Het product en de informatie in deze handleiding kan op ieder ogenblik worden
aangepast zonder voorafgaande kennisgeving.
Deze handleiding noch een deel ervan mag onder geen enkele voorwaarde in om
het even welke vorm, elektronisch of mechanisch (met inbegrip van een fotokopie of
geluidsopname) worden gereproduceerd of doorgegeven zonder de uitdrukkelijke
schriftelijke toestemming van Clarion Co., Ltd..
Bedankt dat u Clarion heeft gekozen als uw deur-tot-deur autonavigatiesysteem.
Lees eerst de Snelle startersgids door en begin meteen met Clarion te werken. In dit
document vindt u een gedetailleerde beschrijving van de software. Hoewel u Clarion
gemakkelijk leert gebruiken door ermee te werken, is het toch aanbevolen dat u dit
handboek doorleest om de juiste functie van elke toets en van elk pictogram goed te
begrijpen.
3
Inhoudsopgave
1 Waarschuwingen en veiligheidsinformatie .......................................................... 9
Clarion is een navigatiesysteem dat u helpt uw weg te vinden naar de bestemming
die u hebt gekozen. Door middel van een aangesloten GPS-toestel kan precies
worden vastgesteld, waar u zich bevindt. De positie-informatie komende van de
GPS-ontvanger wordt nergens anders naar doorgestuurd. Anderen kunnen u dus
niet opsporen met behulp van dit programma.
Als u de bestuurder van het voertuig bent, adviseren we u Clarion te bedienen
alvorens u op weg gaat. Als bestuurder moet u uw aandacht op de weg houden.
Plan uw route alvorens te vertrekken en ga aan de kant van de weg staan als u de
routeparameters moet veranderen. Clarion heeft een ingebouwde (optionele) Veilige
modus die zal voorkomen dat u de schermfuncties gebruikt terwijl uw wagen in
beweging is. Tenzij een passagier Clarion bedient raden we u ten stelligste aan om
de Veilige modus in te stellen.
Het is eveneens belangrijk het scherm alleen te bekijken wanneer dit absoluut veilig
is.
U moet de verkeersborden en de wegomstandigheden goed in u opnemen alvorens
een instructie van Clarion op te volgen. Als u moet afwijken van de aanbevolen
richting, zal Clarion automatisch een gewijzigde route voorstellen overeenkomstig de
nieuwe omstandigheden.
Plaats de PNA nooit ergens waarbij het zicht van de chauffeur gehinderd wordt, in
het werkingsgebied van de airbags, of waar deze bij een ongeval verwondingen kan
veroorzaken.
9
2 Algemene informatie
Clarion is een navigatiesysteem bedoeld voor gebruik in de wagen. Het voorziet in
navigatie van deur tot deur voor zowel routes met een enkele bestemming als voor
routes met meerdere bestemmingen waarbij gebruik gemaakt wordt van aanpasbare
parameters voor de route. Clarion kan routes plannen in alle geïnstalleerde kaarten.
In tegenstelling tot andere producten, is het met Clarion niet nodig om kaarten te
wisselen of om te schakelen naar een kaart met minder details om te navigeren
tussen verschillende kaartsegmenten of landen. U kunt gaan waar u wenst, zonder
beperkingen. Selecteer gewoon uw bestemming en vertrek.
U hebt geen pen nodig om Clarion te gebruiken. Alle schermtoetsen en bedieningen
werden zo ontworpen dat u ze kunt bedienen met uw vingertoppen.
U kunt alle functies van het programma bedienen door gebruik te maken van
hardwaretoetsen en schermtoetsen. Met behulp van deze toetsen kunt u door alle
schermen van het programma bladeren. De meeste schermen (met name de
menufuncties en –instellingen) zijn toegankelijk via verscheidene andere schermen,
waardoor het aantal handelingen om de gewenste functie te bereiken tot een
minimum wordt herleid.
Bij het gebruik van Clarion hoeft u niet te “dubbel klikken” of “aanraken en
vasthouden” het aanraakscherm, omdat dit onbetrouwbaar zou zijn in een bewegend
voertuig. De meeste schermbedieningen kunnen worden uitgevoerd door het scherm
één keer aan te raken. De enige uitzonderingen zijn ‘slepen & verplaatsen’ om de
kaart te verplaatsen of de schaal aan te passen in de Kaartmodus (Pagina 34).
De meeste schermen hebben een toets Return () in de linkerbovenhoek. Met
deze pijl keert u terug naar het vorige scherm, of gaat u meteen naar een van de
kaartschermen.
Instellingenschermen hebben ook een toets Help () in de rechterbovenhoek. Via
deze toets krijgt u een gedetailleerde beschrijving van het huidige
instellingenscherm.
10
3 Clarion bedienen (bedieningselementen)
Clarion is gemakkelijk te gebruiken. Alle bedieningsmogelijkheden zijn te bedienen
met de vingertoppen. Overal waar mogelijk zijn druktoetsen en lijsten voorzien om
de toegang tot de functies of het wijzigen van de instellingen te vergemakkelijken.
3.1 Hardwareknoppen
Er zijn slechts een paar hardwaretoetsen op uw Map 670/770.
De meeste functies van Clarion zijn toegankelijk via het aanraakscherm. Dit zijn de
hardwaretoetsen:
3.1.1 Aan/uit-toets
Deze toets wordt altijd gebruikt om de Map 670/770 aan of uit te schakelen.
