Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke
toestemming van Garmin. Garmin behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van
deze handleiding zonder de verplichting te dragen personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Ga naar
www.garmin.com voor de nieuwste updates en aanvullende informatie over het gebruik van dit product.
Garmin® en het Garmin logo zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen.
Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder de uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
ecoRoute™,
myGarmin
dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder de uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
Het merk en de logo's van Bluetooth® zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en voor het gebruik van deze naam door Garmin is een licentie verkregen.
microSD™ en het microSDHC logo zijn handelsmerken van SD-3C, LLC. Windows®, Windows Vista® en Windows XP® zijn geregistreerde handelsmerken van
Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Mac® is een handelsmerk van Apple Inc. ACSI™ is een handelsmerk van Auto Camper Service
International Holding B.V. HD Radio™ en het HD logo zijn een handelsmerk van iBiquity Digital Corporation. De HD Radio technologie is geproduceerd onder
licentie van iBiquity Digital Corporation. Amerikaanse en internationale patenten. Overige handelsmerken en merknamen zijn het eigendom van hun
respectieve eigenaars.
™
,
myTrends
™
,
trafficTrends
™
, nüMaps Guarantee™ en nüMaps Lifetime™ zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar
Inhoudsopgave
Aan de slag..................................................................... 1
Het toestel aansluiten op voertuigvoeding.................................. 1
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
• Update de kaarten en software op uw toestel.
• Installeer het toestel in uw voertuig en sluit het aan op de
voeding (Het toestel aansluiten op voertuigvoeding)
• Zorg dat u GPS-signalen ontvangt (GPS-signalen
ontvangen)
• Pas het volume (Het volume regelen) en de helderheid aan
(De helderheid van het scherm aanpassen)
• Stel een voertuigprofiel voor uw camper in (Een
voertuigprofiel toevoegen)
• Navigeer naar uw bestemming (Een route starten).
.
.
.
Het toestel aansluiten op voertuigvoeding
WAARSCHUWING
Dit product bevat een lithium-ionbatterij. Ter voorkoming van
persoonlijk letsel en schade aan het product als gevolg van
blootstelling van de batterij aan extreme hitte dient u het toestel
buiten het bereik van direct zonlicht te bewaren.
Voordat u uw toestel op batterijen gaat gebruiken, dient u het op
te laden.
Steek de voertuigvoedingskabel À in de USB-poort op het
1
toestel.
.
selecteren om instellingen aan te passen of verdere informatie
weer te geven.
GPS-signaalstatus
Bluetooth
Status
schakeld)
Voertuigprofielindicator
Huidige tijd
Batterijstatus
Verbonden met Smartphone Link
Temperatuur
Ongelezen myGarmin™ berichten
®
(wordt weergegeven als Bluetooth is inge-
Werken met de knoppen op het scherm
• Selecteer om terug te keren naar het vorige menuscherm.
• Houd ingedrukt om snel terug te gaan naar het
hoofdmenu.
• Selecteer of voor meer keuzes.
• Houd of ingedrukt om sneller te bladeren.
• Selecteer om het menu met de opties voor het huidige
scherm weer te geven.
De slaapstand inschakelen en uitschakelen
U kunt de slaapstand gebruiken om te voorkomen dat de batterij
leeg raakt terwijl het toestel niet wordt gebruikt. In de slaapstand
verbruikt uw toestel zeer weinig stroom en kunt u het snel
activeren voor gebruik.
Laad uw toestel sneller op door het in de slaapmodus te
TIP:
zetten tijdens het opladen van de batterij.
Druk op de aan-uitknop À.
Druk de steun Á op de zuignap  totdat de steun vastklikt.
2
Druk de zuignap tegen de voorruit en duw de hendel à naar
3
achteren, naar de voorruit toe.
Duw het lipje boven op de steun in de gleuf aan de
4
achterzijde van het toestel.
Druk de onderkant van de steun in het toestel totdat u een
5
klik hoort.
Sluit het andere uiteinde van de voedingskabel aan op een
6
stroomvoorziening in uw auto.
