15. Vereisten bij het opruimen .......................................................43
De Engelse tekst is de oorspronkelijke versie. Andere talen zijn
vertalingen van de oorspronkelijke instructies.
HXY080+125A8V1BF
Binnenunit voor VRV IV-Systeem
4P405267-1C – 2021.04
Installatiehandleiding en gebruiksaanwijzing
1
1.Over de documentatie
1.1.Over dit document
Het volgende symbool staat vermeld op de units:
Dit document is een installatiehandleiding. Het is bedoeld voor
erkende installateurs van dit product. Het beschrijft de werkwijzen om
de unit te monteren, in bedrijf te stellen en te onderhouden en bevat
daarbij hulp in geval van moeilijkheden. Lees zorgvuldig de relevante
delen van de handleiding.
Dit document is tevens een gebruiksaanwijzing. Het is bedoeld voor
de installateur en de gebruiker van dit product. Het beschrijft de
manier waarop de unit bediend en onderhouden moet worden en
bevat daarbij hulp in geval van moeilijkheden. Lees zorgvuldig de
relevante delen van de handleiding.
1.2.Bereik van de handleiding
Deze handleiding bevat GEEN selectieprocedure, noch een
werkwijze om de waterinstallatie te ontwerpen. In een apart
hoofdstuk van deze handleiding worden wel enkele
voorzorgsmaatregelen en adviezen omtrent de waterkring gegeven.
Eens een keuze gemaakt en de waterinstallatie ontworpen, beschrijft
deze handleiding de werkwijzen om de HXY080/125-units te
hanteren, te installeren en aan te sluiten. Deze handleiding bevat
instructies opdat adequaat onderhoud van de unit is gegarandeerd.
Bovendien biedt de handleiding ondersteuning voor problemen.
1.3.Documentatieset
Dit document is een onderdeel van een documentatieset.
De volledige set omvat:
DocumentInhoud…Formaat
Installatiehandleiding/
gebruiksaanwijzing van
de binnenunit
Installatiehandleiding
van de buitenunit
Laatste herzieningen van de meegeleverde documentatie kunnen
op de regionale Daikin-website of via uw dealer beschikbaar zijn.
Aanwijzingen voor de
installatie en het
gebruik
Zie de informatie die
met de buitenunit werd
geleverd.
Installatiehandleiding/
gebruiksaanwijzing van
de binnenunit
2.Algemene voorzorgsmaatregelen voor
veiligheid
Dit betekent dat u geen elektrische en elektronische producten
mag mengen met ongesorteerd huishoudelijk afval. Probeer het
systeem NIET zelf te ontmantelen: het ontmantelen van het
systeem en het behandelen van het koelmiddel, van olie en van
andere onderdelen moeten door een erkende installateur
conform met de geldende wetgeving uitgevoerd worden.
De units moeten voor hergebruik, recyclage en terugwinning bij
een gespecialiseerd behandelingsbedrijf worden behandeld.
Door ervoor te zorgen dat dit product op de juiste manier wordt
weggeworpen, draagt u bij tot het voorkomen van mogelijke
negatieve gevolgen voor milieu en menselijke gezondheid. Voor
meer informatie, contacteer uw installateur of de plaatselijke
overheid.
2.2.Voor de installateur
2.2.1.Algemeenheden
Indien u twijfels heeft over de installatie of de bediening van de unit,
contacteer uw dealer.
OPMERKING
Een foute installatie of bevestiging van apparatuur,
uitrustingen of accessoires kan elektrische schokken, een
kortsluiting, lekken, brand of schade aan de apparatuur of
uitrustingen als gevolg hebben. Gebruik alleen
accessoires, optionele apparatuur/uitrustingen en
reserveonderdelen die door Daikin gemaakt of
goedgekeurd werden.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de materialen die voor de installatie en de
testen gebruikt worden, voldoen aan de geldende
wetgeving (bovenop de instructies beschreven in de
Daikin-documentatie).
OPGELET
Draag gepaste persoonlijke beschermingsuitrustingen
(beschermende handschoenen, veiligheidsbril, enz.)
wanneer u het systeem installeert of onderhoudt.
2.1.Voor de gebruiker
Indien u twijfels heeft over de bediening van de unit, contacteer
uw installateur.
Het toestel is niet bedoeld om gebruikt te worden door
personen, inclusief kinderen, met verminderde fysieke,
zintuiglijke of mentale mogelijkheden of met een gebrek aan
ervaring en kennis, tenzij zij onderricht zijn in het gebruik van het
toestel door een persoon verantwoordelijk voor hun veiligheid.
Zie erop toe dat kinderen niet met het product spelen.
OPGELET
Spoel de unit NIET af. Dit kan elektrische schokken of
brand veroorzaken.
OPMERKING
Plaats GEEN voorwerpen, apparatuur of uitrustingen
bovenop de unit.
Zit, klim of sta NIET op de unit.
Installatiehandleiding en gebruiksaanwijzing
2
GEVAAR: RISICO VOOR BRANDWONDEN
Raak tijdens of net na bedrijf GEEN
koelmiddelleidingen, waterleidingen of interne
onderdelen aan. Deze kunnen te warm of te koud zijn.
Geef ze de tijd om terug op een normale temperatuur
te komen. Indien u deze toch moet aanraken, draag
dan beschermende handschoenen.
Raak per ongeluk lekkend koelmiddel NIET aan.
Conform de geldende wetgeving kan een logboek bij het product
vereist worden; in dit logboek dienen dan minstens de volgende
zaken bijgehouden: informatie over het onderhoud, de
reparatiewerkzaamheden, de resultaten van testen, de
stilstandperioden, enz.
Bovendien dienen minstens volgende informaties op een
toegankelijke plaats bij het product voorzien te worden:
instructies om het systeem in noodgevallen uit te schakelen,
de naam en het adres van de brandweer, de politie en een
ziekenhuis,
de naam, het adres en de telefoonnummers overdag en 's
nachts om service te bekomen.
In Europa bevat EN378 de nodige richtlijnen voor dit logboek.
Binnenunit voor VRV IV-Systeem
HXY080+125A8V1BF
4P405267-1C – 2021.04
2.2.2.Plaats van installatie
Voorzie voldoende ruimte rond de unit voor onderhoud en
luchtcirculatie.
Controleer of de plaats waarop de unit moet komen, bestand is
tegen het gewicht en de trillingen van de unit.
Zorg ervoor dat de zone goed geventileerd wordt.
Controleer of de unit horizontaal staat.
Installeer de unit NIET in een van de volgende plaatsen:
In mogelijke explosieve omgevingen.
In plaatsen met toestellen of machines die elektromagnetische
golven uitzenden. Elektromagnetische golven kunnen het
regelsysteem verstoren, zodat het toestel slecht zou werken.
