Danfoss KVP, KVR, KVL, KVC, KVD Service guide [nl]

Tips voor de monteur Drukregelaars
Inhoud Pagina
Toepassing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
KVP verdamperdrukregelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
KVR condensordrukregelaar. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
KVL startdrukregelaarstartdrukregelaarregelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
KVC capaciteitsregelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
KVD tankdrukregelaar. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Identicatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Solderen/hardsolderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Druktest. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Vacumeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Instelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
KVP verdamperdrukregelaars . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
KVL startdrukregelaarsstartdrukregelaarsregelaars . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
KVR + NRD condensordrukregelaars . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
KVR + KVD condensordrukregelaars . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Danfoss drukregelaars . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Drukregelaars
© Danfoss A/S (RA Marketing/MWA), 06 - 2007 DKRCC.PF.000.G1.10 / 520H1979 35
Aantekeningen
36 DKRCC.PF.000.G1.10 / 520H1979 © Danfoss A/S (RA Marketing/MWA), 06 - 2007
Tips voor de monteur Drukregelaars
Toepassing
KVP verdamper­drukregelaar
KV drukregelaars regelen de lage- en de hogedrukzijde van het systeem bij wisselende belastingen:
KVP wordt als verdamperdrukregelaar gebruikt. KVR wordt als condensordrukregelaar gebruikt. KVL wordt als startregelaar gebruikt. KVC wordt als capaciteitsregelaar gebruikt. NRD wordt als drukverschilregelaar gebruikt en tevens als tankdrukregelaar. KVD wordt als tankdrukregelaar gebruikt. CPCE wordt als capaciteitsregelaar gebruikt.
De verdamperdrukregelaar wordt na de verdamper in de zuigleiding geplaatst om de verdamperdruk te regelen in koelsystemen met een of meer verdampers en één compressor.
In dergelijke koelsystemen die met verschillende verdamperdrukken werken, wordt de KVP na de verdamper met de hoogste verdamperdruk gemonteerd.
Elke verdamper wordt geactiveerd door een magneetventiel in de vloeistoeiding. De compressor wordt geregeld door een drukschakelaar met ‘pumpdown’-functie. De maximumdruk aan de zuigzijde komt overeen met de laagste temperatuur in de ruimte.
Drukregelaars
In koelsystemen met parallel gekoppelde verdampers en een gemeenschappelijke compressor, waarbij dezelfde verdamperdruk is vereist, moet de KVP in de gemeenschappelijke zuigleiding worden gemonteerd.
De KVP verdamperdrukregelaar heeft een manometeraansluiting die gebruikt kan worden bij het instellen van de verdamperdruk. De KVP zorgt voor een constante druk in de verdamper.
De KVP gaat open als de inlaatdruk (verdamperdruk) stijgt.
© Danfoss A/S (RA Marketing/MWA), 06 - 2007 DKRCC.PF.000.G1.10 / 520H1979 37
Tips voor de monteur Drukregelaars
KVR condensor­drukregelaar
De KVR wordt gewoonlijk tussen de luchtgekoelde condensor en het vloeistofvat gemonteerd. De KVR zorgt voor een constante druk in luchtgekoelde condensors. Hij gaat open als de inlaatdruk (condensatiedruk) stijgt.
De KVR zorgt er samen met een KVD of een NRD voor dat de druk in het vloeistofvat hoog genoeg blijft tijdens wisselende bedrijfscondities. De KVR condensordrukregelaar heeft een manometeraansluiting die gebruikt wordt bij het instellen van de condensatiedruk.
Als de luchtgekoelde condensor en het vloeistofvat allebei buiten geplaatst zijn in een bijzonder koude omgeving kan het moeilijk zijn om het koelsysteem weer te starten na een lange periode van stilstand.
In dergelijke gevallen wordt een KVR vóór de luchtgekoelde condensor gemonteerd met een NRD in een omloopleiding om de condensor heen.
De NRV voorkomt terugstroming tijdens het opstartproces.
De KVR wordt ook gebruikt bij warmteterug­winning. Voor dit doel wordt de KVR tussen de warmteterugwintank en de condensor gemonteerd.