Het toestel uitschakelen
Houd de aan-uitknop ingedrukt tot er een melding op het
1
scherm verschijnt.
De melding verschijnt na vijf seconden. Als u de aan-uitknop
loslaat voordat de melding verschijnt, schakelt het toestel
over naar de slaapmodus.
Selecteer Uit
2
.
GPS-signalen ontvangen
Als u wilt navigeren met het toestel, moet u satellieten zoeken.
op de statusbalk geeft de signaalsterkte van de satelliet
weer. Het zoeken naar satellieten kan enkele minuten duren.
Het toestel inschakelen.
1
Wacht terwijl het toestel satellieten zoekt.
2
Ga naar buiten, naar een open gebied, uit de buurt van hoge
3
gebouwen en bomen.
Statusbalkpictogrammen
De statusbalk bevindt zich boven aan het hoofdmenu. De
pictogrammen op de statusbalk bevatten informatie over de
functies van het toestel. Sommige pictogrammen kunt u
Aan de slag1
Het volume regelen
Selecteer Volume.
1
Selecteer een optie:
2
• Gebruik de schuifbalk om het volume aan te passen.
• Selecteer om het geluid te dempen.
• Selecteer voor extra opties.
Automatisch volume inschakelen
Uw toestel kan het volume automatisch verlagen of verhogen op
basis van achtergrondgeluiden.
Selecteer Volume > .
1
Selecteer Automatisch volume
2
.
De helderheid van het scherm aanpassen
Selecteer Instellingen >
1
Gebruik de schuifbalk om de helderheid aan te passen.
2
Scherm > Helderheid
.
Voertuigprofielen
WAARSCHUWING
Het opgeven van uw voertuigprofiel is geen garantie dat altijd
met alle kenmerken van uw voertuig bij routesuggesties
rekening wordt gehouden of dat u in alle gevallen bovenstaande
waarschuwingspictogrammen krijgt te zien. Er zijn mogelijk
beperkingen in de kaartgegevens waardoor uw toestel niet altijd
met deze beperkingen of wegomstandigheden rekening houdt.
Houd u altijd aan de verkeersborden en houd rekening met de
wegomstandigheden tijdens het rijden.
De berekening van de route en de navigatie is afhankelijk van
uw voertuigprofiel. Het geactiveerde voertuigprofiel wordt
aangegeven door een pictogram op de statusbalk. De navigatieen kaartinstellingen op uw toestel kunnen per voertuigtype
afzonderlijk worden aangepast.
Wanneer u een camperprofiel activeert, worden verboden of
onbegaanbare gebieden in routes vermeden op basis van de
afmetingen, het gewicht en andere kenmerken van het voertuig
die u hebt ingevoerd.
Een voertuigprofiel toevoegen
U moet een voertuigprofiel toevoegen voor elke camper
waarvoor u uw Camper 660 toestel gebruikt.
Selecteer Instellingen
1
Selecteer een optie:
2
• Als u een motorhome met een vaste camper wilt
toevoegen, selecteert u Motorhome
• Als u een camper wilt toevoegen die met een
standaardkoppeling achter een voertuig wordt getrokken,
selecteert u Trailer.
• Als u een camper wilt toevoegen die met een
opleggerkoppeling achter een vrachtwagen wordt
getrokken, selecteert u
Volg de instructies op het scherm om de voertuigkenmerken
3
in te voeren.
Nadat u een voertuigprofiel hebt toegevoegd, kunt u het profiel
bewerken en aanvullende gegevens invoeren, zoals het
voertuigidentificatienummer of het trailernummer (Een
voertuigprofiel bewerken)
Een voertuigprofiel activeren
Voordat u een voertuigprofiel kunt activeren, moet u het profiel
eerst toevoegen (Een voertuigprofiel toevoegen).
Selecteer Instellingen > Voertuigprofiel.
1
Selecteer een voertuigprofiel.
2
De informatie over het voertuigprofiel wordt weergegeven,
inclusief de afmetingen en het gewicht.
Selecteer Select.
