Dell Inspiron Mini 1018 Setup Guide [nl]

INSPIRON
INSTALLATIEGIDS
INSPIRON
INSTALLATIEGIDS
Regelgevingsmodel: P09T-reeks Regelgevingstype: P09T001
Opmerkingen, waarschuwingen en gevaarmeldingen
OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de
computer.
WAARSCHUWINGEN: Een WAARSCHUWING geeft mogelijke schade aan de hardware of gegevensverlies aan en vertelt u hoe u het probleem kunt vermijden.
GEVAAR: Een GEVAARMELDING geeft aan dat er een risico is op schade aan eigendommen, persoonlijk letsel of overlijden.
U hebt een Dell™ n Series-computer gekocht. De verwijzingen in dit document naar Microsoft® Windows®­besturingssystemen zijn niet van toepassing.
__________________
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
© 2010 Dell Inc. Alle rechten voorbehouden.
Verveelvoudiging in welke vorm dan ook zonder de schriftelijke toestemming van Dell Inc. is strikt verboden.
Dell
, het
DELL
-logo,
Merken in dit document:
Intel
Dell Inc.;
Windows,
de Verenigde Staten en/of andere landen; gedeponeerd merk dat eigendom is van Bluetooth SIG, Inc. en door Dell onder licentie wordt gebruikt.
Andere merken en handelsnamen die mogelijk in dit document worden gebruikt, dienen ter aanduiding van de rechthebbenden met betrekking tot de merken en namen of ter aanduiding van hun producten. Dell Inc. claimt op geen enkele wijze enig eigendomsrecht ten aanzien van andere merken of handelsnamen dan haar eigen merken en handelsnamen.
is een gedeponeerd merk en
en het
Windows
startknoplogo zijn ofwel merken of gedeponeerde merken van Microsoft Corporation in
Inspiron, YOURS IS HERE, Solution Station
Atom
is het merk van Intel Corporation in de V.S. en andere landen;
Ubuntu
is een gedeponeerd merk van Canonical Ltd.;
Mei 2010 O/N 7XC96 Rev. A00
, en
DellConnect
Bluetooth
zijn merken van
Microsoft
is een
,
Inhoud
Uw Inspiron-laptop instellen . . . . . . . . . . . .5
Voor het instellen De computer instellen . . . 5
Sluit de netadapter aan. . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Sluit de netwerkkabel aan (optioneel). . . . . . 7
Druk op de aan/uitknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Stel het besturingssysteem in . . . . . . . . . . . .9
Maak systeemherstelmedia
(aanbevolen) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Schakel de draadloze technologie in of
uit (optioneel) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Maak een internetverbinding
(optioneel) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Uw Inspiron Laptop gebruiken . . . . . . . . . .16
Functies in rechteraanzicht . . . . . . . . . . . . . 16
Functies in linkeraanzicht . . . . . . . . . . . . . . . 17
Computerstandaard en
toetsenbordfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
Statuslampjes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Kenmerken achterkant . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Touchpad-bewegingen . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Beeldschermfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
De batterij verwijderen en verplaatsen. . . . 26
Softwarefuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
Dell Dock . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Dell DataSafe Online Backup . . . . . . . . . . . .31
Probleemoplossing . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
Piepcodes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Problemen met het netwerk . . . . . . . . . . . . .33
Problemen met de stroomvoorziening . . . . . 34
Problemen met het geheugen . . . . . . . . . . . 36
Vergrendelingen en
softwareproblemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
3
Inhoud
Ondersteuningshulpprogramma’s
gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
Dell Support Center . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Mijn Dell-downloads . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Systeemmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Probleemoplosser voor hardware . . . . . . . . 43
Dell Diagnostics . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Uw besturingssysteem herstellen . . . . . . .48
Systeemherstel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49
Dell DataSafe Local Backup. . . . . . . . . . . . . 50
Systeemherstelmedia . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Dell Factory Image Restore . . . . . . . . . . . . .54
Help . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57
Technische ondersteuning en
klantenservice . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
DellConnect . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
online diensten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
4
Geautomatiseerde bestellingsstatus-
service . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
Productinformatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
Items retourneren op basis van de
garantie- of restitutievoorwaarden . . . . . . . 61
Voordat u belt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
Contact opnemen met Dell . . . . . . . . . . . . . . 65
Meer informatie vinden . . . . . . . . . . . . . . .66
Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .69
Bijlage. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .75
Productkennisgeving Macrovision . . . . . . . 75
Informatie met betrekking tot de officiële
Mexicaanse norm NOM . . . . . . . . . . . . . . . .76
Index . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .77

