Garmin GMR 624 xHD2, GMR 626 xHD2, GMR 1226 xHD2, GMR 1224 xHD2, GMR 2524 xHD2 Installation manual [nl]

...
GMR™ 420/620/1220/2520
XHD2 SERIE
INSTALLATIE-INSTRUCTIES

Belangrijke veiligheidsinformatie

WAARSCHUWING
Geen gevolg geven aan deze waarschuwingen en aanbevelingen kan resulteren in persoonlijk letsel, schade aan het vaartuig of toestel, of slecht functioneren van het product.
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie.
De radar zendt elektromagnetische energie uit. Om mogelijk persoonlijk letsel, schade aan het schip of het toestel of een slechte werking van het product te voorkomen, dient u ervoor te zorgen dat de radar is geïnstalleerd volgens de aanbevelingen in deze instructies en dat alle personen uit de buurt van het pad van de radarstraal zijn voordat u de radar inschakelt. Indien correct geïnstalleerd en bediend, voldoet het gebruik van deze radar aan de vereisten van de ANSI/IEEE C95.1-1992 normen voor veiligheidsniveaus inzake menselijke blootstellingen aan radiofrequente elektromagnetische velden.
Kijk niet direct naar de antenne op korte afstand wanneer de radar uitzendt, om mogelijk letsel te voorkomen. De ogen zijn het gevoeligste deel van het lichaam als het om elektromagnetische energie gaat.
Verwijder bij het aansluiten van de voedingskabel niet de geïntegreerde zekeringhouder. Om het risico van letsel of schade aan het product door brand of oververhitting te voorkomen, dient de juiste zekering te worden gebruikt, zoals vermeld in de productspecificaties. Als de voedingskabel wordt aangesloten zonder gebruik van de juiste zekering, vervalt de garantie op het product.
VOORZICHTIG
Dit toestel dient alleen te worden gebruikt als navigatiehulpmiddel. Het gebruik van het toestel voor enig doel waarvoor precieze metingen of richting, afstand, locatie of topografie vereist zijn, kan leiden tot persoonlijk letsel of schade aan het schip.
Draag altijd een veiligheidsbril, oorbeschermers en een stofmasker tijdens het boren, zagen en schuren om mogelijk persoonlijk letsel te voorkomen.
Als u het toestel openmaakt, kan dit resulteren in persoonlijk letsel en/of beschadiging van het toestel. Dit toestel heeft geen onderdelen die u zelf kunt onderhouden. Het toestel dient alleen open te worden gemaakt door een door Garmin® erkend onderhoudstechnicus. Schade als resultaat van het openen van het toestel door iemand anders dan een door Garmin erkend onderhoudstechnicus wordt niet gedekt door de Garmin garantie.
LET OP
Controleer voordat u gaat boren of zagen wat zich aan de andere kant van het oppervlak bevindt om schade aan het vaartuig te voorkomen.

Software-update

U moet de Garmin kaartplotter-software bijwerken als u dit toestel installeert. Raadpleeg voor instructies over het bijwerken van de software de gebruikershandleiding van uw kaartplotter op support.garmin.com.

Benodigd gereedschap

• Nr. 2 kruiskopschroevendraaier
• Inbussleutel van 5 mm
• Boormachine en 15,0 mm (19/32 in.) boor
• 17 mm (21/32 in.) sleutel en momentsleutel
• 3,31 mm² (12 AWG) koperdraad om de radarbehuizing (en spanningsconverter, indien van toepassing) te aarden.
• Watervaste kit

