Garmin Alpha 200i User manual [nl]

Alpha® 200i
Gebruikershandleiding
© 2020 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke toestemming van Garmin. Garmin behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van deze handleiding zonder de verplichting te dragen personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Ga naar www.garmin.com voor de nieuwste updates en aanvullende informatie over het gebruik van dit product.
Garmin®, het Garmin logo, Alpha®, ANT®, ANT+®, City Navigator®, inReach® en Xero® zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. BaseCamp™, Garmin Explore™, Garmin Express™, Garmin HuntView™, MapShare™, en tempe™ zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen. Aangedreven door Garmin® IERCC. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
Apple® en Mac® zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Het woordmerk en de logo's van BLUETOOTH® zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en voor het gebruik van deze merknaam door Garmin is een licentie verkregen. Iridium® is een geregistreerd handelsmerk van Iridium Satellite LLC. microSD® en het microSDHC logo zijn handelsmerken van SD-3C, LLC. WiFi® is een geregistreerd merk van Wi-Fi Alliance Corporation. Windows® is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Overige handelsmerken en merknamen zijn het eigendom van hun respectieve eigenaars.

Inhoudsopgave

Aan de slag..................................................................... 1
Het Alpha systeem instellen....................................................... 1
Overzicht van toestellen............................................................. 1
Alpha handheld-toestel.......................................................... 1
Halsbandtoestel..................................................................... 1
Het batterijpak plaatsen.............................................................. 1
Het handheld-toestel opladen..................................................... 2
Het halsbandtoestel opladen...................................................... 2
Het toestel inschakelen...............................................................2
Het toestel uitschakelen......................................................... 2
Een taal selecteren..................................................................... 2
Het aanraakscherm gebruiken....................................................2
De pagina Status gebruiken....................................................... 2
Satellietsignalen ontvangen........................................................ 2
Iridium® satellietnetwerk............................................................ 3
Het toestel activeren...................................................... 3
Halsbandtoestel instellen.............................................. 3
Methoden om een halsbandtoestel toe te voegen aan een
handheld-toestel......................................................................... 3
Een hond toevoegen aan de Alpha handheld via draadloze
koppeling................................................................................3
Een hond draadloos delen..................................................... 3
Een hond toevoegen met behulp van de volg- en
trainingscodes........................................................................ 4
Informatie over VHF-radio......................................................4
Een groep beheren..................................................................... 4
Hondinformatie bewerken........................................................... 4
Statistieken en sporen van de hond herstellen...................... 4
De naam van de hond wijzigen.............................................. 4
De kleur van het spoor van de hond wijzigen........................ 4
Het type hond wijzigen........................................................... 4
Het id-nummer van de hond wijzigen.....................................4
Een hond verwijderen............................................................ 4
De halsband omdoen................................................................. 4
Communicatie met de halsband................................................. 5
Slaapstand inschakelen.............................................................. 5
Slaapstand uitschakelen........................................................ 5
Honden volgen................................................................5
Uw hond volgen op de kaart....................................................... 5
Hondstatuspictogrammen........................................................... 5
Hondenvolgkompas.................................................................... 5
Navigeren naar uw hond............................................................ 6
De lengte van het spoor van de hond wijzigen........................... 6
Positiewaarschuwingen.............................................................. 6
Locatiewaarschuwingen instellen.......................................... 6
Locatiewaarschuwingen instellen.......................................... 6
Verzenden van hondengegevens uitschakelen.......................... 6
Hondentraining............................................................... 6
Trainingsmethoden..................................................................... 6
De trainingsknoppen aanpassen................................................ 6
De knoppen gebruiken voor trainingsaanpassingen.................. 7
Standaardtrainingsinstellingen................................................... 7
inReach functies............................................................. 7
Berichten.....................................................................................7
Een vooraf ingesteld bericht verzenden................................ 7
Tekstberichten verzenden......................................................7
Een bericht beantwoorden..................................................... 7
