Clarion NAX983HD Owners Manual [nl]

Owner’s manual
Mode d’emploi
Benutzerhandbuch
Manuale dell’utente
Gebruikershandleiding
Guía de usuario
Ägarhandbok
Manual do utilizador
NAX983HD
HDD NAVIGATION SYSTEM
SYSTEME DE NAVIGATION HDD
HDD-NAVIGATIONSSYSTEM
SISTEMA DI NAVIGAZIONE HDD
HDD-NAVIGATIESYSTEEM
SISTEMA DE NAVEGACIÓN HDD
NAVIGATIONSSYSTEM MED HÅRDDISK
SISTEMA DE NAVEGAÇÃO COM HDD (UNIDADE DE DISCO RÍGIDO)
HDD-NAVIGATIONSSYSTEM
1. Voorwoord
Veiligheidsmaatregelen
Neem tijdens het gebruik van dit navigatiesysteem de onderstaande veiligheidsmaatregelen in acht. Bewaar deze handleiding nadat u hem de eerste keer hebt doorgelezen op een handige plaats (zoals in het handschoenenvak van uw auto).
Waarschuwing
Dit navigatiesysteem dient niet als vervanging van uw eigen beoordelingsvermogen. De suggesties van het navigatiesysteem kunnen nooit prevaleren boven de plaatselijke verkeersregels, uw eigen beoordelingsvermogen, en/of uw wetenschap van verkeersregels. Negeer suggesties van het navigatiesysteem indien deze suggesties tot gevolg hebben dat: u een gevaarlijke of illegale manoeuvre maakt, u in een gevaarlijke positie geraakt, of u rijdt in een gebied dat u als onveilig beschouwt.
Het advies van het navigatiesysteem dient uitsluitend te worden beschouwd als een suggestie(s). Er zijn situaties waarin het navigatiesysteem: de locatie van het voertuig onjuist weergeeft, u niet de kortste route adviseert, en/of faalt u naar de gewenste stemming te dirigeren. In zulke situaties dient u op uw eigen rijvaardigheid en beoordelingsvermogen te vertrouwen, daarbij de aanwezige verkeersomstandigheden in aanmerking nemend.
Gebruik het navigatiesysteem niet om u te geleiden naar hulpdiensten. De database bevat geen complete lijst van lokaties van hulpdiensten als politie, brandweer, ziekenhuizen en klinieken. Gebruik in deze gevallen alstublieft uw beoordelingsvermogen en uw vermogen om de weg te vragen.
Als bestuurder bent u als enige verantwoordelijk voor uw veiligheid.
Ter vermijding van een verkeersongeval of een verkeersovertreding dient u zich te
beseffen dat de feitelijke weggesteldheid en verkeersregels prevaleren boven de informatie zoals opgenomen in het navigatiesysteem.
Dientengevolge kan de software inaccurate of onvolledige informatie bevatten als gevolg van tijdsverloop, wijzigingen in omstandigheden en/of de aard van de gebruikte informatiebronnen. U dient altijd de werkelijke verkeersomstandigheden en- regels tijdens het rijden in acht te nemen.
Het navigatiesysteem verschaft geen informatie met betrekking tot, en neemt in generlei wijze in aanmerking, verkeersregels en andere regels van de weg; snelheidsrestricties; weggesteldheid, inclusief weghelling en -percentage en/of de toestand van het wegdek; informatie met betrekking tot obstakels, inclusief hoogten en breedten van bruggen en tunnels; en/of andere prevalerende verkeers- en/of wegcondities. U dient altijd op uw eigen beoordelingsvermogen te vertrouwen, daarbij de aanwezige verkeersomstandigheden in aanmerking nemend.
Minimaliseer de tijdspanne waarin u tijdens het rijden naar het scherm kijkt.
De chauffeur mag de eenheid niet bedienen tijdens het rijden.
Parkeer het voertuig op een veilige plaats terwijl de chauffeur de eenheid bedient. Om veiligheidsredenen zijn sommige navigatiefuncties alleen beschikbaar wanneer het voertuig stilstaat en de handrem is aangetrokken.
Demonteer of wijzig deze eenheid nooit. Dit kan leiden tot ongelukken, brand of elektrische schokken.
Gebruik de eenheid nooit wanneer er sprake is van een storing, zoals wanneer er niets op het scherm verschijnt of het geluid niet te horen is. Dit kan leiden tot ongelukken, brand of elektrische schokken. Neem in dat geval contact op met uw dealer of met het dichtstbijzijnde Clarion Servicecenter.
Wanneer er een probleem optreedt, bijvoorbeeld wanneer vreemde materialen in de eenheid terecht zijn gekomen, de eenheid nat is geworden of er rook of een vreemde geur uitkomt etc., stopt u onmiddellijk de eenheid te gebruiken en raadpleegt u de dichtstbijzijnde dealer of het dichtstbijzijnde Clarion Servicecenter.
Als u het apparaat toch gebruikt in deze toestand, kan dat leiden tot ongelukken, brand of een elektrische schok.
Nederlands
NAX983HD
257
Waarschuwing
Gebruik alleen zekeringen met de juiste specificaties. Als u een afwijkende zekering gebruikt, kan dit leiden tot brand.
Vraag om veiligheidsredenen uw dealer of het dichtstbijzijnde Clarion Servicecenter de installatie of eventuele wijzigingen uit te voeren. De installatie van de eenheid dient door een deskundige te worden uitgevoerd.
Cautions
LET OP
Let op dat u tijdens het rijden het volume niet zo hard zet dat geluiden van buiten de wagen niet meer te horen zijn. Autorijden zonder dat u het geluid van buiten de auto kunt horen kan leiden tot ongelukken.
Gebruik de eenheid nooit voordat deze op de juiste wijze is geïnstalleerd in het voertuig. Dit kan leiden tot letsel of elektrische schokken.
Opmerkingen over de gegevens die zijn opgeslagen op
dit systeem
Nederlands
Wanneer u deze eenheid (NAX983HD) overdraagt, verkoopt of weggooit, dient u het volgende te bemerken en uw maatregelen te nemen.
Om uw privacy te beschermen
Initialiseer (verwijder) alle gegevens (adresgegevens etc.) inclusief privé-gegevens die op de vaste schijf en in het geheugen zijn
opgeslagen met behulp van de procedures in deze handleiding. Raadpleeg voor meer details “Standaardinstellingen terugzetten” (P. 309).
Over deze handleiding
Dit boek is de handleiding van het navigatiesysteem (NAX983HD), waarin de functies en bedieningsprocedures worden uitgelegd en enkele aanwijzingen worden voor de aansluiting op de hoofdeenheid (MAX688RBT,etc. zorgvuldig door voor het gebruik van het navigatiesysteem zodat u dit op de juiste manier kunt gebruiken.
• Bedenk dat het apparaat enigszins kan afwijken van de handleiding vanwege eventuele wijzigingen in de specificaties.
Symbolen die worden gebruikt in deze handleiding
Opmerking: : Lijsten die van belang zijn voor de bediening of die gegevens ter naslag bevatten. [ ] knop : Een knop op de hoofdeenheid (MAX688RBT,etc.*1) [ ] toets : Een menu-item op het scherm. : Titel en paginanummer van aanbevolen informatie.
*1: Dit apparaat wordt in de rest van deze handleiding “hoofdeenheid” genoemd.
258
NAX983HD
*1
) en het gebruik van de navigatiefuncties. Lees deze handleiding
Opmerkingen bij het gebruik
• Clarion is op geen enkele wijze aansprakelijk voor eventuele schade (inclusief, maar niet uitsluitend, de derving van winst of de wijziging of het verlies van gegevens) die het gevolg is van het gebruik of het niet kunnen gebruiken van dit product.
