Dell 1710, 1710n User Manual [nl]

Gebruikershandleiding bij de Dell Laserprinter 1710/1710n

Klik op de koppelingen aan de linkerkant voor meer informatie over de functies en bediening van de printer. Zie Informatie zoeken voor meer informatie over andere documentatie bij de printer.
U bestelt als volgt tonercartridges of supplies bij Dell:
Dubbelklik op het pictogram op het bureaublad.1.
Bezoek de website van Dell of bestel supplies voor de Dell printer per telefoon.2.
Voor optimale service moet u ervoor zorgen dat u de servicecode van de Dell printer bij de hand hebt. Voor hulp bij het vinden van de servicecode raadpleegt u Express Service Code en servicecode.
De aanduidingen Opmerking, Let op en Voorzichtig
OPMERKING: Met OPMERKING wordt belangrijke informatie aangegeven waarmee u de printer
beter gebruikt.
LET OP: Met LET OP wordt aangegeven dat handelingen schade aan hardware of verlies van
gegevens tot gevolg kunnen hebben. Tevens wordt aangegeven hoe u het probleem kunt voorkomen.
VOORZICHTIG: Met VOORZICHTIG wordt aangegeven dat handelingen schade aan
eigendommen, lichamelijk letsel of de dood tot gevolg kunnen hebben.
Informatie in dit document kan worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving. © 2005 Dell Inc. Alle rechten voorbehouden.
Reproductie op welke manier dan ook zonder de schriftelijke toestemming van Dell Inc. is uitdrukkelijk verboden.
Handelsmerken die worden gebruikt in deze tekst: Dell, het DELL logo en Dell Toner Management System zijn handelsmerken van Dell Inc. Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Andere handelsmerken en handelsnamen worden in dit document gebruikt om te verwijzen naar de entiteiten die aanspraak maken op de merken en namen, of naar de producten. Dell Inc. doet geen aanspraak op eigendomsrechten van de handelsmerken en handelsnamen van anderen.
Model 1710/1710n
Mei 2005 SRV W4213 Rev. A00

Informatie zoeken

Gewenste informatie
Bron
Stuurprogramma's voor de printer
Gebruikershandleiding
Cd met stuurprogramma's en hulpprogramma's
Als u tegelijkertijd een Dell computer en printer hebt aangeschaft, zijn de printerstuurprogramma's en hulpprogramma's al geïnstalleerd. U kunt met de cd stuurprogramma's verwijderen of opnieuw installeren, of de documentatie weergeven.
De cd bevat mogelijk Leesmij-bestanden met de meest recente informatie over technische wijzigingen voor de printer of geavanceerd technisch referentiemateriaal voor ervaren gebruikers of technici.
De printer instellen
Poster Printer instellen
Veiligheidsvoorschriften De printer instellen en gebruiken Garantieverklaring
Handleiding voor eigenaren
Express Service Code en servicecode
Express Service Code en servicecode Dit label bevindt zich op de achterkant van de printer.
Geef de Express Service Code op om met de juiste afdeling te worden doorverbonden als u contact opneemt met de technische ondersteuning.
OPMERKING: De Express Service Code is niet in alle landen
beschikbaar.
Meest recente stuurprogramma's voor de printer Antwoorden op vragen over technisch onderhoud en ondersteuning Documentatie voor de printer
Ondersteuningswebsite van Dell op support.dell.com Op deze website van Dell vindt u verschillende on line
hulpmiddelen, zoals:
Oplossingen: hints en tips voor het oplossen van problemen, artikelen van technici en on line cursussen Upgrades: informatie over het bijwerken van onderdelen, bijvoorbeeld het geheugen Customer Care: contactgegevens en informatie over orderstatus, garantie en reparatie Downloads: stuurprogramma's Referentie: documentatie bij de printer en productspecificaties
Windows XP gebruiken Documentatie voor de printer
Help en ondersteuning van Windows XP
Klik op Start Help en ondersteuning.1. Typ een beschrijving van het probleem van een of meer woorden en klik op de pijl.
2. Klik op het onderwerp waarmee het probleem het best wordt
beschreven.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm.4.

Informatie over de printer

De printer De knoppen op het bedieningspaneel gebruiken Het configuratieblad met printerinstellingen afdrukken De juiste kabel kiezen
De printer
1
Optionele lade voor 550 vel
5
Uitvoerlade
2
Lade 1
6
Bedieningspaneel
3
Sleuf voor handinvoer
7
Voorklep
4
Papiergeleider
De knoppen op het bedieningspaneel gebruiken
Het bedieningspaneel bestaat uit vijf lampjes en twee knoppen.
Druk op Doorgaan (Continue) om het afdrukken te hervatten.
Druk tweemaal kort op Doorgaan om een foutcode weer te geven.
Druk op Annuleren (Cancel) om de taak te annuleren die op dat moment wordt afgedrukt.
Houd Annuleren ingedrukt totdat alle lampjes gaan branden en een reset van de printer plaatsvindt.
Het configuratieblad met printerinstellingen afdrukken
U kunt als volgt het configuratieblad met printerinstellingen afdrukken:
Zet de printer uit.1. Open de bovenste voorklep.2.
Houd de knop Doorgaan (Continue) ingedrukt terwijl u de printer aanzet.3.
Alle lampjes gaan om beurten branden.
Laat de knop Doorgaan los.4. Sluit de bovenste voorklep.5.
5.
De lampjesreeks die het startmenu aangeeft, wordt weergegeven.
Houd de knop Doorgaan ingedrukt totdat alle lampjes om beurten gaan branden.6.
Er wordt een configuratieblad met printerinstellingen afgedrukt.
