1.1Over de documentatie....................................................................................................................................................4
1.1.1Betekenis van de waarschuwingen en symbolen ..........................................................................................4
1.2Voor de gebruiker ...........................................................................................................................................................5
2 Over de documentatie7
2.1Over dit document..........................................................................................................................................................7
2.2Overzicht uitgebreide handleiding voor de gebruiker ...................................................................................................7
3.2Over de gebruikersinterface........................................................................................................................................... 10
3.2.3Gebruik van de gebruikersinterface............................................................................................................... 14
4 Voor het gebruik15
4.1Overzicht: Voor het gebruik............................................................................................................................................ 15
4.3De gebruikersinterface op de muur bevestigen............................................................................................................. 15
5.3Bedrijfsstand en temperatuurinstelpunt........................................................................................................................ 18
5.3.1Het systeem starten/stoppen en de temperatuur instellen ......................................................................... 19
5.5.3Gebruik van 3-D uitblaasrichting.................................................................................................................... 23
5.9.3In- en uitschakeltimer combineren ................................................................................................................ 27
6 Energie besparen en optimale werking28
7 Onderhoud en service30
7.1Overzicht: onderhoud en service ................................................................................................................................... 30
7.2Binnenunit en gebruikersinterface schoonmaken......................................................................................................... 31
7.4Over de luchtfilters ......................................................................................................................................................... 32
7.10Aandachtspunten voor een lange periode van stilstand ............................................................................................... 35
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
2
8 Opsporen en verhelpen van storingen37
8.1Symptomen die geen storingen van het systeem zijn ................................................................................................... 40
8.1.1Symptoom: U hoort een geluid zoals stromend water ................................................................................. 40
8.1.2Symptoom: U hoort een blaasgeluid ............................................................................................................. 40
8.1.3Symptoom: U hoort een tikgeluid .................................................................................................................. 40
8.1.4Symptoom: U hoort een fluitgeluid ............................................................................................................... 40
8.1.5Symptoom: U hoort een klikgeluid terwijl de unit werkt of stilstaat ............................................................ 41
8.1.6Symptoom: U hoort een klapgeluid ............................................................................................................... 41
FTXP20~35M5V1B9
Daikin kamerairconditioners
4D520466-7C – 2020.03
Page 3
Inhoudsopgave
8.1.7Symptoom: Uit het toestel komt witte rook (binnenunit) ............................................................................ 41
8.1.8Symptoom: De units geven een geur af......................................................................................................... 41
8.1.9Symptoom: De ventilator van de buitenunit draait terwijl de airconditioner niet wordt gebruikt.............. 41
8.2Problemen op basis van storingscodes oplossen........................................................................................................... 41
▪ De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle andere talen
zijn vertalingen.
▪ Alle in dit document vermelde voorzorgen betreffen zeer belangrijke punten en
dienen dus steeds nauwgezet te worden nageleefd.
▪ De installatie van het systeem en alle in de installatiehandleiding en de
uitgebreide handleiding voor de installateur beschreven handelingen MOETEN
door een erkende installateur worden uitgevoerd.
1.1.1 Betekenis van de waarschuwingen en symbolen
GEVAAR
Duidt op een situatie die de dood of ernstige verwondingen als gevolg heeft.
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
Duidt op een situatie die elektrocutie kan veroorzaken.
GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN
Duidt op een situatie die brandwonden kan veroorzaken als gevolg van extreem hoge
of lage temperaturen.
GEVAAR: ONTPLOFFINGSGEVAAR
Duidt op een situatie die een ontploffing kan veroorzaken.
WAARSCHUWING
Duidt op een situatie die de dood of ernstige verwondingen als gevolg zou kunnen
hebben.
WAARSCHUWING: ONTVLAMBAAR MATERIAAL
VOORZICHTIG
Duidt op een situatie die kleine of matige verwondingen als gevolg zou kunnen
hebben.
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
4
OPMERKING
Duidt op een situatie die schade aan apparatuur of eigendom zou kunnen
berokkenen.
INFORMATIE
Duidt op nuttige tips of bijkomende informatie.
Symbolen gebruikt op de unit:
FTXP20~35M5V1B9
Daikin kamerairconditioners
4D520466-7C – 2020.03
Page 5
1 | Algemene veiligheidsmaatregelen
SymboolVerklaring
Lees de montagehandleiding, de gebruiksaanwijzing en het
instructievel voor de bedrading alvorens te beginnen met de
installatie.
Lees de servicehandleiding alvorens onderhouds- en
servicewerkzaamheden uit te voeren.
Voor meer informatie, zie de uitgebreide handleiding voor de
installateur en de gebruiker.
De unit bevat draaiende onderdelen. Wees voorzichtig bij
servicewerkzaamheden of inspectie van de unit.
Symbolen gebruikt in de documentatie:
SymboolVerklaring
Geeft de titel van een afbeelding of een verwijzing ernaar
aan.
Voorbeeld: " 1–3 Titel afbeelding" betekent "Afbeelding 3
in hoofdstuk 1".
Geeft de titel van een tabel of een verwijzing ernaar aan.
1.2 Voor de gebruiker
Voorbeeld: " 1–3 Titel tabel" betekent "Tabel 3 in
hoofdstuk 1".
WAARSCHUWING
Indien u twijfels heeft over de bediening van de unit, neem
contact op met uw dealer.
WAARSCHUWING
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen,
inclusief kinderen, met verminderde fysieke, zintuiglijke of
mentale mogelijkheden, of met een gebrek aan ervaring
en kennis, tenzij zij onderricht zijn in het gebruik van het
apparaat door een persoon die verantwoordelijk is voor
hun veiligheid.
Zie erop toe dat kinderen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en onderhoud door de gebruiker mag niet
worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
WAARSCHUWING
Om elektrische schokken of brand te vermijden:
▪ Spoel de unit NIET af.
▪ Bedien de unit NIET met natte handen.
▪ Plaats GEEN voorwerpen die water bevatten op de unit.
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
5
Page 6
1 | Algemene veiligheidsmaatregelen
VOORZICHTIG
▪ Plaats GEEN voorwerpen, apparatuur of uitrustingen
▪ Zit, klim of sta NIET op de unit.
▪ Units dragen het volgende symbool:
Dit betekent dat u GEEN elektrische en elektronische producten mag mengen
met ongesorteerd huishoudelijk afval. Probeer het systeem NIET zelf te
ontmantelen: het ontmantelen van het systeem en het behandelen van het
koelmiddel, van olie en van andere onderdelen moeten door een erkende
installateur conform met de geldende wetgeving uitgevoerd worden.
De units moeten voor hergebruik, recyclage en terugwinning bij een
gespecialiseerd behandelingsbedrijf worden behandeld. Door ervoor te zorgen
dat dit product op de juiste manier wordt weggeworpen, draagt u bij tot het
voorkomen van mogelijke negatieve gevolgen voor milieu en menselijke
gezondheid. Voor meer informatie, contacteer uw installateur of de plaatselijke
overheid.
bovenop de unit.
