Garmin Edge 830 User manual [nl]

EDGE® 830
Gebruikershandleiding
© 2019 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke toestemming van Garmin. Garmin behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van deze handleiding zonder de verplichting te dragen personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Ga naar www.garmin.com voor de nieuwste updates en aanvullende informatie over het gebruik van dit product.
Garmin®, het Garmin logo, ANT+®, Auto Lap®, Auto Pause®, Edge®, Forerunner®, inReach® en Virtual Partner® zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Connect IQ™, Garmin Connect™, Garmin Express™, HRM-Dual™, Varia™, Varia Vision™ en Vector™ zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
Android™ is een handelsmerk van Google Inc. Apple® en Mac® zijn handelsmerken van Apple, Inc., geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Het woordmerk en de logo's van BLUETOOTH® zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en voor het gebruik van deze merknaam door Garmin is een licentie verkregen. The Cooper Institute®, en alle gerelateerde handelsmerken, zijn het eigendom van The Cooper Institute. Geavanceerde hartslaganalyse door Firstbeat. Di2™ en Shimano STEPS™ zijn handelsmerken van Shimano, Inc. Shimano® is een geregistreerd handelsmerk van Shimano, Inc. Training Stress Score™ (TSS), Intensity Factor™ (IF), en Normalized Power™ (NP) zijn handelsmerken van Peaksware, LLC. STRAVA en Strava™ zijn handelsmerken van Strava, Inc. WiFi® is een geregistreerd handelsmerk van Wi-Fi Alliance Corporation. Windows® is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Overige handelsmerken en merknamen zijn het eigendom van hun respectieve eigenaars.
Dit product is ANT+® gecertificeerd. Ga naar www.thisisant.com/directory voor een lijst met compatibele producten en apps.
M/N: AA3485

