Fujifilm X-E1 Owners Manual [nl]

BL01756-B00
NL
DIGITAL CAMERA
X-E1
Gebruiksaanwijzing
Dank u voor het vertrouwen dat u in dit product heeft gesteld. Deze gebruiksaanwijzing beschrijft hoe u uw digitale camera X-E1 van FUJIFILM gebruikt en de meegeleverde software installeert. Lees de gebruiks­aanwijzing aandachtig door voordat u de camera in gebruik neemt.
Voor informatie over aanverwante producten, bezoekt u onze website op
http://www.fujifilm.com/products/digital_cameras/index.html
Ga voor meer informatie over de X-E1 naar
http://fujifilm-x.com/x-e1/
Voordat u begint
Eerste stappen
Algemene fotografi e en
afspelen
Algemene fi lms opnemen en
afspelen
De Q (Snelmenu)-knop
Meer over fotografi e en
afspelen
Menu’s
Aansluitingen
Technische informatie
Probleemoplossing
Appendix
Voor uw veiligheid
Voor uw veiligheid
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Lees deze opmerkingen voordat u de camera gebruikt
Veiligheidsopmerkingen
• Zorg ervoor dat u uw camera goed gebruikt. Lees voor gebruik deze veiligheidsop-
merkingen en uw Gebruikershandleiding zorgvuldig door.
• Bewaar deze veiligheidsopmerkingen na het lezen op een veilige plaats.
Informatie over pictogrammen
De hieronder afgebeelde pictogrammen worden in deze gebruiksaanwijzing gebruikt om de ernst aan te geven van een letsel of schade die kan ontstaan als de betekenis van het pictogram niet in acht wordt genomen en het product ten gevolge daarvan onjuist wordt gebruikt.
WAARSCHUWING
ATTENTIE
De hieronder afgebeelde pictogrammen geven de ernst van de gevolgen aan als de instructies niet worden nageleefd.
Uit het stopcontact verwijderen
Dit pictogram geeft aan dat het niet opvolgen van instruc­ties kan leiden tot ernstig of fataal letsel.
Dit pictogram geeft aan dat het niet opvolgen van instruc­ties kan leiden tot persoonlijk letsel of materiële schade.
Driehoekige pictogrammen geven aan dat deze informatie uw aan­dacht behoeft (“Belangrijk”).
Cirkelvormige pictogrammen met een diagonale streep geven aan dat die handeling verboden is (“Verboden”).
Opgevulde cirkels met een uitroepteken geven aan dat er een hande­ling moet worden verricht (“Vereist”).
WAARSCHUWING
Als er een probleem ontstaat, zet de camera uit, verwijder de batterij, koppel de netadapter van de camera los en haal deze uit het stopcontact. Het blijven
gebruiken van de camera als deze rook of een ongewone geur ver­spreidt of wanneer de camera een ander gebrek vertoont, kan brand of een elektrische schok tot gevolg hebben. Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer.
Laat geen water of andere vreemde voorwerpen de camera binnendringen. Als water of andere vreemde voorwerpen in de camera terechtkomen, schakel de camera uit, verwijder de batterij, koppel de netstroomadap­ter los en trek deze uit het stopcontact. Het blijven gebruiken van de camera kan brand of een elektrische schok veroorzaken. Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer.
ii
WAARSCHUWING
Gebruik de camera niet in de badkamer of douche. Dit kan brand of een elektri-
Niet
sche schok veroorzaken.
gebruiken in de badkamer
of douche
Probeer de camera nooit te demonteren of modi ceren veranderen of uit elkaar te halen (open nooit de behuizing). Het niet in acht nemen van deze voor-
Haal het
zorgsmaatregel kan brand of een elektrische schok veroorzaken.
apparaat niet
uit elkaar
Mocht de behuizing openbreken door een val of ander ongeluk, raak de blootlig­gende onderdelen niet aan. Het niet in acht nemen van deze voorzorgs-
maatregel kan een elektrische schok of letsel door het aanraken van
Raak geen
beschadigde onderdelen tot gevolg hebben. Verwijder onmiddellijk
interne
de batterij en pas op voor letsel of een elektrische schok. Breng het
onderdelen
aan
product naar het verkooppunt voor raadpleging.
Het verbindingssnoer mag niet worden aangepast, verwarmd, overmatig gedraaid of uitgerekt en er mogen geen zware voorwerpen op worden geplaatst. Deze
handelingen zouden het snoer kunnen beschadigen en brand of een elektrische schok kunnen veroorzaken. Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer als het snoer beschadigd is.
Plaats de camera niet op een onstabiele ondergrond. Hierdoor kan de camera vallen of kantelen en letsel veroorzaken.
Probeer nooit foto's te maken als u in beweging bent. Gebruik de camera niet tijdens het wandelen of als u in een auto rijdt. Dit kan leiden tot een val of een verkeersongeluk.
Raak tijdens onweer de metalen onderdelen van de camera niet aan. Dit kan tot een elektrische schok leiden door de ladingsoverdracht van een blikseminslag.
Gebruik de batterij niet voor andere doeleinden dan waarvoor deze bedoeld is. Plaats de batterij zoals aangeduid door de merktekens.
Verwarm, wijzig of demonteer de batterij niet. Laat de batterij niet vallen of stel deze niet bloot aan schokken. Berg de batterij niet samen met metalen voorwerpen op.
Elk van deze handelingen kan tot ontplo ng of lekkage van de batterij leiden en kan brand of letsel veroorzaken.
Gebruik uitsluitend batterijen of netstroomadapters die voor gebruik met deze camera goedgekeurd zijn. Gebruik geen andere spanning dan de vermelde span­ningsvoeding. Het gebruik van andere spanningsbronnen kan tot brand
leiden.
Voor uw veiligheid
WAARSCHUWING
ATTENTIE
WAARSCHUWING
Als de batterij lekt en vloeistof in contact komt met uw ogen, huid of kleding, spoelt u het betre ende gebied onmiddellijk met schoon stromend water af en zoekt u medische hulp of belt u onmiddellijk het alarmnummer.
Gebruik de lader niet om andere batterijen dan hier vermeld op te laden. De
meegeleverde lader is uitsluitend voor gebruik met het type batterij dat met de camera wordt meegeleverd. Als u de lader gebruikt om gewone batterijen of andere types oplaadbare batterijen op te laden, dan kan dit leiden tot lekkage, oververhitting of een explosie.
Gebruik niet in de nabijheid van ontvlambare voorwerpen, explosieve gassen of stof.
Als u de batterij bij u draagt, plaatst u deze in de digitale camera of bewaart u de batterij in de harde tas. Als u de batterij wilt opbergen, bergt u deze op in de harde tas. Als u de batterijen wegbrengt voor recycling, bedekt u de polen met isolatietape.
Door contact met andere batterijen of metalen voorwerpen kan de batterij in brand vliegen of ontplo en.
Houd geheugenkaarten buiten het bereik van kleine kinderen. Omdat geheu­genkaarten klein zijn, kunnen ze makkelijk door k inderen worden inge­slikt. Bewaar geheugenkaarten buiten het bereik van kleine kinderen. Als een kind een geheugenkaart inslikt, moet u onmiddellijk medische hulp zoeken of het alarmnummer bellen.
ATTENTIE
Gebruik de camera niet op plaatsen met oliedampen, stoom, vochtigheid of stof. Dit kan brand of een elektrische schok veroorzaken.
Laat de camera niet achter op plaatsen die aan extreem hoge temperaturen zijn blootgesteld. Laat de camera niet achter in afgesloten ruimtes zoals in een afgesloten voertuig of in direct zonlicht. Dit kan brand veroorzaken.
Buiten het bereik van kleine kinderen houden. In de handen van kinderen kan
dit product letsel veroorzaken.
Plaats geen zware voorwerpen op de camera. Hierdoor kan het zware voor­werp vallen of kantelen en letsel veroorzaken.
