Daikin EWAD 650-C18BJYNN, EWAD 550-C12BJYNN/Q, EWAD 650-C21BJYNN/A, EWAD 600-C10BJYNN/Z Operation manuals [nl]

Page 1
Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud
D – KIMAC00411-09NL
Luchtgekoelde schroefkoelers
EWAD 650-C18BJYNN EWAD 550-C12BJYNN/Q EWAD 650-C21BJYNN/A EWAD 600-C10BJYNN/Z
50Hz – Koelmiddel: R-134a
Vertaling van de originele instructies
Page 2
1
6
2
7
3
8
4
9
5
BELANGRIJK
Deze handleiding is een technisch hulpmiddel en vertegenwoordigt geen bindend aanbod voor Daikin. Daikin heeft deze handleiding naar zijn beste weten opgesteld. De inhoud mag niet beschouwd worden als een expliciete of impliciete garantie van volledigheid, nauwkeurigheid of betrouwbaarheid. Alle gegevens en specificaties in deze handleiding kunnen zonder kennisgeving gewijzigd worden. De gegevens die meegedeeld zijn op het moment van de bestelling zijn van kracht. Daikin is niet verantwoordelijk voor om het even welke rechtstreekse of onrechtstreekse schade, in de breedste zin van het woord, die voortvloeit uit of verbonden is aan het gebruik en/of de interpretatie van deze handleiding. De volledige inhoud is beschermd door Daikin copyright.
WAARSCHUWING
Lees deze handleiding grondig alvorens u begint met de installatie van de unit. Het is ten strengste verboden de unit op te starten indien alle instructies in deze handleiding niet duidelijk zijn.
Beschrijving van de labels op het elektrisch paneel
Labelidentificatie
– Gegevens naamplaatje unit – Hijsinstructies – Symbool onbrandbaar gas – Logo van de fabrikant – Gastype
unit met 2 en 3 compressoren
– Waarschuwing vullen watercircuit – Symbool elektrisch gevaar – Waarschuwing gevaarlijke spanning – Waarschuwing vastdraaien kabelaansluitingen
D - KIMAC00411-09NL - 2/56
Page 3
1
6
2
7
3
8
4
9
5
Labelidentificatie
– Gegevens naamplaatje unit – Hijsinstructies – Symbool onbrandbaar gas – Logo van de fabrikant – Gastype
unit met 4 compressoren
– Waarschuwing vullen watercircuit – Symbool elektrisch gevaar – Waarschuwing gevaarlijke spanning – Waarschuwing vastdraaien kabelaansluitingen
D - KIMAC00411-09NL - 3/56
Page 4
Inleiding
Algemene beschrijving
Elke unit is volledig geassembleerd, bedraad, gevacumeerd, gevuld met koelmiddel en getest, en is klaar voor installatie. De hoofdcomponenten zijn luchtgekoelde condensors met geïntegreerde onderkoelerdelen, toegankelijke semi-hermetische compressoren met enkele schroef, verdampers met pijpenbundel, watergekoelde warmteterugwinningscondensors met pijpenbundel (optie), olieafscheiders, complete koelmiddelleidingen en elektrisch paneel (inclusief besturings- en voedingsdelen). De componenten van de vloeistofleiding zijn afsluiters, vulkleppen, drogingsfilters, kijkglas/vochtigheidsindicatoren, elektronische expansiekleppen, vloeistofreservoirs (alleen met optie voor totale warmteterugwinning). Andere kenmerken zijn compressorverwarming, verdamperverwarming voor vorstbeveiliging van het water bij lage omgevingstemperatuur, automatisch afpompen bij uitschakelen van het circuit en volledig geïntegreerd besturingssysteem met microprocessor. De koeler werkt met R134a-koelmiddel en met positieve drukwaarden.
Bedoeling van de handleiding
De handleiding helpt de installateur en de operator om alle vereiste handelingen voor een correcte installatie en onderhoud uit te voeren en voorkomt schade aan de koeler of verwondingen van bevoegd personeel.
De installatie en het onderhoud dient uitsluitend uitgevoerd te worden door gekwalificeerd en specifiek getraind personeel.
Correct onderhoud van de unit is onontbeerlijk voor de veiligheid en de betrouwbaarheid. Alleen de servicecentra van de fabrikant beschikken over de gepaste technische bekwaamheden om onderhoudswerken te verrichten.
Benaming
Machinetype
ERA: Luchtgekoelde condensorunit EWW: Watergekoelde bedrijfsklare waterkoeler EWL: Condensor-waterkoeler op afstand EWA: Luchtgekoelde koeler, alleen koelen EWY: Luchtgekoelde koeler, warmtepomp EWC: Luchtgekoelde koeler, alleen koelen met centrifugaalventilator EWT: Luchtgekoelde koeler, alleen koelen met warmteterugwinning
Koelmiddel
D: R-134a P: R-407C Q: R-410A
Capaciteitsklasse in kW (koelen) Altijd een code met 3 cijfers
Cap < 50 kW: niet afgerond: voorbeeld: 37 kW => 037 50 < Cap < 999 kW: afgerond 0/5: 536 kW => 535 Cap > 999 kW gebruik C-symbool (C=100): voorbeeld: 2578 kW => C26
Modelreeks
eerste karakter : letter A, B,…: belangrijke wijziging tweede karakter : letter A,B,... : kleine wijziging DENV letter J-W… : kleine wijziging Nieuwe Reeks
Spanning
V1: ~ / 220 - 240 V / 50 Hz V3: 1~ / 230 V / 50 Hz T1: 3~ / 230 V / 50 Hz W1: 3N~ / 400 V / 50 Hz Y1: 3~ / 380-415 V / 50 Hz YN: 3~ / 400 V / 50 Hz
Hydraulische module/Versie met warmteterugwinning/Pomp & elektrische opties (Raadpleeg Selectie-software)
N: Geen hydraulische componenten M: Modulair A-V: Combinatie van specifieke opties
Optiecode (Raadpleeg Selectie-software)
****: 4 cijfers
Optie versie met betrekking tot rendement en geluid
/H: Versie voor hoge omgevingstemperatuur /A: Versie met hoog rendement /Q: Extra geluidsarme versie /Z: Extra geluidsarme versie met hoog rendement
EWA D 600 BJ YN N **** /Z
D - KIMAC00411-09NL - 4/56
Page 5
BELANGRIJK
Deze handleiding biedt informatie over de kenmerken en standaardprocedure voor de volledige reeks. Alle units worden geleverd uit de fabriek compleet met bedradingsschema’s en maattekeningen met voor elk model de
afmetingen en het gewicht.
BEDRADINGSSCHEMA’S EN MAATTEKENINGEN MOETEN WORDEN BESCHOUWD
ALS ESSENTIËLE DOCUMENTEN VAN DEZE HANDLEIDING
In geval van verschillen tussen deze handleiding en het document van de apparatuur, verwijzen wij u naar het bedradingsschema en de maattekeningen.
Installatie
Ontvangst en behandeling
Controleer de unit onmiddellijk na ontvangst op eventuele schade. Controleer alle items op de vrachtbrief zorgvuldig om te zien of de levering compleet is. Controleer de unit zorgvuldig en rapporteer transportschade aan de transportfirma. Controleer op het serieplaatje van de unit of de voeding de juiste is alvorens de unit uit te laden. DAIKIN is niet aansprakeljik voor fysieke schade aan de unit na aanvaarding.
Verantwoordelijkheid
DAIKIN kan nu noch in de toekomst aansprakelijk worden gesteld voor letsels aan personen en schade aan voorwerpen en de unit die zijn veroorzaakt door onachtzaamheid van de operator of het niet-naleven van de installatie-/onderhoudsgegevens in deze handleiding, het niet-naleven van de actuele voorschriften met betrekking tot de veiligheid van zowel de apparatuur als het bevoegd personeel dat verantwoordelijk is voor de installatie en het onderhoud.
Service- en onderhoudspersoneel
De service- en onderhoudswerkzaamheden van de unit moeten worden uitgevoerd door ervaren personeel met een specifieke opleiding op het vlak van koeling. De veiligheidsvoorzieningen moeten regelmatig worden gecontroleerd, en routine-onderhoud moet worden uitgevoerd volgens de lijst met aanbevelingen in het hoofddeel. Het eenvoudige ontwerp van het koelcircuit beperkt potentiële problemen tot een minimum bij normaal gebruik van de unit.
Veiligheid
De unit moet op de juiste manier op de grond worden bevestigd. Volg deze punten en waarschuwingen altijd op.
- Hijs de unit alleen op met het gepaste gereedschap dat het gewicht van de unit kan dragen, en dit alleen via de gele openingen in het basisframe.
- Geen toegang voor niet-bevoegd personeel.
- Schakel de voeding uit alvorens werken uit te voeren aan de elektrische componenten.
- Gebruik altijd een geïsoleerd platform bij het uitvoeren van werken aan de elektrische componenten; er mag geen water of vocht aanwezig zijn.
- Werkzaamheden aan het koelmiddelcircuit en componenten onder druk mogen alleen door bevoegd personeel worden uitgevoerd.
- Alleen bevoegd personeel mag de compressor vervangen of olie bijvullen.
- Scherpe randen en het oppervlak van de pijpenbundel kunnen letsels veroorzaken. Voorkom ze aan te raken.
- Schakel alle elektrische stroom naar de unit uit bij service aan de ventilatormotoren van de condensor. Anders bestaat het risico op letsels.
- Voorkom dat vreemde voorwerpen in de waterleiding terechtkomen bij het aansluiten van de unit op het watersysteem.
- Plaats een mechanisch filter op de leiding die is aangesloten op de verdamperinlaat.
- De unit is uitgerust met veiligheidskleppen op de zowel de hoge- als de lagedrukzijde van het koelmiddelcircuit.
D - KIMAC00411-09NL - 5/56
Page 6
Indien de unit plots stopt, volg de instructies op de Handleiding bedieningspaneel die deel uitmaakt van de boorddocumentatie die samen met deze handleiding afgeleverd wordt aan de gebruiker.
Het is raadzaam de installatie en het onderhoud met andere mensen uit te voeren. In geval van toevallig letsel of ongemak is het noodzakelijk:
- kalm te blijven
- op de alarmknop te drukken indien die aanwezig is
- de gewonde persoon naar een warme plaats verplaatsen, ver van de unit en in rustpositie
- onmiddellijk contact op de nemen met het reddingspersoneel van het gebouw of de hulpdiensten
- te wachten totdat de hulpdiensten aankomen zonder de gewonde persoon alleen achter te laten
- alle mogelijke nuttige informatie te geven aan de hulpdiensten
Waarschuwing
Controleer de instructies voor gebruik alvorens u de unit in gebruik neemt. De installatie en het onderhoud mogen alleen worden uitgevoerd door bevoegd personeel met de vereiste kennis over koelers, de lokale reglementering en voorschriften. De unit mag niet worden geïnstalleerd op plaatsen die gevaarlijk kunnen zijn voor het onderhoud.
Transport
Voor transport in containers bestaat er een containerkit in optie op aanvraag. Deze kit helpt te voorkomen dat het toestel wordt beschadigd en maakt het gemakkelijker om de koeler in de container te schuiven bij het naar binnen duwen en naar buiten trekken. De kit omvat:
- beugels voor het basisframe plus twee hijsringen die erop bevestigd zijn;
- houten planken bevestigd onder het basisframe van de unit.
De bijkomende hijsringen zitten aan dezelfde kant van het bedieningspaneel. Dit betekent dat de koeler met het bedieningspaneel aan de kant van de containerdeuren in de container moet worden geladen.
Behandeling en ophijsen
Ga voorzichtig om met de unit en voorkom schokken, zodat ze niet valt. Wanneer u trekt of duwt aan de unit, mag dit alleen aan de basis. Blokkeer het voertuig om schade aan de metalen behuizing en het frame van de unit te voorkomen. Laat nooit delen van de unit vallen bij het uitladen of verplaatsen; anders kan dit schade veroorzaken. In de basis van de unit zijn openingen voorzien voor het ophijsen van de unit. Gebruik spreiders en kabels om te voorkomen dat de pijpenbundels van de condensor of de behuizing schade oplopen.
Suggestie voor hijsopstelling voor units met 2 compressoren
D - KIMAC00411-09NL - 6/56
Page 7
schade aan de unit te
Gebruik spreiders om
Suggestie voor hijsopstelling voor units met 3 & 4 compressoren
Plaats
Deze units zijn voorzien voor installatie buiten op het dak of onder de begane grond op voorwaarde dat de luchtstroom van de condensor niet geblokkeerd wordt. De unit moet worden geplaatst op een stevige fundering die perfect waterpas is; in het geval van installatie op een dak of een vloer, kan het aangewezen zijn om balken voor een gepaste gewichtsverdeling te voorzien. Wanneer de unit op de grond wordt geïnstalleerd, moet een betonnen basis worden gegoten die minstens 250 mm breder en langer is dan de basis van de unit. Bovendien moet deze basis het gewicht van de unit zoals vermeld in de tabel met technische gegevens kunnen dragen. Wanneer de unit op een plaats staat die gemakkelijk toegankelijk is voor personen of dieren, is het raadzaam om de pijpenbundel van de condensor af te schermen, en, indien nodig, hetzelfde te doen voor het verdamperdeel. Voor optimale prestaties op de installatieplaats, zorg ervoor dat aan de volgende punten is voldaan:
Voorkom dat de lucht terugstroomt binnen een beperkte ruimte.
Zorg ervoor dat de luchtstroom niet wordt gehinderd door voorwerpen.
Een harde vloer zorgt voor minder lawaai en trillingen.
Voorkom stoffige omgevingen om de condensor schoon te houden.
Het koelerwater moet zuiver zijn; er mogen geen sporen van olie of roestdeeltjes in voorkomen. Monteer een
waterfilter op de waterinlaatleidingen.
Ruimtelijke vereisten
Aangezien deze units luchtgekoeld zijn, is het belangrijk dat er voldoende lucht over de pijpenbundels van de condensor stroomt. Voor optimale prestaties moeten twee omstandigheden zeker worden voorkomen: recirculatie van warme lucht en luchtgebrek in de pijpenbundel. Deze twee omstandigheden leiden tot een hogere condensatiedruk, waardoor rendement en capaciteit afnemen. Na de installatie moet de unit aan alle kanten toegankelijk zijn voor periodieke service. Op afbeelding 3 ziet u de minimale afstandsvereisten. De lucht moet onbelemmerd verticaal uit de condensor moeten kunnen worden geblazen. Anders dalen rendement en capaciteit van de unit drastisch. Als de unit omgeven is door muren of hindernissen die even hoog zijn als de unit, moet de unit zich op minstens 2500 mm van de muur of het voorwerp bevinden (afbeelding 4). Als de hindernissen hoger zijn dan de unit, moet de unit er zich op minstens 3000 mm van bevinden (afbeelding 5). Units die dichter bij een muur of andere verticale hindernissen staan, kunnen lijden onder een combinatie van luchtgebrek over de pijpenbundel en recirculatie van warme lucht, waardoor hun capaciteit en rendement afneemt. Wanneer twee of meer units naast elkaar staan, moet er minstens 3600 mm ruimte zijn tussen de pijpenbundels van de condensor van elke unit (afbeelding 6). Vraag technici van DAIKIN om raad voor andere installatie-oplossingen.
D - KIMAC00411-09NL - 7/56
Page 8
Afbeelding 5
Afbeelding 6
Afbeelding 4
Afbeelding 3
Akoestische bescherming
Wanneer het geluidsniveau aan speciale vereisten moet voldoen, moet extra aandacht worden geschonken aan een perfecte isolatie van de unit op de installatiebasis. Dit kan door de gepaste trillingsdempende voorzieningen aan te brengen en trillingsdempende bevestigingen te voorzien op de waterleidingen en de elektrische aansluitingen.
Waterleiding
Door de grote verscheidenheid aan methodes is het raadzaam om de aanbevelingen van de plaatselijke overheid op te volgen. Zij kunnen de installateur informatie verschaffen over de juiste bouw- en veiligheidsvoorschriften voor een veilige en correcte installatie. Het komt er op neer dat de leidingen zo weinig mogelijk bochten en hoogteverschillen mogen bevatten om de kosten voor het systeem te beperken en optimale prestaties te bereiken. De volgende elementen moeten worden voorzien:
1. Trillingsdempers om de overdracht van trillingen en geluid op het gebouw te beperken.
2. Afsluiters om de unit bij servicewerkzaamheden af te sluiten van het leidingsysteem.
3. Handbediende of automatische ontluchtingskleppen op de hoogste punten van het systeem. Aftapkranen op
de laagste punten van het systeem. De verdamper en warmteterugwinningscondensors mogen niet op het hoogste punt van het leidingsysteem staan.
4. Voorzieningen die de waterdruk in het system op peil houden (bijv. expansietank of regelkep).
5. Indicatoren van de watertemperatuur en waterdruk bij de unit voor hulp bij service.
6. Een filter of voorzieningen om vreemde materialen te verwijderen uit het water voordat het in de pomp
stroomt. Het filter moet ver genoeg vóór de pomp staan om cavitatie aan de pompinlaat te voorkomen (vraag de fabrikant van de pomp om aanbevelingen). Een filter zal de levensduur van de pomp verlengen en helpt de prestaties van het systeem hoog te houden.
7. Een filter moet in de toevoerwaterlijn worden geplaatst net vóór de inlaat van de verdamper en de
warmteterugwinningscondensors. Dit helpt te voorkomen dat vreemde materialen in het systeem terechtkomen en de prestaties van de warmtewisselaars negatief beïnvloeden.
D - KIMAC00411-09NL - 8/56
Page 9
8. De verdamper met pijpenbundel is uitgerust met een thermostaat en een elektrische verwarming om
Schroefverbinding stromingsschakelaar
T-stuk
bevriezing tot -28°C te voorkomen. Waterleidingen di e worden aangesloten op de unit moeten worden beschermd tegen bevriezing.
9. Het water in de warmteterugwinningscondensors met pijpenbundel moet worden verwijderd vóór de winter. U
kunt als alternatief eventueel het watercircuit vullen met ethyleenglycol.
10. Als de unit een andere koeler vervangt in een reeds bestaand leidingsysteem, moet het systeem vóór de
installatie van de unit grondig worden doorgespoeld. Analyseer het gekoeld water regelmatig en behandel het met chemische producten onmiddellijk na het opstarten van de apparatuur.
11. Ingeval glycol is toegevoegd aan het watersysteem om het systeem te beschermen tegen de vorst, mag u niet
vergeten dat dit de aanzuigdruk van het koelmiddel doet dalen, de koelprestaties doet afnemen en de waterzijdige drukval doet toenemen. Reset de veiligheidsvoorzieningen van het systeem, zoals vorstbeveiliging en lagedrukbeveiliging.
Controleer het system op lekken voordat de leidingen worden geïsoleerd en het systeem wordt gevuld.
Vorstbescherming van de verdamper/warmteterugwinningscondensor
Alle verdampers zijn voorzien van een elektrische verwarming met thermostaatregeling die beschermen tegen vorst tot een temperatuur van -28°C. Dit mag echter n iet de enige vorstbescherming zijn. Tenzij de verdamper en warmteterugwinningscondensors worden doorgespoeld en afgetapt zoals beschreven in punt 4, moet u twee of meer van de overige drie aanbevelingen opvolgen als onderdeel van het systeemontwerp:
1. Het water moet continu circuleren in de leidingen en de warmtewisselaar.
2. Giet een oplossing met glycol in het circuit met gekoeld water.
3. Voorzie bijkomende isolatie en verwarming van de blootliggende leidingen.
4. Tap het koelervat af en spoel het door met lucht in de winter.
De installateur en/of het on-site onderhoudspersoneel zijn verantwoordelijk voor deze bijkomende bescherming. Controleer regelmatig of de vorstbescherming nog volstaat. Anders kunnen de componenten van de unit schade oplopen. De waarborg dekt geen vorstschade.