Als de voeding van het apparaat wordt uitgeschakeld terwijl Clarion actief is, zal
Clarion, na het terug inschakelen van het apparaat, met de navigatie doorgaan zodra
de ingebouwde GPS de locatie opnieuw heeft bepaald.
Zolang het apparaat is uitgeschakeld, werkt de GPS niet meer, wordt geen positie
berekend, wordt de tracklogging niet bewaard en stopt de navigatie.
3.1.2 Wisselen tussen de schermen Kaart en Cockpit
Misschien wilt u tijdens de navigatie even wisselen tussen het scherm Cockpit en het
scherm Kaart. Bijvoorbeeld wanneer u het scherm Kaart wilt gebruiken om een
betere blik op de kaart te kunnen werpen of om een POI op te kunnen slaan. Het
scherm Cockpit kan handig zijn wanneer u vlug de naam van de straat wilt
controleren, waarin u zich bevindt. Deze toets kunt u gebruiken bij het wisselen
tussen de twee schermen. U kunt ook teruggaan naar het Hoofdmenu en van hieruit
het andere scherm selecteren.
11
3.2 Schermtoetsen en bedieningselementen
Het aanraakscherm is het belangrijkste invoerkanaal van Clarion. Bij het doornemen
van deze handleiding zult u merken dat de belangrijkste delen van het scherm niet
alleen worden gebruikt om informatie weer te geven, maar ook om functies op te
starten door het scherm aan te raken. Hieronder vindt u een lijst van de meest
gebruikte bedieningselementen in het programma.
3.2.1 Directe keuzetoetsen
Sommige instellingen kunnen worden gekozen uit een keuzelijst met mogelijke
waarden. Als deze waarden grafisch kunnen worden beschreven, zijn alle waarden
op het scherm beschikbaar.
Raak een van de pictogrammen aan om de waarde in te stellen of te wijzigen.
3.2.2 Keuzelijsten
Indien de waarden in de lijst moeten worden benoemd, wordt alleen de huidige
waarde getoond (soms vergezeld van een korte omschrijving) in een horizontale balk
met pijltjes aan beide zijden.
Deze pijltjes zijn toetsen. Raak aan om links in de lijst op te schuiven of raak
aan om naar rechts te gaan. U moet uw keuze niet bevestigen. Van zodra u
het scherm verlaat, wordt de gekozen waarde van kracht.
3.2.3 Schuifbalken
Indien een bepaald kenmerk verschillende niet nader genoemde (numerieke)
waarden kan hebben, toont Clarion een schuifbalk die eruit ziet als een analoge
potentiometer via dewelke u de gewenste waarde kunt instellen.
Indien de waardegrenzen niet aan het einde van de schuifbalk zijn vermeld is de
meest linkse positie de laagste waarde en de meest rechtse positie de hoogste
waarde.
Bij de meeste schuifbalken kunt u de huidige waarde links bekijken.
12
Dit bedieningselement kan op twee manieren worden bediend. Ofwel door de hendel
van de schuifbalk naar een nieuwe positie te verschuiven, of door op de schuifbalk te
tikken op de plaats waar de hendel moet komen te staan (de schuifgeleider schiet
meteen naar de aangetikte plaats). Net zoals bij de keuzelijsten moet u uw keuze
niet bevestigen. Van zodra u het scherm verlaat, wordt de gekozen waarde van
kracht.
3.2.4 Vinkjes
Wanneer een functie slechts twee waarden kan aannemen (meestal Aan en Uit),
wordt een aanvinkvakje gebruikt In tegenstelling tot keuzelijsten wordt hier
horizontale lijn de naam van de functie vermeld en niet de huidige status. Links
ervan bevindt zich een lampje waaraan te zien is of de functie actief is of niet.
op de
Als het lampje uit is
functie ingeschakeld. De hele zone werkt als een toets. Raak de zone aan om te
wisselen tussen de status ingeschakeld en de status uitgeschakeld.
, dan is de functie niet geselecteerd. Als het brandt , is de
3.2.5 Speciale schakelopties
Sommige schakelaars functioneren op een andere manier. In plaats van dat ze niet
branden indien ze niet zijn geselecteerd zijn ze rood en doorgekruist (), dit om te
benadrukken dat de aanwending van de functie verboden is. Bovendien kunnen de
schakelopties voor de wegtypes (die opgenomen of uitgesloten moeten worden bij
het plannen van een route) in het scherm voor de Routeparameters (Pagina 74
bepaalde soorten voertuigen niet veranderd worden. Wordt een voertuig van dit type
gekozen dan staat niet alleen het lampje maar de hele streep uit en is inactief.
U kunt deze knoppen op dezelfde manier als de schakelaars gebruiken. Klik op welk
deel dan ook om ze te activeren of te deactiveren.
) voor
3.2.6 Schakelopties in het Snelmenu
De schakelopties in het Snelmenu (Pagina 45) werken als normale schakelopties,
maar ze zien er anders uit zodat ze bij de andere menutoetsen passen.
13
Klik op de toets om deze te activeren of te deactiveren.
3.2.7 Virtuele toetsenborden
Clarion werd zo ontwikkeld dat u alleen cijfers en letters moet invullen als het
absoluut niet anders kan. In die gevallen verschijnt een toetsenbord over het
volledige scherm. U kunt dit toetsenbord gemakkelijk bedienen met uw vingertoppen.
