Daikin MC70LVM Operation manuals [nl]

Air Puri er
OPERATION MANUAL
Floor Standing, Wall-hanging Type
EnglishDeutschFrançaisNederlandsEspañolItalianoEλληνικάPortuguesPyccкий
MODEL
MC70LVM
Over luchtreiniging
De krachtige aanzuiging van een hoge luchtstroomsnelheid neemt stof, stuifmeel, enz. op.
De reinigingscapaciteit verbetert naarmate de luchtstroomsnelheid verhoogt.
De lucht verspreidt zich door de kamer met een hoge luchtstroomsnelheid.
Krachtige zuigkracht uit 3 richtingen
Stuifmeel
Geur
Stof
Effectief tegen stuifmeel
Met de hoge luchtstroomsnelheid wordt zelfs stuifmeel dat zich gemakkelijk vasthecht vanwege de grote partikels, snel opgevangen.
Geurverdrijving en ontbinding van geuren in de lucht
De streamerontlading ontbindt geabsorbeerde geur.
De ontbindingscyclus die de geurverdrijvende capaciteiten onderhoudt.
Absorptie
De geurverdrijvingskatalysator
absorbeert geuren.
Terugwinning
De geurabsorptiecapaciteit
wordt hersteld.
Door deze cyclus te
herhalen blijft de
geurverdrijvingscapaciteit
behouden.
Ontbinding
De streamerontlading
ontbindt geuren.
Het is niet nodig de geurverdrijvingskatalysator te vervangen.
Geurverdrijvingskatalysator
Geur
1
Nederlands
2
Wat is de “Streamer”-functie?
Deze functie gebruikt een “streamerontlading”, een vorm van plasmaontlading voor het genereren van elektronen met een hoge snelheid met krachtig oxidatievermogen binnenin de luchtreiniger waardoor geuren snel worden verminderd of verwijderd. (De elektronen met hoge snelheid worden gegenereerd en geabsorbeerd binnen het apparaat om uw veiligheid te garanderen.)
Er kan een sissend geluid hoorbaar zijn terwijl de streamerontlading werkt. Dit wijst niet op operationele storingen. Daarnaast kan het geluid zachter worden of kan de geluidskwaliteit veranderen afhankelijk van de bedrijfsomgeving. De volgende gevallen zijn geen operationele storingen. U kunt een geur gewaarworden wanneer een ozonpartikel wordt gegenereerd. De hoeveelheid is verwaarloosbaar en vormt geen gevaar voor uw gezondheid.
INHOUD
Lezen voor gebruik
Kenmerkende functies ................................... 1
Veiligheidsmaatregelen .................................3
Benaming en functie van de onderdelen ..... 6
Gereedmaken voor gebruik ........................... 9
Functie
Bediening ...................................................... 13
Start / Stop, Luchtstroomsnelheid, Turbo, Anti-stuifmeel, Slaapmodus, TIMER UIT, Displaylampje
Verzorging en reiniging
Snelzoektabel voor onderhoud ................... 15
Elk onderdeel verwijderen en
bevestigen ..................................................... 17
Reinigen van APPARAAT1 en
APPARAAT2 .................................................. 19
Vervanging van de harmonicafi lter .............21
Oplossen van problemen
Gevoeligheidsinstelling van de
luchtkwaliteitssensor (stofsensor) ............. 22
Veelgestelde vragen ..................................... 23
“Als deze lampjes oplichten of knipperen”
Oplossen van problemen ............................ 24
Veiligheidsmaatregelen
Netsnoer
en stekker
Gebruik alleen een voeding van 220-240V.
Andere voedingen kunnen brand of elektrische schokken veroorzaken.
Zorg dat u het netsnoer niet beschadigt, omvormt, overmatig plooit, • trek of draai het snoer niet of gebruik het niet opgevouwen. Plaats ook geen zware objecten op het netsnoer en zorg dat het snoer niet gekneld raakt.
Schade aan het netsnoer kan brand of elektrische schokken veroorzaken.
Gebruik het apparaat niet wanneer het netsnoer of de stekker • beschadigd is of los in een stopcontact is gestopt.
Een beschadigde of los snoer of een losse stekker kunnen brand veroorzaken door een kortsluiting of een elektrische schok.
Gebruik het apparaat niet buiten het vermogensbereik van de • elektrische aansluiting of het aansluitapparaat.
Het overschrijden van het vermogen van meerdere stopcontacten kan brand veroorzaken door oververhitting.
U mag de stekker niet aansluiten of loskoppelen om het apparaat AAN/UIT te zetten.
Een onvoorzichtige bediening kan elektrische schok of brand veroorzaken door oververhitting.
Stop de stekker helemaal tot het einde in het stopcontact.
Een slechte aansluiting kan elektrische schok of brand veroorzaken door oververhitting.
Verwijder regelmatig stof en andere materie van de stekker met een droge doek.
Een isolatiefout die is veroorzaakt door vochtigheid of andere factoren kan brand veroorzaken.
Stop het gebruik en koppel de stekker los als u iets vreemd • gewaarwordt, zoals een brandgeur.
Als u het apparaat blijft gebruiken zonder afwijkingen, zoals brandgeuren, op te lossen, kan dit leiden tot elektrische schok of brand door oververhitting. Vraag advies aan uw leverancier.
Als het netsnoer beschadigd is, moet het worden vervangen door de fabrikant,
• de leverancier of erkend onderhoudspersoneel om gevaar te voorkomen.
Een beschadigd snoer kan elektrische schok of brand veroorzaken door oververhitting.
Om het risico op elektrische schok te verminderen, is dit apparaat
• uitgerust met een gepolariseerde stekker (één blad is breder dan het andere). Deze stekker past slechts op één manier in een gepolariseerde stekker. Als u de stekker niet volledig in het stopcontact kunt stoppen, moet u deze omdraaien. Als de stekker nog steeds niet past, moet u contact opnemen met erkend onderhoudspersoneel om een geschikt stopcontact te installeren. Pas de stekker op geen enkele manier aan.
Stop het gebruik en trek de stekker uit het stopcontact voordat u het • apparaat schoonmaakt of verplaatst.
Wanneer u het apparaat bedient terwijl het is aangesloten, kan dit leiden tot elektrische schok of schade.
Hoofdapparaat
Gebruik het apparaat nergens waar er olie in de lucht is verspreid, zoals machineolie.
In de lucht verspreide olie kan barsten, elektrische schokken of ontsteking veroorzaken.
Gebruik het apparaat niet waar er overmatige oliedampen aanwezig zijn,
• zoals in keukens, ontbrandbare of corrosieve gassen of metaalhoudend stof.
Deze omgevingen kunnen brand of schade veroorzaken.
Houd uw vingers en objecten uit de buurt van luchtinlaten, de • luchtuitlaat en andere openingen.
Een onjuiste bediening kan elektrische schok, letsels of schade veroorzaken.
Maak luchtuitlaat of het apparaatframe niet nat.
Contact met water kan brand of elektrische schokken veroorzaken.
Lees deze veiligheidsmaatregelen voor het gebruikt zodat u zeker bent dat u het apparaat correct gebruikt.
De voorzorgsmaatregelen die in deze handleiding worden vermeld, zijn onderverdeeld in de volgende twee
types. Beide types bevatten belangrijke veiligheidsinformatie, zodat u ze op elk ogenblik moet naleven.
Een onjuiste bediening kan letsels of materiële Een onjuiste bediening kan ernstige of zelfs dodelijke letsels veroorzaken.
WAARSCHUWING
De pictogrammen die in deze handleiding zijn gebruikt, betekenen het volgende.
VOORZORGSMAATREGELEN
schade veroorzaken.
In sommige situaties kunnen de gevolgen zeer
ernstig zijn.
Houd de handleiding na het lezen bij de hand zodat gebruikers deze op elk ogenblik kunnen raadplegen.
Probeer dit nooit.
Niet demonteren.
Volg de onderstaande aanwijzingen nauwgezet op.
Niet bedienen met natte handen.
WAARSCHUWING
Trek de stekker uit.
Niet nat maken.
Uit de buurt van vuur houden.
3
Nederlands
4
WAARSCHUWING
Hoofdapparaat
Gebruik geen ontbrandbare stoffen, zoals haarspray, insecticiden, enz. • in de buurt van het apparaat. Veeg het apparaat niet af met benzeen of thinner.
Deze stoffen kunnen barsten, elektrische schokken of ontsteking veroorzaken.
Gebruik een neutraal reinigingsmiddel om het apparaat te reinigen.
Het gebruik van chlorine of zuurhoudende reinigingsmiddelen voor het reinigen van het apparaat kan schadelijk gas genereren en de gezondheid schaden.
Deze onderhoudsinstructies zijn uitsluitend voor gebruik door erkend • onderhoudspersoneel. Om het risico op elektrisch schok te beperken, mag u geen ander onderhoud uitvoeren dan in de gebruiksaanwijzing is beschreven, tenzij u een professionele technicus bent en hiervoor gekwalifi ceerd bent.