Uw Inspiron-laptop instellen

INSPIRON
In dit gedeelte vindt u informatie over het instellen van uw Dell
Inspiron™-laptop.

Voor het instellen De computer instellen

Wanneer u de computer opstelt, moet u ervoor zorgen dat u beschikt over makkelijke toegang tot een stroombron, voldoende ventilatie en een egaal oppervlak om uw computer op te plaatsen.
Als u de luchtstroom rond uw Inspiron-laptop beperkt, kan deze oververhit raken. Om oververhitting van uw laptop te voorkomen moet u minimaal 10,2 cm ruimte aan de achterzijde van de computer en minimaal 5,1 m aan alle overige zijden van de laptop vrij laten. Plaats de laptop nooit in een besloten ruimte, zoals een kast of lade wanneer deze van stroom wordt voorzien.
GEVAAR: Blokkeer de luchtopeningen niet, duw er geen voorwerpen in en zorg dat er zich geen stof in ophoopt. Plaats uw Dell computer niet op een plek met weinig luchtstroom, zoals in een gesloten koffer of op stoffen ondergronden, zoals tapijten of kleedjes, wanneer deze aan staat. Wanneer u de luchtstroom belemmert, kan dat schade toebrengen aan uw computer, de prestaties van de computer verlagen of brand veroorzaken. Als de computer warm wordt, zet deze de ventilator aan. Het is normaal dat de ventilator geluid produceert. Dit duidt niet op een probleem met de ventilator of computer.
WAARSCHUWINGEN: Als u zware of scherpe objecten op de computer stapelt, kan dit resulteren in permanente schade aan de computer.
-
5
Uw Inspiron-laptop instellen

Sluit de netadapter aan

Sluit de netadapter aan op de computer en sluit de netadapter vervolgens aan op het stopcontact of een stroomstootbeveiliging.
GEVAAR: De netadapter werkt op stopcontacten overal ter wereld. Stroomaansluitingen en stekkerdozen variëren echter per land. Het gebruik van een incompatibele kabel of een onjuiste aansluiting van de kabel op een stekkerdoos of stopcontact kan resulteren in brand of permanente schade aan de computer.
6
Uw Inspiron-laptop instellen

Sluit de netwerkkabel aan (optioneel)

Sluit de netwerkkabel aan om een vaste netwerkverbinding te gebruiken.
7
Uw Inspiron-laptop instellen

Druk op de aan/uitknop

8
Uw Inspiron-laptop instellen

Stel het besturingssysteem in

Uw Dell-computer is vooraf geconfigureerd met het besturingssysteem dat u selecteerde toen u de computer bestelde.
Stel Microsoft Windows in
Om Microsoft® Windows® voor het eerst in te stellen, volgt u de aanwijzingen op het scherm. Deze stappen zijn verplicht en nemen enige tijd in beslag. De vensters van Windows Setup zullen u begeleiden tijdens verschillende procedures, zoals het accepteren van licentieovereenkomsten, het instellen van voorkeuren en het opzetten van een internetverbinding.
WAARSCHUWINGEN: Onderbreek het setupproces van het besturingssysteem niet. Anders kunt u uw computer onbruikbaar maken waardoor u het besturingssysteem opnieuw moet installeren.
OPMERKING: Voor optimale prestaties van uw computer kunt u het beste de nieuwste BIOS en stuurprogramma’s downloaden die beschikbaar zijn voor uw computer op support.dell.com.
OPMERKING: Zie support.dell.com/MyNewDell voor meer informatie over het
besturingssysteem en de functies daarvan.
Ubuntu instellen
Om Ubuntu® voor het eerst in te stellen, volgt u de aanwijzingen op het scherm. Raadpleeg voor specifieke informatie over Ubuntu de documentatie.
9
Uw Inspiron-laptop instellen

