Poorten en connectoren..................................................................................................................................................... 15
Opties voor System Setup..................................................................................................................................................19
Het BIOS updaten in Windows.......................................................................................................................................... 26
Het BIOS bijwerken op systemen waarop BitLocker is ingeschakeld..................................................................... 27
Uw systeem-BIOS bijwerken met behulp van een USB-flash-station....................................................................27
Het Dell BIOS bijwerken in Linux en Ubuntu-omgevingen....................................................................................... 28
Het flashen van het BIOS vanuit het eenmalige F12-opstartmenu.........................................................................28
Systeem- en installatiewachtwoord...................................................................................................................................31
Een systeeminstallatiewachtwoord toewijzen............................................................................................................31
Een bestaand systeeminstallatiewachtwoord verwijderen of wijzigen...................................................................32
Contact opnemen met Dell................................................................................................................................................ 34
Inhoudsopgave3
De computer instellen
1. Sluit het toetsenbord en de muis aan.
2. Maak verbinding met uw netwerk met behulp van een kabel of maak verbinding met een draadloos netwerk.
OPMERKING: De draadloze netwerkkaart is optioneel en moet apart worden aangeschaft.
1
3. Sluit het beeldscherm aan.
OPMERKING:
achterzijde van de computer bedekt. Sluit het beeldscherm aan op de afzonderlijke grafische kaart.
4. Sluit de stroomkabel aan.
4De computer instellen
Als u uw computer hebt besteld met een afzonderlijke grafische kaart, zijn de HDMI-poort en DisplayPorts aan de
5. Druk op de aan-/uitknop.
6. Volg de instructies op het scherm om de installatie van Windows te voltooien:
a. Maak verbinding met een netwerk.
b. Meld u aan bij uw Microsoft-account of maak een nieuw account aan.
De computer instellen
5
7. Zoek naar Dell apps.
Tabel 1. Zoek naar Dell apps
PictogrammenFuncties
Registreer uw computer
Hulp en ondersteuning van Dell
SupportAssist — Controleer en update uw computer
6De computer instellen
Chassis
In dit hoofdstuk worden de verschillende chassis weergaven samen met de poorten en connectoren en worden de FNsneltoetscombinaties uitgelegd.
Luchtcontaminatieniveau: G1 zoals gedefinieerd door ISA-S71.04-1985
OPMERKING:
regio voor beschikbaarheid.
Tabel 16. Computeromgeving
Temperatuurbereik
Ga voor meer informatie over milieuaspecten van Dell naar het gedeelte over milieukenmerken. Bekijk uw specifieke
OperationeelOpslag
0°C tot 35°C (32°F tot 95°F)-40 °C tot 65 °C (-40 °F tot 149 °F)
Relatieve vochtigheid (maximum)
Trilling (maximaal)
Schokken (maximaal)
Hoogte (maximum)
10 % tot 80 % (niet-condenserend)
OPMERKING: Maximale
dauwpunttemperatuur = 26°C
0,26 GRMS1,37 GRMS
†
40 G
-15,2 m tot 3048 m (-50 ft tot 10.000 ft)-15,2 m tot 10.668 m (-50 ft tot 35.000 ft)
10% tot 95% (niet-condenserend)
OPMERKING: Maximale
dauwpunttemperatuur = 33°C
‡
105 G
Systeemspecificaties17
* Gemeten met een willekeurig trillingsspectrum dat de gebruikersomgeving nabootst.
† Gemeten met een halve sinuspuls van 2 ms wanneer de vaste schijf in gebruik is.
‡ Gemeten met een halve sinuspuls van 2 ms wanneer de kop van de vaste schijf geblokkeerd is.
18Systeemspecificaties
4
Systeeminstallatie
Met systeeminstallatie kunt u uw pc hardware beheren en BIOS-niveau-opties opgeven. Vanuit de systeeminstallatie kunt u:
● De NVRAM-instellingen wijzigen na het toevoegen of verwijderen van hardware;
● De configuratie van de systeemhardware bekijken;
● Geïntegreerde apparaten in- of uitschakelen;
● Grenswaarden voor prestatie- en energiebeheer instellen;
● De computerbeveiliging beheren.