Het is noodzakelijk om een NRV tussen de condensor en het vloeistofvat te monteren om terugcondenseren van de vloeistof in de condensor te voorkomen.
De KVR kan als ontlastklep worden gebruikt in koelsystemen met automatische ontdooiing. De KVR wordt in dat geval tussen de uitlaatleiding van de verdamper en het vloeistofvat gemonteerd.
NB!
De KVR mag nooit nooitworden gebruikt als veiligheidsklep.
KVL startdruk­regelaar
De KVL startregelaar moet voorkomen dat de compressor werkt of start bij een te hoge zuigdruk.
Hij wordt net voor de compressor in de zuigleiding van het koelsysteem gemonteerd.
De KVL wordt vaak gebruikt in koelsystemen met hermetische of semi-hermetische compressoren die ontworpen zijn voor lage temperatuurbereiken.
De KVL gaat open als de uitlaatdruk (zuigdruk) daalt.
38 DKRCC.PF.000.G1.10 / 520H1979 © Danfoss A/S (RA Marketing/MWA), 06 - 2007
Tips voor de monteur Drukregelaars
KVC capaciteitsregelaar
De KVC wordt gebruikt voor het regelen van de capaciteit van koelsystemen waar lage belastingen kunnen voorkomen en waar het noodzakelijk is om een te lage zuigdruk en pendelen van de compressor te voorkomen. Een te lage zuigdruk veroorzaakt tevens onderdruk in het koelsysteem, waardoor mogelijk vocht kan binnendringen in koelsystemen met een open compressor. De KVC wordt gewoonlijk gemonteerd in een omloopleiding tussen de persleiding en de zuigleiding van de compressor. De KVC gaat open als de uitlaatdruk (zuigdruk) daalt.
In plaats van een KVC kan ook een CPCE capaciteitsregelaar worden toegepast in gevallen waar een nauwkeuriger regeling van de zuigdruk of een lage zuigdruk vereist is, of als de drukval tussen de CPCE-uitlaat en de zuigdruk groter is.
Drukregelaars
KVD tankdruk­regelaar
De KVC kan ook worden gemonteerd in een omloopleiding vanaf de persleiding van de compressor, waarbij de uitlaat wordt aangesloten tussen het expansieventiel en de verdamper.
Deze opstelling kan worden gebruikt op een vloeistofkoeler met meerdere parallel gekoppelde compressoren waarbij geen vloeistofverdeler wordt gebruikt.
De KVD wordt gebruikt om in koelsystemen met of zonder warmteterugwinning een tankdruk te handhaven die hoog genoeg is.
De KVD wordt toegepast in combinatie met een KVR condensordrukregelaar.
De KVD tankdrukregelaar heeft een manometeraansluiting die kan worden gebruikt bij het instellen van de tankdruk.
De KVD gaat open als de uitlaatdruk (tankdruk) daalt.
© Danfoss A/S (RA Marketing/MWA), 06 - 2007 DKRCC.PF.000.G1.10 / 520H1979 39
Tips voor de monteur Drukregelaars
PS
Identicatie
Alle KV drukregelaars zijn voorzien van een plaatje dat de functie en het type klep aangeeft, bijv. CRANKCASE PRESS. REGULATOR type KVL (startregelaar, type KVL).
Het plaatje geeft eveneens het werkbereik en de maximaal toegestane werkdruk (PS/MWP) aan.
Onderaan op het plaatje staat een dubbele pijl met een ’+’ en een ’-’. De plusrichting (+) betekent een hogere druk en de minrichting (-) betekent een lagere druk.
De KV drukregelaars kunnen worden gebruikt voor alle bestaande koelmiddelen behalve ammoniak (NH3), op voorwaarde dat de toegestane drukbereiken worden aangehouden.
Op het klephuis staat de grootte van de klep ingeslagen, bijv. KVP 15, en een pijl die de stromingsrichting van de klep aangeeft.
Montage
Solderen/hardsolderen
Zorg ervoor dat de leidingen rond de KV-kleppen schoon zijn en goed vastzitten. Hierdoor worden de kleppen beschermd tegen trillingen.