Over het navigatiesysteem
Belangrijk
• Om te voorkomen dat de accu leeg raakt, kunt u dit systeem het beste zoveel mogelijk gebruiken wanneer de motor draait.
• De behuizing kan warm worden vanwege de hogesnelheids-CPU van het apparaat. Wees voorzichtig wanneer u de eenheid moet aanraken tijdens de navigatie en kort nadat u de stroom hebt uitgeschakeld.
• Schakel de stroom van het voertuig uit wanneer u het contact van de bedrading moet verbreken. Als u dit niet doet, kunt u een storing veroorzaken.
Opmerking:
Wanneer u deze eenheid voor het eerst gebruikt of
wanneer u hem langere tijd niet hebt gebruikt, kan het 5 tot 15 minuten duren voordat de huidige locatie is bepaald met GPS. Zelfs wanneer u de eenheid echter vaak gebruikt, kan het 2 tot 3 minuten duren voor de huidige locatie kan worden bepaald met de GPS wanneer de omstandigheden ongunstig zijn.
De geleverde RDS TMC-informatie over
verkeersongevallen is wellicht niet bijgewerkt. De geleverde RDS TMC-informatie dient enkel als indicatie.
Wanneer de route (pad) niet kan worden
berekend, verplaatst u de gewenste bestemming naar de dichtstbijzijnde grote weg en voert u de opdracht opnieuw uit. Het kan gebeuren dat de juiste route niet kan worden gevonden wanneer de wagen zich te dicht bij de gewenste bestemming bevindt.
Wanneer uw voertuig is uitgerust met een
elektronische sleutel, mag u deze niet te dicht bij de navigatie-eenheid houden. Het navigatiesysteem werkt dan misschien niet goed.
Wanneer er elektrische apparatuur in de buurt van
de eenheid wordt gebracht die een sterke elektrische interferentie veroorzaakt, kan het scherm worden gestoord en lawaai ontstaan. Houd dergelijke apparatuur uit de buurt van de eenheid of gebruik deze niet wanneer u de eenheid gebruikt.
Over het vaste-schijfstation
Belangrijk
• Gegevens kunnen verloren gaan wanneer de eenheid defect raakt, een storing vertoont of beschadigd raakt. Het wordt aanbevolen dat u van de belangrijke persoonlijke gegevens een backup maakt met behulp van een USB-stick. ➜ “Een backup maken van gebruikersgegevens” (P. 309)
• Koppel de vaste schijf nooit zelf los. Wanneer gegevens schijf hierdoor gewist of vernietigd worden, vervalt de garantie op de reparatie.
• De werking van het navigatiesysteem kan beperkt zijn om de vaste schijf te beschermen wanneer de temperatuur extreem hoog of laag is. In dergelijke gevallen moet u wachten tot de temperatuur weer normaal wordt.
• Het licht zoemende geluid dat u hoort tijdens het gebruik is normaal en geen teken van een storing.
*1: Inclusief de opgeslagen locaties en hun data,
routedata, data die zijn opgeslagen in de Favorieten & Hitlist, instellingen uit het menu Instelling en data die werden geïmporteerd van de USB-stick (achtergronden, plaatsen waar snelheidscontroles plaatsvinden, etc.).
*1
die zijn opgeslagen op de schijf
*1
die zijn opgeslagen op de vaste
Nederlands
NAX983HD
259
Opmerkingen bij het gebruik
Over de USB-aansluiting
Belangrijk
• De USB-stick steekt uit en kan daardoor een risico vormen tijdens het rijden. In dergelijke gevallen kunt u een USB-verlengkabel gebruiken, maar let ook in dat geval op uw eigen veiligheid.
• De USB-sticks moeten worden herkend als “USB-apparaat voor massaopslag” om goed te kunnen functioneren. Sommige modellen werken misschien niet goed.
• Clarion is niet aansprakelijk voor het verloren gaan of beschadigd raken van data.
Wanneer u een USB-stick gebruikt, bevelen wij u aan van de data op deze stick ook een backup te maken op een pc of een vergelijkbaar apparaat.
• Databestanden kunnen in de volgende gevallen beschadigd raken wanneer u een USB-stick gebruikt: Wanneer u de USB-stick verwijdert of de
stroom uitschakelt tijdens het schrijven of
Nederlands
lezen van data. Als gevolg van statische elektriciteit of elektrische interferentie. Let op dat u de USB-stick alleen insteekt/ uitneemt wanneer deze niet wordt gebruikt.
• Sommige USB-sticks kunnen vanwege hun vorm niet in de hoofdeenheid worden gestoken. In dergelijke gevallen maakt u
gebruik van een USB-verlengkabel.
• In deze handleiding wordt geen aandacht besteed aan de aansluiting op een computer.
• Eventuele muziekbestanden (MP3, WMA, etc.) op de USB-stick kunnen niet worden afgespeeld.
De eenheid reinigen
Belangrijk
• U kunt de eenheid reinigen door met een zachte droge doek het vuil er af te vegen. Hardnekkig vuil kunt u voorzichtig verwijderen met een zachte doek met water en schoonmaakmiddel, waarna u de eenheid met een droge doek nawrijft. Gebruik nooit benzeen, thinner, autoreiniger, etc. aangezien deze stoffen de behuizing kunnen beschadigen en de verf losweken. Wanneer rubberen of plastic voorwerpen langere tijd in contact blijven met de behuizing, kan dit vlekken veroorzaken.
260
NAX983HD
Inhoudsopgave
1. Voorwoord ................................................................................................................ 257
Veiligheidsmaatregelen .............................................................................................. 257
Opmerkingen over de gegevens die zijn opgeslagen op dit systeem ........................ 258
Over deze handleiding ............................................................................................... 258
Opmerkingen bij het gebruik ...................................................................................... 259
Inhoudsopgave........................................................................................................... 261
2. Basisbediening......................................................................................................... 262
De eenheid IN/UIT-schakelen .................................................................................... 262
Bedieningsmodus wijzigen ......................................................................................... 262
Naam en functie van de knoppen en toetsen............................................................. 262
Typen menu’s en bewerkingen .................................................................................. 264
Functies kaartscherm................................................................................................. 268
Kaartscherm manipuleren .......................................................................................... 274
Korte procedures voor het ingeven van bestemmingen............................................. 277
3. De bestemming invoeren......................................................................................... 280
Uw bestemming zoeken in het menu Bestemming .................................................... 280
Uw bestemming zoeken in het kaartscherm............................................................... 284
Zoeken naar POI met de functie POI-favorieten ........................................................ 284
Uw bestemming zoeken in de Favorieten & Hitlijst .................................................... 285
De bestemming selecteren en de routeweergave starten.......................................... 286
4. Routeweergave......................................................................................................... 288
Kenmerken van het scherm Route weergeven .......................................................... 288
Over stembegeleiding ................................................................................................ 290
Route-instellingen wijzigen/bewerken ........................................................................ 290
Opmerkingen bij de routeweergave............................................................................ 294
Opmerkingen bij de stemweergave............................................................................ 295
5. Verkeersinformatie................................................................................................... 296
Verkeersinformatie weergeven................................................................................... 296
Opmerkingen bij verkeersinformatie........................................................................... 299
6. Systeeminstellingen................................................................................................. 300
Navigatie-instellingen ................................................................................................. 301
Instellingen weergave................................................................................................. 304
Gegevens registreren/aanpassen .............................................................................. 305
Instellingen klok.......................................................................................................... 307
Taalinstellingen .......................................................................................................... 307
Instellingen Volume/Stem........................................................................................... 307
Data inlezen van USB-stick........................................................................................ 308
Servicemenu .............................................................................................................. 308
Camera controle instellen........................................................................................... 309
Scherm aanpassen .................................................................................................... 310
7. Het menu Favorieten & Hitlijst gebruiken.............................................................. 311
Wat is Favorieten & Hitlijst?........................................................................................ 311
Favorieten & Hitlijst gebruiken.................................................................................... 311
8. Bewerkingen stemcommando’s.............................................................................. 314
Functies stemcommando’s......................................................................................... 314
Lijst met stemcommando’s......................................................................................... 315
Opmerkingen bij de stemcommando’s....................................................................... 317
9. Overige...................................................................................................................... 318
Probleemoplossing..................................................................................................... 318
Foutmeldingen............................................................................................................ 318
Over de positioneringsfout ......................................................................................... 319
Specificaties ............................................................................................................... 319
Nederlands
NAX983HD
261
2. Basisbediening
De eenheid IN/UIT-schakelen
Het navigatiesysteem wordt ingeschakeld wanneer de stroomvoorziening van het voertuig wordt ingeschakeld en weer uitgeschakeld wanneer de stroomvoorziening van het voertuig wordt uitgeschakeld. Het openingsscherm wordt afgebeeld wanneer het systeem wordt gestart en er wordt een waarschuwingsbericht weergegeven. Lees het bericht zorgvuldig door. Na enige tijd wordt de toets [OK] weergegeven. Druk op de toets [OK] om het scherm Huidige positie weer te geven.