Opstartmenu
Druk op <F12> wanneer het Dell logo verschijnt om een eenmalig opstartmenu te openen met een lijst van de geldige opstartapparaten
voor het systeem. Diagnostiek en BIOS Setup-opties zijn ook opgenomen in dit menu. De apparaten die zijn opgenomen in het
opstartmenu hangen af van de opstartbare apparaten in het systeem. Dit menu is handig wanneer u probeert te starten vanaf een bepaald
apparaat of de diagnostiek voor het systeem wilt oproepen. Het opstartmenu gebruiken heeft geen wijzigingen tot gevolg in de
opstartvolgorde die in het BIOS is opgeslagen.
● Enable Secure Digital (SD) card (SD-kaart inschakelen) (standaard)
● SD-kaart veilig opstarten (standaard)
Tabel 19. Video
OptieBeschrijving
Multi-DisplayDeze optie is standaard geactiveerd.
Primary DisplayHiermee kunt u de primaire videocontroller configureren wanneer er meerdere controllers
beschikbaar zijn. De opties zijn:
Systeeminstallatie21
Tabel 19. Video (vervolg)
OptieBeschrijving
● Auto (Automatisch) (standaardinstelling)
● Intel HD Graphics
● NVIDIA HD Graphics
Tabel 20. Beveiliging
OptieBeschrijving
Strong PasswordMet deze optie kunt u sterke wachtwoorden voor het systeem in- of uitschakelen. Deze optie is
standaard uitgeschakeld.
Password ConfigurationHiermee kunt u het minimum- en maximumaantal tekens instellen dat is toegestaan voor een
beheerderwachtwoord en het systeemwachtwoord. De aantal tekens ligt tussen 4 en 32.
Password BypassMet deze optie kunt u tijdens het opnieuw opstarten van het systeem het System (Boot) Password
(Systeem (Boot) wachtwoord) en het wachtwoord van de interne vaste schijf omzeilen.
● Disabled (Uitgeschakeld): altijd vragen om het wachtwoord van het systeem en de interne HDD
wanneer deze zijn ingesteld. Deze optie is standaard ingeschakeld.
● Reboot Bypass (Overslaan bij hervatten): sla de wachtwoordprompts over bij opnieuw opstarten
(warm opstarten).
OPMERKING: Het systeem vraagt altijd om het wachtwoord van het systeem en de interne
HDD als het systeem wordt ingeschakeld als het systeem uit stond (koud opstarten). Bovendien
vraagt het systeem altijd om wachtwoorden op module-HDD's die aanwezig kunnen zijn.
Password ChangeMet deze optie kunt u bepalen of u wijzigingen wilt toestaan op het systeemwachtwoord en vaste-
schijfwachtwoord wanneer het beheerderwachtwoord is ingesteld.
Allow Non-Admin Password Changes (Non-admin-wachtwoordwijzigingen toestaan): deze
optie is standaard ingeschakeld.
UEFI Capsule Firmware UpdatesDeze optie bepaalt of het systeem BIOS-updates via UEFI capsule updatepakketten toestaat. Deze
optie is standaard geactiveerd. Als u deze optie uitschakelt, worden BIOS-updates van diensten
zoals Microsoft Windows Update en Linux Vendor Firmware Service (LVFS) geblokkeerd.
TPM 2.0 SecurityHiermee kunt u instellen of de TPM (Trusted Platform Module) zichtbaar is voor het
besturingssysteem.
● TPM On (TPM aan) (Standaard)
● Clear (Wissen)
● PPI Bypass for Enable Commands (PPI overslaan voor ingeschakelde opdrachten)
(standaard)
● PPI Bypass for Disable Commands (PPI overslaan voor uitgeschakelde opdrachten)
● PPI Bypass for Clear Commands (PPI overslaan voor gewiste opdrachten)
Enclave Memory SizeHiermee kunt u de grootte van het Intel Software Guard Extensions reserve Enclave-geheugen
wijzigen. De opties zijn:
● 32 MB
● 64 MB
● 128 MB
Tabel 23. Prestaties
OptieBeschrijving
Multi Core SupportDit veld geeft aan of een of alle kernen van de processor worden ingeschakeld. Bij meerdere
kernen zullen de prestaties van bepaalde applicaties toenemen. Deze optie is standaard
ingeschakeld. Hiermee kunt u de ondersteuning van meerdere kernen voor de processor in- of
uitschakelen. De opties zijn:
Systeeminstallatie23
Tabel 23. Prestaties (vervolg)
OptieBeschrijving
● All (Alle) (standaard)
● 1
● 2
● 3
OPMERKING:
● De getoonde opties kunnen verschillen op basis van de geplaatste processor.