U kunt kiezen tussen een afzonderlijk ABC- en numeriek toetsenbord, of een stel
toetsenborden van het type QWERTY die zowel cijfers als letters bevatten. Clarion
zal uw laatste keuze onthouden en deze de volgende keer opnieuw aanbieden
wanneer u gegevens wilt invoeren.
De alfabetische toetsenborden in Clarion bevatten geen speciale lettertekens omdat
u geen accen
basisletters in (de letter die de letter met het accent het beste benadert) en Clarion
zal zoeken naar alle mogelijke combinaties in de database (‘Cité Bergère’ in het
Frans wordt bijgevolg ingetypt als ‘Cite Bergere’, de rest gebeurt door het
programma.
ten moet invoeren bij het zoeken van een bestemming. Voer alleen de
Als u interessante punten (POI) invoert of in h
zal Clarion alle kleine letters omzetten in hoofdletters zodat de gevormde namen er
goed uitzien.
3.2.7.1 Toetsenborden van het type ABC
Deze toetsenborden bevatten alleen maar letters (Latijnse, Hebreeuwse, Griekse of
Cyrillische). Als u cijfers wenst in te voeren, moet u op de toets Keys () (Toets)
tikken om te wisselen naar het numerieke toetsenbord.
Gebruik Backspace (pijltje links tussen Spatie en Keys) om de laatst ingevoerde
letter te wissen wanneer u een fout hebt gemaakt. Tik op Spatie om meerdere
woorden in te voeren, en raak Klaar aan om het invoeren van tekst te beëindigen.
et geheugen opgeslagen namen zoekt,
Dit type toetsenbord heeft brede, vingervriendelijke toetsen.
Opmerking: indien u hebt gekozen voor een programmataal met Latijnse letters,
verschijnt alleen het ABC-toetsenbord. Indien u hebt gekozen voor de Griekse taal,
14
verschijnt een extra toetsenbord met Griekse letters. Hetzelfde geldt voor
Hebreeuwse en Cyrillische letters wanneer u in Instellen / Talen (Pagina 75) voor
Hebreeuws of Russisch kiest.
Indien u gewend bent aan computertoetsenborden, kunt u één van de toetsenborden
van het QWERTY-type uitproberen.
3.2.7.2 Toetsenborden van het type QWERTY
Toetsenborden van het QWERTY-type hebben zowel cijfers als letters. De indeling
komt overeen met de standaard QWERTY-, QWERTZ- (Duits) en AZERTY- (Frans)
toetsenborden. Duw achter elkaar op de toets Keys om bij het gewenste toetsenbord
van het type QWERTY te komen.
De speciale toetsen die in de vorige paragraaf werden beschreven, zijn ook hier
beschikbaar.
3.2.7.3 Het n
Het numerieke toetsenbord heeft alleen cijfers op grote toetsen. De speciale toetsen
die u ook op de andere toetsenborden vindt (uitgezonderd Spatie) zijn hier eveneens
beschikbaar.
Hoewel toetsenborden van de QWERTY-type eveneens beschikken over
nummertoetsen, zal het programma altijd dit toetsenbord aanbieden om een
huisnummer in te voeren.
umerieke toetsenbord
15
4 Het programma ontdekken via de schermen
De beste manier om Clarion te ontdekken is elk scherm gedetailleerd onderzoeken
en leren hoe u van het ene scherm naar het andere kunt gaan. In dit hoofdstuk krijgt
u een geleide rondleiding doorheen het programma.
4.1 Hoofdmenu (Navigatiemenu)
Clarion begint met de weergave van het Hoofdmenu. Dit is de bovenste laag van de
schermboomstructuur, maar tijdens het gebruik van het programma moet u er zelden
naar terugkeren. De schermen zijn ook onderling bereikbaar, om het aantal uit te
voeren handelingen om een functie uit te voeren of een instelling te wijzigen te
beperken.
Via de hieronder beschreven toetsen zijn de meeste programmaonderdelen
rechtstreeks van hieruit toegankelijk.
Nr. Inhoud
1 Bestemming: toets om het menu Zoeken te openen
2 Toets om het scherm Kaart te openen
3 Toets om het scherm Cockpit te openen
4 Huidige positie
5 Actuele datum en tijd
6 Indicator accustatus
7 Toets om GPS-status weer te geven en de lijst met TMC-berichten te
16
Nr. Inhoud
openen
8 Toets om Instellingen te openen
9 Toets om het scherm Info te openen
10 Toets om Clarion af te sluiten (de navigatie stopt)
4.2 Het scherm Info
Tik op in het Hoofdmenu op Info om dit scherm te openen. Het scherm Info wordt bij
een normale navigatie niet gebruikt. Dit scherm biedt informatie over de
kaartlicenties die u bezit, de ontwerpers van Clarion en de wettelijke grenzen
waarbinnen u het programma mag gebruiken.
4.3 De kaart
De meest belangrijke en meest gebruikte schermen van Clarion zijn de twee
schermen met de kaart (Kaartscherm en Cockpit-scherm). Ze zien er gelijkaardig uit
en hebben dezelfde bedieningsmogelijkheden maar zijn bedoeld voor een
verschillend gebruik. De kaart die wordt weergegeven is dezelfde. De
kaartelementen worden hier beschreven. Voor de bedieningselementen en de
speciale functies van de twee kaartschermen, raadpleeg Pagina 29.