Verplaats de camera niet terwijl deze nog steeds met het netsnoer verbonden is. Trek niet aan het snoer om de netstroomadapter te verwijderen. Dit kan het
netsnoer of de kabels beschadigen en brand of een elektrische schok veroorzaken.
Bedek de camera en de netstroomadapter niet en wikkel deze niet in een doek of deken. Hierdoor kan de temperatuur te hoog oplopen waardoor de
behuizing vervormt of waardoor er brand ontstaat.
Als u de camera reinigt en u de camera voor langere tijd niet van plan bent te gebrui­ken, verwijdert u de batterij en koppelt u de netstroomadapter los. Doet u dit niet,
dan kan dat leiden tot brand of een elektrische schok.
Na het opladen dient u de lader uit het stopcontact te verwijderen. Er kan brand ontstaan als u de lader in het stopcontact laat zitten.
Als een  itser te dicht bij ogen wordt gebruikt, kan deze persoon daar tijdelijk door verblind raken. Let bijzonder goed op bij het fotograferen van baby's en
kleine kinderen.
Bij het verwijderen van een geheugenkaart kan de kaart te snel uit de sleuf schieten. Gebruik uw vinger om deze tegen te houden en laat de kaart zachtjes los. Bij het
eruit schieten van de kaart kan letsel ontstaan. Laat uw camera van binnen regelmatig nakijken en schoonmaken. Een ophoping
van stof in uw camera kan tot brand of een elektrische schok leiden. Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer om de camera om de twee jaar van binnen te laten reinigen. Dit is echter niet gratis.
Explosiegevaar als de batterij onjuist wordt vervangen. Vervang de batterij alleen met hetzelfde of een soortgelijk type.
iii
Voor uw veiligheid
Li-ionbatterijen
Alkaline-AA-batterijen/oplaadbare NiMH-AA-batterijen
Opmerking: Controleer welk type batterijen in uw camera wordt gebruikt en lees de relevante paragrafen aandachtig door.
Dit gedeelte beschrijft hoe u de batterijen moet hanteren zodat ze zo lang mogelijk meegaan. Verkeerd gebruik kan de levensduur verkorten en lekkage, oververhitting en ontploff en van de batterij tot gevolg hebben.
Li-ionbatterijen
Dit gedeelte is van toepassing als in uw camera een oplaadbare Li-ionbatterij wordt gebruikt.
De batterij is bij verscheping uit de fabriek niet opgeladen. Laad de batterij vóór gebruik op. Laat de batterij in het compartiment zitten wanneer u de camera niet gebruikt.
■ Opmerkingen over de batterij
De batterij verliest geleidelijk haar lading, zelfs wanneer de batterij niet wordt gebruikt. Laad de batterij een of twee dagen vóór gebruik op.
De levensduur van de batterij kan worden verlengd door de camera uit te schakelen wanneer hij niet wordt gebruikt.
De capaciteit van de batterij neemt bij lage temperaturen enigszins af; een lege batterij werkt vaak helemaal niet meer wanneer het koud is. Bewaar een volledig opgeladen reservebatterij op een warme plaats en verwissel de batterij wanneer dat nodig is; of bewaar de batterij in een van uw zakken en plaats de batterij pas vlak voordat u gaat fotograferen in de camera. Voorkom dat de batterij in direct contact komt met handenwarmers of andere verwarmingsapparaten.
■ De batterij opladen
Laad de batterij op met de meegeleverde batterijlader. De laadtijd neemt toe wanneer de omgevingstemperatuur lager is dan + 10 °C of hoger is dan + 35 °C. Probeer de batterij nooit op te laden bij temperaturen boven 40 °C; opladen is niet mogelijk bij temperaturen onder 0 °C.
Probeer nooit een volledig opgeladen batterij op te laden. De batterij hoeft echter ook niet volledig ontladen te zijn om te worden opgeladen.
De batterij kan onmiddellijk na het opladen en tijdens gebruik enigszins warm aanvoelen. Dit is normaal.
■ Levensduur van de batterij
Bij normale temperaturen kan de batterij minimaal 300 keer worden opgeladen. Wanneer de batterij steeds minder lang haar lading kan vasthouden, is dat een
De batterij en voeding
iv
indicatie dat het einde van de levensduur van de batterij is bereikt en dat de batterij moet worden vervangen.
■ Opslag
De prestaties van de batterij kunnen verslechteren als de batterij gedurende langere perioden in volledig opgeladen toestand ongebruikt blijft. Ontlaad de batterij vol­ledig voordat u deze opbergt.
Wanneer de camera gedurende langere tijd niet zal worden gebruikt, neem dan de batterij uit de camera en bewaar de batterij op een droge plaats met een omge­vingstemperatuur van +15 °C tot +25 °C. Bewaar de batterij niet op plaatsen waar de batterij wordt blootgesteld aan extreme temperaturen.
■ Attentie: De batterij hanteren
• Bewaar of vervoer de batterij niet samen met metalen voorwerpen zoals kettinkjes of haarspelden.
• Stel de batterij niet bloot aan vuur of hoge temperaturen.
• Probeer de batterij niet te demonteren of te modifi ceren.
• Laad de batterij alleen op met de voorgeschreven batterijladers.
• Verwijder een versleten batterij onmiddellijk.
• Laat de batterij niet vallen en stel deze niet bloot aan schokken.
• Stel de batterij niet bloot aan water.
• Houd de polen van de batterij altijd schoon.
• De batterij en de camera kunnen onmiddellijk na het opladen en tijdens gebruik enigszins warm aanvoelen. Dit is normaal.
Alkaline-AA-batterijen/oplaadbare NiMH-AA-batterijen
Dit gedeelte is van toepassing wanneer er in uw camera alkaline-AA-batterij­en of oplaadbare NiMH-AA-batterijen worden gebruikt. Informatie over compa-
tibele soorten batterijen vindt u elders in de gebruiksaanwijzing van de camera.
■ Attentie: De batterijen hanteren
• Stel de batterij niet bloot aan water, vuur of hitte en bewaar de batterij niet op warme of vochtige plaatsen.
• Bewaar of vervoer de batterij niet samen met metalen voorwerpen zoals kettinkjes of haarspelden.
• Probeer de batterij of de behuizing niet te demonteren of te modifi ceren.
• Stel de netstroomadapter niet bloot aan sterke schokken.
• Gebruik geen lekkende, vervormde of verkleurde batterijen.
• Houd de batterijen buiten het bereik van baby’s en kleine kinderen.
• Plaats de batterijen in de juiste richting in het batterijencompartiment.
• Gebruik oude en nieuwe batterijen, batterijen met verschillende ladingsniveaus of
batterijen van verschillende merken nooit samen.
Netstroomadapters (los verkrijgbaar)
• Neem de batterij uit de camera wanneer de camera gedurende langere tijd niet zal worden gebruikt. Denk er wel aan dat de cameraklok weer zal moeten worden ingesteld.
• De batterij kan tijdens gebruik enigszins warm aanvoelen. Schakel voordat u de batterijen verwijdert, de camera uit en wacht tot de batterijen zijn afgekoeld.
• De capaciteit van batterijen neemt bij lage temperaturen enigszins af. Bewaar reservebatterijen op een warme plaats en vervang ze wanneer nodig. Koude batterijen die weer op temperatuur zijn gekomen, kunnen soms een deel van hun lading terugkrijgen.
• De prestaties van de batterijen kunnen door vingervlekken of vuil op de polen van de batterijen worden beïnvloed. Maak de polen schoon met een zachte, droge doek voordat u de batterijen in de camera plaatst.
Als de batterijen hebben gelekt, reinigt u het batterijencompartiment grondig voordat u nieuwe batterijen plaatst.
