VHF 115/215 AIS SERIE
INSTALLATIE-INSTRUCTIES
VHF-antennebevestiging en blootstelling aan elektromagnetische energie
WAARSCHUWING
Radio-operators met pacemakers, levensondersteunende
apparatuur of elektrisch-medische apparatuur dienen niet te
worden blootgesteld aan buitensporige radiofrequentievelden
(RF-velden), omdat het RF-veld kan interfereren met de werking
van de medische apparatuur.
VOORZICHTIG
Dit toestel genereert radiofrequente energie (RF) en
elektromagnetische energie (EME), en straalt deze uit. Het niet
opvolgen van deze richtlijnen kan ertoe leiden dat mensen
worden blootgesteld aan RF-straling die de maximaal
toelaatbare blootstelling (MPE) overschrijdt.
Belangrijke veiligheidsinformatie
WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
VOORZICHTIG
Draag altijd een veiligheidsbril, oorbeschermers en een
stofmasker tijdens het boren, zagen en schuren.
LET OP
Controleer voordat u gaat boren of zagen wat zich aan de
andere kant van het oppervlak bevindt.
Aandachtspunten bij de montage
LET OP
Dit toestel dient te worden gemonteerd op een locatie die niet
wordt blootgesteld aan extreme temperaturen of
omstandigheden. Het temperatuurbereik voor dit toestel wordt
vermeld in de productspecificaties. Langdurige blootstelling aan
temperaturen boven het opgegeven temperatuurbereik, in
opslag- of gebruiksomstandigheden, kan tot storingen in het
toestel leiden. Schade door extreme temperaturen en
gerelateerde gevolgen vallen niet onder de garantie.
Houd rekening met deze aandachtspunten wanneer u een
montagelocatie selecteert.
• De locatie moet optimaal zicht bieden tijdens het besturen
van uw boot.
• De locatie moet eenvoudig toegang bieden tot alle interfaces
van het toestel, zoals de knoppen, het aanraakscherm en de
kaartlezer, indien van toepassing.
• De locatie moet sterk genoeg zijn om het gewicht van het
toestel te dragen en te beschermen tegen overmatige
trillingen of schokken.
• Teneinde interferentie met een magnetisch kompas te
voorkomen, mag het toestel niet dichter bij een kompas
worden geïnstalleerd dan op de kompasveilige afstand die is
vermeld in de productspecificaties.
• Op de locatie moet ruimte beschikbaar zijn voor het geleiden
en aansluiten van alle kabels.
• De locatie mag geen plat, horizontaal oppervlak zijn. De
locatie moet in een verticale hoek zijn.
De locatie en zichthoek moeten worden getest voordat u het
toestel plaatst. Hoge zichthoeken van boven- en onderaf
kunnen leiden tot een slechter beeld.
Garmin® geeft een MPE-radius aan van 2,48 meter (97,64 in.)
voor dit systeem, hetgeen is vastgesteld met een
uitgangsvermogen van 5 W en een omni-directionele antenne
met een versterking van 6 dBi. Bij het aansluiten van de antenne
moet een minimale afstand van 2,48 m (97,64 in.) tussen de
antenne en personen in acht worden genomen.
Het toestel aan een beugel monteren
LET OP
Als u de beugel met schroeven bevestigt op glasvezel, kunt u
het beste bij het boren met een kleine verzinkboor alleen in de
bovenste gellaag een kleine verdieping aanbrengen. U voorkomt
hiermee dat er scheuren in de gellaag ontstaan als de
schroeven worden aangedraaid.
U kunt de meegeleverde montagesteun gebruiken om het
toestel aan een beugel op een vlak oppervlak te monteren.
Gebruik de beugelsteun als montagesjabloon en markeer
1
de boorgaten.
Gebruik een boor van 3,5 mm (9/64 in.) om de gaatjes te
2
boren.
Gebruik de meegeleverde schroeven om de beugelsteun
3
aan het montage-oppervlak te bevestigen.
Installeer de beugelsteunknoppen aan de zijkanten van
4
het toestel.
Plaats het toestel in de beugelsteun en draai de
5
beugelsteunknoppen aan.
Het toestel verzonken monteren
LET OP
Wees voorzichtig wanneer u het gat zaagt om het toestel
verzonken te monteren. Er is slechts weinig ruimte tussen de
behuizing en de montagegaten. Als u het gat te groot zaagt, kan
het toestel mogelijk niet stabiel worden bevestigd.
GUID-4E35EBDF-6BB0-4B04-89C5-4642E8D77431 v2Mei 2020
Als u de beugel met schroeven bevestigt op glasvezel, kunt u
het beste bij het boren met een kleine verzinkboor alleen in de
bovenste gellaag een kleine verdieping aanbrengen. U voorkomt
hiermee dat er scheuren in de gellaag ontstaan als de
schroeven worden aangedraaid.