Houd sigaretten, wierook en andere blote vlammen uit de buurt van • het apparaat.
Blote vlammen kunnen brand veroorzaken.
Demonteer, wijzig of onderhoud het apparaat niet zelf.
Een onjuiste bediening kan brand, elektrische schok of letsels veroorzaken. Vraag advies aan uw leverancier.
Bedien het apparaat niet met natte handen.
Contact met water kan elektrische schokken veroorzaken.
Gebruik het apparaat niet op een vochtige plaats, zoals in een badkamer,
• of op een plaats met plotse temperatuurschommelingen, zoals koelhuizen.
Een verkeerde omgeving kan elektrische schok of schade veroorzaken.
Netsnoer
en stekker
Houd de stekker - niet het netsnoer - vast en trek deze uit om het • apparaat los te koppelen.
Wanneer u aan het netsnoer trekt, kan dit brand of elektrische schok door kortsluitingen.
Koppel de stekker uit het stopcontact als u het apparaat gedurende • langere tijd niet meer zult gebruiken.
Een beschadigde isolatie kan elektrische schokken, stroomlekken of brand veroorzaken.
Hoofdapparaat
Gebruik het apparaat niet waar het is blootgesteld aan direct zonlicht, • regen of wind.
Oververhitting of contact met water kan brand of elektrische schokken veroorzaken.
Gebruik het apparaat niet op zeer warme plaatsen zoals in de buurt • van verwarmingsapparaten.
Een hoge temperatuur kan het apparaat verkleuren of vervormen.
Blokkeer de luchtinlaten of de luchtuitlaat niet met beddengoed, • stoffen, gordijnen, enz.
Vastgehechte vezels kunnen de luchtdoorlaat hinderen wat oververhitting en brand kan veroorzaken.
Gebruik het apparaat niet op een oneffen vloer.
Als het apparaat kantelt, kan er water worden gemorst waardoor meubilair nat kan worden of waardoor brand of elektrische schokken kunnen worden veroorzaakt. Als het apparaat omvalt, moet u het onmiddellijk opnieuw recht zetten.
Gebruik het apparaat niet waar chemicaliën worden gebruikt.
Vluchtige chemicaliën of oplosmiddelen (te vinden in ziekenhuizen, fabrieken, testlaboratoria, schoonheidssalons, foto-ontwikkelingslaboratoria, enz.) kunnen mechanische onderdelen afbreken, waardoor waterlekken kunnen ontstaan die het meubilair nat maken, enz.
Gebruik geen poeders, zoals in de cosmetica gebruikt, in de buurt van • het apparaat.
Contact met poeder kan elektrische schokken of schade veroorzaken.
Gebruik het apparaat niet in enge ruimten, zoals kasten.
Een slechte ventilatie kan leiden tot oververhitting en brand.
VOORZORGSMAATREGELEN
Veiligheidsmaatregelen
Hoofdapparaat
Stel geen planten of dieren bloot aan directe luchtstromen van het • apparaat.
Overmatige blootstelling aan luchtstromen kan negatieve effecten hebben.
Houd viskommen, vazen en andere containers die water bevatten uit • de buurt van het apparaat.
Het binnendringen van water in het apparaat kan elektrische schokken, brand of schade veroorzaken.
Klim, zit of leun niet op het apparaat.
Vallen of kantelen kan letsels veroorzaken.
Het fi lter niet verwijderen terwijl het apparaat op zijn kant ligt.
Dit soort behandeling heeft tot gevolg dat stof gemakkelijk binnendringt en kan leiden tot brand of elektrische schokken.
Gebruik het apparaat niet in de buurt van verlichtingsapparatuur • (binnen 1m).
De reactie van het hoofdapparaat op het signaal van de afstandsbediening kan zwakker worden en de kleur van het apparaat kan veranderen.
Ventileer de ruimte regelmatig wanneer het apparaat in combinatie met • verbrandingsapparatuur gebruikt wordt.
Onvoldoende ventilatie kan leiden tot koolmonoxidevergiftiging.
Koolmonoxide wordt door dit product niet verwijderd.
Dit product is niet bestemd voor gebruik door personen met • verminderde lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens, of door personen die geen kennis hebben betreffende de bediening ervan, tenzij er toezicht wordt gehouden of aanwijzingen worden gegeven door de persoon die voor hun veiligheid verantwoordelijk is. Houd het apparaat buiten het bereik van kinderen zodat zij er niet mee kunnen spelen. Koppel het apparaat los tijdens het reinigen.
Wanneer u het apparaat bedient terwijl het is aangesloten, kan dit leiden tot elektrische schok of schade.
Dit apparaat moet frequent worden geïnspecteerd en verzameld stof • moet regelmatig worden verwijderd om overmatige opstapeling van stof, wat kan leiden tot ontbranding of gevaar op brand, te voorkomen.
Overige
Als u het apparaat gebruikt waar er huisdieren aanwezig zijn, moet u • ervoor zorgen dat ze niet op het apparaat kunnen urineren of in het netsnoer kunnen bijten.
Dit kan elektrische schokken of brand veroorzaken. In het geval het apparaat door huisdieren is beschadigd, stopt u het gebruik, koppelt u de stekker los en raadpleegt u uw leverancier.
Gebruik geen verbrandingstoestellen op plaatsen die direct zijn • blootgesteld aan luchtstromen uit de luchtuitlaat.
Onvoldoende verbranding door het verbrandingstoestel kan leiden tot koolmonoxidevergiftiging, enz.
Als u binnenshuis ontsmet met insecticiden, moet u de werking • stoppen om te voorkomen dat er chemicaliën in het apparaat worden gezogen.
Omdat chemicaliën zich opstapelen in het apparaat, kunnen sommige personen, afhankelijk van hun lichamelijke toestand, overgevoelig zijn wat hun gezondheid in gevaar kan brengen.
Voorzorgsmaatregelen tijdens het gebruik
Houd televisietoestellen, radio’s, stereo’s, radiowekkers en antennekabels minstens 2m weg van het apparaat.
De effecten van de stroomkring in het apparaat en de kabel kunnen een vervormd tv-beeld of ruis veroorzaken. (Er kan echter zelfs verder dan 2m audio-interferentie optreden, afhankelijk van de kracht van de elektrische golven. De ontvangst wordt vooral gehinderd bij het gebruik van binnenantennes en plaats antennes daarom ver genoeg om te verhinderen dat er ruis wordt opgenomen.)
Gebruik het apparaat niet waar keukenventilatoren of afzuigkappen zijn geïnstalleerd.
Dit type gebruik kan de gebruiksduur van de prefi lter en de harmonicafi lter verkorten en eventueel schade veroorzaken.
Gebruik het apparaat niet om kunstwerken, academische materialen, enz. te bewaren of voor commerciële of • andere speciale toepassingen.
Dit type gebruik kan de kwaliteit van de bewaarde objecten beïnvloeden.
Bevestig de onderdelen op de juiste manier nadat u het apparaat hebt gereinigd.
Wanneer u het apparaat gebruikt terwijl onderdelen zoals fi lters zijn verwijderd, kan dit leiden tot schade.
Streamerontlading en elektrische stofverzameling
Er komt mogelijk een geur uit de luchtuitlaat vanwege een kleine hoeveelheid ozon die wordt opgewekt, maar deze hoeveelheid kan • worden genegeerd en heeft geen invloed op uw gezondheid.
VOORZORGSMAATREGELEN
5
Dit product verwijdert niet de schadelijke stoffen (koolmonoxide, enz.) in sigarettenrook.
Nederlands
6
Benaming en functie van de onderdelen
Voorzijde
Display van het apparaat
Pagina 7.
Luchtinlaat voor luchtkwaliteit sensor (stofsensor)
Pagina 16.
Ontvanger
Luchtinlaat voor geursensor
Pagina 16.
Voorpaneel
Achterzijde
Opslagsleuf afstandsbediening
Bewaart de bijgeleverde afstandsbediening wanneer deze niet in gebruik is.
Modelnaam / Serienummer
Afstands­bediening
Pagina 15.
Handgrepen
Netsnoer
Luchtinlaat
Luchtuitlaat
Netsnoerhaak
Kan worden gebruikt voor het oprollen van het extra deel van het netsnoer.
Stekker
Pagina 12.
Binnenkant van het apparaat
Filterhouder
Bevat 4 vervangingsharmonicafi lters.
Voorpaneel
Pagina 9.
Prefi lter
(groen)
Pagina 15.
Ioniserend frame
APPARAAT1
(Plasma-ionisator)
Tegenpoolplaten
Ionisatiedraad (achter)
Pagina 19.
APPARAAT2
(Streamereenheid)
Pagina 20.
Harmonicafi lter
(voor: wit, achter: blauw)
Pagina 21.
