08 Nota *tal como estabelecido em <A> e com o parecer
09 Примечание * как указано в <A> и в соответствии с
16 követi a(z):
17 zgodnie z postanowieniami Dyrektyw:
18 în urma prevederilor:
according to the Certificate<C>.
beurteilt gemäß Zertifikat<C>.
<B> conformément au Certificat <C>.
<B> overeenkomstig Certificaat <C>.
07 Ì ًÚËÛË Ùˆv ‰È·Ù¿Íˆv Ùˆv:
08 de acordo com o previsto em:
09 в соответствии с положениями:
01 Note *as set out in <A> and judged positively by <B>
02 Hinweis *wie in der <A> aufgeführt und von <B> positiv
03 Remarque *tel que défini dans <A> et évalué positivement par
04 Bemerk *zoals vermeld in <A> en positief beoordeeld door
05 Nota *como se establece en <A> y es valorado
10 Bemærk *som anført i <A> og positivt vurderet af <B> i
positivamente por <B> de acuerdo con el
Certificado <C>.
uction Technique.
uctiedossier samen te stellen.
o de Construcción Técnica.
Tecnico di Costruzione.
Daikin Europe N.V. is authorised to compile the Technical Construction File.
Daikin Europe N.V. hat die Berechtigung die Technische Konstruktionsakte zusammenzustellen.
Daikin Europe N.V. est autorisé à compiler le Dossier de Constr
Daikin Europe N.V. is bevoegd om het Technisch Constr
Daikin Europe N.V. está autorizado a compilar el Archiv
**
02
**
03
**
04
**
05
Daikin Europe N.V. è autorizzata a redigere il File
**
06
3PW66183-2
**
01
Inhoudstafel
1 Inleiding
2 Voorzorgsmaatregelen bij installatie
3 De installatie van de ventilo-convector voorbereiden
4 De ventilo-convector installeren
1.1 Over ventilo-convectoren
1.2 Over deze ventilo-convector
1.3 Over dit document
1.3.1 Betekenis van waarschuwingen en symbolen
3.1 Controleer of u alle optionele apparatuur heeft
3.2 Controleer de juiste installatieplaats
3.3 De installatieruimte voorbereiden
3.4 Het waterleidingwerk voorbereiden
3.5 Het elektrische leidingwerk voorbereiden
3.6 De installatie van optionele apparatuur voorbereiden
4.1 De unit uitpakken
4.2 Controleren of alle accessoires zijn meegeleverd
4.3 De plafondopening voorbereiden
4.4 De unit bevestigen
4.5 Het waterleidingwerk installeren
4.5.1 De waterleidingen aansluiten
4.5.2 De waterleidingen isoleren
4.5.3 Het watercircuit vullen
4.6 De elektrische bedrading aansluiten
4.6.1 De voeding aansluiten
4.6.2 Afstandsbediening en transmissiebedrading van unit aansluiten
4.6.3 De stuurkast sluiten
4.7 Het afvoerleidingwerk installeren
4.7.1 De afvoerleidingen in het gebouw installeren
4.7.2 Sluit de afvoerleidingen aan op de unit
4.7.3 De afvoerleidingen testen
4.8 Optionele apparatuur installeren
1
1
1
1
2
3
4
4
5
6
6
7
9
10
10
10
11
12
15
15
16
16
17
20
21
21
21
21
23
24
25
5 De ventilo-convector in bedrijf stellen
5.1 Voltooiing van installatie controleren
5.2 De unit configureren
5.3 De installatie testen
5.4 Overhandiging aan de gebruiker
27
27
28
29
30
6 Reparatie en onderhoud
7 Woordenlijst
6.1 Onderhoudstaken
6.2 Reparatie van de unit
31
31
33
34
1Inleiding
Over ventilo-convectoren
1.1Over ventilo-convectoren
Een ventilo-convector verwarmt en koelt individuele ruimtes. De unit creëert een aangename
omgeving voor zowel commerciële als residentiële toepassingen. Ventilo-convectoren
worden veelvuldig gebruikt voor de airconditioning van kantoren, hotels en huizen.
De belangrijkste onderdelen van ventilo-convectoren zijn:
■ een
■ e
De warmtewisselaar ontvangt warm of koud water van
ventilator verspreidt de warmte of koelte om de temperatuur van een ruimte te regelen.
DAIKIN biedt een uitgebreid assortiment ventilo-convectoren bestaande uit zowel inbouwals zichtbare units.
producten.
Over deze ventilo-convector
1.2Over deze ventilo-convector
ventilator,
en convector (warmtewisselaar).
Neem contact op met uw DAIKIN dealer voor een lijst met verwante
1 Inleiding
een verwarmings- of koelingsbron. De
De modelidentificatiecode betekent:
FW
Waterventiloconvector
C
Sub
06
B
7
T
V1
klasse:
Cassette
C: 3x3
To ta le
koelingcapaciteit
(kW)
Belangrijke
model
wijziging
Kleine
model
wijziging
Convectortype:
T: 2 leidingen
F: 4 leidingen
1-fasig /
50 Hz /
220-240
V
B
Geproduceerd
in Europa
De volgende modellen zijn verkrijgbaar:
■ FWC
06-07-08-09B7TV1B
Ventilo-convectoren met 2 leidingen hebben één aanvoer- en één retourleiding. De
aan
voerleiding kan warm of koud water aanvoeren naar de unit.
■ FWC
06-07-08-09B7FV1B
Ventilo-convectoren met 4 leidingen hebben twee aanvoerleidingen en twee
reto
urleidingen. Hierdoor kan er warm of koud water in de unit, wat toelaat om
verschillende delen van een gebouw tegelijk te verwarmen en te koelen. Gebruik dit type
s u een afzonderlijke bron hebt voor koeling en voor verwarming.
al
Over dit document
1.3Over dit document
FWC
Ventilo-convectoren
4PW64525-1 – 09.2010
Installatiehandleiding
1
1 Inleiding
Dit document is een installatiehandleiding. Het is bedoeld voor de installateur van dit
product. Het beschrijft de installatie-, inbedrijfstellings- en onderhoudsprocedures van de unit
en dient als hulp als er zich problemen voordoen. Lees de relevante delen van de handleiding
zorgvuldig door.
Hoe de handleiding verkrijgen?
■ Er
wordt een gedrukte versie van de handleiding meegeleverd met de unit.
■ Neem contact op me
t uw lokale DAIKIN dealer voor een elektronische versie van de
handleiding.
Voor gedetailleerde instructies over hoe de verwante produ
installeren en bedienen, raadpleeg de relevante catalogi, vakliteratuur of
producthandleidingen voor die producten.
De oorspronkelijke documentatie is geschreven in
het Engels. Alle andere talen zijn
vertalingen van de oorspronkelijke documentatie.
Over dit document
1.3.1 Betekenis van waarschuwingen en symbolen
Waarschuwingen in deze handleiding worden geclassificeerd volgens hun ernst en
waarschijnlijkheid.
Gevaar: Geeft een dreigende gevaarlijke situatie aan die, indien niet vermeden, de
dood of ernstige verwonding kan veroorzaken.
cten en/of optionele apparatuur te
Waarschuwing: Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, indien niet
vermeden, de dood of ernstige verwonding kan veroorzaken.
Opgelet: Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, indien niet vermeden, lichte
of matige verwonding kan veroorzaken.
Opmerking: Geeft situaties aan die kunnen leiden tot schade aan apparatuur of
eigendom.
Informatie: Dit symbool wijst op nuttige informatie, maar niet op waarschuwingen
voor gevaarlijke situaties.
Sommige soorten gevaar worden voorgesteld door speciale symbolen:
Elektrische stroom
Gevaar voor verbranding
Installatiehandleiding
2
Ventilo-convectoren
4PW64525-1 – 09.2010
FWC
2 Voorzorgsmaatregelen bij installatie
2Voorzorgsmaatregelen bij installatie
Alle in deze handleiding beschreven instructies moeten worden uitgevoerd door een
gecertificeerd installateur.
Installeer de unit volgens de instructies in de meegeleverde doc
van de bijkomende apparatuur (bv. besturing). Onjuiste installatie kan elektrische schok,
kortsluiting, lekken, brand of andere schade aan de apparatuur veroorzaken.
Draag de nodige persoonlijke bescherming (werkh
installatie, onderhoud of reparatie van de unit.
Als u niet zeker bent over de installatieprocedures of de bediening van de unit, neem dan altijd
con
tact op met uw lokale DAIKIN dealer voor advies en informatie.
Gevaar: elektrische schok
Schakel alle stroomtoevoer uit voordat u het
voordat u elektrische onderdelen aansluit of aanraakt.
