Klaarmaken van de voedingIn- en uitschakelen van de
stroom
Selecteren van een
muziekinstrumenttoon
Veranderen van de
toonhoogte in stappen van
een halve toon
(Transponeren)
Aansluiten van een
hooftelefoon (los verkrijgbaar)
Fijnstemmen van een
toonhoogte (Stemming)
Aansluiten van een pedaal
(los verkrijgbaar)
Gebruik van de SUSTAIN-
toets
Opslaan en laden van de
instrumentinstellingen
(MY SETUP)
Spelen met een ritme-
ondersteuning
Weergeven van een
ingebouwde melodie
Koppelen aan een
smartapparaat (APP-functie)
Spelen in de
dansmuziekmodus
Maken van functie-instellingen
Gebruik van een
dansmuziekstem
Meegeleverde en los verkrijgbare accessoires
• Het gedeeltelijk of in zijn geheel kopiëren van de inhoud van deze handleiding is verboden. Met uitzondering van uw eigen
persoonlijke gebruik, is het aanwenden van de inhoud van deze handleiding voor niet-bedoelde doeleinden zonder de
uitdrukkelijke toestemming van CASIO verboden onder de wetgeving inzake auteursrechten.
• IN GEEN GEVAL ZAL CASIO AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR SCHADE IN ENIGE VORM (INCLUSIEF EN ZONDER
BEPERKINGEN DE SCHADE DOOR HET VERLIES VAN WINSTEN, ONDERBREKINGEN VAN ZAKELIJKE
BELANGEN, VERLIES VAN INFORMATIE) DIE VOORTKOMT UIT HET GEBRUIK VAN OF DE ONMOGELIJKHEID TOT
HET GEBRUIK VAN DEZE HANDLEIDING OF DIT PRODUCT, ZELFS ALS CASIO EROP ATTENT GEMAAKT IS DAT
DE MOGELIJKHEID OP DERGELIJKE SCHADE BESTAAT.
• De inhoud van deze handleiding is onder voorbehoud.
• Het product kan er in werkelijkheid anders uitzien dan zoals is aangegeven in de afbeeldingen van deze
gebruiksaanwijzing.
• De namen van bedrijven en producten die in deze handleiding worden gebruikt, kunnen geregistreerde handelsmerken van
derden zijn.
Gebruik enkel accessoires die gespecificeerd zijn voor gebruik met dit Digitale Keyboard.
Het gebruik van niet erkende accessoires kan resulteren in brand, een elektrische schok of persoonlijk letsel.
• U kunt informatie betreffende de accessoires die los verkrijgbaar zijn krijgen uit de CASIO-catalogus die beschikbaar is bij
uw winkelier en op de CASIO-website toegankelijk via het onderstaande webadres of QR-code.
U kunt muziekpartituurgegevens als een PDF-bestand downloaden van de CASIO-website die toegankelijk is via het
onderstaande webadres of QR-code. Daarna kunt u de muziekpartituur op uw smartapparaat bekijken. U kunt rechtstreeks vanaf
de inhoudsopgave van het PDF-bestand naar de gewenste muziekpartituur springen en u kunt de muziekpartituur ook uitprinten.
• De nummers rechts naast het ☞ symbool zijn de nummers van de referentiepagina’s.
NL-3
Voorbereidingen voor het
NetadapterDC 9.5V aansluiting
Stopcontact
Lipje
spelen
Klaarmaken van de voeding
Hoewel zowel de netadapter als batterijen voor de voeding
kunnen worden gebruikt, verdient het gewoonlijk aanbeveling
om de netadapter te gebruiken.
Gebruik van de netadapter
Gebruik enkel de netadapter (JEITA standaard, met een
uniforme polariteitsstekker) die voor dit Digitale Keyboard
wordt voorgeschreven. Het gebruik van een ander type
netadapter kan problemen veroorzaken.
Netadaptertype: AD-E95100L
(JEITA standaardstekker)
• Zorg ervoor dat u de stroom van het Digitale Keyboard
uitschakelt voordat u de aansluiting van de netadapter
tot stand brengt of verbreekt.
• De netadapter wordt warm na langdurig gebruik. Dit is
normaal en duidt niet op een defect.
• Ter voorkoming van draadbreuk dient u het netsnoer
niet te belasten.
Niet draaienNiet trekkenNiet omheen
wikkelen
Gebruik op batterijvoeding
• Zorg ervoor de stroom uit te schakelen voordat u de
batterijen inlegt.
• Gebruik los verkrijgbare AA-formaat alkalibatterijen of
AA-formaat oplaadbare nikkel-metaalhydride
batterijen.
• Wanneer de batterijen uitgeput raken, kan dit resulteren
in een abnormale werking. In dit geval moeten de
batterijen door nieuwe worden vervangen. Bij gebruik
van oplaadbare batterijen moet u de batterijen opladen.
■ Batterijen
Neem de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht bij
gebruik van oplaadbare batterijen.
• Gebruik Panasonic Group AA-formaat eneloop oplaadbare
batterijen.
Gebruik geen ander type batterijen.
• Gebruik uitsluitend de voorgeschreven oplader om de
batterijen op te laden.
• De oplaadbare batterijen moeten uit het product worden
gehaald wanneer deze worden opgeladen.
• Voor informatie over het gebruik van eneloop-batterijen of
de speciale oplader hiervoor, dient u de documentatie en
voorzorgmaatregelen te lezen die worden meegeleverd en
de producten uitsluitend te gebruiken zoals aangegeven.
Vervang de batterijen ten minste eenmaal per jaar, zelfs als er
geen indicatie is voor zwakke batterijspanning. Lege
oplaadbare batterijen (eneloop) in het bijzonder kunnen
verslijten als ze in het product blijven. Neem oplaadbare
batterijen zo spoedig mogelijk uit het product wanneer ze leeg
zijn.
1.
Open het batterijdeksel aan de achterkant van
het Digitale Keyboard.
• Steek nooit metaal, potloden of andere voorwerpen in
de 9,5 V gelijkstroomaansluiting (DC 9.5V). Dit kan
namelijk een ongeluk veroorzaken.
NL-4
2.
Leg zes AA-formaat batterijen in het
batterijcompartiment.
Plaats de batterijen met de positieve (+) en negatieve (–)
uiteinden in de juiste richting.
3.
Steek de lipjes van het batterijdeksel in de
gaten en sluit het deksel.
• Maak de onderstaande instelling om het type batterijen
aan te geven dat u heeft geplaatst.
Voorbereidingen voor het spelen
Batterijpictogram (knippert niet)
Batterijpictogram (knippert)
Muziekstandaard
■ Instellen van het type batterijen
1.
Druk op FUNCTION.
Het [FUNCTION] scherm verschijnt.
2.
Gebruik de U en I toetsen om “Battery” te
selecteren.
• Druk op de EXIT toets om terug te gaan naar het
vorige scherm.
3.
Draai aan de regelaar om “Alkaline”
(alkalibatterijen) of “Ni-MH” (oplaadbare nikkelmetaalhydride batterijen) te selecteren.
• Nadat u eenmaal aan de regelaar heeft gedraaid om
een optie te selecteren, kunt u uw selectie ook
veranderen met de – en + toetsen.
• Druk op de BACK toets om terug te gaan naar het
vorige scherm.
■ Indicator voor batterijniveau
Er verschijnt een pictogram op het display zoals hieronder is
aangegeven om u erop attent te maken dat de batterijen
uitgeput raken.
Lage batterijspanning
Batterijen moeten worden vervangen
• Bij een lage batterijspanning kunnen de noten vervormd
klinken of kunnen er andere problemen optreden.
• U kunt batterijvermogen besparen door een hoofdtelefoon
te gebruiken en door het volume lager in te stellen.
4.
Druk op FUNCTION om het instelscherm te
verlaten.
Klaarmaken van de
muziekstandaard
Steek de muziekstandaard in de handgreep van het Digitale
Keyboard.
NL-5
Aansluiten van een hooftelefoon
PHONES/OUTPUT aansluiting
(3,5 mm stereo mini-aansluiting)
Stereo ministekker
PEDAL aansluiting (6,3 mm standaardaansluiting)
Pedaal (los verkrijgbaar)
(1
(los verkrijgbaar)
Door een hoofdtelefoon aan te sluiten wordt het geluid van de
ingebouwde luidsprekers uitgeschakeld wat betekent dat u
zelfs ’s avonds laat kunt oefenen zonder anderen te storen.
• Zorg ervoor altijd het volumeniveau van het Digitale
Keyboard laag in te stellen voordat u de hoofdtelefoon
aansluit.
• Er wordt geen hoofdtelefoon met het Digitale Keyboard
meegeleverd.
• Gebruik een los verkrijgbare hoofdtelefoon met dit
instrument.
• Luister niet voor langere periodes met een hoog
volume via de hoofdtelefoon naar het geluid. Dit kan
namelijk resulteren in gehoorschade.
• Als de stekker van de hoofdtelefoon niet in de
PHONES/OUTPUT aansluiting past, moet u een los
verkrijgbare verloopstekker gebruiken.
• Als u een hoofdtelefoon gebruikt met een
verloopstekker, dient u niet te vergeten de
verloopstekker er uit te halen telkens wanneer u de
aansluiting van de hoofdtelefoon verbreekt.
Gemeenschappelijke
bediening voor alle functies
Overzicht van het displayscherm
Functienaam
Aanhouden
Batterijpictogram
Tempo
Huidige instelling
Status
Functies van de 3 toetsen
Naam van subfunctie
Instelitem
Huidige instelling
Zie “Maken van functie-instellingen” (pagina NL-32) voor
informatie over het instellen van het displaycontrast.
Aansluiten van een pedaal (los
verkrijgbaar)
Sluit het pedaal aan op de PEDAL aansluiting.
HOME toets
Bij indrukken van HOME verschijnt het [TONE] scherm dat u
kunt gebruiken om een toon te selecteren. Dit scherm is het
homescherm. Gebruik het homescherm om een
instrumenttype te selecteren en om diverse instellingen te
maken.
NL-6
3 toetsen
De bedieningsfuncties die zijn toegewezen aan de 3 toetsen
onder het display veranderen overeenkomstig de instelling die
u maakt. De bedieningsfuncties die momenteel aan de 3
toetsen zijn toegewezen, worden aangegeven door de
aanduidingen boven de toetsen.
Voorbeelden van de 3 toetsen
■ Homescherm (toonselectiescherm)
■ Instelscherm
• Door de – of + toets ingedrukt te houden wanneer u een
nummer of waarde selecteert, worden de nummers of
waarden met hoge snelheid doorlopen.
• Druk de – en + toets tegelijkertijd in om een nummer of
waarde terug te zetten op de standaardinstelling of de
aanbevolen instelling.
Spelen op het keyboard
In- en uitschakelen van de stroom
1.
Druk op P (aan/uit).
De stroom wordt ingeschakeld.
• Houd P (aan/uit) opnieuw ingedrukt totdat er geen
aanduiding meer op het display is om de stroom uit te
schakelen.
2.
Speel iets op het toetsenbord.
• Als de stroom wordt uitgeschakeld, keren de toon en
het ritmenummer, en de andere instellingen gewoonlijk
terug naar de oorspronkelijke standaardinstellingen.
De onderstaande instellingen blijven echter behouden.
− MIDI-uitgangskanaal
− Octaafverschuiving voor MIDI-uitgang
− Snelheid voor MIDI-uitgang
− Volumeniveau bij inschakelen
− MY SETUP bij opstarten
− Automatische stroomonderbreker
− Batterijtype
− Displaycontrast
Gebruik van de draairegelaar
Gebruik de draairegelaar om een nummer (toonnummer enz.)
of waarde (tempowaarde enz.) te veranderen.