De juiste kabel kiezen
De Dell Laserprinter 1710 aansluitkabel moet aan de volgende vereisten voldoen:
Verbinding
Kabelcertificering
USB
USB 2.0
Parallel
IEEE-1284
10/100BaseT Ethernet
CAT-5E

Printer voorbereiden

Optionele lader voor 550 vel installeren Optionele geheugenkaart installeren
Optionele lader voor 550 vel installeren
Uw printer is geschikt voor een optionele lader waarmee u maximaal 550 vel papier kunt laden.
VOORZICHTIG: Als u de lader voor 550 vel wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar
hebt gemaakt, moet u eerst de printer uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen.
Pak de lader voor 550 vel uit en verwijder het verpakkingsmateriaal.1. Plaats de lader op de locatie die u hebt uitgekozen voor de printer.2.
OPMERKING: Als u optioneel geheugen moet installeren, laat u ruimte vrij aan de rechterkant van de
printer.
Lijn de openingen in de printer uit met de positioneringsstaafjes op de lader voor 550 vel en laat de printer op zijn plaats zakken.
3.
U kunt papierstoringen helpen voorkomen door het type en het formaat op te geven van het materiaal dat u hebt geladen. Raadpleeg De papierladen configureren voor meer informatie.
De papierladen configureren
OPMERKING: U moet eerst de stuurprogramma's voor de printer laden voordat u de papierladen gaat
configureren. Zie Lokaal afdrukken instellen of Afdrukken via het netwerk instellen.
Dell Laserprinter 1710/1710n
Start het Dell Local Printer Settings Utility (Start Programma's Dell Printers Dell Laser Printer 1710 Dell Local Printer Settings Utility).
1.
Selecteer uw Dell Laserprinter 1710.2. Klik op OK.3. Klik in de linkerkolom op Paper (Papier).4. Ga in de rechterkolom naar het gedeelte Tray 1 (Lade 1). Geef op welk formaat en type materiaal in u
lade 1 hebt geplaatst.
5.
Ga in de rechterkolom naar het gedeelte Tray 2 (Lade 2). Geef op welk formaat en type materiaal in u lade 2 hebt geplaatst.
6.
Klik op de menubalk op Actions (Acties) Apply Settings (Instellingen toepassen).7. Sluit het hulpprogramma.8.
OPMERKING: Als u het formaat of type van het geladen materiaal in een van beide laden wijzigt,
gebruikt u het configuratieprogramma voor lokale printer om de lade opnieuw te configureren.
U kunt de printeropties bijwerken door de instructies in de tabel uit te voeren.9.
Windows XP
Klik op Start Configuratiescherm Printers en andere hardware Printers en faxapparaten.
1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de Dell Laserprinter 1710.2.
Klik op Eigenschappen Installed Options Ask Printer.3. Klik op OK OK. Sluit de map Printers.4.
Windows 2000 Windows NT
4.0
Klik op Start Instellingen Printers.1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de Dell Laserprinter 1710.2. Klik op Eigenschappen Installed Options (of Options) Ask printer (of Update Now).
3. Klik op OK OK. Sluit de map Printers.4.
Windows Me Windows 98 SE
Klik op Start Instellingen Printers.1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de Dell Laserprinter 1710.2. Klik op Eigenschappen Device (of Features) Update (of Update now).3. Klik op OK OK. Sluit de map Printers.4.
Als Update (Bijwerken) of Ask Printer (Printer vragen) niet beschikbaar is, voert u de volgende stappen uit:
Klik in de lijst Available Options (Beschikbare opties) op 550-sheet tray (Lade voor 550 vel).a.
Klik op Add (Toevoegen).b. Klik op OK en sluit vervolgens de map Printers.c.
Als Update Now (Nu bijwerken) of Ask Printer (Printer vragen) niet beschikbaar is, voert u de volgende stappen uit:
Klik in de lijst Options (Opties) op 550-sheet tray (Lade voor 550 vel).a.
Wijzig de instelling van Not Installed (Niet geïnstalleerd) in Installed (Geïnstalleerd).b. Klik op OK en sluit vervolgens de map Printers.c.
Dell Laserprinter 1710n
Het instellen van het papierformaat en -type voor de 1710n printer vindt plaats via het Dell Printer Configuration Web Tool.
Voer de volgende stappen uit om het papierformaat en -type voor de 1710n printer te wijzigen:
Typ het IP-adres van uw netwerkprinter in de webbrowser.1.
OPMERKING: Als u het IP-adres van uw printer niet weet, drukt u een pagina met
netwerkinstellingen af. Deze bevat het IP-adres. Zie De pagina met netwerkinstellingen afdrukken en
controleren voor meer informatie.
Als de pagina Printer Status (Printerstatus) wordt weergegeven, selecteert u Printer Settings (Printerinstellingen) in de linkerkolom.
2.
Selecteer Paper Menu (Menu Papier) op de pagina met printerinstellingen.3. Selecteer PAPER SIZE (PAPIERFORMAAT).4. Selecteer het papierformaat in elke lade.5. Klik op Submit (Verzenden).6. Klik in de linkerkolom op Printer Settings (Printerinstellingen).7. Selecteer Paper Menu (Menu Papier) op de pagina met printerinstellingen.8. Selecteer PAPER TYPE (PAPIERSOORT).9. Selecteer de papiersoort in elke lade.10.
9.
10. Klik op Submit (Verzenden).11.
Optionele geheugenkaart installeren
De systeemplaat bevat één connector voor een optionele geheugenkaart. De printer kan tot 128MB ondersteunen (voor een totaal van 160MB voor een printer in een netwerk en 144MB voor een printer die niet in een netwerk is opgenomen).