Maak systeemherstelmedia (aanbevolen)

OPMERKING: U kunt het beste een systeemherstelmedium maken zodra u Microsoft Windows
hebt ingesteld.
OPMERKING: Uw computer beschikt niet over een intern optisch station. Gebruik een extern optisch station of een extern opslagapparaat voor de procedures waar schijven bij betrokken zijn.
U kunt de systeemherstelmedia gebruiken om uw harde schijf terug te brengen naar de staat waarin hij was toen u de computer kocht; hierbij blijven de gegevensbestanden behouden. (U hebt de
besturingssysteem
in hardware, software, stuurprogramma’s of andere systeeminstellingen de computer in een ongewenste staat hebben gebruikt.
U hebt voor de systeemherstelmedia de volgende zaken nodig:
Dell DataSafe Local Backup;•
Een USB-stick met minimaal 8 GB vrije ruimte of een dvd-R/dvd+R/Blu-ray Disc•
OPMERKING: Dell DataSafe Local Backup ondersteunt geen herschrijfbare schijven.
10
schijf niet nodig.) U kunt de systeemherstelmedia gebruiken als wijzigingen
Uw Inspiron-laptop instellen
Zo maakt u systeemherstelmedia:
Zorg ervoor dat de netadapter is aangesloten (zie "De netadapter aansluiten" op pagina 1. 6).
Plaats de systeemherstelschijf of USB-stick in de computer.2.
Klik op 3. Start
Klik op 4. Create Recovery Media (herstelmedia maken).
Volg de instructies op het scherm.5.
OPMERKING: Voor informatie over het gebruik van het systeemherstelmedium raadpleegt u "Systeemherstelmedia" op pagina 53.
All Programma’s Dell DataSafe Local Backup.
11
Uw Inspiron-laptop instellen

Schakel de draadloze technologie in of uit (optioneel)

12
Uw Inspiron-laptop instellen
U kunt de draadloze functionaliteit als volgt inschakelen:
Zet de computer uit.1.
Dubbelklik op het pictogram 2. systeembalk, of druk op <F2>.
Het dialoogvenster Wireless Enable/ Disable (Draadloos in-/uitschakelen) wordt weergegeven.
Selecteer de optie(s) die u wilt inschakelen:3.
Enable Bluetooth (Bluetooth inschakelen)
Enable Wireless LAN (Draadloos LAN
inschakelen)
Klik op 4. OK.
op de
U kunt als volgt de draadloze technologie deactiveren:
Dubbelklik op het pictogram 1. systeembalk, of druk op <F2>.
Het dialoogvenster Wireless Enable/ Disable (Draadloos in-/uitschakelen) wordt weergegeven.
Vink de optie(s) die u wilt deactiveren uit:2.
Enable Bluetooth (Bluetooth inschakelen)
Enable Wireless LAN (Draadloos LAN
inschakelen)
Klik op 3. OK.
op de
13
Uw Inspiron-laptop instellen

Maak een internetverbinding (optioneel)