De huidige versie van Clarion is hoofdzakelijk bedoeld voor navigatie aan land.
Daarom zien de kaarten van Clarion eruit als gewone landkaarten op papier (als u
gebruikmaakt van dagkleuren en de 2D-kaartmodus). Clarion biedt echter heel wat
meer dan de gewone landkaarten. Het uitzicht en de inhoud kunnen worden
gewijzigd.
4.3.1 2D- en 3D-kaartweergave
Naast de klassieke kaartweergave van boven naar onder (2D-modus genoemd) hebt
u de mogelijkheid om de kaart te kantelen om een perspectief te bekomen (3Dmodus) waarbij u een zicht krijgt dat gelijkt op wat u ziet door de voorruit van de
wagen. Bovendien hebt u de mogelijkheid om ver vooruit te kijken.
17
U kunt gemakkelijk wisselen van 2D- naar 3D-modus. U hebt hierbij twee opties. U
kunt de toetsen Naar boven kantelen, en Naar beneden kantelen (Pagina 32)
gebruiken om de kaart naadloos van 2D naar 3D-weergave te kantelen of u kunt de
schakeloptie in het Snelmenu (Pagina 46) gebruiken om snel tussen beide modi te
wisselen.
Opmerking: de 2D-modus is misschien handiger in de kaartmodus, waarbij het
noorden steeds bovenaan staat, bij het zoeken naar een bepaald deel van de kaart
of wanneer u een bepaald voorwerp wenst te selecteren als bestemming. Anderzijds
is de 3D-modus in de Cockpit-modus Rijrichting boven met Smart Zoom bijzonder
aangenaam tijdens de navigatie. De beschrijving van deze modi volgt later in deze
handleiding.
Opmerking: 3D-weergave is alleen handig voor navigatie. Terwijl u uitzoomt, wordt
de zoomhoek automatisch verhoogd. Uiteindelijk wordt 2D-weergave bereikt. Als u
weer inzoomt, keert de 3D-weergave stapsgewijs terug.
Opmerking: Door gebruik te maken van de instellingen Geavanceerd, kunt u de
Cockpit-modus zo instellen dat steeds wordt gestart in de 3D-modus Rijrichting
boven (Pagina 77). U kunt de kaarten in elke modus nog steeds bijleven draaien en
kantelen, maar de volgende keer u dit scherm opent, zal de vooraf ingestelde
weergave opnieuw verschijnen. U kunt tevens de Kaartmodus zo instellen dat steeds
wordt gestart in de 2D-modus Noorden boven.
4.3.2 Zoomniveaus
Clarion gebruikt vectorkaarten van hoge kwaliteit die de kaart op verschillende
zoomniveaus tonen, altijd met een geoptimaliseerde inhoud (de dichtheid van de
details op de kaart kunnen voor de Kaart- en Cockpitschermen onder
Kaartinstellingen (Pagina 69) worden ingesteld). Straatnamen en andere
tekstobjecten worden altijd weergegeven in hetzelfde lettertype, nooit ondersteboven
en u ziet slechts die straten en objecten die nodig zijn om u op de kaart te kunnen
oriënteren. Zoom in en uit om te bekijken hoe de kaarten veranderen in de 2D- of de
3D-weergave.
18
Het is bijzonder gemakkelijk om de schaal van de kaart te wijzigen. U kunt de schaal
verslepen (Pagina 34) aan de onderkant van het Kaartscherm of u kunt
gebruikmaken van de Zoom-pictogrammen (Pagina 32) op het Kaartscherm en het
Cockpitscherm.
Opmerking: Als u slechts korte tijd moet uitzoomen om uw positie op de kaart te
bepalen, gebruikt u het best de Overzichtmodus om uit- en weer in te zoomen. De
Overzichtmodus is een 2D-weergave met het noorden boven, die kan worden
opgestart door op de kompastoets rechts te tikken (zie Pagina 34).
Opmerking: Clarion beschikt over een speciale Smart Zoom-functie voor navigatie
die de map automatisch roteert, de schaal wijzigt en de kaart kantelt naar 3D-modus
zodat u altijd een optimale weergave krijgt van uw huidige positie. Bij het naderen
van een bocht, zoomt het programma in en wordt de kijkhoek verhoogd om een
beter zicht te krijgen op de uit te voeren handeling bij het volgende kruispunt.
Wanneer de volgende routewisseling verder weg is, zoomt het systeem uit en wordt
de kijkhoek lager gebracht zodat u zicht krijgt op de weg voor u.
4.3.3 Dag- en nachtweergave
De verschillende kleurenpaletten laten toe om Clarion aan te passen aan de
helderheid van de omgeving. Gebruik de dag- en nachtweergave
dienovereenkomstig. De daglichtkleuren zijn erg gelijkend op landkaarten op papier,
terwijl de nachtkleurinstellingen gebruik maken van donkere tinten voor grote
objecten om de gemiddelde helderheid van het scherm laag te houden. Door
zorgvuldig gekozen kleuren blijft u informatie ontvangen over alle noodzakelijke
herkenningspunten op het scherm.