Inhoudsopgave

Inleiding........................................................................... 1
Overzicht van het toestel............................................................ 1
Overzicht startscherm............................................................ 1
Widgets weergeven............................................................... 1
Het aanraakscherm gebruiken............................................... 1
Het aanraakscherm vergrendelen..................................... 1
Uw smartphone koppelen........................................................... 1
Het toestel opladen..................................................................... 2
Over de batterij...................................................................... 2
De standaardsteun installeren.................................................... 2
De voorsteun installeren............................................................. 2
De Edge losmaken.................................................................3
De mountainbikesteun installeren.............................................. 3
Satellietsignalen ontvangen........................................................ 3
Training........................................................................... 3
Een rit maken..............................................................................3
Segmenten................................................................................. 4
Strava™ segmenten.............................................................. 4
De Strava widget Segmentverkenner gebruiken.............. 4
Een segment volgen van Garmin Connect............................ 4
Segmenten inschakelen.........................................................4
Tegen een segment racen..................................................... 4
Segmentgegevens weergeven.............................................. 5
Segmentopties....................................................................... 5
Een segment verwijderen...................................................... 5
Workouts.....................................................................................5
Een workout maken............................................................... 5
Workoutstappen herhalen...................................................... 5
Een workout vanuit Garmin Connect volgen......................... 5
Een workout beginnen........................................................... 5
Een workout stoppen............................................................. 5
Een workout bewerken.......................................................... 6
Workouts verwijderen............................................................ 6
Trainingsplannen........................................................................ 6
Garmin Connect trainingsplannen gebruiken........................ 6
De trainingsagenda weergeven............................................. 6
Intervalworkouts..........................................................................6
Een intervalworkout maken....................................................6
Een intervalworkout starten................................................... 6
Indoortrainingen.......................................................................... 6
Uw ANT+® indoortrainer koppelen........................................ 6
Een ANT+ indoortrainer gebruiken........................................ 6
Weerstand instellen...........................................................7
De gesimuleerde helling instellen..................................... 7
Doelvermogen instellen.....................................................7
Een trainingsdoel instellen.......................................................... 7
Een trainingsdoel annuleren.................................................. 7
Mijn statistieken............................................................. 7
Prestatiemetingen....................................................................... 7
Trainingsstatus.......................................................................8
Over VO2 max. indicaties...................................................... 8
Geschat VO2 max. weergeven......................................... 8
Tips voor VO2 max.-indicaties voor fietsen.......................8
Hartslag- en hoogteacclimatisatie..................................... 8
Trainingsbelasting.................................................................. 8
Een schatting van uw trainingsbelasting weergeven........ 8
Focus trainingsbelasting........................................................ 9
Training Effect........................................................................ 9
Hersteltijd............................................................................... 9
Uw hersteltijd bekijken...................................................... 9
Uw FTP-waarde schatten.................................................... 10
Een FTP-test uitvoeren................................................... 10
Uw FTP-waarde automatisch berekenen........................ 10
Uw stressscore weergeven
Prestatiemeldingen uitschakelen......................................... 10
Uw vermogenscurve weergeven..........................................10
Activiteiten en prestatiemetingen synchroniseren............... 10
Uw trainingsstatus pauzeren................................................10
Uw gepauzeerde trainingsstatus hervatten..................... 11
Persoonlijke records................................................................. 11
Uw persoonlijke records weergeven.................................... 11
Een persoonlijk record terugzetten...................................... 11
Een persoonlijk record verwijderen...................................... 11
Trainingszones......................................................................... 11
.................................................. 10
Navigatie....................................................................... 11
Locaties.................................................................................... 11
Uw locatie markeren............................................................ 11
Locaties opslaan vanaf de kaart.......................................... 11
Naar een locatie navigeren.................................................. 11
Terug naar startlocatie navigeren........................................ 11
Stoppen met navigeren........................................................ 11
Locaties bewerken............................................................... 11
Een locatie verwijderen........................................................ 12
Een locatie projecteren........................................................ 12
Koersen.................................................................................... 12
Een koers plannen en volgen.............................................. 12
Een rondrit maken en volgen............................................... 12
Een koers volgen vanaf Garmin Connect............................ 12
Tips voor het rijden van een koers....................................... 13
Koersgegevens weergeven................................................. 13
Een koers op de kaart weergeven.................................. 13
ClimbPro gebruiken............................................................. 13
Koersopties.......................................................................... 13
Een koers stoppen............................................................... 13
Een koers verwijderen......................................................... 13
Trailforks routes................................................................... 13
Kaartinstellingen....................................................................... 13
De oriëntatie van de kaart wijzigen...................................... 13
Route-instellingen..................................................................... 14
Een activiteit selecteren voor routeberekening.................... 14
Connected functies...................................................... 14
Bluetooth connected functies................................................... 14
Functies voor ongevaldetectie en hulp vragen.................... 14
Ongevaldetectie.............................................................. 14
Hulp................................................................................. 14
Contacten voor noodgevallen toevoegen....................... 15
Uw contacten voor noodgevallen weergeven................. 15
Hulp vragen..................................................................... 15
Ongevaldetectie in- en uitschakelen............................... 15
Een automatisch bericht annuleren................................ 15
Een statusupdate verzenden na een ongeval................. 15
LiveTrack inschakelen......................................................... 15
Een GroupTrack sessie starten........................................... 15
Tips voor GroupTrack sessies........................................ 15
Het fietsalarm instellen.........................................................16
Audiomeldingen afspelen op uw smartphone...................... 16
Bestanden overbrengen naar een ander Edge toestel........ 16
WiFi connected functies.......................................................... 16
Een draadloze WiFi verbinding instellen............................ 16
WiFi instellingen..................................................................16
Draadloze sensoren..................................................... 16
De hartslagmeter aanbrengen.................................................. 16
Uw hartslagzones instellen.................................................. 17
Hartslagzones................................................................. 17
Fitnessdoelstellingen.......................................................17
Tips voor onregelmatige hartslaggegevens......................... 17
De snelheidsensor installeren.................................................. 17
De cadanssensor installeren.................................................... 18
Inhoudsopgave i
Snelheid- en cadanssensors............................................... 18
Gegevens middelen voor cadans of vermogen................... 18
De draadloze sensoren koppelen............................................. 18
Trainen met vermogensmeters................................................. 18
Uw vermogenszones instellen............................................. 18
De vermogensmeter kalibreren............................................18
Vermogen in de pedalen...................................................... 18
Fietsdynamica...................................................................... 19
Fietsdynamica gebruiken................................................ 19
De Vector software bijwerken met het Edge toestel............ 19
Omgevingsbewustzijn............................................................... 19
Elektronische schakelsystemen gebruiken............................... 19
Een eBike gebruiken................................................................ 19
Details van de eBike sensor weergeven.............................. 19
inReach® afstandsbediening.................................................... 19
De inReach afstandsbediening gebruiken........................... 19
Geschiedenis................................................................ 20
Uw rit weergeven...................................................................... 20
Uw tijd in elke trainingszone weergeven.............................. 20
Een rit verwijderen............................................................... 20
Gegevenstotalen weergeven.................................................... 20
Garmin Connect........................................................................20
Uw rit verzenden naar Garmin Connect...............................20
Gegevensopslag....................................................................... 20
Gegevensbeheer...................................................................... 20
Het toestel aansluiten op uw computer................................ 20
Bestanden overbrengen naar uw toestel............................. 20
Bestanden verwijderen........................................................ 21
De USB-kabel loskoppelen.................................................. 21
Uw toestel aanpassen.................................................. 21
Connect IQ functies die u kunt downloaden............................. 21
Connect IQ functies downloaden via uw computer.............. 21
Profielen....................................................................................21
Uw gebruikersprofiel instellen.............................................. 21
Over trainingsinstellingen......................................................... 21
Uw activiteitenprofiel bijwerken............................................ 21
Een gegevensscherm toevoegen........................................ 22
Een gegevensscherm bewerken......................................... 22
Volgorde van gegevensschermen wijzigen......................... 22
Waarschuwingen................................................................. 22
Bereikwaarschuwingen instellen..................................... 22
Terugkerende waarschuwingen instellen........................ 22
Smart eet- en drinkwaarschuwingen instellen................ 23
Auto Lap...............................................................................23
Ronden op positie markeren........................................... 23
Ronden op afstand markeren......................................... 23
Ronden op tijd markeren................................................. 23
Automatische slaapstand gebruiken.................................... 23
Auto Pause gebruiken......................................................... 23
Auto Scroll gebruiken........................................................... 23
De timer automatisch starten............................................... 23
De satellietinstelling wijzigen............................................... 23
Telefooninstellingen.................................................................. 24
Systeeminstellingen.................................................................. 24
Scherminstellingen...............................................................24
De schermverlichting gebruiken...................................... 24
De widgetlijst aanpassen..................................................... 24
Instellingen voor gegevens vastleggen................................ 24
De maateenheden wijzigen................................................. 24
De toesteltonen in- en uitschakelen..................................... 24
De taal van het toestel wijzigen........................................... 24
Tijdzones..............................................................................24
De modus Extra scherm instellen............................................. 24
De modus Extra scherm afsluiten........................................ 25
Toestelinformatie......................................................... 25
Productupdates
De software bijwerken met de Garmin Connect app........... 25
De software bijwerken via Garmin Express......................... 25
Specificaties..............................................................................25
Edge specificaties................................................................ 25
HRM-Dual™ specificaties.................................................... 25
Specificaties snelheidssensor 2 en cadanssensor 2........... 25
Toestelgegevens weergeven.................................................... 25
Informatie over wet- en regelgeving en naleving
weergeven........................................................................... 25
Toestelonderhoud..................................................................... 25
Het toestel schoonmaken.................................................... 25
Onderhoud van de hartslagmeter onderhouden.................. 26
Door de gebruiker vervangbare batterijen................................ 26
De HRM-Dual batterij vervangen......................................... 26
De batterij van de snelheidssensor vervangen.................... 26
De batterij van de cadanssensor vervangen....................... 26
.........................................................................25
Problemen oplossen.................................................... 27
Het toestel herstellen................................................................ 27
Standaardinstellingen herstellen.......................................... 27
Gebruikersgegevens en instellingen wissen........................ 27
Levensduur van de batterijen maximaliseren........................... 27
De modus Batterijbesparing inschakelen............................ 27
Ik kan mijn telefoon niet koppelen met het toestel.................... 27
De ontvangst van GPS-signalen verbeteren............................ 27
Op mijn toestel wordt niet de juiste taal gebruikt...................... 27
De hoogte instellen................................................................... 27
Het kompas kalibreren.............................................................. 27
Temperatuurmetingen.............................................................. 28
Vervangende O-ringen............................................................. 28
Meer informatie......................................................................... 28
Appendix....................................................................... 28
Gegevensvelden....................................................................... 28
Standaardwaarden VO2 Max................................................... 30
FTP-waarden............................................................................ 31
Berekeningen van hartslagzones............................................. 31
Wielmaat en omvang................................................................ 31
Index.............................................................................. 33
ii Inhoudsopgave

Inleiding

WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie.
Raadpleeg altijd een arts voordat u een trainingsprogramma begint of wijzigt.