Om elektrische schok te vermijden, moet u
het onderhoud van de elektrische onderdelen, uitschakelen. Zelfs na 1 minuut moet
u altijd de spanning meten aan de klemmen van de condensatoren van het
hoofdcircuit of van elektrische onderdelen. Zorg ook vóór het aanraken dat deze
spanningen maximaal 50 V DC bedragen.
umentatie en de handleidingen
andschoenen, veiligheidsbril) tijdens
deksel van de stuurkast verwijdert of
de stroomtoevoer 1 minuut of langer voor
Gevaar: hoge temperatuur
Raak de waterleidingen of interne onderdelen niet aan tijdens of onmiddellijk nadat
de ap
paratuur heeft gewerkt. De leidingen en interne onderdelen kunnen heet of koud
zijn, afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden van de unit.
Uw hand kan verbrand of bevroren raken als u de leidingen of interne onderdelen
aanraak
t. Om verwonding te vermijden moet u de leidingen en interne onderdelen de
tijd geven om terug op normale temperatuur te komen of, als u ze toch moet
aanraken, moet u zeker aangepaste werkhandschoenen dragen.
FWC
Ventilo-convectoren
4PW64525-1 – 09.2010
Installatiehandleiding
3
3 De installatie van de ventilo-convector voorbereiden
3De installatie van de ventilo-convector voorbereiden
Controleer of u alle optionele appar atuur heeft
3.1Controleer of u alle optionele apparatuur heeft
Sierpaneel
Sierpaneel - standaard
Sierpaneel - wit
Besturingen
Elektronische
Identificatiecode
BYCQ140CW1
BYCQ140CW1W
Identificatiecode
BRC7F532F
afstandsbediening draadloos (koelen en
verwarmen)
Sierpaneel voor de ventiloconvector met normale
afdekkingskleur.
Sierpaneel voor de ventiloconvector met witte
afdekkingen.
Beschrijving
Draadloze afstandsbediening
om elke ventilo-convector
afzonderlijk te bedienen met
koelende en verwarmende
functie.
Draadloze afstandsbediening
om elke ventilo-convector
afzonderlijk te bedienen met
enkel koelende functie.
Afstandsbediening met kabel
om elke ventilo-convector te
bedienen met koelende en
verwarmende functie.
Afstandsbediening voor
gecentraliseerde bediening
van alle aangesloten units.
Geavanceerde
afstandsbediening voor
gecentraliseerde bediening
van alle aangesloten units.
Afstandsbediening om alle
aangesloten units AAN of
UIT te zetten.
Installatiehandleiding
4
Luchtgeleidingsopties
Afsluitonderdeel van
luchtafvoeruitlaat
Vervangingsfilter met lange
levensduur
Verse luchtinlaatkit
Identificatiecode
KDBHQ55C140
KAFP551K160
KDDQ55C140
Beschrijving
Blokkeeronderdelen om één
of meer luchtuitlaten van de
ventilo-convector af te
sluiten.
Filter van hoge kwaliteit.
Kit die kan worden
aangesloten op het
ventilatiesysteem om verse
lucht aan te voeren naar de
ventilo-convector.
Ventilo-convectoren
4PW64525-1 – 09.2010
FWC
3 De installatie van de ventilo-convector voorbereiden
Sensor
Remote sensor
Timer
Programmatimer
Kleppen
2-wegsklep (AAN/UIT-type) EKMV2C09B7
3-wegsklep (AAN/UIT-type) EKMV3C09B7
Elektronische circuits
Klepregeling PCB
Optionele PCB voor MOD-
Identificatiecode
KRCS01-4
Identificatiecode
DST301BA51
Identificatiecode
Identificatiecode
EKRP1C11
EKFCMBCB7
busaansluiting
Bedradingsadapter voor
elektrische aanhangsels
KRP4A(A)53
KRP2A52
Beschrijving
Vervangingssensor om de
temperatuur op afstand te
meten op een andere locatie
dan waar de besturing zich
bevindt.
Beschrijving
Besturing met
programmatimingsfunctie.
Beschrijving
Elektronische 2-wegsklep
om de watertoevoer te
regelen.
Elektronische 3-wegsklep
om de watertoevoer te
regelen.
Beschrijving
Verplicht elektronisch circuit
wanneer 2-wegs of 3wegsklep wordt gebruikt.
Elektronisch circuit met
MOD-bus
interfaceaansluitingen.
Elektronisch circuit met extra
aansluitingen voor externe
input/outputsignalen.
Controleer de juiste installatieplaat s
3.2Controleer de juiste installatieplaats
Bij het kiezen van de installatieplaats, moet u rekening houden met de instructies die worden
beschreven in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.
Kies een installatieplaats die aan de vo
■ de ruimte rond de unit volstaat voor onderhouds- en reparatiewerken. Zie figuur “
ruimte voor installatie” op pagina 6.
ruimte rond de unit volstaat voor voldoende luchtcirculatie en luchtverdeling. Zie
■ de
figuur “Vereiste ruimte voor inst
■ de u
nit kan aan plafonds worden bevestigd tot een hoogte van maximaal 4,2 m. Vanaf een
hoogte van meer dan 3,2 m wordt het echter noodzakelijk om “field settings” in te stellen
met beh
ulp van de afstandsbediening van de unit.
Installeer de unit waar de hoogte van het sierpaneel meer dan 2,5 m bedraagt om
oeld aanraken te vermijden.
onbed
■ de l
■ het cond
■ de i
■ de u
uchtdoorlaat wordt niet belemmerd.
ensatiewater kan gemakkelijk worden afgevoerd.
nstallatieplaats is vorstvrij.
nit kan horizontaal worden geïnstalleerd.
lgende voorwaarden voldoet:
allatie” op pagina 6.
Vereiste
FWC
Ventilo-convectoren
4PW64525-1 – 09.2010
Installatiehandleiding
5
3 De installatie van de ventilo-convector voorbereiden
■ de unit moet zo ver mogelijk verwijderd van TL-lampen of andere bronnen die mogelijk
kunnen interfereren met het signaal van de afstandsbedieningen, worden geïnstalleerd.
298
De installatieruimte voorbereiden
≥2500
≥1500
*
a
≥1500
a
b
≥1500
*
Fig. 3.1: Vereiste ruimte voor installatie
a
Luchtuitlaat
b
Luchtinlaat
Informatie
Laat 200 mm of meer ruimte waar er een merkteken
* staat, aan de zijden waar de
luchtuitlaat wordt afgesloten.
Zie figuur “Vereiste ruimte voor inst
allatie” op pagina 6.
Informatie
De apparatuur is niet bedoeld voor gebruik in een omgeving waar ontploffingsgevaar
is.
3.3De installatieruimte voorbereiden
■ Gebruik bij de voorbereiding van de installatieruimte het papierpatroon dat is
meegeleverd met de unit. Meer informatie over de voorbereiding van de plafondopening,
is te vinden in hoofdstuk “De plafondopening voorbereiden” op pagina 11.
anneer de omgevingstemperatuur in de ingebouwde ruimte meer dan 30°C bedraagt en
■ W
er een relatieve vochtigheid van 80% heerst, of wanneer er verse lucht in het plafond
wordt geleid, is er extra isolatie nodig aan de buitenkant van de unit (polyethyleenschuim
met een dikte van minstens 10 mm).
Het waterleidingwe rk voorbereide n
3.4Het waterleidingwerk voorbereiden
De unit is uitgerust met een waterinlaat en -uitlaat die worden aangesloten op een
watercircuit. Het watercircuit geplaatst zijn door een installateur en moet voldoen aan de
geldende wetgeving.
Opmerking
De unit mag enkel worden gebruikt in combinatie met een gesloten watersysteem.
T
oepassing in combinatie met een open watercircuit kan overmatige corrosie van de
waterleidingen veroorzaken.
Voordat u aan het waterleidingnetwerk werkt, moet u de volgende punten controleren:
maximale waterdruk bedraagt 10 bar,
■ de
■ d
e minimale watertemperatuur bedraagt 5°C,
Installatiehandleiding
6
Ventilo-convectoren
4PW64525-1 – 09.2010
FWC
3 De installatie van de ventilo-convector voorbereiden
■ de maximale watertemperatuur bedraagt 70°C,
■ zo
rg dat onderdelen die in de “field piping” zitten bestand zijn tegen de waterdruk en -
temperatuur,
rg voor de nodige beschermingsmechanismen in het watercircuit om te verzekeren dat
■ zo
de waterdruk nooit de maximaal toegelaten bedrijfsdruk overschrijdt,
rg voor een geschikte afvoer voor de veiligheidsklep (indien geïnstalleerd) om te
■ zo
vermijden dat water in contact komt met elektrische onderdelen,
rg dat het waterdebiet overeenkomt met de onderstaande tabel,
■ zo
Minimaal waterdebiet
(l/min.)
