te roepen. Werkt alleen wanneer de
DVD meerdere posities bevat. Ook voor het roteren van
JPEG beelden.
D
Wissen: druk op deze toets om verkeerde
instellingen te wissen wanneer u met de afstandsbediening de frequentie van de zender invoert.
E
Voorkeuze hoger/lager: bij gebruik van de
tuner drukt u op deze toets om door het overzicht
van de geprogrammeerde zenders in het geheugen
van de AVR te gaan. Is CD of DVD gekozen met de
ingangskeuze5 dan functioneert deze toets als
vertraagd voor/achteruit (DVD) of +10 (CD).
F
RDS Functie/Info (DVD): indrukken om de
verschillende informatie op te roepen die RDS op de
AVR biedt. Zie pagina 20 voor nadere informatie over
RDS.
Voor DVD: indrukken voor gedetailleerde
informatie over de lopende disc (video/audio bit
rate, beeldverhouding en andere) plus de huidige
instellingen van de speler. Denk er aan dat het
apparaat op geen enkele loopwerktoets reageert
zolang als het info menu in beeld is. Nogmaals
indrukken om het menu te laten verdwijnen.
G
Afspeellijst (DVD): indrukken om de volgorde
van weergave van de disc te veranderen.
H
A-B Herhalen (DVD): indrukken om een
fragment A-B te herhalen.
I
DTS Neo:6 Functie: indrukken van deze toets
schakelt de AVR door de verschillende DTS Neo:6
functies, waarmee een vijfkanaals signaal wordt
gemaakt vanuit een stereosignaal van een PCM of een
analoog ingangsignaal. De eerste keer dat u indrukt,
wordt de laatst gebruikte DTS Neo:6 surround functie
geactiveerd en elke volgende keer verschijnen de
functies in deze volgorde:
F
Cijfer toetsen
en
NEDERLANDS
FUNCTIES AFSTANDSBEDIENING
5
Gemeenschappelijke Functies Afstandsbediening AVR 142 en een HK DVD-Speler
J
Stereo Functiekeuze: indrukken om
een stereo weergavefunctie te kiezen. Wanneer
DSP SURR OFF
in de Display F verschijnt,
werkt de AVR in gewone analoge tweekanalen links/
rechts stereoweergave, zonder surround processing of
bas management, in tegenstelling tot andere functies
waarbij digitale processing wordt gebruikt. Verschijnt
SURROUND OFF
in de display F dan wordt
stereoweergave aangevuld met de bas management
functie. Verschijnt tenslotte
5 CH STEREO
dan
wordt het stereosignaal naar alle vijf de luid sprekers
gevoerd, voorzover aanwezig. Zie pagina 13 voor meer
informatie over stereoweergave.
K
Logic 7 Functie: druk op deze toets om één van
de beschikbare Logic 7 functies te kiezen. Zie pagina
16 voor de beschikbare Logic 7 functies.
L
Dimmer: indrukken om de dimmer te activeren
zodat de helderheid van de display wordt verminderd,
of geheel wordt uitgeschakeld. Eenmaal indrukken
om de standaardfunctie op te roepen, maximale
helderheid en de indicatie
F
. Nogmaals binnen vijf seconden indrukken om
VFD FULL
in de display
de helderheid met 50% terug te nemen; indicatie
VFD HALF
. Weer binnen vijf seconden indrukken
om de display geheel uit te schakelen. Denk er aan dat
deze functie tijdelijk is; bij het inschakelen van de AVR
wordt altijd op volle sterkte gestart. Verder blij ven de
Lichtnetindicatie2 en het blauwe attentielicht
in de volumeregelaar altijd op volle sterkte, ongeacht
de instelling. Dit ten teken dat de AVR nog steeds
ingeschakeld is.
M
Transportfuncties: deze toetsen besturen de
DVD-speler.
N
Volgende/vorige (DVD):
(DWN): indrukken om terug te gaan naar het begin
van het lopende nummer. Direct nogmaals indrukken
om naar het begin van het voorafgaande nummer te
gaan. Na op PAUZE gedrukt te hebben zal het beeld
telkens als op deze toets gedrukt wordt een beeldje
terug gaan.
(UP): indrukken om verder te gaan naar het begin
van het volgende nummer. Na op PAUZE te hebben
gedrukt zal het beeld telkens als op deze toets wordt
gedrukt, een beeldje verder gaan.
O
Nachtfunctie: schakelt de nachtfunctie in.
Bedoeld voor digitale bronnen en zorgt ervoor dat
ook op laag volume de dialoog in het centrum
kanaal verstaanbaar blijft. Zie pagina 14 voor nadere
informatie.
P
DTS Digital Functie: wordt een DTS bron
gebruikt dan kiest de AVR automatisch de juiste
functie en zijn geen andere beschikbaar. Door op deze
toets te drukken wordt alleen de gekozen functie
aangegeven, afhankelijk van het afgespeelde surround
materiaal en de luidsprekerconfiguratie.
Q
Dolby Functie: kies hiermee de gewenste
Dolby Surround processor functie. Door in te drukken
wordt beurtelings een van de functies Dolby Pro Logic
II, Dolby 3 Stereo of Dolby Digital gekozen. Denk er
aan dat de Dolby functie alleen beschikbaar is bij een
digitale ingang en de andere functies alleen zolang
geen Dolby Digital bron wordt gebruikt.
R
Herhalen (DVD): telkens wanneer u op deze
toets drukt, wisselt de weergavefunctie tussen het
herhalen van een hoofdstuk, een nummer of de gehele
disc. Een herhaalsymbool verschijnt rechtsboven
in beeld en geeft de gekozen herhaalfunctie aan.
Wanneer het Informatiescherm actief is worden de
wijzigingen in beeld aangegeven.
S
Willekeurig (DVD): indrukken om alle
nummers in willekeurige volgorde af te spelen.
T
Klankregeling in/uit/Progressive Scan/
Interlaced (DVD): de klankregeling en balans
worden ingeschakeld door deze toets in te drukken.
De indicatie
TONE IN
verschijnt in de display F
en de instellingen van Bass (laag) en Treble (hoog)
hebben invloed op de uitgangssignalen. Staat de
indicatie
TONE OUT
in de display F, dan wordt
het signaal ‘recht’ weergegeven.
Voor DVD: indrukken om de resolutie van de
Component Video Uitgang te wijzigen van standaard
definitie naar progressieve definitie (PAL interlaced en
PAL progressive; NTSC interlaced en NTSC progressive).
U
Afstemmen hoger/lager: wanneer de tuner
in gebruik is gaat u met deze toetsen omhoog of
omlaag in het gekozen afstembereik. Heeft u op
TunerfunctieW gedrukt, of Afstembereik 8
ingedrukt gehouden zodat
F
verschijnt, dan zal de tuner na het indrukken
AUTO
in de display
van één van de toetsen de tuner zoeken naar de
eerstvolgende zender die met voldoende sterkte voor
goede ontvangst binnenkomt. Verschijnt
in de display
F
dan zal worden afgestemd in
MANUAL
enkelvoudige stappen. Zie pagina 20 voor meer
informatie.
V
Directfunctie: indrukken wanneer de tuner
actief is om de frequentie van een zender direct in te
toetsen. Voer vervolgens met de
cijfertoetsenX
de frequentie in. Zie pagina 20 voor nadere informatie.
W
Tunerfunctie/Zoom: indrukken terwijl de
tuner actief is om te kiezen tussen hand- of automatische afstemming. Ingedrukt verschijnt in de onderste
regel van de display
F
(met de hand) en door op Afstemming
drukken gaat de frequentie in enkele stappen hoger of
lager. Is FM gekozen en staat
afstemming) in de display
deze toets te drukken omgeschakeld naar mono
ontvangst en worden ook zwakke zenders hoorbaar.
Zie pagina 20 voor meer informatie.
Bij het afspelen van een DVD of VCD drukt u op deze
toets om in te zoomen. De zoomfunctie heeft 4
posities, elk groter dan de voorgaande. Schakel door
alle zoomfuncties om naar normaal beeld terug te
gaan.
X
Cijfertoetsen: met deze tien cijfertoetsen
kan wordt de frequentie van een radiozender of een
programma ingevoerd. Voor DVD kunt u de nummers
direct invoeren, gevolgd door OK om naar dat nummer
te gaan.
Y
Digitale Functie/Audiofunctie: druk op deze
toets om een van de digitale ingangen
te kiezen. Zie pagina 10 voor nadere informatie over
het gebruik van de digitale ingangen. Audiofunctie:
bij het bedienen van de DVD kiest u met deze toets de
audiofunctie.
Z
Navigeren: worden voor meerdere functies
gebruikt, bijvoorbeeld om een surroundfunctie te
kiezen. Deze toetsen worden ook gebruikt om de
uitgangsniveaus aan te passen bij de configuratie
van het apparaat, de luidsprekers voor configuratie te
kiezen, of de digitale ingang te kiezen.
a
Kanaalkeuze/Disc Menu: hiermee activeert
u het OK van de uitgangsniveaus van de AVR met
een externe bron. Na eenmaal op deze toets gedrukt
te hebben kan met
gekozen, waarna met
KL
het niveau kan worden ingesteld. Zie pagina 19
KL
OKA en dan opnieuw met
voor aanvullende informatie.
DVD Disc Menu: brengt tijdens afspelen het actuele
DVD menu in beeld. Bij het afspelen van discs met
JPEG beelden op deze toets drukken om een overzicht
(thumbnails) op te roepen.
b
Video Uit/Test: Indrukken om de video-
uitgang van een DVD-speler uit te schakelen en zo de
weergave van uitsluitend audiodiscs te verbeteren.
Nogmaals indrukken om weer in te schakelen.
Testsignaal: druk hierop om het configureren van de
uitgangsniveaus van de AVR te starten. Zie pagina 14
voor nadere informatie over het kalibreren van de AVR.
de aanwijzing
MANUAL
U7
AUTO
(automatische
F
dan wordt door op
4G9L
Z het kanaal worden
te
6
FUNCTIES AFSTANDSBEDIENING
Gemeenschappelijke Functies Afstandsbediening AVR 142 en een HK DVD-Speler
c
Surround Functie/Programma Terug</
Ondertiteling: druk op deze toets om de
surroundfunctie te wijzigen. Vervolgens kiest u met
KL
Z de gewenste surroundfunctie. Zie pagina
16 voor nadere informatie.
Indrukken tijdens het afspelen van een DVD om de
ondertitels in of uit te schakelen.
Opmerking: vanwege de verschillende manieren
waarop discs zijn opgezet kan het gebeuren dat de
talen die met de toets Ondertitels worden opgeroepen,
niet alle talen bevatten die op de disc staan. Wij raden
u daarom aan daarvoor het menu van de disc zelf te
gebruiken.
d
Sluimerfunctie/Programma Verder/
Audiokeuze: druk op deze toets om het apparaat
in de sluimerfunctie te zetten. Na de in de display
aangegeven tijd zal de AVR automatisch in standby
gaan. Elke keer dat u op deze toets drukt zal de tijd
veranderen in deze volgorde:
Houd de toets twee seconden ingedrukt om de
sluimerfunctie uit te schakelen.
DVD: roept de verschillende talen geluid op (indien op
de ingelegde DVD beschikbaar).
e
Titel: Tijdens weergave indrukken om de DVD-
speler te laten terugkeren naar het eerste deel van de
disc. Speelt u een DVD-Audio disc die andere formaten
bevat die de DVD kan afspelen, zoals lineair PCM of
Dolby Digital 5.1 dan kunt u met deze toets van het
ene naar het andere formaat omschakelen.
f
MG/FM: druk op deze toets om de tuner van de
AVR als bron te kiezen. Drukt u op deze toets terwijl de
tuner al gekozen is, dan wordt omgeschakeld tussen
MG en FM.
g
AVR: hiermee schakelt u de afstands bediening
om, zodat deze de functies van de AVR bedient. Staat
de AVR op standby, dan wordt deze ingeschakeld.
Functie Overzicht
Button Name
Power ONInschakelenInschakelen
Power OFFUitschakelen (indrukken en loslaten)Uitschakelen (indrukken en loslaten)
HK AVR Commando Afstandsbediening
AVR/TAPE/CD/AUX/VID1/VID2/VID3/HDMI2/HDMI3
Uitschakelen (indrukken en vasthouden)Uitschakelen (indrukken en vasthouden)
DVDDVD (AVR)
VID 3VID 3 (AVR)
LinksLinks
RechtsRechts
Pauze (DVD)Pauze
HK DVD Commando Afstandsbediening
DVD/HDMI1
NEDERLANDS
FUNCTIES AFSTANDSBEDIENING
7
FED
126C789A3B4G5H
AVR Audio/Video Receiver
Bedieningsorganen
AVR 142
0
Netschakelaar: druk op deze toets om de AVR in
te schakelen. Is de schakelaar ingedrukt, dan staat het
apparaat in standby, wat wordt aangegeven door de
oranje LED 2. Wanneer deze toets NIET ingedrukt is,
werkt het apparaat niet. Om het apparaat geheel uit te
schakelen en ook de afstandsbediening te blokkeren,
deze schakelaar indrukken zodat deze naar buiten
komt en het woord ‘OFF’ (uit) op de bovenzijde van de
schakelaar zichtbaar wordt.
Opmerking: Laat deze schakelaar normaal gesproken
in de positie ON (aan) staan.
1
Standby: wanneer de netschakelaar 0
ingedrukt is, drukt u op deze toets om de AVR
in te schakelen. Druk deze knop opnieuw in
om het apparaat uit (standby) te schakelen. De
lichtnetindicatie 2 wordt blauw als het apparaat
aan staat.
2
Lichtnetindicatie: licht oranje op tijdens
standby, als teken dat het apparaat gereed is voor
gebruik. Ingeschakeld licht deze blauw op.
3
Hoofdtelefoonuitgang: sluit hierop een
hoofdtelefoon aan om ongestoord te kunnen luisteren.