Overzicht van het toestel

Selecteer om het toestel in de slaapstand te zetten of eruit te halen.
Houd ingedrukt om het toestel in of uit te schakelen en het aanraakscherm te vergrendelen.
Selecteer deze knop als u een nieuwe ronde wilt markeren.
Selecteer deze knop om de activiteiten-timer te starten of te stoppen.
U kunt opladen met een Edge extern batterijpak.
Elektronische contactpunten
OPMERKING: Ga naar www.buy.garmin.com als u optionele accessoires wilt kopen.

Overzicht startscherm

Vanuit het startscherm hebt u snel toegang tot alle functies van het Edge toestel.
Selecteer om een rit te maken. Gebruik de pijlen om uw activiteitenprofiel te wijzigen.
Navigatie Selecteer om een locatie te markeren, locaties te zoeken en
Training Selecteer om uw segmenten, workouts en andere trainings-

Widgets weergeven

Uw toestel wordt geleverd met diverse vooraf geïnstalleerde widgets, en als u uw toestel koppelt met een smartphone of ander compatibel toestel, zijn er nog meer widgets beschikbaar.
1
een koers te maken of te navigeren.
opties te openen.
Selecteer om uw geschiedenis, persoonlijke records, contactpersonen en instellingen weer te geven.
Selecteer om uw Connect IQ™ apps, widgets en gegevens­velden weer te geven.
Veeg in het startscherm omlaag vanaf de bovenkant van het scherm.
De instellingenwidget wordt weergegeven. Een knipperend
pictogram geeft aan dat het toestel een signaal zoekt. Een
niet-knipperend pictogram geeft aan dat het signaal is
gevonden of de sensor is verbonden. U kunt elk pictogram
selecteren om de instellingen te wijzigen.
Veeg naar links of rechts om meer widgets te bekijken.
2
Als u de volgende keer naar beneden veegt op de widgets te bekijken, wordt de laatst bekeken widget weergegeven.

Het aanraakscherm gebruiken

• Tik op het scherm wanneer de timer loopt om de timer-
overlay weer te geven.
Met de timer-overlay kunt u teruggaan naar het startscherm
tijdens een rit.
• Selecteer om terug te keren naar het startscherm.
• Veeg of selecteer de pijlen om te bladeren.
• Selecteer om terug te keren naar de vorige pagina.
• Selecteer om uw wijzigingen op te slaan en de pagina te
sluiten.
• Selecteer om de pagina te sluiten en terug te keren naar
de vorige pagina.
• Selecteer om nabij een locatie te zoeken.
• Selecteer om een item te verwijderen.
• Selecteer voor meer informatie.
Het aanraakscherm vergrendelen
U kunt het scherm vergrendelen om te voorkomen dat u per ongeluk op het scherm tikt en functies activeert.
• Houd ingedrukt en selecteer Vergr. scherm.
• Selecteer tijdens een activiteit.

Uw smartphone koppelen

Om gebruik te maken van de connected functies van het Edge toestel moet het rechtsreeks via de Garmin Connect™ app worden gekoppeld, in plaats van via de Bluetooth® instellingen op uw smartphone.
U kunt de Garmin Connect app via de app store op uw
1
telefoon installeren en openen.
Houd ingedrukt om het toestel in te schakelen.
2
De eerste keer dat u het toestel inschakelt, stelt u de taal van
het toestel in. In het volgende scherm wordt u gevraagd een
koppeling tot stand te brengen met uw smartphone.
TIP: Veeg op het startscherm omlaag naar de
instellingenwidget en selecteer Telefoon > Koppel
smartphone om handmatig naar de koppelmodus te gaan.
Selecteer een optie om uw toestel toe te voegen aan uw
3
Garmin Connect account:
• Als dit het eerste toestel is dat u koppelt met de Garmin Connect app, volgt u de instructies op het scherm.
• Als u al een ander toestel vanuit de Garmin Connect app hebt gekoppeld via het of menu, selecteert u Garmin toestellen > Voeg toestel toe en volgt u de instructies op het scherm.
Inleiding 1
OPMERKING: Op basis van uw Garmin Connect account en accessoires stelt uw toestel tijdens de installatie activiteitenprofielen en gegevensvelden voor. Als u sensoren gekoppeld had aan uw vorige toestel, kunt u deze tijdens de installatie overbrengen.
Als het toestel is gekoppeld, wordt een bericht weergegeven en synchroniseert uw toestel automatisch met uw smartphone.

Het toestel opladen

LET OP
U voorkomt corrosie door de USB-poort, de beschermkap en de omringende delen grondig af te drogen voordat u het toestel oplaadt of aansluit op een computer.
Het toestel wordt van stroom voorzien met een ingebouwde lithium-ionbatterij die u kunt opladen via een standaard stopcontact of een USB-poort op uw computer.
OPMERKING: Opladen is alleen mogelijk binnen het goedgekeurde temperatuurbereik (Edge specificaties,
pagina 25).
Trek de beschermkap van de USB-poort omhoog.
1
Plaats de fietssteun op de stuurpen.
3
Bevestig de fietssteun stevig met de twee banden .
4
Breng de lipjes aan de achterzijde van het toestel in lijn met
5
de inkepingen op de fietssteun . Duw iets omlaag en draai het toestel met de klok mee totdat
6
het vastklikt.
Steek het kleine uiteinde van de USB-kabel in de USB-poort
2
op het toestel. Steek het grote uiteinde van de USB-kabel in een netadapter
3
of een USB-poort van een computer. Sluit de netadapter aan op een standaard stopcontact.
4
Als u het toestel op een voedingsbron aansluit, wordt het toestel ingeschakeld.
Laad het toestel volledig op.
5
Nadat u het toestel hebt opgeladen, sluit u de beschermkap.

Over de batterij

WAARSCHUWING
Dit toestel bevat een lithium-ionbatterij. Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor
productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie.

De standaardsteun installeren

Voor optimale GPS-ontvangst plaatst u de fietssteun zodanig dat de voorzijde van het toestel op de lucht is gericht. U kunt de fietssteun op de stuurpen of op de stuurstang plaatsen.
Selecteer een geschikte en veilige plek om het toestel te
1
bevestigen zonder dat dit uw veiligheid op de fiets in gevaar brengt.
Plaats de rubberen schijf op de achterzijde van de
2
fietssteun. Er zijn twee rubberen schijven inbegrepen. Kies de schijf die
het beste bij uw fiets past. De rubberen lipjes zijn in lijn met de achterzijde van de fietssteun, zodat deze op zijn plaats blijft.

