3 HET GEBRUIK VAN DE CONTROLLER ...................................................................................................................... 8
3.5 Kenmerken van het basisbesturingssysteem ............................................................................................................................ 9
3.6 Onderhoud van controller ........................................................................................................................................................ 10
3.7 Optionele interface voor gebruik op afstand ................................ ............................................................................................ 11
4 WERKEN MET DEZE UNIT ........................................................................................................................................ 13
4.1 Instellen van de unit ................................................................................................................................................................ 13
4.2.1 De unit voorbereiden op starten ..................................................................................................................................... 17
4.2.1.1 Unit inschakelen ................................................................................................................................. 17
4.2.4 Status van circuit ........................................................................................................................................................... 19
4.2.5.2 Lage verdampingsdruk ....................................................................................................................... 20
5.2.6 Fout Alarm van buitenluchttemperatuursensor ............................................................................................................... 29
5.3 Alarmen bij snelle stop van unit ............................................................................................................................................... 29
5.3.1 Alarm waterbevriezing van condensor ........................................................................................................................... 29
5.3.2 Alarm waterstromingsverlies van condensor .................................................................................................................. 29
5.5.5 Storing lage Compressor Vfd temperatuur ..................................................................................................................... 38
5.5.6 Storing lage oliepeil ....................................................................................................................................................... 38
5.5.7 Storing lage afvoer oververhitting .................................................................................................................................. 38
5.6.4 Compressor VFD te hoge temperatuur .......................................................................................................................... 40
5.6.6 Fout EXV aandrijving van voorverwarmer ...................................................................................................................... 41
5.6.7 EXV aandrijving van voorverwarmer niet aangesloten ................................................................................................... 41
5.6.10 EXV Motor niet aangesloten (TZ B, MP) ........................................................................................................................ 42
5.6.11 Start lage druk mislukt ................................................................................................................................................... 43
5.6.12 Ventilator VFD te hoge stroom ....................................................................................................................................... 43
5.6.19 Alarm lage drukverhouding ............................................................................................................................................ 46
5.6.20 Alarm max aantal keer starten ....................................................................................................................................... 47
5.6.22 Alarm waterbevriezing van condensor ........................................................................................................................... 48
5.6.23 Alarm geen druk bij start ................................................................................................................................................ 48
5.6.24 Alarm geen drukverandering bij de start ........................................................................................................................ 49
5.6.25 Alarm te hoge spanning ................................................................................................................................................. 49
5.6.26 Alarm te lage spanning .................................................................................................................................................. 49
6.1 Energiemeter met stroombegrenzing (optioneel) ..................................................................................................................... 51
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
4/52
EWYD 4Z
Multifunctionele units
RISICO OP ELEKTROCUTIE: Zelfs wanneer de hoofdschakelaar of isolator uitgeschakeld is, kunnen bepaalde
circuits nog onder stroom staan, omdat ze aangesloten kunnen zijn op een afzonderlijke stroombron.
RISICO OP BRANDWONDEN: Elektrische stroom zorgt ervoor dat bepaalde componenten tijdelijk of blijvend
heet worden. Hanteer de voedingskabel, elektrische kabels en leidingen, aansluitkast en motorframes zeer
voorzichtig.
LET OP: In overeenstemming met de bedrijfsomstandigheden kunnen de ventilatoren periodiek gereinigd
worden. Een ventilator kan op elk moment gestart worden, zelfs als de unit uitgeschakeld is.
De noodstop zorgt ervoor dat alle motoren gestopt worden. maar schakelt de stroomvoorziening naar de unit
niet uit. Geen onderhouds(werkzaamheden) aan de unit uitvoeren als de hoofdschakelaar niet uitgeschakeld is.
Een gebrekkige ventilator niet bedienen vóór de hoofdschakelaar uitgeschakeld is. De beveiliging tegen te hoge
temperaturen wordt automatisch gereset, dus een ventilator kan automatisch herstarten als de
temperatuuromstandigheden dit toelaten.
1 VEILIGHEIDSOVERWEGINGEN
1.1 Algemeen
Installatie, inbedrijfstelling en onderhoud van apparatuur kan gevaarlijk wanneer bepaalde factoren van de installatie niet
in beschouwing genomen worden: werkdruk, de aanwezigheid van elektrische componenten en spanningen en de plaats
van installatie (verhoogde plinten en opgebouwde structuren). Alleen goed geschoolde installateurs en zeer geschoolde
installateurs en technici, met een volledige opleiding voor het product, zijn bevoegd voor het op een veilige manier
installeren en opstarten van de apparatuur.
Tijdens alle onderhoudswerkzaamheden, moeten alle instructies en aanbevelingen die weergegeven worden in de
installatie en service-instructies voor het product, evenals op tags en labels die bevestigd zijn op de apparatuur en
componenten en bijbehorende onderdelen deze unit geleverd worden, gelezen, begrepen en opgevolgd worden.
Alle standaard veiligheidsvoorschriften en -praktijken opvolgen.
Draag een veiligheidsbril en veiligheidshandschoenen.
Gebruik de juiste gereedschappen om zware voorwerpen te verplaatsen. Verplaats eenheden zorgvuldig en zet ze
voorzichtig op de grond.
1.2 Vermijd elektrocutie
Alleen personeel dat gekwalificeerd is in overeenstemming met de aanbevelingen van de IEC (International
Electrotechnical Commission) mag worden toegestaan toegang tot de elektrische componenten. Het wordt met
aangeraden om alle bronnen van elektriciteit die op de unit aangesloten zijn uit te schakelen voordat met de
werkzaamheden begonnen wordt. Schakel de netspanning op de hoofdschakelaar of isolator uit.
BELANGRIJK: Deze apparatuur maakt gebruik van elektromagnetische signalen en zendt deze uit. Tests hebben
aangetoond dat de apparatuur voldoet aan alle van toepassing zijnde voorschriften met betrekking tot
elektromagnetische compatibiliteit.
1.3 Veiligheidsvoorzieningen
Elk unit is uitgerust met drie verschillende soorten veiligheidsvoorzieningen:
Noodstop
Beveiligingen tegen overstroom/overbelasting
Beveiliging tegen te hoge temperaturen
Beveiliging tegen fase-omkering, onder/overspanning, aardlekbeveiligingen
Beveiliging tegen fase-omkering, onder/overspanning, aardlekbeveiligingen
Bescherming tegen bevriezing
Hogedrukbeveiliging
Lagedrukbeveiliging
Mechanische hogedrukschakelaar
Overdrukklep
Inverterfout auto-diagnose
Multifunctionele units
EWYD 4Z
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
5/52
Directe interventie in de stroomvoorziening kan elektrocutie, brandwonden of zelfs de dood tot gevolg hebben.
Deze handeling mag alleen door geschoolde personen uitgevoerd worden.
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
6/52
EWYD 4Z
Multifunctionele units
A/C
Luchtgekoeld
CWIT
Waterinvoertemperatuur condensor
CWUT
Wateruitvoertemperatuur condensor
CD
Condensatiedruk
CVKT
Condenserende verzadigde
koudemiddeltemperatuur
OVA
Oververhitting afvoer
PT
Perstemperatuur
E/M
Energiemetermodule
VWIT
Waterinvoertemperatuur verdamper
VWUT
Wateruitvoertemperatuur verdamper
VD
Verdampingsdruk
VVKT
Verdampende verzadigde
koudemiddeltemperatuur
EXV
Elektronisch expansieventiel
HMI
Human Machine Interface
MWD
Maximale werkdruk
OVA
Oververhitting aanzuiging
AT
Aanzuigtemperatuur
UC
Controller (Microtech III)
W/C
Watergekoeld
2 ALGEMENE BESCHRIJVING
2.1 Basisinformatie
Microtech® III is een systeem voor het regelen van lucht-/watergekoelde koelmachines met een een of twee circuits.
Microtech® III regelt het opstarten van de compressor die nodig is om het afvoerwater dat de warmtewisselaar verlaat op
de gewenste temperatuur te houden. In elke unitmodus regelt het de werking van de condensors om een juist
condensatieproces in elk circuit te handhaven.
Veiligheidsvoorzieningen worden door Microtech® III continu bewaakt om een veilige werking hiervan te garanderen.
Microtech® III verschaft ook toegang tot een testroutine voor alle in- en uitgangen. Alle Microtech® III controllers kunnen
werken volgens drie verschillende modi:
Lokale modus: de unit wordt geregeld door besturingsopdrachten van de gebruikersinterface
Afstandsmodus: de unit wordt geregeld door contacten op afstand (voltvrije contacten).
Netwerkmodus: de unit wordt geregeld door besturingsopdrachten van een BAS-systeem. In dit geval wordt een
datakabel gebruikt om de unit op de BAS aan te sluiten.
Wanneer het Microtech® III systeem zelfstandig werkt (lokaal of extern), behoudt het al zijn eigen regelmogelijkheden,
maar biedt geen van de functies van de netwerkmodus. In dit geval is het controleren van de werkingsgegevens van de
unit nog steeds toegestaan.
2.2 Gebruikte afkortingen
In deze handleiding worden de koelcircuits circuit 1 en circuit 2 genoemd. De compressor in circuit 1 wordt gemerkt als
Cmp1. De compressor in circuit 2 wordt gemerkt als Cmp2. De volgende afkortingen worden vaak gebruikt:
2.3 Gebruiksbeperkingen controller
Werking (IEC 721-3-3):
Temperatuur -40...+70 °C
Beperking LCD -20… +60 °C
Beperking proces-bus -25….+70 °C
Vochtigheidsgraad < 90 % r.v (geen condensatie)
Luchtdruk min. 700 hPa, bij max. 3000 m boven zeeniveau
Transport (IEC 721-3-2):
Temperatuur -40...+70 °C
Vochtigheidsgraad < 95 % r.v (geen condensatie)
Luchtdruk min. 260 hPa, bij max. 10.000 m boven zeeniveau.
2.4 Architectuur van controller
De algemene architectuur van de controller is als volgt:
Een MicroTech III hoofdcontroller
Multifunctionele units
EWYD 4Z
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
7/52
LET OP: Handhaaf de juiste polariteit bij het aansluiten van de voeding naar de platen, anders zal de perifere buscommunicatie niet werken en kunnen de platen beschadigd raken.
Module
Siemens onderdeelnummer
Gebruik
BacNet/IP
POL908.00/MCQ
Optioneel
Lon
POL906.00/MCQ
Optioneel
Modbus
POL902.00/MCQ
Optioneel
BACnet/MSTP
POL904.00/MCQ
Optioneel
I/O-uitbreidingen als nodig afhankelijk van de configuratie van de unit
Communicatie-interface(s) zoals geselecteerd
De randbus wordt gebruikt om I/O-uitbreidingen aan te sluiten op de hoofdcontroller.
Alle platen hebben een stroomvoorziening vanaf een gewone 24 Vac stroombron. Uitbreidingsplaten kunnen direct door
de hoofdcontroller van stroom voorzien worden. Alle platen kunnen ook voorzien worden van stroom door een 24Vdc
stroombron.
2.5 Communicatiemodules
Elk van de volgende modules kan direct aangesloten worden op de linkerzijde van de hoofdcontroller om ervoor te zorgen
dat een BAS of andere externe interface kan werken. Er kunnen maximaal drie interfaces tegelijkertijd op de controller
aangesloten worden. De controller detecteert nieuwe modules na het opstarten onmiddellijk en configureert deze zelf.
Voor verwijderen van modules uit de unit moet de configuratie handmatig gewijzigd worden.
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
8/52
EWYD 4Z
Multifunctionele units
Alarmstatus (vanaf elke pagina die verbonden is met de alarmlijst, het alarmlogboek en het alarm-snapshot indien
beschikbaar)
Terug naar de hoofdpagina
Terug naar het vorige niveau (dit kan de hoofdpagina zijn)
M a i n M e n u 1 /
11
E n t e r P a s s w o r d
U n i t S t a t u s = O f f : U n i t S W
A c t i v e S e t p t = 7 . 0 °
C
M a i n M e n u 1 / E n t e r P a s s w o r d
U n i t S t a t u s =
O f f : U n i t S W A c t i v e S e t p t = 7 . 0 °
C
A
B
C
UC
A
3 HET GEBRUIK VAN DE CONTROLLER
Het regelsysteem bestaat uit een controller (UC) die uitgerust is met een reeks uitbreidingsmodules die de extra functies
uitvoeren. Alle platen communiceren door middel van een interne perifere bus met de UC. De Microtech III beheert continu
de informatie die ontvangen wordt van de verschillende druk- en temperatuursensoren die geïnstalleerd zijn op de
compressoren en deze informatie aan de unit doorgeven. De UC bevat een programma dat de unit regelt.
De standaard HMI bestaat uit een ingebouwde display (A) met 3 toetsen (B) en drukken-en-rollen regeling (C).
Het toetsenbord/display (A) bestaat uit een display met 5 regels en 22 tekens. De functie van de drie toetsen (B) wordt
hieronder beschreven:
De drukken-en-rollen bediening (C) wordt gebruikt om tussen de verschillende menu's, instellingen en gegevens te scrollen
die op de HMI beschikbaar zijn voor het actieve paswoordniveau. Door te draaien aan het wiel is het mogelijk om door de
regels op een scherm (pagina) te scrollen en om bij bewerking de aanpasbare waarden te verhogen of te verlagen. Drukken
op het wieltje werkt hetzelfde als een Enter-toets; u gaat hiermee naar de volgende reeks parameters.
3.1 Algemene aanbevelingen
Voor het inschakelen van de unit de volgende aanbevelingen lezen:
Wanneer alle handelingen en alle instellingen uitgevoerd zijn, alle schakelpanelen sluiten
De schakelpanelen mogen alleen geopend worden door gekwalificeerd personeel
Als de UC vaak geopend moet worden, wordt sterk aanbevolen om een externe interface te installeren
Verdamper, compressoren en bijbehorende inverters worden door elektrische verwarmingselementen tegen
bevriezing beschermd. Deze verwarmingselementen worden gevoed via de hoofdstroomvoorziening van het
apparatuur en geregeld op basis van temperatuur door middel van een thermostaat of door de controller. Ook het
LCD-scherm van de controller kan door extreem lage temperaturen beschadigd raken. Daarom wordt het sterk
aangeraden om de unit in de winter nooit uit te schakelen, met name in een koud klimaat.
3.2 Navigeren
Zodra het regelcircuit onder stroom komt te staan, is het scherm van de controller ingeschakeld en wordt het beginscherm
weergegeven. U krijgt tevens toegang tot dit scherm door op de Menu knop te drukken. Het scrollwieltjes is het enige
nodige navigatiemiddel. De MENU, ALARM en BACK toetsen kunnen snelkoppelingen leveren, zoals reeds beschreven.
In de volgende afbeelding wordt een voorbeeld van de HMI-schermen getoond.
Een rinkelende bel in de rechter bovenhoek geeft een alarm aan. Als de bel niet beweegt, betekent dit dat het alarm
bevestigd is, maar niet gewist omdat de alarmtoestand niet opgelost is. Een LED zal tevens aangeven waar het alarm zich
tussen de unit of circuits bevindt.
Multifunctionele units
EWYD 4Z
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
9/52
E n t e r P a s s w o r d 2 /
2
E n t e r P W * * *
*
GEBRUIKER
5321
ONDERHOUD
2526
E n t e r P a s s w o r d 2 /
2
E n t e r P W 5 * *
*
BSP LED
Modus
Brandend groen
Applicatie actief
Brandend geel
Applicatie geladen, maar niet actief (*) of BSP upgrade-modus actief
Brandend rood
Hardwarefout (*)
Knipperend groen
BSP opstartfase. De controller heeft tijd nodig om te starten.
Knipperend geel
Applicatie niet geladen (*)
Knippert geel/rood
Falen veilige modus (in het geval dat de BSP upgrade onderbroken werd)
Het actieve item wordt wordt in contrast weergegeven: in dit voorbeeld is het item dat in het hoofdmenu gemarkeerd wordt
een link naar een andere pagina. Door op de drukrol te drukken, springt de HMI naar een andere pagina. In dit geval
springt de HMI naar de pagina Wachtwoord invoeren.
3.3 Wachtwoorden
De HMI-structuur is gebaseerd op toegangsniveaus, wat betekent dat elk paswoord toegang verschaft tot alle instellingen
en parameters die voor dat wachtwoordniveau toegestaan zijn. Toegang tot basisinformatie over de status, met inbegrip
van de lijst van actieve alarmen, de actieve instelwaarde en de geregelde watertemperatuur kan verkregen worden zonder
dat het wachtwoord ingevoerd hoeft te worden. De gebruiker UC werkt met twee wachtwoordniveaus:
De volgende informatie heeft betrekking op alle gegevens en instellingen waartoe toegang verkregen kan
worden met het onderhoudswachtwoord. Het gebruikerswachtwoord geeft een subset van instellingen vrij die
uitgelegd worden in het volgende hoofdstuk Errore. L'origine riferimento non è stata trovata..
Op het scherm Wachtwoord invoeren, zal de regel met het wachtwoordveld gemarkeerd worden om aan te geven dat het
veld aan de rechterzijde gewijzigd kan worden. Dit geeft een instelwaarde voor de controller weer. Door op de drukroller
te drukken, zal het afzonderlijke veld gemarkeerd worden zodat het numerieke wachtwoord gemakkelijk ingevoerd kan
worden. Door het veranderen van alle velden, wordt het 4-cijferige wachtwoord ingevoerd en, indien het wachtwoord
correct is, zullen de aanvullende instellingen die met dat wachtwoord toegankelijk zijn bekend gemaakt worden.
Het wachtwoord vervalt na 10 minuten en wordt gewist indien een nieuw wachtwoord ingevoerd wordt of de besturing
uitgeschakeld wordt. Het invullen van een ongeldig wachtwoord heft hetzelfde effect als doorgaan zonder wachtwoord.
Wanneer een geldig wachtwoord is ingevoerd, staat de controller verdere wijzigingen en toegang toe, zonder de gebruiker
om een wachtwoord hoeft vragen totdat de ingestelde tijd van de wachtwoord-timer verstrijkt of een ander wachtwoord
wordt ingevoerd. De standaardwaarde voor deze wachtwoord-timer is 10 minuten. Deze is aanpasbaar van 3 tot 30
minuten via het menu [Timer-instellingen] in de [Uitgebreide menu’s].
3.4 Bewerken
U komt in de Bewerkingsmodus door, als de cursor zich bevindt in een regel met een wijzigbaar veld, het scrollwieltje in te
drukken. Als u eenmaal in de bewerkingsmodus bent, kunt u het wijzigbare veld bewerken door nogmaals op het wieltje
te drukken. Wanneer het veld is gemarkeerd kunt u het wieltje rechtsom draaien wanneer u de waarde wilt verhogen.
Wanneer het veld is gemarkeerd kunt u het wieltje linksom draaien wanneer u de waarde wilt verlagen. Hoe sneller het
wiel wordt gedraaid, hoe sneller de waarde wordt verhoogd of verlaagd. Wanneer het wieltje nogmaals wordt ingedrukt,
wordt de nieuwe waarde opgeslagen, verlaat u het toetsenblok/beeldscherm en keert u terug naar de navigatie-modus.
