OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de
computer.
WAARSCHUWING: EEN WAARSCHUWING duidt potentiële schade aan hardware of potentieel
gegevensverlies aan en vertelt u hoe het probleem kan worden vermeden.
GEVAAR: Een GEVAAR-KENNISGEVING duidt op een risico op schade aan eigendommen,
lichamelijk letsel of overlijden.
van auteursrecht en intellectueel eigendom binnen en buiten de VS. Dell en het Dell logo zijn merken van Dell Inc. in
de Verenigde Staten en/of andere rechtsgebieden. Alle overige merken en namen in dit documenten kunnen merken
zijn van hun respectieve bedrijven.
2016 - 05
Ver. A03
™
Inhoudsopgave
1 Aan de computer werken.................................................................................... 6
Diagnostische Enhanced Pre-Boot System Assessment (ePSA)....................................................... 63
Statuslampjes van apparaat................................................................................................................ 64
Statuslampjes van de batterij.............................................................................................................. 65
6 Contact opnemen met Dell.............................................................................. 67
5
1
Aan de computer werken
Veiligheidsinstructies
Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw eigen veiligheid te garanderen en de computer tegen
mogelijke schade te beschermen. Tenzij anders aangegeven, wordt er bij elke procedure in dit document
van de volgende veronderstellingen uitgegaan:
•U hebt de veiligheidsinformatie geraadpleegd die bij uw computer is geleverd.
•Een onderdeel kan worden vervangen of, indien afzonderlijk aangeschaft, worden geïnstalleerd door
de verwijderingsprocedure in omgekeerde volgorde uit te voeren.
GEVAAR: Koppel alle voedingsbronnen los voordat u de computerbehuizing of -panelen opent.
Zodra u klaar bent met de werkzaamheden binnen de computer, plaatst u de behuizing en alle
panelen en schroeven terug voordat u de computer weer aansluit op de voedingsbron.
GEVAAR: Lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u
werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over
veiligheidsrichtlijnen onze webpagina over wet- en regelgeving op www.dell.com/
regulatory_compliance .
WAARSCHUWING: Een groot aantal reparaties mag alleen door een erkend servicemonteur
worden uitgevoerd. U mag alleen probleemoplossing en eenvoudige reparaties uitvoeren zoals
toegestaan volgens de documentatie bij uw product of zoals geïnstrueerd door het on line of
telefonische team voor service en ondersteuning. Schade die het gevolg is van onderhoud dat
niet door Dell is geautoriseerd, wordt niet gedekt door uw garantie. Lees de veiligheidsinstructies
die bij het product zijn geleverd en leef deze na.
WAARSCHUWING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met een
aardingspolsbandje of door regelmatig een ongeverfd metalen oppervlak aan te raken, zoals een
connector aan de achterkant van de computer.
WAARSCHUWING: Ga voorzichtig met componenten en kaarten om. Raak de componenten en
de contacten op kaarten niet aan. Pak kaarten vast bij de uiteinden of bij de metalen
bevestigingsbeugel. Houd een component, zoals een processor, vast aan de uiteinden, niet aan
de pinnen.
WAARSCHUWING: Verwijder kabels door aan de stekker of aan de kabelontlastingslus te trekken
en niet aan de kabel zelf. Sommige kabels zijn voorzien van een connector met borglippen. Als u
dit type kabel loskoppelt, moet u de borglippen ingedrukt houden voordat u de kabel verwijdert.
Trek connectoren in een rechte lijn uit elkaar om te voorkomen dat connectorpinnen verbuigen.
Ook moet u voordat u een kabel verbindt, controleren of beide connectoren op juiste wijze zijn
opgesteld en uitgelijnd.
OPMERKING: De kleur van uw computer en bepaalde onderdelen kunnen verschillen van de kleur
die in dit document is afgebeeld.
6
Voordat u aan de computer gaat werken
Om schade aan de computer te voorkomen, moet u de volgende instructies opvolgen voordat u in de
computer gaat werken.
1.Zorg ervoor dat u de Veiligheidsinstructies volgt.
2.Zorg ervoor dat het werkoppervlak vlak en schoon is, om te voorkomen dat de computerkap bekrast
raakt.
3.Schakel de computer uit, zie Uw computer uitschakelen.