▪ Batterijen dragen het volgende symbool:
Dit betekent dat de batterijen NIET met ongesorteerd huishoudelijk afval
gemengd mogen worden. Indien onder het symbool een scheikundig symbool
afgebeeld staat, betekent dit scheikundig symbool dat de batterij een zwaar
metaal bevat boven een bepaalde concentratie.
Mogelijke chemische symbolen: Pb: lood (>0,004%).
Lege batterijen moeten voor hergebruik door een gespecialiseerde installatie
worden verwerkt. Door ervoor te zorgen dat wegwerpbatterijen op de juiste
manier worden weggeworpen, helpt u mogelijke negatieve gevolgen voor milieu
en menselijke gezondheid te voorkomen.
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
6
FTXP20~35M5V1B9
Daikin kamerairconditioners
4D520466-7C – 2020.03
Page 7
2 Over de documentatie
2.1 Over dit document
Onze welgemeende dank voor de aankoop van dit product. Verzoek:
▪ Bewaar de documentatie voor latere raadpleging.
Bedoeld publiek
Eindgebruikers
INFORMATIE
Dit apparaat is bedoeld om in werkplaatsen, in de lichte industrie en in boerderijen
door deskundige of geschoolde gebruikers gebruikt te worden of, in de handel en in
huishoudens, door niet gespecialiseerde personen.
Documentatieset
Dit document is een onderdeel van een documentatieset. De volledige set omvat:
2 | Over de documentatie
▪ Algemene veiligheidsmaatregelen:
- Veiligheidsinstructies die u moet lezen vooraleer uw systeem te bedienen
- Formaat: Papier (in de doos van de binnenunit)
▪ Gebruiksaanwijzing:
- Snelle gids voor basisgebruik
- Formaat: Papier (in de doos van de binnenunit)
▪ Uitgebreide handleiding voor de gebruiker:
- Gedetailleerde stap per stap instructies en achtergrondinformatie voor basis-
en gevorderd gebruik
- Formaat: Digitale bestanden op http://www.daikineurope.com/support-and-
manuals/product-information/
Laatste herzieningen van de meegeleverde documentatie kunnen op de regionale
Daikin-website of via uw installateur beschikbaar zijn.
De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle andere talen zijn
vertalingen.
2.2 Overzicht uitgebreide handleiding voor de gebruiker
Algemene voorzorgsmaatregelen
met betrekking tot de veiligheid
Over de documentatieVerkrijgbare documentatie voor de gebruiker
Over het systeem▪ Werkingsgebied
Voor het gebruikWat te doen voor het gebruik
Veiligheidsinstructies te lezen vóór gebruik
▪ Beschrijving van binnenunit en
gebruikersinterface
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
7
Page 8
2 | Over de documentatie
HoofdstukBeschrijving
FunctieHoe en wanneer bepaalde functies te
gebruiken
Energie besparen en optimale
Energie besparen
werking
Onderhoud en serviceOnderhoud en service van de unit
Opsporen en verhelpen van
Wat te doen ingeval van problemen
storingen
Als afval verwijderenSysteem opruimen
Verklarende woordenlijstDefinitie van termen
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
8
FTXP20~35M5V1B9
Daikin kamerairconditioners
4D520466-7C – 2020.03
Page 9
3 Over het systeem
a
e
fg
b
c
d
WAARSCHUWING: ONTVLAMBAAR MATERIAAL
Het koelmiddel in deze unit is licht ontvlambaar.
OPMERKING
Gebruik het systeem NIET voor andere doeleinden. Gebruik de unit NIET voor het
koelen van precisie-instrumenten, voedsel, planten, dieren of kunstwerken, om te
voorkomen dat de kwaliteit ervan wordt aangetast.
3.1 Binnenunit
VOORZICHTIG
Steek GEEN vingers, stokken of andere voorwerpen in de luchtinlaat of -uitlaat.
Wanneer de ventilator met hoge snelheid draait, zou dit letsels veroorzaken.
3 | Over het systeem
INFORMATIE
Het geluidsdrukniveau is lager dan 70dBA.
WAARSCHUWING
▪ Wijzig, demonteer, verwijder, herinstalleer of repareer de unit niet zelf aangezien
een verkeerde demontage of installatie een elektrische schok of brand kan
veroorzaken. Neem contact op met uw dealer.
▪ Zorg dat er geen open vlammen zijn in het geval van een koelmiddellek. Het
koelmiddel zelf is helemaal veilig, niet-giftig en matig ontvlambaar, maar er zal
wel een giftig gas vrijkomen wanneer het koelmiddel per ongeluk lekt in een
kamer met lucht van een ventilatorkachel, gasfornuis, enz. Laat de reparatie van
een lek altijd controleren door erkend servicepersoneel voordat u de unit weer in
gebruik neemt.
INFORMATIE
De volgende afbeeldingen zijn slechts voorbeelden en komen mogelijk NIET volledig
overeen met de lay-out van uw systeem.
Als er geen gebruikersinterface is, kunt u de unit starten/stoppen met de AAN/UITknop op de binnenunit. Wanneer de unit met deze knop wordt gestart, worden de
volgende instellingen gebruikt:
▪ Bedrijfsstand = Automatisch
▪ Temperatuurinstelling = 25°C
▪ Luchtstroomsnelheid = Automatisch
a Signaalontvanger
b Bedrijfslampje
c Timerlampje
d ON/OFF-toets
AAN/UIT-knop
Als er geen gebruikersinterface is, kunt u de unit starten/stoppen met de AAN/UITknop op de binnenunit. Wanneer de unit met deze knop wordt gestart, worden de
volgende instellingen gebruikt:
▪ Bedrijfsstand = Automatisch
▪ Temperatuurinstelling = 25°C
▪ Luchtstroomsnelheid = Automatisch
3.2 Over de gebruikersinterface
▪ Rechtstreeks zonlicht. Stel de gebruikersinterface niet bloot aan rechtstreeks
zonlicht.
▪ Stof. Stof op de signaalzender of -ontvanger vermindert de gevoeligheid. Veeg
stof weg met een zachte doek.
▪ Fluorescentielampen. Het signaal kan mogelijk niet worden doorgegeven als er
fluorescentielampen in de kamer zijn. Neem in dat geval contact op met uw
installateur.
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
10
▪ Andere apparaten. Als de gebruikersinterface andere apparaten doet werken,
verplaats die apparaten of neem contact op met uw installateur.
▪ Gordijnen. Zorg ervoor dat het signaal tussen de unit en de gebruikersinterface
NIET geblokkeerd wordt door gordijnen of andere voorwerpen.