NL-7
Spelen op het keyboard
Automatische stroomonderbreker
Wanneer de automatische stroomonderbreker is
ingeschakeld, wordt het Digitale Keyboard automatisch
uitgeschakeld als dit ongeveer 30 minuten niet is gebruikt.
• De automatische stroomonderbreker is uitgeschakeld
terwijl een melodie wordt weergegeven of wanneer de
APP-functie wordt gebruikt.
■ Uitschakelen van de automatische
stroomonderbreker
U kunt de automatische stroomonderbreker uitschakelen om
ervoor te zorgen dat de stroom niet ineens uitgeschakeld
wordt tijdens een concert enz.
1.
Druk op FUNCTION.
Het [FUNCTION] scherm verschijnt.
2.
Gebruik de U en I toetsen om “Auto Power
Off” te selecteren.
• Druk op de EXIT toets om terug te gaan naar het
vorige scherm.
Instellen van het volumeniveau
1.
Gebruik de VOLUME+ en – toetsen om het
volumeniveau in te stellen.
Het volumeniveau verandert en de waarde van het
huidige volumeniveau wordt even op het display
getoond.
• Het instelbereik loopt van 0 t/m 10.
• Houd een van beide toetsen ingedrukt om de
instelwaarden te doorlopen.
Specificeren van het inschakelvolume
Gebruik de onderstaande procedure om het volumeniveau te
specificeren dat wordt ingesteld wanneer het Digitale
Keyboard wordt ingeschakeld.
1.
Druk op FUNCTION.
Het [FUNCTION] scherm verschijnt.
2.
Gebruik de U en I toetsen om
“PowerOnVolume” te selecteren.
• Druk op de EXIT toets om terug te gaan naar het
vorige scherm.
3.
Draai de regelaar naar links en selecteer “Off”.
• Nadat u eenmaal aan de regelaar heeft gedraaid om
een optie te selecteren, kunt u uw selectie ook
veranderen met de – en + toetsen.
• Druk op de BACK toets om terug te gaan naar het
vorige scherm.
4.
Druk op FUNCTION om het instelscherm te
verlaten.
3.
Draai aan de regelaar om het volumeniveau te
selecteren.
• Nadat u eenmaal aan de regelaar heeft gedraaid om
een optie te selecteren, kunt u uw selectie ook
veranderen met de – en + toetsen.
• Druk op de BACK toets om terug te gaan naar het
vorige scherm.
4.
Druk op FUNCTION om het instelscherm te
verlaten.
NL-8
Spelen op het keyboard
Gebruik van de metronoom
De metronoom laat u spelen en oefenen met een vaste
maatslag om u te helpen met uw tempo. U kunt ook een
tempo instellen dat geschikt is voor uw oefenspel.
Starten/Stoppen
1.
Druk op HOME.
Het homescherm verschijnt.
2.
Druk op a.
De metronoom start.
3.
Druk nog een keer op a om de metronoom
te stoppen en terug te keren naar het
homescherm.
Veranderen van het tempo van de
metronoom
Gebruik de onderstaande procedure om het tempo van de
metronoom te veranderen.
Instellen van het metronoomgeluid en het
aantal maatslagen per maat
Gebruik de onderstaande procedure om in te stellen dat er
een klokkenklank klinkt bij de eerste maatslag van elke maat
en een klikgeluid bij de resterende maatslagen.
• De beschikbare instellingen zijn Uit of een waarde tussen 1
t/m 16 maatslagen.
1.
Start de metronoom.
2.
Draai aan de regelaar of gebruik de – en +
toetsen om het aantal maatslagen per maat in
te stellen.
• Selecteer “Off” om de klokkenklank uit te schakelen en
een klikgeluid bij elke maatslag te laten klinken.
Gebruik deze instelling wanneer u wilt oefenen zonder
dat u zich zorgen hoeft te maken over de eerste
maatslag van elke maat.
• Druk de – en + toetsen tegelijkertijd in om terug te
keren naar de oorspronkelijke standaardinstelling.
• Druk op VOLUME (3 toetsen) om het instelscherm
voor het volumeniveau van de metronoom weer te
geven.
1.
Start de metronoom.
2.
Druk op TEMPO.
Het [TEMPO] scherm verschijnt.
3.
Draai aan de regelaar of gebruik de – en +
toetsen om de tempowaarde te veranderen.
• U kunt een tempowaarde instellen in het bereik van 20
t/m 255.
• Druk de – en + toetsen tegelijkertijd in om terug te
keren naar de oorspronkelijke standaardinstelling.
• Druk op de EXIT toets om terug te keren naar het
[METRONOME] scherm.
Veranderen van het volumeniveau van het
metronoomgeluid
1.
Start de metronoom.
2.
Druk op VOLUME (3 toetsen).
Het instelscherm voor het volumeniveau van de
metronoom verschijnt.
3.
Draai aan de regelaar of gebruik de – en +
toetsen om het volumeniveau te veranderen.
• U kunt een volumewaarde instellen tussen 0 en 127.
• Druk de – en + toetsen tegelijkertijd in om terug te
keren naar de oorspronkelijke standaardinstelling.
• Druk op de BEAT toets om het instelscherm voor de
maatslag weer te geven.
NL-9
Luisteren naar
demonstratieweergave
U kunt de demonstratieweergavefunctie gebruiken om de
ingebouwde melodieën achter elkaar weer te geven.
1.
Houd TEMPO ingedrukt en druk dan
tegelijkertijd op a.
Het [DEMO] scherm verschijnt en de weergave van
melodienummer “1” begint.
• Op het display worden het nummer en de naam van
de huidige melodie getoond.
• Zie de “Melodielijst” (pagina NL-43) voor een lijst van
de melodietitels.
• Druk op de EXIT toets om terug te keren naar het
homescherm.
2.
Draai aan de regelaar om vanaf de huidige
melodie naar een andere melodie te gaan.
De demonstratieweergave van de geselecteerde melodie
begint.
• Nadat u eenmaal aan de regelaar heeft gedraaid om
een optie te selecteren, kunt u uw selectie ook
veranderen met de – en + toetsen.
• Druk op de BACK toets om terug te gaan naar het
vorige scherm.
3.
Druk op de EXIT toets of a om de
demonstratieweergavefunctie te verlaten.
Regelen van het geluid van
een uitvoering
Selecteren van een
muziekinstrumenttoon
Met dit Digitale Keyboard kunt u uit een groot aantal
muziekinstrumenttonen kiezen waaronder viool, fluit, orkest
en nog vele andere. Zelfs dezelfde melodie zal volkomen
anders klinken wanneer het instrumenttype wordt veranderd.
Selecteren van een instrumenttoon voor het
toetsenbordspel
1.
Druk op HOME.
Het homescherm verschijnt.
2.
Draai aan de regelaar om een toon te
selecteren.
Het geselecteerde toonnummer en de instrumentnaam
verschijnen op het display.
•Zie de “Toonlijst” (pagina NL-39) voor de
tooninformatie.
• Nadat u eenmaal aan de regelaar heeft gedraaid om
een optie te selecteren, kunt u uw selectie ook
veranderen met de – en + toetsen.
• Druk – en + tegelijkertijd in om naar de eerste toon in
de toonlijst te gaan.
• Druk op de BACK toets om terug te gaan naar het
vorige scherm.
• Bij het selecteren van een drumsettoon worden er diverse
percussie-instrumenten aan de klaviertoetsen toegewezen.
NL-10
Regelen van het geluid van een uitvoering
Gebruik van een pedaal
Een pedaal kan worden gebruikt om de noten te veranderen
terwijl u aan het spelen bent. Bij de standaardinstellingen is
de aanhoudfunctie aan het pedaal toegewezen, zodat het
pedaal als een demppedaal kan worden gebruikt.
• Er wordt geen pedaal met het Digitale Keyboard
meegeleverd. U kunt een pedaal los aanschaffen bij uw
winkelier.
Selecteren van het pedaaleffect
1.
Druk op FUNCTION.
Het [FUNCTION] scherm verschijnt.
2.
Gebruik de U en I toetsen om “Pedal” te
selecteren.
• Druk op de EXIT toets om terug te gaan naar het
vorige scherm.
3.
Draai aan de regelaar om een pedaaleffecttype
te selecteren.
Hieronder worden de beschikbare pedaaleffecten
getoond.
Instelling
(displaytekst)
Aanhoudfunctie
(Pedal Sustain)
Sostenuto
(Sostenuto)
Zacht (Soft)Wanneer het pedaal wordt ingetrapt en
Starten/Stoppen
(Start/Stop)
• Nadat u eenmaal aan de regelaar heeft gedraaid om
een optie te selecteren, kunt u uw selectie ook
veranderen met de – en + toetsen.
• Druk de – en + toetsen tegelijkertijd in om terug te
keren naar de oorspronkelijke standaardinstelling.
• Druk op de BACK toets om terug te gaan naar het
vorige scherm.
Beschrijving
Wanneer noten worden gespeeld terwijl
het pedaal is ingetrapt, worden de noten
aangehouden, zelfs als de
klaviertoetsen worden losgelaten.
Wanneer noten worden gespeeld en
dan het pedaal wordt ingetrapt voordat
de klaviertoetsen worden losgelaten,
worden de noten aangehouden.
dan noten worden gespeeld, klinken de
noten wat zachter.
Het pedaal heeft dezelfde functie als de
a toets. Het pedaal kan worden
gebruikt om de metronoom of
ritmeweergave te starten en stoppen.
Gebruik van de SUSTAIN-toets
Als de aanhoudfunctie is ingeschakeld, worden de noten langer
aangehouden wanneer de klaviertoetsen worden losgelaten.
1.
Druk op SUSTAIN.
Er wordt even “SUSTAIN ON” aangegeven.
• “SUS” bovenaan op het display betekent dat de
aanhoudfunctie is ingeschakeld.
2.
Druk nogmaals op SUSTAIN om de functie uit
te schakelen.
Toevoegen van nagalm aan de
noten
Gebruik de onderstaande procedure om nagalm toe te
voegen aan de noten die u speelt.
1.
Druk op FUNCTION.
Het [FUNCTION] scherm verschijnt.
2.
Gebruik de U en I toetsen om “Reverb” te
selecteren.
• Druk op de EXIT toets om terug te gaan naar het
vorige scherm.
3.
Draai aan de regelaar om het nagalmtype te
selecteren.
De beschikbare instellingen voor het nagalmtype zijn:
Off (Uit), Room 1 t/m 4 (Kamer 1 t/m 4), Hall 1 t/m 4 (Zaal
1 t/m 4) en Stadium 1 en 2 (Stadion 1 en 2).
• Nadat u eenmaal aan de regelaar heeft gedraaid om
een optie te selecteren, kunt u uw selectie ook
veranderen met de – en + toetsen.
• Druk de – en + toetsen tegelijkertijd in om terug te
keren naar de oorspronkelijke standaardinstelling.
• Druk op de BACK toets om terug te gaan naar het
vorige scherm.
NL-11
Regelen van het geluid van een uitvoering
A4
Veranderen van de toonhoogte in
stappen van een halve toon
(Transponeren)
De transponeerfunctie laat u de algehele toonhoogte van het
Digitale Keyboard verhogen of verlagen in stappen van een
halve toon. U kunt deze functie gebruiken om de sleutel van
het Digitale Keyboard te verhogen of verlagen zodat het
gemakkelijker is om een stuk te spelen dat in een moeilijke
sleutel is geschreven, of voor aanpassing aan een sleutel die
beter past bij een zanger, een ander instrument enz.
1.
Druk op FUNCTION.
Het [FUNCTION] scherm verschijnt.
2.
Gebruik de U en I toetsen om “Transpose” te
selecteren.
• Druk op de EXIT toets om terug te gaan naar het
vorige scherm.
Fijnstemmen van een toonhoogte
(Stemming)
Gebruik de onderstaande procedure om de totale toonhoogte
van het Digitale Keyboard aan te passen door de frequentie
van A4 in eenheden van 0,1 Hz te veranderen.