Als batterijvloeistof op uw handen of kleding komt, spoelt u de betreff ende delen af met schoon stromend water. Als de batterijvloeistof in contact komt
met de ogen, spoelt u de ogen onmiddellijk uit met schoon stromend water en zoekt u medische hulp. Wrijf niet in uw ogen. Het niet in acht nemen van deze waarschu­wing kan leiden tot permanent oogletsel.
■ NiMH-batterijen
De capaciteit van oplaadbare NiMH-batterijen kan tijdelijk verminderen wanneer ze gedurende langere tijd niet worden gebruikt of als ze herhaaldelijk worden opgela­den voordat ze volledig ontladen zijn. Dit is normaal en duidt niet op een defect. De capaciteit kan worden verhoogd door de batterijen enkele malen te ontladen met de ontlaadoptie in het instellingenmenu van de camera en ze met een batterijlader weer op te laden.
Q ATTENTIE: Gebruik de ontlaadoptie niet bij alkalinebatterijen.
Ook als de camera is uitgeschakeld wordt een geringe hoeveelheid stroom verbruikt. NiMH-batterijen die gedurende langere tijd in de camera hebben gezeten, kunnen zodanig zijn uitgeput dat ze niet langer in staat zijn een lading vast te houden. De prestaties van batterijen kunnen ook verminderen wanneer ze worden gebruikt in zaklampen, e.d. Gebruik de ontlaadoptie van het instellingenmenu van de camera om NiMH-batterijen te ontladen. Batterijen die hun lading zelfs nadat ze enkele malen zijn ontladen en opgeladen niet kunnen vasthouden, hebben het einde van hun levensduur bereikt en moeten worden vervangen.
Voor uw veiligheid
NiMH-batterijen zijn oplaadbaar met een batterijlader (los verkrijgbaar). Batterijen kunnen onmiddellijk na het opladen enigszins warm aanvoelen. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de batterijlader voor meer informatie. Gebruik de lader alleen met compatibele batterijen.
NiMH-batterijen verliezen geleidelijk hun lading wanneer ze niet worden gebruikt.
■ Afvalverwijdering
Lever lege batterijen in volgens de plaatselijke regels voor klein chemisch afval.
Netstroomadapters (los verkrijgbaar)
Dit gedeelte is van toepassing op alle cameramodellen. Gebruik uitsluitend FUJIFILM-netstroomadapters die voor gebruik met deze camera goedgekeurd zijn. Andere adapters kunnen de camera beschadigen.
• Gebruik de netstroomadapter uitsluitend binnenshuis.
• Zorg ervoor dat de netstroomadapter goed op de camera wordt aangesloten.
• Schakel de camera uit voordat u de netstroomadapter afkoppelt. Koppel de adapter af door aan de stekker te trekken i.p.v. aan het snoer.
• Gebruik de netstroomadapter niet met andere apparaten.
• Niet demonteren.
• Stel de netstroomadapter niet bloot aan vuur of hoge temperaturen.
• Stel de netstroomadapter niet bloot aan sterke schokken.
• Tijdens gebruik kan de netstroomadapter warm aanvoelen. Dit is normaal.
• Wanneer de netstroomadapter de radio-ontvangst verstoort, moet de antenne opnieuw gericht of verplaatst worden.
v
Voor uw veiligheid
Maak proefopnamen
Opmerkingen over auteursrechten
Hantering
Vloeibare kristallen
Informatie over handelsmerken
Elektrische interferentie
Kleurentelevisiesystemen
Exif Print (Exif ver. 2.3)
• Richt de camera niet op extreem heldere lichtbronnen, zoals de zon bij een onbe­wolkte lucht. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan schade aan de beeldsensor van de camera toebrengen.
• Fel zonlicht gefocust door de zoeker kan het paneel van de elektronische zoeker (EVF) beschadigen. Richt de elektronische zoeker niet op de zon.
Maak proefopnamen
Voordat u foto’s gaat maken van belangrijke gebeur tenissen (zoals een huwelijk of reis), kunt u het beste enkele testopnamen maken en bekijken zodat u zeker weet dat de camera goed werkt. FUJIFILM Corporation aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade of inkomstenderving voortkomend uit het niet goed functioneren van het product.
Opmerkingen over auteursrechten
Opnamen gemaakt met uw digitale camerasysteem mogen zonder toestemming van de eigenaar niet worden gebruikt op een manier die de copyrightwetten overtreedt, tenzij deze uitsluitend voor privégebruik bedoeld zijn. Er zijn be­paalde beperkingen van toepassing bij het fotograferen van optredens op podia, evenementen en tentoonstellingen, zelfs wanneer de foto’s alleen voor privégebruik bestemd zijn. De gebruiker wordt er ook op gewezen dat het overdragen van een geheugenkaart die foto’s of gegevens bevat die onder de copyrightwetten vallen, uitsluitend toegestaan is binnen de beperkingen opgelegd door de regelgeving in het kader van deze auteursrechten.
Hantering
Stel de camera tijdens het maken en opslaan van foto’s niet bloot aan schokken om correcte opnames te garanderen.
Vloeibare kristallen
In geval van beschadiging van het scherm moet de uiterste zorg worden betracht en ieder contact met de vloeibare kristallen worden vermeden. Neem onmiddellijk maatregelen als één van de volgende situaties zich voordoet:
Als vloeibare kristallen met uw huid in aanraking komen, moet de betreff ende plek onmiddellijk met een doek worden schoongemaakt en vervolgens met veel stromend water en zeep worden gewassen.
Als vloeibare kristallen in contact komen met de ogen, moeten de ogen onmiddellijk gedurende minimaal 15 minuten met schoon stromend water worden uitge­spoeld en moet medische hulp worden ingeroepen.
De camera gebruiken
Als vloeibare kristallen worden ingeslikt, moet de mond met veel schoon stromend water worden gespoeld. Drink grote hoeveelheden water en probeer over te geven. Roep daarna medische hulp in.
Hoewel het LCD-scherm met geavanceerde precisietechnologie is gefabriceerd, kan het scherm pixels bevatten die altijd zijn verlicht of zijn nooit verlicht. Dit is geen defect. Beelden opgenomen met dit product zijn onveranderd.
Informatie over handelsmerken
XD-Picture Card en E zijn handelsmerken van FUJIFILM Corporation. De hierin gebruikte lettertypen zijn uitsluitend ontwikkeld door DynaComware Taiwan Inc. Macintosh, QuickTime en Mac OS zijn in de Verenigde Staten en andere landen gedeponeerde handelsmerken van Apple Inc. Windows 7, Windows Vista en het Windows-logo zijn handelsmerken van de Microsoft-groep. Adobe en Adobe Rea­der zijn in de Verenigde Staten en/of andere landen geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. De SDHC- en SDXC-logo´s zijn handelsmerken van SD-3C, LLC. Het HDMI-logo is een handelsmerk. YouTube is een handelsmerk van Google Inc. Alle overige in deze gebruiksaanwijzing genoemde handelsmerken zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de betref­fende rechthebbenden.
Elektrische interferentie
Deze camera kan medische en luchtvaartapparatuur verstoren. Vraag in het zieken­huis of bij de luchtvaartmaatschappij om toestemming voordat u uw fotocamera in een ziekenhuis of vliegtuig gebruikt.
Kleurentelevisiesystemen
NTSC (National Television System Committee) is een kleurensysteem dat vooral in de Verenigde Staten, Canada en Japan wordt gebruikt. PAL (Phase Alternation by Line) is een kleurensysteem dat vooral in Europa en China wordt gebruikt.
Exif Print (Exif ver. 2.3)
Exif Print is een recentelijk herzien bestandsformaat voor digitale camera’s waarin samen met de foto informatie wordt opgeslagen over de manier waarop tijdens het afdrukken de optimale kleurenreproductie kan worden bereikt.