Gebruik een hoofdtelefoon met een standaard 6,3
jackplug. Zodra de hoofdtelefoon wordt aangesloten,
worden de luidsprekers uitgeschakeld.
4
Digitale ingang 3 optisch: sluit de optische
digitale audio uitgang van een audio of video product
hierop aan.
5
Aux Stereo Minijack Ingang: verbind deze
minijack met een audiobron zoals een MP3 speler
of draagbare CD-speler. Hiervoor kan een analoge
hoofdtelefoon uitgang of een lijnuitgang worden
gebruikt.
6
Surround groep: indrukken om de eerste groep
surround functies te kiezen. Telkens wanneer u drukt
wordt de volgende groep gekozen in deze volgorde:
Na het indrukken verschijnt de naam van de gewenste
surround functiegroep in de
F
en dan drukt u op Surround Functie C om
door de beschikbare functies te schakelen. Druk hier
bijvoorbeeld op om de gewenste Dolby functie te
kiezen en druk dan op Surround Functie C om de
verschillende opties te kiezen.
7
Afstemmen: druk op de linkerzijde van de
toets om naar een lagere frequentie te gaan, of op de
rechter zijde om naar een hogere frequentie te gaan.
Wordt een zender met een sterk signaal gevonden dan
verschijnt
in de display
automatisch afgestemd). Zie pagina 20 voor meer
informatie over afstemmen.
8
de AVR te kiezen. Na eenmaal indrukken hoort u de
laatst gebruikte zender; nogmaals indrukken schakelt
heen en weer tussen AM (= MG) en FM. Houd de
toets vast om te schakelen tussen stereo en mono,
handafstemming en automatische afstemming. Zie
pagina 20 voor nadere informatie.
9
om voor- of achteruit door het overzicht van de
voorkeurzenders te schakelen. Zie pagina 20 voor
nadere informatie.
A
toets om een andere bron te kiezen.
B
boodschappen van het RDS-systeem van de AVR tuner
op te roepen. Zie pagina 20 voor nadere informatie
over RDS.
C
kiezen uit de beschikbare surround functies voor de
gekozen functiegroep. De specifieke functies kunnen
verschillen op basis van het aantal beschikbare
luidsprekers, de functiegroep en of het om een analoge
of een digitale bron gaat. Druk bijvoorbeeld op
Surround Functie Groep6 om een functiegroep
MANUAL TUNED
F
(met de hand afgestemd of
FM/MG: druk op deze toets om tuner als bron van
Voorkeurposities: druk op deze toetsen
Ingangskeuze: druk één of meermaals op deze
RDS functie: indrukken om de verschillende
Surround Functiekeuze: indrukken om te
Onderste Displayregel
of
AUTO TUNED
te kiezen als Dolby of Logic 7 en dan op deze toets om
de beschikbare functies te zien. Voor meer informatie
omtrent functiekeuze, zie pagina 13.
D
Volume: draai deze knop naar rechts om het
niveau te verhogen, of naar links om het niveau
te verlagen. Mute (geluid uit) wordt automatisch
opgeheven zodra de volumeregelaar wordt verdraaid.
E
Sensor afstandsbediening: deze sensor
ontvangt de bevelen van de afstandsbediening. Richt
de afstandsbediening hierop en zorgt dat de sensor
niet geblokkeerd wordt, tenzij een externe sensor is
aangesloten.
F
Display: in de display verschijnen aanwijzingen
en indicaties die helpen het apparaat te bedienen.
G
Digitale ingang 3 coax: wordt gewoonlijk
gebruikt voor het aansluiten van draagbare digitale
audio apparaten, videospelletjes en andere producten
die een coax digitale aansluiting hebben.
H
Video 3 ingang: deze audio/video aansluitingen
kunnen gebruikt worden als tijdelijke verbinding met
videospelletjes of draagbare audio/video apparaten
zoals camcorders en draagbare audio spelers.
8
BEDIENINGSORGANEN
Aansluitingen
AVR 142/230
0
Tape-ingangen: verbind deze ingangen met de
PLAY/OUT uitgangen van een audiorecorder.
1
Tape-uitgangen: verbind deze uitgangen met
de
RECORD/IN ingangen van een audiorecorder.
2
Video 1 audio ingangen: verbind deze
ingangen met de
PLAY/OUT uitgangen van een TV of
andere videobron.
3
MG-antenne: sluit hierop de bijgeleverde MG
raamantenne aan. Wordt een externe MG-antenne
gebruikt, sluit die dan aan conform de daarbij
gevoegde aanwijzingen.
4
Video 1 audio uitgangen: verbind deze
uitgangen met de
RECORD/INPUT ingangen van
een VCR.
5
DVD audio ingangen: verbind deze ingangen
met de analoge audio uitgangen op een DVD of andere
video bron.
6
FM-antenne: sluit hierop de bijgeleverde
FM-antenne aan, of een buitenantenne, dan wel een
kabelsysteem.
7
CD-ingang: verbind deze ingang met de analoge
uitgangen van een CD-speler of CD-wisselaar.
8
Video 1 Component Video Ingang: verbind de
Y/Pr/Pb component video uitgang van de HDTV settop
converter, satellietontvanger of andere videobron met
de component aansluitingen van dat apparaat.
9
Coax digitale ingangen: verbind deze ingang
met de coax digitale uitgang van een DVD-speler,
HDTV-receiver, LD-speler, MD- of CD-speler. Het kan
een Dolby Digital, DTS of standaard digitaal PCMsignaal zijn. Sluit geen RF digitaal signaal van een
LD-speler op deze ingang aan.
A
Subwoofer uitgang: verbind deze uitgang met
de lijningang van een actieve subwoofer. Bij gebruik
van een losse subwooferversterker wordt deze uitgang
met de ingang van die versterker verbonden.
B
TV/monitoruitgang: verbind deze uitgang
met de composiet ingang van een TV monitor of
videoprojector om het signaal van een videobron
die met de video keuzeschakelaar op de receiver is
gekozen.
C
HDMI Ingangen: verbind de HDMI-uitgang van
een videobron zoals een DVD-speler, settop box of
HDTV-tuner met één van deze drie ingangen.
D
HDMI Uitgang: verbind deze uitgang met
de HDMI ingang van een van HDMI voorzien
beeldscherm.
E
Monitor Component Video Uitgang: sluit
deze uitgang aan op de component video-ingang van
een videoprojector of –monitor. Wanneer een bron,
aangesloten op een van de twee
ingangen
8F
, wordt geselecteerd zal het signaal
Component video-
naar deze aansluitingen worden gestuurd.
F
Video 2 component ingang: sluit de Y/Pr/Pb
component video-uitgangen van een DVD-speler aan
op deze aansluitingen.
Opmerking: alle component in- en uitgangen
kunnen op dezelfde wijze als beschreven voor Y/
Pr/Pb signalen ook voor RGB signalen worden
gebruikt en verbonden met de aansluitingen van de
overeenkomstige kleur.
RGB verbinding is niet mogelijk wanneer de bron een
afzonderlijk sync signaal afgeeft (zie pagina 11).
G
Netsnoer: verbind de stekker met een
ongeschakeld stopcontact.
H
DVD video-ingangen: verbind deze aan sluit-
ingen met de composiet uitgang van een DVD-speler
of andere videobron.
I
Video 1 video uitgangen: verbind deze aan-
K
Video 2 video ingangen: verbind deze aan sluit-
ingen met de composiet PLAY/OUT aansluiting van
een tweede VCR of andere videobron.
L
Optisch digitale ingangen: verbind deze
ingang met de optisch digitale uitgang van een DVDspeler, HDTV-receiver, LD-speler, MD- of CD-speler.
Het kan een Dolby Digital, DTS of standaard digitaal
PCM-signaal zijn.
M
Video 1 video ingangen: verbind deze
aansluitingen met de composiet
PLAY/OUT
aansluiting van een TV of andere videobron.
N
6-Kanalen Directe Ingang: deze ingang wordt
gebruikt voor het aansluiten van DVD-Audio of SACD
spelers met discrete analoge uitgangen.
O
Digitale audio-uitgang: verbind deze uitgang
met een geschikte digitale ingang van een digitale
recorder.
Front/Centrum luidsprekeruitgangen:
verbind deze uitgangen met de overeenkomstige +
en – aansluitingen van de front/centrum luidsprekers.
Let bij het aansluiten van luidsprekers altijd goed op
de polariteit: de rode + van de AVR komt aan de rode
+ van de luidspreker en de zwarte – van de AVR komt
aan de zwarte – van de luidspreker. Zie pagina 12 voor
nadere informatie.
Surround luidsprekeruitgangen: verbind
deze uitgangen met de overeenkomstige + en –
aansluitingen van de linker en rechter surround
luidsprekers. Let bij het aansluiten van luidsprekers
altijd goed op de polariteit: de rode + van de AVR
komt aan de rode + van de luidspreker en de zwarte –
van de AVR komt aan de zwarte – van de luidspreker.
Zie pagina 12 voor nadere informatie.
NEDERLANDS
sluit ingen met de composiet RECORD/INGANG
aansluiting van een VCR.
J
Video 2 audio ingangen: verbind deze
ingangen met de
PLAY/OUT composiet uitgang van
een VCR of andere videobron.
AANSLUITINGEN
9
Installeren en aansluiten
Plaats het apparaat nadat het uitgepakt is op
een stevige ondergrond en controleer of deze het
gewicht kan dragen. Vervolgens dient het apparaat
aangesloten te worden op de overige audio- en
videoapparatuur.
Aansluiten audioapparatuur
Wij raden u aan uitsluitend signaalkabels van goede
kwaliteit te gebruiken om achteruitgang van het
signaal te voorkomen.
Het is een goede gewoonte om bij het maken of
veranderen van de verbindingen tussen audioapparatuur of luidsprekers altijd de stekker uit het
stopcontact te nemen. Daarmee wordt voorkomen
dat er onbedoeld een schakelpuls o.i.d. naar de
luidsprekers gaat, waardoor deze beschadigd zouden
kunnen worden.
Belangrijk: om alle aansluitingen gemakkelijk
te kunnen onderscheiden en zo het aansluiten te
vereenvoudigen, zijn alle aansluitingen van de AVR
conform de nieuwe EIA/CEA-863 op de volgende wijze
kleurgecodeerd:
Luidsprekers en audio in/uitgangen: wit (links,
luidsprekers front) en rood (rechts, luidsprekers front).
Luidsprekers: groen (centrum), blauw (links surround)
en grijs (rechts surround).
Audio uitgang: paars (subwoofer).
Composiet video in/uitgangen: geel.
Digitale audio in/uitgangen: oranje.
Sluit de analoge uitgang van een CD-speler op de 1.
CD-ingang 7 aan.
OPMERKING: als de CD-speler zowel een vaste als
variabele audio-uitgang heeft, kunt u het beste de
vaste uitgang gebruiken, tenzij het signaal om wat
voor reden dan ook in niveau aangepast dient te
worden aan dat van andere bronnen.
2. PLAY/OUT van en
Verbind de analoge uitgangen
cassettedeck, MD, CD-R of andere audiorecorder
met de tape ingang 0. Verbind de analoge
ingangen
RECORD/IN met de uitgangen Tape
uitgang 1 op de AVR.
3.
Verbind de digitale uitgang van de bronnen met
de juiste ingangen op achterzijde van de AVR. Let
erop dat de optisch en
L9
Dolby Digital of DTS-bron, dan wel met een PCMsignaal (S/P-DIF) van een traditionele CD-, MD- of
LD-speler.
Installeer de bij het apparaat geleverde MG 4.
kamerantenne als hieronder aangegeven. Sluit
deze aan op de schroefklemmen
kunnen worden gebruikt met een
4G
Coax digitale ingangen
AM en GND 3.
Sluit de bijgeleverde FM-antenne aan op 5. FM
(75 ohm) ingang 6. De FM-antenne kan
een externe dakantenne, een draadantenne
binnenshuis zijn, of een aansluiting op het
kabelsysteem. Als de antenne is aangesloten via
een lintkabel van 300 ohm, dient een 300 ohm/75
ohm adapter gebruikt te worden.
Sluit de luidsprekers aan op de front, centrum en
6.
surround luidsprekeruitgangen.
Voor een optimale signaaloverdracht naar de
luidsprekers, adviseren wij luidsprekerkabels van
goede kwaliteit te gebruiken. Er zijn vele merken
kabels leverbaar en de keuze van een kabel kan
worden beïnvloed door de afstand tussen uw luidsprekers en de receiver, het type luidsprekers dat u
gebruikt, uw persoonlijke voorkeur en andere factoren.
Uw leverancier of installateur kan u helpen bij het
kiezen van de juiste kabel.
2
Een kabel met een doorsnede van 1,5 mm
korte afstanden (minder dan 4 m) worden gebruikt.
Wij raden aan om geen kabels met een doorsnede
2
van 1 mm
mogens verlies en de teruggang in prestatie die zich
zal voordoen.
Bij het aansluiten van de luidsprekers vooral goed
letten op de juiste polariteit. Verbind de "negatieve"/"zwarte" draad met dezelfde aansluiting op
zowel de receiver als de luidspreker. Op dezelfde
manier verbind u de "positieve"/"rode" draad met
de aansluitingen van dezelfde kleur op de AVR en
luidsprekers.
OPMERKING: hoewel de meeste luid spreker fabrikanten zich houden aan de industriële standaard
waarbij zwarte aansluitingen voor de negatieve draad
en rode voor de positieve draad worden gebruikt,
kunnen sommige fabrikanten van deze configuratie
afwijken. Om een goede fase en optimale prestaties
te verzekeren, het typeplaatje op uw luidspreker of
de handleiding van de luidsprekers controleren op de
polariteit. Als u niet weet wat de polariteit van uw
luidspreker is, vraag dan uw leverancier om advies
voordat u verder gaat met de aansluiting, of raadpleeg
de fabrikant/importeur van de luidsprekers.