Een parameter met een “R” is alleen-lezen; het toont een waarde of omschrijving of omstandigheid. “R/W betekent dat de
mogelijkheid tot lezen en/of schrijven bestaat; een waarde kan worden gelezen of worden gewijzigd (op voorwaarde dat
het juiste wachtwoord is ingevoerd).
3.5 Kenmerken van het basisbesturingssysteem
De MicroTech III controller, uitbreidingsmodules en communicatiemodules zijn voorzien van twee statusleds (BSP en BUS)
om de bedrijfsstatus van de apparaten aan te geven. De BUS-led geeft de status van de communicatie met de
regeleenheid aan. De betekenis van de twee status-LED’s staat hieronder aangegeven.
Hoofdcontroller (UC)
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
10/52
EWYD 4Z
Multifunctionele units
Knipperend rood
BSP-fout (softwarefout*)
Knipperend
rood/groen
Applicatie/BSP update of initialisatie
BSP LED
Modus
BUS LED
Modus
Brandend groen
BSP in bedrijf
Brandend
groen
Communicatie in bedrijf, I/O in werking
Brandend rood
Hardwarefout (*)
Brandend rood
Communicatie buiten bedrijf (*)
Knipperend rood
BSP-fout (*)
Brandend geel
Communicatie werkt maar de parameter van de toepassing is
verkeerd of ontbreekt, of onjuiste fabriekskalibratie
Knipperend
rood/groen
BSP-upgrademodus
BSP LED
Modus
Brandend groen
BSP in bedrijf, communicatie met controller
Brandend geel
BSP in bedrijf, geen communicatie met controller (*)
Brandend rood
Hardwarefout (*)
Knipperend rood
BSP-fout (*)
Knipperend
rood/groen
Applicatie/BSP update
BUS LED
LON
Bacnet MSTP
Bacnet IP
Modbus
Brandend
groen
Klaar voor communicatie.
(Alle parameters geladen,
Neuron geconfigureerd).
Duidt geen communicatie
met andere apparaten
aan.
Klaar voor communicatie.
De BACnet Server is
gestart. Duidt geen
actieve communicatie aan
Klaar voor communicatie.
De BACnet Server is
gestart. Duidt geen
actieve communicatie aan
Alle communicatie in
bedrijf
Brandend
geel
Opstarten
Opstarten
Opstarten. De LED blijft
geel tot de module een IPadres ontvangt, er moet
dus een koppeling tot
stand zijn gebracht.
Opstarten of één
geconfigureerd kanaal
communiceert niet met de
Master
Brandend
rood
Geen communicatie met
Neuron (interne fout, zou
opgelost kunnen worden
door een nieuwe LONtoepassing te
downloaden)
BACnet Server buiten
bedrijf. Na 3 seconden
worden automatisch
opnieuw gestart.
BACnet Server buiten
bedrijf. Na 3 seconden
wordt automatisch een
herstart uitgevoerd.
Alle geconfigureerd
communicaties buiten
bedrijf. Betekent geen
communicatie met de
Master. De time-out kan
worden geconfigureerd. In
het geval dat de time-out
zero is, is de time-out
uitgeschakeld.
Knippert
Geel
Communicatie met
Neuron niet mogelijk. De
Neuron moet
geconfigureerd worden en
online ingesteld worden
via het LON gereedschap.
(*) Neem contact op met Service.
Uitbreidingsmodules
Communicatiemodules
BSP LED (hetzelfde voor alle modules)
(*) Neem contact op met Service.
BUS LED
3.6 Onderhoud van controller
De controller vereist dat de geïnstalleerde batterij onderhouden wordt. Elke twee jaar moet de batterij vervangen worden.
Batterijmodel is: BR2032 en het wordt door verschillende leveranciers geproduceerd.
Om de batterij te vervangen, de plastic afdekking van het display van de controller verwijderen met gebruik van een
schroevendraaier, zoals weergegeven in de volgende afbeeldingen:
Multifunctionele units
EWYD 4Z
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
11/52
MicroTech® III
Zorg ervoor dat het plastic deksel niet beschadigd wordt. De nieuwe batterij moet in de juiste batterijhouder geplaatst
worden die aangegeven staat in de afbeelding, rekening houdend met de polariteit die in de houder zelf aangegeven is.
3.7 Optionele interface voor gebruik op afstand
Als alternatief kan een externe HMI op de RE worden aangesloten. De externe HMI biedt dezelfde functies als het
ingebouwde beeldscherm plus de alarmweergave die gedaan wordt door middel van een lichtafgevende diode die zich
onder de beltoets bevindt.
De externe interface kan worden met de unit besteld worden en afzonderlijk als een plaatselijk te installeren
optie verzonden worden. U kunt uw bestelling te allen tijde na verscheping van de koelmachine plaatsen. De interface
kan ter plaatse worden gemonteerd en bedraad, zoals hieronder wordt uitgelegd. Het paneel voor bediening op afstand
krijgt voeding van de unit, er is geen extra energietoevoer nodig.
Alle opties m.b.t. wijzigingen in weergave en instelwaarden die beschikbaar zijn op de unit-controller zijn ook beschikbaar
op het paneel. Navigatie is hetzelfde als bij de controller van de unit zoals beschreven in deze handleiding.
Het scherm dat u het eerste ziet wanneer de afstandsbediening aan zet, toont welke apparaten zijn aangesloten. Markeer
de gewenste unit en druk op het wieltje om toegang te krijgen. De afstandsbediening toont automatisch welke units zijn
verbonden, het is niet nodig units eerst toe te voegen.
De externe HMI kan uitgebreid worden tot 700m met behulp van de proces busverbinding die beschikbaar is op de RE.
Met een serieschakelingverbinding zoals hieronder, kan een enkele HMI aangesloten worden op maximaal 8 apparaten.
Zie de specifieke HMI-handleiding voor nadere informatie.
3.8 Ingebouwde webinterface
De MicroTech III controller heeft een ingebouwde webinterface dat kan worden gebruikt om de unit te controleren wanneer
het op een lokaal netwerk is aangesloten. Het is mogelijk om het IP-adres van de MicroTech III als een vaste IP of DHCP
te configureren, naargelang de netwerkconfiguratie.
Met een gewone webbrowser kan de PC op de controller worden aangesloten door het IP-adres van de domeincontroller
of de hostnaam in te vullen, die beide vermeld zijn op de pagina "Over de koelmachine" die geopend kan worden zonder
een wachtwoord in te voeren.
Wanneer de PC aangesloten is, moeten een gebruikersnaam en een wachtwoord ingevoerd worden. Voer de volgende
gegevens in om toegang tot de webinterface te verkrijgen:
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
12/52
EWYD 4Z
Multifunctionele units
Gebruikersnaam: ADMIN
Wachtwoord: SBTAdmin!
De hoofdmenupagina wordt weergegeven. De pagina is een kopie van de ingebouwde HMI en volgt dezelfde regels voor
wat betreft toegangsniveaus en structuur.
Daarnaast is een trendregistratie van 5 verschillende hoeveelheden mogelijk. Als op de waarde van de te controleren
hoeveelheid geklikt wordt, komt het volgende extra scherm weergegeven:
Afhankelijk van de webbrowser en de versie kan de trendregistratie-functie niet zichtbaar zijn. Er is een webbrowser die
HTML 5 ondersteunt nodig, bijvoorbeeld:
Microsoft Internet Explorer v.11,
Google Chrome v.37,
Mozilla Firefox v.32.
Deze software is slechts een voorbeeld van de ondersteunde browsers en de aangegeven versies zijn bedoeld als de
minimaal benodigde versies.
Multifunctionele units
EWYD 4Z
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
13/52
Lokaal
Unit wordt ingeschakeld door lokale schakelaars, die zijn geplaatst in de schakelkast, koelmachinemodus (koelen, koelen
met glycol, ijs), WUT instelwaarde en capaciteitsbegrenzing worden bepaalde door de lokale instellingen in de HDMI.
Netwerk
Unit wordt ingeschakeld door een externe schakelaar, koelmachine, WUT instelwaarde en capaciteitsbegrenzing worden
bepaald door een externe BMS. Deze functie vereist:
Afstandsbediening maakt een verbinding met een BMS mogelijke (unit aan/uit schakelaar moet zich op afstandsbediening
bevinden)
Communicatiemodule en verbinding met een BMS.
Modus
Omschrijving
Koelen
Ingesteld als alleen gekoelde watertemperatuur tot 4 °C nodig is. In het watercircuit is over het algemeen geen
glycol nodig, tenzij de omgevingstemperatuur lage waarden kan bereiken.
Koelen met glycol
Ingesteld als alleen gekoelde watertemperatuur onder de 4°C nodig is. Deze werking vereist een passende mix
van glycol en water in het watercircuit van de verdamper.
Koelen/IJs met
glycol
Ingesteld in geval alleen een dubbele koel/ijsmodus nodig is. Deze instelling houdt een bewerking met dubbele
instelwaarde in, die geactiveerd wordt door middel van een door de klant geleverde schakelaar, volgens de
volgende logica:
Schakelaar UIT: De koelmachine werkt in de koelmodus met de Koelen WUT 1 als de actieve instelwaarde.
Schakelaar AAN: De koelmachine werkt in de ijsmodus met de ijs WUT als de actieve instelwaarde.
IJs met glycol
Ingesteld als alleen ijsopslag nodig is. Voor deze toepassing moeten de compressor op vollast werken totdat de
ijsbank voltooid is, en daarna minstens 12 uur stoppen. In deze modus zal/zullen de compressor(en) niet werken
bij deellast, maar alleen werken in aan/uit-modus.
Multifunctioneel
Ingesteld in geval een eigentijdse, dubbele koel/ijsmodus nodig is. Deze instelling houdt een bewerking met
dubbele functie in,
met de Koelen WUT 1 als Actieve Instelwaarde van de koeling en
met de Verwarmen WUT 1 als Actieve Instelwaarde van de verwarming.
Multifunctioneel
met glycol
Ingesteld in geval een eigentijdse, dubbele koel/ijsmodus nodig is. Deze instelling houdt een bewerking met
dubbele functie in,
met de Koelen WUT 1 als Actieve Instelwaarde van de koeling en
met de Verwarmen WUT 1 als Actieve Instelwaarde van de verwarming.
Multifunctioneel/IJs
met glycol
Ingesteld in geval een eigentijdse, dubbele koel/ijsmodus nodig is. Deze instelling houdt een bewerking met
dubbele functie in,
met de IJs-WUT als Actieve Instelwaarde van de koeling en
met de Verwarmen WUT 1 als Actieve Instelwaarde van de verwarming.
Test
Maakt de handmatige regeling van de unit mogelijk. De handmatige testfunctie helpt bij het debuggen en
controleren van de bedrijfsstatus van de sensoren en actuatoren. Deze functie is alleen toegankelijk met het
wachtwoord voor onderhoud in het hoofdmenu. Om de testfunctie te activeren moet de unit uitgeschakeld
worden met de Q0-schakelaar en de modus in Test gewijzigd worden (zie paragraaf 4.2.1).
4 WERKEN MET DEZE UNIT
Deze paragraaf bevat richtsnoeren voor het dagelijks gebruik van de unit. In de volgende paragrafen wordt beschreven
hoe routinetaken aan de unit uitgevoerd kunnen worden, zoals:
Instellen van de unit
Opstarten unit/circuit
Afhandeling alarmen
BMS-controle
Vervangen van batterijen
4.1 Instellen van de unit
Voordat u de unit opstart, moeten op basis van de toepassing door de klant een aantal basisinstellingen worden uitgevoerd.
Deze functie maakt het mogelijk om te selecteren welke bron gebruikt moet worden om de unit te regelen. De volgende
bronnen zijn beschikbaar:
4.1.2 Bedrijfsmodus
De volgende bedrijfsmodi kunnen geselecteerd worden via de instelwaarde Beschikbare modi.
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
14/52
EWYD 4Z
Multifunctionele units
Bedrijfsmodus
Dubbele
instelwaarde invoer
Tijdsinstelling
WUT
instelwaarde
Standaard
Bereik
Koelen
UIT
Uit, Op instelwaarde 1
Koelen WUT 1
7,0°C
4,0°C 15,0°C
AAN
Op instelwaarde 2
Koelen WUT 2
7,0°C
4,0°C 15,0°C
IJs
n.v.t.
n.v.t.
IJs WUT
-4,0°C
-8,0°C 4,0°C
Verwarmen
UIT
Uit, Op instelwaarde 1
Verwarmen
WUT 1
45,0°C
30,0°C 60,0°C(*)
AAN
Op instelwaarde 2
Verwarmen
WUT 2
45,0°C
30,0°C 60,0°C(*)
Alleen #1
Hierop instellen in geval van een enkele pomp of een dubbele pomp met slechts nr. 1 operationeel (bijv. in het geval van
onderhoud aan nr. 2)
Alleen #2
Hierop instellen in geval van dubbele pomp met slechts nr. 2 operationeel (bijv. in het geval van onderhoud aan nr. 1)
Auto
Instellen voor automatisch beheer van het starten van pompen. Bij elke start van de koelmachine, wordt de pomp met
het laagste aantal uren gestart.
Nr.1
primair
Hierop instellen in geval van een dubbele pomp met nr. 1 draaiend en nr. 2 als backup
Nr.2
primair
Hierop instellen in geval van een dubbele pomp met nr. 2 draaiend en nr. 1 als backup
Parameter
Omschrijving
Begrenzing lage
druk
Stelt de minimale druk van het koelmiddel van de unit in. Het wordt aanbevolen om over het algemeen een
waarde in te stellen waarvan de verzadigde temperatuur 8 tot 10°C onder de minimale actieve instelwaarde ligt.
Dit maakt een veilige werking e een goede controle van de oververhitting van de aanzuiging van de compressor
mogelijk.
Lage druk
ontlasten
Lager ingesteld dan de drempel om herstel van de zuigdruk van snelle transiënten mogelijk te maken zonder het
ontlasten van de compressor. Een 20 kPa differentieel is over het algemeen geschikt voor de meeste
toepassingen.
Verd Water IJs
Stopt de unit in geval de uitgaande temperatuur onder een bepaalde drempel daalt. Om een veilige werking van
de koelmachine mogelijk te maken, moet deze instelling voldoende zijn de minimumtemperatuur die toegestaan
is door het mengsel van water/glycol in het watercircuit van de verdamper mogelijk te maken.
Cond water bevr
Stopt de unit in geval de uitgaande temperatuur onder een bepaalde drempel daalt. Om een veilige werking van
de koelmachine mogelijk te maken, moet deze instelling voldoende zijn de minimumtemperatuur die toegestaan
is door het mengsel van water/glycol in het watercircuit van de condensor mogelijk te maken.
Wanneer glycol in de machine wordt gebruikt, ontkoppel altijd de antivries-elektrische verwarming.
4.1.3 Temperatuurinstellingen
Het bereik van de instelwaarde is beperkt op basis van de geselecteerde bedrijfsmodus. De controller bevat:
twee instelwaarden in koelmodus (of standaard koelen of koelen met glycol)
twee instelwaarden in verwarmingsmodus
één instelwaarde in ijsmodus
Bovenstaande instelwaarden worden geactiveerd volgens de Bedrijfsmodus, Dubbele instelwaarde of Planningsselectie.
Als de Tijdsplanning ingeschakeld is wordt de ingangsstatus van de Dubbele instelwaarde door de controller genegeerd.
De tabel hieronder vermeldt dat de WUT-instelwaarde geactiveerd is op basis van de instelwaarde, de status van de
schakelaar voor dubbele instelwaarde en de status van de planning. De tabel geeft ook de standaarden en het toegestane
bereik voor elke instelwaarde aan.
(*) 30,0°C 65,0 voor HT unit-type
De WUT-instelwaarde kan overschreven worden in het geval het resetten van de instelwaarde of de stille modus
geactiveerd zijn.
4.1.4 Pompinstellingen
De UC kan een of twee waterpompen voor beide verdampers, en, voor W/ units, condensor beheren. Het aantal pompen
en hun prioriteit kan vanaf de HML worden ingesteld De volgende opties zijn beschikbaar voor regeling van (de) pomp(en):
4.1.5 Alarminstellingen
Als glycol in de watercircuits aanwezig is, moeten de standaard fabriekswaarden voor de alarmgrenzen, die hieronder
vermeld zijn, aangepast worden:
Multifunctionele units
EWYD 4Z
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
15/52
Parameter
Omschrijving
Unit Capacity
Geeft huidige capaciteit van de
unit aan
Demand Limit En
Schakelt vraagbegrenzing in
Demand Limit
Geeft de actieve
vraagbegrenzing aan
Parameter
Omschrijving
Reset instelwaarde
De resetmodus voor de instelwaarde instellen (Geen, 4-20 mA, Retour, BLT)
Max reset
Max reset instelwaarde (geldig voor alle actieve modi)
Start reset DT
Gebruikt voor resetten instelwaarde door verdamper DT
Max reset BLT
Zie instelwaarde reset door BLT reset
Capaciteitsgrens
[%]
Minimum
capaciteit
Maximum
capaciteit
20
4
Vraagbegrenzin
g [mA]
Stroomb
egrenzin
stroombegre
nzing [A]
Stroombegrenzi
ng instelwaarde
4.1.6 Energiebesparing
4.1.6.1 Vraagbegrenzing
Vraagbegrenzing-functie maakt het mogelijk dat de unit beperkt wordt tot een bepaalde maximale belasting.
Capaciteitsbegrenzing wordt bepaald door een extern 4-20 mA signaal en een lineaire relatie. 4 mA geeft de maximale
beschikbare capaciteit aan en 20 mA de minimale beschikbare capaciteit.
Als de vraagbegrenzingsfunctie niet mogelijk is, zorgt de uitschakeling van de unit alleen voor een ontlasting totdat de
minimale toegestane capaciteit wordt bereikt. De instelwaarden met betrekking tot de vraagbegrenzing die beschikbaar
zijn via dit menu zijn in onderstaande tabel vermeld.
4.1.6.2 Stroombegrenzing (optioneel)
De stroombegrenzingsfunctie maakt het mogelijk om het stroomverbruik van de unit te regelen door de stroom onder een
bepaalde grens te brengen. Startend vanaf de Stroombegrenzing instelwaarde via de HMI of BAS communicatie kan de
gebruiker de echte begrenzing verlagen met behulp van een extern 4-20mA signaal zoals weergegeven in onderstaande
grafiek. Met 20 mA is de echte stroombegrenzing ingesteld op de Stroombegrenzing instelwaarde, terwijl met 4 mA signaal
is de unit onbelast tot de minimum capaciteit.
Flexibele
4.1.6.3 Reset instelwaarde
De resetfunctie van de instelwaarde overschrijft de temperatuur voor gekoeld water die geselecteerd is via de interface, in
het geval zich bepaalde omstandigheden voordoen. Deze functie helpt bij het verminderen van het energieverbruik en
zorgt tevens voor een optimaal comfort. Er kunnen drie verschillende controle-strategieën geselecteerd worden:
Resetten instelwaarde door buitenluchttemperatuur (BLT)
Resetten instelwaarde door extern signaal (4-20 mA)
Resetten instelwaarde dor verdamper ΔT (retour)
De volgende instelwaarden zijn via dit menu beschikbaar:
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
16/52
EWYD 4Z
Multifunctionele units
Strt Reset BLT
Zie instelwaarde reset door BLT reset
De retour reset kan een negatieve invloed hebben op de werking van de koelmachine indien deze toegepast
wordt bij een variabel debiet. Gebruik deze strategie niet in geval van stromingsregeling van het water.
