Daikin MCS341-DS1-111 Installer reference guide [nl]

Uitgebreide handleiding
voor de installateur
Security-gateway
MCS341-DS1-111
Uitgebreide handleiding voor de installateur
Security-gateway
Nederlands

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave

1 Over dit document 2

2 Installatie 2

2.1 Algemene veiligheidsmaatregelen ............................................ 2
2.1.1 Algemeen.................................................................... 3
2.1.2 Plaats van installatie ................................................... 3
2.1.3 Elektrisch .................................................................... 3
2.2 Apparatuur Daikin-systeem ....................................................... 3
2.3 Beschrijving van het systeem.................................................... 4
2.3.1 Set-up lokaal netwerk ................................................. 4
2.3.2 Technische gegevens................................................. 4
2.4 Vóór de installatie...................................................................... 5
2.4.1 Over vereist gereedschap........................................... 5
2.4.2 Over de plaats van de klemmen ................................. 5
2.5 Installatie van de 2 hardwarecomponenten van de Security-
gateway ..................................................................................... 5
2.6 Over elektrische bedrading ....................................................... 5
2.6.1 Voeding aansluiten ..................................................... 5
2.6.2 Security-gateway verbinden met het lokale netwerk... 6
3 Inbedrijfstelling 6
3.1 Over de inbedrijfstelling van de Security-gateway installatie .... 7
3.2 Minimumvereisten voor de inbedrijfstelling ............................... 7
3.3 Voor de eerste keer verbinding maken met de Security-
gateway ..................................................................................... 7
3.4 Over de configuratie van de Security-gateway.......................... 8
3.4.1 Toegang tot de Security-gateway ............................... 8
3.4.2 Netwerk van de Security-gateway instellen ................ 9
3.4.3 Tijdzone van de Security-gateway instellen................ 10
4 Inbedrijfstelling van de iTM- of LC8-
controller 11
5 Bediening 12
5.1 Logs downloaden ...................................................................... 12
5.1.1 Communicatielogs downloaden.................................. 12
5.1.2 Updatelogs downloaden ............................................. 13
5.1.3 Monitoringlogs downloaden ........................................ 13
5.2 Security-gateway resetten op de fabrieksinstellingen ............... 14
5.3 Security-gateway opnieuw opstarten ........................................ 15
5.4 Versienummers controleren ...................................................... 15
6 Opsporen en verhelpen van storingen 16
6.1 Mogelijke problemen ................................................................. 16
6.2 Foutberichten ............................................................................ 16
7 Technische specificaties 17
7.1 Vereisten computer voor inbedrijfstelling .................................. 17
7.2 Specificaties stroomverbruik Security-gateway......................... 17
7.3 Standaard paswoorden tools..................................................... 17
7.4 Bedradingsvereisten Security-gateway ..................................... 17
7.5 Systeemvereisten...................................................................... 18
8 Appendix A – IP-adres van de Security-
gateway detecteren 18
8.1 Security-gateway bedraden....................................................... 18
8.2 IP-adres detecteren................................................................... 18
9 Appendix B – Inbedrijfstelling in geval van
Proxy Server 19
9.1 Alternatieve set-up .................................................................... 19
9.2 Toegang tot de Security-gateway.............................................. 20
9.3 Netwerk van de Security-gateway instellen............................... 20
9.4 Tijdzone van de Security-gateway instellen .............................. 20
9.5 Inbedrijfstelling van de iTM- of LC8-controller........................... 20
1 Over dit document
Bedoeld publiek
Erkende installateurs
Documentatieset
Dit document is een onderdeel van een documentatieset. De volledige set omvat:
Laatste herzieningen van de meegeleverde documentatie kunnen op de regionale Daikin-website of via uw dealer beschikbaar zijn.
De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle andere talen zijn vertalingen.
Montagehandleiding:
▪ Installatie-instructies
▪ Formaat: Papier (geleverd in de kit)
Uitgebreide handleiding voor de installateur:
▪ De installatie voorbereiden, referentiegegevens,…
▪ Formaat: Digitale bestanden op http://www.daikineurope.com/
support-and-manuals/product-information/
Airnet Handbook:
▪ Inbedrijfstelling van de iTM- of LC8-controller
▪ Formaat: Digitale bestanden op http://www.daikineurope.com/
support-and-manuals/product-information/
Installatiehandleiding Intelligent Touch Manager
(DCM601A51)
▪ Installatie-instructies
▪ Formaat: Digitale bestanden op http://www.daikineurope.com/
support-and-manuals/product-information/
Installatiehandleiding LC8 (DLC602B51)
▪ Installatie-instructies
▪ Formaat: Digitale bestanden op http://www.daikineurope.com/
support-and-manuals/product-information/
Technische gegevens
▪ Een deel van de recentste technische gegevens is beschikbaar
op de regionale Daikin-website (publiek toegankelijk).
▪ De volledige recentste technische gegevens zijn beschikbaar op
het Daikin-extranet (authenticatie vereist).
2 Installatie

2.1 Algemene veiligheidsmaatregelen

Lees deze algemene voorzorgsmaatregelen betreffende de veiligheid aandachtig voordat u de airconditioningapparatuur installeert en zorg ervoor dat u alles juist installeert.
Het niet naleven van deze instructies kan leiden tot schade aan voorwerpen of persoonlijk letsel (afhankelijk van de omstandigheden kan dit ernstig zijn).
Controleer nadat u de installatie hebt uitgevoerd of de voeding en controllermodules bij het opstarten naar behoren werken.
Betekenis van waarschuwingen en symbolen
Deze veiligheidsberichten worden gebruikt om uw aandacht te trekken. Hieronder volgt een overzicht van alle veiligheidsberichten:
WAARSCHUWING
Duidt op een situatie die de dood of ernstige verwondingen als gevolg zou kunnen hebben.
2
MCS341-DS1-111
Security-gateway
4P529063-1 – 2018.11
2 Installatie
VOORZICHTIG
Duidt op een situatie die kleine of matige verwondingen als gevolg zou kunnen hebben.
GEVAAR
Duidt op een situatie die de dood of ernstige verwondingen als gevolg heeft.
GEVAAR: ONTPLOFFINGSGEVAAR
Duidt op een situatie die een ontploffing kan veroorzaken.
INFORMATIE
Duidt op nuttige tips of bijkomende informatie.
OPMERKING
Duidt op een situatie die schade aan apparatuur of eigendom zou kunnen berokkenen.