WAARSCHUWING: Wanneer u een netwerkkabel wilt verwijderen, moet u eerst de connector
van de netwerkkabel uit de computer verwijderen en daarna de netwerkkabel loskoppelen
van het netwerkapparaat.
4.Verwijder alle netwerkkabels uit de computer.
5.Verwijder de computer en alle daarop aangesloten apparaten uit het stopcontact.
6.Houd de aan-uitknop ingedrukt terwijl de stekker van de computer uit het stopcontact is verwijderd
om het moederbord te aarden.
7.Verwijder de kap.
WAARSCHUWING: Raak onderdelen pas aan nadat u zich hebt geaard door een ongeverfd
metalen oppervlak van de behuizing aan te raken, zoals het metaal rondom de openingen
voor de kaarten aan de achterkant van de computer. Raak tijdens het werken aan uw
computer af en toe een ongeverfd metalen oppervlak aan om eventuele statische
elektriciteit, die schadelijk kan zijn voor interne componenten, te ontladen.
Uw computer uitschakelen
WAARSCHUWING: U voorkomt gegevensverlies door alle gegevens in geopende bestanden op te
slaan en de bestanden te sluiten. Sluit vervolgens alle geopende programma's voordat u de
computer uitzet.
1.Uw computer uitschakelen:
•In Windows 10 (met behulp van een aanraakapparaat of muis):
1.Klik of tik op .
2.Klik of tik op en klik vervolgens op of tik op Afsluiten.
•In Windows 8 (met behulp van een aanraakapparaat):
1.Beweeg vanaf de rechterrand van het scherm om het Charms-menu te openen en selecteer
Settings (Instellingen).
2.Tik op en tik vervolgens op Afsluiten.
•In Windows 8 (bij gebruik van een muis):
1.Wijs naar de hoek rechtsboven in het scherm en klik op Settings.(Instellingen).
2.Klik op en klik vervolgens op Afsluiten.
•In Windows 7:
7
1.Klik op Start.
2.Klik op Afsluiten.
2.Controleer of alle op de computer aangesloten apparaten uitgeschakeld zijn. Houd de aan-uitknop
zes seconden ingedrukt, indien uw computer en aangesloten apparaten niet automatisch worden
uitgeschakeld wanneer u het besturingssysteem afsluit.
Nadat u aan de computer heeft gewerkt
Nadat u de onderdelen hebt vervangen of teruggeplaatst, moet u controleren of u alle externe apparaten,
kaarten, kabels etc. hebt aangesloten voordat u de computer inschakelt.
WAARSCHUWING: U voorkomt schade aan de computer door alleen de batterij te gebruiken die
voor deze specifieke Dell-computer is ontworpen. Gebruik geen batterijen die voor andere Dellcomputer zijn ontworpen.
1.Sluit externe apparaten, zoals een poortreplicator of een mediastation aan en plaats alle kaarten,
zoals een ExpressCard, terug.
2.Sluit alle telefoon- of netwerkkabels aan op uw computer.
WAARSCHUWING: Als u een netwerkkabel wilt aansluiten, sluit u de kabel eerst aan op het
netwerkapparaat en sluit u de kabel vervolgens aan op de computer.
3.Plaats de batterij terug.
4.Plaats de onderplaat terug.
5.Sluit uw computer en alle aangesloten apparaten aan op het stopcontact.
6.Zet de computer aan.
Sneltoetsfuncties toetsenbord
De volgende tabel bevat de sneltoetsfuncties van het toetsenbord. Typ niet het symbool + (plus) bij het
uitvoeren van een opdracht.
Tabel 1. Sneltoetsfuncties toetsenbord
System functions
Ctrl+Shift+EscHiermee opent u het venster Taakbeheer.
Fn+EscHiermee schakelt u functies van de FN-functietoetsen in of uit.
Fn+F5Hiermee schakelt u num lock in of uit.
Fn+F6Hiermee schakelt u scroll lock in of uit.
Fn+F9Hiermee opent u de Windows-charm Zoeken.
Fn+F10Hiermee schakelt u de achtergrondverlichting van het toetsenbord in.
Fn+PrtScrHiermee schakelt u de draadloze apparaten van het systeem in of uit.
Fn+CtrlHiermee opent u het contextmenu van de toepassing. Deze toets heeft
hetzelfde effect als de Toepassingentoets.
Weergavefuncties
8
Fn+F8Schakelt het videobeeld over naar de volgende weergaveoptie. De opties
omvatten het geïntegreerde beeldscherm, een externe monitor en beide
displays tegelijkertijd.
