Dell Inspiron Mini 10 1010 User Manual [nl]

Model PP19S
INSPIRON
INSTALLATIEGIDS
Opmerkingen, waarschuwingen en gevaar-kennisgevingen
OPMERKING: Een OPMERKING geeft belangrijke informatie weer waardoor u de pc beter benut.
WAARSCHUWINGEN: Een WAARSCHUWINGEN duidt potentiële schade aan hardware of potentieel gegevensverlies aan en vertelt u hoe het probleem kan worden vermeden.
LET OP: Een LET OP duidt het risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden aan.
__________________
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
© 2008–2009 Dell Inc. Alle rechten voorbehouden.
Verveelvoudiging van deze materialen op welke wijze dan ook zonder de schriftelijke toestemming van Dell Inc. is strikt verboden.
Dell
, het
DELL
-logo,
Handelsmerken die in deze tekst gebruikt zijn: handelsmerken van Dell Inc.; in de VS en andere landen; handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen;
Bluetooth
is een gedeponeerd handelsmerk dat eigendom is van Bluetooth SIG, Inc. en door Dell onder licentie wordt
SRS Premium Sound, SRS
gebruikt;
Overige handelsmerken en handelsnamen worden in deze tekst gebruikt om te verwijzen of naar de eenheden van de merken en namen of naar hun producten. Dell Inc. heeft geen eigendomsrechten of -aanspraken op handelsmerken en handelsnamen anders dan zijn eigen merken en namen.
Intel
is een gedeponeerd handelsmerk en
Micros
oft,
Windows, Windows Vista
en het symbool (O) zijn handelsmerken van SRS Labs, Inc.
Inspiron, YOURS IS HERE
Atom
en het logo op de knop Start van
is een handelsmerk van Intel Corporation
april 2009 O/N X217K Rev. A01
en
DellConnect
Windows Vista
zijn
zijn

Inhoud

INSPIRON
Uw Inspiron™-laptop installeren . . . . . . . . .5
Voordat u de computer instelt . . . . . . . . . . . . 5
De netadapter aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . .6
Sluit de netwerkkabel aan (optioneel). . . . . . 7
Druk op de aan/uit-knop . . . . . . . . . . . . . . . . .8
Draadloos in- of uitschakelen (optioneel) . . . 9
®
installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Ubuntu
®
Microsoft
Verbinding maken met internet
(optioneel) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
De TV-tuner instellen (beschikbaarheid
verschilt per regio) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
Windows® installeren . . . . . . . . 10
Uw Inspiron™-laptop gebruiken . . . . . . . . .14
Functies aan de rechterkant. . . . . . . . . . . . . 14
Functies aan de linkerkant . . . . . . . . . . . . . . 16
Functies onderste deel van de computer
en toetsenbord. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Touchpad-penbewegingen . . . . . . . . . . . . . . 20
De touchpadgevoeligheid instellen . . . . . . . 22
Beeldschermfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
De batterij verwijderen en vervangen . . . . . 24
Softwarefuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
Netwerkproblemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Voedingsproblemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Problemen met het geheugen . . . . . . . . . . . 30
Vastlopen en softwareproblemen . . . . . . . . 31
Ondersteuningsfuncties gebruiken . . . . . .34
Dell Support Center . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Systeemberichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
3
Inhoud
Hardwareprobleemoplosser. . . . . . . . . . . . . 37
Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) . . . . . . . 37
Het besturingssysteem herstellen . . . . . .40
Systeemherstel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
PC Restore in Windows XP
Dell
gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Dell Factory Image Restore . . . . . . . . . . . . .44
Besturingssysteem opnieuw installeren . . .45
Help-informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .48
Technische ondersteuning
en klantenservice . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49
DellConnect
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
On line services . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49
Automatische orderstatusservice . . . . . . . . 50
Productinformatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
Items retourneren voor reparatie onder
garantie of voor geldteruggave . . . . . . . . . . 51
4
Voordat u belt. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Contact opnemen met Dell . . . . . . . . . . . . . . 53
Meer informatie en bronnen zoeken . . . . .54
Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57
Index . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .65

Uw Inspiron™-laptop installeren

INSPIRON
Dit hoofdstuk geeft informatie over het installeren van uw Inspiron Mini 10-laptop.