VOORZICHTIG: Als u een geheugenkaart wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar
hebt gemaakt, moet u eerst de printer uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen.
Open de voorklep door op de knop aan de linkerkant van de printer te drukken en de klep te laten zakken.
1.
Open de achterklep.2.
2.
Open de zijklep door op de twee uitsparingen aan de rechtervoorkant van de machine te drukken en de zijklep terug te klappen.
3.
Open de vergrendelingen aan beide uiteinden van de geheugenconnector.4.
OPMERKING: Geheugenopties die voor andere printers beschikbaar zijn, werken mogelijk niet voor
deze printer.
Haal de geheugenkaart uit de verpakking.5.
LET OP: Geheugenkaarten kunnen gemakkelijk beschadigd raken door statische elektriciteit. Raak
daarom eerst een metalen voorwerp, zoals het frame van de printer, aan voordat u een geheugenkaart aanraakt.
Raak de aansluitpunten aan de rand van de kaart niet aan.
Breng de uitsparingen aan de onderkant van de kaart op één lijn met de uitsparingen op de connector.6.
Druk de geheugenkaart stevig op de connector totdat de vergrendelingen aan beide zijden van de connector vastklikken.
7.
U zult wellicht enige kracht moeten uitoefenen om de kaart volledig in de connector te drukken. Zorg ervoor dat beide vergrendelingen in de uitsparingen aan beide zijden van de kaart passen.8. Sluit de zijklep.9. Sluit de achterklep.10. Sluit de voorklep.11. Volg de onderstaande instructies om de printeropties bij te werken:
Klik in Windows XP op Start Configuratiescherm Printers en andere hardware Printers en faxapparaten.
a.
12.
Klik in andere besturingssystemen op Start Instellingen Printers.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de Dell Laserprinter 1710 en selecteer vervolgens Eigenschappen.
b.
In het vak Printer Memory (MB) (Printergeheugen (MB)) op het tabblad Install Options (Opties installeren) verhoogt u de hoeveelheid geheugen.
c.
Klik op OK.d.

Papier in de printer plaatsen

Laden voor 250 vel en 550 vel vullen De enveloppenlader vullen De uitvoer aan de achterkant gebruiken
Laden voor 250 vel en 550 vel vullen
Ga als volgt te werk om papier te plaatsen in de lade voor 250 vel en de lade voor 550 vel.
Verwijder de lade.1.
Maak een stapel papier gereed voor plaatsing in de lade door het papier heen en weer te buigen en het te waaieren. Maak een rechte stapel op een platte ondergrond.
2.
Plaats het papier in de lade met de te bedrukken zijde naar beneden.3.
Zorg ervoor dat het papier niet boven de maximale vullijn op de geleiders aan de zijkant uitkomt. Een
3.
teveel aan papier kan papierstoringen veroorzaken. Verschuif de twee geleiders aan de zijkant en de geleider aan de achterkant zodanig dat zij tegen de
stapel papier rusten.
4.
Als u papier van het formaat Legal of Folio plaatst, drukt u de grendel aan de achterkant van de lade
omlaag en trekt u de lade uit totdat het uitschuifmechanisme vastklikt.
Plaats de lade terug.5.
5.
Trek de papiersteun op de uitvoerlade uit.6.
De enveloppenlader vullen
Met de handinvoer aan de voorkant van de printer kan telkens slechts één vel afdrukmateriaal worden ingevoerd. U kunt de handinvoer gebruiken om snel afdruktaken uit te voeren met papiersoorten of ­formaten die zich op dat moment niet in de papierlade bevinden.
U vult de enveloppenlader als volgt:
Plaats een vel van het geselecteerde afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar boven in het midden van de handinvoer, maar uitsluitend tot het punt waar de voorkant van het vel contact kan maken met de papiergeleiders. Als u dat niet doet, wordt het afdrukmateriaal te snel naar binnen getrokken in de
1.
printer en is de kans groot dat het scheef trekt.
1.
Pas de papiergeleiders aan de breedte van het afdrukmateriaal aan.2.
Houd beide zijden van het afdrukmateriaal dicht bij de handinvoer en duw het in de printer totdat het automatisch wordt vastgegrepen.
3.
Er volgt een korte pauze tussen het moment waarop de printer het afdrukmateriaal vastgrijpt en het
moment waarop het materiaal wordt ingevoerd in de printer.
LET OP: Duw het afdrukmateriaal niet te ver in de handinvoer. Dit kan tot papierstoringen leiden.
Plaats enveloppen met de klepzijde omlaag en met de ruimte voor de postzegel in de rechterbovenhoek.
Houd transparanten bij de randen vast en raak de afdrukzijde niet aan. Olie van uw vingers die op de transparanten wordt overgebracht, kan de afdrukkwaliteit negatief beïnvloeden.
Voer briefhoofdpapier met de afdrukzijde naar boven in, waarbij de bovenkant van het vel als eerste in de printer wordt gevoerd.
Als u problemen hebt met de papierinvoer, draait u het papier om.
De uitvoer aan de achterkant gebruiken
De uitvoer aan de achterkant, waarbij telkens één vel wordt uitgevoerd, biedt een rechte papierbaan waarmee het risico van omkrullen en mogelijke papierstoringen wordt beperkt. Dit is met name handig bij speciale media, zoals transparanten, enveloppen, etiketten, karton of indexkaarten.
Als u de uitvoer aan de achterkant wilt gebruiken, opent u de achterklep. Als de achterklep is geopend, wordt alle afdrukmateriaal uitgevoerd via de uitvoer aan de achterkant. Als de achterklep is gesloten, wordt
alle afdrukmateriaal naar de uitvoerlade aan de bovenkant van de printer gestuurd.

