Onderhoudshandleiding voor de Dell Latitude E4310
Opmerkingen, waarschuwingen en gevaar-kennisgevingen
Als u een Dell-computer uit de n-serie hebt aangeschaft, zijn de verwijzingen naar de Microsoft Windows-besturingssystemen in dit document niet van
toepassing.
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
©2010DellInc.Allerechtenvoorbehouden.
Verveelvoudiging van dit materiaal, op welke wijze dan ook, zonder de schriftelijke toestemming van Dell Inc. is strikt verboden.
Merkenindezetekst:Dell™,hetDELL-logo,LatitudeON™enLatitude™zijnmerkenvanDellInc.Intel®, Pentium®, Celeron®, Intel® SpeedStep™,Intel® TurboBoost™enCore™
zijn merken of gedeponeerde merken van Intel Corporation. Bluetooth® is een gedeponeerd merk van Bluetooth SIG, Inc., en wordt door Dell onder licentie gebruikt; Microsoft®,
Windows®, Windows Vista® en de startknop van Windows Vista zijn merken of gedeponeerde merken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Adobe®, the Adobe logo, en Flash® zijn merken of gedeponeerde merken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Andere merken en handelsnamen die mogelijk in dit document worden gebruikt, dienen ter aanduiding van de rechthebbenden van die merken en namen of ter aanduiding van
hun producten. Dell Inc. claimt op geen enkele wijze enig eigendomsrecht ten aanzien van andere merken of handelsnamen dan haar eigen merken en handelsnamen.
Juni2010Rev.A00
Aan de computer werken
Onderdelen verwijderen en terugplaatsen
Specificaties
Diagnostics (Diagnostiek)
System Setup (Systeeminstellingen)
OPMERKING: hiermee wordt belangrijke informatie voor een beter gebruik van de computer aangeduid.
WAARSCHUWINGEN: geeft aan dat er schade aan hardware of potentieel gegevensverlies kan optreden als de instructies niet worden opgevolgd.
GEVAAR: hiermee wordt het risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden aangeduid.
Terug naar inhoudsopgave
System Setup (Systeeminstellingen)
Onderhoudshandleiding voor de Dell Latitude E4310
System Setup openen
Opstartmenu
Toetsaanslagen voor navigatie
Menuopties van System Setup
Uw computer biedt de volgende opties voor BIOS en System Setup:
l System Setup openen door op <F2> te drukken
l Een eenmalig opstartmenu openen door op <F12> te drukken
l Open de Intel®AMT-instellingen met behulp van de toetscombinatie <Ctrl> + <P>
System Setup openen
Druk op <F2> om System Setup te openen en instellingen te wijzigen die door de gebruiker worden bepaald. Als u System Setup niet met deze toets kunt
openen, drukt u op <F2> wanneer de lampjes van het toetsenbord beginnen te knipperen.
Opstartmenu
Druk op <F12> wanneer het Dell-logo verschijnt om een eenmalig startmenu te openen met een lijst van geldige opstartapparaten voor de computer. Dit
menu bevat ook de opties Diagnostics (Diagnostiek) en Enter Setup (Instellingen openen). Welke apparaten in het opstartmenu worden vermeld, hangt af
vandeopstartapparatendieindecomputerzijngeïnstalleerd.Ditmenuishandigwanneeruprobeerteenbepaaldapparaatoptestartenofde
diagnostische functies voor de computer te openen. Het gebruik van het opstartmenu heeft geen wijzigingen tot gevolg in de opstartvolgorde die in het BIOS
is opgeslagen.
Toetsaanslagen voor navigatie
Gebruik de volgende toetsaanslagen om door de schermen van System Setup te navigeren.
Menuopties van System Setup
De volgende tabellen bevatten een beschrijving van de menuopties van het programma System Setup.
Veld uitvouwen en samenvouwen
Standaardwaarden terugzetten
System information
(Systeeminformatie)
Dit gedeelte bevat de belangrijkste hardwarefuncties van de computer. Dit gedeelte bevat geen configureerbare
opties.
l System Information (Systeeminformatie)
l Memory Information (Geheugengegevens)
l Processor Information (Processorinformatie)
l Device Information (Apparaatinformatie)
Battery Information (Batterijinformatie)
Geeft de status weer van de batterij en het type netadapter dat is aangesloten op de computer.
