Casio CT-S200 User manual

NL
CTS200-D-2A
GEBRUIKSAANWIJZING
CT
-
S200

Omslag

Klaarmaken van de voeding In- en uitschakelen van de
Selecteren van een
muziekinstrumenttoon
Veranderen van de
toonhoogte in stappen van
een halve toon
(Transponeren)
Aansluiten van een
hooftelefoon (los verkrijgbaar)
Fijnstemmen van een
toonhoogte (Stemming)
Aansluiten van een pedaal
(los verkrijgbaar)
Gebruik van de SUSTAIN-
toets
Opslaan en laden van de
instrumentinstellingen
(MY SETUP)
Spelen met een ritme-
ondersteuning
Weergeven van een
ingebouwde melodie
Koppelen aan een
smartapparaat (APP-functie)
Spelen in de
dansmuziekmodus
Maken van functie-instellingen
Gebruik van een dansmuziekstem
Meegeleverde en los verkrijgbare accessoires
• Het gedeeltelijk of in zijn geheel kopiëren van de inhoud van deze handleiding is verboden. Met uitzondering van uw eigen persoonlijke gebruik, is het aanwenden van de inhoud van deze handleiding voor niet-bedoelde doeleinden zonder de uitdrukkelijke toestemming van CASIO verboden onder de wetgeving inzake auteursrechten.
• IN GEEN GEVAL ZAL CASIO AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR SCHADE IN ENIGE VORM (INCLUSIEF EN ZONDER BEPERKINGEN DE SCHADE DOOR HET VERLIES VAN WINSTEN, ONDERBREKINGEN VAN ZAKELIJKE BELANGEN, VERLIES VAN INFORMATIE) DIE VOORTKOMT UIT HET GEBRUIK VAN OF DE ONMOGELIJKHEID TOT HET GEBRUIK VAN DEZE HANDLEIDING OF DIT PRODUCT, ZELFS ALS CASIO EROP ATTENT GEMAAKT IS DAT DE MOGELIJKHEID OP DERGELIJKE SCHADE BESTAAT.
• De inhoud van deze handleiding is onder voorbehoud.
• Het product kan er in werkelijkheid anders uitzien dan zoals is aangegeven in de afbeeldingen van deze gebruiksaanwijzing.
• De namen van bedrijven en producten die in deze handleiding worden gebruikt, kunnen geregistreerde handelsmerken van derden zijn.
Gebruik enkel accessoires die gespecificeerd zijn voor gebruik met dit Digitale Keyboard. Het gebruik van niet erkende accessoires kan resulteren in brand, een elektrische schok of persoonlijk letsel.
• U kunt informatie betreffende de accessoires die los verkrijgbaar zijn krijgen uit de CASIO-catalogus die beschikbaar is bij uw winkelier en op de CASIO-website toegankelijk via het onderstaande webadres of QR-code.
https://support.casio.com/global/nl/emi/manual/CT-S200/
Betreffende de muziekpartituurgegevens
U kunt muziekpartituurgegevens als een PDF-bestand downloaden van de CASIO-website die toegankelijk is via het onderstaande webadres of QR-code. Daarna kunt u de muziekpartituur op uw smartapparaat bekijken. U kunt rechtstreeks vanaf de inhoudsopgave van het PDF-bestand naar de gewenste muziekpartituur springen en u kunt de muziekpartituur ook uitprinten.
https://support.casio.com/global/nl/emi/manual/CT-S200/
NL-1

