Daikin MC70LVM Operation manuals [nl]

Air Puri er
OPERATION MANUAL
Floor Standing, Wall-hanging Type
EnglishDeutschFrançaisNederlandsEspañolItalianoEλληνικάPortuguesPyccкий
MODEL
MC70LVM
Over luchtreiniging
De krachtige aanzuiging van een hoge luchtstroomsnelheid neemt stof, stuifmeel, enz. op.
De reinigingscapaciteit verbetert naarmate de luchtstroomsnelheid verhoogt.
De lucht verspreidt zich door de kamer met een hoge luchtstroomsnelheid.
Krachtige zuigkracht uit 3 richtingen
Stuifmeel
Geur
Stof
Effectief tegen stuifmeel
Met de hoge luchtstroomsnelheid wordt zelfs stuifmeel dat zich gemakkelijk vasthecht vanwege de grote partikels, snel opgevangen.
Geurverdrijving en ontbinding van geuren in de lucht
De streamerontlading ontbindt geabsorbeerde geur.
De ontbindingscyclus die de geurverdrijvende capaciteiten onderhoudt.
Absorptie
De geurverdrijvingskatalysator
absorbeert geuren.
Terugwinning
De geurabsorptiecapaciteit
wordt hersteld.
Door deze cyclus te
herhalen blijft de
geurverdrijvingscapaciteit
behouden.
Ontbinding
De streamerontlading
ontbindt geuren.
Het is niet nodig de geurverdrijvingskatalysator te vervangen.
Geurverdrijvingskatalysator
Geur
1
Nederlands
2
Wat is de “Streamer”-functie?
Deze functie gebruikt een “streamerontlading”, een vorm van plasmaontlading voor het genereren van elektronen met een hoge snelheid met krachtig oxidatievermogen binnenin de luchtreiniger waardoor geuren snel worden verminderd of verwijderd. (De elektronen met hoge snelheid worden gegenereerd en geabsorbeerd binnen het apparaat om uw veiligheid te garanderen.)
Er kan een sissend geluid hoorbaar zijn terwijl de streamerontlading werkt. Dit wijst niet op operationele storingen. Daarnaast kan het geluid zachter worden of kan de geluidskwaliteit veranderen afhankelijk van de bedrijfsomgeving. De volgende gevallen zijn geen operationele storingen. U kunt een geur gewaarworden wanneer een ozonpartikel wordt gegenereerd. De hoeveelheid is verwaarloosbaar en vormt geen gevaar voor uw gezondheid.
INHOUD
Lezen voor gebruik
Kenmerkende functies ................................... 1
Veiligheidsmaatregelen .................................3
Benaming en functie van de onderdelen ..... 6
Gereedmaken voor gebruik ........................... 9
Functie
Bediening ...................................................... 13
Start / Stop, Luchtstroomsnelheid, Turbo, Anti-stuifmeel, Slaapmodus, TIMER UIT, Displaylampje
Verzorging en reiniging
Snelzoektabel voor onderhoud ................... 15
Elk onderdeel verwijderen en
bevestigen ..................................................... 17
Reinigen van APPARAAT1 en
APPARAAT2 .................................................. 19
Vervanging van de harmonicafi lter .............21
Oplossen van problemen
Gevoeligheidsinstelling van de
luchtkwaliteitssensor (stofsensor) ............. 22
Veelgestelde vragen ..................................... 23
“Als deze lampjes oplichten of knipperen”
Oplossen van problemen ............................ 24
Veiligheidsmaatregelen
Netsnoer
en stekker
Gebruik alleen een voeding van 220-240V.
Andere voedingen kunnen brand of elektrische schokken veroorzaken.
Zorg dat u het netsnoer niet beschadigt, omvormt, overmatig plooit, • trek of draai het snoer niet of gebruik het niet opgevouwen. Plaats ook geen zware objecten op het netsnoer en zorg dat het snoer niet gekneld raakt.
Schade aan het netsnoer kan brand of elektrische schokken veroorzaken.
Gebruik het apparaat niet wanneer het netsnoer of de stekker • beschadigd is of los in een stopcontact is gestopt.
Een beschadigde of los snoer of een losse stekker kunnen brand veroorzaken door een kortsluiting of een elektrische schok.
Gebruik het apparaat niet buiten het vermogensbereik van de • elektrische aansluiting of het aansluitapparaat.
Het overschrijden van het vermogen van meerdere stopcontacten kan brand veroorzaken door oververhitting.
U mag de stekker niet aansluiten of loskoppelen om het apparaat AAN/UIT te zetten.
Een onvoorzichtige bediening kan elektrische schok of brand veroorzaken door oververhitting.