1.
Druk op FUNCTION.
Het [FUNCTION] scherm verschijnt.
2.
Gebruik de U en I toetsen om “Tuning” te
selecteren.
• Druk op de EXIT toets om terug te gaan naar het
vorige scherm.
3.
Draai aan de regelaar om de
transponeerwaarde te veranderen.
• Het instelbereik is één octaaf omhoog (+12 halve
tonen) en omlaag (–12 halve tonen).
• Nadat u eenmaal aan de regelaar heeft gedraaid om
een optie te selecteren, kunt u uw selectie ook
veranderen met de – en + toetsen.
• Druk de – en + toetsen tegelijkertijd in om terug te
keren naar de oorspronkelijke standaardinstelling.
• Druk op de BACK toets om terug te gaan naar het
vorige scherm.
3.
Draai aan de regelaar voor het fijnstemmen van
de toonhoogte.
• U kunt een frequentie instellen in het bereik van 415,5
t/m 465,9 Hz.
• Nadat u eenmaal aan de regelaar heeft gedraaid om
een optie te selecteren, kunt u uw selectie ook
veranderen met de – en + toetsen.
• Druk de – en + toetsen tegelijkertijd in om terug te
keren naar de oorspronkelijke standaardinstelling.
• Druk op de BACK toets om terug te gaan naar het
vorige scherm.
NL-12
Opslaan en laden van de
instrumentinstellingen (MY
SETUP)
U kunt MY SETUP gebruiken om de basisinstelling (toon,
ritme en andere instellingen) van het Digitale Keyboard op te
slaan. Een opgeslagen basisinstelling kan naar vereist
worden opgeroepen voor de uitvoering van een bepaalde
melodie enz.
Opslaan in MY SETUP
1.
Druk op MY SETUP.
Het [MY SETUP] scherm verschijnt.
2.
Druk op de SAVE toets.
“Sure?” verschijnt op het display. De naam van de
hoofdinstelling (TONE, RHYTHM, SONG, DANCE
MUSIC) verschijnt ook.
• Druk op de BACK toets om terug te gaan naar het
vorige scherm.
Opslaanbare instellingen
U kunt MY SETUP gebruiken om de onderstaande items op te
slaan.
• De functie die u gebruikt (Toon, Ritme, Melodie,
Dansmuziek)
• Tempo
• Toonnummer
• Metronoommaatslag
• Volumeniveau van metronoom
• Aanhouden
• Ritmenummer
• Patronen
• FILL-IN
• Begeleiding
• Melodienummer
• Oefengedeelte
• Telling
• Toonsynchronisatie
• Dansmuzieknummer
• Dansmuziekstem
• Transponeren
• Nagalm
• Pedaal
• Intropatroon/eindpatroon
• Akkoord-vingerzetmodus
• Volumeniveau van ritme
• Volumeniveau van melodie
• Volumeniveau van dansmuziek
• Stemming
3.
Druk op de YES toets.
De huidige basisinstelling wordt opgeslagen in MY
SETUP.
4.
Wanneer “Complete” op het display verschijnt,
drukt u op de OK toets.
De opslagbewerking is hiermee voltooid.
• Als toonsynchronisatie is ingeschakeld wanneer u de
instellingen in MY SETUP opslaat, zal bij oproepen van MY
SETUP de toonsynchronisatie-nagalminstelling worden
toegepast, zelfs als u de nagalminstelling naar iets anders
heeft veranderd voordat u de instellingen in MY SETUP
heeft opgeslagen.
NL-13
Opslaan en laden van de instrumentinstellingen (MY SETUP)
Oproepen van MY SETUP
1.
Druk op MY SETUP.
Het [MY SETUP] scherm verschijnt.
2.
Druk op de LOAD toets.
“Sure?” verschijnt op het display. De naam van de
hoofdinstelling (TONE, RHYTHM, SONG, DANCE
MUSIC) verschijnt ook.
• Druk op de BACK toets om terug te gaan naar het
vorige scherm.
3.
Druk op de YES toets.
De opgeslagen onderdelen van de basisinstelling
worden opgeroepen.
4.
Wanneer “Complete” op het display verschijnt,
drukt u op de OK toets.
De oproepbewerking is hiermee voltooid.
Activeren van MY SETUP bij inschakelen van
de stroom
Gebruik de onderstaande procedure om MY SETUP te
activeren bij het inschakelen van de stroom, wat betekent dat
de MY SETUP-instellingen worden toegepast telkens
wanneer het Digitale Keyboard wordt ingeschakeld.
1.
Druk op FUNCTION.
Het [FUNCTION] scherm verschijnt.
2.
Gebruik de U en I toetsen om
“PowerOnMySetup” te selecteren.
• Druk op de EXIT toets om terug te gaan naar het
vorige scherm.
3.
Draai de regelaar naar rechts en selecteer
“On”.
• Nadat u eenmaal aan de regelaar heeft gedraaid om
een optie te selecteren, kunt u uw selectie ook
veranderen met de – en + toetsen.
• Druk op de BACK toets om terug te gaan naar het
vorige scherm.
NL-14
4.
Druk op FUNCTION om het instelscherm te
verlaten.
Weergeven van een
ingebouwde melodie
Melodieën
Bij dit Digitale Keyboard wordt de term “melodie” gebruikt om
een muziekstuk aan te duiden. U kunt voor uw eigen plezier
naar de ingebouwde melodieën luisteren of u kunt met ze
meespelen om ze te oefenen.
Selecteren van een melodie om
weer te geven
Starten en stoppen van de melodieweergave
1.
Druk op HOME.
Het homescherm verschijnt.
2.
Druk op de SONG toets.
Het huidige geselecteerde melodienummer en de
melodietitel worden getoond.
5.
Druk nogmaals op a om de melodie te
stoppen.
• Wanneer u het [SONG] scherm laat verschijnen terwijl de
metronoom klinkt of een ritme of dansmuziek wordt
weergegeven, zal de geactiveerde functie stoppen.
Voorwaarts springen en achterwaarts
springen
Voer voorwaarts springen en achterwaarts springen uit via
gebruik van de bedieningshandelingen beschreven in deze
paragraaf.
■ Voorwaarts springen
Druk terwijl een melodie wordt weergegeven op de FF toets
om naar voren te springen.
• Wanneer eenmaal op de FF toets wordt gedrukt, wordt één
maat naar voren gesprongen en als de toets ingedrukt
wordt gehouden, wordt er vooruitgegaan totdat de toets
wordt losgelaten.
3.
Draai aan de regelaar om een melodie te
selecteren.
• Nadat u eenmaal aan de regelaar heeft gedraaid om
een optie te selecteren, kunt u uw selectie ook
veranderen met de – en + toetsen.
• Druk op de BACK toets om terug te gaan naar het
vorige scherm.
4.
Druk op a om de melodie weer te geven.
Het huidige maatnummer en maatslagnummer
verschijnen op het display.
• Als de melodie akkoordinformatie bevat, verschijnt er
ook een akkoord op het display.
■ Achterwaarts springen
Druk terwijl een melodie wordt weergegeven op de REW toets
om naar achteren te springen.
• Wanneer eenmaal op de REW toets wordt gedrukt, wordt
één maat naar achteren gesprongen en als de toets
ingedrukt wordt gehouden, wordt er achteruitgegaan totdat
de toets wordt losgelaten.
NL-15
Weergeven van een ingebouwde melodie
Veranderen van het tempo van de melodie
(Snelheid)
U kunt de onderstaande procedure gebruiken om het tempo
(snelheid) te veranderen en zo de weergave te vertragen voor
het oefenen van moeilijke stukken enz.
1.
Terwijl het [SONG] scherm wordt
weergegeven, selecteert u de melodie waarvan
u het tempo wilt veranderen en daarna drukt u
op TEMPO.
Het [TEMPO] scherm verschijnt.
2.
Draai aan de regelaar om de tempo-instelling te
veranderen.
• U kunt een tempowaarde instellen in het bereik van 20
t/m 255.
• U kunt ook de – en + toetsen gebruiken om de
instelling te veranderen. Druk op de – toets om het
tempo langzamer te maken of op de + toets om het
tempo sneller te maken. Houd een van beide toetsen
ingedrukt om de instelwaarden te doorlopen.
• Druk – en + tegelijkertijd in om naar de aanbevolen
instelling voor de huidige melodie terug te keren.
• Door het melodienummer te veranderen wordt ook
teruggekeerd naar het aanbevolen tempo van de
melodie.
• Druk op de EXIT toets om terug te gaan naar het
vorige scherm.
Afstellen van het melodievolume
Gebruik de onderstaande procedure om de balans af te
stellen tussen de volume van de melodieweergave en het
volume van uw toetsenbordspel.
1.
Druk op FUNCTION.
Het [FUNCTION] scherm verschijnt.
2.
Gebruik de U en I toetsen om “Song Volume”
te selecteren.
• Druk op de EXIT toets om terug te gaan naar het
vorige scherm.
3.
Draai aan de regelaar om het volumeniveau in
te stellen.
• U kunt een volumewaarde instellen tussen 0 en 127.
• Nadat u eenmaal aan de regelaar heeft gedraaid om
een optie te selecteren, kunt u uw selectie ook
veranderen met de – en + toetsen.
• Druk de – en + toetsen tegelijkertijd in om terug te
keren naar de oorspronkelijke standaardinstelling.
• Druk op de BACK toets om terug te gaan naar het
vorige scherm.
NL-16
4.
Druk op FUNCTION om het instelscherm te
verlaten.
Weergeven van een ingebouwde melodie
Gedeelte voor rechterhand
uitgeschakeld
Gedeelte voor linkerhand
uitgeschakeld
Gedeelten voor beide
handen gedempt
Gedeelten voor beide
handen ingeschakeld
Veranderen van de toetsenbordtoon terwijl
een melodie wordt weergegeven
1.
Druk op HOME terwijl een melodie wordt
weergegeven.
Het geselecteerde toonnummer en de instrumentnaam
verschijnen op het display.
2.
Draai aan de regelaar om een toon te
selecteren.
• Zie de “Toonlijst” (pagina NL-39) voor de
tooninformatie.
• Nadat u eenmaal aan de regelaar heeft gedraaid om
een optie te selecteren, kunt u uw selectie ook
veranderen met de – en + toetsen.
• Druk – en + tegelijkertijd in om naar de eerste toon in
de toonlijst te gaan.
• Druk op de BACK toets om terug te gaan naar het
vorige scherm.
Oefenen van een melodiegedeelte
U kunt het gedeelte voor de rechterhand of dat voor de
linkerhand uitschakelen bij de weergave van een melodie en
meespelen met het resterende gedeelte. Gebruik deze
mogelijkheid wanneer u vindt dat de melodie te moeilijk voor u
is om meteen met beide handen tegelijk te spelen.
1.
Druk op de PART toets terwijl een melodie
wordt weergegeven of gestopt is.
Bij enkele malen indrukken van de PART toets worden
de onderstaande instellingen doorlopen.
Toewijzen van de melodietoon
aan het toetsenbord
(Toonsynchronisatie)
Gebruik de onderstaande procedure om de melodietoon toe
te wijzen aan het toetsenbord zodat u met de melodie kunt
meespelen.
1.
Druk op FUNCTION terwijl een melodie wordt
weergegeven of gestopt is.
Er verschijnt even “RECOMMENDED” op het display en
de melodietoon wordt aan het toetsenbord toegewezen.
2.
Speel mee met de melodie.
• Toonsynchronisatie past ook de nagalminstelling van de
melodie op het toetsenbordspel toe.
• Wanneer de tooninstelling wordt veranderd of naar een
andere melodie wordt gegaan, wordt de toonsynchronisatie
automatisch uitgeschakeld.
