VHF 110/210 AIS SERIE
Installatie-instructies
Belangrijke veiligheidsinformatie
WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
VOORZICHTIG
Draag altijd een veiligheidsbril, oorbeschermers en een
stofmasker tijdens het boren, zagen en schuren.
LET OP
Controleer voordat u gaat boren of zagen wat zich aan de
andere kant van het oppervlak bevindt.
Het toestel registreren
Vul de onlineregistratie vandaag nog in zodat wij u beter kunnen
helpen.
• Ga naar http://my.garmin.com.
• Bewaar uw originele aankoopbewijs of een fotokopie op een
veilige plek.
Contact opnemen met Garmin® Product Support
• Ga naar www.garmin.com/support voor supportinformatie
voor uw land.
• Bel in de VS met 913-397-8200 of 1-800-800-1020.
• Bel in het VK met 0808 238 0000.
• Bel in Europa met +44 (0) 870 850 1241.
worden geïnstalleerd dan op de kompasveilige afstand die is
vermeld in de productspecificaties.
• Op de locatie moet ruimte beschikbaar zijn voor het geleiden
en aansluiten van alle kabels.
Antennebevestiging en blootstelling aan elektromag
netische energie
WAARSCHUWING
Radio-operators met pacemakers, levensondersteunende
apparatuur of elektrisch-medische apparatuur dienen niet te
worden blootgesteld aan buitensporige radiofrequentievelden
(RF-velden), omdat het RF-veld kan interfereren met de werking
van de medische apparatuur.
VOORZICHTIG
Dit toestel genereert radiofrequente energie (RF) en
elektromagnetische energie (EME), en straalt deze uit. Het niet
opvolgen van deze richtlijnen kan ertoe leiden dat mensen
worden blootgesteld aan RF-straling die de maximaal
toelaatbare blootstelling (MPE) overschrijdt.
Garmin geeft een MPE-radius aan van 2,48 m (97,64 in.) voor
dit systeem, hetgeen is vastgesteld met een uitgangsvermogen
van 25 W en een omni-directionele antenne met een versterking
van 6 dBi. Bij het aansluiten van de antenne moet een minimale
afstand van 2,48 m (97,64 in.) tussen de antenne en personen
in acht worden genomen.
Het toestel aan een beugel monteren
LET OP
Als u de beugel met schroeven bevestigt op glasvezel, kunt u
het beste bij het boren met een kleine verzinkboor alleen in de
bovenste gellaag een kleine verdieping aanbrengen. U voorkomt
hiermee dat er scheuren in de gellaag ontstaan als de
schroeven worden aangedraaid.
Roestvrijstalen schroeven kunnen zich gaan binden wanneer ze
in het glasvezel worden geschroefd en te strak worden
aangedraaid. Aangeraden wordt om een zuurvrij smeermiddel
op de schroeven aan te brengen voordat u deze installeert.
U kunt de meegeleverde montagesteun gebruiken om het
toestel aan een beugel op een vlak oppervlak te monteren.
Gebruik de beugelsteun À als montagesjabloon en markeer
1
de boorgaten.
Aandachtspunten bij de montage
LET OP
Dit toestel dient te worden gemonteerd op een locatie die niet
wordt blootgesteld aan extreme temperaturen of
omstandigheden. Het temperatuurbereik voor dit toestel wordt
vermeld in de productspecificaties. Langdurige blootstelling aan
temperaturen boven het opgegeven temperatuurbereik, in
opslag- of gebruiksomstandigheden, kan tot storingen in het
toestel leiden. Schade door extreme temperaturen en
gerelateerde gevolgen vallen niet onder de garantie.
Houd rekening met deze aandachtspunten wanneer u een
montagelocatie selecteert.
• De locatie moet optimaal zicht bieden tijdens het besturen
van uw boot.
• De locatie moet eenvoudig toegang bieden tot alle interfaces
van het toestel, zoals de knoppen, het aanraakscherm en de
kaartlezer, indien van toepassing.
• De locatie moet sterk genoeg zijn om het gewicht van het
toestel te dragen en te beschermen tegen overmatige
trillingen of schokken.
• Teneinde interferentie met een magnetisch kompas te
voorkomen, mag het toestel niet dichter bij een kompas
Gebruik een boor van 3,5 mm (9/64 in.) om de gaatjes te
2
boren.
Gebruik de meegeleverde schroeven Á om de beugelsteun
3
aan het montage-oppervlak te bevestigen.
Installeer de beugelsteunknoppen  aan de zijkanten van het
4
toestel.
Plaats het toestel in de beugelsteun en draai de
5
beugelsteunknoppen aan.
Het toestel verzonken monteren
LET OP
Wees voorzichtig wanneer u het gat zaagt om het toestel
verzonken te monteren. Er is slechts weinig ruimte tussen de
September 2017
190-02061-75_0B
behuizing en de montagegaten. Als u het gat te groot zaagt, kan
het toestel mogelijk niet stabiel worden bevestigd.