2.1.1 Algemeen

Indien u twijfels heeft over de installatie of de bediening van de unit, neem contact op met uw dealer.
OPMERKING
Een foute installatie of bevestiging van apparatuur, uitrustingen of accessoires kan elektrische schokken, een kortsluiting, lekken, brand of schade aan de apparatuur of uitrustingen als gevolg hebben. Gebruik enkel accessoires, optionele apparatuur en uitrustingen en reserveonderdelen die door Daikin gemaakt of goedgekeurd werden.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de materialen die voor de installatie en de testen gebruikt worden, voldoen aan de geldende wetgeving (bovenop de instructies beschreven in de Daikin-documentatie).
VOORZICHTIG
Draag gepaste persoonlijke beschermingsuitrustingen (beschermende handschoenen, veiligheidsbril, enz.) wanneer u het systeem installeert of onderhoudt.
WAARSCHUWING
Scheur plastiekverpakkingen aan stukken en gooi deze weg zodat niemand, kinderen in het bijzonder, ermee kan spelen. Mogelijk risico: verstikking.

2.1.2 Plaats van installatie

Installeer de apparatuur NIET in een omgeving met ontploffingsgevaar.

2.1.3 Elektrisch

GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
▪ Schakel de elektrische voeding volledig UIT vooraleer u
elektrische bedrading aansluit of elektrische onderdelen aanraakt.
▪ Schakel de elektrische voeding langer dan 1minuut uit
en meet de spanning op de aansluitklemmen van de condensatoren of elektrische onderdelen van de hoofdkring vooraleer u een onderhoud uitvoert. De spanning MOET minder dan 50VDC zijn vooraleer u elektrische onderdelen mag aanraken. Raadpleeg het bedradingsschema voor de plaats van de aansluitklemmen.
▪ Raak elektrische onderdelen NIET aan met natte
handen.
▪ Laat de unit NIET onbewaakt achter wanneer het
servicedeksel verwijderd is.
WAARSCHUWING
In de vaste bedrading moet een hoofdschakelaar of een ander middel om uit te schakelen worden voorzien; deze schakelaar dient het contact van alle polen volledig te verbreken en te voldoen aan de vereisten van de overspanning-categorie-III-specificatie wanneer hij open staat.
WAARSCHUWING
▪ Gebruik ALLEEN koperdraden.
▪ Alle lokale bedrading moet voldoen aan de geldende
wetgeving.
▪ Alle lokale bedradingen dienen conform het met het
product meegeleverd bedradingsschema uitgevoerd te worden.
▪ Vergeet niet aarddraden te leggen. Aard de unit NIET
via een nutsleiding, een piekspanningsbeveiliging of de aarding van de telefoon. Een onvolledige aarding kan een elektrische schok veroorzaken.
▪ Gebruik hiervoor een aparte voedingskring. Gebruik
NOOIT een elektrische voeding die met een ander toestel gedeeld wordt.
▪ Installeer zeker de vereiste zekeringen of
stroomonderbrekers.
▪ Plaats zeker een aardlekschakelaar. Anders bestaat
het gevaar dat iemand een elektrische schok krijgt of dat er brand ontstaat.
WAARSCHUWING
▪ Controleer na het beëindigen van de elektriciteit of alle
elektrische onderdelen en aansluitklemmen in de elektriciteitskast veilig zijn aangesloten.
▪ Controleer of alle deksels dicht zijn vooraleer de unit
aan te zetten.
MCS341-DS1-111 Security-gateway 4P529063-1 – 2018.11

2.2 Apparatuur Daikin-systeem

De installatie vereist:
▪ De gateway MCS341-DS1-111, reserveonderdeelnummer
EU.SB.5000072. De bedrading voor aansluiting op de stroomconverter is meegeleverd.
▪ Een wisselstroom-/gelijkstroomconverter (PWD-90AW24),
reserveonderdeelnummer 999175A.
3
2 Installatie
F1, F2
P1, P2
F1, F2 P1, P2 F1, F2 P1, P2
F1, F2
OUT IN
F1, F2
http://cloud.daikineurope.com
RJ-45
230 V AC
f e
24 V DC
c
b
d
a
En één van de volgende:
▪ iTM-controller, productnummer DCM601A51
▪ LC8-controller, productnummer DLC602B51
Zie "4Inbedrijfstelling van de iTM- of LC8-controller" op pagina11 voor meer informatie over deze apparatuur.
Neem contact op met de dealer waar u dit product hebt gekocht als er ontbrekende of defecte onderdelen zijn.

2.3.1 Set-up lokaal netwerk

Stel het lokale netwerk in zoals afgebeeld in het volgende schema:

2.3 Beschrijving van het systeem

Met de Security-gateway kan een iTM en een LC8 via de Security gateway met de Daikin Cloud Service worden verbonden.
In plaats van het rapport rechtstreeks naar de router te sturen, stuurt de iTM- of LC8-controller het eerst naar de Security-gateway. De Security-gateway zet het rapportformaat om van http naar https en stuurt dan dit omgevormde https-rapport via de router naar de Daikin Cloud Service.
a Security-gateway b iTM of LC8 c Units d LAN-gateway e Daikin Cloud Service
f Computer met verbinding met de Daikin Cloud Service
De tabel is alleen bedoeld als voorbeeld en geldt alleen voor de set­up van de afbeelding hiervoor.
iTM of LC8 Security-
Router
gateway
IP-adres 192.168.1.50 192.168.1.51 192.168.1.1
Subnetmasker 255.255.255.0 255.255.255.0 255.255.255.0
Standaard
192.168.1.51 192.168.1.1
gateway
Primaire DNS 192.168.1.51 192.168.1.254
Secundaire
192.168.1.51 192.168.1.254
DNS
Uitgebreide handleiding voor de installateur
4

2.3.2 Technische gegevens

Categorie Klasse Technische gegevens Opmerking
Hardware Fabrikant CONTEC
Modelnummer MCS341-DS1-111
CPU ARM Cortex-A8
600MHz
LAN-poort 10BASE-T/100BASE-TX —
RAM 512MB
ROM 32MB
BesturingssysteemUbuntu 14.04
Temperatuurbe reik
Capaciteit SD-
–20°C~+60°C
4GB
kaart
Opstartschijf SD-kaart
en
MCS341-DS1-111
Security-gateway
4P529063-1 – 2018.11
2 Installatie
j
i
c b a
ed
h
g
f
l
k
b
a

2.4 Vóór de installatie

Voer de volgende voorbereidingen uit voordat u begint met de installatie van de Security-gateway:
▪ controleer of alle accessoires bij de module van de Security
gateway en de voeding zitten,
▪ controleer of u al het vereiste hebt voor de installatie van de
modules van de Security-gateway; zie "2.4.1 Over vereist
gereedschap"op pagina5,
▪ kijk na waar de klemmen en schakelaars van de modules van de
Security gateway zitten; zie "2.4.2 Over de plaats van de
klemmen"op pagina5.