● De opties zijn afhankelijk van het aantal kernen dat wordt ondersteund door de geplaatste
processor (All, 1, 2, N-1 voor N-Core processoren)
Intel SpeedStepHiermee kunt u de functie Intel SpeedStep in- of uitschakelen.
C-States ControlHiermee kunt u de aanvullende slaapstanden van de processor in- of uitschakelen.
C states (C-staten) (Deze opties is standaard geselecteerd)
Cache Prefetcher
Intel TurboBoost
Hyper-Thread Control
● Hardware Prefetcher (standaard)
● Adjacent Cache Prefetch (standaard)
Wanneer hardware prefetcher is ingeschakeld, haalt de hardware prefetcher van de processor
automatisch gegevens en code op voor de processor
Als adjacent cache is ingeschakeld, haalt dit proces de momenteel aangevraagde cache line op,
evenals de daaropvolgende cache line.
Hiermee kunt u de Intel TurboBoost-modus van de processor in- of uitschakelen.
De optie Intel TurboBoost is standaard ingesteld.
Hiermee kunt u HyperThreading in de processor in- of uitschakelen.
● Disabled (uitgeschakeld)
● Enabled (Ingeschakeld)—standaard
Tabel 24. Energiebeheer
OptieBeschrijving
AC RecoverySpecificeert hoe de computer handelt als de netvoeding na een stroomstoring hersteld is. U kunt
AC Recovery als volgt instellen:
● Power Off (Uitgeschakeld) (standaardinstelling)
● Power On (Stroom aan)
● Last Power State (Laatste energiestand)
Enable Intel Speed Shift
Technology
Auto On TimeHiermee kunt u de tijd instellen waarop de computer automatisch moet worden ingeschakeld. De
Deep Sleep ControlHiermee kunt u de besturingen definiëren wanneer Deep Sleep (Diepe slaap) is ingeschakeld.
24Systeeminstallatie
Hiermee kunt u de ondersteuning voor Intel Speed Shift Technology in- of uitschakelen. De optie
Enable Intel Speed Shift Technology (Intel Speed Shift-technologie inschakelen) is standaard
ingesteld.
opties zijn:
● Disabled (Uitgeschakeld) (standaard)
● Every Day (Elke dag)
● Weekdays (Op werkdagen)
● Select Days (Dagen selecteren)
● Disabled (uitgeschakeld)
● Enabled in S5 only (Alleen ingeschakeld in S5)
● Enabled in S4 en S5 (Ingeschakeld in S4 en S5) (Standaard)
Tabel 24. Energiebeheer (vervolg)
OptieBeschrijving
Fan Control OverrideHiermee kunt u de snelheid van de systeemventilator beheren. De opties zijn:
De optie Ventilatiebesturing negeren is niet standaard ingeschakeld.
Wake on LAN/WLANMet deze optie kan de computer vanuit de uit-stand worden ingeschakeld via een speciaal LAN-
signaal. Opstarten uit de stand-bystand wordt niet beïnvloed door deze instelling en moet zijn
ingeschakeld in het besturingssysteem. Deze functie werkt alleen wanneer de computer is
aangesloten op wisselstroom.
● Disabled (Uitgeschakeld) (standaard)
● LAN Only (Alleen LAN)
● WLAN Only (Alleen WLAN)
● LAN or WLAN (LAN of WLAN)
● LAN with PXE Boot (Opstarten via LAN met PXE)
Block SleepHiermee kunt u voorkomen dat de computer naar de slaapstand (S3 stand) gaat in OS
Environment. De optie Block Sleep is standaard uitgeschakeld.
Tabel 25. POST Behavior (Gedrag POST)
OptieBeschrijving
Numlock LEDHiermee kunt u aangeven of de NumLock-functie wordt ingeschakeld wanneer het systeem wordt
opgestart. Deze optie is standaard ingeschakeld.
Keyboard ErrorsHiermee wordt aangegeven of toetsenbord gerelateerde fouten worden gerapporteerd tijdens het
opstarten. Deze optie is standaard ingeschakeld.
Extend BIOS POST TimeMet deze optie creëert u een extra vertraging vóór het opstarten.