Gebruik ook bij voorkeur identieke kabellengten
voor het aansluiten van de luidsprekerparen. Gebruik
bijvoorbeeld dezelfde lengte voor de luidsprekers
linksvoor en rechtsvoor en voor surround links
en surround rechts, ook als de luidsprekers op
verschillende afstanden van de AVR staan.
of minder te gebruiken, vanwege ver-
kan voor
De subwoofer wordt gewoonlijk aangesloten op 7.
de lijnniveau subwooferuitgang A en de
lijningang van een subwoofer met ingebouwde
versterker. Wordt een passieve subwoofer
gebruikt, verbind dan deze uitgang met de
ingang van een eindversterker, waarop dan
één of meer subwoofers worden aangesloten.
Wordt een actieve subwoofer gebruikt zonder
lijnniveau ingang, lees dan de instructies die bij de
luidspreker zijn gevoegd voor de juiste aansluiting.
Opmerking: een luidsprekerset met twee satellieten
en een passieve subwoofer wordt aangesloten op
de uitgangen front luidsprekers, en NIET op de
subwooferuitgang
8.
Verbind de 5.1 uitgangen van een meerkanalen
audiobron zoals een externe digitale processor/
decoder, DVD-Audio of SACD™ speler, met de
6-Kanalen Directe Ingang N.
A
.
Aansluitingen van videoapparatuur
Videoapparatuur wordt op dezelfde manier aangesloten als audiocomponenten. Het gebruik van
signaal kabel van goede kwaliteit is belangrijk voor het
behoud van de signaalkwaliteit.
1. PLAY/OUT uitgangen
Verbind de audio- en video
met de Video 2 ingangen
zijde. De audio en video RECORD/IN in gangen
van de VCR worden verbonden met de Video 1
uitgangen
2.
Hoewel op deze ingang elke videobron kan worden
aangesloten, raden we u aan de TV op de Audio 1
Audio/Video Ingang
u kunt werken met de voorgeprogrammeerde TV
afstandsbedieningscodes voor de Video 1 positie.
Om dezelfde reden raden u aan de videorecorder,
kabel-TV converter of satellietontvanger op de
Video 2 Audio/Video Ingang
sluiten.
3.
Verbind de analoge audio- en video-ingangen
van een DVD met DVD
wanneer de DVD-speler geen HDMI-uitgang heeft.
Wanneer wel een HDMI-uitgang beschikbaar is,
verbind deze dan met de HDMI Ingang C. Denk
eraan dat dit uitsluitend videoverbindingen zijn.
Audio dient afzonderlijk te worden aangesloten.
4.
Verbind de digitale audio uitgangen van een
CD- of DVD-speler, satellietontvanger, kabel- of
HDTV-converter aan op de juiste Optisch of Coaxdigitale ingangen
Onthoud dat de DVD-bron standaard op Coax Digitale Ingang 19 hoort. Alle andere gaan
standaard naar de analoge ingangen hoewel in
principe elke digitale bron op elke digitale audioingang van de receiver kan worden toegewezen.
4I
JK
van de AVR.
2M
5C
9L
4G
op de achter-
aan te sluiten zodat
JK
aan te
. Dit geldt alleen
.
10
INSTALLEREN EN AANSLUITEN
Installeren en aansluiten
Verbind de 5. Composiet Monitor Uitgang B
van de receiver met de composiet ingang van uw
televisie of videoprojector.
Indien uw DVD-speler en monitor beide 6.
component video aansluitingen hebben, sluit u
de component video uitgang aan op de Video 1
Component Video Ingang 8. Merk op dat
zelfs wanneer de component video-aansluitingen
worden gebruikt, de audio-aansluitingen nog
steeds gemaakt moeten worden op de analoge
DVD audio-ingangen
Optisch digitale ingangen 9L.
7.
Indien u een ander component video-apparaat ter
beschikking hebt, sluit het dan aan op de Video 2 component video-ingangen
aansluitingen voor dit apparaat dienen te worden
gemaakt op de Video 2 ingangen Coax of Optisch digitale ingangen9L.
8.
Indien de component video-ingang wordt
gebruikt, sluit dan de Component video-
uitgangen E aan op de component video-
ingang van uw TV, projector of weer gave-apparaat.
Gebruikt u een camcorder, videospelletje of ander 9.
audio/video apparaat dat tijdelijk wordt
aangesloten op de AVR, verbind de audio, video en
digitale audio uitgangen van dat apparaat dan met
de
Front Ingangen
ingang
H
aangesloten apparaat wordt gekozen
als Video 3 ingang en aangesloten op de digitale ingangen
3' ingang. Zie pagina 14 voor nadere informatie
over de configuratie van de ingangen.
10.
Verbind de AVR met uw beeldscherm via één van
onderstaande aansluitingen, ook wanneer u tevens
een HDMI-verbinding gebruikt:
•
Opmerkingen over video-aansluitingen:
Y/Pr/Pb Component, RGB of Composiet •
videosignalen kunnen alleen in hun
oorspronkelijke vorm worden bekeken en worden
niet omgezet naar andere formaten.
•
Alle component in- en uitgangen kunnen
ook voor RGB signalen worden gebruikt, op
dezelfde wijze als beschreven voor de Y/Pr/Pb
signalen, en verbonden met de aansluitingen van
overeenkomstige kleur.
Maar dat werkt alleen zolang de drie RGB
videosignalen door de bron worden afgegeven,
alleen met een sync signaal in het ‘G’ signaal,
zonder een afzonderlijk sync signaal van de bron.
4G
Heeft u een beeldscherm met een •
component ingang (Y/Pr/Pb), gebruik dan de
Component Video UitgangK.
Heeft u een beeldscherm met geen component
ingangen, verbind dan de
UitgangB (Composiet) op de AVR met de
overeenkomstige ingang van het beeldscherm.
Er is slechts één verbinding nodig.
5
of op de Coax of
F
De audio-
J
of op de
4GH
gekozen als 'Optisch 3' of 'Coax
. Een op Video 3
Video Monitor
HDMI Verbinding
HDMI™ staat voor High-Definition Multimedia
Interface wat snel de standaard wordt tussen
hoogwaardige audio/video apparatuur en de monitor,
vooral bij high-definition videosignalen. HDMI is een
digitale verbinding zodat het niet nodig is signalen van
digitaal naar analoog en weer terug te converteren.
Sommige bronnen of beeldschermen in uw systeem
maken wellicht gebruik van DVI (Digital Video
Interface) voor de digitale videoverbindingen. DVI
voert dezelfde digitale signalen als HDMI maar
maakt gebruik van een grotere connector en voert
geen audio- en stuursignalen. In de meeste gevallen
kunnen DVI en HDMI digitale videoverbindingen
door elkaar worden gebruikt, eventueel met de
nodige verlooppluggen. Denk er echter wel aan dat
sommige van DVI voorziene beeldschermen niet
geschikt zijn voor de HDCP kopieerbeveiliging die
steeds vaker aanwezig is in signalen die via HDMI zijn
verbonden. Bij gebruik van een HDMI bron en een DVI
beeldscherm kan soms het beeld wegvallen wanneer
het beeldscherm geen HDCP ontvangt. Dat is geen
fout van de AVR of de bron, maar het geeft aan dat het
beeldscherm niet geschikt is.
De AVR 142 is uitgerust met HDMI-omschakeling wat
betekent dat direct gekozen kan worden uit één van
beide HDMI-ingangen als bron voor het beeldscherm
van uw systeem. Zo wordt het digitale signaal in zijn
oorspronkelijke vorm behouden en direct van de bron
naar het beeldscherm gevoerd. Dat betekent echter
ook dat de AVR geen toegang tot het signaal heeft en
geen menu’s of in-beeld aanwijzingen aan het HDMIsignaal kan toevoegen, noch het audiosignaal kan
bewerken dat deel uitmaakt van de HDMI-verbinding.
Daarom zijn de volgende verbindingen noodzakelijk
wanneer de AVR wordt gebruikt met HDMI-bronnen:
Verbind de HDMI-uitgang van een bron met een •HDMI-IngangC.
•HDMI-UitgangD van de AVR met
Verbind de
een HDMI-ingang van uw beeldscherm.
Verbind de bron via een optische of coax digitale •
audio-uitgang met de AVR. De standaard
verbinding is Coax 2 9 voor een bron verbonden
met
HDMI 1C of Optisch 2 L voor een bron
verbonden met
of digitale audiobron gebruiken in combinatie
met een HDMI-ingang maar als het afwijkt van
de standaard combinatie, dient u ook de instelling
van de ingang te wijzigen, als aangegeven op
pagina 18.
Ook bij gebruik van HDMI-ingangen is het
•
be langrijk dat een component of composiet
videoverbinding wordt gemaakt tussen
de AVR en uw beeldscherm. Dat is nodig
om zowel de setup menu’s als de in-beeld
aanwijzingen te kunnen zien, alsmede andere
(niet-HDMI) videobronnen. De AVR zet analoge
videosignalen niet om naar HDMI.
Alle component in- en uitgangen kunnen •
ook voor RGB signalen worden gebruikt, op
dezelfde wijze als beschreven voor de Y/Pr/Pb
signalen, en verbonden met de aansluitingen van
overeenkomstige kleur. Maar dat werkt alleen
zolang de drie RGB videosignalen door de bron
worden afgegeven, alleen met een sync signaal in
het ‘G’ signaal, zonder een afzonderlijk sync signaal
van de bron.
HDMI 2 D. U kunt elke analoge
NEDERLANDS
INSTALLEREN EN AANSLUITEN
11
Systeemconfiguratie
Zijn de luidsprekers in de kamer eenmaal opgesteld
en aangesloten, dient het geheugen van de systeem
geconfigureerd te worden. De AVR beschikt over
twee soorten ge heugens, individuele geheugens
die verbonden zijn met de gekozen ingang, b.v.
surroundfuncties, en andere die onafhankelijk zijn van
de gekozen bron, zoals de uitgangsniveaus van de
luidsprekers of vertragingstijden die door de surround
processor gebruikt worden.
In gebruik nemen
Schakel de AVR nu in, zodat deze laatste instellingen
kunnen worden uitgevoerd.
1. netsnoer G in een
Steek de stekker van het
ongeschakeld stopcontact.
Druk op de 2. netschakelaar 0 zodat deze
ingedrukt blijft staan. Controleer of de
lichtnetindicatie
het apparaat in standby staat.
3.
Verwijder het beschermende plastic van de sensor
op het frontpaneel. Doet u dat niet dan kan de
reikwijdte van de afstandsbediening negatief
worden beïnvloed.
4.
Installeer de drie bijgeleverde AAA batterijen
in de afstandsbediening, als in de afbeelding
aangegeven. Let op de polariteit (+) en (–),
die op de bodem van het batterijvakje staat
aangegeven.
Schakel de AVR in door op 5. Standby 1 te
drukken, of met de ingangskeuze
voorzijde, dan wel op de afstandsbediening
op
AVR Functie g, of op een van de
toetsen Ingangskeuze
lichtnetindicatie 2 wordt nu blauw ten teken
dat het apparaat ingeschakeld is en de display
F
licht op.
Opmerking: nadat op één van de toetsen van de
ingangskeuze
is gedrukt, drukt u op
afstandsbediening de AVR te laten besturen.
2
oranje wordt, ten teken dat
A
5
te drukken. De
5
om het apparaat in te schakelen
AVR Functie g om de
op de
Instellingen per gebruikte ingang
De AVR heeft een zeer modern geheugensysteem
waarmee verschillende instellingen gemaakt kunnen
worden voor de luidsprekerconfiguratie, digitale
ingangen, surround functie, vertragingstijden en de
uitgangen voor elke ingang. Zo kunt u het luisteren
naar elke bron afzonderlijk instellen en de AVR
slaat dat in het geheugen op. Dat betekent dat u
verschillende surround functies en analoge of digitale
ingangen met verschillende bronnen kunt combineren,
dan wel verschillende luidsprekerconfiguraties en
wijzigingen aan het bas management systeem en het
gebruik van de centrum luidspreker. Eenmaal ingesteld
worden deze instellingen weer geactiveerd wanneer
de ingang wordt gekozen.
De standaard af fabriek instelling voor de AVR is alle
ingangen voor een analoge bron behalve de DVD
ingang, waarvoor de Coax Digitale Ingang 1 9 de
standaard is, met Logic 7 MUSIC als surround functie,
alle luidsprekers ingesteld op “small” (klein) en een
aangesloten subwoofer. Voordat u het apparaat in
gebruik neemt, wilt u wellicht deze instellingen voor
een aantal ingangen wijzigen, bijvoorbeeld voor een
juiste configuratie met digitale of analoge ingangen,
de aangesloten luidsprekers en de surround functies
die gekoppeld zijn met de ingangen.
Instelling ingang
De eerste stap bij het configureren van de AVR is
het kiezen van een ingang. Doe dat door op de
Ingangskeuze A op de voorzijde te drukken tot
de naam van de gewenste ingang in de display
De ingang kan ook worden gekozen door op de juiste
Ingangskeuze
5g
op de afstandsbediening te
drukken.
De tweede stap is het koppelen van de digitale ingang
met de gekozen bron (indien nodig, anders blijft de
analoge gekozen). Druk op digitale ingangskeuze
Y
op de afstandsbediening. Binnen vijf seconden
kiest u de ingang met de
KL
toetsen Z op de
afstandsbediening, tot de gewenste digitale of analoge
ingang in de display
F
verschijnt. Druk vervolgens
op OK A om de nieuwe digitale koppeling op te
slaan.
Nadatr de instelling voor een ingang is gemaakt,
herhaalt u het bovenstaande voor alle andere
ingangen. Zonodig kan zo'n koppeling later weer
worden veranderd; het geheugen van de AVR
onthoudt de instellingen tot ze worden veranderd.
F
.