FTXP20~35M5V1B9
Daikin kamerairconditioners
4D520466-7C – 2020.03
Page 11
OPMERKING
b
l
k
c
d
e
f
j
i
h
g
a
b
d
c
f
h
e
m
l
k
i
j
a
g
▪ Laat de gebruikersinterface NIET vallen.
▪ Laat de gebruikersinterface NIET nat worden.
3.2.1 Onderdelen: Gebruikersinterface
3 | Over het systeem
a Signaalontvanger
b UIT-knop
c Ventilatorinstelknop
d Knop Econo-stand
e Draaiknoppen
f Timerinstelknoppen (AAN, UIT, annuleren)
g Knop Powerful-stand
h Knop Comfort-stand
a Gebruikersinterface
b Schroeven (lokaal te voorzien)
c Houder gebruikersinterface
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
15
Page 16
4 | Voor het gebruik
2×
bca
4.4 Voeding inschakelen
a Gebruikersinterface
b Schroeven (lokaal te voorzien)
c Houder gebruikersinterface
1Kies een plaats binnen het bereik van de unit.
2Bevestig de houder met schroeven op de muur of een gelijkaardige plaats.
3Hang de gebruikersinterface op de houder.
1Zet de stroomschakelaar aan.
Gevolg: De klep van de binnenunit gaat open en dicht om de referentiepositie in te
stellen.
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
16
FTXP20~35M5V1B9
Daikin kamerairconditioners
4D520466-7C – 2020.03
Page 17
5 Functie
5.1 Werkingsgebied
Gebruik het systeem binnen de volgende temperatuur- en vochtgehaltewaarden
om een veilige en efficiënte werking te verzekeren.
Koelen
Verwarmen
Drogen
(a)
(b)
5 | Functie
BedrijfsstandWerkingsbereik
(a)(b)
(a)
(a)
Een beveiliging kan het systeem stilleggen als de unit buiten het bedrijfsbereik wordt
gebruikt.
Condensatie en druppelend water kunnen voorkomen als de unit buiten het bedrijfsbereik
wordt gebruikt.
▪ Buitentemperatuur: –10~46°Cdroge bol
▪ Binnentemperatuur: 18~32°Cdroge bol
▪ Binnenvochtigheid: ≤80%
▪ Buitentemperatuur: –15~24°Cdroge bol
▪ Binnentemperatuur: 10~30°Cdroge bol
▪ Buitentemperatuur: –10~46°Cdroge bol
▪ Binnentemperatuur: 18~32°Cdroge bol
▪ Binnenvochtigheid: ≤80%
5.2 Wanneer welke functie gebruiken
In de volgende tabel vindt u een overzicht van welke functie te gebruiken:
FunctieTaken
Basisfuncties
Bedrijfsstanden en
temperatuur
+ Uitblaasrichting
Luchtstroomsnelheid
Het systeem starten/stoppen en de
temperatuur instellen:
▪ Een kamer verwarmen of koelen.
▪ Lucht in een kamer blazen zonder te
verwarmen of te koelen.
▪ De vochtigheidsgraad in een kamer verlagen.
▪ In de Automatische stand, automatisch een
gepaste temperatuur en bedrijfsstand
selecteren.
De uitblaasrichting regelen (draaien of vaste
stand).
De hoeveelheid in de kamer geblazen lucht
regelen.
Het systeem gebruiken wanneer u ook andere
grote stroomverbruikers gebruikt.
Energie besparen.
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
17
Page 18
5 | Functie
FunctieTaken
Comfort
Powerful
Inschakeltimer +
Uitschakeltimer
FunctieTaken
Basisfuncties
Bedrijfsstanden en
temperatuur
Uitblaasrichting
Een comfortabele luchtstroom voorzien die NIET
in rechtstreeks contact met mensen komt.
De kamer snel koelen of verwarmen.
Het systeem automatisch in- en uitschakelen.
Het systeem starten/stoppen en de
temperatuur instellen:
▪ Een kamer verwarmen of koelen.
▪ Lucht in een kamer blazen zonder te
verwarmen of te koelen.
▪ De vochtigheidsgraad in een kamer verlagen.
▪ In de Automatische stand, automatisch een
gepaste temperatuur en bedrijfsstand
selecteren.
De uitblaasrichting regelen (draaien of vaste
stand).
Luchtstroomsnelheid
De hoeveelheid in de kamer geblazen lucht
regelen.
Stiller werken.
Geavanceerde functies
Econo
Het systeem gebruiken wanneer u ook andere
grote stroomverbruikers gebruikt.
Energie besparen.
Comfort
Een comfortabele luchtstroom voorzien die NIET
in rechtstreeks contact met mensen komt.
Powerful
Inschakeltimer +
De kamer snel koelen of verwarmen.
Het systeem automatisch in- en uitschakelen.
Uitschakeltimer
5.3 Bedrijfsstand en temperatuurinstelpunt
Wanneer. Stel de bedrijfsstand van het systeem in en stel de temperatuur in
wanneer u wil:
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
18
▪ Een kamer verwarmen of koelen
▪ Lucht in een kamer blazen zonder te verwarmen of te koelen
▪ De vochtigheidsgraad in een kamer verlagen
Wat. De werking van het systeem verschilt naar gelang van de selectie van de
gebruiker.
FTXP20~35M5V1B9
Daikin kamerairconditioners
4D520466-7C – 2020.03
Page 19
InstellingBeschrijving
5 | Functie
Automatisch
Het systeem koelt of verwarmt een kamer tot
op het temperatuurinstelpunt. Het schakelt
indien nodig automatisch om tussen koelen en
verwarmen.
Drogen
Het systeem verlaagt de vochtigheid in een
kamer zonder de temperatuur te veranderen.
Verwarmen
Het systeem verwarmt een kamer tot op het
temperatuurinstelpunt.
Koelen
Het systeem koelt een kamer tot op het
temperatuurinstelpunt.
Ventilator
Het systeem regelt alleen de luchtstroom
(luchtstroomsnelheid en uitblaasrichting).
Het systeem regelt de temperatuur NIET.
Bijkomende informatie:
▪ Buitentemperatuur. Het koel- of verwarmingsvermogen van het systeem neemt
af bij een te hoge, respectievelijk te lage buitentemperatuur.
▪ Ontdooien. Bij het verwarmen kan er ijs worden gevormd op de buitenunit,
waardoor het verwarmingsvermogen afneemt. In dat geval schakelt het systeem
automatisch over naar ontdooien om het ijs te verwijderen. Bij het ontdooien
blaast de binnenunit GEEN warme lucht uit.
5.3.1 Het systeem starten/stoppen en de temperatuur instellen
: De unit draait.
: Bedrijfsstand = Automatisch
: Bedrijfsstand = Drogen
: Bedrijfsstand = Verwarmen
: Bedrijfsstand = Koelen
: Bedrijfsstand = Alleen ventilator
: Geeft de ingestelde temperatuur weer.