Stop de stekker helemaal tot het einde in het stopcontact.
Een slechte aansluiting kan elektrische schok of brand veroorzaken door oververhitting.
Verwijder regelmatig stof en andere materie van de stekker met een droge doek.
Een isolatiefout die is veroorzaakt door vochtigheid of andere factoren kan brand veroorzaken.
Stop het gebruik en koppel de stekker los als u iets vreemd • gewaarwordt, zoals een brandgeur.
Als u het apparaat blijft gebruiken zonder afwijkingen, zoals brandgeuren, op te lossen, kan dit leiden tot elektrische schok of brand door oververhitting. Vraag advies aan uw leverancier.
Als het netsnoer beschadigd is, moet het worden vervangen door de fabrikant,
• de leverancier of erkend onderhoudspersoneel om gevaar te voorkomen.
Een beschadigd snoer kan elektrische schok of brand veroorzaken door oververhitting.
Om het risico op elektrische schok te verminderen, is dit apparaat
• uitgerust met een gepolariseerde stekker (één blad is breder dan het andere). Deze stekker past slechts op één manier in een gepolariseerde stekker. Als u de stekker niet volledig in het stopcontact kunt stoppen, moet u deze omdraaien. Als de stekker nog steeds niet past, moet u contact opnemen met erkend onderhoudspersoneel om een geschikt stopcontact te installeren. Pas de stekker op geen enkele manier aan.
Stop het gebruik en trek de stekker uit het stopcontact voordat u het • apparaat schoonmaakt of verplaatst.
Wanneer u het apparaat bedient terwijl het is aangesloten, kan dit leiden tot elektrische schok of schade.
Hoofdapparaat
Gebruik het apparaat nergens waar er olie in de lucht is verspreid, zoals machineolie.
In de lucht verspreide olie kan barsten, elektrische schokken of ontsteking veroorzaken.
Gebruik het apparaat niet waar er overmatige oliedampen aanwezig zijn,
• zoals in keukens, ontbrandbare of corrosieve gassen of metaalhoudend stof.
Deze omgevingen kunnen brand of schade veroorzaken.
Houd uw vingers en objecten uit de buurt van luchtinlaten, de • luchtuitlaat en andere openingen.
Een onjuiste bediening kan elektrische schok, letsels of schade veroorzaken.
Maak luchtuitlaat of het apparaatframe niet nat.
Contact met water kan brand of elektrische schokken veroorzaken.
Lees deze veiligheidsmaatregelen voor het gebruikt zodat u zeker bent dat u het apparaat correct gebruikt.
De voorzorgsmaatregelen die in deze handleiding worden vermeld, zijn onderverdeeld in de volgende twee
types. Beide types bevatten belangrijke veiligheidsinformatie, zodat u ze op elk ogenblik moet naleven.
Een onjuiste bediening kan letsels of materiële Een onjuiste bediening kan ernstige of zelfs dodelijke letsels veroorzaken.
WAARSCHUWING
De pictogrammen die in deze handleiding zijn gebruikt, betekenen het volgende.
VOORZORGSMAATREGELEN
schade veroorzaken.
In sommige situaties kunnen de gevolgen zeer
ernstig zijn.
Houd de handleiding na het lezen bij de hand zodat gebruikers deze op elk ogenblik kunnen raadplegen.
Probeer dit nooit.
Niet demonteren.
Volg de onderstaande aanwijzingen nauwgezet op.
Niet bedienen met natte handen.
WAARSCHUWING
Trek de stekker uit.
Niet nat maken.
Uit de buurt van vuur houden.
3
Nederlands
4
WAARSCHUWING
Hoofdapparaat
Gebruik geen ontbrandbare stoffen, zoals haarspray, insecticiden, enz. • in de buurt van het apparaat. Veeg het apparaat niet af met benzeen of thinner.
Deze stoffen kunnen barsten, elektrische schokken of ontsteking veroorzaken.
Gebruik een neutraal reinigingsmiddel om het apparaat te reinigen.
Het gebruik van chlorine of zuurhoudende reinigingsmiddelen voor het reinigen van het apparaat kan schadelijk gas genereren en de gezondheid schaden.
Deze onderhoudsinstructies zijn uitsluitend voor gebruik door erkend • onderhoudspersoneel. Om het risico op elektrisch schok te beperken, mag u geen ander onderhoud uitvoeren dan in de gebruiksaanwijzing is beschreven, tenzij u een professionele technicus bent en hiervoor gekwalifi ceerd bent.
Houd sigaretten, wierook en andere blote vlammen uit de buurt van • het apparaat.