Opzet luidsprekers
In dit menu wordt vastgelegd welk type luidsprekers
met de AVR worden gebruikt. Dit is belangrijk omdat
het bepaalt welke luidsprekers lage frequenties
(bas) krijgen en of een Centrum luidspreker wordt
gebruikt of niet, en wel afzonderlijk per gekozen
ingang. Gebruik voor elke instelling hier de positie
LARGE
(groot) wanneer traditionele luidsprekers
worden aangesloten die geschikt zijn voor frequenties
beneden 100 Hz. Gebruik de instelling
(klein) voor kleinere, satellietachtige luidsprekers die
geen frequenties beneden 100 Hz kunnen weergeven.
Denk er aan dat bij toepassing van kleine luidsprekers
voor front links en rechts, een subwoofer onmisbaar is
voor het weergeven van de lage frequenties. Onthoud
dat elke luidsprekeropzet die afwijkt van de standaard
instelling (zie boven) afzonderlijk en per ingang van
de AVR dient te worden ingesteld.
Bij ingeschakelde AVR volgt u onderstaande stappen
om de luidsprekers te configureren:
Druk op 1. Luidspreker 9 op de
afstandsbediening. De woorden
FRONT SPEAKER
(luidsprekergrootte)
verschijnen in de display
Druk op 2. OK A.
KL
Druk op 3.
om
FRONT LARGE
FRONT SMALL
Z op de afstandsbediening
(front groot) of
(front klein) te kiezen,
overeenkomend met de luidsprekers die u voor
links front en rechts front gebruikt, conform de
omschrijving hiervoor.
Wanneer
SMALL
wordt gekozen, zullen de
lage tonen voor de front kanalen alleen naar de
subwooferuitgang gestuurd worden. Denk er aan
dat bij deze instelling en zonder een subwoofer geen
lage tonen van de front kanalen hoorbaar zullen
zijn. Deze instelling is niet beschikbaar bij stereo om
een zo zuiver mogelijke weergave van de DSP's te
garanderen.
LARGE
Wordt
gekozen, dan wordt een full-range
signaal naar de linker en rechter front kanalen
gestuurd. Afhankelijk van de configuratie van de
subwoofer (zie verderop), kan het laag voor front links
en rechts ook naar een subwoofer worden gestuurd.
Belangrijk: bij gebruik van een luidsprekerset met
twee front satellieten en een passieve subwoofer,
aangesloten op de front luidsprekeruitgangen,
dan dienen de front luidsprekers ingesteld worden op
LARGE
.
4.
Als u uw selectie voor het frontkanaal
heeft voltooid, drukt u op de OK A, en
vervolgens op de
KL
toetsen Z op de
afstandsbediening om het display te veranderen in
CENTER SPEAKER
SMALL
F
.
.
12
SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
Druk opnieuw op de 5. OK A en gebruik de
toetsen
Z
op de afstandsbediening, om de optie
KL
te selecteren die het beste uw systeem beschrijft
dat gebaseerd is op de definities van de middelste
speaker die weergegeven zijn in de vorige sectie.
Wordt
SMALL
gekozen, dan zullen de lagen tonen
voor het centrum kanaal naar de front kanalen
gestuurd worden, mits deze zijn ingesteld op
LARGE
en de subwoofer is uitgeschakeld. Is de
subwoofer ingeschakeld, dan zullen de lage tonen
van het centrum kanaal uitsluitend naar de subwoofer
gestuurd worden.
Wanneer
LARGE
is gekozen zal het volledige
frequentiebereik naar de centrum luidspreker gestuurd
worden, en bij analoge en digitale surroundfuncties
wordt (behalve in de Pro Logic II Music functie)
GEEN signaal van het centrum kanaal naar de
subwooferuitgang gestuurd.
Wordt
NONE
(geen) gekozen, dan wordt geen
signaal naar het centrum kanaal gestuurd. De receiver
werkt nu met een 'fantoom' centrum kanaal, waarbij
de informatie voor het centrum kanaal naar de linker
en rechter front luidsprekers wordt gestuurd en het
laag naar de subwoofer, mits
gekozen op de regel
SUB L/R+LFE
SUBWOOFER
is
regel van dit
menu (ziew verderop). Deze functie is noodzakelijk
wanneer geen centrum luidspreker aanwezig is. Denk
er aan dat voor gebruik van de Logic 7C surround
functie een centrum luidspreker noodzakelijk is, maar
Logic 7M werkt ook uitstekend zonder een centrum
luidspreker.
Wanneer de keuze voor het centrum kanaal is
6.
gemaakt, drukt u op de OK A en vervolgens
KL
op
Z op de afstandsbediening, tot de
display
SURR SPEAKER
aangeeft.
Druk nogmaals op de 7. OK A en gebruik KL
Z
op de afstandsbediening en kies de optie die
het beste bij uw systeem past en overeenkomt
met de in de voorgaande paragraaf gegeven
omschrijving van de surround luidsprekers.
Wordt
SMALL
(klein) gekozen dan wordt, wanneer
de subwoofer uitgeschakeld is, het laag bij alle
digitale surround functies naar de front luidsprekers
gestuurd en wanneer de subwoofer ingeschakeld is,
naar de subwoofer. Bij analoge surround functies is dit
afhankelijk van de gekozen functie en de instelling van
de subwoofer en de front luidsprekers.
Wanneer
LARGE
is gekozen wordt het volledige
frequentiebereik naar de surround kanalen gestuurd
(bij alle analoge en digitale surroundfuncties) en, met
uitzondering van de Hall en Theater functies, wordt
geen laag van de surround kanalen naar de subwoofer
gestuurd.
Wanneer
NONE
is gekozen, zal de surround
informatie verdeeld worden over de uitgangen links
front en rechts front. Merk op dat voor optimale
weergave zonder surround luidsprekers gekozen dient
te worden voor de Dolby 3 Stereo functie i.p.v. Dolby
Pro Logic.
8.
Wanneer de keuze voor het surround kanaal is
gemaakt, drukt u op de OK A en vervolgens
KL
op
Z op de afstandsbediening, tot de
display
S-W SPEAKER
aangeeft.
Druk op de 9. OK A en vervolgens op de
toetsen
Z
op de afstandsbediening om de optie
te kiezen die het beste met uw subwoofersysteem
overeenkomt.
De beschikbare keuzes voor de opstelling van de
subwoofer worden bepaald door de instellingen voor
de andere luidsprekers, vooral de front links en rechts
posities.
Wanneer de front links/rechts luidsprekers op
SMALL
staan wordt de subwoofer automatisch op
SUB
gezet, wat betekent dat deze actief is.
Wanneer de front links/rechts luidsprekers op
LARGE
staan, zijn drie opties beschikbaar:
•
Is geen subwoofer aangesloten op de AVR, druk
KL
dan op
Z tot
SUB NONE
verschijnt. Wordt deze optie gekozen, dan wordt
alle laag informatie naar de front links/rechts
‘hoofdluidsprekers’ gestuurd.
Is wel een subwoofer aangesloten op de AVR
•
dan bestaat de optie de front links/rechts ‘hoofd’
luidsprekers het laag in alle gevallen te laten
weergeven en de subwoofer alleen te activeren
wanneer de AVR wordt gebruikt met een digitale
bron die een speciaal Low Frequency Effects, of
LFE geluidsspoor omvat. Dan kunnen zowel de
hoofdluidsprekers als de subwoofer gebruikt
worden voor het speciale laag van bepaalde films.
Om die optie te kiezen drukt u op
SUB LFE
•
Wanneer een subwoofer is aangesloten en
in de display verschijnt.
KL
deze wordt gebruikt voor de laagweergave in
combinatie met de hoofdluidsprekers front links/
rechts, ongeacht het type programmabron of de
gekozen surroundfunctie, Druk op
tot
SUB L/R+LFE
in de display verschijnt.
KL
Is deze optie gekozen dan wordt een 'compleet'
signaal naar de linker en rechter front luidsprekers
gestuurd, terwijl de subwoofer de lage frequenties
voor links en rechts beneden de wisselfrequentie
van 80 Hz ontvangt.
Wanneer alle luidsprekerkeuzes voor de gekozen
10.
ingang zijn gemaakt, drukt u tweemaal op OK
A
of u wacht drie seconden tot de display weer
naar normaal terugkeert.
KL
in de display
Z tot
Z
Opzet Surround
Zijn de luidsprekers eenmaal ingesteld, dan dient de
surroundfunctie die u met elke ingang wilt gebruiken
te worden ingesteld. Aangezien de surroundfuncties
een kwestie zijn van persoonlijke smaak, bent u vrij
in uw keuze – die bovendien later gewijzigd kan
worden. Om echter de instelling van de parameters
voor de AVR gemakkelijker te maken is het verstandig
de standaard instelling van Logic 7 Music functie voor
de meeste analoge ingangen zo te laten en Dolby
Digital voor de ingangen die met digitale bronnen zijn
verbonden. Voor ingangen zoals CD-speler, tape deck
of tuner kan het best de stereofunctie worden gekozen,
wanneer dat tenminste de luisterfunctie is die voor
de standaard stereobronnen wordt gebruikt. Voor die
bronnen is het onwaarschijnlijk dat er materiaal met
surroundcodering zal worden afgespeeld.
Om de gewenste surroundfunctie in combinatie met
een ingang in te stellen drukt u op surroundfunctie
6
op de voorzijde of op c op de afstands be-
diening en op
KL
Z tot de gewenste surround-
functie in de display F verschijnt.
Denk er aan dat Dolby Digital en DTS alleen
verschijnen wanneer een digitale ingang is gekozen.
Nadat de surroundfunctie met de huidige ingang is
gekozen, herhaalt u de instelling met alle ingangen
die u wilt gebruiken. De surroundfunctie kan later
op elk moment worden veranderd en het geheugen
van de AVR onthoudt de gemaakte instelling tot deze
wordt veranderd.
Configureren Stereo Functies
(Surround Uit)
Voor superieure weergave van tweekanaals materiaal
biedt de AVR twee stereofuncties: een analoge StereoDirect functie waarbij de digitale signaalbewerking
wordt gepasseerd en zo een compleet analoge
signaalweg ontstaat en de zuiverheid van het signaal
blijft behouden, en een digitale functie waarbij het
Bas Management voor optimale verdeling van het
laag over kleinere luidsprekers en de subwoofer wel
actief blijft.
Stereo-Direct (Bypass) Functie
Wanneer de analoge Stereo-Direct functie wordt
gekozen door op de Stereo Functiekeuze J
tot
SURROUND OFF
AVR het analoge materiaal direct doorsturen naar de
front links en rechts luidsprekers en wordt het digitale
gedeelte overgeslagen.
In deze functie worden de front links en rechts
luidsprekers automatisch als
geconfigureerd; het is niet mogelijk in dit geval
SMALL
(klein) in te stellen.
in de display F, zal de
LARGE
(groot)
NEDERLANDS
SYSTEEMCONFIGURATIE
13
Systeemconfiguratie
Met de AVR in Stereo Bypass (passeerfunctie) kunt
u nog altijd de subwoofer configureren zodat die
uitgeschakeld is en een breedbandsignaal naar de
front links/rechts luidsprekers wordt gestuurd, dan
wel deze configureren zodat de subwoofer geactiveerd
wordt. Standaard is de subwoofer uitgeschakeld in
deze functie, maar u kunt dat als volgt veranderen:
Druk op 1. Luidsprekerkeuze 9.
Druk op 2. OK A om het configuratie menu op te
roepen.
KL
Druk op 3.
om de gewenste optie te kiezen.
schakelt de subwoofer uit, terwijl
Z op de afstandsbediening
SUB NONE
SUB <L+R>
deze inschakelt.
4. OK
Is de gewenste instelling gemaakt druk dan op
A
om naar normaal bedrijf terug te gaan.
Stereo-Digitaal Functie
Wanneer de Stereo-Direct (passeerfunctie) functie
wordt gebruikt, gaat altijd een breedband signaal
naar de front links/rechts luidsprekers. In dat
geval gaat vanzelfsprekend geen signaal door de
digitale bewerking van de AVR. Wanneer uw front
luidsprekers geen breedband typen zijn maar
‘satelliet’ luidsprekers, raden we u aan voor stereo
luisteren niet de Bypass functie te gebruiken, maar de
DSP SURROUND OFF
functie.
Om in tweekanaals stereo te luisteren en gebruik te
maken van het Bas Management systeem drukt u op
Stereofunctie
display
F
J
tot
SURROUND OFF
in de
.
In deze functie wordt de instelling voor de front links/
rechts luidsprekers en de subwoofer ge volgd van de
specifieke luidspreker configuratie.
Instelling vertraging
Alleen voor de Dolby of DTS functies dient de vertragings tijd ingesteld te worden. Denk er aan dat de
vertragingstijd voor andere functies niet instelbaar is.
Vanwege de verschillende afstanden tussen de
luisterpositie tot de front luidsprekers en de surround
luidsprekers, is ook de tijd die het geluid nodig heeft
om uw oren te bereiken ook verschillend. Door gebruik
te maken van de vertraging kunnen deze verschillen
in luidsprekerpositie en kamerakoestiek in uw
luisterruimte of home theater gecompenseerd worden.
De fabrieksinstelling is geschikt voor de meeste
luisterkamers, maar in sommige gevallen zijn de
afstanden tussen de front en de surround luidsprekers
ongebruikelijk en dat kan tot gevolg hebben dat het
geluid van de front kanalen geen eenheid meer vormt
met de surround kanalen.
Om de front, centrum en surround kanalen opnieuw te
synchroniseren, gaat u als volgt te werk:
1.
Meet de afstand in meters tussen de luister/kijkpositie tot de front luidsprekers.
2.
Meet de afstand tussen de luister/kijkpositie tot de
surround luidsprekers.
Druk op 3. Vertraging B.
4.
FRONT DELAY
Wanneer
verschijnt drukt u op
KL
Druk op 5.
Z op de afstandsbediening om
in de display F
OK A.
de afstand van de front links/rechts luidsprekers
tot uw luisterpositie in te voeren. Druk op OK A
wanneer dit afgerond is.
KL
Druk op 6.
CENTER DELAY
en druk op
Z op de afstandsbediening tot
in de display F verschijnt
OK A (na
CENTER DELAY
– center vertraging – verschijnt
FRONT R DELAY
KL
Druk op 7.