Boot Sequence (Opstartvolgorde)
Geeft de volgorde op waarin de computer probeert een besturingssysteem te vinden.
l Diskette drive (Diskettestation)
l Internal HDD (IRRT) (Interne vaste schijf (IRRT))
l USB Storage Device (USB-opslagapparaat)
l CD/DVD/CD-RW Drive (Cd/dvd/cd-rw-station)
l Onboard NIC (Ingebouwde netwerkkaart)
l Cardbus NIC (CardBus-netwerkkaart)
Om de volgorde te veranderen waarin de computer naar een besturingssysteem zoekt, moet u het te vervangen
apparaat in de lijst selecteren en op de pijl naar boven of pijl naar beneden drukken of de <PgUp>- of <PgDn>toetsen gebruiken om de opstartvolgorde te wijzigen.
Door het vinkje uit een van de selectievakjes te verwijderen, kunt u het overeenkomstige apparaat uit de lijst van
opstartbronnen verwijderen.
Geeft de huidige datum- en tijdinstellingen weer.
OPMERKING: SystemConfigurationbevatoptieseninstellingendietemakenhebbenmetgeïntegreerdesysteemapparaten.Afhankelijkvanuw
computerendegeïnstalleerdeapparatenkunnendeonderdelendieinditgedeeltewordenvermeldwelofnietwordenweergegeven.
System Configuration (Systeemconfiguratie)
Integrated NIC (Ingebouwde
netwerkkaart)
Hiermeekuntudegeïntegreerdenetwerkcontrollerconfigureren.Deoptieszijn:Disabled (Uitgeschakeld), Enabled
(Ingeschakeld) en Enabled w/PXE (Ingeschakeld met PXE)
Standaardinstelling: Enabled w/PXE (Ingeschakeld met PXE)
Parallel Port (Parallelle poort)
Hiermee kun tu de parallelle poort op het dockingstation configureren. De opties zijn: Disabled (Uitgeschakeld) AT,
PS2 en ECP
Standaardinstelling: AT
SerialPort(Seriëlepoort)
Hiermeekuntudegeïntegreerdeseriëlepoortconfigureren.Deoptieszijn:Disabled (Uitgeschakeld), COM1, COM2,
COM3 en COM4
Standaardinstelling: COM1
SATA Operation (SATA-bediening)
Hiermee kunt u de ingebouwde SATA-vasteschijfcontroller configureren. De opties zijn: Disabled (Uitgeschakeld), ATA,
AHCI en RAID On (RAID aan)
Standaardinstelling: RAID On
N.b.: SATA is geconfigureerd voor ondersteuning van de RAID-modus.
Miscellaneous Devices (Diverse
apparaten)
Hiermee kunt u de volgende apparaten in- of uitschakelen:
l External USB Port (Externe USB-poort)
l Microphone (Microfoon
l eSATA Ports (eSATA-poorten)
l Mediakaart
l Internal Modem (Interne modem)
l Fixed Bay
l ExpressCard
l Hard Drive Free Fall Protection (Vaste schijf met valbescherming)
l Camera and Microphone (Camera en microfoon)
Standaardinstelling: alle ingeschakeld.
Hiermee kunt u de werkstand van de Latitude ON-lezer configureren.
Standaardinstelling: Enable Latitude ON reader
Keyboard Illumination
(Toetsenbordverlichting)
Hiermee kunt u de toetsenbordverlichting configureren. De opties zijn: Disabled (Uitgeschakeld), Auto ALS and Input
(Auto-ALS en -invoer) en Auto Input Only (Alleen auto-invoer)
Ambient Light Sensor
(Omgevingslichtsensor)
Hiermee kunt u de omgevingslichtsensor configureren.
Standaardinstelling: Disabled (Uitgeschakeld)
LCD Brightness (LCD-helderheid)
HiermeekuntudehelderheidvanhetbeeldscherminstellenafhankelijkvandevoedingOn Battery (op batterij) en On
AC (op netvoeding).
Admin Password
(Beheerderswachtwoord)
Hiermee kunt u het beheerderswachtwoord (admin) instellen, wijzigen of wissen.
OPMERKING: U moet het beheerderswachtwoord instellen voordat u het systeem- of vasteschijfwachtwoord instelt.