3
Een voertuigprofiel bewerken
U kunt de algemene informatie wijzigen in een voertuigprofiel of
u kunt gedetailleerde informatie, zoals de maximumsnelheid,
toevoegen aan een voertuigprofiel.
Selecteer Instellingen > Voertuigprofiel.
1
Selecteer het voertuigprofiel dat u wilt wijzigen.
2
Selecteer een optie:
3
• Als u de voertuigprofielgegevens wilt wijzigen, selecteert u
en vervolgens het te wijzigen veld.
> Voertuigprofiel >
Vijfde wiel.
.
.
.
.
• Als u de naam van een voertuigprofiel wilt wijzigen,
selecteert u > > Wijzig profielnaam.
• Als u het voertuigprofiel wilt verwijderen, selecteert u >
>
.
Wis
Navigeren naar uw bestemming
Routes
Een route is het traject vanaf uw huidige locatie naar een
bestemming. Een route kan meerdere locaties of tussenstops
bevatten op weg naar de bestemming (
toevoegen)
op basis van de voorkeuren die u kiest in de navigatieinstellingen, zoals de routeberekeningsmodus (
routeberekeningsmodus wijzigen) en te vermijden wegen
(Vertragingen, tol en bepaalde gebieden vermijden). Het toestel
kan ook wegen vermijden die niet passen bij het actieve
voertuigprofiel (Voertuigprofielen).
. Het toestel berekent de route naar uw bestemming
Een route starten
Selecteer
1
Selecteer Voer zoekopdracht in, voer een zoekterm in en
2
selecteer (Een locatie zoeken met behulp van de
zoekbalk)
TIP:
met behulp van zoekfuncties of op andere manieren
Locaties zoeken)
(
Selecteer een locatie.
3
Selecteer Ga!.
4
Het toestel berekent een route naar de locatie en leidt u naar uw
bestemming met gesproken aanwijzingen en informatie op de
kaart (Uw route op de kaart
Als u op extra locaties moet stoppen, kunt u deze locaties aan
uw route toevoegen (
kunt ook de loop van de route aanpassen (Uw route
aanpassen)
Naar huis navigeren
Selecteer Waarheen? > Naar huis.
De gegevens van uw thuislocatie bewerken
Selecteer Waarheen? >
1
Selecteer .
2
Selecteer > Bewerk.
3
Voer uw wijzigingen in.
4
Selecteer
5
Waarheen?.
.
U kunt ook locaties zoeken op basis van categorieën,
.
).
Een locatie aan uw route toevoegen). U
.
Opgeslagen > Thuis
OK.
Uw route op de kaart
KENNISGEVING
Het pictogram met de snelheidslimiet dient alleen ter informatie
en u bent te allen tijde zelf verantwoordelijk voor het opvolgen
van aangegeven snelheidsbeperkingen en veilige deelname aan
het verkeer.
verkeersboetes of waarschuwingen die u ontvangt als u zich niet
houdt aan van toepassing zijnde verkeersregels en
verkeersborden.
Het toestel leidt u tijdens uw reis naar uw bestemming met
gesproken aanwijzingen en informatie op de kaart.
Garmin
®
is niet verantwoordelijk voor
Een locatie aan uw route
De
.
2Voertuigprofielen
Boven aan de kaart worden instructies weergegeven om de
volgende afslag of afrit te nemen of een andere handeling uit te
voeren. Het symbool À geeft aan welke handeling u moet
uitvoeren en, indien beschikbaar, op welke rijbaan of rijbanen u
moet rijden. Het toestel geeft ook de afstand tot de volgende
handeling weer Á, evenals de naam van de straat of afrit
waarop die handeling betrekking heeft Â.
Een gekleurde lijn à geeft de loop van uw route op de kaart
aan. Pijlen op de kaart Ä geven aanstaande afslagen aan.
Wanneer u uw bestemming nadert, geeft een geruite vlag de
plaats van bestemming aan.
Onder aan de kaart worden uw rijsnelheid Å, de weg waarop u
rijdt Æ en uw geschatte aankomsttijd Ç weergegeven. U kunt
het gegevensveld voor de aankomsttijd aanpassen om andere
gegevens weer te geven (Het kaartgegevensveld aanpassen)
Als u op een hoofdweg rijdt, kan bijvoorbeeld de
maximumsnelheid in een gegevensveld worden weergegeven.