FWC06-09B7TV1B
FWC06-09FV1B
Table 3.1: Maximaal en minimaal waterdebiet
5,4
5,4
■ plaats afsluitkleppen bij de unit zodat normaal onderhoud kan worden uitgevoerd zonder
het systeem te moeten laten leeglopen,
■ plaats aftap
kranen op alle laagste punten van het systeem om het circuit volledig leeg te
laten kunnen lopen gedurende onderhoud of reparatie van de unit,
■ plaats l
uchtkleppen op alle hoogste punten van het systeem. De kleppen moeten worden
geplaatst op punten die gemakkelijk bereikbaar zijn voor reparatiewerken. Er is een
manuele luchtklep gemonteerd op de unit,
■ gebruik
■ s
beschikbare ESP (External Static Pressure - Externe statische druk) van de pomp.
Het elektrische leidingwerk voorbereid en
altijd materialen die bestand zijn tegen water en glycol met 40% volume,
electeer een leidingdiameter die is afgestemd op het vereiste waterdebiet en de
Maximaal waterdebiet
(l/min.)
36 koelingconvector +
36
18 verwarmingsconvector
3.5Het elektrische leidingwerk voorbereiden
De unit moet worden aangesloten op de voeding. Alle “field wiring” en onderdelen moeten
worden geplaatst door een installateur en moeten voldoen aan de geldende wetgeving.
Waarschuwing
Een hoofdschakelaar of ander afslu
polen, moet in de vaste bedrading worden geïntegreerd in overeenstemming met de
geldende wetgeving.
Voordat u de elektrische bedrading aansluit, m
■ gebruik enk
■ a
lle “field wiring” moet gebeuren volgens het bedradingsschema dat is meegeleverd met
el koperdraad,
de unit,
■ beknel
gebundelde kabels nooit en zorg dat de kabels niet in contact komen met de
leidingen en met scherpe hoeken. Zorg dat er geen externe druk wordt uitgeoefend op de
aansluitklemmen,
rg dat er aarding is. Verbind de aarding van de unit niet via een nutsleiding,
■ zo
piekspanningsbeveiliging of telefoonaarding. Onvolledige aarding kan een elektrische
schok veroorzaken,
■ instal
leer een aardlekdetector volgens de geldende wetgeving. Als u dat niet doet, kan dit
een elektrische schok of brand veroorzaken. De aardlekdetector is geen meegeleverd
onderdeel,
■ installeer de vereiste
zekeringen of stroomonderbrekers. De zekering of
stroomonderbrekers zijn niet meegeleverde onderdelen.
itmiddel met gescheiden contactpunten op alle
oet u de volgende punten controleren:
FWC
Ventilo-convectoren
4PW64525-1 – 09.2010
Installatiehandleiding
7
3 De installatie van de ventilo-convector voorbereiden
Informatie
De in deze handleiding beschreven apparatuur kan elektronische ruis
die wordt gegenereerd door radiofrequentie-energie. De apparatuur voldoet aan de
specificaties die zijn ontworpen om redelijke bescherming te bieden tegen dergelijke
interferentie. Er bestaat echter geen garantie dat er zich geen storing zal voordoen bij
een bepaalde installatie.
Het wordt daarom aanbevolen om de apparatuur en de elektrische bedrading op
doende afstand van stereoapparatuur, computers, enz. te installeren.
vol
In extreme omstandigheden is een afstand
Elektrische eigenschappen
Model
Fase
Frequentie (Hz)
Spanningsbereik (V)
Spanningstolerantie (V)
Maximale werkstroom (A)
Kortsluitingszekering (A) (niet
meegeleverd)
van 3 m of meer vereist.
FWC
1N~
50
220-240
±10%
1,9
(a)
16
veroorzaken
Table 3.2: Elektrische eigenschappen
(a)
Indien meer dan één unit stroom ontvangt van dezelfde voeding (zoals afgebeeld in figuur “Groepsbesturing of
gebruik met 2 afstandsbedieningen” op pagina 19), hou de totale stroomsterkte van de bedrading tussen de units
dan lager dan 12 A. Sluit de lijn buiten de klemmenstrook van de unit aan met elektri
wanneer u twee stroomkabels gebruikt met een dikte van meer dan 2 mm². De aansluiting moet worden
beschermd om een gelijke of hogere mate van isolatie te creëren als/dan de voedingsbedrading zelf.
sche standaardapparatuur
Specificaties voor “field wiring”
Voedingsbedrading
Draad
H05VV-U3G
(a),(b)
Afmeting (mm²)
Volgens de geldende
Lengte
—
wetgeving. Max. 4,0
Afstandsbediening en
transmissiebedrading
Ommantelde draad
2 geleiders
(c)
0,75-1,25
Max. 500 m
(d)
van unit
Table 3.3: Specificaties voor “field wiring”
(a)
Enkel in geval van beschermde leidingen. Gebruik H07RN-F indien geen bescherming aanwezig.
(b)
Trek elektrische bedrading door een beschermhuls om ze te beschermen tegen externe krachten.
(c)
Gebruik dubbele isolatiedraad voor afstandsbediening (manteldikte: ≥1 mm) of trek draden door een muur of
beschermhuls zodat de gebruiker er niet mee in contact kan komen.
(d)
Deze lengte is de totale uitgerolde lengte in het systeem in geval van groepsbesturing.
Zie figuur “Groepsbesturing of gebruik met 2 af
De installatie van optionele appara tuur voorbereiden
standsbedieningen” op pagina 19.
Installatiehandleiding
8
Ventilo-convectoren
4PW64525-1 – 09.2010
FWC
3 De installatie van de ventilo-convector voorbereiden
abcd
3.6De installatie van optionele apparatuur voorbereiden
Luchtstroomrichtingen
Voor deze unit kunt u verschillende luchtstroomrichtingen kiezen. Het
een optionele afsluitplaatkit aan te kopen om de luchtstroom te beperken tot 2, 3 of 4 (gesloten
hoeken) richtingen.
Selecteer de luchtstroomrichtingen die het best geschikt zijn voor de ruimte en de
in
stallatieplaats. Voor luchtstroom in 2 of 3 richtingen is het nodig om “field settings” uit te
voeren met behulp van de afstandsbediening en om de luchtuitla(a)t(en) af te sluiten zoals
afgebeeld in de onderstaande figuur. (
Fig. 3.2: Luchtstroomrichtingen
a
Luchtafvoer in alle richtingen
b
Luchtafvoer in 4 richtingen
c
Luchtafvoer in 3 richtingen
d
Luchtafvoer in 2 richtingen
luchtstroomrichting)
is noodzakelijk om
Informatie
Luchtstroomrichtingen zoals afgebeeld dienen enkel als voorbeelden van mogelijke
luch
tstroomrichtingen
Voor andere voorbereidingen met betrekking tot d
“Optionele apparatuur installeren” op pagina 25.
e installatie van optionele apparatuur, zie
FWC
Ventilo-convectoren
4PW64525-1 – 09.2010
Installatiehandleiding
9
4 De ventilo-convector installeren
1x
ab ced
1x1x8x4x1x
fg
1x
hn
1x1x
i
j
1x
k
l
1x
m
FWC_T 2x
FWC_F 4x
FWC_T 2x
FWC_F 4x
FWC_T 2x
FWC_F 4x
4De ventilo-convector installeren
De unit uitpakken
4.1De unit uitpakken
Controleer de staat van de unit bij ontvangst. Controleer of er beschadiging is opgetreden
tijdens het transport. Als de unit en/of verpakking beschadigd zijn bij levering, meld dit dan
onmiddellijk aan de klachtendienst van het koerierbedrijf.
Identificeer model en versie van de unit op basis van de vermeldingen op de kartonnen
verpakk
Laat de unit in de verpakking tot u de installatieplaats hebt bereikt. Als uitpakken
onvermijdelijk is,
met een touw bij het opheffen om beschadiging van of krassen op de unit te voorkomen.