De voorsteun installeren

OPMERKING: Als u deze steun niet hebt, kunt u deze stap
overslaan.
Selecteer een geschikte en veilige plek om het Edge toestel
1
te plaatsen zonder dat dit uw veiligheid op de fiets in gevaar brengt.
Gebruik de inbussleutel om de schroef te verwijderen uit
2
de stuurklem .
Plaats het rubberen kussentje rond het stuur:
3
• Gebruik het dikke kussentje als de diameter van het stuur 25,4 mm is.
• Gebruik het dunne kussentje als de diameter van het stuur 31,8 mm is.
Plaats de stuurklem rond het rubberen kussentje.
4
Plaats de schroef terug en draai deze aan.
5
OPMERKING: Garmin® raadt u aan de schroef vast te
draaien tot de steun goed vastzit, tot het maximale moment van 0,8 Nm (7 lbf-inch). Controleer regelmatig of de schroef goed vast zit.
Breng de lipjes aan de achterzijde van het Edge toestel in lijn
6
met de inkepingen op de fietssteun .
2 Inleiding
Duw het Edge toestel iets omlaag en draai het rechtsom
7
totdat het toestel vastklikt.

De Edge losmaken

Draai de Edge rechtsom om het toestel te ontgrendelen.
1
Til de Edge van de steun.
2

De mountainbikesteun installeren

OPMERKING: Als u deze steun niet hebt, kunt u deze stap
overslaan.
Selecteer een geschikte en veilige plek om het Edge toestel
1
te plaatsen zonder dat dit uw veiligheid op de fiets in gevaar brengt.
Gebruik de inbussleutel van 3 mm om de schroef te
2
verwijderen uit de stuurklem .
Selecteer een optie:
3
• Als de diameter van het stuur 25,4 mm is, plaats het dikke rubberen kussentje dan rond het stuur.
• Als de diameter van het stuur 31,8 mm is, plaats het dunne rubberen kussentje dan rond het stuur.
• Gebruik geen rubberen kussentje als de diameter van de zadelpen 35 mm is.
Plaats de stuurklem rond het stuur, zodat de arm van steun
4
zich boven de stuurpen bevindt. Gebruik de inbussleutel van 3 mm om de schroef op de
5
arm van de steun los te draaien, positioneer de arm van de steun en draai de schroef daarna weer vast.
OPMERKING: Garmin raadt u aan de schroef vast te draaien tot de arm van de steun goed vastzit, met een maximaal moment van 2,26 Nm (20 lbf-inch). Controleer regelmatig of de schroef goed vast zit.
Verwijder indien nodig met de inbussleutel van 2 mm de twee
6
schroeven aan de achterzijde van de steun , draai de klem en plaats de schroeven terug om de richting van de steun te wijzigen.
Plaats de schroef op de stuurklem terug en draai deze vast.
7
OPMERKING: Garmin raadt u aan de schroef vast te draaien
tot de steun goed vastzit, tot het maximale moment van 0,8 Nm (7 lbf-inch). Controleer regelmatig of de schroef goed vast zit.
Breng de lipjes aan de achterzijde van het Edge toestel in lijn
8
met de inkepingen op de fietssteun .
Duw het Edge toestel iets omlaag en draai het rechtsom
9
totdat het toestel vastklikt.

Satellietsignalen ontvangen

Het toestel dient mogelijk vrij zicht op de satellieten te hebben om satellietsignalen te kunnen ontvangen. De tijd en datum worden automatisch ingesteld op basis van uw GPS-positie.
Ga naar buiten naar een open gebied.
1
De voorzijde van het toestel moet naar de lucht zijn gericht. Wacht terwijl het toestel satellieten zoekt.
2
Het kan 30 tot 60 seconden duren voordat satellietsignalen worden gevonden.

Training

Een rit maken

Als u een draadloze sensor of accessoire gebruikt, kunt u deze/dit koppelen en activeren bij de eerste installatie (De
draadloze sensoren koppelen, pagina 18). Als bij uw toestel
een draadloze sensor is meegeleverd, zijn de toestellen al gekoppeld en kunnen ze bij eerste installatie worden geactiveerd.
Houd ingedrukt om het toestel in te schakelen.
1
Ga naar buiten en wacht tot het toestel satellieten heeft
2
gevonden. De satellietbalken worden groen als het toestel gereed is. Selecteer in het startscherm of om een activiteitenprofiel
3
te selecteren. Selecteer .
4
Training 3
Selecteer om de activiteitentimer te starten.
5
OPMERKING: De geschiedenis wordt alleen vastgelegd als
de activiteiten-timer is gestart. Veeg naar links of rechts om meer gegevensschermen te
6
bekijken. U kunt omlaag vegen vanaf de bovenkant van de
gegevensschermen om de widgets weer te geven. Tik indien nodig op het scherm om de statusoverlaygegevens
7
(inclusief de levensduur van de batterij) weer te geven of terug te gaan naar het startscherm.
Selecteer om de activiteitentimer te stoppen.
8
TIP: Voordat u deze rit opslaat en deelt op uw Garmin
Connect account, kunt u het rittype wijzigen. Nauwkeurige rittypegegevens zijn belangrijk voor het kiezen van fietsvriendelijke routes.
Selecteer Bewaar rit.
9
Selecteer .
10

Segmenten

Een segment volgen: U kunt segmenten vanuit uw Garmin
Connect account verzenden naar uw toestel. Nadat het segment is opgeslagen op uw toestel, kunt u het segment volgen.
OPMERKING: Wanneer u een koers downloadt vanaf uw Garmin Connect account, worden alle segmenten in de koers automatisch gedownload.
Tegen een segment racen: U kunt tegen een segment racen
en proberen om uw persoonlijke record of andere fietsers die het segment hebben gereden te evenaren of te overtreffen.
Strava™ segmenten
U kunt Strava segmenten downloaden op uw Edge 830 toestel. Volg Strava segmenten om uw prestaties te vergelijken met uw prestaties in vorige ritten en die van vrienden en profs die hetzelfde segment hebben gereden.
Als u zich wilt aanmelden voor Strava lidmaatschap, gaat u naar de widget Segmenten in uw Garmin Connect account. Ga voor meer informatie naar www.strava.com.
De informatie in deze handleiding is van toepassing op zowel Garmin Connect segmenten als Strava segmenten.
De Strava widget Segmentverkenner gebruiken
Met de Strava widget Segmentverkenner kunt u Strava segmenten in de buurt bekijken en afleggen.
Selecteer een segment in de Strava widget
1
Segmentverkenner. Selecteer een optie:
2
• Selecteer om het segment te starten in uw Strava account.
• Selecteer Downl > Rijden om een segment op uw toestel te downloaden en te rijden.
• Selecteer Rijden om een gedownload segment te rijden.
Selecteer of om uw segmenttijden, de beste
3
segmenttijden van uw vrienden en de tijd van de segmentleider te bekijken.