Controleren of er berichten zijn.............................................. 7
Berichtdetails weergeven....................................................... 7
Naar een berichtlocatie navigeren......................................... 7
Locatiecoördinaten opnemen in een bericht.......................... 7
Berichten wissen.................................................................... 8
Berichtinstellingen
Tracking...................................................................................... 8
De functie Tracking starten.................................................... 8
De functie Tracking stoppen.................................................. 8
Uw MapShare™ webpagina delen........................................ 8
inReach Trackinginstellingen................................................. 8
SOS............................................................................................ 8
Een SOS-reddingsactie initiëren............................................ 8
Een aangepast SOS-bericht verzenden................................ 8
Een SOS-noodoproep annuleren.......................................... 8
Weer........................................................................................... 8
Een inReach weersvoorspelling aanvragen.......................... 9
.................................................................. 8
Het toestel testen........................................................... 9
Connected functies........................................................ 9
Een smartphone met uw toestel koppelen................................. 9
Verbinding maken met een draadloos netwerk.......................... 9
Garmin Explore........................................................................... 9
inReach gegevens synchroniseren............................ 10
Contactpersonen volgen............................................. 10
De zender in- en uitschakelen.................................................. 10
Manieren om een contactpersoon toe te voegen aan een
handheld-toestel....................................................................... 10
Een contactpersoon toevoegen via draadloze koppeling......... 10
Een contactpersoon toevoegen met een contact-id................. 10
Een noodoproep verzenden..................................................... 10
Een bericht verzenden naar uw contactpersonen.................... 10
Een contactpersoon volgen...................................................... 10
Uw contact-id opzoeken........................................................... 11
Uw contact-id wijzigen.............................................................. 11
Een contact-id bijwerken...........................................................11
Jagen met het Alpha systeem..................................... 11
De locatie van uw vrachtwagen markeren................................ 11
Een groep vogels markeren..................................................... 11
Actieve jachtgegevens.............................................................. 11
De halsbandlampjes inschakelen............................................. 11
De reddingsmodus inschakelen............................................... 11
Hond volgen pauzeren............................................................. 11
Via-punten, routes en sporen...................................... 11
Via-punten................................................................................ 11
Uw huidige locatie markeren................................................11
Een waypoint markeren met behulp van de kaart............... 12
Een waypoint bewerken....................................................... 12
Een waypoint verplaatsen naar uw huidige locatie.............. 12
Een waypoint op de kaart verplaatsen................................. 12
De nauwkeurigheid van een waypointlocatie verbeteren.... 12
Een waypoint projecteren.................................................... 12
Een waypoint verwijderen.................................................... 12
Routes...................................................................................... 12
Een route maken..................................................................12
De naam van een route wijzigen......................................... 12
Een opgeslagen route navigeren......................................... 12
Een route bewerken............................................................. 12
Een route omkeren.............................................................. 12
De actieve route weergeven................................................ 12
Een route verwijderen.......................................................... 12
Opnamen.................................................................................. 13
Spoorlogs vastleggen.......................................................... 13
Details van het spoor bekijken............................................. 13
De hoogtegrafiek van een spoor weergeven....................... 13
Navigeren naar het begin van een spoor............................. 13
De kleur van het spoor wijzigen........................................... 13
Het huidige spoor opslaan................................................... 13
Het huidige spoor wissen..................................................... 13
Een spoor verwijderen......................................................... 13
Inhoudsopgave i
Navigatie....................................................................... 13
Kaart......................................................................................... 13
De afstand op de kaart meten.................................................. 13
Kompas.....................................................................................13
Het kompas kalibreren......................................................... 13
Navigeren met de peilingwijzer............................................ 13