BELANGRIJKE MEDEDELING: Lees eerst voordat u de software gebruikt
Direct of indirect exporteren, in zijn geheel of gedeeltelijk, van software met een licentie zonder de toestemming van de van toepassing zijnde bestuursorganen is verboden.
vi
Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht om gevaar voor brand en een
Inleveren van elektrische en elektronische apparatuur in particuliere huishoudens
MEDEDELINGEN
schok te voorkomen.
Lees eerst de “Veiligheidsopmerkingen” en zorg dat u deze begrijpt voordat u de camera gebruikt.
Voor uw veiligheid
Inleveren van elektrische en elektronische apparatuur in particuliere huishoudens
In de Europese Unie, Noorwegen, IJsland en Liechtenstein: Dit symbool op het product of in de handleiding en in de garantievoorwaarden en/of op de verpakking duidt aan dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden beschouwd. In plaats daarvan moet het apparaat bij een inzamelpunt voor recycling van elektrische en elektronische apparatuur worden ingeleverd.
Door dit product op juiste wijze te verwijderen helpt u potentiële negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid van de mens voorkomen. Onjuiste verwerking van dit product kan het milieu schaden.
Dit symbool op de batterijen of accu’s duidt aan dat deze batterijen niet als huishoudelijk afval mogen worden beschouwd.
Als uw apparaat eenvoudig verwijderbare batterijen of accu’s bevat, dient u deze overeenkomstig de lokale regels afzonderlijk in te leveren.
De recycling van materialen helpt bij het behoud van natuurlijke bronnen. Neem contact op met uw gemeente, uw inzamelpunt voor het inleveren van huishoude­lijk afval of de winkel waar u het product hebt gekocht voor meer gedetailleerde informatie over recycling van dit product.
In landen buiten de Europese Unie, Noorwegen, IJsland en Liechtenstein: Neem contact op met uw gemeente en vraag naar de juiste wijze waarop u dit product inclusief batterijen of accu’s dient te verwijderen.
vii
Over deze gebruiksaanwijzing
Over deze gebruiksaanwijzing
Inhoudsopgave
..........................................................
Problemen oplossen
...............................................
105
Waarschuwingsvensters en -aanduidingen
..............
109
Verklarende woordenlijst
.......................................
112
Beperkingen op de camera-instellingen
..................
119
Geheugenkaarten
Lees deze gebruiksaanwijzing en de waarschuwingen in het hoofdstuk “Voor uw veiligheid” (P ii) aan­dachtig door voordat u de camera in gebruik neemt. Informatie over speci eke onderwerpen vindt u aan de hand van onderstaand overzicht.
Inhoudsopgave
..........................................................PP x x
De “Inhoudsopgave” geeft een duidelijk overzicht van de gehele gebruiksaanwijzing. De belangrijk­ste camerafuncties worden er in behandeld.
Waarschuwingsvensters en -aanduidingen
..............PP
109
Lees hier wat het knipperende pictogram of fout­melding in het LCD-scherm betekent.
Beperkingen op de camera-instellingen
..................PP
119
Zie pagina 119 voor beperkingen op de beschikbare opties in elke opnamestand.
Geheugenkaarten
Foto's worden op optionele SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten ( wijzing naar verwezen als “geheugenkaarten.”
viii
Problemen oplossen
...............................................PP
105
Heeft u een speci ek probleem met de camera? U vindt de oplossing hier.
Verklarende woordenlijst
.......................................PP
112
De betekenissen van sommige technische termen vindt u hier.
P 14) bewaard, er wordt in deze gebruiksaan-
Productverzorging
Productverzorging
Camerabehuizing: Om uw camera in een goede staat te houden, is het aan te raden de camerabehuizing na elk gebruik met een zachte, schone doek schoon te maken. Gebruik geen alcohol, verfverdunner of andere vluchtige chemicaliën. Deze kunnen vervormingen of verkleuringen van het leer van de camerabehuizing tot gevolg hebben. Vloeisto en op de camera moeten onmiddellijk worden verwijderd met een zachte, droge doek. Gebruik een blaaskwast om stof van de monitor te verwijderen, zodat krassen worden ver­meden en neem het vervolgens met een zachte, droge doek af. Vlekken kunnen worden verwijderd met een FUJIFILM-lensreinigingsdoekje waarop een kleine hoeveelheid lensreinigingsvloeistof is aangebracht. Plaats de dop van de behuizing terug om binnendringen van stof in de camera te voorkomen wanneer er geen lens is bevestigd.
Beeldsensor: Stof op de beeldsensor kan worden verwijderd met behulp van de optie V SENSORREINI­GING in het instellingenmenu (
Verwisselbare lenzen: Gebruik een blaaskwast om stof te verwijderen en neem vervolgens met een zachte, droge doek af. Vlekken kunnen worden verwijderd met een FUJIFILM-lensreinigingsdoekje waarop een kleine hoeveelheid lensreinigingsvloeistof is aangebracht. Plaats de voorste en achterste dop terug op de camera wanneer de lens niet in gebruik is.
P 85).
ix
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Voordat u begint
Eerste stappen
Algemene fotogra e en afspelen
Algemene  lms opnemen en afspelen
De Q (Snelmenu)-knop
Voor uw veiligheid .............................................................................ii
Veiligheidsopmerkingen ...............................................................ii
MEDEDELINGEN ..............................................................................vii
Over deze gebruiksaanwijzing .................................................viii
Productverzorging ............................................................................ix
Voordat u begint
Symbolen en conventies .................................................................1
Meegeleverde accessoires .............................................................1
Delen van de camera ........................................................................2
De keuzeschakelaar .........................................................................4
De instelschijf .....................................................................................4
Cameraschermen ..............................................................................5
Fotograferen: Zoeker/LCD-scherm .........................................5
Fotograferen: LCD-scherm .........................................................6
Afspelen: Zoeker/LCD-scherm ..................................................6
Eerste stappen
De draagriem bevestigen ...............................................................7
Een lens bevestigen ..........................................................................9
De batterij opladen ........................................................................ 10
De batterij en een geheugenkaart plaatsen ....................... 11
Compatibele geheugenkaarten ........................................... 14
De camera in- en uitschakelen .................................................. 15
Basisinstellingen .............................................................................. 16
Een weergave kiezen ..................................................................... 17
De zoeker scherpstellen .............................................................. 18
Schermhelderheid aanpassen .................................................. 18
De DISP/BACK-knop ............................................................................ 19
Zoeker: Opname.......................................................................... 19
LCD-scherm: Opname ............................................................... 19
Zoeker/LCD-scherm: Afspelen ............................................... 20
Algemene fotogra e en afspelen
Foto’s maken ...................................................................................... 21
Foto’s bekijken .................................................................................. 23
Foto's schermvullend bekijken .................................................23
Foto-informatie bekijken ............................................................ 24
Afspeelzoom .................................................................................... 24
Multi-frame afspelen .................................................................... 25
Foto’s wissen ...................................................................................... 26
De  itser gebruiken ........................................................................ 27
Macrostand (close-ups) ................................................................ 29
Algemene  lms opnemen en afspelen
High-De nition (HD)- lms opnemen ..................................... 30
Films bekijken ................................................................................... 31
De Q (Snelmenu)-knop
x
Meer over fotogra e en afspelen
Meer over fotogra e en afspelen
Een belichtingsstand kiezen ...................................................... 33
Programma AE (P) .......................................................................... 33
Sluiter AE (S) ..................................................................................... 34
Diafragma AE (A) ............................................................................ 35
Handmatige belichting (M)........................................................ 36
Lange tijdopnamen (T/B) ............................................................. 37
Tijd (T) ................................................................................................ 37
Bulb (B) ............................................................................................... 37
Een afstandsontspanner gebruiken ....................................... 38
Witbalans............................................................................................. 39
Gevoeligheid ..................................................................................... 41
Scherpstelstand ............................................................................... 42
Scherpstelframe selecteren ....................................................... 44
Belichting-/scherpstelvergrendeling ..................................... 45
Belichtingscorrectie ....................................................................... 47
Lichtmeting ........................................................................................ 48
De zelfontspanner gebruiken .................................................... 49
Filmsimulatie ..................................................................................... 51
Bracketing ........................................................................................... 52
Multi-belichtingen .......................................................................... 53
Continu fotograferen (seriestand) ........................................... 54
Foto’s bekijken die in serie zijn genomen ............................ 55
Inhoudsopgave
Panorama's ......................................................................................... 56
Panorama's bekijken ..................................................................... 58
Foto's opnemen in RAW-formaat ............................................. 59
JPEG-kopieën van RAW-foto’s maken .................................... 60
Een adapter voor bevestigingspunten (mount adapter)
gebruiken ............................................................................................ 61