1Druk één of meerdere keren op om de bedrijfsstand te selecteren.
3Druk één of meerdere keren op of op de -knop om de temperatuur te
verlagen of te verhogen.
Opmerking: In de droogstand of de stand alleen ventilator kan de temperatuur
niet worden ingesteld.
4Druk op om de werking te stoppen.
Gevolg: verdwijnt van het scherm.
Gevolg: Het bedrijfslampje wordt gedoofd.
: Bedrijfsstand = Automatisch
: Bedrijfsstand = Drogen
: Bedrijfsstand = Verwarmen
: Bedrijfsstand = Koelen
: Bedrijfsstand = Alleen ventilator
: Geeft de ingestelde temperatuur weer.
5Start de werking met een van de volgende knoppen.
StandDrukResultaat
Automatisch
Koelen
Drogen
Het bedrijfslampje gaat
Verwarmen
branden.
Alleen ventileren
6Druk één of meerdere keren op of op de -knop om de temperatuur in
te stellen. In de ontvochtigingsstand of de de stand alleen ventilator kan de
temperatuur NIET worden ingesteld.
KoelenVerwarmenAutomatischDrogen of alleen
ventileren
18~32°C10~30°C18~30°C—
7Druk op om de werking te stoppen.
Gevolg: Het bedrijfslampje wordt gedoofd.
5.4 Luchtstroomsnelheid
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
20
1Druk op om te selecteren:
5 luchtstroomsnelheden, van " " tot " "
Automatisch
Geluidsarme werking binnenunit. Wanneer de
luchtstroomsnelheid op " " is ingesteld, werkt de unit stiller.
FTXP20~35M5V1B9
Daikin kamerairconditioners
4D520466-7C – 2020.03
Page 21
INFORMATIE
a
b
c
▪ Als de unit het temperatuurinstelpunt bereikt in de stand koelen, verwarmen of
▪ In de droogstand kan de luchtstroomsnelheid NIET worden ingesteld.
5.4.1 Luchtstroomsnelheid regelen
1Druk op om de uitblaasinstelling als volgt te veranderen:
5.5 Uitblaasrichting
Wanneer. Stel de uitblaasrichting in naar wens.
Wat. Het systeem blaast de lucht uit in de door de gebruiker ingestelde richting
(variabele of vaste stand). De verticale kleppen bewegen.
InstellingUitblaasrichting
5 | Functie
in de automatische stand. De ventilator stopt.
Verticaal automatisch
Beweegt omhoog en omlaag.
draaien
[—]Blijft in een vaste stand.
VOORZICHTIG
▪ Regel de hoek van de horizontale klep ALLEEN met een gebruikersinterface.
Wanneer u de horizontale klep met de hand verplaatst terwijl ze draait, geraakt
het mechanisme defect.
▪ Verander de stand van de verticale kleppen voorzichtig. In de luchtuitlaat draait
een ventilator met hoge snelheid.
Opmerking: Het draaibereik van de horizontale klep hangt af van de bedrijfsstand.
De horizontale klep stopt in de bovenste stand wanneer de luchtstroomsnelheid bij
het omhoog en omlaag draaien op laag wordt ingesteld.
a Draaibereik horizontale klep bij koelen of drogen
b Draaibereik horizontale klep bij verwarmen
c Draaibereik horizontale klep bij alleen ventilator
Wanneer. Stel de uitblaasrichting in naar wens.
Wat. Het systeem blaast de lucht uit in de door de gebruiker ingestelde richting
(variabele of vaste stand). De horizontale of verticale kleppen worden hiervoor
bewogen.
Beweegt afwisselend omhoog en omlaag en van
links naar rechts
[—]Blijft in een vaste stand.
VOORZICHTIG
Verander de stand van de horizontale en verticale kleppen ALLEEN met een
gebruikersinterface. Wanneer u de horizontale en verticale kleppen met de hand
verplaatst terwijl ze draaien, geraakt het mechanisme defect.
Het draaibereik van de horizontale klep hangt af van de bedrijfsstand. De
horizontale klep stopt in de bovenste stand wanneer de luchtstroomsnelheid bij
het omhoog en omlaag draaien op laag wordt ingesteld.
a Draaibereik horizontale klep bij koelen of drogen
b Draaibereik horizontale klep bij verwarmen
c Draaibereik horizontale klep bij alleen ventilator
5.5.1 Verticale uitblaasrichting regelen
1Druk op .
Gevolg: verschijnt op het scherm. De horizontale kleppen beginnen te
draaien.
2Om de horizontale kleppen niet meer te laten bewegen, druk op
wanneer zij de gewenste stand hebben bereikt.
Gevolg: verdwijnt van het scherm. De horizontale kleppen stoppen.
5.5.2 Horizontale uitblaasrichting regelen
1Druk op .
Gevolg: verschijnt op het scherm. De verticale kleppen beginnen te
draaien.
2Om de verticale kleppen niet meer te laten bewegen, druk op wanneer
zij de gewenste stand hebben bereikt.
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
22
Gevolg: verdwijnt van het scherm. De verticale kleppen stoppen.
FTXP20~35M5V1B9
Daikin kamerairconditioners
4D520466-7C – 2020.03
Page 23
INFORMATIE
Wanneer de unit in een hoek van een kamer is geïnstalleerd, mogen de verticale
kleppen niet naar een muur gericht zijn. De unit zal minder efficiënt werken als de
lucht wordt geblokkeerd door een muur.
5.5.3 Gebruik van 3-D uitblaasrichting
1Druk op en .
Gevolg: en verschijnen op het scherm. De horizontale en verticale
kleppen beginnen te draaien.
2Om de kleppen niet meer te laten bewegen, druk op en wanneer
zij de gewenste stand hebben bereikt.
Gevolg: en verdwijnen van het scherm. De horizontale en verticale
kleppen stoppen.
5.6 Comfort-functie
5 | Functie
Deze functie kan worden gebruikt bij verwarmen of koelen. Het resultaat is een
comfortabele luchtstroom die NIET in rechtstreeks contact met mensen komt. Het
systeem stelt de positie van de vaste luchtstroomrichting naar omhoog in bij
koelen en naar omlaag bij verwarmen.
KoelstandVerwarmstand
INFORMATIE
De Powerful- en Comfort-functie kunnen niet tegelijk worden gebruikt. De laatst
geselecteerde functie heeft voorrang. Als automatisch verticaal draaien is
geselecteerd, wordt de Comfort-functie geannuleerd.
5.6.1 Comfort-functie starten/stoppen
1Druk op om te starten.
Gevolg: De stand van de horizontale klep verandert, verschijnt op het
scherm en de luchtstroomsnelheid wordt op automatisch ingesteld.
Opmerking: De Comfort-functie is NIET beschikbaar in de stand alleen ventileren.
