Daikin MCS341-DS1-111 Installer reference guide [nl]

Uitgebreide handleiding
voor de installateur
Security-gateway
MCS341-DS1-111
Uitgebreide handleiding voor de installateur
Security-gateway
Nederlands

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave

1 Over dit document 2

2 Installatie 2

2.1 Algemene veiligheidsmaatregelen ............................................ 2
2.1.1 Algemeen.................................................................... 3
2.1.2 Plaats van installatie ................................................... 3
2.1.3 Elektrisch .................................................................... 3
2.2 Apparatuur Daikin-systeem ....................................................... 3
2.3 Beschrijving van het systeem.................................................... 4
2.3.1 Set-up lokaal netwerk ................................................. 4
2.3.2 Technische gegevens................................................. 4
2.4 Vóór de installatie...................................................................... 5
2.4.1 Over vereist gereedschap........................................... 5
2.4.2 Over de plaats van de klemmen ................................. 5
2.5 Installatie van de 2 hardwarecomponenten van de Security-
gateway ..................................................................................... 5
2.6 Over elektrische bedrading ....................................................... 5
2.6.1 Voeding aansluiten ..................................................... 5
2.6.2 Security-gateway verbinden met het lokale netwerk... 6
3 Inbedrijfstelling 6
3.1 Over de inbedrijfstelling van de Security-gateway installatie .... 7
3.2 Minimumvereisten voor de inbedrijfstelling ............................... 7
3.3 Voor de eerste keer verbinding maken met de Security-
gateway ..................................................................................... 7
3.4 Over de configuratie van de Security-gateway.......................... 8
3.4.1 Toegang tot de Security-gateway ............................... 8
3.4.2 Netwerk van de Security-gateway instellen ................ 9
3.4.3 Tijdzone van de Security-gateway instellen................ 10
4 Inbedrijfstelling van de iTM- of LC8-
controller 11
5 Bediening 12
5.1 Logs downloaden ...................................................................... 12
5.1.1 Communicatielogs downloaden.................................. 12
5.1.2 Updatelogs downloaden ............................................. 13
5.1.3 Monitoringlogs downloaden ........................................ 13
5.2 Security-gateway resetten op de fabrieksinstellingen ............... 14
5.3 Security-gateway opnieuw opstarten ........................................ 15
5.4 Versienummers controleren ...................................................... 15
6 Opsporen en verhelpen van storingen 16
6.1 Mogelijke problemen ................................................................. 16
6.2 Foutberichten ............................................................................ 16
7 Technische specificaties 17
7.1 Vereisten computer voor inbedrijfstelling .................................. 17
7.2 Specificaties stroomverbruik Security-gateway......................... 17
7.3 Standaard paswoorden tools..................................................... 17
7.4 Bedradingsvereisten Security-gateway ..................................... 17
7.5 Systeemvereisten...................................................................... 18
8 Appendix A – IP-adres van de Security-
gateway detecteren 18
8.1 Security-gateway bedraden....................................................... 18
8.2 IP-adres detecteren................................................................... 18
9 Appendix B – Inbedrijfstelling in geval van
Proxy Server 19
9.1 Alternatieve set-up .................................................................... 19
9.2 Toegang tot de Security-gateway.............................................. 20
9.3 Netwerk van de Security-gateway instellen............................... 20
9.4 Tijdzone van de Security-gateway instellen .............................. 20
9.5 Inbedrijfstelling van de iTM- of LC8-controller........................... 20
1 Over dit document
Bedoeld publiek
Erkende installateurs
Documentatieset
Dit document is een onderdeel van een documentatieset. De volledige set omvat:
Laatste herzieningen van de meegeleverde documentatie kunnen op de regionale Daikin-website of via uw dealer beschikbaar zijn.
De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle andere talen zijn vertalingen.
Montagehandleiding:
▪ Installatie-instructies
▪ Formaat: Papier (geleverd in de kit)
Uitgebreide handleiding voor de installateur:
▪ De installatie voorbereiden, referentiegegevens,…
▪ Formaat: Digitale bestanden op http://www.daikineurope.com/
support-and-manuals/product-information/
Airnet Handbook:
▪ Inbedrijfstelling van de iTM- of LC8-controller
▪ Formaat: Digitale bestanden op http://www.daikineurope.com/
support-and-manuals/product-information/
Installatiehandleiding Intelligent Touch Manager
(DCM601A51)
▪ Installatie-instructies
▪ Formaat: Digitale bestanden op http://www.daikineurope.com/
support-and-manuals/product-information/
Installatiehandleiding LC8 (DLC602B51)
▪ Installatie-instructies
▪ Formaat: Digitale bestanden op http://www.daikineurope.com/
support-and-manuals/product-information/
Technische gegevens
▪ Een deel van de recentste technische gegevens is beschikbaar
op de regionale Daikin-website (publiek toegankelijk).
▪ De volledige recentste technische gegevens zijn beschikbaar op
het Daikin-extranet (authenticatie vereist).
2 Installatie