In plaatsen met brandgevaar omwille van lekkende ontvlambare
gassen (zoals verdunners of benzine), koolstofvezels,
ontvlambaar stof.
In plaatsen waar corroderend gas (zoals zwaveligzuurgas)
geproduceerd wordt. Corrosie aan de koperen leidingen of
gesoldeerde delen kan leiden tot koelmiddellekken.
2.2.3.Koelmiddel
OPMERKING
Controleer of de installatie van de koelmiddelleidingen
voldoet aan de geldende wetgeving. In Europa geldt
EN378 als de van toepassing zijnde norm.
OPMERKING
Controleer of de lokale leidingen en aansluitingen niet aan
spanningen onderhevig (kunnen) zijn.
WAARSCHUWING
Zet, tijdens testen, het product NOOIT onder een druk
hoger dan de maximaal toegestane druk (vermeld op het
naamplaatje van de unit).
WAARSCHUWING
Neem voldoende maatregelen wanneer koelmiddel zou
lekken. Ventileer onmiddellijk de zone wanneer koelgas
lekt. Mogelijke risico's:
Te hoge koelmiddelconcentraties in een gesloten
ruimte kunnen leiden tot een gebrek aan zuurstof.
Als koelgas in contact komt met vuur, kan giftig gas
ontstaan.
WAARSCHUWING
Vang steeds de koelmiddelen op. Laat ze NIET
rechtstreeks vrij in de omgeving. Gebruik een
koelmiddelopvangunit om de installatie leeg te maken.
Gebruik enkel met fosforzuur van zuurstof ontdaan uitgegloeid
naadloos koper.
2.2.4.Water
OPMERKING
Controleer of de kwaliteit van het water voldoet aan de
EU-richtlijn 98/83 EC.
2.2.5.Elektrisch
GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE
Schakel alle elektrische voedingen UIT vooraleer
u het deksel van de schakelkast verwijdert,
elektrische bedrading aansluit of elektrische
onderdelen aanraakt.
Schakel de elektrische voeding langer dan 1 minuut
uit en meet de spanning op de aansluitklemmen van
de condensatoren of elektrische onderdelen van de
hoofdkring vooraleer u een onderhoud uitvoert. De
spanning moet onder de 50 V DC gevallen zijn
vooraleer u elektrische onderdelen mag aanraken.
Raadpleeg het bedradingsschema voor de plaats van
de aansluitklemmen.
Raak elektrische onderdelen NIET aan met natte
handen.
Laat de unit NIET onbewaakt achter wanneer het
servicedeksel verwijderd is.
WAARSCHUWING
Indien deze niet standaard werd geplaatst, moet een
hoofdschakelaar (of een ander middel om uit te schakelen)
tussen de vaste bedrading geplaatst worden; deze
schakelaar dient het contact van alle polen volledig te
verbreken en te voldoen aan de vereisten van de
overspanning-categorie-III-specificatie wanneer hij open
staat.
WAARSCHUWING
Gebruikt enkel koperdraden.
Alle lokale bedradingen dienen conform het met het
product meegeleverd bedradingsschema uitgevoerd
te worden.
Knijp NOOIT gebundelde kabels samen en controleer
of ze niet met leidingen of scherpe randen in contact
(kunnen) komen. Controleer of geen externe druk op
de klemaansluitingen wordt uitgeoefend.
Vergeet niet aarddraden te leggen. Aard de unit NIET
via een nutsleiding, een piekspanningsbeveiliging of
de aarding van de telefoon. Een onvolledige aarding
kan elektrische schokken veroorzaken.
Gebruik hiervoor een aparte voedingskring. Gebruik
NOOIT een elektrische voeding die met een ander
toestel gedeeld wordt.
Installeer zeker de vereiste zekeringen
of stroomonderbrekers.
Plaats zeker een aardlekschakelaar. Als u dit niet
doet, kan dit een elektrische schok of brand
veroorzaken.
HXY080+125A8V1BF
Binnenunit voor VRV IV-Systeem
4P405267-1C – 2021.04
Leg de stroomtoevoerkabels op minstens 1 meter afstand van
televisietoestellen en radio's om geen interferenties te hebben.
Afhankelijk van de radiogolven volstaat een afstand van 1 meter
soms niet.
WAARSCHUWING
Controleer na het beëindigen van de elektriciteit of
alle elektrische onderdelen en aansluitklemmen in de
elektriciteitskast veilig zijn aangesloten.
Controleer of alle deksels dicht zijn vooraleer de unit
aan te zetten.
Installatiehandleiding en gebruiksaanwijzing
3
2.2.6.Betekenis van de gebruikte termen
21
Dealer:
Verdeler die het product verkoopt.
Erkende installateur:
Technisch bekwame persoon met een erkenning om het product
te installeren.
Gebruiker:
Persoon die de eigenaar is van het product en/of die het product
gebruikt.
Geldende wetgeving:
Alle geldende internationale, Europese, nationale en plaatselijke
richtlijnen, wetten, reglementen en/of voorschriften betreffende
een bepaald product of domein.
Servicebedrijf:
Bedrijf dat bevoegd is om de vereiste service voor het product
uit te voeren of te coördineren.
Installatiehandleiding:
Handleiding met instructies betreffende het installeren, het
configureren en het onderhouden van een bepaald product of
een bepaalde toepassing.
Gebruiksaanwijzing:
Instructiehandleiding voor een bepaald product of een bepaalde
toepassing waarin wordt uitgelegd hoe het product of de
toepassing moet worden gebruikt.
Toebehoren:
Labels, handleidingen, informatiefiches, apparatuur en
uitrustingen die met het product worden meegeleverd en die
volgens de instructies in de meegeleverde documentatie
geïnstalleerd moeten worden.
Optionele apparatuur/uitrusting:
Door Daikin gemaakte of goedgekeurde apparatuur/uitrustingen
die met het product volgens de instructies in de meegeleverde
documentatie gecombineerd mogen worden.
Ter plaatse te voorzien:
Niet door Daikin gemaakte apparatuur/uitrustingen die met het
product volgens de aanwijzingen in de meegeleverde
documentatie gecombineerd mogen worden.
3.Over de doos
a
a Installatiehandleiding/gebruiksaanwijzing
INFORMATIE
Gooi het bovenste kartonnen deksel NIET weg. Het
installatieschema staat afgedrukt op de binnenzijde van dit
kartonnen deksel.
3.1.2.De toebehoren uit de binnenunit nemen
De installatiehandleiding/gebruiksaanwijzing van de binnenunit
bevindt zich in het bovenste gedeelte van de doos. Volg
onderstaande procedure om de andere toebehoren te verwijderen.