Ventilator
Beschermplaat
VOORZORGSMAATREGELEN
De beschermplaat niet verwijderen. (Er kunnen elektrische schokken of letsels worden veroorzaakt.)
Geurverdrijvingskatalysatoreenheid
(grijs)
Pagina 16.
Benaming en functie van de onderdelen
Kinderslottoets
Deze toets verhindert dat kinderen het apparaat verkeerd gebruiken.
Helderheidafstellingtoets
De helderheid van het displaylampje van het apparaat kan worden afgesteld.
Lampje luchtstroomsnelheid
(groen)
Een lampje voor de luchtstroomsnelheid geeft de luchtstroomsnelheid aan tijdens een bewerking “
(Auto ventilator)” en
“handmatige luchtstroom”.
Sensorlampje luchtkwaliteit (stofsensor)
De drie kleurindicators (groen, geel, rood) geven aan hoe onzuiver de lucht is.
Wanneer de lucht schoon is, licht de groene lamp op.
In het volgende geval licht alleen de groene lamp op gedurende de eerste 7 seconden, ongeacht het onzuiverheidsniveau.
1) Werkt onmiddellijk na het bevestigen van het voorpaneel en APPARAAT1
2) Werkt onmiddellijk na het opnieuw aansluiten van de stekker
Wijzig de instelling wanneer de gevoeligheid van de luchtkwaliteitssensor zwak is.
Pagina 22.
De gevoeligheid van de luchtkwaliteitssensor kan afnemen afhankelijk van de locatie van de installatie of de grootte van de partikels.
Als dit u stoort, kunt u de installatielocatie van het apparaat wijzigen
Pagina 11. of de gevoeligheid van de luchtkwaliteitssensor aanpassen.
Pagina 22.
Stof
Laag
Hoog
Groen
Geel Groen
Rood Geel Groen
Licht op
Detecteerbaar Sigarettenrook, stuifmeel, teken, huisstof, dierenhaar, dieselroetdeeltjes
Soms detecteerbaar Stoom, oliedampen
Afstandsbediening
Automatische
ventilatortoets
Turbotoets
TIMER UIT
toets
Pagina 13, 14.
Display van het apparaat
Kinderslotlampje
(oranje)
AAN/UIT toets
Autoventilatorlampje (geel)
Ventilatorinsteltoets
Anti-stuifmeel
toets
Slaapmodustoets
7
Nederlands
8
Verklikkerlamp
Turbolampje (oranje)• Anti-stuifmeellampje (groen)• Slaapmoduslampje (groen)
Filterlampje (oranje)
Het fi lterlampje licht op wanneer de harmonicafi lter moet worden vervangen en begint te knipperen wanneer een bepaald tijd is verstreken nadat het
lampje is ingeschakeld.
Pagina 21.
APPARAAT lampje (oranje)
“UNIT1” Dit lampje licht op wanneer de plasma-ionisator moet
worden vervangen.
“UNIT2” Dit lampje licht op wanneer de streamereenheid moet
worden vervangen.
Pagina 19, 20.
Zelfs wanneer het lampje niet oplicht, moet u de streamereenheid elke • 3 maanden reinigen.
Geursensorlampje
De drie kleurindicators (groen, geel, rood) geven het geurniveau aan.
Wanneer de lucht schoon is, licht de groene lamp op.
In het volgende geval licht het groene lampje op gedurende de 1
ste
minuut. Het eerste niveau van de geur wordt geregistreerd als het standaardniveau.
1) Werkt onmiddellijk na het bevestigen van het voorpaneel en APPARAAT1
2) Werkt onmiddellijk na het opnieuw aansluiten van de stekker
Als het geurniveau constant blijft zonder te versterken of te verzwakken, zal de geursensor mogelijk zelfs de sterke geuren niet detecteren.
De geursensor zal mogelijk bepaalde geuren, zoals dierengeuren anders dan ammoniak, knofl ook, enz. niet detecteren.
Zelfs als alleen het groene lampje oplicht, kunt u een bepaalde geur waarnemen omdat de gevoeligheid individueel verschilt. Als er geuren u storen, kunt u de handmatige bediening van de luchtstroom instellen en het apparaat op een hogere luchtstroomsnelheid laten draaien.
Geur
Zwak
Sterk
Groen
Groen Geel
Groen Geel Rood
Licht op
Detecteerbaar
Sigarettengeuren, kookgeuren, geuren van huisdieren en toilet, geuren van rauw afval, schimmelgeuren, sprays, alcohol
Soms detecteerbaar
Plotse veranderingen in temperatuur en vochtigheid, geurloze gassen zoals koolmonoxide, stoom, oliedampen, gas van ontbrandingsapparaten
Toets AAN / UIT / Modus
wijzigen
De werkingmodus verandert telkens wanneer op de toets wordt gedrukt.
Pagina 14.
Resettoets voor fi lter
De fi lterlamp wordt uitgeschakeld door de toets 5 seconden ingedrukt te houden nadat de harmonicafi lter is vervangen
door een nieuwe.
Pagina 21.
TIMER UIT lampje (geel)
Gereedmaken voor gebruik
Controle accessoires
Controleer of alle accessoires meegeleverd zijn.
A: Harmonicafi lter…1 vel
< Voor eerste installatie >
Intern kussen
A B
C
D
Bevestigen van de harmonicafi lter
Zorg dat u het harmonicafi lter bevestigt voordat u het apparaat begint te gebruiken.
Verwijder het voorpaneel.1
Duw op de 2 klemmen (rechts en links) en trek het • voorpaneel omhoog om het te verwijderen.
Voorpaneel
Verwijder APPARAAT1.2
Houd APPARAAT1 vast bij de handgrepen en trek • APPARAAT1 omhoog om deze te verwijderen.
Klem (1 rechts en 1 links)
Drukken
B:
Bedieningshandleiding (Deze handleiding)
In de doos
C:
Afstandsbediening
In opslagsleuf afstandsbediening
…1 boek
…1 apparaat
D: Harmonicafi lters…4 vellen
< Vervangfi lters >
In fi lterhouder
Handgrepen
2)
1) Trekken
APPARAAT1
Omhoog
Verwijder de 3
geurverdrijvingskatalysatoreenheid.
Houd de geurverdrijvingskatalysatoreenheid bij de • handgrepen vast en trek de geurverdrijvingskatalysatoreenheid om deze te verwijderen.
Handgrepen
2)
1) Trekken
Geurverdrijvingskatalysatoreenheid
Omhoog
9
Nederlands
10
Bevestig het harmonicafi lter. 4
Zorg dat het prefi lter (groen) en het harmonicafi lter (voor: wit, achter: blauw) geïnstalleerd zijn. Als u het apparaat gebruikt zonder deze fi lters, zal het apparaat beschadigd raken.
Lijn de openingen (5 rechts en 5 links) van de 1) harmonicafi lter uit op de bevestigingsogen (5 rechts en 5 links) van de geurverdrijvingskatalysatoreenheid.
Uitsteeksel (5 rechts en 5 links)
Harmonicafi lter
Openingen (5 rechts en 5 links)
Bevestig APPARAAT1.6
Houd APPARAAT1 vast bij de handgrepen, lijn de • uitsteeksels uit in de gleuven (2 plaatsen) op de onderkant van het hoofdapparaat en duw APPARAAT1 in het hoofdapparaat.
Handgrepen
1) Lijn hier uit.
APPARAAT1
2) Duw op APPARAAT1 tot u een klikgeluid hoort.
Richt de witte zijde naar de voorkant.
Geurverdrijvingskatalysatoreenheid
Stop het harmonicafi lter onder de lipjes (4 plaatsen) 2) bovenaan en onder de geurverdrijvingskatalysatoreenheid.
Lipjes boven en onder (4 plaatsen)
De prestaties van het apparaat nemen af als het • harmonicafi lter achterwaarts is bevestigd.
Bevestig de 5
geurverdrijvingskatalysatoreenheid.
Houd de geurverdrijvingskatalysatoreenheid vast bij de • handgrepen, lijn de uitsteeksels uit op de gleuven (4 plaatsen) op de onderkant van het hoofdapparaat en duw de geurverdrijvingskatalysatoreenheid in de hoofdeenheid.
Handgrepen
Bevestig het voorpaneel.7
Maak de haken aan de bovenzijde (2 plaatsen) van het • voorpaneel vast aan de gleuven aan de bovenzijde (2 plaatsen) van het hoofdapparaat en sluit vervolgens het voorpaneel.
Haken aan de
Gleuven aan de bovenzijde (2 plaatsen)
1) Bevestig de haken.
Voorpaneel
[Zicht vanaf de bovenzijde]
Als het voorpaneel verkeerd is ingesteld, kan de veiligheidsschakelaar worden geactiveerd. Het apparaat wordt mogelijk niet gestart.
bovenzijde (2 plaatsen)
2) Duw op het voorpaneel tot u een klikgeluid hoort.