Een segment volgen van Garmin Connect

Voordat u een segment kunt downloaden van Garmin Connect en volgen, moet u beschikken over een Garmin Connect account (Garmin Connect, pagina 20).
OPMERKING: Wanneer u Strava segmenten gebruikt, worden uw favoriete segmenten automatisch overgebracht naar uw toestel als dit is gesynchroniseerd met de Garmin Connect app.
Selecteer een optie:
1
• Open de Garmin Connect app.
• Ga naar connect.garmin.com. Selecteer een segment.
2
Selecteer of Verzend naar toestel.
3
Volg de instructies op het scherm.
4
Selecteer op het Edge toestel Training > Segmenten.
5
Selecteer het segment.
6
Selecteer Rijden.
7

Segmenten inschakelen

U kunt segmentraces en meldingen die u waarschuwen als u segmenten nadert inschakelen.
Selecteer Training > Segmenten > > Schakel in/uit >
1
Wijzig meerdere.
Selecteer de segmenten die u wilt inschakelen.
2
OPMERKING: Meldingen die u waarschuwen als u
segmenten nadert, worden alleen weergegeven voor ingeschakelde segmenten.

Tegen een segment racen

Segmenten zijn virtuele raceparkoersen. U kunt racen tegen een segment en uw prestaties vergelijken met uw eerdere prestaties, of met die van andere fietsers, connecties in uw Garmin Connect account of andere leden van de fietscommunity. U kunt uw activiteitgegevens uploaden naar uw Garmin Connect om uw segmentpositie te bekijken.
OPMERKING: Als uw Garmin Connect account en Strava account zijn gekoppeld, wordt uw activiteit automatisch verzonden naar uw Strava account, zodat u uw segmentpositie kunt bekijken.
Selecteer om de activiteiten-timer te starten en maak een
1
rit. Als u een ingeschakeld segment tegenkomt, kunt u racen
tegen het segment. Start met racen tegen het segment.
2
Het segmentgegevensscherm verschijnt automatisch.
Gebruik indien nodig de pijlen om uw doel tijdens de race te
3
wijzigen. U kunt racen tegen de groepsaanvoerder, uw eerdere
prestaties of andere fietsers (indien van toepassing). Het doel
4 Training
wordt automatisch aangepast op basis van uw huidige prestaties.
Als het segment is voltooid, wordt een bericht weergegeven.

Segmentgegevens weergeven

Selecteer Training > Segmenten.
1
Selecteer een segment.
2
Selecteer een optie:
3
• Selecteer Kaart om het segment op de kaart weer te geven.
• Selecteer Hoogte om een hoogtegrafiek van het segment weer te geven.
• Selecteer Klassement om de rijtijden en de gemiddelde snelheid van de segmentaanvoerder, groepsaanvoerder of uitdager, van andere fietsers (indien van toepassing) en uw persoonlijke beste tijd en gemiddelde snelheid weer te geven.
TIP: U kunt een klassementscore selecteren om het racedoel voor uw segment te wijzigen.

Segmentopties

Selecteer Training > Segmenten > . Afslagbegeleiding: Hiermee schakelt u afslagaanwijzingen in
of uit.
Inspanning autom. kiezen: Activeert of deactiveert de
automatische aanpassing van uw doelen op basis van uw huidige prestaties.
Zoeken: Hiermee kunt u opgeslagen segmenten op naam
zoeken.
Schakel in/uit: Hiermee kunt u de op het toestel geladen
segmenten in- of uitschakelen.
Standaardprioriteit leider: Hiermee kunt u de volgorde voor
doelstellingen selecteren tijdens het racen van een segment.
Verwijder: Hiermee kunt u alle of meerdere opgeslagen
segmenten van het toestel verwijderen.

Een segment verwijderen

Selecteer Training > Segmenten.
1
Selecteer een segment.
2
Selecteer > .
3

Workouts

U kunt aangepaste workouts maken met doelen voor elke workoutstap en voor verschillende afstanden, tijden en calorieën. U kunt workouts maken met behulp van Garmin Connect en die overbrengen naar uw toestel. Het is ook mogelijk een workout direct op uw toestel te maken en op te slaan.
U kunt workouts plannen met behulp van Garmin Connect. U kunt workouts van tevoren plannen en ze opslaan in het toestel.

Een workout maken

Selecteer Training > Workouts > Maak nieuw.
1
Voer de naam van een workout in en selecteer .
2
Selecteer Voeg stap toe.
3
Selecteer het type workoutstap.
4
Selecteer bijvoorbeeld Rust om de stap als een rustronde te gebruiken.
Tijdens een rustronde blijft de timer doorlopen en worden gegevens vastgelegd.
Selecteer de duur van de workoutstap.
5
Selecteer bijvoorbeeld Afstand om de stap te laten eindigen na een bepaalde afstand.
Voer indien nodig een aangepaste waarde in voor de duur.
6
Selecteer het doeltype voor de workoutstap.
7
Selecteer bijvoorbeeld Hartslagzone als u een consistente hartslag wilt houden gedurende de stap.
Selecteer zo nodig een doelzone of voer een aangepast
8
bereik in. U kunt bijvoorbeeld een hartslagzone invoeren. Steeds
wanneer de opgegeven waarde voor hartslag wordt overschreden of juist niet wordt bereikt, geeft het toestel een pieptoon en wordt er een bericht weergegeven.
Selecteer om de stap op te slaan.
9
Selecteer Voeg stap toe om extra stappen toe te voegen
10
aan de workout. Selecteer om de workout op te slaan.
11

Workoutstappen herhalen

Voordat u een workoutstap kunt herhalen, moet u een workout met ten minste één stap maken.
Selecteer Voeg stap toe.
1
Selecteer een optie:
2
• Selecteer Herhaal als u een stap een of meer keren wilt
herhalen. U kunt bijvoorbeeld een stap van 5 mijl tien keer herhalen.
• Selecteer Herhaal tot als u een stap gedurende een
bepaalde tijd wilt herhalen. U kunt bijvoorbeeld een stap van 5 mijl gedurende 60 minuten herhalen of totdat uw hartslag 160 bpm (slagen per minuut) bedraagt.
Selecteer Terug naar stap en selecteer een stap die u wilt
3
herhalen. Selecteer om de stap op te slaan.
4

Een workout vanuit Garmin Connect volgen

Voordat u een workout kunt downloaden van Garmin Connect, moet u beschikken over een Garmin Connect account (Garmin
Connect, pagina 20).
Selecteer een optie:
1
• Open de Garmin Connect app.
• Ga naar connect.garmin.com. Selecteer Training > Workouts.
2
Zoek een workout of maak een nieuwe workout en sla deze
3
op. Selecteer of Verzend naar toestel.
4
Volg de instructies op het scherm.
5

Een workout beginnen

Selecteer Training > Workouts.
1
Selecteer een workout.
2
Selecteer Rijden.
3
Selecteer om de activiteiten-timer te starten.
4
Nadat een workout is gestart, geeft het toestel de verschillende stappen van de workout, het doel (indien ingesteld) en de huidige workoutgegevens weer. U hoort een geluidssignaal wanneer u op het punt staat een stap in de workout te voltooien. Er wordt een bericht weergegeven waarin de tijd of afstand tot de nieuwe stap wordt afgeteld.