Instellingen voor bevestigingspuntadapter ....................... 61
Brandpuntsafstelling ................................................................. 61
Vervormingscorrectie ................................................................ 61
Kleurcorrectie ............................................................................... 62
Randbelichtingscorrectie ........................................................ 62
Foto zoeken ........................................................................................ 63
Fotoboekhulp.................................................................................... 64
Een fotoboek maken .................................................................... 64
Fotoboeken bekijken ................................................................... 65
Fotoboeken bewerken of verwijderen .................................. 65
De Fn-knop ......................................................................................... 66
Instellingen opslaan ....................................................................... 67
Geavanceerde video-opname ................................................... 68
Scherptediepte ............................................................................... 68
Voorafgaand aan de opname ................................................... 68
Een externe microfoon gebruiken .......................................... 68
xi
Inhoudsopgave
Menu’s
Menu’s
De menu's gebruiken: Opnamestand .................................... 69
Opties opnamemenu (foto’s) .................................................... 69
N ISO .............................................................................................. 69
O BEELDGROOTTE .................................................................... 69
T BEELDKWALITEIT .................................................................. 69
U DYNAMISCH BEREIK ............................................................ 70
P FILMSIMULATIE...................................................................... 70
X FILMSIMULATIE BKT ............................................................. 70
B ZELFONTSPANNER ............................................................... 70
D WITBALANS ............................................................................ 70
f KLEUR ........................................................................................ 70
q SHERPTE ................................................................................... 70
r HIGHLIGHT TINT .................................................................... 70
s SCHADUWTINT...................................................................... 70
h RUISONDERDRUKKING ....................................................... 71
K L BEL. RO .................................................................................. 71
u KIES INST. OP MAAT ............................................................. 71
K BEW/BEW INST. OP M ......................................................... 71
F FUNCTIET ................................................................................. 71
v DISP. INST. OP MAAT ............................................................ 71
c COMP.RICHTL. ....................................................................... 72
l ADAPT. INSTEL. ..................................................................... 72
m OPNAME ZONDER LENS .................................................... 72
n MULTI-BELICHTING .............................................................. 72
F SCHERPSTELLING ................................................................. 72
C AF-HULPLICHT ....................................................................... 73
k MODUS AE/AF-VERG. ......................................................... 73
v KNOP AE/AF-VERGR. ........................................................... 73
m AUTO ROT. WEERG. ............................................................. 73
L IS MODE ................................................................................... 73
p FLITSERFUNCTIE ................................................................... 74
I FLITSLICHT .............................................................................. 74
B VERWIJDER R. OGEN ............................................................ 74
n BEWAAR ORIGINEEL ............................................................ 74
Opties opnamemenu ( lmmodus) .........................................
W FILMMODUS ........................................................................... 75
P FILMSIMULATIE...................................................................... 75
D WITBALANS ............................................................................. 75
t MIC-NIVEAU-INSTEL ............................................................ 75
u MIC/AFSTANDSBED. ........................................................... 75
v DISP. INST. OP MAAT ............................................................ 75
L IS MODE ................................................................................... 75
De menu's gebruiken: Afspeelstand ...................................... 76
Opties in het menu Afspelen .................................................... 76
j RAW-CONVERSIE ...................................................................76
A WISSEN ..................................................................................... 76
G BEELDUITSNEDE ................................................................... 77
e NIEUW FORMAAT ................................................................. 77
D BEVEILIGEN ............................................................................. 78
C FOTO DRAAIEN ...................................................................... 78
B VERWIJDER R. OGEN ............................................................ 79
I DIAVOORSTELLING .............................................................. 79
m FOTOBOEK HULP .................................................................. 80
j MARK. VOOR OPL. ............................................................... 80
b EEN FOTO ZOEKEN ............................................................... 80
K OPDRACHT (DPOF) .............................................................. 81
J BEELDVERHOUDING............................................................ 81
I AFSPEEL VOLUME ................................................................. 81
75
xii
Het instellingenmenu ....................................................................
Aansluitingen
Het instellingenmenu gebruiken ............................................ 82
De opties van het instellingenmenu ...................................... 83
F DATUM/TIJD ........................................................................... 83
N TIJDVERSCHIL ......................................................................... 83
L a ................................................................................ 83
R RESET ......................................................................................... 83
o STILLE STAND ......................................................................... 83
B NUMMERING .......................................................................... 84
I SCHERPSTELRING ................................................................. 84
J EVF/LCD-HELDERHD ........................................................... 84
H SNELST ...................................................................................... 84
M UITSCHAKELEN ...................................................................... 85
G BEDIENING VOL. ...................................................................85
A WEERGAVE...............................................................................85
V SENSORREINIGING ............................................................... 85
J KLEURR ..................................................................................... 86
c UITLEG TONEN ....................................................................... 86
M EENHEDEN AF-SCHAAL ...................................................... 86
O SCHERMKLEUR ...................................................................... 86
K FORMATTEREN ...................................................................... 86
Inhoudsopgave
82
Aansluitingen
Foto’s op een computer bekijken............................................. 87
Windows: MyFinePix Studio installeren ................................87
Macintosh: FinePixViewer installeren ....................................89
De camera aansluiten .................................................................. 91
Foto’s afdrukken via USB.............................................................. 93
De camera aansluiten .................................................................. 93
Geselecteerde foto's afdrukken ............................................... 93
De DPOF-printopdracht afdrukken ........................................ 94
Een DPOF-printopdracht aanmaken ...................................... 95
MET DATUM s/ ZONDER DATUM ....................................... 96
ALLES RESETTEN ......................................................................... 97
Foto’s op een televisietoestel bekijken ................................. 98
xiii
Inhoudsopgave
Technische informatie
Probleemoplossing
Appendix
Technische informatie
Optionele accessoires.................................................................... 99
Accessoires van FUJIFILM ........................................................... 99
De camera op andere apparaten aansluiten ....................102
Onderhoud van de camera .......................................................103
Opslag en gebruik ....................................................................... 103
Op reis ..............................................................................................103
De beeldsensor reinigen ............................................................104
Probleemoplossing
Problemen en oplossingen .......................................................105
Waarschuwingsvensters en -aanduidingen ......................109
Appendix
Verklarende woordenlijst ..........................................................112
Capaciteit geheugenkaart ........................................................ 113
Technische gegevens ...................................................................114
Beperkingen op de camera-instellingen ............................ 119
xiv
Voordat u begint
Voordat u begint
Symbolen en conventies
Meegeleverde accessoires
Symbolen en conventies
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt: Q Deze informatie moet worden gelezen voordat u de camera in gebruik neemt zodat u de camera cor-
rect bedient.
R Aanvullende informatie die tijdens het gebruik van de camera van pas kan komen. P Pagina’s elders in deze gebruiksaanwijzing waarop andere relevante informatie staat.
Menu’s en andere teksten die in de weergaven van de camera verschijnen, worden vetgedrukt weerge- geven. In de illustraties in deze gebruiksaanwijzing worden schermen van de camera ten behoeve van de duidelijkheid soms enigszins vereenvoudigd afgebeeld.