Pagina 16.
Geurverdrijvings­katalysatoreenheid
1) Lijn hier uit.
2) Duw op de geurverdrijvings­katalysatoreenheid tot u klikgeluid hoort.
Gereedmaken voor gebruik
De muur waar de luchtreiniger is geplaatst kan vuil worden, • afhankelijk van het type muur en de omgeving, zelfs als u de opgegeven afmetingen hebt gevolgd. Verplaats in dergelijke gevallen het apparaat op een veilig afstand van de muur. Als de luchtreiniger lange tijd op dezelfde locatie wordt • gebruikt, kan de onderkant van het apparaat en de vloer vuil worden door de zuigluchtstroom vanaf de onderkant van het apparaat. Periodieke reiniging is aanbevolen.
Tips voor een slimme installatie
Om huisstof te verwijderen, is het effi ciënt om het apparaat op een lagere positie in de kamer te installeren. Om sigarettenrook te verwijderen, is het effi ciënt om het apparaat op een hogere positie in de kamer te installeren.
Als u de luchtreiniger installeert tegenover de airconditioner, wordt het circulatie-effect • versterkt. Het apparaat beheert schommelingen in de temperatuur terwijl de lucht wordt gezuiverd tijdens het verwarmen of afkoelen.
Houd tv’s, radio’s en stereo’s op minstens 2m afstand van het apparaat.• (De effecten van de stroomkring in het apparaat en de kabel kunnen een vervormd tv-beeld of ruis veroorzaken.) Houd ook draadloze telefoons of atoomradioklokken uit de buurt van dit apparaat.
Luchtstroom
Installatie van het apparaat
Geïnstalleerd op een tafel of de vloer
VOORZORGSMAATREGELEN
100cm vanaf het plafond
OPGELET
De lucht wordt een weinig naar rechts geblazen, maar er is niets
50cm vanaf de muur
Luchtstroom
10cm vanaf de muur
50cm vanaf de muur
verkeerd met het apparaat.
Selecteer een locatie waar de lucht de volledige ruimte kan • bereiken.
Plaats de luchtreiniger op een plat gebied dat stabiel is. Als de • vloer oneffen is, kan het apparaat overmatig trillen.
Gebruik het apparaat niet in de volgende plaatsen.
Gebruik het apparaat niet op een locatie die is blootgesteld aan direct zonlicht.• (De reactie van het hoofdapparaat op het signaal van de afstandsbediening kan zwakker worden en de kleur kan veranderen.) Gebruik het apparaat niet op locaties met een hoge temperatuur.• (Door de warmte kan het apparaat verkleuren en vervormen.)
11
Gereedmaken van de
24
3
1
30° 30°
Stop de stekker in een
afstandsbediening
Er is al een batterij in de afstandsbediening geplaatst.
De afstandsbediening kan alleen worden gebruikt nadat u het • doorzichtige vel hebt uitgetrokken.
Doorzichtig vel
Batterij vervangen
Verplaats het lipje van het deksel op de
1
achterkant van de afstandsbediening in de richting van de pijl.
2
Trek het deksel naar buiten.
Vervang de batterij.3 Sluit het deksel terug op zijn 4
oorspronkelijke positie.
stopcontact.
Stopcontact
Stekker
U kunt de lengte van het netsnoer aanpassen door het extra deel op te rollen.
Gebruik
Richt de zender van de afstandsbediening naar de ontvanger • van het apparaat. Als het signaal gehinderd wordt, bijvoorbeeld door een gordijn, zal het apparaat het signaal mogelijk niet ontvangen. Het zendbereik van de afstandsbediening bedraagt ongeveer • 6m.
[Zicht vanaf de bovenzijde]
Nederlands
Zender
Ontvanger
5m
6m
Batterij
Lipje
OPMERKING
Batterij
Bewaar batterijen buiten het bereik van baby’s en kinderen.• Als een batterij per ongeluk wordt ingeslikt, moet u onmiddellijk contact opnemen met een arts. Wanneer u batterijen weggooit, moet u de contacten afdekken met tape.• Als ze met ander metaal of andere batterijen worden gemengd, kan er een warmteontwikkeling ontstaan wat kan leiden tot ontploffi ng of ontbranding. De doeltermijn voor de vervanging is ongeveer 1 jaar, maar als de ontvangst slecht wordt, moet u de batterij vervangen door een nieuwe • knoopcelbatterij CR2025 (lithium). Het kan nodig zijn een knoopcelbatterij die zijn vervaldatum nadert te vervangen vóór de aanbevolen datum.• Om storingen en letsels door lekkage of ontploffi ng te voorkomen, moet u de knoopcelbatterij verwijderen wanneer het apparaat gedurende lange tijd niet zal worden gebruikt. De knoopcelbatterij die bij de afstandsbediening wordt geleverd is voor het eerste gebruik. Dit type batterij kan in minder dan 1 jaar leeg raken.
Plaats de +zijde van de batterij tegen de van het deksel en sluit het deksel.
+
zijde
Detectiegebied
5m
Afstandsbediening
Zorg dat u de afstandsbediening niet laat vallen of nat laat worden. (Dit veroorzaakt storingen.)• De signalen worden mogelijk niet goed ontvangen door een elektronische verlichtingsstijl met TL-lampen (zoals TL-lampen met • omkeerschakeling) in dezelfde ruimte. Gebruik de afstandsbediening niet in de buurt van verlichtingsapparatuur (binnen 1m).• (De gevoeligheid van het hoofdapparaat op het signaal van de afstandsbediening kan zwakker worden en de kleur van het apparaat kan veranderen.)
12
Bediening
Starten
Druk op .
Het apparaat wordt gestart en het lampje voor de • luchtstroomsnelheid licht op.
Wanneer u tijdens het gebruik op
drukt, wordt het
apparaat gestopt.
Wanneer u de volgende keer op
drukt, start het
apparaat met dezelfde instellingen als het voorgaande gebruik.
(Voorbeeld van eerste
display)
Verkeerd gebruik door kleine kinderen voorkomen
Kinderslot
Houd
gedurende ongeveer 2 seconden ingedrukt om het
kinderslot in te schakelen.
U kunt het kinderslot ontgrendelen door
opnieuw ingedrukt te houden gedurende 2 seconden. U kunt het kinderslot ook ontgrendelen wanneer u de stekker loskoppelt en na minstens 3 seconden de stekker opnieuw aansluit.
Het apparaat gebruiken in overeenstemming met het zuiverheidsniveau van de lucht
Automatische ventilator werking
Druk op .
Het autoventilatorlampje en een van de lampjes voor de
• luchtstroomsnelheid “ (Stil)”, “ (Laag)”, “ (Standaard)” of “
(Hoog)” lichten op.
De lucht in de kamer snel zuiveren
Turbowerking
Druk op .
De timer instellen
De timer gebruiken
Druk op .
Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt de TIMER UIT als volgt ingesteld.
“ ” (1 uur) “ ” (2 uur) “ ” (4 uur)
(Annuleren)
13
Zorg dat het voorpaneel gesloten is.
Nederlands
14
De luchtstroom handmatig wijzigen
Handmatige bediening luchtstroom
Druk op .
Telkens wanneer u op de toets drukt, verandert de • luchtstroomsnelheid als volgt.
(Stil)
(Laag)
(Standaard)
(Hoog)
Stuifmeel verwijderen
Anti-stuifmeel functie
Druk op .
Stille werking terwijl u slaapt
Functie Slaapmodus
Druk op .
Het lampje van de slaapmodusfunctie en een van • de lampjes voor de luchtstroomsnelheid “ (Stil)” of “ (Laag)” lichten op.
De helderheid van het displaylampje van het apparaat wijzigen
Druk op .
Telkens wanneer u op de toets drukt, • wordt de helderheid van het displaylampje van het apparaat gewijzigd.
Alleen het sensorlampje voor de • luchtkwaliteit en het geursensorlampje worden volledig gedoofd.
< Sensorlampje luchtkwaliteit /
Geursensorlampje >
Helder Gedimd UIT
< Ander displaylampje >
Helder Gedimd Gedimd
Bediening met de toets op het apparaat
Druk op .
De werkingmodus verandert telkens wanneer op de toets wordt gedrukt.
OPMERKING
Start of stop het apparaat niet door de stekker los te koppelen en opnieuw aan te • sluiten, behalve in het geval van een storing.
Verplaats het apparaat niet tijdens het gebruik.• Dit kan operationele problemen of defecten veroorzaken.
(Auto ventilator)”
Stoppen
“ (Laag)” “ (Standaard)”
(Anti-stuifmeel)
(Turbo)
(Slaapmodus)
(Stil)”
OPGELET
De werking stopt voor de veiligheid wanneer het • voorpaneel wordt geopend tijdens het gebruik.