Om een internetverbinding te kunnen maken hebt u een externe modem of netwerkverbinding en een internetprovider (ISP) nodig.
Als u geen externe USB-modem of WLAN­adapter bij uw computer hebt besteld, kunt u deze afzonderlijk aanschaffen via
www.dell.com.
Een draadloze verbinding instellen
Als u een inbelverbinding gebruikt, moet u • de telefoonlijn op een externe USB-modem (optioneel) en op het telefooncontact aansluiten alvorens u uw internetverbinding instelt.
Als u een ADSL- of kabel-/satellietverbinding • gebruikt, moet u contact opnemen met uw internetprovider of mobiele provider voor instructies over het instellen van de computer.
14
Volg de instructies in het gedeelte "Een internetverbinding instellen" op pagina 15 om de instelling van de draadloze internetverbinding te voltooien.
Een draadloze verbinding instellen
OPMERKING: Wilt u uw draadloze router
instellen, raadpleeg dan de documentatie die is meegeleverd met uw router.
Voordat u uw draadloze internetverbinding kunt gebruiken moet u de draadloze router op de computer aansluiten.
U kunt als volgt een draadloze router op uw computer aansluiten:
Controleer of de draadloze technologie op 1. uw computer is geactiveerd (zie het gedeelte "Draadloze functionaliteit activeren of deactiveren" op pagina 12).
Sla alle open bestanden op en sluit deze en 2. sluit alle open programma’s.
Klik op 3. Start
Configuratiescherm.
Uw Inspiron-laptop instellen
In het zoekvak typt u 4. netwerk; klik vervolgens op Netwerkcentrum Verbinding met een netwerk maken.
Volg de aanwijzingen op het scherm om de 5. installatie te voltooien.
Een internetverbinding instellen
ISP’s en hun pakketten variëren van land tot land. Neem contact op met uw internetaanbieder (ISP) voor het aanbod in uw land.
Als u geen verbinding kunt maken met het internet terwijl u dat in het verleden wel kon, is er mogelijk een storing bij de internetaanbieder. Neem contact op met de ISP om de servicestatus te controleren of probeer later opnieuw verbinding te maken.
Zorg dat u de gegevens van de internetprovider bij de hand hebt. Als u geen internetprovider hebt, kunt u er een vinden met behulp van de wizard.
Een internetverbinding instellen:
Sla alle geopende bestanden op en sluit 1. deze. Sluit alle programma’s.
Klik op 2. Start
Typ 3. netwerk in het zoekvak; klik vervolgens op NetwerkcentrumEen nieuwe
verbinding of nieuw netwerk instellen Verbinding met het internet maken.
Het venster Verbinding met het Internet maken wordt weergegeven.
OPMERKING: Als u niet weet welk type
verbinding u moet selecteren, klik u op Help me kiezen of neemt u contact op met uw internetprovider.
Volg de instructies op het scherm en 4. gebruik de installatieinformatie die door uw internetprovider werd geleverd om de installatie te voltooien.
Configuratiescherm.
15

Uw Inspiron Laptop gebruiken

1 2
3
Dit gedeelte biedt informatie over de functies van uw Inspiron™-laptop.
INSPIRON

Functies in rechteraanzicht

1
Audio uit/hoofdtelefoonaansluiting — hierop kunt u een koptelefoon, luidspreker of
geluidssysteem aansluiten.
2
USB 2.0-aansluiting — Hierop kunt u USB-apparaten zoals een muis, toetsenbord,
printer, extern station of MP3-speler aansluiten.
3
Netwerkaansluiting — Hiermee kunt u uw computer op een netwerk of
breedbandvoorziening aansluiten als u een vast netwerk gebruikt.
16

Functies in linkeraanzicht

1
2
3
VGA-aansluiting — Hierop kunt u een monitor of projector aansluiten.
1
USB 2.0-aansluiting — Hierop kunt u USB-apparaten zoals een muis, toetsenbord,
2
printer, extern station of MP3-speler aansluiten.
Uw Inspiron Laptop gebruiken
3
foto’s, muziek, video’s en docmenten weer te geven, te beluisteren of te delen vanaf digitale geheugenkaarten.
3-in-1-mediakaartlezer — biedt een snelle en eenvoudige manier om digitale
17
Uw Inspiron Laptop gebruiken
2
3
4
1
5
6