Blote vlammen kunnen brand veroorzaken.
Demonteer, wijzig of onderhoud het apparaat niet zelf.
Een onjuiste bediening kan brand, elektrische schok of letsels veroorzaken. Vraag advies aan uw leverancier.
Bedien het apparaat niet met natte handen.
Contact met water kan elektrische schokken veroorzaken.
Gebruik het apparaat niet op een vochtige plaats, zoals in een badkamer,
• of op een plaats met plotse temperatuurschommelingen, zoals koelhuizen.
Een verkeerde omgeving kan elektrische schok of schade veroorzaken.
Netsnoer
en stekker
Houd de stekker - niet het netsnoer - vast en trek deze uit om het • apparaat los te koppelen.
Wanneer u aan het netsnoer trekt, kan dit brand of elektrische schok door kortsluitingen.
Koppel de stekker uit het stopcontact als u het apparaat gedurende • langere tijd niet meer zult gebruiken.
Een beschadigde isolatie kan elektrische schokken, stroomlekken of brand veroorzaken.
Hoofdapparaat
Gebruik het apparaat niet waar het is blootgesteld aan direct zonlicht, • regen of wind.
Oververhitting of contact met water kan brand of elektrische schokken veroorzaken.
Gebruik het apparaat niet op zeer warme plaatsen zoals in de buurt • van verwarmingsapparaten.
Een hoge temperatuur kan het apparaat verkleuren of vervormen.
Blokkeer de luchtinlaten of de luchtuitlaat niet met beddengoed, • stoffen, gordijnen, enz.
Vastgehechte vezels kunnen de luchtdoorlaat hinderen wat oververhitting en brand kan veroorzaken.
Gebruik het apparaat niet op een oneffen vloer.
Als het apparaat kantelt, kan er water worden gemorst waardoor meubilair nat kan worden of waardoor brand of elektrische schokken kunnen worden veroorzaakt. Als het apparaat omvalt, moet u het onmiddellijk opnieuw recht zetten.
Gebruik het apparaat niet waar chemicaliën worden gebruikt.
Vluchtige chemicaliën of oplosmiddelen (te vinden in ziekenhuizen, fabrieken, testlaboratoria, schoonheidssalons, foto-ontwikkelingslaboratoria, enz.) kunnen mechanische onderdelen afbreken, waardoor waterlekken kunnen ontstaan die het meubilair nat maken, enz.
Gebruik geen poeders, zoals in de cosmetica gebruikt, in de buurt van • het apparaat.
Contact met poeder kan elektrische schokken of schade veroorzaken.
Gebruik het apparaat niet in enge ruimten, zoals kasten.
Een slechte ventilatie kan leiden tot oververhitting en brand.
VOORZORGSMAATREGELEN
Veiligheidsmaatregelen
Hoofdapparaat
Stel geen planten of dieren bloot aan directe luchtstromen van het • apparaat.
Overmatige blootstelling aan luchtstromen kan negatieve effecten hebben.
Houd viskommen, vazen en andere containers die water bevatten uit • de buurt van het apparaat.
Het binnendringen van water in het apparaat kan elektrische schokken, brand of schade veroorzaken.
Klim, zit of leun niet op het apparaat.
Vallen of kantelen kan letsels veroorzaken.
Het fi lter niet verwijderen terwijl het apparaat op zijn kant ligt.
Dit soort behandeling heeft tot gevolg dat stof gemakkelijk binnendringt en kan leiden tot brand of elektrische schokken.
Gebruik het apparaat niet in de buurt van verlichtingsapparatuur • (binnen 1m).
De reactie van het hoofdapparaat op het signaal van de afstandsbediening kan zwakker worden en de kleur van het apparaat kan veranderen.
Ventileer de ruimte regelmatig wanneer het apparaat in combinatie met • verbrandingsapparatuur gebruikt wordt.
Onvoldoende ventilatie kan leiden tot koolmonoxidevergiftiging.
Koolmonoxide wordt door dit product niet verwijderd.
Dit product is niet bestemd voor gebruik door personen met • verminderde lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens, of door personen die geen kennis hebben betreffende de bediening ervan, tenzij er toezicht wordt gehouden of aanwijzingen worden gegeven door de persoon die voor hun veiligheid verantwoordelijk is. Houd het apparaat buiten het bereik van kinderen zodat zij er niet mee kunnen spelen. Koppel het apparaat los tijdens het reinigen.
Wanneer u het apparaat bedient terwijl het is aangesloten, kan dit leiden tot elektrische schok of schade.
Dit apparaat moet frequent worden geïnspecteerd en verzameld stof • moet regelmatig worden verwijderd om overmatige opstapeling van stof, wat kan leiden tot ontbranding of gevaar op brand, te voorkomen.