Voordat u de computer instelt

Wanneer u de computer op de gewenste locatie plaatst, moet u ervoor zorgen dat de stroombron bereikbaar is, dat er voldoende ventilatie is en dat het oppervlak vlak is.
Wanneer u de luchtstroom rondom uw Inspiron-computer beperkt, kan de pc oververhit raken. U voorkomt oververhitting door aan de achterkant van de computer een ruimte van ten minste 10,2 cm vrij te laten en aan alle andere kanten een ruimte van minimaal 5,1 cm. U mag de computer nooit in een ingesloten ruimte plaatsen, zoals een kast of lade, wanneer deze is ingeschakeld.
LET OP: Blokkeer de luchtopeningen niet, duw er geen voorwerpen in en zorg dat er zich geen stof in ophoopt. Plaats de Dell™-computer niet in een omgeving waar weinig lucht beschikbaar is, zoals een gesloten koffer, als de computer is ingeschakeld. Als u dat toch doet, loopt u risico op brand of beschadiging van de computer.
WAARSCHUWINGEN: Het plaatsen of stapelen van zware of scherpe objecten op de computer kan resulteren in permanente schade aan de computer.
5
Uw Inspiron™-laptop installeren

De netadapter aansluiten

Sluit de netadapter aan op de computer en daarna op een stopcontact of stroomstootbeveiliging.
6
LET OP: De netadapter werkt op elektriciteitsnetten wereldwijd. Stroomaansluitingen en contactdozen verschillen echter sterk per land. Wanneer u een incompatibele kabel gebruikt of de kabel onjuist op een contactdoos of het stopcontact aansluit, kan er brand of permanente schade aan de apparatuur ontstaan.

Sluit de netwerkkabel aan (optioneel)

Als u een bedrade netwerkverbinding wilt gebruiken, moet u de netwerkkabel aansluiten.
Uw Inspiron™-laptop installeren
7
Uw Inspiron™-laptop installeren

Druk op de aan/uit-knop

8
Uw Inspiron™-laptop installeren

Draadloos in- of uitschakelen (optioneel)

U schakelt Draadloos als volgt in:
Schakel de computer in.1.
Dubbelklik op het pictogram 2. systeemvak of druk op <F2>.
Het dialoogvenster Draadloos in- of uitschakelen verschijnt.
Selecteer de opties die u wilt inschakelen:3.
Bluetooth inschakelen
Draadloos LAN/WiMax inschakelen
Draadloos WAN/GPS inschakelen
Klik op 4. OK.
in het
U schakelt Draadloos als volgt in:
Dubbelklik op het pictogram 1. systeemvak of druk op <F2>.
Het dialoogvenster Draadloos in- of uitschakelen verschijnt.
Verwijder de vinkjes van de opties die u wilt 2. uitschakelen:
Bluetooth inschakelen
Draadloos LAN/WiMax inschakelen
Draadloos WAN/GPS inschakelen
Klik op 3. OK.
OPMERKING: Afhankelijk van uw
computerconfiguratie wordt de optie WiMax mogelijk niet weergegeven.
in het
9
Uw Inspiron™-laptop installeren

Ubuntu® installeren

Uw Dell-computer is vooraf geconfigureerd met het Ubuntu-besturingssysteem, als u om Ubuntu hebt gevraagd bij het bestellen van uw computer. Zie de handleiding computer is meegeleverd voor meer specifieke informatie over het besturingssysteem.
Ubuntu Quick Start
die met de

Microsoft® Windows® installeren

Uw Dell-computer is vooraf geconfigureerd met het Microsoft Windows-besturingssysteem, als u om Windows hebt gevraagd bij het bestellen van uw computer. Volg de instructies op het scherm op om Windows voor het eerst in te stellen. Deze stappen zijn verplicht en kunnen 15 minuten in beslag nemen. De schermen begeleiden u bij een aantal procedures, waaronder het accepteren van licentie-overeenkomsten, het instellen van voorkeuren en het tot stand brengen van een internetverbinding.
10
WAARSCHUWINGEN: Het instellingsproces van het besturingssysteem mag niet worden onderbroken. Hierdoor kan de computer onbruikbaar worden.