De stille modus kan de efficiëntie van de koelmachine negatief beïnvloeden door de stijging van de
instelwaarde van de condensor.
Parameter
Standaard
Bereik
Stille modus
Uitschakelen
Uitschakelen,
Inschakelen
QM startu
(QMS)
21u
0…24u
QM startmin
0min
0...60min
QM einduur
(QME)
6u
0…24u
QM eindmin
0min
0…60min
QM Cond afw
(CO)
5°C
0…10°C
0
QME
Evap T
WUT SP
WUT SP + MR
QMS
tijd
CP SP
CP SP + CO
Cond druk
4.1.6.4 instelwaarde reset door BLT reset
De actieve instelwaarde wordt berekend door het toepassen van een correctie die een functie is van de
omgevingstemperatuur (BLT). Naarmate de temperatuur daalt tot onder de Start Reset BLT (SRBLT), wordt de
instelwaarde van Cool LWT geleidelijk verhoogd totdat BLT de Max Reset BLT waarde (MRBLT) bereikt. Buiten deze
waarde wordt de Koelen WUT-instelwaarde verhoogd met de Max Reset (MR) waarde. Naarmate de temperatuur stijgt tot
onder de Start Reset BLT (SRBLT), wordt de Verwarmen WUT instelwaarde geleidelijk verhoogd totdat BLT de Max Reset
BLT waarde (MRBLT) bereikt. Buiten deze waarde wordt de Verwarmen WUT-instelwaarde verlaagd door de Max Reset
(MR) waarde.
4.1.6.5 Resetten instelwaarde door 4-20 mA signaal
De actieve instelwaarde wordt berekend door het toepassen van een correctie op basis van een extern 4-20A signaal.
4mA komt overeen met een correctie van 0°C, en 20 mA komt overeen met een correctie van de actieve instelwaarde
zoals ingesteld in Max Reset (MR).
4.1.6.6 Resetten instelwaarde door retourtemperatuur verdamper
De actieve koelen-instelwaarde wordt berekend door het toepassen van een correctie die afhangt van de temperatuur van
het ingaande (terugkerende) water van de verdamper. De actieve verwarmen-instelwaarde wordt berekend door het
toepassen van een correctie die afhangt van de temperatuur van het ingaande (terugkerende) water van de verdamper.
4.1.7 Datum/Tijd
4.1.7.1 Datum, tijd en UTC-instellingen
Datum, tijd en UTC-instellingen zijn in de HMI beschikbaar
4.1.7.2 Stille modus Planning
De stille modus kan gebruikt worden om het lawaai van de koelmachine te beperken wanneer ruisbeperking belangrijker
is dan de werking van de koelmachine, bijvoorbeeld 's nachts. Wanneer de stille modus geactiveerd is, wordt de WUTinstelwaarde verhoogd tot de maximale reset van de instelwaarde (MR) die beschreven wordt in het hoofdstuk
"Instelwaarde resetten", waardoor de unit tot een capaciteitsbeperking gedwongen wordt zonder dat de controle op de
temperatuur van het gekoelde water verloren gaat. Tevens wordt de doeltemperatuur van de condensor verhoogd met een
waarde die ingesteld is in "QM Cond Offset". Op deze manier worden de ventilatoren van de condensor gedwongen om
snelheid te minderen zonder dat de controle over de condensatie verdwijnt. De stille modus wordt ingeschakeld met een
timer.
Multifunctionele units
EWYD 4Z
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
17/52
Parameter
Omschrijving
Uit
Unit uit
Op instelwaarde 1
Unit aan en Koelen WUT 1 is de actieve instelwaarde
Op instelwaarde 2
Unit aan en Koelen WUT 2 is de actieve instelwaarde
Schakelaar
inschakelen
Software inschakelen
BMS
inschakelen
Unit-status
Q0
Status
Koeler inschakelen
(Toetsen blok
inschakelen
instelwaarde)
Controlebron
(instelwaarde)
BAS-verzoek
0 X X
X
X
UITGESCHAKELD
LOKAAL
X
Uitschakelen
X
X
UITGESCHAKELD
LOKAAL X X
Netwerk
UITSCHAKELEN
UITGESCHAKELD
LOKAAL
X
Inschakelen
Lokaal
X
INGESCHAKELD
LOKAAL
X
Inschakelen
Netwerk
INSCHAKELEN
INGESCHAKELD
OP
AFSTAND
Open X X
X
UITGESCHAKELD
OP
AFSTAND
X
Uitschakelen
X
X
UITGESCHAKELD
OP
AFSTAND
Gesloten
Inschakelen
Netwerk
UITSCHAKELEN
UITGESCHAKELD
OP
AFSTAND
Gesloten
Inschakelen
Lokaal
X
INGESCHAKELD
OP
AFSTAND
Gesloten
Inschakelen
Netwerk
INSCHAKELEN
INGESCHAKELD
Lokaal
Met de Q0 schakelaar in deze positie is de unit ingeschakeld. De pomp start als alle andere
inschakelingssignalen ingesteld zijn om in te schakelen en er minstens één compressor kan
draaien.
Uitschakelen
Met de Q0 schakelaar in deze positie is de unit uitgeschakeld. De pomp start niet in een normale
bedrijfstoestand. Compressor wordt uitgeschakeld gehouden, ongeacht de status van de
individuele inschakelingsschakelaars.
4.1.8 Tijdsinstelling
Unit aan/uit kan automatisch worden beheerd via de ingeschakelde functie Tijdsplanning, wanneer de parameter Unit
inschakelen op Planning Errore. L'origine riferimento non è stata trovata. is ingesteld. Voor elke dag van de week kan
de gebruiker zes tijdsperioden bepalen en voor elke tijdsperiode uit een van de volgende modi kiezen:
4.2 Opstarten unit/circuit
In deze sectie wordt de start- en stopvolgorde van de unit beschreven. Status wordt tevens kort beschreven om een beter
begrip te hebben van wat er zich in de regeling van de koelmachine plaatsvindt.
4.2.1 De unit voorbereiden op starten
4.2.1.1 Unit inschakelen
De unit start alleen als alle ingeschakelde instelwaarden/signalen actief zijn:
Elke unit is voorzien van een hoofdschakelaar die buiten het frontpaneel van de schakelkast van de unit is geïnstalleerd.
Zoals weergegeven in onderstaande afbeeldingen kunnen voor de TZ en TZ B units drie verschillende posities
geselecteerd worden: Lokaal, Uitschakelen, Extern:
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
18/52
EWYD 4Z
Multifunctionele units
Extern
Met de Q0 schakelaar in deze positie kan de unit wordt ingeschakeld met behulp van de extra
aansluitingen die op de aansluitklemmen beschikbaar zijn. Een gesloten lus geeft een
inschakelingssignaal aan, dit kan bijv. vanaf een externe schakelaar of een timer komen.
Algemene
status
Statustekst
Omschrijving
Uit:
Toetsenblok
uitgeschakeld
De Eenheid werd door het toetsenblok uitgeschakeld. Neem contact op met uw lokale
technische dienst om te zien of het toetsenbord ingeschakeld kan worden.
Loc/Afst.-schakelaar
De Locale/Afstand-activatieschakelaar is op uitschakelen ingesteld. Draai hem naar Lokaal
om de eenheid toe te laten om zijn startsequentie uit te voeren.
BAS uitgeschakeld
De eenheid is uitgeschakeld door het BAS/BMS-systeem. Neem contact op met het BASbedrijf om te informeren hoe de unit gestart kan worden.
Master uitschakelen
Eenheid is uitgeschakeld door de Master-Slave-functie
Planning
uitgeschakeld
De eenheid is uitgeschakeld door de tijdsplanning.
Unit-alarm
Er is een unit-alarm actief. Controleer de alarmlijst om te kijken wat het actieve alarm is dat
de eenheid belemmerd om te starten en controleer of het alarm gewist kan worden.
Raadpleeg sectie 5 alvorens verder te gaan.
Testmodus
De modus van het eenheid is ingesteld op Test. Deze modus wordt geactiveerd om de
werking van de ingebouwde actuatoren en sensoren te controleren. Check met de lokale
technische dienst of de Modus kan worden teruggezet naar degene die compatibel is met
de toepassing van de eenheid (Bekijken/Instellen Eenheid - Instellingen - Beschikbare
modi).
Alle Cir
uitgeschakeld.
Er is gene circuit beschikbaar om te draaien. Alle circuits kunnen door hun individuele
activatieschakelaar worden uitgeschakeld door een een actieve
veilgheidscomponentvoorwaarde of kan worden uitgeschakeld door het toetsenblok kan
zich in alle alarmen bevinden. Check de individuele circuitstatus voor meer gegevens.
IJs-modus Tmr
Deze status kan alleen worden getoond wanneer de eenheid in IJs-modus kan werken. De
eenheid is uit omdat aan het İjs Instellingspunt werd voldaan. De eenheid zal uitblijven tot
de IJs-Timer verlopen is.
BLT blokkering
De eenheid kan niet draaien omdat de buitentemperatuur zich onder de limiet bevindt, die
voorzien is voor het condensatorcontrolesysteem dat in de Eenheid geïnstalleerd is. Vraag
aan uw lokale technische dienst hoe u moet te werk gaan indien d Eenheid toch moet
draaien.
Auto
De Eenheid bevindt zich in Autocontrole. De pomp en tenminste een compressor draaien.
Auto:
Verdamp. evac
De eenheid laat de verdamperpomp draaien om de watertemperatuur met de verdamper in
balans te brengen.
Wachten op stroming
De pomp van de eenheid draait maar het stromingssignaal geeft een gebrek aan stroming
door de verdamper aan.
Wachten op Laden
De eenheid bevindt zich in stand-by omdat de thermostaatcontrole voldoet aan de actieve
instelwaarde.
Eenheid Cap Limiet
De vraagbegrenzing werd bereikt. De capaciteit van de eenheid zal niet verder verhogen.
Stroombegrenzing
De maximumstroom: werd bereikt. De capaciteit van de eenheid zal niet verder verhogen.
Lawaaivermindering
De eenheid loopt met de Stille Modus geactiveerd. De actieve instelwaarde kan
verschillende van de ingestelde waarde voor de koeling.
Max Pulldn
De thermostaatcontrole van de eenheid beperkt de capaciteit van de eenheid omdat de
watertemperatuur daalt met een ratio die de actieve instelwaarde zou kunnen overtreffen.
Pompdn
De eenheid wordt uitgezet.
Toetsenblok inschakelen
De toetsenblok geactiveerde instelwaarde is niet toegankelijk op gebruikerswachtwoordniveau. Als dit ingesteld is op
“uitschakelen", contact opnemen met uw plaatselijke technische dienst om te zien of het gewijzigd kan worden in
inschakelen.
BMS inschakelen
Het laatste inschakelingssignaal komt via het hoog niveau-interface, dat wil zeggen van een gebouwbeheersysteem. De
unit kan worden in-/uitgeschakeld van een BMS die op de UC is aangesloten met behulp van een communicatieprotocol.
Om de unit over het netwerk te regelen, moet de Regelingsbron instelwaarde op “Netwerk” (standaard is Lokaal)
ingesteld worden en moet de Network En Sp moet “Inschakelen” staan (Errore. L'origine riferimento non è stata
trovata.). Indien uitgeschakeld, contact opnemen met uw BAS-leverancier om te kijken hoe de koelmachine bediend
kan worden.
4.2.2 Unit-status
Een van de tekststrings die in de onderstaande tabel zijn vermeld zullen, op de HMI, over de status van de unit informeren.
Multifunctionele units
EWYD 4Z
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
19/52
Schakelaar inschakelen
Software inschakelen
Status van circuit
Q1/Q2
Status
Circuit inschakelen
(Toetsen blok
inschakelen
instelwaarde)
0
Uitgeschakeld
X
UITGESCHAKELD
0
Uitgeschakeld
X
UITGESCHAKELD
1
Ingeschakeld
Uitschakelen
UITGESCHAKELD
1
Ingeschakeld
Inschakelen
INGESCHAKELD
Algemene
status
Status
Omschrijving
Uit:
Klaar
Het circuit is uitgeschakeld in afwachting van een activeringssignaal van de
thermostaatregeling.
Stand omhoog
vertraging
Het circuit is uitgeschakeld in afwachting van het verstrijken van de activeringsvertraging.
Cyclustimer
Het circuit is uitgeschakeld in afwachting van het verstrijken van de cyclustimer.
BAS uitgeschakeld
Circuit is uitgeschakeld door BAS signaal. Neem contact op met het BAS-bedrijf om te
informeren hoe de unit gestart kan worden.
Toetsenblok
uitgeschakeld
Circuit is uitgeschakeld door lokale of externe HMI. Neem contact op met uw lokale
technische dienst om te zien of het toetsenbord ingeschakeld kan worden.
Circuitschakelaar
Circuit is uitgeschakeld door Inschakelen. Circuit is uitgeschakeld door Schakelaar Draai de
Schakelaar op 1 om de startprocedure van het circuit te laten beginnen
Olieverwarming
Het circuit is uitgeschakeld omdat de olietemperatuur te laag is om een goede smering van
de compressor te garanderen. De weerstand van het verwarmingselement is geactiveerd
om deze tijdelijke toestand te verhelpen. Het wordt aangeraden om de unit vooraf in te
schakelen om deze beperkende toestand te voorkomen.
Alarm
Er is een circuitalarm actief. Controleer de alarmlijst om te kijken wat het actieve alarm is
dat het circuit belemmerd om te starten en controleer of het alarm gewist kan worden.
Raadpleeg sectie 5 alvorens verder te gaan.
Testmodus
De modus van het circuit is ingesteld op Test. Deze modus wordt geactiveerd om de werking
van de ingebouwde actuatoren en sensoren van het circuit te controleren. Neem contact op
met de lokale technische dienst om te zien of de modus omgezet kan worden in inschakelen.
Max keer starten
comp
Het aantal keer starten van de compressor overschrijdt het maximum aantal keer starten
per uur.
VFD verwarming
De inverter op de compressor kan niet starten vanwege een lage interne temperatuur. De
weerstand van het verwarmingselement is geactiveerd om deze tijdelijke toestand te
verhelpen. Het wordt aangeraden om de unit vooraf in te schakelen om deze beperkende
toestand te voorkomen.
Onderhoud
Een onderdeel moet vervangen of onderhouden worden. Raadpleeg sectie 5 alvorens
verder te gaan.
EXV
Vooropening
Positioneren EXV voorafgaand aan de start van de compressor.
In bedrijf:
Afzuiging
Het circuit wordt gesloten door de thermostaatregeling of een alarm voor afpompen of omdat
de activeringsschakelaar uitgeschakeld is.
Normaal
Het circuit loopt binnen de verwachte werkingsomstandigheden.
Perstemp oververh
te laag
Oververhitting afvoer onder de aanvaardbare waarde. Dit is een tijdelijke toestand die na
enkele minuten werken zou moeten verdwijnen.
Verdampingsdruk
laag
Circuit draait met lage verdampingsdruk. Dit zou te wijten kunnen zijn aan een tijdelijke
toestand of een gebrek aan koelmiddel. Controleer met de lokale technische dienst om te
kijken of corrigerende handelingen nodig zijn. Het circuit wordt beschermd door preventieve
logica.
Verdampingsdruk
hoog
Circuit draait met hoge condensatiedruk. Dit kan te wijten zijn aan een tijdelijke toestand of
een hoge omgevingstemperatuur of problemen met de condensorventilatoren. Controleer
met de lokale technische dienst om te kijken of corrigerende handelingen nodig zijn. Het
circuit wordt beschermd door preventieve logica.
Bovengrens WUT
Circuit draait met een hoge watertemperatuur. Dit is een tijdelijke toestand die de maximale
compressorcapaciteit zal beperken. Afname van de watertemperatuur zorgt ervoor dat de
compressor zijn volle capaciteit kan bereiken.
Hoge VFD amp
Stroom van inverter is hoger dan maximale toegestane stroom. Preventieve logica zal de
inverter beschermer.
4.2.3 Circuit inschakelen
Wat het inschakelen van de een heid betreft, de circuits starten alleen als alle ingeschakelde instelwaarden/signalen actief
zijn:
Een van de tekststrings die in de onderstaande tabel zijn vermeld zullen, op de HMI, over de status van het circuit
informeren.
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
20/52
EWYD 4Z
Multifunctionele units
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Maximum capaciteit van unit is gelijk aan
80%
Verdampingswatertemperatuur hoger dan
25 °C of condensatorwatertemperatuur
hoger dan 60° C achterlaten hoger dan 60°
C achterlaten.
Wacht totdat watertemperatuur onder
25°C valt
4.2.5 Circuitvoorzorgsmaatregelen
4.2.5.1 Hoge watertemperatuurlimiet
De enige preventie die op eenheidsniveau geactiveerd kan worden zal de maximale eenheidscapaciteit op 80% begrenzen
wanneer de wateruitvoertemperatuur 25 °C bij koeling en 60 °C bij verwarming overschrijdt Deze voorwaarde zal op
citcuitniveau worden weergegeven om de capaciteitsbegrenzing aan te tonen.
4.2.5.2 Lage verdampingsdruk
Als het circuit loopt en de verdampingsdruk onder de veiligheidsgrenzen daalt, reageert de regellogica van het circuit op
twee verschillende niveaus om de normale bedrijfsomstandigheden te herstellen.
Als de verdampingsdruk onder de instelwaarde lage verdampingsdruk, wordt de compressor er van weerhouden om de
operationele capaciteit te verhogen. Deze toestand wordt op het controllerscherm weergegeven in de circuitstatus als
“Run: Evap Press Low”. De status wordt onmiddellijk gewist als de verdampingsdruk stijgt boven de grens van de
instelwaarde lage verdampingsdruk met 14kPa.
Als de verdampingsdruk daalt onder de grens voor lage druk ontlasting, wordt de compressor ontlast om de normale
bedrijfsomstandigheden te herstellen. Deze toestand wordt op het controllerscherm weergegeven in de circuitstatus als
"Run: Evap Press Low”. De status wordt onmiddellijk gewist als de verdampingsdruk stijgt boven de grens van de
instelwaarde lage verdampingsdruk met 14kPa.
Zie paragraaf 5.6.18 om dit probleem op te lossen.
4.2.5.3 Hoge condensatiedruk
Als het circuit loopt en de condensatiedruk onder de veiligheidsgrenzen daalt (zie paragraaf ), reageert de regellogica van
het circuit op twee verschillende niveaus om de normale bedrijfsomstandigheden te herstellen.
De twee verschillende niveaus, de zogenaamde High Pressure Hold en High Pressure unload-limieten, worden berekend
door de controller op basis van de maximale condensordruk die toegestaan is door de compressorbegrenzing. Deze
waarde is afhankelijk van de verdampingsdrukregelaar zoals in de onderstaande afbeelding weergegeven.