Overige
Als u het apparaat gebruikt waar er huisdieren aanwezig zijn, moet u • ervoor zorgen dat ze niet op het apparaat kunnen urineren of in het netsnoer kunnen bijten.
Dit kan elektrische schokken of brand veroorzaken. In het geval het apparaat door huisdieren is beschadigd, stopt u het gebruik, koppelt u de stekker los en raadpleegt u uw leverancier.
Gebruik geen verbrandingstoestellen op plaatsen die direct zijn • blootgesteld aan luchtstromen uit de luchtuitlaat.
Onvoldoende verbranding door het verbrandingstoestel kan leiden tot koolmonoxidevergiftiging, enz.
Als u binnenshuis ontsmet met insecticiden, moet u de werking • stoppen om te voorkomen dat er chemicaliën in het apparaat worden gezogen.
Omdat chemicaliën zich opstapelen in het apparaat, kunnen sommige personen, afhankelijk van hun lichamelijke toestand, overgevoelig zijn wat hun gezondheid in gevaar kan brengen.
Voorzorgsmaatregelen tijdens het gebruik
Houd televisietoestellen, radio’s, stereo’s, radiowekkers en antennekabels minstens 2m weg van het apparaat.
De effecten van de stroomkring in het apparaat en de kabel kunnen een vervormd tv-beeld of ruis veroorzaken. (Er kan echter zelfs verder dan 2m audio-interferentie optreden, afhankelijk van de kracht van de elektrische golven. De ontvangst wordt vooral gehinderd bij het gebruik van binnenantennes en plaats antennes daarom ver genoeg om te verhinderen dat er ruis wordt opgenomen.)
Gebruik het apparaat niet waar keukenventilatoren of afzuigkappen zijn geïnstalleerd.
Dit type gebruik kan de gebruiksduur van de prefi lter en de harmonicafi lter verkorten en eventueel schade veroorzaken.
Gebruik het apparaat niet om kunstwerken, academische materialen, enz. te bewaren of voor commerciële of • andere speciale toepassingen.
Dit type gebruik kan de kwaliteit van de bewaarde objecten beïnvloeden.
Bevestig de onderdelen op de juiste manier nadat u het apparaat hebt gereinigd.
Wanneer u het apparaat gebruikt terwijl onderdelen zoals fi lters zijn verwijderd, kan dit leiden tot schade.
Streamerontlading en elektrische stofverzameling
Er komt mogelijk een geur uit de luchtuitlaat vanwege een kleine hoeveelheid ozon die wordt opgewekt, maar deze hoeveelheid kan • worden genegeerd en heeft geen invloed op uw gezondheid.
VOORZORGSMAATREGELEN
5
Dit product verwijdert niet de schadelijke stoffen (koolmonoxide, enz.) in sigarettenrook.
Nederlands
6
Benaming en functie van de onderdelen
Voorzijde
Display van het apparaat
Pagina 7.
Luchtinlaat voor luchtkwaliteit sensor (stofsensor)
Pagina 16.
Ontvanger
Luchtinlaat voor geursensor
Pagina 16.
Voorpaneel
Achterzijde
Opslagsleuf afstandsbediening
Bewaart de bijgeleverde afstandsbediening wanneer deze niet in gebruik is.
Modelnaam / Serienummer
Afstands­bediening
Pagina 15.
Handgrepen
Netsnoer
Luchtinlaat
Luchtuitlaat
Netsnoerhaak
Kan worden gebruikt voor het oprollen van het extra deel van het netsnoer.
Stekker
Pagina 12.
Binnenkant van het apparaat
Filterhouder
Bevat 4 vervangingsharmonicafi lters.
Voorpaneel
Pagina 9.
Prefi lter
(groen)
Pagina 15.
Ioniserend frame
APPARAAT1
(Plasma-ionisator)
Tegenpoolplaten
Ionisatiedraad (achter)
Pagina 19.
APPARAAT2
(Streamereenheid)
Pagina 20.
Harmonicafi lter
(voor: wit, achter: blauw)
Pagina 21.
Ventilator
Beschermplaat
VOORZORGSMAATREGELEN
De beschermplaat niet verwijderen. (Er kunnen elektrische schokken of letsels worden veroorzaakt.)
Geurverdrijvingskatalysatoreenheid
(grijs)
Pagina 16.
Benaming en functie van de onderdelen
Kinderslottoets
Deze toets verhindert dat kinderen het apparaat verkeerd gebruiken.
Helderheidafstellingtoets
De helderheid van het displaylampje van het apparaat kan worden afgesteld.