2.1 Algemene veiligheidsmaatregelen

Lees deze algemene voorzorgsmaatregelen betreffende de veiligheid aandachtig voordat u de airconditioningapparatuur installeert en zorg ervoor dat u alles juist installeert.
Het niet naleven van deze instructies kan leiden tot schade aan voorwerpen of persoonlijk letsel (afhankelijk van de omstandigheden kan dit ernstig zijn).
Controleer nadat u de installatie hebt uitgevoerd of de voeding en controllermodules bij het opstarten naar behoren werken.
Betekenis van waarschuwingen en symbolen
Deze veiligheidsberichten worden gebruikt om uw aandacht te trekken. Hieronder volgt een overzicht van alle veiligheidsberichten:
WAARSCHUWING
Duidt op een situatie die de dood of ernstige verwondingen als gevolg zou kunnen hebben.
2
MCS341-DS1-111
Security-gateway
4P529063-1 – 2018.11
2 Installatie
VOORZICHTIG
Duidt op een situatie die kleine of matige verwondingen als gevolg zou kunnen hebben.
GEVAAR
Duidt op een situatie die de dood of ernstige verwondingen als gevolg heeft.
GEVAAR: ONTPLOFFINGSGEVAAR
Duidt op een situatie die een ontploffing kan veroorzaken.
INFORMATIE
Duidt op nuttige tips of bijkomende informatie.
OPMERKING
Duidt op een situatie die schade aan apparatuur of eigendom zou kunnen berokkenen.

2.1.1 Algemeen

Indien u twijfels heeft over de installatie of de bediening van de unit, neem contact op met uw dealer.
OPMERKING
Een foute installatie of bevestiging van apparatuur, uitrustingen of accessoires kan elektrische schokken, een kortsluiting, lekken, brand of schade aan de apparatuur of uitrustingen als gevolg hebben. Gebruik enkel accessoires, optionele apparatuur en uitrustingen en reserveonderdelen die door Daikin gemaakt of goedgekeurd werden.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de materialen die voor de installatie en de testen gebruikt worden, voldoen aan de geldende wetgeving (bovenop de instructies beschreven in de Daikin-documentatie).
VOORZICHTIG
Draag gepaste persoonlijke beschermingsuitrustingen (beschermende handschoenen, veiligheidsbril, enz.) wanneer u het systeem installeert of onderhoudt.
WAARSCHUWING
Scheur plastiekverpakkingen aan stukken en gooi deze weg zodat niemand, kinderen in het bijzonder, ermee kan spelen. Mogelijk risico: verstikking.

2.1.2 Plaats van installatie

Installeer de apparatuur NIET in een omgeving met ontploffingsgevaar.