Wanneer een storing optreedt tijdens de werking
Als het display van het apparaat abnormaal oplicht • of als het signaal van de afstandsbediening niet kan worden ontvangen door de elektrische verlichting of radio-interferentie, koppelt u de stekker eenmaal los. Na minstens 3 seconden, koppelt u de stekker opnieuw aan en start u het apparaat.
Starten / Stoppen
De standaardinstelling voor de luchtstroomsnelheid is de
• luchtstroom “ loskoppelt of het voorpaneel verwijdert, keert de instelling voor de luchtstroomsnelheid terug naar “Auto ventilator”. Zorg dat u het apparaat stopt en de stekker uittrekt • voordat u begint met de reiniging.
(Auto ventilator)”. Wanneer u de stekker
Automatische ventilator werking
De luchtstroomsnelheid wordt automatisch • geselecteerd tussen “ (Stil)”, “ (Laag)”, “ (Standaard)” of “ (Hoog)”, afhankelijk van het onzuiverheidsniveau van de lucht. De reinigingscapaciteit verbetert naarmate de • luchtstroomsnelheid verhoogt.
Turbowerking
Een hoge luchtstroomsnelheid verwijdert snel alle • vervuilende stoffen uit de lucht. Dit is handig bij het zuiveren van de kamer.
Stille werking
Er wordt een zachte luchtstroom ontladen. Gebruik • deze werking vooral terwijl u slaapt. Tijdens de stille werking nemen de geurverdrijvende prestaties af. Als de geurverdrijving niet goed wordt uitgevoerd in de kamer, moet u de gebruiksmodus “Standaard” of een sterkere modus gebruiken.
Anti-stuifmeel functie
De luchtstroomsnelheid schakelt elke 5 minuten • tussen “ (Standaard)” en “ (Laag)” en produceert een matige luchtstroom om het stuifmeel op te vangen voordat het op de grond valt.
Functie Slaapmodus
De luchtstroomsnelheid wordt automatisch
• geselecteerd tussen “ (Stil)” of “ (Laag)”, afhankelijk van het onzuiverheidsniveau van de lucht. Dit is handig om te gebruiken terwijl u slaapt.
De timer gebruiken
De resterende tijd wordt aangeduid door het lampje • TIMER UIT. De ingestelde tijd kan ook worden gewijzigd wanneer
• op de toets wordt gedrukt terwijl de timer telt.
Kinderslot
Wanneer de vergrendeling is ingeschakeld, wordt • het gebruik van het apparaat en de afstandsbediening beperkt om te voorkomen dat kleine kinderen ze verkeerd gebruiken.
(Hoog)”
Snelzoektabel voor onderhoud
Stop het apparaat en koppel de stekker los voordat u onderhoud uitvoert. (Dit kan elektrische schokken of letsels veroorzaken.)
Gebruik geen benzine, benzeen, verfverdunner, schuurpoeder, • kerosine, alcohol, enz. (Hierdoor kunnen barsten, elektrische schokken of brand ontstaan.) Reinig het hoofdapparaat niet met water.• (Hierdoor kunnen elektrische schokken, brand of defecten ontstaan.)
WAARSCHUWING
Verwijder de delen die moeten worden onderhouden in numerieke volgorde.
Zie
Pagina 17.
voor meer informatie over het verwijderen en bevestigen van elk onderdeel.
Tegenpoolplaten
Ioniserend frame
Ionisatiedraad
1
Veeg het vuil af met een doek • die licht bevochtigd is met water. In het geval van hardnekkig • vuil, moet u het afvegen met een doek die bevochtigd is met een neutraal reinigingsmiddel. Gebruik geen harde borstels, • enz.
Voorpaneel
Als het vuil wordt
Afvegen
2
Eenmaal elke 2 weken
Afspoelen met water
Gebruik een stofzuiger om het
• stof te verwijderen uit de prefi lter en was de fi lter met water. In het geval van hardnekkig vuil,
• moet u de prefi lter wassen met een zachte borstel of neutraal reinigingsmiddel en laat de fi lter goed drogen in de schaduw.
Laat de prefi lter volledig drogen voordat u deze gebruikt, anders kan het “UNIT1”-lampje oplichten als er waterdruppels achterblijven op de prefi lter.
Prefi lter
Stofzuiger
3
APPARAAT1
(Plasma-ionisator)
De bovenstaande afbeelding
toont APPARAAT1 nadat de
tegenpoolplaten zijn verwijderd.
Als het lampje
“UNIT1” oplicht
Weken, afl aten en drogen
Afvegen
Gebruik een stofzuiger voor het verwijderen van het stof.• Weken in lauw of koud water. (Ongeveer 1 uur)• Grondig drogen na weken.
Verzorging en reiniging Pagina 19, 20.
4
APPARAAT2
(Streamereenheid)
Elke 3 maanden of wanneer
het lampje “UNIT2” oplicht.
Weken, afl aten en drogen
Afvegen
WAARSCHUWING
15
OPMERKING
Wanneer er een schoonmaakmiddel wordt gebruik, veegt u het • schoonmaakmiddel van het oppervlak af om eventueel residu te voorkomen. Droog de prefi lter niet op een plaats die is blootgesteld aan direct zonlicht. Gebruik geen warm water met een temperatuur van 50°C of hoger • voor het reinigen van de onderdelen. Laat de onderdelen niet drogen boven een vuur.• Dit kan verkleuring of vervorming van de onderdelen veroorzaken en de onderdelen kunnen onbruikbaar worden.
Nederlands
16
5
Raak de binnenkant van het gat aan de onderkant van het • apparaat niet aan. (Dit kan elektrische schokken veroorzaken.) Raadpleeg uw leverancier als het apparaat beschadigd is • en niet werkt.
Harmonicafi lter
Harmonicafi lter
Geurverdrijvingskataly­satoreenheid
Geurverdrijvingskataly-
6
satoreenheid
7
Hoofdapparaat of
luchtinlaat voor sensor
Luchtinlaat voor geursensor
Richt de witte zijde naar de voorkant.
Als de fi lterlamp oplicht of knippert
Vervangen
Vervangen Pagina 21.
Niet afspoelen met water.
Wrijf niet op het oppervlak vooraan.
Als het vuil wordt
Stofzuiger
Mag niet worden gespoeld
in water
Gebruik een stofzuiger voor het verwijderen • van het stof. Als het frame van de
• geurverdrijvingskatalysatoreenheid vuil wordt, veegt u het vuil af met een doek die een weinig bevochtigd is met water. In het geval van hardnekkig vuil, moet u het afvegen met een doek die bevochtigd is met een neutraal reinigingsmiddel. Niet wassen met water. (Als het apparaat • wordt gewassen met water, wordt deze vervormd en raakt deze onbruikbaar.)
Als het hoofdapparaat of de luchtinlaat voor • de luchtkwaliteit / geursensor verstopt zit met stof, moet u een stofzuiger gebruiken om het stof te verwijderen. Veeg voor het hoofdapparaat het vuil af met • een doek die licht bevochtigd is met water.
Luchtinlaat voor de luchtkwaliteitssensor
Bij verstopping
Stofzuiger
Afvegen
OPMERKING
Zorg dat u het oppervlak van het voorpaneel niet krast of de uitsteeksels op de achterkant niet beschadigt nadat u deze hebt verwijderd.
De uitsteeksels op de achterkant doen dienst als veiligheidsschakelaar die de voeding uitschakelt wanneer het voorpaneel wordt geopend.
Als ze beschadigd zijn, kan de functie niet starten.
Achterkant van voorpaneel
Zorg dat u deze uitsteeksels niet beschadigt.
WAARSCHUWING
Uitsteeksels
Gat aan de onderkant
Elk onderdeel verwijderen en bevestigen
Verwijderen
Verwijder het voorpaneel.1
Duw op de 2 klemmen (rechts en links) en trek het • voorpaneel omhoog om het te verwijderen.
Voorpaneel
Verwijder de prefi lter.2
Houd de inkeping vast en trek aan de prefi lter. Haak vervolgens de lipjes (4 plaatsen) van de prefi lter uit de gaten (2 rechts en links) van APPARAAT1 los.
Trek aan de prefi lter om deze te verwijderen.
Klem (1 rechts en 1 links)
Drukken
Opmerking
Gebruik een stofzuiger voor het verwijderen van het stof voordat de prefi lter wordt verwijderd.
Bevestigen
Bevestig de geurverdrijvingskatalysatoreenheid.
1
Houd de geurverdrijvingskatalysatoreenheid vast bij de • handgrepen, lijn de uitsteeksels uit op de gleuven (4 plaatsen) op de onderkant van het hoofdapparaat en duw de geurverdrijvingskatalysatoreenheid in de hoofdeenheid.
Handgrepen
1) Lijn hier uit.