Verbinding maken met internet (optioneel)

OPMERKING: Internetaanbieders en hun
aanbod verschillen per land.
Wanneer u verbinding wilt maken met internet, hebt u een modem- of netwerkverbinding nodig en een internetaanbieder (ISP).
Een bedrade internetverbinding instellen
Als u een inbelverbinding gebruikt, moet u een telefoonlijn verbinden met de externe USB-modem (optioneel) en met de telefoonwandaansluiting voordat u de internetverbinding tot stand brengt. Als u een DSL- of kabel-/satellietmodemverbinding gebruikt, neemt u contact op met uw internetaanbieder of mobiele telefoondienst voor installatie-instructies.
Uw Inspiron™-laptop installeren
Een draadloze verbinding instellen
Voordat u de draadloze internetverbinding kunt gebruiken, moet u verbinding maken met de draadloze router. U stelt als volgt de verbinding met een draadloze router in:
Controleer of Draadloos is ingeschakeld 1. op de computer (zie “Draadloos in- of uitschakelen (optioneel)” op pagina 9).
Bewaar en sluit alle geopende bestanden, 2. en sluit alle actieve programma’s af.
Klik op de knop3. Start en klik op Verbinding maken.
Volg de instructies op het scherm om de 4. installatie te voltooien.
Een internetverbinding instellen
U stelt als volgt een internetverbinding in met een bijgeleverde snelkoppeling van de internetaanbieder:
Bewaar en sluit alle geopende bestanden, 1. en sluit alle actieve programma's af.
Dubbelklik op het internetaanbieder-pictogram 2. op het bureaublad van Microsoft Windows.
Volg de instructies op het scherm om de 3. installatie te voltooien.
Voer de stappen in de volgende sectie uit als u geen pictogram van de internetaanbieder op het bureaublad hebt staan of als u een andere aanbieder wilt.
OPMERKING: Als u nu geen verbinding kunt krijgen, maar dit eerder wel is gelukt, is de aanbieder mogelijk tijdelijk uit de lucht. Neem contact op met de internetaanbieder om de servicestatus te controleren of probeer het later opnieuw.
OPMERKING: Zorg dat u de gegevens over uw aanbieder bij de hand hebt. Als u geen internetaanbieder hebt, kan de wizard Verbinding met het Internet maken u helpen deze te verkrijgen.
11
Uw Inspiron™-laptop installeren
System Windows Vista
®
Bewaar en sluit alle geopende bestanden, 1. en sluit alle actieve programma's af.
Klik op 2. Start
Configuratiescherm.
Klik onder 3. Netwerk en internet op Verbinding met het Internet maken.
Het venster Verbinding met het Internet maken verschijnt.
Klik op 4. Breedband (PPPoE) of Inbellen, afhankelijk van de manier waarop u verbinding wilt maken:
Kies voor a. Breedband als u een DSL-, satellietmodem, kabel-tv-modem of draadloze Bluetooth
®
-verbinding wilt gebruiken.
Kies b. Inbelverbinding als u een optionele USB-inbelmodem of ISDN wilt gebruiken.
OPMERKING: Als u niet weet welk verbindingstype u moet selecteren, klikt u op Help me kiezen of neemt u contact op met de aanbieder.
12
5. Volg de instructies op het scherm en gebruik de installatie-informatie van de internetaanbieder om de installatie te voltooien.
Windows XP
Bewaar en sluit alle geopende bestanden, 1. en sluit alle actieve programma's af.
Klik op 2. StartConfiguratiescherm.
Selecteer onder 3. Netwerk- en Internet-
verbindingen de optie Een Internet-verbinding instellen of wijzigen.
Het venster Eigenschappen voor Internet verschijnt.
Klik op 4. Instellen.
De Wizard Nieuwe verbinding verschijnt.
Klik op 5. Verbinding met het Internet maken.
Selecteer de juiste optie in het volgende venster:6.
Als u nog geen internetaanbieder hebt en er – één wilt selecteren, klikt u op Ik wil zelf een Internet-provider in een lijst selecteren.
Uw Inspiron™-laptop installeren
Als u al installatie-informatie van uw – internetaanbieder hebt gekregen, maar nog geen installatie-cd, klikt u op Ik wil handmatig een verbinding instellen.
Hebt u wel een cd, dan klikt u op Ik
heb een cd-rom met software van een Internet-provider.
Klik op 7. Volgende.
Als u Ik wil handmatig een verbinding instellen hebt geselecteerd, gaat u door naar stap 6. Anders volgt u de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.
OPMERKING: Als u niet weet welk verbindingstype u moet selecteren, neemt u contact op met de aanbieder.
Selecteer de juiste optie onder 8. Op welke
manier wilt u contact met het Internet maken? en klik op Volgende.
Gebruik de installatie-informatie van de 9. internetaanbieder om de installatie te voltooien.