NL-17
Weergeven van een ingebouwde melodie
Gebruik van een telling op de
maat van de melodie
U kunt een telling instellen die klinkt op de maat van de
melodie of een telling die aftelt totdat de melodie begint.
Gebruik van een telling
1.
Druk op de COUNT toets terwijl de melodie
gestopt is.
Druk een aantal malen op de toets totdat “CNT” op het
display verschijnt.
2.
Druk op a om de melodie weer te geven.
Er klinkt een telling terwijl de melodie wordt
weergegeven.
• Om de telling uit te schakelen, stopt u de melodie en
drukt dan een aantal malen op de COUNT toets totdat
“CNT” van het display verdwijnt.
Gebruik van een telling vooraf
1.
Druk op de COUNT toets terwijl de melodie
gestopt is.
Druk een aantal malen op de toets totdat “PRE” op het
display verschijnt.
2.
Druk op a om de melodie weer te geven.
Er klinkt een telling totdat de melodie begint waardoor
het gemakkelijker voor u is om te weten wanneer u moet
beginnen met meespelen.
• Om de telling vooraf uit te schakelen, stopt u de
melodie en drukt dan een aantal malen op de COUNT
toets totdat “PRE” van het display verdwijnt.
• Wanneer de telling vooraf is ingeschakeld, wordt de
maatslag niet getoond terwijl de melodie wordt
weergegeven.
• Terwijl de telling klinkt, wordt de maatslag niet getoond
wanneer de melodie wordt weergegeven.
Deze toetsen schakelen over naar een andere patroonfrase
en zetten de patroonfrasen aan of uit.
Er zijn vier gedeelten: Drum, Bas, Synthesizer 1 en
Synthesizer 2, en aan elk gedeelte kunnen drie verschillende
patroonfrasen worden toegewezen.
Effectschakelaars
Wanneer een effectschakelaartoets wordt ingedrukt, wordt
het corresponderende effect op de volledige melodie
toegepast. (Gebruik van effecten, pagina NL-22)
Spoorresetschakelaar
Wanneer tijdens weergave van een melodie op deze toets
wordt gedrukt, wordt er teruggekeerd naar het begin van de
huidige frase.
Automatische spanningsopbouw-schakelaars
Deze klaviertoetsen kunnen worden gebruikt om de
spanningsopbouw-effecten toe te passen die karakteristiek
zijn voor dansmuziek. (Opbouwen van de spanning in de
uitvoering, pagina NL-23)
Dansmuziekmodus
In de dansmuziekmodus kunt u dansmuziek creëren door meerdere typen patroonfrasen te combineren en te spelen, en door
effecten toe te passen. De patroonfrasen van elk gedeelte kunnen worden gecombineerd zodat er net als bij een DJ van
dansmuziek kan worden genoten.
Bij het inschakelen van de dansmuziekmodus (pagina NL-20) veranderen de functies van de klaviertoetsen zoals hieronder is
aangegeven.
Functies van het schakelaartoetsenbord
De toetsen van het linker schakelaartoetsenbord hebben de onderstaande functies.
NL-19
Functies van het melodie/stemtoetsenbord
C7F4
Schreeuwstem
Zangstem
Het rechter melodie/stemtoetsenbord kan worden gebruikt om
een melodie te spelen samen met patroonspel en, bij gebruik
van de stemfunctie, om stemmen te laten klinken. (Gebruik
van een dansmuziekstem, pagina NL-22)
Schreeuwstem
Bij indrukken van een klaviertoets terwijl de dansmuzieksteminstelling is ingeschakeld, klinkt er een stem die karakteristiek
is voor dansmuziek.
Zangstem
Bij indrukken van een klaviertoets terwijl de dansmuzieksteminstelling is ingeschakeld, klinkt er een stem die lijkt op een
zangstem.
• De zangstem blijft klinken totdat de klaviertoets wordt
losgelaten.
Spelen van dansmuziek
1.
Druk op HOME.
Het homescherm verschijnt.
Spelen in de dansmuziekmodus
3.
Draai aan de regelaar om een melodie te
selecteren.
• Nadat u eenmaal aan de regelaar heeft gedraaid om
een optie te selecteren, kunt u uw selectie ook
veranderen met de – en + toetsen.
• Druk de – en + toetsen tegelijkertijd in om terug te
keren naar het eerste dansmuzieknummer.
• Druk op de BACK toets om terug te gaan naar het
vorige scherm.
• Zie de “Dansmuziekmoduslijst” (pagina NL-43) voor een
lijst van de patronen.
• Wanneer het patroon wordt veranderd, verandert het tempo
gewoonlijk naar de instelling die aan elk patroon is
toegewezen.
4.
Druk op een basgedeeltetoets van de
patroonfrase om de weergave van het
basgedeelte te starten. Breng vervolgens de
frasen in de volgende lagen aan:
Drumgedeelte, Synthesizer 1 gedeelte,
Synthesizer 2 gedeelte.
Het basgedeeltepatroon start, gevolgd door de andere
gedeelten die achter elkaar worden toegevoegd om een
opwindende opbouw te creëren.
2.
Druk op de DANCE toets.
Het geselecteerde dansmuzieknummer en de
patroonnaam worden getoond.
• Wanneer u de dansmuziekmodus inschakelt terwijl de
metronoom klinkt of een ritme wordt weergegeven, zal de
geactiveerde functie stoppen.
• U kunt ook starten en stoppen met de patroonweergave
door op a te drukken.
5.
Speel terwijl u verschillende combinaties
uitprobeert door de frasen van de gedeelten te
veranderen en door gedeelten toe te voegen of
te verwijderen.
• Gebruik de effectschakelaars en de automatische
spanningsopbouw-schakelaars om de patronen te
veranderen.
• Bij indrukken van een klaviertoets die correspondeert
met een patroonfrase die nu klinkt, zal de frase
stoppen.
NL-20
Veranderen van het dansmuziektempo
U kunt de bediening voor de tempo-instelling gebruiken om
het tempo van het patroonspel te veranderen.
1.
Selecteer in de dansmuziekmodus het patroon
waarvan u het tempo wilt veranderen en druk
daarna op TEMPO.
Het [TEMPO] scherm verschijnt.
2.
Draai aan de regelaar om de tempo-instelling te
veranderen.
• U kunt een tempowaarde instellen in het bereik van 20
t/m 255.
• U kunt ook de – en + toetsen gebruiken om de
instelling te veranderen. Druk op de – toets om het
tempo langzamer te maken of op de + toets om het
tempo sneller te maken. Houd een van beide toetsen
ingedrukt om de instelwaarden te doorlopen.
• Druk de – en + toetsen tegelijkertijd in om terug te
keren naar de aanbevolen instelling.
• Door het dansmuzieknummer te veranderen keert ook
het patroon terug naar het aanbevolen tempo.
• Druk op de EXIT toets om terug te gaan naar het
vorige scherm.
Spelen in de dansmuziekmodus
3.
Draai aan de regelaar om het volumeniveau
van de dansmuziek in te stellen.
• U kunt een volumewaarde instellen tussen 0 en 127.
• Nadat u eenmaal aan de regelaar heeft gedraaid om
een optie te selecteren, kunt u uw selectie ook
veranderen met de – en + toetsen.
• Druk de – en + toetsen tegelijkertijd in om terug te
keren naar de oorspronkelijke standaardinstelling.
• Druk op de BACK toets om terug te gaan naar het
vorige scherm.
4.
Druk op FUNCTION om het instelscherm te
verlaten.
Veranderen van de toetsenbordtoon terwijl
dansmuziek wordt weergegeven
1.
Druk op HOME terwijl dansmuziek wordt
weergegeven.
Het geselecteerde toonnummer en de instrumentnaam
verschijnen op het display.
Veranderen van het volumeniveau van de
dansmuziek
1.
Druk op FUNCTION.
Het [FUNCTION] scherm verschijnt.
2.
Gebruik de U en I toetsen om “Dance
Volume” te selecteren.
• Druk op de EXIT toets om terug te gaan naar het
vorige scherm.
2.
Draai aan de regelaar om een toon te
selecteren.
•Zie de “Toonlijst” (pagina NL-39) voor de
tooninformatie.
• Nadat u eenmaal aan de regelaar heeft gedraaid om
een optie te selecteren, kunt u uw selectie ook
veranderen met de – en + toetsen.
• Druk – en + tegelijkertijd in om naar de eerste toon in
de toonlijst te gaan.
• Druk op de BACK toets om terug te gaan naar het
vorige scherm.
• Als u de tooninstelling verandert terwijl de
dansmuziekstem-instelling (pagina NL-22) is ingeschakeld,
zal de toon niet veranderen totdat u de dansmuzieksteminstelling uitschakelt.
NL-21
Spelen in de dansmuziekmodus
Gebruik van de aanbevolen toon
1.
Houd in de dansmuziekmodus FUNCTION lang
ingedrukt.
Er verschijnt even “RECOMMENDED” op het display en
de toon aanbevolen voor het huidige geselecteerde
patroon wordt toegewezen.
• Als u de tooninstelling verandert terwijl de
dansmuziekstem-instelling is ingeschakeld, zal de toon niet
veranderen totdat u de dansmuziekstem-instelling
uitschakelt.
Gebruik van een dansmuziekstem
1.
Druk in de dansmuziekmodus op de VOICE
toets.
“VOICE” verschijnt op het display, wat betekent dat het
melodie/stemtoetsenbord is veranderd van de
melodietoon naar de stemtoon.
• Druk nogmaals op de VOICE toets om terug te keren
naar de melodietoon.
Gebruik van effecten
Bij indrukken van een effectschakelaartoets tijdens
patroonspel wordt een van de hieronder beschreven effecten
op de volledige melodie toegepast.
• Op het display wordt de corresponderende functienaam
getoond wanneer een effect wordt toegepast.
• Een effect wordt toegepast zolang de klaviertoets wordt
ingedrukt en stopt zodra de toets wordt losgelaten.
• De toepassingswijze van MOD LPF en MOD HPF
verandert met het tempo.
• Effecten worden toegepast op het totale patroonspel en
kunnen niet op afzonderlijke gedeelten worden toegepast.
Snijdt de hoge frequenties
van het geluid af.
2
Snijdt de lage frequenties
van het geluid af.
aanzwellend effect aan het
geluid toe.
het geluid.
• De dansmuziekstemmen worden niet beïnvloed door de
instellingen voor transponeren en aanhouden.
NL-22
Opbouwen van de spanning in de
uitvoering
Wanneer patroonspel aan de gang is, kunt u de
opbouwfunctie gebruiken om dansmuziekeffecten toe te
passen en de spanning op te bouwen.
Functienaam
PITCHTelkens wanneer op een
CHANGEDe patroonfrase van de huidige
ROLLKnipt een gedeelte uit een
FILTERPast effecten toe die noten doffer
GATEPast een effect toe dat een
ENDINGBeëindigt de huidige melodie
*1 Afhankelijk van het gedeelte worden sommige frasen niet
veranderd.
*2 Hoe een effect wordt toegepast, verandert willekeurig met
elke druk op de klaviertoets. De effecten worden
gedurende een vaste tijdsduur toegepast.
*3 Wanneer de dansmuziekstemfunctie is ingeschakeld,
wordt het effect automatisch weergegeven samen met de
stemtoon.
Beschrijving
klaviertoets wordt gedrukt,
verandert de totale toonhoogte
van de melodie. Bij indrukken
van de PITCH DOWN-toets
wordt de toonhoogte in
eenheden van een halve toon
verlaagd en met PITCH UP
wordt de toonhoogte in
eenheden van een halve toon
verhoogd.
melodie wordt meteen
veranderd.
melodie, herhaalt dit en past er
fijnzinnige uitvoeringseffecten op
toe.
maken (door afsnijden van de
hogere frequenties) of helderder
(door afsnijden van de lagere
frequenties).
melodie fijntjes opdeelt.
terwijl diverse effecten worden
toegepast.