OPMERKING: Wijzigingen in wachtwoorden worden onmiddellijk van kracht.
OPMERKING: Wanneer u het beheerderswachtwoord verwijdert, wordt automatisch ook het systeemwachtwoord
verwijderd.
Standaardinstelling: Not Set (Niet ingesteld)
System Password
(Systeemwachtwoord)
Hiermee kunt u het systeemwachtwoord instellen, wijzigen of wissen. Als het systeemwachtwoord is ingesteld, vraagt
de computer om dit wachtwoord elke keer dat u de computer aanzet of opnieuw opstart.
Standaardinstelling: Not Set (Niet ingesteld)
Internal HDD Password
(Wachtwoord voor interne vaste
schijf)
Met dit veld kunt u het wachtwoord voor de interne vaste schijf (HDD) van het systeem instellen, wijzigen of
verwijderen. Wijzigingen worden direct van kracht en vereisen dat het systeem opnieuw wordt opgestart. Het HDDwachtwoord gaat met de vaste schijf mee, zodat de HDD is beveiligd, zelfs wanneer deze op een ander systeem wordt
geïnstalleerd.
Password Bypass (Wachtwoord
overslaan)
Hiermee kunt u de wachtwoorden voor het systeem en de vaste schijf overslaan wanneer de computer opnieuw wordt
opgestart of wordt hervat uit de slaapstand.
U kunt Password Bypass instelen op Disabled en Reboot Bypass (Overslaan bij opstarten).
OPMERKING: U kunt het systeem- of vasteschijfwachtwoord niet overslaan wanneer u de computer aanzet nadat u
deze hebt uitgezet.
Standaardinstelling: Disabled (Uitgeschakeld)
Password Change
(Wachtwoordwijziging)
Hiermee kunt u wijzigingen in het systeem- en vasteschijfwachtwoord in- en uitschakelen wanneer het
beheerderswachtwoord is ingesteld.
Standaardinstelling: Allow Non-Admin Password Changes (Wijzigingen van niet-beheerderswachtwoorden toestaan)
geselecteerd
Hiermee kunt u de optie die sterke wachtwoorden voorschrijft in- of uitschakelen.
Alsdezeoptieisingeschakeld,moetenallewachtwoordendieopdecomputerzijningesteldtenminsteéén
Strong Password (Sterk
wachtwoord)
hoofdletterenéénkleineletterbevattenentenminsteachttekenslangzijn.
Als deze functie is ingeschakeld, wordt de standaard minimale wachtwoordlengte automatisch gewijzigd in acht
tekens.
Standaardinstelling: Disabled (Uitgeschakeld)
TPM Security (TPM-beveiliging)
Hiermee kunt u de Trusted Platform Module (TPM) op de computer in- of uitschakelen.
OPMERKING: Als u deze optie uitschakelt, worden er geen wijzigingen aangebracht in instellingen die u eventueel
hebt ingesteld op de TPM en worden geen gegevens of toetsen verwijderd of gewijzigd die u hier hebt opgeslagen.
Als de TPM is ingeschakeld, zijn de volgende opties beschikbaar:
l Deactivate (Deactiveren): schakelt de TPM uit. De TPM beperkt de toegang tot de opgeslagen
eigenaargegevens en voert geen opdrachten uit die gebruik maken van TPM-bronnen.
l Activate (Activeren): schakelt de TPM in.
l Clear (Wissen): verwijdert de eigenaargegevens die in de TPM zijn opgeslagen.
Standaardinstelling: Disabled (Uitgeschakeld)
Hiermee kunt u de optionele software Computrace in- en uitschakelen. De opties zijn Deactivate (Deactiveren),
Disable (Uitschakelen) en Activate (Activeren).
OPMERKING: Met de opties Activate en Disable wordt de functie permanent geactiveerd of uitgeschakeld en zijn er
geen andere wijzigingen meer toegestaan.
Standaardinstelling: Deactivate
CPU XD Support (CPU XDondersteuning)
Hiermee kunt u de modus Execute Disable (Uitvoeren uitschakelen) van de processor in- en uitschakelen.
Standaardinstelling: Enabled (Ingeschakeld)
Non-Admin Setup Changes
(Installatiewijzigingen zonder
beheerder)
Hiermee bepaalt u of wijzigingen in de installatie-opties zijn toegestaan als een beheerderswachtwoord is ingesteld.