De TV-tuner instellen (beschikbaarheid verschilt per regio)

U kunt de tv-tuner instellen via PowerCinema.
U stelt de tv-tuner als volgt voor het eerst in:
Klik op het PowerCinema-pictogram via 1. StartenAlle programma's.
Ga naar 2. HoofdmenuEntertainmentLive TV en volg de instructies op het scherm.
U stelt de tv-tuner-instellingen als volgt opnieuw in:
Klik op het PowerCinema-pictogram via 1. StartenAlle programma's.
Ga naar 2. HoofdmenuEntertainmentLive TV.
Klik op 3. Geavanceerd in het regelmenu.
Selecteer 4. Instellingen.
Klik op 5. Installatiewizard uitvoeren en volg de instructies op het scherm.
13

Uw Inspiron™-laptop gebruiken

Uw Inspiron Mini 10 heeft indicatoren en knoppen
INSPIRON
die informatie geven en waarmee u algemene taken kunt uitvoeren. Via de connectoren op uw computer kunt u extra apparaten aansluiten.

Functies aan de rechterkant

2
2
1
1
14
6
6
5
5
4
4
3
3
1
Audio-uitgang/
Hoofdtelefoonconnector – Hier sluit
u een hoofdtelefoon aan of stuurt u geluid naar een ingeschakelde luidspreker of geluidssysteem.
2
Audio-ingang/Microfoonconnector – Sluit een microfoon of invoersignaal aan voor gebruik met audioprogramma's.
3
HDMI-connector – Sluit aan op een TV voor zowel 5.1-audio- als videosignalen.
OPMERKING: Wanneer u deze
gebruikt met een monitor, wordt alleen het videosignaal gelezen.
4
USB 2.0-connector – Hier sluit
u een USB-apparaat aan, zoals een muis, toetsenbord, printer, externe schijf of MP3-speler.
Uw Inspiron™-laptop gebruiken
5
Voedings-USB-connector – Voor het aansluiten van USB-apparaten die meer stroom vereisen. Deze poort ondersteunt maximaal 2 A laadstroom.
6
Netwerkconnector – Hiermee sluit
u de computer aan op een netwerk of breedbandapparaat als u een bedraad netwerk gebruikt.
15
16
Uw Inspiron™-laptop gebruiken

Functies aan de linkerkant

1
2
3
4
5
Uw Inspiron™-laptop gebruiken
1
Sleuf voor beveiligingskabel – Hiermee
bevestigt u een in de handel verkrijgbare antidiefstalvoorziening aan de computer.
OPMERKING: Voordat u een antidiefstalvoorziening koopt, moet u ervoor zorgen dat deze past op de beveiligingskabelsleuf van de computer.
2
Netadapterconnector – Wordt
aangesloten op de netadapter waarmee de computer van stroom wordt voorzien en de batterij wordt geladen.
3
USB 2.0-connector – Hier sluit
u een USB-apparaat aan, zoals een muis, toetsenbord, printer, externe schijf of MP3-speler.
4 Antenne in connector (op ondersteunde
modellen) – Hier sluit u een externe
antenne aan via een MCX-connector om programma's weer te geven met de tv-tunerkaart (optioneel). Zie “De TV-tuner instellen (beschikbaarheid verschilt per regio)” op pagina 13 voor meer informatie over het instellen van de tv-tunerkaart.
SD/SDHC/MMC/MS/MSPro
5
3-in-1
mediakaartlezer – Biedt een snelle en
eenvoudige manier om digitale foto's, muziek, video's en documenten op de volgende digitale geheugenkaarten weer te geven en te delen:
Secure Digital (SD)-geheugenkaart•
Secure Digital High Capacity-kaart • (SDHC)
MultiMediaCard (MMC)•
Memory Stick•
Memory Stick PRO•
17
18
Uw Inspiron™-laptop gebruiken