Opmerkingen
1
*
1
*
2
*
3
*
2
*
3
*
2
*
3
*
2
*
3
*
Spelen met een ritmeondersteuning
Gebruik de procedures in dit hoofdstuk om het gewenste
ritme te selecteren en dan automatisch bijpassende
begeleidingen weer te geven door eenvoudigweg akkoorden
met uw linkerhand te spelen. Het is net alsof u een
persoonlijke band heeft die u begeleidt waar u maar gaat.
• Automatische begeleidingen bestaan uit de onderstaande
gedeelten (instrumenten).
– Ritme (percussie)
– Bas (basinstrumenten)
– Harmonie (andere instrumenten)
U kunt bijvoorbeeld alleen het spel van het ritmegedeelte
laten spelen of u kunt alle drie de gedeelten tegelijkertijd
laten spelen.
Ritme
Het ritmegedeelte vormt de basis van elke automatische
begeleiding. Uw Digitale Keyboard wordt geleverd met
verscheidene ingebouwde ritmes, waaronder een 8-maatslag
en een wals. Volg de onderstaande procedure om het basisritmegedeelte te spelen.
Weergeven van een ritme
1.
Druk op HOME.
Het homescherm verschijnt.
2.
Druk op de RHYTHM toets.
Het [RHYTHM] scherm verschijnt dat het geselecteerde
ritmenummer en de naam toont.
• Wanneer u het ritme verandert terwijl de metronoom klinkt
of terwijl een melodie of dansmuziekmodus-weergave aan
de gang is, zal de geactiveerde functie stoppen.
• De spanningsopbouw wordt toegepast vanaf de maatslag
meteen nadat een klaviertoets is ingedrukt.
• Hoewel de effecten en spanningsopbouwfuncties gelijktijdig
kunnen worden gebruikt, is het mogelijk dat het effect dat
nu wordt toegepast stopt.
• Op het display wordt de corresponderende functienaam
getoond wanneer een spanningsopbouwfunctie wordt
gebruikt.
• Als het ENDING-effect wordt gebruikt, stopt de
dansmuziekweergave nadat het effect is voltooid.
• Als de patroonfrase wordt veranderd terwijl het ENDINGeffect wordt toegepast, zal alleen de weergave van het
nieuw geselecteerde gedeelte doorgaan zonder dat er
wordt gestopt nadat het effect is voltooid.
NL-23
3.
Draai aan de regelaar om een ritme te
selecteren.
Hierdoor verschijnt de categorienaam op het display.
•Zie de “Ritmelijst” (pagina NL-44) voor informatie over
de ritmetypen.
• Nadat u eenmaal aan de regelaar heeft gedraaid om
een optie te selecteren, kunt u uw selectie ook
veranderen met de – en + toetsen.
• Druk op de BACK toets om terug te gaan naar het
vorige scherm.
4.
Druk op a.
Het ritme begint en de maatslag wordt op het display
weergegeven.
5.
Druk nogmaals op a om het ritme te
stoppen.
Veranderen van het tempo van een ritme
Gebruik de onderstaande procedure om het tempo in te
stellen op een snelheid die goed voor u is.
Spelen met een ritme-ondersteuning
Veranderen van het volumeniveau van een
ritme
Gebruik de onderstaande procedure om de balans af te
stellen tussen het volume van het toetsenbordspel en het
volume van het ritme.
1.
Druk op FUNCTION.
Het [FUNCTION] scherm verschijnt.
2.
Gebruik de U en I toetsen om “Rhythm
Volume” te selecteren.
• Druk op de EXIT toets om terug te gaan naar het
vorige scherm.
3.
Draai aan de regelaar om het volumeniveau
van het ritme in te stellen.
• U kunt een volumewaarde instellen tussen 0 en 127.
• Nadat u eenmaal aan de regelaar heeft gedraaid om
een optie te selecteren, kunt u uw selectie ook
veranderen met de – en + toetsen.
• Druk de – en + toetsen tegelijkertijd in om terug te
keren naar de oorspronkelijke standaardinstelling.
• Druk op de BACK toets om terug te gaan naar het
vorige scherm.
1.
Terwijl het [RHYTHM] scherm wordt
weergegeven, selecteert u de naam van het
ritme waarvan u het tempo wilt veranderen en
daarna drukt u op TEMPO.
Het [TEMPO] scherm verschijnt.
2.
Draai aan de regelaar om de tempo-instelling te
veranderen.
• U kunt een tempowaarde instellen in het bereik van 20
t/m 255.
• U kunt ook de – en + toetsen gebruiken om de
instelling te veranderen. Druk op de – toets om het
tempo langzamer te maken of op de + toets om het
tempo sneller te maken. Houd een van beide toetsen
ingedrukt om de instelwaarden te doorlopen.
• Druk de – en + toetsen tegelijkertijd in om terug te
keren naar de aanbevolen instelling.
• Druk op de EXIT toets om terug te gaan naar het
vorige scherm.
NL-24
4.
Druk op FUNCTION om het instelscherm te
verlaten.
Spelen met een ritme-ondersteuning
Veranderen van de toetsenbordtoon terwijl
een ritme wordt weergegeven
1.
Druk op HOME terwijl een ritme wordt
weergegeven.
Het geselecteerde toonnummer en de instrumentnaam
verschijnen op het display.
2.
Draai aan de regelaar om een toon te
selecteren.
• Zie de “Toonlijst” (pagina NL-39) voor de
tooninformatie.
• Nadat u eenmaal aan de regelaar heeft gedraaid om
een optie te selecteren, kunt u uw selectie ook
veranderen met de – en + toetsen.
• Druk – en + tegelijkertijd in om naar de eerste toon in
de toonlijst te gaan.
• Druk op de BACK toets om terug te gaan naar het
vorige scherm.
Gebruik van de aanbevolen ritmeinstellingen
Veranderen van het ritmepatroon
U kunt de onderstaande procedure gebruiken om uw
ritmepatroon levendiger te maken door intro- en
eindpatronen, invulpatronen en diverse basisritmepatronen te
spelen.
Elk automatisch begeleidingspatroon heeft een basis
“normaal patroon” en ook een “variatiepatroon”. Hiermee kunt
u een patroon spelen dat verschilt van het normale patroon.
1.
Druk in de ritmemodus op de PTRN toets.
“VAR2” verschijnt op het display.
• Druk nogmaals op de PTRN toets om terug te keren
naar het “VAR1” scherm.
2.
Druk op a.
Het ritme voor het geselecteerde patroon begint.
• Als u op de PTRN toets drukt terwijl een ritme wordt
weergegeven, zal het patroon veranderen vanaf het
begin van de volgende maat.
U kunt de onderstaande procedure gebruiken om de toon- en
tempo-instellingen te gebruiken die het meest geschikt zijn
voor een bepaald ritmepatroon.
1.
Selecteer op het [RHYTHM] scherm een
ritmenaam en houd dan FUNCTION lang
ingedrukt.
Er verschijnt even “RECOMMENDED” op het display en
de aanbevolen ritme-instellingen worden gemaakt.
NL-25
Spelen met een ritme-ondersteuning
Begeleidingstoetsenbord
Invoegen van een invulpatroonVingerzetting van een akkoord
Een “invulpatroon” is in feite een korte frase die wordt
gespeeld wanneer u de sfeer van het stuk wilt veranderen.
Een invulpatroon kan worden gebruikt om een link te creëren
tussen twee melodieën of als een accent.
1.
Terwijl een ritme speelt, drukt u op de PTRN
toets en selecteert dan een patroon.
2.
Druk op de FILL-IN toets.
Bij sommige invulpatronen gaat het patroon door tot het
einde van de maat waar het patroon is ingevoegd. FILL
wordt weergegeven terwijl een invulpatroon wordt
gespeeld.
• Om door te gaan met het invulpatroon bij het bereiken
van de volgende maat, houdt u de FILL-IN toets
ingedrukt.
• Als de FILL-IN toets wordt ingedrukt terwijl een ritme is
gestopt, zal het invulpatroon worden ingevoegd en
wordt dit gespeeld zodra de ritmeweergave wordt
gestart. Wanneer in dit geval de FILL-IN toets opnieuw
wordt ingedrukt voordat de ritmeweergave wordt
gestart, wordt het invulpatroon verwijderd.
voor het spelen van een
ritmebegeleiding
Door een akkoord met uw linkerhand te spelen worden
automatisch begeleidingsgedeelten bestaande uit bas en
harmonie toegevoegd aan het op dat moment geselecteerde
ritme. Het is net alsof u uw eigen band op het podium heeft.
1.
Druk in de ritmemodus op de ACMP toets.
“AC” verschijnt op het display en de vingerzitting van het
akkoord kan op het begeleidingstoetsenbord (linkerkant)
worden uitgevoerd.
2.
Druk op a om het ritme te starten.
3.
Speel iets op het begeleidingstoetsenbord.
De bas, harmonie en andere instrumenten van nietritmische gedeelten zullen klinken.
• Wanneer een akkoord wordt gespeeld terwijl de
ritmeweergave is gestopt, zullen het ritme en de
begeleiding gelijktijdig beginnen.
4.
Speel andere akkoorden met de linkerhand
terwijl u het melodiedeel met uw rechterhand
speelt.
5.
Druk nogmaals op de ACMP toets om de
begeleiding te stoppen.
NL-26
Spelen met een ritme-ondersteuning
Begeleidingstoetsenbord
A
C
C
DE F F
#
b
E#G
b
AB
B
b
C
C
DE F
E
#
b
Selecteren van een akkoord-vingerzetmodus
U kunt kiezen uit de onderstaande zes akkoordvingerzetmodi.
• CASIO CHORD
•FINGERED1
•FINGERED2
• FINGERED ON BASS
• FINGERED ASSIST
• FULL RANGE CHORD
1.
Druk op FUNCTION.
Het [FUNCTION] scherm verschijnt.
2.
Gebruik de U en I toetsen om “Chord Mode”
te selecteren.
• Druk op de EXIT toets om terug te gaan naar het
vorige scherm.
3.
Draai aan de regelaar om een akkoordvingerzetmodus te selecteren.
• Nadat u eenmaal aan de regelaar heeft gedraaid om
een optie te selecteren, kunt u uw selectie ook
veranderen met de – en + toetsen.
• Druk op de BACK toets om terug te gaan naar het
vorige scherm.
■ CASIO CHORD
Bij CASIO CHORD kunt u vereenvoudigde vingerzettingen
gebruiken om de vier typen akkoorden te spelen die hieronder
worden beschreven.
AkkoordtypeVoorbeeld
Majeur akkoorden
De letters boven het
begeleidingstoetsenbord geven de
naam van het akkoord aan dat
toegewezen is aan elke klaviertoets.
De klaviertoetsen van het
begeleidingstoetsenbord die met
dezelfde akkoordnaam zijn
aangegeven, spelen precies
hetzelfde akkoord.
Mineur akkoorden
Druk op de klaviertoets die
correspondeert met het majeur
akkoord en druk tegelijkertijd op één
andere klaviertoets binnen het gebied
van het begeleidingstoetsenbord
rechts ervan.
Septiem akkoorden
Druk op de klaviertoets die
correspondeert met het majeur
akkoord en druk tegelijkertijd op twee
andere klaviertoetsen binnen het
gebied van het
begeleidingstoetsenbord rechts
ervan.
Mineur septiem akkoorden
Druk op de klaviertoets die
correspondeert met het majeur
akkoord en druk tegelijkertijd op drie
andere klaviertoetsen binnen het
gebied van het
begeleidingstoetsenbord rechts
ervan.