Als deze optie is uitgeschakeld, worden de installatieopties vergrendeld door het beheerderswachtwoord.
Standaardinstelling: Disabled (Uitgeschakeld)
Password Configuration
(Wachtwoordconfiguratie)
Hiermee bepaalt u de minimale en maximale lengte van het beheerders- ensysteemwachtwoord.
Admin Setup Lockout
(Vergrendeling van
beheerderinstellingen)
Hiermee kunt u voorkomen dat gebruikers Setup openen wanneer een beheerderswachtwoord is ingesteld.
Multi Core Support (Ondersteuning
van meerdere kernen)
Hiermee schakelt u ondersteuning voor meerdere kernen van de processor in en uit. De opties zijn: All (Alle) 1 en 2
Standaardinstelling: All
Hiermee schakelt u de functie Intel SpeedStep in of uit.
Standaardinstelling: Enabled (Ingeschakeld)
Hiermee schakelt u Intel TurboBoost in of uit.
Standaardinstelling: Enabled (Ingeschakeld)
Power Management (Energiebeheer)
AC Behavior (Werking bij
netadapter)
Hiermee kunt u bepalen of de computer automatisch inschakelt wanneer een netadapter wordt aangesloten.
Standaardinstelling: Wake on AC Disabled (Activeren met netadapter uitgeschakeld)
Auto On Time (Tijd automatische
inschakeling)
Hiermee kunt u een tijd instellen waarop de computer automatisch moet worden ingeschakeld.
U kunt de dagen instellen waarop u wilt dat het systeem automatisch wordt ingeschakeld. De instellingen zijn
Disabled (Uitgeschakeld), Everyday (Dagelijks) of Weekdays (Weekdagen).
Standaardinstelling: Disabled (Uitgeschakeld)
USB Wake Support (Ondersteuning
Hiermee kunt u bepalen of USB-apparaten de computer uit de slaapstand mogen activeren.
Deze functie werkt alleen als de netadapter is aangesloten. Als de voedingsadapter wordt verwijderd terwijl de
computer zich in de stand-bymodus bevindt, zal het systeemsetupprogramma alle stroomvoorziening naar alle USBpoorten stopzetten om batterijvermogen te besparen.
Standaardinstelling: Disabled (Uitgeschakeld)
Wake on LAN/WLAN (Activeren
via LAN/WLAN)
Hiermee kan de computer worden ingeschakeld door een speciaal LAN-signaal of uit de sluimerstand worden
geactiveerd door een speciaal draadloos LAN-signaal. Automatisch inschakelen vanuit de standby-stand wordt niet
doordezeinstellingbeïnvloedenmoetzijningeschakeldinhetbesturingssysteem.
l Disabled (Uitgeschakeld): het systeem wordt niet ingeschakeld wanneer een activeringssignaal wordt
ontvangen via het LAN of het draadloze LAN.
l LAN Only (Alleen LAN): het systeem wordt ingeschakeld door speciale LAN-signalen.
l WLAN Only(Alleen WLAN): het systeem wordt ingeschakeld door speciale WLAN-signalen.
l LAN or WLAN (LAN of WLAN): het systeem wordt ingeschakeld door een speciaal LAN-signaal of speciale
signalen van een draadloos LAN.
Standaardinstelling: Disabled (Uitgeschakeld)
Hiermee kunt u de functie ExpressCharge in- of uitschakelen.
OPMERKING: ExpressCharge is niet voor alle batterijen beschikbaar.
Standaardinstelling: ExpressCharge
Charger Behavior (Ladergedrag)
Hiermee kunt u de batterijlader in- of uitschakelen.
Als deze optie is gedeactiveerd zal de batterij niet worden opgeladen en evenmin stroom verliezen als de computer op
een voedingsadapter is aangesloten.
Standaardinstelling: Enabled (Ingeschakeld)
POST Behavior (POST-gedrag)
Adapter Warnings
(Adapterwaarschuwingen)
Hiermee kunt u de BIOS-waarschuwingsberichten in- en uitschakelen wanneer u bepaalde netadapters gebruikt. Het
BIOS geeft deze berichten weer als u een netadapter probeert te gebruiken die te weinig capaciteit heeft voor uw
configuratie.