Als de condensatiedruk onder de grens van de High Pressure Hold, wordt de compressor er van weerhouden om de
operationele capaciteit te verhogen. Deze toestand wordt op het controllerscherm weergegeven in de circuitstatus als
“Run: Cond Press High”. De grenswaarde wordt berekend in termen van verzadigde condensatietemperatuur; de status
wordt automatisch gewist wanneer de verzadigde condensatietemperatuur stijgt boven de High Pressure Hold limiet van
5,6°C.
Als de condensatiedruk stijgt boven de High Pressure Unload limiet, wordt de compressor ontlast om de normale
bedrijfsomstandigheden te herstellen. Deze toestand wordt op het controllerscherm weergegeven in de circuitstatus als
“Run: Cond Press High”. De status wordt onmiddellijk gewist als de verzadigde condensatietemperatuur stijgt boven de
grens van de High Pressure Hold-limiet met 5,6°C. Zie paragraaf 5.6.17 om dit probleem op te lossen.
Multifunctionele units
EWYD 4Z
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
21/52
Veilig werkingsgebied
Verd. ver. temp.
Cond. ver. temp.
Ho druk activeren
Ho druk vasthouden
Ho druk ontlasten
4.2.5.4 Hoge Vfd-stroom
Als de compressor en de uitgangsstroom boven de veiligheidsgrenzen stijgt , reageert de regellogica van het circuit op
twee verschillende niveaus om de normale bedrijfsomstandigheden te herstellen. Veiligheidsgrenzen worden door de
regelaar berekend op basis van het geselecteerde compressortype.
Als de stroomsterkte stijgt boven de Running Current Hold-limiet (101% of RLA), dan kan de compressor de
bedrijfscapaciteit niet verhogen. Deze toestand wordt op het controllerscherm weergegeven in de circuitstatus als “Run:
High VFD Amps”.
Als de condensatiedruk stijgt boven de Running Current Unload limiet (105% van RLA), wordt de compressor ontlast om
de normale bedrijfsomstandigheden te herstellen. Deze toestand wordt op het controllerscherm weergegeven in de
circuitstatus als “Run: High VFD Amps”. De status wordt automatisch gewist wanneer de stroomsterkte in bedrijf onder de
vastgestelde limiet daalt.
4.2.5.5 Hoge perstemperatuur
Als de compressor en de afvoertemperatuur boven de veiligheidsgrenzen stijgt, reageert de regellogica van het circuit op
twee verschillende niveaus om de normale bedrijfsomstandigheden te herstellen.
Als de afvoertemperatuur stijgt boven de grens van de Discharge Temperature Hold (95°C), wordt de compressor er van
weerhouden om de operationele capaciteit te verhogen. Deze toestand wordt op het controllerscherm weergegeven in de
circuitstatus als "Run: High Discharge Temp”.
Als de afvoertemperatuur stijgt boven de Discharge Temperature Unload-limiet (100°C), wordt de compressor ontlast om
de normale bedrijfsomstandigheden te herstellen. Deze toestand wordt op het controllerscherm weergegeven in de
circuitstatus als "Run: High Discharge Temp”. De status wordt automatisch gewist wanneer de afvoertemperatuur onder
de vastgestelde limiet daalt.
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
22/52
EWYD 4Z
Multifunctionele units
Toegestaan
Niet toegestaan
Niet voorzien
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Status unit is Run
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
De Flexibele stroombegrenzing-functie
kan niet worden gebruikt.
Kolom in de alarmlijst:
BadCurrentLimitInput
Kolom in het alarmlogboek:
BadCurrentLimitInput
Kolom in het alarm-snapshot
BadCurrentLimitInput
Invoer flexibele stroombegrenzing buiten
bereik.
Voor deze waarschuwing wordt een
signaal dat minder is dan 3mA of meer dan
21mA beschouwd als zijnde buiten bereik.
Controleer de waarden van het
invoersignaal naar de controller van de
unit. Deze moeten binnen het toegestane
mA-bereik liggen.
Controleer de elektrische afscherming van
de bedrading.
Controleer de juiste waarde van de uitgang
van de controller in het geval het
ingangssignaal binnen het toegestane
bereik ligt.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Wordt automatisch gewist wanneer het
signaal binnen het toegestane bereik
terugkeert.
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Status unit is Run
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Vraagbegrenzing-functie kan niet worden
gebruikt.
Kolom in de alarmlijst:
BadDemandLimitInput
Kolom in het alarmlogboek:
BadDemandLimitInput
Kolom in het alarm-snapshot
BadDemandLimitInput
Maximale vraag invoerwaarde buiten
bereik
Voor deze waarschuwing wordt een signaal
dat minder is dan 3mA of meer dan 21mA
beschouwd als zijnde buiten bereik.
Controleer de waarden van het
invoersignaal naar de controller van de
unit. Deze moeten binnen het toegestane
mA-bereik liggen;
Controleer de elektrische afscherming
van de bedrading.
Controleer de juiste waarde van de
uitgang van de controller in het geval het
ingangssignaal binnen het toegestane
bereik ligt.
5 PROBLEEMOPLOSSING
De UC beschermt de unit en de onderdelen van werking onder abnormale omstandigheden. De veiligheidsvoorzieningen
kunnen onderverdeeld worden in preventies en alarmen. Alarmen kunnen vervolgens onderverdeeld worden in leegpompalarmen en snelle stop-alarmen. Leegpomp-alarmen worden geactiveerd wanneer het systeem of subsysteem ondanks
abnormale bedrijfsomstandigheden een normale uitschakeling uit kan voeren. Snelle stop-alarmen worden geactiveerd
wanneer de abnormale bedrijfsomstandigheden vereisen dat het hele systeem of subsysteem onmiddellijk gestopt wordt
om mogelijke schade te voorkomen.
De UC geeft de actieve alarmen op een speciale pagina weer, en houdt een geschiedenis bij van de laatste 50
geregistreerde alarmen, die onderverdeeld worden in alarmen en bevestigingen. Tijd en datum voor elke alarmgebeurtenis
en voor elke bevestiging van een alarm worden opgeslagen.
De UC slaat ook een snapshot van elk opgetreden alarm op. Elk menu-item bevat een snapshot van de
bedrijfsomstandigheden vlak voordat het alarm opgetreden is. Er zijn verschillende sets snapshots zijn geprogrammeerd
die overeenkomsten met alarmen van de unit en de circuits, en die informatie bevatten om te helpen bij de foutdiagnose
In de volgende secties wordt tevens aangegeven hoe elk alarm gewist kan worden tussen het lokale HMI, netwerk (door
een van de hoge niveau interfaces Modbus, Bacnet of Lon) of als het specifiek alarm automatisch wordt gewist. De
volgende symbolen worden gebruikt:
5.1 Unit waarschuwingen
5.1.1 Slechte invoer stroombegrenzing
Dit alarm wordt gegenereerd wanneer de optie Flexibele stroombegrenzing ingeschakeld is en de invoer naar de controller
zich buiten het toegestane bereik bevindt.
5.1.2 Slechte invoer maximale vraag
Dit alarm wordt gegenereerd wanneer de optie Vraagbegrenzing ingeschakeld is en de invoer in de controller zich buiten
het toegestane bereik bevindt.
Multifunctionele units
EWYD 4Z
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
23/52
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Wordt automatisch gewist wanneer het
signaal binnen het toegestane bereik
terugkeert.
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Status unit is Run
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
WUT Reset-functie kan niet worden
gebruikt.
Kolom in de alarmlijst:
BadSetPtOverrideInput
Kolom in het alarmlogboek:
BadSetPtOverrideInput
Kolom in het alarm-snapshot
BadSetPtOverrideInput
WUT reset ingangssignaal is buiten het
bereik.
Voor deze waarschuwing wordt een signaal
dat minder is dan 3mA of meer dan 21mA
beschouwd als zijnde buiten bereik.
Controleer de waarden van het
invoersignaal naar de controller van de
unit. Deze moeten binnen het
toegestane mA-bereik liggen.
Controleer de elektrische afscherming
van de bedrading.
Controleer de juiste waarde van de
uitgang van de controller in het geval
het ingangssignaal binnen het
toegestane bereik ligt.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Wordt automatisch gewist wanneer het
signaal binnen het toegestane bereik
terugkeert.
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De unit zou AAN kunnen zijn.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
De back-up pomp wordt gebruikt of zet alle
circuits stop wanneer pomp #2 een storing
vertoont.
Kolom in de alarmlijst:
CondPump1Fault
Kolom in het alarmlogboek:
CondPump1Fault
Kolom in het alarm-snapshot
CondPump1Fault
Pump 1 werkt niet
Controleer op problemen in de elektrische
bedrading van pomp nr. 1.
Controleer of de elektrische
hoofdschakelaar van pomp nr. 1
geactiveerd is.
Als zekeringen worden gebruik om de
pomp te beschermen, controleer de
integriteit van de zekeringen.
Controleer op problemen in de verbinding
van de bedrading tussen de startinrichting
van de pomp en de controller van de unit.
Controleer het filter van de waterpomp en
het watercircuit om te zien of deze
verstopt zijn.
Stromingsschakelaar werkt verkeerd
Controleer verbinding en schakelaar van
stromingsschakelaar.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De unit zou AAN kunnen zijn.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
De back-up pomp wordt gebruikt of zet alle
circuits stop wanneer pomp #1 een storing
vertoont.
Kolom in de alarmlijst:
CondPump2Fault
Pump 1 werkt niet
Controleer op problemen in de elektrische
bedrading van pomp nr. 1.
Controleer of de elektrische
hoofdschakelaar van pomp nr. 1
geactiveerd is.
Als zekeringen worden gebruik om de
pomp te beschermen, controleer de
integriteit van de zekeringen.
Dit alarm wordt gegenereerd wanneer de optie Reset instelwaarde ingeschakeld is en de invoer in de controller zich buiten
het toegestane bereik bevindt.
5.1.4 Storing condensorpomp # 1
Dit alarm wordt gegenereerd als de pomp gestart wordt maar de stromingsschakelaar niet binnen de recirculatietijd kan
sluiten. Dit kan een tijdelijke toestand zijn of te wijten zijn aan een defecte stromingsschakelaar, de activering van een
stroomonderbreker, zekeringen of een defecte pomp.
5.1.5 Storing condensorpomp # 2
Dit alarm wordt gegenereerd als de pomp gestart wordt maar de stromingsschakelaar niet binnen de recirculatietijd kan
sluiten. Dit kan een tijdelijke toestand zijn of te wijten zijn aan een defecte stromingsschakelaar, de activering van een
stroomonderbreker, zekeringen of een defecte pomp.
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
24/52
EWYD 4Z
Multifunctionele units
Kolom in het alarmlogboek:
CondPump2Fault
Kolom in het alarm-snapshot
CondPump2Fault
Controleer op problemen in de verbinding
van de bedrading tussen de startinrichting
van de pomp en de controller van de unit.
Controleer het filter van de waterpomp en
het watercircuit om te zien of deze
verstopt zijn.
Stromingsschakelaar werkt verkeerd
Controleer verbinding en schakelaar van
stromingsschakelaar.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
EnergyMtrCommFail
Kolom in het alarmlogboek:
EnergyMtrCommFail
Kolom in het alarm-snapshot
EnergyMtrCommFail
Module heeft geen voeding
Raadpleeg het gegevensblad van het
specifiek component om te kijken of het
juist van stroom wordt voorzien
Verkeerde bekabeling met de controller
Controleer of de polariteit van de
verbindingen gerespecteerd wordt.
Modbus-parameters niet juist ingesteld
Raadpleeg het gegevensblad van het
specifiek component om te kijken of de
modbus-parameters juist zijn ingesteld:
Adres = 20
Baudsnelheid =19200 kBs
Pariteit = Geen
Stopbits =1
De module is defect
Controleer of het scherm iets weergeeft
en de voeding aanwezig is.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Wordt automatisch gewist wanneer de
communicatie hersteld is.
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De unit zou AAN kunnen zijn.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
De back-up pomp wordt gebruikt of zet alle
circuits stop wanneer pomp #2 een storing
vertoont.
Kolom in de alarmlijst:
EvapPump1Fault
Kolom in het alarmlogboek:
EvapPump1Fault
Kolom in het alarm-snapshot
EvapPump1Fault
Pump 1 werkt niet
Controleer op problemen in de elektrische
bedrading van pomp nr. 1.
Controleer of de elektrische
hoofdschakelaar van pomp nr. 1
geactiveerd is.
Als zekeringen worden gebruik om de
pomp te beschermen, controleer de
integriteit van de zekeringen.
Controleer op problemen in de verbinding
van de bedrading tussen de startinrichting
van de pomp en de controller van de unit.
Controleer het filter van de waterpomp en
het watercircuit om te zien of deze
verstopt zijn.
Stromingsschakelaar werkt verkeerd
Controleer verbinding en schakelaar van
stromingsschakelaar.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
5.1.6 Storing communicatie met energiemeter
Dit alarm wordt gegenereerd in geval van communicatieproblemen met de energiemeter.
5.1.7 Storing verdamperpomp #1
Dit alarm wordt gegenereerd als de pomp gestart wordt maar de stromingsschakelaar niet binnen de recirculatietijd kan
sluiten. Dit kan een tijdelijke toestand zijn of te wijten zijn aan een defecte stromingsschakelaar, de activering van een
stroomonderbreker, zekeringen of een defecte pomp.
5.1.8 Storing verdamperpomp #2
Dit alarm wordt gegenereerd als de pomp gestart wordt maar de stromingsschakelaar niet binnen de recirculatietijd kan
sluiten. Dit kan een tijdelijke toestand zijn of te wijten zijn aan een defecte stromingsschakelaar, de activering van een
stroomonderbreker, zekeringen of een defecte pomp.
Multifunctionele units
EWYD 4Z
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
25/52
De unit zou AAN kunnen zijn.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
De back-up pomp wordt gebruikt of zet alle
circuits stop wanneer pomp #1 een storing
vertoont.
Kolom in de alarmlijst:
EvapPump2Fault
Kolom in het alarmlogboek:
EvapPump2Fault
Kolom in het alarm-snapshot
EvapPump2Fault
Pump 2 werkt niet
Controleer op problemen in de
elektrische bedrading van pomp nr. 2.
Controleer of de elektrische
hoofdschakelaar van pomp nr. 2
geactiveerd is.
Als zekeringen worden gebruik om de
pomp te beschermen, controleer de
integriteit van de zekeringen.
Controleer op problemen in de
verbinding van de bedrading tussen de
startinrichting van de pomp en de
controller van de unit.
Controleer het filter van de waterpomp
en het watercircuit om te zien of deze
verstopt zijn.
Stromingsschakelaar werkt verkeerd
Controleer verbinding en schakelaar van
stromingsschakelaar.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Status unit is Run
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
UnitExternalEvent
Kolom in het alarmlogboek:
UnitExternalEvent
Kolom in het alarm-snapshot
UnitExternalEvent
Een externe gebeurtenis heeft gedurende
ten minste 5 seconden de digitale ingang
van de poort op het paneel van de controller
veroorzaakt.
Controleer de oorzaak van de externe
gebeurtenissen en of dit een mogelijk
probleem kan betekenen voor de
correcte werking van de koeler.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Het alarm wordt automatisch gewist
wanneer het probleem is opgelost.
OPMERKING: Het bovenstaande geldt in geval van een configuratie van de externe fout digitale ingang als Gebeurtenis
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
FanMdlCommFail
Kolom in het alarmlogboek:
FanMdlCommFail
Kolom in het alarm-snapshot
FanMdlCommFail
Module heeft geen voeding
Controleer de stroomvoorziening van de
connector aan de zijkant van de module.
Controleer of de leds allebei groen zijn.
Controleer of de connector aan de zijkant
stevig vast zit in de module
Het adres van de module is niet goed
ingesteld
Controleer of het adres van de module
correct is met verwijzing naar het
schakelschema.
De module is defect
Controleer of de leds aan zijn en allebei
groen zijn. Als de BSP rood brandt, de
module vervangen
Controleer of de stroomvoorziening in orde
is, maar beide leds uit zijn. In dit geval de
module vervangen
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
5.1.9 Externe gebeurtenis
Dit alarm geeft aan dat een apparaat, waarvan de werking met deze unit verbonden is, een probleem meldt op de
toegewijde ingang.
5.1.10 Communicatiefout alarmmodule ventilator
Dit alarm wordt gegenereerd in geval van communicatieproblemen met de FAC-module.
Dit alarm wordt gegenereerd elke keer dat de ingangsweerstand buiten een aanvaardbaar bereik ligt.
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
26/52
EWYD 4Z
Multifunctionele units
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Status unit is Uit.
Alle circuits zijn gestopt met een normale
uitschakelprocedure.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
UnitAlHREwtSen
Kolom in het alarmlogboek:
UnitAlHREwtSen
Kolom in het alarm-snapshot
UnitAlHREwtSen
De sensor is defect.
Controleren op integriteit van de sensor
volgens de tabel en het toegestane kOhm
(k) bereik.
Controleer de correcte werking van de
sensoren.
Sensor is kortgesloten.
Controleer met een weerstandsmeter of de
sensor kortgesloten is.
De sensor is niet goed aangesloten
(geopend).
Controleer of er in de elektrische contacten
geen vocht of water aanwezig is.
Controleer of de elektrische aansluitingen
goed vast zitten.
Controleer of de bedrading van de
sensoren correct is, ook volgens het
schakelschema.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Warmteterugwinning is Uit
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
UnitAlHRLvgSen
Kolom in het alarmlogboek:
UnitAlHRLvgSen
Kolom in het alarm-snapshot
UnitAlHRLvgSen
De sensor is defect.
Controleren op integriteit van de sensor
volgens de tabel en het toegestane kOhm
(k) bereik.
Controleer de correcte werking van de
sensoren.
Sensor is kortgesloten.
Controleer met een weerstandsmeter of de
sensor kortgesloten is.
De sensor is niet goed aangesloten
(geopend).
Controleer of er in de elektrische contacten
geen vocht of water aanwezig is.
Controleer of de elektrische aansluitingen
goed vast zitten.
Controleer of de bedrading van de
sensoren correct is, ook volgens het
schakelschema.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
Unit HRInvAl
Kolom in het alarmlogboek:
Unit HRInvAl
Kolom in het alarm-snapshot
Unit HRInvAl
De temperatuursensoren voor het
ingaande en uitgaande water zijn
omgekeerd.
Controleer de bedrading van de sensoren
op de controller van de unit.
Controleer de afwijking van de twee
sensoren terwijl de waterpomp loopt.
De leidingen voor in- en uitvoer van water
zijn omgekeerd.
Controleer of het water in de
tegengestelde richting stroomt ten
opzichte van het koelmiddel.
De waterpomp werkt omgekeerd.
Controleer of het water in de
tegengestelde richting stroomt ten
opzichte van het koelmiddel.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Module heeft geen voeding
Controleer de stroomvoorziening van de
connector aan de zijkant van de module.
Dit alarm wordt gegenereerd iedere keer dat de warmteterugwinningstemperatuur van het ingaande water minimaal 1°C
hoger is dan die van het uitgaande water en ten minste één compressor loopt.