Meegeleverde accessoires
De volgende accessoires worden bij de camera meegeleverd:
NP-W126 oplaadbare batterij BC-W126-batterijlader Behuizingdop USB-kabel
Gebruiksaanwijzing (deze handleiding)
• Schouderriem
CD-ROM Bevestigingsgereedschap clipje Metalen clipjes draagriem (× 2)
• Beschermkappen (× 2)
Voordat u begint
1
Delen van de camera
Delen van de camera
Voor meer informatie, zie de pagina rechts van elk item.
1 Sluiterknop ..................................................... 22
2 Instelschijf belichtingscompensatie ................ 47
3 Instelschijf sluitertijd .....................33, 34, 35, 36
4 Bevestigingspunt voor  itser ...................28, 102
5 Flitser .............................................................. 27
6 Bevestigingsoog draagriem .............................. 7
7 Afdekkapje aansluitingen ........ 38, 68, 91, 93, 98
8 Selectieknop scherpstelstand .....................21, 42
9 Lens signaalcontacten
10 Ontgrendeling lens ........................................... 9
11 Microfoon ........................................................ 30
2
12 AF-hulplicht .................................................... 73
Zelfontspannerlamp ........................................ 49
13 ON/OFF-schakelaar ........................................ 15
14 Fn (Functie)-knop ........................................... 66
15 Batterijvak ...................................................... 11
16 Geheugenkaar tsleuf........................................12
17 Batterijvergrendeling ...................................... 11
18 Elektronische zoeker (EVF) .............................. 17
19 LCD-scherm ..................................................... 17
20 Instelschijf ......................................................... 4
21 Luidspreker ..................................................... 31
22 Afdekkapje kabelaansluiting voor DC-koppelstuk
23 Afdekkapje batterijcompartiment ...................11
24 Grendel voor afdekkapje
batterijcompartiment ..................................... 11
25 Statiefbevestigingspunt
26 USB mini-aansluiting ...........................38, 91, 93
27 HDMI mini-aansluiting .................................... 98
28 Microfoon/
afstandsontspanner-aansluiting ................38, 68
29 Behuizingdop .................................................... 9
30 Dioptrieregelaar aanpassen ............................ 18
De indicatorlamp
De indicatorlamp
Status van de camera
Brandt groen
Knippert groen
Knippert groen en oranje
Brandt oranje
Knippert oranje
Knippert rood
31 Oogsensor ....................................................... 17
32
N ( itser pop-up)-knop.................................. 27
33 VIEW MODE-knop .......................................... 17
De indicatorlamp
34 Indicatorlamp (zie hieronder) 35 AE-L/AF-L-knop (belichting/scherpstelling
vergrendelen) ......................................42, 45, 73
36 Q (snelmenu)-knop .........................................32
De indicatorlamp geeft de status van de camera als volgt weer:
De indicatorlamp
Brandt groen De scherpstelling is vergrendeld.
Knippert groen
Knippert groen en oranje Bezig met een opname. Er kunnen extra foto’s worden gemaakt.
Brandt oranje
Knippert oranje
Knippert rood Lens of geheugenfout.
R Waarschuwingen kunnen tevens op het scherm verschijnen (P 109). R Zolang de zoeker in gebruik is blijft het indicatielampje uit (P 17).
Waarschuwing voor bewegingsonscherpte, scherpstelling of belichting. De foto kan worden gemaakt.
Bezig met een opname. Er kunnen momenteel geen extra foto’s worden gemaakt.
Flitser is aan het opladen, de  itser zal niet afgaan als er een foto wordt genomen.
Status van de camera
Delen van de camera
37 MENU/OK-knop ............................................... 4
38 Keuzeknop ........................................................ 4
39 DISP (display)/BACK-knop ............................. 19
o (stille stand)-knop ...................................... 4
40 AF (autofocus)-knop ....................................... 44
b (verwijderen)-knop ................................... 26
41 AE (automatisch belichten)-knop ................... 48
n (afspelen uitzoomen)-knop .................24, 25
42 DRIVE-knop ................................... 30, 52, 54, 56
k (afspelen inzoomen)-knop ...................24, 25
43
a (afspeel)-knop ......................................... 23
De indicatorlamp
Voordat u begint
3
Delen van de camera
Stille stand
De keuzeschakelaar
Bedieningsvergrendeling
De instelschijf
Stille stand
In situaties waar camerageluiden of -lichten ongewenst zijn, druk op de knop DISP/BACK totdat het icoontje o wordt weergegeven (ca. een seconde). De luidspreker van de camera,  itser, en AF-assist-aanduiding/zelfont­spannerslampje schakelen uit en de  itser- en volume­instellingen kunnen niet worden aangepast (let op dat stille stand niet kan worden in-of uitgeschakeld wanneer er een video wordt afgespeeld). Druk nog­maals op de DISP/BACK-knop om de normale bediening te hervatten.
De keuzeschakelaar
Druk op de selectieknop om­hoog (q), rechts (w), omlaag (e) of links (r) om items te markeren en druk op MENU/ OK (t) om te selecteren. Het indrukken van de keuzeknop omhoog (MACRO) tijdens het fotograferen geeft de macro­opties weer (P 29).
Bedieningsvergrendeling
Druk op MENU/OK totdat X wordt weergegeven om te voorkomen dat per ongeluk macro-opties worden weergegeven tijdens het fotograferen. De bediening kan worden ontgrendeld door op MENU/OK te drukken tot X niet langer wordt weergegeven.
De instelschijf
De instelschijf kan worden gebruikt om door de menu’s te navigeren, om foto’s te bekijken (P 23), en om opties in de weergave van het snelmenu te selecteren (P 32).
Druk op het midden van de instelschijf om in te zoomen op het scherpstelge­bied dat is geselecteerd voor handma­tige scherpstelling (P 43) of op het actieve scherp­stelpunt tijdens weergave (P 24).
4
Delen van de camera
Cameraschermen
Cameraschermen
Tijdens het maken en afspelen van foto's kunnen de volgende indicators verschijnen. In de volgende beschrijving worden alle beschikbare keuzeknoppen getoond ter illustratie; de keuzeknoppen die daad­werkelijk worden getoond variëren afhankelijk van de camera-instellingen.
■ Fotograferen: Zoeker/LCD-scherm
0.1 0.5 1.0 1.5 2.0 3.0 5.0 10
2000
P
F5. 6
200
100
1 Flitserfunc tie ................................................... 27
2 Microfoon/afstandsontspanner ............38, 68, 75
F
3 Macrostand (close-up) .................................... 29
4 Zelfontspannerindicator .................................. 49
5 Continu-stand ................................................. 54
6 Witbalans ........................................................ 39
7 Filmsimulatie .................................................. 51
8 Dynamisch bereik ............................................ 70
9 Scherpstelframe .........................................22, 45
10 Aantal beschikbare frames ............................ 113
11 Beeldkwaliteit en -formaat ............................. 69
12 Temperatuurwaarschuwing .......................... 111
13 Waarschuwing wazigheid ..................3, 107, 109
14 IS-mode .......................................................... 73
15 Waarschuwing scherpstelling ............3, 107, 109
16 Indicator stille stand ....................................4, 83
17 Afstandsindicator ............................................ 42
18 Batterijniveau ................................................. 15
19 Gevoeligheid ................................................... 41
20 Diafragma ......................................33, 35, 36, 68
21 Sluitertijd .............................................33, 34, 36
22 Lichtmeting .................................................... 48
23 Opnamestand ................................................. 33
24 Handmatige scherpstelindicator ..................... 42
25 Belichtingscompensatie/
belichtingsindicator ...................................36, 47
26 Histogram ....................................................... 20
27 Virtuele horizon .............................................. 71
28 Voorbeeld scherptediepte ............................... 35
Voordat u begint
5
Delen van de camera
■ Fotograferen: LCD-scherm
P
2000
1F5.6
■ Afspelen: Zoeker/LCD-scherm
YouTube
12 / 31 /2050 10: 00
1 / 1000 F4.5-1
AM
000100
200
100-0001
3:2
2
/
3
200
1 Flitserfunc tie ................................................... 27
2 Macrostand (close-up) .................................... 29
F
3 Lichtmeting .................................................... 48
4 Continu-stand ................................................. 54
5 Indicator stille stand ....................................4, 83
6 Aantal beschikbare frames ............................ 113
7 Temperatuurwaarschuwing .......................... 111
8 Beeldkwaliteit en -formaat ............................. 69
9 Dynamisch bereik ............................................ 70
10 Filmsimulatie .................................................. 51
12 Batterijniveau ................................................. 15
13 Gevoeligheid ................................................... 41
14 Diafragma ......................................33, 35, 36, 68
15 Scherpstelframe/scherpstelpunt ..................... 44
16 Sluitertijd .............................................33, 34, 36
17 Opnamestand ................................................. 33
18 Scherpstelstand .............................................. 42
19 Zelfontspannerindicator .................................. 49
20 Belichtingscompensatie/
belichtingsindicator ...................................36, 47
11 Witbalans ........................................................ 39
1 Foto's waarderen ............................................. 23
2 Indicator rode-ogenverwijdering .................... 79
F
3 Indicator stille stand ....................................4, 83
4 Geschenk afbeelding .......................................23
5 Framenummer ................................................ 84
6 Indicator afspeelstand..................................... 23
7 Markeren voor upload naar ............................. 80
8 Indicator fotoboekhulp ................................... 64
9 DPOF printindicator ......................................... 95
10 Beschermde afbeelding .................................. 78
6
Eerste stappen
Eerste stappen
De draagriem bevestigen
De draagriem bevestigen
Maak de draagriemclipjes aan de camera vast en daarna aan de draagriem.