2.1.3 Elektrisch

GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
▪ Schakel de elektrische voeding volledig UIT vooraleer u
elektrische bedrading aansluit of elektrische onderdelen aanraakt.
▪ Schakel de elektrische voeding langer dan 1minuut uit
en meet de spanning op de aansluitklemmen van de condensatoren of elektrische onderdelen van de hoofdkring vooraleer u een onderhoud uitvoert. De spanning MOET minder dan 50VDC zijn vooraleer u elektrische onderdelen mag aanraken. Raadpleeg het bedradingsschema voor de plaats van de aansluitklemmen.
▪ Raak elektrische onderdelen NIET aan met natte
handen.
▪ Laat de unit NIET onbewaakt achter wanneer het
servicedeksel verwijderd is.
WAARSCHUWING
In de vaste bedrading moet een hoofdschakelaar of een ander middel om uit te schakelen worden voorzien; deze schakelaar dient het contact van alle polen volledig te verbreken en te voldoen aan de vereisten van de overspanning-categorie-III-specificatie wanneer hij open staat.
WAARSCHUWING
▪ Gebruik ALLEEN koperdraden.
▪ Alle lokale bedrading moet voldoen aan de geldende
wetgeving.
▪ Alle lokale bedradingen dienen conform het met het
product meegeleverd bedradingsschema uitgevoerd te worden.
▪ Vergeet niet aarddraden te leggen. Aard de unit NIET
via een nutsleiding, een piekspanningsbeveiliging of de aarding van de telefoon. Een onvolledige aarding kan een elektrische schok veroorzaken.
▪ Gebruik hiervoor een aparte voedingskring. Gebruik
NOOIT een elektrische voeding die met een ander toestel gedeeld wordt.
▪ Installeer zeker de vereiste zekeringen of
stroomonderbrekers.
▪ Plaats zeker een aardlekschakelaar. Anders bestaat
het gevaar dat iemand een elektrische schok krijgt of dat er brand ontstaat.
WAARSCHUWING
▪ Controleer na het beëindigen van de elektriciteit of alle
elektrische onderdelen en aansluitklemmen in de elektriciteitskast veilig zijn aangesloten.
▪ Controleer of alle deksels dicht zijn vooraleer de unit
aan te zetten.
MCS341-DS1-111 Security-gateway 4P529063-1 – 2018.11

2.2 Apparatuur Daikin-systeem

De installatie vereist:
▪ De gateway MCS341-DS1-111, reserveonderdeelnummer
EU.SB.5000072. De bedrading voor aansluiting op de stroomconverter is meegeleverd.
▪ Een wisselstroom-/gelijkstroomconverter (PWD-90AW24),
reserveonderdeelnummer 999175A.
3
2 Installatie
F1, F2
P1, P2
F1, F2 P1, P2 F1, F2 P1, P2
F1, F2
OUT IN
F1, F2
http://cloud.daikineurope.com
RJ-45
230 V AC
f e
24 V DC
c
b
d
a
En één van de volgende:
▪ iTM-controller, productnummer DCM601A51
▪ LC8-controller, productnummer DLC602B51
Zie "4Inbedrijfstelling van de iTM- of LC8-controller" op pagina11 voor meer informatie over deze apparatuur.
Neem contact op met de dealer waar u dit product hebt gekocht als er ontbrekende of defecte onderdelen zijn.

2.3.1 Set-up lokaal netwerk

Stel het lokale netwerk in zoals afgebeeld in het volgende schema:

2.3 Beschrijving van het systeem

Met de Security-gateway kan een iTM en een LC8 via de Security gateway met de Daikin Cloud Service worden verbonden.
In plaats van het rapport rechtstreeks naar de router te sturen, stuurt de iTM- of LC8-controller het eerst naar de Security-gateway. De Security-gateway zet het rapportformaat om van http naar https en stuurt dan dit omgevormde https-rapport via de router naar de Daikin Cloud Service.
a Security-gateway b iTM of LC8 c Units d LAN-gateway e Daikin Cloud Service
f Computer met verbinding met de Daikin Cloud Service
De tabel is alleen bedoeld als voorbeeld en geldt alleen voor de set­up van de afbeelding hiervoor.
iTM of LC8 Security-
Router
gateway
IP-adres 192.168.1.50 192.168.1.51 192.168.1.1
Subnetmasker 255.255.255.0 255.255.255.0 255.255.255.0
Standaard
192.168.1.51 192.168.1.1
gateway
Primaire DNS 192.168.1.51 192.168.1.254
Secundaire
192.168.1.51 192.168.1.254
DNS
Uitgebreide handleiding voor de installateur
4

2.3.2 Technische gegevens

Categorie Klasse Technische gegevens Opmerking
Hardware Fabrikant CONTEC
Modelnummer MCS341-DS1-111
CPU ARM Cortex-A8
600MHz
LAN-poort 10BASE-T/100BASE-TX —
RAM 512MB
ROM 32MB
BesturingssysteemUbuntu 14.04
Temperatuurbe reik
Capaciteit SD-
–20°C~+60°C
4GB
kaart
Opstartschijf SD-kaart
en
MCS341-DS1-111
Security-gateway
4P529063-1 – 2018.11
2 Installatie
j
i
c b a
ed
h
g
f
l
k
b
a