U kunt handmatig wisselen tussen dag- en nachtweergave via het Snelmenu
(Pagina 46) of u kunt Clarion dit automatisch laten doen (Pagina 66).
19
Opmerking: de automatische dag/nacht-modus is gebaseerd op de huidige datum en
de GPS-positie op basis waarvan Clarion de juiste zonsopgang en
zonsondergangtijden berekent op een bepaalde dag en op een bepaalde locatie.
Door gebruik te maken van deze informatie is Clarion in staat automatisch te
wisselen tussen de kleurweergaveschermen enkele minuten voor zonsopgang,
wanneer de hemel reeds helder wordt en enkele minuten na zonsondergang,
wanneer het donker wordt.
Tip: er bestaan meerdere dag- en nachtkleurenpaletten in Clarion. Kies de
instellingen die u het beste uitkomen onder Instellingen (Pagina 70).
Tip: om het effect van de nachtweergave nog te verbeteren, kunt u Clarion vragen
om de achtergrondverlichting van het scherm te dempen wanneer de nachtkleuren
worden gebruikt. Stel de gewenste achtergrondverlichting voor dag- en nachtmodus
in. Pagina 78.
Opmerking: de vermelde kleuren en de schermafdrukken in deze handleiding
verwijzen naar de standaard ingestelde dag- en nachtkleurinstellingen. Deze kunnen
er anders uitzien in de weergave die u hebt gekozen.
Tip: indien u Clarion gebruikt na zonsopgang of voor zonsondergang, kunt u in de
3D-modus op de achtergrond van de kaart de zon aan de hemel zien staan. De zon
staat op de reële positie om u een bijkomend oriëntatiepunt te geven en om de
aantrekkelijkheid van het scherm te verhogen.
4.3.4 Straten en wegen
Ook voor straten en wegen, de belangrijkste elementen op de kaart als het gaat om
navigatie, is de gelijkwaardigheid van Clarion met landkaarten bijzonder handig.
Clarion gebruikt dezelfde kleurencodes als die u van een landkaart gewend bent, en
de breedte van de straten verwijzen naar het belang ervan. Het is dus bijzonder
gemakkelijk om een snelweg te onderscheiden van een landweg.
Om ze te kunnen identificeren hebben straten en wegen een naam of een
cijferidentificatie. De informatie kan uiteraard op de kaart worden weergegeven.
Clarion gebruikt twee verschillende manieren om straatlabels te tonen. De meest
gebruikelijke manier is die van de landkaart – de straatnaam wordt in de straat
geplaatst. Als alternatief kunnen de straatnamen ook als een soort virtuele
naamplaat op de straat zelf worden geplakt.
20
U hoeft niet te kiezen tussen beide mogelijkheden. Clarion zal zelf kiezen welke
weergave het best geschikt is voor het huidige kantel- en zoomniveau. Zoom in tot er
maar een paar straten op de kaart staan en verplaats de kijkhoek op en neer om te
zien hoe Clarion wisselt tussen beide modi.
Opmerking: het automatische wisselen is eveneens ingeschakeld wanneer u gebruik
maakt van Smart Zoom. In eerste instantie kan het best zijn dat u dit raar vindt, maar
u zult ontdekken op welke wijze dit de weergegeven informatie op de huidige
weergave van de kaart bijstelt. En dit is belangrijk omdat de bestuurder in staat moet
zijn de kaart in een oogopslag te lezen.
Tip: Als u tijdens de navigatie niet gehinderd wenst te worden door de straatnamen
op het scherm, kunt u deze uitschakelen in het scherm Kaartopties (Pagina 70).
Tip: Grote wegen hebben over het algemeen een alternatieve naam (nummer) naast
hun hoofdnaam. U kunt kiezen of u deze alternatieve namen wenst te zien of niet. U
kunt dit onder Kaartopties (Pagina 70) instellen.
4.3.5 Andere objecten
Om u bij de oriëntatie te helpen bevat de kaart ook een aantal elementen die geen
enkele andere navigatiefunctie hebben dan u te helpen de locatie op de kaart te
herkennen. Het zijn oppervlaktewateren, grote gebouwen, bossen, enz..
Tip: deze objecten worden normaal weergegeven met behulp van textuurpolygonen
die er natuurlijk uitzien. U kunt de textuurweergave uitschakelen (Pagina 70) om
meer geheugen in uw PNA vrij te maken, waarbij de textuur wordt vervangen door
gekleurde vlakken.
21
4.3.6 Huidige positie en Vastzetten op de weg
Indien uw GPS-locatie beschikbaar is, wordt uw huidige locatie op de kaart
weergegeven door een blauwe pijl (geel als u nachtkleuren gebruikt).
De richting van de pijl geeft aan in welke richting u zich beweegt. De grootte van de
pijl en de richting ervan wordt mee aangepast in functie van het zoom- en
kantelniveau en ziet er altijd realistisch uit.
Clarion beschikt over een ingebouwde Vastzetten op de weg-functie waardoor de
positiepijl altijd op de weg wordt geplaatst in de as van de straat in het geval van een
straat met eenrichtingsverkeer of aan de zijde van de straat waar u rijdt (bijv. rechts
in Nederland en links in Groot-Brittannië) op een weg met tweerichtingsverkeer.