● 0 seconds (0 seconden) (standaard)
● 5 seconds (5 seconden)
● 10 seconds (10 seconden)
Logo op volledig schermDeze optie geeft het volledige logo weer op het scherm als uw afbeelding overeenkomt met de
schermresolutie. De optie 'Enable UEFI Network Stack' (UEFI netwerkstack inschakelen) is
standaard niet ingeschakeld.
Warnings and ErrorsDeze optie zorgt ervoor dat het opstartproces alleen wordt gepauzeerd indien er waarschuwingen
of fouten worden aangetroffen. Kies een van de volgende opties:
● Prompt on Warnings and Errors (Vragen bij waarschuwingen en foutmeldingen)
(standaard)
● Ga verder bij waarschuwingen
● Doorgaan ondanks waarschuwingen en fouten
Tabel 26. Beheerbaarheid
OptieBeschrijving
USB voorzieningDeze optie is standaard niet ingeschakeld.
MEBx HotkeyDeze optie is standaard geactiveerd.
Tabel 27. Virtualization Support (Ondersteuning virtualisatie)
OptieBeschrijving
VirtualizationDeze optie geeft aan of een Virtual Machine Monitor (VMM) gebruik kan maken van de
aanvullende hardwaremogelijkheden die door Intel Vitalization Technology worden geleverd.
● Enable Intel Virtualization Technology (Intel-virtualisatietechnologie inschakelen):
deze optie is standaard ingeschakeld.
VT for Direct I/OHiermee schakelt u VVM (Virtual Machine Monitor) in of uit voor het gebruik van de extra
hardwaremogelijkheden van Intel Virtualization Technology voor directe I/O.
Systeeminstallatie25
Tabel 27. Virtualization Support (Ondersteuning virtualisatie) (vervolg)
OptieBeschrijving
● Enable VT for Direct I/O (VT voor directe I/O inschakelen): Deze optie is standaard
geselecteerd.
Trusted ExecutionMet deze optie geeft u aan of een MVMM (Measured Virtual Machine Monitor) de extra
hardwareopties kan gebruiken die worden geboden door de Intel Trusted Execution Technology.
● TPM Security (TPM-beveiliging): deze optie is standaard uitgeschakeld.
Tabel 28. Maintenance (Onderhoud)
OptieBeschrijving
Service TagToont de servicetag van uw computer.
Asset TagHier kunt u een inventaristag voor de computer maken als er nog geen inventaristag is ingesteld.
Deze optie is niet standaard ingeschakeld.
SERR MessagesHiermee kunt u het SERR-meldingsmechanisme regelen. Deze optie is niet standaard
ingeschakeld. Voor sommige grafische kaarten is vereist dat het SERR-meldingsmechanisme is
uitgeschakeld.
BIOS DowngradeHiermee kunt u eerdere revisies van de systeemfirmware installeren. Deze optie is standaard
ingeschakeld.
Data WipeHiermee kunt u veilig gegevens wissen van alle interne opslagapparaten. Deze optie is standaard
uitgeschakeld.
BIOS RecoveryHiermee kunt u bepaalde corrupte BIOS-condities herstellen met behulp van een herstelbestand.
Deze optie is standaard ingeschakeld.
Tabel 29. Systeemlogboeken
OptieBeschrijving
BIOS eventsToont het logboek voor systeemgebeurtenissen; hiermee kunt u het logboek wissen.
ASPMHiermee kunt u het niveau voor Active State Power Management instellen:
● Auto (Automatisch) (standaardinstelling)
● Disabled (uitgeschakeld)
● L1 Only (Alleen L1)
Pcie LinkSpeedHiermee selecteert u de maximaal haalbare PCIe-linksnelheid voor de apparaten binnen het
systeem.
● Auto (standaard)
● Gen1
● Gen2
Het BIOS updaten in Windows
Het wordt aanbevolen om uw BIOS (Systeeminstallatie) bij te werken wanneer de systeemkaart wordt vervangen of als er een update
beschikbaar is.
OPMERKING:
weer worden ingeschakeld nadat de BIOS-update is voltooid.
1. Start de computer opnieuw.
26
Systeeminstallatie
Als BitLocker is ingeschakeld, moet deze worden opgeschort voordat u het systeem-BIOS updatet en vervolgens
2. Ga naar Dell.com/support.
● Vul de Servicetag of Eexpress-servicecode in en klik op Verzenden.
