Approach® S4 gebruikershandleiding
Aan de slag
WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
Voer deze taken uit wanneer u het toestel in gebruik neemt.
Registreer uw toestel (pagina 4).
1
Werk uw toestelsoftware en golfbanen bij (pagina 4).
2
Laad het toestel op (pagina 1).
3
Schakel het toestel in (pagina 1).
4
Begin een ronde (pagina 1).
5
Het toestel opladen
WAARSCHUWING
Dit toestel bevat een lithium-ionbatterij. Lees de gids Belangrijke
veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor
productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie.
wanneer u handschoenen draagt. Het aanraakscherm is
geoptimaliseerd om per ongeluk aanraken tijdens het spelen te
voorkomen.
OPMERKING: U moet stevig drukken om items te selecteren
en naar een andere pagina te gaan. Oefen het gebruik van het
aanraakscherm voordat u gaat spelen.
• Tik op het aanraakscherm om door de pagina's te bladeren.
• Selecteer > Vergrendel scherm om het scherm te
vergrendelen vanuit het holeweergave-, layup en dogleg-,
slagmeting-, of afstandteller-scherm.
• Tik op het aanraakscherm en veeg naar links om de
spaarstand uit te schakelen of het scherm te ontgrendelen
• Tik op het aanraakscherm om berichten te bevestigen.
• Tik boven aan of onder aan het aanraakscherm om door
menu's te bladeren.
• Voer elke selectie op het aanraakscherm als aparte
handeling uit.
Knoppen
KENNISGEVING
Om roestvorming te voorkomen, dient u alle contactpunten en
de directe omgeving ervan af te drogen voordat u het toestel
oplaadt of aansluit op een computer.
Sluit de USB-kabel aan op een USB-poort van de computer.
1
Breng de contactpunten aan de achterzijde van het toestel
2
op één lijn met de oplaadcontacten en druk de lader À aan
tot deze vastklikt.
Laad het toestel volledig op.
3
De Approach inschakelen
OPMERKING: De datum en tijd van de dag worden
automatisch ingesteld als u buitenshuis bent. U kunt deze ook
handmatig instellen (pagina 3).
Houd ingedrukt.
1
U bent klaar om te gaan golfen (pagina 1).
2
Tips voor het aanraakscherm
Het aanraakscherm van het toestel is anders dan dat van de
meeste mobiele toestellen. Het aanraakscherm is ontwikkeld
om met uw vingertoppen te worden bediend. Dit kan ook
À
Á
Â
Ã
Ä
Å
Selecteer om de schermverlichting in te schakelen.
Houd ingedrukt om het toestel in of uit te schakelen.
Selecteer om een slag te meten.
Selecteer om het menu voor het huidige scherm te openen.
Selecteer om uw score voor de hole in te voeren.
Selecteer om de green weer te geven.
Selecteer om terug te keren naar het vorige scherm.
Pictogrammen
Batterij is bijna leeg.
De afstandteller meet afstand en tijd.
Alarm is aan.
Bluetooth is aan.
Golfen
U kunt pas met golfen beginnen wanneer het toestel
satellietsignalen ontvangt. Dit kan 30–60 seconden duren.
Selecteer > Ronde starten.
1
Selecteer een baan in de lijst.
2
Hole-weergave
Het toestel geeft de hole weer die u nu speelt, en schakelt
automatisch over naar de volgende hole wanneer u naar een
nieuwe hole gaat.
OPMERKING: Standaard berekent het toestel de afstand tot
het begin, midden en einde van de green. Als u de locatie van
de pin weet, kunt u die nauwkeuriger instellen met behulp van
de Hole-weergave (pagina 2).
September 2013
190-01640-35_0A Gedrukt in Taiwan
Nummer van huidige hole.
À
Afstand tot het einde van de green.
Á
Afstand tot het midden van de green.
Â
Afstand tot het begin van de green.
Ã
Par voor de hole.
Ä
Volgende hole.