Stromingsschakelaar
Een waterstromingsschakelaar moet worden geïnstalleerd op de inlaat- of uitlaatwaterlijn om voor een juiste waterstroom door de verdamper te zorgen voordat de unit wordt opgestart. Dit voorkomt propstroming in de compressoren bij het opstarten. De stromingsschakelaar schakelt de unit uit wanneer de waterstroom wordt onderbroken en beschermt zo de verdamper tegen de vorst. Units met warmteterugwinningscondensors moeten worden uitgerust met een waterstromingsschakelaar op de inlaat- of uitlaatwaterlijn om voor voldoende waterstroom te zorgen voordat de unit in de “Warmteterugwinningsstand” wordt ingeschakeld. Dit voorkomt dat de unit wordt uitgeschakeld wegens hoge condensatiedruk. Een stromingsschakelaar is verkrijgbaar bij DAIKIN; deze schoepenschakelaar kan worden aangepast aan alle leidingen met een nominale diameter van 5" (127 mm) tot 8" (203 mm). De schakelaar wordt gesloten bij bepaalde minimum debietwaarden (Tabel 1).
Tabel 1
Stroomrichting aangegeven op de schakelaar
NOMINALE LEIDINGMAAT IN INCH (MM) MINIMUM VEREIST DEBIET VOOR ACTIVERING
VAN DE SCHAKELAAR - LITER PER SECONDE
5 (127) 3.7 6 (152) 5.0 8 (203) 8.8
D - KIMAC00411-09NL - 9/56
Page 10
Tabel 2 – Bedrijfsbeperkingen – EWAD-BJYNN - EWAD-BJYNN/Q
°C
Min. watertemperatuur verdamperuitlaat (zonder
Min. watertemperatuur
verdamperuitlaat (met
∆∆∆∆
∆∆∆∆
°C
Min. watertemperatuur
verdamperuitlaat (zonder
Min. watertemperatuur verdamperuitlaat (met
∆∆∆∆
∆∆∆∆
Versie van de unit BJYNN Max. omgevingstemperatuur
Min. omgevingstemperatuur °C Max. watertemperatuur verdamperuitlaat °C
glycol)
glycol) Max.
Tverdamper
Min.
Tverdamper
Opmerkingen:
(1)
Wanneer de luchttemperatuur hoger is dan +32°C stel t de besturing van de ventilatorsnelheid (OPFS) (standaard op BJYNN/Q-units) een hoge draaisnelheid in, met een grotere koelcapaciteit en een hoger geluidsdrukniveau tot gevolg.
(2)
Bij een luchttemperatuur van minder dan +10°C is de besturing van de ventilatorsnelheid (OPFS) vereist. Hiermee kan de unit werken bij een luchttemperatuur tot –10°C. Werking bij lage omgevingstemperatuur (OPLA) kan tot bij – 18°C.
(3)
De besturing van de ventilatorsnelheid (OPFS) is standaard voorzien bij de BJYNN/Q-units.
°C
°C °C
°C
+44 +40 +40 +40 (1)
+10 (2) +10 (2) +10 (2) -10 (3)
+9 +9 +9 +9 +4 +4
-8 -8 -8 -8 8 8 8 8
4 4 4 4
EWAD-BJYNN
met optie
OPRN
EWAD-BJYNN
met optie
OPLN
Tabel 3 – Bedrijfsbeperkingen – EWAD-BJYNN/A - EWAD-BJYNN/Z
EWAD-
Versie van de unit BJYNN/A
Max. omgevingstemperatuur Min. omgevingstemperatuur °C Max. watertemperatuur verdamperuitlaat °C
glycol) glycol)
Max.
T-verdamper
Min.
T-verdamper
Opmerkingen:
(2)
Bij een luchttemperatuur van minder dan +10°C is de besturing van de ventilatorsnelheid (OPFS) vereist. Hiermee kan de unit werken bij een luchttemperatuur tot –10°C. Werking bij lage omgevingstemperatuur (OPLA) kan tot bij – 18°C.
(3)
De besturing van de ventilatorsnelheid (OPFS) is standaard voorzien bij de BJYNN/Z-units.
°C
°C °C
°C
+48 +44 +44 +40
+10 (2) +10 (2) +10 (2) -10 (3)
+9 +9 +9 +9 +4 +4 +4
-8 -8 -8 -8 8 8 8 8
4 4 4 4
BJYNN/A
met optie
OPLN
BJYNN/A
met optie
OPRN
BJYNN/Q
+4 +4
EWAD-
BJYNN/Z
+4
D - KIMAC00411-09NL - 10/56
Page 11
Fysieke gegevens EWAD-BJYNN R-134a
Grootte unit
650 700 750 850 900
Koelcapaciteit (1)
kW
Opgenomen vermogen (1)
kW
217 233 253 270 282
Koelrendement (COP)
Aantal ventilatoren / nominaal
kW
9/1,7
10/1,7
11/1,7
12/1,7
12/1,7
Ventilatorsnelheid
rpm
Diameter
mm
800 800 800 800 800
Totale luchtstroom
m3/s
Verdampers / watervolume
N°/l
1/254
1/254
1/246
1/246
1/246
Max. bedrijfsdruk
bar
10,5 10,5 10,5 10,5 10,5
Diameter wateraansluiting
mm
Type pijpenbundel
Lamellen met gleuven
- intern spiraalgewonden buizen
Aantal ventilatoren / nominaal
Opmerkingen:
640 700 761 817 886
2,94 3,01 3,01 3,03 3,15
Schroefcompressoren Koelmiddelcircuits Hoeveelheid koelmiddel R-134a Hoeveelheid olie
N° kg kg
Min. % capaciteitsvermindering % Condensorventilatoren
Verdamper
2 2 2 2 2
2 2 2 2 2 97 104 114 124 124 40 40 40 40 40
12,5 12,5 12,5 12,5 12,5
860 860 860 860 860
47,5 52,8 58,1 63,3 64,5
Pijpenbundel condensator
Gewicht en afmetingen Verzendingsgewicht standaard unit kg Bedrijfsgewicht standaard unit kg Lengte unit mm Breedte unit mm Hoogte unit mm
168,3
4910 4990 5256 5480 5580 5130 5200 5520 5734 5834 5310 5310 6210 6210 6210 2230 2230 2230 2230 2230 2520 2520 2520 2520 2520
168,3
168,3
168,3
168,3
Grootte unit Opmerking (2) 950 C10 C11 C12 C13 Koelcapaciteit (1) kW Opgenomen vermogen (1) kW Koelrendement (COP) Schroefcompressoren N° Koelmiddelcircuits N° Hoeveelheid koelmiddel R-134a kg Hoeveelheid olie kg Min. % capaciteitsvermindering % Condensorventilatoren
kW Ventilatorsnelheid rpm Diameter mm Totale luchtstroom m3/s Verdamper Verdampers / watervolume N°/l Max. bedrijfsdruk bar Diameter wateraansluiting mm Pijpenbundel condensator Type pijpenbundel Gewicht en afmetingen Verzendingsgewicht standaard unit kg Bedrijfsgewicht standaard unit kg Lengte unit mm Breedte unit mm Hoogte unit mm
(1)
De koelcapaciteit en opgenomen vermogen zijn gebaseerd op watertemperatuur van 12/7°C aan inlaat/uitlaat en omgevingstemperatuur van 35°C. Het opgenomen vermogen is alleen dat van de compressor.
(2) Voor koelen tussen 886 kW en 988 kW, neem de EWAD-BJYNN/A-unit.
988 1057 1109 1166 1226 334 345 369 386 404
2,9
3,06 3,01 3,02 3,04 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 144 160 164 180 186 60 60 60 60 60
8,3 8,3 8,3 8,3 8,3
14/
16/1,7 16/1,7 18/1,7 18/1,7 860 860 860 860 860 800 800 800 800 800
73,
1/4 10,
219
86,0 84,5 89,7 95,0
1/415 1/402 1/402 1/402
10,5 10,5 10,5 10,5
219,1
219,1
219,1
219,1
Lamellen met gleuven - intern spiraalgewonden buizen
755 797 740 223 252
7830 7830 8420 8420 8250 8250 8830 8830 8270 8270 9200 9200 2230 2230 2230 2230 2520 2520 2520 2520
D - KIMAC00411-09NL - 11/56
Page 12
Fysieke gegevens EWAD-BJYNN R-134a
Grootte unit
C14 Opmerking (2)
C15 C16 C18
Koelcapaciteit (1)
kW
Opgenomen vermogen (1)
kW
421
503 539 564
Koelrendement (COP)
Schroefcompressoren
3 4 4 4
Koelmiddelcircuits
Hoeveelheid koelmiddel R
-
134a
kg
186
236 256 256
Hoeveelheid olie
kg
60 80 80 80
Min. % capaciteitsvermindering
%
Condensorventilatoren
Aantal ventilatoren / nominaal
kW
Ventilatorsnelheid
rpm
860
860 860 860
Diameter
mm
800
800 800 800
Totale luchtstroom
m3/s
Verdamper
Verdampers / watervolume
N°/l
Max. bedrijfsdruk
bar
10,5
10,5 10,5 10,5
Diameter wateraansluiting
mm
Pijpenbundel condensator
Type pijpenbundel
Lamellen met gleuven
- intern spiraalgewonden buizen
Gewicht en afmetingen
Verzendingsgewicht standaard unit
kg
8570
9552
10632
10832
Bedrijfsgewicht standaard unit
kg
Lengte unit
mm
9200
11000
11900
11900
Breedte unit
mm
2230
2230
2230
2230
Hoogte unit
mm
Opmerkingen:
650 700 750 850
A
A
A
A
A
1322 1520 1641 1772
3,14 3,02 3,05 3,15
8,3 6,25 6,25 6,25
18/1,7 22/1,7 24/1,7 24/1,7
96,7 116,1 126,7 129
1/402 2/254+2 2/246+246 2/246+246
3 4 4 4
219,1
168,3
168,3
168,3
8980 10024 11140 11340
(1)
De koelcapaciteit en opgenomen vermogen zijn gebaseerd op watertemperatuur van 12/7°C aan inlaat/uitlaat en omgevingstemperatuur van 35°C. Het opgenomen vermogen is alleen dat van de compressor.
(2) Voor koelen tussen 1322 kW en 1520 kW, neem de EWAD-BJYNN/A-unit.
2520 2520 2520 2520
Elektrische gegevens EWAD-BJYNN R-134a
Grootte unit Standaardspanning (1) Nominale stroom unit (2) Max. stroom compressor (3) Stroom ventilatoren Max. stroom unit (3) Max. inschakelstroom unit (4) Max. stroom voor draaddiameter unit (5)
A A
A A
414 436 471 502 435 460 501 542
36 40 44 48 471 500 545 590 814 834 838 867 530 582 625 668
Grootte unit 900 950 C10 C11 C12 Standaardspanning (1) Nominale stroom unit (2) Max. stroom compressor (3) Stroom ventilatoren Max. stroom unit (3) Max. inschakelstroom unit (4) Max. stroom voor draaddiameter unit (5)
A A
A A A
497 632 658 688 726 548 664 687 730 773
48 56 64 64 72 596 720 751 794 845 867 998 1022 1022 1055 668 821 877 916 963
Grootte unit C13 C14 C15 C16 C18 Standaardspanning (1) Nominale stroom unit (2) Max. stroom compressor (3) Stroom ventilatoren Max. stroom unit (3) Max. inschakelstroom unit (4) Max. stroom voor draaddiameter unit (5)
Opmer kingen:
(1) Toegestane spanningsafwijking ± 10%. De spanningsonbalans tussen fasen mag niet meer dan ± 3% bedragen. (2) De nominale stroom is gebaseerd op: watertemperatuur van 12/7°C aan verdamperinlaat/-uitlaat en
omgevingstemperatuur van 35°C.
(3) De maximale stroom is gebaseerd op: watertemperatuur van 14/9°C aan verdamperinlaat/-uitlaat en
omgevingstemperatuur van 44°C.
(4) De inschakelstroom van de grootste compressor + 75% van de nominaal opgenomen stroom van de andere
compressor + stroom van de ventilatoren..
(5) Amperage bij vollast (FLA) compressor + stroom ventilatoren.
A
A A A
756 744 938 1004 994 816 820 1002 1084 1096
72 72 88 96 96 888 892 1090 1180 1192
1079 1079 1284 1292 1292 1002 1002 1250 1336 1336
400 V – 3f – 50 Hz
400 V – 3f – 50 Hz
400 V – 3ph – 50 Hz
D - KIMAC00411-09NL - 12/56
Page 13
Fysieke gegevens EWAD-BJYNN met optie OPRN R-134a
Grootte unit
650 700 750 850 900
Koelcapaciteit (1)
kW
Opgenomen vermogen (1)
kW
235 250 269 289 305
Koelrendement (COP)
Schroefcompressoren
2 2 2 2 2
Koelmiddelcircuits
Hoeveelheid koelmiddel R
-
134a
kg
97 104 114 124 128
Hoeveelheid olie
kg
40 40 40 40 40
Min. % capaciteitsvermindering
%
Condensorventilatoren
Aantal ventilatoren / nominaal
kW
Ventilatorsnelheid
rpm
680 680 680 680 680
Diameter
mm
800 800 800 800 800
Totale luchtstroom
m3/s
Verdamper
Verdampers / watervolume
N°/l
Max. bedrijfsdruk
bar
10,5 10,5 10,5 10,5 10,5
Diameter wateraansluiting
mm
Pijpenbundel condensator
Type pijpenbundel
Lamellen met gleuven
- intern spiraalgewonden buizen
Gewicht en afmetingen
Verzendingsgewicht standaard unit
kg
4910
4990
5256
5480
5580
Bedrijfsgewicht standaard unit
kg
Lengte unit
mm
5310
5310
6210
6210
6210
Breedte unit
mm
2230
2230
2230
2230
2230
Hoogte unit
mm
Grootte unit
Opmerking (2)
950 C10 C11 C12 C13
Koelcapaciteit (1)
kW
945 1016
1062
1116
1175
Opgenomen vermogen
(1) kW
Koelrendement (COP)
2,6
2,74 2,69 2,70 2,72
Schroefcompressoren
Koelmiddelcircuits
3 3 3 3 3
Hoeveelheid koelmiddel R
-
134a
kg
149 160 160 180 186
Hoeveelheid olie
kg
Min. %
capaciteitsvermindering
%
8,3
8,3%
8,3%
8,3%
8,3
Condensorventilatoren
Aantal ventilatoren / nominaal
kW
14/
16/1 16/1 18/1 18/1
Ventilatorsnelheid
rpm
680 680 680 680 680
Diameter
mm
Totale
luchtstroom
m3/s
56,
66,0 64,8 68,8 72,9
Verdamper
Verdampers / watervolume
N°/l
1/4
1/415
1/402
1/402
1/402
Max. bedrijfsdruk
bar
Diameter wateraansluiting
mm
219
219,1
219,1
219,1
219,1
Pijpenbundel
condensator
Type pijpenbundel
Gewicht en afmetingen
Verzendingsgewicht standaard unit
kg
Bedrijfsgewicht standaard unit
kg
797
8250
8250
8830
8830
Lengte
unit mm
740
8270
8270
9200
9200
Breedte unit
mm
Hoogte unit
mm
252
2520
2520
2520
2520
Opmerkingen:
606 670 730 784 868
2,58 2,68 2,71 2,71 2,84
2 2 2 2 2
12,5
12,5
12,5
12,5
12,5
9/1 10/1 11/1 12/1 12/1
36,4 40,5 44,5 48,6 48,6 1/254 1/254 1/246 1/246 1/246 168,3
168,3
168,3
168,3
168,3
5130 5200 5520 5734 5834
2520 2520 2520 2520 2520
360 371 395 414 432 3 3 3 3 3
60 60 60 60 60
800 800 800 800 800
10, 10,5 10,5 10,5 10,5
Lamellen met gleuven - intern spiraalgewonden buizen
755 7830 7830 8420 8420
223 2230 2230 2230 2230
(1)
De koelcapaciteit en opgenomen vermogen zijn gebaseerd op watertemperatuur van 12/7°C aan inlaat/uitlaat en omgevingstemperatuur van 35°C. Het opgenomen vermogen is alleen dat van de compressor.
(2) Voor koelen tussen 868 kW en 945 kW, neem de EWAD-BJYNN/A-unit.
D - KIMAC00411-09NL - 13/56
Page 14
Fysieke gegevens EWAD-BJYNN met optie OPRN R-134a
Grootte unit
C14 Opmerking (2)
C15 C16 C18
Koelcapaciteit (1)
kW
Opgenomen vermogen (1)
kW
456
546 573 610
Koelrendement (COP)
Schroefcompressoren
3 4 4 4
Koelmiddelcircuits
Hoeveelheid koelmiddel R
-
134a
kg
186
228 248 248
Hoeveelheid olie
kg
60 80 80 80
Min. % capaciteitsvermindering
%
Condensorventilatoren
Aantal ventilatoren / nominaal
kW
Ventilatorsnelheid
rpm
680
680 680 680
Diameter
mm
800
800 800 800
Totale luchtstroom
m3/s
Verdamper
Verdampers / watervolume
N°/l
Max. bedrijfsdruk
bar
10,5
10,5 10,5 10,5
Diameter wateraansluiting
mm
Pijpenbundel
condensator
Type pijpenbundel
Lamellen met gleuven
- intern spiraalgewonden buizen
Gewicht en afmetingen
Verzendingsgewicht standaard unit
kg
8570
9552
10632
10832
Bedrijfsgewicht standaard unit
kg
Lengte unit
mm
9200
11000
11900
11900
Breedte unit
mm
2230
2230
2230
2230
Hoogte unit
mm
Opmerkingen:
A
A
Grootte unit
900 950 C10 C11 C12
A
A
A
1296 1457 1553 1735
2,84 2,67 2,71 2,84
3 4 4 4
8,3 6,25 6,25 6,25
18/1 22/1 24/1 24/1
73,6 89,0 97,1 98,0 1/402 2/254+2 2/246+246 2/246+246 219,1
168,3
168,3
168,3
8980 10024 11140 11340
(1)
De koelcapaciteit en opgenomen vermogen zijn gebaseerd op watertemperatuur van 12/7°C aan inlaat/uitlaat en omgevingstemperatuur van 35°C. Het opgenomen vermogen is alleen dat van de compressor.
(2) Voor koelen tussen 1296 kW en 1457 kW, neem de EWAD-BJYNN/A-unit.
2520 2520 2520 2520
Elektrische gegevens EWAD-BJYNN met optie OPRN R-134a
Grootte unit 650 700 750 850 Standaardspanning (1) Nominale stroom unit (2) Max. stroom compressor (3) Stroom ventilatoren Max. stroom unit (3) Max. inschakelstroom unit (4) Max. stroom voor draaddiameter unit (5)
Standaardspanning (1) Nominale stroom unit (2) Max. stroom compressor (3) Stroom ventilatoren Max. stroom unit (3) Max. inschakelstroom unit (4) Max. stroom voor draaddiameter unit (5)
A
A A A
A A A
A
416 438 474 510 443 470 504 538
18 20 22 24 461 490 526 562 797 815 817 846 512 562 603 644
508 638 662 701 733 549 678 705 739 773
24 28 32 32 34 573 706 737 771 807 846 971 992 992 1021 644 793 845 884 925
400 V – 3f – 50 Hz
400 V – 3f – 50 Hz
Grootte unit C13 C14 C15 C16 C18 Standaardspanning (1) Nominale stroom unit (2) Max. stroom compressor (3) Stroom ventilatoren Max. stroom unit (3) Max. inschakelstroom unit (4) Max. stroom voor draaddiameter unit (5)
Opmer kingen:
(1) Toegestane spanningsafwijking ± 10%. De spanningsonbalans tussen fasen mag niet meer dan ± 3% bedragen. (2) De nominale stroom is gebaseerd op: watertemperatuur van 12/7°C aan verdamperinlaat/-uitlaat en
omgevingstemperatuur van 35°C.