● Klik of tik op Detect Product en volg de instructies op het scherm.
3. Als u geen product kunt detecteren of de servicetag niet kunt vinden, klikt u op Choose from all products.
4. Kies de categorie Products in de lijst.
OPMERKING: Kies de juiste categorie om de productpagina te openen.
5. Selecteer uw computermodel en de pagina Product Support van uw computer verschijnt.
6. Klik op Drivers ophalen en klik op Drivers en downloads.
Het gedeelte met de drivers en downloads verschijnt.
7. Klik op Find it myself.
8. Klik op BIOS om de BIOS-versies weer te geven.
9. Bepaal het nieuwste BIOS-bestand en klik op Downloaden.
10. Selecteer uw voorkeursmethode voor het downloaden in het venster Selecteer hieronder uw voorkeursmethode voordownloaden; klik op Bestand downloaden.
Het venster Bestand downloaden wordt weergegeven.
11. Klik op Opslaan om het bestand op uw computer op te slaan.
12. Klik op Uitvoeren om de bijgewerkte BIOS-instellingen te installeren op uw computer.
Volg de aanwijzingen op het scherm.
Het BIOS bijwerken op systemen waarop BitLocker is ingeschakeld
WAARSCHUWING:
BitLocker-sleutel niet de volgende keer dat u het systeem opnieuw opstart. U wordt vervolgens gevraagd om de
herstelsleutel in te voeren om verder te gaan en het systeem zal dit bij elke herstart vragen. Als de herstelsleutel niet
bekend is, kan dit leiden tot dataverlies of een onnodige herinstallatie van het besturingssysteem. Lees het
kennisartikel: BIOS bijwerken op Dell systemen met BitLocker ingeschakeld voor meer informatie over dit onderwerp
Als BitLocker niet wordt onderbroken voordat het BIOS wordt bijgewerkt, herkent het systeem de
Uw systeem-BIOS bijwerken met behulp van een USB-flash-station
Als het systeem niet kan laden in Windows, maar het BIOS toch moet worden geüpdatet, downloadt u het BIOS-bestand met behulp van
een ander systeem en slaat u dit op een opstartbare USB-flash-station op.
OPMERKING:
maken van een opstartbaar USB flash-station met behulp van Dell Diagnostic Deployment Package (DDDP)
1. Download het .exe-bestand voor de BIOS-update naar een ander systeem.
2. Kopieer het bestand, bijvoorbeeld O9010A12.exe, naar het opstartbare USB-flash-station.
3. Plaats het USB-flash-station in het systeem waarvoor de BIOS-update nodig is.
4. Start het systeem opnieuw op en druk op F12 wanneer het Dell Splash-logo verschijnt. Er wordt een eenmalig opstartmenu
weergegeven.
5. Gebruik de pijltoetsen, selecteer USB Storage Device en klik op Enter.
6. Het systeem start op en een dialoog C:\>-prompt wordt weergegeven.
7. Voer het bestand uit door de volledige bestandsnaam te typen, bijv. O9010A12.exe. Druk op Enter.
8. Het BIOS-updateprogramma wordt geladen. Volg de instructies op het scherm.
U moet een opstartbaar USB-flash-station gebruiken. Raadpleeg het volgende artikel voor meer informatie over het
Systeeminstallatie
27
Afbeelding 1. DOS-BIOS Update-scherm
Het Dell BIOS bijwerken in Linux en Ubuntu-omgevingen
Zie https://www.dell.com/support/article/sln171755/ als u het systeem-BIOS wilt bijwerken in een Linux-omgeving zoals Ubuntu.
Het flashen van het BIOS vanuit het eenmalige F12-opstartmenu
Uw systeem-BIOS bijwerken door gebruik te maken van een BIOS-update .exe-bestand gekopieerd naar een FAT32 USB-stick en door op
te starten vanuit het eenmalige F12-opstartmenu.
BIOS-update
U kunt het BIOS-updatebestand van Windows uitvoeren met een opstartbare USB-stick of u kunt het BIOS ook bijwerken via van het
eenmalige F12-opstartmenu van het systeem.