Bij het uitpakken van de unit of bij het verplaatsen van de unit na het uitpakken, moet u de
un
Controleren of alle accessoires zijn meegeleverd
ing.
gebruik dan een stuk zacht materiaal of beschermende platen in combinatie
Waarschuwing
Scheur plastic verpakkingen en gooi deze weg zodat kinderen er
spelen. Kinderen die spelen met plastic zakken lopen verstikkingsgevaar.
it opheffen aan de ophangbeugel zonder druk uit te oefenen op andere delen.
niet mee kunnen
4.2Controleren of alle accessoires zijn meegeleverd
Een overzicht van de accessoires meegeleverd in de doos:
Fig. 4.1: Accessoires
a
Metalen klem
b
Afvoerslang
c
Pakkingring voor ophangbeugel
d
Schroef
e
Installatiegeleiding
f
Isolatiebuis
g
O-ring
h
Grote afsluitplaat
i
Kleine afsluitplaat
j
Installatiehandleiding
Afvoerafsluitstuk
k
Papierpatroon voor installatie (gedrukt op bovenste gedeelte van verpakking)
l
Installatiehandleiding
m
Gebruikershandleiding
n
Afsluitplaat voor leidingaansluitingen
10
Ventilo-convectoren
4PW64525-1 – 09.2010
FWC
4 De ventilo-convector installeren
710
840
860~910
*
860
860~910
*
950
20
35
20
35
780
840
860~910
*
950
a
c
e
f
g
g
h
h
g
f
e
b
d
i
≤35
b a
4.3De plafondopening voorbereiden
Fig. 4.2: Opening in plafond
a
Waterinlaat/uitlaat
b
Ophangbout (x4) (niet meegeleverd)
c
Ophangbeugel
d
Verlaagd plafond
e
Afstand tussen ophangbouten
f
Unitafmetingen
g
Afmetingen plafondopening
h
Afmetingen sierpaneel
i
Frame verlaagd plafond
Informatie
Installatie is mogelijk bij een plafondafmeting van 910 mm (gemarkeerd met * in
fi
guur “Opening in plafond” op pagina 11). Om een afmeting van 20 mm te bereiken
die het plafondpaneel overlapt, mag de afstand tussen het plafond en de unit
m
aximaal 35 mm bedragen. Als de afstand tussen het plafond en de unit meer dan
35 mm bedraagt, bevestig dan afsluitmateriaal of overgehouden plafond in het
hierond
er aangeduide gebied.
Fig. 4.3: Afstand tot plafond te groot
a
Ruimte om afdekkingsmateriaal of overgehouden plafond in te plaatsen
b
Verlaagd plafond
FWC
Ventilo-convectoren
4PW64525-1 – 09.2010
Installatiehandleiding
11
4 De ventilo-convector installeren
c
b
d
e
a
50 - 100
1Maak de plafondopening die nodig is voor installatie waar van toepassing. (Voor
bestaande plafonds.)
■ Raadp
■ Maak de plafondopening die nodig is voor installatie.
■ Nadat er een opening is gemaakt in het plafond, kan het nodig zijn om het frame van
2Monteer de ophangbouten. (Gebruik een bout met een afmeting van W3/8 of M10.)
Gebruik verankeringen voor bestaande plafonds en
verankeringen of andere niet meegeleverde onderdelen voor nieuwe plafonds ter
versteviging van het plafond om het gewicht van de unit te kunnen dragen. De afstand
tussen de ophangbouten staat aangegeven op het papierpatroon voor installatie
(meegeleverd met de unit). Raadpleeg dit voor punten die verstevigd moeten worden. Pas
de afstand tot het plafond aan alvorens verder te gaan. Zie installatievoorbeeld in
onderstaande figuur:
leeg het papierpatroon voor installatie (meegeleverd met de unit) voor de
afmetingen van de plafondopening.
het verlaagd plafond te verstevigen om het plafond waterpas te houden en te
voorkomen dat het gaat trillen. Raadpleeg de bouwer voor meer informatie.
een verzonken inzetstuk, verzonken
Fig. 4.4: De ophangbouten monteren
a
Plafondtegel
b
Verankering
c
Lange moer of wartel
d
Ophangbout
e
Verlaagd plafond
Informatie
■ A
lle bovenvermelde onderdelen worden niet meegeleverd.
■ V
oor een andere installatie dan de standaardinstallatie, neem contact op met uw
lokale DAIKIN dealer voor advies.
De unit bevestigen
4.4De unit bevestigen
Opgelet
Raak de luchtinlaat of aluminium ribben van de unit niet aan om verwonding te
verm
ijden.
Installatiehandleiding
12
Lees ook de installatiehandleiding van de option
ele apparatuur bij de installatie hiervan.
Naargelang de omstandigheden ter plaatse, kan het eenvoudiger zijn om de optionele
apparatuur te installeren voordat de unit zelf wordt geïnstalleerd. Bij bestaande plafonds moet
de verse luchtinlaatkit altijd worden geïnstalleerd voordat de unit wordt geïnstalleerd. Zie
voor meer informatie “Optionele apparatuur installeren” op pagina 25.
Ventilo-convectoren
4PW64525-1 – 09.2010
FWC
4 De ventilo-convector installeren
cabd
1Monteer de unit voorlopig.
Bevestig de ophangbeugel aan de ophangbout. Zor
door middel van een moer en pakkingring aan de boven- en onderzijde van de
ophangbeugel zoals afgebeeld in de onderstaande figuur.
a
c
b
Fig. 4.5: De ophangbeugel vastmaken
a
Moer (niet meegeleverd)
b
Pakkingring (meegeleverd met de unit)
c
Ophangbeugel
d
Dubbele moer (niet meegeleverd)
d
g dat deze stevig wordt vastgehecht
2Bevestig het papierpatroon voor de installatie (meegeleverd met
de unit). (Enkel voor
nieuwe plafonds.)
■ Het papierpatroon voor installatie komt overeen met de afmetingen van de
plafondopening. Raadpleeg de bouwer voor meer informatie.
■ Het midden van de plafondopening staat aangegeven op het papierpatroon voor
installatie. Het midden van de unit staat aangegeven op de behuizing van de unit.
■ Bevestig het papierpatroon voor installatie aan de unit met de schroeven zoals
afgebeeld in de onderstaande figuur.
Fig. 4.6: Papierpatroon voor installatie
a
Bevestig het papierpatroon voor installatie (meegeleverd met de unit).
b
Midden van de plafondopening
c
Midden van de unit
d
Schroeven (meegeleverd met de unit)
3Plaats de unit in de correcte positie voor installatie.
FWC
Ventilo-convectoren
4PW64525-1 – 09.2010
Gebruik de installatiegeleiding (meegeleverd
positionering van de unit.
met de unit) voor precieze verticale
Installatiehandleiding
13
ab
4 De ventilo-convector installeren
ab
b
b
a
■ Leg de korte zijde van de installatiegeleiding aan in geval van een normale
installatie zoals hieronder afgebeeld.
Fig. 4.7: Normale installatie
a
Verlaagd plafond
b
Ventilo-convector
■ Leg de lange zijde van de installatiegeleiding aan in geval van een installatie met
verse luchtinlaatkit zoals hieronder afgebeeld.
Fig. 4.8: Installatie met verse luchtinlaat
a
Verlaagd plafond
b
Ventilo-convector
4Controleer of de unit horizontaal waterpas staat.
■ Installeer de unit niet gekanteld. De unit is uitgerust met een ingebouwde zuigpomp
en vlotterschakelaar. Als de unit tegen de richting van de condenswaterstroom in
gekanteld staat (de kant van de afvoerleidingen staat hoger), kan de werking van de
vlotterschakelaar verstoord raken en er water beginnen te lekken.
■ Controleer of de unit waterpas staat aan alle vier hoeken met een waterpas of een
vinylbuis gevuld met water zoals afgebeeld in de onderstaande figuur.
Fig. 4.9: Controleer of de unit waterpas staat
a
Water pa s
b
Vinylbuis
5Verwijder het papierpatroon voor installat
Het waterleidingwerk installeren
Installatiehandleiding
14
ie. (Enkel voor nieuwe plafonds.)
Ventilo-convectoren
4PW64525-1 – 09.2010
FWC
4.5Het waterleidingwerk installeren
a
i
j
j
i
b
c d
a
b
e f
g
h
FWC_
TFWC_FFWC_TFWC_F
Het waterleidingwerk installeren
4.5.1 De waterleidingen aansluiten
De unit is uitgerust met wateruitlaat- en inlaataansluitingen. Er is een luchtklep die samen met
de waterinlaten en -uitlaten wordt gemonteerd om lucht af te laten zoals afgebeeld in de
onderstaande figuur.
Fig. 4.10: Aansluiting waterleidingen
a
Aansluiting afvoerleiding
b
Invoeropening voeding
c
Waterinlaat (3/4" BSP vrouwelijk)
d
Wateruitlaat (3/4" BSP vrouwelijk)
e
Koud waterinlaat (3/4" BSP vrouwelijk)
f
Koud wateruitlaat (3/4" BSP vrouwelijk)
g
Warm waterinlaat (3/4" BSP vrouwelijk)
h
Warm wateruitlaat (3/4" BSP vrouwelijk)
i
Invoeropening transmissiebedrading
j
Luchtaflaatklep
4 De ventilo-convector installeren
Sluit de waterinlaat en -uitlaataansluitingen van de ventilo-convector aan op de waterleiding
zoals
hieronder afgebeeld.
ba
Fig. 4.11: De waterleidingen aansluiten
a
Waterleidingen:
■ 3
/4" BSP mannelijk in geval van rechtstreekse aansluiting op de unit,
■ 3/4" BSP vrouwelijk in geval van aansluiting op een optionele klep.
b
O-ring (meegeleverd met de unit)
Opmerking
Gebruik geen overdreven kracht bij het aansluiten van de leidingen. Hierdoor
kun
nen de leidingen van de unit vervormd raken.