2.4.1 Over vereist gereedschap

Voor de installatie van de modules van de Security-gateway is het volgende gereedschap vereist:
▪ een platte schroevendraaier,
▪ een kruiskopschroevendraaier,
▪ voldoende elektrische kabels en gereedschap om bedrading uit te
voeren.
Zie "2.6 Over elektrische bedrading" op pagina 5 voor meer informatie over het type van de te gebruiken kabels.

2.4.2 Over de plaats van de klemmen

Kijk de lay-out van de klemmen en de plaats van de openingen in de module na en stel een plan op voor het routeren van de kabel en de volgorde van het aansluiten van de draden.
Zie "2.6 Over elektrische bedrading" op pagina 5 voor meer informatie over de aansluitingen.
i Ethernet-aansluiting (A) Zie Types set-up in "8Appendix A
– IP-adres van de Security-gateway detecteren"op pagina18 Voor een juiste bedrading
J Ethernet-aansluiting (B) Zie Types set-up in "8Appendix A
– IP-adres van de Security-gateway detecteren"op pagina18 Voor een juiste bedrading
k "DC_OK"-led (DC_OK)
l "PWR"-led (PWR)

2.5 Installatie van de 2 hardwarecomponenten van de Security-gateway

De modules van de Security gateway moeten op een 35 mm DIN-rail worden gemonteerd.
1 Plaats de module over de bovenkant van de DIN-35-rail zodat
de bovenste haak aan de achterkant vasthaakt.
2 Duw de module in richting 'a' tot de onderste haak vastklikt in
de rail.
3 Trek indien nodig de hendel op de onderste delen van de
module in richting 'b' om de module vast te klikken op de rail. Gebruik indien nodig een platte schroevendraaier.
4 Herhaal de vorige stappen voor alle andere modules.

2.6 Over elektrische bedrading

In dit hoofdstuk wordt de procedure beschreven voor het aansluiten van de componenten van de Security-gateway op toestellen van Daikin en andere apparatuur.
a Stroomklem 230V AC b Nulklem 230V AC c Aardingsklem d Voedingsoutput 24V DC (+) e Voedingsoutput 24V DC (–)
f Contactinput 24V DC (+) g Contactinput 24V DC (–) h Aardingsklem
Zie "7.4 Bedradingsvereisten Security-gateway" op pagina 17 voor alle vereisten van de bedrading.
WAARSCHUWING
▪ Schakel de elektrische voeding NIET in vooraleer alle
draden en kabels aangesloten te hebben. Anders bestaat het risico van elektrische schok.
▪ Wanneer de bedrading voltooid is, controleer twee
maal of alle draden en kabels wel goed aangesloten zijn vooraleer de stroomtoevoer aan te schakelen.
▪ Alle wat ter plaatse moet worden voorzien of uitgevoerd
(onderdelen, materiaal en elektrische werkzaamheden) MOET voldoen aan de toepasselijke wetgeving.
INFORMATIE
Bij het samenstellen van deze handleiding zijn NIET alle connectoren actief, maar zij zijn voorzien voor toekomstig gebruik.

2.6.1 Voeding aansluiten

Sluit de voeding aan zoals hierna afgebeeld:
MCS341-DS1-111 Security-gateway 4P529063-1 – 2018.11
Uitgebreide handleiding voor de installateur
5

3 Inbedrijfstelling

230 V AC
24 V DC
a
c
d b
F1, F2
OUT IN
F1, F2
e
f
cb
a
d
g
h
In dit geval wordt alleen LAN-poort A gebruikt.
1 Sluit de voeding aan op de 3 klemmen, L (stroomvoerend), N
(neutraal) en aard op het ingangsdeel van de voeding (PS).
Met behulp van de bij de Security-gateway geleverde bedrading:
2 Sluit de DC-voedingsuitgangsklemmen van de voeding aan op
de contactinputklemmen van de module van de Security­gateway. Houd rekening met de polariteit van de draden.
3 Sluit de aardingsklem van de voeding (a) aan op de
aardingsklem van de Security-gateway (b).
Wanneer alle bedrading is voltooid:
4 Controleer opnieuw en schakel dan de voeding in.
VOORZICHTIG
De voeding werkt ALLEEN zeker wanneer de "DC_OK"­led (DC_OK) (c) op de voeding en de "PWR"-led (PWR) (d) op de module van de Security-gateway groen zijn.
Controleer op bedradingsfouten als één of meerdere van deze leds NIET branden.

2.6.2 Security-gateway verbinden met het lokale netwerk

Basisset-up (aanbevolen)
1 Sluit de voeding aan zoals aangegeven in "2.6.1 Voeding
aansluiten"op pagina5.
2 Voeg de Security-gateway toe aan het lokale netwerk zoals
hierna afgebeeld:
a Buitenunit b LAN-verbinding (DIII) c iTM- of LC8-controller d LAN-verbinding met poort A e Security-gateway
f LAN-gateway (RJ-45) g Pc gebruiker h Daikin Cloud Service
Steek de voeding in.
Aansluiten op met DIII-NET compatibele apparatuur
Zie:
▪ Airnet-handleiding:
▪ Voor inbedrijfstelling van de iTM- of LC8-controller
▪ Formaat: Digitale bestanden op http://www.daikineurope.com/
support-and-manuals/product-information/
▪ Installatiehandleiding iTM
▪ Installatiehandleiding LC8
LAN-kabel aansluiten
Zie "2.3 Beschrijving van het systeem" op pagina 4 voor alle vereisten van de bedrading.
Sluit de LAN-kabel pas aan wanneer u begint aan de inbedrijfstelling van de LAN Gateway. Anders kan er zich een conflict met netwerkadressen voordoen.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
6
3 Inbedrijfstelling
WAARSCHUWING
Enkel erkende personen mogen de unit in bedrijf stellen.
MCS341-DS1-111
Security-gateway
4P529063-1 – 2018.11
VOORZICHTIG
a b
Voorafgaande elektrische controles van het systeem zoals controle van de aardingscontinuïteit, polariteit, aardingsweerstand en kortsluitingen moeten door een vakkundig persoon worden uitgevoerd met een geschikte testmeter.

