Garmin echoMAP CHIRP 45cv, echoMAP CHIRP 44cv, echoMAP CHIRP 45dv, echoMAP CHIRP 54dv, echoMAP CHIRP 54cv Installation manual [nl]

...
echoMAP™ CHIRP
40/50 serie
Installatie-instructies

Belangrijke veiligheidsinformatie

WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie.
Verwijder bij het aansluiten van de voedingskabel niet de geïntegreerde zekeringhouder. Om het risico van letsel of schade aan het product door brand of oververhitting te voorkomen, dient de juiste zekering te worden gebruikt, zoals vermeld in de productspecificaties. Als de voedingskabel wordt aangesloten zonder gebruik van de juiste zekering, vervalt de garantie op het product.
VOORZICHTIG
Draag altijd een veiligheidsbril, oorbeschermers en een stofmasker tijdens het boren, zagen en schuren.
LET OP
Controleer voordat u gaat boren of zagen wat zich aan de andere kant van het oppervlak bevindt.
Om de beste prestaties te garanderen en om schade aan uw boot te voorkomen, moet u het toestel aan de hand van de volgende instructies installeren.
Lees alle installatie-instructies zorgvuldig door voordat u met de installatie begint. Neem contact op met Garmin® Product Support als u problemen ondervindt tijdens het installeren.

Het toestel registreren

Vul de onlineregistratie vandaag nog in zodat wij u beter kunnen helpen. Bewaar uw originele aankoopbewijs of een fotokopie op een veilige plek.
Plaats een geheugenkaart in de kaartsleuf van de
1
kaartplotter. Wacht een ogenblik.
2
De kaartplotter maakt een bestand met de naam GarminDevice.xml in de Garmin map op de geheugenkaart.
Verwijder de geheugenkaart.
3
Plaats de geheugenkaart in uw computer.
4
Ga op uw computer naar garmin.com/express.
5
Volg de instructies op het scherm om de Garmin Express
6
applicatie te downloaden, te installeren en te openen. Selecteer Voeg een toestel toe.
7
Selecteer terwijl de applicatie zoekt Meld aan naast Hebt u
8
watersportkaarten of -toestellen? aan de onderkant van
het scherm. Maak een Garmin account of meld u aan.
9
Volg de instructies op het scherm om uw vaartuig in te
10
stellen. Selecteer Voeg toe.
11
De Garmin Express applicatie zoekt op de geheugenkaart naar toestelinformatie.
Selecteer Voeg toestel toe om het toestel te registreren.
12
Als de registratie is voltooid, zoekt de Garmin Express applicatie naar aanvullende kaarten en kaartupdates voor uw toestel.
Om nieuwe toestellen toe te voegen, herhaalt deze u stappen als u toestellen aan het netwerk van de kaartplotter toevoegt.

Software-update

Mogelijk moet u de toestelsoftware bijwerken wanneer u het toestel installeert of een accessoire toevoegt aan het toestel.
Dit toestel ondersteunt geheugenkaarten tot 32 GB met de indeling FAT32.

De nieuwe software op een geheugenkaart laden

U moet de software-update naar een geheugenkaart kopiëren via een computer met Windows® software.
OPMERKING: U kunt contact opnemen met de klantenservice van Garmin om een vooraf geladen kaart met software-update te bestellen als u geen computer met Windows software hebt.
Plaats een geheugenkaart in de kaartsleuf van de computer.
1
Ga naar http://www.garmin.com/support/software/marine
2
.html.
Selecteer echoMAP serie met SD kaart.
3
Selecteer Downloaden naast echoMAP serie met SD kaart.
4
Lees en accepteer de voorwaarden.
5
Selecteer Downloaden.
6
Kies een locatie en selecteer Sla op.
7
Dubbelklik op het gedownloade bestand.
8
Selecteer Volgende.
9
Selecteer het station van de geheugenkaart en selecteer
10
vervolgens Volgende > Voltooi.
Op de geheugenkaart wordt een Garmin map gemaakt met de software-update. De software-update op de geheugenkaart laden kan een paar minuten duren.

De software van het toestel bijwerken

Voordat u de software kunt bijwerken, moet u beschikken over een software-update op een geheugenkaart of de nieuwste software zelf op een geheugenkaart laden.
Schakel de kaartplotter in.
1
Nadat het startscherm verschijnt, plaatst u de geheugenkaart
2
in de kaartsleuf. OPMERKING: De instructies voor de software-update
verschijnen alleen als het toestel volledig is opgestart voordat u de kaart plaatst.
Volg de instructies op het scherm.
3
Wacht enkele minuten totdat de software-update is voltooid.
4
Laat de geheugenkaart op zijn plaats zitten en start de
5
kaartplotter handmatig opnieuw op, wanneer daar om wordt gevraagd.
Verwijder de geheugenkaart.
6
OPMERKING: Als de geheugenkaart wordt verwijderd
voordat het toestel opnieuw is opgestart, is de software­update niet voltooid.