2.4 Vóór de installatie

Voer de volgende voorbereidingen uit voordat u begint met de installatie van de Security-gateway:
▪ controleer of alle accessoires bij de module van de Security
gateway en de voeding zitten,
▪ controleer of u al het vereiste hebt voor de installatie van de
modules van de Security-gateway; zie "2.4.1 Over vereist
gereedschap"op pagina5,
▪ kijk na waar de klemmen en schakelaars van de modules van de
Security gateway zitten; zie "2.4.2 Over de plaats van de
klemmen"op pagina5.

2.4.1 Over vereist gereedschap

Voor de installatie van de modules van de Security-gateway is het volgende gereedschap vereist:
▪ een platte schroevendraaier,
▪ een kruiskopschroevendraaier,
▪ voldoende elektrische kabels en gereedschap om bedrading uit te
voeren.
Zie "2.6 Over elektrische bedrading" op pagina 5 voor meer informatie over het type van de te gebruiken kabels.

2.4.2 Over de plaats van de klemmen

Kijk de lay-out van de klemmen en de plaats van de openingen in de module na en stel een plan op voor het routeren van de kabel en de volgorde van het aansluiten van de draden.
Zie "2.6 Over elektrische bedrading" op pagina 5 voor meer informatie over de aansluitingen.
i Ethernet-aansluiting (A) Zie Types set-up in "8Appendix A
– IP-adres van de Security-gateway detecteren"op pagina18 Voor een juiste bedrading
J Ethernet-aansluiting (B) Zie Types set-up in "8Appendix A
– IP-adres van de Security-gateway detecteren"op pagina18 Voor een juiste bedrading
k "DC_OK"-led (DC_OK)
l "PWR"-led (PWR)

2.5 Installatie van de 2 hardwarecomponenten van de Security-gateway

De modules van de Security gateway moeten op een 35 mm DIN-rail worden gemonteerd.
1 Plaats de module over de bovenkant van de DIN-35-rail zodat
de bovenste haak aan de achterkant vasthaakt.
2 Duw de module in richting 'a' tot de onderste haak vastklikt in
de rail.
3 Trek indien nodig de hendel op de onderste delen van de
module in richting 'b' om de module vast te klikken op de rail. Gebruik indien nodig een platte schroevendraaier.
4 Herhaal de vorige stappen voor alle andere modules.

2.6 Over elektrische bedrading

In dit hoofdstuk wordt de procedure beschreven voor het aansluiten van de componenten van de Security-gateway op toestellen van Daikin en andere apparatuur.
a Stroomklem 230V AC b Nulklem 230V AC c Aardingsklem d Voedingsoutput 24V DC (+) e Voedingsoutput 24V DC (–)
f Contactinput 24V DC (+) g Contactinput 24V DC (–) h Aardingsklem
Zie "7.4 Bedradingsvereisten Security-gateway" op pagina 17 voor alle vereisten van de bedrading.
WAARSCHUWING
▪ Schakel de elektrische voeding NIET in vooraleer alle
draden en kabels aangesloten te hebben. Anders bestaat het risico van elektrische schok.
▪ Wanneer de bedrading voltooid is, controleer twee
maal of alle draden en kabels wel goed aangesloten zijn vooraleer de stroomtoevoer aan te schakelen.
▪ Alle wat ter plaatse moet worden voorzien of uitgevoerd
(onderdelen, materiaal en elektrische werkzaamheden) MOET voldoen aan de toepasselijke wetgeving.
INFORMATIE
Bij het samenstellen van deze handleiding zijn NIET alle connectoren actief, maar zij zijn voorzien voor toekomstig gebruik.