3.1 Over de inbedrijfstelling van de Security-gateway installatie

Na controle dat de componenten van de Security-gateway werden geïnstalleerd en alle vereiste bedrading is voltooid, kunt u beginnen met de inbedrijfstelling van uw Security-gateway installatie.
In deze stap van de ingebruikstelling, zult u het volgende doen:
▪ Configureer uw computer zodat u kunt verbinden met de Security-
gateway; zie het hoofdstuk "Voor de eerste keer verbinding maken met de intelligent Tablet Controller" in de uitgebreide handleiding voor de installateur van de intelligent Tablet Controller.
▪ Configureer de LAN-instellingen; zie "3.3 Voor de eerste keer
verbinding maken met de Security-gateway" op pagina7 om de
netwerkinstellingen te configureren (tool voor lokale inbedrijfstelling).
▪ Configureer de datum en de tijd; zie "3.4.3 Tijdzone van de
Security-gateway instellen"op pagina10.
▪ Voeg alle bijgeleverde (Daikin) apparatuur toe aan de
webinterface van de Security-gateway; zie "4Inbedrijfstelling van
de iTM- of LC8-controller" op pagina 11 voor een snelle
configuratie van de aangesloten toestellen (tool voor lokale inbedrijfstelling).
3 Inbedrijfstelling
1 Steek een CAT 5e-Ethernetkabel (of hoger) in de Security-
gateway module (a).
2 Sluit de Ethernet-kabel aan op uw computer (b) en verander uw
IP-adres zodat het in hetzelfde bereik ligt als dat van de Security-gateway module.
3 Ga op uw computer naar Configuratiescherm.
4 Klik in het Configuratiescherm op Netwerkcentrum en dan op
Adapterinstellingen wijzigen.
5 Dubbelklik in het venster Netwerkverbindingen op LAN-
verbinding.
Gevolg: Het volgende venster verschijnt.

3.2 Minimumvereisten voor de inbedrijfstelling

Voer de volgende voorbereidingen uit voordat u begint met de configuratie van de Security-gateway:
▪ Controleer of de specificaties van uw computer voldoen aan de in
"7.5 Systeemvereisten" op pagina 18 vermelde
minimumvereisten.
▪ Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor de volgende
netwerkinformatie voor de Security-gateway:
▪ de gewenste netwerknaam voor de Security-gateway,
▪ het statisch IP-adres en overeenkomstig subnetmasker van de
Security-gateway,
▪ het statisch IP-adres en overeenkomstig subnetmasker van de
iTM- of LC8-controller,
▪ het IP-adres van de standaard gateway,
▪ het IP-adres van de primaire DNS-server en
▪ het IP-adres van de secundaire DNS-server (indien van
toepassing).
▪ Controleer of alle aangesloten apparatuur ingeschakeld is.

3.3 Voor de eerste keer verbinding maken met de Security-gateway

Een nieuwe Security-gateway module heeft 192.168.0.126 als vast IP-adres en 255.255.255.0 als subnetmasker.
Om verbinding te maken met dit toestel moet u het IP-adres van uw computer instellen op hetzelfde bereik.
6 Selecteer Internet Protocol versie 4 (TCP/IPv4) en klik op
Eigenschappen.
Gevolg: Het volgende venster verschijnt.
MCS341-DS1-111 Security-gateway 4P529063-1 – 2018.11
Uitgebreide handleiding voor de installateur
7
3 Inbedrijfstelling
7 Klik op het keuzerondje Het volgende IP-adres gebruiken:.
8 Stel het volgende IP-adres (IP address) in: "192.168.0.2".
INFORMATIE
In dit voorbeeld gebruiken we 192.168.0.2, maar om het even welk adres tussen 192.168.0.2 en 192.168.0.254 is mogelijk (behalve 192.168.0.126).
9 Stel het volgende subnetmasker (Subnet mask) in:
"255.255.255.0".
17 Ping het IP-adres van de module van de Security-gateway. Typ:
"ping 192.168.0.126" en sluit af met de Enter-toets.
Gevolg: U krijgt een antwoord zoals dit voorbeeld:
INFORMATIE
Als u alleen maar time-outs krijgt in plaats van een antwoord, dan kan er een probleem zijn met de verbinding. Zie "6 Opsporen en verhelpen van storingen" op
pagina16 om het probleem op te lossen.

3.4 Over de configuratie van de Security-gateway

3.4.1 Toegang tot de Security-gateway

Zie "8 Appendix A – IP-adres van de Security-gateway
detecteren" op pagina 18 voor informatie over het detecteren van
het IP-adres van de module van de Security-gateway als u dit vergeten bent.
1 Typ het standaard IP-adres van de Security-gateway
(https://192.168.0.126) in de URL-balk van de webbrowser (Google Chrome of Microsoft Edge).
10 Klik op OK (OK).
Schakel alle draadloosnetwerkkaarten in uw computer als volgt uit om storingen van draadloze netwerken te voorkomen:
11 Rechtsklik in het venster Netwerkverbindingen op Draadloze
netwerkverbinding.
12 Selecteer uitschakelen.
13 Controleer of uw computer verbinding kan maken met de
module van de Security-gateway. Open hiervoor de opdrachtprompt op uw computer als volgt:
14 Klik op de Windows Startknop.
15 Typ in het zoekvak "opdrachtprompt", of korter "Cmd".
16 Klik in de lijst met resultaten op opdrachtprompt of Cmd.
8
Gevolg: Een waarschuwing over de verbinding wordt weergegeven.
2 Klik op ADVANCED (ADVANCED) om het venster
geavanceerde set-up weer te geven.
MCS341-DS1-111
Security-gateway
4P529063-1 – 2018.11
3 Klik op Proceed to 192.168.0.126 (unsafe) (Proceed to
192.168.0.126 (unsafe)).
3 Inbedrijfstelling
Gevolg: Het venster Security GW Menu (Security GW Menu)
verschijnt.
Gevolg: Een loginvenster verschijnt.
4 Vul ID (ID) en Password (Password) in (standaard-ID: Daikin /
standaard paswoord: Daikin) van de Security-gateway en klik op Sign in (Sign in).