Lokaal afdrukken instellen

Een lokale printer is een printer die op één computer is aangesloten via een USB-kabel of parallelle kabel.
Als de printer niet op uw computer, maar op een netwerk is aangesloten, slaat u deze stap over en gaat u naar Afdrukken via het netwerk instellen.
Een printerstuurprogramma is software die ervoor zorgt dat de computer kan communiceren met de printer.
Als u tegelijkertijd een Dell computer en printer hebt aangeschaft, zijn de printerstuurprogramma's en hulpprogramma's die zijn beschreven in het Softwareoverzicht al geïnstalleerd. U kunt nu gaan afdrukken!
Als u uw Dell printer apart hebt aangeschaft, gebruikt u de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's om alle functies die worden beschreven in het Softwareoverzicht te installeren. In de volgende tabel vindt u aanwijzingen voor de installatie van het stuurprogramma op uw specifieke besturingssysteem.
Besturingssysteem
Windows XP Professional x64 gebruiken met een USB-kabel of parallelle kabel
Windows XP gebruiken met een USB-kabel of parallelle kabel
Windows XP gebruiken met een USB-kabel of parallelle kabel
Windows 2000 gebruiken met een USB-kabel of parallelle kabel
Windows NT gebruiken met een parallelle kabel
Windows Me gebruiken met een USB-kabel of parallelle kabel
Windows 98 SE gebruiken met een USB-kabel of parallelle kabel
Macintosh OS 9.2 en OS 10. gebruiken
U moet de Plug&Play-functie van Microsoft voltooien voordat u het aangepaste stuurprogramma op de cd met printerstuurprogramma's kunt gaan installeren.
Linux-gebruikers kunnen de documentatie die wordt meegeleverd op de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's raadplegen voor installatie-instructies. U kunt toegang krijgen tot de documentatie door
naar de map unix\docs op de cd te navigeren.
Windows XP Professional x64 gebruiken met een USB­kabel of parallelle kabel
OPMERKING: Voor het installeren van printerstuurprogramma's onder Windows XP Professional x64
is beheerderstoegang vereist.
Bij het aansluiten van de kabel en het inschakelen van de printer werd de wizard Nieuwe hardware
gevonden weergegeven op het scherm van de computer.
Plaats de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's in het cd-romstation van de computer.1.
De wizard zoekt automatisch naar een geschikt stuurprogramma. Blader door de lijst met stuurprogramma's totdat D:\Drivers\Print\x64\dkaayb40.inf is
geselecteerd in de kolom Location (Locatie). In plaats van D:\ wordt de stationsaanduiding van het cd­romstation weergegeven.
2.
Klik op Next (Volgende).3.
De wizard kopieert alle benodigde bestanden en installeert de printerstuurprogramma's. Klik op Finish (Voltooien) als de software is geïnstalleerd.4. De cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's zou de installatiesoftware nu automatisch moeten
starten.
5.
Als de cd niet automatisch wordt gestart, klikt u op Start Uitvoeren, typt u D:\setup.exe (waarbij
D de stationsaanduiding van de cd is) en klikt u vervolgens op OK. Als de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's wordt weergegeven, klikt u op Personal
Installation - Install the printer for use on this computer only (Aangepaste installatie - De printer alleen voor gebruik op deze computer installeren) om de extra software voor uw printer te installeren.
6.
Selecteer uw printer in de keuzelijst.7. Selecteer Typical Installation (recommended) (Standaardinstallatie (aanbevolen)) en klik
vervolgens op Install (Installeren).
8.
Als alle benodigde bestanden op de computer zijn geïnstalleerd, wordt het scherm Congratulations
(Gefeliciteerd) weergegeven. Klik op Print a Test Page (Testpagina afdrukken) om de printerconfiguratie te controleren.9. Klik op Finish (Voltooien) als de testpagina met succes wordt afgedrukt.10.
Windows XP gebruiken met een USB-kabel of parallelle kabel
OPMERKING: Voor het installeren van printerstuurprogramma's onder Windows XP Professional is
beheerderstoegang vereist.
Bij het aansluiten van de kabel en het inschakelen van de printer werd de wizard Nieuwe hardware gevonden weergegeven op het scherm van de computer.
Plaats de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's in het cd-romstation van de computer.1.
1.
De wizard zoekt automatisch naar een geschikt stuurprogramma. Blader door de lijst met stuurprogramma's totdat D:\Drivers\Print\Win_2kXP\dkaay2da.inf is
geselecteerd in de kolom Location (Locatie). In plaats van D:\ wordt de stationsaanduiding van het cd­romstation weergegeven.
2.
Klik op Next (Volgende).3.
De wizard kopieert alle benodigde bestanden en installeert de printerstuurprogramma's. Klik op Finish (Voltooien) als de software is geïnstalleerd.4. De cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's zou de installatiesoftware nu automatisch moeten
starten.
5.
Als de cd niet automatisch wordt gestart, klikt u op Start Uitvoeren, typt u D:\setup.exe (waarbij
D de stationsaanduiding van de cd is) en klikt u vervolgens op OK. Als de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's wordt weergegeven, klikt u op Personal
Installation - Install the printer for use on this computer only (Aangepaste installatie - De printer alleen voor gebruik op deze computer installeren) om de extra software voor uw printer te installeren.
6.
Selecteer uw printer in de keuzelijst.7. Selecteer Typical Installation (recommended) (Standaardinstallatie (aanbevolen)) en klik
vervolgens op Install (Installeren).
8.