Opmerking:
Wanneer u de eenheid de eerste keer gebruikt, kan het enige tijd duren voordat het GPS-signaal is ontvangen
en de huidige positie (van het voertuig) kan worden afgebeeld.
U kunt de eenheid niet bedienen zolang het openingsscherm nog wordt afgebeeld.
Bedieningsmodus wijzigen
Als u wilt wisselen tussen de schermen Navigatie en Audio, drukt u op de toets [AV] of de toets [MAP] die linksonder in het scherm worden afgebeeld.
Naam en functie van de knoppen en toetsen
Nederlands
Navigatie-eenheid
1
1 Indicatie AAN/UIT
Licht op wanneer de eenheid is ingeschakeld, dat wil zeggen, wanneer de spanning van het voertuig wordt ingeschakeld. Gaat uit wanneer de eenheid wordt uitgeschakeld doordat de contactsleutel wordt omgedraaid.
262
NAX983HD
2
2 USB-aansluiting
U kunt data herstellen of er een backup van maken met behulp van een lege USB-stick.Data inlezen van USB-stick” (P. 308), “Een backup maken van gebruikersgegevens” (P.
309), “Gebruikersgegevens herstellen” (P.
309)
Naam en functie van de knoppen en toetsen
Hoofdeenheid (Bijvoorbeeld: MAX688RBT)
In deze paragraaf worden alleen de knoppen van de MAX688RBT besproken die tijdens de Navigatie­modus worden gebruikt. Raadpleeg voor de andere knoppen de bedieningshandleiding van de MAX688RBT.
Opmerking:
Het navigatiesysteem zal niet correct werken als de hoofdeenheid is uitgeschakeld tijdens het rijden. Voor een nauwkeurige bepaling van de locatie van het voertuig rijdt u enige tijd op een vlakke weg zonder obstakels in de lucht (waar het GPS-signaal kan worden ontvangen).
1
2
Nederlands
1 knop [MAP]
Hiermee geeft u het kaartscherm van de huidige locatie weer. Het scherm wijzigt als volgt wanneer deze knop wordt ingedrukt tijdens het weergeven van een kaart in de modus Route weergeven:
Indrukken en vasthouden: Het scherm Details wordt weergegeven. Druk nogmaals om het kaartscherm weer te geven. Indrukken en loslaten: Wanneer u er voor hebt gekozen de route­informatie links in het scherm te laten weergeven, kunt u door op de knop te drukken achtereenvolgens wisselen naar Kruispunt zoomen, Details weergeven en Huidige locatie.
2 knop [MENU]/3 Toets [Navigation]
Druk op de [MENU]-knop om het menuscherm weer te geven. Raak de [Navigation]-toets aan om het navigatiemenuscherm weer te geven.
“Scherm aanpassen” (P. 310)
(Menuscherm)
NAX983HD
3
263
Typen menu’s en bewerkingen
In deze paragraaf worden de verschillende typen menuschermen op het tiptoetspaneel en hun bediening uitgelegd.
Bovenste menu (menu Bestemming)
Wanneer u op de knop [MENU] drukt, wordt het menuscherm Bestemming weergegeven. Door op het gewenste menu-item of het pictogram te drukken kunt u menuschermen weergeven of bewerkingen uitvoeren, zoals het ingeven van een bestemming. Wanneer u in het onderste deel van het scherm op een knop drukt, wordt het bijbehorende menu afgebeeld. Zie voor de procedure voor het ingeven van de bestemming “Korte procedures voor het ingeven van bestemmingen” (P. 277) en “De bestemming invoeren” (P. 280).
54
Nederlands
1 2 3
1 Toets [ ]
Het menuscherm Favorieten & Hitlijst weergegeven.
“menu Favorieten & Hitlijst” (P.265), “Het menu Favorieten & Hitlijst gebruiken” (P. 311)
2 Toets [Route]
Hiermee wordt het menuscherm Route weergegeven. Route-instellingen wijzigen/bewerken” (P.
290)
3 Toets [Instelling]
Hiermee kunt u het menuscherm Instelling weergeven. Systeeminstellingen” (P. 300)
264
NAX983HD
4 Toets [Volg.]
Hiermee geeft u het volgende scherm weer wanneer een menu meer dan één scherm bevat. Voor het bovenstaande scherm wordt de volgende pagina van het menu Bestemming weergegeven wanneer u op [Volg.] drukt. Wanneer de toets [Vorige] wordt afgebeeld, drukt u [Vorige] om terug te keren naar het vorige scherm.
5 Toets [Terug]
Hiermee keert u terug naar het vorige scherm.
Typen menu’s en bewerkingen
menu Favorieten & Hitlijst
Wanneer u op [ ] in het Bovenste menu of in het snelkoppelingsmenu voor Navigatie druk, wordt het menuscherm Favorieten & Hitlijst weergegeven. Uw favoriete locaties kunnen worden vastgelegd in [Favorieten] en plaatsen die regelmatig worden bezocht worden automatisch vastgelegd in [Frequent]. Vanuit het 3D-scherm Lijst van het menu Favorieten & Hitlijst kunt u eenvoudig een locatie ingeven. In het 2D scherm Lijst kunt u de items bewerken door ze te slepen. Zie voor meer informatie “Het menu Favorieten & Hitlijst gebruiken” (P. 311).
Nederlands
NAX983HD
265
Typen menu’s en bewerkingen
Snelmenu Navigatie
Wanneer u op de toets [NAVI] in het scherm Details weergeven drukt, worden de snelkoppelingen voor navigatie boven aan het scherm weergegeven. Druk op de gewenste menu-items of pictogrammen.
Nederlands
Toets [ ]:
Hiermee wordt het scherm Favorieten & Hitlijst weergegeven.
Toets [Best.]:
Hiermee wordt het bovenste menu van het navigatiesysteem weergegeven.
Toets [Route]:
Hiermee wordt het menuscherm Route weergegeven.