5.1.14 Communicatiefout snelle herstartmodule
Dit alarm wordt gegenereerd in geval van communicatieproblemen met de RRC-module.
Multifunctionele units
EWYD 4Z
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
27/52
Kolom in de alarmlijst:
RpdRcvryCommFail
Kolom in het alarmlogboek:
RpdRcvryCommFail
Kolom in het alarm-snapshot
RpdRcvryCommFail
Controleer of de leds allebei groen zijn.
Controleer of de connector aan de zijkant
stevig vast zit in de module
Het adres van de module is niet goed
ingesteld
Controleer of het adres van de module
correct is met verwijzing naar het
schakelschema.
De module is defect
Controleer of de leds aan zijn en allebei
groen zijn. Als de BSP rood brandt, de
module vervangen
Controleer of de stroomvoorziening in orde
is, maar beide leds uit zijn. In dit geval de
module vervangen
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Status unit is Aan
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
SwitchBoxTempSen
Kolom in het alarmlogboek:
SwitchBoxTempSen
Kolom in het alarm-snapshot
SwitchBoxTempSen
De sensor is defect.
Controleren op integriteit van de sensor
volgens de tabel en het toegestane kOhm
(k) bereik.
Controleer de correcte werking van de
sensoren.
Sensor is kortgesloten.
Controleer met een weerstandsmeter of de
sensor kortgesloten is.
De sensor is niet goed aangesloten
(geopend).
Controleer of er in de elektrische contacten
geen vocht of water aanwezig is.
Controleer of de elektrische aansluitingen
goed vast zitten.
Controleer of de bedrading van de
sensoren correct is, ook volgens het
schakelschema.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Status unit is Uit.
Alle circuits zijn gestopt met een normale
uitschakelprocedure.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
UnitOffCndEntWTempSen
Kolom in het alarmlogboek:
UnitOffCndEntWTempSen
Kolom in het alarm-snapshot
UnitOffcndEntWTempSen
De sensor is defect.
Controleren op integriteit van de sensor
volgens de tabel en het toegestane kOhm
(k) bereik.
Controleer de correcte werking van de
sensoren.
Sensor is kortgesloten.
Controleer met een weerstandsmeter of de
sensor kortgesloten is.
De sensor is niet goed aangesloten
(geopend).
Controleer of er in de elektrische contacten
geen vocht of water aanwezig is.
Controleer of de elektrische aansluitingen
goed vast zitten.
Controleer of de bedrading van de
sensoren correct is, ook volgens het
schakelschema.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
5.1.15 Sensorfout temperatuursensor schakelkast
Dit alarm wordt gegenereerd elke keer dat de ingangsweerstand buiten een aanvaardbaar bereik ligt.
Dit alarm wordt gegenereerd elke keer dat de ingangsweerstand buiten een aanvaardbaar bereik ligt.
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
28/52
EWYD 4Z
Multifunctionele units
Status unit is Uit.
Alle circuits zijn gestopt met een normale
uitschakelprocedure.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
UnitOffCndLvgWTempSen
Kolom in het alarmlogboek:
UnitOffCndLvgWTempSen
Kolom in het alarm-snapshot
UnitOffcndLvgWTempSen
De sensor is defect.
Controleren op integriteit van de sensor
volgens de tabel en het toegestane kOhm
(k) bereik.
Controleer de correcte werking van de
sensoren.
Sensor is kortgesloten.
Controleer met een weerstandsmeter of de
sensor kortgesloten is.
De sensor is niet goed aangesloten
(geopend).
Controleer of er in de elektrische contacten
geen vocht of water aanwezig is.
Controleer of de elektrische aansluitingen
goed vast zitten.
Controleer of de bedrading van de
sensoren correct is, ook volgens het
schakelschema.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Status unit is Uit.
Alle circuits zijn gestopt met een normale
uitschakelprocedure.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
UnitOffEvpEntWTempSen
Kolom in het alarmlogboek:
UnitOffEvpEntWTempSen
Kolom in het alarm-snapshot
UnitOffEvpEntWTempSen
De sensor is defect.
Controleren op integriteit van de sensor
volgens de tabel en het toegestane kOhm
(k) bereik.
Controleer de correcte werking van de
sensoren.
Sensor is kortgesloten.
Controleer met een weerstandsmeter of de
sensor kortgesloten is.
De sensor is niet goed aangesloten
(geopend).
Controleer of er in de elektrische contacten
geen vocht of water aanwezig is.
Controleer of de elektrische aansluitingen
goed vast zitten.
Controleer of de bedrading van de
sensoren correct is, ook volgens het
schakelschema.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Status unit is Uit.
Alle circuits zijn gestopt met een normale
uitschakelprocedure.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
UnitOffEvpWTempInvrtd
Kolom in het alarmlogboek:
UnitOffEvpWTempInvrtd
Kolom in het alarm-snapshot
UnitOffEvpWTempInvrtd
De temperatuursensoren voor het
ingaande en uitgaande water zijn
omgekeerd.
Controleer de bedrading van de sensoren
op de controller van de unit.
Controleer de afwijking van de twee
sensoren terwijl de waterpomp loopt.
De leidingen voor in- en uitvoer van water
zijn omgekeerd.
Controleer of het water in de
tegengestelde richting stroomt ten
opzichte van het koelmiddel.
De waterpomp werkt omgekeerd.
Controleer of het water in de
tegengestelde richting stroomt ten
opzichte van het koelmiddel.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Unitstatus is BLT blokkering.
Controleer de minimale waarde van de
externe omgevingstemperatuur die in de
Dit alarm wordt gegenereerd elke keer dat de ingangsweerstand buiten een aanvaardbaar bereik ligt.
5.2.4 Watertemperaturen verdamper omgekeerd
Dit alarm wordt gegenereerd iedere keer dat de temperatuur van het ingaande water minimaal 1°C hoger is dan die van
het uitgaande water en ten minste één compressor loopt, en dit gedurende 90 seconden.
5.2.5 Buitenluchttemperatuur (BLT) blokkering
Dit alarm belet het starten van de unit als de buitenluchttemperatuur te laag is. Het doel is om lagedrukactivering bij opstart
te vermijden. De grens is afhankelijk van de ventilatorregeling die op de unit is geïnstalleerd. Deze waarde is standaard
op 10°C ingesteld.
Multifunctionele units
EWYD 4Z
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
29/52
Alle circuits zijn gestopt met een normale
uitschakelprocedure.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
StartInhbtAmbTempLo
Kolom in het alarmlogboek:
StartInhbtAmbTempLo
Kolom in het alarm-snapshot
StartInhbtAmbTempLo
De externe omgevingstemperatuur is lager
dan de waarde die ingesteld is in de
controller van de unit.
controller van de unit ingesteld is.
Controleer of deze waarde in
overeenstemming is met de werking van
de koelmachine dus de juiste toepassing
en het juiste gebruik van de koelmachine
controleren.
De sensor die de externe
omgevingstemperatuur meet werkt niet
correct.
Controleer of de BLT-sensor goed werkt in
overeenstemming met de informatie over
het bereik voor kOhm (k) in verband met
temperatuurwaarden.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Wordt automatisch gewist met een 2,5°C
van hysteresis.
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Status unit is Uit.
Alle circuits zijn gestopt met een normale
uitschakelprocedure.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
UnitOffAmbTempSen
Kolom in het alarmlogboek:
UnitOffAmbTempSen
Kolom in het alarm-snapshot
UnitOffAmbTempSen
De sensor is defect.
Controleer de integriteit van de sensor.
Controleer of de sensoren goed werken
volgens de tabel en het toegestane kOhm
(k) bereik.
Sensor is kortgesloten.
Controleer met een weerstandsmeter of de
sensor kortgesloten is.
De sensor is niet goed aangesloten
(geopend).
Controleer of er in de elektrische contacten
geen vocht of water aanwezig is.
Controleer of de elektrische aansluitingen
goed vast zitten.
Controleer of de bedrading van de
sensoren correct is, ook volgens het
schakelschema.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Status unit is Uit.
Alle circuits worden onmiddellijk gestopt.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
UnitOffCondWaterTmpLo
Kolom in het alarmlogboek:
UnitOffCondWaterTmpLo
Kolom in het alarm-snapshot
UnitOffCondWaterTmpLo
Te lage waterstroming.
Verhoog de waterstroming.
De invoertemperatuur naar de verdamper
is te laag.
Verhoog de invoertemperatuur van het
water.
De stroomschakelaar werkt niet of er
stroomt geen water.
Controleer de stroomschakelaar en de
waterpomp.
De temperatuur van het koelmiddel wordt
te laag (< -0.6°C); Controleer de
waterstroming en het filter.
Geen goede uitwisseling in de verdamper.
Aflezing sensoren (ingaand of uitgaand)
zijn niet goed gekalibreerd.
Sensormetingen (invoer of uitvoer) zijn niet
juist gekalibreerd
Controleer de watertemperaturen met een
juist instrument en pas de afwijkingen aan.
Verkeerde instelwaarde van
bevriezingsgrens
De bevriezingsgrens werd niet gewijzigde
als een functie van de glycolpercentage.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Het is nodig om te controleren of de
condensor heeft opgelopen omwille van dit
alarm.
5.2.6 Fout Alarm van buitenluchttemperatuursensor
Dit alarm wordt gegenereerd elke keer dat de ingangsweerstand buiten een aanvaardbaar bereik ligt.
5.3 Alarmen bij snelle stop van unit
5.3.1 Alarm waterbevriezing van condensor
Dit alarm wordt gegenereerd om aan te geven dat de temperatuur van het (ingaande of uitgaande) water onder een
veiligheidsgrens gedaald is. De regeling probeert de warmtewisselaar te beschermen door de pomp te starten en het water
te laten circuleren.
5.3.2 Alarm waterstromingsverlies van condensor
Dit alarm wordt gegenereerd om in geval van stromingsverlies op de koelmachine om de eenheid tegen mechanische
hogedrukactiveringen te beschermen.
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
30/52
EWYD 4Z
Multifunctionele units
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Status unit is Uit.
Alle circuits worden onmiddellijk gestopt.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
UnitOffCondWaterFlow
Kolom in het alarmlogboek:
UnitOffCondWaterFlow
Kolom in het alarm-snapshot
UnitOffCondWaterFlow
Geen waterstroming gedetecteerd
gedurende 3 ononderbroken minuten of te
lage waterstroming.
Controleer het filter van de waterpomp en
het watercircuit om te zien of deze verstopt
zijn.
Controleer de kalibratie van de
stromingsschakelaar en pas deze aan de
de minimale waterstroom.
Controleer of de pompwaaier vrij kan
draaien en niet beschadigd is.
Controleer de veiligheidsvoorzieningen
van de pomp (stroomonderbrekers,
zekeringen, inverters, enz.)
Controleer of waterfilter is verstopt.
Controleer de aansluitingen van de
stromingsschakelaar.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Alvorens de noodstopknop te resetten moet u controleren of de schadelijke omstandigheid verwijderd is.
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Status unit is Uit.
Alle circuits worden onmiddellijk gestopt.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
UnitOffEmergencyStop
Kolom in het alarmlogboek:
UnitOffEmergencyStop
Kolom in het alarm-snapshot
UnitOffEmergencyStop
De noodstopknop is ingedrukt.
Door de noodstopknop tegen de klok in te
draaien, zou het alarm gewist moeten
worden.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Zie opmerking aan de bovenkant.
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Status unit is Uit.
Alle circuits worden onmiddellijk gestopt.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
UnitOffEvapWaterFlow
Kolom in het alarmlogboek:
UnitOffEvapWaterFlow
Kolom in het alarm-snapshot
UnitOffEvapWaterFlow
Geen waterstroming gedetecteerd
gedurende 3 ononderbroken minuten of te
lage waterstroming.
Controleer het filter van de waterpomp en
het watercircuit om te zien of deze verstopt
zijn.
Controleer de kalibratie van de
stromingsschakelaar en pas deze aan de
de minimale waterstroom.
Controleer of de pompwaaier vrij kan
draaien en niet beschadigd is.
Controleer de veiligheidsvoorzieningen
van de pomp (stroomonderbrekers,
zekeringen, inverters, enz.)
Controleer of waterfilter is verstopt.
Controleer de aansluitingen van de
stromingsschakelaar.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
5.3.3 Noodstop
Dit alarm wordt gegenereerd elke keer dat de noodstopknop geactiveerd wordt.
5.3.4 Alarm stromingsverlies verdamper
De alarm wordt gegenereerd in het geval van stromingsverlies aan de koelmachine om de eenheid tegen bevriezen te
beschermen.
Dit alarm wordt gegenereerd elke keer dat de ingangsweerstand buiten een aanvaardbaar bereik ligt.
Multifunctionele units
EWYD 4Z
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
31/52
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Status unit is Uit.
Alle circuits zijn gestopt met een normale
uitschakelprocedure.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
UnitOffLvgEntWTempSen
Kolom in het alarmlogboek:
UnitOffLvgEntWTempSen
Kolom in het alarm-snapshot
UnitOffEvpLvgWTempSen
De sensor is defect.
Controleren op integriteit van de sensor
volgens de tabel en het toegestane kOhm
(k) bereik.
Controleer de correcte werking van de
sensoren.
Sensor is kortgesloten.
Controleer met een weerstandsmeter of de
sensor kortgesloten is.
De sensor is niet goed aangesloten
(geopend).
Controleer of er in de elektrische contacten
geen vocht of water aanwezig is.
Controleer of de elektrische aansluitingen
goed vast zitten.
Controleer of de bedrading van de
sensoren correct is, ook volgens het
schakelschema.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Status unit is Uit.
Alle circuits worden onmiddellijk gestopt.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
UnitOffEvapWaterTmpLo
Kolom in het alarmlogboek:
UnitOffEvapWaterTmpLo
Kolom in het alarm-snapshot
UnitOffEvapWaterTmpLo
Te lage waterstroming.
Verhoog de waterstroming.
De invoertemperatuur naar de verdamper
is te laag.
Verhoog de invoertemperatuur van het
water.
De stroomschakelaar werkt niet of er
stroomt geen water.
Controleer de stroomschakelaar en de
waterpomp.
Sensormetingen (invoer of uitvoer) zijn niet
juist gekalibreerd.
Controleer de watertemperaturen met een
juist instrument en pas de afwijkingen aan.
Verkeerde instelwaarde van
bevriezingsgrens.
De bevriezingsgrens werd niet gewijzigde
als een functie van de glycolpercentage.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Het is nodig om te controleren of de
condensor heeft opgelopen omwille van dit
alarm.
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Status unit is Uit.
Alle circuits zijn uitgeschakeld met de
normale uitschakelprocedure.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
UnitOffExternalAlarm
Kolom in het alarmlogboek:
UnitOffExternalAlarm
Kolom in het alarm-snapshot
UnitOffExternalAlarm
Een externe gebeurtenis heeft gedurende
ten minste 5 seconden de opening van de
poort op het paneel van de controller
veroorzaakt.
Controleer de oorzaken van de externe
gebeurtenis of het alarm.
In geval van externe gebeurtenissen of
alarmen, controleer de elektrische
bedrading van de controller van de unit
naar de externe apparatuur.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
OPMERKING: Het bovenstaande geldt in geval van een configuratie van de externe fout digitale ingang als Alarm.
5.3.6 Alarm waterbevriezing in verdamper
Dit alarm wordt gegenereerd om aan te geven dat de temperatuur van het (ingaande of uitgaande) water onder een
veiligheidsgrens gedaald is. De regeling probeert de warmtewisselaar te beschermen door de pomp te starten en het water
te laten circuleren.
5.3.7 Extern alarm
Dit alarm wordt gegenereerd in geval van melding van een extern instrument waarvan de werking verbonden is met de
werking van de unit. Dit externe instrument kan een pomp of een inverter zijn.
5.3.8 Alarm waterbevriezing van condensor
Dit alarm gaat af wanneer de externe lekdetector(en) een koudemiddelconcentratie hoger dan een drempel detecteert.
Om dit alarm te wissen is het nodig om het alarm lokaal en, indien nodig, op de lekdetector zelf te wissen.
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
32/52
EWYD 4Z
Multifunctionele units
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Status unit is Uit.
Alle circuits worden onmiddellijk gestopt.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
UnitOffGasLeakage
Kolom in het alarmlogboek:
UnitOffGasLeakage
Kolom in het alarm-snapshot
UnitOffGasLeakage
Lekkage van koudekoelmiddel
Lokaliseer de lekkage met een sniffer en
verwijder de lekkage.
Lekdetector is niet juist op de
stroomvoorziening aangesloten.
Controleer de stroomvoorziening naar de
lekdetector.
Lekdetector is niet juist op de controller
aangesloten.
Controleer de aansluiting van de
lekdetector volgens het
bedradingsschema van de unit.
Lekdetector is defect.
Vervang de lekdetector
Lekdetector is niet vereist/nodig
Controleer de configuratie op de controller
en schakel deze optie uit.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Status unit is Uit.
Alle circuits worden onmiddellijk gestopt.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
UnitOff HRFreeze
Kolom in het alarmlogboek:
UnitOff HRFreeze
Kolom in het alarm-snapshot
UnitOff HRFreeze
Te lage waterstroming.
Verhoog de waterstroming.
De invoertemperatuur naar de
warmteterugwinning is te laag.
Verhoog de invoertemperatuur van het
water.
Sensormetingen (invoer of uitvoer) zijn niet
juist gekalibreerd
Controleer de watertemperaturen met een
juist instrument en pas de afwijkingen aan.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Status unit is Uit.
Alle circuits worden onmiddellijk gestopt.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
OptionCtrlrCommFail
Kolom in het alarmlogboek:
OptionCtrlrCommFail
Kolom in het alarm-snapshot
OptionCtrlrCommFail
Module heeft geen voeding
Controleer de stroomvoorziening van de
connector aan de zijkant van de module.
Controleer of de leds allebei groen zijn.
Controleer of de connector aan de zijkant
stevig vast zit in de module
Het adres van de module is niet goed
ingesteld
Controleer of het adres van de module
correct is met verwijzing naar het
schakelschema.
De module is defect
Controleer of de leds aan zijn en allebei
groen zijn. Als de BSP rood brandt, de
module vervangen
Controleer of de stroomvoorziening in orde
is, maar beide leds uit zijn. In dit geval de
module vervangen
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Voor het oplossen van deze is een directe ingreep in de stroomvoorziening van deze unit nodig. Directe
interventie in de stroomvoorziening kan elektrocutie, brandwonden of zelfs de dood tot gevolg hebben. Deze
handeling mag alleen door geschoolde personen uitgevoerd worden. Neem in geval van twijfel contact op met
uw onderhoudsbedrijf.
Probleem
Oorzaak
Oplossing
5.3.9 Alarm waterbevriezingsbeveiliging van warmteterugwinning
Dit alarm wordt gegenereerd om aan te geven dat de warmteterugwinningstemperatuur van het (ingaande of uitgaande)
water onder een veiligheidsgrens gedaald is. De regeling probeert de warmtewisselaar te beschermen door de pomp te
starten en het water te laten circuleren.
5.3.10 OptionCtrlrCommFail
Dit alarm wordt gegenereerd in geval van communicatieproblemen met de AC-module.