Als alle benodigde bestanden op de computer zijn geïnstalleerd, wordt het scherm Congratulations
(Gefeliciteerd) weergegeven. Klik op Print a Test Page (Testpagina afdrukken) om de printerconfiguratie te controleren.9. Klik op Finish (Voltooien) als de testpagina met succes wordt afgedrukt.10.
Windows 2003 Server gebruiken met een USB-kabel of parallelle kabel
Bij het aansluiten van de kabel en het inschakelen van de printer werd de wizard Nieuwe hardware gevonden weergegeven op het scherm van de computer.
Plaats de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's in het cd-romstation van de computer.1.
De wizard zoekt automatisch naar een geschikt stuurprogramma. Blader door de lijst met stuurprogramma's totdat D:\Drivers\Print\Win_2kXP\dkaay2da.inf is
geselecteerd in de kolom Location (Locatie). In plaats van D:\ wordt de stationsaanduiding van het cd-
2.
romstation weergegeven.
2.
Klik op Next (Volgende).3.
De wizard kopieert alle benodigde bestanden en installeert de printerstuurprogramma's. Klik op Finish (Voltooien) als de software is geïnstalleerd.4. De cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's zou de installatiesoftware nu automatisch moeten
starten.
5.
Als de cd niet automatisch wordt gestart, klikt u op Start Uitvoeren, typt u D:\setup.exe (waarbij
D de stationsaanduiding van de cd is) en klikt u vervolgens op OK. Als het scherm File Download
(Bestand downloaden) wordt weergegeven, klikt u op Open (Openen). Als de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's wordt weergegeven, klikt u op Personal
Installation - Install the printer for use on this computer only (Aangepaste installatie - De printer alleen voor gebruik op deze computer installeren) om de extra software voor uw printer te installeren.
6.
Selecteer uw printer in de keuzelijst.7. Selecteer Typical Installation (recommended) (Standaardinstallatie (aanbevolen)) en klik
vervolgens op Install (Installeren).
8.
Als alle benodigde bestanden op de computer zijn geïnstalleerd, wordt het scherm Congratulations
(Gefeliciteerd) weergegeven. Klik op Print a Test Page (Testpagina afdrukken) om de printerconfiguratie te controleren.9. Klik op Finish (Voltooien) als de testpagina met succes wordt afgedrukt.10.
Windows 2000 gebruiken met een USB-kabel of parallelle kabel
Bij het aansluiten van de kabel en het inschakelen van de printer werd de wizard Nieuwe hardware gevonden weergegeven op het scherm van de computer.
Plaats de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's in het cd-romstation en klik op Next (Volgende).1. Selecteer Search for a suitable driver (Zoeken naar een geschikt stuurprogramma) en klik op Next
(Volgende).
2.
Selecteer Specify a location only (Alleen een locatie opgeven) en klik op Next (Volgende).3. Blader naar de locatie van het printerstuurprogramma op de cd Stuurprogramma's en
hulpprogramma's.
4.
D:\Drivers\Print\Win_2kXP\
Vervang D:\ door de stationsaanduiding van uw cd-romstation (typ bijvoorbeeld D:\, waarbij D de
stationsaanduiding van uw cd-romstation is). Klik op Open (Openen) en vervolgens op OK.5. Klik op Next (Volgende) om het stuurprogramma te installeren dat wordt weergegeven.6.
D:\Drivers\Print\Win_2kXP\dkaay2da.inf
Klik op Finish (Voltooien) als de software is geïnstalleerd.7. De cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's zou de installatiesoftware nu automatisch moeten
starten.
8.
Als de cd niet automatisch wordt gestart, klikt u op Start Uitvoeren, typt u D:\setup.exe (waarbij
D de stationsaanduiding van de cd is) en klikt u vervolgens op OK. Als de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's wordt weergegeven, klikt u op Personal
Installation - Install the printer for use on this computer only (Aangepaste installatie - De printer alleen voor gebruik op deze computer installeren) om de extra software voor uw printer te installeren.
9.
Selecteer uw printer in de keuzelijst.10. Selecteer Typical Installation (recommended) (Standaardinstallatie (aanbevolen)) en klik
vervolgens op Install (Installeren).
11.
Als alle benodigde bestanden op de computer zijn geïnstalleerd, wordt het scherm Congratulations
(Gefeliciteerd) weergegeven. Klik op Print a Test Page (Testpagina afdrukken) om de printerconfiguratie te controleren.12. Klik op Finish (Voltooien) als de testpagina met succes wordt afgedrukt.13.
Windows NT gebruiken met een parallelle kabel
OPMERKING: U hebt beheerderstoegang nodig om printerstuurprogramma's te kunnen installeren op
de computer.
Plaats de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's in het cd-romstation.1. Als de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's wordt weergegeven, klikt u op Personal
Installation - Install the printer for use on this computer only (Aangepaste installatie - De printer alleen voor gebruik op deze computer installeren) om de extra software voor uw printer te installeren.
2.
Selecteer uw printer in de keuzelijst.3. Selecteer Typical Installation (recommended) (Standaardinstallatie (aanbevolen)) en klik
vervolgens op Install (Installeren).
4.
4.
Als alle benodigde bestanden op de computer zijn geïnstalleerd, wordt het scherm Congratulations
(Gefeliciteerd) weergegeven. Klik op Finish (Voltooien) om het scherm van de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's te
verlaten.
5.
Windows Me gebruiken met een USB-kabel of parallelle kabel
OPMERKING: Afhankelijk van de software en printers die reeds zijn geïnstalleerd op de computer,
kunnen uw schermen afwijken van de schermen in de instructies.
Als u de printer aansluit via een USB-kabel, moet u zowel het stuurprogramma voor de USB-poort als een aangepast printerstuurprogramma installeren.