Toets [POI favoriet]:
Hiermee wordt het scherm POI zoeken voor nabije POI’s of POI op de route weergegeven in vijf categorieën. U kunt de categorieën aanpassen door op de toets [Instelling] in het scherm POI-favoriet te drukken. De vijf categorieën kunnen ook worden aangepast via het menu Instelling. ➜ “Instellingen POI-
favorieten” (P. 303)
Toets [ ]:
De laatste stembegeleiding wordt herhaald.
Toets [ ]:
Hiermee verbergt u het menu met navigatiesnelkoppelingen.
266
NAX983HD
Typen menu’s en bewerkingen
Menu Locatie (menu op bekeken kaart)
Nadat u over de kaart bent gescrolld door het kaartscherm aan te raken, drukt u op [OK] om het menu Locatie aan de linkerzijde van het scherm te laten afbeelden. U kunt de locatie onder de cursor in het midden van het scherm instellen als bestemming of deze opslaan in het Adresboek.
Toets [Terug]:
Hiermee keert u terug naar de positie op het kaartscherm voordat u op [OK] drukte.
Toets [Nieuwe best.]:
Hiermee stelt u de locatie onder de cursor in als de nieuwe bestemming. Wanneer er al een bestemming was ingesteld, wordt de oude bestemming geannuleerd zodra de nieuwe wordt ingesteld.
Toets [Etappe inv.]:
Wanneer er al een andere locatie is ingesteld als bestemming, kunt u de locatie onder de cursor instellen als punt onderweg. Wanneer u op deze toets drukt, word het scherm Aanpassen route weergegeven. Geef aan in welke volgorde de punten onderweg moeten worden gepasseerd.
“De route aanpassen” (P. 291)
Toets [Omg. Info]:
Hiermee wordt het menuscherm Zoeken voor de POI’s in de omgeving van de cursor weergegeven.
Toets [Huidige opsl.]:
Legt de locatie onder de cursor vast in het Adresboek.
Toets [Verwijder]:
Wanneer de cursor een eerder geregistreerde locatie aanwijst, wordt deze locatie uit het Adresboek verwijderd wanneer u op deze toets drukt.
Nederlands
NAX983HD
267
Functies kaartscherm
Typen kaarten
Er zijn twee typen kaarten: de 2D-kaart en de 3D-kaart. Sommige bewerkingen, zoals het scrollen over de kaart, verschillen per type kaart. Bovendien kunt u twee typen kaart tegelijk laten weergeven op een dubbel scherm en kunt u de richting van de kaart wijzigen. Wijzig de weergave van de kaart aan de hand van uw voorkeuren. ➜ “Kaart scrollen” (P. 274), “De kaartweergave wijzigen” (P. 274)
2D-kaart
3D-kaart
De 2D-kaart is een kaartscherm met een vlakke weergave net als in een atlas. Deze is geschikt voor het zoeken naar een bestemming en het bevestigen van de weg of de route.
Nederlands
De 3D-kaart is een kaartscherm waarin een perspectief vlak boven de auto wordt ingenomen in de richting waarin de auto rijdt. Deze is geschikt om een indruk te krijgen van de richting, omdat het perspectief van de rijrichting kan worden aangepast aan uw wensen.
268
NAX983HD
Functies kaartscherm
Indicators op de kaart
De indicators die op het kaartscherm worden afgebeeld zijn afhankelijk van de omstandigheden. In deze paragraaf worden de belangrijkste indicators op het kaartscherm besproken.
Indicators op de kaart van de huidige locatie
89
7
6
1 2 3 4
1 Toets [AV]
Hiermee opent u het Audioscherm.
2 Huidige straatnaam
Geeft de naam van de huidige straat.
3 Autosymbool
Geeft de huidige locatie en rijrichting van uw auto aan. U kunt dit symbool wijzigen. Autosymbool” (P. 304)
4 Markering kaartrichting/GPS­ontvangststatus
Geeft kaartrichting aan. U kunt de kaartrichting wijzigen. De kaartweergave wijzigen” (P.
274) Bovendien wordt de ontvangststatus van het GPS-signaal aangegeven door de kleur van de vier hoekframes rondom de richtingaanduiding.
Blauw
: ontvangen in 3D
Geel
: ontvangen in 2D
Rood
: geen signaal ontvangen
5
Nederlands
5 Klok
Geeft de actuele tijd weer.
6 Toets [NAVI]
Hiermee opent u het menu met snelkoppelingen voor navigatie.
7 Toets [Zoom]
Druk op deze toets om in of uit te zoomen op de kaart. In-/Uitzoomen op de kaart” (P. 274)
8 Schaal kaart
Toont de schaal van de kaart die momenteel wordt weergegeven.
9 Toets [TMC]
De toets [TMC] wordt groen en het tijdstip waarop voor het laatst data werden ontvangen wordt bovenin aangegeven terwijl er TMC­informatie wordt ontvangen. Druk op de toets [TMC] om het menuscherm RDS-TMC weer te geven. Instellingen TMC- verkeersinformatie” (P. 302)
NAX983HD
269
Functies kaartscherm
Indicators op de gescrollde kaart
Indicators worden weergegeven nadat de kaart is gescrolld. Tijdens het scrollen is alleen de cursor zichtbaar op de kaart.
5
1
2
3 4
1 Toets [Terug]
Nederlands
Hiermee keert u terug naar de kaart van de huidige locatie.
2 Toets [OK]
Hiermee opent u het menu Locatie. U kunt de locatie onder de cursor instellen als de bestemming of deze opslaan. ➜ “Menu Locatie (menu op bekeken kaart)” (P. 267)
3 Scrollcursor
Wordt weergegeven terwijl u de kaart scrollt.
4 Breedtegraad-/Lengtegraad informatie
Toont de breedtegraad/lengtegraad van de locatie onder de cursor. U kunt instellen of u deze informatie wilt laten weergeven. ➜“Informatie bij scrollen” (P. 303)
5 Locatie-informatie
Wanneer de cursor op een opgeslagen locatie, bestemming of punt onderweg wordt gezet, wordt de naam ervan afgebeeld. Als het TMC-pictogram in de cursor staat, wordt de TMC-informatie weergegeven.
270
NAX983HD
Functies kaartscherm
Indicators die worden weergegeven tijdens de modus Route weergeven
Wanneer er eenmaal een bestemming is ingesteld en de reis is gestart, worden de route en andere informatie op de kaart weergegeven. ➜ “Kenmerken van het scherm Route weergeven” (P. 288)
546
1
2 3
1 Kleine pijl voor volgende afslag
Toont in welke richting en over hoeveel kilometer er moet worden afgeslagen op weg naar het volgende punt op de route. U kunt instellen of u deze informatie wilt laten weergeven. Instellingen weergeven” (P. 301) Deze indicator wordt niet weergegeven in de gedeelde schermweergave.
2 Verwachte aankomsttijd en afstand naar de bestemming
De verwachte aankomsttijd op de bestemming en de afstand vanaf de huidige locatie worden weergegeven. De resterende tijd en afstand naar de volgende etappe worden daarnaast afgebeeld, mits er tenminste één etappe is ingesteld.
3 Te volgen route
De te volgen route naar de bestemming wordt afgebeeld. De kleur van de route kan worden gewijzigd. ➜“Routekleur” (P. 304)
4 Richting bestemming
Geeft de richting naar bestemming aan vanaf de huidige locatie.
5 Punt volgende aanwijzing
Geeft aan op welk punt u de volgende aanwijzing krijgt.
6 Naam volgende kruisende weg en afstand
De afstand tot het volgende kruispunt en de naam van de volgende kruisende weg worden afgebeeld wanneer u er ongeveer 600 m (2 km op een snelweg) van verwijderd bent.