Voor alle KV drukregelaars geldt dat ze altijd zodanig gemonteerd moeten worden dat de stroming in de richting van de pijl plaatsvindt.
De KV drukregelaars kunnen verder in elke stand gemonteerd worden, op voorwaarde dat ze geen olie- of vloeistofslot kunnen veroorzaken.
Tijdens het solderen moet er een natte doek rond de klep gewikkeld zijn.
Richt de vlam altijd van de klep af, zodat de klep niet rechtstreeks verhit wordt. Let er tijdens het solderen op dat er geen soldeermateriaal in de klep achterblijft, omdat dit een goede werking kan belemmeren.
Voordat u met het solderen van KV-kleppen begint, moet u controleren of het binnenwerk van een eventuele manometeraansluiting is verwijderd. Gebruik voor het solderen van KV­kleppen altijd edelgas.
Waarschuwing!
Legeringen in soldeermaterialen en vloeimiddel geven damp af
die schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid. Lees de instructies van de leveranciers en neem de veiligheidsvoorschriften in acht. Houd uw hoofd weg van de damp tijdens het solderen. Zorg voor goede ventilatie en/of afzuiging bij de vlam zodat u de damp en gassen
niet inademt. Het dragen van een veiligheidsbril wordt aangeraden. Het wordt afgeraden om soldeerwerkzaamheden uit te voeren terwijl er koelmiddel in het koelsysteem zit.
Er kunnen zich agressieve gassen ontwikkelen die bijvoorbeeld de balg in de KV-kleppen of andere delen van het koelsysteem kunnen beschadigen.
40 DKRCC.PF.000.G1.10 / 520H1979 © Danfoss A/S (RA Marketing/MWA), 06 - 2007
Tips voor de monteur Drukregelaars
Druktest
Vacumeren
KV drukregelaars kunnen op druk worden getest nadat ze in het koelsysteem zijn gemonteerd, op voorwaarde dat de testdruk niet hoger is dan de maximumdruk waaraan de kleppen mogen worden blootgesteld.
De maximale druk waaraan de KV-kleppen tijdens het testen mogen worden blootgesteld, staat in de tabel aangegeven.
Tijdens het vacumeren van het koelsysteem moeten alle KV-kleppen openstaan.
In de fabriek ingestelde KV-kleppen staan bij levering in de volgende stand: KVP, gesloten KVR, gesloten KVL, open KVC, open KVD, open
De instelspindel van de KVP en de KVR moet dus volledig linksom zijn gedraaid bij het vacumeren van het koelsysteem.
In bepaalde gevallen kan het nodig zijn om zowel vanaf de hoge- als lagedrukzijde van het koelsysteem te vacumeren.
Het wordt afgeraden om te vacumeren via de manometeraansluitingen op de KVP, KVR en KVD, aangezien deze aansluitingen slechts een kleine doorlaat hebben.
Type Testdruk, bar
KVP 12 - 15 - 22 28
KVP 28 - 35 25
KVL 12 - 15 - 22 28
KVL 28 - 35 25
KVR 12 - 15 - 22 31
KVR 28 - 35 31
KVD 12 - 15 31
KVC 12 - 15 - 22 31
Drukregelaars
© Danfoss A/S (RA Marketing/MWA), 06 - 2007 DKRCC.PF.000.G1.10 / 520H1979 41
Tips voor de monteur Drukregelaars
Instelling
KVP verdamper­drukregelaars
Bij het instellen van KV drukregelaars in koelsystemen is het een goed idee om de fabrieksinstelling als uitgangspunt te nemen.
De fabrieksinstelling van elke drukregelaar is terug te vinden door de afstand tussen de top van de klep en de top van de stelschroef te meten.
In de tabel staat voor alle typen KV de fabrieksinstelling aangegeven met vermelding van de afstand ’X’, evenals de drukverandering per slag van de stelschroef.
De KVP verdamperdrukregelaar wordt altijd geleverd met een fabrieksinstelling van 2 bar. Rechtsom draaien verhoogt de druk en linksom draaien verlaagt de druk.
Nadat het systeem enige tijd in normaal bedrijf heeft gewerkt, is een jnafstelling nodig. Bij een jnafstelling moet altijd een manometer worden gebruikt.