De standaardinstelling is Enabled (Ingeschakeld).
Keypad (Embedded) (Toetsenblok
(geïntegreerd))
Hiermee kunt u een van twee methoden kiezen om het toetsenblok in te schakelen dat in het toetsenbord is
geïntegreerd.
l Fn Key Only (Alleen Fn-toets): het toetsenblok wordt alleen ingeschakeld als u de <Fn>-
l By Num Lk (Met Num Lk): het toetsenblok wordt ingeschakeld wanneer (1) het Num Lock-lampje brandt en (2)
er geen extern toetsenbord is aangesloten. Het is mogelijk dat het systeem niet meteen detecteert wanneer
een extern toetsenbord wordt losgekoppeld.
OPMERKING: Wanneer Setup wordt uitgevoerd, heeft dit veld geen effect. Setup werkt in de modus Fn Key Only.
Standaardinstelling: Fn Key Only.
Mouse/Touchpad (Muis/touchpad)
Hiermee kunt u aangeven welke aanwijsapparaten u wilt gebruiken. De opties zijn:
l SerialMouse(Seriëlemuis):schakelthetgeïntegreerdetouchpaduitwanneereenexterneseriëlemuis
aanwezig is.
l PS/2 Mouse (PS/2-muis): schakelt het ingebouwde touchpad uit wanneer er een externe PS/2-muis aanwezig
is.
l Touchpad-PS/2: het ingebouwde touchpad blijft ingeschakeld wanneer een externe PS/2-muis aanwezig is.
Standaardinstelling: Touchpad-PS/2.
Numlock LED (Num Lock-lampje)
Hiermee kunt u het Num Lock-lampje in- en uitschakelen wanneer de computer wordt opgestart.
Standaardinstelling: Enabled (ingeschakeld)
USB Emulation (USB-emulatie)
Hiermee kunt u aangeven hoe het systeemsetupprogramma met USB-apparaten moet omgaan.
USB-emulatie is altijd ingeschakeld tijdens POST.
Standaardinstelling: Enabled (ingeschakeld)
Fn Key Emulation (Emulatie Fntoets)
Hiermee kunt u de <Scroll Lock>-toets op een extern PS/2-toetsenbord op dezelfde manier gebruiken als de <Fn>toets op het interne toetsenbord.
OPMERKING: USB-toetsenborden kunnen de <Fn>-toets niet emuleren als u een ACPI-besturingssysteem gebruikt,
zoals Microsoft Windows XP. USB-toetsenborden emuleren de <Fn>-toets alleen in de niet-ACPI-modus (bijvoorbeeld
wanneer u een DOS uitvoert).
Standaardinstelling: Enabled (ingeschakeld)
Fast Boot (Snel opstarten)
Hiermee kunt u de functie Fast Boot in- of uitschakelen. De volgende opties zijn beschikbaar:
l Minimal (Minimaal): hiermee start u snel op tenzij het BIOS is bijgewerkt, het geheugen is veranderd of de
vorige POST niet is voltooid.
l Thorough (Grondig): hiermee worden geen stappen overgeslagen tijdens het opstartproces.
l Auto (Automatisch): hiermee laat u het besturingssysteem deze instelling regelen (dit werkt alleen als het
besturingssysteem Simple Boot Flag ondersteunt).
Standaardinstelling: Minimal (Minimaal)
Intel Fast Call for Help (Snelle
telefonische hulp van Intel)
Wordt gebruikt in combinatie met iAMT 4.0. Hiermee kunnen gebruikers contact opnemen met een beheersconsole
terwijl ze zich buiten de bedrijfsinfrastructuur bevinden (zoals op een externe locatie of achter een firewall of NAT). U
schakelt deze functie in en uit met het selectievakje.
Virtualization Support (Virtualisatieondersteuning)
Virtualization (Virtualisatie)
Hiermee bepaalt u of een VMM (Virtual Machine Monitor) gebruik kan maken van de extra hardwarecapaciteiten van de
virtualisatietechnologie van Intel.
Standaardinstelling: Enabled (ingeschakeld)
VT for Direct I/O (VT voor directe
I/O)
Met deze optie geeft u aan of een VMM (Virtual Machine Monitor) de extra hardwarecapaciteiten van de
virtualisatietechnologie van Intel voor directe I/O kan gebruiken.