Benodigd gereedschap

• Boormachine en boren
• Nr. 2 kruiskopschroevendraaier
• Decoupeerzaag of roterend gereedschap
Mei 2017
190-01951-75_0C
• Vijl en schuurpapier
• Watervaste kit (optioneel)

Aandachtspunten bij de montage

Het toestel kan op de meegeleverde steun worden gemonteerd, of in het dashboard met de set voor verzonken montage (los verkrijgbaar).
Bepaal eerst de locatie van de verschillende onderdelen, voordat u een onderdeel van het toestel permanent installeert.
• Op de montageplek moet het scherm duidelijk zichtbaar en de knoppen makkelijk te bedienen zijn.
• De montageplek moet sterk genoeg zijn om het gewicht van het toestel en de voet te dragen.
• De kabels moeten lang genoeg zijn om de onderdelen met elkaar en met de voeding te verbinden.
• De kabels kunnen onder de beugelsteun of achter het toestel worden geleid.
• Teneinde interferentie met een magnetisch kompas te voorkomen, mag het toestel niet dichter bij een kompas worden geïnstalleerd dan op de kompasveilige afstand die is vermeld in de productspecificaties.

Het toestel verzonken monteren

LET OP
Wees voorzichtig wanneer u het gat zaagt om het toestel verzonken te monteren. Er is slechts weinig ruimte tussen de behuizing en de montagegaten. Als u het gat te groot zaagt, kan het toestel mogelijk niet stabiel worden bevestigd.
Als u metaal gereedschap gebruikt zoals een schroevendraaier, kunt u de trimkapjes of het toestel beschadigen. Gebruik indien mogelijk plastic gereedschap.
U kunt het toestel in uw dashboard monteren met de sjabloon voor verzonken montage en het juiste bevestigingsmateriaal. De set voor verzonken montage wordt mogelijk niet bij alle modellen geleverd. U dient een set voor verzonken montage aan te schaffen.
Snijd de montagesjabloon uit en controleer of deze past op
1
de locatie waar u het toestel wilt monteren. Bevestig de sjabloon op de montageplek.
2
Maak met een boor van 9,5 mm (3/8 inch) een of meer gaten
3
in de hoeken van de ononderbroken lijn op de sjabloon om het montageoppervlak voor te bereiden voor zagen.
Zaag met een decoupeerzaag of slijptol het
4
montageoppervlak uit langs de binnenkant van de ononderbroken lijn op de sjabloon.
Plaats het toestel in de opening om te testen of dit past.
5
Gebruik indien nodig een vijl en schuurpapier om het gat heel
6
precies op maat te krijgen. Als uw toestel is voorzien van trimkapjes, wrikt u de hoeken
7
van de trimkapjes À voorzichtig los met een plat stuk plastic of een schroevendraaier en schuift u het gereedschap naar het midden Á om de trimkapjes te verwijderen.
Zorg ervoor dat de montagegaten op het toestel zijn uitgelijnd
8
met de boorgaten op de sjabloon. Als de montagegaten in het toestel niet samenvallen met de
9
voorboorgaten in de sjabloon, markeert u op de sjabloon de nieuwe locaties voor de voorboorgaten.
Gebruik een boor van 3,2 mm (1/8 inch) om de gaatjes te
10
boren. Verwijder de sjabloon van het montageoppervlak.
11
Plaats het toestel in de houder.
12
Als u na montage geen toegang hebt tot de achterzijde van
13
het toestel, sluit u alle benodigde kabels aan op de houder voordat u het toestel in de opening plaatst (De kabels
aansluiten op de houder, pagina 4).
OPMERKING: U dient de connectors stevig in de gaten van de houder te drukken. Als de kabels niet ver genoeg in de houder worden gedrukt zal het lijken alsof het toestel stroom verliest of niet meer werkt.
Bedek indien nodig ongebruikte aansluitingen met
14
beschermkapjes om te voorkomen dat de metalen contactpunten roesten.
Installeer de rubberen pakkingstukken aan de achterzijde van
15
de houder. De delen van de rubberen pakking hebben een zelfklevende
strip aan de achterzijde. Verwijder de beschermfolie voordat u deze delen bevestigt aan het toestel.
Plaats het toestel en de houder in de opening.
16
Bevestig het toestel aan het montageoppervlak met de
17
meegeleverde schroeven. Bevestig de trimkapjes door deze op hun plaats te klikken
18
rondom het toestel.