– front R vertraging)..
Z op de afstandsbediening
om de afstand van de centrum luidspreker tot de
luisterpositie in te voeren en druk op
KL
Druk op 8.
SURR DELAY R
SURR DELAY L
Z op de afstandsbediening tot
(surr R vertraging) en daarna
(surr L vertraging) in de
onderste display regel verschijnt en druk op
A
.
KL
Druk op 9.
Z op de afstandsbediening om
de afstand van de surround luidsprekers tot de
luisterpositie in te voeren en druk op
10.
Nadat alle instellingen zijn gemaakt keert de AVR
in vijf seconden naar normaal bedrijf terug.
Nachtfunctie
De nachtfunctie is een functie van Dolby Digital die
een speciale bewerking gebruikt om het dynamisch
bereik en de verstaanbaarheid van het filmgeluid te
behouden, terwijl het piekniveau begrensd wordt.
Zo wordt voorkomen dat plotseling pieken anderen
storen, zonder dat de impact van de digitale bron al
te zeer wordt aangetast. Denk er aan dat de nachtfunctie alleen beschikbaar is bij de Dolby Digital
surroundfunctie.
Om de nachtfunctie in te stellen drukt u op
ingangs keuze A op de voorzijde of op 5 op
de afstandsbediening en u kiest de ingang die is
gekoppeld aan de digitale ingang en de Dolby Digital
surroundfunctie.
OK A.
OK A.
OK
Druk vervolgens op nachtfunctie O op de
afstandsbediening. Zodra op deze toets wordt gedrukt
verschijnt
D-RANGE
(Dynamic Range - dynamisch
bereik) gevolgd door de huidige instelling (MID, MAX,
OFF) in de display F. Druk binnen vijf seconden op
KL
Z om de gewenste instelling te kiezen:
OFF
(uit): wanneer OFF (uit) in de display verschijnt
is de nachtfunctie uitgeschakeld.
MID
(medium): wanneer MID (medium) in de
display staat, wordt een geringe compressie toegepast.
MAX
: wanneer MAX in de display staat, wordt
maximale compressie toegepast.
Wanneer u de nachtfunctie wilt gebruiken, raden wij
u aan de MID (medium) instelling als uitgangspunt te
gebruiken en later zonodig op MAX over te schakelen.
Uitgangsniveau
Het instellen van de uitgangsniveaus is een belangrijk
onderdeel van het configuratieproces bij een surround
sound product. Het is in het bijzonder belangrijk bij
een Dolby Digital ontvanger als de AVR, aangezien
de juiste uitgangssignalen ervoor zorgen dat het
filmgeluid met de juiste richting en intensiteit wordt
weergegeven.
OPMERKING: luisteraars zijn vaak onzeker over
werking van de surround kanalen. Sommigen menen
dat er altijd geluid uit alle luidsprekers moet komen,
terwijl er juist voor het merendeel van de tijd weinig
of geen geluid uit de surround kanalen komt. Dat
komt omdat ze alleen gebruikt worden wanneer
een regisseur of geluidstechnicus daar specifiek een
geluid toevoegt om een klankbeeld te creëren, een
geluidseffect of een actie te laten bewegen van het
front van de kamer naar de achterzijde. Wanneer de
uitgangsniveaus correct zijn ingesteld, is het normaal
dat de surround luidsprekers slechts zo nu en dan
actief zijn. Het volume van de achter luidsprekers
extra verhogen kan juist de illusie van een omringend
klankbeeld teniet doen, in afwijking van de manier
waarop het geluid in een bioscoop of concertzaal
wordt ervaren.
BELANGRIJK: Het uitgangsniveau kan apart worden
ingesteld voor elke digitale en analoge surround
functie. Daarmee kunnen niveauverschillen tussen
de luidsprekers gecompenseerd worden, en tevens
kunnen verschillen afhankelijk van de gekozen
surround functie, of het niveau van bepaalde
luidsprekers naar eigen inzicht verhoogd of verlaagd
worden, afhankelijk van de gekozen surround functie.
Denk er aan dat instellingen voor elke surround functie
effectief zullen zijn voor alle ingangen die gekoppeld
zijn aan die surround functie.
14
SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
Voor het instellen van de uitgangsniveaus er voor
zorgen dat alle luidsprekers correct zijn aan gesloten.
Voor een gemakkelijke opzet volgt u onderstaande
aanwijzingen vanuit de meest gebruikte luisterpositie:
1.
Controleer of alle luidsprekers op de juiste manier
zijn geconfigureerd op
LARGE
en
SMALL
als
eerder beschreven.
2.
Stel het volume zo in dat
-15
wordt aangegeven,
als aangegeven in de in-beeld display en de
display
F
.
Om de uitgangen te kalibreren en in te stellen
gaat u als volgt te werk. Het is verstandig voor een
optimale instelling, deze te doen vanaf uw favoriete
luisterpositie. Daar de instellingen voor elke surround
functie gemaakt moeten worden, is het aan te
bevelen een ingang te kiezen die gekoppeld is aan
een willekeurige Dolby Pro Logic II functie, daarvoor
de instellingen te maken en dan alle ingangen die u
gebruikt langs te lopen en de daaraan gekoppelde
surroundfuncties. Herhaal zonodig de instellingen voor
een nog niet ingestelde surroundfunctie.
Kies een willekeurige ingang die is gekoppeld
1.
aan een Dolby Pro Logic II surround functie
door op Ingangen
PRO LOGIC II
A5
te drukken tot
in de Display F verschijnt.
Druk op 2. Test b op de afstandsbediening. De
aanduiding
display
3.
Het testsignaal rouleert dan met de klok mee en
T-T FL 0DB
F
.
verschijnt in de
blijft twee seconden op elke luidspreker staan.
Tijdens het rouleren lichten de indicaties
C, FR, SR, SL
(Front Left, Center, Front Right,
FL
,
Surround Right, Surround Left) in de display
F
op. Draai nu het volume wat hoger tot u het
signaal goed kunt horen.
BELANGRIJK: omdat dit testsignaal een veel lager
niveau heeft dan normale muziek dient u het volume,
na de instelling van alle kanalen, terug te nemen,
maar voordat u het testsignaal uitschakelt.
BELANGRIJK: het is verstandig om eerst te
controleren of alle luidsprekers correct zijn
aangesloten. Luister tijdens het rouleren of het
geluid uit de luidspreker komt die in de display wordt
aangegeven. Is dat NIET het geval schakel de AVR
dan met de netschakelaar
0
uit en controleer de
aansluitingen van desbetreffende luidspreker.
Nadat de luidsprekerposities gecontroleerd zijn
laat u het testsignaal weer rouleren en u luistert of
alle kanalen even luid klinken. Met de front links
luidspreker als referentie drukt u op
KL
Z op de
afstandsbediening om alle luidsprekers op hetzelfde
niveau te krijgen. Door op een van de toetsen
KL
te
drukken zal het testsignaal op de luidspreker van dat
moment blijven om de instelling te kunnen maken. Vijf
seconden na het loslaten van de toets zal het rouleren
verder gaan.
Ga door met corrigeren tot alle luidsprekers
hetzelfde niveau hebben. Let op dat de instellingen
uitsluitend gemaakt worden met
KL
Z op de
afstandsbediening en NIET met de volumeregelaar.
Wanneer alle kanalen hetzelfde uitgangsniveau
hebben, zet u met volume
D7
het niveau op ca.
-40 dB, anders zal het afspeelniveau te hoog zijn zodra
de muziek begint te spelen. Daarna drukt u op Test
b
om de testtoon uit te schakelen en het proces af
te ronden.
BELANGRIJK: de gemaakte instelling is actief
voor de nu gekozen surroundfunctie en tevens voor
andere ingangen met dezelfde surroundfunctie. Om
de uitgangsniveaus met andere surroundfuncties
te corrigeren, schakelt u door alle ingangen met
ingangskeuze
ingangstoets
A
op de voorzijde of de juiste
5
op de afstandsbediening.
Wanneer de indicatie van een surroundfunctie
waarvoor de niveaus nog niet zijn gecorrigeerd in de
display
F
oplicht, herhaal dan de bovenomschreven
instelling. Zo kunt u verschillen in niveaus tussen
luidsprekers, die per surroundfunctie kunnen
verschillen, compenseren, of het niveau van bepaalde
luidsprekers bewust verhogen of verlagen, e.e.a.
afhankelijk van de gekozen surroundfunctie.
Zodra de op de vorige pagina beschreven instellingen
zijn gemaakt kan de AVR gebruikt worden. Hoewel
er nog extra instellingen gemaakt kunnen worden,
dient dit bij voorkeur te gebeuren nadat naar
meerdere bronnen is geluisterd met verschillende
soorten programmamateriaal. Bovendien kan elke
instelling die u in het begin gemaakt heeft, later
gewijzigd worden. Bij het toevoegen van nieuwe
of andere bronnen of luidsprekers, of wanneer u de
instellingen naar eigen inzicht wilt veranderen, volg
dan eenvoudig de aanwijzingen voor het veranderen
van de parameter als hiervoor beschreven. Denk er aan
dat elke wijziging van de instellingen in het geheugen
van de AVR opgeslagen worden, ook wanneer deze
wordt uitgeschakeld, tenzij een reset wordt uitgevoerd
(zie pagina 22).
Nu u klaar bent met de instelling en configuratie van
de AVR staat u op het punt het beste in muziek en
home theater weergave te beleven. Veel plezier!
NEDERLANDS
SYSTEEMCONFIGURATIE
15
Bediening
Basisbediening
Nadat u de installatie en de configuratie van de AVR
heeft voltooid, kan het apparaat in gebruik worden
genomen en kunt u ervan gaan genieten. Voor
optimaal plezier van uw nieuwe receiver gaat u als
volgt te werk:
Inschakelen van de AVR
Wanneer u de AVR voor het eerst in gebruik neemt •
drukt u netschakelaar
in om het apparaat in te schakelen. Het apparaat
komt dan in de standby positie, als aangegeven
door de oranje kleur van de lichtnetindicatie
2
. Vanuit de standby positie kan het apparaat
worden ingeschakeld door op Standby
op ingangskeuze
drukken, of op AVR op de afstandsbdediening
g
. Merk op dat de lichtnetindicatie 2
blauw wordt. Het apparaat schakelt nu in op
de laatst gebruikte bron. Het apparaat kan
ook ingeschakeld worden door op één van de
ingangskeuze
op de afstandsbediening.
Opmerking: nadat u op DVD of HDMI 1 5 heeft
gedrukt om het apparaat in te schakelen, drukt u op
AVR
g
om de afstandsbediening de AVR-functies
te laten bedienen. Raadpleeg zonodig het Overzicht
Functies Afstandsbediening op pagina 7.
Om het apparaat uit te schakelen aan het einde van
een luistersessie drukt u eenvoudig op Standby 1
op het frontpaneel of op Uitschakelen
afstandsbediening.
Als de afstandsbediening gebruikt wordt om het
apparaat uit te schakelen, gaat het systeem eigenlijk
in standby, als wordt aangegeven door de oranje kleur
van de lichtnetindicatie
Bent u gedurende langere tijd afwezig, dan is het
verstandig om het apparaat helemaal uit te zetten met
de netschakelaar
OPMERKING: alle voorkeurposities in het geheugen
kunnen verloren gaan wanneer het apparaat
langer dan twee weken spanningloos blijft of de
netschakelaar
0
Gebruik sluimerfunctie
Om de AVR te programmeren voor automa tische •
uitschakeling, drukt u op Sluimerfunctie
op de afstandsbediening. Telkens wanneer op
deze toets wordt gedrukt wordt de tijd tot het
uitschakelen verkorten in de volgende reeks:
Wanneer de geprogrammeerde sluimertijd voorbij
is, schakelt het apparaat automatisch uit (naar
standby). Denk er aan dat de display naar halve
sterkte gaat als de sluimerfunctie is geprogrammeerd.
Om de sluimerfunctie te laten vervallen drukt u
0
A
op het frontpaneel te
5fg
2
.
0
.
uit staat.
op het frontpaneel
1
of
toetsen te drukken
3
op de
d
op Sluimerfunctie d en houdt deze vast tot
de display weer de normale sterkte heeft en de
aanwijzing
verschijnt.
SLEEP OFF
in de display F
Ingangskeuze
Om een bron te kiezen drukt u op een van •
de ingangskeuze
afstandsbediening.
Opmerking: nadat u op DVD of HDMI 1 5 heeft
gedrukt om het apparaat in te schakelen, drukt u op
AVR Keuze g om de afstandsbediening de AVR-
functies te laten bedienen.
De bron kan ook gewijzigd worden door op •
ingangskeuze
drukken. Telkens wanneer u de toets indrukt zal
de volgende bron in de reeks beschikbare bronnen
gekozen worden.
•
Wanneer een andere ingang wordt gekozen
schakelt de AVR automatisch naar de digitale
ingang (indien gekozen), de surroundfunctie en de
luidsprekerconfiguratie die tijdens het configureren
voor die bron is geprogrammeerd.
De •Video 3 ingangen H, Optisch Digitale Ingang 34, of de Coax Digitale Ingang 3
G
op de voorzijde kunnen gebruikt worden om
tijdelijk een videospelletje of een camcorder op het
entertainment systeem aan te sluiten.
Wanneer een andere ingang wordt gekozen,
•
verschijnt de naam van die ingang in de display
F
.
Wanneer een pure audiobron (tuner, CD, tape, •
6/8 kanaals directe ingang) wordt gekozen, blijft
de laatst gebruikte video ingang verbonden
met de video uitgangen
monitor uitgang
naar verschillende bronnen worden gekeken en
geluisterd.
Wanneer een videobron wordt geselecteerd, zal •
het audiosignaal naar de luidsprekers gestuurd
worden en het videosignaal naar de juiste
Monitor uitgang B en kan deze, op een TV
monitor die is aangesloten op de AVR, bekeken
worden. Indien een component video bron is
aangesloten op de Video 1
componentingangen, dan wordt het signaal
doorgegeven naar de
uitgang E. Zorg ervoor dat uw TV is ingesteld
op de juiste ingang om het geschikte videosignaal
te zien (composiet of component video).