Een workout stoppen

• U kunt op elk moment selecteren om een workoutstap te beëindigen en te beginnen met de volgende stap.
• Veeg in het scherm Workout vanaf de onderkant van het scherm omhoog en selecteer een optie:
◦ Selecteer Pauze om de activiteitentimer te stoppen. ◦ Selecteer Terug om een workoutstap te beëindigen en de
vorige stap te herhalen.
Training 5
◦ Selecteer Volgende om een workoutstap te beëindigen
en te beginnen met de volgende stap.
• U kunt op elk gewenst moment het selecteren om de activiteitentimer te stoppen.
• U kunt op elk moment vanaf de bovenkant van het scherm naar beneden vegen en op de bedieningswidget Stop
workout > selecteren om de workout te beëindigen.

Een workout bewerken

Selecteer Training > Workouts.
1
Selecteer een workout.
2
Selecteer .
3
Selecteer een stap en selecteer Bewerk stap.
4
Wijzig de kenmerken van de stap en selecteer .
5
Selecteer om de workout op te slaan.
6

Workouts verwijderen

Selecteer Training > Workouts > > Verwijder meerdere.
1
Selecteer een of meer workouts.
2
Selecteer .
3

Trainingsplannen

U kunt een trainingsplan instellen in uw Garmin Connect account en de workouts van het trainingsplan naar uw toestel verzenden. Alle geplande workouts die naar het toestel worden verzonden, worden weergegeven in de trainingsagenda.

Garmin Connect trainingsplannen gebruiken

Voordat u een trainingsplan kunt downloaden van Garmin Connect, moet u beschikken over een Garmin Connect account (Garmin Connect, pagina 20).
U kunt door Garmin Connect bladeren om een trainingsplan te zoeken en workouts en koersen te plannen.
Verbind het toestel met uw computer.
1
Ga naar connect.garmin.com.
2
Selecteer en plan een trainingsplan.
3
Bekijk het trainingsplan in uw agenda.
4
Selecteer een optie:
5
• Synchroniseer uw toestel metGarmin Express™ de
toepassing op uw computer.
• Synchroniseer uw toestel met de Garmin Connect app op
uw smartphone.

De trainingsagenda weergeven

Als u een dag selecteert in de trainingsagenda, kunt u de workout weergeven of starten. U kunt ook opgeslagen ritten weergeven.
Selecteer Training > Trainingsplan.
1
Selecteer .
2
Selecteer een dag om een geplande workout of een
3
opgeslagen rit weer te geven.

Intervalworkouts

U kunt intervalworkouts maken op basis van afstand of tijd. Het toestel slaat uw aangepaste intervalworkouts op totdat u een nieuwe intervalworkout maakt. U kunt een interval met een open einde gebruiken wanneer u een bekende afstand aflegt. Als u
selecteert, neemt het toestel een interval op en last daarna
een rustinterval in.

Een intervalworkout maken

Selecteer Training > Intervallen > Wijzigen > Intervallen >
1
Type.
Selecteer een optie.
2
TIP: U kunt een interval met een open einde maken door het
type in te stellen op Open. Voer desgewenst een hoge of lage waarde voor het interval
3
in. Selecteer Duur, voer een tijdsintervalwaarde in en selecteer
4
.
Selecteer .
5
Selecteer Rust > Type.
6
Selecteer een optie.
7
Voer desgewenst een hoge of lage waarde voor het
8
rustinterval in. Selecteer Duur, voer een tijdswaarde voor het rustinterval in
9
en selecteer . Selecteer .
10
Selecteer een of meer opties:
11
• Selecteer Herhaal om het aantal herhalingen in te stellen.
• Selecteer Warm-up > Aan om een warming-up met een
open einde toe te voegen aan uw workout.
• Selecteer Cooldown > Aan om een coolingdown met een
open einde toe te voegen aan uw workout.

Een intervalworkout starten

Selecteer Training > Intervallen > Start workout.
1
Selecteer om de activiteiten-timer te starten.
2
Als uw intervalworkout een warming-up heeft, selecteert u
3
om aan het eerste interval te beginnen.
Volg de instructies op het scherm.
4
Wanneer u alle intervallen hebt voltooid, verschijnt er een bericht.

Indoortrainingen

Het toestel bevat een indooractiviteitenprofiel als GPS is uitgeschakeld. Als GPS is uitgeschakeld, zijn er geen snelheids­en afstandsgegevens beschikbaar, tenzij u over een compatibele sensor of indoortrainer beschikt die deze gegevens naar het toestel verzendt.
Uw ANT+® indoortrainer koppelen
Breng het toestel binnen 3 m (10 ft.) van de ANT+
1
indoortrainer. Selecteer Training > Indoortrainer > Koppel ANT+ trainer.
2
Selecteer de indoortrainer om deze met uw toestel te
3
koppelen. Selecteer Voeg toe.
4
Zodra de indoortrainer met uw toestel is gekoppeld, wordt de indoortrainer weergegeven als aangesloten sensor. U kunt uw gegevensvelden aanpassen om sensorgegevens weer te geven.
Een ANT+ indoortrainer gebruiken
Voordat u een compatibele ANT+ indoortrainer kunt gebruiken, moet u uw fiets op de trainer installeren en deze koppelen met uw toestel (Uw ANT+® indoortrainer koppelen, pagina 6).
U kunt uw toestel met een indoortrainer gebruiken om weerstand te simuleren terwijl u een koers, activiteit of workout volgt. GPS is automatisch uitgeschakeld, als u een indoortrainer gebruikt.
Selecteer Training > Indoortrainer.
1
Selecteer een optie:
2
• Selecteer Gratis rit om het weerstandsniveau handmatig
aan te passen.
• Selecteer Volg een koers om een opgeslagen koers te
volgen (Koersen, pagina 12).
6 Training
• Selecteer Volg een activiteit om een opgeslagen rit te
volgen (Een rit maken, pagina 3).
• Selecteer Volg een workout om een opgeslagen workout
te volgen (Workouts, pagina 5).
Selecteer een koers, activiteit of workout.
3
Selecteer Rijden.
4
Selecteer om de activiteitentimer te starten.
5
De trainer verhoogt of verlaagt de weerstand op basis van de hoogtegegevens van de koers of rit.
Weerstand instellen
Selecteer Training > Indoortrainer > Stel weerstand in.
1
Selecteer of om de weerstandskracht van de trainer in
2
te stellen. Selecteer om de activiteitentimer te starten.
3
Selecteer zo nodig of om de weerstandskracht tijdens
4
uw training aan te passen.
De gesimuleerde helling instellen
Selecteer Training > Indoortrainer > Stel
1
hellingspercentage in.
Selecteer of om de gesimuleerde helling van de trainer
2
in te stellen. Selecteer om de activiteitentimer te starten.
3
Selecteer zo nodig of om de gesimuleerde helling
4
tijdens uw training aan te passen.
Doelvermogen instellen
Selecteer Training > Indoortrainer > Stel doelvermogen
1
in.
Stel het doelvermogen in.
2
Selecteer om de activiteiten-timer te starten.
3
Het weerstandsniveau van de trainer wordt aangepast om een constant vermogen te leveren op basis van uw snelheid.
Selecteer zo nodig of om het doelvermogen tijdens uw
4
activiteit aan te passen.