(3) De maximale stroom is gebaseerd op: watertemperatuur van 14/9°C aan verdamperinlaat/-uitlaat en
omgevingstemperatuur van 40°C.
(4) De inschakelstroom van de grootste compressor + 75% van de nominaal opgenomen stroom van de andere
compressor + stroom van de ventilatoren..
(5) Amperage bij vollast (FLA) compressor + stroom ventilatoren.
A A A
A A
765 760 948 1020 1016 807 821 1008 1076 1097
36 36 44 48 48 843 857 1052 1124 1145
1050 1050 1249 1253 1253
966 966 1206 1288 1288
400 V – 3f – 50 Hz
D - KIMAC00411-09NL - 14/56
Page 15
Fysieke gegevens EWAD-BJYNN met optie OPLN R-134a
Grootte unit
650 700 750 850 900
Koelcapaciteit (1)
kW
Opgenomen vermogen (1)
kW
235 250 269 289 305
Koelrendement (COP)
Schroefcompressoren
2 2 2 2 2
Koelmiddelcircuits
Hoeveelheid koelmiddel R
-
134a
kg
97 104 114 124 128
Hoeveelheid olie
kg
40 40 40 40 40
Min. % capaciteitsvermindering
%
Condensorventilatoren
Aantal ventilatoren / nominaal
kW
Ventilatorsnelheid
rpm
680 680 680 680 680
Diameter
mm
800 800 800 800 800
Totale luchtstroom
m3/s
Verdamper
Verdampers / watervolume
N°/l
Max. bedrijfsdruk
bar
10,5 10,5 10,5 10,5 10,5
Diameter wateraansluiting
mm
Pijpenbundel
condensator
Type pijpenbundel
Lamellen met gleuven
- intern spiraalgewonden buizen
Gewicht en afmetingen
Verzendingsgewicht standaard unit
kg
5150
5230
5496
5720
5820
Bedrijfsgewicht standaard unit
kg
Lengte unit
mm
5310
5310
6210
6210
6210
Breedte unit
mm
2230
2230
2230
2230
2230
Hoogte unit
mm
Grootte unit
Opmerki
950 C10 C11 C12 C13
Koelcapaciteit (1)
kW
Opgenomen vermogen (1)
kW
360 371 395 414 432
Koelrendement (COP)
Schroefcompressoren
3 3 3 3 3
Koelmiddelcircuits
Hoeveelheid koelmiddel R
-
134a
kg
149 160 160 180 186
Hoeveelheid olie
kg
60 60 60 60 60
Min. % capaciteitsvermindering
%
Condensorventilatoren
Aantal ventilatoren / nominaal
kW
Ventilatorsnelheid
rpm
680 680 680 680 680
Diameter
mm
800 800 800 800 800
Totale luchtstroom
m3/s
Verdamper
Verdampers / watervolume
N°/l
Max. bedrijfsdruk
bar
10,5 10,5 10,5 10,5 10,5
Diameter wateraansluiting
mm
Pijpenbundel condensator
Type pijpenbundel
Lamellen met
gleuven
- intern spiraalgewonden buizen
Gewicht en afmetingen
Verzendingsgewicht standaard unit
kg
7910
8190
8190
8780
8930
Bedrijfsgewicht standaard unit
kg
Lengte unit
mm
7400
8270
8270
9200
9200
Breedte unit
mm
2230
2230
2230
2230
2230
Hoogte unit
mm
Opmerkingen:
606 670 730 784 868
2,58 2,68 2,71 2,71 2,84
2 2 2 2 2
12,5
12,5
12,5
12,5
12,5
9/1 10/1 11/1 12/1 12/1
36,4 40,5 44,5 48,6 48,6 1/254 1/254 1/246 1/246 1/246 168,3
168,3
168,3
168,3
168,3
5370 5440 5760 5974 6074
2520 2520 2520 2520 2520
945 1016 1062 1116 1175 2,63 2,74 2,69 2,70 2,72 3 3 3 3 3
8,3
8,3
8,3
8,3
8,3
14/1 16/1 16/1 18/1 18/1
56,7 66,0 64,8 68,8 72,9 1/415 1/415 1/402 1/402 1/402
219,1
219,1
219,1
219,1
219,1
8330 8610 8610 9190 9340
(1)
De koelcapaciteit en opgenomen vermogen zijn gebaseerd op watertemperatuur van 12/7 °C aan inlaat/uitlaat en omgevingstemperatuur van 35°C. Het opgenomen vermogen is alleen dat van de compressor.
(2) Voor koelen tussen 868 kW en 945 kW, neem de EWAD-BJYNN/A-unit.
2520 2520 2520 2520 2520
D - KIMAC00411-09NL - 15/56
Page 16
Fysieke gegevens EWAD-BJYNN met optie OPLN R-134a
Grootte unit
C14 Opmerking
C15 C16 C18
Koelcapaciteit (1)
Opgenomen vermogen (1)
456
546 573 610
Koelrendement (COP)
Schroefcompressoren
3 4 4 4
Koelmiddelcircuits
Hoeveelheid koelmiddel R
-
134a
186
228 248 248
Hoeveelheid olie
60 80 80 80
Min. % capaciteitsvermindering
Condensorventilatoren
Aantal ventilatoren / nominaal
Ventilatorsnelheid
680
680 680 680
Diameter
800
800 800 800
Totale luchtstroom
Verdamper
Verdampers / watervolume
Max. bedrijfsdruk
10,5
10,5 10,5 10,5
Diameter wateraansluiting
Pijpenbundel condensator
Type pijpenbundel
Lamellen met gleuven
- intern
spiraalgewonden buizen
Gewicht en afmetingen
Verzendingsgewicht standaard unit
9080
10032
11112
11312
Bedrijfsgewicht standaard unit
Lengte unit
9200
11000
11900
11900
Breedte unit
2230
2230
2230
2230
Hoogte unit
Opmerkingen:
A
A
Grootte unit
900 950 C10 C11 C12
A
A
A
kW kW
N° N° kg kg
%
(1)
De koelcapaciteit en opgenomen vermogen zijn gebaseerd op watertemperatuur van 12/7°C aan inlaat/uitlaat en omgevingstemperatuur van 35°C. Het opgenomen vermogen is alleen dat van de compressor.
(2) Voor koelen tussen 1296 kW en 1457 kW, neem de EWAD-BJYNN/A-unit.
kW
rpm
mm
m3/s
N°/l
bar
mm
kg
kg mm mm mm
1296 1457 1553 1735
2,84 2,67 2,71 2,84
3 4 4 4
8,3 6,25 6,25 6,25
18/1 22/1 24/1 24/1
73,6 89,0 97,1 98,0 1/402 219,1
2/254+246 2/246+246 2/246+246
168,3
168,3
9490 10504 11620 11820
2520 2520 2520 2520
Elektrische gegevens EWAD-BJYNN met optie OPLN H134a
Grootte unit 650 700 750 850 Standaardspanning (1) Nominale stroom unit (2) Max. stroom compressor (3) Stroom ventilatoren Max. stroom unit (3) Max. inschakelstroom unit (4) Max. stroom voor draaddiameter unit (5)
2
A
A A A
416 438 474 510 443 470 504 538
18 20 22 24 461 490 526 562 797 815 817 846 512 562 603 644
400 V – 3f – 50 Hz
168,3
Standaardspanning (1) Nominale stroom unit (2) Max. stroom compressor (3) Stroom ventilatoren Max. stroom unit (3) Max. inschakelstroom unit (4) Max. stroom voor draaddiameter unit (5)
A A A
A
508 638 662 701 733 549 678 705 739 773
24 28 32 32 34 573 706 737 771 807 846 971 992 992 1021 644 793 845 884 925
400 V – 3f – 50 Hz
Grootte unit C13 C14 C15 C16 C18 Standaardspanning (1) Nominale stroom unit (2) Max. stroom compressor (3) Stroom ventilatoren Max. stroom unit (3) Max. inschakelstroom unit (4) Max. stroom voor draaddiameter unit (5)
Opmer kingen:
(1) Toegestane spanningsafwijking ± 10%. De spanningsonbalans tussen fasen mag niet meer dan ± 3% bedragen. (2) De nominale stroom is gebaseerd op: watertemperatuur van 12/7°C aan verdamperinlaat/-uitlaat en
omgevingstemperatuur van 35°C.
(3) De maximale stroom is gebaseerd op: watertemperatuur van 14/9°C aan verdamperinlaat/-uitlaat en
omgevingstemperatuur van 40°C.
(4) De inschakelstroom van de grootste compressor + 75% van de nominaal opgenomen stroom van de andere
compressor + stroom van de ventilatoren..
(5) Amperage bij vollast (FLA) compressor + stroom ventilatoren.
A A A
A A
765 760 948 1020 1016 807 821 1008 1076 1097
36 36 44 48 48 843 857 1052 1124 1145
1050 1050 1249 1253 1253
966 966 1206 1288 1288
400 V – 3f – 50 Hz
D - KIMAC00411-09NL - 16/56
Page 17
Grootte unit
550 600 650 700 750 800
Koelcapaciteit (1)
kW
Opgenomen vermogen (1)
kW
229 246 262 285 307 340
Koelrendement (COP)
Schroefcompressoren
2 2 2 2 2 3
Koelmiddelcircuits
Hoeveelheid koelmiddel R
-
134a
kg
104 114 124 132 140 160
Hoeveelheid olie
kg
40 40 40 40 40 60
Min. % capaciteitsvermindering
%
Condensorventilatoren
Aantal ventilatoren / nominaal
kW
Ventilatorsnelheid
rpm
500 500 500 500 500 500
Diameter
mm
800 800 800 800 800 800
Totale luchtstroom
m3/s
Verdamper
Verdampers / watervolume
N°/l
Max. bedrijfsdruk
bar
10,5 10,5 10,5 10,5 10,5 10,5
Diameter wateraansluiting
mm
Pijpenbundel condensator
Type
pijpenbundel
Lamellen met gleuven
- intern spiraalgewonden buizen
Gewicht en afmetingen
Verzendingsgewicht standaard unit
kg
5230
5445
5659
5900
6030
8190
Bedrijfsgewicht standaard unit
kg
Lengte unit
mm
5310
6210
6210
7110
7110
8300
Breedte unit
mm
2230
2230
2230
2230
2230
2230
Hoogte unit
mm
Grootte unit
850 900 950 C10 C11 C12
Koelcapaciteit (1)
kW
Opgenomen vermogen (1)
kW
361 377 393 406 438 449
Koelrendement (COP)
Schroefcompressoren
3 3 3 3 3 3
Koelmiddelcircuits
Hoeveelheid koelmiddel R
-
134a
kg
160 180 186 199 202 215
Hoeveelheid olie
kg
60 60 60 60 60 60
Min. % capaciteitsvermindering
%
Condensorventilatoren
Aantal ventilatoren / nominaal
kW
Ventilatorsnelheid
rpm
500 500 500 500 500 500
Diameter
mm
800 800 800 800 800 800
Totale luchtstroom
m3/s
Verdamper
Verdampers / watervolume
N°/l
Max. bedrijfsdruk
bar
10,5 10,5 10,5 10,5 10,5 10,5
Diameter wateraansluiting
mm
Pijpenbundel
condensator
Type pijpenbundel
Lamellen met gleuven
- intern spiraalgewonden buizen
Gewicht en afmetingen
Verzendingsgewicht standaard unit
kg
8190
8725
8725
9310
9310
9750
Bedrijfsgewicht standaard unit
kg
Lengte unit
mm
8300
9200
9200
10100
10100
11000
Breedte unit
mm
2230
2230
2230
2230
2230
2230
Hoogte unit
mm
Opmerking:
Fysieke gegevens EWAD-BJYNN/Q R-134a
539 597 650 709 759 812
2,35 2,43 2,48 2,48 2,47 2,39
2 2 2 2 2 3
12,5
10/0,3 11/0,3 12/0,3 13/0,3 14/0,3 16/0,3
25,6 28,2 30,8 33,3 35,9 42,1 1/261 1/254 1/254 1/246 1/246 1/424 168,3
5440 5650 5864 6150 6280 8610
2520 2520 2520 2520 2520 2520
869 921 974 1055 1086 1152
2,41 2,45 2,48 2,60 2,48 2,57
3 3 3 3 3 3
8,3
16/0,3 18/0,3 18/0,3 20/0,3 20/0,3 22/0,3
12,5
168,3
8,3
12,5
168,3
8,3
12,5
168,3
8,3
12,5
168,3
8,3
8,3
219,1
8,3
41,0 43,6 46,1 51,3 51,3 56,4 1/415 1/415 1/415 1/402 1/402 1/402 219,1
(1)
De koelcapaciteit en opgenomen vermogen zijn gebaseerd op watertemperatuur van 12/7°C aan inlaat/uitlaat en omgevingstemperatuur van 32°C. Het opgenomen vermogen is alleen dat van de compressor.
8610 9150 9150 9720 9720 10160
2520 2520 2520 2520 2520 2520
219,1
219,1
219,1
219,1
219,1
D - KIMAC00411-09NL - 17/56
Page 18
Elektrische gegevens EWAD-BJYNN/Q R-134a
Grootte unit
550 600 650 700 750 800
Nominale stroom unit
(2) A
Max. stroom compressor (3)
A
Stroom ventilatoren
A
Max. stroom unit (3)
A
Max. inschakelstroom unit (4)
A
Max. stroom voor
draaddiameter unit (5)
A
A
A
Standaardspanning (1)
400 V – 3f – 50 Hz
414 439 468 512 556 605 440 473 506 558 610 660
10 11 12 13 14 16 450 484 518 571 624 676 796 797 819 820 854 958 456 505 554 594 634 685
Grootte unit 850 900 950 C10 C11 C12 Standaardspanning (1) Nominale stroom unit (2) Max. stroom compressor (3) Stroom ventilatoren Max. stroom unit (3) Max. inschakelstroom unit (4) Max. stroom voor draaddiameter unit (5)
Opmer kingen:
(1) Toegestane spanningsafwijking ± 10%. De spanningsonbalans tussen fasen mag niet meer dan ± 3% bedragen. (2) De nominale stroom is gebaseerd op: watertemperatuur van 12/7°C aan verdamperinlaat/-uitlaat en
omgevingstemperatuur van 35°C.
(3) De maximale stroom is gebaseerd op: watertemperatuur van 14/9°C aan verdamperinlaat/-uitlaat en
omgevingstemperatuur van 40°C.
(4) De inschakelstroom van de grootste compressor + 75% van de nominaal opgenomen stroom van de andere
compressor + stroom van de ventilatoren..
(5) Amperage bij vollast (FLA) compressor + stroom ventilatoren.
A
A A A
640 666 702 733 791 818 693 726 759 811 863 895
16 18 18 20 20 22 709 744 777 831 883 917 958 980 1000 1002 1035 1070 733 783 831 872 911 952
400 V – 3f – 50 Hz
D - KIMAC00411-09NL - 18/56
Page 19
Fysieke gegevens EWAD-BJYNN/A R-134a
Grootte unit
650 700 800 850 900 950
Koelcapaciteit (1)
kW
Opgenomen vermogen (1)
kW
204 217 237 255 268 260
Koelrendement (COP)
Schroefcompressoren
2 2 2 2 2 2
Koelmiddelcircuits
Hoeveelheid koelmiddel R
-
134a
kg
114 124 128 132 132 144
Hoeveelheid olie
kg
40 40 40 40 40 40
Min. % capaciteitsvermindering
%
Condensorventilatoren
Aantal ventilatoren / nominaal
kW
Ventilatorsnelheid
rpm
860 860 860 860 860 860
Diameter
mm
800 800 800 800 800 800
Totale luchtstroom
m3/s
Verdamper
Verdampers / watervolume
N°/l
Max. bedrijfsdruk
bar
10,5 10,5 10,5 10,5 10,5 10,5
Diameter wateraansluiting
mm
Pijpenbundel condensator
Type
pijpenbundel
Lamellen met gleuven
- intern spiraalgewonden buizen
Gewicht en afmetingen
Verzendingsgewicht standaard unit
kg
5205
5419
5660
5790
5890
6333
Bedrijfsgewicht standaard unit
kg
Lengte unit
mm
6210
6210
7110
7110
7110
8300
Breedte unit
mm
2230
2230
2230
2230
2230
2230
Hoogte unit
mm
Grootte unit
C10 C11 C12 C13 C14 C15 C16
Koelcapaciteit (1)
kW
974 1038
1094
1177
1222
1282
1354
Opgenomen vermogen (1)
kW
Koelrendement (COP)
3,65 3,33 3,37 3,43 3,35 3,40 3,42
Schroefcompressoren
Koelmiddelcircuits
2 3 3 3 3 3 3
Hoeveelheid koelmiddel R
-
134a
kg
144 180 186 196 194 204 204
Hoeveelheid olie
kg
Min. %
capaciteitsvermindering
%
12,5 8,3 8,3 8,3 8,3 8,3 8,3
Condensorventilatoren
Aantal ventilatoren / nominaal
kW
16/1,7
18/1,7
18/1,7
20/1,7
20/1,7
22/1,7
22/1,7
Ventilatorsnelheid
rpm
860 860 860 860 860 860 860
Diameter
mm
Totale luchtstroom
m3/s
86,0 100,6
95,0 105,6
105,6
116,1
118,3
Verdamper
Verdampers / watervolume
N°/l
1/392
1/415
1/415
1/402
1/402
1/402
1/402
Max. bedrijfsdruk
bar
Diameter
wateraansluiting
mm
219,1
219,1
219,1
219,1
219,1
219,1
219,1
Pijpenbundel condensator
Type pijpenbundel
Gewicht en afmetingen
Verzendingsgewicht standaard unit
kg
Bedrijfsgewicht standaard unit
kg
6967
8830
8830
9360
9360
9800
9950
Lengte unit
mm
8300
9200
9200
10100
10100
11000
11000
Breedte unit
mm
Hoogte unit
mm
2520
2520
2520
2520
2520
2520
2520
Opmerking:
667 723 800 855 903 926
3,27 3,33 3,38 3,36 3,37 3,57
2 2 2 2 2 2
12,5
12,5
12,5
12,5
12,5
12,5
11/1,7 12/1,7 13/1,7 14/1,7 14/1,7 16/1,7
58,1 63,3 68,6 73,9 75,2 86,0 1/254 1/254 1/246 1/246 1/246 1/244 168,3 168,3 168,3 168,3 168,3 168,3
5410 5624 5910 6040 6140 6589
2520 2520 2520 2520 2520 2520
267 312 325 343 365 378 396
2 3 3 3 3 3 3
40 60 60 60 60 60 60
800 800 800 800 800 800 800
10,5 10,5 10,5 10,5 10,5 10,5 10,5
Lamellen met gleuven - intern spiraalgewonden buizen
6563 8420 8420 8950 8950 9390 9540
2230 2230 2230 2230 2230 2230 2230
(1)
De koelcapaciteit en opgenomen vermogen zijn gebaseerd op watertemperatuur van 12/7°C aan inlaat/uitlaat en omgevingstemperatuur van 35°C. Het opgenomen vermogen is alleen dat van de compressor.