Vervorming van de leidingen kan storingen in de unit veroorzaken.
FWC
Ventilo-convectoren
4PW64525-1 – 09.2010
Installatiehandleiding
15
4 De ventilo-convector installeren
Indien de optionele klep wordt gebruikt, raadpleeg de installatiehandleiding van de klepkit
om de “field piping” te installeren.
Het waterleidingwerk installeren
4.5.2 De waterleidingen isoleren
Het volledige watercircuit, inclusief alle leidingen, moet worden geïsoleerd om condensatie
en capaciteitsvermindering te voorkomen.
c
d
c
d
a
b
Fig. 4.12: Waterleidingisolatie
a
Waterinlaat
b
Wateruitlaat
c
Afsluitplaat voor leidingaansluitingen (meegeleverd met de unit)
d
Isolatiebuis (meegeleverd met de unit)
Als de temperatuur hoger is dan 30°C en de relati
moet de dikte van de afsluitmaterialen minimaal 20 mm zijn om condensatie aan de
op
pervlakte van de afsluiting te voorkomen.
Het waterleidingwerk installeren
4.5.3 Het watercircuit vullen
Opmerking
Waterkwaliteit moet voldoen aan EU-richtlijn 98/83 EC.
Opmerking
Gebruik van glycol is toegelaten, maar het gehalte mag niet meer dan 40% van het
vol
ume bedragen. Een hoger glycolgehalte kan schade aan de hydraulische
onderdelen veroorzaken.
Tijdens het vullen is het misschien niet mogelijk om alle lucht uit het systeem te verwijderen.
Resterende luch
lucht kan worden verwijderd uit de unit via de manuele luchtklep. Voor de locatie van de
luchtklep op de unit, raadpleeg figuur “Aansluiting waterleidingen” op pagina 15.
1Open de luchtaflaatklep (zie figuur “Luchtaflaatklep” op pagina 17) door de moer 2 maal
te draaien.
2Druk de verende kern (zie figuur “Luchtaflaatklep” op pagina 17) in om overbodige lucht
uit het/de watercircuit(s) te laten ontsnappen.
3Draai de moer vast.
t kan worden verwijderd gedurende de eerste bedrijfsuren van de unit. De
eve vochtigheid meer dan 80% bedraagt,
Installatiehandleiding
16
Ventilo-convectoren
4PW64525-1 – 09.2010
FWC
4 De ventilo-convector installeren
ab
c
4Het kan nodig zijn om achteraf nog water bij te vullen (echter nooit via de luchtklep).
Fig. 4.13: Luchtaflaatklep
a
Luchtaflaat
b
Moer
c
De elektrische bedrading aansluiten
Verende kern
4.6De elektrische bedrading aansluiten
Voorzorgsmaatregelen
Hou rekening met de onderstaande voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van de
che bedrading.
elektris
■ Sluit geen
losse aansluiting kan oververhitting veroorzaken.
■ Sluit geen
losse aansluiting kan de bescherming verzwakken.
■ Sluit draden me
draden met een verschillende dikte aan op dezelfde voedingsterminal. Een
draden met een verschillende dikte aan op dezelfde aardingsterminal. Een
t dezelfde dikte aan volgens de onderstaande figuur.
Fig. 4.14: Terminalbedrading
■ Gebruik de opgegeven elektrische draad (zie “Specificaties voor “field wiring” op
pagina 8). Sluit de draad veilig aan op de terminal. Schroef de draad vast zonder
overdreven kracht uit te oefenen op de terminal. Gebruik het juiste aanspanmoment:
Aanspanmoment (N·m)
Klemmenstrook voor afstandsbediening
Klemmenstrook voor voeding
0,79~0,97
1,18~1,44
Table 4.1: Aanspanmoment
■ De bedrading voor de afstandsbediening moet minstens 50 mm verwijderd zijn van de
transmissie- en andere bedrading van de unit. Niet in acht nemen van deze richtlijn kan
een storing veroorzaken als gevolg van elektrische ruis.
oor de bedrading van de afstandsbediening, raadpleeg de installatiehandleiding die is
■ V
meegeleverd met de afstandsbediening.
■ Hou de bedradi
ng netjes op orde zodat de bedrading geen andere apparatuur in de weg
zit of het deksel van de stuurkast doet openklappen. Zorg dat het deksel stevig sluit.
Slechte aansluitingen kunnen oververhitting veroorzaken en in het ergste geval,
elektrische schok of brand.
Opmerking
Sluit nooit de transmissiebedrading van de unit aan op de bedrading van de
afstandsbediening. Deze aansluiting z
ou onherstelbare schade aan het hele systeem
kunnen veroorzaken.
FWC
Ventilo-convectoren
4PW64525-1 – 09.2010
Installatiehandleiding
17
4 De ventilo-convector installeren
Bedradingsschema
Raadpleeg de sticker met bedradingsschema op de unit (aan de binnenkant van het deksel van
1Als er een centrale afstandsbediening wordt gebruikt,
volgens de installatiehandleiding van de afstandsbediening.
2X24A, X33A en X35A worden aangesloten wanne
gebruikt.
3Verifieer de instellingsmethode van de keuzes
chakelaar (SS1, SS2) in de
installatiehandleiding, technische gegevens, enz.
4Beschikbaarheid van R2T en/of R3T is afhankelijk van het modeltype.
Systeemvoorbeelden
■ Bij gebrui
k van 1 afstandsbediening voor 1 binnenunit (normaal bedrijf)
sluit deze dan op de unit aan
er er optionele accessoires worden
Fig. 4.15: 1 afstandsbediening voor 1 binnenunit
a
Ventilo-convector
b
Afstandsbediening (optionele apparatuur)
c
Kortsluitingszekering
■ Voor groepsbediening of gebruik met 2 afstandsbedieningen
Fig. 4.16: Groepsbesturing of gebruik met 2 afstandsbedieningen
a
Ventilo-convector
b
Afstandsbediening (optionele apparatuur)
c
Kortsluitingszekering
d
Bedrading tussen units: totale stroomsterkte mag niet hoger zijn dan 12 A.
Informatie
Het is niet nodig om een binnenunitadres toe te wijzen bij gebruik van de
groepsbedi
aangezet.
FWC
Ventilo-convectoren
4PW64525-1 – 09.2010
ening. Het adres wordt automatisch ingesteld wanneer de stroom wordt
Installatiehandleiding
19
4 De ventilo-convector installeren
80~100 mm
10~15 mm
ab
e
c
ee
g
i+j
h
f
d
L
N
70~90 mm
7 mm
10~15 mm
F1 F2P1 P2T1 T2
k
i+j
j
i
g
■ Voor geforceerde UIT en AAN/UIT-bediening, sluit de inputbedrading van buitenaf aan
op terminals T1 en T2 van het klemmenbord (afstandsbediening naar
transmissiebedrading).
Bedradingsspecificatie
Dikte
Lengte
Externe terminal
Ommantelde vinyldraad of kabel (2-draads)
0,75-1,25 mm²
≤100 m
Contact dat de minimale toepasselijke belasting
van 15 V DC, 10 mA kan garanderen
De elektrische bedrading aansluiten
Table 4.2: Bedradingsspecificaties geforceerde UIT en AAN/UIT
4.6.1 De voeding aansluiten
Installatiehandleiding
20
Fig. 4.17: Hoe elektrische bedrading aansluiten
a
Deksel stuurkast
b
Sticker bedradingsschema
c
Inlaat voedingskabel
d
Voeding klemmenstrook – X2M
e
Voedingskabel
f
Aarding
g
Klem
h
Inlaat afstandsbediening en transmissiekabels van unit
i
Kabel afstandsbediening
j
Transmissiekabel unit
k
Klemmenstrook van afstandsbediening en transmissie van unit
Ventilo-convectoren
4PW64525-1 – 09.2010
FWC
4 De ventilo-convector installeren
1-1.5 m
a
b
1Verwijder het deksel van de stuurkast (a) zoals afgebeeld in figuur “Hoe elektrische
bedrading aansluiten” op pagina 20.
2Trek de voedingskabel (e) (of de bedrading t
ussen units in geval van gedeelde voeding)
naar binnen door de voedingskabelopening (c).
3Ontmantel de draden tot op de aanbevolen lengte.
4Sluit de voedingskabels aan op de voedingsklemmenstrook (d).