2Druk op om te stoppen.
Gevolg: De horizontale klep keert terug naar de stand van vóór de Comfort-functie;
verdwijnt van het scherm.
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
23
Page 24
5 | Functie
5.7 Powerful-functie
Deze functie maximaliseert snel het koel-/verwarmingseffect in een willekeurige
stand. U krijgt het maximale vermogen.
StandLuchtstroomsnelheid
Koelen/Verwarmen/Automatisch▪ Om het koel-/verwarmingseffect te
maximaliseren, wordt het vermogen
van de buitenunit verhoogd.
▪ De luchtstroomsnelheid wordt
ingesteld op de maximale stand.
▪ De instellingen voor de temperatuur
en luchtstroom kunnen NIET worden
veranderd.
Drogen▪ De temperatuurinstelling wordt
verlaagd met 2,5C.
▪ De luchtstroomsnelheid wordt licht
verhoogd.
Alleen ventilatorDe luchtstroomsnelheid wordt ingesteld
op de maximale stand.
INFORMATIE
De Powerful-functie kan NIET met de Econo- en Comfort-functie worden
gecombineerd. De laatst geselecteerde functie heeft voorrang.
De Powerful-functie vergroot het vermogen van de unit NIET als de unit al op
maximaal vermogen draait.
5.7.1 Powerful-functie starten/stoppen
1Druk op om te starten.
Gevolg: wordt weergegeven op het scherm. De Powerful-functie werkt
20minuten; hierna gaat het systeem verder in de eerder ingestelde stand.
StandLuchtstroomsnelheid
Koelen/Verwarmen/Automatisch▪ Om het koel-/verwarmingseffect te
maximaliseren, wordt het vermogen
van de buitenunit verhoogd.
▪ De luchtstroomsnelheid wordt
ingesteld op de maximale stand.
▪ De instellingen voor de temperatuur
en luchtstroom kunnen NIET worden
veranderd.
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
24
Drogen▪ De temperatuurinstelling wordt
verlaagd met 2,5C.
▪ De luchtstroomsnelheid wordt licht
verhoogd.
Alleen ventilatorDe luchtstroomsnelheid wordt ingesteld
op de maximale stand.
FTXP20~35M5V1B9
Daikin kamerairconditioners
4D520466-7C – 2020.03
Page 25
2Druk op om te stoppen.
a
A
b
c
d
Opmerking: Powerful kan alleen worden ingesteld wanneer de unit draait. Druk op
5.8 Econo-functie
Dit is een functie die een efficiënte werking mogelijk maakt door het maximale
stroomverbruik te beperken. Deze functie is nuttig voor gevallen waarbij een
stroomonderbreker zou worden geactiveerd wanneer het product samen met
andere toestellen wordt gebruikt.
5 | Functie
Gevolg: verdwijnt van het scherm.
om deze stand te annuleren; verdwijnt van het scherm.
INFORMATIE
▪ De Powerful- en Econo-functie kunnen NIET tegelijk worden gebruikt. De laatst
geselecteerde functie heeft voorrang.
▪ De Econo-functie beperkt de draaisnelheid van de compressor om het
stroomverbruik van de buitenunit te verlagen. Als het stroomverbruik al laag is,
verlaagt de Econo-functie dit niet verder.
5.8.1 Econo-functie starten/stoppen
1Druk op om te starten.
Gevolg: wordt weergegeven op het scherm.
2Druk op om te stoppen.
Gevolg: verdwijnt van het scherm.
A Bedrijfsstroom en stroomverbruik
B Tijd
a Maximum bij normale werking
b Maximum bij Econo-functie
c Normale werking
d Econo-functie
▪ Het schema is slechts ter illustratie.
▪ De maximale bedrijfsstroom en het stroomverbruik van de airconditioner in de
Econo-stand verschilt naar gelang van de aangesloten buitenunit.
5.9 In-/uitschakeltimer
Timerfuncties zijn nuttig om de airconditioner 's nachts of 's ochtends automatisch
in of uit te schakelen. De in- en uitschakeltimer kunnen ook worden gecombineerd.
Programmeer de timer opnieuw in de volgende gevallen:
▪ De unit werd uitgeschakeld door een stroomonderbreker.
▪ Een stroompanne.
▪ Na het vervangen de batterijen in de gebruikersinterface.
1Druk op om te beginnen.
Gevolg: verschijnt op het scherm en het timerlampje gaat branden.
INFORMATIE
Bij elke druk op gaat de tijdinstelling met 1 uur vooruit. De timer kan op 1 tot 9
uur worden ingesteld.
2Druk op om te stoppen.
Gevolg: verdwijnt van het scherm en het timerlampje gaat uit.
Gebruik deze functie als de unit draait en u ze na een bepaalde tijd wilt stilleggen.
3Druk op .
Gevolg: verschijnt op het scherm en het timerlampje gaat branden.
4Druk opnieuw op om de tijdinstelling te veranderen.
INFORMATIE
Bij elke druk op gaat de tijdinstelling met 1 uur vooruit. De timer kan op 1 tot
12 uur worden ingesteld.
Voorbeeld: Als wordt ingesteld wanneer de unit draait, wordt de unit na
5uur stilgelegd.
5Druk op om de instelling te annuleren.
Gevolg: en de tijdinstelling verdwijnen van het scherm en het timerlampje gaat
uit.
INFORMATIE
Nachtstand
Wanneer de uitschakeltimer is ingesteld, past de airconditioner de temperatuur
automatisch aan (0,5°C hoger voor koelen, 2,0°C lager voor verwarmen) om
overmatig koelen/verwarmen te voorkomen en voor een comfortabele
slaaptemperatuur te zorgen.
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
26
INFORMATIE
Wanneer u de in-/uitschakeltimer instelt, wordt de tijdinstelling opgeslagen in het
geheugen. Het geheugen wordt gereset wanneer de batterijen in de
gebruikersinterface worden vervangen.
Gebruik van de nachtstand in combinatie met de uitschakeltimer
De airconditioner past de temperatuur automatisch aan (0,5°C hoger voor koelen,
2,0°C lager voor verwarmen) om overmatig koelen/verwarmen te voorkomen en
voor een comfortabele slaaptemperatuur te zorgen.
FTXP20~35M5V1B9
Daikin kamerairconditioners
4D520466-7C – 2020.03
Page 27
5.9.2 Inschakeltimer starten/stoppen
1Druk op om te beginnen.
Gevolg: verschijnt op het scherm en het timerlampje gaat branden.
INFORMATIE
Bij elke druk op gaat de tijdinstelling met 1 uur vooruit. De timer kan op 1 tot
12 uur worden ingesteld.
2Druk op om te stoppen.
Gevolg: verdwijnt van het scherm en het timerlampje gaat uit.