Nederlands
NAX983HD
271
Functies kaartscherm
Kaartsymbolen
Dit navigatiesysteem geeft informatie over wegen en faciliteiten aan met symbolen en kleuren.
Kleur van de wegen
Snelwegen : Hoofdwegen B-wegen
: :
(Geel met rode rand) (Rood) (Geel)
Kaartsymbolen (voorbeelden)
De volgende kaartsymbolen worden op de kaart afgebeeld.
Universiteit of hogeschool
Hotel
Restaurant
Winkelcentrum
Supermarkt
Golfbaan
Jachthaven
Jachthaven
Overige faciliteiten
Nederlands
Gemeentehuis
Militaire basis
Vliegveld
Centraal station
Station
Veerbootterminal
Parkeerplaats
Parkeergelegenheid
Parkeergarage
Autoverhuurbedrijf
Benzinestation
Historische locatie
Wetenschapsmuseum ­Kunstmuseum
VVV
Park & Ride
Recreatiepark
Sportcomplex
Bibliotheek
Bijzondere locaties
Symbolen voor bijzondere locaties worden afgebeeld in het scherm Kruispunt zoomen, etc. U kunt zelf instellen of ze moeten worden afgebeeld. ➜ “Weergave symbolen bijzondere locaties” (P. 301)
272
Ziekenhuis
Hotel
NAX983HD
Benzinestation
Restaurant
Parkeerplaats
Functies kaartscherm
TMC-verkeersinformatiesymbolen
Wanneer het systeem RDS-TMC-verkeersinformatie ontvangt, worden de details hiervan afgebeeld op de kaart. TMC-verkeersinformatie wordt afgebeeld op de kaart door middel van symbolen en een informatiekleur voor verkeersopstoppingen. ➜ “Verkeersinformatie” (P. 296)
Voorbeeld van de weergave van TMC-verkeersinformatie
Scherm Huidige positie met verkeersinformatie
Symbolen voor TMC-verkeersinformatie
Scherm met TMC-verkeersinformatie op route
Ongeluk
Verkeersopstopping
Tegenliggers op rijbaan
Verminderd zicht door mist
Wind
Auto met pech
Vertraging
Beperkt aantal rijbanen
Regen
Informatie
Gevaar
Wegwerkzaamheden
Wegdek in slechte toestand
Sneeuw
Belangrijke gebeurtenis
Informatiekleur verkeersopstopping
Afgesloten : Paars Opstopping : Rood Matig :Geel Vrije doorstroming : Groen Geen data (onbekend) : Niet weergegeven (geen kleur)
Spookrijder
Weg afgesloten
Gladde weg
Weer
Nederlands
NAX983HD
273
Kaartscherm manipuleren
Kaart scrollen
Wanneer u het kaartscherm aanraakt, wordt er een cursor in het midden afgebeeld en kunt u de kaart scrollen. Voor de 2D-kaart raakt u de kaart aan om te scrollen in de aangeraakte richting. Voor de 3D-kaart raakt u het bovenste gedeelte van de kaart aan om in de aangeraakte richting te scrollen en het linker of het rechter deel om de kaart te roteren.
2D-kaart
Nederlands
3D-kaart
In-/Uitzoomen op de kaart
Wanneer u de toets [Zoom] op het kaartscherm aanraakt, worden de insteltoetsen voor de schaal weergegeven.
De 2D-kaart kan in 11 stappen worden aangepast en de 3D-kaart in 10.
Toets [-] :
Hiermee wordt de schaal van de kaart uitgezoomd en ziet u een groter gebied. Houd de knop ingedrukt om in de vrije zoommodus te komen.
Toets [+] :
De kaart wordt ingezoomd en u ziet meer details. Houd de knop ingedrukt om in de vrije zoommodus te komen.
Toets [2D/3D]: Hiermee wordt het menuscherm Kaart weergeven geopend. ➜ “De kaartweergave wijzigen” (P. 274)
Opmerking:
De toets [2D/3D] wordt niet weergegeven wanneer u over de kaart scrollt.
Toets [Terug]: Hiermee keert u terug naar de huidige locatie in het kaartscherm.
Toets [OK]: U kunt de locatie onder de cursor instellen als de bestemming of opslaan in het Adresboek. Menu Locatie (menu op bekeken kaart)” (P.
267)
Kaart van de huidige positie van de auto weergeven
Wanneer de knop [MAP] op de hoofdeenheid wordt ingedrukt, wordt de kaart van de huidige locatie afgebeeld met de positie van het voertuig in het midden. Wanneer de wagen rijdt, is dit ook het geval.
274
NAX983HD
De kaartweergave wijzigen
In het kaartscherm kunnen de oriëntatie en de weergave van de kaart worden gewijzigd.
Schermvoorbeelden
2D-kaart
Kaartscherm manipuleren
3D-kaart
2D/2D-kaart
2D/3D-kaart
Druk op de toets [Zoom] op het kaartscherm van de locatie van het voertuig en druk vervolgens op de toets [2D/3D] rechts onderdaan het scherm. Het menu Kaart weergeven wordt afgebeeld.
Opmerking:
U kunt deze instelling ook aanpassen vanuit [Navigatie] dat wordt afgebeeld wanneer u op de toets [Instelling] drukt in het bovenste menu. Instellingen kaart weergeven” (P. 301)
[D]/[d] toets: Hiermee scrollt u door het menu Kaart weergeven. Toets [2D]: De kaartweergave wordt gewijzigd in de platte weergave zoals in een atlas.
Toets [3D]: De kaartweergave wordt gewijzigd in een perspectief van boven de wagen in de rijrichting van de wagen.
Opmerking: Als u de 3D-hoek wilt wijzigen, stelt u de “3D­weergave” in zoals hieronder wordt uitgelegd.
Toets [2D/2D]: Hiermee worden twee 2D-kaarten weergegeven, respectievelijk rechts en links in het scherm. Dit is handig als u twee kaarten in verschillende schaal wilt bekijken.
Opmerking:
Als u de oriëntatie of de schaal van de linker kaart wilt wijzigen, stelt u de “Linker kaart richting” of Inst. weergave links” in zoals hieronder besproken.
Toets [2D/3D]: Hiermee beeldt u links een 2D-kaart en rechts een 3D-kaart af in het gedeelde scherm.
Opmerking:
Als u de oriëntatie of de schaal van de linker kaart wilt wijzigen, stelt u de “Linker kaart richting” of Inst. weergave links” in zoals hieronder besproken.
Details weergeven”: Tijdens de modus Route weergeven: zet dit op AAN om de naam, de afstand en de richting waarin moet worden afgeslagen te laten weergeven in de linkerhelft van het scherm.
•[AAN] Het scherm Details wordt weergegeven.
•[UIT] Het scherm Details wordt niet weergegeven.
Kruispunt zoomen”: Hiermee wijzigt u de instelling van Kruispunt zoomen waarop altijd de richting van de afslag op het volgende kruispunt wordt aangegeven.
•[AAN] De close-up Kruispunt zoomen wordt weergegeven.
•[UIT] De close-up Kruispunt zoomen wordt niet weergegeven.
Kaartrichting”: Hiermee wijzigt u de kaartrichting. Deze optie is beschikbaar wanneer de hoofdkaart of de rechter kaart is ingesteld op de 2D-modus.
•[In rijrichting] De kaart wordt afgebeeld met de richting boven.
•[Noorden] De kaart wordt afgebeeld met het noorden boven.
Nederlands
NAX983HD
275
Kaartscherm manipuleren
Inst. weergave links”: Hiermee wijzigt u de schaal van de linker kaart. Deze optie is beschikbaar wanneer u een gedeelde kaartmodus hebt gekozen.