5fg
A
op het frontpaneel te
4I
B
. Zo kan tegelijkertijd
8
en Video 2 F
Component video-
op de
en video
Gebruik hoofdtelefoon
Stel het volume naar wens in met •Volume D op
het frontpaneel of volume hoger/lager
de afstandsbediening.
Om alle luidsprekers tijdelijk uit te schakelen •
druk u op de toets
signaal naar alle luidsprekers en de hoofd telefoon
Muting 4. Dit zal het
7
onderbreken, maar heeft geen invloed op een
lopende opname of kopiëren. Druk nogmaals op
Muting 4 om het geluid weer in te schakelen.
•klankregeling
Tijdens het luisteren kunt u de
laag en de klankregeling hoog gebruiken
het geluid naar eigen smaak in te stellen of de
kamerakoestiek te compenseren. Merk op dat deze
regelaars geen invloed hebben bij gebruik van de
6-kanaals directe ingang.
Om een ‘rechte’ frequentiekarakteristiek te krijgen •
en de klankregeling en de balans van de AVR uit
te schakelen drukt u op Klankregeling in/uit
T
zodat de indicatie
display
F
verschijnt. Om de regeling weer in te
schakelen drukt u nogmaals op Klankregeling
in/uit T zodat
display F verschijnt.
Om de lage of hoge tonen in te stellen zo vaak op •
Klankregeling T drukken tot 'Bass' of 'Treble'
in de Display
daarna op
Druk daarna weer op Klankregeling T om het
Menu Klankregeling te verlaten.
Om alleen te luisteren sluit u een hoofd- •
telefoon met 6,3 mm stereo jackplug aan op
de hoofdtelefoonuitgang
paneel. Merk op dat wanneer de plug van de
hoofdtelefoon wordt aangesloten, het woord
HEADPHONE
en dat alle luidsprekers uitgeschakeld worden.
Wanneer de plug wordt uitgetrokken zullen de
luidsprekers weer ingeschakeld worden.
Wanneer de hoofdtelefoon in gebruik is, kunt
•
u de Dolby Headphone functie gebruiken wat
meerruimte geeft aan het luisteren met hoofdtelefoon. Druk op Dolby Functie Q of op
Surround Funtiegroep6 om te kiezen uit de
drie Dolby Headphone functies.
A B
TONE OUT
TONE IN
F
verschijnt. Druk op OK A en
Z om de balans in te stellen.
3
kort door de display F loopt
Keuze Surround Functies
Eén van de belangrijkste eigenschappen van de AVR
is de mogelijkheid een volledig meerkanaals surround
klankbeeld weer te geven van digitale bronnen,
analoge matrix gecodeerde programma’s en standaard
stereo en zelfs mono programma’s. Alles bij elkaar zijn
vijftien luisterfuncties beschikbaar op de AVR.
Het kiezen van de surroundfunctie is in wezen een
persoonlijke zaak, net als het soort programma dat
u gebruikt. Films, CD's en TV-programma's met de
logo's van een van de belangrijke surround processen,
zoals Dolby Surround, worden afgespeeld in Dolby
Pro Logic II Movie (films) of Music (bij muziek)
surround of met de exclusieve Harman Kardon Logic 7
Movie functie, zodat een breedbandig en discreet 5.1
op
kanaals surround signaal van de surround gecodeerde
programma's ontstaat met een stereo links/rechts
signaal, net als in werkelijkheid. In dat geval hoort u
geluid dat van links komt alleen links.
tijdelijk in de
tijdelijk in de
op het front-
16
BEDIENING
Bediening
Denk er aan dat bij gebruik van Dolby Digital 2.0
signalen (bijvoorbeeld 'D.D. 2.0' nummers van
een DVD) die gecodeerd zijn met Dolby Pro Logic
informatie, binnenkomend via een willekeurige
digitale ingang, automatisch Dolby Pro Logic II
gekozen zal worden (als aanvulling op de Dolby Digital
functie) en ook van deze opnamen een volledig 5.1
surround sound zal decoderen.
Om een breed omringend klankbeeld te creëren en
alle bewegingen duidelijk te houden bij analoge
opnamen kiest u Dolby Pro Logic II Music of de
exclusieve Harman Kardon Logic 7 Music functie wat
een dramatische verbetering oplevert vergeleken met
Dolby Pro Logic I van voorheen.
OPMERKING: wanneer een programma is gecodeerd
met matrix surround informatie blijft deze informatie
behouden zolang het programma in stereo wordt
uitgezonden. Films met surround geluid kunnen dus
gedecodeerd worden met elke analoge surround
functie, zoals Pro Logic of Logic 7, wanneer deze door
conventionele TV-zenders, betaal-TV of satellieten
worden uitgezonden. Bovendien worden er steeds
meer TV-programma’s, sportuitzendingen, hoorspelen
en muziek-CD’s opgenomen met surround geluid. U
kunt een overzicht van deze programma’s bekijken op
het web van Dolby Laboratories: www.dolby.com.
Zelfs wanneer een programma niet wordt aangegeven
als drager van standaard surround informatie, zult
u merken dat de Dolby Pro Logic II, Dolby 3 Stereo
of Logic 7 functies vaak een omringend surround
klankbeeld leveren, gebruik makend van de natuurlijke
surround informatie die in alle stereo opnamen
aanwezig is.
Dolby Virtual Speaker technologie maakt gebruik van
de nieuwe generatie algoritmes die de dynamiek en
surround sound effecten van een exact 5.1 kanaals
luidsprekersysteem weer te geven via alleen de front
links en rechts luidsprekers. In de Referentie Functie
wordt de schijnbare breedte van het frontbeeld
bepaald door de afstand tussen de twee luidsprekers.
De functie Breed geeft een nog breder frontbeeld
wanneer de beide luidsprekers wat te dicht bij elkaar
staan.
Q
Dolby Surround
II (Movie, Music of Game), Dolby Pro Logic, Dolby
3 Stereo, 2 Luidspreker Functie/Dolby VS Ref, 3
Luidspreker Functie/Dolby VS Ref, 2 Luidspreker
Functie/Dolby VS Breed, 3 Luidspreker Functie/Dolby
VS Breed, 4 Luidspreker Functie/Dolby VS Breed, 5
Luidspreker Functie/Dolby VS Breed. Bij het kiezen
van 2, 3, 4 en 5 Luidspreker Functies, even 2 seconden
wachten tot de display aangeeft welke Dolby Virtual
Speaker functie actief is.
schakelt tussen Dolby PL
Surround functies worden gekozen via de toetsen
op het frontpaneel of op de afstandsbediening. Om
een surround functie op het frontpaneel te kiezen,
drukt u op Surround Functie Groepskeuze
door de verschillende beschikbare surround groepen
te lopen (bijvoorbeeld een Dolby of een Logic 7
functie). Druk op Surround Functiekeuze C
om de specifieke functie binnen de gewenste groep
te kiezen (voorbeeld: binnen de Dolby functiegroep
zijn de opties Dolby Pro Logic I, Dolby Pro Logic
II Music, Dolby Pro Logic II Movies en Dolby 3
Stereo). Om met de afstandsbediening een surround
functie te kiezen drukt u op één van de toetsen
IJKPQc
verschijnt. Door op een toets te drukken verschijnt de
functie in de display F. Denk er aan dat de gekozen
functie aan de ingang gekoppeld blijft tot een andere
wordt gekozen.
Opmerking: de naam van elke surround functie
loopt door de display
gekozen. Om te voorkomen dat het kiezen van de
surroundfunctie onbedoeld wordt verlaten, drukt u op
KL
Z terwijl de functie nog zichtbaar is.
Merk op dat de functies Dolby Digital en DTS slechts
gekozen kunnen worden wanneer een digitale bron
gekozen is. Bovendien zal de AVR bij aanwezigheid
van een digitale bron automatisch naar de juiste
functie (Dolby Digital of DTS) overschakelen, e.e.a.
onafhankelijk van de tevoren gekozen functie. Voor
meer informatie over het kiezen van digitale bronnen
in het volgende hoofdstuk van deze handleiding.
Om naar een programma te luisteren in traditioneel
tweekanaals stereo met alleen de front luidsprekers
links en rechts (en de subwoofer indien geïnstalleerd
en geconfigureerd), volgt u de hierboven gegeven
aanwijzingen voor de afstandsbediening tot
SURR OFF
in de display F verschijnt.
tot de gewenste functie
F
terwijl de functies worden
6
om
Digitale audioweergave
Digitale audio is een belangrijke vooruitgang ten
opzichte van de vroegere analoge matrix surround
systemen. Het beschikt over vijf gescheiden kanalen:
front links, midden, front rechts, links surround en
rechts surround. Elk kanaal reproduceert het volledige
frequentiebereik (20 Hz tot 20 kHz) en bezit een
aanzienlijk groter dynamisch bereik en ruimere
signaal/ruis-afstand. Bovendien hebben digitale
systemen de mogelijkheid een extra kanaal te leveren
dat speciaal bedoeld is voor lage frequenties. Dit is
het ‘.1’ kanaal waarnaar wordt verwezen wanneer u
deze systemen beschreven ziet als ‘5.1’ bijvoorbeeld.
Het baskanaal is gescheiden van de andere kanalen,
maar aangezien de bandbreedte opzettelijk beperkt
is, hebben technici er die specifieke benaming aan
gegeven.
Dolby Digital
Dolby Digital (oorspronkelijk AC-3® genaamd) is een
standaard deel van DVD, is beschikbaar op satelliet
uitzendingen en maakt deel uit van het nieuwe High
Definition televisie (HDTV) systeem.
DTS
DTS is een ander digitaal audio systeem dat 5.1 audio
kan leveren. Hoewel zowel DTS als Dolby Digital
digitaal zijn, maken ze gebruik van andere methoden
om de signalen te coderen en hebben daarom andere
decoders nodig om de digitale signalen weer naar
analoog om te zetten.
PCM Audio afspelen
PCM (Puls Code Modulatie) is een ongecomprimeerd
digitaal audiosysteem voor compact disc en
sommige speciale PCM gecodeerde DVD’s. De
digitale schakelingen in de AVR zijn geschikt voor
hoogwaardige digitaal/analoog omzetting en kunnen
direct met de digitale audio-uitgangen van uw CD/
DVD-speler worden verbonden.
Verbinden met de digitale (optisch of coax) ingang
9L
op de achterzijde, of op een digitale ingang
4G
op de voorzijde.
Om naar een PCM digitale bron te luisteren eerst de
ingang (b.v. CD) kiezen om het videosignaal (indien
aanwezig) naar de TV te voeren en een analoog
signaal te leveren voor opname.Druk vervolgens op de
digitale ingangskeuze Y en gebruik vervolgens
KL
de
Z op de afstandsbediening, tot de
gewenste keuze
F
verschijnt. Druk op OK A om de gewenste
keuze in te voeren.
Wanneer een PCM bron speelt verschijnt kort de
aanwijzing PCM in de display
weergave kunt u elke surround functie kiezen, behalve
Dolby Digital of DTS.
OPTICAL
of
F
COAX
in de display
. Tijdens PCM-
NEDERLANDS
BEDIENING
17
Bediening
Digitale bron kiezen
Om een digitale functie te gebruiken dient een digitale
bron correct op de AVR te zijn aangesloten. Sluit
de digitale uitgangen van de DVD-spelers, HDTVontvangers, satellietsystemen en CD-spelers aan op de
digitale (optisch of coax) ingang
de achterzijde of op de voorzijde. Om ook analoog te
kunnen opnemen, dienen de analoge uitgangen van
de digitale bron te worden verbonden met de juiste
ingangen op de achterzijde van de AVR (voorbeeld:
sluit de analoge stereo uitgang van een DVD-speler
aan op de DVD-ingang 5 op de achterzijde, naast
de digitale uitgangen van de bron).
Voor het afspelen van een digitale bron als DVD, kiest
u eerst de ingang via de afstandsbediening of op de
voorzijde, als in deze handleiding beschreven, om het
videosignaal (indien aanwezig) naar de TV-monitor
te sturen en het analoge audiosignaal voor opname
beschikbaar te hebben. Wanneer de digitale ingang
van de DVD-speler niet automatisch wordt gekozen
(als gevolg van eerder gemaakte instellingen bij de
configuratie van het systeem, zie pagina 12), kies dan
de digitale bron met de digitale ingangskeuze
Y
en gebruik KL Z op de afstandsbediening
om de optical (
kiezen, als aangegeven in de display
digitale bron, dan zal de AVR automatisch signaleren
of het om een meerkanaals Dolby Digital, DTS bron of
een conventioneel PCM signaal, het standaard signaal
van CD-spelers gaat.
OPT
) or coaxial (
Digitale status
Wanneer een digitale bron speelt, herkent de AVR
het type bitstream data is. Gebruik makend van
deze informatie wordt de juiste surroundfunctie
automatisch gekozen. Voorbeeld: bij DTS bitstream
activeert het apparaat de DTS-decoder en bij Dolby
Digital de Dolby Digital decoder. Wanneer PCM-data
binnenkomen van CD's en sommige muziek-DVD's
of bepaalde nummers op normale DVD's, kan de
juiste surround functie door de gebruiker zelf worden
gekozen.
Bij het afspelen van een digitale bron, geeft de AVR
zelf aan om welk type bitstream het gaat. Deze
aanwijzingen verschijnen kort nadat een ingang of
surround functie is veranderd en blijft ca. vijf seconden
in de display
surround functie weer verschijnt.
F
staan waarna de gebruikelijke
9L
COAX
F
op
4G
) ingangen te
. Speelt een
Surround Functies
Voor Dolby Digital en DTS bronnen verschijnt een
driecijferige indicatie met het aantal kanalen in het
signaal. Voorbeeld van de indicatie is 3/2/.1.
Het eerste cijfer geeft aan hoeveel discrete front
kanalen aanwezig zijn.