Als u de beugel met schroeven bevestigt op glasvezel, kunt u
het beste bij het boren met een kleine verzinkboor alleen in de
bovenste gellaag een kleine verdieping aanbrengen. U voorkomt
hiermee dat er scheuren in de gellaag ontstaan als de
schroeven worden aangedraaid.
Roestvrijstalen schroeven kunnen zich gaan binden wanneer ze
in het glasvezel worden geschroefd en te strak worden
aangedraaid. Aangeraden wordt om een zuurvrij smeermiddel
op de schroeven aan te brengen voordat u deze installeert.
De meegeleverde sjabloon en het meegeleverde
bevestigingsmateriaal kunnen worden gebruikt om het toestel te
monteren in uw dashboard.
Snijd de montagesjabloon uit en controleer of deze past op
1
de locatie waar u het toestel wilt monteren.
Maak met een boor van 9,5 mm (3/8 in.) een of meer gaten in
2
de hoeken van de ononderbroken lijn op de sjabloon om het
montageoppervlak voor te bereiden voor zagen.
Zaag met een decoupeerzaag of roterend gereedschap het
3
montageoppervlak uit langs de binnenkant van de
ononderbroken lijn op de sjabloon.
Plaats het toestel in de opening om te testen of dit past.
4
Gebruik indien nodig een vijl en schuurpapier om de opening
5
heel precies op maat te krijgen.
Als het toestel goed in de opening past, dient u te controleren
6
of de montagegaten op het toestel zijn uitgelijnd met de
boorgaten op de sjabloon.
Als de montagegaten op het toestel niet zijn uitgelijnd,
7
markeert u de nieuwe locaties van de boorgaten.
Gebruik een boor van 3,5 mm (9/64 in.) om de gaatjes te
8
boren.
Verwijder de sjabloon van het montageoppervlak.
9
Als u geen toegang hebt tot de achterzijde van het toestel
10
nadat u dit hebt gemonteerd, verbindt u alle benodigde
kabels met het toestel voordat u dit in de opening plaatst.
Bedek indien nodig ongebruikte aansluitingen met de
11
bijgevoegde weerkapjes om te voorkomen dat de metalen
contactpunten roesten.
Installeer de schuimrubberen pakking À aan de achterzijde
12
van het toestel.
De delen van de rubberen pakking hebben een zelfklevende
strip aan de achterzijde. Verwijder de beschermfolie voordat
u deze delen bevestigt aan het toestel.
Plaats het toestel in de opening.
13
Bevestig het toestel aan het montageoppervlak met de
14
meegeleverde schroeven Á.
Bevestig de sierrand door deze op zijn plaats te klikken
15
rondom het toestel.
De microfoonophangbeugel monteren
LET OP
Als u de beugel met schroeven bevestigt op glasvezel, kunt u
het beste bij het boren met een kleine verzinkboor alleen in de
bovenste gellaag een kleine verdieping aanbrengen. U voorkomt
hiermee dat er scheuren in de gellaag ontstaan als de
schroeven worden aangedraaid.
Roestvrijstalen schroeven kunnen zich gaan binden wanneer ze
in het glasvezel worden geschroefd en te strak worden
aangedraaid. Aangeraden wordt om een zuurvrij smeermiddel
op de schroeven aan te brengen voordat u deze installeert.
U kunt de ophangbeugel voor de microfoon op een handige
plaats in de buurt van de marifoon bevestigen.
Selecteer een bevestigingslocatie voor de microfoon binnen
1
handbereik van de microfoonkabel.
Gebruik de microfoonophangbeugel À als montagesjabloon
2
en markeer de boorgaten.
Boor de montagegaten met een boor van 3 mm (1/8 in.).
3
Bevestig de microfoonophangbeugel op het
4
montageoppervlak met de meegeleverde schroeven Á.
Aandachtspunten bij de aansluiting
Onderdeel Beschrijving Opmerkingen
À
Á
Â
Massaaansluiting
Kabels voor
voeding,
NMEA® 0183
en luidspreker
VHF-antenneaansluiting
U kunt zo nodig de meegeleverde aardingsschroef gebruiken om de behuizing van
het toestel te aarden naar het water (Over-
wegingen bij aanvullende aarding,
pagina 3).
U moet het toestel aansluiten op een
voedingsbron van 12 V gelijkstroom (De
kabelgeleider verbinden met voeding,
pagina 3).
U kunt dit toestel met deze kabelgeleider
aansluiten op een NMEA 0183 toestel om
DSC- en GPS-informatie te delen
(optioneel) (NMEA 0183 toestelverbin-
dingen, pagina 3).
U kunt dit toestel met deze kabelgeleider
aansluiten op een scheepsmegafoon
(optioneel) (Aansluiten op een scheepsme-
gafoon of PA-luidspreker, pagina 4).
U kunt dit toestel met deze kabelgeleider
aansluiten op een externe luidspreker
(optioneel) (Aansluiten op een externe
luidspreker, pagina 4).
U moet het toestel aansluiten op een VHFantenne (afzonderlijk verkrijgbaar) (Een
VHF-antenne aansluiten, pagina 3).
2