1 Maak het frontpaneel los.
2 Hef de onderkant van het frontpaneel op en verwijder het.
WAARSCHUWING
Scheur plastic verpakkingen en gooi deze weg zodat
kinderen er niet mee kunnen spelen. Kinderen die spelen
met plastic zakken lopen verstikkingsgevaar.
De unit moet bij de levering gecontroleerd worden op
beschadigingen. Elke vorm van beschadiging moet onmiddellijk
aan de schadeverantwoordelijke van de transporteur gemeld
worden.
Breng de verpakte unit zo dicht mogelijk bij de uiteindelijke
installatieplaats om beschadiging tijdens het transport te
voorkomen.
3.1.Binnenunit
3.1.1.De binnenunit uitpakken
Installatiehandleiding en gebruiksaanwijzing
4
Binnenunit voor VRV IV-Systeem
HXY080+125A8V1BF
4P405267-1C – 2021.04
3 Neem de toebehoren eruit.
d
b
c
h
e
a
1x
bcd
2x1x
g
4x
f
1x
e
1x
2x
3
4.1.1. Identificatielabel: Binnenunit
Plaats
Identificatie van het model
Naam van het model: HXY080A8V1B, HXY125A8V1B
CodeBeschrijving
HHydrobox
XVRV-aansluiting
Y
080Capaciteitklasse (ong.):
Omkeerbare toepassingen (koeling + verwarming)
080 kW x 10 koelcapaciteit
125 kW x 10 koelcapaciteit
A8Serie
V1Spanning 1 P~, 220-240 V, 50 Hz
BEuropese markt
4.2.Mogelijke combinaties van units en opties
4.2.1.Opties voor binnenunit
a Handleiding van de HXY(080/125)
b Gebruikersinterfacekit: gebruikersinterface,
4 bevestigingsschroeven, 2 pluggen
c Afsluiter
d Deksel van de gebruikersinterface
e 2 bevestigingsschroeven frontpaneel
f Bodemplaat
g 4 bevestigingsschroeven bodemplaat
h Bovenste plaat
4.Over de units en opties
4.1.Algemene informatie
Deze installatiehandleiding heeft betrekking op de
VRV IV-warmtepompunits met lucht-water-inverter voor de
binnenunits van de HXY080/125-serie van Daikin.
Deze units zijn ontworpen om binnenshuis geplaatst te worden en
bedoeld voor handelsgebouwen en openbare gebouwen.
De unit is ontworpen om tegen een muur gemonteerd te worden.
De HXY080/125-units hebben een verwarmingscapaciteit van
9 kW/14 kW en een koelcapaciteit van 8,2 kW/12,5 kW.
De binnenunits zijn ontworpen om te werken bij binnentemperaturen
van 5°C tot 30°C.
Tijdens het verwarmen kan de unit water tot temperaturen van 25°C
tot 45°C opwarmen, koelen van 5°C tot 20°C.
De units zijn ontworpen om binnen opgesteld te worden
(buitentemperaturen: koeling 10°C tot 43°C, verwarming: -20°C tot
24°C) (voor meer informatie hierover: zie de technische
specificaties).
4.1.Identificatie
OPMERKING
Wanneer meerdere units gelijktijdig geïnstalleerd of
onderhouden worden, let op de servicepanelen NIET te
verwisselen tussen verschillende modellen.
HXY080+125A8V1BF
Binnenunit voor VRV IV-Systeem
4P405267-1C – 2021.04
Gebruikersinterface (EKRUAHT)
De gebruikersinterface wordt als toebehoren met de unit meegeleverd.
Een secundaire gebruikersinterface is optioneel beschikbaar.
De secundaire gebruikersinterface kan worden aangesloten om
beide te hebben:
om een bediening te hebben dicht bij de binnenunit,
om als kamerthermostaat te dienen in de voornaamste te
verwarmen ruimte.
Kamerthermostaat (EKRTWA, EKRTR1)
U kunt een optionele kamerthermostaat op de binnenunit aansluiten.
Deze thermostaat kan met draad zijn (EKRTWA) of draadloos
(EKRTR1).
Voor de installatie-instructies, zie de installatiehandleiding van de
kamerthermostaat.
OPMERKING
De EKRTR1-kamerthermostaat heeft een bijkomende
elektrische voeding van 230 V wisselstroom nodig.
Afstandssensor voor draadloze thermostaat (EKRTETS)
U kunt een draadloze binnentemperatuursensor (EKRTETS) alleen
in combinatie met de draadloze thermostaat (EKRTR1) gebruiken.
Voor de installatie-instructies, zie de installatiehandleiding van de
kamerthermostaat.
Vraag-printplaat (EKRP1AHTA)
Een optionele EKRP1AHTA-vraag-printplaat kan op de binnenunit
worden aangesloten. Deze printplaat is nodig wanneer een externe
kamerthermostaat geplaatst werd; deze printplaat zorgt voor de
communicatie met de binnenunit.
Zie de installatiehandleiding van de vraag-printplaat voor meer informatie.
Zie het bedradingsschema of aansluitschema om deze printplaat op
de unit aan te sluiten en "7.3.5. De elektrische bedrading op de
binnenunit aansluiten" op pagina 14.
Warmtepompconvector (FWXV)
Een in optie verkrijgbare FWXV-convector om te verwarmen/koelen
kan op deze binnenunit aangesloten worden.
Zie de installatiehandleiding van de warmtepompconvector voor
meer informatie.
Installatiehandleiding en gebruiksaanwijzing
5
Lekbakkit (EKHBDPCA2)
C
B
A
d
B
A
d
b
e
c
ff
ii
j
a
g
h
De lekbak is nodig om het verzamelde condenswater van de
binnenunit af te laten. Deze is nodig wanneer de binnenunit tot lage
temperaturen afkoelt en wanneer de aanvoerwatertemperatuur
<18°C bedraagt.
Om deze optie in de binnenunit te plaatsen, raadpleeg de
installatiehandleiding die met deze optiekit werd meegeleverd.
Verwarmingskit (EKBUH)
De als optie verkrijgbare verwarmingskit kan geplaatst worden om de
warmtepomp tijdens het verwarmen bij te staan of om als
hoofdverwarming te dienen wanneer zich een noodsituatie voordoet
(1)
4.2.2.Mogelijke combinaties van binnenunit en buitenunit
Buitenunit
BinnenunitRYYQ8~20RYYQ22~54RXYQ8~20RXYQ22~54
HXY080A8V1BOXOX
HXY125A8V1BOXOX
O = toegestaan
X = niet toegestaan
INFORMATIE
Voor meer informatie hierover, zie de combinatietabel voor
de VRV IV-warmtepompen in de technische specificaties.