3.4.2 Netwerk van de Security-gateway instellen

Om naar het Security GW Menu (Security GW Menu) te gaan, zie
"3.4.1Toegang tot de Security-gateway"op pagina8.
1 Klik op Network (Network.)
Gevolg: Het dialoogvenster Network Setup (Network Setup)
verschijnt.
MCS341-DS1-111 Security-gateway 4P529063-1 – 2018.11
9
3 Inbedrijfstelling
F1, F2
OUT IN
F1, F2
e
f
cb
a
d
g
h
2 Vul de volgende netwerkgegevens in:
LAN Port1 (LAN Port1 ) (=A)
▪ IP Address (IP address): Uniek IP-adres (standaard:
192.168.0.126) in lokaal netwerk
▪ Subnet Mask (Subnet mask): 255.255.255.0
▪ Default Gateway (Default Gateway): IP-adres (standaard:
192.168.0.100) van lokale router
▪ Primary DNS (Primary DNS): IP-adres (standaard: 192.168.0.100)
van lokale router
▪ Secondary DNS (Secondary DNS): blanco laten
LAN Port2 (LAN Port2) (=B)
▪ blanco laten
INFORMATIE
Als IP address (IP address), default gateway (Default gateway) en primary DNS (Primary DNS) al juist zijn voor het lokale netwerk, moet u ze niet veranderen.
3 Klik op Save (Save).
Gevolg: Het dialoogvenster Confirm (Confirm) verschijnt.
4 Klik op Yes (Yes) om de Security-gateway opnieuw op te
starten.
INFORMATIE
Na stap 4 kan de webbrowser geen verbinding meer maken. Volg de in "3.4.1 Toegang tot de Security-
gateway"op pagina 8 beschreven procedure om opnieuw
te verbinden via het nieuwe IP-adres.
5 Stel de LAN-netwerkinstellingen van uw computer weer in op
de oorspronkelijke waarden.
6 Schakel de wifi-adapter van uw computer in als u hem eerder
hebt uitgeschakeld.
7 Maak de Ethernetkabel tussen uw computer en de module van
de Security-gateway los.
8 Sluit een Ethernetkabel aan tussen de module van de Security-
gateway en het lokale netwerk.
INFORMATIE
U kunt controleren of het IP-adres goed is veranderd door via het nieuw IP-adres naar de Security-gateway te gaan zoals beschreven in "3.4.1 Toegang tot de Security-
gateway"op pagina8.

3.4.3 Tijdzone van de Security-gateway instellen

Om naar het Security GW Menu (Security GW Menu) te gaan, zie
"3.4.1Toegang tot de Security-gateway"op pagina8.
1 Klik op Time Zone (Time Zone).
Gevolg: De Security-gateway wordt opnieuw opgestart.
Gevolg: Het webbrowservenster verschijnt.
Gevolg: Het IP-adres is veranderd.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
10
Gevolg: Het dialoogvenster Time Zone Setup (Time Zone Setup) verschijnt.
2 Klik op de knop [▼] om de vervolgkeuzelijst Tijdzone te openen
>> selecteer en klik op de tijdzone.
MCS341-DS1-111
Security-gateway
4P529063-1 – 2018.11
3 Klik op Save (Save).

4 Inbedrijfstelling van de iTM- of LC8-controller

4 Inbedrijfstelling van de iTM-
of LC8-controller
1 Zie het Airnet Handbook voor de installatie van de iTM- of LC8-
controller,
De volgende stappen wijken af van het Airnet Handbook; controleer of de instellingen op de iTM- of LC8-controller overeenkomen met stap 3.
2 Zie "2.3Beschrijving van het systeem"op pagina4 voor de set-
up.
3 Stel het netwerk van de lokale controller in aan de hand van de
onderstaande tabel.
Netwerkinstellingen
IP address (IP address): kies een IP-adres binnen hetzelfde netwerkbereik als de router en de Security-gateway (bijv.
192.168.0.40)
Subnet mask (Subnet Mask): 255.255.255.0
Default gateway (Default gateway): IP-adres van router (bijv. standaard IP-adres van router was 192.168.0.1)
DNS (DNS): IP-adres van Security-gateway (bijv. standaard IP­adres van Security-gateway was 192.168.0.126)
4 Stel de NSC URL http://Lcc.m2m.daikineurope.com/NSC in en
selecteer de juiste Access Point Name (Access Point Name) in de keuzelijst. Het deel details (Details) mag leeg blijven.
MCS341-DS1-111 Security-gateway 4P529063-1 – 2018.11
11

5 Bediening

Bestandstype Doel
Updatelog Dit bevat informatie over de
updatecontrole, timing wanneer de Security-gateway gecontroleerd heeft op beschikbare updates, en informatie of een nieuwe softwareversie is geïnstalleerd.
Monitoringlog Dit bevat informatie over de op
de Security-gateway uitgevoerde acties, zoals bijvoorbeeld wanneer hij werd uitgeschakeld en ingeschakeld.

5.1.1 Communicatielogs downloaden

Om naar het Security GW Menu (Security GW Menu) te gaan, zie
"3.4.1Toegang tot de Security-gateway"op pagina8.
1 Klik op Communication Log (Communication Log).
5 Maak met uw gegevens voor de Daikin Cloud Service
verbinding met https://cloud.daikineurope.com en maak een nieuwe site aan. Noteer het iTM of LC8-nummer zodra de site is aangemaakt:
▪ iTM-nr.: Het geregistreerde id-nummer van de intelligent Touch
Manager. Dit nummer heeft het volgende formaat: LT2N###### (waarbij # een alfanumerieke waarde is).
▪ LC8-nr.: Het geregistreerde id-nummer van de LC8-controller.
Dit nummer heeft het volgende formaat: LC8N###### (waarbij # een alfanumerieke waarde is).
5 Bediening
2 Controleer de downloadstatus in de downloadbalk onderaan het
venster.

5.1 Logs downloaden

U kunt drie logs bewaren en downloaden via de webapplicatie van de Security-gateway.
Bij problemen kunnen de volgende logs worden gebruikt om de goede werking van de Security-gateway te controleren:
Bestandstype Doel
Communicatielog Dit bevat de informatie over de
timing en het type data dat de Security-gateway naar het cloudplatform heeft gestuurd.
12
3 Dubbelklik (=open) op het gedownloade bestand
communication log.csv (Communication_Log.csv) op het bureaublad.
MCS341-DS1-111
Security-gateway
4P529063-1 – 2018.11
4 Controleer de details van het bestand communication log.csv
(Communication_Log.csv).
5 Bediening
3 Dubbelklik (=open) op het gedownloade bestand update log.csv
(Update_Log.csv).