Computerstandaard en toetsenbordfuncties

18
Uw Inspiron Laptop gebruiken
1
Aan/uitknop — Door deze knop in te drukken kunt u de computer aan- of uitzetten.
2
Functietoetsenrij — De toetsen voor draadloos in- en uitschakelen, helderheid verhogen en
verlagen en voor het instellen van het volume vindt u in deze rij.
3
Aan/uit/batterijstatuslampje — Geeft de verschillende aan/uit/batterijstatussen aan
wanneer de computer zijn voeding krijgt van de netadapter of de batterij.
Voor meer informatie over het aan/uit/batterijstatuslampje raadpleegt u "Statuslampjes" op pagina 20.
4
Activiteitslampje voor de vaste schijf — Gaat branden wanneer de computer gegevens
leest of wegschrijft. Een knipperend lampje duidt op activiteit op de vaste schijf.
WAARSCHUWINGEN: Om gegevensverlies te voorkomen mag u nooit de computer uitzetten terwijl het activiteitslampje voor de vaste schijf knippert.
5
Touchpad — Biedt de functionaliteit van een muis, zodat gebruikers de cursor kunnen
verplaatsen, geselecteerde items kunnen verslepen en neerzetten en op items klikken door het oppervlak aan te tippen. De functies Bladeren en Zoomen worden ondersteund. Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte "Touch Pad-bewegingen" op pagina 22.
6
Touchpad-knoppen (2) — Bieden functies die overeenkomen met de linker- en
rechtermuisknop.
19
Uw Inspiron Laptop gebruiken

Statuslampjes

Aan/uit/batterijstatuslampje
Status lampje Status computer Batterijladingsniveau
Netadapter
Batterij
OPMERKING: De batterij wordt opgeladen wanneer de computer door de netadapter van
stroom wordt voorzien.
20
continu wit aan
uit/slaapstand
knipperend wit wachtstand Aan het opladen
uit uit/slaapstand >90%
continu wit aan >10%
knipperend wit wachtstand >=10%
Continu oranje aan/wachtstand < 10%
uit uit/slaapstand n.v.t.
Aan het opladen < 90%
Uw Inspiron Laptop gebruiken
2
1

Kenmerken achterkant

1
Sleuf voor beveiligingskabel — Hiermee kunt u een beveiligingskabel op de computer
aansluiten.
OPMERKING: Voordat u een beveiligingskabel koopt, moet u nagaan of deze past in de beveiligingssleuf op uw computer.
Aansluiting voor netadapter — Hiermee kunt een netadapter aansluiten om de computer
2
van stroom te voorzien en de batterij op te laden.
21
Uw Inspiron Laptop gebruiken

Touchpad-bewegingen

Schuiven
Hiermee kunt u al schuivend navigeren. De schuiffunctie omvat:
Traditioneel schuiven Hiermee kunt u naar boven of beneden of naar links of rechts schuiven.
Naar boven of beneden schuiven:
Beweeg uw vinger naar boven of beneden in het verticale schuifgebied (uiterst rechts op de touch pad).
U kunt als volgt naar links of rechts schuiven:
Beweeg uw vinger naar links of rechts in het horizontale schuifgebied (helemaal onderin het touch pad).
22
Ronddraaiend schuiven — Hiermee kunt u naar boven, beneden, links of rechts schuiven.
Naar boven of beneden schuiven:
Beweeg uw vinger in het verticale schuifgebied (uiterst links op de touchpad) in een draaiende beweging met de klok mee om naar boven te schuiven, of tegen de klok in om naar beneden te schuiven.
Uw Inspiron Laptop gebruiken
U kunt als volgt naar links of rechts schuiven:
Beweeg uw vinger in het horizontale schuifgebied (helemaal onderin de touchpad) in een ronddraaiende beweging met de klok mee om naar rechts te schuiven, of tegen de klok in om naar links te schuiven.
Zoomen
Hiermee kunt u de vergroting van de inhoud van het scherm verhogen of verlagen. De zoomfunctie omvat:
Zoomen met één vinger — hiermee kunt u in- en uitzoomen.
Inzoomen:
Beweeg een vinger omhoog in de zoomzone (helemaal links op het touchpad).
Uitzoomen:
Beweeg een vinger omlaag in de zoomzone (helemaal links op het touchpad).
23
Uw Inspiron Laptop gebruiken
123 4

Beeldschermfuncties

Het beeldschermpaneel bevat een camera en bijbehorende digitale microfoon.
24
Loading...
+ 58 hidden pages