Dell OptiPlex 580 Small Form Factor Service Manual [nl]

Dell™ OptiPlex™ 580-onderhoudshandleiding - Small Form Factor

Aan de computer werken

Onderdelen verwijderen en terugplaatsen

Specificaties

Moederbordindeling

System Setup (Systeeminstellingen)

Diagnostiek

Opmerkingen, waarschuwingen en gevaar-kennisgevingen

N.B.: duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de computer.

WAARSCHUWINGEN: geeft aan dat er schade aan hardware of potentieel gegevensverlies kan optreden als de instructies niet worden opgevolgd. GEVAAR: met GEVAAR wordt het risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden aangeduid.

Als u een Dell™ n Series-computer hebt gekocht, zijn alle verwijzingen in dit document naar Microsoft® Windows®-besturingsystemen niet van toepassing.

De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.

© 2010 Dell Inc. Alle rechten voorbehouden.

Verveelvoudiging van dit materiaal, op welke wijze dan ook, zonder de schriftelijke toestemming van Dell Inc. is strikt verboden.

Gebruikte handelsmerken in deze tekst: Dell, het DELL-logo en OptiPlex zijn handelsmerken van Dell Inc.; ATI Radeon is een handelsmerk van Advanced Micro Devices, Inc; Intel e n Core zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation; AMD Athlon, AMD Sempron en combinaties hiervan zijn handelsmerken van Advanced Micro Devices, Inc.; Blu-ray Disc is een handelsmerk van de Blu-ray Disc Association; Microsoft, Windows, Windows Vista, en de Windows Vista startknop zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.

Andere handelsmerken en handelsnamen die mogelijk in dit document worden gebruikt, dienen ter aanduiding van de rechthebbenden van die merken en namen of ter aanduiding van hun producten. Dell Inc. claimt op geen enkele wijze enig eigendomsrecht ten aanzien van andere merken of handelsnamen dan zijn eigen merken en handelsnamen.

April 2010

Rev. A00

Terug naar inhoudsopgave

Knoopcelbatterij

Dell™ OptiPlex™ 580-onderhoudshandleiding - Small Form Factor

GEVAAR: Lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen in de computer uitvoert. Voor meer informatie over veiligheid kunt u de startpagina over regelgeving raadplegen op www.dell.com/regulatory_compliance.

De knoopcelbatterij verwijderen

1.Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer.

2.De ventilator van de vaste schijf verwijderen.

3.Druk het vergrendelingslipje van de knoopbatterij in.

4. Verwijder de knoopcelbatterij uit de computer.

De knoopbatterij terugplaatsen

Voer de bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde uit om de knoopcelbatterij terug te plaatsen.

Terug naar inhoudsopgave

Terug naar inhoudsopgave

Computerkap

Dell™ OptiPlex™ 580-onderhoudshandleiding - Small Form Factor

GEVAAR: Lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen in de computer uitvoert. Voor meer informatie over veiligheid kunt u de startpagina over regelgeving raadplegen op www.dell.com/regulatory_compliance.

De computerkap verwijderen

1.Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer.

2.Schuif de vergrendeling van de computerkap naar achteren.

3. Kantel de computerkap vanaf de bovenkant naar buiten en verwijder de kap.

De computerkap terugplaatsen

Voer de bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde uit om de computerkap terug te plaatsen.

Terug naar inhoudsopgave

Terug naar inhoudsopgave

Diagnostiek

Dell™ OptiPlex™ 580-onderhoudshandleiding - Small Form Factor

Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)

Codes van het lampje van de aan/uit-knop

Pieptooncodes

Diagnostische lampjes

Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)

Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) gebruiken

Het is raadzaam om deze procedures af te drukken voordat u begint.

OPMERKING: Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) werkt alleen op Dell-computers.

OPMERKING: De schijf Drivers and Utilities (Stuuren hulpprogramma's) is optioneel en wordt mogelijk niet met de computer meegeleverd.

Open System Setup (Systeeminstellingen) (zie System Setup (Systeeminstellingen) openen), controleer de informatie over de configuratie van uw computer en controleer of het apparaat dat u wilt testen in System Setup (Systeeminstellingen) wordt weergegeven en actief is.