Deze functie is niet in alle regio's beschikbaar.
.
Geavanceerde rijbaanassistentie
Wanneer u tijdens het navigeren een afslag nadert, wordt een
gedetailleerde simulatie van de weg weergegeven naast de
kaart (indien beschikbaar). Een gekleurde lijn À geeft de juiste
rijbaan voor de afslag aan.
Een lijst met afslagen weergeven
Als u een route aflegt, kunt u alle afslagen voor de volledige
route weergeven, inclusief de afstand tussen de afslagen.
Selecteer tijdens het navigeren de tekstbalk aan de
1
bovenkant van de kaart.
Selecteer een afslag.
2
De details van de afslag worden weergegeven. Op
belangrijke wegen wordt er een afbeelding van de afslag
weergegeven indien deze beschikbaar is.
De gehele route op de kaart weergeven
Selecteer een plek op de kaart tijdens het navigeren van een
1
route.
Selecteer .
2
Selecteer een locatie.
3
Selecteer
4
Selecteer een optie:
5
• Als u de locatie wilt toevoegen als volgende tussenstop op
• Als u de locatie wilt toevoegen aan het eind van uw route,
• Als u de locatie wilt toevoegen en de volgorde van locaties
Uw toestel berekent de route opnieuw, inclusief de toegevoegde
locatie, en leidt u volgens de opgegeven volgorde naar de
locaties.
Uw route aanpassen
Voordat u uw route kunt vormgeven, moet u een route starten
Een route starten)
(
U kunt uw route handmatig aanpassen om de loop ervan te
wijzigen. U kunt op die manier de route verleggen via een
bepaalde weg of een bepaald gebied zonder een tussenstop of
andere bestemming aan de route toe te voegen.
Selecteer een willekeurig punt op de kaart.
1
Selecteer .
2
De routeaanpassingsmodus wordt gestart.
Selecteer een locatie op de kaart.
3
TIP:
een exactere locatie te selecteren.
Het toestel berekent de route opnieuw, waarbij de
geselecteerde locatie in de nieuwe route wordt opgenomen.
Selecteer indien nodig een optie:
4
• Als u meer routepunten aan de route wilt toevoegen,
• Als u een routepunt wilt verwijderen, selecteert u .
Als u klaar bent met het aanpassen van de route, selecteert u
5
Ga!
Een omweg maken
Voordat u een omweg kunt maken, moet u een route navigeren
en de functie voor het wijzigen van routes toevoegen aan het
menu met kaartfuncties (
U kunt aangeven dat u wilt omrijden over de opgegeven afstand
op de route of over bepaalde wegen. Zo vermijdt u bijvoorbeeld
wegwerkzaamheden, afgesloten wegen of slechte wegen.
Selecteer op de kaart >
1
Selecteer een optie:
2
• Als u voor een bepaalde afstand wilt omrijden, selecteert u
• Als u wilt omrijden om een bepaalde weg op de route te
Ga!.
uw route, selecteert u Toev. als volgende stop.
selecteert u Toev. als laatste stop.
op uw route wilt wijzigen, selecteert u Voeg toe aan
route
.
.
U kunt
selecteert u meer locaties op de kaart.
.
Omrijden over afstand
vermijden, selecteert u Omrijden via weg.
selecteren om op de kaart in te zoomen en
Kaartfuncties inschakelen).
Wijzig route
.
.
Een locatie aan uw route toevoegen
Voordat u een locatie aan uw route kunt toevoegen, moet u een
route starten (Een route starten).
U kunt op weg naar uw bestemming naar extra locaties
navigeren. U kunt bijvoorbeeld een tankstation toevoegen als
volgende stopplaats op uw route. U kunt ook een locatie
toevoegen aan het eind van uw route.
TIP:
Voor het plannen van complexe routes met meerdere
locaties of geplande tussenstops kunt u de reisplanner
gebruiken. Daarmee kunt u uw route plannen, wijzigen en
opslaan (
1
2
Navigeren naar uw bestemming3
Een reis plannen).