Open een draagriemclipje.
1
Gebruik het hulpmiddel voor het vastmaken van clipjes om een draagriemclipje te openen, en zorg ervoor dat u het hulpmiddel en het clipje vasthoudt in de aangegeven richtingen.
Q Bewaar het gereedschap op een veilige plaats. U
zult het nodig hebben om de draagriemclipjes te openen bij het losmaken van de draagriem.
Plaats het draagriemclipje op het oogje.
2
Haak het bevestigingsoog vast in de opening van het clipje. Verwijder het gereedschap en houd het clipje met de andere hand op zijn plek.
Haal het clipje door het oogje.
3
Draai het clipje totdat het volledig door het oogje is en dichtklikt.
Bevestig een beschermkapje.
4
Plaats het beschermkapje over het oogje, zoals weergegeven. De zwarte kant moet richting de camera wijzen. Herhaal de stappen 1–4 voor het tweede oogje.
Eerste stappen
7
De draagriem bevestigen
Plaats de draagriem.
5
Haal de draagriem door het beschermkapje en de draagriemring.
Maak de draagriem vast.
6
Maak de draagriem vast zoals afgebeeld. Her­haal de stappen 5–6 voor het tweede oogje.
Q Zorg ervoor dat de draagriem goed vastzit om te
voorkomen dat de camera valt.
8
Een lens bevestigen
Een lens bevestigen
Lenzen verwijderen
Lenzen en andere optionele accessoires
Bevestig lenzen zoals hieronder beschreven.
Q Zorg is vereist om te voorkomen dat stof de camera binnendringt tijdens het bevestigen en verwijderen van lenzen.
Verwijder de behuizingdop en achterste dop.
1
Verwijder de behuizingdop van de camera en de achterste dop van de lens.
Q Raak de interne delen van de camera niet aan.
Bevestig de lens.
2
Plaats de lens op het bevestigingspunt, houd de markering op de lens en de camera op één lijn
Lenzen verwijderen
Schakel, om de lens te verwij­deren, de camera uit en druk vervolgens op de ontspanknop van de lens en draai aan de lens zoals aangeduid.
Q Om te voorkomen dat stof zich ophoopt op de lens of in
de camera, plaats de lenskap en de behuizingdop van de camera terug wanneer de lens niet is bevestigd.
Lenzen en andere optionele accessoires
De camera kan worden gebruikt met lenzen voor het FUJIFILM X-mount bevestigingspunt en andere acces­soires die genoemd worden vanaf pagina 99.
Ontspanknop lens
en draai vervolgens aan de lens totdat het op zijn plaats klikt.
Eerste stappen
Q Druk niet op de ontspanknop van de lens tijdens
het bevestigen van de lens.
9
De batterij opladen
De batterij opladen
De laadindicator
Laadindicator
Laadtoestand
Actie
Uit
Geen batterij
geplaatst.
Plaats de batterij.
Batterij volledig
opgeladen.
Verwijder de batterij.
Aan
De batterij wordt
opgeladen.
Knippert
Batterij defect.
Trek de stekker van de
lader uit het stopcontact
en verwijder de batterij.
De batterij is bij verscheping uit de fabriek niet opgeladen. Laad de batterij vóór gebruik op.
Plaats de batterij in de lader.
1
Plaats de batterij in de meegeleverde batterijla­der, zoals aangeduid.
Laadindicator
Batterijlader
Pijl
Batterij
De camera gebruikt een NP-W126 oplaadbare batterij.
Sluit de lader aan op een stopcontact.
2
Steek de stekker van de lader in een stopcon­tact. De laadindicator licht op.
De laadindicator
De laadindicator geeft de voortgang van het opla­den als volgt weer:
Laadindicator
Uit
Aan
Knippert
Laad de batterij op.
3
Laadtoestand
Geen batterij
geplaatst.
Batterij volledig
opgeladen.
De batterij wordt
opgeladen.
Batterij defect.
Plaats de batterij.
Verwijder de batterij.
Trek de stekker van de
lader uit het stopcontact
en verwijder de batterij.
Verwijder de batterij zodra het opladen is voltooid. Raadpleeg de technische gegevens (P 117) voor laadtijden (bedenk dat de laadtij­den bij lage temperaturen toenemen).
Q Trek de stekker van de lader uit het stopcontact wan-
neer deze niet wordt gebruikt.
Actie
10
De batterij en een geheugenkaart plaatsen
De batterij en een geheugenkaart plaatsen
De camera heeft geen intern geheugen; in plaats daarvan worden foto's op optionele SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten (apart verkrijgbaar). Plaats, na het opladen van de batterij, de batterij en geheu­genkaarten zoals hieronder beschreven.
Open de afdekkap van het batterijencompar-
1
timent.
Verschuif de vergrendeling van het batterijen­compartiment zoals aangeduid en open het afdekkapje van het batterijencompartiment.
Q Open het afdekkapje van het batterijencomparti-
ment nooit wanneer de camera is ingeschakeld. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaat­regel kan beschadiging van fotobestanden of geheugenkaarten tot gevolg hebben.
Q Gebruik niet te veel kracht wanneer u de afdekkap
van het batterijencompartiment opent of sluit.
Plaats de batterij.
2
Terwijl u de batterij gebruikt om het batte­rijklepje naar een kant te drukken, plaats eerst de contactpunten van de batterij in de richting die wordt aangegeven door de pijl. Controleer of de batterij stevig vastzit.
Pijl
Batterijvergrendeling
Q Plaats de batterij in de juiste richting. Oefen geen
kracht uit en probeer niet de batterij achterste­voren of ondersteboven in het compartiment te plaatsen. De batterij schuift moeiteloos in de juiste
richting.
Eerste stappen
11
De batterij en een geheugenkaart plaatsen
Plaats de geheugenkaart.
3
Houd de geheugen­kaart in de richting zoals rechts wordt aangegeven en schuif deze in het apparaat totdat deze aan de achterkant van de sleuf
Klik
vastklikt.
Q Zorg ervoor dat de kaart in de juiste richting is
geplaatst; steek de kaart er niet onder een hoek in en oefen geen kracht uit.