Lampje luchtstroomsnelheid
(groen)
Een lampje voor de luchtstroomsnelheid geeft de luchtstroomsnelheid aan tijdens een bewerking “
(Auto ventilator)” en
“handmatige luchtstroom”.
Sensorlampje luchtkwaliteit (stofsensor)
De drie kleurindicators (groen, geel, rood) geven aan hoe onzuiver de lucht is.
Wanneer de lucht schoon is, licht de groene lamp op.
In het volgende geval licht alleen de groene lamp op gedurende de eerste 7 seconden, ongeacht het onzuiverheidsniveau.
1) Werkt onmiddellijk na het bevestigen van het voorpaneel en APPARAAT1
2) Werkt onmiddellijk na het opnieuw aansluiten van de stekker
Wijzig de instelling wanneer de gevoeligheid van de luchtkwaliteitssensor zwak is.
Pagina 22.
De gevoeligheid van de luchtkwaliteitssensor kan afnemen afhankelijk van de locatie van de installatie of de grootte van de partikels.
Als dit u stoort, kunt u de installatielocatie van het apparaat wijzigen
Pagina 11. of de gevoeligheid van de luchtkwaliteitssensor aanpassen.
Pagina 22.
Stof
Laag
Hoog
Groen
Geel Groen
Rood Geel Groen
Licht op
Detecteerbaar Sigarettenrook, stuifmeel, teken, huisstof, dierenhaar, dieselroetdeeltjes
Soms detecteerbaar Stoom, oliedampen
Afstandsbediening
Automatische
ventilatortoets
Turbotoets
TIMER UIT
toets
Pagina 13, 14.
Display van het apparaat
Kinderslotlampje
(oranje)
AAN/UIT toets
Autoventilatorlampje (geel)
Ventilatorinsteltoets
Anti-stuifmeel
toets
Slaapmodustoets
7
Nederlands
8
Verklikkerlamp
Turbolampje (oranje)• Anti-stuifmeellampje (groen)• Slaapmoduslampje (groen)
Filterlampje (oranje)
Het fi lterlampje licht op wanneer de harmonicafi lter moet worden vervangen en begint te knipperen wanneer een bepaald tijd is verstreken nadat het
lampje is ingeschakeld.
Pagina 21.
APPARAAT lampje (oranje)
“UNIT1” Dit lampje licht op wanneer de plasma-ionisator moet
worden vervangen.
“UNIT2” Dit lampje licht op wanneer de streamereenheid moet
worden vervangen.
Pagina 19, 20.
Zelfs wanneer het lampje niet oplicht, moet u de streamereenheid elke • 3 maanden reinigen.
Geursensorlampje
De drie kleurindicators (groen, geel, rood) geven het geurniveau aan.
Wanneer de lucht schoon is, licht de groene lamp op.
In het volgende geval licht het groene lampje op gedurende de 1
ste
minuut. Het eerste niveau van de geur wordt geregistreerd als het standaardniveau.
1) Werkt onmiddellijk na het bevestigen van het voorpaneel en APPARAAT1
2) Werkt onmiddellijk na het opnieuw aansluiten van de stekker
Als het geurniveau constant blijft zonder te versterken of te verzwakken, zal de geursensor mogelijk zelfs de sterke geuren niet detecteren.
De geursensor zal mogelijk bepaalde geuren, zoals dierengeuren anders dan ammoniak, knofl ook, enz. niet detecteren.
Zelfs als alleen het groene lampje oplicht, kunt u een bepaalde geur waarnemen omdat de gevoeligheid individueel verschilt. Als er geuren u storen, kunt u de handmatige bediening van de luchtstroom instellen en het apparaat op een hogere luchtstroomsnelheid laten draaien.
Geur
Zwak
Sterk
Groen
Groen Geel
Groen Geel Rood
Licht op
Detecteerbaar
Sigarettengeuren, kookgeuren, geuren van huisdieren en toilet, geuren van rauw afval, schimmelgeuren, sprays, alcohol
Soms detecteerbaar
Plotse veranderingen in temperatuur en vochtigheid, geurloze gassen zoals koolmonoxide, stoom, oliedampen, gas van ontbrandingsapparaten
Toets AAN / UIT / Modus
wijzigen
De werkingmodus verandert telkens wanneer op de toets wordt gedrukt.
Pagina 14.
Resettoets voor fi lter
De fi lterlamp wordt uitgeschakeld door de toets 5 seconden ingedrukt te houden nadat de harmonicafi lter is vervangen
door een nieuwe.
Pagina 21.
TIMER UIT lampje (geel)
Loading...
+ 19 hidden pages