Daikin EKACPG Operation manuals [nl]

INSTALLATIEHANDLEIDING
EN GEBRUIKSAANWIJZING
Adreskaart
EKACPG
1
A
B
C
D
EKACPG
LEES AANDACHTIG DEZE HANDLEIDING VOORALEER DE UNIT OP TE STARTEN. GOOI DEZE HANDLEIDING NIET WEG MAAR BEWAAR ZE IN UW ARCHIEF VOOR LATERE RAADPLEGING.
EEN FOUTE INSTALLATIE OF BEVESTIGING VAN APPARATUUR OF TOEBEHOREN KAN EEN ELEKTRISCHE SCHOK, KORTSLUITING, LEKKEN, BRAND OF ANDERE SCHADE AAN APPARATUUR VEROORZAKEN. GEBRUIK DAAROM UITSLUITEND DAIKIN-TOEBEHOREN DIE SPECIAAL ONTWORPEN ZIJN VOOR TOEPASSING MET DE APPARATUUR EN LAAT ZE OOK INSTALLEREN DOOR EEN VAKMAN.
RAADPLEEG BIJ TWIJFEL OVER DE INSTALLATIE­PROCEDURES OF HET GEBRUIK ALTIJD UW DAIKIN­VERDELER VOOR ADVIES EN INFORMATIE.
I
NLEIDING
Onze welgemeende dank voor de aankoop van deze EKACPG­adreskaart. Met deze adreskaart kunt u een DICN-systeem installeren en/of via het MODBUS-protocol communiceren met uw waterkoeler met een Building Management System of een monitoringsysteem.
Adreskaart
Installatiehandleiding en
gebruiksaanwijzing
EREIST
V
V
OORALEER
Bij verkeerde manipulatie kan uw adreskaart worden beschadigd. Houd daarom uw adreskaart vast aan de randen. Raak nooit de achterkant aan met uw handen.
I
NSTALLEREN
GEREEDSCHAP
U
DE
ADRESKAART
Controleer alvorens u de unit voor het eerst opstart of ze goed geïnstalleerd is. Lees daarom eerst aandachtig de montagehandleiding die is meegeleverd met de unit en de aanbevelingen van "Controle voor het opstarten".
VAN
VOOR
DE
ADRESKAART
DE
INSTALLATIE
MANIPULEERT
ATERKOELERMODELLEN
W
Deze specifieke adreskaart is ontworpen voor gebruik met de volgende waterkoelers
•EWAQ080~260DAYN****,
• EWYQ080~250DAYN****
*= , , 1, 2, 3, ..., 9, A, B, C, ..., Z
NHOUD
I
VAN
DE
C D
KIT
AB
Schakel de voeding uit vooraleer de adreskaart te installeren.

Adreskaart installeren

Plaats de 4 afstandhouders in de daartoe voorziene gaten in de printplaat A11P in de schakelkast zoals te zien in de afbeelding.
Deze kit bestaat uit:
Adreskaart Ferrietkern Plastic zak met 4 afstandhouders Installatiehandleiding
1
EKACPG
Adreskaart
4PW35237-1C
m
m
2
1
2
3
4
Installeer de adreskaart zoals te zien in de afbeelding:
Controleer of de adreskaart goed vast zit. De kop van de afstandhouders moet goed door de montagegaten in de 4 hoeken van de adreskaart zijn geduwd.

Bedrading aansluiten

In het geval van een DICN -setup (maximum van 4 koelerunits):
De bedrading tussen de master-unit en de slave-units moet worden uitgevoerd zoals te zien op het bedradingsschema en in de afbeelding hieronder.
Master-unit Slave-unit 1
Slave-unit 2
(optie)
Slave-unit 3
(optie)
In het geval van een MODBUS -communicatie-setup (maximum van 32 koelerunits):
De bedrading tussen de units moet worden uitgevoerd zoals te zien op het bedradingsschema en in het voorbeeld hieronder.
Unit 1 Unit 2 Unit 3 Unit 4
Te rm . Te rm. Term. Term.
1
S3A
ON OFF
S3A
ON OFF
S3A
ON OFF
S3A
ON OFF
2
3
44
500 m
Instelling van de S3A DIP-schakelaar op de printplaat Klem op de adreskaart (aansluiten op + en van RS485) Ferrietkern (draai de kabels er 2 keer rond) Omhoog naar BMS-klem
= instelling DIP-schakelaar
Voer de RS485 +/–-aansluiting voor Modbus-communicatie uit met een 2-dradige kabel van 0,75~1,25 mm
2
(maximum
500 m van BMS tot aansluiting op laatste unit in de reeks). Voor elke groep kabels die op de klemmen moeten worden
aangesloten, draait u de kabels eerst 2 keer door de ferriet­kern (1), waarna u de twee helften van de ferrietkern goed sluit (2):
2
1000 m
Voer de F1/F2-aansluiting uit voor DIII-communicatie met een tweedradige kabel van 0,75~1,25 mm
2
) (maximum
1000 m van begin tot einde). Voor F1/F2-aansluitingen op de master-unit en op de laatste
slave-unit in de reeks: strip de kabels en maak ze vast op de klem op de adreskaart zoals te zien in de afbeelding hieronder (detail C).
Voor F1/F2-aansluitingen op de slave-units tussen de master en op de laatste slave-unit in de reeks: strip de kabels (detail A) en maak ze vast op de klem op de adreskaart zoals te zien in de afbeelding hieronder (detail B).
10 m
1
Snijd de draden af.
>250 mm
>10 m
EKACPG
Adreskaart
4PW35237-1C
2
m
>10
02
03
04
05
06
15
16
Voor RS485+/–-aansluitingen op de units behalve de laatste unit in de reeks: strip de kabels (detail A) en maak ze vast op de klem op de adreskaart zoals te zien in de afbeelding hieronder (detail B).
Voor RS485+/–-aansluitingen op de laatste unit in de reeks: strip de kabels en maak ze vast op de klem op de adreskaart zoals te zien in de afbeelding hieronder (detail C).
:
10 m
A
LGEMENE
Zie het hoofdstuk "Aansluiting en setup van een DICN-systeem" in de bij de unit geleverde montagehandleiding en gebruiksaanwijzing voor de instellingen op de afstandsbediening en de bediening van de unit in een DICN-systeem.
LGEMENE
A
De adreskaart communiceert door middel van het Modbus-protocol.
BESCHRIJVING
BESCHRIJVING
VAN
VAN
DICN
ODBUS
M