Start Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) vanaf de vaste schijf of vanaf de schijf Drivers and Utilities(Stuuren hulpprogramma's).

Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) starten vanaf de vaste schijf

1.Zet de computer aan of start deze opnieuw op.

2.Druk onmiddellijk op <F12> zodra het DELL-logo wordt weergegeven.

OPMERKING: Als er een bericht wordt weergegeven waarin wordt gemeld dat er geen partitie voor een diagnostisch hulpprogramma is gevonden, moet u Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uitvoeren vanaf de schijf Drivers and Utilities (Stuuren hulpprogramma's) medium.

Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem wordt weergegeven, moet u blijven wachten totdat u het bureaublad van Microsoft® Windows® ziet. Sluit vervolgens de computer af en probeer het opnieuw.

3.Wanneer de lijst met opstartbronnen wordt weergegeven, selecteert u Boot to Utility Partition (Opstarten vanaf partitie met hulpprogramma's) en drukt u op <Enter>.

4.Wanneer het Main Menu (Hoofdmenu) van Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) wordt weergegeven, selecteert u de test die u wilt uitvoeren.

Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) starten vanaf de schijf Drivers and Utilities (Stuuren hulpprogramma's)

1.Plaats de schijf Drivers and Utilities (Stuuren hulpprogramma's) in het station.

2.Zet de computer uit en start deze opnieuw.

Druk onmiddellijk op <F12> zodra het DELL-logo wordt weergegeven.

Als u te lang wacht en het logo van Windows wordt weergegeven, moet u wachten totdat u het bureaublad van Windows ziet. Sluit vervolgens de computer af en probeer het opnieuw.

OPMERKING: Met de volgende stappen wordt de opstartvolgorde voor slechts één keer gewijzigd. De volgende keer dat u de computer weer opstart, wordt de volgorde gebruikt die in System Setup (Systeeminstellingen) is opgegeven.

3.Selecteer Onboard or USB CD-ROM Drive (Geïntegreerd of USB cd-rom-station) in de lijst met opstartapparaten en druk op <Enter>.

4.Kies in het menu de optie Boot from CD-ROM (Opstarten vanaf cd-rom) en druk op <Enter>.

5.Typ 1 om het menu te openen en druk op <Enter> om verder te gaan.

6.Selecteer Run the Dell 32-bit Diagnostics (32-bits Dell-diagnostiek uitvoeren) in de genummerde lijst. Als er meerdere versies worden aangegeven, moet u de versie selecteren die op uw computer van toepassing is.

7.Wanneer het Main Menu (Hoofdmenu) van Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) wordt weergegeven, selecteert u de test die u wilt uitvoeren.

Hoofdmenu van Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)

1. Als Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) is geladen en het Main Menu (Hoofdmenu) wordt weergegeven, klikt u op de knop voor de gewenste optie.

Optie

Functie

 

 

Express Test (Snelle test)

Hiermee voert u een snelle test van de apparaten uit. Deze test duurt meestal tien tot twintig minuten. U hoeft tijdens de test

 

niets te doen. Als u de Express Test (Snelle test) eerst uitvoert, vergroot u de kans dat het probleem snel wordt opgespoord.

Extended Test (Uitgebreide

Hiermee voert u een grondige controle van de apparaten uit. Deze test neemt doorgaans een uur of langer in beslag. U moet

test)

af en toe vragen beantwoorden.

Custom Test (Aangepaste

Hiermee test u een specifiek apparaat. U kunt instellen welke tests worden uitgevoerd.

test)

 

 

 

Symptom Tree

Geeft een overzicht van de problemen die het vaakst optreden en biedt de mogelijkheid een test te selecteren op basis van de

(Symptoomstructuur)

symptomen van het probleem dat u ondervindt.

 

 

2.Als er tijdens een test een probleem wordt gedetecteerd, wordt er een bericht weergegeven met de foutcode en een beschrijving van het probleem. Schrijf de foutcode en de probleembeschrijving op en volg de instructies op het scherm.