Geurverdrijvingskataly­satoreenheid
Bevestig APPARAAT1.2
Houd APPARAAT1 vast bij de handgrepen, lijn de uitsteeksels
• uit in de gleuven (2 plaatsen) op de onderkant van het hoofdapparaat en duw APPARAAT1 in het hoofdapparaat.
Handgrepen
2) Duw op de geurverdrijvingskataly­satoreenheid tot u klikgeluid hoort.
Lipjes
(2 rechts en
links)
Prefi lter
Verwijder APPARAAT1.3
Houd APPARAAT1 vast bij de handgrepen en trek • APPARAAT1 omhoog om deze te verwijderen.
Handgrepen
1) Trekken
APPARAAT1
2) Omhoog
Verwijder de 4
geurverdrijvingskatalysatoreenheid.
Houd de geurverdrijvingskatalysatoreenheid bij de
• handgrepen vast en trek de geurverdrijvingskatalysatoreenheid om deze te verwijderen.
1) Lijn hier uit.
APPARAAT1
2) Duw op APPARAAT1 tot u een klikgeluid hoort.
Bevestig de prefi lter.3
Lijn de lipjes (4 plaatsen) van de prefi lter uit de gaten (2 rechts en links) van APPARAAT1.
Lipje bovenaan links (1 plaats) (Het lipje bovenaan links is anders gevormd dan de andere.)
Prefi lter
APPARAAT1
Andere lipjes (3 plaatsen)
Bevestig het voorpaneel.4
Maak de haken aan de bovenzijde (2 plaatsen) van het
• voorpaneel vast aan de gleuven aan de bovenzijde (2 plaatsen) van het hoofdapparaat en sluit vervolgens het voorpaneel.
Gleuven aan de bovenzijde (2 plaatsen)
Haken aan de bovenzijde
(2 plaatsen)
17
Handgrepen
1) Trekken
2) Omhoog
Geurverdrijvingskatalysatoreenheid
1) Bevestig de haken.
Voorpaneel
[Zicht vanaf de bovenzijde]
Als het voorpaneel verkeerd is ingesteld, kan de veiligheidsschakelaar worden geactiveerd. Het apparaat wordt mogelijk niet gestart. Pagina 16.
2) Duw op het voorpaneel tot u een klikgeluid hoort.
Nederlands
18
Draag rubber handschoenen om de tegenpoolplaten te verwijderen en te bevestigen. U kunt uw handen snijden aan de
tegenpoolplaten en de ionisatiedraden.
De tegenpoolplaten verwijderen en bevestigen
VOORZORGSMAATREGELEN
Bevestigen
APPARAAT1
Ioniserend frame
Voorpaneel
Verwijderen
Verwijder het voorpaneel en 1
Pagina 17.
APPARAAT1.
Verwijder de tegenpoolplaten van de 2
achterkant van APPARAAT1.
Duw de witte en groene knoppen samen (2 sets rechts en • links), til de tegenpoolplaat op en verwijder deze.
Tegenpoolplaten
Ionisatiedraad
Bevestig de tegenpoolplaten.1
Lijn de tegenpoolplaat uit over de knoppen (2 sets rechts 1) en links) op het ioniserende frame.
Er is geen verschil tussen de tegenpoolplaten boven en onder of rechts en links. Bevestig ze zodat de pijl zichtbaar is.
Draag
rubberen
handschoenen.
Tegenpoolplaten
Ioniserend frame
Veilig plaatsen tot het klikt.2)
Knop (wit)
Pijl
Draag
rubberen
handschoenen.
Ionisatiedraad
Zorg dat u de ionisatiedraden niet knipt.
Tegenpoolplaten
Ioniserend frame
Druk de knoppen aan de rechter- en linkerzijde tegelijk samen om zo de tegenpoolplaat gemakkelijker te kunnen verwijderen.
Knop (groen)
Knop (wit)
Bevestig de andere tegenpoolplaat.3)
Bevestig APPARAAT1 en het voorpaneel.2
Pagina 17.
Reinigen van APPARAAT1 en APPARAAT2
APPARAAT1:
Tijd voor reiniging
Als het lampje “UNIT1” oplicht
APPARAAT2:
Elke 3 maanden of wanneer het lampje “UNIT2” oplicht
Reinigings­methode
Als de markering een probleem is, moet u het apparaat reinigen, zelfs als de lampjes “UNIT1” en “UNIT2” niet oplichten.
Weken, afl aten en drogen Afvegen
Zie Pagina 17. voor meer informatie over het verwijderen en bevestigen van elk onderdeel.
Procedure
Verwijder de onderdelen.
Gebruik een stofzuiger voor het verwijderen van het stof.
1) Ioniserend frame 2) Ionisatiedraad 3) Tegenpoolplaten
Pagina 17, 18.
(Plasma-ionisator)
1) Ioniserend frame
2) Ionisatiedraad (achter)
APPARAAT1
APPARAAT1
3) Tegenpool­platen
APPARAAT2
(Streamereenheid)
4) Streamereenheid
Pagina 18.
Weken in lauw of koud water. (Ongeveer 1 uur)
Verwijder vuil met een stuk doek, een
Afvegen
zachte borstel, enz.
Draag rubberen
handschoenen.
Draag rubberen
handschoenen.
Zie 1) en 2) hieronder voor meer informatie.
Spoel met lopend water en laat af.
Laat drogen op een goed geventileerde, afgedekte plaats. (Ongeveer 1 dag)
Pagina 17, 18.
Bevestig de onderdelen.
1) Ioniserend frame (Verwijder stof na het weken, maar voor het drogen.)
Verwijder vuil van de plastic onderdelen met een zacht stuk stof.• Gebruik een wattenstaafje, enz. om vuil af te vegen in inspringingen • en op plaatsen waar u niet bij kunt met de vingers. Zorg dat er geen vezels achterblijven van de reinigingsdoeken. • Vezels kunnen defecten veroorzaken.
Draag rubberen handschoenen.
Draag rubberen handschoenen.
Pagina 18.
Wrijven
19
* Verwijder vuil uit
inspringingen met een wattenstaafje, enz.
Nederlands
20
Draag rubber handschoenen wanneer u het apparaat afveegt of afwrijft.
U kunt uw handen snijden aan de tegenpoolplaten en de ionisatiedraden.
Er zijn ionisatiedraden op de achterkant van de tegenpoolplaten. Zorg dat u deze draden niet breekt wanneer u het apparaats verwijdert en bevestigt.
Als het apparaat wordt gebruikt met gebroken ionisatiedraden, licht het lampje “UNIT1” op. Wanneer het lampje is opgelicht, is de • capaciteit voor de stofverzameling laag. Als er per ongeluk een ionisatiedraad wordt doorgeknipt, is het nodig de ionisatiedraad te vervangen door een nieuwe. Vraag advies aan uw leverancier.
• (Vervang de ionisatiedraad nooit zelf.)
VOORZORGSMAATREGELEN
OPGELET
De werking kan veilig worden uitgevoerd zonder de streamereenheid die op de hoofdunit is geïnstalleerd, maar de geurverdrijving zal dan • zwakker zijn. Gebruik de hoofdunit nadat de streamereenheid is geïnstalleerd.
APPARAAT2
4) Streamereenheid
Open het voorpaneel en trek de
streamereenheid uit.
Draag rubberen
handschoenen.
Afvegen
Zie 4) hieronder voor meer informatie.
Opmerkingen
Verwijder de schroeven niet uit het ioniserende frame of APPARAAT2.• Dit kan schade veroorzaken.
Reinig APPARAAT1 en APPARAAT2 op een plaats die nat mag worden, zoals in een • doucheruimte of in een gootsteen. Voor hardnekkig vuil, laat u APPARAAT1 en APPARAAT2 weken in lauw of koud water • waarin een neutraal vloeibaar reinigingsmiddel (bijv. keukenreinigingsproduct, enz.) is opgelost. Gebruik de hoeveelheid neutraal vloeibaar reinigingsmiddel die is aangegeven in de • instructies van het reinigingsmiddel. Gebruik geen poeder-, alkaline- of zuurhoudende reinigingsmiddelen en schrob niet met • harde borstels, enz. Dit kan leiden tot vervorming en schade. Als de naalden in APPARAAT2 zijn vervormd, neemt de geurverdrijvende capaciteit af.
Als het reinigingsmiddel op APPARAAT1 of APPARAAT2 blijft, doven de lampjes voor “UNIT1” en
• “UNIT2” na het reinigen, daarom is het aanbevolen het reinigingsmiddel grondig af te spoelen. Zorg dat er geen vezels achterblijven van de reinigingsdoeken. Vezels kunnen defecten • veroorzaken.
Plastic onderdelen kunnen vervormen of verkleuren als ze worden blootgesteld aan direct zonlicht.
• Als er water op APPARAAT1 of APPARAAT2 blijft, zelfs in kleine hoeveelheden, doven de lampjes
• voor “UNIT1” en “UNIT2” na het reinigen niet. Droog alles daarom grondig af in de schaduw.