Q SD-/SDHC-/SDXC-geheu-
genkaarten kunnen wor­den vergrendeld, zodat de kaart niet geformat­teerd kan worden en er geen foto’s opgeslagen of gewist kunnen worden. Schakel deze schrijfbe­veiliging met het schakelaartje uit voordat u de geheugenkaart in de camera plaatst.
Sluit het afdekkapje van het batterijencom-
4
Schakelaar voor schrijfbeveiliging
partiment.
Verschuif de vergrendeling van het batterij­encompartiment zoals aangeduid en sluit het afdekkapje van het batterijencompartiment.
12
De batterij en de geheugenkaart verwijderen
De batterij en de geheugenkaart verwijderen
QQBatterijen
Voordat u de batterij of de geheugenkaart verwijdert, moet de camera worden uitgeschakeld waarna de afdekkap van het batterijcompartiment kan worden geopend.
Druk de batterijvergrende­ling opzij om de batterij vrij te geven en laat de batterij uit de camera glijden.
Batterijvergrendeling
De geheugenkaart kan wor­den verwijderd door de kaart omlaag te drukken en langzaam omhoog te laten komen. De geheugenkaart kan nu met de hand worden verwijderd. Bij het verwijderen van een ge­heugenkaart kan de kaart te snel worden uitgeworpen. Gebruik uw vinger om deze tegen te houden en laat de kaart zachtjes los.
De batterij en een geheugenkaart plaatsen
Batterijen
• Maak de polen van de batterij schoon met een zachte, droge doek. Anders kan de batterij mogelijk niet wor­den opgeladen.
• Plak geen etiketten of andere voorwerpen op de bat­terij. Anders kan de batterij mogelijk niet meer uit de camera worden genomen.
• Voorkom dat de batterijpolen worden kortgesloten. Anders kan de batterij oververhit raken.
• Lees de voorzorgsmaatregelen in “De batterij en voe-
P iv).
ding” (
• Gebruik alleen een voor de batterij voorgeschreven bat­terijlader. Anders kan de batterij en/of de batterijlader defect raken.
• Probeer niet de labels van de batterij te halen of de behuizing te openen.
• De batterij verliest geleidelijk haar lading, zelfs wanneer de batterij niet wordt gebruikt. Laad de batterij een of twee dagen vóór gebruik op.
Eerste stappen
13
De batterij en een geheugenkaart plaatsen
QQGeheugenkaarten
■ Compatibele geheugenkaarten
FUJIFILM en SanDisk SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten zijn goedgekeurd om in deze camera te worden gebruikt. Een volledige lijst met goedgekeurde geheugenkaarten is beschikbaar op http://www. fujifilm.com/support/digital_cameras/compatibility/. Met andere geheugenkaarten kan de werking niet worden gegarandeerd. De camera is niet geschikt om te worden gebruikt met xD-Picture Cards of Multi­MediaCard (MMC)-apparaten.
Geheugenkaarten
Voorkom dat de camera wordt uitgeschakeld of dat de geheugenkaart wordt verwijderd terwijl de camera bezig is met het formatteren van de geheugenkaart of met het wegschrijven of wissen van gegevens. Anders kan de geheugen-
kaart worden beschadigd.
• Nieuwe geheugenkaarten moeten vóór het eerste gebruik worden geformatteerd en alle geheugenkaarten die in een computer of ander apparaat zijn gebruikt, moeten ook weer worden geformatteerd. Zie pagina 86 voor meer informatie over het formatteren van geheugenkaarten.
• Geheugenkaarten zijn klein en kunnen worden ingeslikt; bewaar geheugenkaarten buiten het bereik van kinderen. Roep onmiddellijk medische hulp in wanneer een kind een geheugenkaart heeft ingeslikt.
• miniSD- of microSD-adapters die groter of kleiner zijn dan de standaardafmetingen van een SD-/SDHC-/SDXC-kaart, worden mogelijk niet normaal uitgeworpen. Breng de camera naar een erkend servicecenter als dit gebeurt. Probeer de kaart niet met geweld uit de camera te halen.
• Plak geen etiketten op geheugenkaarten. Etiketten die losraken kunnen defecten veroorzaken.
• Bij sommige soorten SD-/SDHC-/SDXC-geheugenkaarten kunnen  lmopnamen onderbrekingen vertonen. Gebruik
G-kaart of beter bij het opnemen van HD- lms.
een
• Door het formatteren van een geheugenkaart of het interne geheugen wordt een map aangemaakt waarin de foto’s worden opgeslagen. U mag deze map niet verwijderen of hernoemen. Ook mag u de fotobestanden in deze map niet bewerken, wissen of hernoemen met een computer of ander apparaat. Gebruik de camera altijd om foto’s te verwijderen; kopieer voor het bewerken en hernoemen van bestanden deze naar een computer en bewerk of hernoem de kopieën, en niet de originele bestanden. Het hernoemen van bestanden op de camera kan problemen veroorzaken tijdens het afspelen.
14
De camera in- en uitschakelen
De camera in- en uitschakelen
Batterijniveau
Indicator
Beschrijving
Draai de ON/OFF-schakelaar naar ON om de camera aan te zetten. Selecteer OFF om de camera uit te schakelen.
R Druk op de a-knop om het afspelen te starten. Druk de ontspanknop half in
om terug te keren naar de opnamestand.
R De camera wordt automatisch uitgeschakeld als deze niet wordt bediend ge-
durende de tijdsduur die is ingesteld voor M UITSCHAKELEN (P 85). Druk de ontspanknop half in of draai de ON/OFF-schakelaar naar OFF en vervolgens weer naar ON om de camera opnieuw aan te zetten nadat deze automatisch werd uitgeschakeld.
R Voor informatie over opstart opties, zie pagina 84.
Q Vingervlekken en vuil op de lens of de zoeker zijn van invloed op de kwaliteit van de foto’s of het zicht door de
zoeker. Zorg dat de lens en de zoeker schoon blijven.
Batterijniveau
Controleer het batterijniveau nadat u de camera inschakelt.
Indicator
D (wit) C (wit) B (rood) A (knippert rood)
Batterij gedeeltelijk ontladen. Batterij voor meer dan de helft ontladen Batterij bijna leeg. Zo snel mogelijk opladen. Batterij is leeg. Zet de camera uit en vervang de batterijen.
Beschrijving
P
Eerste stappen
15
Basisinstellingen
Basisinstellingen
Wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld, verschijnt er een taalkeuzevenster. Stel de camera in volgens onderstaande aanwijzingen (u kunt op elk gewenst moment de klok opnieuw instellen of een andere taal kiezen met de opties F DATUM/TIJD of L a van het instellingenmenu; zie pagina 83 voor informatie over het oproepen van het instellingenmenu).
Kies een taal.
1
START MENU
ENGLISH
FRANCAIS DEUTSCH
NOSET
Stel datum en tijd in.
2
DATUM/TIJD NIET INGESTELD
2014 2013
JJ. MM. DD
2012
2011 2010
AFBREKENOK
1. 1
Selecteer een taal en druk op MENU/OK.
R Druk op DISP/BACK om de huidige stap over te slaan. De stappen die u nu over-
slaat worden nogmaals getoond wanneer u de camera opnieuw inschakelt.
Draai de selectieknop naar links of rechts om het jaar, de maand, de dag, het uur of de minuten te selecteren en druk op omhoog of omlaag om
12 : 00
de juiste waarden in te stellen. Om de volgorde te veranderen waarin
AM
het jaar, de maand en de datum worden weergegeven, selecteert u de datumnotatie en drukt u op de selectieknop omhoog of omlaag. Druk op MENU/OK om de opnamestand te verlaten wanneer de instellingen zijn voltooid.
R Als er gedurende langere tijd geen batterij in de camera zit, wordt de cameraklok teruggezet en wordt de taalkeu-
zevenster weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld.
16
Loading...
+ 106 hidden pages