Bij het aansluiten van de kabel en het inschakelen van de printer en computer werd de wizard Nieuwe hardware gevonden weergegeven op het scherm van de computer.
Plaats de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's in het cd-romstation.1.
Als u een USB-kabel gebruikt, zoekt de wizard automatisch naar het USB-stuurprogramma op de cd en
installeert dit.
Als u een parallelle kabel gebruikt, gaat u verder naar stap 3. Klik op Finish (Voltooien) nadat u het stuurprogramma voor de USB-poort hebt gevonden.2. Selecteer Automatic search for the best driver (recommended) (Automatisch zoeken naar het
beste stuurprogramma (aanbevolen)) en klik op Next (Volgende).
3.
De wizard zoekt naar een geschikt printerstuurprogramma. Selecteer D:\Drivers\Print\Win_9xme\<uw taalmap>\ dkaay2da.inf uit de lijst op het scherm
(waarbij D de stationsaanduiding voor uw cd-romstation is) en klik op OK.
4.
Klik op Next (Volgende) om het stuurprogramma te installeren.5. Klik op Next (Volgende) om de installatie te voltooien.6. Gebruik de standaard printernaam (bijvoorbeeld Dell Laserprinter 1710) of geef een unieke naam voor
uw printer op en klik op Next (Volgende).
7.
Klik op Yes (recommended) (Ja (aanbevolen)) en klik vervolgens op Finish (Voltooien) om een testpagina af te drukken.
8.
Klik, nadat de testpagina is afgedrukt, op Yes (Ja) om het venster te sluiten.9. Klik op Finish (Voltooien) om de installatie te voltooien en de wizard te sluiten.10. De cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's zou de installatiesoftware nu automatisch moeten11.
10.
starten.
11.
Als de cd niet automatisch wordt gestart, klikt u op Start Uitvoeren, typt u D:\setup.exe (waarbij
D de stationsaanduiding van de cd is) en klikt u vervolgens op OK. Als de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's wordt weergegeven, klikt u op Personal
Installation - Install the printer for use on this computer only (Aangepaste installatie - De printer alleen voor gebruik op deze computer installeren) om de extra software voor uw printer te installeren.
12.
Selecteer uw printer in de keuzelijst.13. Selecteer Typical Installation (recommended) (Standaardinstallatie (aanbevolen)) en klik
vervolgens op Install (Installeren).
14.
Als alle benodigde bestanden op de computer zijn geïnstalleerd, wordt het scherm Congratulations
(Gefeliciteerd) weergegeven. Klik op Finish (Voltooien) om het scherm van de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's te
verlaten.
15.
Windows 98 SE gebruiken met een USB-kabel of parallelle kabel
OPMERKING: Afhankelijk van de software en printers die reeds zijn geïnstalleerd op de computer,
kunnen uw schermen afwijken van de schermen in de instructies.
Als u de printer aansluit via een USB-kabel, moet u zowel het stuurprogramma voor de USB-poort als een aangepast printerstuurprogramma installeren.
Bij het aansluiten van de kabel en het inschakelen van de printer werd de wizard Nieuwe hardware gevonden weergegeven op het scherm van de computer.
Plaats de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's in het cd-romstation en klik op Next (Volgende).1. Selecteer Search for a suitable driver (Zoeken naar een geschikt stuurprogramma) en klik op Next
(Volgende).
2.
Als u een USB-kabel gebruikt, selecteert u CD-ROM drive only (Alleen cd-romstation) en klikt u op Next (Volgende).
3.
Als u een parallelle kabel gebruikt, gaat u verder naar stap 8. Klik op Next (Volgende) nadat de wizard het stuurprogramma voor de USB-poort heeft gevonden.4. Klik op Finish (Voltooien) nadat u het stuurprogramma voor de USB-poort hebt geïnstalleerd.5.
De wizard vraagt u om te zoeken naar nieuwe stuurprogramma's.
Klik op Next (Volgende) om een printerstuurprogramma te zoeken.6. Selecteer Search for a suitable driver (Zoeken naar een geschikt stuurprogramma) en klik op Next
(Volgende).
7.
Selecteer Specify a location only (Alleen een locatie opgeven) en klik op Next (Volgende).8. Blader naar de locatie van het printerstuurprogramma op de cd Stuurprogramma's en
hulpprogramma's.
9.
D:\Drivers\Print\Win_9xme\<uw taalmap>\dkaay2da.inf Markeer het stuurprogramma en selecteer vervolgens to install the updated driver
(recommended) (Bijgewerkt stuurprogramma installeren (aanbevolen)).
10.
Klik op Next (Volgende).11. Klik op Next (Volgende) om de installatie te voltooien.12. Gebruik de standaard printernaam (bijvoorbeeld Dell Laserprinter 1710) of geef een unieke naam voor
uw printer op en klik op Next (Volgende).
13.
Selecteer Yes (Ja) bij de vraag of u een testpagina wilt afdrukken en klik vervolgens op Finish (Voltooien).
14.
Alle benodigde bestanden worden op de computer geïnstalleerd. Klik, nadat de testpagina is afgedrukt, op Yes (Ja) om het berichtvenster te sluiten.15. Klik op Finish (Voltooien) om de installatie te voltooien.16. De cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's zou de installatiesoftware nu automatisch moeten
starten.
17.
Als de cd niet automatisch wordt gestart, klikt u op Start Uitvoeren, typt u D:\setup.exe (waarbij
D de stationsaanduiding van de cd is) en klikt u vervolgens op OK. Als de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's wordt weergegeven, klikt u op Personal
Installation - Install the printer for use on this computer only (Aangepaste installatie - De printer alleen voor gebruik op deze computer installeren) om de extra software voor uw printer te installeren.