5.1.2 Updatelogs downloaden

Om naar het Security GW Menu (Security GW Menu) te gaan, zie
"3.4.1Toegang tot de Security-gateway"op pagina8.
1 Klik op Update Log (Update Log).
2 Controleer de downloadstatus in de downloadbalk onderaan het
venster.
4 Controleer de details van het bestand update log.csv
(Update_Log.csv).

5.1.3 Monitoringlogs downloaden

Om naar het Security GW Menu (Security GW Menu) te gaan, zie
"3.4.1Toegang tot de Security-gateway"op pagina8.
1 Klik op Monitoring Log (Monitoring Log).
MCS341-DS1-111 Security-gateway 4P529063-1 – 2018.11
13
5 Bediening
2 Controleer de downloadstatus in de downloadbalk onderaan het
venster.

5.2 Security-gateway resetten op de fabrieksinstellingen

Om naar het Security GW Menu (Security GW Menu) te gaan, zie
"3.4.1Toegang tot de Security-gateway"op pagina8.
1 Klik op Factory Reset (Factory reset).
3 Dubbelklik (=open) op het gedownloade bestand monitoring
log.csv (Monitoring_Log.csv) op het bureaublad.
4 Controleer de details van het bestand monitoring log.csv
(Monitoring_Log.csv).
Gevolg: Het dialoogvenster Confirm (Confirm) verschijnt.
2 Klik op Yes (Yes) in het dialoogvenster.
14
MCS341-DS1-111
Security-gateway
4P529063-1 – 2018.11
5 Bediening
Gevolg: De Security-gateway wordt gereset op de
fabrieksinstellingen.

5.3 Security-gateway opnieuw opstarten

Om naar het Security GW Menu (Security GW Menu) te gaan, zie
"3.4.1Toegang tot de Security-gateway"op pagina8.
1 Klik op Reboot (Reboot).
Gevolg: Het dialoogvenster Confirm (Confirm) verschijnt.
2 Klik op Yes (Yes).
Gevolg: Het dialoogvenster verdwijnt en alle knoppen worden
gedeactiveerd.
Gevolg: De Security-gateway wordt opnieuw opgestart.

5.4 Versienummers controleren

In sommige gevallen moet u het versienummer van uw Security­gateway kennen. Via het menu van de webapplicatie kunt u de versie raadplegen van:
▪ De webapplicatie (browser-based en specifieke set-uptool van de
Security-gateway) van de Security-gateway. [Client Version]
▪ De hardware, firmware en OS van de Security-gateway. [Security
GW Version]
▪ Het unieke serienummer voor beheer van de Security-gateway.
[Security GW Number]
Om naar het Security GW Menu (Security GW Menu) te gaan, zie
"3.4.1Toegang tot de Security-gateway"op pagina8.
1 Klik op Yes (Version).
MCS341-DS1-111 Security-gateway 4P529063-1 – 2018.11
15

6 Opsporen en verhelpen van storingen

Gevolg: Het dialoogvenster Version (Version) verschijnt.
2 Controleer de versies.
3 Klik op OK (OK) om naar het hoofdscherm terug te keren.
Gevolg: Het hoofdscherm verschijnt.
6 Opsporen en verhelpen van storingen

6.1 Mogelijke problemen

Probleem Oorzaak Oplossing
Kan niet verbinden Kan niet verbinden met de
Security-gateway.
Controleer de voeding.
Set-up lukt niet Kan niet:
▪ Set-up uitvoeren,
▪ Logbestanden downloaden,
▪ Reset naar
fabrieksinstellingen uitvoeren,
▪ Opnieuw opstarten,
▪ De versie controleren.
Controleer of de JUISTE SD-kaart GOED in de gleuf van de SD-kaart is ingebracht.
Controleer of de Security-gateway INGESCHAKELD is.
Controleer het IP-ADRES van de Security-gateway en de pc voor de set-up. Controleer of zij met hetzelfde lokale netwerk zijn verbonden.
Controleer of de JUISTE LAN-poorten worden gebruikt en werden ingesteld:
▪ Linkerkant: Poort A
▪ Rechterkant: Poort B
START de Security-gateway OPNIEUW OP.
* Gebruik de specifieke set-uptool van de Security-gateway als u het IP-adres van de Security-gateway bent vergeten zoals beschreven in "8.2IP-adres
detecteren"op pagina18.
LOG UIT uit de webapplicatie voor de set-up van de Security-gateway of de specifieke set-uptool van de Security-gateway.
LOG opnieuw IN in de webapplicatie voor de set-up van de Security-gateway of de specifieke set-uptool van de Security-gateway.
PROBEER opnieuw de set-up, een logbestand te downloaden, te resetten naar de fabrieksinstellingen, opnieuw opstarten en controle van de versie.

6.2 Foutberichten

Categorie Beschrijving Opmerkingen
1. Javascript niet geldig 1.1 Javascript niet beschikbaar. Activeer Javascript en probeer opnieuw.
2. Cookie niet geldig 2.1 Cookie uitgeschakeld. Activeer cookise in de voorkeuren van uw browser en probeer opnieuw.
16
MCS341-DS1-111
Security-gateway
4P529063-1 – 2018.11
Categorie Beschrijving Opmerkingen
3. Verbinding Security­gateway
4. Log in 4.1 Gebruikers-ID en/of
5. Menu Security-gateway 5.1 Communicatie met
6. Set-up netwerk 6.1 Communicatie met
7. Set-up update module 7.1 Communicatie met
8. Set-up tijdzone 8.1 Communicatie met
9. Foutdialoog 9.1 Uw sessie is verlopen.
3.1 Verbinding met Security­gateway mislukt. Controleer of de Security-gateway verbonden is met hetzelfde netwerk,
paswoord nog niet ingevoerd.
4.2 Authenticatie mislukt. Ongeldige gebruikers-ID en/of paswoord.
4.3 Communicatie met Security-gateway mislukt.
Security-gateway mislukt.
5.2 Ophalen log mislukt.
Security-gateway mislukt.
Security-gateway mislukt.
Security-gateway mislukt.
Probeer opnieuw in te loggen.
Voer de gebruikers-ID en het paswoord in.
Klik op [Sign in].
Controleer de gebruikers-ID en paswoord.
Voer de juiste gebruikers-ID en paswoord in.
Klik op [Sign in].
Controleer of de JUISTE SD-kaart GOED in de gleuf van de SD-kaart is ingebracht.
Controleer of de Security-gateway INGESCHAKELD is.
Controleer of de LAN-kabel zowel op de Security-gateway als de pc voor set­up is aangesloten.
Druk op de resetknop van de Security-gateway.
Zie 4.3
Zie 4.3
Zie 4.3
Zie 4.3