Menu Waarheen?..................................................................... 13
Een waypoint op naam zoeken............................................ 13
Navigeren met Peil en ga......................................................... 13
Hoogtegrafiek........................................................................... 14
De barometrische hoogtemeter kalibreren.......................... 14
Navigeren naar een punt in de hoogtegrafiek...................... 14
Het type grafiek wijzigen...................................................... 14
De hoogtegrafiek herstellen................................................. 14
Tripcomputer.............................................................................14
De tripcomputergegevensvelden aanpassen...................... 14
De tripcomputer opnieuw instellen....................................... 14
Toepassingen............................................................... 14
Een nabijheidswaarschuwing instellen..................................... 14
De oppervlakte van een gebied berekenen.............................. 14
Een alarm instellen................................................................... 14
De competitietimer gebruiken................................................... 14
Satellietpagina.......................................................................... 14
De satellietweergave wijzigen.............................................. 14
GPS uitschakelen................................................................ 14
Een locatie simuleren...........................................................14
BirdsEye beelden downloaden................................................. 14
Uw toestel aanpassen.................................................. 15
Het hoofdmenu aanpassen...................................................... 15
De gegevensvelden aanpassen............................................... 15
Systeeminstellingen.................................................................. 15
Scherminstellingen................................................................... 15
Toegankelijkheidsinstellingen.............................................. 15
De toestelgeluiden instellen...................................................... 15
Hondwaarschuwingen instellen........................................... 15
Kaartinstellingen....................................................................... 15
Kaartinstellingen voor gevolgde toestellen.......................... 15
Geavanceerde kaartinstellingen.......................................... 16
Spoorinstellingen...................................................................... 16
Route-instellingen..................................................................... 16
Sensorinstellingen.................................................................... 16
De maateenheden wijzigen...................................................... 16
Instellingen voor positieformaat................................................ 16
Toestelinformatie......................................................... 16
Informatie over regelgeving en compliance op e-labels
weergeven................................................................................ 16
Ondersteuning en updates....................................................... 16
Productupdates.................................................................... 16
De software van het halsbandtoestel bijwerken.................. 16
Toestelonderhoud..................................................................... 17
Het toestel schoonmaken.................................................... 17
Het aanraakscherm schoonmaken...................................... 17
Specificaties..............................................................................17
Alpha handheld-toestel - specificaties................................. 17
Halsbandtoestel - specificaties............................................ 17
Mini halsbandtoestel - specificaties..................................... 17
Batterijgegevens....................................................................... 17
Langdurige opslag............................................................... 17
De levensduur van de batterij verlengen............................. 17
Energie besparen tijdens het opladen van het toestel.............. 18
Gegevensbeheer...................................................................... 18
Een geheugenkaart installeren............................................ 18
Het handheld-toestel aansluiten op een computer.............. 18
De halsband op een computer aansluiten........................... 18
Hondensporen overbrengen naar BaseCamp™................. 18
Bestanden verwijderen
De USB-kabel loskoppelen.................................................. 19
Gegevens en instellingen herstellen.................................... 19
........................................................ 19
Appendix....................................................................... 19
Accessoires en vervangingsonderdelen................................... 19
Accessoires aanschaffen..................................................... 19
tempe................................................................................... 19
Tips voor het koppelen van ANT+ accessoires met uw
Garmin toestel......................................................................19
Halsbandtoestel instructies voor het vervangen van de
batterij.................................................................................. 19
De batterij van het mini halsbandtoestel vervangen............ 20
De halsband vervangen....................................................... 20
De VHF-antenne in het halsbandtoestel vervangen............ 20
De zekering in de voertuigvoedingskabel vervangen.......... 21
Opties voor gegevensvelden.................................................... 21
Index.............................................................................. 23
ii Inhoudsopgave