D - KIMAC00411-09NL - 19/56
Page 20
Fysieke gegevens EWAD-BJYNN/A R-134a
Grootte
unit
C17 C18 C19 C20 C21
Koelcapaciteit (1)
kW
Opgenomen vermogen (1)
kW
386 476 510 536 555
Koelrendement (COP)
Schroefcompressoren
3 4 4 4 4
Koelmiddelcircuits
Hoeveelheid
koelmiddel R
-
134a
kg
232 256 264 264 264
Hoeveelheid olie
kg
60 80 80 80 80
Min. % capaciteitsvermindering
%
Condensorventilatoren
Aantal ventilatoren / nominaal
kW
Ventilatorsnelheid
rpm
860 860 860 860 860
Diameter
mm
800 800 800 800 800
Totale luchtstroom
m3/s
Verdamper
Verdampers / watervolume
N°/l
Max. bedrijfsdruk
bar
10,5 10,5 10,5 10,5 10,5
Diameter wateraansluiting
mm
Pijpenbundel condensator
Type pijpenbundel
Lamellen met gleuven
- intern spiraalgewonden buizen
Gewicht en afmetingen
Verzendingsgewicht standaard unit
kg
10355
10960
11168
11368
12144
Bedrijfsgewicht standaard unit
kg
Lengte unit
mm
12800
12800
13670
13670
13670
Breedte unit
mm
2230
2230
2230
2230
2230
Hoogte unit
mm
Opmerking:
A
C10
A
A
Grootte unit
C15 C16 C17 C18 C19 C20 C21
A
A
A
A
1430 1557 1710 1806 1920
3,70 3,27 3,35 3,37 3,46
3 4 4 4 4
8,3 6,25 6,25 6,25 6,25
26/1,7 26/1,7 28/1,7 28/1,7 28/1,7
140 137,2 147,8 150,5 150,5 1/533 2/254+246 2/246+246 2/246+246 2/392+392 219,1
168,3
168,3
168,3
10931 11420 11678 11878 13036
(1)
De koelcapaciteit en opgenomen vermogen zijn gebaseerd op watertemperatuur van 12/7°C aan inlaat/uitlaat en omgevingstemperatuur van 35°C. Het opgenomen vermogen is alleen dat van de compressor.
2520 2520 2520 2520 2520
Elektrische gegevens EWAD-BJYNN/A R-134a
Grootte unit 650 700 800 850 900 Standaardspanning (1) Nominale stroom unit (2) Max. stroom compressor (3)
A A
412 434 464 494 485 442 468 511 554 547
Stroom ventilatoren Max. stroom unit (3) Max. inschakelstroom unit (4) Max. stroom voor draaddiameter unit (5)
A A A
486 516 563 610 603 821 842 846 872 872 538 590 633 676 676
Grootte unit 950 Standaardspanning (1) Nominale stroom unit (2) Max. stroom compressor (3) Stroom ventilatoren Max. stroom unit (3) Max. inschakelstroom unit (4) Max. stroom voor draaddiameter unit (5)
A
A A A
480 491 631 651 686 713 532 545 670 696 742 788
596 609 742 768 822 868 872 872 1012 1029 1037 1059 684 684 837 885 932 971
44 48 52 56 56
64 64 72 72 80 80
400 V – 3f – 50 Hz
C11 C12 C13 C14
400 V – 3f – 50 Hz
219,1
Standaardspanning (1) Nominale stroom unit (2) Max. stroom compressor (3) Stroom ventilatoren Max. stroom unit (3) Max. inschakelstroom unit (4) Max. stroom voor draaddiameter unit (5)
Opmer kingen:
(1) Toegestane spanningsafwijking ± 10%. De spanningsonbalans tussen fasen mag niet meer dan ± 3% bedragen. (2) De nominale stroom is gebaseerd op: watertemperatuur van 12/7°C aan verdamperinlaat/-uitlaat en
omgevingstemperatuur van 35°C.
(3) De maximale stroom is gebaseerd op: watertemperatuur van 14/9°C aan verdamperinlaat/-uitlaat en
omgevingstemperatuur van 48°C.
(4) De inschakelstroom van de grootste compressor + 75% van de nominaal opgenomen stroom van de andere
compressor + stroom van de ventilatoren..
(5) Amperage bij vollast (FLA) compressor + stroom ventilatoren.
D - KIMAC00411-09NL - 20/56
400 V – 3f – 50 Hz
748 722 723 928 988 970 998 834 810 791 1022 1108 1095 1130
A A
88 88 104 104 112 112 112
922 898 895 1126 1220 1207 1242 1090 1090 1090 1291 1299 1299 1299 1018 1018 1034 1266 1352 1352 1352
Page 21
Fysieke gegevens EWAD-BJYNN/A met optie OPRN R-134a
Grootte unit
650 700 800 850 900 950
Koelcapaciteit (1)
kW
Opgenomen vermogen (1)
kW
216 232 254 271 286 275
Koelrendement (COP)
Schroefcompressoren
2 2 2 2 2 2
Koelmiddelcircuits
Hoeveelheid koelmiddel R
-
134a
kg
114 124 128 132 132 144
Hoeveelheid olie
kg
40 40 40 40 40 40
Min. % capaciteitsvermindering
%
Condensorventilatoren
Aantal ventilatoren / nominaal
kW
Ventilatorsnelheid
rpm
680 680 680 680 680 680
Diameter
mm
800 800 800 800 800 800
Totale luchtstroom
m3/s
Verdamper
Verdampers / watervolume
N°/l
Max. bedrijfsdruk
bar
10,5 10,5 10,5 10,5 10,5 10,5
Diameter wateraansluiting
mm
Pijpenbundel condensator
Type pijpenbundel
Lamellen met
gleuven
- intern spiraalgewonden buizen
Gewicht en afmetingen
Verzendingsgewicht standaard unit
kg
5205
5419
5660
5790
5890
6333
Bedrijfsgewicht standaard unit
kg
Lengte unit
mm
6210
6210
7110
7110
7110
8300
Breedte unit
mm
2230
2230
2230
2230
2230
2230
Hoogte unit
mm
Grootte unit
C10 C11 C12 C13 C14 C15 C16
Koelcapaciteit (1)
kW
Opgenomen vermogen (1)
kW
283 332 347 362 389 402 421
Koelrendement (COP)
Schroefcompressoren
2 3 3 3 3 3 3
Koelmiddelcircuits
Hoeveelheid koelmiddel R
-
134a
kg
144 180 186 196 194 204 204
Hoeveelheid olie
kg
40 60 60 60 60 60 60
Min. %
capaciteitsvermindering
%
Condensorventilatoren
Aantal ventilatoren / nominaal
kW
Ventilatorsnelheid
rpm
680 680 680 680 680 680 680
Diameter
mm
800 800 800 800 800 800 800
Totale luchtstroom
m3/s
Verdamper
Verdampers / watervolume
N°/l
Max. bedrijfsdruk
bar
10,5 10,5 10,5 10,5 10,5 10,5 10,5
Diameter wateraansluiting
mm
Pijpenbundel condensator
Type pijpenbundel
Lamellen met gleuven
- intern spiraalgewonden buizen
Gewicht en afmetingen
Verzendingsgewicht standaard unit
kg
6563
8420
8420
8950
8950
9390
9540
Bedrijfsgewicht standaard unit
kg
Lengte unit
mm
8300
9200
9200
10100
10100
11000
11000
Breedte unit
mm
2230
2230
2230
2230
2230
2230
2230
Hoogte unit
mm
Opmerking:
640 703 769 822 881 907
2,97 3,02 3,03 3,04 3,08 3,30
2 2 2 2 2 2
12,5
12,5
12,5
12,5
12,5
12,5
11/1 12/1 13/1 14/1 14/1 16/1
44,5 48,6 52,6 56,7 57,2 65,4 1/254 1/254 1/246 1/246 1/246 1/244 168,3 168,3 168,3 168,3 168,3 168,3
5410 5624 5910 6040 6140 6589
2520 2520 2520 2520 2520 2520
953 998 1053 1135 1177 1238 1323
3,36 3,00 3,03 3,14 3,03 3,08 3,14
2 3 3 3 3 3 3
12,5 8,3
8,3
8,3
8,3
8,3
8,3
16/1 18/1 18/1 20/1 20/1 22/1 22/1
65,4 77,1 72,8 80,9 80,9 89,0 89,9 1/392 1/415 1/415 1/402 1/402 1/402 1/402 219,1 219,1 219,1 219,1 219,1 219,1 219,1
6967 8830 8830 9360 9360 9800 9950
(1)
De koelcapaciteit en opgenomen vermogen zijn gebaseerd op watertemperatuur van 12/7°C aan inlaat/uitlaat en omgevingstemperatuur van 35°C. Het opgenomen vermogen is alleen dat van de compressor.
2520 2520 2520 2520 2520 2520 2520
D - KIMAC00411-09NL - 21/56
Page 22
Fysieke gegevens EWAD-BJYNN/A met optie OPRN R-134a
Grootte
unit
C17 C18 C19 C20 C21
Koelcapaciteit (1)
kW
Opgenomen vermogen (1)
kW
408 501 541 572 594
Koelrendement (COP)
Schroefcompressoren
3 4 4 4 4
Koelmiddelcircuits
Hoeveelheid
koelmiddel R
-
134a
kg
232 256 264 264 264
Hoeveelheid olie
kg
60 80 80 80 80
Min. % capaciteitsvermindering
%
Condensorventilatoren
Aantal ventilatoren / nominaal
kW
Ventilatorsnelheid
rpm
680 680 680 680 680
Diameter
mm
800 800 800 800 800
Totale luchtstroom
m3/s
Verdamper
Verdampers / watervolume
N°/l
Max. bedrijfsdruk
bar
10,5 10,5 10,5 10,5 10,5
Diameter wateraansluiting
mm
Pijpenbundel condensator
Type pijpenbundel
Lamellen met gleuven
- intern spiraalgewonden buizen
Gewicht en afmetingen
Verzendingsgewicht standaard unit
kg
10355
10960
11168
11368
12144
Bedrijfsgewicht standaard unit
kg
Lengte unit
mm
12800
12800
13670
13670
13670
Breedte unit
mm
2230
2230
2230
2230
2230
Hoogte unit
mm
Opmerking:
Grootte unit
A
Grootte unit
A
A
Grootte unit
C15 C16 C17 C18 C19 C20 C21
A
A
A
A
1401 1512 1618 1762 1871
3,44 3,02 2,99 3,08 3,15
3 4 4 4 4
8,3 6,25 6,25 6,25 6,25
26/1 26/1 28/1 28/1 28/1
106,3 105,2 113,3 114,4 114,4 1/533 2/254+246 2/246+246 2/246+246 2/392+392 219,1
168,3
168,3
10931 11420 11678 11878 13036
(1)
De koelcapaciteit en opgenomen vermogen zijn gebaseerd op watertemperatuur van 12/7°C aan inlaat/uitlaat en omgevingstemperatuur van 35°C. Het opgenomen vermogen is alleen dat van de compressor.
2520 2520 2520 2520 2520
Elektrische gegevens EWAD-BJYNN/A met optie OPRN R-134a
650 700 800 850 900 Standaardspanning (1) Nominale stroom unit (2) Max. stroom compressor (3) Stroom ventilatoren Max. stroom unit (3) Max. inschakelstroom unit (4) Max. stroom voor draaddiameter unit (5)
Standaardspanning (1) Nominale stroom unit (2) Max. stroom compressor (3) Stroom ventilatoren Max. stroom unit (3) Max. inschakelstroom unit (4) Max. stroom voor draaddiameter unit (5)
A A
A A A
A
A A A
403 428 459 490 484
443 470 510 550 547
22 24 26 28 28 465 494 536 578 575 796 815 817 843 843 516 566 607 648 648
950 C10 C11 C12 C13 C14
472 484 614 633 669 705 528 543 678 705 745 785
32 32 36 36 40 40 560 575 714 741 785 825 843 843 971 988 992 1015 652 652 801 849 892 931
400 V – 3f – 50 Hz
400 V – 3f – 50 Hz
168,3
219,1
Standaardspanning (1) Nominale stroom unit (2) Max. stroom compressor (3) Stroom ventilatoren Max. stroom unit (3) Max. inschakelstroom unit (4) Max. stroom voor draaddiameter unit (5)
Opmer kingen:
(1) Toegestane spanningsafwijking ± 10%. De spanningsonbalans tussen fasen mag niet meer dan ± 3% bedragen. (2) De nominale stroom is gebaseerd op: watertemperatuur van 12/7°C aan verdamperinlaat/-uitlaat en
omgevingstemperatuur van 35°C.
(3) De maximale stroom is gebaseerd op: watertemperatuur van 14/9°C aan verdamperinlaat/-uitlaat en
omgevingstemperatuur van 44°C.
(4) De inschakelstroom van de grootste compressor + 75% van de nominaal opgenomen stroom van de andere
compressor + stroom van de ventilatoren..
(5) Amperage bij vollast (FLA) compressor + stroom ventilatoren.
D - KIMAC00411-09NL - 22/56
400 V – 3ph – 50 Hz
729 716 704 918 980 825 807 783 1020 1100
A A
44 44 52 52 56
869 851 835 1072 1156
1043 1043 1043 1234 1238
974 974 982 1214 1296
967 1000
1094 1116
56 56 1150 1172 1238 1238 1296 1296
Page 23
Grootte unit
650 700 800 850 900 950
Koelcapaciteit (1)
kW
Opgenomen vermogen (1)
kW
216 232 254 271 286 275
Koelrendement (COP)
Schroefcompressoren
2 2 2 2 2 2
Koelmiddelcircuits
Hoeveelheid koelmiddel R
-
134a
kg
114 124 128 132 132 144
Hoeveelheid olie
kg
40 40 40 40 40 40
Min. % capaciteitsvermindering
%
Condensorventilatoren
Aantal ventilatoren / nominaal
kW
Ventilatorsnelheid
rpm
680 680 680 680 680 680
Diameter
mm
800 800 800 800 800 800
Totale luchtstroom
m3/s
Verdamper
Verdampers / watervolume
N°/l
Max. bedrijfsdruk
bar
10,5 10,5 10,5 10,5 10,5 10,5
Diameter wateraansluiting
mm
Pijpenbundel condensator
Type pijpenbundel
Lamellen met
gleuven
- intern spiraalgewonden buizen
Gewicht en afmetingen
Verzendingsgewicht standaard unit
kg
5445
5659
5900
6030
6130
6573
Bedrijfsgewicht standaard unit
kg
Lengte unit
mm
6210
6210
7110
7110
7110
8300
Breedte unit
mm
2230
2230
2230
2230
2230
2230
Hoogte unit
mm
Grootte unit
C10 C11 C12 C13 C14 C15 C16
Koelcapaciteit (1)
kW
Opgenomen vermogen (1)
kW
283 332 347 362 389 402 421
Koelrendement (COP)
Schroefcompressoren
2 3 3 3 3 3 3
Koelmiddelcircuits
Hoeveelheid koelmiddel R
-
134a
kg
144 180 186 196 194 204 204
Hoeveelheid olie
kg
40 60 60 60 60 60 60
Min. %
capaciteitsvermindering
%
Condensorventilatoren
Aantal ventilatoren / nominaal
kW
Ventilatorsnelheid
rpm
680 680 680 680 680 680 680
Diameter
mm
800 800 800 800 800 800 800
Totale luchtstroom
m3/s
Verdamper
Verdampers / watervolume
N°/l
Max. bedrijfsdruk
bar
10,5 10,5 10,5 10,5 10,5 10,5 10,5
Diameter wateraansluiting
mm
Pijpenbundel condensator
Type pijpenbundel
Lamellen met gleuven
- intern spiraalgewonden buizen
Gewicht en afmetingen
Verzendingsgewicht standaard unit
kg
6803
8780
8780
9310
9310
9750
9900
Bedrijfsgewicht standaard unit
kg
Lengte unit
mm
8300
9200
9200
10100
10100
11000
11000
Breedte unit
mm
2230
2230
2230
2230
2230
2230
2230
Hoogte unit
mm
Opmerking:
Fysieke gegevens EWAD-BJYNN/A met optie OPLN R-134a
640 703 769 822 881 907
2,97 3,02 3,03 3,04 3,08 3,30
2 2 2 2 2 2
12,5
12,5
12,5
12,5
12,5
12,5
11/1 12/1 13/1 14/1 14/1 16/1
44,5 48,6 52,6 56,7 57,2 65,4 1/254 1/254 1/246 1/246 1/246 1/244 168,3 168,3 168,3 168,3 168,3 168,3
5650 5864 6150 6280 6380 6829
2520 2520 2520 2520 2520 2520
953 998 1053 1135 1177 1238 1323
3,36 3,00 3,03 3,14 3,03 3,08 3,14
2 3 3 3 3 3 3
12,5 8,3
8,3
8,3
8,3
8,3
8,3
16/1 18/1 18/1 20/1 20/1 22/1 22/1
65,4 77,1 72,8 80,9 80,9 89,0 89,9 1/392 1/415 1/415 1/402 1/402 1/402 1/402 219,1 219,1 219,1 219,1 219,1 219,1 219,1
7207 9190 9190 9720 9720 10160 10310
(1)
De koelcapaciteit en opgenomen vermogen zijn gebaseerd op watertemperatuur van 12/7°C aan inlaat/uitlaat en omgevingstemperatuur van 35°C. Het opgenomen vermogen is alleen dat van de compressor.
2520 2520 2520 2520 2520 2520 2520
D - KIMAC00411-09NL - 23/56
Page 24
Fysieke gegevens EWAD-BJYNN/A met optie OPLN R-134a
Grootte
unit
C17 C18 C19 C20 C21
Koelcapaciteit (1)
kW
Opgenomen vermogen (1)
kW
408 501 541 572 594
Koelrendement (COP)
Schroefcompressoren
3 4 4 4 4
Koelmiddelcircuits
Hoeveelheid
koelmiddel R
-
134a
kg
232 256 264 264 264
Hoeveelheid olie
kg
60 80 80 80 80
Min. % capaciteitsvermindering
%
Condensorventilatoren
Aantal ventilatoren / nominaal
kW
Ventilatorsnelheid
rpm
680 680 680 680 680
Diameter
mm
800 800 800 800 800
Totale luchtstroom
m3/s
Verdamper
Verdampers / watervolume
N°/l
Max. bedrijfsdruk
bar
10,5 10,5 10,5 10,5 10,5
Diameter wateraansluiting
mm
Pijpenbundel condensator
Type pijpenbundel
Lamellen met gleuven
- intern spiraalgewonden buizen
Gewicht en afmetingen
Verzendingsgewicht standaard unit
kg
10715
11440
11648
11848
12624
Bedrijfsgewicht standaard unit
kg
Lengte unit
mm
12800
12800
13670
13670
13670
Breedte unit
mm
2230
2230
2230
2230
2230
Hoogte unit
mm
Opmerking:
A
A
A
Grootte unit
C15 C16 C17 C18 C19 C20 C21
A
A
A
A
1401 1512 1618 1762 1871
3,44 3,02 2,99 3,08 3,15
3 4 4 4 4
8,3 6,25 6,25 6,25 6,25
26/1 26/1 28/1 28/1 28/1
106,3 105,2 113,3 114,4 114,4 1/533 2/254+246 2/246+246 2/246+246 2/392+392 219,1
168,3
168,3
168,3
219,1
11291 11900 12158 12358 13516
(1)
De koelcapaciteit en opgenomen vermogen zijn gebaseerd op watertemperatuur van 12/7°C aan inlaat/uitlaat en omgevingstemperatuur van 35°C. Het opgenomen vermogen is alleen dat van de compressor.