Selecteer op de kaart >
Zoek een locatie (Locaties zoeken)
Waarheen?
.
.
De route stoppen
Selecteer op de kaart
>
Stop
.
De routeberekeningsmodus wijzigen
Selecteer Instellingen >
1
Selecteer een optie:
2
• Selecteer Snellere tijd om routes te berekenen die sneller
worden afgelegd maar mogelijk langer in afstand zijn.
• Selecteer Offroad
te berekenen, zonder rekening te houden met wegen.
• Selecteer Zuinig rijden om routes te berekenen waar u
minder brandstof verbruikt.
Navigatie > Berekenmodus
om routes van beginpunt naar eindpunt
.
OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar
wanneer u het voertuigprofiel voor auto's gebruikt
(Voertuigprofielen)
• Selecteer Kortere afstand om routes te berekenen die
korter in afstand zijn maar mogelijk langzamer worden
afgelegd.
.
Een route starten op de kaart
U kunt uw route starten door op de kaart een locatie te kiezen.
Selecteer
1
Versleep de kaart en zoom in om het te doorzoeken gebied
2
weer te geven.
Als u de weergegeven nuttige punten op categorie wilt
3
filteren, selecteert u .
Locatiemarkeringen ( of een blauwe stip) worden op de
kaart weergegeven.
Selecteer een optie:
4
• Selecteer een locatiemarkering.
• Selecteer een punt, bijvoorbeeld een straat, kruispunt of
Selecteer
5
Bekijk kaart.
adres.
Ga!.
Meerdere routes vooraf bekijken
Zoek naar een locatie (Een locatie zoeken op categorie).
1
Selecteer een locatie in de zoekresultaten.
2
Selecteer
3
Selecteer een route.
4
Routes.
Reisplanner
Met de reisplanner kunt u een reis plannen en opslaan en later
gebruiken als navigatieroute. U kunt zo bijvoorbeeld gemakkelijk
een leveringsroute, een vakantie of een tochtje plannen. U kunt
een opgeslagen reis later naar wens aanpassen en bijvoorbeeld
de volgorde van locaties wijzigen, de volgorde van rustpauzes
aanpassen en planningsinformatie en routepunten toevoegen.
U kunt de reisplanner ook gebruiken om uw huidige route te
wijzigen en op te slaan.
Een reis plannen
Een reis kan vele locaties omvatten en moet in elk geval een
begin- en eindpunt hebben. Het vertrekpunt is de locatie waar u
uw reis wilt beginnen. Als u de navigatie start op een andere
locatie, biedt het toestel u de mogelijkheid om eerst naar uw
vertrekpunt te navigeren. De bestemming is het eindpunt van de
reis. In een rondreis kunnen vertrekpunt en eindpunt dezelfde
locatie zijn. U kunt tussen vertrek- en eindpunt ook extra locaties
of tussenstops opnemen.
Selecteer Apps
1
Selecteer
2
Kies een locatie als uw vertrekpunt en selecteer Select..
3
Selecteer
4
Kies een locatie als uw eindpunt en selecteer Select..
5
Selecteer zo nodig Voeg locatie toe om extra locaties toe te
6
voegen.
Als u alle gewenste locaties hebt toegevoegd, selecteert u
7
Volgende > Voer een naam in en selecteer OK
8
> Reisplanner >
Selecteer startlocatie.
Selecteer bestemming.
.
Sla op
Navigeren aan de hand van een opgeslagen reis
Selecteer Apps
1
Selecteer een opgeslagen reis.
2
Selecteer
3
Selecteer uw volgende bestemming en selecteer Start
4
> Reisplanner
Ga!.
> Maak reis.
.
.
.
De volgorde van tussenstops in een reis
optimaliseren
Het toestel kan de volgorde van locaties in uw reis automatisch
optimaliseren om een kortere, efficiëntere route te bepalen.
Vertrekpunt en bestemming blijven ongewijzigd als u de
volgorde van locaties optimaliseert.