5Sluit de aardingskabel (f) aan op de aardingsterminal.
6Bevestig de bedrading met een spantang (g).
7Monteer een aardlekdetector en zekering in de vo
edingskabel (niet meegeleverd). Kies
een aardlekdetector die voldoet aan de geldende wetgeving. Om de zekering te kiezen,
zie “Elektrische eigenschappen” op pagina 8.
De elektrische bedrading aansluiten
4.6.2 Afstandsbediening en transmissiebedrading van unit aansluiten
1Verwijder het deksel van de stuurkast (a) zoals afgebeeld in figuur “Hoe elektrische
bedrading aansluiten” op pagina 20.
2Trek de kabels (i, j) naar binnen door de open
transmissiekabels van de unit (h).
3Ontmantel de draden tot op de aanbevolen lengte.
4Sluit de afstandsbedieningsdraden aan op de terminals (P1, P2) van de klemmenstrook
(k)
.
5Sluit de transmissiebedrading van de unit aan op de terminals (F1, F2).
6Bevestig de bedrading met een spantang (g).
De elektrische bedrading aansluiten
ing voor de afstandsbedienings- en
4.6.3 De stuurkast sluiten
1Als alle bedrading is aangesloten, vul de gaten in de kabelopeningen van de behuizing op
met de kleine afsluitplaat (meegeleverd met de unit) om te voorkomen dat klein
ongedierte, water of vuil in de unit terechtkomt en kortsluitingen in de stuurkast
veroorzaakt.
2Plaats het deksel van de stuurkast (a) terug zoals afgebeeld in figuur “Hoe elektrische
bedrading aansluiten” op pagina 20. Zorg dat u geen draden beknelt bij het bevestigen
van het deksel van de stuurkast.
Het afvoerleidingwerk installeren
4.7Het afvoerleidingwerk installeren
Het afvoerleidingwerk installeren
4.7.1 De afvoerleidingen in het gebouw installeren
Fig. 4.18: Installatie afvoerleiding
a
Ophangstaaf
b
≥1/100 helling
FWC
Ventilo-convectoren
4PW64525-1 – 09.2010
Installatiehandleiding
21
4 De ventilo-convector installeren
≤300
0~675175
≤850
1~1.5 m
0~75
a
b
d
d
ce
≥100 0~675
aa
aa
■ Hou de leidingen zo kort mogelijk en laat ze naar beneden aflopen met een helling van
minstens 1/100 zodat er geen lucht in de leidingen blijft vastzitten. Zie “Installatie
afvoerleiding” op pagina 21.
Als de afvoerslang niet voldoende kan afhel
afvoerleiding op de afvoerslang (niet meegeleverd) zoals afgebeeld in de onderstaande
figuur.
■ Zorg dat de afmeting van de leiding even groot of groter is als/dan de verbindingsleiding
(25 mm binnendiameter).
■ Instal
■ Instal
leer de verhogende afvoerleidingen op een hoogte van minder dan 675 mm.
leer de verhogende afvoerleidingen in de juiste hoek ten opzichte van de unit en niet
meer dan 300 mm van de unit.
■ Instal
leer de afvoerslang waterpas of licht omhoog gekanteld (≤75 mm) om luchtbellen
te voorkomen.
■ Isoleer h
et volledige afvoerleidingwerk in het gebouw.
Informatie
Bij het bundelen van meerdere afvoerleidingen, moeten de leidingen worden
geïn
stalleerd zoals afgebeeld in de onderstaande figuur. Kies samenlopende
afvoerleidingen waarvan de afmetingen geschikt zijn voor de bedrijfscapaciteit van
de unit.
Fig. 4.20: Meerdere afvoerleidingen bundelen
a
Installatiehandleiding
Het afvoerleidingwerk installeren
Samenlopende afvoerleidingen met T-verbinding
22
Ventilo-convectoren
4PW64525-1 – 09.2010
FWC
4 De ventilo-convector installeren
ba
a
fb
dce
≤4 mm
c
e
b
A
A'
A-A'
a
4.7.2 Sluit de afvoerleidingen aan op de unit
1Duw de afvoerslang (meegeleverd met de unit) zo ver mogelijk over de afvoermof zoals
afgebeeld in de onderstaande figuur.
Fig. 4.21: De afvoerslang aansluiten
a
Afvoermof (vast aan de unit)
b
Afvoerslang (meegeleverd met de unit)
2Span de metalen klem aan tot de schroefkop minder dan 4 mm van het metalen
klemonderdeel is verwijderd, zoals afgebeeld in de onderstaande figuur.
Fig. 4.22: Afsluitplaat wikkelen
a
Afvoermof (vast aan de unit)
b
Afvoerslang (meegeleverd met de unit)
c
Metalen klem (meegeleverd met de unit)
d
Afvoerafsluitplaat (meegeleverd met de unit)
e
Grote afsluitplaat (meegeleverd met de unit)
f
Afvoerleidingen (niet meegeleverd)
3Wikkel de grote afsluitplaat (zoals afgebeeld in figuur “Afsluitplaat wikkelen” op
pagina 23) over de metalen klem en afvoerslang en maak ze vast met klemmen.
Het afvoerleidingwerk installeren
FWC
Ventilo-convectoren
4PW64525-1 – 09.2010
Installatiehandleiding
23
4 De ventilo-convector installeren
4.7.3 De afvoerleidingen testen
Controleer nadat het leidingwerk is voltooid of het afvoeren vlot verloopt.
1Voeg langzaam ongeveer 1 l water toe via de luchtuitlaat.
e
d
c
100
b
a
Fig. 4.23: Methode om water toe te voegen
a
Plastic waterkan (buis moet ongeveer 100 mm lang zijn)
b
Reparatieafvoeruitlaat (met rubber stop) (Gebruik deze uitlaat om water
uit de afvoerbak te laten lopen)
c
Locatie zuigpomp
d
Afvoerleiding
e
Afvoermof
2Controleer de afvoerstroom.
■ Indien het elektrisch bedradingswerk is voltooid
Controleer afvoerstroom tijdens het KOELEN, uitgelegd in “De installatie testen” op
pagina 29.
■ Indien het elektrisch bedradingswerk niet is voltooid
1Verwijder het deksel van de stuurkast. Sluit de voeding (50 Hz, 220-240 V) aan op
aansluitingen L en N op de klemmenstrook van de voeding en sluit de
aardingskabel stevig aan.
2Sluit het deksel van de stuurkast en zet de stroom aan.
3Plaats de afvoersluitplaat (m
Optionele apparatuur installeren
Installatiehandleiding
24
Gevaar: elektrische schok
Raak de zuigpomp niet aan.
3Controleer de afvoerwerking door naar de afvoermof te kijken.
4Zet na het controleren van de afvoerstroom de stroom uit, verwijder het deksel van
de stuurkast en koppel de voeding opnieuw los van de klemmenstrook van de
voeding. Zet het deksel van de stuurkast terug op zijn plaats.
eegeleverd met de unit) nadat het testen van de
afvoerleidingen is voltooid, over het onbedekte gedeelte van de afvoermof (tussen de
afvoerslang (meegeleverd met de unit) en de unit zelf) zoals afgebeeld in figuur
“Afsluitplaat wikkelen” op pagina 23.
Ventilo-convectoren
4PW64525-1 – 09.2010
FWC
4.8Optionele apparatuur installeren
Raadpleeg de meegeleverde installatiehandleiding van de optionele apparatuur om deze te
installeren en hou rekening met de opmerkingen in de onderstaande tabel.
Optie
BYCQ140CW1
BYCQ140CW1W
KAFP551K160
KDDQ55C140
KDBHQ55C140
BRC7F532F
BRC7F533F
KRCS01-4
DCS302CA51
DCS601C51C
DCS301BA51
DST301BA51
KRP4A(A)53
KRP2A52
KEK26-1A
KJB212AA
KJB311A
KJB411A
KRP1H98
BRC315D7
Beschrijving
Sierpaneel - standaard
Sierpaneel - wit
Vervangingsfilter met lange
levensduur
Verse luchtinlaatkit
Afsluitonderdeel van
luchtafvoeruitlaat
Afstandsbediening - draadloos
(koelen en verwarmen)
Afstandsbediening - draadloos
(enkel koelen)
Remote sensor
Centrale afstandsbediening Installatie: rechtstreekse
Centrale AAN/UIT-bediening Installatie: rechtstreekse
Programmatimer
Bedradingsadapter voor
elektrische aanhangsels
Bedradingsadapter voor
elektrische aanhangsels
Geluidsfilter
Elektriciteitskast met
aardingsterminal (2 stroken)
Elektriciteitskast met
aardingsterminal (3 stroken)
Elektriciteitskast
Installatiekast voor adapter
PCB
Kabelafstandsbediening
4 De ventilo-convector installeren
Opmerking
—
—
—
Installatie: zie
FXFQ125P.