De combinaties worden getoond in functie van de
systeemlay-out van de serie van VRV IV-warmtepompen.
Het Daikin-warmtepompsysteem levert aanvoerwater aan
warmteafgevers in een of meerdere kamers.
Omdat het systeem de mogelijkheid biedt om de temperatuur in elke
kamer zeer soepel te regelen, is het nodig dat u eerst de volgende
vragen beantwoordt:
Hoeveel kamers worden er verwarmd (of gekoeld) door het
Daikin-warmtepompsysteem?
Welke soorten warmteafgevers gebruikt u in elke kamer en hoeveel
bedraagt hun aanvoertemperatuur waarvoor zij ontworpen werden?
.
Eens de vereisten inzake ruimteverwarming/koeling duidelijk zijn,
adviseert Daikin onderstaande in/opstellingsrichtlijnen te volgen.
5.2.1.Enkele kamer
Vloerverwarming of warmtepompconvector – Kamerthermostaat
met draad
Opstelling
5.Richtlijnen met betrekking tot
mogelijke toepassingen
5.1.Overzicht: Richtlijnen met betrekking tot
mogelijke toepassingen
Deze richtlijnen geven een overzicht van de mogelijkheden van het
Daikin-warmtepompsysteem.
OPMERKING
De afbeeldingen in deze richtlijnen zijn alleen ter
informatie bedoeld en mogen NIET als dusdanig als
gedetailleerde hydraulische schema's of grafieken
gebruikt worden. De gedetailleerde hydraulische
maatvoeringen en het gedetailleerd hydraulisch in
evenwicht brengen worden hier NIET getoond; deze
maken deel uit van de verantwoordelijkheden van de
installateur.
Voor meer informatie over de configuratie-instellingen
om de werking van de warmtepomp te optimaliseren,
zie hoofdstuk Configuratie.
Dit hoofdstuk bevat richtlijnen om de volgende zaken in of op te stellen:
Het ruimteverwarming/koelingsysteem in/opstellen
Een extra warmtebron voor ruimteverwarming in/opstellen
A Aanvoerwatertemperatuur primaire zone
B Een enkele kamer
C Een enkele kamer
a Buiten-VRV IV-warmtepomp
b VRV-binnenunitcassette met rechtstreekse expansie (DX)
c HXY(080/125)
d Optionele EKRUAHT-gebruikersinterface (meester)
e Koelmiddelleidingen
f Waterleidingen
g Vloerverwarmingslus
h Ventilatorconvector
i Omloopklep (ter plaatse te voorzien)
j Gebruikersinterface (slaaf)
De vloerverwarming of warmtepompaansluiting wordt
rechtstreeks op de binnenunit aangesloten.
De kamertemperatuur wordt geregeld door de
gebruikersinterface, die als kamerthermostaat gebruikt wordt.
Mogelijke installaties:
De gebruikersinterface (standaardapparatuur) is in de kamer
geplaatst en wordt als kamerthermostaat gebruikt
De gebruikersinterface (standaardapparatuur) wordt bij de
binnenunit geplaatst en als regelaar gebruikt dicht bij de
binnenunit + de gebruikersinterface (optionele apparatuur
EKRUAHT) wordt in de kamer geplaatst en als
kamerthermostaat gebruikt
(1) Voor meer informatie hierover, zie de handleiding van de verwarmingskit
op pagina "9. De optionele EKBUHAA(6V3/6W1) verwarmingskit
installeren" op pagina 26 van deze handleiding.
Installatiehandleiding en gebruiksaanwijzing
6
Binnenunit voor VRV IV-Systeem
HXY080+125A8V1BF
4P405267-1C – 2021.04
Voordelen
C
B
A
d
B
A
d
b
e
c
ff
ii
a
g
h
g
a
cbd
e
f
e
Economisch. U hebt GEEN additionele externe
kamerthermostaat nodig.
Grootste comfort en effectiviteit.De slimme
kamerthermostaatfunctie kan de gewenste
aanvoerwatertemperatuur verhogen of verlagen op basis van de
werkelijke kamertemperatuur (aanpassing). Dit resulteert in
volgende zaken:
Een stabiele kamertemperatuur die aan de gewenste
temperatuur voldoet (groter comfort)
Minder AAN/UIT-cycli (stiller, groter comfort en grotere
effectiviteit)
De laagst mogelijke aanvoerwatertemperatuur (grotere
effectiviteit)
Gemakkelijk. U kunt de gewenste kamertemperatuur
gemakkelijk via de gebruikersinterface instellen:
Voor uw dagelijkse behoeften kunt u voorgeprogrammeerde
waarden en programma's gebruiken.
Om af te wijken van uw dagelijkse behoeften kunt u tijdelijk
afwijken van de voorgeprogrammeerde waarden en
programma's.
Vloerverwarming of warmtepompconvectoren – Externe
kamerthermostaat
Opstelling
5.3.Een hulpwarmtebron gebruiken
a Buiten-VRV IV-warmtepomp
b Vloerverwarmingslus (ter plaatse te voorzien)
c Verdeelstuk (ter plaatse te voorzien)
d Hulpwarmtebron (ter plaatse te voorzien)
e Afsluiter
f Aquastatklep (ter plaatse te voorzien)
g Omloopklep (ter plaatse te voorzien)
OPMERKING
Controleer of de extra ketel en zijn integratie in het
systeem voldoen aan de geldende wetgeving.
Daikin is NIET verantwoordelijk voor foute of onveilige
situaties in het systeem van de extra ketel.
Zorg ervoor dat het retourwater naar de warmtepomp NIET
warmer dan 45°C is. Om hiervoor te zorgen:
Stel de gewenste watertemperatuur via bediening van de
extra ketel in op maximum 45°C.
Plaats een aquastatklep in het retourwaterdebiet van de
warmtepomp.
Stel de aquastatklep in om te sluiten boven de 45°C en open
te gaan onder de 45°C.
Plaats terugslagkleppen.
Zorg ervoor dat er maar 1 expansievat in het watercircuit
aanwezig zijn. De binnenunit is al uitgerust met een
expansievat.
Als alternatief kan de optie EKBUH overwogen worden. De optionele
verwarmingskit zal voor additionele capaciteit zorgen wanneer de
capaciteit van de warmtepomp onvoldoende is. Zie "9. De optionele
A Aanvoerwatertemperatuur primaire zone
B Een enkele kamer
C Een enkele kamer
a Buiten-VRV IV-warmtepomp
b VRV-binnenunitcassette met rechtstreekse expansie (DX)
c HXY(080/125)
d Externe kamerthermostaat
e Koelmiddelleidingen
f Waterleidingen
g Vloerverwarmingslus
h Ventilatorconvector
i Omloopklep (ter plaatse te voorzien)
De vloerverwarming of warmtepompconvectoren worden
rechtstreeks op de binnenunit aangesloten.