Gebruik deze functie als de unit NIET draait en u ze na een bepaalde tijd wilt
starten.
3Druk op .
Gevolg: verschijnt op het scherm en het timerlampje gaat branden.
4Druk opnieuw op om de tijdinstelling te veranderen.
INFORMATIE
5 | Functie
Bij elke druk op gaat de tijdinstelling met 1 uur vooruit. De timer kan op 1 tot
12 uur worden ingesteld.
Voorbeeld: Als wordt ingesteld wanneer de unit NIET draait, start de unit
na 2uur.
5Druk op om de instelling te annuleren.
Gevolg: en de tijdinstelling verdwijnen van het scherm en het timerlampje gaat
uit.
5.9.3 In- en uitschakeltimer combineren
1Voor informatie over het instellen van de timers, zie "5.9.1 Uitschakeltimer
starten/stoppen"[426] en "5.9.2Inschakeltimer starten/stoppen"[427].
Gevolg: en verschijnen op het scherm.
2Voorbeeld van wat op het scherm staat wanneer de 2 timers worden
Gevolg: De unit stopt 1 uur later en start weer 7 uur later.
4Als wordt ingesteld wanneer de unit NIET draait.
Gevolg: De unit start 2 uur later en stopt weer 3 uur later.
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
27
Page 28
6 | Energie besparen en optimale werking
6 Energie besparen en optimale werking
INFORMATIE
▪ De unit verbruikt ook nog stroom wanneer ze uitgeschakeld is.
▪ Wanneer de stroom wordt hersteld na een stroompanne, werkt de unit verder in
de eerder geselecteerde stand.
VOORZICHTIG
Stel kleine kinderen, planten of dieren NOOIT rechtstreeks bloot aan de luchtstroom.
WAARSCHUWING
Plaats GEEN voorwerpen die nat kunnen worden onder de binnenunit en/of
buitenunit. Anders kunnen condensatie op de unit of de koelmiddelleidingen, vuil op
het luchtfilter of een verstopte afvoer druppelend water veroorzaken, waardoor
voorwerpen onder de unit kunnen vuil worden of schade oplopen.
WAARSCHUWING
Zet GEEN brandbare sprays bij de airconditioner en gebruik GEEN sprays in de buurt
van de unit. Anders kan er brand ontstaan.
VOORZICHTIG
Gebruik het systeem NIET wanneer een rookvormig insecticide in de ruimte wordt
verspreid. Anders zouden de chemische stoffen zich in de unit kunnen ophopen, met
gevaar voor de gezondheid van mensen die overgevoelig zijn voor chemische stoffen.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om voor een optimale werking
van het systeem te zorgen.
▪ Houd bij het koelen rechtstreeks zonlicht uit de kamer met behulp van gordijnen
of jaloezieën.
▪ Zorg ervoor dat de zone goed geventileerd wordt. Blokkeer GEEN
ventilatieopeningen.
▪ Verlucht dikwijls. Zorg bij langdurig gebruik vooral voor verluchting.
▪ Houd deuren en ramen dicht. Als de deuren of ramen open blijven, zal er lucht
uit de kamer stromen, met een kleiner koel- of verwarmeffect tot gevolg.
▪ Koel of verwarm NIET te sterk. Om zuinig om te gaan met energie houdt u de
temperatuurinstelling op een gematigd niveau.
▪ Plaats NOOIT voorwerpen in de buurt van de luchtinlaat of -uitlaat van de unit.
Anders kan het verwarmings-/koeleffect afnemen of het systeem uitgeschakeld
worden.
▪ Schakel de hoofdschakelaar uit wanneer de unit lange tijd niet zal worden
gebruikt. Er wordt immers stroom verbruikt zolang de hoofdschakelaar niet
uitgeschakeld is. Zet de hoofdschakelaar 6 uur voor gebruik aan alvorens de unit
opnieuw op te starten, dit om een vlotte werking te garanderen.
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
28
▪ Bij een vochtigheid van meer dan 80% of wanneer de afvoeruitlaat verstopt is,
kan condensvorming optreden.
▪ Pas de kamertemperatuur aan voor een aangename omgeving. Voorkom te sterk
verwarmen of koelen. Het kan even duren alvorens de kamertemperatuur de
ingestelde temperatuur bereikt. U kunt hiervoor de timermogelijkheden
gebruiken.
FTXP20~35M5V1B9
Daikin kamerairconditioners
4D520466-7C – 2020.03
Page 29
6 | Energie besparen en optimale werking
▪ Stel de luchtstroomrichting in om te voorkomen dat er bij de vloer koude lucht
blijft hangen of warme lucht tegen het plafond. (Omhoog bij koelen of drogen
naar het plafond en omlaag bij verwarmen.)
▪ Voorkom dat de lucht rechtstreeks op de personen in de kamer wordt geblazen.
▪ Gebruik het systeem binnen het aanbevolen temperatuurbereik (26~28°C voor
koelen en 20~24°C voor verwarmen) om energie te besparen.
De installateur moet een jaarlijks onderhoud uitvoeren.
Over het koelmiddel
Dit product bevat gefluoreerde broeikasgassen. Laat de gassen NIET vrij in de
atmosfeer.
Koelmiddeltype: R32
Waarde globaal opwarmingspotentieel (GWP): 675
OPMERKING
De geldende wetgeving met betrekking tot gefluoreerde broeikasgassen vereist dat
de koelmiddelvulling van de unit wordt aangegeven zowel in gewicht als in CO2equivalent.
Formula om de hoeveelheid in CO2-equivalent te berekenen: GWP-waarde
koelmiddel × totale koelmiddelvulling [in kg] / 1000
Neem contact op met uw installateur voor meer informatie.
WAARSCHUWING
Het koelmiddel in de unit is weinig ontvlambaar, maar lekt normaal NIET. Als het
koelmiddel in de kamer lekt en in contact komt met vuur van een brander, een
verwarming of een fornuis, dan kan er brand ontstaan of kan een schadelijk gas
worden gevormd.
Schakel alle verwarmingstoestellen met verbranding uit, verlucht de kamer en neem
contact op met de dealer waar u de unit hebt gekocht.
Gebruik de unit NIET totdat iemand van de servicedienst heeft bevestigd dat het deel
met het koelmiddellek gerepareerd is.
WAARSCHUWING
▪ Doorboor of verbrand GEEN onderdelen van de koelmiddelcyclus.
▪ Gebruik GEEN andere schoonmaakmiddelen of manieren om het ontdooien te
versnellen dan die aanbevolen door de fabrikant.
▪ Denk eraan dat het koelmiddel in het systeem geurloos is.
WAARSCHUWING
Het toestel wordt opgeslagen in een ruimte zonder ontstekingsbronnen die
voortdurend branden (bijvoorbeeld: open vuur, een draaiend gastoestel of een
draaiende elektrische verwarming).