5.3.11 Voedingsfout
Dit alarm gaat af wanneer de hoofdvoeding Uit is en de controller door de UPS van stroom wordt voorzien.
Multifunctionele units
EWYD 4Z
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
33/52
Status unit is Uit.
Alle circuits worden onmiddellijk gestopt.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
Voedingsfout
Kolom in het alarmlogboek:
Voedingsfout
Kolom in het alarm-snapshot
Voedingsfout
Verlies van één fase.
Controleer het spanningsniveau op elke
fase.
Foutieve sequentie van de verbinding van
L1, L2, L3;
Controleer de sequentie van de verbinding
van L1, L2, L3, volgens de aanwijzingen op
het schakelschema van de koelmachine.
Het spanningsniveau op het paneel van de
unit bevindt zich niet binnen het toegestane
bereik (±10%).
Controleer of het spanningsniveau op elke
fase zich binnen het toegestane bereik
bevindt, dat aangegeven is op het label
van de koeler.
Het is belangrijk om het spanningsniveau
op elke fase niet alleen te controleren als
de koeler niet in bedrijf is, maar ook als de
koeler van de minimumcapaciteit naar de
maximumcapaciteit werkt. Dit is omdat er
spanningsvallen kunnen optreden aan een
bepaald koelingsniveau, of omwille van
een bepaalde werkomstandigheid (hoge
waarden buitenluchttemperatuur);
In deze gevallen kan het probleem te wijten
zijn aan de grootte van de voedingskabels.
Er is een kortsluiting op de unit.
Controleer of elk circuit van de unit correct
geïsoleerd is met een Megger-tester.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Voor het oplossen van deze is een directe ingreep in de stroomvoorziening van deze unit nodig.
Directe interventie in de stroomvoorziening kan elektrocutie, brandwonden of zelfs de dood tot gevolg hebben.
Deze handeling mag alleen door geschoolde personen uitgevoerd worden. Neem in geval van twijfel contact op
met uw onderhoudsbedrijf.
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Status unit is Uit.
Alle circuits worden onmiddellijk gestopt.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
UnitOffPhaveVoltage
Kolom in het alarmlogboek:
UnitOffPhaveVoltage
Kolom in het alarm-snapshot
UnitOffPhaveVoltage
Verlies van één fase.
Controleer het spanningsniveau op elke
fase.
Foutieve sequentie van de verbinding van
L1, L2, L3;
Controleer de sequentie van de verbinding
van L1, L2, L3, volgens de aanwijzingen
op het schakelschema van de
koelmachine.
Het spanningsniveau op het paneel van de
unit bevindt zich niet binnen het
toegestane bereik (±10%).
Controleer of het spanningsniveau op elke
fase zich binnen het toegestane bereik
bevindt, dat aangegeven is op het label
van de koeler.
Het is belangrijk om het spanningsniveau
op elke fase niet alleen te controleren als
de koeler niet in bedrijf is, maar ook als de
koeler van de minimumcapaciteit naar de
maximumcapaciteit werkt. Dit is omdat er
spanningsvallen kunnen optreden aan een
bepaald koelingsniveau, of omwille van
een bepaalde werkomstandigheid (hoge
waarden buitenluchttemperatuur);
In deze gevallen kan het probleem te
wijten zijn aan de grootte van de
voedingskabels.
Er is een kortsluiting op de unit.
Controleer of elk circuit van de unit correct
geïsoleerd is met een Megger-tester.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
5.3.12 PVM alarm
Dit alarm wordt gegenereerd in geval van problemen met de stroomvoorziening van de koelmachine.
5.4 Circuitwaarschuwingen
5.4.1 Sensorfout voorverwarmingsdruk
Dit alarm wordt gegenereerd om aan te geven dat de sensor niet goed afleest.
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
34/52
EWYD 4Z
Multifunctionele units
De status van het circuit is Aan.
Voorverwarmer is Uit.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
Cx EcoPressSen
Kolom in het alarmlogboek:
Cx EcoPressSen
Kolom in het alarm-snapshot
Cx EcoPressSen
De sensor is defect.
Controleer de integriteit van de sensor.
Controleer of de sensor goed werkt volgens
de informatie over mVolt (mV) bereik met
betrekking tot de drukwaarden in kPa.
Sensor is kortgesloten.
Controleer met een weerstandsmeter of de
sensor kortgesloten is.
De sensor is niet goed aangesloten
(geopend).
Controleer of de sensor op de
koelcircuitleiding goed geïnstalleerd is. De
omzetter moet in staat zijn om de druk te
detecteren door de naald van de klep.
Controleer of er in de elektrische contacten
van de sensor geen vocht of water
aanwezig is.
Controleer of de elektrische aansluitingen
goed vast zitten.
Controleer of de bedrading van de
sensoren correct is, ook volgens het
schakelschema.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De status van het circuit is Aan.
Voorverwarmer is Uit.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
Cx EcoTempSen
Kolom in het alarmlogboek:
Cx EcoTempSen
Kolom in het alarm-snapshot
Cx EcoTempSen
Sensor is kortgesloten.
Controleer de integriteit van de sensor.
Controleer of de sensor goed werkt in
overeenstemming met de informatie over
het bereik voor kOhm (k) in verband met
temperatuurwaarden.
De sensor is defect.
Controleer met een weerstandsmeter of de
sensor kortgesloten is.
De sensor is niet goed aangesloten
(geopend).
Controleer of de sensor op de
koelcircuitleiding goed geïnstalleerd is.
Controleer of er in de elektrische contacten
van de sensor geen vocht of water
aanwezig is.
Controleer of de elektrische aansluitingen
goed vast zitten.
Controleer of de bedrading van de
sensoren correct is, ook volgens het
schakelschema.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De status van het circuit is Uit.
Geen aanwijzingen op het scherm
Kolom in de alarmlijst:
-Kolom in het alarmlogboek:
Cx Failed Pumpdown
Kolom in het alarm-snapshot
Cx Failed Pumpdown
De EEXV sluit niet volledig. Daarom
ontstaat er een “kortsluiting” tussen de
hogedrukzijde en de lagedrukzijde van het
circuit.
Controleer of de EEXV correct werkt en
volledig afsluit. Het kijkglas mag geen
koudemiddelstroom tonen nadat de klep
gesloten is.
Controleer de led aan de bovenkant van de
klep, C led zou groen moeten branden. Als
beide leds afwisselend knipperen is de
motor van de klep niet goed aangesloten.
De dampdruksensor werkt niet goed.
Controleer of de dampdruksensor correct
werkt.
De compressor op het circuit is intern
beschadigd en er zijn mechanische
problemen, bijvoorbeeld op de interne
Controleer de compressors op de circuits.
5.4.2 Sensorfout voorverwarmingstemperatuur
Dit alarm wordt gegenereerd om aan te geven dat de sensor niet goed afleest.
5.4.3 Afzuiging mislukt [Failed Pumpdown]
Dit alarm wordt gegenereerd om aan te geven dat het circuit niet in staat geweest is om al het koelmiddel uit de verdamper
te verwijderen. Het wordt automatisch gewist zodra de compressor stopt, zodat het enkel in de alarmgeschiedenis wordt
geregistreerd. Het is mogelijk dat het niet vanaf BMS wordt herkend, doordat de communicatielatentie voldoende tijd voor
de reset kan geven. Het is zelfs mogelijk dat het niet op de lokale HMI wordt gezien.
Multifunctionele units
EWYD 4Z
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
35/52
controleklep, of op de interne spiralen of
wieken.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De status van het circuit is Aan.
De compressor blijft normaal werken.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
Cx FanAlm
Kolom in het alarmlogboek:
Cx FanAlm
Kolom in het alarm-snapshot
Cx FanAlm
Minstens een van de ventilator heeft een
probleem.
In geval van ventilator aan/uit, controleer de
thermomagnetischel circuitonderbrekervan
elke ventilator. De ventilator kan te veel
stroom absorberen.
In geval van een ventilator met VFD,
controleer de alarmuitgang en de
meldingsfout dat door elke ventilator-VFD
wordt geleverd.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De status van het circuit is Aan.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
Cx GasLeakSen
Kolom in het alarmlogboek:
Cx GasLeakSen
Kolom in het alarm-snapshot
Cx GasLeakSen
De sensor is defect.
Controleer de integriteit van de sensor.
Controleer of de sensor goed werkt volgens
de informatie over mVolt (mV) bereik met
betrekking tot de ppm waarden .
Sensor is kortgesloten.
Controleer met een weerstandsmeter of de
sensor kortgesloten is.
De sensor is niet goed aangesloten
(geopend).
Controleer of de sensor goed geïnstalleerd
is.
Controleer of er in de elektrische contacten
van de sensor geen vocht of water
aanwezig is.
Controleer of de elektrische aansluitingen
goed vast zitten.
Controleer of de bedrading van de
sensoren correct is, ook volgens het
schakelschema.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De status van het circuit is Aan.
De compressor blijft normaal werken.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
CxCmp1 MainCode01
Kolom in het alarmlogboek:
CxCmp1 MainCode01
Kolom in het alarm-snapshot
CxCmp1 MainCode01
De koelklep in de inverter moet mogelijk
gecontroleerd of vervangen worden.
Neem contact op met de technische dienst
om het probleem op te lossen.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
5.4.4 Storing ventilator
Dit alarm geeft aan dat er met minstens een van de ventilator een probleem is.
5.4.5 Sensorfout gasleksensor
Dit alarm wordt gegenereerd om aan te geven dat de sensor niet goed afleest.
5.4.6 CxCmp1 MaintCode01
Dit alarm geeft aan dat een onderdeel in de inverter controller of vervanging nodig heeft.
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
36/52
EWYD 4Z
Multifunctionele units
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De status van het circuit is Aan.
De compressor blijft normaal werken.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
CxCmp1 MainCode02
Kolom in het alarmlogboek:
CxCmp1 MainCode02
Kolom in het alarm-snapshot
CxCmp1 MainCode02
De condensors in de inverter moet
mogelijk gecontroleerd of vervangen
worden.
Neem contact op met de technische dienst
om het probleem op te lossen.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Voor het oplossen van deze is een directe ingreep in de stroomvoorziening van deze unit nodig.
Directe interventie in de stroomvoorziening kan elektrocutie, brandwonden of zelfs de dood tot gevolg hebben.
Deze handeling mag alleen door geschoolde personen uitgevoerd worden. Neem in geval van twijfel contact op
met uw onderhoudsbedrijf.
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De status van het circuit is Aan.
De controleer brengt de compressor naar
de minimum snelheid en de normale
werking wordt vervolgens hersteld
(standaard 120rmp)
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
Cx FanAlm
Kolom in het alarmlogboek:
Cx FanAlm
Kolom in het alarm-snapshot
Cx FanAlm
De netspanning van de koelmachine heeft
een piek naar beneden vertoond waardoor
overspanning ontstaan is.
Controleer of de netspanning binnen de
aanvaardbare tolerantie voor deze
koelmachine ligt.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De status van het circuit is Uit.
Het circuit wordt uitgeschakeld met de
normale uitschakelprocedure.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
CxCmp1 OffDischTmpSen
Kolom in het alarmlogboek:
CxCmp1 OffDischTmpSen
Kolom in het alarm-snapshot
CxCmp1 OffDischTmpSen
Sensor is kortgesloten.
Controleer de integriteit van de sensor.
Controleer of de sensor goed werkt in
overeenstemming met de informatie over
het bereik voor kOhm (k) in verband met
temperatuurwaarden.
De sensor is defect.
Controleer met een weerstandsmeter of de
sensor kortgesloten is.
De sensor is niet goed aangesloten
(geopend).
Controleer of de sensor op de
koelcircuitleiding goed geïnstalleerd is.
Controleer of er in de elektrische contacten
van de sensor geen vocht of water
aanwezig is.
Controleer of de elektrische aansluitingen
goed vast zitten.
5.4.7 CxCmp1 MaintCode02
Dit alarm geeft aan dat een onderdeel in de inverter controller of vervanging nodig heeft.
5.4.8 Stroomverlies
Dit alarm geeft aan dat er een korte onderspanning op een hoofdstroomvoorziening, die de unit niet uitschakelt, is
opgetreden.
5.5 Stop alarmen circuit leegpompen
5.5.1 Storing sensor perstemperatuur
Dit alarm wordt gegenereerd om aan te geven dat de sensor niet goed afleest.
Multifunctionele units
EWYD 4Z
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
37/52
Controleer of de bedrading van de
sensoren correct is, ook volgens het
schakelschema.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De status van het circuit is Uit.
Het circuit wordt uitgeschakeld waarbij
tijdens de uitschakelprocedure een
procedure uitgevoerd wordt voor grondig
leegpompen van het circuit.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
Cx OffGasLeakage
Kolom in het alarmlogboek:
Cx OffGasLeakage
Kolom in het alarm-snapshot
Cx OffGasLeakage
Gaslek in de compressorenbehuizing.
Schakel de unit uit en voer een
gaslekkagetest uit.
Gaslek in de machinekamer.
Controleer of er een gaslek op de eenheid
is met een detector. Indien nodig, start de
aanzuigventilatoren om de lucht in de
kamer te wijzigen.
Gaslekkage sensorfout.
Zet de sensor in de open lucht en
controleer of het alarm gewist kan worden.
In voorkomende gevallen de sensor
vervangen of de optie uitschakelen in
afwachting van een nieuw onderdeel.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De status van het circuit is Uit.
Het circuit wordt uitgeschakeld met de
normale uitschakelprocedure.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
CxCmp1 VfdOverTemp
Kolom in het alarmlogboek:
CxCmp1 VfdOverTemp
Kolom in het alarm-snapshot
CxCmp1 VfdOverTemp
De magneetklep voor koeling werkt niet
goed.
Controleer de elektrische aansluiting van
de magneetklep.
Controleer de koudemiddelvulling. Te
weinig koudemiddel kan zorgen voor
oververhitting van de Vfd-elektronica.
Controleer op verstoppingen in de leiding.
Vfd verwarmer niet goed aangesloten.
Controleer of de Vfd-verwarmer
uitgeschakeld wordt wanneer de Vfdtemperatuur stijgt.
Controleer of de schakelaar die de Vfdverwarmer aanstuurt goed kan schakelen.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De status van het circuit is Uit.
Het circuit wordt uitgeschakeld met de
normale uitschakelprocedure.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
CxCmp1 OffLiquidTempSen
Kolom in het alarmlogboek:
CxCmp1 OffLiquidTempSen
Kolom in het alarm-snapshot
CxCmp1 OffLiquidTempSen
Sensor is kortgesloten.
Controleer de integriteit van de sensor.
Controleer of de sensor goed werkt in
overeenstemming met de informatie over
het bereik voor kOhm (k) in verband met
temperatuurwaarden.
De sensor is defect.
Controleer met een weerstandsmeter of de
sensor kortgesloten is.
De sensor is niet goed aangesloten
(geopend).
Controleer of de sensor op de
koelcircuitleiding goed geïnstalleerd is.
Controleer of er in de elektrische contacten
van de sensor geen vocht of water
aanwezig is.
Controleer of de elektrische aansluitingen
goed vast zitten.
5.5.2 Storing gaslek
Dit alarm geeft een gaslek in de compressorenbehuizing aan.
5.5.3 Storing hoge Compressor Vfd temperatuur
Dit alarm wordt gegenereerd om aan te geven dat de VFD temperatuur te hoog is om de compressor te laten draaien.
5.5.4 Sensorfout vloeistoftemperatuur
Dit alarm wordt gegenereerd om aan te geven dat de sensor niet goed afleest.
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
38/52
EWYD 4Z
Multifunctionele units
Controleer of de bedrading van de
sensoren correct is, ook volgens het
schakelschema.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De status van het circuit is Uit.
Het circuit wordt uitgeschakeld met de
normale uitschakelprocedure.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
CxCmp1 VfdLowTemp
Kolom in het alarmlogboek:
CxCmp1 VfdLowTemp
Kolom in het alarm-snapshot
CxCmp1 VfdLowTemp
De magneetklep voor koeling werkt niet
goed. Deze is altijd open wanneer de
compressor loopt.
Controleer de elektrische aansluiting van
de magneetklep.
Controleer de werking van de klep om te
zien of deze goed kan sluiten.
Controleer de bedrijfscycli van de klep. De
klep heeft een beperkt aantal cycli.
Vfd verwarmer werkt niet.
Controleer of de Vfd verwarmer van
stroom voorzien wordt.
Controleer of de Vfd verwarmer bestuurd
wordt wanneer de Vfd-temperatuur laag is.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De status van het circuit is Uit.
Het circuit wordt uitgeschakeld met de
normale uitschakelprocedure.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
CxCmp1 OffOilLevelLo
Kolom in het alarmlogboek:
CxCmp1 OffOilLevelLo
Kolom in het alarm-snapshot
CxCmp1 OffOilLevelLo
Oliepeilschakelaar werkt niet goed.
Controleer de bekabeling tussen
schakelaar en controllerfeedback en de
voeding
Controleer of schakelaar juist werkt.
Controleer of digitale ingang van de
controller juist werkt.
Controleer het oliepeil
Controleer of er voldoende olie in het
circuit is.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De status van het circuit is Uit.
Het circuit wordt uitgeschakeld met de
uitschakelprocedure.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
CxCmp1 OffDishSHLo
Kolom in het alarmlogboek:
CxCmp1 OffDishSHLo
Kolom in het alarm-snapshot
CxCmp1 OffDishSHLo
EEXV werkt niet correct.
De EEXV opent niet genoeg of beweegt in
de tegenovergestelde richting.
Controleer of het leegpompen kan worden
afgewerkt voor de bereikte druklimiet;
Controleer de bewegingen van het
expansieventiel.
Controleer de aansluiting op de aandrijving
van de klep op het schakelschema.
Meet de weerstand van elke wikkeling,
deze moet anders dan 0 Ohm zijn.
Reset
Opmerkingen
5.5.5 Storing lage Compressor Vfd temperatuur
Dit alarm wordt gegenereerd om aan te geven dat de VFD temperatuur te laag is om de compressor veilig te laten draaien.
5.5.6 Storing lage oliepeil
Dit alarm geeft aan dat het oliepeil binnen de oliescheider te laag is geworden om een veilige werking van de compressor
toe te staan.
Deze schakelaar mag niet op de unit worden geïnstalleerd, omdat in een gewone werking de oliescheiding altijd
gewaarborgd wordt.
5.5.7 Storing lage afvoer oververhitting
Dit alarm geeft aan dat de unit te lang heeft gewerkt met een lage afvoer oververhitting.
Multifunctionele units
EWYD 4Z
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
39/52
Lokale HMI
Netwerk
Auto
x 2 pogingen (Alleen W/C)
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De status van het circuit is Uit.
Het circuit wordt uitgeschakeld met de
normale uitschakelprocedure.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
CxCmp1 OffOilFeedPSen
Kolom in het alarmlogboek:
CxCmp1 OffOilFeedPSen
Kolom in het alarm-snapshot
CxCmp1 OffOilFeedPSen
De sensor is defect.
Controleer de integriteit van de sensor.
Controleer of de sensor goed werkt volgens
de informatie over mVolt (mV) bereik met
betrekking tot de drukwaarden in kPa.
