Daikin FWC02AAFNMV1, FWC03AAFNMV1, FWC04AAFNMV1, FWC05AAFNMV1, FWC06AAFNMV1 Installation manuals [nl]

INSTALLATION MANUAL
Models FWC02AAFNMV1 FWC03AAFNMV1 FWC04AAFNMV1 FWC05AAFNMV1 FWC06AAFNMV1
Installatiehandboek
Koudwater-Ventilatorluchtkoeler
Nederlands
ONTWERP EN AFMETINGEN
Binnenmodule: FWC02AAFNMV1 / FWC03AAFNMV1 / FWC04AAFNMV1 / FWC05AAFNMV1 / FWC06AAFNMV1
B
A
C
D
E
F H
G
J
I
K
Alle afmetingen zijn in (mm)
Model A B C D E F G H I J K
FWC02AAFNMV1 820 820 363 335 28 930 930 642 622 555 555 FWC03AAFNMV1 820 820 363 335 28 930 930 642 622 555 555 FWC04AAFNMV1 820 820 363 335 28 930 930 642 622 555 555 FWC05AAFNMV1 820 820 363 335 28 930 930 642 622 555 555 FWC06AAFNMV1 820 820 363 335 28 930 930 642 622 555 555
INLAATVENTIEL 2
WATERINLAAT 2
INLAATVENTIEL 1
WATERUITLAAT 2
WATERINLAAT 1
WATERUITLAAT 1
Opmerking:
Waterinlaat 1* moet gekoppeld zijn met wateruitlaat 1 en inlaatventiel 1. (*1 verbinding met koeler)
Waterinlaat 2* moet gekoppeld zijn met wateruitlaat 2 en inlaatventiel 2. (*2 verbinding met boiler)
De dop op het inlaatventiel is rood geverfd ter identificatie.
Alle aansluitingen moeten vastgeschroefd worden met een “O” -ring. Wikkel witte Teflon-band om de
schroefdraad, om te garanderen dat de aansluitingen waterdicht zijn.
Draai alle schroefverbindingen goed vast, om lekkages te voorkomen.
1
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
! WAARSCHUWING
• Installatie en onderhoud moeten uitgevoerd worden door gekwalificeerd vakpersoneel, dat vertrouwd ismet de plaatselijke wetten en voorschriften en ervaring heeft met dit type apparaten.
• De bedrading ter plaatste moet worden uitgevoerd in overeenstemming met de nationale bedradingsvoorschriften.
• Voordat u met de bedrading volgens het bedradingsplan begint, moet u controleren, of denominale spanning van het apparaat overeerstemt met die, welke op het typeplaatje is aangegeven.
• Het apparaat moet GEAARD worden om, mogelijke gevaren door slechte isolatie te vermijden.
• Geen enkel deel van de bedrading mag in contact komen met de waterleidingen of met bewegende delen van de ventilatormotoren.
• Controleer, of het apparaat uitgeschakeld is, voordat u met installatie of onderhoud van het apparaat begint.
• Risico van elektrische schok, die ernstig letsel of de dood tot gevolg kan hebben. Schakel alle ingeschakelde stroomvoorzieningen uit, voordat u met reparatiewerkzaamheden begint.
• TREK NOOIT de stroomkabel uit, wanneer het apparaat nog ingeschakeld is. Dit kan een ernstige elektrische schok veroorzaken en brandgevaar met zich meebrengen.
• Houdt binnen- en buitenmodule, stroomkabel en transmissiekabels, minstens 1m weg van tv's en radio's, omvervormde beelden en statische ontladingen te vermijden {afhankelijk van het type en de bron van de elektrische golven, kunnen statische entladingen zelfs ook nog gehoo-rd worden bij afstanden van méér dan 1m.}.
! ATTENTIE
Neem bij installatie s.v.p. notitie van de volgende belangrijke punten.
• Controleer, of de afvoerleidingen correct aangesloten zijn.
Indien de afvoerleidingen niet correct aangesloten zijn kan water uitlekken en het meubilair beschadigen.
• Controleer, na onderhoud of installatie, of het paneel van het apparaat gesloten is.
Indien de panelen niet goed afgesloten zijn, veroorzaakt het apparaat tijdens bedrijf veel lawaai.
• De aansluiting voor de luchtwaaier en voor de LED kabel moet binnen de besturingskast liggen.
• Scherpe randen en de oppervlakken van de spiralen zijn plaatsen, waar u zich gemakkelijk kunt blesseren. Vermijdt contact met deze plaatsen.
• Voordat u de stroom uitschakelt, moet u de ON/OFF toets op de afstandsbediening op "OFF" zetten, om onaangename verrassingen te vermijden. Heeft u dit niet
gedaan, dan begint de ventilator van het apparaat automatisch te lopen, zodra de stroom weer ingeschakeld wordt en kan aldus een gevaar vormen voor onderhoudspersoneel en gebruiker.
• Gebruik geen verwarmingsapparaat te dicht bij de airconditioner. Door de excessieve hitte hiervan zou het
plasticpaneel kunnen smelten of vervormen.