Selecteer tijdens het bewerken van de reis >
Optimaliseer volgorde.
Locaties in een reis wijzigen en de volgorde
aanpassen
Selecteer Apps
1
Selecteer een opgeslagen reis.
2
Selecteer een locatie.
3
Selecteer een optie:
4
• U kunt een locatie omhoog of omlaag verplaatsen door
te selecteren en de locatie te slepen naar een nieuwe
positie in de reis.
• Als u na de geselecteerde locatie een nieuwe locatie wilt
toevoegen, selecteert u .
• Als u de locatie wilt verplaatsen, selecteert u .
> Reisplanner
.
Uw actieve route wijzigen en opslaan
Als een route actief is, kunt u de route met de reisplanner
wijzigen en als reis opslaan.
reisplannerfuncties.
Na elke wijziging wordt de route opnieuw berekend.
Selecteer Sla op om uw route op te slaan als een reis die u
3
later weer als navigatieroute kunt gebruiken (optioneel).
Routeopties wijzigen
U kunt de manier waarop routes voor uw reis worden berekend
wijzigen in de routeopties.
Selecteer Apps
1
Selecteer een opgeslagen reis.
2
Selecteer een of meer opties:
3
• Als u het voertuigprofiel voor de reis wilt wijzigen,
selecteert u het pictogram voor het voertuigprofiel
(Voertuigprofielen)
• Als u routepunten aan uw reis wilt toevoegen, selecteert u
>
Reisinstellingen > Bepaal vorm van route
u de instructies op het scherm (Uw route aanpassen).
• Als u de berekenmodus voor de reis wilt wijzigen,
selecteert u >
routeberekeningsmodus wijzigen).
> Reisplanner
.
Reisinstellingen > Routevoorkeur
.
en volgt
(De
Vertrektijd en verblijfsduur plannen
U kunt aan elke locatie in uw reis planningsinformatie
toevoegen, zoals de gewenste aankomsttijd en de duur van een
tussenstop. Op die manier kunt u plannen hoe laat u moet
vertrekken om op tijd aan te komen op de locaties in uw reis.
Selecteer Apps > Reisplanner.
1
Selecteer een reis.
2
Selecteer > Reisinstellingen
3
Selecteer een locatie en volg de instructies op het scherm
4
om de planningsinformatie in te voeren.
TIP:
Als u meerdere locaties in de reis moet plannen, moet u
beginnen bij het vertrekpunt en naar het eindpunt toe werken.
Herhaal stap 4 om de planningsinformatie voor extra locaties
5
in te voeren.
Selecteer als u klaar bent Sla op.
6
> Wijzig planning
.
4Navigeren naar uw bestemming
Wanneer u aan de reis begint, moet u vertrekken op het tijdstip
dat onder het vertrekpunt staat vermeld, zodat u op het
geplande tijdstip aankomt op uw stopplaatsen en
bestemmingen. De planning is slechts een schatting. Uw
werkelijke aankomsttijden zijn afhankelijk van verkeerssituaties,
wegwerkzaamheden en andere vertragingen.
Routesuggesties gebruiken
U dient ten minste één locatie op te slaan en de functie
reisgeschiedenis in te schakelen voordat u deze functie kunt
gebruiken (
Bij gebruik van de functie myTrends™ voorspelt uw toestel uw
bestemming op basis van uw reisgeschiedenis, dag van de
week en tijd van de dag. Nadat u een aantal malen naar een
opgeslagen locatie bent gereden, wordt de locatie mogelijk
weergegeven in de navigatiebalk op de kaart, samen met de
verwachte reisduur en verkeersinformatie.
Selecteer de navigatiebalk om een routesuggestie voor de
locatie te bekijken.
Toestel- en privacyinstellingen).
Vertragingen, tol en bepaalde gebieden
vermijden
Files op uw route vermijden
Om files te kunnen vermijden moet u verkeersinformatie
ontvangen (Verkeerinformatie ontvangen met behulp van een
verkeersinformatie-ontvanger)
Het toestel berekent standaard de optimale route om files
automatisch te vermijden. Als u deze optie hebt uitgeschakeld in
de verkeersinstellingen (
verkeersinformatie bekijken en files vermijden.