De kamertemperatuur wordt geregeld door de externe
kamerthermostaat (voor deze optie is de vraag-printplaat nodig).
EKBUHAA(6V3/6W1) verwarmingskit installeren" op pagina 26 voor
meer informatie.
6.Voorbereiding
6.1.De installatieplaats voorbereiden
Installeer de unit NIET op een plaats die vaak als werkplaats wordt
gebruikt. Wanneer bouwwerken (bijv. slijpwerk) worden uitgevoerd
waarbij veel stof wordt geproduceerd, moet de unit worden afgedekt.
Kies een installatieplaats met voldoende ruimte om de unit in en uit
de site te kunnen dragen.
HXY080+125A8V1BF
Binnenunit voor VRV IV-Systeem
4P405267-1C – 2021.04
Installatiehandleiding en gebruiksaanwijzing
7
6.1.1.Vereisten voor de plaats waar de binnenunit
(mm)
geïnstalleerd wordt
WAARSCHUWING
Neem gepaste maatregelen om te voorkomen dat kleine
dieren gaan nestelen in de unit.
Kleine dieren die in contact komen met elektrische
onderdelen kunnen storingen, rook of brand veroorzaken.
Deel aan de klant mee dat het zeer raadzaam is om de
ruimte rond de unit schoon te houden.
Selecteer een installatieplaats die voldoet aan de volgende eisen:
Alle lengten en afstanden van de leidingen zijn nageleefd (voor
de vereisten betreffende de lengte van de koelmiddelleidingen,
raadpleeg de installatiehandleiding van de buitenunit).
Houd rekening met de volgende richtlijnen:
Vereiste Waarde
Maximum toegestane lengte voor de
koelmiddelleidingen tussen de binnenunit en de
buitenunit
Maximum toegestaan hoogteverschil tussen de
binnenunit en de buitenunit
(a) Zie de beperkingen op de lengte van de leidingen van de VRV IV vooraleer
beslissingen te nemen over de integratie van het volledige VRV-systeem.
<135 m
<15 m
(a)
(a)
OPMERKING
Houd rekening met de volgende richtlijnen inzake de
benodigde ruimte.
Voldoende ruimte rond de unit voor luchtcirculatie.
Er kan geen brand ontstaan als gevolg van lekkage van licht
ontvlambare gassen.
De apparatuur is niet bedoeld voor gebruik in een omgeving
waar ontploffingsgevaar is.
Zorg ervoor dat in het geval van een waterlek, het water geen
schade kan berokkenen aan de installatieruimte en de
omgeving.
Neem voldoende voorzorgsmaatregelen in overeenstemming
met de geldende wetgeving, voor het geval van een
koelmiddellek.
Neem voorzorgsmaatregelen indien de unit in een kleine ruimte
wordt geïnstalleerd zodat de concentratie koelmiddel bij een evt.
koelmiddellekkage niet de max. toegestane veiligheidslimieten
overschrijdt.
Installeer de unit NIET in een van de volgende plaatsen:
In de aanwezigheid van dampen van minerale olie, oliespray
of -dampen.
De kwaliteit van de onderdelen in kunststof kan verminderen en
ze kunnen van het toestel vallen of waterlekken veroorzaken.
Installeer de unit NIET op plaatsen waar lawaai kritiek is (bijv. in
de buurt van slaapkamers en dergelijke), zodat het lawaai dat hij
maakt wanneer hij werkt geen overlast veroorzaakt.
Opmerking: Als het lawaai wordt gemeten in reële
installatieomstandigheden, zal de gemeten waarde groter zijn
dan het geluidsdrukniveau vermeld in Geluidspectrum omwille
van het omgevingslawaai en de geluidsreflecties.
De ondergrond moet sterk genoeg zijn om het gewicht van de
unit te dragen.
Zorg ervoor dat in het geval van een waterlek, het water geen
schade kan berokkenen aan de installatieruimte en de
omgeving.
Op zeer vochtige plaatsen (rel. vochtigheid=max. 85%), bijv. een
badkamer.
Op plaatsen onderhevig aan vorst. De omgevingstemperatuur
rond de binnenunit moet >5°C bedragen.
De binnenunit is ontworpen om alleen binnen geïnstalleerd te
worden bij binnentemperaturen van 5~35°C in de koelstand en
5~30°C in de verwarmingstand.
6.2.Het watercircuit voorbereiden
6.2.1.Het type warmtegeneratoren selecteren
Het selecteren van de warmtegeneratoren wordt aan de
eindgebruiker overgelaten. De keuze van de warmtegeneratoren zal
de nodige watertemperatuur bepalen die de unit dan moet
genereren.
De volgende bereiken kunnen bepaald worden op basis van de voor
de warmtegeneratoren nodige watertemperatuur:
1 Lage temperatuur (bereik verwarmings-aanvoerwater-
temperatuur van 25°C tot 40°C, bereik koelaanvoerwatertemperatuur van 25°C tot 18°C).
Typisch voorbeeld: vloerverwarming.
2 Middelmatige temperatuur (bereik verwarmings-aanvoerwater-
temperatuur van 40°C tot 45°C, bereik koelaanvoerwatertemperatuur van 12°C tot 7°C).
Typisch voorbeeld: lagetemperatuurradiatoren (verwarming) en
-convectoren (verwarming en koeling).
Na de keuze van de warmtegeneratoren dient de capaciteit van deze
warmtegeneratoren bepaald te worden en hieruit, hun maten voor de
verschillende kamers, evenals waar ze in de verschillende kamers
geplaatst zullen worden.
Een belangrijke parameter voor de warmtegeneratoren is het
temperatuurverschil tussen het retourwater en het aanvoerwater.
Dit verschil bepaalt het waterdebiet in de installatie.
Tot slot dient het plan van de leidingen vanuit de warmtebron tot de
verschillende warmtegeneratoren getekend te worden.
Dit plan zal uiteindelijk de volgende belangrijke parameters bepalen:
het minimum watervolume in het systeem,
het maximum watervolume in het systeem,
het minimum- en maximumdebiet van het water in het systeem,
het maximum drukverschil in het systeem.
WAARSCHUWING
Te hoge koelmiddelconcentraties in een gesloten ruimte
kunnen leiden tot een gebrek aan zuurstof.
Klim, zit of sta niet op de unit.
Plaats geen voorwerpen of uitrusting bovenop de unit
(bovenplaat).
