Garmin Catalyst Driving Performance Optimizer User manual [nl]

GARMIN CATALYST
Driving Performance Optimizer
Gebruikershandleiding
© 2020 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke toestemming van Garmin. Garmin behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van deze handleiding zonder de verplichting te dragen personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Ga naar www.garmin.com voor de nieuwste updates en aanvullende informatie over het gebruik van dit product.
Garmin® en het Garmin logo zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Garmin Catalyst™, Garmin Connect™, en Garmin Express™ zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
Apple® en Mac® zijn handelsmerken van Apple Inc, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Het merk en de logo's van Bluetooth® zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en voor het gebruik van deze naam door Garmin is een licentie verkregen. microSD® is een handelsmerk van SD-3C. WiFi® is een geregistreerd handelsmerk van Wi-Fi Alliance. Windows® is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.

Inhoudsopgave

Aan de slag..................................................................... 1
Installatie......................................................................... 1
De magnetische steun bevestigen in uw voertuig...................... 1
De steun aansluiten op de voertuigvoeding............................... 1
Aandachtspunten bij het bevestigen van de camera.................. 1
Het polarisatiefilter op de camera aanbrengen........................... 1
De externe camera op uw voorruit bevestigen........................... 2
De camerakabel aansluiten........................................................ 2
Het toestel aansluiten op de magnetische steun........................ 3
De opschroefbare kogelsteun op het dashboard installeren...... 3
Overzicht van het toestel............................................... 3
Het aanraakscherm gebruiken....................................................4
Startscherm................................................................................ 4
Een rijsessie starten...................................................... 4
Audio-instellingen voor de rijsessie............................................ 5
Race Timer................................................................................. 5
Een circuit toevoegen................................................................. 5
Een circuitconfiguratie toevoegen.............................................. 5
Een bestuurdersprofiel toevoegen.............................................. 5
Een autoprofiel toevoegen of bewerken..................................... 6
Een auto- of bestuurdersprofiel selecteren................................. 6
Rijsessies bekijken........................................................ 6
Sessieoverzicht...........................................................................6
Kansen weergeven..................................................................... 6
Ronden bekijken......................................................................... 7
Instellingen..................................................................... 7
Verbinding maken met een draadloos netwerk.......................... 7
Draadloze Bluetooth technologie inschakelen............................ 8
Scherminstellingen..................................................................... 8
Instellingen voor geluid en meldingen........................................ 8
De taal instellen.......................................................................... 8
Datum- en tijdinstellingen........................................................... 8
Toestelinstellingen...................................................................... 8
Gegevens en instellingen herstellen........................................... 8
Toestelinformatie........................................................... 8
Informatie over regelgeving en compliance op e-labels
weergeven.................................................................................. 8
Specificaties................................................................................8
Het toestel opladen..................................................................... 8
Onderhoud van het toestel............................................ 9
Garmin Support Center...............................................................9
Software bijwerken via een WiFi netwerk.................................. 9
Software bijwerken met Garmin Express™................................ 9
De camerasoftware bijwerken.................................................... 9
Toestelonderhoud..................................................................... 10
Het toestel opnieuw opstarten.................................................. 10
Het toestel, de steun en de zuignap verwijderen...................... 10
De zelfklevende camerasteun verwijderen............................... 10
Problemen oplossen.................................................... 10
De zuignap blijft niet op de voorruit zitten................................. 10
De steun houdt mijn toestel niet op zijn plaats als ik rijd.......... 10
Mijn toestel ontvangt geen satellietsignalen............................. 10
Het toestel wordt niet opgeladen in mijn voertuig..................... 10
De batterij blijft niet erg lang opgeladen................................... 10
Mijn camera voelt warm aan tijdens gebruik............................ 11
Mijn video-opnamen zijn wazig................................................. 11
Appendix....................................................................... 11
Gegevensbeheer...................................................................... 11
Accessoires aanschaffen.......................................................... 12
Index.............................................................................. 13
Inhoudsopgave i

Aan de slag

WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie.
Dit toestel is alleen bedoeld voor recreatief gebruik in een circuitomgeving. Gebruik dit toestel nooit op de openbare weg. Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot een ongeval met materiële schade, ernstig persoonlijk letsel of overlijden. U bent verantwoordelijk voor het veilig en verstandig gebruiken van dit toestel.
De eerste keer dat u uw toestel inschakelt, moet u de aanwijzingen op het scherm opvolgen om het toestel te configureren. Voer deze stappen uit voordat u het toestel voor de eerste keer gebruikt.
Sluit het toestel aan en volg de instructies op het scherm.
1
De software van uw toestel bijwerken (Software bijwerken via
2
een Wi‑Fi netwerk, pagina 9).

Installatie

Sluit de voedingskabel aan op de meegeleverde
2
voertuigvoedingsadapter . Sluit de voedingsadapter voor het voertuig aan op de
3
stroomaansluiting in uw voertuig. Start zo nodig het voertuig om de stroomvoorziening in uw
4
voertuig van stroom te voorzien.

USB-kabel zonder stekker

WAARSCHUWING
Garmin raadt aan dat een ervaren installateur met kennis van elektrische systemen het toestel installeert. Het onjuist aansluiten van stroomkabels kan schade toebrengen aan het voertuig of de accu, en kan persoonlijk letsel veroorzaken.