7 Technische specificaties

7 Technische specificaties

7.1 Vereisten computer voor inbedrijfstelling

Item Specificatie
Besturingssysteem Windows 7 Professional (32-bit)
of hoger
Geheugen 2GB RAM of meer
Harde schijf Minstens 20GB vrije ruimte
Poorten 1 RJ45-poort
Browser Volgende browsers worden
ondersteund:
▪ Internet Explorer Versie 9, 10
of 11
▪ Google Chrome
▪ Mozilla Firefox
▪ Apple Safari

7.2 Specificaties stroomverbruik Security-gateway

Item Specificatie
Ingangsspanning 110~220VAC
Item Specificatie
Frequentie ingangsspanning 50~60Hz
Stroomverbruik CPU-module + I/ O-module
Voor meer gedetailleerde specificaties van de voeding, zie de bij de voeding geleverde handleiding.
▪ Max.: 13W (11W+2W)
▪ Typisch: 5,5W (4W+1,5W)

7.3 Standaard paswoorden tools

Tool Paswoord
Authenticatiecode webinterface Security-gateway
Niet ingesteld (leeg), zie
"3.4.1Toegang tot de Security­gateway"op pagina8
▪ standaard ID Daikin
▪ standaard paswoord: Daikin
7.4 Bedradingsvereisten Security­gateway
WAARSCHUWING
Alle lokale bedrading en componenten MOETEN worden geïnstalleerd door een erkend elektricien en MOETEN voldoen aan de geldende wetgeving.
Alle bedrading moet voldoen aan de volgende vereisten:
Verbinding Diameter Max. lengte Opmerkingen
LAN-kabel 100m ▪ UTP CAT 5e of hoger
▪ RJ45-connector
MCS341-DS1-111 Security-gateway 4P529063-1 – 2018.11
17

8 Appendix A – IP-adres van de Security-gateway detecteren

a b c
d
Verbinding Diameter Max. lengte Opmerkingen
DIII-NET (F1/F2) Ø0,75~1,25mm²
(klem voorzien voor maximum 1,5mm²)
230V AC-voeding naar de PU
24V DC-voeding naar de module van de Security-gateway
(a) De totale lengte is de som van alle bedrading in het DIII-NET-netwerk. (b) De max. lengte is de maximale afstand tussen 2 willekeurige aansluitpunten in het DIII-NET-netwerk.
In overeenstemming met
geldende wetgeving (klem
voorzien voor maximum
4mm²)
In overeenstemming met
geldende wetgeving
Totale lengte
(<1500m bij gebruik van
afgeschermde draad)
Max. lengte
In overeenstemming met
geldende wetgeving
(a)
: 2000m
(b)
: 1000m
Eendraads of gevlochten draad toegelaten
▪ Kabeltype: 2-aderige met vinyl isolatie en vinyl
ommantelde kabel/vinyl cabtyre (flexibele) kabel of 2­aderige afgeschermde kabel
▪ Gebruik GEEN kabels met 3 of meer aders
▪ Meng GEEN verschillende kabeltypes
▪ Bundel kabels NOOIT samen
▪ Aard bij een afgeschermde kabel slechts één uiteinde van
de kabel
▪ Zorg ervoor dat de bedrading is vastgemaakt zodat ze
NIET in contact komt met ongeaarde toegankelijke geleidende onderdelen
▪ Zorg voor een trekontlasting voor elke draad die
binnenkomt in de elektriciteitskast
▪ Voor meer informatie over DIII‑NET, zie de DBACS-
ontwerpgids (ED72721)
▪ Eendraads of gevlochten draad toegelaten
▪ De interne beveiliging van de WAGO-voeding is gezekerd
op 2,5A / 250V

7.5 Systeemvereisten

Minimumvereisten voor de pc van de set-up van de Security­gateway:
Item Vereisten
CPU Intel i3 2,2GHz of hoger
Besturingssysteem Microsoft Windows 7 of hoger
Geheugen 512 MB RAM of meer
Beschikbare ruimte op harde schijf
Netwerk 10 BASE-T of hoger
10GB of meer
8 Appendix A – IP-adres van de
Security-gateway detecteren
In deze appendix vindt u informatie over het detecteren van het IP­adres van de Security-gateway met de specifieke set-uptool voor de Security-gateway.

8.1 Security-gateway bedraden

1 Sluit de voeding aan zoals aangegeven in "2.6.1 Voeding
aansluiten"op pagina5.
2 Voeg de Security-gateway toe aan het lokale netwerk zoals
hierna afgebeeld:
a Pc b Router c Security-gateway d LAN-poort A
In dit geval wordt alleen LAN-poort A gebruikt.
3 Steek de voeding in.

8.2 IP-adres detecteren

Controleer of u over de nieuwste versie van de set-uptool van de Security-gateway beschikt. De nieuwste versie is beschikbaar op
https://my.daikin.eu/denv/en_US/home/applications/product-finder/ Daikin-Cloud-Service.html.
1 Download en unzip het bestand met de app GwSettingTool.exe
(GwSettingTool.exe) naar een map op uw lokale schijf.
2 Dubbelklik op het bestand GwSettingTool.exe
(GwSettingTool.exe) om de set-uptool van de Security-gateway te starten.
Gevolg: De verbinding wordt gestart.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
18
MCS341-DS1-111
Security-gateway
4P529063-1 – 2018.11

9 Appendix B – Inbedrijfstelling in geval van Proxy Server

F1, F2
OUT IN
F1, F2
e
g
h
f
d
cb
a
Gevolg: Na ongeveer 1 minuut verschijnt een loginvenster.
3 Vul ID (ID) en password (Password) in (standaard-ID: Daikin /
standaard paswoord: Daikin) van de Security-gateway en klik op Sign in (Sign in).
Gevolg: Het venster Security GW Menu (Security GW Menu) verschijnt.
4 Klik op Network (Network.)
5 Controleer het IP-adres (IP address) van LAN Port1 (LAN
Port1 ).
9 Appendix B – Inbedrijfstelling
in geval van Proxy Server
In deze appendix vindt u informatie over de initiële set-up van de Security-gateway als de topologische structuur niet overeenstemt met de standaard van "2.3.1Set-up lokaal netwerk"op pagina4.