De ontvangen locatie van de GPS-ontvanger wordt weergegeven als een blauw
puntje op de kaart. Dit kan u eventueel helpen uw locatie te bepalen wanneer de
GPS-nauwkeurigheid zwak is en het Vastzetten op de weg-systeem u op de
verkeerde weg positioneert. Het is tevens de locatie die bewaard wordt in de
routelogging (Pagina 50).
Opmerking: De functie Vastzetten op de weg kan worden uitgeschakeld in
Geavanceerd (Pagina 82) voor gebruik te voet. Als deze functie is uitgeschakeld
wordt de pijl weergegeven op de plaats waar de blauwe punt zou staan indien
Vastzetten op de weg actief zou zijn.
Bij verlies van het GPS-signaal, wordt de pijl grijs. De reis wordt echter gedurende
korte tijd voortgezet volgens de aanbevolen route en de laatst gemeten snelheid
voordat het GPS-signaal verloren ging. Als de volgende routegebeurtenis wordt
bereikt, of anders na 40 seconden, stopt de pijl en blijft grijs totdat de GPS-ontvangst
is hersteld. Op die manier kunnen korte tunnels worden genomen zonder de positie
te verliezen.
4.3.7 Geselecteerde kaartlocatie, ook bekend als de Cursor
Als u ergens op de kaart tikt of een bepaald item selecteert in Zoeken, wordt dit de
geselecteerde kaartlocatie, gemarkeerd door een klein rood punt en permanent
uitstralende rode cirkels om het in alle zoomniveaus zichtbaar te maken, ook in de
achtergrond van een 3D-kaartweergave. U kunt dit punt als startpunt, als tussenpunt
of als bestemming van uw route gebruiken, u kunt zoeken naar een POI in de buurt
ervan, het punt markeren met een speld of opslaan als een POI. De cursor is, als
deze zichtbaar is, eveneens het referentiepunt voor de schaalgrootte van de kaart.
22
Opmerking: Wanneer uw GPS-locatie beschikbaar is, en Vastzetten op de positie
(Pagina 33) is actief, dan is de Cursor altijd de huidige GPS-locatie, de blauwe pijl.
Indien u een ander punt selecteert door op de kaart te tikken, of door het menu
Zoeken (Pagina 85) te gebruiken wordt de nieuwe Cursor op het scherm
weergegeven met een rode punt en uitstralende rode cirkels.
4.3.8 Gemarkeerde punten op de kaart (Pin)
De cursor kan met een pin gemarkeerd worden. Pinnen zien eruit alsof ze in de kaart
zijn gestoken. Een Pin is op alle zoomniveaus zichtbaar en behoudt zijn positie
totdat u de pin verwijdert of in Geavanceerde instellingen (Pagina 83) alle pinnen
wist.
De kleur van de pin wordt automatisch door Clarion gekozen. De verschillende
kleuren helpen u om een Pin later te herkennen in de Historie-lijst (Pagina 91). Ze
worden daar samen met de bijbehorende adressen en GPS-coördinaten getoond.
Tip: Om snel de coördinaten van de locatie die u op de kaart hebt gevonden te
achterhalen, kunt u het punt met een Speld markeren en de coördinaten vervolgens
opzoeken in de lijst Historie (Pagina 91). Als u de coördinaten op deze manier met
een speld opslaat, kunt u ze ook later nog eens gebruiken. Mocht u later de
coördinaten niet meer nodig hebben, selecteer dan het punt en start Coördinaten
zoeken (Pagina 92).
4.3.9 Zichtbare POI’s (Punten van belang)
Clarion heeft duizenden ingebouwde POI’s en u kunt ook een eigen POI-database
maken. Al deze punten op de kaart weergeven zou de kaart overladen. Om dit te
voorkomen kunt u in Clarion instellen welke POI’s moeten worden weergegeven en
welke moeten worden verborgen (Pagina 47) door gebruik te maken van categorieën
en subcategorieën.
POI’s worden op de kaart weergegeven met behulp van pictogrammen. Voor een
ingebouwde POI is dit het pictogram van de subcategorie van de reële POI. Voor de
punten die u zelf maakt is dit het pictogram dat u hebt gekozen wanneer u het POI
hebt vastgelegd (dit pictogram kan later worden gewijzigd).
Deze pictogrammen zijn groot genoeg om het symbool te herkennen en zijn
halfdoorzichtig zodat ze de straten en kruispunten op de kaart erachter niet
bedekken.
23
Als de kaart volledig is uitgezoomd, worden de pictogrammen niet weergegeven.
Tijdens het inzoomen verschijnen kleine puntjes op de locaties van de zichtbare
POI’s. Door verder in te zoomen verschijnen de volledige pictogrammen.
Als er twee punten zeer dicht bij elkaar staan, zodat de pictogrammen elkaar zouden
overlappen, wordt een multi-POI-pictogram weergegeven in plaats van de
afzonderlijke pictogrammen. U moet verder inzoomen om ze afzonderlijk te zien.
(Maar hebben de twee POI’s hetzelfde pictogram, dan wordt dit pictogram getoond
in plaats van het pictogram voor meerdere POI’s.)
Opmerking: Tijdens de navigatie kunnen POI-pictogrammen samen met de
straatnamen worden onderdrukt (Pagina 70). Indien u deze informatie tijdens uw reis
nog nodig hebt, sleept u de kaart gewoon om de functie Vastzetten op de positie uit
te schakelen (Pagina 33). Hierdoor worden de straatnamen en de POIpictogrammen meteen hersteld. Tik vervolgens op Volg om Lock-to-Position te
reactiveren.