Bevestig de streamereenheid zoals voorheen.
2) Ionisatiedraad (8 plaatsen)
Verwijder vuil van de ionisatiedraden en omgevende plastic • onderdelen met een zacht stuk stof.
Draag rubberen handschoenen.
* Veeg de ionisatiedraden voorzichtig af.
Als u er te hard aan trekt, kunnen ze breken.
Reinig de ionisatiedraden zonder ze uit de V-groef te halen.
4) Streamereenheid
Veeg de naalden af met een wattenstaafje of een zacht stuk • doek als ze vuil zijn. Verwijder vuil van de plastic onderdelen ( • gebieden met een wattenstaafje of een zacht stuk doek. Verwijder de schroeven niet.
Draag rubberen handschoenen.
: Plastic onderdelen
*
Als de naalden vervormd zijn, neemt de geurverdrijvende capaciteit af.
) in interne
Veeg de naalden voorzichtig af vanaf de basis tot de top.
Wattenstokje
Raak de naalden niet aan.
Vervanging van de harmonicafi lter
Druk gedurende 5 seconden op de resettoets voor de
5
lter in het bovenste gedeelte van het voorpaneel.
(Het fi lterlampje dooft met een korte pieptoon.)
Tijd voor reiniging
Reinigings­methode
Wanneer het fi lterlampje in het display oplicht of knippert
Het is niet nodig de harmonicafi lter te vervangen zolang het fi lterlampje niet oplicht of knippert.
Vervangen
Harmonicafi lter
Voorpaneel APPARAAT1
Verwijder het voorpaneel en 1
APPARAAT1.
Vervang de harmonicafi lter door een 2
nieuwe fi lter.
Verwijder de gebruikte harmonicafi lter.1)
Maak de harmonicafi lter los van de uitsteeksels (5 rechts en 5 links) van de geurverdrijvingskatalysatoreenheid (voorzijde).
Verwijder de harmonicafi lter uit de fi lterhouder 2) en bevestig ze aan de geurverdrijvingskatalysatoreenheid.
Lijn de openingen (5 rechts en 5 links) van de • harmonicafi lter uit op de lipjes aan de rechter- en linkerzijde van de geurverdrijvingskatalysatoreenheid. Stop de harmonicafi lter onder de lipjes (4 plaatsen boven en onder) van de geurverdrijvingskatalysatoreenheid.
Uitsteeksel (5 rechts en 5 links)
Harmonicafi lter
Richt de witte zijde naar de voorkant.
Bevestig APPARAAT1 en het voorpaneel.3
Sluit de stekker aan.4
Geurverdrijvingskataly­satoreenheid
Pagina 17.
Geurverdrijvingskataly­satoreenheid
Lipjes boven en onder (4 plaatsen)
Pagina 17.
Resettoets voor fi lter
Zelfs als de harmonicafi lter wordt vervangen, dooft het fi lterlampje niet
• tenzij u de resettoets voor de fi lter gedurende 5 seconden ingedrukt houdt.
OPMERKING
Bestel de harmonicafi lter voor de vervanging bij uw leverancier. Vervang de harmonicafi lter wanneer het fi lterlampje oplicht of knippert, zelfs als de fi lter er schoon uitziet. De hoeveelheid zichtbaar vuil staat niet voor de capaciteit van de fi lter. De termijn voor de vervanging van de harmonicafi lter verschilt afhankelijk van
• de manier waarop het apparaat wordt gebruikt en waar deze zich bevindt. De fi lterlamp licht op nadat het apparaat dagelijks gedurende 2 jaar is gebruikt in een huis waar 10 sigaretten per dag worden gerookt. (De periode voor het vervangen wordt korter wanneer het apparaat wordt gebruikt waar de lucht bijzonder droog is.) Wanneer u de harmonicafi lter hebt vervangen voordat het fi lterlampje
• oplicht door zichtbaar vuil of door het genereren van geuren, drukt u gedurende 5 seconden op de resettoets voor de fi lter.
Opties
OPGELET
Neem contact op met de reparatiedienst voor vervangende harmonicafi lters.
Onderdeel Model
Harmonicafi lter 5 stuks KAC017A4E
Als het apparaat gebruikt wordt met verontreinigde onderdelen
Lucht wordt niet gereinigd.• Geuren worden niet verwijderd.• Er worden onnodige geuren geproduceerd.
Voer harmonicafi lters af als onbrandbaar afval.
Vereisten voor het opruimen
Uw product en de bij de controller geleverde batterijen dragen dit symbool. Dit symbool betekent dat u geen elektrische en elektronische producten en batterijen mag mengen met niet-gesorteerd huishoudelijk afval. Voor batterijen kan een chemisch symbool onder het symbool staan. Dit chemisch symbool geeft aan dat de batterij meer dan een bepaalde concentratie van een zwaar metaal bevat. Mogelijke chemische symbolen:
Pb: lood (>0,004%) Hg: kwik (>0,0005%)
Het opruimen van dit product moet gebeuren in overeenstemming met de relevante lokale en nationale reglementeringen. Units en afvalbatterijen moeten bij een gespecialiseerd behandelingsbedrijf worden behandeld voor hergebruik, recyclage en terugwinning. Door ervoor te zorgen dat op de correcte manier wordt opgeruimd, helpt u potentiële negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid te voorkomen. Voor meer informatie, gelieve contact op te nemen met de monteur of de lokale overheid.
21
Gevoeligheidsinstelling van de luchtkwaliteitssensor (stofsensor)
De gevoeligheid van de luchtkwaliteitssensor kan worden gewijzigd.
Lampje luchtstroomsnelheid
Druk gedurende 10 seconden op 1 op het apparaat.
Toets AAN / UIT / Modus wijzigen
Houd
2 ingedrukt, wijs de afstandsbediening naar het
apparaat en druk op
De ontvangsttoon wordt weergegeven, een van de lampjes voor de luchtstroomsnelheid “ • (Laag)”, “ (Standaard)” of “ (Hoog)” knippert gedurende 5 seconden en daarna licht het lampje op dat overeenkomt met de ingestelde gevoeligheid.
.
Wijzig de gevoeligheid via 3 op het apparaat.
TIMER UIT toets
Telkens wanneer op de knop wordt gedrukt, licht een lampje voor de luchtstroomsnelheid op en • verandert de gevoeligheid zoals hieronder weergegeven. De gevoeligheidsinstelling wordt aangeduid door de lampjes van de luchtstroomsnelheid.• Als de lampjes voor de luchtstroomsnelheid niet veranderen, koppelt u de stekker los en wacht u minstens 3 seconden. Sluit daarna de stekker opnieuw aan en probeer de bewerking opnieuw vanaf het begin.
Lampje luchtstroomsnelheid Gevoeligheid
De gevoeligheid verhogen:
Selecteer het lampje “ (Laag)”
voor de luchtstroomsnelheid.
De gevoeligheid verlagen:
Selecteer het lampje “ (Hoog)”
luchtstroomsnelheid.
“Laag” Hoog
“Standaard” Normaal
De sensor reageert sneller op stof.
Standaardinstelling
Nederlands
“Hoog” Laag
Wanneer u beslist hebt over de instelling, richt u de afstandsbediening op het apparaat en 4
drukt u op .
De ontvangsttoon wordt weergegeven en het lampje dat overeenkomt met de ingestelde gevoeligheid knippert.
Verwijder de stekker terwijl het instellampje knippert, wacht ten minste 3 seconden en steek 5
de stekker vervolgens weer in het stopcontact.
OPMERKING
De gevoeligheid van de luchtkwaliteitssensor kan worden ingesteld, ongeacht of het apparaat werkt of gestopt is.
Als stap • Als stap 5 wordt uitgevoerd gedurende een instelling, kan de instelling niet correct worden voltooid.
5 niet wordt uitgevoerd, keert het apparaat niet terug naar de normale bedrijfsmodus.
De sensor reageert minder op stof.
22
Veelgestelde vragen
Het lampje van de luchtkwaliteitssensor
blijft rood of geel.
Dit is te wijten aan stof dat is opgestapeld in de luchtkwaliteitssensor. Gebruik een stofzuiger om het stof te verwijderen uit de luchtinlaat voor de luchtkwaliteitssensor.
Pagina 16.
Het fi lterlampje licht op of knippert.
Vervang de harmonicafi lter door een nieuwe en houdt de resettoets voor de fi lter gedurende 5 seconden ingedrukt.
Pagina 21.
De lampjes voor de luchtstroomsnelheid
knipperen tegelijk.
Koppel de stekker los en verwijder het obstakel. Sluit het netsnoer opnieuw aan en schakel de voeding in.
Pagina 25.
Het APPARAAT lampje licht op.
APPARAAT1: De plasma-ionisator is vuil.
APPARAAT2: De streamereenheid is vuil.
Weken en wassen.
Pagina 19, 20.