Als de KVP als vorstbeveiliging wordt gebruikt, moet de jnafstelling van de KVP plaatsvinden terwijl het koelsysteem met een minimale belasting werkt.
Vergeet niet om na het instellen het beschermkapje van de stelschroef weer te monteren.
Type Fabr.
instell.
KVP 12 - 15 - 22 2 bar 13 0,45
KVP 28 - 35 2 bar 19 0,30
KVL 12 - 15 - 22 2 bar 22 0,45
KVL 28 - 35 2 bar 32 0,30
KVR 12 - 15 - 22 10 bar 13 2,5
KVR 28 - 35 10 bar 15 1,5
KVD 12 - 15 10 bar 21 2,5
KVC 12 - 15 - 22 2 bar 13 0,45
X mm bar/slag
KVL startdruk­regelaars
KVR + NRD condensor­drukregelaars
De KVL startregelaar wordt altijd geleverd met een fabrieksinstelling van 2 bar.
Rechtsom draaien verhoogt de druk en linksom draaien verlaagt de druk.
De fabrieksinstelling is het punt waarbij de KVL begint te openen, of waarbij hij net sluit. Aangezien de compressor moet worden beschermd, moet de KVL worden ingesteld op de maximaal toegestane zuigdruk van de compressor.
Het instellen gebeurt met de zuigmanometer van de compressor.
In koelsystemen met KVR + NRD moet de KVR zo worden ingesteld dat er een juiste tankdruk ontstaat.
De druk in de condensor moet 1,4 tot 3,0 bar (drukval over de NRD) hoger kunnen zijn dan de druk in het vloeistofvat. Als dit niet mogelijk is, moet een combinatie van KVR + KVD worden gebruikt.
Deze instelling kan het best plaatsvinden tijdens bedrijf in de winterperiode.
42 DKRCC.PF.000.G1.10 / 520H1979 © Danfoss A/S (RA Marketing/MWA), 06 - 2007
Tips voor de monteur Drukregelaars
KVR + KVD condensor­drukregelaars
In koelsystemen met KVR + KVD wordt de condensatiedruk eerst ingesteld met behulp van de KVR terwijl de KVD gesloten is (de stelschroef is volledig linksom gedraaid).
Vervolgens moet de KVD worden ingesteld op een tankdruk die bijv. circa 1 bar lager ligt dan de condensatiedruk. Bij het instellen wordt een manometer gebruikt, en de instelling kan het best plaatsvinden tijdens bedrijf in de winterperiode.
Als de condensatiedruk in de zomerperiode wordt ingesteld, kan een van de twee volgende procedures worden gevolgd.
1) In een nieuw geïnstalleerd koelsysteem met een KVR/KVD-instelling van 10 bar als uitgangswaarde kan het systeem worden ingesteld door het aantal slagen van de stelschroef te tellen.
2) In een bestaand koelsysteem waarbij de KVR/ KVD-instelling niet bekend is, moet eerst het uitgangspunt worden bepaald. Vervolgens kunt u het aantal slagen van de stelschroef tellen.
Danfoss drukregelaars
Product Toepassing Opent Drukbereik
KVP Verdamperdrukregelaar bij stijging van de druk aan de inlaatzijde 0 - 5,5 bar
Drukregelaars
KVR Condensordrukregelaar bij stijging van de druk aan de inlaatzijde 5 - 17,5 bar
KVL Startregelaar bij daling van de druk aan de uitlaatzijde 0,2 - 6 bar
KVC Capaciteitsregelaar bij daling van de druk aan de uitlaatzijde 0,2 - 6 bar
CPCE Capaciteitsregelaar bij daling van de druk aan de uitlaatzijde 0 - 6 bar
NRD Drukverschilregelaar langzaam bij een drukval in de regelaar van 1,4
3 - 20 bar bar en is volledig geopend wanneer de drukval 3 bar is.
KVD Tankdrukregelaar bij daling van de druk aan de uitlaatzijde 3 - 20 bar
© Danfoss A/S (RA Marketing/MWA), 06 - 2007 DKRCC.PF.000.G1.10 / 520H1979 43
Loading...