Tip: Tik op de kaart, op of in de buurt van het POI-item om een keuzelijst met namen
van de POI’s in de buurt op te vragen, deze verschijnt in een pop-up lijst indien dit is
ingeschakeld (Pagina 50). Om alle details van een bepaalde POI in de lijst te
bekijken, tikt u op het blauwe ‘i’-pictogram rechts. Als er te veel POI’s in de buurt
zijn, is de lijst mogelijk niet volledig. In het Cursor-menu (Pagina 37) is de toets POI
aanwezig, die u naar een scherm leidt met alle POI-items in de buurt. In dit scherm
kunt u ze een voor een openen om de details te bekijken en kunt u om het even welk
POI selecteren als routepunt.
24
4.3.10 Flitscamera's
Flitscamera's, zoals snelheidscamera's en roodlichtcamera's zijn speciale POI-types
in Clarion. Ze worden gedetailleerd beschreven in: Pagina 6 0
4.3.11 Elementen van de actieve route
Clarion maakt gebruik van een routesysteem met meerdere bestemmingen met een
vertrekpunt (uw huidige locatie op voorwaarde dat de GPS-locatie beschikbaar is),
een bestemming, de lijn van de actieve etappe en optioneel via punten en inactieve
etappes. Al deze elementen worden op de kaart weergegeven.
4.3.11.1 Het vertrekpunt, Via-punten en de bestemming
Deze punten worden voorgesteld door vlaggetjes.
4.3.11.2 Geanimeerde afslaghulp
Geanimeerde pijltjes vertegenwoordigen alle andere routegebeurtenissen dan de
bovenvermelde. Deze pijlen geven de richting aan die u moet volgen om uw reis
verder te zetten.
4.3.11.3 De actieve etappe van de route
De actieve etappe is het deel van de route waar u net rijdt. Als u geen Via-punten
hebt toegevoegd, dan is de hele route de actieve etappe. Zijn er wel Via-punten dan
25
is de actieve etappe het deel van de route vanaf waar u zich momenteel bevindt tot
aan het volgende Via-punt.
De actieve etappe wordt aangegeven in lichtgroen/rood. Dit is altijd het meest
opvallende deel van de kaart, zelfs op de achtergrond van een 3D-kaartweergave.
De lijn van de route wordt weergegeven aan de rijzijde van de weg voor een weg
met tweerichtingsverkeer en op de as van de weg in geval van een weg met
eenrichtingsverkeer. Wanneer de kaart wordt ingezoomd en de lijn breed genoeg is,
verschijnen kleine pijltjes die de richting van de route aangeven. Dit kan nuttig zijn
als u de route wenst te bekijken alvorens de reis aan te vatten of wanneer u een
ingewikkeld kruispunt nadert.
4.3.11.4 Inactieve etappes van de route
Delen van de route die pas later van pas zijn zijn inactief. Zij zijn ook op de kaart
aangegeven in dezelfde kleur maar in een donkerdere tint dan het actieve gedeelte.
Een inactief deel van de route wordt actief zodra u bij het eerste Via-punt aankomt.
4.3.11.5 Wegen in de route die zijn uitgesloten door uw voorkeuren
Hoewel u kunt kiezen of u bepaalde wegtypes wenst te gebruiken of uit te sluiten in
de instelling van de Routeparameters (Pagina 74) is het soms onmogelijk om deze in
de buurt van het vertrekpunt, de via punten of de bestemming te vermijden.
Mocht dit zo zijn dan zal Clarion deze segmenten van de route in een andere kleur
aangeven.
26
4.4 Scherm GPS-gegevens
Tik op de toets GPS bij de lijst met TMC-berichten om dit scherm te openen.
Het scherm GPS data biedt een verzameling aan informatie die is ontvangen door
de GPS-ontvanger en dient tevens als toegangspunt voor de volgende schermen:
• Tijdsynchronisatie
4.4.1 Weergegeven GPS-gegevens
De virtuele hemel links vertegenwoordigt het momenteel zichtbare deel van de
hemel boven u, met uw positie in het midden. De satellieten worden weergegeven
op hun huidige locaties. De GPS ontvangt gegevens van de groene en de grijze
satellieten. De signalen van de grijze satellieten worden alleen ontvangen, terwijl de
groene door de GPS worden gebruikt om uw huidige locatie te berekenen. Aan de
rechterkant ziet u in een staafdiagram de sterkte van de satellietsignalen. De grijze
balken zijn voor de grijze en de zwarte balken voor de groene satellieten. U kunt de
satellieten identificeren met de nummers die op de virtuele hemel zijn weergegeven.
Hoe meer (groene) satellieten door uw GPS worden herkend, hoe beter uw positie
kan worden berekend.
De overige informatie op dit scherm omvat: de huidige positie in
lengte/breedtegraden, de hoogte, de snelheid, de datum, de tijd en de berekende
nauwkeurigheid.
Opmerking: de nauwkeurigheid wordt beïnvloed door verschillende factoren waar de
GPS geen rekening kan mee houden. Gebruik deze nauwkeurigheidsinformatie
alleen als raming.
Er zijn twee pictogrammen links, ter aanduiding van de status van de GPSverbinding en de ontvangstkwaliteit.