•
Een 3 geeft aan dat er gescheiden front links,
centrum en rechts signalen beschikbaar zijn. Dit
wordt aangegeven bij Dolby Digital 5.1 en DTS 5.1
programma’s.
•
Een 2 geeft aan dat er gescheiden front links en
rechts signalen aanwezig zijn, maar geen discreet
centrum kanaal. Dit wordt aangegeven voor Dolby
Digital bitstream met stereo programmamateriaal.
Een 1 geeft aan dat er alleen een monosignaal in •
het Dolby Digital bitstream aanwezig is.
Het middelste cijfer geeft aan hoeveel discrete
surround signalen aanwezig zijn.
•
Een 2 geeft aan dat gescheiden surround links en
rechts beschikbaar zijn. Wordt aangegeven voor
Dolby Digital 5.1 en DTS 5.1 programma’s.
Een 1 geeft aan dat slechts één enkel surround •
kanaal gecodeerd is. Dit verschijnt bij Dolby Digital
bitstream met matrix codering.
•
Een 0 geeft aan dat er geen surround informatie
aanwezig is. Dit verschijnt bij twee kanaals
stereoprogramma’s.
Het laatste cijfer geeft aan of er een discreet Low
Frequency Effect (LFE) kanaal aanwezig is. Dit is de
“.1” in de algemeen gebruikte afkorting “5.1” en is een
speciaal kanaal dat alleen maar laag bevat.
Een 1 geeft aan dat een LFE kanaal aanwezig
•
is. Verschijnt bij Dolby Digital 5.1 en DTS 5.1
programma’s indien aanwezig.
Een 0 geeft aan dat er geen LFE kanaal be schikbaar •
is. Ook al is er echter geen LFE kanaal, toch zal er
laagfrequent materiaal in de subwoofer aanwezig
zijn wanneer de luidspreker configuratie is
ingesteld op de aanwezigheid van een subwoofer.
De aanwijzing
onderste regel van de display
de digitale datastroom onderbroken of niet langer
beschikbaar is. Wanneer dat gebeurt heeft de digitale
processor van het apparaat geen signaal waarop kan
worden ‘gelocked’ en is daarmee ontkoppeld. Deze
aanwijzing kan verschijnen wanneer een DVD wordt
gestart totdat de digitale bitstream op gang komt
en de processor kan bepalen welke functie moet
worden gekozen; of op elk moment dat de datastroom
wegvalt of wordt onderbroken, zoals bij het bekijken
van menu’s bij sommige discs, of wanneer de speler
schakelt tussen de verschillende delen van een disc.
Ook kan de aanwijzing verschijnen wanneer een
satellietontvanger, een set-top box of HDTV-tuner
wordt gebruikt en het audiosignaal tijdelijk wordt
onderbroken wanneer een ander kanaal wordt
gekozen of wanneer de kabelbox schakelt van een
kanaal met digitale datastroom naar een met alleen
analoge audio. De
en duidt niet op een probleem met uw receiver. Het
vertelt u slechts dat de in komende datastroom om
een aantal mogelijke redenen onderbroken of niet
aanwezig is.
Wanneer Dolby Digital 3/2/.1 of DTS 3/2/.1 signalen
worden afgespeeld schakelt de AVR automatisch
naar de juiste surround functie en kan geen andere
bewerking worden gekozen. Wanneer een Dolby
Digital signaal met 3/1/0 of 2/0/0 signaal binnenkomt
kunt u elke gewenste Dolby surround functie kiezen.
Het is altijd verstandig de uitlezing van de
kanaalgegevens te controleren om er zeker van te zijn
dat die overeenkomt met de audio logo informatie op
de achterzijde van de DVD verpakking. Soms ziet u een
indicatie als “2/0/0/” zelfs op discs met een compleet
5.1 of 3/2/.1 signaal. In dat geval is het belangrijk de
instellingen van uw DVD-speler of het audiomenu
voor de spelende disc te controleren om er zeker van te
zijn dat het juiste signaal naar de AVR wordt gestuurd.
UNLOCK
UNLOCK
kan verschijnen in de
F
. Dat geeft aan dat
aanwijzing is normaal
18
BEDIENING
Bediening
Nachtfunctie
Een speciale functie van Dolby Digital. Deze functie
stelt u in staat om Dolby Digital bronnen volledig
verstaanbaar af te spelen, maar met beperkte
maximale piekniveaus, terwijl de zwakke signalen
1/4 tot 1/3 opgetrokken worden. Zo wordt vermeden
dat abrupt luide overgangen anderen storen, zonder
de impact van de digitale bron te beperken. De
nachtfunctie is alleen beschikbaar wanneer de Dolby
Digital functie gekozen is.
De nachtfunctie kan worden gekozen wanneer een
Dolby Digital DVD speelt door op nachtfunctie O
KL
KL
Z tot
op de afstandsbediening. Druk vervolgens op
Z
om de gematigde of de volledige compressie
(medium of full) van de nachtfunctie te kiezen. Om de
nachtfunctie uit te schakelen drukt u op
de aanwijzing onderin de video display en de display
F
D-RANGE OFF
gekozen worden om altijd op dat compressieniveau te
zijn, zodra de Dolby Digital functie wordt geactiveerd
via de opties in het nachtfunctie menu. Zie pagina
19 voor nadere informatie over het gebruik van deze
optie. Zie hierboven voor informatie over deze optie.
BELANGRIJK BIJ DIGITALE WEERGAVE
Wanneer de digitale bron stopt, in pauze, in de 1.
functie snel zoeken of hoofdstuk zoeken staat,
zullen de digitale gegevens tijdelijk stoppen. Dit
is normaal en wijst niet op een probleem met de
AVR of met de bron. De AVR zal, zodra de gegevens
weer beschikbaar zijn en wanneer het apparaat
weer op afspelen staat, naar de normale digitale
weergave terugkeren.
Hoewel de AVR bijna alle DVD films, CD’s en 2.
HDTV bronnen kan decoderen, is het mogelijk dat
sommige toekomstige digitale formaten niet door
de AVR verwerkt kunnen worden.
Denk er aan dat niet alle digitaal gecodeerde 3.
programma’s en niet alle audionummers op
een DVD volledig 5.1-kanaals audio bevatten.
Raadpleeg de handleiding van het programma
bij uw DVD om na te gaan welk type audio op de
disc is opgenomen. De AVR herkent automatisch
het gebruikte type digitaal surround signaal dat
gecodeerd is en stelt zichzelf daar op in.
Wanneer een Dolby Digital of DTS bron speelt is het 4.
mogelijk dat u onder bepaalde omstandigheden
enkele van de analoge surroundfuncties niet kunt
kiezen, zoals Dolby Pro Logic II, Dolby 3, Stereo,
Hall, Theater, 5-kanaals Stereo of Logic 7, tenzij
u gebruik maakt van speciale audionummers
(zie indicatie ‘Dolby Digital’ op de pagina 17) of
gekozen data formaat (zie ‘PCM Audioweergave’ op
pagina 17).
. De nachtfunctie kan ook
Wanneer een Dolby Digital of DTS bron speelt kan 5.
geen analoge opname worden gemaakt via de
Tape uitgangen 1 of Video 1 4 uitgangen,
wanneer de bron alleen is verbonden met een
digitale ingang op de AVR. Maar het analoge
twee kanaals signaal van die bron, de ‘mixdown’
naar Stereo of Dolby Surround, kan worden
opgenomen door de analoge audio uitgangen met
de juiste analoge ingangen (DVD bijvoorbeeld) van
de AVR, ook wanneer de digitale ingang van de
AVR gekozen blijft. Bovendien worden de digitale
signalen worden doorgegeven naar de digitale
audio uitgangen
O
.
Opnemen
Bij normaal gebruik worden de audio en video
signalen die op de AVR voor kijken en luisteren zijn
gekozen door gestuurd naar de opname uitgangen.
Dat betekent dat elk programma waar u naar kijkt
of luistert simpelweg kan worden opgenomen
door recorders aan te sluiten op de uitgangen
Outputs 1 of Video 1 4.
Tape
Aanpassen uitgangsniveaus
Het normale weergaveniveau van de AVR wordt
ingesteld met behulp van het testsignaal, als
beschreven op pagina 14. In sommige gevallen is
het wenselijk de weergaveniveaus aan te passen met
programmamateriaal waarmee u vertrouwd bent.
Bovendien kan het niveau van de subwoofer alleen via
deze procedure gecorrigeerd worden.
Om de uitgangen met behulp van pro gram mamateriaal in te stellen, kiest u eerst de surround functie
waarvoor u de luidsprekers wilt OK (zie opmerking
verderop), door de gewenste ingang te kiezen,
gekoppeld aan de gewenste surround functie, start
het programmamateriaal en stel het referentieniveau
voor de linker en rechter front luidsprekers met de
Volumeregelaar
Is het referentieniveau eenmaal ingesteld, druk
Kanaalkeuze a en merk op dat
dan op
FRONT L LEVEL
display
F
drukt u eerst op OK A en vervolgens verlaagt
of verhoogt u het niveau met
hiervoor NIET de volumeregelaar, daar deze de
referentie zal veranderen.
Zijn de wijzigingen uitgevoerd druk dan op
KL
druk op
OK te kiezen. Om het niveau van de subwoofer in te
stelle drukt u op
in de display
alleen wanneer de subwoofer tijdens het configureren
ook was gekozen. Zie pagina 12.
D7
.
gedurende vijf seconden in de
verschijnt. Om het niveau te veranderen
KL
Z. Gebruik
OK A en
Z om het volgende kanaal dat u wilt
KL
Z tot
WOOFER LEVEL
F
verschijnt. Deze indicatie verschijnt
Druk, zodra de naam van het gewenste kanaal in de
display F en in beeld verschijnt, op OK A en
volg de instructies op.
Herhaal de procedure zonodig, tot alle kanalen die u
wilt afstellen zijn ingesteld. Druk als alle instellingen
zijn uitgevoerd, tweemaal op de OK A en de AVR
zal terugkeren naar normale bediening.
OPMERKING: de uitgangsniveaus kunnen voor iedere
digitale en analoge surroundfunctie afzonderlijk
ingesteld worden. Indien u andere niveaus voor een
specifieke functie wenst, kies dan die functie en volg
stapsgewijs bovengenoemde instructies.
Het veranderen van de niveaus als hiervoor
aangegeven zal automatisch ook de niveaus die
worden aangegeven tijdens de Instelling van het
Uitgangsniveau (zie pagina 14) overeenkomstig
veranderen en zullen in het geheugen van de AVR
bewaard blijven, ook wanneer het apparaat wordt
uitgeschakeld. Voor wat betreft de Stereo functies, is
de hier beschreven procedure de enige methode om
een uitgangsniveau in te stellen.
Directe 6-kanaals ingang
De AVR is uitgerust voor uitbreiding in de toekomst
door toepassing van extra, externe adapters voor
formaten die de AVR niet kan verwerken. Wordt er
een adapter aangesloten op de directe 6 kanaals
N
ingang
directe ingang
voor de 6-kanalen kan tevens gekozen worden door
op ingangskeuze
Druk op deze toets tot de aanwijzing
(direct kanaal) in display
Let op dat bij gebruik van de directe 6 kanaals ingang
geen surroundfunctie gekozen kan worden, aangezien
de externe decoder de bewerking bepaalt. Belangrijk:
er verschijnt geen signaal op de opname-uitgangen
wanneer de 6-kanalen directe ingang in gebruik is.
, dan kiest u die door op de 6-kanaals
6
te drukken. De directe ingang
A
op het frontpaneel te drukken.
CH DIRECT
F
.
Helderheid display
De display F op het frontpaneel van de AVR
is standaard ingesteld op een helderheidsniveau
dat voldoende is om de informatie in een normaal
verlichte ruimte te kunnen lezen. Het is echter mogelijk
dat u onder bepaalde omstandigheden de helderheid
tijdelijk wilt wijzigen, of zelfs geheel wilt uitschakelen.
U kunt de helderheid van de display aanpassen door
op Dimmer L op de afstandsbediening te drukken.
Denk er aan dat de blauwe LED in de volumeregelaar
en de lichnteindicatie 2 op normale sterkte
blijven branden ten teken dat het apparaat nog aan
staat.
NEDERLANDS
BEDIENING
19
Bediening
Geheugenbeveiliging
De AVR is uitgerust met een geheugenbeveiliging
die de opgeslagen zenders van de tuner en de
systeemconfiguratie vasthoudt als het apparaat
helemaal wordt uitgeschakeld, de stekker uit
het stopcontact wordt genomen of wanneer de
netspanning uitvalt. Dit geheugen blijft ca. 1 weke
behouden; daarna dient alle informatie opnieuw te
worden ingevoerd.
Gebruik van tuner
De AVR is geschikt voor de ontvangst van MG, FM
en FM stereo zenders plus de ontvangst van RSDgegevens. Zenders kunnen met de hand worden
afgestemd, of worden opgeslagen als voorkeurzenders
en weer worden opgeroepen uit een geheugen met
een capaciteit voor 30 posities.
Zenderkeuze
Druk op 1. MG/FM f op de afstandsbediening
om de tuner als ingang te kiezen, of door op de
voorzijde op ingang
geactiveerd is, dan wel door direct op
te drukken.
Druk nogmaals op 2. MG/FM f of op de MG/FM
8
om tussen MG en FM om te schakelen, tot het
gewenste bereik wordt aangegeven.
Druk op 3. Tuner Functie W op de
afstandsbediening of houd Afstembereik
op het frontpaneel 3 seconden ingedrukt om
automatische of handafstemming te kiezen.
Drukt u op deze toets zodat
F
verschijnt dan zal door op Afstemmen
7U
te drukken de tuner gaan zoeken naar de
eerstvolgende hoger of lager gelegen zender die
met voldoende signaal binnenkomt. De indicatie
AUTO ST TUNED
de tuner stopt bij een stereo FM zender, of een
AUTO TUNED
FM mono zender is afgestemd. Druk nogmaals op de
afstemtoetsen om naar de eerstvolgende zender te
gaan.