Verschillende onderdelen van het communicatienetwerk

Het communicatienetwerk bestaat uit twee grote delen:
Het Building Management System (BMS) of monitoring­systeem.
De waterkoeler of meerdere waterkoelers.
Het BMS of een ander monitoringsysteem kan via de adreskaart communiceren met de waterkoelers. Het beheer van de communicatie verloopt volgens een master­slave-structuur met polling, waarbij het BMS de master is en de adreskaarten de slaves.
De koelerunit kan worden geïdentificeerd door de supervisor aan de hand van de toekenning van een adres binnen het Modbus-netwerk. Het adres van de koelerunit kan worden geprogrammeerd bij de configuratie van de BMS-instellingen.
De database met variabelen van elke waterkoeler met een geïnstalleerde adreskaart is het referentiepunt voor de leverancier van het monitoringsysteem in Modbus om een gepaste betekenis aan de variabelen toe te kennen. De variabelen kunnen worden gelezen en/of geschreven door het monitoringsysteem. Of de variabelen alleen lezen of lezen/ schrijven zijn, hangt af van de aangesloten waterkoeler en/of de gebruikte applicatie.
- Als het monitoringsysteem een waarde toekent aan een variabele met de status alleen lezen, wordt de opdracht niet uitgevoerd.
-Wanneer het monitoringsysteem een variabele opvraagt die niet beschikbaar is in een waterkoeler met een adreskaart, stuurt deze adreskaart deze variabele met een nulwaarde naar het monitoringsysteem. Het monitoringsysteem staat in voor het correct beheer hiervan.
-Wanneer het monitoringsysteem een waarde van een parameter probeert te schrijven die buiten het bereik valt, wordt het schrijven genegeerd.

Algemene informatie over het Modbus-protocol

Het in de adreskaart geïmplementeerde Modicon Modbus-protocol is conform met de inhoud van het volgende document:
Modicon Modbus Protocol
Reference Guide
juni 1996, PI-MBUS-300 Rev. J
Het geïmplementeerde Modbus-protocol is van het RTU-type (Remote Terminal Unit) op basis van transmissietijden van karakters. De configuratie gebruikt de multi-drop-functie van RS-485. Het adres dat binnen het Modbus-pakket wordt verzonden adresseert de koelerunit.
Geïmplementeerde opdrachten voor het Modbus­protocol
De geïmplementeerde opdrachten in het programma zijn:
Modbus-opdracht Betekenis Opmerkingen
01
read coil status (lees coil status)
read input status (lees ingang status)
read holding registers (lees houdregisters)
read input registers (lees ingang registers)
force single coil (forceer enkele coil)
preset single register (preset enkel register)
force multiple coils (forceer meerdere coils)
preset multiple registers (preset meerdere registers)
Opmerking:
Door de verscheidenheid aan waterkoelers met geïnstalleerde adreskaart wordt geen onderscheid gemaakt tussen ingangs­variabelen (met status alleen lezen) en uitgangsvariabelen (met status lezen/schrijven), zodat de kennis van de database en het beheer ervan afhangt van het in het monitoringssysteem aanwezige deel.
Door de algemene aard van het systeem reageert de adreskaart op dezelfde manier op verschillende Modbus-opdrachten.
Lees digitale variabele(n)
Lees digitale variabele(n)
Lees analoge variabele(n)
Lees analoge variabele(n)
Schrijf individuele digitale variabele(n)
Schrijf individuele analoge variabele(n)
Schrijf een reeks digitale variabelen
Schrijf een reeks analoge variabelen
vraagt de actuele status (ON/OFF) op van een groep logic coils of discrete input
vraagt de actuele status (ON/OFF) op van een groep logic coils of discrete input
leest de actuele binaire waarde in één of meerdere houdregisters
leest de actuele binaire waarde in één of meerdere houdregisters
forceert enkele coil op ON of OFF status
plaatst een specifieke binaire waarde in een houdregister
forceert een reeks opeenvolgende logic coils op status ON of OFF
plaatst specifieke binaire waarden in een reeks opeenvolgende houdregisters

Datavoorstelling van het Modbus-protocol

Digitaal Alle digitale data wordt gecodeerd met één enkele bit:
'0' voor OFF '1' voor ON
Alle digitale variabelen worden toegekend aan bits van opeenvolgende registers, elk met:
- de variabele met het lagere adres toegekend aan de minder significante bit
- de variabele met het hogere adres toegekend aan de meest significante bit.
3
EKACPG
Adreskaart
4PW35237-1C
Loading...
+ 8 hidden pages