•[–]
De kaart wordt ingezoomd en u ziet meer details.
•[+]
Hiermee wordt de schaal van de kaart uitgezoomd en ziet u een groter gebied.
Linker kaart richting”: Hiermee wijzigt u de kaartrichting van de linker kaart. Deze optie is beschikbaar wanneer een gedeeld kaartscherm wordt weergegeven.
•[In rijrichting]
De kaart wordt afgebeeld met de richting boven.
•[Noorden]
De kaart wordt afgebeeld met het noorden boven.
3D-weergave”: Hiermee wijzigt u hoek van de 3D-kaart. Deze optie is beschikbaar wanneer een 3D-kaart wordt weergegeven.
•[Instellen]
Nederlands
De toetsen voor het instellen van de hoek worden afgebeeld. U kunt de hoek verhogen door op de toets [E] te drukken en verlagen door op de toets [e] te drukken.
Toets [Verb. kaart]: Hiermee verbergt u de kaart en toont u het scherm dat alleen het volgende punt op de route bevat (scherm Details). Dit scherm kan ook worden bekeken door lang te drukken op de knop [Map]. Wanneer het navigatiesysteem zich niet in de modus Route weergeven bevindt, wordt het scherm met de richting van het voertuig weergegeven.
276
NAX983HD
Korte procedures voor het ingeven van bestemmingen
Als u een routeweergave wilt starten, bedient u het navigatiesysteem met de volgende procedure:
Selecteer de zoekmethode in het menuscherm Bestemming en zoek vervolgens naar de gewenste bestemming.
Selecteer een geschikte methode al naar gelang de plaats die u zoekt.
Bevestig de positie van de plaats die gevonden wordt in het menuscherm Locatie bepalen of het menuscherm Plaats en stel vervolgens de bestemming in.
U kunt de gevonden plaats opslaan in het Adresboek of u kunt de informatie bevestigen en instellen als bestemming.
Start de routeweergave in het menuscherm Route bepalen.
U kunt ook andere voorstellen voor routes laten afbeelden of de informatie voor de route bevestigen. Naast de bovengenoemde procedure kunt u ook een bestemming kiezen door over de kaart te scrollen of in het menu Favorieten & Hitlijst.
De bestemming instellen door het adres in te geven
In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u de bestemming precies instelt, waarbij als voorbeeld een adres in het menu Bestemming wordt ingevoerd. Lees deze uitleg goed door, want de procedure lijkt erg op de andere ingeefmethoden voor bestemmingen. Zie voor andere methoden om een bestemming in te geven “De bestemming invoeren” (P. 280).
Nederlands
1. Druk in de navigatiemodus op de knop
[MENU] van de hoofdeenheid. Het bovenste menu (menu Bestemming) van het navigatiesysteem wordt afgebeeld.
2. Druk op de toets [Adres].
Het scherm voor het invoeren van het adres wordt afgebeeld.
3. Wanneer de naam van het land waar u
naartoe wilt niet wordt afgebeeld, drukt u op de toets [Land] (Wanneer het scherm Adres wordt afgebeeld, ziet u de vorige landnaam). Vervolgens wordt er een lijst met landnamen afgebeeld.
4. Druk op de naam van het land waar u naartoe wilt. De naam van het gekozen land wordt afgebeeld.
[I] / [i] Hiermee gaat u stap voor stap door de lijst. [D] / [d] Hiermee gaat u pagina voor pagina door de lijst.
5. Druk op de toets [Stad].
Opmerking:
U kunt het ingeven van een stad overslaan en rechtstreeks de naam van de straat invoeren.
NAX983HD
277
Korte procedures voor het ingeven van bestemmingen
6. Voer de naam van de gewenste stad in door de letters op het scherm aan te raken en vervolgens op [OK] te drukken.
[] Hiermee wist u de laatst ingevoerde letter. [Terug] Hiermee keert u terug naar het vorige scherm. [Alle steden] Toont alle steden voor het opgegeven land voor de zoekbewerking. [Laatste 5 steden] Toont een lijst van de laatste vijf stedennamen die u hebt gebruikt. Druk op de naam van de stad waar u naartoe wilt.
[Alle wissen]
Nederlands
Hiermee wist u alle letters die u tot nu toe hebt ingevoerd. [A-Z] Hiermee opent u een alfabetisch toetsenbord voor invoer. [Accent] Hiermee opent u een toetsenbord voor speciale tekens.
[0-9] Hiermee opent u een numeriek toetsenbord voor invoer. [Symbolen] Hiermee opent u een toetsenbord voor symbolen. [OK] Start de zoekbewerking in de database met de ingegeven tekens en opent uiteindelijk de lijst met stadsnamen.
Opmerking:
Wanneer u op [OK] drukt, wordt de lijst met namen
van steden weergegeven, zelfs als u nog niet alle tekens hebt ingevoerd.
Als tijdens het ingeven van de letters het aantal
steden kleiner of gelijk wordt aan vijf, wordt de lijst automatisch getoond.
7. Druk op de naam van de stad waar u naartoe wilt. Het systeem keert nu terug naar het invoerscherm voor het Adres.
[(Alfabet)] Hiermee scrollt u naar de de verschillende eerste letters. Het totale aantal items in de lijst wordt links in het scherm aangegeven.
8. Druk op de toets [Straat]. Het scherm voor het invoeren van de Straat wordt afgebeeld.
Opmerking:
U hoeft de straat niet in te voeren. Als u op [OK] drukt, gaat u naar stap 13.
9. Voer de gewenste straatnaam in door de letters op het scherm aan te raken en vervolgens op [OK] te drukken. Voer de straatnaam op dezelfde manier in als de stad. De lijst met straatnamen wordt afgebeeld.
278
NAX983HD
Korte procedures voor het ingeven van bestemmingen
10.Druk op de naam van de straat waar u naartoe wilt. Het systeem keert nu terug naar het invoerscherm voor het Adres.
11.Druk op de toets [Huisnummer]. Het scherm voor het invoeren van het huisnummer wordt afgebeeld.
Opmerking:
U hoeft het huisnummer niet in te voeren. Als u op [OK] drukt, gaat u naar stap 13.
12.Voer het huisnummer in door op de cijfers op het scherm te drukken en druk vervolgens op [OK]. Het menu Locatie bepalen wordt afgebeeld. De gevonden plaats wordt aangegeven met “ ” op de kaart.
13.Bevestig de locatie door op [OK] te drukken.
Het menu Route bepalen wordt weergegeven met de kaart met daarop de geselecteerde bestemming.
Opmerking:
In dit scherm kunt u de gevonden plaats registreren of faciliteiten (POI) in de omgeving zoeken. Menu Locatie bepalen” (P. 286)
14.Druk op de toets [Start].
De routeweergave wordt gestart.
Nederlands
Opmerking:
In dit scherm kunt u ook kiezen voor alternatieve routes die aan andere voorwaarden voldoen, meer informatie over de route vinden en etappes instellen.
“Menu Route bepalen” (P. 286)
Opmerking:
Het bereik van de huisnummers die u kunt invoeren wordt weergegeven onder in het scherm.
NAX983HD
279
3. De bestemming invoeren
Uw bestemming zoeken in het menu Bestemming
U kunt met verschillende methoden zoeken naar een bestemming in het menu Bestemming. Gebruik een geschikte methode voor de plaats waar u naartoe wilt.
Menuscherm 1 Bestemming
Nederlands
Menuscherm 2 Bestemming
1. Druk op de knop [MENU]. Het menu Bestemming wordt weergegeven. Druk op de toets [Volg.] om het volgende menuscherm weer te geven.