Aan de slag

WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie.

Het Alpha systeem instellen

Voordat u gebruik kunt maken van het Alpha systeem, moet u de toestellen instellen.
Laad het handheld-toestel op (Het handheld-toestel opladen,
1
pagina 2).
Laat het halsbandtoestel op (Het halsbandtoestel opladen,
2
pagina 2).
Schakel de toestellen in (Het toestel inschakelen,
3
pagina 2).
Selecteer een taal (Een taal selecteren, pagina 2) .
4
Koppel indien nodig het halsbandtoestel met het handheld-
5
toestel (Methoden om een halsbandtoestel toe te voegen aan
een handheld-toestel, pagina 3).
Kalibreer indien nodig het kompas op het handheld-toestel
6
(Het kompas kalibreren, pagina 13).

Overzicht van toestellen

Alpha handheld-toestel

Alpha Knoppen op toestel
Aan-uitknop
Aanpasbare trainingsknoppen
Training omhoog
Training omlaag
Training invoeren
SOS-knop (onder beschermkapje)

Halsbandtoestel

OPMERKING: Uw halsbandtoestel ziet er mogelijk anders uit
dan het afgebeelde toestel.
LET OP
Gebruik nooit een radiozender met hoog vermogen (meer dan 5 Watt) in de buurt van het handheld-toestel. Dit kan tot onherstelbare schade aan het handheld-toestel leiden.
Satellietantenne
VHF-antenne
Bevestigingsclip
microSD® kaartuitsparing (onder de batterij)
D-ring van de batterijklep
Micro-USB-poort (onder beschermkapje)
VHF-antenne
GPS-antenne
Aan-uitknop
Statuslampje en knipperende bakenlampjes

Het batterijpak plaatsen

Draai de D-ring tegen de klok in en trek deze omhoog om de
1
klep te verwijderen. Zoek de metalen contactpunten aan het uiteinde van de
2
lithium-ionbatterij. Plaats de batterij in het compartiment door eerst de
3
contacten tegen elkaar te plaatsen.
Aan de slag 1
Druk de batterij op zijn plaats.
4
Plaats de batterijklep terug en draai de D-ring met de klok
5
mee.

Het handheld-toestel opladen

LET OP
U voorkomt corrosie door de USB-poort, de beschermkap en de omringende delen grondig af te drogen voordat u het toestel oplaadt of aansluit op een computer.
OPMERKING: Opladen is alleen mogelijk binnen het goedgekeurde temperatuurbereik (Alpha handheld-toestel -
specificaties, pagina 17).
U moet de batterij volledig opladen voordat u het toestel voor de eerste keer gaat gebruiken. Het opladen van een geheel lege batterij duurt circa 4 uur.
Trek het beschermkapje omhoog.
1
Sluit het smalle uiteinde van de voedingskabel aan op de
2
USB-poort op het toestel.
Sluit het andere uiteinde van de voedingskabel aan op een
3
geschikte stroomvoorziening. Het LCD-scherm van het handheld-toestel geeft het actuele
oplaadniveau van de batterij aan.

Het halsbandtoestel opladen

LET OP
Om corrosie te voorkomen, dient u de contactpunten op de halsband en het omliggende gebied grondig droog te maken voordat u oplaadclip aansluit.
OPMERKING: Uw halsbandtoestel ziet er mogelijk anders uit dan het afgebeelde toestel.
U moet de batterij volledig opladen voordat u het toestel voor de eerste keer gaat gebruiken. Het opladen van een lege batterij duurt circa vijf uur.
Klik de oplaadclip op het toestel .
1
Het statuslampje brandt rood wanneer de halsband wordt opgeladen.
Wanneer het statuslampje groen wordt, kunt u de oplaadclip
4
van de halsband verwijderen.

Het toestel inschakelen

• Selecteer aan-uitknop op het handheld-toestel.
• Houd de aan-uitknop op het halsbandtoestel ingedrukt totdat het statuslampje knippert en de halsband piept.

Het toestel uitschakelen

• Houd de aan-uitknop op het handheld-toestel ingedrukt totdat het LCD-scherm wordt uitgeschakeld.
• Houd de aan-uitknop op het halsbandtoestel ingedrukt totdat het statuslampje rood wordt.

Een taal selecteren

Wanneer u uw toestel voor de eerste keer inschakelt, kunt u de taal voor het toestel kiezen uit een lijst met beschikbare talen. U kunt de taalinstelling wijzigen via de Systeem instellingen.
Selecteer vanuit het hoofdmenu Stel in > Systeem > Taal
1
voor tekst.
Selecteer een taal.
2

Het aanraakscherm gebruiken

• Selecteer om een menu te openen.
• Selecteer om terug te keren naar het startscherm.
• Selecteer om terug te keren naar de vorige pagina.
• Als u meerdere menu's moet doorlopen om terug te keren naar het startscherm, kunt u ingedrukt houden om direct terug te keren naar het startscherm.
• Als de bladerknoppen zijn ingeschakeld, selecteert u en om te bladeren (Toegankelijkheidsinstellingen, pagina 15).