C (C majeur)
E#G
#
E
A
DE F
C
B
C
AB
#
DE F F
C
C
b
b
b
b
Cm (C mineur)
E#G
#
E
A
DE F
C
B
C
AB
#
DE F F
C
C
b
b
b
b
C7 (C septiem)
Cm7
(C mineur septiem)
b
b
b
b
E#G
#
E
A
DE F
C
B
C
AB
#
DE F F
C
C
• Bij het spelen van een mineur, septiem of mineur septiem
akkoord op het begeleidingstoetsenbord maakt het geen
verschil of de andere toetsen die u aanslaat zwart of wit
zijn.
NL-27
Spelen met een ritme-ondersteuning
Begeleidingstoetsenbord
Begeleidingstoetsenbord/Melodietoetsenbord
■ FINGERED
Met deze akkoord-vingerzetmodus speelt u akkoorden op het
begeleidingstoetsenbord met behulp van hun normale
akkoord-vingerzettingen. Merk op dat sommige akkoorden
ook kunnen worden gevormd met verkorte vingerzettingen
van één of twee klaviertoetsen. Zie de “Vingerzettinggids”
(pagina NL-45) voor informatie over de typen akkoorden en
hun vingerzettingen.
● FINGERED 1
Speel de componentnoten van het akkoord op het
toetsenbord.
● FINGERED 2
In tegenstelling tot FINGERED 1, is een 6de invoer niet
mogelijk bij deze modus.
● FINGERED ON BASS
Speel de componentnoten van het akkoord op het
toetsenbord. Bij deze modus is de invoer van gedeeltelijke
akkoorden mogelijk met de laagste noot op het toetsenbord
als de basisnoot.
● FINGERED ASSIST
In aanvulling op de FINGERED 1 invoer, kunt u ook de
onderstaande vingerzettingen gebruiken om de drie typen
akkoorden te spelen.
Mineur akkoorden
(Cm)
Septiem akkoorden
(C7)
Mineur septiem
akkoorden (Cm7)
Eén klaviertoets voor de basisnoot
en de dichtstbijzijnde zwarte toets
links ervan.
Eén klaviertoets voor de basisnoot
en de dichtstbijzijnde witte toets links
ervan.
Eén klaviertoets voor de basisnoot
en de dichtstbijzijnde zwarte toets en
witte toets links ervan.
Invoegen van een intropatroon of
eindpatroon
Gebruik de onderstaande procedure om een intropatroon of
eindpatroon van een paar maten in te voegen.
1.
Houd in de ritmemodus de ACMP toets lang
ingedrukt.
Er verschijnt even “INTRO/ENDING ON” op het display
en dan “INTRO>V1” als het huidige patroon.
• Om INTRO/ENDING uit te schakelen en “INTRO/
ENDING OFF” weer te geven, houdt u de ACMP toets
opnieuw lang ingedrukt.
2.
Druk op de PTRN toets om het patroon te
veranderen.
Bij enkele malen indrukken van de PTRN toets verandert
de instelling als volgt: “INTRO>V1”, “INTRO>V2”, “V1”,
“V2”.
• “INTRO>V1” en “INTRO>V2” zijn patronen met intro’s.
• “V1” en “V2” zijn de afkortingen voor “VAR1” en
“VAR2”.
■ FULL RANGE CHORD
Bij deze akkoord-vingerzetmodus kunt u het volledige bereik
van het toetsenbord gebruiken om akkoorden en de melodie
te spelen.
NL-28
3.
Druk op a om de ritmeweergave te starten.
Als u een patroon met een intro heeft geselecteerd,
wordt met de intro gestart en dan begint het patroon te
klinken nadat de intro is afgelopen.
• In plaats van op a te drukken om met de
ritmeweergave te starten, kunt u ook op de ACMP
toets drukken om de “AC” indicator te laten
verschijnen. In dit geval wordt door het spelen van een
akkoord gestart met de intro samen met de
begeleiding.
• Druk op de PTRN toets om een intro te stoppen en
over te schakelen naar patroonweergave.
• Merk op dat u niet “INTRO>V1” of “INTRO>V2” kunt
selecteren terwijl ritmeweergave aan de gang is.
4.
Druk op a bij het punt waar u wilt dat het
eindpatroon moet klinken.
“ENDING” zal op het display verschijnen. Het
eindpatroon speelt waarna het ritme stopt.
■ Maken van instellingen op het [FUNCTION]
scherm
1.
Druk op FUNCTION.
Het [FUNCTION] scherm verschijnt.
2.
Gebruik de U en I toetsen om “Intro/Ending”
te selecteren.
• Druk op de EXIT toets om terug te gaan naar het
vorige scherm.
3.
Draai aan de regelaar en selecteer “On”.
• U kunt ook de – en + toetsen gebruiken om de
instelling te veranderen. Bij indrukken van de – toets
wordt “Off” geselecteerd en bij indrukken van de +
toets wordt “On” geselecteerd.
• Druk op de BACK toets om terug te gaan naar het
vorige scherm.
Aansluiten van externe
apparaten
Koppelen aan een smartapparaat
(APP-functie)
U kunt de APP-functie gebruiken om het Digitale Keyboard te
verbinden met een smartphone, tablet of ander
smartapparaat waarna u de beschikking heeft over de
onderstaande functies.
• Gebruik van de geluidsbron van het Digitale Keyboard voor
de weergave van muziekgegevens die worden afgespeeld
met een app op het smartaparaat.
• Gebruik van de lesfuncties van een app op het
smartapparaat, waarbij u de noten speelt op het
toetsenbord van het Digitale Keyboard.
• Maak de vereiste instellingen op uw smartapparaat
(vliegtuigmodus enz.) om gegevenscommunicatie uit te
schakelen.
• Wanneer een smartapparaat met het Digitale Keyboard
wordt verbonden, mogen niet gelijktijdig een USBkabel en een audiokabel aangesloten zijn.
4.
Druk op FUNCTION om het instelscherm te
verlaten.
■ Downloaden van de app voor het smartapparaat
Download de Chordana Play van de CASIO-website en
installeer deze op het smartapparaat.
Verbind de USB-poort van het smartapparaat
met een los verkrijgbare USB-kabel met de
USB poort van het Digitale Keyboard.
• Nadat het smartapparaat met het Digitale Keyboard is
verbonden, kan het smartapparaat worden gebruikt
voor de bediening van het keyboard. Zie de
gebruikersdocumentatie van de app voor details
betreffende de bediening.
Aansluiten op een computer en
gebruik van MIDI
U kunt het Digitale Keyboard op een computer aansluiten en
MIDI-gegevens uitwisselen tussen beide apparaten. U kunt
uw spel op het Digitale Keyboard opnemen met behulp van
muzieksoftware op uw computer en u kunt het Digitale
Keyboard gebruiken om gegevens weer te geven die er vanaf
de computer naar toe zijn gestuurd.
■ Minimale computersysteemvereisten
Hieronder volgen de minimale vereisten voor het
computersysteem wanneer MIDI-gegevens worden
verzonden en ontvangen. Controleer de systeeminstellingen
van uw computer voordat u probeert om het stuurprogramma
te installeren.
● Ondersteunde besturingssystemen
Windows 7*
Windows 8.1*
Windows 10*
macOS (OS X/Mac OS X) 10.7, 10.8, 10.9, 10.10, 10.11,
10.12, 10.13, 10.14
*1 Windows 7 (32-bit, 64-bit)
*2 Windows 8.1 (32-bit, 64-bit)
*3 Windows 10 (32-bit, 64-bit)
● USB-poort
• Verbind het Digitale Keyboard nooit met een computer
die een ander besturingssysteem gebruikt dan de
hierboven vermelde systemen. Dit kan namelijk
resulteren in een defect van de computer.
1
2
3
Aansluiten van externe apparaten
• Voor de meest recente informatie over de ondersteunde
besturingssystemen kunt u de website op het onderstaande
webadres of QR-code bezoeken.
• Bij verkeerde aansluitingen is het mogelijk dat er geen
gegevens kunnen worden uitgewisseld. Zorg ervoor
dat de stappen van de onderstaande procedure precies
worden opgevolgd.
1.
Schakel het Digitale Keyboard uit en start uw
computer op.
• Start de muzieksoftware op uw computer nog niet!
2.
Gebruik een los verkrijgbare USB-kabel om het
Digitale Keyboard op uw computer aan te
sluiten.
• Gebruik een USB-kabel met een USB 2.0 of 1.1 AMicroB type stekker die geschikt is voor
gegevenscommunicatie.
3.
Schakel het Digitale Keyboard in.
• Als dit de eerste keer is dat u deze verbinding maakt,
wordt het stuurprogramma dat vereist is om gegevens
over te brengen automatisch op uw computer
geïnstalleerd.
4.
Start de los verkrijgbare muzieksoftware op uw
computer.
5.
Gebruik de instelfuncties van de los
verkrijgbare muzieksoftware op uw computer
om “CASIO USB-MIDI” als het MIDI-apparaat te
selecteren.
• Raadpleeg de gebruikersdocumentatie die met de
gebruikte muzieksoftware wordt geleverd voor nadere
informatie over hoe u het MIDI-apparaat kunt
selecteren.
• Zorg ervoor eerst het Digitale Keyboard in te schakelen
voordat u de muzieksoftware van uw computer start.
• Zenden/ontvangen van gegevens is niet mogelijk
wanneer een melodie wordt weergegeven (pagina
NL-15).
NL-30
Aansluiten van externe apparaten
PHONES/OUTPUT aansluiting van Digitale Keyboard
(3,5 mm stereo mini-aansluiting)
Stereo ministekker
Audio-apparatuur, versterker
enz.
Stereo ministekker (3-polig)
AUDIO IN aansluiting van Digitale Keyboard
(3,5 mm stereo mini-aansluiting)
Draagbare audiospeler enz.
• Nadat de verbinding eenmaal goed werkt, kunt u de USBkabel aangesloten laten wanneer u de computer en/of het
Digitale Keyboard uitschakelt.
• Voor gedetailleerde technische gegevens en aansluitingen
die van toepassing zijn op de MIDI-gegevenscommunicatie
door dit Digitale Keyboard, wordt u verwezen naar de
nieuwste ondersteuningsinformatie die u vindt op de
website op het onderstaande webadres of QR-code.
Zie de “Lijst met instelitems” (pagina NL-32) voor informatie
over de onderstaande MIDI-instellingen.
• MIDI-uitgangskanaal
• Octaafverschuiving voor MIDI-uitgang
• Snelheid voor MIDI-uitgang
• Lokale sturing
Aansluiten op audio-apparatuur
U kunt het Digitale Keyboard op een los verkrijgbaar
stereosysteem of versterker, of op een opnameapparaat,
aansluiten. U kunt het Digitale Keyboard ook gebruiken om
het geluid van een draagbare audiospeler of ander apparaat
weer te geven en dat geluid gebruiken als ondersteuning bij
uw toetsenbordspel.
■ Weergeven van het geluid van het Digitale
Keyboard via een extern apparaat
Voor de aansluiting zijn los verkrijgbare snoeren nodig, die u
zelf dient aan te schaffen.
• Het aansluitsnoer dient aan een kant een stereo
ministekker te hebben en aan de andere kant een stekker
die past bij de ingangsaansluiting van het externe apparaat.
• Schakel het externe apparaat en het Digitale Keyboard
uit voordat u ze op elkaar aansluit. Voordat u de stroom
in- of uitschakelt, moet u het volumeniveau van het
Digitale Keyboard en het externe apparaat verlagen.
• Schakel na het maken van de verbinding eerst het
Digitale Keyboard in en vervolgens het externe
apparaat.
• Als de noten van het Digitale Keyboard vervormd
klinken wanneer deze via het externe audio-apparaat
worden weergegeven, moet u het volumeniveau op het
Digitale Keyboard verlagen.
■ Weergeven van het geluid van een extern
apparaat via het Digitale Keyboard
Voor de aansluiting zijn los verkrijgbare snoeren nodig, die u
zelf dient aan te schaffen.