Selecteer tijdens het navigeren > Verkeersinfo.
1
Selecteer
2
Selecteer Ga!
3
Alternatieve route, indien beschikbaar.
.
Tolwegen vermijden
Uw toestel kan zorgen dat uw route niet door tolgebieden loopt
waarvoor u tolgeld moet betalen, zoals tolwegen, tolbruggen of
congestiezones. Als er geen redelijk begaanbare alternatieve
routes zijn, kan het voorkomen dat het toestel toch een
tolgebied in uw route opneemt.
Selecteer Instellingen > Navigatie.
1
Selecteer een optie:
2
OPMERKING:
de kaartgegevens op uw toestel.
• Selecteer Tolwegen
• Selecteer Tol en kosten
Selecteer een optie:
3
• Als u wilt dat uw toestel voordat u een tolgebied inrijdt
steeds eerst vraagt of u dit wilt, selecteert u Vraag altijd.
• Als het toestel tolgebieden altijd moet vermijden,
selecteert u Vermijd
• Als het toestel tolgebieden altijd moet toestaan, selecteert
u
Sta toe.
Selecteer
4
Het menu verandert op basis van uw regio en
Sla op
Tolvignetten vermijden
OPMERKING: Deze functie is niet in alle regio's beschikbaar.
De kaartgegevens op uw toestel bevatten mogelijk
gedetailleerde informatie over tolvignetten voor sommige
landen. U kunt tolvignetten voor elk land vermijden of toestaan.
Selecteer Instellingen >
1
Tolvignetten
Selecteer een land.
2
Selecteer een optie:
3
.
.
Verkeersinstellingen)
.
> Tolwegen
.
Navigatie > Tol en kosten >
, kunt u handmatig
.
• Als wilt dat uw toestel voordat u een tolgebied inrijdt
steeds eerst vraagt of u dit wilt, selecteert u
• Als het toestel tolgebieden altijd moet vermijden,
selecteert u Vermijd.
• Als het toestel tolgebieden altijd moet toestaan, selecteert
u
Sta toe.
Selecteer
4
Sla op.
Vraag altijd.
Punten vermijden op de route
Selecteer Instellingen >
1
Selecteer de wegonderdelen die u niet op uw routes wilt
2
tegenkomen en selecteer Sla op.
Navigatie > Te vermijden
.
Milieuzones vermijden
Uw toestel kan gebieden vermijden waarin milieu- of
uitstootbeperkingen gelden die van toepassing zijn op uw
voertuig. Deze optie is van toepassing op het voertuigtype in het
actieve voertuigprofiel (Voertuigprofielen).
Selecteer Instellingen > Navigatie > Milieuzones.
1
Selecteer een optie:
2
• Als u wilt dat uw toestel voordat u een milieuzone inrijdt
steeds eerst vraagt of u dit wilt, selecteert u
• Als het toestel milieuzones altijd moet vermijden,
selecteert u
• Als het toestel milieuzones altijd moet toestaan, selecteert
u
Sta toe.
Selecteer
3
Vermijd.
Sla op
Vraag altijd.
Aangepast vermijden
Een weg vermijden
Selecteer Instellingen >
1
Selecteer
2
Selecteer het vertrekpunt op een weg die u wilt vermijden en
3
selecteer Volgende.
Selecteer het eindpunt op de weg en selecteer Volgende
4
Selecteer
5
Een gebied vermijden
Selecteer Instellingen >
1
Selecteer indien nodig Voeg te vermijden toe.
2
Selecteer Voeg te vermijden gebied toe.
3
Selecteer de linkerbovenhoek van het gebied dat u wilt
4
vermijden en selecteer Volgende.
Selecteer de rechterbenedenhoek van het gebied dat u wilt
5
vermijden en selecteer Volgende.
Het geselecteerde gebied wordt met arcering weergegeven
op de kaart.
Selecteer
6
Een eigen te vermijden punt uitschakelen
U kunt een zelf ingesteld te vermijden punt uitschakelen zonder
het te wissen.