3.Als u een test uitvoert via Custom Test (Aangepaste test) of Symptom Tree (Symptoomstructuur), klikt u voor meer informatie op het desbetreffende tabblad (zie de volgende tabel).

Tabblad

Functie

 

 

Results

Hier worden de resultaten van de test weergegeven, samen met eventuele aangetroffen fouten.

(Resultaten)

 

 

 

Errors (Fouten)

Hier worden de aangetroffen fouten, de foutcodes en een beschrijving van het probleem weergegeven.

Help

Hier wordt de test beschreven en worden mogelijk vereisten voor het uitvoeren van de test vermeld.

 

 

Configuration

Hier worden de hardware-instellingen voor het geselecteerde apparaat weergegeven.

(Configuratie)

 

 

Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) haalt configuratiegegevens op voor alle apparaten in System Setup (Systeeminstellingen), het

 

geheugen en verschillende interne tests en geeft de informatie weer in de lijst met apparaten in het linkervenster van het scherm. Het

 

apparaatoverzicht bevat mogelijk niet de namen van alle onderdelen die zijn geïnstalleerd in of aangesloten op de computer.

 

 

Parameters

Hiermee kunt u de test aanpassen door de testinstellingen te wijzigen.

 

 

4.Als de tests zijn voltooid en u Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) vanaf de schijf Drivers and Utilities (Stuuren hulpprogramma's) hebt uitgevoerd, moet u deze schijf verwijderen.

5.Sluit het testvenster als u wilt teruggaan naar het Main Menu (Hoofdmenu). Als u Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) wilt afsluiten en de computer opnieuw wilt opstarten, sluit u het Main Menu (Hoofdmenu).

Codes van het lampje van de aan/uit-knop

De diagnostische lampjes geven veel meer informatie over de systeemstatus, maar de statussen van het aan/uit-lampje worden ook ondersteund op de computer. De statussen van het aan/uit-lampje worden weergegeven in de volgende tabel.

Status van het aan/uit-

Beschrijving

lampje

 

Uit

 

 

Voeding is uitgeschakeld, lampje is uit.

 

 

Oranje knipperend

Beginstatus van het lampje bij het opstarten.

Geeft aan dat het systeem stroom krijgt, maar het signaal POWER_GOOD nog niet actief is.

 

Als het lampje van de vaste schijf uit is, moet waarschijnlijk de voeding worden vervangen.

 

Als het lampje van de vaste schijf brandt, duidt dit waarschijnlijk op een storing van de geïntegreerde regulator of VRM. Bekijk de

 

diagnostische lampjes voor meer informatie.

Continu oranje

Tweede status van het lampje bij het opstarten. Geeft aan dat het signaal POWER_GOOD actief is en dat de voeding waarschijnlijk

 

 

in orde is. Bekijk de diagnostische lampjes voor meer informatie.

 

 

Groen knipperend

Systeem bevindt zich in een status van laag energieverbruik, hetzij S1 of S3. Raadpleeg de diagnostische lampjes om te bepalen in

 

 

welke status het systeem zich bevindt.

 

 

Continu groen

Het systeem bevindt zich in de S0-status, de normale voedingsstatus van een werkende computer.

 

 

Het BIOS zet het lampje in deze status om aan te geven dat het ophalen van opdrachtcodes begonnen is.

 

 

 

 

Pieptooncodes

Als de monitor geen foutberichten kan weergeven tijdens de POST (power-on self-test), kan de computer een serie pieptonen laten horen waarmee u het probleem kunt identificeren of waarmee u een kapot onderdeel kunt identificeren. In de volgende tabel vindt u de pieptooncodes die tijdens de POST kunnen worden gegenereerd. De meeste pieptooncodes duiden op een ernstige fout waardoor de computer de opstartroutine niet kan voltooien totdat de aangegeven conditie is verholpen.

Code

Oorzaak

 

 

eenmaal lang, tweemaal kort

Storing geheugentest

 

 

eenmaal lang, driemaal kort, tweemaal kort

Geen geheugen

 

 

eenmaal kort

Toets F12 is ingedrukt

tweemaal kort, eenmaal lang

Checksumfout in het ROM-BIOS

 

 

Diagnostische lampjes

De vier lampjes op het achterpaneel van de computer zijn genummerd met 1, 2, 3 en 4 om u te helpen bij het oplossen van problemen.. Wanneer de computer

normaal opstart, knipperen de lampjes en gaan ze vervolgens uit. Als de computer niet goed functioneert, kunt u het probleem identificeren via de combinatie van de lampjes.