2520 2520 2520 2520 2520
Elektrische gegevens EWAD-BJYNN/A met optie OPLN R-134a
Grootte unit 650 700 800 850 900 Standaardspanning (1) Nominale stroom unit (2) Max. stroom compressor (3) Stroom ventilatoren Max. stroom unit (3) Max. inschakelstroom unit (4) Max. stroom voor draaddiameter unit (5)
A A
A A A
403 428 459 490 484 443 470 510 550 547
22 24 26 28 28 465 494 536 578 575 796 815 817 843 843 516 566 607 648 648
Grootte unit 950 C10 C11 C12 C13 C14 Standaardspanning (1) Nominale stroom unit (2) Max. stroom compressor (3) Stroom ventilatoren Max. stroom unit (3) Max. inschakelstroom unit (4) Max. stroom voor draaddiameter unit (5)
A
A A A
472 484 528 543
32 32 560 575 843 843 652 652
400 V – 3f – 50 Hz
400 V – 3f – 50 Hz
614 633 669 705 678 705 745 785
36 36 40 40 714 741 785 825 971 988 992 1015 801 849 892 931
Standaardspanning (1) Nominale stroom unit (2) Max. stroom compressor (3) Stroom ventilatoren Max. stroom unit (3) Max. inschakelstroom unit (4) Max. stroom voor draaddiameter unit (5)
Opmer kingen:
(1) Toegestane spanningsafwijking ± 10%. De spanningsonbalans tussen fasen mag niet meer dan ± 3% bedragen. (2) De nominale stroom is gebaseerd op: watertemperatuur van 12/7°C aan verdamperinlaat/-uitlaat en
omgevingstemperatuur van 35°C.
(3) De maximale stroom is gebaseerd op: watertemperatuur van 14/9°C aan verdamperinlaat/-uitlaat en
omgevingstemperatuur van 44°C.
(4) De inschakelstroom van de grootste compressor + 75% van de nominaal opgenomen stroom van de andere
compressor + stroom van de ventilatoren..
(5) Amperage bij vollast (FLA) compressor + stroom ventilatoren.
D - KIMAC00411-09NL - 24/56
400 V – 3ph – 50 Hz
729 716 704 918 980 825 807 783 1020 1100
A A
44 44 52 52 56
869 851 835 1072 1156
1043 1043 1043 1234 1238
974 974 982 1214
1296
967 1000
1094 1116
56 56 1150 1172 1238 1238 1296 1296
Page 25
Fysieke gegevens EWAD-BJYNN/Z R-134a
Grootte unit
600 650 700 850 900 950 C10
Koelcapaciteit (1)
kW
Opgenomen vermogen (1)
kW
216 237 264 323 336 361 361
Koelrendement (COP)
Schroefcompressoren
Num
2 2 2 3 3 3 3
Koelmiddelcircuits
Num
Hoeveelheid koelmiddel R
-
134a
kg
124 128 132 186 196 194 204
Hoeveelheid olie
kg
40 40 40 60 60 60 60
Min. % capaciteitsvermindering
%
Condensorventilatoren
Aantal ventilatoren / nominaal
kW
Ventilatorsnelheid
rpm
500 500 500 500 500 500 500
Diameter
mm
800 800 800 800 800 800 800
Totale luchtstroom
m3/s
Verdamper
Verdampers / watervolume
Num
Max. bedrijfsdruk
bar
10,5 10,5 10,5 10,5 10,5 10,5 10,5
Diameter wateraansluiting
mm
Pijpenbundel condensator
Type pijpenbundel
Lamellen met gleuven
- intern spiraalgewonden buizen
Gewicht en afmetingen
Verzendingsgewicht standaard unit
kg
5659
5900
6030
8725
9310
9310
9750
Bedrijfsgewicht standaard unit
kg
Lengte unit
mm
6210
7110
7110
9200
10100
10100
11000
Breedte unit
mm
2230
2230
2230
2230
2230
2230
2230
Hoogte unit
mm
Opmerking:
A
(5)
569 631 668 840 914 953 1013
2,64 2,66 2,53 2,61 2,72 2,64 2,80
2 2 2 3 3 3 3
12,5
12/0,3 13/0,3 14/0,3 18/0,3 20/0,3 20/0,3 22/0,3
30,8 33,3 35,9 46,1 51,3 51,3 56,4 1/254 1/246 1/246 1/415 1/402 1/402 1/402 168,3 168,3 168,3 219,1 219,1 219,1 219,1
(1)
De koelcapaciteit en opgenomen vermogen zijn gebaseerd op watertemperatuur van 12/7°C aan inlaat/uitlaat en omgevingstemperatuur van 35°C. Het opgenomen vermogen is alleen dat van de compressor.
5864 6150 6280 9150 9720 9720 10160
2520 2520 2520 2520 2520 2520 2520
12,5
12,5
8,3
8,3
8,3
8,3
Elektrische gegevens EWAD-BJYNN/Z R-134a
Grootte unit 600 650 700 850 900 950 C10 Standaardspanning (1) Nominale stroom unit (2) Max. stroom compressor (3) Stroom ventilatoren Max. stroom unit (3) Max. inschakelstroom unit (4) Max. stroom voor draaddiameter unit (5)
Opmer kingen:
(1) Toegestane spanningsafwijking ± 10%. De spanningsonbalans tussen fasen mag niet meer dan ± 3% bedragen. (2) De nominale stroom is gebaseerd op: watertemperatuur van 12/7°C aan verdamperinlaat/-uitlaat en
omgevingstemperatuur van 35°C.
(3) De maximale stroom is gebaseerd op: watertemperatuur van 14/9°C aan verdamperinlaat/-uitlaat en
omgevingstemperatuur van 40°C.
(4) De inschakelstroom van de grootste compressor + 75% van de nominaal opgenomen stroom van de andere
compressor + stroom van de ventilatoren.. Amperage bij vollast (FLA) compressor + stroom ventilatoren.
A
392 420 444 585 604 636 652
A
416 447 474 618 640 678 705
12 13 14 18 20 20 22
A
428 460 488 636 660 698 727
A
790 791 812 943 945 965 986
A
458 507 556 687 737 785 835
400 V – 3ph – 50 Hz
D - KIMAC00411-09NL - 25/56
Page 26
Geluidsdrukniveau op 1 m van de unit in het vrije veld (ref. factor 2 x 10
-
5
)
63
125
250
500
1000
2000
4000
8000
650 650
79,0
900 900
80,0
C10 C12
79,0
C14 C16
80,0
C15
C16
C18 C20
80,0
Opmerkingen:
Geluidsdrukniveau op 1 m van de unit in het vrije veld (ref. factor 2 x 10
-
5
)
63
125
250
500
1000
2000
4000
8000
850 850
75,0
950 C11
74,5
C13 C15
75,5
C15
C16 C19
76,0
C18
Opmerkingen:
Geluidsdrukniveau EWAD-BJYNN en EWAD-BJYNN/A
EWAD-BJYNN EWAD-BJYNN/A
700 700 750 800 850 850
- 950
- C10
950 C11
C11 C13 C12 C14 C13 C15
- C17 C18 C19
Gemiddeld geluidsdrukniveau gemeten in overeenstemming met ISO 3744, semisferische omstandigheden in het vrije veld. De geluidsdrukniveaus gelden voor units zonder waterpomp en/of hogedrukventilatoren.
C21
Hz
77,0 77,5 79,0 75,0 74,5 72,0 63,0 54,5 77,0 77,5 79,0 75,0 74,5 72,0 63,0 54,5 77,5 78,0 79,5 75,5 75,0 72,5 63,5 55,0 77,5 78,0 79,5 75,5 75,0 72,5 63,5 55,0 78,0 78,5 80,0 76,0 75,5 73,0 64,0 55,5 77,5 78,0 79,5 75,5 75,0 72,5 63,5 55,0 77,5 78,0 79,5 75,5 75,0 72,5 63,5 55,0 77,0 77,5 79,0 75,0 74,5 72,0 63,0 54,5 77,0 77,5 79,0 75,0 74,5 72,0 63,0 54,5 77,5 78,0 79,5 75,5 75,0 72,5 63,5 55,0 77,5 78,0 79,5 75,5 75,0 72,5 63,5 55,0 77,5 78,0 79,5 75,5 75,0 72,5 63,5 55,0 78,0 78,5 80,0 76,0 75,5 73,0 64,0 55,5 78,0 78,5 80,0 76,0 75,5 73,0 64,0 55,5 77,5 78,0 79,5 75,5 75,0 72,5 63,5 55,0 77,5 78,0 79,5 75,5 75,0 72,5 63,5 55,0 78,0 78,5 80,0 76,0 75,5 73,0 64,0 55,5 78,0 78,5 80,0 76,0 75,5 73,0 64,0 55,5
Hz
Hz
Hz
Hz
Hz
Hz
Hz
dBA
79,0 79,5 79,5
79,5 79,5 79,0
79,5 79,5 79,5
80,0 79,5 79,5
80,0
Geluidsdrukniveau EWAD-BJYNN + optie OPRN en EWAD-BJYNN/A + optie OPRN
EWAD-BJYNN
+ optie OPRN
650 650 700 700 750 800
900 900
- 950
- C10
C10 C12 C11 C13 C12 C14
C14 C16
- C17
EWAD-BJYNN/A
+ optie OPRN
C18
C20 C21
Gemiddeld geluidsdrukniveau gemeten in overeenstemming met ISO 3744, semisferische omstandigheden in het vrije veld. De geluidsdrukniveaus gelden voor units zonder waterpomp en/of hogedrukventilatoren.
Hz
74,0 70,5 73,5 70,0 69,0 66,5 58,0 50,5 74,0 71,0 74,0 70,5 69,0 67,0 58,0 50,5 74,5 71,5 74,5 71,0 69,5 67,5 58,5 51,0 75,0 72,0 75,0 71,5 70,0 68,0 59,0 52,0 76,0 73,0 76,5 72,5 71,0 69,0 60,0 52,5 76,0 73,0 76,5 72,5 71,0 69,0 60,0 52,5 76,0 73,0 76,5 72,5 71,0 69,0 60,0 52,5 74,5 71,5 74,0 71,0 69,5 67,5 58,5 51,0 74,5 71,5 74,0 71,0 69,5 67,5 58,5 51,0 75,0 72,0 75,0 71,5 70,0 68,0 59,0 51,5 75,5 72,0 75,0 71,5 70,5 68,0 59,5 52,0 76,0 72,5 75,5 72,0 71,0 68,5 60,0 52,5 76,5 73,5 77,0 73,0 71,5 69,5 60,5 53,0 76,5 73,5 77,0 73,0 71,5 69,5 60,5 53,0 75,5 72,5 75,5 72,0 70,5 68,5 59,5 52,0 76,0 73,0 76,5 72,5 71,0 69,0 60,0 52,5 76,5 73,5 77,0 73,0 71,5 69,5 60,5 53,0 76,5 73,5 77,0 73,0 71,5 69,5 60,5 53,0
Hz
Hz
Hz
Hz
Hz
Hz
Hz
dBA 73,5 74,0 74,5
76,0 76,0 76,0
74,5 75,0 75,0
76,5 76,5 75,5
76,5 76,5
D - KIMAC00411-09NL - 26/56
Page 27
Geluidsdrukniveau EWAD-BJYNN + optie OPLN en EWAD-BJYNN/A + optie OPLN
Geluidsdrukniveau op 1 m van de unit in het vrije veld (ref. factor 2 x 10
-
5
)
63
125
250
500
1000
2000
4000
8000
650 650
71,5
900 900
72,5
C10 C12
71,5
C14 C16
73,0
C15
C16
C18 C20
73,0
Opmerkingen:
Geluidsdrukniveau op 1 m van de unit in het vrije veld (ref. factor 2 x 10
-
5
)
63
125
250
500
1000
2000
4000
8000
550
600 650
65,0
650
700
750
800 850
65,5
850
900
950
C10 -
66,0
C11
C12
Opmerkingen:
EWAD-BJYNN
+ optie OPLN
700 700 750 800 850 850
- 950
- C10
950 C11
C11 C13 C12 C14 C13 C15
- C17
EWAD-BJYNN/A
+ optie OPLN
C18 C19
C21
Gemiddeld geluidsdrukniveau gemeten in overeenstemming met ISO 3744, semisferische omstandigheden in het vrije veld. De geluidsdrukniveaus gelden voor units zonder waterpomp en/of hogedrukventilatoren.
Hz
75,0 72,5 72,0 69,5 66,5 61,5 54,5 46,5 75,0 73,0 72,0 69,5 66,5 62,0 54,5 46,5 75,0 73,0 72,5 69,5 66,5 62,0 54,5 46,5 75,0 73,0 72,5 70,0 66,5 62,0 55,0 47,0 76,0 74,0 73,0 70,5 67,5 63,0 55,5 47,5 76,0 74,0 73,0 70,5 67,5 63,0 55,5 47,5 76,0 74,0 73,0 70,5 67,5 63,0 55,5 47,5 75,0 73,0 72,5 69,5 66,5 62,0 54,5 46,5 75,0 73,0 72,5 69,5 66,5 62,0 54,5 46,5 75,0 73,0 72,5 70,0 66,5 62,0 55,0 47,0 75,0 73,0 72,5 70,0 66,5 62,0 55,0 47,0 75,5 73,0 72,5 70,0 67,0 62,0 55,0 47,0 76,5 74,5 73,5 71,0 68,0 63,5 56,0 48,0 76,5 74,5 73,5 71,0 68,0 63,5 56,0 48,0 75,5 73,0 72,5 70,0 67,0 62,0 55,0 47,0 75,5 73,5 72,5 70,0 67,0 62,5 55,0 47,0 76,5 74,5 73,5 71,0 68,0 63,5 56,0 48,0 76,5 74,5 73,5 71,0 68,0 63,5 56,0 48,0
Hz
Hz
Hz
Hz
Hz
Hz
Hz
dBA
71,5 71,5 71,5
72,5 72,5 71,5
71,5 71,5 72,0
73,0 72,0 72,0
73,0
Geluidsdrukniveau EWAD-BJYNN/Q en EWAD-BJYNN/Z
EWAD-BJYNN/Q EWAD-BJYNN/Z
Hz
600
700
-
-
900 950
C10
-
Gemiddeld geluidsdrukniveau gemeten in overeenstemming met ISO 3744, semisferische omstandigheden in het vrije veld. De gegevens voor EWAD-BJYNN/Q en EWAD-BJYNN/Z-units zijn gebaseerd op een buitentemperatuur van 32°C. De geluidsdrukniveaus gelden voor units zonder waterpomp en/of hogedrukventilatoren.
-
61,5 63,5 66,0 64,5 57,5 54,0 50,0 42,5 61,5 64,0 66,0 64,5 58,0 54,5 50,0 43,0 62,0 64,0 66,0 65,0 58,0 54,5 50,5 43,0 62,5 64,5 66,5 65,5 58,5 55,0 50,5 43,5 62,5 65,0 67,0 65,5 59,0 55,5 51,0 44,0 62,0 64,0 66,5 65,0 58,0 54,5 50,5 43,0 62,0 64,0 66,5 65,0 58,0 54,5 50,5 43,0 62,0 64,5 66,5 65,0 58,5 55,0 50,5 43,5 62,0 64,5 66,5 65,0 58,5 55,0 50,5 43,5 62,5 64,5 67,0 65,5 59,0 55,5 51,0 44,0 63,0 65,0 67,0 66,0 59,0 55,5 51,0 44,0 63,0 65,5 67,5 66,0 59,5 56,0 51,5 44,5
Hz
Hz
Hz
Hz
Hz
Hz
Hz
dBA
65,0
65,0 65,5 66,0
65,5 65,5 65,5
66,0 66,5
D - KIMAC00411-09NL - 27/56
Page 28
Veiligheidskleppen
De installateur moet verdelers
Als veiligheidsmaatregel en om te voldoen aan de wettelijke verplichtingen is elke koeler uitgerust met veiligheidskleppen op de pijpenbundel van de condensor, de verdamper, de warmteterugwinningscondensor (indien voorzien) en het vloeistofreservoir om overtollige koelmiddeldruk (veroorzaakt door technische problemen aan de apparatuur, brand, enz.) af te laten.
Olieverwarming
De olieafscheider is uitgerust met een elektrische verwarmingsdompelaar in een buis die kan worden verwijderd zonder invloed op de olie of zonder het koelmiddelcircuit te openen.
Waterdebiet en drukval in verdamper
Regel het debiet van het gekoeld water dat door de verdamper loopt. Het debiet moet tussen de minimum- en maximumwaarden blijven. Een debiet onder de opgegeven minimumwaarde veroorzaakt laminaire stroming, wat op zijn beurt het rendement doet dalen, de elektronische expansieklep ongepast laat werken en de unit kan doen uitschakelen wegens lage temperatuur. Een debiet boven de opgegeven maximumwaarde kan erosie, trillingen en eventueel schade aan de wateraansluitingen en pijpen van de verdamper veroorzaken. Meet de drukval van het gekoeld water voor de verdamper aan de lokaal gemonteerde drukkranen. Houd de drukval door kleppen of filters uit de berekening. Houd het debiet van het gekoeld water door de verdamper best zo stabiel mogelijk terwijl de compressoren werken. De instelpunten gelden voor een constante stroming en variabele temperatuur.
Waterdebiet en drukval in warmteterugwinningscondensor
De warmteterugwinningscondensors worden geleverd zonder aansluitverdelers voor de waterinlaat- en wateruitlaataansluitingen. Deze verdelers, inclusief de hulzen voor de sensoren voor de microprocessorsturing, moeten lokaal worden voorzien door de installateur. Regel de stroming van warm water door de warmteterugwinningscondensor. Het debiet moet tussen de minimum­en maximumwaarden blijven. Een debiet onder de opgegeven minimumwaarde veroorzaakt laminaire stroming, wat op zijn beurt het rendement doet dalen, de elektronische expansieklep ongepast laat werken en de unit kan doen uitschakelen wegens hoge druk. Een debiet boven de opgegeven maximumwaarden kan erosie aan de wateraansluitingen en pijpen van de condensor veroorzaken. Meet de drukval van het warm water voor de condensor aan de lokaal gemonteerde drukkranen. Houd de drukval door kleppen of filters uit de berekening. Houd het debiet van het warm water door de condensor best zo stabiel mogelijk terwijl de compressoren werken. De instelpunten gelden voor een constante stroming en variabele temperatuur.
Uitlaataansluitingen
Warmteterugwinningscondensors
D - KIMAC00411-09NL - 28/56
tussen warmteterugwinnings­condensors voorzien met slechts één toevoerwateraansluiting en één retourwateraansluiting
Inlaataansluitingen
Page 29
Tabel voor overeenstemmen unitgrootte
Grootte unit
BJYNN
BJYNN/A
BJYNN/Q
BJYNN/Z
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
- - 550 600 650 650 600 650 700 700 650 700 750 800 700 ­850 850 750 -
- - 800 850 900 900 - -
- 950 - -
- - 850 950
- C10 - C10 950 C11 900 ­C10 C12 950 ­C11 C13 C10 ­C12 C14 C11 ­C13 C15 C12 ­C14 C16 - -
- C17 - ­C15 C18 - ­C16 C19 - ­C18 C20 - -
Opmerking:
Systeem voor overeenstemmen unitgrootte gebruikt voor drukvalcurven verdamper en drukvalcurven voor gedeeltelijke en totale warmteterugwinning.