18.
Selecteer uw printer in de keuzelijst.19. Selecteer Typical Installation (recommended) (Standaardinstallatie (aanbevolen)) en klik
vervolgens op Install (Installeren).
20.
Als alle benodigde bestanden op de computer zijn geïnstalleerd, wordt het scherm Congratulations
(Gefeliciteerd) weergegeven. Klik op Finish (Voltooien) om het scherm van de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's te
verlaten.
21.
Macintosh OS 9.2 en OS 10. gebruiken
U kunt de nieuwste stuurprogramma's voor Macintosh downloaden vanaf de website van Dell.
Ga naar support.dell.com en klik op Small Business (Kleine ondernemingen).1. Klik onder Product Support (Productondersteuning) op Downloads & Drivers (Downloads en
stuurprogramma's).
2.
Selecteer in de keuzelijst Product Model (Productmodel) de optie Printer en selecteer vervolgens 1710n (Network Laser) (Laserprinter voor netwerken).
3.
Klik op de pijl.4. Selecteer in de keuzelijst Select Your Download Category (Uw downloadcategorie selecteren) de
optie Printer Drivers (Printerstuurprogramma's).
5.
Selecteer in de keuzelijst Select an Operating System (Een besturingssysteem selecteren) de optie Not Applicable (Niet van toepassing).
6.
Selecteer uw taal in de keuzelijst Select an Operating System Language (De taal van uw besturingssysteem selecteren).
7.
Klik op Submit (Verzenden).8. Selecteer de printer in de lijst onder Printer Drivers (Printerstuurprogramma's).9. Selecteer het printerstuurprogramma in de lijst onder Driver (Stuurprogramma).10. Klik op de bestandsnaam van het stuurprogramma.11. Selecteer Download Now Using HTTP (Downloaden via HTTP) of Download Now Using FTP
(Downloaden via FTP).
12.
Klik op I agree (Ik ga akkoord).13. Selecteer de optie voor bewaren op schijf en klik vervolgens op OK.14. Selecteer de gewenste locatie en sla het bestand op.15. Ga op de computer naar het bestand en dubbelklik erop om het installatieprogramma te starten.16. Als het installatieprogramma is gestart, klikt u op Continue (Ga door).17. Volg de aanwijzingen op de schermen om de software te installeren.18.

Afdrukken via het netwerk instellen

Directe aansluiting via een netwerkkabel (met afdrukserver) Directe aansluiting via een netwerkkabel (zonder afdrukserver) Lokale aansluiting via een USB-kabel of parallelle kabel (met afdrukserver) Gedeeld afdrukken
Directe aansluiting via een netwerkkabel (met afdrukserver)
Een afdrukserver is een aangewezen computer waarmee centraal alle afdruktaken van clients worden beheerd. Als u uw printer deelt binnen een kleine werkgroep en alle afdruktaken op het netwerk wilt besturen, voert u de volgende instructies voor het aansluiten van de printer op een afdrukserver uit.
De pagina met netwerkinstellingen afdrukken en controleren
Als het lampje Gereed/Gegevens brandt, drukt u op Doorgaan en laat u deze vervolgens weer los om een pagina met menu-instellingen en een pagina met netwerkinstellingen weer te geven.
1.
Controleer onder het kopje Standaardnetwerkkaart van de pagina met netwerkinstellingen of de status Verbonden is.
2.
Als de status Niet verbonden is:
Controleer of de Ethernet-kabel goed is aangesloten aan de achterzijde van de printer. Sluit de Ethernet-kabel aan op een ander stopcontact.
Controleer onder het kopje TCP/IP op de pagina met netwerkinstellingen of het IP-adres, het netmasker en de gateway de verwachte instellingen hebben.
3.
Ping de printer en controleer of deze reageert. Dit kunt u doen door naar de opdrachtprompt van een computer op het netwerk te gaan en ping te typen, gevolgd door het nieuwe IP-adres van de printer (bijvoorbeeld 192.168.0.11):
4.
ping xxx.xxx.xxx.xxx
Als de printer actief is op het netwerk, ontvangt u een antwoord. Als uw printer niet reageert of als het IP-adres niet is wat u verwacht, doet u het volgende:
Plaats de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's in het cd-romstation van de computera.
De cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's zou de installatiesoftware nu automatisch moetenb.
5.
a.
starten.
b.
Als de cd niet automatisch wordt gestart, klikt u op Start Uitvoeren, typt u D:\setup.exe (waarbij D de stationsaanduiding van de cd is) en klikt u vervolgens op OK.
Als het scherm van de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's wordt weergegeven, klikt u op Set IP Address Utility (Hulpprogramma voor het instellen van een IP-adres).
c.
Selecteer uw printer in de lijst "Configure Print Servers" (Afdrukservers configureren) en klik op TCP/IP Settings (TCP/IP-instellingen).
d.
Breng de noodzakelijke wijzigingen aan en klik op OK.e. Klik op Close (Sluiten).f. Druk de pagina met netwerkinstellingen af en controleer uw wijzigingen.g.
De firewall van Windows XP uitschakelen
Als de printer rechtstreeks op een netwerk is aangesloten en de firewall van Windows XP is ingeschakeld, kunt u geen printer(s) in het netwerk bekijken tijdens het uitvoeren van de printerinstallatiesoftware. U kunt dit voorkomen door de firewall van Windows XP uit te schakelen voordat u de printersoftware installeert. U kunt de firewall van Windows XP in- of uitschakelen door de volgende stappen uit te voeren.