Aandachtspunten bij de montage

Neem deze aandachtspunten in acht bij het kiezen van een montagelocatie.
• Aanbevolen wordt om de radar buiten bereik van opvarenden te bevestigen, met de verticale bundelbreedte boven hoofdhoogte. Om blootstelling aan schadelijke RF-straling te voorkomen dient het toestel te worden geïnstalleerd op een locatie waar de maximale veiligheidsafstand tot opvarenden in acht wordt genomen, zoals vermeld in de productspecificaties.
• Het toestel dient hoog boven de kiellijn van het schip te worden bevestigd, zodat de radarstraal niet wordt belemmerd door obstakels. Obstakels kunnen blinde sectoren en schaduwsectoren veroorzaken of valse echo's genereren. Hoe hoger de radar is bevestigd, hoe beter doelen kunnen worden gedetecteerd.
• De radar dient te worden gemonteerd op een vlak oppervlak of een platform dat parallel loopt aan de waterlijn van het schip en stevig genoeg is om het gewicht van het toestel te dragen. De productspecificaties geven het gewicht per model en antenne aan.
• Het toestel moet worden gemonteerd op een plaats waar het kan worden aangesloten op een voeding, massa en het Garmin Marine Network (Aandachtspunten bij kabels en
verbindingen, pagina 3).
• De radarstralen worden verticaal verspreid tot 11,5° boven en 11,5° onder het stralingselement van de radar. Op schepen met hogere boeg bij kruissnelheid kan de installatiehoek worden verlaagd zodat de straling in ruststand iets omlaag is gericht naar de waterlijn. Zo nodig kunnen vulstukken worden gebruikt.
• De radar dient te worden bevestigd uit de buurt van hittebronnen, zoals rookkanalen en lampen.
• Het toestel dient te worden gemonteerd op een ander niveau dan horizontale spreaders en zalingen in de mast.
• Teneinde interferentie met een magnetisch kompas te voorkomen, mag de radar niet dichter bij een kompas worden gemonteerd dan op de kompasveilige afstand die is vermeld in de productspecificaties.
GUID-55353194-2BBE-4506-B02B-20D5AC5EA950 v6Augustus 2020
• Andere elektronica en kabels dienen meer dan 2 m (6,5 ft.) uit de buurt van het pad van de radarstraal te worden geplaatst.
• GPS-antennes dienen boven of onder het pad van de radarstraal te worden geplaatst.
• Het toestel dient op een afstand van ten minste 1 m (40 in.) van zendapparatuur te worden geplaatst.
• Het toestel dient te worden geplaatst op een afstand van ten minste 1 m (40 in.) van kabels waarover radiosignalen worden geleid, bijvoorbeeld van VHF-marifoons, kabels en antennes.
• Het toestel dient te worden geplaatst op een afstand van ten minste 2 m (6,5 ft.) van Single Side Band (SSB) radiozenders.

Installatieprocedures

Ondergrond en radar voorbereiden op installatie

Voordat u de radar kunt installeren, moet u een voor plaatsing geschikte locatie kiezen (Aandachtspunten bij de montage,
pagina 1).
Bevestig de meegeleverde montagemal op de ondergrond
1
van de installatielocatie langs de as boeg-achtersteven, zoals aangegeven op de mal.
Boor de montagegaten met een 15 mm (19/32 inch) boor.
2
Als u de voedings- en netwerkkabels door het
3
montageoppervlak moet voeren, kiest u een locatie onder de stroom- en netwerkconnectors zoals aangegeven op de sjabloon. Vervolgens boort u een gat met een boor van 32 mm (11/4 in.) en leidt u de kabels door het oppervlak (optioneel) (Aandachtspunten bij kabels en verbindingen,
pagina 3).
Verwijder de montagesjabloon van het oppervlak.
4
Verwijder de klep aan de voorkant van de radarvoet door de
5
schroef los te draaien en de klep uit de hengsels te tillen.

De radar installeren

Voordat u de radar kunt installeren, moet u eerst een voor plaatsing geschikte locatie kiezen en de ondergrond en de radar voorbereiden voor montage (Ondergrond en radar voorbereiden
op installatie, pagina 2).
Bepaal welk uiteinde van de radarvoet u in de richting van de
1
boeg, langs de as boeg-achtersteven, wilt monteren. Als de kant met de klep naar de boeg is gekeerd, moet u de
boeg-offset op de kaartplotter bijstellen om een juiste radarscan te ontvangen (Boegcorrectie, pagina 5).
Til de radar in de juiste stand en laat hem voorzichtig zakken
2
op de ondergrond, met de draadstangen door de gaten. Plaats aan de onderkant van de montageplaats de sluitringen
3
met kraag op de draadstangen en druk ze stevig aan in het montageoppervlak.
Breng het meegeleverde Petrolatum Primer aan op de helft
6
van de schroefdraden van de vier draadstangen. Plaats de met een Petrolatum Primer behandelde uiteinden
7
van de draadstangen in de radarvoet. Draai de draadstangen aan met een 5 mm inbussleutel.
8
Voorkom beschadiging van de radarvoet en stop met aandraaien van de draadstangen zodra u weerstand voelt.
Plaats de platte ringen , sluitringen en zeskantmoeren
4
over de draadstangen.
Draai de zeskantmoeren aan tot 1,5 kgf-m (130 lbf-inch
5
[11 lbf-ft.]) om de radar stevig op de ondergrond te bevestigen zonder de radar of het montagemateriaal te beschadigen.

De antenne installeren

Voordat u de antenne op de radar kunt installeren, moet u de radarvoet bevestigen (De radar installeren, pagina 2).
Verwijder de beschermkap van de golfgeleider bovenop
1
de radarvoet.
Breng de golfgeleider op de radarvoet op gelijke hoogte
2
met de bus aan de onderkant van de antenne en schuif de antenne op de radarvoet.
2
Bevestig de antenne op de radarvoet met de meegeleverde
3
zeskantbouten en veerringen .
Draai de zeskantbouten aan tot 0,81 kgf-m (70 lfb-inch [6 lbf-
4
ft.]) om de antenne op de radarvoet te bevestigen zonder de antenne of de bevestigingsmaterialen te beschadigen.