Fn+F11Hiermee verlaagt u de helderheid van een geïntegreerd beeldscherm (en niet
de helderheid van een externe monitor).
Fn+F12Hiermee verhoogt u de helderheid van een geïntegreerd beeldscherm (en niet
de helderheid van een externe monitor).
Power management (Energiebeheer)
Fn+InsertHiermee schakelt u systeemstandby in.
Media/audio
Fn+F1Hiermee zet u het geluid van de systeemaudio uit of aan.
Fn+F2Hiermee verlaagt u het geluidsvolume.
Fn+F3Hiermee verhoogt u het geluidsvolume.
Fn+F4Hiermee zet u de ingebouwde microfoon uit of aan.
Functies Microsoft Windows-toets
Windows Logo key + MHiermee minimaliseert u alle geopende vensters.
Windows Logo key +
Shift+M
Windows Logo key +E Hiermee draait u Windows Explorer.
Windows Logo key +R Hiermee opent u het venster Uitvoeren.
Windows Logo key +F Hiermee opent u het venster Zoekresultaten.
Windows Logo key
+Ctrl+F
Windows Logo key
+Pause
Hiermee maximaliseert u alle geopende vensters.
Hiermee opent u het venster Zoekresultaten-computer (als de computer met
een netwerk is verbonden).
Hiermee opent u het venster Systeemeigenschappen.
9
Onderdelen verwijderen en plaatsen
Deze paragraaf beschrijft gedetailleerd hoe de onderdelen moeten worden verwijderd uit, of worden
geïnstalleerd in uw computer.
Aanbevolen hulpmiddelen
Voor de procedures in dit document heeft u het volgende gereedschap nodig:
•Kleine sleufkopschroevendraaier
•Kruiskopschroevendraaier #0
•Kruiskopschroevendraaier #1
•Klein plastic pennetje
De simkaart (Subscriber Identification Module) plaatsen
1.Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
2.Steek een paperclip of een pinnetje in het gaatje om de SIM-kaarthouder te verwijderen [1].
3.Plaats de SIM-kaart in de SIM-kaarthouder [2].
4.Duw de SIM-kaarthouder in de sleuf totdat deze op zijn plaats klikt.
2
10
De simkaart (Subscriber Identification Module)
verwijderen
WAARSCHUWING: Wanneer u de SIM-kaart verwijdert wanneer de tablet is ingeschakeld, kan
gegevensverlies optreden of de kaart beschadigd raken. Zorg dat uw tablet is uitgeschakeld of
dat de netwerkverbindingen zijn uitgeschakeld.
1.Steek een paperclip of een pinnetje voor het verwijderen van een SIM-kaart in het gaatje in de SIMkaarthouder.
2.Verwijder de SIM-kaart uit de SIM-kaarthouder.
3.Duw de SIM-kaarthouder in de sleuf totdat deze op zijn plaats klikt.
De onderplaat verwijderen
1.Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
2.U verwijdert de onderplaat als volgt:
a. Draai de schroeven los waarmee de onderplaat op de computer is bevestigd [1].
b. Til de onderplaat op van de rand en verwijder deze uit de computer [2, 3].
OPMERKING: Mogelijk hebt u een plastic pennetje nodig om de onderplaat op te tillen van
de randen.
De onderplaat plaatsen
1.Lijn de onderplaat uit met de schroefgaten op de computer.
2.Druk op de randen van de onderplaat totdat deze vastklikt.
3.Draai de schroeven vast waarmee de onderplaat aan de computer wordt bevestigd.
4. Volg de procedure in Nadat u in de computer heeft gewerkt.
11
De batterij verwijderen
OPMERKING: Als uw computer de 6-cels batterij ondersteunt, zal de computer geen harde schijf
ondersteunen.
1.Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
2.Verwijder de onderplaat.
3.Verwijder de accu als volgt:
a. Koppel de batterijkabel los van de connector op het moederbord [1].
b. Verwijder de schroeven waarmee de batterij aan de computer vastzit [2].
c. Til de batterij weg van de computer [3].
4. Maak de kabel los uit de geleider [1] en verwijder de kabel van de batterij [2].
OPMERKING: Deze stap is alleen van toepassing op een 4-cels batterij.