LET OP: Dell adviseert u de firewall van Windows XP in te schakelen nadat u de printersoftware hebt
geïnstalleerd. Als u de firewall van Windows XP inschakelt nadat u de printersoftware hebt geïnstalleerd, wordt de functionaliteit van uw netwerkprinter niet beperkt.
Klik op Start Help en ondersteuning.1. Typ in het vak Zoeken het woord firewall en klik vervolgens op de groene pijl.2. Klik in de lijst Kies een taak op Firewall voor Internet-verbinding in- of uitschakelen en voer
vervolgens de instructies op het scherm uit.
3.
Nadat u de firewall van Windows XP hebt uitgeschakeld, gaat u door met de installatie van de printer.
De installatiesoftware uitvoeren
Plaats de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's in het cd-romstation van de computer1. De cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's zou de installatiesoftware nu automatisch moeten
starten.
2.
Als de cd niet automatisch wordt gestart, klikt u op Start Uitvoeren, typt u D:\setup.exe (waarbij
D de stationsaanduiding van de cd is) en klikt u vervolgens op OK. Als de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's wordt weergegeven, klikt u op Network
Installation - Install the printer for use on a network (Netwerkinstallatie - De printer alleen voor
3.
gebruik op een netwerk installeren).
3.
Bij lokale installatie selecteert u Install printer on this computer (Printer op deze computer installeren) en klikt u op Next (Volgende).
4.
Bij installatie op afstand doet u het volgende:
Selecteer Install printer on one or more remote computers (Printer op een of meer externe computers installeren) en klik op Next (Volgende).
a.
Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord van de beheerder in en klik op Add (Toevoegen).b. Selecteer de clients of servers en klik op Next (Volgende).c.
Selecteer de netwerkprinter die u wilt installeren. Als uw printer niet voorkomt in de lijst, klikt u op Update (Bijwerken) om de lijst te vernieuwen of klikt u op Add Printer (Printer toevoegen) om een printer toe te voegen aan het netwerk.
5.
Selecteer I am setting up this printer on a server (Deze printer installeren op een server) en klik vervolgens op Next (Volgende).
6.
Selecteer uw printer uit de lijst. Als u de naam van de printer in de lijst wilt wijzigen, geeft u een nieuwe naam op in het veld Printer Name (Naam van printer).
7.
Als u andere gebruikers op het netwerk toegang tot deze printer wilt geven, selecteert u Share this printer with other computers (Deze printer delen met andere computers) en voert u vervolgens een naam op die gebruikers eenvoudig kunnen herkennen.
8.
Klik op Next (Volgende).9. Selecteer de software en documentatie die u wilt installeren en klik vervolgens op Install (Installeren).10. Als het scherm Congratulations! (Gefeliciteerd) wordt weergegeven, geeft u aan of u de computer al
dan niet opnieuw wilt opstarten en klikt u vervolgens op Finish (Voltooien).
11.
Directe aansluiting via een netwerkkabel (zonder afdrukserver)
Als u uw printer deelt binnen een kleine werkgroep en geen afdrukserver wilt gebruiken, voert u de volgende instructies voor het rechtstreeks aansluiten van de printer op een clientcomputer uit.
De pagina met netwerkinstellingen afdrukken en controleren
Als het lampje Gereed/Gegevens brandt, drukt u op Doorgaan en laat u deze vervolgens weer los om een pagina met menu-instellingen en een pagina met netwerkinstellingen weer te geven.
1.
Controleer onder het kopje Standaardnetwerkkaart van de pagina met netwerkinstellingen of de status Verbonden is.
2.
2.
Als de status Niet verbonden is:
Controleer of de Ethernet-kabel goed is aangesloten aan de achterzijde van de printer. Sluit de Ethernet-kabel aan op een ander stopcontact.
Controleer onder het kopje TCP/IP op de pagina met netwerkinstellingen of het IP-adres, het netmasker en de gateway de verwachte instellingen hebben.
3.
Ping de printer en controleer of deze reageert. Dit kunt u doen door naar de opdrachtprompt van een computer op het netwerk te gaan en ping te typen, gevolgd door het nieuwe IP-adres van de printer (bijvoorbeeld 192.168.0.11):
4.
ping xxx.xxx.xxx.xxx
Als de printer actief is op het netwerk, ontvangt u een antwoord. Als uw printer niet reageert of als het IP-adres niet is wat u verwacht, doet u het volgende:
Plaats de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's in het cd-romstation van de computera.
De cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's zou de installatiesoftware nu automatisch moeten starten.
b.
5.
Als de cd niet automatisch wordt gestart, klikt u op Start Uitvoeren, typt u D:\setup.exe (waarbij D de stationsaanduiding van de cd is) en klikt u vervolgens op OK.
Als het scherm van de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's wordt weergegeven, klikt u op Set IP Address Utility (Hulpprogramma voor het instellen van een IP-adres).
c.
Selecteer uw printer in de lijst "Configure Print Servers" (Afdrukservers configureren) en klik op TCP/IP Settings (TCP/IP-instellingen).
d.
Breng de noodzakelijke wijzigingen aan en klik op OK.e. Klik op Close (Sluiten).f. Druk de pagina met netwerkinstellingen af en controleer uw wijzigingen.g.
Printerstuurprogramma's installeren voor alle clients
Plaats de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's in het cd-romstation van de computer1. De cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's zou de installatiesoftware nu automatisch moeten
starten.
2.
Als de cd niet automatisch wordt gestart, klikt u op Start Uitvoeren, typt u D:\setup.exe (waarbij
D de stationsaanduiding van de cd is) en klikt u vervolgens op OK.
3.
Loading...
+ 85 hidden pages