Installatiehandleiding en gebruiksaanwijzing
8
Binnenunit voor VRV IV-Systeem
HXY080+125A8V1BF
4P405267-1C – 2021.04
6.2.2.Vereisten voor het watercircuit
M
T
FCU2
FCU3
FHL1
FHL2
FHL3
abc
de
ef
g
g
g
g
65°C
Gebruik de binnenunit alleen in een gesloten waterinstallatie.
Het systeem in een open waterinstallatie gebruiken zou
overmatige corrosie als gevolg hebben.
De maximumwatertemperatuur bedraagt 45°C (verwarming) en
de minimumwatertemperatuur 5°C (koeling).
De maximumwaterdruk bedraagt 3 bar.
Voorzie gepaste veiligheden in het watercircuit om ervoor te
zorgen dat de maximumdruk NIET overschreden wordt.
Alle geplaatste leidingen en leidingtoebehoren (kleppen, kranen,
verbindingsstukken, enz.) dienen bestand te zijn tegen de
volgende temperaturen.
De met de unit meegeleverde afsluiters dienen gemonteerd te
worden om de unit te kunnen onderhouden zonder het water uit
de installatie te moeten aflaten.
Maak alle waterleidingverbindingen en -aansluitingen in
overeenstemming met de geldende wetgeving en het schema
dat bij de unit werd meegeleverd en houd hierbij rekening met
de waterin- en -uitlaat.
Oefen GEEN overdreven kracht uit wanneer u de leidingen
aansluit. Vervormde leidingen kunnen storingen in de unit
veroorzaken.
Voorzie aftappunten op alle lage punten van de installatie om
het watercircuit volledig te kunnen aflaten.
Zorg voor een geschikte afvoer voor de veiligheidsklep om te
vermijden dat water in contact komt met elektrische onderdelen.
Voorzie ontluchtingspunten op alle hoge punten van de
installatie; deze punten moeten voor onderhoud gemakkelijk
bereikbaar zijn. De binnenunit is voorzien van een automatische
ontluchting. Controleer of deze ontluchtingsklep NIET te hard is
vastgedraaid, zodat het watercircuit automatisch ontlucht kan
worden.
Gebruik alleen materialen die compatibel zijn met water dat in
de installatie gebruikt wordt en met de materialen van de
binnenunit.
Controleer of alle componenten in de lokale leidingen bestand
zijn tegen de waterdruk en watertemperatuur.
INFORMATIE
De volgende afbeelding is een voorbeeld en stemt
mogelijk NIET overeen met de lay-out van uw installatie.
a Buitenunit (VRV IV-warmtepomp)
b Binnenunit HXY(080/125)
c Warmtewisselaar
d Pomp
e Afsluiter
f Gemotoriseerde 2-wegsklep (ter plaatse te voorzien)
g Verdeelstuk
FCU1...3 Ventilatorconvector (optioneel)
FHL1...3 Vloerverwarmingslus (optioneel)
T Kamerthermostaat (optioneel)
Wanneer ook niet koperen metalen leidingen gebruikt worden,
isoleer dan het koper goed van het niet koper, zodat ze NIET
met elkaar in contact kunnen komen. Dit, om galvanische
corrosie te vermijden.
Gebruik nooit onderdelen met een zinkbekleding in het
watercircuit. Aangezien het watercircuit in de unit uit koperen
buizen bestaat, kan anders overmatige corrosie optreden.
Gebruik alleen gereedschap dat voor koper geschikt is,
aangezien koper een zacht materiaal is. Anders kunnen buizen
beschadigd worden.
Selecteer de diameter voor de waterleidingen op basis van het
vereiste waterdebiet en de beschikbare externe statische druk
van de pomp. Zie "14. Technische gegevens" op pagina 40 voor
de grafieken voor de externe statische drukken voor de
binnenunit.
U kunt het vereiste minimumwaterdebiet voor de werking van de
binnenunit in de volgende vinden. Als het waterdebiet kleiner is,
zullen debietstoring A6 verschijnen en de binnenunit stoppen
met werken.
ModelMinimumwaterdebiet (l/min)
HXY080A8V1B15
HXY125A8V1B15
Het is ten zeerste aangewezen een additionele filter in het
watercircuit van de verwarming te monteren. Om daarbij stukjes
metaal afkomstig uit de lokale verwarmingsleidingen te
verwijderen, wordt geadviseerd een magneet- of cycloonfilter te
gebruiken om fijne deeltjes te verwijderen. Kleine deeltjes
kunnen de unit beschadigen en worden NIET door de
standaardfilter van de warmtepompinstallatie verwijderd.
Als er lucht of stof in het watercircuit terechtkomen, kunnen er
storingen ontstaan. Om dit te voorkomen:
gebruik alleen schone buizen
houd de uiteinden van de leidingen omlaag tijdens het
verwijderen van bramen.
dek de uiteinden van de leiding af wanneer u de leiding door
een muur steekt, zodat stof noch vuil in de leiding kan
indringen.
gebruik een goed draadafdichtmiddel om verbindingen
waterdicht te maken.
Om veiligheidsredenen is het NIET toegestaan glycol in het
watercircuit toe te voegen.
De installatie moet voldoen aan de geldende wetgeving en
vereist mogelijk bijkomende hygiënische installatiemaatregelen.
Conform de geldende wetgeving moeten er mogelijk
thermostatische mengkranen worden geïnstalleerd.
6.2.3.Formule om de voordruk van het expansievat te
berekenen
De voordruk (Pg) van het expansievat hangt af van het
hoogteverschil (H) van de installatie:
Pg=0,3+(H/10) (bar)
6.2.4.Het watervolume controleren
De binnenunit heeft een expansievat van 10 liter met een vooraf
ingestelde voordruk van 1 bar.
Om zeker te zijn dat de unit naar behoren werkt:
controleer het minimum en het maximum watervolume.
U moet mogelijk de voordruk van het expansievat aanpassen.
HXY080+125A8V1BF
Binnenunit voor VRV IV-Systeem
4P405267-1C – 2021.04
Installatiehandleiding en gebruiksaanwijzing
9
Minimum watervolume
FHL1
FHL2
FHL3
M1
T1
M2T2M3
T3
fecbag
de
.3
.5
1
.5
2
.5
10050
0
20
150200250300350400450
b
a
Controleer of het totale watervolume in de installatie minimum
20 liter bedraagt, waarbij het watervolume in de binnenunit NIET
inbegrepen is.
INFORMATIE
Voor cruciale processen of in kamers met een grote
warmtebelasting kan extra watervolume vereist zijn.