- C21 - -
D - KIMAC00411-09NL - 29/56
Page 30
Drukval voor verdamper
U
EWAD-BJYNN - EWAD-BJYNN/Q EWAD-BJYNN/A
520.4
312.3-327.3-344.3-358.3
355.4 - 460.4
M - N - O - P
260.3 - 279.3 - 296.3
100
9
0
8
0
7
0
6
0
I - K - L
178.2 - 196.2
212.2 - 229.2
495.4
T
392.3
Q
J
273.2
426.4
R
S
258.2
H
241.2
G
240.3
F
B - C
D - E
163.2
A
5
0
4
0
3
0
Drukval (kPa)
2
0
1
0
1
0
2
0
3
0
4
0
5
0
607
0
809010010
200
300
Debiet (l/s)
D - KIMAC00411-09NL - 30/56
Page 31
Drukval voor verdamper
P
ortata acqua (l/s
)
I - K - L
EWAD-BJYNN/Z
a P
k o
c
i
r a
c
i d
a
t
i d
r e
P
100
9
0
8
0
7
0
6
0
)
5
0
(
4
0
3
0
Drukval (kPa)
2
0
Pressure drop (l/s)
260.3 - 279.3 - 296.3
F
240.3
A
163.2
178.2 - 196.2
B - C
1
0
1
0
2
0
3
0
4
0
5
0
6
0
7
0
809010010
200
Debiet (l/s)
D - KIMAC00411-09NL - 31/56
Page 32
Drukval voor warmtewisselaar voor gedeeltelijke
S - T - U
warmteterugwinning (plaatwisselaar) EWAD-BJYNN - EWAD-BJYNN/Q EWAD-BJYNN/A - EWAD-BJYNN/Z
ALS E 229.2 - ALS E 241.2 - ALS E 258.2 - ALS E 273.2 - ALS 240.3
ALS E 460.4 - ALS E 495.2 - ALS E 520.4
ALS E 344.3 - ALS E 358.3 - ALS E 392.3
229.2 241.2 258.2 273.2 240.3
100
9
0
8
0
7
0
)
6
0
a P
k
5
0
(
o
c
i
4
0
r a
c
i
3
0
d a
t
i
Drukval (kPa)
d
r e
2
0
Perdita di carico (kPa)
P
460.4 495.4 520.4
ALS E 426.4
344.3 358.3 392.3
O - P - Q
ALS E 327.3
ALS E 312.3
ALS E 296.3
ALS E 279.3 ALS E 260.3
E - F - G - H - I
ALS E 212.2 ALS E 196.2 ALS E 178.2 ALS E 163.2
426.4
327.3
312.3
296.3
279.3
260.3
212.2
196.2
178.2
163.2
R
N
M
L
K
J
D C
B A
1
0
6
7
891
1
2
3
Portata acqua
Portata acqua (l/s)
Debiet (l/s)
(l/s
5
4
0
)
2
0
3
0
D - KIMAC00411-09NL - 32/56
Page 33
Drukval voor warmtewisselaar voor totale warmteterugwinning
S - T - U
EWAD-BJYNN - EWAD-BJYNN/Q EWAD-BJYNN/A - EWAD-BJYNN/Z
ALS E 229.2- ALS E 241.2 - ALS E 258.2 - ALS E 260.3 - ALS E 273.
ALS E 460.4 - ALS E 495.4 - ALS E 520.4
F F F
ALS E 344.3 - ALS E 358.3 - ALS E 392.3
F
460.4 495.4 520.4
F F
344.3 358.3 392.3
ALS E 426.4
F
O - P - Q
ALS E 327.3
F
ALS E 312.3
F
ALS E 296.3
F
ALS E 279.3
F
229.2 241.2 258.2 260.3 273.2
100
9
0
8
0
7
0
6
0
)
a P
5
k o
c
i
r a
c
i d
a
t
i d
r e
P
0
(
4
0
3
0
Drukval (kPa)
2
0
Perdita di carico (kPa)
1
0
8
910
F - G - H - I - J
F F F F F
ALS E 240.3
F
ALS E 212.2
F
ALS E 196.2
F
ALS E 178.2
F
ALS E 163.2
F
Portata acqua
426.4
R
327.3
N
312.3
M
296.3
L
279.3
K
2
240.3
E
212.2
D
196.2
C
178.2
B
163.2
A
2
0
3
0
4
0
(l/s
Debiet (l/s)
Portata acqua (l/s)
506070809010010
)
200
D - KIMAC00411-09NL - 33/56
Page 34
Controlelijst vóór opstarten van het systeem
Gekoeld water
Leidingen compleet Watersysteem gevuld en ontlucht Pomp geïnstalleerd, (draairichting gecontroleerd), filters gereinigd Regelaars (3-wegskleppen, front- en omloopdempers, bypasskleppen, enz.) operationeel Watersysteem operationeel en debiet aangepast aan ontwerpvereisten van unit
Warmteterugwinningscondensors Leidingen en verdelers compleet Watersysteem gevuld en ontlucht Temperatuursensoren geïnstalleerd in de waterhulzen Pomp geïnstalleerd, (draairichting gecontroleerd), filters gereinigd Regelaars (3-wegskleppen, front- en omloopdempers, bypasskleppen, enz.) operationeel Watersysteem operationeel en debiet aangepast aan ontwerpvereisten van unit
Elektrisch systeem Voedingskabels aangesloten op starter Alle vergrendelingsbedrading naar bedieningspaneel volledig en overeenkomstig specificaties Bedrading van pompstarter en vergrendeling uitgevoerd Bedrading conform met lokale reglementering
Overige Thermometerhulzen, thermometers, meters, sensorhulzen besturing, regelaars, enz. geïnstalleerd Minimum 60% van systeemcapaciteit beschikbaar voor testen en aanpassingen van bediening
Opmerking: Deze controleljist moet worden ingevuld en twee weken vóór het opstarten van het systeem naar het plaatselijke DAIKIN-servicecentrum worden gestuurd.
Ja Nee N.V.T.
Activiteit
Verantwoordelijkheden van de operator
Het is belangrijk dat de operator vertrouwd is met de apparatuur en het systeem voordat hij de koeler probeert te bedienen. De operator moet behalve deze handleiding ook de gebruiksaanwijzing lezen van het bedieningspaneel (recentste versie) en het bij de unit geleverde elektrisch bedradingsschema bestuderen voordat hij de unit opstart, bedient of uitschakelt. Wanneer de koeler voor het eerst wordt opgestart, zal de DAIKIN-technicus beschikbaar zijn om vragen te beantwoorden en procedures voor een juiste bediening aan te raden. De operator houdt best een afzonderlijk bedrijfslogboek bij voor elke koelerunit. Daarnaast moet hij ook een afzonderlijk onderhoudslogboek bijhouden, specifiek voor periodiek onderhoud en service. Als de operator abnormale of ongewone bedrijfsomstandigheden opmerkt, neemt hij best contact op met een servicetechnicus van DAIKIN.
Koelcyclus
Het koelmiddelgas onder lage druk uit de verdamper komt binnen in de schroefcompressor via de motor, en koelt hierbij de motorwikkelingen af. De compressor drukt het koelmiddel samen tot het onder hoge druk staat. Hierbij wordt olie in de schroefkamer gespoten voor koeling, smering en afdichting. Door olie in te spuiten komt een mengsel van olie en koelmiddel in de olieafscheider met hoog rendement, waar de twee elementen worden gescheiden door een combinatie van centrifugale kracht en lage snelheid.
D - KIMAC00411-09NL - 34/56
Page 35
Het gas verlaat de olieafscheider langs de bovenkant, en de olie stroomt omlaag langs de wanden van het reservoir,
Engels Nederlands
waarna zij onder invloed van het drukverschil tussen de aanzuig- en de perszijde weer in de injectiepoort van de compressor wordt gestuurd. Het hete gas onder hoge druk gaat na de olieafscheider door de vierwegsklep en komt terecht in de luchtgekoelde pijpencondensor (koelstand) of in de watergekoelde warmteterugwinningscondensor (warmteterugwinningsstand), afhankelijk van de bedrijfsstand van de unit. In beide warmtewisselaars wordt het hete gas afgekoeld (in het eerste geval door de omgevingslucht, en in het tweede door water), en verandert hierbij van gasvormige naar vloeibare toestand. Vooraleer het vloeibare koelmiddel het condensatiedeel verlaat, wordt het in de onderkoeler geleid, waar het tot onder zijn verzadigingstemperatuur wordt afgekoeld. Dit compenseert de drukval over de vloeistofleidingen en verhoogt de capaciteit van de verdamper.
Na het verlaten van de onderkoeler stroomt het vloeibare koelmiddel in het vloeistofreservoir, waar het teveel aan koelmiddel in de koelstand wordt opgeslagen om het volumeverschil (koelmiddelzijde) tussen de pijpencondensor en de warmteterugwinningscondensor te compenseren. Het vloeibare koelmiddel stroomt door de filterdroger, waar eventuele deeltjes of vochtigheid uit het koelmiddel worden gefilterd, en dan door de expansieklep.
Het mengsel van vloeibaar en gasvormig koelmiddel onder lage druk dat dan is ontstaan, stroomt de verdamper binnen en neemt de warmtebelasting van het gekoelde water over. De cyclus is nu compleet en kan weer helemaal herbeginnen.
Koelmiddelcircuit EWAD-BJYNN - EWAD-BJYNN/Q EWAD-BJYNN/A - EWAD-BJYNN/Z
WL1ST1
Y6
EVAPORATOR
WL2ST2
Y6
Condenser coil Pijpenbundel condensor Oil separator Olieafscheider Compressor Compressor Evaporator Verdamper Electronic expansion valve Elektronische expansieklep Water inlet Waterinlaat Water outlet Wateruitlaat Evaporator heater Verdamperverwarming Filter dryer Filterdroger
D - KIMAC00411-09NL - 35/56
Page 36
Engels Nederlands
Water outlet Wateruitlaat
Engels Nederlands
Water inlet Waterinlaat Heat recovery Warmteterugwinning Liquid receiver Vloeistofreservoir Oil separator Olieafscheider Compressor Compressor Condenser Condensor Filter-dryer Filterdroger Temperature sensor Temperatuursensor Evaporator Verdamper Expansion valve Expansieklep Evaporator heater (optional) Verdamperverwarming (optie)
Controller
Koelmiddelcircuit
EWAD-BJYNN – EWAD-BJYNN/Q
POS. COMPONENT POS. ONDERDEEL
1 High pressure switch 1 Hogedrukschakelaar 2 Oil differential pressure switch 2 Olieverschildrukschakelaar 3 Low pressure switch 3 Lagedrukschakelaar 4 Check valve 4 Terugslagklep 5 Safety valve 5 Veiligheidsklep 6 7 Sight glass 7 Kijkglas 8 Expansion valve 8 Expansieklep 9 2-way shut-off valve 9 2-wegs afsluiter 10 Oil injection solenoid valve 10 Magneetklep olie-inspuiting 11 1/4" SAE flare valve 11 1/4" SAE flareklep
2-way angle valve with gas charge port
6 2-wegs haakse afsluiter met gasvulpoort
EWAD-BJYNN/A – EWAD-BJYNN/Z
met optie voor warmteterugwinning
D - KIMAC00411-09NL - 36/56
Page 37
Controller
De controller kan worden gebruikt om de instelpunten van de unit te veranderen en de bedrijfsparameters te controleren. De bedrijfsstatus van de unit, de programmeringswaarden en instelpunten (bijv. temperatuur en druk van vloeistoffen zoals water en koelmiddel) worden aangegeven op een display. Deze controller maximaliseert het energierendement en de betrouwbaarheid van de koeler van DAIKIN. Door middel van gesofisticeerde software met predictieve logica selecteert hij een combinatie van compressor, elektronische expansieklep en condensorventilator die stabiele bedrijfsomstandigheden en een maximaal energierendement biedt. De compressoren worden automatisch afgewisseld zodat ze allemaal ongeveer even veel bedrijfsuren werken. De controller beschermt vitale componenten voor externe signalen die de sensoren in het systeem meten, waaronder: motortemperatuur, koelmiddelgas- en oliedruk, juiste fasevolgorde en fasefout.
Besturingsdeel - hoofdkenmerken:
Beheer van de capaciteitsverschuiving van de compressor en de elektronische expansieklep in overeenstemming met het verdeelde multiprocessorsysteem
Koelers in staat te werken met gedeeltelijke storingen dankzij het verdeelde multiprocessorsysteem
Volledige operationele routines voor volgende omstandigheden:
- Hoge omgevingstemperatuur
- Hoge thermische belasting
- Hoge temperatuur inlaatwater aan verdamper (opstarten)
Weergave van temperatuur inlaat-/uitlaatwater aan verdamper
Weergave van condensatie- en verdamptemperatuur- en -druk, en van aanzuigzijdige en perszijdige
superverwarmingstemperaturen voor elk circuit
Regeling van uitlaattemperatuur van gekoeld water. Temperatuurafwijking ± 0,1°C
Urentellers voor compressoren en verdamperpompen
Weergave van status van beveiligingen
Gelijkmatige verdeling van het aantal bedrijfssessies en bedrijfsuren van de verschillende
compressoren
Uitstekend beheer van compressorbelasting
Beheer van koeltorenventilatoren op basis van condensatiedruk
Automatisch herstarten na stroomonderbreking (instelbaar)
Gereduceerde last (soft load)
Reset retourtemperatuur
Reset volgens temperatuurwaarde buitenlucht
Instelpunt resetten
Vraagbeperking of stroombeperking
Speedtrol-besturing (optie)
Veiligheid - elk koelmiddelcircuit
Hoge druk (drukschakelaar) Lage druk (drukschakelaar) Overbelasting compressor Magnetothermische beveiliging condensorventilator Hoge perstemperatuur op de compressor Fasebewaking Storing overgang ster / delta Lage verschildruk tussen aanzuig- en perszijde Lage drukverhouding Hoge oliedrukval Lage oliedruk
D - KIMAC00411-09NL - 37/56
Page 38
Veiligheid - systeem
Fasebewaking Vorstbeveiliging Eén signaal verdamperstroom naar controller (legt de unit stil) Input aan/uit op afstand.
Regeltype
Proportioneel + integraal + derivatieve regeling met feedback input afkomstig van de temperatuursensor aan de wateruitlaat van de verdamper.
Condensatie
De condensatieregeling kan gebaseerd zijn op temperatuur of op druk. De ventilatoren kunnen worden beheerd op basis van de AAN/UIT-stand of met een 0/10 modulatiesignaal.
Controller-terminal
Kenmerken van de controller-terminal:
Lcd met achtergrondverlichting met 4 lijnen van 20 karakters
Klavier met 15 toetsen met “duidelijke taal”
Geheugen voor beveiliging van de gegevens
Alarm-led voor algemene storingen
Met paswoord beveiligde toegang op 4 niveaus voor veranderen van de instellingen
Serviceverslag met alle bedrijfsuren en algemene omstandigheden
Alarmhistoriek voor hulp bij analyse van problemen.
Onderhoud op afstand en monitorsysteem
De controller kan lokaal of via modem worden gemonitord met het monitorprogramma.
Het monitorsysteem is de beste oplossing:
Om alle informatie op één lokale en/of remote pc te centraliseren
Om alle parameters voor elke aangesloten unit te controleren
Om data van temperatuur en druk te loggen
Om alarmen, parameters en grafieken af te drukken
Om meerdere vestigingen in verschillende geografische gebieden vanuit één centraal station te besturen
Om de servicecentra te beheren
Met het monitorsysteem kunnen:
Alle bedrijfsomstandigheden voor elke controller worden weergegeven
Hun graphics worden weergegeven
De actuele alarmen worden weergegeven en afgedrukt
Verbindingen tot stand worden gebracht tussen een lokale en een remote computer via een telefoonlijn
(modem)
Units IN/UIT worden geschakeld
Instelpunten worden veranderd.
Afstandsbediening
Het belang van de compatibiliteit met monitorsystemen neemt steeds maar toe in de HVAC-branche. De controller van de unit biedt een gemakkelijke interface met BMS-systemen (Building Management Systems) van de buitenwereld, waaronder:
systemen die volledig compatibel zijn met Siemens, Johnson;
alle MODBUS-compatibele systemen (Satchwell, Honeywell);
D - KIMAC00411-09NL - 38/56
Page 39
BacNet point-to-point, ECHELON FTT10 (verkrijgbaar op verzoek).
BEDIENING WARMTE
-
Microprocessor
-
Microprocessorbesturing van warmteterugwinning
Alle units met watergekoelde warmteterugwinningscondensors beschikken over een bijkomende “microprocessorbesturing” voor het beheer van de warmteterugwinningsfunctie van de unit. De microprocessor is geïnstalleerd binnenin de hoofdbesturingskast, onder het klavier. (zie de afbeelding hieronder)
Klavier
Bediening koeler
TERUGWINNING
Keuzeschakelaar “Q7” “0” Koelstand “1” Stand warmteterugwinning
besturing van warmteterugwinnin g
Carel type “IR32”
Wij gebruiken twee verschillende modellen van microprocessorbesturing. IR32W units met twee warmteterugwinningscondensors IR32Z units met drie of vier warmteterugwinningscondensors
Beide modellen zijn uitgerust met PT100 NTC-temperatuursensoren (NTC= negatieve temperatuurcoëfficiënt) voor de besturing van de inlaatwatertemperatuur van de warmteterugwinningscondensor en om de temperatuur van het warme uitlaatwater te meten. De temperatuursensoren worden geleverd met elektrische aansluiting op de microprocessor, maar nog niet geïnstalleerd in de sensorhulzen van de leidingen; de installatie moet ter plaatse worden uitgevoerd door de installateur.
Identificatie van de sensoren: “W10” installeren aan de condensorinlaat “W11” installeren aan de condensoruitlaat
Functie
Wanneer de stand voor warmteterugwinning is geactiveerd door middel van de keuzeschakelaar Q7, als de sensor “W10” een watertemperatuur onder het actuele instelpunt meet, laat de besturing de eerste trap de vierwegsklep omschakelen van de koelerstand naar de stand warmteterugwinning. Als de temperatuur van het instelpunt niet wordt bereikt, activeert de microprocessor de overige beschikbare besturingstrappen (afhankelijk van het aantal koelmiddelcircuits). Maar als de watertemperatuur hoger is dan het instelpunt, schakelt de microprocessor de besturingstrappen uit tot de temperatuur weer tot binnen het regelbereik is gedaald. De stromingsschakelaar van de warmteterugwinningscondensor moet natuurlijk ingeschakeld zijn; anders activeert de unit de warmteterugwinningscyclus niet. De microprocessorbesturing wordt normaal ingesteld in de fabriek. Meer informatie over het controleren en veranderen van instelpunten vindt u in de bij de unit geleverde gebruiksaanwijzing.
D - KIMAC00411-09NL - 39/56
Page 40
Warmteterugwinning
Units met warmteterugwinningscondensors zijn uitgerust met een bijkomende microprocessor (TC10, zie het elektrisch bedradingsschema) voor temperatuurregeling van warm water, met twee, drie of vier besturingstrappen, afhankelijk van het aantal warmtewisselaars op de unit (één trap per compressor). Voor informatie over het instellen van deze microprocessor, zie de specifieke handleiding die bij de unit is geleverd. De stand voor warmteterugwinning is alleen beschikbaar bij een koelvraag terwijl de systeembelasting in evenwicht kan worden gehouden door het aantal draaiende compressoren en hun belasting te veranderen. Volg de onderstaande punten op om de unit in de stand voor warmteterugwinning te laten draaien:
1) Controleer of de installateur de waterstromingsschakelaar heeft geïnstalleerd en controleer de elektrische
aansluiting aan de aansluitklemmen M3.426 en M3.427 binnenin het elektrische paneel
2) Controleer of de microprocessorsensor geïnstalleerd is in de sensorhuls van de gemeenschappelijke verdeler
van de waterretour (uitgevoerd door de installateur)
3) Controleer het instelpunt van de temperatuur van het retourwater op het display van de “TC10”-
microprocessor (Carel IR32). Zorg ervoor dat de maximaal toegestane watertemperatuur niet wordt overschreden (zie bedrijfsbeperkingen) om te voorkomen dat de unit wordt uitgeschakeld wegens hoge druk.