De meegeleverde sjabloon en het meegeleverde
bevestigingsmateriaal kunnen worden gebruikt om het toestel te
monteren in uw dashboard.
Snijd de montagesjabloon uit en controleer of deze past op
1
de locatie waar u het toestel wilt monteren.
Maak met een boor van 9,5 mm (3/8 in.) een of meer gaten in
2
de hoeken van de ononderbroken lijn op de sjabloon om het
montageoppervlak voor te bereiden voor zagen.
Zaag met een decoupeerzaag of roterend gereedschap het
3
montageoppervlak uit langs de binnenkant van de
ononderbroken lijn op de sjabloon.
Plaats het toestel in de opening om te testen of dit past.
4
Gebruik indien nodig een vijl en schuurpapier om de opening
5
heel precies op maat te krijgen.
Als het toestel goed in de opening past, dient u te controleren
6
of de montagegaten op het toestel zijn uitgelijnd met de
boorgaten op de sjabloon.
Als de montagegaten op het toestel niet zijn uitgelijnd,
7
markeert u de nieuwe locaties van de boorgaten.
Gebruik een boor van 3,5 mm (9/64 in.) om de gaatjes te
8
boren.
Verwijder de sjabloon van het montageoppervlak.
9
Als u geen toegang hebt tot de achterzijde van het toestel
10
nadat u dit hebt gemonteerd, verbindt u alle benodigde
kabels met het toestel voordat u dit in de opening plaatst.
Bedek indien nodig ongebruikte aansluitingen met de
11
bijgevoegde weerkapjes om te voorkomen dat de metalen
contactpunten roesten.
Verwijder de beschermlaag van de schuimrubberen pakking.
12
Installeer de schuimrubberen pakking aan de achterzijde
13
van het toestel.
Plaats het toestel in de opening.
14
Bevestig het toestel aan het montageoppervlak met de
15
meegeleverde schroeven .
Bevestig de sierrand door deze op zijn plaats te klikken
16
rondom het toestel.
De microfoonophangbeugel monteren
LET OP
Als u de beugel met schroeven bevestigt op glasvezel, kunt u
het beste bij het boren met een kleine verzinkboor alleen in de
bovenste gellaag een kleine verdieping aanbrengen. U voorkomt
hiermee dat er scheuren in de gellaag ontstaan als de
schroeven worden aangedraaid.
U kunt de ophangbeugel voor de microfoon op een handige
plaats in de buurt van de radio bevestigen.
Selecteer een bevestigingslocatie voor de microfoon binnen
1
handbereik van de microfoonkabel.
Gebruik de microfoonophangbeugel als montagesjabloon
2
en markeer de boorgaten.
Boor de montagegaten met een boor van 3 mm (1/8 in.).
3
Bevestig de microfoonophangbeugel op het
4
montageoppervlak met de meegeleverde schroeven .
Aandachtspunten bij de aansluiting
Onderdeel Beschrij-
ving
Massaaansluiting
Kabelgeleiders voor
voeding en
gegevens
VHFantenneaansluiting
Extra microfoonconnector
NMEA
®
2000
connector
De kabelgeleider verbinden met voeding
Leid de kabelgeleider naar de voedingsbron en naar het
1
toestel.
Opmerkingen
U kunt zo nodig de meegeleverde aardingsschroef gebruiken om de behuizing van het
toestel te aarden naar het water (Overwe-
gingen bij aanvullende aarding, pagina 3).
U moet het toestel aansluiten op een
voedingsbron van 12 V gelijkstroom (De
kabelgeleider verbinden met voeding,
pagina 2).
U kunt dit toestel met deze kabelgeleider
aansluiten op een NMEA® 0183 toestel om
DSC- en GPS-informatie te delen (optioneel)
(NMEA 0183 toestelverbindingen,
pagina 3).
U kunt dit toestel via deze kabelgeleider op
een externe GPS-antenne aansluiten
(optioneel) (Op een externe GPS-antenne
aansluiten, pagina 3).
U kunt dit toestel met deze kabelgeleider
aansluiten op een scheepsmegafoon
(optioneel) (Aansluiten op een scheepsme-
gafoon of PA-luidspreker, pagina 3).
U kunt dit toestel met deze kabelgeleider
aansluiten op een externe luidspreker
(optioneel) (Aansluiten op een externe luid-
spreker, pagina 4).
U moet het toestel aansluiten op een VHFantenne (afzonderlijk verkrijgbaar) (Een
VHF-antenne aansluiten, pagina 3).
U kunt een extra microfoon (afzonderlijk
verkrijgbaar) toevoegen of de bestaande
microfoon van een VHF 215 AIS radio
verplaatsen (set voor microfoonverplaatsing
is apart leverbaar).
Deze connector is niet beschikbaar op een
VHF 115 radio.
U kunt dit toestel op een NMEA 2000
netwerk op uw boot aansluiten om DSC- en
GPS-informatie te delen (optioneel) (NMEA
2000 toestelverbindingen, pagina 3).
2