12
De batterij plaatsen
OPMERKING: Als uw computer een 6-cels batterij ondersteunt, zal de computer geen harde schijf
ondersteunen.
1.Sluit de stekker van de luidsprekerkabel aan op de connector op de batterij.
2.Leid de batterijkabel door de geleider op de batterij.
OPMERKING: Deze stap is alleen van toepassing op een 4-cels batterij.
3.Steek de batterij in de sleuf op de computer.
4. Draai de schroeven aan waarmee de batterij aan de systeemkast vastzit.
5.Sluit de stekker van de luidsprekerkabel aan op de connector op het moederbord.
6. Plaats de onderplaat.
7.Volg de procedure in Nadat u in de computer heeft gewerkt.
De harde schijf verwijderen
1.Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
2.Verwijder de volgende onderdelen:
a. onderplaat
b. batterij
3.Ga als volgt te werk om de harde schijf te verwijderen:
a. Koppel de kabel van de harde schijf los van de connector op het moederbord [1].
b. Verwijder de schroeven waarmee de harde schijf aan de computer is bevestigd [2].
c. Til de harde schijf uit de computer [3].
13
De harde schijf uit de bracket van de harde schijf
verwijderen
1.Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
2.Verwijder de volgende onderdelen:
a. onderplaat
b. batterij
c. harde schijf
3.Trek aan de kabel van de harde schijf om deze uit de connector te verwijderen.
4. Verwijder de schroeven waarmee de beugel van de harde schijf aan de harde schijf [1] vastzit en
verwijder de harde schijf van de beugel van de harde schijf [2].
14
De harde schijf in de bracket van de harde schijf plaatsen
1.Lijn de schroefgaten in de harde schijf uit met de gaten in de bracket van de harde schijf.
2.Plaats de harde schijf in de beugel.
3.Draai de schroeven aan waarmee de vaste schijf aan de bracket van de harde schijf is bevestigd.
4. Plaats:
a. harde schijf
b. batterij
c. onderplaat
5.Volg de procedure in Nadat u in het systeem heeft gewerkt.
De harde schijf plaatsen
1.Plaats de harde schijf in de sleuf in de computer.
2.Draai de schroeven vast waarmee de harde schijf aan de computer wordt bevestigd.
3.Sluit de kabel van de harde schijf aan op de connector op de harde schijf en op de systeemkaart.
4. Plaats:
a. batterij
b. onderplaat
5.Volg de procedures in Nadat u in het systeem heeft gewerkt.
De optionele M.2 SSD plaatsen
1.Steek de SSD in de connector op de computer.
2.Draai de schroef aan waarmee de SSD aan de computer vastzit.
3.Plaats:
a. batterij
b. onderplaat
15
4. Volg de procedure in Nadat u in de computer heeft gewerkt.
De optionele M.2 Solid-State Drive (SSD) verwijderen
1.Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
2.Verwijder de volgende onderdelen:
a. onderplaat
b. batterij
3.U verwijdert de SSD als volgt:
a. Verwijder de schroef waarmee de SSD op de computer vastzit [1].
b. Schuif en til de SSD uit de computer [2].
De optionele PCIe SSD plaatsen
1.Steek de SSD-klem in de sleuf op de computer.
2.Draai de schroef aan waarmee de SSD-klem aan de computer vastzit.
3.Steek de SSD in de connector op de computer.
4. Plaats de bracket van de SSD over de SSD en draai de schroeven vast om de beugel te bevestigen aan
de computer.
5.Plaats:
a. batterij
b. onderplaat
6. Volg de procedure in Nadat u in de computer heeft gewerkt.
De optionele PCIe SSD verwijderen
1.Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
2.Verwijder de volgende onderdelen:
a. onderplaat
16
b. batterij
3.U verwijdert de PCIe SSD als volgt:
a. Verwijder de schroeven waarmee de SSD-beugel aan de SSD is bevestigd [1].
b. Verwijder de SSD-beugel [2].
c. Verwijder de SSD uit de computer [3].
De geheugenmodule verwijderen
1.Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
2.Verwijder de volgende onderdelen:
a. onderplaat
b. batterij
3.Trek de bevestigingsklemmen weg van de geheugenmodule totdat het geheugen losklikt [1].
4. Verwijder de geheugenmodule van het moederbord [2].
17
De geheugenmodule plaatsen
1.Plaats de geheugenmodule in de socket totdat de geheugenmodule door de klemmen wordt
vastgezet.