Inhoudsopgave

Algemene gids NL-3
Voorbereidingen voor het spelen NL-4
Klaarmaken van de voeding . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-4
Klaarmaken van de muziekstandaard. . . . . . . . . . . .NL-5
Aansluiten van een hooftelefoon (los verkrijgbaar) . .NL-6
Aansluiten van een pedaal (los verkrijgbaar) . . . . . .NL-6
Gemeenschappelijke bediening voor alle
functies NL-6
Overzicht van het displayscherm . . . . . . . . . . . . . . .NL-6
HOME toets. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-6
3 toetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-7
Gebruik van de draairegelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-7
Spelen op het keyboard NL-7
In- en uitschakelen van de stroom . . . . . . . . . . . . . .NL-7
Instellen van het volumeniveau. . . . . . . . . . . . . . . . .NL-8
Gebruik van de metronoom. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-9
Luisteren naar demonstratieweergave . . . . . . . . . .NL-10
Regelen van het geluid van een uitvoering NL-10
Selecteren van een muziekinstrumenttoon. . . . . . .NL-10
Gebruik van een pedaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-11
Gebruik van de SUSTAIN-toets . . . . . . . . . . . . . . .NL-11
Toevoegen van nagalm aan de noten. . . . . . . . . . .NL-11
Veranderen van de toonhoogte in stappen van
een halve toon (Transponeren) . . . . . . . . . . . . . .NL-12
Fijnstemmen van een toonhoogte (Stemming) . . . .NL-12
Opslaan en laden van de
instrumentinstellingen (MY SETUP) NL-13
Opslaan in MY SETUP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-13
Oproepen van MY SETUP . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-14
Weergeven van een ingebouwde melodie NL-15
Melodieën . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-15
Selecteren van een melodie om weer te geven . . .NL-15 Toewijzen van de melodietoon aan het
toetsenbord (Toonsynchronisatie) . . . . . . . . . . . .NL-17
Oefenen van een melodiegedeelte . . . . . . . . . . . . .NL-17
Gebruik van een telling op de maat van de
melodie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-18
Spelen in de dansmuziekmodus NL-19
Dansmuziekmodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-19
Spelen van dansmuziek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-20
Gebruik van de aanbevolen toon . . . . . . . . . . . . . .NL-22
Gebruik van een dansmuziekstem . . . . . . . . . . . . .NL-22
Gebruik van effecten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-22
Opbouwen van de spanning in de uitvoering . . . . .NL-23
Spelen met een ritme-ondersteuning NL-23
Ritme . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-23
Weergeven van een ritme. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-23
Gebruik van de aanbevolen ritme-instellingen . . . . NL-25
Veranderen van het ritmepatroon. . . . . . . . . . . . . . NL-25
Invoegen van een invulpatroon. . . . . . . . . . . . . . . . NL-26
Vingerzetting van een akkoord voor het spelen
van een ritmebegeleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-26
Invoegen van een intropatroon of eindpatroon . . . . NL-28
Aansluiten van externe apparaten NL-29
Koppelen aan een smartapparaat (APP-functie) . . NL-29 Aansluiten op een computer en gebruik van
MIDI. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-30
Aansluiten op audio-apparatuur . . . . . . . . . . . . . . . NL-31
Maken van functie-instellingen NL-32
Instellingen maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-32
Lijst met instelitems . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-32
Referentie NL-35
Oplossen van moeilijkheden. . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-35
Technische gegevens. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-36
Toonlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-39
Drumtoewijzingslijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-42
Melodielijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-43
Dansmuziekmoduslijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-43
Ritmelijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-44
Vingerzettinggids . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-45
Akkoordvoorbeeldenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-46
MIDI Implementation Chart
NL-2

Algemene gids

P(aan/uit) toets NL-7
VOLUME toetsen NL-8
3 toetsen NL-7
Draairegelaar NL-7
HOME toets NL-6
a (start/stop) toets ☞NL-9, 15, 23
TEMPO toets NL-9, 16, 21, 24
SUSTAIN toets NL-11
MY SETUP toets NL-13
FUNCTION toets NL-32
DC 9.5V aansluiting NL-4
PHONES/OUTPUT aansluiting NL-6, 31
AUDIO IN aansluiting NL-31
PEDAL aansluiting NL-6
USB poort NL-30
Dansmuziektoon
Voorpaneel
Achterkant
• De nummers rechts naast het symbool zijn de nummers van de referentiepagina’s.
NL-3
Voorbereidingen voor het
Netadapter DC 9.5V aansluiting
Stopcontact
Lipje
spelen