Standaardinstelling: Disabled (Uitgeschakeld)
Trusted Execution (Vertrouwde
uitvoering)
Met deze optie geeft u op of een MVMM (Measured Virtual Machine Monitor) de extra hardwarecapaciteiten van de
Trusted Execution-technologie van Intel kan gebruiken. De virtualisatietechnologie en de virtualisatietechnologie voor
directe I/O moeten voor deze functie zijn ingeschakeld.
Standaardinstelling: Disabled (Uitgeschakeld)
Wireless Devices (Draadloze apparaten)
Hiermee kunt u aangeven welke draadloze apparaten met de draadloze schakelaar kunnen worden bediend:
Internal WWAN, Internal WLAN en Internal Bluetooth.
Wireless Switch (Schakelaar voor
draadloze verbindingen)
Hiermee kunt u de volgende draadloze apparaten in- en uitschakelen: Internal WWAN, Internal WLAN en
Internal Bluetooth.
Service Tag (Servicelabel)
Geeft de servicelabel van de computer weer. Als de servicelabel, om welke reden dan ook, nog niet is ingesteld, kunt
u dit veld gebruiken om deze alsnog in te stellen.
Als er geen servicelabelnummer voor uw computer is ingesteld, zal de computer automatisch het servicelabelscherm
weergeven wanneer u het systeemsetupprogramma opent. U wordt gevraagd de servicelabel in te voeren.
Hiermee kunt u een asset tag maken. Het veld kan alleen worden bijgewerkt als deze tag nog niet is ingesteld.
System Logs (Systeemlogboeken)
BIOS Events (BIOSgebeurtenissen)
Hiermee kunt u de BIOS POST-gebeurtenissen weergeven en wissen. Het veld bevat de datum en tijd van de
gebeurtenis en de led-code.
DellDiag Events (DellDiaggebeurtenissen)
Hiermee kunt u de diagnostische resultaten van Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) en PSA weergeven. Het veld bevat
de datum en tijd, de diagnostische functie die is uitgevoerd en de versie ervan en de resulterende code.
Thermal Events (Thermische
gebeurtenissen)
Hiermee kunt u thermische gebeurtenissen weergeven en wissen. Het veld bevat de datum en tijd en de naam van de
gebeurtenis.
Power Events
(Energiegebeurtenissen)
Hiermee kunt u energiegebeurtenissen weergeven en wissen. Het veld bevat de datum en tijd van de gebeurtenis, de
energiestatus en de reden.
Terug naar inhoudsopgave
Diagnostics (Diagnostiek)
Onderhoudshandleiding voor de Dell Latitude E4310
Statuslampjes van apparaat
Batterijstatuslampjes
Batterijlading en -staat
Statuslampjes van apparaat
Batterijstatuslampjes
Als de computer is aangesloten op een stopcontact, werkt het batterijlampje als volgt:
l Afwisselend knipperend oranje en blauw: een niet-geverifieerde of niet-ondersteunde, niet van Dell afkomstige netadapter is op de laptop
aangesloten.
l Afwisselend knipperend oranje en constant blauw: tijdelijk batterijdefect met netadapter aangesloten.
l Doorlopend knipperend oranje: fataal batterijdefect met aangesloten netadapter.
l Lampje uit: accu in modus Volledig opladen met aangesloten netadapter.
l Blauw: accu in modus Opladen met aangesloten netadapter.
Batterijlading en -staat
Als u de batterijstatus wilt controleren, drukt u kort op de statusknop op de batterijoplaadmeter om de lampjes voor het laadniveau in te schakelen. Elk
lampje vertegenwoordigt ongeveer 20 procent van de totale batterijlading. Als bijvoorbeeld vier lampjes branden, is de batterij nog voor 80 procent geladen.
Als er geen lampjes branden, is de batterij leeg.
Als u de batterijstatus wilt controleren door middel van de oplaadmeter, drukt u op de statusknop van de batterijmeter en houdt u deze ten minste drie
seconden vast. Als er geen lampjes gaan branden, verkeert de batterij in goede staat en heeft deze nog meer dan 80 procent van de oorspronkelijke
oplaadcapaciteit. Elk lampje meer betekent een lagere capaciteit. Als er vijf lampjes worden weergegeven, is er minder dan 60 procent van de oorspronkelijke
oplaadcapaciteit over en kunt u de batterij het beste vervangen.