OPMERKING
Wanneer de circulatie in elke ruimteverwarmingslus
geregeld wordt door op afstand bediende kleppen, is het
belangrijk dat dit minimum watervolume behouden blijft,
zelfs wanneer alle kleppen dicht zijn.
a Buitenunit (VRV IV-warmtepomp)
b Binnenunit HXY(080/125)
c Warmtewisselaar
d Pomp
e Afsluiter
f Verdeelstuk (ter plaatse te voorzien)
g Omloopklep (ter plaatse te voorzien)
FHL1...3 Vloerverwarmingslus (ter plaatse te voorzien)
T1...3 Individuele kamerthermostaat (optioneel)
M1...3 Individuele gemotoriseerde klep voor het regelen van lus
FHL1...3
(ter plaatse te voorzien)
Maximum watervolume
Gebruik de volgende grafiek om het maximum watervolume voor de
berekende voordruk te bepalen.
a
2
Voorbeeld: het maximum watervolume en de voordruk in het
expansievat
Hoogteverschil
in de
installatie
≤7 mDe voordruk moet niet
>7 mDoe het volgende:
(a) Er is een hoogteverschil (m) tussen het hoogste punt van het watercircuit en de
binnenunit. Als de binnenunit zich op het hoogste punt van de installatie bevindt,
bedraagt de installatiehoogte 0 m.
Watervolume
≤ 280 l>280 l
(a)
bijgeregeld worden.
• Verhoog de voordruk.
• Controleer of het
watervolume NIET groter
is dan het maximum
toegestaan watervolume.
Doe het volgende:
• Verlaag de voordruk.
• Controleer of het
watervolume NIET
groter is dan het
maximum
toegestaan
watervolume.
Het expansievat van
de binnenunit is te
klein voor de
installatie.
6.2.5.De voordruk van het expansievat wijzigen
OPMERKING
Alleen een erkende installateur mag de voordruk in het
expansievat aanpassen.
Indien de standaard ingestelde voordruk in het expansievat (1 bar)
bijgeregeld moet worden, houd dan rekening met de volgende
richtlijnen:
Gebruik alleen droge stikstof om de voordruk in het expansievat
bij te regelen.
Een verkeerde instelling van de voordruk in het expansievat leidt
tot storingen in de installatie.
Om de voordruk in het expansievat te wijzigen, verlaag of verhoog de
druk van het stikstof via de schräderklep van het expansievat.
a Schräderklep
1
6.2.6.Het watervolume controleren: voorbeelden
Voorbeeld 1
De binnenunit is 5 m onder het hoogste punt in het watercircuit
geïnstalleerd. Het totale watervolume in het watercircuit bedraagt 100 l.
0
0
a Voordruk (bar)
b Maximum watervolume (l)
Er zijn bijregelingen of acties nodig.
Voorbeeld 2
De binnenunit is op het hoogste punt in het watercircuit geïnstalleerd.
Het totale watervolume in het watercircuit bedraagt 350 l.
Acties:
Omdat het totale watervolume (350 l) meer bedraagt dat het
standaard watervolume (280 l), moet de voordruk verlaagd
worden.
Installatiehandleiding en gebruiksaanwijzing
10
De vereiste voordruk bedraagt:
Pg = (0,3+(H/10)) bar = (0,3+(0/10)) bar = 0,3 bar.
Het overeenstemmend maximum watervolume aan 0,3 bar
bedraagt 410 l. (Zie hoger op de grafiek in het hoofdstuk).
Omdat 350 l kleiner is dan 410 l, is het expansievat geschikt
voor de installatie.
Binnenunit voor VRV IV-Systeem
HXY080+125A8V1BF
4P405267-1C – 2021.04
6.3.De elektrische bedrading voorbereiden
5
8
0
1
5
0
0
0
a
b
1
6
b
a
e
f
d
c
10
11
8
2
3
4
5
9
17
g
h
14
12
13
6.3.1.Over het voorbereiden van de elektrische bedrading
WAARSCHUWING
Sluit correct op de aarde aan. Aard de unit NIET via
een nutsleiding, een piekspanningsbeveiliging of de
aarding van de telefoon. Een onvolledige aarding kan
elektrische schokken veroorzaken.
Plaats de vereiste zekeringen of stroomonderbrekers.
Bevestig de elektrische bedrading met kabelbinders,
zodat deze niet in contact kan komen met de buizen
of scherpe randen, vooral langs de hogedrukzijde.
Gebruik GEEN draden met tape, geen gevlochten
geleiders, geen verlengkabels en geen aansluitingen
van een sterinstallatie. Deze kunnen zorgen voor
oververhitting of elektrische schokken of brand
veroorzaken.
Al de bedrading moet door een erkende elektricien
uitgevoerd worden en voldoen aan de geldende
wetgeving.
Maak elektrische verbindingen op de bevestigde
bedrading.
Alle op de site geleverde componenten en alle
elektrische constructies dienen te voldoen aan de
geldende wetgeving.
WAARSCHUWING
De binnenunit moet een eigen elektrische voeding
hebben.
a Normale elektrische voeding
b Zekering
1 Elektrische voeding voor
buitenunit
De optionele verwarmingskit (EKBUH) moet een
eigen elektrische voeding hebben.
6.3.2.Overzicht van de elektrische aansluitingen op de
binnenunit
De volgende afbeelding illustreert de nodige ter plaatse te voorziene
bedrading.
INFORMATIE
De volgende afbeelding is een voorbeeld en stemt
mogelijk NIET overeen met de lay-out van uw
installatie.
Voor meer informatie, zie "14.2. Bedradingschema"
op pagina 41.
a Eigen elektrische voeding voor de binnenunit
b HXY(080/125)
c Gebruikersinterface
d Optionele gebruikersinterface
e Optionele verwarmingskit
f Eigen elektrische voeding voor de externe back-
upverwarmingskit
g Optionele kamerthermostaat
h Elektrische voeding van 230 V AC
Maximaal
opgenomen
Onderdeel BeschrijvingBedrading
Bedrading voor hoge spanningen (bundel voor hoge spanningen)
1Elektrische voeding van de
2uitgang voor storingen20,3 A
3Uitgang werking AAN/UIT20,3 A
4Uitgang koeling/verwarming20,3 A
5Uitgang stap 1/2
6Elektrische voeding externe
Bedrading voor lage spanningen (bundel voor lage spanningen)
7Transmissie binnen/buiten2
8Transmissie
9Veiligheid externe
10Thermostaatingang 12
11Thermostaatingang 22
12Signaal werking AAN2
13Signaal werking UIT2
14Elektrische voeding van
(a) Zie naamplaatje op binnenunit.
(b) Minimum kabeldoorsnede 0,75 mm².
(c) Kabeldoorsneden begrepen tussen 0,75 mm² en 1,25 mm².
binnenunit
verwarmingskit
verwarmingskit
gebruikersinterface
verwarmingskit
230 V AC (alleen voor de
draadloze kamerthermostaat
EKRTR1)
2+GND
3
Voor meer informatie, zie de
installatiehandleiding van de
optionele kit.