2.Plaats:
a. batterij
b. onderplaat
3.Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
De WLAN-kaart verwijderen
1.Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
2.Verwijder de volgende onderdelen:
a. onderplaat
b. batterij
3.Verwijder de WLAN-kaart:
a. Verwijder de schroef waarmee de metalen beugel is vastgezet op de WLAN-kaart [1].
b. Verwijder de metalen beugel [2].
c. Koppel de WLAN-kabels los van de connectoren op de WLAN-kaart [3].
d. Verwijder de WLAN-kabels uit de geleider.
e. Verwijder de WLAN-kaart uit de computer [4].
De WLAN-kaart plaatsen
1.Steek de WLAN-kaart in de sleuf op de computer.
2.Plaats de WLAN-kabels in het geleidingskanaal.
3.Sluit de WLAN-kabels aan op de connectoren op de WLAN-kaart.
4. Plaats de metalen beugel en draai de schroeven vast om de beugel te bevestigen aan de computer.
18
5.Plaats:
a. batterij
b. onderplaat
6. Volg de procedure in Nadat u in het systeem heeft gewerkt.
De WWAN-kaart verwijderen
1.Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
2.Verwijder de volgende onderdelen:
a. onderplaat
b. batterij
3.De WWAN-kaart verwijderen:
a. Verwijder de schroef waarmee de WWAN-kaart is bevestigd [1].
b. Koppel de WWAN-kabels los van de connectoren op de WWAN-kaart. [2]
c. Verwijder de WWAN-kabels uit de geleider.
d. Verwijder de WWAN-kaart uit de computer [3].
De WWAN-kaart plaatsen
1.Steek de WWAN-kaart in de sleuf op de computer.
2.Plaats de WWAN-kabels in het geleidingskanaal.
3.Sluit de WWAN-kabels aan op de connectoren op de WWAN-kaart.
4. Draai de schroef aan waarmee de WWAN-kaart aan de computer vastzit.
5.Plaats:
a. batterij
b. onderplaat
6. Volg de procedure in Nadat u in de computer heeft gewerkt.
19
De stroomconnectorpoort verwijderen
1.Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
2.Verwijder de volgende onderdelen:
a. onderplaat
b. batterij
3.Verwijder de stroomconnectorpoort als volgt:
a. Verwijder de schroeven om de metalen beugel op de voedingsconnectorpoort te verwijderen [1].
b. Til de metalen beugel uit de computer [2].
c. Verwijder de stroomconnectorpoort uit de computer [3].
d. Koppel de kabel van de stroomconnectorpoort los van de computer [4].
De stroomconnectorpoort plaatsen
1.Plaats de stroomconnectorpoort in de sleuf in de computer.
2.Plaats de metalen beugel op de stroomconnectorpoort.
3.Draai de schroef vast om de stroomconnectorpoort aan de computer te bevestigen.
4. Leid de kabel van de stroomconnectorpoort door de geleiders.
5.Sluit de kabel van de stroomconnectorpoort aan op de connector op het moederbord.
6. Plaats:
a. batterij
b. onderplaat
7.Volg de procedure in Nadat u in de computer heeft gewerkt.
Het toetsenbord verwijderen
1.Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
2.Verwijder de volgende onderdelen:
20
a. onderplaat
b. batterij
3.U verwijdert de rand van het toetsenbord als volgt:
a. Koppel de toetsenbordkabels los van de connectoren op het moederbord [1, 2].
b. Maak met een plastic pennetje de rand van het toetsenbord los van het toetsenbord [3, 4, 5].
4. U verwijdert het toetsenbord als volgt:
a. Verwijder de schroeven waarmee het toetsenbord aan de computer vastzit [1].
b. Til het toetsenbord op en schuif deze uit de computer [2, 3].
Het toetsenbord installeren
1.Lijn het toetsenbord uit met de schroefgaten op de computer.
2.Draai de schroeven vast om het toetsenbord te bevestigen aan de computer.
3.Lijn de toetsenbordrand uit met de lipjes op de computer en druk erop totdat de toetsenbordrand op
zijn plaats vastklikt.
4. Sluit de toetsenbordkabels aan op de connectoren op het moederbord.
5.Plaats:
a. batterij
b. onderplaat
6. Volg de procedure in Nadat u in het systeem heeft gewerkt.
21
Loading...
+ 46 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.