De pagina Status gebruiken

Op de statuspagina worden de tijd, de sterkte van het GPS­signaal en de levensduur van de batterij van het toestel weergegeven. Hiermee kunt u ook instellingen aanpassen en snelkoppelingen openen. U kunt de statuspagina vanaf elke andere pagina openen door op de aan-uitknop te drukken.
Schermhelderheid: Hiermee past u de helderheid van het
scherm aan.
Berichten: Hiermee kunt u inReach® berichten verzenden en
ontvangen berichten weergeven.
Vergr. schrm: Hiermee wordt het aanraakscherm vergrendeld
om te voorkomen dat u per ongeluk op het scherm tikt en functies activeert.
Vergr. knp: Vergrendelt de toestelknoppen om te voorkomen
dat de knoppen per ongeluk worden ingedrukt.
Mijn id: Geeft uw toestel-id weer en stelt u in staat uw
toestelinformatie naar een compatibel handheld-toestel te verzenden. U kunt de zender ook in- en uitschakelen.
Alarmen: Geeft ongelezen hondenwaarschuwingen weer.

Satellietsignalen ontvangen

Zowel de halsband als het handheld-toestel moeten satellietsignalen ontvangen voordat u de halsband omdoet bij uw hond. Het zoeken naar satellieten kan enkele minuten duren.
Ga naar buiten naar een open gebied.
1
Schakel beide toestellen in (Het toestel inschakelen,
Sluit het smalle uiteinde van de voedingskabel aan op de
2
mini-USB-poort van de laadclipkabel. Sluit de voedingskabel aan op een voedingsbron.
3
2 Aan de slag
2
pagina 2).
in de statusbalk geeft de GPS-signaalsterkte weer.
Als de halsband satellietsignalen ontvangt, knippert het statuslampje twee of drie keer in het groen.
Iridium® satellietnetwerk
Uw toestel moet vrij zicht hebben op de lucht om berichten en spoorpunten te kunnen verzenden via het Iridium satellietnetwerk. Zonder vrij zicht op de lucht probeert uw toestel de gegevens te verzenden tot het satellietsignalen ontvangt.
TIP: Voor de beste verbinding met satellieten houdt u het toestel vast met de antenne naar de lucht gericht.

Het toestel activeren

WAARSCHUWING
Voordat u de inReach functies van uw Alpha 200i toestel kunt gebruiken, moet u het activeren (inReach functies, pagina 7).
Maak een account en kies een satellietabonnement op
1
explore.garmin.com.
Het toestel inschakelen.
2
Selecteer Activeer.
3
Volg de instructies op het scherm.
4
OPMERKING: U moet het IMEI-nummer en de
verificatiecode van het toestel invoeren om het online gedeelte van de activering te voltooien voordat u op pad gaat.
Ga naar buiten naar een open ruimte met vrij zicht op de
5
lucht en richt de antenne naar de lucht voor optimale prestaties.
Wacht tot het toestel verbinding heeft met het Iridium
6
satellietnetwerk. OPMERKING: Het activeren van uw toestel kan tot 20
minuten duren. Het toestel moet diverse berichten verzenden en ontvangen, wat langer duurt dan het verzenden van een enkel bericht bij normaal gebruik. U moet buiten blijven totdat de activering is voltooid.