2.6.1 Voeding aansluiten

Sluit de voeding aan zoals hierna afgebeeld:
MCS341-DS1-111 Security-gateway 4P529063-1 – 2018.11
Uitgebreide handleiding voor de installateur
5

3 Inbedrijfstelling

230 V AC
24 V DC
a
c
d b
F1, F2
OUT IN
F1, F2
e
f
cb
a
d
g
h
In dit geval wordt alleen LAN-poort A gebruikt.
1 Sluit de voeding aan op de 3 klemmen, L (stroomvoerend), N
(neutraal) en aard op het ingangsdeel van de voeding (PS).
Met behulp van de bij de Security-gateway geleverde bedrading:
2 Sluit de DC-voedingsuitgangsklemmen van de voeding aan op
de contactinputklemmen van de module van de Security­gateway. Houd rekening met de polariteit van de draden.
3 Sluit de aardingsklem van de voeding (a) aan op de
aardingsklem van de Security-gateway (b).
Wanneer alle bedrading is voltooid:
4 Controleer opnieuw en schakel dan de voeding in.
VOORZICHTIG
De voeding werkt ALLEEN zeker wanneer de "DC_OK"­led (DC_OK) (c) op de voeding en de "PWR"-led (PWR) (d) op de module van de Security-gateway groen zijn.
Controleer op bedradingsfouten als één of meerdere van deze leds NIET branden.

2.6.2 Security-gateway verbinden met het lokale netwerk

Basisset-up (aanbevolen)
1 Sluit de voeding aan zoals aangegeven in "2.6.1 Voeding
aansluiten"op pagina5.
2 Voeg de Security-gateway toe aan het lokale netwerk zoals
hierna afgebeeld:
a Buitenunit b LAN-verbinding (DIII) c iTM- of LC8-controller d LAN-verbinding met poort A e Security-gateway
f LAN-gateway (RJ-45) g Pc gebruiker h Daikin Cloud Service
Steek de voeding in.
Aansluiten op met DIII-NET compatibele apparatuur
Zie:
▪ Airnet-handleiding:
▪ Voor inbedrijfstelling van de iTM- of LC8-controller
▪ Formaat: Digitale bestanden op http://www.daikineurope.com/
support-and-manuals/product-information/
▪ Installatiehandleiding iTM
▪ Installatiehandleiding LC8
LAN-kabel aansluiten
Zie "2.3 Beschrijving van het systeem" op pagina 4 voor alle vereisten van de bedrading.
Sluit de LAN-kabel pas aan wanneer u begint aan de inbedrijfstelling van de LAN Gateway. Anders kan er zich een conflict met netwerkadressen voordoen.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
6
3 Inbedrijfstelling
WAARSCHUWING
Enkel erkende personen mogen de unit in bedrijf stellen.
MCS341-DS1-111
Security-gateway
4P529063-1 – 2018.11
VOORZICHTIG
a b
Voorafgaande elektrische controles van het systeem zoals controle van de aardingscontinuïteit, polariteit, aardingsweerstand en kortsluitingen moeten door een vakkundig persoon worden uitgevoerd met een geschikte testmeter.

3.1 Over de inbedrijfstelling van de Security-gateway installatie

Na controle dat de componenten van de Security-gateway werden geïnstalleerd en alle vereiste bedrading is voltooid, kunt u beginnen met de inbedrijfstelling van uw Security-gateway installatie.
In deze stap van de ingebruikstelling, zult u het volgende doen:
▪ Configureer uw computer zodat u kunt verbinden met de Security-
gateway; zie het hoofdstuk "Voor de eerste keer verbinding maken met de intelligent Tablet Controller" in de uitgebreide handleiding voor de installateur van de intelligent Tablet Controller.
▪ Configureer de LAN-instellingen; zie "3.3 Voor de eerste keer
verbinding maken met de Security-gateway" op pagina7 om de
netwerkinstellingen te configureren (tool voor lokale inbedrijfstelling).
▪ Configureer de datum en de tijd; zie "3.4.3 Tijdzone van de
Security-gateway instellen"op pagina10.
▪ Voeg alle bijgeleverde (Daikin) apparatuur toe aan de
webinterface van de Security-gateway; zie "4Inbedrijfstelling van
de iTM- of LC8-controller" op pagina 11 voor een snelle
configuratie van de aangesloten toestellen (tool voor lokale inbedrijfstelling).
3 Inbedrijfstelling
1 Steek een CAT 5e-Ethernetkabel (of hoger) in de Security-
gateway module (a).
2 Sluit de Ethernet-kabel aan op uw computer (b) en verander uw
IP-adres zodat het in hetzelfde bereik ligt als dat van de Security-gateway module.
3 Ga op uw computer naar Configuratiescherm.
4 Klik in het Configuratiescherm op Netwerkcentrum en dan op
Adapterinstellingen wijzigen.
5 Dubbelklik in het venster Netwerkverbindingen op LAN-
verbinding.
Gevolg: Het volgende venster verschijnt.