4) Schakel de waterpomp in
5) Zet de keuzeschakelaar Q7 op “ON” zodat de unit in de stand voor warmteterugwinning kan draaien. Als de
TC10-microprocessor warm water vraagt, schakelt de vierwegsklep in het koelmiddelcircuit van werking van pijpenbundel van de condensor over naar werking van warmteterugwinningscondensor (eerste besturingstrap) en worden verder nog bijkomende circuits geactiveerd tot de temperatuur van het warme retourwater het instelpunt heeft bereikt. In dat scenario zijn de ventilatormotoren van de respectievelijke pijpenbundels van de condensors uitgeschakeld. Wanneer de microprocessor het aantal besturingstrappen vermindert, verandert de vierwegsklep het koelmiddelcircuit van de stand voor de warmteterugwinningscondensor naar die voor de pijpenbundel van de condensor, en worden ook de respectievelijke ventilatormotoren ingeschakeld.
6) Bij een watertekort in de warmteterugwinningscondensor wordt de unit automatisch in de stand voor alleen
koelen geschakeld.
Standaardregelaars
Hogedrukregeling De hogedrukschakelaar schakelt de compressor uit wanneer de persdruk groter is dan het instelpunt.
Fase-/spanningsbewaking
De fase-/spanningsbewaking is een voorziening die bescherming biedt tegen problemen met de driefasige elektrische motor, zoals bijv. stroomonderbrekingen, fasefouten en fase-omkering. Wanneer een dergelijk probleem zich voordoet, wordt een signaal “open contact” naar de microprocessor gestuurd, die vervolgens alle inputs uitschakelt. Zodra er weer stroom is, worden de contacten gesloten en laat de microprocessor de compressoren weer draaien. Zodra de driefasige stroom hersteld is, moet het output-relais sluiten en moet het "bedrijfslampje" branden. Als het output-relais niet sluit, voer dan de volgende tests uit:
1. Controleer de spanning tussen L1-L2, L1-L3 en L2-L3 (L1, L2, L3 zijn de drie fasen). Deze spanningen moeten
gelijk zijn en mogen niet meer dan + 10% afwijken van de nominale driefasige spanning tussen de fasen.
2. Als deze spanningen uiterst laag of heel ongelijk zijn, moet u het spanningssysteem controleren om de oorzaak
van het probleem te bepalen.
3. Als de spanning in orde is, controleert u met een fasetester of de fasen in de volgorde A, B, en C zijn voor L1,
L2 en L3. De compressoren werken alleen als de draairichting juist is. Als de fasevolgorde moet worden veranderd, schakelt u de voeding uit en wisselt u twee van de voedingskabels van de hoofdschakelaar om. Dit kan nodig zijn aangezien de fase-/spanningsbewaking gevoelig is voor faseomkering. Schakel de stroom in. Het output-relais moet nu na een vertraging sluiten.
Setup van microprocessor voor warmteterugwinning
Units met warmteterugwinningscondensors zijn uitgerust met een bijkomende microprocessor (TC10, zie het elektrisch bedradingsschema) voor temperatuurregeling van warm water, met twee, drie of vier besturingstrappen, afhankelijk van het aantal warmtewisselaars op de unit (één trap per compressor). Voor informatie over het instellen van deze microprocessor, zie de specifieke handleiding die bij de unit is geleverd.
Hieronder vindt u de belangrijkste instelwaarden. Zie de handleiding van de microprocessor voor meer informatie.
D - KIMAC00411-09NL - 40/56
Page 41
ITEM Beschrijving Instelpunt
St1 Instelpunt temperatuur inlaatwater Max. 50 St2 N.V.T. CO Bedrijfsstand 1
P1 Differentieel instelpunt 2 P2 N.V.T. C4 Autoriteit 0.5 C5 1 C6 0 C7 3 C8 5
C9 0 C10 0 C11 0 C12 20” C13 1 C14 0 C15 0 C16 100 C17 5 C18 0 C19 0 C21 30 C22 43 C23 N.V.T. C24 N.V.T. P25 8 P26 55 P27 2 P28 20 C29 4 C30 N.V.T. C31 0 C32 1 C33 0 C50 4 C51 0
Onderhoud van het systeem
Algemeen
Een programma met periodieke inspecties moet worden opgesteld en uitgevoerd om ervoor te zorgen dat het systeem op volle capaciteit draait en om schade aan systeemcomponenten te voorkomen. De onderstaande informatie is bedoeld als richtlijn bij inspecties en moet voor een probleemloze werking worden gecombineerd met waarnemingen van het geluid van de compressor en goede elektrische praktijken. Controleer of het kijkglas in de vloeistoflijn van elk circuit vol en helder is. Als de indicator vochtigheid aangeeft en/of het kijkglas luchtbellen bevat, zelfs wanneer het systeem een volledige koelmiddelvulling heeft, moet het element van de filterdroger worden vervangen.
WAARSCHUWING
Het is ten strengste verboden om alle beschermingen van de bewegende onderdelen van de unit te verwijderen
Onderhoud van de compressor
De schroefcompressor vereist geen frequent onderhoud. Een trillingstest is echter wel een uitstekende controle van een goede mechanische werking. Trillingen in de compressor wijzen erop dat de compressor toe is aan
D - KIMAC00411-09NL - 41/56
Page 42
onderhoud; trillingen in de compressor hebben een negatieve invloed op de prestaties en het rendement van de unit. Het wordt aanbevolen om de compressor bij of kort na het opstarten te controleren met een trillingsanalyser, en dit jaarlijks te doen. Bij het uitvoeren van de test moet de belasting zo dicht mogelijk bij de nominale belasting worden gehouden. De analyse van de trillingen geeft een beeld van de compressor en, indien regelmatig uitgevoerd, kan dit problemen aan het licht brengen voordat zij ernstige storingen kunnen veroorzaken. De compressor wordt geleverd met een oliefilter van het cassettetype. Vervang dit filter best telkens wanneer de compressor wordt geopend voor service.
Elektrische besturing
Waarschuwing: Risico voor elektrische schokken. Schakel alle elektrische voedingen uit voordat service aan de
elektrische installatie wordt uitgevoerd.
Let op: Schakel de voeding van het volledige elektrische paneel uit, inclusief de carterverwarming, alvorens u er
service in uitvoert. Alvorens service uit te voeren aan het besturingspaneel, kijkt u best het bedradingsschema na en zorgt u dat u het bedieningssysteem van de waterkoeler begrijpt. De elektrische componenten vereisen geen speciaal onderhoud, op het maandelijks vastdraaien van de kabelaansluitingen na.
Waarschuwing: De waarborg vervalt als de aansluiting van de bedrading op de unit niet overeenstemt met de
specificaties. Een gesprongen zekering of een geactiveerde beveiliging wijzen op kortsluiting, een aardingsfout of overbelasting. Alvorens u de zekering vervangt of de compressor weer opstart, moet u de oorzaak van het probleem zoeken en het probleem oplossen. Het is belangrijk dat de service van dit paneel door een bevoegd elektricien gebeurt. Geknoei aan de besturing kan ernstige schade veroorzaken aan de apparatuur en doet de waarborg vervallen.
Kijkglas koelmiddel
De kijkglazen van het koelmiddel moeten periodiek worden gecontroleerd (wekelijks zou moeten volstaan). Een helder kijkglas betekent dat het systeem de juiste hoeveelheid koelmiddel bevat om door de expansieklep te stromen. Wanneer u in het kijkglas onder stabiele bedrijfsomstandigheden het koelmiddel ziet borrelen, wijst dit op een mogelijk tekort aan koelmiddel. Wanneer u gasvormig koelmiddel in het kijkglas ziet, kan dit ook wijzen op een te grote drukval in de vloeistoflijn; dit kan te wijten zijn aan een verstopte filterdroger of een blokkering ergens in de vloeistoflijn. Als onderkoelen over onvoldoende capaciteit beschikt, moet u koelmiddel toevoegen tot het kijkglas helder is. Als onderkoelen normaal is en u ziet gasbellen in het kijkglas, dan is de filterdroger toe aan vervanging. De vochtigheidsgraad van het koelmiddel wordt aangegeven door de kleurverandering van het element in het kijkglas. Als het kijkglas na ongeveer 3 uur werking geen droge toestand aangeeft, moet u de unit afpompen en de filterdrogers vervangen. De volgende tabel geeft aan hoe u de droge of vochtige toestand in het systeem kunt bepalen:
KLEUR BETEKENT
Groen (hemelsblauw) Droog
Geel (roze) Vochtig
Filterdrogers
De filterdroger wordt best vervangen bij een vaste servicebeurt van de unit wanneer u gasbellen in het kijkglas ziet, ook wanneer de onderkoeltemperatuur normaal is. De filterdroger moet ook worden vervangen als de kleur van de vochtigheidsindicator in het kijkglas een te hoog vochtgehalte aangeeft. Tijdens de eerste paar maanden dat de unit draait, moet de filterdroger mogelijk worden vervangen wanneer er zoals reeds beschreven gasbellen verschijnen in het kijkglas. Eventuele restdeeltjes van de werking van de unit, de compressor en allerlei componenten worden door het koelmiddel in de vloeistofleiding gevoerd en worden tegengehouden door de filterdroger. Om de filterdroger te vervangen, draait u de handbediende afsluiter van de vloeistoflijn dicht en pompt u de unit af door de schakelaars Q1, Q2 (AAN/UIT-schakelaars van compressoren) op de “uit”-stand te zetten. Zet de Q0-schakelaar om de unit in/uit te schakelen op de “uit”-stand. Sluit de aanzuiglijnklep. Vervang de filterdroger. Ontlucht de vloeistoflijn met de handbediende afsluiter om niet­condenseerbare gassen te verwijderen die in de lijn kunnen zijn geraakt bij het vervangen van het filter. Open de aanzuiglijnklep; open de handbediende afsluiter van de vloeistoflijn. Controleer het systeem op lekken alvorens de unit in te schakelen.
D - KIMAC00411-09NL - 42/56
Page 43
Elektronische expansieklep
Deze luchtgekoelde koelers zijn uitgerust met de meest geavanceerde elektronische expansieklep die een nauwkeurige besturing van de koelmiddelstroom mogelijk maakt. Elektronische expansiekleppen zijn onmisbaar geworden omdat de huidige systemen een beter energierendement vereisen, een betere temperatuurregeling, en een groter bereik van bedrijfsomstandigheden, en deze systemen kenmerken bieden zoals monitoring en diagnose op afstand. De kenmerken van de elektronische expansieklep maken ze uniek: korte openings- en sluitingstijd, grote precisie, positieve uitschakelfunctie waardoor geen bijkomende solenoïdeklep meer nodig is, zeer lineaire stroomcapaciteit, continue modulering van de massastroom zonder belasting op het koelmiddelcircuit en corrosiebestendige behuizing uit roestvrij staal.
Verdamper
De units worden geleverd met een geoptimaliseerde tegenstroomverdamper met enkele doorstroming van het koelmiddel. De verdamper is van het type met rechtstreekse expansie (2 verdampers voor units met 4 compressoren), met koelmiddel in de pijpen en water aan de buitenkant, pijpplaten uit halfhard staal, en rechte koperen buizen, die in een interne spiraal zijn gedraaid voor een hoger rendement, gestrekt op de pijpplaten. De buitenste plaat is verbonden met een elektrische verwarming met thermostaatregeling die bevriezing voorkomt bij omgevingstemperaturen tot -28ºC en bedekt is met een isolatiemateriaal met gesloten cellen. Elke verdamper heeft 2, 3 of 4 koelmiddelcircuits, één voor elke compressor. Elke verdamper is geproduceerd volgens de PED­normen. Normaal is de verdamper vrij van service.
D - KIMAC00411-09NL - 43/56
Page 44
Engels Nederlands
Water temperature sensor installation instructions Instructies voor installatie van watertemperatuursensoren Water connection customer assembly Wateraansluitingen uitgevoerd door klant Description Beschrijving Common entering water sensor Sensor gemeenschappelijk inlaatwater Common leaving water sensor Sensor gemeenschappelijk uitlaatwater Leaving water sensor evap #1 Sensor uitlaatwater verdamper #1 Leaving water sensor evap #2 Sensor uitlaatwater verdamper #2
Analog input Analoge input B1 Compressor board #1 B1 Compressor printplaat #1 Factory installed Gemonteerd in de fabriek
B2 Compressor board #1 B2 Compressor printplaat #1 Customer has to provide Ø6.5 mm thermo well for temperature control sensor De klant moet een Ø6,5 mm voelerhuls voorzien voor temperatuursensor Sensor wire is 12 m long from electrical panel Sensordraad is 12 m lang vanaf het elektrisch paneel
B2 Compressor board #2 B2 Compressor printplaat #2 Factory installed Gemonteerd in de fabriek
B2 Compressor board #4 B2 Compressor printplaat #4 Factory installed Gemonteerd in de fabriek
Flow switch #1 & #2 / Flow switch #3 & #4 Stromingsschakelaar #1 & #2 / Stromingsschakelaar #3 & #4
Differential pressure switch #1 & #2 / Differential pressure switch #3 & #4 Verschildrukschakelaar #1 & #2 / Verschildrukschakelaar #3 & #4
D - KIMAC00411-09NL - 44/56
Page 45
Warmteterugwinningscondensors
De condensors zijn van het type met platen en rechte pijpen die gemakkelijk te reinigen zijn. De standaardconfiguratie is met 2 doorstromingen. De unit heeft volledig geassembleerde onafhankelijke warmtewisselaars, één per circuit. Elke warmteterugwinningscondensor heeft naadloze koperen pijpen met integrale lamellen met hoog rendement, die walsgestrekt zijn in zware pijpplaten van halfhard staal. De waterverdelers zijn verwijderbaar en zijn voorzien van ontluchtings- en aftappluggen. De condensors zijn uitgerust met veiligheidskleppen met een veer.
De condensor is ontworpen volgens de PED-normen. De waterzijdige bedrijfsdruk bedraagt 10,5 bar. De standaardconfiguratie aan de kant van de wateraansluiting is met 2 doorstromingen. De installateur moet verdelers voor zowel de inlaat- als de uitlaataansluiting van water voorzien voor alle warmteterugwinningscondensors die op de unit zijn geïnstalleerd, evenals de stromingsschakelaar. Alle warmteterugwinningscondensors moeten in parallel worden aangesloten. Een bij de unit geleverde temperatuursensor moet op de inlaatwaterleiding worden geïnstalleerd voor de besturing van de cyclus van de warmteterugwinning.
Ventilatoren van de pijpenbundel van de condensors
De condensorventilatoren zijn van het schroefvormige type met schoepen met vleugelprofiel voor betere prestaties. De rechtstreekse koppeling op de elektrische motor helpt trillingen te beperken tijdens de werking. De driefasige motoren zijn standaard IP54 beveiligd (isolatieklasse F); zij zijn beveiligd tegen overbelasting en kortsluiting door middel van stroomonderbrekers in het elektrisch besturingspaneel.
Luchtgekoelde condensor (condensatiepijpenbundel)
De condensatiepijpenbundels zijn gemaakt van intern geoptimaliseerde naadloze koperen buizen in een getrapt rijenpatroon en mechanisch gestrekt tot DAIKIN gegolfde aluminium condensorlamellen met gleuven en met volledige lamellenkragen. Een integraal onderkoelercircuit maakt onderkoelen mogelijk om flashen van vloeistof op een efficiënte manier te voorkomen en de koelcapaciteit te vergroten zonder het opgenomen vermogen te vergroten. Zij zijn normaal onderhoudsvrij, op af en toe verwijderen van vuil van de buitenkant van de lamellen na. DAIKIN beveelt het gebruik van schuimende reinigingsmiddelen voor pijpenbundels aan; dit is verkrijgbaar bij winkels voor benodigdheden voor airconditioning. Ga voorzichtig om met dergelijke reinigingsmiddelen aangezien zij potentieel gevaarlijke chemische producten kunnen bevatten. Let op dat de lamellen niet worden beschadigd bij het reinigen.
Smeerolie
De olie smeert de lagers en andere bewegende onderdelen, maar zorgt ook voor de afdichting van de ruimten tussen de rotoren en andere potentiële punten van lekkage, en verhoogt zo de efficiëntie van de pomp. De pomp helpt ook de hitte van de compressie te verspreiden. Er wordt bijgevolg veel meer olie ingespoten dan vereist is voor alleen smering. De olieafscheider is geïnstalleerd op de perslijn van de compressor om de oliecirculatie in het koelmiddelcircuit te beperken. Door DAIKIN goedgekeurde smeerolie staat op het label van de compressor. De oliedruktransducer monitort de druk van de olie-inspuiting in de compressor. Als de oliedruk onder het instelpunt voor microprocessorbesturing is, stopt de compressor. De oliedruk wordt gegenereerd door de persdruk. Deze mag bijgevolg niet onder een minimumwaarde dalen, en hij zal stijgen naarmate de aanzuigdruk toeneemt om het vereiste drukverschil te behouden.
Carterverwarming en verwarming olieafscheider
De functie van de verwarming van de olieafscheider is te voorkomen dat olie wordt verdund met koelmiddel wanneer de compressor wordt uitgeschakeld. Dit zou immers de olie doen schuimen en er zou minder smeerolie naar de bewegende onderdelen stromen.
Waarschuwing: ervoor dat de verwarmingen minstens 12 uur vóór het opstarten van stroom zijn voorzien.
Koelmiddel
Koelmiddel vullen
Deze luchtgekoelde schroefkoelers zijn in de fabriek gevuld met een volledige vulling koelmiddel, maar het is mogelijk dat soms koelmiddel ter plaatse moet worden bijgevuld. Volg deze aanbevelingen wanneer lokaal koelmiddel wordt bijgevuld. Zie de hoeveelheid koelmiddel voor bedrijf in de tabel met fysieke gegevens (pagina 9-
15), volgens de versie van de unit (koeler of warmteterugwinning. De optimale hoeveelheid is die waarbij de unit onder alle bedrijfsomstandigheden kan draaien zonder dat er gas wordt gevormd in de vloeistoflijn. Wanneer de temperatuur van de vloeistoflijn niet daalt wanneer 2,0-4,0 kg koelmiddel wordt bijgevuld en de persdruk met 20-
D - KIMAC00411-09NL - 45/56
Page 46
35 kPa stijgt, dan is de onderkoeler bijna vol en bevat het systeem de juiste hoeveelheid koelmiddel. U kunt
x
x
x
x
x
x
koelmiddel bijvullen wanneer de belasting stabiel is, bij om het even welke buitentemperatuur. Laat de unit minstens 5 minuten draaien tot de trapregeling van de condensorventilatoren gestabiliseerd is bij normale bedrijfspersdruk. Vul de unit voor een optimaal resultaat bij terwijl per koelmiddelcircuit 2 of meer condensorventilatoren draaien. Wanneer de vochtigheidsindicator vochtigheid aangeeft, moet het systeem worden gevacumeerd om de oorzaak van het probleem op te lossen. Nadat het probleem is opgelost, moet het systeem gedroogd door een bijna perfect vacuüm te creëren. Gebruik hiervoor een verdringervacuümpomp. Wanneer het systeem werd geopend voor een grote reparatie (bijv. een revisie), moet de volgende procedure voor het vacumeren worden gevolgd:
1. Vacumeer het koelmiddelsysteem met een vacuümpomp tot 200 Pa (1,5 mm Hg).
2. Breek het vacuüm met stikstof tot de atmosferische druk is bereikt.
3. Herhaal stap 1 en 2 twee keer.
4. Vacumeer het koelmiddelsysteem tot 66,5 Pa. Het droge stikstof waarmee het vacuüm wordt gebroken neemt alle resterende vochtigheid en lucht in het systeem
op, en na driemaal vacumeren is het systeem praktisch volledig vrij van lucht en vochtigheid. Als verbrande olie of slib in het koelmiddelcircuit wordt gevonden (veroorzaakt door een doorverbrande compressormotor), moet het systeem zorgvuldig worden gereinigd met filterdrogers alvorens te vacumeren. Hierbij worden speciale filterdrogers gebruikt met een speciale hygroscopische stof in zowel de vloeistof- als aanzuiglijnen. Wanneer het systeem te veel koelmiddel heeft verloren, kan er ook olie uit het systeem gaan lekken. Controleer het olieniveau tijdens de werking – de olie moet zichtbaar zijn in het bovenste kijkglas van de olieafscheider.