Halsbandtoestel instellen

Methoden om een halsbandtoestel toe te voegen aan een handheld-toestel

Als u de halsband en het handheld-toestel apart hebt gekocht, moet u de halsband aan het handheld-toestel toevoegen. U kunt maximaal 100 halsbandtoestellen aan één handheldtoestel toevoegen door MURS/VHF te gebruiken, het nummer en de stuurcodes in te voeren of door draadloos te delen met behulp van ANT+® technologie. Er kunnen maximaal 20 toestellen tegelijk actief zijn.
Via MURS/VHF: Hiermee kunt u een halsband toevoegen nadat
u de halsband in de koppelmodus hebt gezet door op de aan­uitknop te drukken.
Deze methode is handig als u een nieuwe halsband aan het systeem toevoegt voordat u op jacht gaat (Een hond
toevoegen aan de Alpha handheld via draadloze koppeling, pagina 3).
De volg- en trainingscodes invoeren: Op deze manier kunt u
een halsband toevoegen die niet van u is en zich niet in de buurt bevindt. De eigenaar van de hond moet bepalen of u de hond alleen kunt volgen of volgen en trainen. Voor deze methode moet de eigenaar van de hond de codes opzoeken en doorgeven aan de persoon die de halsband toevoegt.
Deze methode is handig als u tijdens een jachtpartij een halsband wilt toevoegen terwijl u niet in de buurt van de hond bent. U kunt hiermee bijvoorbeeld de hond van een andere deelnemer aan de jachtpartij aan uw handheldtoestel toevoegen. (Een hond toevoegen met behulp van de volg- en
trainingscodes, pagina 4)
OPMERKING: Deze functie is afhankelijk van het type halsbandtoestel en de beschikbaarheid van de functie in uw gebied. Het is mogelijk dat u alleen volgcodes of zowel volg­als trainingscodes ziet.
Draadloos delen via ANT+ draadloze technologie: Op deze
manier kunt u een halsband toevoegen die niet van u is en zich niet in de buurt bevindt. De eigenaar van de hond moet bepalen of u de hond alleen kunt volgen of kunt volgen en trainen. Bij deze methode hoeft de eigenaar van de hond de codes niet op te zoeken en door te geven aan de persoon die de halsband toevoegt. Met deze methode wordt ook hondinformatie, zoals de naam van de hond, communicatie­instellingen en startpositie, toegevoegd vanaf het zendende handheld-toestel naar uw handheld-toestel. De beide handheld-toestellen moeten zich binnen een afstand van 3 m (10 ft.) van elkaar bevinden om draadloos gegevens te delen.
Deze methode is handig als u tijdens een jachtpartij een halsband wilt toevoegen, maar niet in de buurt van de hond bent. De honden zijn bijvoorbeeld al losgelaten en u bent in de buurt van de eigenaar die zijn hond draadloos kan delen (Een hond draadloos delen, pagina 3).

Een hond toevoegen aan de Alpha handheld via draadloze koppeling

Schakel het halsbandtoestel uit indien het is ingeschakeld
1
(Het toestel uitschakelen, pagina 2). Houd de aan-uitknop op het halsbandtoestel ingedrukt totdat
2
u twee series pieptonen hoort (ongeveer 2 seconden) en laat vervolgens de aan-uitknop los.
Het statuslampje knippert snel in groen. Het halsbandtoestel is nu gereed om te worden gekoppeld met een handheld­toestel.
Selecteer op het handheld-toestel Hondenlijst > Voeg hond
3
toe.
Selecteer een optie:
4
• Als u zich in de buurt van de halsband bevindt, selecteert
u Halsband koppelen en volgt u de instructies op het scherm.
• Als u een halsbandtoestel wilt koppelen door de informatie
van een ander handheldtoestel te ontvangen, selecteert u
Ontvangen van handheld. OPMERKING: Om het toestel met succes te kunnen
koppelen, moet het andere handheldtoestel de gegevens van het halsbandtoestel draadloos delen (Een hond
draadloos delen, pagina 3).
Nadat het halsbandtoestel is toegevoegd, voert u de naam
5
van de hond in en selecteert u .

Een hond draadloos delen

Voordat u gegevens draadloos kunt delen via ANT+, moet u uw Alpha handheldtoestel binnen een afstand van 10 ft (3 m.) van uw andere handheldtoestel brengen.
Selecteer Hondenlijst.
1
Selecteer de hond die u wilt delen.
2
Selecteer > Draadloos delen.
3
Selecteer een optie:
4
• Als u de andere persoon de locatie van uw hond via de
kaart en het kompas wilt laten volgen, selecteert u Alleen volgen.
• Als u wilt toestaan dat de andere persoon niet alleen uw
hond kan volgen, maar ook het gedrag van uw hond kan corrigeren, selecteert u Volgen en trainen.
Om het halsbandtoestel met succes te kunnen delen, moet het andere handheldtoestel de toestelinformatie ontvangen (Een hond toevoegen aan de Alpha handheld via draadloze
koppeling, pagina 3).
Het toestel activeren 3