Terug naar inhoudsopgave
Brandt wanneer u de computer inschakelt en knippert wanneer de computer in een energiebeheermodus staat.
Brandt terwijl de computer gegevens leest of schrijft.
Brandt of knippert om de batterijstatus aan te geven.
Brandt wanneer het WLAN, WiMAX, WWAN, Bluetooth of Ultra-wide band (UWB)-kaarten zijn geactiveerd. Met de
draadloze schakelaar kunt u de draadloze functie uitschakelen.
Terug naar inhoudsopgave
Onderdelen verwijderen en terugplaatsen
Onderhoudshandleiding voor de Dell Latitude E4310
Terug naar inhoudsopgave
Batterij
Klepje van de geheugenmodule
Scharnierkapjes
ExpressCard
Toetsenbord
Optisch station
Knoopcelbatterij
WWAN-kaart (Wireless Wide Area Network)
Beeldscherm
Beeldschermpaneel
Polssteun
Sluitsensor beeldscherm
Luidsprekereenheid
Aansluiting voor gelijkstroomvoeding
I/O-kaart
Klepje voor minikaart
Simkaart (Subscriber Identity Module - abonnee-identiteitsmodule)
Secure Digital (SD)-kaart
LED-afdekkingen
Vaste schijf
Geheugen
WLAN-kaart (Wireless Local Area Network)
Ultra-Wide Band(UWB)-kaart/Latitude ON Flash-kaart
Montagekader van het beeldscherm
Microfoonkaart
Bluetooth-kaart en -kabel
Smart card-behuizing
Moederbord
Warmteafleider en processorventilator
Terug naar inhoudsopgave
Specificaties
Onderhoudshandleiding voor de Dell Latitude E4310
Systeeminformatie
Geheugen
Audio
Poorten en aansluitingen
Contactloze smart card-lezer (optioneel)
Beeldscherm
Touchpad
Netadapter
Milieu
Processor
Video
Communicatie
ExpressCards
Vingerafdruklezer (optioneel)
Toetsenbord
Batterij
Fysiek
OPMERKING: Het aanbod kan per regio verschillen. Klik voor meer informatie over de configuratie van uw computer op Start® Help en ondersteuning
en selecteer vervolgens de optie om informatie over uw computer weer te geven.
Mobile Intel GE45 Express-chipset
twee SPI-chips: een 32 Mbits-versie en een 64 Mbitsversie
Intel Core i3 serie
Intel Core i5 serie
Intel Core i7-serie
32 KB instructie- en 32 KB datacache per kern
8 GB
N.B. Alleen 64 bits besturingssystemen bieden
ondersteuning voor geheugencapaciteit van meer
dan4GB.
geïntegreerdopmoederbord
tweekanaals high-definition audio
Interne luidsprekerversterker
knoppen voor volume verhogen, verlagen en
uitschakelen
10/100/1000 Ethernet LAN op moederbord
l Half formaat WLAN-minikaart
l Half formaat WLAN-/WiMAX-kaart
l Normaal formaat WWAN-minikaart
l Bluetooth-kaart
l Ultra-wide band (UWB)-kaart
ondersteund door normaal formaat minikaart voor
mobiel breedband
Poortenenaansluitingen
een combinatieaansluiting voor microfoon en
luidspreker
l een eSATA/USB 2.0-compatibele poort
l USB 2.0- en eSATA-aansluiting
geïntegreerdesmartcardlezer
Ondersteuning voor minikaarten (interne
uitbreidingssleuven)
l een half formaat minikaartsleuf voor WLAN
l een normaal formaat minikaartsleuf voor
WWAN/GPS
l een half formaat minkaartsleuf voor UWB
N.B. De ExpressCard-sleuf is alleen bedoeld voor ExpressCards. Deze ondersteunt GEEN pc-kaarten.