4.4.2 Indicator van de GPS-verbinding.
In het midden links is er een led die gelijkaardig is als deze die worden gebruikt voor
de schakelaars. Deze led heeft meer kleuren en kan meer waarden aangeven:
27
• een snel knipperend groen lampje geeft aan dat er communicatie is met de
GPS en dat er gegevens worden ontvangen.
• andere kleuren verschijnen mogelijk niet bij een ingebouwde
GPS. Als deze toch verschijnen betekent dit dat er een fout is in de werking van
uw apparaat.
4.4.3 Kwaliteitsindicator GPS-gegevens
In de linkerbovenhoek ziet u een schotelantenne die de kwaliteit van de GPS-locatie
aangeeft. De verschillende kleuren geven een indicatie van de kwaliteit van het
signaal.
•
•
• geel betekent een 2D-ontvangst. Er werd een GPS-locatie ontvangen,
•
zwart met een rood kruis betekent dat er geen verbinding met het GPSapparaat is, Dit zou bij apparaten met ingebouwde GPS nooit het geval mogen
zijn.
rood betekent dat de GPS is gekoppeld, maar dat er geen GPS-locatie
beschikbaar is.
Clarion is klaar voor navigatie, maar de GPS heeft slechts voldoende
satellietinformatie voor een horizontale positieberekening. De hoogtegegevens
kunnen niet worden weergegeven en de locatiefout kan groot zijn.
groen betekent een 3D-ontvangst. De GPS-ontvanger heeft voldoende
satellietinformatie om hoogte te berekenen. De lokalisatie is over het algemeen
correct (maar kan nog onnauwkeurig zijn ten gevolge van allerhande
omgevingsfactoren). Clarion is gereed voor navigatie.
4.4.4 Tijdsynchronisatie
Rechtsboven in de hoek van het venster zit er een andere knop die u naar een
scherm voert alwaar u de klok van uw PNA kunt synchroniseren met de zeer
nauwkeurige tijd van de verbonden GPS.
28
Zet de Autocorrectie-schakelaar aan om Clarion regelmatig de tijd van de PNA te
vergelijken met die van de GPS en deze eventueel corrigeren.
Onder deze knop ziet u de actuele waarden van de klokken van de GPS en de PNA.
U kunt hier nakijken of een correctie moet worden uitgevoerd. Tik op de toets om
de tijd manueel te synchroniseren.
Onder de tijd van de PNA vindt u bedieningselementen om uren en minuten
handmatig te corrigeren, met of zonder geldige GPS-tijd. Hier heeft u ook de
mogelijkheid om de tijd bij te stellen indien uw PNA geen functie heeft voor tijdzones
of winter/zomertijd.
4.5 Schermen met kaart
Nu de inhoud van de kaart is uitgelegd, volgt een beschrijving van de andere delen
van de kaartschermen. Er zijn twee kaartschermen beschikbaar: het scherm Kaart
en het scherm Cockpit. De wijze waarop ze de kaart weergeven is identiek, maar de
layout en de bedieningselementen zijn geoptimaliseerd voor verschillende
doeleinden.
Het scherm Kaart wordt meestal gebruikt zonder GPS, om door een kaart te
bladeren, eigen POI-items vast te leggen, of een route te plannen aan de hand van
punten op de kaart. Het scherm Kaart bestrijkt een maximaal kaartgebied. Dit
scherm wordt meestal gebruikt in 2D met het noorden boven.
U kunt Clarion zo instellen, dat het scherm Kaart altijd wordt geopend in 2Dnoorden-boven-stand (Pagina 77).
Het scherm Cockpit is bedoeld voor gebruik tijdens het rijden. Naast de informatie op
de kaart, biedt het scherm extra reisinformatie terwijl u rijdt (snelheid, straatnaam
van de straat waarin u rijdt, de maximumsnelheid in de straat), en aanvullende
routegegevens als u navigeert (bijv. volgende straat op uw route, reisafstand,
volgende bijzonderheid op uw route). Dit scherm wordt meestal gebruikt in 3Drijrichting-boven-stand.
U kunt Clarion zo instellen dat het scherm Cockpit altijd wordt geopend in 3Drijrichting-boven-stand (Pagina 77).
Sommige bedieningselementen werken in beide schermen op dezelfde manier.
Deze worden beschreven op de volgende pagina’s.
29
Inhoud Kaartscherm:
Inhoud Cockpit-scherm:
Nr. Scherm Bedieningselement
((Alleen Cockpit) Volgende
1
afslag(en)*
2 n/b Inzoomen (optie)
3 n/b Uitzoomen (optie)
4 n/b Omlaagdraaien (optie)
5 n/b Omhoogdraaien (optie)
Geeft aan dat Op GPS-positie
6
vergrendelen en koers niet
actief zijn
Geselecteerd punt op de
7
kaart (Cursor)
8 (Alleen Kaart) Schaal
9 n/b
10 Kaartoriëntatie en Overzicht
Gesproken aanwijzingen
herhalen
Maakt Op positie
vergrendelen / Smart zoom
weer mogelijk
Pop-up info en Cursormenu openen
In- en uitzoomen door
slepen
Menu (Zoeken, Snel,
Route, Hoofdmenu)
Wisselt tussen Noorden
boven, Rijrichting boven en
Overzicht
30
Loading...
+ 71 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.