3.2 Minimumvereisten voor de inbedrijfstelling

Voer de volgende voorbereidingen uit voordat u begint met de configuratie van de Security-gateway:
▪ Controleer of de specificaties van uw computer voldoen aan de in
"7.5 Systeemvereisten" op pagina 18 vermelde
minimumvereisten.
▪ Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor de volgende
netwerkinformatie voor de Security-gateway:
▪ de gewenste netwerknaam voor de Security-gateway,
▪ het statisch IP-adres en overeenkomstig subnetmasker van de
Security-gateway,
▪ het statisch IP-adres en overeenkomstig subnetmasker van de
iTM- of LC8-controller,
▪ het IP-adres van de standaard gateway,
▪ het IP-adres van de primaire DNS-server en
▪ het IP-adres van de secundaire DNS-server (indien van
toepassing).
▪ Controleer of alle aangesloten apparatuur ingeschakeld is.

3.3 Voor de eerste keer verbinding maken met de Security-gateway

Een nieuwe Security-gateway module heeft 192.168.0.126 als vast IP-adres en 255.255.255.0 als subnetmasker.
Om verbinding te maken met dit toestel moet u het IP-adres van uw computer instellen op hetzelfde bereik.
6 Selecteer Internet Protocol versie 4 (TCP/IPv4) en klik op
Eigenschappen.
Gevolg: Het volgende venster verschijnt.
MCS341-DS1-111 Security-gateway 4P529063-1 – 2018.11
Uitgebreide handleiding voor de installateur
7
3 Inbedrijfstelling
7 Klik op het keuzerondje Het volgende IP-adres gebruiken:.
8 Stel het volgende IP-adres (IP address) in: "192.168.0.2".
INFORMATIE
In dit voorbeeld gebruiken we 192.168.0.2, maar om het even welk adres tussen 192.168.0.2 en 192.168.0.254 is mogelijk (behalve 192.168.0.126).
9 Stel het volgende subnetmasker (Subnet mask) in:
"255.255.255.0".
17 Ping het IP-adres van de module van de Security-gateway. Typ:
"ping 192.168.0.126" en sluit af met de Enter-toets.
Gevolg: U krijgt een antwoord zoals dit voorbeeld:
INFORMATIE
Als u alleen maar time-outs krijgt in plaats van een antwoord, dan kan er een probleem zijn met de verbinding. Zie "6 Opsporen en verhelpen van storingen" op
pagina16 om het probleem op te lossen.

3.4 Over de configuratie van de Security-gateway

3.4.1 Toegang tot de Security-gateway

Zie "8 Appendix A – IP-adres van de Security-gateway
detecteren" op pagina 18 voor informatie over het detecteren van
het IP-adres van de module van de Security-gateway als u dit vergeten bent.
1 Typ het standaard IP-adres van de Security-gateway
(https://192.168.0.126) in de URL-balk van de webbrowser (Google Chrome of Microsoft Edge).
10 Klik op OK (OK).
Schakel alle draadloosnetwerkkaarten in uw computer als volgt uit om storingen van draadloze netwerken te voorkomen:
11 Rechtsklik in het venster Netwerkverbindingen op Draadloze
netwerkverbinding.
12 Selecteer uitschakelen.
13 Controleer of uw computer verbinding kan maken met de
module van de Security-gateway. Open hiervoor de opdrachtprompt op uw computer als volgt:
14 Klik op de Windows Startknop.
15 Typ in het zoekvak "opdrachtprompt", of korter "Cmd".
16 Klik in de lijst met resultaten op opdrachtprompt of Cmd.
8
Gevolg: Een waarschuwing over de verbinding wordt weergegeven.
2 Klik op ADVANCED (ADVANCED) om het venster
geavanceerde set-up weer te geven.
MCS341-DS1-111
Security-gateway
4P529063-1 – 2018.11
Loading...
+ 16 hidden pages