De meeste Dell systemen die na 2012 zijn gemaakt, hebben deze mogelijkheid en u kunt die bevestigen door uw systeem op te starten via
het eenmalige F12-opstartmenu en te controleren of BIOS FLASH UPDATE als opstartoptie is aangegeven op uw systeem. Het BIOS
ondersteunt deze BIOS-update-optie als de optie in de lijst staat.
OPMERKING: Alleen systemen met een BIOS-flashupdate-optie in het eenmalige F12-opstartmenu kunnen deze functie gebruiken.
Het bijwerken van het het eenmalige opstartmenu
Om uw BIOS via het eenmalige F12-opstartmenu bij te werken, hebt u nodig:
● USB-stick geformatteerd naar het bestandssysteem FAT32 (USB-stick hoeft niet opstartbaar te zijn)
● Uitvoerbaar BIOS-bestand dat u hebt gedownload vanaf de ondersteuningswebsite van Dell en gekopieerd naar de hoofdmap van de
USB-stick
● AC-adapter is aangesloten op het systeem
● Functionele systeembatterij om het BIOS te flashen
Voer de volgende stappen uit om het BIOS-updateflashproces in het F12-menu uit te voeren:
WAARSCHUWING:
tot gevolg hebben dat het systeem niet meer opstart.
1. Voer de USB-stick met daarop de flash in als het systeem uitstaat.
2. Schakel het systeem in en druk op de F12 om toegang tot het menu One-Time Boot (Eenmalig opstarten) te krijgen. Markeer BIOSupdate met de muis of de pijltoetsen en druk op Enter.
28
Systeeminstallatie
Schakel het systeem niet uit tijdens het BIOS-updateproces. Als u het systeem uitschakelt, kan dat
3. Het Bios flashmenu wordt geopend. Klik op Flash from file (Flashen uit bestand).
4. Extern USB-apparaat kiezen
Systeeminstallatie
29
5. Nadat het bestand is geselecteerd, dubbelklikt u op het doelbestandvoor flashen en drukt u op verzenden.
6. Klik op Update BIOS (BIOS updaten). Het systeem wordt opnieuw opgestart om het BIOS te flashen.
30
Systeeminstallatie
7. Zodra het proces is voltooid, wordt het systeem opnieuw opgestart en het BIOS-updateproces afgerond.
Systeem- en installatiewachtwoord
Tabel 31. Systeem- en installatiewachtwoord
Type wachtwoordOmschrijving
SysteemwachtwoordWachtwoord dat moet worden ingevuld om aan uw systeem in te
loggen.
InstallatiewachtwoordWachtwoord dat moet worden ingevoerd voor toegang en het
aanbrengen van wijzigingen aan de BIOS-instellingen van uw
computer.
U kunt ter beveiliging van uw computer een wachtwoord voor het systeem en de installatie aanmaken.
WAARSCHUWING: De wachtwoordfunctie zorgt voor een basisbeveiliging van de data in uw computer.
WAARSCHUWING: Iedereen heeft toegang tot de data op uw computer als deze onbeheerd en niet vergrendeld wordt
achtergelaten.
OPMERKING: De functie voor het systeem- en installatiewachtwoord is uitgeschakeld.
Een systeeminstallatiewachtwoord toewijzen
U kunt alleen een nieuw systeem- of beheerderswachtwoord instellen wanneer de status op Not Set staat.
Druk na het aanzetten of opnieuw opstarten van de computer onmiddellijk op F2 om naar de systeeminstallatie te gaan.
1. Selecteer in het scherm Systeem-BIOS of Systeeminstallatie de optie Beveiliging en druk op Enter.
Het scherm Security (Beveiliging) wordt geopend.
2. Selecteer Systeem-/beheerderswachtwoord en maak een wachtwoord aan in het veld Voer het nieuwe wachtwoord in.
Hanteer de volgende richtlijnen om het systeemwachtwoord toe te kennen:
● Een wachtwoord mag bestaan uit maximaal 32 tekens.
● Het wachtwoord mag de nummers 0 t/m 9 bevatten.
● Er mogen alleen kleine letters worden gebruikt.
● Alleen de volgende speciale tekens zijn toegestaan: spatie, (”), (+), (,), (-), (.), (/), (;), ([), (\), (]), (`).
Systeeminstallatie
31
3. Typ het wachtwoord dat u eerder hebt ingevoerd in het veld Bevestig nieuw wachtwoord en klik op OK.
4. Druk op Esc waarna een melding verschijnt om de wijzigingen op te slaan.
5. Druk op J om de wijzigingen op te slaan.
Hierna wordt de computer opnieuw opgestart.