Opmerking:
U kunt het menuscherm Bestemming ook afbeelden door te drukken op de toets [Best.] in het menu met navigatiesnelkoppelingen dat u kunt openen door te drukken op de toets [NAVI] op het kaartscherm.
2. Druk op de gewenste zoekmethode. Raadpleeg voor de verdere procedure de respectievelijke paragrafen.
280
NAX983HD
Uw bestemming zoeken in het menu Bestemming
Naar adres
Raadpleeg voor het zoeken met [Adres], “De bestemming instellen door het adres in te geven” (P. 277)
Op adresboek
Geeft een plaats die in het navigatiesysteem geregistreerd staat als bestemming.
Opmerking:
Als u deze functie wilt gebruiken, moeten er vooraf plaatsen zijn vastgelegd. ➜ “Adresboek” (P. 305)
1. Druk op de toets [Adresboek].
2. Druk in het Adresboek dat wordt weergegeven op de gewenste opgeslagen locatie. [Sort.] U kunt de sorteermethode selecteren.
•[naar nr.]: Items worden afgebeeld in de
geregistreerde volgorde.
•[naar naam]: Items worden afgebeeld in
alfabetische volgorde.
•[naar symbool]: Items worden weergeven
aan de hand van symbooltype.
•[naar groep]: Items worden weergeven aan
de hand van groepen.
Opmerking:
U kunt een nieuwe locatie opslaan door te drukken
op de toets [Geen (nieuwe)].
De toetsen [naar symbool] of [naar groep] zijn
beschikbaar wanneer er minstens één opgeslagen locatie is waarvoor dit soort informatie beschikbaar is.
Zie voor opslaan of bewerken “Adresboek” (P.
305).
3. Bevestig de locatie van de bestemming door op [OK] te drukken.
4. Druk op de toets [Start].
Naar POI (Point of Interest)
Selecteer de categorie van de plaats en verklein de selectie door het gebied of de naam op te geven en vervolgens te selecteren naar welke plaats u toe wilt. Wanneer u op de toets [naar naam] drukt, kunt u zoeken door de naam in te voeren.
1. Druk op de toets [POI].
2. Druk op de gewenste categorie. Wanneer er een aanvullende lijst met categorieën wordt afgebeeld, drukt u op de categorie van uw keuze.
3. Voer de naam van de stad en de locatie in en druk op [OK].
4. Druk in de afgebeelde lijst met plaatsen op de plaats waar u naartoe wilt. [naar naam] De lijst wordt gesorteerd in alfabetische volgorde wanneer u op deze toets drukt. Deze toets wordt weergegeven wanneer de lijst is ingesteld op de volgorde vlakbij. [naar afstand] De lijst wordt gesorteerd op afstand wanneer u op deze toets drukt. Deze toets wordt weergegeven wanneer de lijst is ingesteld op alfabetische volgorde.
5. Bevestig de locatie van de bestemming door op [OK] te drukken.
6. Druk op de toets [Start].
Naar POI in de omgeving
Selecteer de categorie van de plaats en zoek vervolgens naar plaatsen rond de huidige locatie.
1. Druk op de toets [POI in omgeving].
2. Druk op de gewenste categorie. Wanneer er een aanvullende lijst met categorieën wordt afgebeeld, drukt u op de categorie van uw keuze.
3. Druk in de afgebeelde lijst met plaatsen op de plaats waar u naartoe wilt.
4. Bevestig de locatie van de bestemming door op [OK] te drukken.
5. Druk op de toets [Start].
Nederlands
NAX983HD
281
Uw bestemming zoeken in het menu Bestemming
Naar huis
Wanneer uw thuisadres is opgeslagen, kunt u zich op eenvoudige wijze naar huis laten geleiden.
Opmerking:
Wanneer uw thuisadres niet is geregistreerd, kunt u dit doen door te drukken op de toets [Thuis (nieuw)]. Wanneer de lijst met zoekmethoden verschijnt, registreert u uw thuisadres met de gewenste methode. U kunt uw thuisadres ook registreren vanuit de [Opgeslagen gegevens] van de instellingen voor navigatie. ➜ “Thuis” (P. 305)
1. Druk op de toets [Thuis].
De route naar uw huis wordt berekend en de routeweergave wordt gestart.
Naar postcode
U kunt op bestemmingen zoeken door een landnaam en de postcode van de plaats waar u naartoe wilt in te voeren.
Opmerking:
In sommige landen of districten kan het lastig zijn bepaalde plaatsen te vinden. In dergelijke gevallen
Nederlands
kunt u zoeken op postcode gebruiken als een aanvulling op zoeken op adressen.
1. Druk op de toets [Postcode].
2. Druk op de toets [Land] en druk op de
gewenste landnaam.
3. Druk op de toets [Postcode].
Het scherm voor het invoeren van de
postcode wordt afgebeeld.
4. Voer de postcode in door op de cijfers op het scherm te drukken.
5. Druk op de toets [OK].
Lees voor de rest van de procedure de paragrafen die gaan over uw eigen land.
Wanneer het [Land] is ingesteld op
Verenigd Koninkrijk of Nederland
1. Druk op de toets [Zoek nauwkeurig]. [Zoek gebied] Hiermee beeldt u de naam af van de stad die hoort bij de ingevoerde postcode. De procedure voor het zoeken van een plaats is gelijk aan die voor het zoeken op een adres.
2. Bevestig de locatie van de bestemming door op [OK] te drukken. Als er een andere plaats wordt afgebeeld dan die waar u naartoe wilt, drukt u op [Terug] om terug te keren naar het vorige scherm en voert u vervolgens de procedure uit van “Wanneer het [Land] niet is ingesteld op Verenigd Koninkrijk of Nederland” hieronder.
3. Druk op de toets [Start].
Wanneer het [Land] is ingesteld op een ander land dan het Verenigd Koninkrijk of Nederland
1. Druk op de toets [Zoek gebied].
2. Druk op de naam van de gewenste stad om
deze te selecteren. Het scherm voor het invoeren van het adres wordt afgebeeld.
3. Voer indien nodig de straatnaam en het
huisnummer in en druk op [OK].
4. Druk op de toets [Start].
Naar vorige bestemming
Eerder gebruikte bestemmingen worden geregistreerd in de lijst met vorige bestemmingen (tot 100 locaties). U kunt een bestemming invoeren door hem uit deze lijst te selecteren. Wanneer de lijst met vorige bestemmingen meer dan 100 items bevat, worden de oudste automatisch gewist.
1. Druk op de toets [Vorige bestemming].
2. Druk in de lijst met vorige bestemmingen op
de locatie waar u naartoe wilt.
3. Druk op de toets [OK].
4. Druk op de toets [Start].
Naar vorig startpunt
U kunt de laatste startlocatie instellen als de bestemming. Wanneer u een terugweg wilt uitzetten vanaf een bereikte bestemming, is dit de beste methode om de nieuwe bestemming snel in te stellen.
1. Druk op de toets [Vorig startpunt].
2. Bevestig de locatie van de bestemming door
op [OK] te drukken.
3. Druk op de toets [Start].
Naar opgeslagen route
Hiermee selecteert u een route die eerder werd geregistreerd en stelt u deze in als nieuwe route.
Opmerking:
Als u deze functie wilt gebruiken, moet er één of meer routes zijn geregistreerd. Wanneer er momenteel een route is ingesteld, kunt u deze route registreren door te drukken op [Geen (nieuwe)] wanneer de route ten minste één etappe bevat. U kunt ook de huidige route registreren met het menu Route. Opgeslagen routes” (P. 306)
1. Druk op de toets [Opgeslagen route].
2. Druk in de lijst met opgeslagen routes op de
route die u wilt instellen.