Functies onderste deel van de computer en toetsenbord

4
3
2
1
Uw Inspiron™-laptop gebruiken
1
Aan/uit-/Batterijstatuslampje – Zal gaan
branden of knipperen om de batterijstatus aan te geven. Het lampje geeft de volgende statussen aan tijdens het laden of gebruiken van de computer met:
een netadapter
Ononderbroken wit: De computer is • ingeschakeld en de batterij wordt opgeladen.
Knipperend wit: De computer bevindt • zich in de standby-modus.
Uit: De computer is uitgeschakeld en • de batterij wordt voldoende opgeladen.
een batterij
Ononderbroken wit: De computer is • ingeschakeld.
Knipperend wit: De computer bevindt • zich in de standby-modus.
Knipperend oranje: De batterij is zo • goed als leeg. Sluit de netadapter aan om de batterij op te laden.
Uit: De computer is uitgeschakeld.•
2
Toetsenbord – De instellingen voor
dit toetsenbord kunnen worden gepersonaliseerd via de systeeminstellingen.
3
Touchpadknoppen – Bieden dezelfde
functies als de rechter- en linkermuisknop.
4
Touchpad – Biedt dezelfde functionaliteit
als die van een muis. Deze ondersteunt de functies Schuiven, Snelle penbewegingen, In-/uitzoomen, Draaien en Bureaublad. Ga voor meer informatie naar “Touchpad-penbewegingen” op pagina 20.
19
Uw Inspiron™-laptop gebruiken

Touchpad-penbewegingen

Schuiven
Hiermee kunt u door de inhoud schuiven. De schuiffunctie omvat het volgende:
Pannen – Hiermee kunt u de focus op het geselecteerde object verplaatsen wanneer niet het hele object zichtbaar is.
Beweeg twee vingers in de gewenste richting om het geselecteerde object te pannen.
Automatisch horizontaal schuiven – Hiermee kunt u naar links of naar rechts schuiven in het actieve venster.
Beweeg twee vingers snel naar links of naar rechts om automatisch horizontaal schuiven te activeren.
Tik op het touchpad om automatisch schuiven te stoppen.
Automatisch verticaal schuiven – Hiermee kunt u omhoog of omlaag in het actieve venster schuiven.
Beweeg twee vingers snel omhoog of omlaag om automatisch verticaal schuiven te activeren.
Tik op het touchpad om automatisch schuiven te stoppen.
20
Omslaan
Hiermee kunt u inhoud vooruit of achteruit omslaan op basis van de richting van de omslag.
Beweeg drie vingers snel in de gewenste richting om de inhoud in het actieve venster om te slaan.
Uw Inspiron™-laptop gebruiken
In- en uitzoomen
Hiermee kunt u de scherminhoud groter of kleiner weergeven. De zoomfunctie omvat het volgende:
Samenknijpen – Hiermee kunt u in- of uitzoomen door twee vingers naar elkaar toe of van elkaar af te bewegen op het touchpad.
U zoomt als volgt in
twee vingers van elkaar af om de weergave van het actieve venster te vergroten.
U zoomt als volgt uit
twee vingers naar elkaar toe om de weergave van het actieve venster te verkleinen.
: Beweeg
: Beweeg
Draaien
Hiermee kunt u de actieve inhoud op het scherm draaien. De draaifunctie omvat het volgende:
Spiraal – Hiermee kunt u de inhoud met stappen van 90 graden verdraaien met twee vingers, waarbij één vinger is verankerd en de andere draait.
Houd de duim op zijn plaats en beweeg de wijsvinger in een boog naar rechts of naar links om het geselecteerde item 90 graden naar rechts of naar links te draaien.
Bureaublad
Hiermee kunt u alle geopende vensters minimaliseren, zodat het bureablad zichtbaar wordt.
Plaats uw hand op het touchpad in een willekeurige richting en houd deze even op zijn plaats.
21
Loading...
+ 47 hidden pages