Vorige hole.
De green weergeven
Tijdens een game kunt u de green in meer detail bekijken en de
pinlocatie verplaatsen.
Begin een game te spelen (pagina 1).
1
Selecteer .
2
Sleep om de pinlocatie te verplaatsen.
3
De afstanden op het holeweergavescherm worden
bijgewerkt met de nieuwe pinlocatie. De pinlocatie wordt
alleen opgeslagen voor de huidige ronde.
Een shot meten
U kunt op elk moment de afstand van een shot meten.
Selecteer .
1
Loop naar uw bal.
2
De afstand wordt automatisch gereset wanneer u naar de
volgende hole gaat. U kunt op elk moment ingedrukt
houden om de afstand te resetten.
Layup- en dogleg-afstanden en opgeslagen locaties
weergeven
U kunt een lijst met layup- en dogleg-afstanden weergeven voor
par 4 en 5 holes. Opgeslagen locaties verschijnen ook in deze
lijst.
Selecteer op het holeweergavescherm (pagina 1), het
midden van het scherm.
OPMERKING: Afstanden en locaties worden uit de lijst
verwijderd wanneer u deze passeert.
Score bijhouden
Voordat u de score gaat bijhouden, moet u een ronde beginnen
(pagina 1).
Selecteer op het scherm met de holeweergave (pagina 1) .
1
Selecteer zo nodig > Andere par om de par voor de hole
2
te wijzigen.
Selecteer of om de score in te stellen.
3
Uw totale score À wordt bijgewerkt.
Houd ingedrukt om een lijst met de scores voor alle holes
4
weer te geven.
Vanuit deze lijst kunt u elke hole selecteren en de score voor
die hole wijzigen.
De scoringsmethode instellen
U kunt de methode wijzigen die het toestel gebruikt om de score
bij te houden.
Selecteer een optie:
1
• Als u momenteel een ronde speelt, selecteer dan >
> Scoren instellen.
• Als u momenteel geen ronde speelt, selecteer dan >
Stel in > Scoring.
Selecteer een scoringsmethode.
2
Stableford-scoring
Wanneer u de Stableford-scoringsmethode selecteert
(pagina 2), worden punten toegekend op basis van het aantal
slagen ten opzichte van par. Aan het einde van een ronde wint
de hoogste score. Het toestel kent punten toe zoals
gespecificeerd door de United States Golf Association.
OPMERKING: De scorekaart voor een game met Stablefordscore toont punten in plaats van slagen.
Punten Gespeelde slagen ten opzichte van par
0 2 of meer boven
1 1 boven
2 Par
3 1 onder
4 2 onder
5 3 onder
Scorekaarten op een computer weergeven
U kunt alle opgeslagen scorekaarten op uw computer
weergeven.
Sluit het toestel aan op een USB-poort op uw computer met
1
behulp van de batterijlader.
Het toestel wordt als verwisselbaar station weergegeven in
2
Deze computer op Windows® computers en als een
geïnstalleerd volume op Mac® computers.
Open ScorecardViewer.html om uw scorekaarten te
3
bekijken.
Statistieken bijhouden
U kunt functies instellen om uw eigen statistieken bij te houden.
Selecteer een optie:
1
• Als u momenteel een ronde speelt, selecteer dan >
> Statistieken.
• Als u momenteel geen ronde speelt, selecteer dan >
Stel in > Statistieken.
Selecteer Aan.
2
Statistieken vastleggen
Voordat u statistieken kunt vastleggen, moet u het bijhouden
van statistieken inschakelen.
Selecteer op holeweergavescherm .
1
Selecteer of om het aantal gebruikte slagen in te
2
stellen.
Uw totale score wordt bijgewerkt.
Selecteer .
3
Selecteer of om het aantal gebruikte putts in te stellen.
4
Selecteer .
5
Selecteer een optie:
6
• Als uw bal de fairway raakt, selecteert u .
• Als uw bal de fairway mist, selecteert u of .
2