3. Druk op de toets [Start].
282
NAX983HD
Uw bestemming zoeken in het menu Bestemming
Naar snelwegoprit/afrit
U kunt zoeken naar een oprit of afrit van een snelweg en deze instellen als bestemming.
1. Druk op de toets [Oprit / Afrit snelweg].
2. Druk op de toets [Land] en druk indien nodig
op de gewenste landnaam.
3. Druk op de toets [Snelweg].
4. Voer de naam van de snelweg in en druk op
[OK].
5. Druk in de afgebeelde lijst van snelwegen op de gewenste snelweg.
6. Selecteer de toetsen [Oprit] of [Afrit].
7. Druk in de afgebeelde lijst opritten en afritten op de plaats waar u naartoe wilt. [naar afstand] De lijst wordt gesorteerd op afstand wanneer u op deze toets drukt. Deze toets wordt weergegeven wanneer de lijst is ingesteld op de volgorde langs de weg. [volgens weg] De lijst wordt gesorteerd in volgorde langs de weg wanneer u op deze toets drukt. Deze toets wordt weergegeven wanneer de lijst is ingesteld op de volgorde vlakbij.
8. Bevestig de locatie van de bestemming door op [OK] te drukken.
9. Druk op de toets [Start].
Naar kruispunt
U kunt een kruispunt opgeven als bestemming door de twee namen van de straten die elkaar kruisen in te voeren en die als bestemming in te stellen.
1. Druk op de toets [Kruispunt].
2. Druk op de toets [Land] en druk indien nodig op de gewenste landnaam.
3. Druk op de toets [Stad], voer de naam van de stad in en druk op [OK]. U kunt ook zonder een naam in te voeren doorgaan.
4. Druk in de afgebeelde lijst van steden op de gewenste stad.
5. Druk op de toets [1e straat], voer de naam van de straat in en druk op [OK].
6. Druk in de afgebeelde lijst van straten op de gewenste straat.
7. Selecteer de 2e straat met dezelfde handelingen als de 1e.
8. Bevestig de locatie van de bestemming door op [OK] te drukken.
9. Druk op de toets [Start].
Naar stadscentrum
U kunt een stadscentrum opgeven door de naam van dit stadscentrum in te voeren en deze in te stellen als bestemming.
1. Druk op de toets [Stadscentrum].
2. Druk op de toets [Land] en druk indien nodig
op de gewenste landnaam.
3. Druk op de toets [Stad], voer de naam van de stad in en druk op [OK]. Wanneer u op [OK] drukt zonder de naam van een stad in te voeren, wordt er een lijst van alle stadscentra in het opgegeven land afgebeeld.
4. Druk in de afgebeelde lijst van stadscentra op het gewenste stadscentrum. [naar naam] De lijst wordt gesorteerd in alfabetische volgorde wanneer u op deze toets drukt. Deze toets wordt weergegeven wanneer de lijst is ingesteld op de volgorde vlakbij. [naar afstand] De lijst wordt gesorteerd op afstand wanneer u op deze toets drukt. Deze toets wordt weergegeven wanneer de lijst is ingesteld op alfabetische volgorde.
5. Bevestig de locatie van de bestemming door op [OK] te drukken.
6. Druk op de toets [Start].
Nederlands
NAX983HD
283
Uw bestemming zoeken in het kaartscherm
U kunt een plaats zoeken door te scrollen over de kaart en de gevonden plaats vervolgens in te stellen als bestemming.
1. U scrollt de kaart door het kaartscherm aan te raken en de cursor zo te verplaatsen naar de gewenste positie. Druk op [OK]. “Kaart scrollen” (P. 274)
Opmerking:
Wanneer u een plaats zoekt die ver van de huidige locatie ligt, wijzigt u de schaal van de kaart om sneller te kunnen zoeken.
2. Bevestig de locatie van de bestemming door
op [Nieuwe best.] te drukken.
3. Druk op de toets [Start].
Zoeken naar POI met de functie POI-favorieten
In het snelmenu voor navigeren kunt u snel een bestemming opgeven door te zoeken naar een plaats nabij de huidige positie of langs de route vanaf vijf POI-categorieën die eerder werden opgegeven in de menu Instelling. Wanneer de bestemming is ingesteld, kunt u POI’s die u langs de route wilt bezoeken opgeven als etappes en u kunt ze snel zoeken. U kunt de vijf categorieën in het menu Instelling aanpassen. Instellingen POI-favorieten” (P. 303)
1. Druk op de toets [NAVI] op het kaartscherm.
Het snelmenu voor navigatie wordt
Nederlands
afgebeeld.
2. Druk op de toets [POI favoriet].
Het scherm POI-favoriet wordt afgebeeld.
3. Selecteer een categorie door deze aan te raken. De lijst van nabij gelegen plaatsen of plaatsen langs de route of de geselecteerde categorie wordt afgebeeld.
Wanneer de bestemming al is ingesteld, worden de volgende toetsen afgebeeld bovenin het scherm. [naar afstand] Wanneer u op deze toets drukt, wordt de lijst van de nabij gelegen POI’s weergegeven, geordend op afstand ten opzichte van de huidige locatie. Deze toets wordt afgebeeld wanneer het scherm met de lijst van POI’s langs de route in beeld is. [Route tonen] Wanneer u op deze toets drukt, wordt de lijst van de POI’s langs de route weergegeven, geordend op afstand ten opzichte van de huidige locatie. Deze toets wordt afgebeeld wanneer het scherm met de lijst van nabij gelegen POI’s in beeld is.
4. Selecteer de gewenste bestemming door erop te drukken. De routeweergave naar de bestemming begint. Als de route al bestond, wordt het geselecteerde POI toegevoegd als etappe.
284
NAX983HD
Uw bestemming zoeken in de Favorieten & Hitlijst
U kunt een bestemming opgeven door er een te selecteren uit de lijst met geregistreerde favoriete plaatsen of vaakbezochte plaatsen. Voor uitgebreidere mogelijkheden van de Favorieten & Hitlijst, zie “Het menu Favorieten & Hitlijst gebruiken” (P. 311)
Naar Favorieten
U kunt een bestemming invoeren door een locatie te selecteren die al eerder in de Favorieten werd vastgelegd.
1. Druk in het bovenste menu of in het snelmenu voor navigatie op de toets [ ]. Het scherm met de lijst Favorieten wordt afgebeeld. Wanneer het gewenste symbool niet wordt getoond, drukt u op [N] of [n] om door de lijst te scrollen.
2. Druk op het symbool dat u wilt instellen als bestemming. Het menuscherm Locatie bepalen wordt afgebeeld.
3. Bevestig de locatie van de bestemming door op [OK] te drukken.
4. Druk op de toets [Start].
Naar Hitlijst
U kunt een bestemming invoeren door een locatie te selecteren uit de Hitlijst. Vaak bezochte locaties worden automatisch opgenomen in de Hitlijst.
1. Druk in het bovenste menu of in het snelmenu voor navigatie op de toets [ ]. Het scherm Favorieten & Hitlijst wordt afgebeeld.
2. Druk op de toets [Frequent]. Het scherm met de lijst Hitlijst wordt afgebeeld. Wanneer het gewenste symbool niet wordt getoond, drukt u op [N] of [n] om door de lijst te scrollen.
3. Bevestig de locatie van de bestemming door op [OK] te drukken.
4. Druk op de toets [Start].
Nederlands
NAX983HD
285
Loading...
+ 69 hidden pages