Instellingen: zie type Y.
Niet alle functies zijn beschikbaar
voor de FWC modellen.
Niet alle functies zijn beschikbaar
voor de FWC modellen.
Installatie: zie
VRV - FXFQ-P.
aansluiting op de binnenunit, geen
aansluiting op de buitenunit.
Niet alle functies zijn beschikbaar
voor de FWC modellen.
aansluiting op de binnenunit, geen
aansluiting op de buitenunit.
Het is niet mogelijk om AIRNET
of telefoonaansluiting te
gebruiken.
Niet alle functies zijn beschikbaar
voor de FWC modellen.
aansluiting op de binnenunit, geen
aansluiting op de buitenunit.
—
Installatie: zie FXF(Q).
Aansluiting: zie
VRV-systeem.
Installatie: zie FXF(Q).
Aansluiting: zie
VRV-systeem.
—
—
—
—
Installatie: zie
VRV - FXFQ-P.
—
FWC
Ventilo-convectoren
4PW64525-1 – 09.2010
Installatiehandleiding
25
4 De ventilo-convector installeren
Optie
EKMV2C09B7
EKMV3C09B7
EKRP1C11
EKFCMBCB7
Table 4.3: Installatie van optionele apparatuur
Beschrijving
2-wegsklep (AAN/UIT-type) —
3-wegsklep (AAN/UIT-type) —
Klepregeling PCB
Opmerking
Installatie: gebruik niet de
installatiehandleiding die is
meegeleverd met de optie
EKRP1C11, maar raadpleeg de
installatiehandleiding van opties
EKMV2 en EKMV3.
Optionele PCB voor MOD-
—
busaansluiting
Installatiehandleiding
26
Ventilo-convectoren
4PW64525-1 – 09.2010
FWC
5 De ventilo-convector in bedrijf stellen
5De ventilo-convector in bedrijf stellen
Voltooiing van installatie controleren
5.1Voltooiing van installatie controleren
Gevaar: elektrische schok
Zie “Voorzorgsmaatregelen bij installatie” op pagina 3.
Na de installatie van de unit moet u eerst de volgende punten controleren. Zodra alle
onderstaande controles zijn uitgevoerd, moet de unit worden afgesloten. Pas dan mag de unit
worden ingeschakeld.
Vink
aan na
controle
De unit is correct geïnstalleerd.
Als hij niet correct is geïnstalleerd, kunnen er zich abnormale geluiden en
trillingen voordoen bij het opstarten van de unit.
De unit is volledig geïsoleerd.
Indien niet volledig geïsoleerd, kan er condensatiewater lekken.
De afvoer stroomt vlot.
Als de afvoer niet vlot stroomt, kan er condensatiewater lekken.
De voedingsspanning komt overeen met de spanning op het typeplaatje van de
unit.
De bedradings- en leidingaansluitingen zijn correct.
In geval van verkeerde aansluitingen, kan de unit slecht werken of kunnen er
onderdelen uitbranden.
De aardingskabels zijn correct aangesloten.
De aardingsterminals zijn aangespannen.
De bedradingsafmetingen voldoen aan de specificaties.
In geval van verkeerde bedradingsafmetingen, kan de unit slecht werken of
kunnen er onderdelen uitbranden.
De zekeringen, stroomonderbrekers, of de ter plaatse geïnstalleerde
beveiligingsapparatuur hebben de afmetingen en zijn van het type opgegeven in
het hoofdstuk “Het elektrische leidingwerk
Geen enkele zekering of beveiligingsapparatuur is overgeslagen.
Er zijn geen zichtbare losse aansluitingen of beschadigde elektrische onderdelen
in de stuurkast of in de unit.
Er zijn geen beschadigde onderdelen of beknelde leidingen in de unit.
Er lekt geen water in de unit.
Als er water lekt, sluit de afsluitkleppen van de waterinlaat en -uitlaat af en neem
contact op met uw lokale DAIKIN dealer.
Alle lucht is uit het circuit verwijderd.
Alle optionele apparatuur is correct geïnstalleerd en aangesloten.
De luchtinlaat en -uitlaat van de unit wordt niet gehinderd door vellen papier,
karton of ander materiaal.
voorbereiden” op pagina 7.
FWC
Ventilo-convectoren
4PW64525-1 – 09.2010
Table 5.1: Checklist voltooiing installatie
Installatiehandleiding
27
5 De ventilo-convector in bedrijf stellen
Waarschuwing
Neem de nodige voorzorgsmaatregelen in acht om te voorkomen dat de unit zal
worden g
ebruikt als schuilplaats voor klein ongedierte. Kleine dieren die in contact
komen met elektrische onderdelen kunnen storingen, rook of brand veroorzaken.
Vraag de gebruiker om het gebied rond de unit schoon en opgeruimd te houden.
De unit configureren
5.2De unit configureren
Het is belangrijk dat de installateur alle informatie in dit hoofdstuk achtereenvolgens leest en
dat de unit wordt geconfigureerd volgens de vereisten.
Configuratie van de unit gebeurt met behulp van de besturing
installatietoestand.
■ Instel
■ Raadpleeg
lingen kunnen worden uitgevoerd door de “Mode No.”, “First code No.” en
“Second code No.” te wijzigen.
voor instellingen en bediening “Field setting” in de installatiehandleiding van
de besturing.
in overeenstemming met de
Plafondhoogte instellen
Pas het Second code No. aan volgens de onderstaan
de tabel zodat het overeenkomt met de
plafondhoogte van uw installatie. (Second code No. is af fabriek ingesteld op “01”)
Plafondhoogte (m)
≤3,2
>3,2 of ≤3,6
>3,6 of ≤4,2
Table 5.2: Instelling plafondhoogte
Mode No.
13(23)
13(23)
13(23)
First code No.
Second code No.
0
0
0
01
02
03
Luchtafvoerrichting instellen
Raadpleeg het optiehandboek van de optionele blokkeerplaatkit voor het wijzigen van de
chtafvoerrichting (2, 3 of 4 richtingen). (Second code No. is af fabriek ingesteld op “01”
lu
voor luchtafvoer in alle richtingen)
Luchtfiltersignaal instellen
De afstandsbedieningen zijn uitgerust met luchtfil
tersignalen van vloeibaar kristal om aan te
geven dat het luchtfilter gereinigd moet worden. Wijzig het Second code No. afhankelijk van
hoeveel vuil of stof er in de ruimte is. (Second code No. is af fabriek ingesteld op “01” voor
luchtfiltervervuiling-licht)
Instelling
Displayinterval
Mode No.
First code No. Second code
No.
Licht
Zwaar
Geen display
±2500 uur
±1250 uur
—
10(20)
10(20)
10(20)
0
0
3
01
02
02
Bij het gebruik van draadloze afstandsbedieningen is het noodzakelijk om adresinstellingen te
gebruiken. Raadpleeg de installatiehandleiding van de bediening voor instellingsinstructies.
Installatiehandleiding
28
Table 5.3: Luchtfiltervervuiling
Ventilo-convectoren
4PW64525-1 – 09.2010
FWC
5 De ventilo-convector in bedrijf stellen
Geforceerde UIT en AAN/UIT-bediening activeren
De volgende tabel legt “geforceerde UIT” en “AAN/UIT-bedieningen” als antwoord
inputsignaal.
Geforceerde UIT
AAN/UIT-bedieningen
Input
beveiligingsapparatuur
Input “AAN” stopt de
werking
Input UIT→AAN: schakelt
de unit in (onmogelijk met
afstandsbedieningen)
Input AAN: activeert
abnormale systeemstop (er
wordt een foutcode
weergegeven)
Input “UIT” activeert
bediening
Input AAN→UIT: schakelt
de unit uit (via
Input UIT: activeert normale
werking
afstandsbediening)
Table 5.4: Geforceerde UIT en AAN/UIT-bediening
1Zet de stroom aan en selecteer vervolgens de werkingsmodus met de afstandsbediening.
2Stel de afstandsbediening in op de “field set”-modus.
Instelling
Geforceerde UIT 12(22)
AAN/UIT-
Mode No.
12(22)
First code No.
8
8
Second code No.
01
02
bediening
Input
12(22)
8
03
beveiligingsapparat
uur
op het
De installatie testen
Table 5.5: Geforceerde UIT en AAN/UIT-selectie
5.3De installatie testen
Na installatie is de installateur verplicht om de correcte werking te controleren. Daarom moet
er worden geproefdraaid volgens de onderstaande procedures.
Indien er iets mis is met de unit en deze niet werkt, neem dan
DAIKIN dealer.