Een trainingsdoel instellen

De functie Trainingsdoel werkt samen met de functie Virtual Partner® zodat u kunt trainen op afstand, afstand en tijd of afstand en snelheid. Tijdens uw trainingsactiviteit geeft het toestel u real-time feedback over uw vordering ten aanzien van het bereiken van uw trainingsdoel.
Selecteer Training > Stel een doel in.
1
Selecteer een optie:
2
• Selecteer Alleen afstand om een vooraf ingestelde
afstand te selecteren of voer een aangepaste afstand in.
• Selecteer Afstand en tijd om een afstands- en tijdsdoel te
selecteren.
• Selecteer Afstand en snelheid om een afstands- en
snelheidsdoel te selecteren.
Het trainingsdoelscherm wordt weergegeven met uw geschatte finishtijd. De geschatte finishtijd is gebaseerd op uw huidige prestaties en de resterende tijd.
Selecteer .
3
Selecteer om de activiteiten-timer te starten.
4
Blader zo nodig om het Virtual Partner scherm te bekijken.
5
Selecteer > Bewaar rit nadat u uw activiteit hebt voltooid.
6

Een trainingsdoel annuleren

Veeg vanaf de bovenkant van het scherm naar beneden en selecteer Annuleer doel in de bedieningswidget.

Mijn statistieken

Het Edge 830 toestel kan uw persoonlijke statistieken bijhouden en prestatiemetingen berekenen. Voor prestatiemetingen is een compatibele hartslagmeter of vermogensmeter vereist.

Prestatiemetingen

Deze prestatiemetingen zijn schattingen die u kunnen helpen om uw trainingsactiviteiten en hardloopprestaties te volgen en te analyseren. Voor deze metingen zijn enkele activiteiten met polshartslagmeting of een compatibele hartslagmeter met borstband vereist. Voor fietsprestatiemetingen is een hartslagmeter en een vermogensmeter vereist.
Deze waarden worden geleverd en ondersteund door Firstbeat. Ga voor meer informatie naar www.garmin.com/performance-
data.
OPMERKING: De schattingen lijken In eerste instantie mogelijk onnauwkeurig. U moet een paar activiteiten voltooien zodat het toestel uw prestaties leert begrijpen.
Trainingsstatus: Trainingsstatus geeft het effect van uw
training op uw fitness en prestaties aan. Uw trainingsstatus is gebaseerd op wijzigingen in uw trainingsbelasting en VO2 max. gedurende langere tijd.
VO2 max.: VO2 max. is het maximale zuurstofvolume (in
milliliter) dat u kunt verbruiken per minuut, per kilo lichaamsgewicht tijdens maximale inspanning. Uw toestel geeft voor warmte en hoogte gecorrigeerde VO2 max.­waarden aan wanneer u acclimatiseert in zeer warme omgevingen of op grote hoogte.
Trainingsbelasting: Trainingsbelasting is het totaal van uw
extra zuurstofverbruik na een inspanning (Excess Post­exercise Oxygen Consumption (EPOC)) in de afgelopen 7 dagen. EPOC is een schatting van de hoeveelheid energie die uw lichaam nog heeft om te herstellen na een inspanning.
Focus trainingsbelasting: Uw toestel analyseert en verdeelt
uw trainingsbelasting in verschillende categorieën op basis van de intensiteit en structuur van elke vastgelegde activiteit. De focus trainingsbelasting omvat de totale verzamelde belasting per categorie en de focus van de training. Uw toestel geeft de verdeling van uw belasting over de laatste 4 weken weer.
Hersteltijd: Hersteltijd geeft aan hoeveel tijd u nodig hebt om
volledig te herstellen en te kunnen beginnen aan uw volgende hardlooptraining.
FTP (Functional Threshold Power): Het toestel gebruikt uw
gebruikersprofiel uit de basisinstellingen om uw FTP te schatten. Voor een nauwkeuriger schatting kunt u een FTP­test uitvoeren.
HSV stresstest: De HSV stresstest (hartslagvariaties) vereist
een Garmin hartslagmeter met borstband. Het toestel registreert uw hartslagvariaties terwijl u 3 minuten stilstaat. Het geeft uw algehele stressniveau aan. De schaal loopt van 1 tot 100 en een lagere score geeft een lager stressniveau aan.
Prestatieconditie: Uw prestatieconditie is een real-time
conditiemeting die wordt vastgelegd na 6 tot 20 minuten van activiteit. De meting kan worden toegevoegd als een gegevensveld, zodat u uw prestatieconditie tijdens de rest van uw activiteit kunt bekijken. Bij het meten van uw prestatieconditie wordt uw real-time conditie vergeleken met uw gemiddelde fitnessniveau.
Vermogenscurve: In de vermogenscurve wordt uw constante
vermogensafgifte in de loop van de tijd weergegeven. U kunt uw vermogenscurve voor de vorige maand, drie maanden of twaalf maanden bekijken.
Mijn statistieken 7