Sensor is kortgesloten.
Controleer met een weerstandsmeter of de
sensor kortgesloten is.
De sensor is niet goed aangesloten
(geopend).
Controleer of de sensor op de
koelcircuitleiding goed geïnstalleerd is. De
omzetter moet in staat zijn om de druk te
detecteren door de naald van de klep.
Controleer of er in de elektrische contacten
van de sensor geen vocht of water
aanwezig is.
Controleer of de elektrische aansluitingen
goed vast zitten.
Controleer of de bedrading van de
sensoren correct is, ook volgens het
schakelschema.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De status van het circuit is Uit.
Het circuit wordt uitgeschakeld met de
normale uitschakelprocedure.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
CxCmp1 OffSuctTempSen
Kolom in het alarmlogboek:
CxCmp1 OffSuctTempSen
Kolom in het alarm-snapshot
CxCmp1 OffSuctTempSen
Sensor is kortgesloten.
Controleer de integriteit van de sensor.
Controleer of de sensor goed werkt in
overeenstemming met de informatie over
het bereik voor kOhm (k) in verband met
temperatuurwaarden.
De sensor is defect.
Controleer met een weerstandsmeter of de
sensor kortgesloten is.
De sensor is niet goed aangesloten
(geopend).
Controleer of de sensor op de
koelcircuitleiding goed geïnstalleerd is.
Controleer of er in de elektrische contacten
van de sensor geen vocht of water
aanwezig is.
Controleer of de elektrische aansluitingen
goed vast zitten.
Controleer of de bedrading van de
sensoren correct is, ook volgens het
schakelschema.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De status van het circuit is Uit.
Alle circuits worden onmiddellijk gestopt.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
Module heeft geen voeding
Controleer de stroomvoorziening van de
connector aan de zijkant van de module.
Controleer of de leds allebei groen zijn.
Controleer of de connector aan de zijkant
stevig vast zit in de module
5.5.8 Storing Oliedruksensor
Dit alarm wordt gegenereerd om aan te geven dat de sensor niet goed afleest.
5.5.9 Storing sensor Aanzuigtemperatuur
Dit alarm wordt gegenereerd om aan te geven dat de sensor niet goed afleest.
5.6 Versnelde stopzetting-alarmen circuit
5.6.1 Communicatiefout compressorextensie
Dit alarm wordt gegenereerd in geval van communicatieproblemen met de CCx-module.
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
40/52
EWYD 4Z
Multifunctionele units
Cx OffCmpCtrlrComFail
Kolom in het alarmlogboek:
Cx OffCmpCtrlrComFail
Kolom in het alarm-snapshot
Cx OffCmpCtrlrComFail
Het adres van de module is niet goed
ingesteld
Controleer of het adres van de module
correct is met verwijzing naar het
schakelschema.
De module is defect
Controleer of de leds aan zijn en allebei
groen zijn. Als de BSP rood brandt, de
module vervangen
Controleer of de stroomvoorziening in orde
is, maar beide leds uit zijn. In dit geval de
module vervangen
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De status van het circuit is Uit.
Alle circuits worden onmiddellijk gestopt.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
Cx OffEXVCtrlrComFail
Kolom in het alarmlogboek:
Cx OffEXVCtrlrComFail
Kolom in het alarm-snapshot
Cx OffEXVCtrlrComFail
Module heeft geen voeding
Controleer de stroomvoorziening van de
connector aan de zijkant van de module.
Controleer of de leds allebei groen zijn.
Controleer of de connector aan de zijkant
stevig vast zit in de module
Het adres van de module is niet goed
ingesteld
Controleer of het adres van de module
correct is met verwijzing naar het
schakelschema.
De module is defect
Controleer of de leds aan zijn en allebei
groen zijn. Als de BSP rood brandt, de
module vervangen
Controleer of de stroomvoorziening in orde
is, maar beide leds uit zijn. In dit geval de
module vervangen
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De status van het circuit is Uit.
De compressor neemt geen belasting
meer op, het circuit wordt onmiddellijk
gestopt.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
CxCmp1 OffVfdFault
Kolom in het alarmlogboek:
CxCmp1 OffVfdFault
Kolom in het alarm-snapshot
CxCmp1 OffVfdFault
De inverter werkt in een onveilige situatie
en daarom moet de inverter gestopt
worden.
Controleer het alarm-snapshot om de
alarmcode voor de inverter te bepalen.
Neem contact op met de technische dienst
om het probleem op te lossen.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De status van het circuit is Uit.
Het circuit is gestopt.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
CxCmp1 OffVfdOverTemp
Kolom in het alarmlogboek:
Onvoldoende koeling van motor
Controleer de koudemiddelvulling.
Controleer of het werkingsbereik van de
unit gerespecteerd wordt.
Controleer de werking van de het koeling
magneetventiel
De motortemperatuursensor werkt
misschien niet goed.
Controleer de lezingen van de
motortemperatuursensor en controleer de
5.6.2 Communicatiefout EXV aandrijving
Dit alarm wordt gegenereerd in geval van communicatieproblemen met de EEXVx-module.
5.6.3 Storing VFD compressor
Dit alarm geeft een abnormale situatie aan waardoor de inverter tot stoppen gedwongen wordt.
5.6.4 Compressor VFD te hoge temperatuur
Dit alarm geeft aan dat de temperatuur van de omvormer de veiligheidsgrens heeft overschreden en de omvormer gestopt
moet worden om schade aan de onderdelen te voorkomen.
Multifunctionele units
EWYD 4Z
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
41/52
CxCmp1 OffVfdOverTemp
Kolom in het alarm-snapshot
CxCmp1 OffVfdOverTemp
Ohm-waarde. Een correcte meting moet bij
omgevingstemperatuur ongeveer
honderden Ohm zijn.
Controleer de elektrische aansluiting van
de sensor met de printplaat.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De status van het circuit is Uit.
Het circuit is gestopt.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
CxCmp1 CondPressSen
Kolom in het alarmlogboek:
CxCmp1 CondPressSen
Kolom in het alarm-snapshot
CxCmp1 CondPressSen
De sensor is defect.
Controleer de integriteit van de sensor.
Controleer of de sensor goed werkt
volgens de informatie over mVolt (mV)
bereik met betrekking tot de drukwaarden
in kPa.
Sensor is kortgesloten.
Controleer met een weerstandsmeter of
de sensor kortgesloten is.
De sensor is niet goed aangesloten
(geopend).
Controleer of de sensor op de
koelcircuitleiding goed geïnstalleerd is. De
omzetter moet in staat zijn om de druk te
detecteren door de naald van de klep.
Controleer of er in de elektrische
contacten van de sensor geen vocht of
water aanwezig is.
Controleer of de elektrische aansluitingen
goed vast zitten.
Controleer of de bedrading van de
sensoren correct is, ook volgens het
schakelschema.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Circuit is gestopt als de perstemperatuur
de hoge grenswaarde bereikt.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
Cx EcoEXVDrvError
Kolom in het alarmlogboek:
Cx OffEcoEXVDrvError
Kolom in het alarm-snapshot
Cx OffEcoEXVDrvError
Hardwarefout
Neem contact op met de technische dienst
om het probleem op te lossen.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
5.6.5 Storing sensor condensatiedruk
Dit alarm geeft aan dat de omvormer voor de condensatiedruk niet goed werkt.
5.6.6 Fout EXV aandrijving van voorverwarmer
Dit alarm geeft een abnormale situatie van de Voorverwarming EXV aandrijving aan.
5.6.7 EXV aandrijving van voorverwarmer niet aangesloten
Dit alarm geeft een abnormale situatie van de Voorverwarming EXV aandrijving aan.
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
42/52
EWYD 4Z
Multifunctionele units
Circuit is gestopt als de perstemperatuur
de hoge grenswaarde bereikt.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
Cx EcoEXVMotor
Kolom in het alarmlogboek:
Cx EcoEXVMotor
Kolom in het alarm-snapshot
Cx EcoEXVMotor
Ventiel is niet verbonden.
Zie het bedradingsschema en controleer of
het ventiel juist met de module is
verbonden.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De status van het circuit is Uit.
Het circuit is gestopt.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
CxCmp1 EvapPressSen
Kolom in het alarmlogboek:
CxCmp1 EvapPressSen
Kolom in het alarm-snapshot
CxCmp1 EvapPressSen
De sensor is defect.
Controleer de integriteit van de sensor.
Controleer of de sensor goed werkt
volgens de informatie over mVolt (mV)
bereik met betrekking tot de drukwaarden
in kPa.
Sensor is kortgesloten.
Controleer met een weerstandsmeter of de
sensor kortgesloten is.
De sensor is niet goed aangesloten
(geopend).
Controleer of de sensor op de
koelcircuitleiding goed geïnstalleerd is. De
omzetter moet in staat zijn om de druk te
detecteren door de naald van de klep.
Controleer of er in de elektrische contacten
van de sensor geen vocht of water
aanwezig is.
Controleer of de elektrische aansluitingen
goed vast zitten.
Controleer of de bedrading van de
sensoren correct is, ook volgens het
schakelschema.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De status van het circuit is Uit.
Circuit is onmiddellijk gestopt.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
Cx OffEXVDrvError
Kolom in het alarmlogboek:
Cx OffEXVDrvError
Kolom in het alarm-snapshot
Cx OffEXVDrvError
Hardwarefout
Neem contact op met de technische dienst
om het probleem op te lossen.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
5.6.8 Storing sensor verdampingsdruk
Dit alarm geeft aan dat de omvormer voor de verdampingsdruk niet goed werkt.
5.6.9 Fout EXV aandrijving
Dit alarm geeft een abnormale situatie van de EXV aandrijving aan.
5.6.10 EXV Motor niet aangesloten (TZ B, MP)
Dit alarm geeft een abnormale situatie van de EXV aandrijving aan.
Multifunctionele units
EWYD 4Z
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
43/52
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De status van het circuit is Uit.
Circuit is onmiddellijk gestopt.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
Cx OffEXVMotor
Kolom in het alarmlogboek:
Cx OffEXVMotor
Kolom in het alarm-snapshot
Cx OffEXVMotor
Ventiel is niet verbonden.
Zie het bedradingsschema en controleer of
het ventiel juist met de module is
verbonden.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De status van het circuit is Uit.
Het circuit is gestopt.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
Cx OffStartFailEvpPrLo
Kolom in het alarmlogboek:
Cx OffStartFailEvpPrLo
Kolom in het alarm-snapshot
Cx OffStartFailEvpPrLo
Omgevingstemperatuur is te laag of
watertemperatuur is te laag
Controleer het werkbereik voor deze unit.
Koudemiddel in circuit is te laag
Controleer de koudemiddelvulling.
Controleer op een gaslek met een sniffer.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De status van het circuit is Uit.
Het circuit is gestopt.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
CxCmp1 OffVfdOverCurr
Kolom in het alarmlogboek:
CxCmp1 OffVfdOverCurr
Kolom in het alarm-snapshot
CxCmp1 OffVfdOverCurr
De omgevingstemperatuur is te hoog.
Controleer de selectie van de unit om te
kijken of de unit bij vollast kan werken.
Controleer of alle ventilatoren goed
werken en in staat zijn om de
condensatiedruk op het juiste niveau te
houden.
Reinig de spoelen van de condensor om
een lagere condensatiedruk mogelijk te
maken.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Wanneer dit alarm optreedt kunnen de carter en de afvoerleidingen zeer heet worden. Wees in deze
situatie voorzichtig bij het aanraken van de compressor en de afvoerleidingen.
Probleem
Oorzaak
Oplossing
5.6.11 Start lage druk mislukt
Dit alarm geeft aan dat tijdens de start van de compressor de verdampings- of condensatiedruk zich onder de minimale
vaste grens bevindt.
5.6.12 Ventilator VFD te hoge stroom
Dit alarm geeft aan dat de stroom van de omvormer de veiligheidsgrens heeft overschreden en de omvormer gestopt moet
worden om schade aan de onderdelen te voorkomen.
5.6.13 Alarm hoge perstemperatuur
Dit alarm geeft aan dat de temperatuur bij de afvoer van de compressor een maximale grens overschreden heeft die
schade aan de mechanische onderdelen van de compressor zou kunnen veroorzaken.
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
44/52
EWYD 4Z
Multifunctionele units
De status van het circuit is Uit.
De compressor neemt geen belasting
meer op en ontlast ook niet, het circuit
wordt gestopt.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
CxCmp1 OffDischTmpHi
Kolom in het alarmlogboek:
CxCmp1 OffDischTmpHi
Kolom in het alarm-snapshot
CxCmp1 OffDischTmpHi
Het magneetventiel voor vloeistofinjectie
werkt niet goed.
Controleer de elektrische aansluiting
tussen de controller en het magneetventiel
van de vloeistofinjectie.
Controleer of magneetventiel juist werkt.
Controleer of de digitale uitgang juist
werkt.
De opening voor de vloeistofinjectie is
klein.
Controleer of wanneer het magneetventiel
van de vloeistofinjectie geactiveerd is de
temperatuur binnen de grenzen geregeld
kan worden.
Controleer of de vloeistofinjectieleiding niet
belemmerd wordt door de
afvoertemperatuur te observeren wanneer
de leiding geactiveerd wordt.
De afvoertemperatuursensor werkt
misschien niet goed.
Controleer of de afvoertemperatuur correct
is.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De status van het circuit is Uit.
De compressor neemt geen belasting
meer op en ontlast ook niet, het circuit
wordt gestopt.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
CxCmp1 OffMtrAmpsHi
Kolom in het alarmlogboek:
CxCmp1 OffMtrAmpsHi
Kolom in het alarm-snapshot
CxCmp1 OffMtrAmpsHi
De De omgevingstemperatuur is te hoog of
condensatiewatertemperatuur is hoger
dan ingestelde grens op unit.
Controleer de selectie van de unit om te
kijken of de unit bij vollast kan werken.
Controleer of alle ventilatoren goed
werken en in staat zijn om de
condensatiedruk op het juiste niveau te
houden.
Reinig de spoelen van de condensor om
een lagere condensatiedruk mogelijk te
maken
Controleer of condensatiepomp juist werkt
en voldoende waterstroming levert.
Reinig de waterwarmtewisselaar van de
condensor.
Er is een verkeerd model compressor
geselecteerd.
Controleer het compressormodel voor
deze unit.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De status van het circuit is Uit.
De compressor neemt geen belasting
meer op en ontlast ook niet, het circuit
wordt gestopt.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
CxCmp1 OffMotorTempHi
Kolom in het alarmlogboek:
CxCmp1 OffMotorTempHi
Kolom in het alarm-snapshot
CxCmp1 OffMotorTempHi
Onvoldoende koeling van motor.
Controleer de koudemiddelvulling.
Controleer of het werkingsbereik van de
unit gerespecteerd wordt.
De motortemperatuursensor werkt
misschien niet goed.
Controleer de lezingen van de
motortemperatuursensor en controleer de
Ohm-waarde. Een correcte meting moet
bij omgevingstemperatuur ongeveer
honderden Ohm zijn.
Controleer de elektrische aansluiting van
de sensor met de printplaat.
Reset
Opmerkingen
5.6.14 Alarm hoge motorstroom
Dit alarm geeft aan dat de door de compressor geabsorbeerde stroom een vooraf bepaalde limiet overschrijdt.
5.6.15 Alarm hoge motortemperatuur
Dit alarm geeft aan dat de motortemperatuur de maximale temperatuurlimiet voor veilige werking overschreden heeft.
Multifunctionele units
EWYD 4Z
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
45/52
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De status van het circuit is Uit.
Het circuit is gestopt.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
CxCmp1 OffOilPrDiffHi
Kolom in het alarmlogboek:
CxCmp1 OffOilPrDiffHi
Kolom in het alarm-snapshot
CxCmp1 OffOilPrDiffHi
Oliefilter is verstopt.
Vervang oliefilter.
Oliedrukomvormer leest verkeerd.
Controleer de metingen van de
oliedrukomvormer met een meter.
Condensatiedrukomvormer leest
verkeerd.
Controleer de metingen van de
condensatiedrukomvormer met een meter.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De status van het circuit is Uit.
De compressor neemt geen belasting
meer op en ontlast ook niet, het circuit
wordt gestopt.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
CxCmp1 OffCndPressHi
Kolom in het alarmlogboek:
CxCmp1 OffCndPressHi
Kolom in het alarm-snapshot
CxCmp1 OffCndPressHi
Een of meer ventilatoren van de
condensor werken niet goed.
Controleer of de veiligheidsvoorzieningen
van de ventilatoren geactiveerd zijn.
Controleer of de ventilatoren vrij kunnen
draaien.
Controleer of er geen enkele belemmering
is voor de vrije uitstoot van de geblazen
lucht.
Condensatiepomp kan verkeerd werken
Controleer of de pomp kan werken en de
nodige waterstroming levert
Vuile of gedeeltelijk geblokkeerde spoel
van de condensor.
Verwijder alle obstakels;
Reinig de spoel van de condensor met
behulp van een zachte borstel en een
blazer.
Vuile condensorwarmtewisselaar
Reinig de condensorwarmtewisselaar
De temperatuur van de toevoerlucht van
de condensor is te hoog.
De luchttemperatuur die gemeten wordt in
de inlaat van de condensor mag niet hoger
zijn dan de grens die aangegeven is in het
operationele bereik (werkbereik) van de
koelmachine.
Controleer de locatie waar de unit
geïnstalleerd is en controleer of er geen
kortsluiting is van de hete lucht die
geblazen wordt uit de ventilatoren van
deze unit, of zelfs van de ventilatoren van
de volgende koelapparaten (controleer
IOM voor een correcte installatie).
De watertoevoertemperatuur van van de
condensor is te hoog.
Controleer de werking en instellingen van
de koeltoren.
Controleer de werking en instellingen van
het driewegsventiel.
Een of meer ventilatoren van de
condensors draait/draaien in de verkeerde
richting.
Controleer of de fasesequentie (L1, L2, L3)
van de elektrische aansluiting van de
ventilatoren correct is.
Bovenmatige vulling van
koudemiddel in de unit.
Controleer de sub-koeling van de vloeistof
en de oververhitting van de aanzuiging om
rechtstreeks de correcte hoeveelheid
koelmiddel te controleren.
5.6.16 Alarm hoog oliedrukverschil
Dit alarm geeft aan dat het oliefilter verstopt is en vervangen moet worden.
5.6.17 Hogedruk-alarm
Dit alarm wordt gegenereerd wanneer de verzadigde temperatuur van de condensor stijgt boven de maximale verzadigde
temperatuur van de condensor en de regeling niet in staat is om deze toestand te compenseren. De maximale verzadigde
temperatuur van de condensor is 68,5°C maar deze kan afnemen wanneer de verzadigde temperatuur van de verdamper
negatief wordt.
In geval van watergekoelde koelmachines die op een hoge condensatiewatertemperatuur werken; als de verzadigde
condensatietemperatuur de maximale verzadigde condensatietemperatuur overschrijdt, wordt het circuit alleen
uitgeschakeld zonder enige melding op het scherm, aangezien deze toestand in dit werkingsbereik als aanvaardbaar wordt
beschouwd.