De draaivoet installeren

Voorbereidingen treffen om kabels onder het monta­geoppervlak te leiden
LET OP
Gebruik schroeven of bouten met een bolle kop voor het bevestigen van de draaivoet. Schroeven of bouten met verzonken kop beschadigen de voet.
Voordat u de draaivoet kunt voorbereiden, moet u de locatie kiezen waar u het voetstuk wilt installeren en bepalen of u het voetstuk wilt bevestigen met schroeven of bouten.
Verwijder de 10 mm M6x1 kruiskopschroef À en maak de
1
draaivoet Á los van het voetstuk Â.
2
Richt de draaivoet zodanig dat de doorvoergaten à de juiste
2
richting op staan. Gebruik de draaivoet als sjabloon, markeer de locaties waar
3
u wilt voorboren Ä. Markeer het gat voor de kabeldoorgang Å.
4
Leid de kabels door het middengat van 16 mm (5/8 in.) dat u
1
hebt geboord tijdens de voorbereidingen om kabels onder het montageoppervlak te leiden.
Plaats het voetstuk op het montageoppervlak.
2
Leid de kabels door de kabelgaten.
3
Bevestig het voetstuk losjes met de juiste schroeven of
4
bouten. Plaats de draaivoet op het voetstuk, maar bevestig deze niet.
5
Plaats de houder of het toestel in de draaivoet (Het toestel in
6
de houder installeren, pagina 4).
Trek de stroom- en transducerkabels ver genoeg door, zodat
7
de draaivoet genoeg speling heeft om volledig in de gewenste posities te draaien wanneer de kabels zijn aangesloten.
Verwijder de houder en de draaivoet van het voetstuk.
8
Breng watervaste kit aan op het middengat van 16 mm (5/
9
inch) en op de kabelgaten. Maak het voetstuk stevig vast met de juiste schroeven of
10
bouten. Plaats de draaivoet op het voetstuk en bevestig deze met de
11
bijgeleverde 10 mm M6×1 kruiskopschroef.

De houder installeren in de draaivoet

Trek de vergrendelingsarm À omhoog.
1
8
Boor de drie voorboorgaten met de juiste boor.
5
Gebruik een 16 mm (5/8 in.) boor om een gat voor de kabel in
6
het montageoppervlak te boren op de locatie die u hebt gemarkeerd in stap 4.

De draaivoet bevestigen zonder de kabels door de montagevoet te voeren

U moet deze procedure alleen voltooien als u geen stroom- en transducerkabels onder het montageoppervlak en door de draaivoet wilt laten lopen.
Plaats het voetstuk À op het montageoppervlak en bevestig
1
deze met de juiste schroeven of bouten Á.
Plaats de draaivoet op het voetstuk en zet de 10 mm M6×1
2
kruiskopschroef weer vast. Dicht de kabelgaten af met waterdichte kit.
3

De draaivoet bevestigen als de kabels door de montagevoet heen zijn geleid

U moet deze procedure alleen voltooien wanneer u de voedings- en transducerkabels onder het montageoppervlak en door de draaivoet laat lopen.
Plaats de houder in de draaivoet Á.
2
Plaats de draaivoet in de gewenste kijkhoek.
3
Druk de vergrendelingsarm omlaag.
4

De kabels en connectors installeren

Verbinden met de voeding

Geleid de voedingskabel van de voet naar de accu of
1
zekeringenkast van de boot. Gebruik zo nodig een verlengkabel van 0,82 mm2 (18 AWG)
2
of dikker. Sluit de rode draad aan op het positieve aansluitpunt van de
3
accu of zekeringenkast en sluit de zwarte draad aan op het negatieve aansluitpunt.

Het toestel op een transducer aansluiten

Ga naar www.garmin.com of neem contact op met uw lokale Garmin dealer om te bepalen welke transducer het beste aansluit op uw behoeften.
Volg de meegeleverde instructies om uw transducer correct
1
te installeren op uw boot. Leid de transducerkabel naar de achterkant van uw toestel,
2
verwijderd van bronnen die elektronische interferentie kunnen veroorzaken.
Sluit de transducerkabel aan op de juiste poort in de houder.
3
3
Loading...
+ 5 hidden pages