• Het aansluitsnoer dient aan een kant een stereo
ministekker (3-polig) te hebben voor de aansluiting op het
Digitale Keyboard en aan de andere kant een stekker die
past bij de uitgangsaansluiting op het externe apparaat.
• Wanneer het geluid van een extern apparaat via het
Digitale Keyboard wordt weergegeven, moet u de
bedieningsorganen op het externe apparaat gebruiken om
het volume in te stellen. In dit geval kunt u het volume niet
op het Digitale Keyboard instellen.
• Schakel het Digitale Keyboard uit voordat u de
verbinding tot stand brengt. Voordat u de stroom in- of
uitschakelt, moet u het volumeniveau van het Digitale
Keyboard en het externe apparaat verlagen.
• Schakel na het maken van de verbinding eerst het
externe apparaat in en daarna het Digitale Keyboard.
• Als het geluid van het externe apparaat dat via het
Digitale Keyboard wordt weergegeven vervormd klinkt,
moet u het volumeniveau op het externe apparaat lager
instellen.
NL-31
Maken van functie-instellingen
Instellingen maken
Gebruik de onderstaande procedure om instellingen te maken.
1.
Druk op FUNCTION.
Het [FUNCTION] scherm verschijnt.
2.
Gebruik de U en I toetsen om een instelitem te selecteren.
• Druk op de EXIT toets om terug te gaan naar het vorige scherm.
3.
Draai aan de regelaar om de instelling te veranderen.
• Nadat u eenmaal aan de regelaar heeft gedraaid om een optie te selecteren, kunt u uw selectie ook veranderen met de –
en + toetsen.
• Druk op de BACK toets om terug te gaan naar het vorige scherm.
4.
Druk op FUNCTION om het instelscherm te verlaten.
Lijst met instelitems
FunctienaamBeschrijvingDisplaynaamInstellingen
TransponerenVerhoogt of verlaagt de totale toonhoogte in stappen
NagalmSpecificeert het type nagalm dat wordt toegepast.ReverbOff, Room 1, Room 2,
PedaalWijst een dempfunctie toe aan een pedaal. Het pedaal
Intropatroon/
eindpatroon
AkkoordmodusSpecificeert de akkoord-vingerzetmodus.Chord ModeCASIO Chord, Fingered 1,
Volume van ritmeRegelt het volumeniveau van het ritme.Rhythm Volume0 t/m 127
Volume van
melodie
Volume van
dansmuziek
StemmingFijnstemmen van de totale toonhoogte van het Digitale
van een halve toon. U kunt deze functie gebruiken om
de sleutel van het Digitale Keyboard te verhogen of
verlagen zodat het gemakkelijker is om een stuk te
spelen dat in een moeilijke sleutel is geschreven, of voor
aanpassing aan een sleutel die beter past bij een
zanger, een ander instrument enz.
kan worden gebruikt om noten aan te houden en om
andere effecten toe te passen tijdens een uitvoering.
Wijst een intropatroon toe dat klinkt wanneer een ritme
start of een eindpatroon dat klinkt wanneer het ritme
wordt gestopt.
Regelt het volumeniveau van de melodie.Song Volume0 t/m 127
Regelt het volumeniveau van de dansmuziek.Dance Volume0 t/m 127
Keyboard door de frequentie van A4 in eenheden van
0,1 Hz te veranderen.
Transpose–12 tot 0 tot +12
Room 3, Room 4, Hall 1,
Hall 2, Hall 3, Hall 4,
Stadium 1, Stadium 2
PedalPedal Sustain, Sostenuto,
Soft, Start/Stop
Intro/EndingOff, On
Fingered 2, Fingered on
Bass, Fingered Assist, Full
Range Chord
Tuning415,5 tot 440,0 tot 465,9
NL-32
Maken van functie-instellingen
FunctienaamBeschrijvingDisplaynaamInstellingen
MIDIuitgangskanaal
Octaafverschuiving
voor MIDI-uitgang
Snelheid voor
MIDI-uitgang
InschakelvolumeSpecificeert het volumeniveau bij inschakelen van de
MY SETUP bij
inschakelen
Lokale sturingIndien ingeschakeld, worden de noten gedempt
Automatische
stroomonderbreker
BatterijenSpecificeert het type batterijen dat wordt gebruikt.BatteryAlkaline, Ni-MH
DisplaycontrastStelt het contrast van het display in.LCD Contrast1 t/m 12
InititaliserenZet alle instellingen terug op de standaard-
Versie-informatieToont de versie-informatie.Version
Specificeert het kanaal voor het uitvoeren van MIDIberichten.
Specificeert, in octaaf-eenheden, het toetsnummer van
het nootbericht voor de MIDI-uitgang.
Specificeert de snelheid van de noot op het bericht voor
de MIDI-uitgang.
stroom.
Indien geactiveerd worden automatisch de MY SETUPinstellingen gemaakt wanneer het Digitale Keyboard
wordt ingeschakeld.
wanneer iets op het Digitale Keyboard wordt gespeeld.
Schakelt de automatische stroomonderbreker in/uit.Auto Power OffOff, On
fabrieksinstellingen.
MIDI Out Ch1 t/m 16
MIDIOutOctShift–3 tot 0 tot +3
MIDIOutVelocityOff, 1 t/m 127
PowerOnVolume1 t/m 10
PowerOnMySetup Off, On
Local ControlOff, On
Initialize
• BIj het uit- en weer inschakelen van de stroom komen de toon en de andere instellingen op de oorspronkelijke
standaardinstellingen (pagina NL-7) te staan.
• De onderstaande instellingen blijven altijd behouden zelfs wanneer de stroom wordt uitgeschakeld.
− MIDI-uitgangskanaal
− Octaafverschuiving voor MIDI-uitgang
− Snelheid voor MIDI-uitgang
− Volumeniveau bij inschakelen
− MY SETUP bij opstarten
− Automatische stroomonderbreker
− Batterijtype
− Displaycontrast
NL-33
Maken van functie-instellingen
Terugzetten van de instellingen op de
oorspronkelijke standaardfabrieksinstellingen
1.
Druk op FUNCTION.
Het [FUNCTION] scherm verschijnt.
2.
Gebruik de U en I toetsen om “Initialize” te
selecteren.
3.
Druk op de ENTER toets.
“Sure?” verschijnt op het display.
Controleren van de versie-informatie
1.
Druk op FUNCTION.
Het [FUNCTION] scherm verschijnt.
2.
Gebruik de U en I toetsen om “Version” te
selecteren.
De versie-informatie wordt getoond.
• Druk op de EXIT toets om terug te gaan naar het
vorige scherm.
3.
Druk op FUNCTION om af te sluiten.
4.
Druk op de YES toets.
Nadat de initialisatie is voltooid, verschijnt het bericht
“GOING TO RESTART” een paar seconden op het
display waarna het Digitale Keyboard opnieuw wordt
opgestart.
NL-34
Referentie
Oplossen van moeilijkheden
SymptoomVereiste maatregel
Meegeleverde accessoires
Bij het uitpakken kan ik bepaalde
meegeleverde accessoires niet vinden.
Stroomvereisten
De stroom kan niet worden ingeschakeld.• Controleer de netadapter of zorg ervoor dat de batterijen in de juiste richting
Het Digitale Keyboard wordt plotseling
uitgeschakeld nadat dit een hard geluid heeft
weergegeven.
Het Digitale Keyboard schakelt na ongeveer
30 minuten plotseling uit.
Display
Het display blijft donker of blijft knipperen.Vervang de batterijen door nieuwe. Of gebruik de netadapter voor de
De inhoud van het scherm is enkel zichtbaar
vanuit een vast punt.
Geluid
Er gebeurt niets bij aanslaan van een
klaviertoets.
Er gebeurt niets of noten worden niet
normaal weergegeven wanneer ik op het
begeleidingstoetsenbord (linkerkant) speel.
Er gebeurt niets wanneer een automatische
begeleiding wordt gestart.
Er gebeurt niets wanneer de automatische
begeleiding van een melodie wordt gestart.
De metronoom klinkt niet.• Controleer de instelling van het metronoomvolume en stel dit indien nodig
De noten blijven klinken zonder dat ze
stoppen.
Sommige noten worden afgesneden terwijl
ze weergegeven worden.
Controleer zorgvuldig wat er in de verpakking zit.
wijzen (pagina NL-4).
• Vervang de batterijen door nieuwe. Of gebruik de netadapter voor de
stroomvoorziening (pagina NL-4).
Vervang de batterijen door nieuwe. Of gebruik de netadapter voor de
stroomvoorziening (pagina NL-4).
Schakel de automatische stroomonderbreker uit (pagina NL-8).
stroomvoorziening (pagina NL-4).
Dit komt door productiebeperkingen van het Digitale Keyboard. Dit duidt niet
op een defect.
• Controleer het volumeniveau (pagina NL-8).
• Controleer of er iets is aangesloten op de PHONES/OUTPUT aansluiting
op de achterkant van het Digitale Keyboard.
• Schakel het Digitale Keyboard uit en daarna weer in (pagina NL-7) zodat de
instellingen in de beginstand komen te staan.
Druk op de ACMP toets om akkoordinvoer met het begeleidingstoetsenbord
te deactiveren (pagina NL-26).
• Bij de ritmenummers 76 en 77 klinkt er niets als u geen akkoord op het
toetsenbord speelt. Probeer een akkoord te spelen (pagina NL-26).
• Controleer de instelling van het ritmevolume en stel dit indien nodig af
(pagina NL-24).
• Schakel het Digitale Keyboard uit en daarna weer in (pagina NL-7) zodat de
instellingen in de beginstand komen te staan.
• Na indrukken van de toets duurt het even voordat de weergave van de
melodie begint. Wacht totdat de weergave van de melodie begint.
• Controleer de instelling van het melodievolume en stel dit indien nodig af
(pagina NL-16).
• Schakel het Digitale Keyboard uit en daarna weer in (pagina NL-7) zodat de
instellingen in de beginstand komen te staan.
af (pagina NL-9).
• Schakel het Digitale Keyboard uit en daarna weer in (pagina NL-7) zodat de
instellingen in de beginstand komen te staan.
• Schakel het Digitale Keyboard uit en daarna weer in (pagina NL-7) zodat de
instellingen in de beginstand komen te staan.
• Vervang de batterijen door nieuwe. Of gebruik de netadapter voor de
stroomvoorziening (pagina NL-4).
Noten worden afgesneden telkens wanneer het aantal noten dat klinkt de
maximale polyfonische waarde van 48 (24 bij bepaalde tonen) overschrijdt. Dit
duidt niet op een defect.
NL-35
Referentie
SymptoomVereiste maatregel
Het volumeniveau of de tooninstelling die ik
heb gemaakt is veranderd.
Bij bepaalde volumeniveaus en tonen klinkt
het geluid van de noten die in een bepaald
toetsenbordbereik worden gespeeld anders
dan die in een ander toetsenbordbereik
worden gespeeld.
Bij sommige tonen veranderen de octaven
niet aan de uiteinden van het toetsenbord.
De toonhoogte van de noten komt niet
overeen met andere begeleidende
instrumenten of noten klinken vreemd bij
meespelen met andere instrumenten.
De nagalm van de noten verandert
plotseling.
Aansluiten op een computer
Ik kan geen MIDI-gegevens overbrengen.• Controleer of de USB-kabel is aangesloten op het Digitale Keyboard en de
• Controleer het volumeniveau (pagina NL-8).
• Schakel het Digitale Keyboard uit en daarna weer in (pagina NL-7) zodat de
instellingen in de beginstand komen te staan.
• Vervang de batterijen door nieuwe. Of gebruik de netadapter voor de
stroomvoorziening (pagina NL-4).
Dit is het gevolg van systeembeperkingen en duidt niet op een defect.