Een bestaand systeeminstallatiewachtwoord verwijderen of wijzigen
Zorg ervoor dat Wachtwoordstatus in de systeeminstallatie is ontgrendeld voordat u het bestaande wachtwoord voor het systeem en
de installatie verwijdert of wijzigt. U kunt geen van beide wachtwoorden verwijderen of wijzigen als Wachtwoordstatus vergrendeld is.
Druk na het aanzetten of opnieuw opstarten van de computer onmiddellijk op F2 om naar de systeeminstallatie te gaan.
1. Selecteer Systeembeveiliging in het scherm Systeem-BIOS of Systeeminstallatie en druk op Enter.
Het scherm Systeembeveiliging wordt geopend.
2. Controleer in het scherm Systeembeveiliging of Wachtwoordstatus op Ontgrendeld staat.
3. Selecteer Systeemwachtwoord, wijzig of verwijder het bestaande systeemwachtwoord en druk op Enter of Tab.
4. Selecteer Installatiewachtwoord, wijzig of verwijder het bestaande installatiewachtwoord en druk op Enter of Tab.
OPMERKING: Als u het systeem- en/of installatiewachtwoord wijzigt, voert u het nieuwe wachtwoord opnieuw in wanneer dit
wordt gevraagd. Als u het systeem- en/of installatiewachtwoord verwijdert, moet u de verwijdering bevestigen wanneer u hierom
wordt gevraagd.
5. Druk op Esc waarna een melding verschijnt om de wijzigingen op te slaan.
6. Druk op Y om de wijzigingen op te slaan en de systeeminstallatie te verlaten.
De computer start opnieuw op.
32
Systeeminstallatie
Software
In dit hoofdstuk worden de ondersteunde besturingssystemen beschreven. Bovendien vindt u hier instructies voor de installatie van
stuurprogramma's.
Ondersteunde besturingssystemen
Tabel 32. Ondersteunde besturingssystemen
Ondersteunde besturingssystemenBeschrijving
5
Windows-besturingssysteem
Overige
● Microsoft Windows 10 Home (64-bits)
● Microsoft Windows 10 Pro (64-bits)
● Microsoft Windows 10 Pro National Academic (64-bits)
● Microsoft Windows 10 Home National Academic (64-bits)
● Ubuntu 16.04 SP1 LTS (64-bit)
● Neokylin v6.0 SP4 (alleen China)
● Red Hat Enterprise Linux 7.5
Windows-drivers downloaden
1. Zet de aan.
2. Ga naar Dell.com/support.
3. Klik op Productondersteuning, voer de servicetag van uw in en klik op Verzenden.
OPMERKING:
uw model .
4. Klik op Drivers and Downloads (Drivers en downloads).
5. Selecteer het besturingssysteem dat op uw is geïnstalleerd.
6. Blader naar beneden op de pagina en selecteer de driver die u wilt installeren.
7. Klik op Download File (Bestand downloaden) om de driver voor uw te downloaden.
8. Ga na het downloaden naar de map waar u het bestand met de driver heeft opgeslagen.
9. Dubbelklik op het pictogram van het bestand met de driver en volg de instructies op het scherm.
Als u niet beschikt over de servicetag, gebruikt u de functie automatisch detecteren of handmatig bladeren voor
Software33
Behulpzame informatie vinden
Contact opnemen met Dell
OPMERKING: als u geen actieve internetverbinding hebt, kunt u contactgegevens ook vinden op uw factuur, pakbon, rekening of
productcatalogus van Dell.
Dell biedt diverse online en telefonische ondersteunings- en servicemogelijkheden. De beschikbaarheid verschilt per land en product en
sommige services zijn mogelijk niet beschikbaar in uw regio. Wanneer u met Dell contact wilt opnemen voor vragen over de verkoop,
technische ondersteuning of de klantenservice:
1. Ga naar Dell.com/support.
2. Selecteer uw ondersteuningscategorie.
3. Zoek naar uw land of regio in het vervolgkeuzemenu Choose a Country/Region (Kies een land/regio) onderaan de pagina.
4. Selecteer de juiste service- of ondersteuningslink op basis van uw probleem.
6
34Behulpzame informatie vinden
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.