1. Als de unit een beetje te weinig koelmiddel bevat, zijn bellen zichtbaar in het kijkglas. Vul koelmiddel bij.
2. Als het de unit aan een behoorlijke hoeveelheid koelmiddel ontbreekt, wordt de vorstbeveiliging waarschijnlijk geactiveerd. Vul koelmiddel bij zoals beschreven in de hierna beschreven vulprocedure.
Procedure voor bijvullen van een kleine hoeveelheid koelmiddel
1. Als een unit te weinig koelmiddel bevat, moet u eerst de oorzaak bepalen alvorens koelmiddel bij te vullen.
Lokaliseer en repareer eventuele koelmiddellekken. De aanwezigheid van olie is een goede indicator van een lek, maar u zult niet altijd olie zien. Vloeistoffen voor detectie van vloeistoflekken zijn goed om bellen aan te geven bij middelgrote lekken, maar voor kleine lekken kan een elektronische lekdetector nodig zijn.
2. Vul koelmiddel bij in het systeem via de klep op de inlaatleiding van de verdamper, tussen de expansieklep en
de verdeler van de verdamper. Volg de in “Koelmiddel vullen” beschreven procedure.
3. Het koelmiddel kan worden bijgevuld bij elke belasting.
Koelmiddel vullen
1. Sluit de fles met koelmiddel aan met een vulbuis op de vulklep op de verdeler van de verdamper. Open de kraan van de koelmiddelfles en verwijder de lucht uit de vulleiding voordat u de kraan vastdraait. Draai de aansluiting van de vulklep vast en vul koelmiddel bij.
2. Wanneer het koelmiddel stopt met in het systeem te stromen, start u de compressor en beëindigt u het vullen van koelmiddel.
3. Als u niet weet hoeveel koelmiddel moet worden bijgevuld, sluit u de kraan van de koelmiddelfles om de 5 minuten, waarna u verder bijvult tot het kijkglas helder is en er geen bellen meer zichtbaar in zijn.
Opmerking: Laat geen koelmiddel ontsnappen in de lucht. Vang koelmiddelresten op in een lege, schone en
droge fles. Verwijder vloeibaar koelmiddel via de klep op de onderkoeleruitlaat van de pijpenbundel van de condensor. Zet de fles in een bak vol met ijs om het koelmiddel gemakkelijker te kunnen verwijderen en vul de fles niet te veel (max. 70-80%).
Schema voor preventief onderhoud
Activiteit
Ref. Nr.
1 2 3 4 5
6
Aanzuigdruk meten en noteren Persdruk meten en noteren Bedrijfsspanning meten en noteren Stroomsterkte meten en noteren Controleer de hoeveelheid koelmiddel in het circuit en controleer op vochtigheid via het kijkglas Controleer de aanzuigtemperatuur en de
TYPE ACTIVITEIT FREQUENTIE
Wekelijks Maandelijks Halfjaarlijks Jaarlijks
D - KIMAC00411-09NL - 46/56
Page 47
oververhitting
x
x
x
7
8
9
Controleer de instelling en de werking van de veiligheden Controleer de instelling en de werking van de regelaars Inspecteer de condensor op aanslag of schade
Opstarten en stilleggen Opstarten
Controleer of alle afsluiters open zijn.
Open de watercirculatiepomp(en) alvorens de unit op te starten en regel de stroom door de verdamper en
de warmteterugwinningscondensors (indien voorzien) volgens de bedrijfsomstandigheden van de unit. Als er geen debietmeter voor het watersysteem is, regelt u best eerst de waterstroom door de in het schema van de drukval aangegeven differentieeldrukval over de warmtewisselaars in te stellen. Als laatste stap wordt de waterstroom geregeld terwijl de unit werkt tot de waarde “∆Τ” bij volledige belasting wordt bereikt.
Controleer of de temperatuursensoren van het inlaat- en uitlaatwater van de verdamper dezelfde temperatuur aangeven als de lokale thermometers; het verschil mag niet meer dan 0,1°C bedragen.
Controleer of de temperatuursensor van het inlaatwater van de warmteterugwinningscondensor (indien voorzien) in een sensorhuls op de gemeenschappelijke leiding is geïnstalleerd en dezelfde temperatuur als de lokale thermometer aangeeft; het verschil mag maximaal 0,1°C bedragen.
Controleer of de stromingsschakelaar(s) aangesloten is(zijn) op aansluitklemmen M3.8 – M3.23 van het elektrisch paneel voor de verdamper en op M3.426 – M3.427 voor warmteterugwinningscondensors (indien voorzien).
Controleer de aansluiting van de elektrische voeding van het elektrisch paneel en zet alle schakelaars op “OFF”. Zet de hoofdschakelaar Q10 en de keuzeschakelaar Q12 op “ON”. Hierdoor krijgen de elektrische verwarmingen van de compressoren en de olieafscheiders stroom.
Controleer of de software van de microprocessor overeenstemt met het type van de unit en of de instelpunten juist zijn. Zie de gebruiksaanwijzing van de controller voor meer informatie.
Zet de keuzeschakelaar Q0 op "Local". Zet Q0 op “remote" voor normale werking als de unit van op afstand wordt bestuurd.
Druk op de knop “on/off” op het klavier en wacht tot het groene lichtje brandt.
Q10 en Q12 moeten minstens 12 uur eerder op ON zijn gezet voordat u de keuzeschakelaar Q1 op ON
mag zetten. Bij een vraag om koelbelasting start de controller de overeenkomstige compressor. Herhaal deze stappen voor de keuzeschakelaars Q2, Q3 en Q4, afhankelijk van het aantal geïnstalleerde compressoren.
De unit gewoon stilleggen
Druk op de toets “on/off” op het klavier of gebruik de afstandsschakelaar om de voeding van de unit te onderbreken. Het groene lichtje wordt gedoofd en alle compressoren beginnen af te pompen en stoppen vervolgens.
Schakel de waterpompen uit.
De unit stilleggen voor een lange periode
Zet de keuzeschakelaar Q1 op “OFF”. De compressor pompt af en stopt dan.
Herhaal deze stappen voor de keuzeschakelaars Q2, (Q3 en Q4) om de andere compressoren te
stoppen.
Zet de keuzeschakelaar “Q0” van “Local” op “Off”.
Druk op de toets “on/off” op het klavier om de stroom van de unit te onderbreken, waarna het groene
lichtje wordt gedoofd.
Open de stroomonderbreker Q12 om het hulpcircuit te stoppen.
Open de hoofdschakelaar Q10 om de voeding van de unit te onderbreken. De elektrische verwarming van
de olie is dan uit. Om de unit opnieuw op te starten, moet u de olie minstens 12 uur laten opwarmen alvorens de compressoren in te schakelen.
Draai de afsluiters van de koelmiddelcircuits dicht.
D - KIMAC00411-09NL - 47/56
Page 48
Schakel de waterpompen uit.
Laat de waterwarmtewisselaars leeglopen of vul ze met glycol om ze te beschermen tegen de vorst.
De unit stilleggen voor onderhoud
Zet de keuzeschakelaar Q1 op “OFF”. De compressor pompt af en stopt dan.
Herhaal deze stappen voor de keuzeschakelaars Q2, (Q3 en Q4) om de andere compressoren te
stoppen.
Zet de keuzeschakelaar “Q0” van “Local” op “Off”.
Druk op de toets “on/off” op het klavier om de voeding van de unit te onderbreken. Het groene lichtje
wordt gedoofd.
Open de stroomonderbreker Q12 om het hulpcircuit te stoppen.
Open de hoofdschakelaar Q10 om de voeding van de unit te onderbreken. De elektrische verwarming van
de olie is dan uit. Om de unit opnieuw op te starten, moet u de olie minstens 12 uur laten opwarmen alvorens de compressoren in te schakelen.
Draai de afsluiters van de koelmiddelcircuits dicht.
Schakel de waterpompen uit.
Voer de service van de unit uit volgens het programma.
Procedure voor terugsturen van materiaal onder garantie
Materiaal mag alleen worden geretourneerd met de toestemming van de serviceafdeling van DAIKIN. Markeer het materiaal als “Retour” om de behandeling in onze fabriek te vergemakkelijken. Geretourneerde onderdelen worden niet automatisch vervangen. Vul hiervoor een aankoopbon in bij uw dichtstbijzijnde commercieel vertegenwoordiger. Op deze bon moet de naam van het onderdeel, het modelnummer en serienummer van de unit staan. DAIKIN zal het geretourneerde onderdeel inspecteren, en als de oorzaak een materiaal- of fabricagefout blijkt te zijn, krijgt de klant een krediet op zijn aankoop. Alle defecte onderdelen moeten worden geretourneerd naar de fabriek van DAIKIN met voorbetaalde transportkosten.
Service & wisselstukken
Vermeld altijd het modelnummer, retournummer (RMA) en het serienummer van de unit op het naamplaatje wanneer u onderhoud of wisselstukken bestelt. Bij het bestellen van wisselstukken moet ook de installatiedatum van de unit en de datum van het defect worden opgegeven. Voor een precieze definitie van het gevraagde wisselstuk, vermeldt u het codenummer. Als dit niet mogelijk is, geeft u een beschrijving van het gevraagde onderdeel.
D - KIMAC00411-09NL - 48/56
Page 49
Oplossen van problemen
PROBLEEM MOGELIJKE OORZAKEN MOGELIJKE OPLOSSINGEN
Compressor werkt niet
Overbelastings­relais compressor geactiveerd of stroom­onderbreker geactiveerd of zekeringen gesprongen Compressor maakt lawaai of trilt Compressor comprimeert of decomprimeert niet
1. Hoofdschakelaar open.
2. Systeemschakelaar unit open.
3. Circuitschakelaar staat op afpompen.
4. Stromingsschakelaar verdamper niet dicht.
5. Stroomonderbrekers open.
6. Zekering doorgebrand of stroomonderbrekers geactiveerd.
7. Probleem met fase of spanning.
8. Overbelasting compressor geactiveerd.
9. Defecte contactor (of contactorspoel) van compressor.
10. Systeem stilgelegd door beveiligingen.
11. Geen koeling vereist.
12. Elektrisch probleem motor.
13. Losse bedrading.
1. Onvoldoende spanning bij hoge belasting.
2. Losse voedingsbedrading.
3. Onevenwichtige spanning door probleem met netstroom.
4. Defecte bedrading of aardingsfout in de motor.
5. Hoge persdruk.
1. Intern probleem compressor.
2. Onvoldoende olie ingespoten.
1. Capaciteitsregeling defect.
2. Decompressiemechanisme defect.
3. Regelsolenoïden defect.
1. Sluit de schakelaar.
2. Controleer de status van de unit op het bedieningspaneel. Sluit de schakelaar.
3. Controleer de status van het circuit op het bedieningspaneel. Sluit de schakelaar.
4. Controleer de status van de unit op het bedieningspaneel. Sluit de schakelaar.
5. Sluit de stroomonderbrekers.
6. Controleer elektrische circuits en motor­wikkelingen op kortsluiting of aarding.
Controleer op eventuele overbelasting. Controleer op losse of verroeste
aansluitingen.
Verhelp het probleem en reset stroom-
onderbrekers of vervang zekeringen.
7. Controleer of fasen van de voedingsbedrading van de unit juist zijn aangesloten. Controleer spanning.
8. Overbelastingen moet met de hand worden gereset. Reset de overbelastingsknop.
Wis het alarm op de microprocessor.
9. Controleer de bedrading. Repareer of vervang de contactor.
10. Bepaal het type en de oorzaak van het stilleggen en verhelp het probleem alvorens opnieuw op te starten.
11. Controleer de besturingsinstellingen. Wacht tot de unit een koelvraag ontvangt.
12. Zie 6, 7, 8 hierboven.
13. Controleer spanning op vereiste punten in circuits. Draai alle aansluitpunten van voedingsbedrading vast.
1. Controleer voedingsspanning op te grote spanningsval.
2. Controleer alle aansluitingen en draai ze vast.
3. Controleer voedingsspanning.
4. Controleer motor en vervang indien defect.
5. Zie oplossingen voor hoge persdruk.
1. Neem contact op met DAIKIN.
2. Neem contact op met DAIKIN.
1. Zie hoofdstuk capaciteitsregeling.
2. Vervang.
3. Vervang.
D - KIMAC00411-09NL - 49/56
Page 50
Oplossen van problemen
PROBLEEM MOGELIJKE OORZAKEN MOGELIJKE OPLOSSINGEN
Hoge persdruk
Lage persdruk
Lage aanzuigdruk
Hoge aanzuigdruk
Unit schakelt niet in stand warmte­terugwinning
1. Persafsluiter gedeeltelijk dicht.
2. Systeem bevat niet-condenseerbare stof.
3. Ventilatoren draaien niet.
4. Ventilatorregeling verkeerd.
5. Warmteterugwinningscondensors vuil.
6. Te veel koelmiddel in systeem.
7. Pijpenbundel condensor vuil.
8. Lucht recirculeert van uitlaat in pijpenbundels van unit.
9. Lucht geblokkeerd in unit.
1. Windeffect bij lage omgevingstemperatuur.
2. Regeling condensorventilator verkeerd.
3. Lage aanzuigdruk.
4. Compressor draait onbelast.
1. Onvoldoende koelmiddel.
2. Verdamper vuil.
3. Verstopte filterdroger vloeistoflijn.
4. Storing expansieklep.
5. Waterstroming naar verdamper te laag.
6. Watertemperatuur uit verdamper te laag.
7. Ringpakking verdeler verdamper slipt.
1. Te hoge belasting - hoge watertemperatuur.
2. Decompressiemechanisme compressor open.
3. Oververhitting te laag.
1. Keuzeschakelaar "Q7" werkt niet.
2. Geen verwarmingsbelasting vereist.
3. Stromingsschakelaar werkt niet.
4. 4-wegs solenoïdeklep werkt niet.
5. Sensorelement "W10" niet bevestigd in
1. Open de afsluiter.
2. Verwijder de niet-condenseerbare stof uit de pijpenbundel van de condensor na het stilleggen.
3. Controleer zekeringen van ventilatoren en elektrische circuits.
4. Controleer of instelling unit in microprocessor overeenstemt met modelnummer van unit. Controleer of druksensor condensor van microprocessor goed werkt.
5. Maak de pijpen van de condensor schoon met mechanische of chemische middelen.
6. Controleer op teveel aan onderkoelen. Verwijder het teveel aan koelmiddel.
7. Maak de pijpenbundel van de condensor schoon.
8. Verwijder de oorzaak van recirculatie.
9. Verwijder obstructies bij unit.
1. Bescherm unit tegen te sterke wind op verticale pijpenbundels.
2. Controleer of instelling unit in microprocessor overeenstemt met modelnummer van unit.
3. Zie oplossingen voor lage aanzuigdruk.
4. Zie oplossingen voor compressor comprimeert niet.
1. Controleer kijkglas vloeistoflijn. Controleer unit op lekken.
2. Voer chemische reiniging uit.
3. Vervang.
4. Controleer oververhitting expansieklep en of klep goed opent. Vervang de klep alleen als ze zeker niet werkt.
5. Controleer waterdrukval over verdamper en regel de stroming bij.
6. Stel watertemperatuur op hogere waarde in.
7. Combinatie van lage aanzuigdruk en lage oververhitting kunnen wijzen op een intern probleem. Neem contact op met de fabriek.
1. Verminder belasting of voeg apparatuur toe.
2. Zie oplossingen hierna voor compressor comprimeert niet.
3. Controleer oververhitting op display microprocessor. Controleer installatie sensor aanzuiglijn en sensor zelf.
1. Vervang keuzeschakelaar
2. Voeg extra apparatuur toe.
3. Controleer waterpomp.
4. Controleer solenoïdeklep en controleer 4­wegsklep op blokkering. Vervang defecte componenten.
5. Bevestig element goed in sensorhuls.
D - KIMAC00411-09NL - 50/56
Page 51
sensorhuls.
6. Sensorelement "W10" geeft verkeerd signaal.
7. Besturing “TC10” microprocessor werkt
6. Vervang element.
7. Controleer voedingsaansluitingen of vervang ze.
niet.
D - KIMAC00411-09NL - 51/56
Page 52
Verplichte periodieke controles en opstarten van drukapparatuur
De units maken deel uit van categorie IV van de classificatie volgens de Europese Richtlijn PED 97/23/EG. Voor koelers die tot deze categorie behoren gelden bepaalde plaatselijke voorschriften met betrekking tot een periodieke inspectie door een geautoriseerd bedrijf. Controleer de plaatselijke voorschriften.
Page 53
Belangrijke informatie inzake het gebruikte koelmiddel
Dit product bevat gefluoreerde broeikasgassen die vermeld zijn in het Kyoto Protocol. Laat geen gassen ontsnappen in de lucht.
Type koelmiddel: R134a GWP-waarde (1): 1300
(1) GWP = aardopwarmingspotentieel De hoeveelheid koelmiddel is aangegeven op het naamplaatje van de unit.
Periodieke inspecties voor lekkage van koelmiddel kunnen vereist zijn, afhankelijk van de Europese of plaatselijke wetgeving. Neem contact op met uw plaatselijke dealer voor meer informatie.
Verwijdering
De unit bestaat uit metalen en plastic onderdelen. Deze dienen verwijderd te worden in overeenstemming met de plaatselijke voorschriften inzake verwijdering. Loodbatterijen dienen bezorgd te worden aan een gespecialiseerd inzamelcentrum.
D - KIMAC00411-09NL - 53/56
Page 54
Page 55
D - KIMAC00411-09NL - 55/56
Page 56
Wij behouden ons het recht voor om op om het even welk moment wijzigingen aan te brengen in het ontwerp en de constructie zonder kennisgeving. De afbeelding op de omslag is bijgevolg niet bindend.
Luchtgekoelde schroefkoelers
EWAD 650-C18BJYNN EWAD 550-C12BJYNN/Q EWAD 650-C21BJYNN/A EWAD 600-C10BJYNN/Z
DAIKIN EUROPE N.V.
DAIKIN EUROPE N.V.
DAIKIN EUROPE N.V.DAIKIN EUROPE N.V.
Zandvoordestraat 300 B-8400 Oostende – België www.daikineurope.com
Daikin-units zijn conform met de Europese regelgeving die de veiligheid van het product garanderen.
Daikin Europe N.V. neemt deel aan het EUROVENT-certificatieprogramma. De producten zijn zoals vermeld in de EUROVENT Directory of Certified Products (EUROVENT Lijst van gecertificeerde producten).
Loading...