Aandachtspunten bij kabels en verbindingen

Het kan nodig zijn om gaten van 32 mm (11/4 in.) te boren voor het doorvoeren van voedings-, netwerk- of massakabels.
• Wanneer meerdere kabels door hetzelfde gat worden geleid, moet u eerst de netwerkkabel en daarna de voedings- en massakabels leggen vanwege de grootte van de netwerkconnector.
• U dient watervaste kit op het gat aan te brengen nadat de kabels zijn gelegd om een waterdichte afdichting te verzekeren.
Als het kabelgat op een zichtbare locatie moet worden gemaakt, kunt u decoratieve kabelringen kopen bij Garmin of een Garmin dealer (optioneel).
• Indien nodig kunt u de opening in de ring aanpassen zodat u meerdere kabels door dezelfde opening kunt leiden.
• De optionele kabelring biedt GEEN waterdichte afdichting. U dient watervaste kit aan te brengen op de kabelring zodra de kabels zijn gelegd om een waterdichte afdichting te verzekeren.
Houd bij het installeren van de kabels rekening met het volgende.
• Het wordt afgeraden om de Garmin Marine Network kabel door te snijden. Als dit toch nodig is, kunt u dit doen met een installatiekit die u kunt kopen bij Garmin of een Garmin dealer.
• De massakabel is niet meegeleverd en moet verbinding maken met een watermassapunt, niet de negatieve aansluiting van de accu (De radar aarden, pagina 4).
• Voor de veiligheid dienen geschikte kabelbinders, bevestigingsmaterialen en afdichtmiddelen te worden gebruikt om de kabel over het hele lengte en door scheidingswanden of het dek goed te bevestigen.
• Leg geen kabels aan in de buurt van bewegende voorwerpen en hittebronnen of door deuropeningen en onderruimen.
• Leg voedings- en netwerkkabels niet naast of parallel aan andere kabels, zoals antenne- of elektriciteitskabels. Zo voorkomt u interferentie met andere apparatuur. Als dit niet mogelijk is, dienen de kabels te worden gelegd door metalen leidingen of op een andere manier te worden beschermd tegen elektromagnetische straling.
• De voedingskabel dient zo dicht mogelijk bij de batterij te worden geïnstalleerd. ◦ Als de voedingskabel moet worden verlengd, dient een
verlengkabel van de juiste dikte te worden gebruikt (Voedingskabel verlengen, pagina 4).
◦ Foutief verlengde kabels kunnen te weinig voeding geven,
waardoor de radar niet goed werkt.
Radar op de voeding aansluiten via een spannings­converter
WAARSCHUWING
Verwijder bij het aansluiten van de voedingskabel niet de geïntegreerde zekeringhouder. Om het risico van letsel of schade aan het product door brand of oververhitting te voorkomen, dient de juiste zekering te worden gebruikt, zoals vermeld in de productspecificaties. Als de voedingskabel wordt aangesloten zonder gebruik van de juiste zekering, vervalt de garantie op het product.
LET OP
Gebruik geen spanningsconverters van oudere Garmin radarmodellen of andere leveranciers. Als u een andere converter gebruikt dan is meegeleverd bij de radar, kan dit de radar beschadigen of inschakeling van de radar blokkeren.
Sommige radarmodellen vereisen een spanningsconverter om de juiste voeding te leveren. Als uw model radar is geleverd met een spanningsconverter, moet u deze installeren om uw radar te kunnen gebruiken. Als bij uw model geen spanningsconverter is meegeleverd, moet u de voedingskabel direct aansluiten op de accu van de boot (Rechtstreeks op de voeding aansluiten,
pagina 4).
Neem de volgende aandachtspunten in acht bij het installeren van de spanningsconverter voor een bijpassend model radar.
• De spanningsconverter heeft een ingangsspanning nodig van 10 tot 32 V gelijkstroom.
• Aangeraden wordt om de spanningsconverter zo dicht mogelijk bij de voedingsbron te plaatsen.
• Aanbevolen wordt om de voedingskabel van de spanningsconverter rechtstreeks op de accu aan te sluiten. Als het nodig is om de kabel te verlengen, dient een verlengkabel van de juiste dikte en lengte te worden gebruikt. (Voedingskabel verlengen, pagina 4).
Onderdeel Beschrijving
Naar het Garmin Marine Network
Houder 10 A zekering
Rood (+)
Zwart (-)
3
Loading...
+ 5 hidden pages