• Zorg ervoor, dat de kleuren van de draden van het binnenmodule en van de aansluitingsmarkeringen dezelfde zijn als de respectievelijke van het buitenmodule.
• BELANGRIJK : INSTALLEER OF GEBRUIK DE AIRCONDITIONER NOOIT IN EEN WASKEUKEN.
ATTENTIE
Afvalvereisten
Uw airconditioner is gekenmerkt met dit symbool. Dit betekent, dat elektrische en elektronische producten niet samen met ongesorteerde huisafval verwijderd mogen worden.
Haal het systeem niet zelf uit elkaar: De demontage van de airconditioner, de verwerking van koelmiddel, olie en andere delen moet uitgevoerd worden door een gekwalificeerde installateur, in overeenstemming met de geldende plaatselijke en nationale wetgeving.
Airconditioners moeten in speciaal hiervoor gecreëerde bedrijven verwerkt worden voor hergebruik, recycling en recuperatie. Wanneer u ervoor zorgt, dat dit product met de juiste afval verwijderd wordt, helpt u potentiële negative uitwerkingen op het milieu en op de menselijke gezondheid te vermijden. Contacteer de installateur of de plaatselijke autotiteit voor nadere informaties.
Batterijen moeten uit de afstandsbediening verwijderd worden en met separate (speciale) afval verwijderd worden, in overeenstemming met de geldende plaatselijke en nationale wertgeving.
2
1. Vooroverzicht locatie
INSTALLATIE VAN HET BINNENMODULE
Balk
Max. 0,3 m
Min. 1,0 m
Obstakel
Min. 0,5 m Min. 0,5 m Min. 0,5 m
Min 2,5m ~ Max 3,0m
Vloer
Stroomvoorziening en installatie moeten voldoen aan wetten en voorschriften van plaatselijke autoriteiten (bv. energiebedrijf).
Fluctuaties in de spanning mogen niet hoger zijn dan ±10% van de nominale spanning. De stroomvoorziening moet onafhankelijk zijn van de stroomvoorziening voor lastransformatoren, die hoge fluctuaties in de voorziening kunnen veroorzaken.
Vergewist u zich ervan, dat de locatie geschikt is om draden, leidingen en afvoer te installeren.
Het binnenmodule moet zo geïnstalleerd worden, dat de afvoer van koele lucht en de terugstroom van warme lucht niet door obstakels behinderd wordt en een goede luchtcirculatie in de gehele ruimte mogelijk is.
Zorg ervoor, dat voldoende afstand bestaat, tussen binnenmodule en muur/obstakels, zoals te zien is in de afbeelding.
De installatieplaats moet stevig genoeg zijn, het viervoudige gewicht van het binnenmodule te dragen, om te vermijden, dat lawaai en vibratie versterkt worden.
De installatieplaats (ophanging aan plafond) moet precies horizontaal en de hoogte in het plafond 350 mm of meer zijn.
Het binnenmodule moet ver genoeg weg zijn van verwarmings- of stoombronnen (vemijdt installatie bij ingang).
2. Installeren module
Meet en markeer de positie van de ophangstaaf. Boor het gat voor de hoekschroef en bevestig de staaf.
De installatiesjabloon kan uitzetten door temperatuur en vochtigheid.
890,0 mm (openingin plafondplaat)
790,0 mm (ophangstaaf)
Controleer de afmetingen ter plaatse.
De afmetingen van de installatiesjabloon zijn dezelfde als de afmetingen van de plafondopeningen.
Voordat u het plafond weer pleistert, moet u de installatiesjabloon op het binnenmodule passen.
Opmerking: Bespreek de boorwerkzaamheden in ieder geval met de
betreffende installateur.
620,5 mm (ophangstaaf)
890,0 mm (opening plafondplaat)
3. Ophangen module
Controleer de afstand van de ophangstaaf.
Houdt het module vast en hang het op aan de ophangstaaf met de moer en de dichting.
Corrigeer de hoogte van het module op ongeveer 35,00 mm tussen de onderkant van het binnenmodule en het plafond.
Controleer met een waterpas, of het module precies horizontaal hangt en draai moer en schroef goed vast, om uitval van het apparaat en vibratie te vermijden. vermen.
Open de plafondplaat langs de buitenlijnen van de papieren installatiesjabloon.
4. Werkzaamheden afvoerpomp
De afvoerpijp moet een aflopend verhang hebben voor goede afwatering.
Verleg de afvoerbuis niet met op en af lopende krommingen, om te vermijden, dat het water terugloopt.
Pas op, dat u bij installatie, niet teveel kracht uitoefent op de afvoeraansluiting van het binnenmodule.
De buitendiameter van de afvoeraansluiting voor de flexibele afvoerslang is 20mm.
Isoleer de afvoerleiding tegen hitte (polyethyleenschuim van meer dan 8,00 mm dikte) om te vermijden, dat condens in de kamer druppelt.
Binnenmodule
Buisklem
Goed
Binnenmodule
Plafondplaat
35.0 mm
Slecht
3
Loading...
+ 10 hidden pages