2
2
2<1 A
stroom
(a)
(b)
(b)
(b)
(b)
(c)
(c)
(b)
(b)
(b)
(b)
(b)
HXY080+125A8V1BF
Binnenunit voor VRV IV-Systeem
4P405267-1C – 2021.04
Installatiehandleiding en gebruiksaanwijzing
11
7.Installatie
60kg
1
2
4x
1
2
3
3
2x
4356
87
2x
9
2x
10
11
1
2
2
2
4x
1213
b
a
Lees eerst de aanwijzingen in vorige hoofdstuk vooraleer tot de
installatie over te gaan.
INFORMATIE
De installatie dient door een installateur uitgevoerd te
worden; de keuze van het materiaal en de installatie
dienen te voldoen aan de toepasselijke wetgeving. In
Europa dient de norm EN378 gehanteerd te worden.
7.1.De binnenunit monteren
7.1.1.De binnenunit installeren
1 Neem de toebehoren uit de unit, zie de aanwijzingen in
hoofdstuk "3.1.2. De toebehoren uit de binnenunit nemen" op
pagina 4.
WAARSCHUWING
Scheur plastic verpakkingen en gooi deze weg zodat
kinderen er niet mee kunnen spelen. Kinderen die spelen
met plastic zakken lopen verstikkingsgevaar.
2 Installeer de binnenunit op de volgende manier.
OPGELET
Grijp de leidingen NIET vast om de binnenunit op te heffen.
OPMERKING
Houd voor de plaatsing rekening met de richtlijnen inzake
de benodigde ruimte beschreven in "6.1.1. Vereisten voor
de plaats waar de binnenunit geïnstalleerd wordt" op
pagina 8.
Installatiehandleiding en gebruiksaanwijzing
12
7.1.2.De lekbakkit installeren
Indien een lekbakkit (EKHBDPCA2) nodig is, installeer deze dan
vooraleer de koelmiddelleidingen, de waterleidingen en de
elektrische bedrading aan te sluiten.
Om deze lekbakkit te installeren, zie de installatiehandleiding van de
lekbakkit.
7.1.3.De koelmiddelleiding op buitenunit aansluiten
a Koelvloeistofaansluiting Ø9,52 mm
1 Sluit de vloeistofleiding komende van de buitenunit aan op de
b Koelgasaansluiting Ø15,9 mm
koelvloeistofaansluiting van de binnenunit.
2 Sluit de gasleiding komende van de buitenunit aan op de
koelgasaansluiting van de binnenunit.
Binnenunit voor VRV IV-Systeem
HXY080+125A8V1BF
4P405267-1C – 2021.04
Voor meer informatie over het vacumeren en de bediening van de
ab
12
4x
3
unit tijdens het vacumeren, zie de installatiehandleiding van de
buitenunit.
Voor meer informatie over de maten van de leidingen en het
selecteren van refnet, zie de installatiehandleiding van de buitenunit.
OPMERKING
Schakel de spanning op de unit NIET in vooraleer het
vacumeren volledig gedaan is. Indien dit toch zou
gebeuren, raadpleeg dan de aanwijzingen in de
installatiehandleiding van de buitenunit om ervoor te
zorgen dat er geen vuil, lucht of stikstof in de leidingen kan
komen.
7.2.3.Het watercircuit vullen
1 Sluit de watertoevoerslang aan op de aftap- en vulkraan.
7.2.De waterleidingen aansluiten
7.2.1.De waterleidingen aansluiten
OPMERKING
Oefen GEEN overdreven kracht uit wanneer u de leidingen
aansluit. Vervormde leidingen kunnen storingen in de unit
veroorzaken.
Er zijn 2 afsluiters voorzien voor service en onderhoud. Monteer een
op de wateringang en een op de wateruitgang. Let op in welke
richting u ze monteert. De richting van de ingebouwde aftapkranen is
belangrijk voor servicewerkzaamheden.
1 Monteer de afsluiters op de waterleidingen.
a Waterinlaat
b Wateruitlaat
2 Schroef de moeren van de binnenunit op de afsluiters.
3 Sluit de lokale leidingen aan op de afsluiters.
OPMERKING
Er wordt best een drukregelaar geïnstalleerd op de koudwaterinlaat, conform de geldende wetgeving.
7.2.2.De bodemplaat plaatsen en de afvoerslang van de
veiligheidsklep aansluiten
2 Open de aftap- en vulkraan.
3 Zorg ervoor dat het automatisch ontluchtingsventiel open staat
(minstens 2 draaien).
4 Vul met watercircuit tot de manometer een druk aangeeft van
±2,0 bar.
5 Ontlucht het watercircuit zoveel als mogelijk.
OPMERKING
De aanwezigheid van lucht in het watercircuit kan de
debietschakelaar (ook "flowschakelaar" genaamd)
slecht doen werken. Tijdens het vullen kan wellicht
niet alle lucht uit het circuit worden verwijderd. De
resterende lucht zal tijdens de eerste uren in bedrijf
van het systeem via de automatische
ontluchtingsventielen verwijderd worden. Achteraf kan
het nodig zijn extra water te moeten bijvullen.
Alleen pompen om de lucht uit het systeem te halen
kan via lokale instellingen. Voor meer informatie, zie
de lokale instellingen van [E-04] in hoofdstuk
"[E] Servicestand" op pagina 21.
Een teveel aan water kan door de unit via de
drukveiligheidsklep worden afgevoerd.
De waterkwaliteit moet voldoen aan de EU-richtlijn
98/83 EC.
6 Sluit de aftap- en vulkraan.
7 Koppel de watertoevoerslang los van de aftap- en vulkraan.
OPMERKING
De naald die de waterdruk op de manometer aangeeft,
varieert volgens de watertemperatuur (hogere druk bij
hogere watertemperatuur).
De waterdruk moet echter steeds groter dan 1 bar zijn om
te voorkomen dat lucht in het circuit zou binnendringen.
HXY080+125A8V1BF
Binnenunit voor VRV IV-Systeem
4P405267-1C – 2021.04
7.2.4.De waterleidingen isoleren
De leidingen van het volledige watercircuit moeten worden
geïsoleerd om geen condensatie te hebben tijdens het koelen en de
capaciteitverliezen te beperken tijdens het verwarmen en het koelen.
Als de temperatuur hoger is dan 30°C en de vochtigheid meer dan
80% bedraagt, moet het afdichtingsmateriaal minstens 20 mm dik
zijn om condensatie aan de oppervlakte van de afdichting te
voorkomen.
Installatiehandleiding en gebruiksaanwijzing
13
Loading...
+ 33 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.