De magnetische steun bevestigen in uw voertuig

WAARSCHUWING
Dit product bevat een lithium-ionbatterij. Ter voorkoming van persoonlijk letsel en schade aan het product als gevolg van blootstelling van de batterij aan extreme hitte dient u het toestel buiten het bereik van direct zonlicht te bewaren.
Het toestel en de steun bevatten magneten. Onder bepaalde omstandigheden kunnen magneten interferentie veroorzaken met sommige interne medische en elektronische apparatuur, zoals pacemakers, insulinepompen of harde schijven in laptopcomputers. Houd het toestel uit de buurt van medische en elektronische apparatuur.
Maak de voorruit en de zuignap schoon en droog met een
1
pluisvrije doek. Druk de zuignap tegen de voorruit en kantel de hendel .
2
Bevestig de bal van de zuignapsteun en de bal van de
3
magnetische steun met voeding op de armen met twee aansluitingen .
Bevestig de koppeling met twee ballen op beide armen
4
met twee aansluitingen. Draai de knoppen op beide armen met twee aansluitingen
5
enigszins vast. Draai indien nodig de magnetische steun met
6
stroomvoorziening zodat het Garmin® logo rechtop staat en stel de steun af voor een betere weergave en bediening.
Draai de knoppen aan om de steun vast te zetten.
7
Het toestel wordt geleverd met een netvoedingsadapter met kabel zonder stekker voor gebruik in voertuigen zonder CLA­voedingsaansluiting. U kunt deze kabel ook gebruiken voor toepassingen waarbij een permanente voedingsbron met vaste bedrading de voorkeur heeft. Kies een geschikte en veilige plek om het toestel in uw voertuig te bevestigen, uitgaande van beschikbare stroombronnen en veilige kabelbevestiging.
mini-USB-connector van voertuig
10 tot 30 Vdc systeemvoeding (rood)
Systeem-aarde (zwart)

Aandachtspunten bij het bevestigen van de camera

De eerste keer dat u uw toestel inschakelt, wordt informatie weergegeven over het monteren van de camera. De camera wordt met de meegeleverde plaksteun op de voorruit bevestigd. De plaksteun is moeilijk te verwijderen nadat deze is geïnstalleerd. Bepaal van te voren nauwkeurig waar u de steun wilt plaatsen voordat u deze bevestigt.
• Bevestig de camera niet op plaats waar deze het zicht van de bestuurder op de weg of de omgeving belemmert.
• Kies een montageplaats die de camera een duidelijk zicht geeft op de weg vóór u.
• Bevestig de camera zo hoog mogelijk in het midden van de voorruit.
• Controleer of het gebied van de voorruit vóór de camera niet door de ruitenwissers wordt gehinderd.
• Plaats de camera niet achter een getint gedeelte van de voorruit.

De steun aansluiten op de voertuigvoeding

Steek de mini-USB-stekker van de voertuigvoedingskabel
1
in de mini-USB-poort op de steun met voeding.
Aan de slag 1

Het polarisatiefilter op de camera aanbrengen

De camera wordt geleverd met een lens waarop vooraf een polarisatiefilter is aangebracht om schittering vanaf de voorruit te verminderen. Als u het polarisatiefilter verwijdert, kunt u het opnieuw aanbrengen.
LET OP
Draai de lenskap niet als deze op de camera is bevestigd.
Plaats het filter met de lijn op de buitenrand naar boven.
1
Bevestig het filter stevig op de cameralens.
2
Controleer of de lijn op de buitenrand van het filter naar
3
boven is gericht en of het Garmin logo rechtop staat.
Houd de camera op de gewenste montageplaats op de
2
voorruit en controleer of de camera duidelijk, onbelemmerd zicht heeft.
TIP: Voor de beste resultaten moet u de camera zo hoog mogelijk in het midden van de voorruit monteren.
Nadat u een bevestigingsplaats met duidelijk zicht hebt
3
geselecteerd, verwijdert u de beschermfolie van de plaksteun.
Plaats de steun ter hoogte van de bevestigingsplaats.
4
TIP: De plaklaag is bijzonder plakkerig. Zorg dat de plaklaag
niet tegen de voorruit komt tot de steun zich op de juiste plaats bevindt.
Druk de steun vervolgens stevig op de voorruit en houd de
5
steun 30 seconden op de voorruit gedrukt. Zo zorgt u ervoor dat de plaksteun voldoende contact heeft
met de voorruit.

Het polarisatiefilter verwijderen van de camera

Houd de camera stevig vast in de ene hand en het
1
polarisatiefilter in de andere hand. Trek het filter van de camera.
2

De externe camera op uw voorruit bevestigen

LET OP
De plaksteun is bedoeld voor langdurige montage en is mogelijk moeilijk te verwijderen. Bepaal van te voren nauwkeurig waar u de steun wilt plaatsen voordat u deze bevestigt.
Voordat u de plaksteun op de voorruit kunt aanbrengen, dient u de aandachtspunten voor de montage op de voorruit door te nemen (Aandachtspunten bij het bevestigen van de camera,
pagina 1).
Voor de beste resultaten moet de omgevingstemperatuur tussen de 21° en 38°C (70° tot 100°F) zijn bij het plaatsen van de camera op de voorruit. De plaklaag hecht mogelijk niet goed als de temperatuur buiten dit bereik ligt. Als u de camera bij lagere temperaturen plaatst, moet u alle sneeuw, ijs en vocht van de voorruit verwijderen en de voorruit verwarmen met de ontdooier voordat u de camera installeert.
De camera wordt met de meegeleverde plaksteun aan de voorruit bevestigd.
Maak de binnenkant van de voorruit schoon met water of
1
alcohol en een pluisvrije doek. De voorruit moet vrij zijn van stof, was, olie of coatings.

De camerakabel aansluiten

Steek de camerakabel in de micro-USB-poort op de camera.
1
Leid de camerakabel langs de voorruit zodat deze het zicht
2
op het circuit niet belemmert.
2 Installatie
Loading...
+ 12 hidden pages