Een hond toevoegen met behulp van de volg- en trainingscodes

OPMERKING: Deze functie is afhankelijk van het type
halsbandtoestel en de beschikbaarheid van de functie in uw gebied.
Voordat u een hond kunt toevoegen met behulp van de volg- en trainingscodes, moet de eigenaar van de hond de volg- en trainingscodes opzoeken (Het id-nummer en de volg- en
trainingscodes van uw hond opzoeken, pagina 4) en aan u
doorgeven. U kunt volg- en bedieningscodes gebruiken om uw handheld-
toestel toestemming te geven om gegevens uit te wisselen met uw halsbandtoestel. Als u niet in de buurt van de hond bent die u wilt toevoegen of niet de koppelmodus kunt inschakelen op de halsband, kunt u de hond toevoegen met behulp van de volg- en bedieningscodes.
Selecteer Hondenlijst > Voeg hond toe.
1
Selecteer Voer volg- of bed.code in.
2
Voer de volg- of trainingscode voor de halsband in en
3
selecteer . Met de volgcode kunt u de hond volgen. Met de
bedieningscode kunt u de hond zowel volgen als trainen. Voer de naam van de hond in en selecteer .
4
Het id-nummer en de volg- en trainingscodes van uw hond opzoeken
U kunt de volgcode van uw hond delen, zodat iemand anders uw hond kan volgen. U kunt ook de bedieningscode van uw hond delen, zodat een ander uw hond kan volgen en trainen.
Selecteer Hondenlijst.
1
Selecteer een hond.
2
De trackcode en de bedieningscode worden onder de naam van de hond weergegeven.

Informatie over VHF-radio

Dit product mag alleen worden gebruikt bij bepaalde radiofrequenties die per land verschillen. De gebruiker kan een andere antenne plaatsen op het handheld-toestel en het hondentoestel. Een andere antenne kan de radioprestaties verbeteren en het vermogen vergroten. Gebruik geen antenne van derden of een antenne die niet is goedgekeurd voor het toestel door Garmin®. Ga naar www.garmin.com/tracking-legal voor meer informatie over de prestaties en radiofrequentie van dit product, goedgekeurde accessoires en voedingslimieten per land.

Een groep beheren

Voordat u een groep kunt maken, moet u een of meer hondentoestellen aan uw handheld koppelen.
Selecteer Hondenlijst.
1
Selecteer .
2
Selecteer zo nodig Maak groep en voer de naam van een
3
groep in. Selecteer een groep in de lijst.
4
Selecteer een optie:
5
• Selecteer Groep activeren om de groep te activeren.
• Selecteer Groep deactiveren om de groep te
deactiveren.
• Selecteer Groep beheren > Voeg toestel toe om een
toestel aan de groep toe te voegen.
• Selecteer Wijzig naam en voer een nieuwe naam in om
de naam van de groep te wijzigen.
• Selecteer Verwijder groep om de groep te verwijderen.

Hondinformatie bewerken

Statistieken en sporen van de hond herstellen

Voor een nieuwe jacht wilt u de vorige statistieken en sporen van de hond wellicht wissen.
Selecteer Hondenlijst.
1
Selecteer een hond.
2
Selecteer > Herstel.
3

De naam van de hond wijzigen

Selecteer Hondenlijst.
1
Selecteer een hond.
2
Selecteer de naam van de hond.
3
Voer de naam in en selecteer .
4

De kleur van het spoor van de hond wijzigen

U kunt de kleur van het spoor van de hond wijzigen. Het is handig als de kleur van het spoor, zo mogelijk, overeenkomt met de kleur van de halsband.
Selecteer Hondenlijst.
1
Selecteer een hond.
2
Selecteer het gekleurde vierkantje naast de naam van de
3
hond. Selecteer een kleur.
4

Het type hond wijzigen

Voordat u het type hond kunt wijzigen, moet de halsband zijn ingeschakeld en zich binnen bereik van het handheld-toestel bevinden.
Selecteer Hondenlijst.
1
Selecteer een hond.
2
Selecteer > Wijzig type hond.
3
Selecteer een type hond.
4

Het id-nummer van de hond wijzigen

Voordat u het id-nummer van de hond kunt wijzigen, moet de halsband zijn ingeschakeld en zich binnen bereik van het handheld-toestel bevinden.
Als u last hebt van interferentie van andere halsbanden of handhelds in de buurt, moet u mogelijk het id-nummer van de hond wijzigen.
Selecteer Hondenlijst.
1
Selecteer een hond.
2
Selecteer > Wijzig id.
3
Selecteer een beschikbaar id-nummer.
4
Als deze hond met een ander handheld-toestel wordt gevolgd, kunt u voor een optimaal resultaat de hond uit het toestel verwijderen en de hond opnieuw toevoegen met de volg- en trainingscodes. (Een hond toevoegen met behulp van de volg-
en trainingscodes, pagina 4).