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
30
OPMERKING
Dit onderhoud MOET worden uitgevoerd door een erkend installateur of een
servicetechnicus.
Laat het onderhoud minstens één keer per jaar uitvoeren. De geldende wetgeving
kan evenwel kortere onderhoudsintervallen vereisen.
FTXP20~35M5V1B9
Daikin kamerairconditioners
4D520466-7C – 2020.03
Page 31
7 | Onderhoud en service
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
Wanneer u de airconditioner of het luchtfilter wilt schoonmaken, moet u de unit
eerst stilleggen en alle voedingen uitschakelen. Anders dreigt u elektrische schokken
en letsel op te lopen.
WAARSCHUWING
Om elektrische schokken of brand te vermijden:
▪ Spoel de unit NIET af.
▪ Bedien de unit NIET met natte handen.
▪ Plaats GEEN voorwerpen die water bevatten op de unit.
VOORZICHTIG
Controleer na langdurig gebruik of de staander en bevestiging niet beschadigd zijn.
Bij beschadiging dreigt de unit te vallen en letsel te veroorzaken.
VOORZICHTIG
Raak de lamellen van de warmtewisselaar NIET aan. Deze lamellen zijn scherp en
kunnen snijwonden veroorzaken.
WAARSCHUWING
Ga voorzichtig te werk met ladders wanneer u op een hoogte werkt.
7.2 Binnenunit en gebruikersinterface schoonmaken
OPMERKING
▪ Gebruik GEEN benzine, benzeen, verdunner, schuurpoeder of vloeibaar
insecticide. Mogelijk gevolg: Verkleuring en vervorming.
▪ Gebruik GEEN water of lucht van 40°C of warmer. Mogelijk gevolg: Verkleuring
en vervorming.
▪ Gebruik GEEN schuurproducten.
▪ Gebruik GEEN schuurborstel. Mogelijk gevolg: Anders kan de coating er
afkomen.
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
Leg de unit stil, schakel de stroomonderbreker uit of trek het netsnoer uit alvorens
de unit schoon te maken. Anders kunt u een elektrische schok of een letsel oplopen.
1Maak schoon met een zachte doek. Gebruik water of een neutraal
schoonmaakmiddel voor moeilijk te verwijderen vlekken.
Laat de unit enkele uren in de stand alleen ventilator draaien om de binnenkant
van de unit te drogen.
1Druk op en selecteer de stand alleen ventilator.
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
35
Page 36
7 | Onderhoud en service
2Druk op om te beginnen.
3Zet de unit met de -knop in de stand alleen ventilator om de
binnenkant van de unit te drogen.
4Zet de stroomonderbreker uit wanneer de unit stopt.
5Maak de luchtfilters schoon en plaats ze terug op hun oorspronkelijke plaats.
6Verwijder de batterijen uit de gebruikersinterface.
INFORMATIE
Er wordt geadviseerd periodiek onderhoud door een specialist te laten uitvoeren.
Neem contact op met uw dealer voor gespecialiseerd onderhoud. De klant staat in
voor de onderhoudskosten.
In sommige bedrijfsomstandigheden kan de binnenkant van de unit na enkele
seizoenen vuil worden. Dit leidt tot slechte prestaties.
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
36
FTXP20~35M5V1B9
Daikin kamerairconditioners
4D520466-7C – 2020.03
Page 37
8 | Opsporen en verhelpen van storingen
8 Opsporen en verhelpen van storingen
Als zich één van de volgende problemen voordoet, neem dan onderstaande
maatregelen en neem contact op met uw dealer.
WAARSCHUWING
Stop de werking en schakel de voeding uit als er zich iets abnormaals voordoet
(brandgeur, enz.).
Als u de unit onder dergelijke omstandigheden laat werken, kan dit leiden tot een
defect, elektrische schok of brand. Neem contact op met uw dealer.
ALLEEN een erkend servicetechnicus mag het systeem repareren.
StoringMaatregel
Als een beveiliging zoals een zekering,
Schakel de hoofdvoeding UIT.
onderbreker of aardlekschakelaar vaak in
werking treedt, of als de AAN/UIT-schakelaar
NIET goed werkt.
Als water uit de unit lekt.Stop de werking.
De bedrijfsschakelaar werkt NIET goed.Schakel de voeding UIT.
Als het unitnummer op het display van de
gebruikersinterface staat, het bedrijfslampje
Verwittig uw installateur en
geef hem de storingscode door.
knippert en de storingscode wordt aangegeven.
Als het systeem NIET goed werkt, behalve voor de hiervoor vermelde gevallen, en
geen van de vermelde storingen van toepassing is, volg de volgende procedures
om na te gaan wat er misloopt.
StoringMaatregel
Als het systeem helemaal
NIET werkt.
▪ Controleer of er geen stroomonderbreking is.
Wacht tot de stroom is hersteld. Als de stroom
tijdens de werking uitvalt, zal het systeem
automatisch herstarten direct nadat de stroom is
hersteld.
▪ Controleer of er geen zekering is doorgebrand of
een onderbreker in werking is gesteld. Vervang
indien nodig de zekering of reset de onderbreker.
De airconditioner kan slecht werken door bliksem of
radiogolven. Draai de onderbreker op OFF en weer
op ON.
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
39
Page 40
8 | Opsporen en verhelpen van storingen
StoringMaatregel
De unit ontvangt GEEN
signalen van de
gebruikersinterface.
▪ Controleer de batterijen van de
gebruikersinterface.
▪ Controleer of de zender NIET is blootgesteld aan
rechtstreeks zonlicht.
▪ Controleer of er fluorescentielampen met een
elektronische starter in de kamer zijn. Neem
contact op met uw dealer.
Er staat niets op het
Vervang de batterijen van de gebruikersinterface.
scherm van de
gebruikersinterface.
Er staat een foutcode op de
gebruikersinterface.
Raadpleeg uw plaatselijke verdeler. Zie
"8.2Problemen op basis van storingscodes
oplossen"[441] voor een gedetailleerde lijst met
foutcodes.
Andere elektrische
apparaten beginnen te
werken.
Als de gebruikersinterface andere apparaten doet
werken, verplaats die apparaten en neem contact
op met uw dealer.
Neem contact op met uw installateur als u na controle van alle bovenstaande
punten het probleem niet zelf kunt oplossen. Geef hem de symptomen door, de
volledige modelnaam van de unit (met indien mogelijk ook het fabricagenummer)
en de installatiedatum (mogelijk vermeld op de garantiekaart).
8.1 Symptomen die geen storingen van het systeem zijn
De volgende symptomen zijn GEEN storingen van het systeem:
8.1.1 Symptoom: U hoort een geluid zoals stromend water
▪ Dit geluid wordt veroorzaakt door het stromend koelmiddel in de unit.