Contactloze smartcardlezer (optioneel)
Ondersteundesmartcardsentechnologieën
ISO14443A — 106 kbps, 212 kbps,
424 kbps en 848 kbps
ISO14443B — 106 kbps, 212 kbps,
424 kbps en 848 kbps
ISO15693
HID iClass
FIPS201
NXP Desfire
Vingerafdruklezer (optioneel)
13,3 inch HD white light-emitting diode (WLED)
HD — 293.42 mm x 164.97 mm (11,55 inch x 6,50
inch)
1366 x 768 bij 262 K kleuren
0 graden (gesloten) tot 135 graden
l Verenigde Staten en Canada: 83 toetsen
l Europa: 84 toetsen
l Japan: 87 toetsen
volledige grootte (19,05 mm hoofdpitch)
l 3 cellen, 2,8 Ah, 30 Wh
l 6 cellen, 2,8 Ah, 60 Wh
l levensduur van 3 jaren, 6 cellen, 2,5 AHr, 54
WHr
l batterijblok, 48 Wh
Oplaadtijd bij uitgeschakelde computer
l 3 cellen 30 WHr, 6 cellen 60 WHr en
batterijblok 48 WHr — circa 1 uur met een
capaciteit tot 80% en 2 uur met een capaciteit
tot 100%
l 6 cellen, levensduur van 3 jaar 54WHr — circa
3 uur tot een capaciteit van 100%
de werkingsduur van een batterij hangt af van de
werkomstandigheden en kan onder bepaalde
energie-intensieve omstandigheden aanzienlijk
korter zijn.
ongeveer 300 laad-/ontlaadcycli
11,1 VDC (6 cellen en 3 cellen)
4,34 A (maximumwaarde bij puls van 4 seconden)
3,34 A (doorlopend)
5,62 A (maximumwaarde bij puls van 4 seconden)
4,62 A (doorlopend)
-40°Ctot65°C(-40°Ftot158°F)
Relatieve vochtigheid (maximum)
10 % tot 90 % (niet-condenserend)
5 % tot 95 % (niet-condenserend)
Maximale trilling (met behulp van een willekeurig vibrerend spectrum dat de gebruikersomgeving simuleert)
Maximale schok (gemeten met de vaste schijf geactiveerd en een halve sinuspuls van 2 ms voor
bedrijfsspecificatie; ook gemeten met vaste schijf in de parkeerstand bij een halve sinuspuls van 2 ms voor
opslagspecificatie):
Terug naar inhoudsopgave
Batterij
Onderhoudshandleiding voor de Dell Latitude E4310
De batterij verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u in de computer gaat werken.
2. Schuif de batterijgrendel open om de batterij vrij te maken.
3. Schuif de batterij uit de computer.
De batterij terugplaatsen
Voer de bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde uit om de batterij terug te plaatsen.
Terug naar inhoudsopgave
GEVAAR: Lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen in de computer uitvoert. Voor meer
informatie over veiligheid kunt u de homepage voor regelgeving raadplegen op www.dell.com/regulatory_compliance.
OPMERKING: mogelijk dient u Adobe Flash Player (van Adobe.com) te installeren om de onderstaande afbeeldingen te kunnen weergeven.
Terug naar inhoudsopgave
Bluetooth-kaart en -kabel
Onderhoudshandleiding voor de Dell Latitude E4310
De Bluetooth-kaart en -kabel verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u in de computer gaat werken.
2. Verwijder de batterij.
3. Verwijder de ExpressCard.
4. Verwijder de vaste schijf.
5. Verwijder de scharnierkapjes.
6. Verwijder het klepje van de minikaart.
7. Verwijder de LED-afdekkingen.
8. Verwijder het toetsenbord.
9. Verwijder het beeldscherm.
10. Verwijder de polssteun.
11. Verwijder de schroef waarmee de vingerafdruklezer aan de polssteun is bevestigd.
12. Verwijder de Bluetooth-gegevenskabel uit de Bluetooth-kaart en verwijder de Bluetooth-kaart uit de computer.
13. Verwijder de Bluetooth-gegevenskabelvoorzichtiguitdepolssteunenverwijderdekabeluitdecomputer.
De Bluetooth-kaart en -kabel terugplaatsen
Voer de bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde uit om de Bluetooth-kaart en -kabel terug te plaatsen.
Terug naar inhoudsopgave
GEVAAR: Lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen in de computer uitvoert. Voor meer
informatie over veiligheid kunt u de homepage voor regelgeving raadplegen op www.dell.com/regulatory_compliance.
OPMERKING: mogelijk dient u Adobe Flash Player (van Adobe.com) te installeren om de onderstaande afbeeldingen te kunnen weergeven.