Een hond verwijderen

Selecteer Hondenlijst.
1
Selecteer een hond.
2
Selecteer > Verwijder.
3

De halsband omdoen

VOORZICHTIG
Spuit geen agressieve chemische stoffen op het toestel of de halsband, zoals anti-vlooien of anti-teken spray. Wacht tot de anti-vlooien of anti-teken spray waarmee u de hond hebt ingespoten volledig is opgedroogd, voordat u de hond de halsband omdoet. Ook kleine hoeveelheden agressieve
4 Halsbandtoestel instellen
chemische stoffen kunnen de plastic onderdelen en beschermende laag van de halsband beschadigen.
Voordat u de hond de halsband omdoet, moet u het handheld­toestel en de halsband koppelen (Een hond toevoegen aan de
Alpha handheld via draadloze koppeling, pagina 3), en
satellietsignalen zoeken (Satellietsignalen ontvangen, pagina 2).
Plaats de halsband en zorg dat de communicatie-antenne en
1
de GPS-antenne omhoog wijzen, en de lampjes naar voren. Doe de halsband om het midden van de hals.
2
Trek de halsband strakker rond de hals van de hond.
3
OPMERKING: De band moet stevig vastzitten, zodat deze
niet kan verdraaien of verschuiven. De hond moet zijn voer en water normaal kunnen doorslikken. Observeer het gedrag van uw hond om te controleren of de band niet te strak zit.
U kunt de slaapmodus op het compatibele halsbandtoestel uitschakelen als u uw hond niet actief volgt.
Selecteer Hondenlijst.
1
Selecteer een hond.
2
Selecteer > Slaapmodus halsband aanp. > Actief.
3

Honden volgen

Met het handheldtoestel kunt u uw hond of meerdere honden volgen met behulp van een trackingkompas of kaart. De kaart toont uw locatie en de locatie en sporen van uw hond. De wijzer op het kompas wijst in de richting van de huidige locatie van de hond.

Uw hond volgen op de kaart

Voordat u een hond op de kaart kunt volgen, moet u deze toevoegen op het handheld-toestel (Een hond toevoegen aan de
Alpha handheld via draadloze koppeling, pagina 3).
U kunt de locatie van de hond op de kaart bekijken.
Selecteer in het startscherm .
1
Als de band te lang is, kunt u deze inkorten tot er nog
4
minimaal 7,62 cm (3 in.) band uitsteekt.

Communicatie met de halsband

Zorg er voor het beste signaal voor dat er zich tussen uw handheld-toestel en de halsband geen obstakels bevinden. Voor de beste communicatieverbinding moet u op een hoog punt staan (zoals op een heuvel).
Best
Goed
Slecht

Slaapstand inschakelen

OPMERKING: Deze functie is niet op alle
halsbandtoestelmodellen beschikbaar. Voordat u de slaapmodus kunt inschakelen, moet u met het
compatibele halsbandtoestel traceren waar uw hond zich bevindt.
Indien gekoppeld met het handheld-toestel, kan het halsbandtoestel in de slaapmodus worden gezet om de batterij te sparen als u uw hond niet actief volgt.
Selecteer Hondenlijst.
1
Selecteer een hond.
2
Selecteer > Slaapmodus halsband aanp. > Slaap.
3

Slaapstand uitschakelen

OPMERKING: Deze functie is niet op alle
halsbandtoestelmodellen beschikbaar.
Selecteer zo nodig en om in en uit te zoomen op de
2
kaart.
TIP: Selecteer zo nodig om de hond te volgen via het hondenvolgkompas (Hondenvolgkompas, pagina 5).

Hondstatuspictogrammen

Zit
Rent
Wijst
Wacht bij boom
Onbekend
1

Hondenvolgkompas

Selecteer om het hondenvolgkompas te openen.
1
Het statuspictogram Onbekend geeft aan dat de halsband geen satellietsignaal heeft opgevangen en dat het handheld-toestel de locatie van de hond niet kan bepalen.
Honden volgen 5
Loading...
+ 19 hidden pages