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
46/52
EWYD 4Z
Multifunctionele units
Recupereer indien nodig al het koelmiddel
om de volledige hoeveelheid te meten en
te controleren of de waarde in
overeenstemming is met het aantal kg dat
vermeld is op het label van de unit.
De condensatiedrukomvormer werkt niet
goed.
Controleer of de hogedruksensor goed
werkt.
Verkeerde configuratie unit.
Controleer of de unit voor hoge
condensatietemperatuur-applicaties
geconfigureerd is.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De status van het circuit is Uit.
De compressor neemt geen belasting
meer op en ontlast ook niet, het circuit
wordt onmiddellijk gestopt.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
CxCmp1 OffEvpPressLo
Kolom in het alarmlogboek:
CxCmp1 OffEvpPressLo
Kolom in het alarm-snapshot
CxCmp1 OffEvpPressLo
Voorbijgaande toestand zoals het
veranderen van stand van een ventilator.
Wacht totdat de toestand hersteld wordt
door de EXV-besturing
Koudemiddelvulling te laag.
Controleer met het kijkglas de
vloeistofleiding om te zien of er
verdampingsgas aanwezig is.
Meet de onderkoeling om te kijken of de
lading correct is.
Beschermingslimiet niet ingesteld in
overeenstemming met de toepassing van
de klant.
Controleer de gekozen methode voor de
verdamper en de bijbehorende
watertemperatuur om de ingestelde lage
druk te beoordelen.
Hoge verdamper methode.
Reinig de verdamper
Controleer de kwaliteit van de vloeistof die
door de warmtewisselaar stroomt.
Controleer het percentage en het type
glycol (ethyleen of propyleen)
De waterstroming in de
waterwarmtewisselaar is te laag.
Verhoog de waterstroming.
Controleer of de waterpomp van de
verdamper juist werkt naargelang de
vereiste waterstroming.
De dampdrukomvormer werkt niet goed.
Controleer of de sensor goed werkt en
kalibreer de metingen met een meter.
EEXV werkt niet correct.
De EEXV opent niet genoeg of beweegt in
de tegenovergestelde richting.
Controleer of het leegpompen kan worden
afgewerkt voor de bereikte druklimiet;
Controleer de bewegingen van het
expansieventiel.
Controleer de aansluiting op de aandrijving
van de klep op het schakelschema.
Meet de weerstand van elke wikkeling,
deze moet anders dan 0 Ohm zijn.
Watertemperatuur is laag
Verhoog de invoertemperatuur van het
water.
Controleer de veiligheidsinstellingen voor
lage druk.
Reset
Opmerkingen
Reset
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De status van het circuit is Uit.
Het circuit is gestopt.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
CxCmp1 OffPrRatioLo
Kolom in het alarmlogboek:
De compressor in niet in staat om de
minimale compressie te ontwikkelen.
Controleer de instelwaarde en de
instellingen van de ventilator, deze zouden
te laag kunnen zijn.
Controleer de door de compressor
opgenomen stroom en de afgevoerde
oververhitting. De compressor zou
beschadigd kunnen zijn.
5.6.18 Lagedruk-alarm
Dit alarm wordt gegenereerd wanneer de verdampingsdruk daalt onder de lage druk-ontlasting en de regeling niet in staat
is om deze toestand te compenseren.
5.6.19 Alarm lage drukverhouding
Dit alarm geeft aan dat de verhouding tussen de verdampings- en de condensatiedruk onder een grenswaarde ligt die
afhankelijk is van de snelheid van de compressor en een juiste smering voor de compressor garandeert.
Multifunctionele units
EWYD 4Z
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
47/52
CxCmp1 OffPrRatioLo
Kolom in het alarm-snapshot
CxCmp1 OffPrRatioLo
Controleer of de druksensoren voor
aanzuiging/afvoer goed werken.
Controleer of de interne ontlastingsklep
tijdens eerdere werking niet geopend is
(controleer de geschiedenis van de unit).
Opmerking:
Als het verschil tussen de aanzuig- en
afvoerdruk groter is dan 22bar, is de
interne ontlastingsklep geopend en moet
vervangen worden.
Inspecteer de poortrotoren/schroefrotoren
op mogelijke schade.
Controleer of de koeltoren of de
driewegsventielen juist werken en goed
ingesteld zijn.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De status van het circuit is Uit.
Het circuit is gestopt.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
Cx OffNbrRestarts
Kolom in het alarmlogboek:
Cx OffNbrRestarts
Kolom in het alarm-snapshot
Cx OffNbrRestarts
Omgevingstemperatuur is te laag
Controleer het werkbereik voor deze unit.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De status van het circuit is Uit.
De compressor neemt geen belasting
meer op en ontlast ook niet, het circuit
wordt gestopt.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
CxCmp1 OffMechPressHi
Kolom in het alarmlogboek:
CxCmp1 OffMechPressHi
Kolom in het alarm-snapshot
CxCmp1 OffMechPressHi
Een of meer ventilatoren van de
condensor werken niet goed.
Controleer of de veiligheidsvoorzieningen
van de ventilatoren geactiveerd zijn.
Controleer of de ventilatoren vrij kunnen
draaien.
Controleer of er geen enkele belemmering
is voor de vrije uitstoot van de geblazen
lucht.
Condensatiepomp kan verkeerd werken
Controleer of de pomp kan werken en de
nodige waterstroming levert
Vuile of gedeeltelijk geblokkeerde spoel
van de condensor.
Verwijder alle obstakels;
Reinig de spoel van de condensor met
behulp van een zachte borstel en een
blazer.
Vuile condensorwarmtewisselaar
Reinig de condensorwarmtewisselaar
De temperatuur van de toevoerlucht van
de condensor is te hoog.
De luchttemperatuur die gemeten wordt in
de inlaat van de condensor mag niet hoger
zijn dan de grens die aangegeven is in het
operationele bereik (werkbereik) van de
koelmachine.
Controleer de locatie waar de unit
geïnstalleerd is en controleer of er geen
kortsluiting is van de hete lucht die
geblazen wordt uit de ventilatoren van
deze unit, of zelfs van de ventilatoren van
5.6.20 Alarm max aantal keer starten
Dit alarm geeft aan voor drie opeenvolgende keren na het starten van de compressor, de verdampingsdruk zich te lang
onder de minimum grens bevindt.
5.6.21 Alarm Mechanische hogedruk
Dit alarm wordt gegenereerd wanneer de druk van de condensor boven de limiet voor mechanische hoge druk stijgt
waardoor dit apparaat de voeding naar alle hulprelais opent. Dit veroorzaakt een onmiddellijke uitschakeling van de
compressor en alle andere actuatoren in dit circuit.
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
48/52
EWYD 4Z
Multifunctionele units
de volgende koelapparaten (controleer
IOM voor een correcte installatie).
Een of meer ventilatoren van de
condensors draait/draaien in de verkeerde
richting.
Controleer of de fasesequentie (L1, L2, L3)
van de elektrische aansluiting van de
ventilatoren correct is.
De watertoevoertemperatuur van van de
condensor is te hoog.
Controleer de werking en instellingen van
de koeltoren.
Controleer de werking en instellingen van
het driewegsventiel.
De mechanische hogedrukschakelaar is
beschadigd of niet gekalibreerd.
Controleer of de hogedrukschakelaar goed
werkt.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Het resetten van dit alarm vereist een
handmatige handeling op de
hogedrukschakelaar.
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De status van het circuit is Uit.
De compressor neemt geen belasting
meer op en ontlast ook niet, het circuit
wordt gestopt.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
CxCmp1 OffMechPressLo
Kolom in het alarmlogboek:
CxCmp1 OffMechPressLo
Kolom in het alarm-snapshot
CxCmp1 OffMechPressLo
Koudemiddelvulling te laag.
Controleer met het kijkglas de
vloeistofleiding om te zien of er
verdampingsgas aanwezig is.
Meet de onderkoeling om te kijken of de
lading correct is.
Hoge verdamper methode.
Reinig de verdamper
Controleer de kwaliteit van de vloeistof die
door de warmtewisselaar stroomt.
Controleer het percentage en het type
glycol (ethyleen of propyleen)
De waterstroming in de
waterwarmtewisselaar is te laag.
Verhoog de waterstroming.
Controleer of de waterpomp van de
verdamper juist werkt naargelang de
vereiste waterstroming.
De dampdrukomvormer werkt niet goed.
Controleer of de sensor goed werkt en
kalibreer de metingen met een meter.
EEXV werkt niet correct.
De EEXV opent niet genoeg of beweegt in
de tegenovergestelde richting.
Controleer of het leegpompen kan worden
afgewerkt voor de bereikte druklimiet;
Controleer de bewegingen van het
expansieventiel.
Controleer de aansluiting op de aandrijving
van de klep op het schakelschema.
Meet de weerstand van elke wikkeling,
deze moet anders dan 0 Ohm zijn.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De status van het circuit is Uit.
De compressor start niet.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
Cx OffNoPressAtStart
Kolom in het alarmlogboek:
Cx OffNoPressAtStart
Kolom in het alarm-snapshot
Cx OffNoPressAtStart
Verdampings- of codensatiedruk is onder
35kPa
Controleer de kalibratie van de omvormers
met een gepaste meter.
Controleer de bedrading en de uitlezing
van de omvormers.
Controleer de koudemiddelvulling en stel
deze in op de juiste waarde.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
5.6.22 Alarm waterbevriezing van condensor
Dit alarm gaat af wanneer de verdampingsdruk onder de mechanische lage drukgrens valt, waardoor dit apparaat open
gaat. Dit veroorzaakt een onmiddellijke uitschakeling van de compressor om bevriezing te vermijden.
5.6.23 Alarm geen druk bij start
Dit alarm wordt gebruikt om een situatie aan te geven waarbij de druk op de verdamper of op de condensor lager dan
35kPa is, zodat het circuit mogelijk geen koudemiddel bevat.
Multifunctionele units
EWYD 4Z
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
49/52
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De status van het circuit is Uit.
Het circuit is gestopt.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
Cx OffNoPressChgStart
Kolom in het alarmlogboek:
Cx OffNoPressChgStart
Kolom in het alarm-snapshot
Cx OffNoPressChgStart
De compressor kan niet starten
Controleer of het startsignaal goed
aangesloten is op de inverter.
De compressor draait in de verkeerde
richting.
Controleer of de fasesequentie naar de
compressor (L1, L2, L3) volgens het
schakelschema uitgevoerd is.
De inverter is niet goed met de juiste
draairichting geprogrammeerd
Het koudemiddelcircuit bevat geen
koudemiddel.
Controleer de druk van het circuit en of er
koudemiddel aanwezig is.
Geen goede werking van de omvormers
voor verdampings- of condensatiedruk.
Controleer of de omvormers voor de
verdampings- of condensatiedruk goed
werken.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Voor het oplossen van deze is een directe ingreep in de stroomvoorziening van deze unit nodig.
Directe interventie in de stroomvoorziening kan elektrocutie, brandwonden of zelfs de dood tot gevolg hebben.
Deze handeling mag alleen door geschoolde personen uitgevoerd worden. Neem in geval van twijfel contact op
met uw onderhoudsbedrijf.
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De status van het circuit is Uit.
Het circuit is gestopt.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
Cx OffOverVoltage
Kolom in het alarmlogboek:
Cx OffOverVoltage
Kolom in het alarm-snapshot
Cx OffOverVoltage
De netspanning van de koelmachine heeft
een piek vertoond waardoor overspanning
ontstaan is.
Controleer of de netspanning binnen de
aanvaardbare tolerantie voor deze
koelmachine ligt.
De instelling voor netspanning op de
Microtech III is niet geschikt voor de
gebruikte stroomvoorziening.
Meet de netspanning naar de koelmachine
en selecteer de juiste waarde op de
Microtech III HMI.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Het alarm wordt automatisch gewist
wanneer de spanning wordt verlaagd tot
een aanvaardbare grens.
Voor het oplossen van deze is een directe ingreep in de stroomvoorziening van deze unit nodig.
Directe interventie in de stroomvoorziening kan elektrocutie, brandwonden of zelfs de dood tot gevolg hebben.
Deze handeling mag alleen door geschoolde personen uitgevoerd worden. Neem in geval van twijfel contact op
met uw onderhoudsbedrijf.
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De status van het circuit is Uit.
Het circuit is gestopt.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
De netspanning van de koelmachine heeft
een piek naar beneden vertoond waardoor
overspanning ontstaan is.
Controleer of de netspanning binnen de
aanvaardbare tolerantie voor deze
koelmachine ligt.
5.6.24 Alarm geen drukverandering bij de start
Dit alarm geeft aan dat de compressor niet in staat is om te starten of om te zorgen voor een bepaalde minimale variatie
van de verdampings- of condensatiedruk na het starten.
5.6.25 Alarm te hoge spanning
Dit alarm geeft aan dat de voedingsspanning van de koelmachine de maximale grenswaarde waarbij een goede werking
van de onderdelen mogelijk is overschreden heeft. Dit wordt geschat door te kijken naar de gelijkspanning op de inverter
die natuurlijk afhankelijk is van de hoofdschakelaar.
5.6.26 Alarm te lage spanning
Dit alarm geeft aan dat de voedingsspanning van de koelmachine de minimale grenswaarde waarbij een goede werking
van de onderdelen mogelijk is overschreden heeft.
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
50/52
EWYD 4Z
Multifunctionele units
Kolom in de alarmlijst:
Cx OffUnderVoltage
Kolom in het alarmlogboek:
Cx OffUnderVoltage
Kolom in het alarm-snapshot
Cx OffUnderVoltage
De instelling voor netspanning op de
Microtech III is niet geschikt voor de
gebruikte stroomvoorziening.
Meet de netspanning naar de koelmachine
en selecteer de juiste waarde op de
Microtech III HMI.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Het alarm wordt automatisch gewist
wanneer de spanning wordt verhoogd tot
een aanvaardbare grens.
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De status van het circuit is Uit.
De compressor neemt geen belasting
meer op, het circuit wordt onmiddellijk
gestopt.
Het belpictogram beweegt op het
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
CxCmp1 OffVfdCommFail
Kolom in het alarmlogboek:
CxCmp1 OffVfdCommFail
Kolom in het alarm-snapshot
CxCmp1 OffVfdCommFail
Het RS485-netwerk is niet goed bedraad.
Controleer de doorverbinding van het
RS485 netwerk met de unit uit. Er moet
een doorverbinding zijn vanaf de controller
tot de laatste inverter, zoals aangegeven in
het schakelschema.
De Modbus-communicatie werkt niet goed.
Controleer de adressen van de inverter en
de adressen van alle andere extra
instrumenten in het RS485-netwerk
(bijvoorbeeld de energiemeter). Alle
adressen moeten verschillend zijn.
De Modbus-interfacekaart kan defect zijn.
Neem contact op met de technische dienst
om deze mogelijkheid te onderzoeken en
mogelijk de printplaat te vervangen.
Reset
Opmerkingen
Lokale HMI
Netwerk
Auto
Het alarm wordt automatisch gewist
wanneer de communicatie hersteld is.
5.6.27 VFD communicatiefout
Dit alarm geeft een communicatieprobleem met de omvormer aan.
Multifunctionele units
EWYD 4Z
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
51/52
Energiemeter instellingen (Nemo D4-L of Nemo D4-Le)
Wachtwoord (indrukken + enter)
1000
Aansluiting
3-2E
driefase Aron System
Adres
020 Baud
19,2
kbps
Par
Geen
pariteitsbit
Time-out
3
sec
Wachtwoord 2
2001 CT-ratio
zie CT-label
stroomtransformator ratio (bijv. als CT 600:5 is ingesteld op 120)
VT-ratio
1
geen spanningstransformatoren (behalve bij 690V koeler)
Unitstroom
Geeft de unitstroom weer
Stroombegrenzing
Geeft de actieve stroombegrenzing weer (die verschaft kan worden door een extern signaal als de unit in netwerkmodus is)
Stroombegr IW
Stel de instelwaarde voor de stroombegrenzing in (als de unit in lokale modus is)
6 OPTIES
6.1 Energiemeter met stroombegrenzing (optioneel)
Optioneel kan een energiemeter op de unit geïnstalleerd worden. De energiemeter wordt via Modbus aangesloten op de
controller van de unit, die alle relevante technische gegevens kan weergeven, zoals:
Leiding-leidingspanning (per fase en gemiddeld)
Netstroom (per fase en gemiddeld)
Effectieve stroom
Cos Phi
Werklastenergie
Zie voor meer informatie hoofdstuk Errore. L'origine riferimento non è stata trovata.. Al deze gegevens zijn ook
oegankelijk vanuit een BMS door deze aan te sluiten op een communicatiemodule. Zie de handleiding
communicatiemodule voor gegevens over het apparaat en parameterinstellingen.
Zowel de energiemeter als de controller van de unit moeten goed ingesteld zijn. De aanwijzingen hieronder verschaffen
meer informatie over het instellen van de energiemeter. Raadpleeg de specifieke instructies van de energiemeter voor
meer informatie over de werking van het instrument.
Nadat de energiemeter geconfigureerd is, de volgende stappen in de controller van de unit uitvoeren:
Ga van hoofdmenu naar Weergave/Instellen unit Ingebruikname unit Configuratie Unit
Energiemeter instellen = Nemo D4-L of Nemo D4-Le
De energiemeter-optie omvat de stroombegrenzing-functie, waarmee de unit de capaciteit kan beperken om een vooraf
bepaalde instelwaarde voor de stroom niet te overschrijden. Deze instelwaarde kan ingesteld worden op het display van
de unit of kan gewijzigd worden van een extern 4-20A signaal.
De stroombegrenzing moet ingesteld worden volgens de volgende instructies:
Ga van hoofdmenu naar Weergave/Instellen unit Energiebesparing
In het menu zijn de volgende instellingen met betrekking tot de stroombegrenzing beschikbaar:
Multifunctionele units
D-EOMZC00204-18_01NL
Bedieningshandleiding
52/52
EWYD 4Z
Multifunctionele units
De onderhavige uitgave werd enkel ter informatie opgesteld en vormt geen offerte die bindend is voor Daikin Applied
Europe S.p.A. Daikin Applied Europe S.p.A. heeft deze handleiding zo goed mogelijk gemaakt. Er is geen uitdrukkelijke of
impliciete garantie voor de volledigheid, nauwkeurigheid, betrouwbaarheid van de inhoud. Specificaties kunnen worden
gewijzigd zonder kennisgeving vooraf. Alle bij het bestellen geleverde gegevens gelden als referentie. Daikin Applied
Europe S.p.A. wijst uitdrukkelijk elke verantwoordelijkheid af voor eventuele rechtstreekse of onrechtstreekse schade, in
de breedste zin van het woord, die veroorzaakt wordt door of verband houdt met het gebruik van en/of de interpretatie van
deze handleiding. Alle inhoud is auteursrechtelijk beschermd door Daikin Applied Europe S.p.A..
DAIKIN APPLIED EUROPE S.p.A.
Via Piani di Santa Maria, 72 - 00040 Ariccia (Roma) - Italië
Tel: (+39) 06 93 73 11 - Fax: (+39) 06 93 74 014
http://www.daikinapplied.eu
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.