A
te drukken tot de tuner
MG/FM8
8
AUTO
in de display
verschijnt kort wanneer
indicatie wanneer een MG of een
Wordt op de toets gedrukt zodat
display
F
verschijnt zal de afgestemde frequentie
bij elke druk één stap omhoog of omlaag gaan.
Ontvangt de tuner een signaal dat sterk genoeg is voor
goed ontvangst dan verschijnt
de display
Opmerking: wanneer de FM-ontvangst van een
stereozender zwak is, wordt de audiokwaliteit
verbeterd door naar mono om te schakelen door op
Tunerfunctie W op de afstandsbediening of op
Ontvangstbereik 8 op de voorzijde te drukken.
Daarop verschijnt kort
en dooft vervolgens.
F
.
Ook kan er op zenders afgestemd worden door 4.
eerst op Direct V te drukken en vervolgens
met de
Cijfertoetsen X de frequentie van
de zender in te voeren. Wanneer het laatste cijfer
van de frequentie ingevoerd is wordt automatisch
op de gewenste zender afgestemd. Mocht u bij
het invoeren van de frequentie een verkeerde
toets drukken, druk dan op Wissen
frequentie opnieuw in te voeren.
MANUAL
MANUAL
MANUAL TUNED
in de display F
D
in de
om de
in
Opslaan voorkeurzenders
Er kunnen 30 zenders worden opgeslagen in het
geheugen van de AVR, die gemakkelijk kunnen
worden opgeroepen via de toetsen op het frontpaneel,
dan wel via de afstandsbediening.
Om een zender in het geheugen op te slaan, stemt u
eerst op de zender af door de hierboven beschreven
stappen uit te voeren en dan:
Druk op 1. Geheugen C op de afstandsbediening. Nu verschijnen twee streepjes in de
display
F
.
2.
Binnen vijf seconden kiest u nu met de
Cijfertoetsen X de positie waarop u de zender
wilt vastleggen. Eenmaal ingevoerd verschijnt het
gekozen nummer in de display
3.
Herhaal deze procedure voor alle zenders die u vast
wilt leggen.
Oproepen van voorkeurzenders
Om een eerder in het geheugen vastgelegde •
zenders met de hand te kiezen, drukt u op de
Cijfertoetsen X overeenkomend met de
gewenste zender in het geheugen.
Om stap voor stap de zenders in het geheugen te •
doorlopen. drukt u op Voorkeurposities
de voorzijde, of op Voorkeuze hoger/lager
op de afstandsbediening.
F
.
9
op
E
RDS
De AVR is uitgerust met RDS (Radio Data System), dat
op FM radio een breed scala aan informatie biedt. RDS
is een systeem voor het zenden van zendernamen
of netwerkinformatie, een aanduiding van het
programmatype van de zender, tekstboodschappen
over de zender of muziekspecificaties en de juiste tijd.
RDS-Afstemming
Wanneer een FM-zender afgestemd is en het signaal
bevat RDS-data geeft de AVR automatisch de naam
van de zender of een programmaservice aan in de
display
F
.
RDS aanwijzingen
Het RDS-systeem biedt een breed aanbod aan
informatie die als aanvulling op de zendernaam
verschijnt wanneer voor het eerst op de zender
wordt afgestemd. Bij normaal RDS gebruik zal de
display de naam van de zender, zendgemachtigde of
de oproepletters aangeven. Door op RDS functies
BF
te drukken kunt u door de verschillende
soorten informatie schakelen, in deze volgorde:
•
Zendernaam (soms, zoals in Nederland, b.v. de
naam van de omroep)
•
Zendfrequentie(
•
Programmasoort (
•
Radiotekst (
zender die uitzendt. Denk er aan dat, indien de
melding langer is dan de 8 posities van de display,
de tekst zal doorlopen. Afhankelijk van de kwaliteit
van het signaal, kan het tot 30 seconden duren
voordat de melding verschijnt. Zodra RT is gekozen,
zal het woord
display verschijnen.
Juiste tijd. Denk er aan dat het 2 minuten kan •
duren voordat de tijd verschijnt. In de tussentijd zal
het woord
CT
(clock time) gekozen is. De nauwkeurigheid
van de tijdmelding wordt bepaald door de zender,
niet door de AVR.
Sommige RDS zenders gebruiken niet alle functies.
Worden gegevens voor de gekozen functie niet
verzonden, dan zal de display
NO TYPE, NO TEXT
geen tekst, geen tijd) na enige tijd laten zien.
In iedere FM functie heeft RDS een voldoend sterk
signaal nodig om correct te functioneren.
FREQ
)
PTY
).
RT
) met een specifiek bericht via de
TEXT
(tekst) knipperend in de
TIME
in display knipperen, wanneer
F
de aanwijzing
, of
NO TIME
(geen soort,
20
BEDIENING
Bediening
Programmasoort (PTY)
Een belangrijke eigenschap van RDS is de mogelijkheid
programmacodes voor de soort programma’s (
Program Type) mee te zenden. Deze codes geven het
type programma van de uitzending aan.
Op de volgende wijze kunt u een specifiek
programmatype (
Druk op 1. RDS
display
2.
Zodra het PTY aangegeven wordt, drukt u op
Voorkeuze hoger/lager
toets ingedrukt om door de lijst van beschikbare
PTY typen. Om snel en eenvoudig te zoeken naar
de volgende zender die PTY gegevens uitzendt,
kunt u de toets Voorkeuze hoger/lager
gebruiken tot
display verschijnt.
Druk op een van de toetsen 3. afstemmen
de tuner begint de FM-band noor boven of
beneden te doorzoeken op de eerste zender die
RDS-gegevens uitzendt die overeenkomen met
de gewenste keuze en voldoende sterk is voor
kwaliteitsontvangst.
4.
Terwijl de PTY in de display knippert, maakt de
tuner een complete scan van de gehele FM-band
en zoekt naar de eerstvolgende zender het
gevraagde PTY type èn een acceptabele ontvangst
biedt. Wordt zo’n zender niet gevonden, verschijnt
gedurende enkele seconde de melding
(geen) en keert de tuner terug naar de zender die
gekozen was voordat het zoeken begon.
OPMERKINGEN: Veel zenders zenden geen specifieke
PTY uit, in welk geval de display
aangeeft.
OPMERKINGEN: sommige zenders zenden constant
ver keers informatie uit. Deze zenders vindt u door
TRAFFIC te kiezen. De AVR zoekt dan de juiste
zender, ook al is er op dat moment misschien geen
verkeersinformatie.
PTY
) zoeken:
BF
tot de huidige PTY in de
F
aangegeven wordt.
RDS ONLY
9E
(alleen RDS) in de
NONE
PTY
, of houdt deze
9E
7U
NONE
(geen)
–
;
NEDERLANDS
BEDIENING
21
Problemen
SYMPTOOMOORZAAKOPLOSSING
Apparaat werkt niet wanneer
de netschakelaar
0
wordt
ingedrukt.
Display licht op maar geen geluid
en geen beeld
Geluid hoorbaar maar display licht
niet op
Geen enkele luidspreker werkt;
standby
1
rood
Geen geluid uit surround en
centrum luidsprekers
Apparaat reageert niet op de
afstandsbediening
Intermitterende brom in de tunerLokale interferentie
Digitale Audio stopt.Digitale audiosignaal pauzeert •Hervat weergave DVD •
•Controleer lichtnetaansluiting •
Geen netspanning
Onderbroken ingangssignaal •Controleer alle aansluitingen •Muting• ingeschakeld
Volume is geheel teruggedraaid •Draai het volume omhoog •
Display helderheid uitgeschakeld •Volg de aanwijzingen over de helderheid van de display op •
•Controleer luidsprekerverbindingen op kortsluiting •
Versterker beveiliging actief, kortsluiting
•Neem contact op met uw leverancier •
Versterker beveiliging actief, intern probleem
Onjuiste surroundfunctie •Kies een andere functie dan stereo •
Onjuiste configuratie •Controleer de luidsprekerfunctie •
•Bij Dolby surroundfuncties kan geen informatie voor •
Stereo of mono programma
Luidsprekers verkeerd aangesloten
•Controleer luidspreker aansluitingen eventueel met testsignaal •
Zwakke batterijen in afstandsbediening
•Vervang batterijen •
•
Verkeerde apparaat gekozen
• Sensor afstandsbedieningE geblokkeerd
•Verplaats het apparaat of de antenne, uit de buurt van •
•
Controleer of er spanning op het stopcontact staat
Druk op •muting
pagina 19
achterkanalen aanwezig zijn
(pagina 14)
Druk op •AVR
Controleer of de sensor op de voorzijde niet wordt afgedekt door •
een voorwerp of meubel
computers, TL-buizen, motoren of andere elektrische apparaten
•
Controleer of een digitaal signaal naar de ingang wordt gestuurd
4
g
Processor resetten
In het zeldzame geval dat de werking van het apparaat
en/of de display niet normaal lijkt kan de oorzaak
liggen in een foutieve werking van het geheugen of de
microprocessor.
Om dat te corrigeren neemt u de stekker van het
apparaat uit het stopcontact en wacht minimaal drie
minuten voordat u deze weer in het stopcontact steekt.
Controleer nu de werking van het apparaat. Werkt het
nog steeds niet goed, dan kan een reset noodzakelijk
Daarmee wordt het gehele systeemgeheugen van
de AVR inclusief alle instellingen van de tuner,
uitgangsniveaus (componentenniveaus) en de
gegevens voor luidsprekercombinaties, verwijderd. Zet
eerst het systeem aan met standbySurroundfunctie6 en houd deze 5 seconden vast.
Het apparaat schakelt automatisch in. Denk er aan
dat u op deze manier het geheugen heeft gewist en
dat alle systeem configuraties, instellingen en zenders
opnieuw moeten worden ingesteld.
zijn.
Aanwijzingen voor de gebruiker over het
verwijderen en afvoeren van gebruikte
batterijen.
Specificatie van het type batterij.
Deze symbolen (hierboven) afgebeeld op een product, verpakking of losse informatie, dan wel
in een handleiding betekenen dat het product zelf, inclusief de batterijen die erbij zijn gevoegd
of zijn ingebouwd, nooit met het huisvuil mag worden weggegooid. Zij dienen te worden
ingeleverd op de daarvoor aangewezen plaats zodat voor een juiste verwerking of recycling kan
worden gezorgd, in overeenstemming met nationale of plaatselijke wetgeving, of de Europese
Richtlijnen 2002/96/EC en 2006/66/EC.
OPMERKING: het resetten van de processor
zal alle instellingen die u heeft gemaakt
wissen: uitgangsniveaus van de luidsprekers, de
uitgangsniveaus, surroundfuncties, toewijzing van
1
. Druk dan op
de digitale ingangen en de opgeslagen radio zenders.
Na het resetten keert het apparaat terug in de
fabrieksinstelling en moeten alle instellingen opnieuw
worden gemaakt.
Functioneert het systeem nu nog steeds niet goed, dan
kan een elektrische ontlading er verantwoordelijk voor
zijn dat de processor en/of het geheugen is vernield.
Raadpleeg in dat geval de Harman Kardon technische
dienst.
De juiste verwerking van producten en batterijen die worden afgedankt, bespaart grondstoffen
en voorkomt negatieve effecten op het milieu en/of onze gezondheid.
De batterijen die bij het apparaat zitten kunnen alkaline zijn, koolstof/zink/mangaan of lithium
(knoopcel); alle dienen op de hiervoor beschreven wijze te worden afgevoerd.
Om de batterijen uit de apparatuur of afstandsbediening te verwijderen, raadpleegt u de
handleiding van het product over het vervangen van de batterijen.
Bij producten die zijn voorzien van een batterij die de gehele levensduur van het apparaat
meegaat, kan verwijderen voor de gebruiker niet mogelijk zijn. In dat geval dient het recyclingof verwijderingsbedrijf te zorgen voor demontage en verwijdering van de batterij. Wanneer zo’n
batterij om wat voor reden dan ook moet worden vervangen, dient dit te gebeuren door een
geautoriseerd servicecenter.
22
PROBLEMEN
Technische Gegevens van de AVR Surround Receiver
Audio gedeelte
Stereo
Continu nominaal vermogen (FTC)
40 watt per kanaal, 20 Hz – 20 kHz,
@ <0,07% THD, beide kanalen uitgestuurd in 8 ohm
Vijf kanaals surroundfuncties
Uitgangsvermogen per kanaal, alle kanalen uitgestuurd
Front L&R kanalen:
35 watt per kanaal,
@ <0,07% THD, 20 Hz – 20 kHz in 8 ohm
Centrum kanaal:
35 watt,
@ <0,07% THD, 20 Hz – 20 kHz in 8 ohm
Surround kanalen:
35 watt per kanaal,
@ <0,07% THD, 20 Hz – 20 kHz in 8 ohm
Vijf Kanalen Surround Functies
(Eén kanaal uitgestuurd in 6 ohm, 1 kHz, @ <0,07% THV)
Front L&R kanalen:
70 watt per kanaal
Center kanaal:
70 watt
Surround (L&R) kanalen:
70 watt per kanaal
Opgenomen vermogen 72 W zonder signaal, 580 W maximum
(twee kanalen uitgestuurd)
Afmetingen (max)
Breedte 440 mm
Hoogte 165 mm
Diepte 382 mm
Gewicht 9,6 kg
Diepte inclusief knoppen, toetsen en aansluitingen.
Hoogte inclusief voetjes en chassis.
Alle technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Harman Kardon en Logic 7 zijn handelsmerken van Harman International Industries,
Incorporated geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen.
Designed to entertain is een handelsmerk van Harman International Industries, Incorporated.
* Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories. ‘Dolby’, ‘Pro Logic’, AC-3 en het dubbele D
symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories, Inc.
Gefabriceerd onder licentie van US patenten nr.: 5.451.942; 5.956.674; 5.974.380; 5.978.762;