9.1 Alternatieve set-up

1 Sluit de voeding aan zoals aangegeven in "2.6.1 Voeding
aansluiten"op pagina5.
2 Voeg de Security-gateway toe aan het lokale netwerk zoals
hierna afgebeeld:
In dit geval worden zowel LAN-poort A als LAN-poort B gebruikt.
Gevolg: Het dialoogvenster Network Setup (Network Setup) verschijnt.
MCS341-DS1-111 Security-gateway 4P529063-1 – 2018.11
a Buitenunit
b LAN-verbinding (DIII)
c iTM- of LC8-controller
d LAN-verbinding met poort A
e Security-gateway
f iTM- of LC8-controller met poort B g LAN-gateway (RJ-45) h Daikin Cloud Service
3 Steek de voeding in.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
19
9 Appendix B – Inbedrijfstelling in geval van Proxy Server
F1, F2
OUT IN
F1, F2
e
g
h
f
d
cb
a

9.2 Toegang tot de Security-gateway

Zie "3.4.1Toegang tot de Security-gateway"op pagina8.

9.3 Netwerk van de Security-gateway instellen

Om naar het Security GW Menu (Security GW Menu) te gaan, zie
"3.4.1Toegang tot de Security-gateway"op pagina8.
1 Klik op Network (Network.)
▪ Port Number (Port Number): Poort Proxy Server
INFORMATIE
Als IP address (IP address), default gateway (Default gateway) en primary DNS (Primary DNS) al juist zijn voor het lokale netwerk, moet u ze niet veranderen.
3 Klik op Save (Save).
Gevolg: Het dialoogvenster Confirm (Confirm) verschijnt.
4 Klik op Yes (Yes) om de Security-gateway opnieuw op te
starten.
Gevolg: Het dialoogvenster Network Setup (Network Setup) verschijnt.
2 Vul de volgende netwerkgegevens in:
LAN Port1 (LAN Port1 ) (=A)
▪ IP Address (IP address): Uniek IP-adres (standaard:
192.168.0.126) in lokaal netwerk
▪ Subnet Mask (Subnet mask): 255.255.255.0
▪ Default Gateway (Default Gateway): IP-adres (standaard:
192.168.0.100) van lokale router
▪ Primary DNS (Primary DNS): IP-adres (standaard: 192.168.0.100)
van lokale router
▪ Secondary DNS (Secondary DNS): blanco laten
LAN Port2 (LAN Port2) (=B)
▪ IP address (IP address): kies een ander IP-adres dan dat van
poort A (bijv. 192.168.10.5)
▪ Subnet Mask (Subnet mask): 255.255.255.0
▪ Gebruik een Proxy Server (Use a Proxy Server): Controleren
▪ IP Address (IP address): IP Proxy Server
Gevolg: De Security-gateway wordt opnieuw opgestart.
Gevolg: Het webbrowservenster verschijnt.
Gevolg: Het IP-adres is veranderd.
INFORMATIE
Na stap 4 kan de webbrowser geen verbinding meer maken. Volg de in "3.4.1 Toegang tot de Security-
gateway"op pagina 8 beschreven procedure om opnieuw
te verbinden via het nieuwe IP-adres.
5 Stel de LAN-netwerkinstellingen van uw computer weer in op
de oorspronkelijke waarden.
6 Schakel de wifi-adapter van uw computer in als u hem eerder
hebt uitgeschakeld.
7 Maak de Ethernetkabel tussen uw computer en de module van
de Security-gateway los.
8 Sluit een Ethernetkabel aan tussen de module van de Security-
gateway en het lokale netwerk.

9.4 Tijdzone van de Security-gateway instellen

Zie "3.4.3Tijdzone van de Security-gateway instellen"op pagina10.

9.5 Inbedrijfstelling van de iTM- of LC8-controller

Zie:
Uitgebreide handleiding voor de installateur
20
MCS341-DS1-111
Security-gateway
4P529063-1 – 2018.11
9 Appendix B – Inbedrijfstelling in geval van Proxy Server
▪ Airnet Handbook:
▪ Voor inbedrijfstelling van de iTM- of LC8-controller
▪ Formaat: Digitale bestanden op http://www.daikineurope.com/
support-and-manuals/product-information/
▪ Installatiehandleiding iTM
▪ Installatiehandleiding LC8
De volgende stappen wijken af van het Airnet Handbook; controleer of de instellingen op de iTM- of LC8-controller overeenkomen met stap 1.
1 Stel het netwerk van de lokale controller in aan de hand van de
onderstaande tabel.
Netwerkinstellingen
IP address (IP address): kies een IP-adres binnen hetzelfde netwerkbereik als poort B (bijv. 192.168.10.4)
Subnet mask (Subnet Mask): 255.255.255.0
Default gateway (Default gateway): IP-adres ingevoerd voor poort B
DNS (DNS): IP-adres van Security-gateway (poort B)
2 Stel de NSC URL http://Lcc.m2m.daikineurope.com/NSC in en
selecteer de juiste Access Point Name (Access Point Name) in de keuzelijst. Het deel details (Details) mag leeg blijven.
3 Maak met uw gegevens voor de Daikin Cloud Service
verbinding met https://cloud.daikineurope.com en maak een nieuwe site aan. Noteer het iTM of LC8-nummer zodra de site is aangemaakt:
▪ iTM-nr.: Het geregistreerde id-nummer van de intelligent Touch
Manager. Dit nummer heeft het volgende formaat: LT2N###### (waarbij # een alfanumerieke waarde is).
▪ LC8-nr.: Het geregistreerde id-nummer van de LC8-controller.
Dit nummer heeft het volgende formaat: LC8N###### (waarbij # een alfanumerieke waarde is).
MCS341-DS1-111 Security-gateway 4P529063-1 – 2018.11
21
4P529063-1 2018.11
Copyright 2018 Daikin
Loading...