▪ Dit geluid kan worden geproduceerd wanneer bij het koelen of drogen water
wegstroomt van de unit.
8.1.2 Symptoom: U hoort een blaasgeluid
Dit geluid wordt geproduceerd wanneer de koelmiddelstroom van richting
verandert (bijv. bij het omschakelen van koelen naar verwarmen).
8.1.3 Symptoom: U hoort een tikgeluid
Dit geluid wordt geproduceerd wanneer de unit een beetje uitzet of samentrekt
door temperatuurveranderingen.
8.1.4 Symptoom: U hoort een fluitgeluid
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
40
Dit geluid wordt veroorzaakt door het stromend koelmiddel tijdens het ontdooien.
FTXP20~35M5V1B9
Daikin kamerairconditioners
4D520466-7C – 2020.03
Page 41
8 | Opsporen en verhelpen van storingen
8.1.5 Symptoom: U hoort een klikgeluid terwijl de unit werkt of stilstaat
Dit geluid wordt veroorzaakt door de werking van de regelkleppen van het
koelmiddel of de elektrische onderdelen.
8.1.6 Symptoom: U hoort een klapgeluid
Dit geluid wordt geproduceerd wanneer een extern toestel lucht uit de kamer haalt
(bijv. een afzuigventilator, een dampkap) en de deuren en ramen van de kamer
gesloten zijn. Open de deuren of ramen, of schakel het toestel uit.
8.1.7 Symptoom: Uit het toestel komt witte rook (binnenunit)
▪ Bij een hoge vochtigheidsgraad tijdens koelen (op vettige of stoffige plaatsen).
Als de binnenkant van een binnenunit extreem vuil is, zal de
temperatuurverdeling in de kamer ongelijk zijn. Daarom is het nodig om de
binnenkant van de binnenunit schoon te maken. Vraag aan uw dealer meer
informatie over het schoonmaken van de unit. Dit is het werk van een erkend
servicetechnicus.
▪ Wanneer de airconditioner na het ontdooien wordt omgeschakeld op
verwarmen. Het vocht dat bij ontdooien werd geproduceerd, wordt in stoom
omgezet en komt vrij.
8.1.8 Symptoom: De units geven een geur af
De unit kan geuren opnemen van kamers, meubilair, sigaretten, enz., en die dan
weer afgeven.
8.1.9 Symptoom: De ventilator van de buitenunit draait terwijl de airconditioner niet wordt
gebruikt
▪ Nadat de unit is gestopt. De ventilator van de buitenunit blijft nog 30 seconden
draaien om het systeem te beveiligen.
▪ Terwijl de airconditioner niet wordt gebruikt. Bij een heel hoge
buitentemperatuur begint de ventilator van de buitenunit te draaien om het
systeem te beveiligen.
8.2 Problemen op basis van storingscodes oplossen
Als er zich een probleem voordoet in de unit, verschijnt een storingscode op de
gebruikersinterface. Het is belangrijk het probleem goed te begrijpen en de nodige
maatregelen te treffen voordat de storingscode wordt gereset. Dit zou best door
een erkende installateur of door de dealer in uw regio moeten uitgevoerd worden.
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van alle mogelijke storingscodes en de
beschrijving ervan zoals deze op de gebruikersinterface verschijnen.
Voor een gedetailleerde beschrijving van de manier waarop elke storing kan
worden opgelost, zie de onderhouds- en reparatiehandleiding.
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
41
Page 42
8 | Opsporen en verhelpen van storingen
Storingsdiagnose met de gebruikersinterface
De gebruikersinterface kan een foutcode ontvangen van de binnenunit die verwijst
naar de storing. Het is belangrijk dat u het probleem begrijpt en maatregelen
neemt alvorens de foutcode te resetten. Dit moet worden gedaan door een erkend
installateur of door uw plaatselijke dealer.
De foutcode op de gebruikersinterface weergeven:
1Houd ongeveer 5seconden ingedrukt.
Gevolg: knippert in het deel van de temperatuuraanduiding.
2Druk enkele keren op tot u een doorlopende bieptoon hoort.
Gevolg: De code staat nu op het scherm.
INFORMATIE
▪ Een korte bieptoon en 2 opeenvolgende bieptonen geven niet-
overeenstemmende codes aan.
▪ Houd de annuleerknop 5seconden ingedrukt om de weergave van de code
te annuleren. De code verdwijnt ook van het scherm als u NIET binnen 1minuut
op de knop drukt.
Systeem
StoringscodeBeschrijving
Normaal
Te weinig koelmiddel
Overspanningsdetectie
Fout signaaltransmissie (tussen binnenunit en buitenunit)
Probeer het systeem NIET zelf te ontmantelen: het ontmantelen van het systeem en
het behandelen van het koelmiddel, van olie en van andere onderdelen MOETEN
conform met de geldende wetgeving uitgevoerd worden. De units MOETEN voor
hergebruik, recyclage en terugwinning bij een gespecialiseerd behandelingsbedrijf
worden behandeld.
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
44
FTXP20~35M5V1B9
Daikin kamerairconditioners
4D520466-7C – 2020.03
Page 45
10 Verklarende woordenlijst
WTW = warm tapwater
Warm water gebruikt, in elk type van gebouw, voor huishoudelijke
doeleinden.
AWT = Aanvoerwatertemperatuur
De watertemperatuur aan de wateruitgang van de warmtepomp.
Dealer
Verdeler die het product verkoopt.
Erkende installateur
Technisch bekwame persoon met een erkenning om het product te
installeren.
Gebruiker
Persoon die de eigenaar is van het product en/of die het product gebruikt.
Geldende wetgeving
Alle geldende internationale, Europese, nationale en plaatselijke richtlijnen,
wetten, reglementen en/of voorschriften betreffende een bepaald product
of domein.
10 | Verklarende woordenlijst
Onderhoudsbedrijf
Bedrijf dat bevoegd is om de vereiste service voor het product uit te voeren
of te coördineren.
Installatiehandleiding
Handleiding met instructies betreffende het installeren, het configureren en
het onderhouden van een bepaald product of een bepaalde toepassing.
Gebruiksaanwijzing
Instructiehandleiding voor een bepaald product of een bepaalde toepassing
waarin wordt uitgelegd hoe het product of de toepassing moet worden
gebruikt.
Accessoires
Labels, handleidingen, informatiefiches, apparatuur en uitrustingen die met
het product worden meegeleverd en die volgens de instructies in de
meegeleverde documentatie geïnstalleerd moeten worden.
Optionele apparatuur
Door Daikin gemaakte of goedgekeurde apparatuur en uitrustingen die met
het product volgens de instructies in de meegeleverde documentatie
gecombineerd mogen worden.
Ter plaatse te voorzien
NIET door Daikin gemaakte apparatuur en uitrustingen die met het product
volgens de instructies in de meegeleverde documentatie gecombineerd
mogen worden.