OPMERKING: Wanneer de computer klaar is met de POST, gaan alle vier de lampjes uit voordat de computer opstart naar het besturingssysteem.

Lampjespatroon

Probleembeschrijving

Mogelijke oplossing

 

 

 

 

De computer staat uit of er is mogelijk

Steek de stekker van de computer in een werkend stopcontact.

 

een fout opgetreden voordat het

Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met Dell.

 

BIOS werd gestart.

 

 

De diagnostische lampjes branden

 

 

niet nadat de computer naar het

 

 

besturingssysteem is opgestart.

 

 

 

 

 

Er heeft zich mogelijk een fout in de

Plaats de processor terug (zie Processorgegevens voor uw computer).

 

processor voorgedaan.

Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met Dell.

 

 

 

 

Er zijn geheugenmodules

Als er twee of meer geheugenmodules zijn geïnstalleerd, verwijdert u de modules, plaatst

 

gedetecteerd, maar er heeft zich een

u één module terug en start u de computer opnieuw op. Als de computer normaal opstart,

 

geheugenfout voorgedaan.

gaat u verder met de installatie van de andere geheugenmodules (één tegelijk), totdat u

 

 

de defecte module hebt opgespoord of alle modules zonder problemen hebt geïnstalleerd.

 

 

Plaats, indien beschikbaar, een goed werkende geheugenmodule van hetzelfde type in de

 

 

computer.

 

 

Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met Dell.

 

 

 

 

Er is mogelijk een fout opgetreden

Verwijder alle aanwezige grafische kaarten en plaats de kaarten terug.

 

met een grafische kaart.

Plaats, indien beschikbaar, een werkende grafische kaart in de computer.

 

 

Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u dan contact op met Dell.

 

 

 

 

Er is mogelijk een probleem met het

Sluit alle voedingsen datakabels opnieuw aan.

 

diskettestation of de vaste schijf.

 

 

 

 

 

Er is mogelijk een USB-fout

Sluit alle USB-apparaten opnieuw aan en controleer alle kabelaansluitingen.

 

opgetreden.

 

 

 

 

 

Er zijn geen geheugenmodules

Als er twee of meer geheugenmodules zijn geïnstalleerd, verwijdert u de modules, plaatst

 

gedetecteerd.

u één module terug en start u de computer opnieuw op. Als de computer normaal opstart,

 

 

gaat u verder met de installatie van de andere geheugenmodules (één tegelijk), totdat u

 

 

de defecte module hebt opgespoord of alle modules zonder problemen hebt geïnstalleerd.

 

 

Plaats, indien beschikbaar, een goed werkende geheugenmodule van hetzelfde type in de

 

 

computer.

 

 

Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met Dell.

 

 

 

 

Er zijn wel geheugenmodules

Controleer of er speciale vereisten zijn voor de plaatsing van de

 

gedetecteerd, maar er is een fout

geheugenmodules/geheugenconnectors.

 

opgetreden in de

Controleer of het gebruikte geheugen door de computer wordt ondersteund (zie het

 

geheugenconfiguratie of -

gedeelte Specificaties).

 

compatibiliteit.

Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met Dell.

 

 

 

 

Er is mogelijk een probleem bij een

Controleer of er een conflict bestaat door een uitbreidingskaart (geen grafische kaart) te

 

uitbreidingskaart opgetreden.

verwijderen en de computer opnieuw te starten.

 

 

Als het probleem aanhoudt, plaatst u de verwijderde kaart terug, verwijdert u een andere

 

 

kaart en start u de computer opnieuw op.

 

 

Herhaal dit proces voor alle geïnstalleerde uitbreidingskaarten. Als de computer normaal

 

 

opstart, controleert u of de laatste kaart die u uit de computer hebt verwijderd,

 

 

bronconflicten veroorzaakt.