Trainingsstatus

Trainingsstatus geeft het effect van uw training op uw fitnessniveau en prestaties aan. Uw trainingsstatus is gebaseerd op wijzigingen in uw trainingsbelasting en VO2 max. gedurende langere tijd. Met behulp van uw trainingsstatus kunt u toekomstige trainingen plannen en uw fitnessniveau blijven verbeteren.
Piek: Pieken betekent dat uw wedstrijdconditie optimaal is. Door
de onlangs verlaagde trainingsbelasting kan uw lichaam zich herstellen en eerdere trainingen volledig verwerken. U moet vooruit plannen, want u kunt deze piekstatus maar kort handhaven.
Productief: Met de huidige trainingsbelasting gaan uw
fitnessniveau en prestaties de goede kant op. U moet herstelperioden inlassen in uw training om uw fitnessniveau te handhaven.
Aanhouden: Uw huidige trainingsniveau is voldoende om uw
fitnessniveau te handhaven. Als u verbetering wilt zien, moet u proberen meer variatie aan te brengen in uw workouts of uw trainingsvolume te verhogen.
Herstel: Door de lichtere trainingsbelasting kan uw lichaam zich
herstellen, wat essentieel is tijdens lange perioden waarin u hard traint. U kunt de trainingsbelasting weer verhogen wanneer u voelt dat u er klaar voor bent.
Niet productief: Uw trainingsbelasting is in orde, maar uw
fitnessniveau daalt. Mogelijk lukt het uw lichaam niet om te herstellen. Daarom is het aan te raden uw algemene gezondheid (stress, voeding en rust) in de gaten te houden.
Onttrainen: Er is sprake van onttraining wanneer u gedurende
een week of langer veel minder traint dan gebruikelijk en dit invloed heeft op uw fitnessniveau. U kunt proberen uw trainingsbelasting te verhogen om de situatie te verbeteren.
Te intensief: Uw trainingsbelasting is zeer hoog en werkt
averechts. Uw lichaam heeft rust nodig. Gun uzelf de tijd om te herstellen door lichtere trainingen toe te voegen aan uw schema.
Geen status: Het toestel heeft een of twee weken aan
trainingshistorie nodig, inclusief activiteiten met VO2 max. resultaten van hardlopen of fietsen, om uw trainingsstatus te bepalen.
Over VO2 max. indicaties
VO2 max. is het maximale zuurstofvolume (in milliliter) dat u kunt verbruiken per minuut, per kilo lichaamsgewicht tijdens maximale inspanning. In eenvoudige bewoordingen: VO2 max. is een indicatie van atletische prestaties, die meegroeit met uw fitnessniveau. Waarden voor geschat VO2 max. worden geleverd en ondersteund door Firstbeat. U kunt uw Garmin toestel gekoppeld met een compatibele hartslagmeter en vermogensmeter gebruiken voor weergave van uw VO2 max. indicatie voor fietsen.
Geschat VO2 max. weergeven
Voordat u uw geschat VO2 max. kunt weergeven, moet u de hartslagmeter omdoen, de vermogensmeter installeren en de meters koppelen met uw toestel (De draadloze sensoren
koppelen, pagina 18). Als de hartslagmeter is meegeleverd
met uw toestel, zijn het toestel en de sensor al gekoppeld. Stel uw gebruikersprofiel (Uw gebruikersprofiel instellen, pagina 21) en maximale hartslag (Uw hartslagzones instellen, pagina 17) in voor de meest nauwkeurige schattingen.
OPMERKING: In eerste instantie lijken de schattingen mogelijk onnauwkeurig. U moet het toestel een paar keer gebruiken zodat het uw fietsprestaties leert begrijpen.
Fiets ten minste 20 minuten buiten met constante, hoge
1
inspanning. Selecteer Bewaar rit na afloop van uw rit.
2
Selecteer > Mijn statistieken > Trainingsstatus > VO2
3
max..
Uw geschat VO2 max. wordt als getal en positie weergegeven op de kleurenbalk.
Paars Voortreffelijk
Blauw Uitstekend
Groen Goed
Oranje Redelijk
Rood Slecht
Gegevens over en analyse van VO2 max. worden geleverd met toestemming van The Cooper Institute®. Raadpleeg de appendix (Standaardwaarden VO2 Max., pagina 30), en ga naar www.CooperInstitute.org voor meer informatie.
Tips voor VO2 max.-indicaties voor fietsen
Als uw rit een langdurige, tamelijk grote inspanning vergt en hartslag en vermogen niet sterk variëren, kan de VO2 max.­waarde nauwkeuriger worden berekend.
• Controleer vóór uw rit of uw toestel, hartslagmeter en vermogensmeter goed werken, zijn gekoppeld en zijn voorzien van een opgeladen batterij.
• Houd uw hartslag gedurende uw rit van 20 minuten op meer dan 70% van uw maximale hartslag.
• Houd gedurende uw rit van 20 minuten uw uitgangsvermogen tamelijk constant.
• Vermijd heuvelachtig terrein.
• Rij niet in peloton als er veel wordt gewaaierd.
Hartslag- en hoogteacclimatisatie
Omgevingsfactoren zoals hoge temperaturen en hoogte zijn van invloed op uw training en prestaties. Hoogtetraining kan bijvoorbeeld een positief effect hebben op uw conditie, maar op grote hoogtes kan uw VO2 max tijdelijk dalen. Uw Edge 830 toestel geeft meldingen en correcties van uw geschatte VO2 max. en trainingsstatus wanneer de temperatuur hoger is dan 22 °C (72 °F) en wanneer u zich op een hoogte boven 800 m (2625 ft.) bevindt. U kunt uw warmte- en hoogteacclimatisatie bijhouden in de Training status widget.
OPMERKING: De functie warmte-acclimatisering is alleen beschikbaar voor GPS-activiteiten en vereist weergegevens van uw verbonden smartphone.

Trainingsbelasting

Trainingsbelasting is een meting van uw trainingsvolume gedurende de afgelopen zeven dagen. Dit is het totaal van een meting van extra zuurstofverbruik na een inspanning (Excess Post-exercise Oxygen Consumption (EPOC)) in de afgelopen zeven dagen. De meter geeft aan of uw huidige belasting laag, hoog of binnen het optimale bereik ligt om uw conditie te behouden of verbeteren. Het optimale bereik wordt gebaseerd op uw individuele conditie en trainingsgeschiedenis. Het bereik past zich aan naarmate uw trainingstijd en intensiteit toeneemt of afneemt.
Een schatting van uw trainingsbelasting weergeven
Voordat u uw geschatte trainingsbelasting kunt weergeven, moet u de hartslagmeter omdoen, de vermogensmeter installeren en de meters koppelen met uw toestel (De draadloze
sensoren koppelen, pagina 18). Als de hartslagmeter is
meegeleverd met uw toestel, zijn het toestel en de sensor al gekoppeld. Stel uw gebruikersprofiel (Uw gebruikersprofiel
instellen, pagina 21) en maximale hartslag (Uw hartslagzones instellen, pagina 17) in voor de meest nauwkeurige
schattingen.
8 Mijn statistieken
Loading...
+ 28 hidden pages