De elektrische functies voor de stofverzameling en geurverdrijving, nemen aanzienlijk af omdat de stroomtoevoer naar de ionisatiedraden en de streamerontlading stopt voor de veiligheid. Gebruik het apparaat na het reinigen van de binnenzijde en de lampjes “UNIT1” en “UNIT2” doven. (Er zijn geen veiligheidsproblemen, zelfs als de lampjes zijn opgelicht.)
Controleer de volgende punten voordat u uw dealer raadpleegt.
Vraag :
Antwoord
Vraag :
Antwoord
Mag de geurverdrijvingskatalysatoreenheid met water worden gewassen? Moet het apparaat worden vervangen?
Nee, de geurverdrijvingskatalysatoreenheid mag niet met water worden gewassen. (Als het apparaat wordt gewassen
:
met water, wordt het vervormd en raakt het onbruikbaar.) Wanneer u de geurverdrijvingskatalysatoreenheid per ongeluk hebt gewassen, moet u advies vragen aan uw dealer. Verwijder het apparaat van de hoofdeenheid en gebruik een stofzuiger om het stof te verwijderen. Het is niet nodig de geurverdrijvingskatalysatoreenheid te vervangen door een nieuwe. Als de geur een probleem is, moet u het oppervlak van de geurverdrijvingskatalysatoreenheid licht bevochtigen met een verstuiver en deze daarna laten drogen in een goed geventileerde plaats, in de schaduw (gedurende ongeveer 1 dag).
De gevoeligheid van de luchtkwaliteitssensor lijkt laag.
Dit is te wijten aan het feit dat de luchtkwaliteitssensor
:
verschilt afhankelijk van de grootte van de kamer. Als het apparaat op een lagere positie in de kamer is geïnstalleerd, kan de reactie op sigarettenrook of andere items ontoereikend zijn. Wijzig de installatielocatie van het apparaat of regel de gevoeligheid van de luchtkwaliteitssensor.
Pagina 22.
Geurverdrijvingskatalys­atoreenheid
Voorpaneel
“Als deze lampjes oplichten of knipperen”
Ionisatiedraad
Vraag :
Antwoord
Wat moet u doen als de ionisatiedraden doorgeknipt zijn?
Als de ionisatiedraden doorgeknipt zijn, moeten ze
:
worden vervangen. Vraag advies aan uw leverancier. Vervang de ionisatiedraden nooit zelf.
23
Nederlands
24
Oplossen van problemen
Het apparaat werkt niet.
Het apparaat werkt niet, zelfs wanneer op de AAN/UIT toets wordt gedrukt.
Is het voorpaneel correct ingesteld?
Pagina 10.
Zijn de uitsteeksels op de achterkant van het voorpaneel gebroken?
Controleer de uitsteeksels. Î
Pagina 16.
Vraag advies aan uw dealer als de uitsteeksels gebroken zijn.
Is de batterij van de afstandsbediening leeg?
Pagina 12.
U hebt niet de gewenste resultaten verkregen.
De lucht is niet gezuiverd.
Bevindt het apparaat zich waar de lucht niet in de volledige kamer wordt verspreid of is er iets dat de luchtstroom hindert?
Selecteer een niet gehinderde locatie waar de lucht de hele Î kamer kan bereiken.
Is de prefi lter, de harmonicafi lter of APPARAAT1 vuil?
Voer de reiniging uit. Î
Pagina 15-21.
Als de geur van de geurverdrijvingskatalysatoreenheid een probleem is, moet u het oppervlak van het apparaat licht bevochtigen met een verstuiver en het daarna laten drogen in een afgedekte, goed geventileerde plaats.
Hoewel er geur merkbaar is, blijft het groene lampje opgelicht.
Wordt er een grote hoeveelheid geuren gegenereerd wanneer het apparaat wordt gestart?
Het geurniveau van de 1 Î
ste
minuut wordt gebruikt als de standaard voor de gevoeligheid van de geursensor. Gebruik het apparaat met een hogere luchtstroom.
Pagina 8.
Gebruik de volgende procedure om de standaard gevoeligheid van de geursensor te wijzigen. Wanneer de lucht zuiver is (wanneer er geen geur is), koppelt u de stekker los en wacht u 3 of meer seconden. Sluit de voedingsstekker opnieuw aan en start het apparaat op.
De geur is afkomstig van de luchtuitlaat.
Wordt er tijdelijk een grote hoeveelheid geuren gegenereerd? (D.w.z. meerdere mensen die roken, vlees roosteren, enz.)
Gebruik het apparaat en de geur zou geleidelijk moeten Î verdwijnen.
Hebt u het apparaat uit een andere kamer verplaatst?
De originele kamer kan een geur hebben. Î Gebruik het apparaat een tijdje.
Worden er constant geuren gegenereerd in de kamer? (D.w.z. verf, nieuw meubilair, behang, sprays, cosmetica, chemicaliën, enz.)
Als een geur die constant wordt gegenereerd, niet volledig kan Î worden verwijderd, moet u het ventilatiesysteem in de kamer gebruiken of het apparaat korte tijd gebruiken in een goed geventileerde kamer.
U kunt een geur gewaarworden wanneer de ozonpartikels worden gegenereerd. De hoeveelheid is verwaarloosbaar en vormt geen gevaar voor uw gezondheid.
Controleer de volgende punten voordat u uw dealer raadpleegt of reparatie vraagt. Als de problemen nog steeds niet kunnen worden opgelost, moet u advies vragen aan uw dealer.
Oplossen van problemen
Het lampje licht op of knippert.
De lampjes voor de luchtstroomsnelheid knip­peren tegelijk.
Het apparaat blaast geen lucht.
Zit er een obstakel in de luchtuitlaat?
Koppel de stekker los en verwijder het obstakel. Sluit de stekker Î opnieuw aan en schakel de voeding in. Als de huidige toestand niet wijzigt of u het obstakel niet kunt verwijderen, moet u advies vragen aan uw dealer.
Het lampje “UNIT1” of “UNIT2” dooft niet of licht opnieuw op, zelfs na het reinigen van APPARAAT1 of APPARAAT2.
Zijn APPARAAT1 en APPARAAT2 correct ingesteld?
Plaats APPARAAT1 tot u een klik hoort. Î Plaats APPARAAT2 volledig tot het einde.
Pagina 17-20.
Zijn er nog waterdruppels, schoonmaakmiddelen of stukjes vezels
achtergebleven in APPARAAT1 en APPARAAT2 na het reinigen?
Was APPARAAT1 en APPARAAT2 grondig na de reiniging zodat Î er geen schoonmaakmiddelen of stukjes vezels achterblijven en droog ze volledig af.
Zijn de ionisatiedraden doorgeknipt?
Controleer de ionisatiedraden. Raadpleeg uw dealer voor het Î vervangen.
Het fi lterlampje dooft niet, ondanks het feit dat de harmonicafi lter is vervangen.
Hebt u de resettoets voor de fi lter 5 seconden ingedrukt gehouden?
Zelfs als de harmonicafi lter is vervangen, dooft het fi lterlampje Î niet tenzij u de resettoets voor de fi lter gedurende 5 seconden ingedrukt houdt.
Pagina 21.
Overige
Er is een brandvlek op het metalen deel van APPARAAT2.
Dit is een vlek die wordt gemaakt door de streamerontlading en is niet abnormaal.
Het tv-beeld is vervormd.
Is er een tv of radio geïnstalleerd binnen 2m afstand van het apparaat of wordt er een binnenantenne gebruikt in de buurt van het apparaat?
Bevindt het netsnoer of de antenne van de tv of de radio zich dicht bij het apparaat?
Verplaats het apparaat zover mogelijk uit de buurt van tv’s, radio’s Î en antennes.
Er is een geluid hoorbaar.
Er is een krakend of zoemend geluid hoorbaar tijdens het gebruik.
Zijn APPARAAT1 en APPARAAT2 correct ingesteld?
Plaats APPARAAT1 tot u een klik hoort. Î Plaats APPARAAT2 volledig tot het einde.
Pagina 17-20.
Is er stof aan APPARAAT1 en APPARAAT2 gehecht?
Pagina 19, 20.
Tijdens het gebruik is een knetterend geluid hoorbaar.
APPARAAT2 maakt een sissend geluid die wordt veroorzaakt door de streamerontlading tijdens de werking. Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden wordt het geluid stiller of kan de geluidskwaliteit veranderen, maar dit wijst niet op een probleem met de werking. Als het geluid aanhoudt, moet u de installatielocatie van het apparaat wijzigen.
Controleer de volgende punten voordat u uw dealer raadpleegt of reparatie vraagt. Als de problemen nog steeds niet kunnen worden opgelost, moet u advies vragen aan uw dealer.
25
Nederlands
26
MEMO
Two-dimensional bar code is a code for manufacturing.
3P276413-1B M10B193B
(1105) HT
Loading...