 

 

Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met Dell.

 

 

 

 

Er is een andere fout opgetreden.

Controleer of alle kabels van de vaste schijf en het optische station goed op het

 

 

moederbord zijn aangesloten.

 

 

Als er een foutbericht op het scherm verschijnt over een probleem met een apparaat

 

 

(zoals het diskettestation of de vaste schijf), controleert u of het apparaat goed

 

 

functioneert.

 

 

Als het besturingssysteem probeert te starten vanaf een apparaat (zoals een

 

 

diskettestation of een optisch station), controleert in System Setup of de opstartvolgorde

 

 

correct is voor de apparaten die in de computer zijn geïnstalleerd.

 

 

Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met Dell.

 

 

 

 

 

Terug naar inhoudsopgave

 

Terug naar inhoudsopgave

Uitbreidingskaart

Dell™ OptiPlex™ 580-onderhoudshandleiding - Small Form Factor

GEVAAR: Lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen in de computer uitvoert. Voor meer informatie over veiligheid kunt u de startpagina over regelgeving raadplegen op www.dell.com/regulatory_compliance.

Een uitbreidingskaart verwijderen

1.Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer.

2.Duw aan de binnenkant van het kaartvergrendelingsmechanisme op het ontgrendelingslipje om de vergrendeling open te kantelen.

3.Als u een PCI-Express x16 videokaart wilt verwijderen, gaat u naar stap 4, anders gaat u naar stap 5.

4.Druk op het bevestigingslipje om de PCI-Express x16 videokaart los te maken uit de connector.

5.Pak de kaart bij de bovenste hoeken vast en trek de kaart voorzichtig uit de connector op het moederbord.

Een uitbreidingskaart terugplaatsen

Als u een uitbreidingskaart wilt terugplaatsen, voer de bovenstaande stappen dan in omgekeerde volgorde uit.

Terug naar inhoudsopgave

Terug naar inhoudsopgave

Ventilator

Dell™ OptiPlex™ 580-onderhoudshandleiding - Small Form Factor

GEVAAR: Lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen in de computer uitvoert. Voor meer informatie over veiligheid kunt u de startpagina over regelgeving raadplegen op www.dell.com/regulatory_compliance.

De ventilator verwijderen

1.Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer.

2.Verwijder het moederbord.

3.Verwijder de lintkabel van de diagnostische led.

4. Druk de bevestigingsklemmen in om de ventilator los te maken van het computerchassis.

5. Kantel de ventilator naar voren en verwijder deze uit het computerchassis.

De ventilator terugplaatsen

Voer de bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde uit om de ventilator terug te plaatsen.

Terug naar inhoudsopgave

Terug naar inhoudsopgave

Vaste schijf

Dell™ OptiPlex™ 580-onderhoudshandleiding - Small Form Factor

GEVAAR: Lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen in de computer uitvoert. Voor meer informatie over veiligheid kunt u de startpagina over regelgeving raadplegen op www.dell.com/regulatory_compliance.

De vaste schijf verwijderen

1.Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer.

2.Maak de kabels van de vaste schijf los uit de bevestiging.

3. Koppel de gegevenskabel los van het moederbord.

Dell OptiPlex 580 Small Form Factor Service Manual

4. Druk de blauwe ontgrendelingslipjes aan beide zijden van de vaste schijf in en schuif het chassis omhoog de computer uit.

5. Koppel de voedingskabel van de vaste schijf los.

6. Koppel de ventilatorkabel van de vaste schijf los.

7. Verwijder de vaste schijf uit de computer.

8. Trek aan het blauwe lipje om de gegevenskabel van de harde schijf uit het chassis te verwijderen.

9. Verwijder de gegevenskabel van de vaste schijf van de buitenzijde van het chassis.

10. Verwijder de ventilatorkabel van de vaste schijf van de buitenzijde van het chassis.

11. Trek aan het blauwe lipje en draai de ventilatorkabel tegen de klok in om de ventilator voor de vaste schijf uit het chassis te halen.

12. Verwijder de ventilator voor de harde schijf uit het chassis.

Loading...
+ 37 hidden pages