Dit is het gevolg van systeembeperkingen en duidt niet op een defect.
• Controleer de instelling voor transponeren (pagina NL-12) en de instelling
voor stemmen (pagina NL-12) en stel deze indien nodig af.
• Schakel het Digitale Keyboard uit en daarna weer in (pagina NL-7) zodat de
instellingen in de beginstand komen te staan.
• Controleer de nagalminstelling en stel deze indien nodig af (pagina NL-11).
• Schakel het Digitale Keyboard uit en daarna weer in (pagina NL-7) zodat de
instellingen in de beginstand komen te staan.
computer, en of het juiste apparaat is geselecteerd met de muzieksoftware
van de computer (pagina NL-30).
• Schakel het Digitale Keyboard uit en sluit dan de muzieksoftware op uw
computer af. Schakel het Digitale Keyboard vervolgens weer in en start dan
de muzieksoftware op uw computer opnieuw op.
DemonstratieweergaveLusweergave van alle melodieën van ingebouwde melodiebank (60 melodieën)
Volume-instelling van functiesMetronoom, ritme, melodie, dansmuziek
Overige functies
Transponeren±1 octaaf (–12 tot 0 tot +12 halve tonen)
StemmingA4 = 415,5 t/m 465,9 Hz (standaardinstelling: 440,0 Hz)
Netadapteraansluiting9,5 V gelijkstroom
Stroomvereisten2-weg stroomvoorziening
Batterijen6 AA-formaat alkalibatterijen of AA-formaat oplaadbare nikkel-metaalhydride batterijen
Continue werkingOngeveer 16 uur (alkalibatterijen), ongeveer 13 uur (oplaadbare nikkel-metaalhydride
NetadapterAD-E95100L (JEITA standaard, met uniforme polariteitsstekker)
Automatische
stroomonderbreker
Luidsprekers13 cm × 6 cm (ovaal) × 2 (uitgangsvermogen: 2,0 W + 2,0 W)
Stroomverbruik9,5 V = 5,5 W
Afmetingen93,0 (B) × 25,6 (D) × 7,3 (H) cm
GewichtOngeveer 3,3 kg (zonder batterijen)
* Gemeten waarden bij gebruik van eneloop-batterijen.
eneloop is een handelsmerk van Panasonic Corporation.
• Wijzigingen in technische gegevens en ontwerp voorbehouden.
batterijen)*
De werkelijke levensduur van de batterijen kan korter zijn afhankelijk van het type batterijen,
de wijze van gebruik en de omgevingsomstandigheden.
Ongeveer 30 minuten na de laatste toetsbediening, functie kan worden geannuleerd.
Referentie
NL-37
Referentie
Voorzorgsmaatregelen bij het hanteren van de netadapter
Model: AD-E95100L
1. Lees deze aanwijzingen.
2. Houd deze aanwijzingen bij de hand.
3. Neem alle waarschuwingen in acht.
4. Volg alle aanwijzingen.
5. Gebruik dit product niet in de buurt van water.
6. Reinig alleen met een droge doek.
7. Niet gebruiken in de buurt van radiatoren, warmeluchtroosters, kachels of andere warmtebronnen (inclusief versterkers).
8. Gebruik enkel toebehoren en accessoires die gespecificeerd worden door de fabrikant.
9. Laat alle onderhoud over aan erkend onderhoudspersoneel. Onderhoud is noodzakelijk bij een van de volgende
omstandigheden: Wanneer het product beschadigd is, wanneer het netsnoer of de netstekker beschadigd is, wanneer
vloeistof over het product is gemorst, wanneer een vreemd voorwerp in het product valt, wanneer het product
blootgesteld is aan regen of vocht, wanneer het product niet normaal werkt en wanneer het product is gevallen.
10. Sta niet toe dat het product wordt blootgesteld aan vloeistof dat erop druipt of tegenaan spat. Plaats geen voorwerpen
met vloeistof op dit product.
11. Laat de elektrische belasting niet de nominale belasting overschrijden.
12. Let erop dat de omgeving droog is voordat u het product op een stroombron aansluit.
13. Let erop dat het product in de juiste richting wordt geplaatst.
14. Haal de stekker uit het stopcontact tijdens onweersbuien en wanneer u het apparaat voor langere tijd niet gaat
gebruiken.
15. Zorg dat de ventilatieopeningen van het product niet geblokkeerd worden. Plaats het product overeenkomstig de
aanwijzingen van de fabrikant.
16. Let erop dat het netsnoer op een plaats ligt waar er niet op wordt getrapt of dat het te sterk gebogen is, in het bijzonder
dichtbij de stekkers, het stopcontact en op de plaats waar het snoer uit het product komt.
17. De netadapter dient zo dicht mogelijk bij het product in de buurt op een stopcontact te worden aangesloten opdat de
stekker onmiddellijk uit het stopcontact kan worden getrokken in noodgevallen.
Het onderstaande symbool is een waarschuwing dat er niet-geïsoleerde gevaarlijke spanning aanwezig is binnen de
behuizing van het product, die sterk genoeg kan zijn om een risico te vormen op een elektrische schok voor de gebruiker.
’
Het onderstaande symbool is een waarschuwing die wijst op de aanwezigheid van belangrijke onderhoudsaanwijzingen in de
documentatie die met het product wordt meegeleverd.
*
NL-38
Toonlijst
Referentie
Nr.Toonnaam
PIANO
1 STEREO GRAND PIANO02
2 GRAND PIANO01
3 BRIGHT PIANO12
4 MODERN PIANO13
5 DANCE PIANO11
6 MELLOW PIANO03
7 STRINGS PIANO08
8 HONKY-TONK32
43 DRAWBAR ORGAN 1162
44 DRAWBAR ORGAN 2161
45 PERC.ORGAN 1172
46 PERC.ORGAN 2173
47 ELEC.ORGAN 1168
48 ELEC.ORGAN 2164
49 JAZZ ORGAN 1174
50 JAZZ ORGAN 2176
51 ROCK ORGAN 1182
52 ROCK ORGAN 2181
53 FULL DRAWBAR169
54 CLICK ORGAN187
55 8’ORGAN175
56 CHURCH ORGAN 1192
57 CHURCH ORGAN 2193
58 CHAPEL ORGAN198
59 THEATER ORGAN196
60 REE D ORGAN202
61 ACCORDION212
62 BANDONEON232
63 HARMONICA 1222
64 HARMONICA 2228
Metronome Click
Metronome Bell
Standard Kick 2
Standard Kic
k 1
Side Stick
Standard Snare 1
Standard Hand Clap
Standard Snare 2
Low Tom 2
Closed Hi-Hat
Low Tom 1
Pedal Hi-Hat
Mid Tom 2
Open Hi-Hat
Mid Tom 1
High Tom 2
Crash Cymbal 1
High Tom 1
Ride Cymbal 1
Chinese Cymbal
Ride Bell
Tambourine
Splash Cymbal
Cowbell
Crash Cymbal 2
Vibraslap
Ride Cymbal 2
High Bongo
Low Bongo
Mute High Conga
Open High Conga
Open Low Conga
High Timbale
Low Timbale
High Agogo
Low Agogo
Cabasa
Maracas
Short High Whistle
Long Low Whistle
Short Guiro
Long Guiro
Claves
High Wood Block
Low Wood Block
Mute Cuica
Open Cuica
Mute Triangle
Open Triangle
Shaker
Cheer Short
Cheer
Cheer Long
Cheer Fade Out
Explotion 1
Explotion 2
9MARY HAD A LITTLE LAMB
10LE CYGNE FROM “LE CARNAVAL DES ANIMAUX”
11AIR FROM “SUITE no.3”
12SPRING FROM “THE FOUR SEASONS”
13HUNGARIAN DANCES no.5
14MINUET IN G MAJOR
15GAVOTTE (GOSSEC)
16ARABESQUE (BURGMÜLLER)
17DECK THE HALL
18ODE TO JOY
19AVE MARIA (GOUNOD)
20PRELUDE op.28 no.7 (CHOPIN)
21GOING HOME FROM “FROM THE NEW WORLD”
22SONATA op.27 no.2 “MOONLIGHT” 1st Mov.
23THE ENTERTAINER
24FRÖHLICHER LANDMANN
25LA CHEVALERESQUE
26JESUS BLEIBET MEINE FREUDE
27MARCH FROM “THE NUTCRACKER”
28CHANSON DU TOREADOR FROM “CARMEN”
29INVENTIONEN no.1
30PRAELUDIUM no.1 (J.S.BACH)
EVENT
31SILENT NIGHT
32JINGLE BELLS
33WE WISH YOU A MERRY CHRISTMAS
34JOY TO THE WORLD
35O CHRISTMAS TREE
WORLD
36WHEN THE SAINTS GO MARCHING IN
37GREENSLEEVES
38ANNIE LAURIE
39AMAZING GRACE
40TWINKLE TWINKLE LITTLE STAR
41GRANDFATHER’S CLOCK
42ON TOP OF OLD SMOKEY
43COME BIRDS
44DID YOU EVER SEE A LASSIE?
45DANNY BOY
46MY BONNIE
47HOME SWEET HOME
48AURA LEE
49ALOHA OE
50LONDON BRIDGE
51UNDER THE SPREADING CHESTNUT TREE
52SIPPIN’ CIDER THROUGH A STRAW
53BEAUTIFUL DREAMER
54MY DARLING CLEMENTINE
55LITTLE BROWN JUG
56YANKEE DOODLE
57I’VE BEEN WORKING ON THE RAILROAD
58OH! SUSANNA
59TURKEY IN THE STRAW
60FURUSATO
*1 Met FINGERED 2, geïnterpreteerd als Am7.
*2 Met FINGERED 2, geïnterpreteerd als Am7
*3 Het geïnverteerde formaat wordt in bepaalde gevallen niet
ondersteund.
*4 Deze vingerzettingen zijn speciale vingerzettingen voor
akkoordinvoer op het Digitale Keyboard en ze zijn daarom
niet geschikt voor normaal spelen op een keyboard.
b
5
.
■ FINGERED ON BASS, FULL RANGE CHORD
Naast de akkoorden waarvan de vingerzetting gemaakt kan
worden met FINGERED 1 en FINGERED 2, worden de
onderstaande akkoorden ook erkend.
• Met FINGERED ON BASS wordt de laagste noot waarvan
de vingerzetting gemaakt is, geïnterpreteerd als de
basisnoot. Geïnverteerde formaten worden niet
ondersteund.
• Bij FULL RANGE CHORD wordt het akkoord
geïnterpreteerd als een gedeeltelijk akkoord wanneer de
laagste vingerzettingnoot een bepaalde afstand is van de
naastliggende noot.
• In tegenstelling tot FINGERED 1, 2 en FINGERED ON
BASS, is het bij FULL RANGE CHORD nodig om minstens
drie toetsen in te drukken om een akkoord te vormen.
NL-45
Akkoordvoorbeeldenlijst
*2
*1
M
m
dim
aug
sus4
sus2
7
m7
M7
m7
5
7
5
7sus4
add9
madd9
mM7
dim7
69
6
m6
FCC
/(D
)
D
(
D
)
/E
E
Referentie
*1 Grondtoon *2 Akkoordtype
• Aangezien het invoerbereik voor akkoorden beperkt is, is het mogelijk dat dit model bepaalde akkoorden die hierboven getoond
worden niet ondersteunt.
NL-46
Referentie
*2
*1
M
m
dim
aug
sus4
sus2
7
m7
M7
m7
5
7
5
7sus4
add9
madd9
mM7
dim7
69
6
m6
(
A
)
/B
BF/(G
)
G
(
G
)
/A
A
*1 Grondtoon *2 Akkoordtype
• Aangezien het invoerbereik voor akkoorden beperkt is, is het mogelijk dat dit model bepaalde akkoorden die hierboven getoond
worden niet ondersteunt.