Informatie
Voer bij gebruik van een draadloze afstandsbed
monteren van het sierpaneel.
contact op met uw lokale
iening een proefdraaitest uit na het
FWC
Ventilo-convectoren
4PW64525-1 – 09.2010
Installatiehandleiding
29
5 De ventilo-convector in bedrijf stellen
Proefdraaien vóór installatie van sierpaneel
Gevaar: elektrische schok
Zie “Voorzorgsmaatregelen bij installatie” op pagina 3.
1Open de waterinlaatklep(pen).
2Open de wateruitlaatklep(pen).
3Stel de unit in op koelen met de afstandsbedi
te drukken.
4Druk 4 maal op de knop Inspection/Test Operation en laat de Test Operation-
modus 3 minuten werken.
5Druk op de knop Inspection/Test Operation en laat normaal werken.
6Controleer werking van de unit volgens de bedieningshandleiding.
7Schakel de voeding uit na het proefdraaien.
Proefdraaien na installatie van sierpaneel
1Open de waterinlaatklep(pen).
2Open de wateruitlaatklep(pen).
3Stel de unit in op koelen met de afstandsbedi
te drukken.
ening en activeer door op de AAN/UIT-knop
ening en activeer door op de AAN/UIT-knop
4Druk 4 maal op de knop Inspection/Test Operation (2 maal voor draadloze
afstandsbediening) en laat de Test Operation-modus 3 minuten werken.
5Druk de knop air flow direction adjust in om zeker te zijn dat de unit
werkzaam is.
6Druk op de knop Inspection/Test Operation en laat normaal werken.
7Controleer werking van de unit volgens de bedieningshandleiding.
Overhandiging aan de geb ruiker
5.4Overhandiging aan de gebruiker
Wanneer het proefdraaien is voltooid en de unit correct werkt, vult u het blad “Overhandiging
van de installatie aan de gebruiker” in, dat in bijlage bij de gebruikershandleiding zit.
Installatiehandleiding
30
Ventilo-convectoren
4PW64525-1 – 09.2010
FWC
6Reparatie en onderhoud
Om veiligheidsredenen moet u de unit uitschakelen alvorens onderhouds- of reparatiewerken
uit te voeren.
De reparatie- en onderhoudswerken die in deze paragraaf worden beschreven,
worden uitgevoerd door de installateur of een reparatiebedrijf.
Gevaar: elektrische schok
Zie “Voorzorgsmaatregelen bij installatie” op pagina 3.
Gevaar: hoge temperatuur
Zie “Voorzorgsmaatregelen bij installatie” op pagina 3.
Opmerking
Giet geen vloeistof over de ventilo-convector. Dit kan schade veroorzaken aan de
ond
erdelen binnenin.
6 Reparatie en onderhoud
mogen enkel
Onderhoudstaken
6.1Onderhoudstaken
De luchtfilter reinigen
Reinig de filter wanneer nodig. Reinig de filter minstens elke 6 maanden. Als de unit wordt
geïnstalleerd in
Als de luchtfilter niet meer kan worden
reserveonderdeel.
Om de luchtfilter te reinigen:
1Schakel de voeding uit.
2Druk beide knoppen tegelijk in en laat het rooster voorzichtig zakken.
Het zuigrooster is nu open.
3Trek de haak van de luchtfilter schuin naar beneden uit en verwijder de filter.
een ruimte waar de lucht extreem vervuild is, vaker reinigen.
Fig. 6.1: Het zuigrooster openen
gereinigd, vervang deze dan door een origineel
FWC
Ventilo-convectoren
4PW64525-1 – 09.2010
Fig. 6.2: De luchtfilter losmaken
Installatiehandleiding
31
6 Reparatie en onderhoud
4Gebruik een stofzuiger of was de luchtfilter met water.
Als de luchtfilter zeer vuil is, gebruik dan een zachte borstel en een mild
rein
igingsmiddel.
Fig. 6.3: De luchtfilter reinigen
5De luchtfilter vastmaken.
Bevestig de luchtfilter aan het zuigrooster do
het zuigrooster te hangen. Druk de onderzijde van de luchtfilter tegen de uitstekende
gedeelten onderaan het rooster om de luchtfilter vast te klikken.
or hem aan het uitstekend gedeelte boven
Fig. 6.4: De luchtfilter vastmaken
6Sluit het zuigrooster.
Het zuigrooster reinigen
1Schakel de voeding uit.
2Druk beide knoppen tegelijk in en laat het rooster voorzichtig zakken.
Het zuigrooster is nu open.
Fig. 6.5: Het zuigrooster openen
3Open het zuigrooster 45 graden en til het op.
Het zuigrooster is nu los.
4Trek de haak van de luchtfilter schuin naar beneden uit en verwijder de filter.
Installatiehandleiding
32
Fig. 6.6: Het zuigrooster losmaken
Fig. 6.7: De luchtfilter losmaken
Ventilo-convectoren
4PW64525-1 – 09.2010
FWC
6 Reparatie en onderhoud
5Was het zuigrooster met een zachte borstel en een mild reinigingsmiddel en droog goed
af.
Fig. 6.8: Het zuigrooster reinigen
6Bevestig de luchtfilter aan het zuigrooster door hem aan het uitstekend gedeelte boven
het zuigrooster te hangen. Druk de onderzijde van de luchtfilter tegen de uitstekende
gedeelten onderaan het rooster om de luchtfilter vast te klikken.
Fig. 6.9: De luchtfilter vastmaken
7Sluit het zuigrooster.
Reparatie van de unit
6.2Reparatie van de unit
Raadpleeg de reparatiehandleiding voor gedetailleerde instructies met betrekking tot
reparaties van de unit. Neem contact op met uw lokale DAIKIN dealer om de
reparatiehandleiding te verkrijgen.
Als u de oorzaak van het probleem niet kunt
dan contact op met uw lokale DAIKIN dealer of het aangestelde reparatiebedrijf.
Indien er een onderdeel is beschadigd en moet worden vervangen, neem dan contact op met
uw
lokale DAIKIN dealer of het aangestelde reparatiebedrijf voor een lijst met verkrijgbare
reserveonderdelen.
Informatie
Voordat u met de procedure voor problemen oplossen begint, moet u een grondige
visuele inspectie van de unit
zoals losse aansluitingen of kapotte bedrading.
vinden of u meer informatie nodig hebt, neem
uitvoeren en deze controleren op zichtbare defecten
FWC
Ventilo-convectoren
4PW64525-1 – 09.2010
Installatiehandleiding
33
7 Woordenlijst
7Woordenlijst
Term
Accessoires:
Luchtfilter:
Geldende
wetgeving
Stroomonderbreker
(zekering)
Convector
(warmtewisselaar)
Besturing:
Dealer
:
:
:
Betekenis
Apparatuur die wordt meegeleverd met de unit en die moet worden
geïnstalleerd volgens de instructies in de documentatie
Apparaat bestaande uit vezelrijke materialen dat vaste deeltjes zoals
stof, pollen, schimmel en bacteriën uit de lucht verwijdert
Alle internationale, Europese, nationale en lokale richtlijnen, wetten,
verordeningen en/of codes die relevant zijn en gelden voor een
bepaald product of domein
Veiligheidsvoorziening gebruikt in elektrische installaties om
elektrische schok te voorkomen
Hoofdonderdeel van een ventilo-convector. Ontvangt warm of koud
water van een warmtebron
Apparaat om de ventilo-convector te configureren en bedienen
Verdeler van ventilo-convectoren en andere DAIKIN producten
Ventilator:
Hoofdonderdeel van een ventilo-convector. Verspreidt warmte of
koelte in een ruimte
Ventilo-convector: Verwarmings- en koelingsproduct
Niet meegeleverd: Apparatuur die moet worden geïnstalleerd volgens de instructies in
deze handleiding, maar die niet wordt meegeleverd door DAIKIN
Luchtinlaat/uitlaat: Ventilo-convectoren hebben een luchtinlaat en -uitlaat om
luchtcirculatie te creëren
Installateur:
Technisch bekwaam persoon die bevoegd is om ventilo-convectoren
en andere DAIKIN producten te installeren
Optionele
apparatuur
Waterinlaat/uitlaat: Ventilo-convectoren hebben een waterinlaat- en uitlaat voor
:
Apparatuur die optioneel kan worden gemonteerd op de ventiloconvector
aansluiting op het watercircuit.
Reparatiebedrijf: Gecertificeerd bedrijf dat de nodige reparaties aan de ventilo-
convector kan uitvoeren of coördineren
Installatiehandleiding
34
Gebruiker:
Persoon die eigenaar is van de ventilo-convector of het product
bedient
Ventilo-convectoren
4PW64525-1 – 09.2010
FWC
NOTES
4PW64525-1 09.2010
Copyright 2010 Daikin
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.