Klaarmaken van de voeding

Hoewel zowel de netadapter als batterijen voor de voeding kunnen worden gebruikt, verdient het gewoonlijk aanbeveling om de netadapter te gebruiken.
Gebruik van de netadapter
Gebruik enkel de netadapter (JEITA standaard, met een uniforme polariteitsstekker) die voor dit Digitale Keyboard wordt voorgeschreven. Het gebruik van een ander type netadapter kan problemen veroorzaken.
Netadaptertype: AD-E95100L
(JEITA standaardstekker)
• Zorg ervoor dat u de stroom van het Digitale Keyboard uitschakelt voordat u de aansluiting van de netadapter tot stand brengt of verbreekt.
• De netadapter wordt warm na langdurig gebruik. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
• Ter voorkoming van draadbreuk dient u het netsnoer niet te belasten.
Niet draaien Niet trekken Niet omheen
wikkelen
Gebruik op batterijvoeding
• Zorg ervoor de stroom uit te schakelen voordat u de batterijen inlegt.
• Gebruik los verkrijgbare AA-formaat alkalibatterijen of AA-formaat oplaadbare nikkel-metaalhydride batterijen.
• Wanneer de batterijen uitgeput raken, kan dit resulteren in een abnormale werking. In dit geval moeten de batterijen door nieuwe worden vervangen. Bij gebruik van oplaadbare batterijen moet u de batterijen opladen.
Batterijen
Neem de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht bij gebruik van oplaadbare batterijen.
• Gebruik Panasonic Group AA-formaat eneloop oplaadbare batterijen. Gebruik geen ander type batterijen.
• Gebruik uitsluitend de voorgeschreven oplader om de batterijen op te laden.
• De oplaadbare batterijen moeten uit het product worden gehaald wanneer deze worden opgeladen.
• Voor informatie over het gebruik van eneloop-batterijen of de speciale oplader hiervoor, dient u de documentatie en voorzorgmaatregelen te lezen die worden meegeleverd en de producten uitsluitend te gebruiken zoals aangegeven.
Vervang de batterijen ten minste eenmaal per jaar, zelfs als er geen indicatie is voor zwakke batterijspanning. Lege oplaadbare batterijen (eneloop) in het bijzonder kunnen verslijten als ze in het product blijven. Neem oplaadbare batterijen zo spoedig mogelijk uit het product wanneer ze leeg zijn.
1.
Open het batterijdeksel aan de achterkant van het Digitale Keyboard.
• Steek nooit metaal, potloden of andere voorwerpen in de 9,5 V gelijkstroomaansluiting (DC 9.5V). Dit kan namelijk een ongeluk veroorzaken.
NL-4
2.
Leg zes AA-formaat batterijen in het batterijcompartiment.
Plaats de batterijen met de positieve (+) en negatieve (–) uiteinden in de juiste richting.
3.
Steek de lipjes van het batterijdeksel in de gaten en sluit het deksel.
• Maak de onderstaande instelling om het type batterijen aan te geven dat u heeft geplaatst.
Voorbereidingen voor het spelen
Batterijpictogram (knippert niet)
Batterijpictogram (knippert)
Muziekstandaard
Instellen van het type batterijen
1.
Druk op FUNCTION.
Het [FUNCTION] scherm verschijnt.
2.
Gebruik de U en I toetsen om “Battery” te selecteren.
• Druk op de EXIT toets om terug te gaan naar het vorige scherm.
3.
Draai aan de regelaar om “Alkaline” (alkalibatterijen) of “Ni-MH” (oplaadbare nikkel­metaalhydride batterijen) te selecteren.
• Nadat u eenmaal aan de regelaar heeft gedraaid om een optie te selecteren, kunt u uw selectie ook veranderen met de – en + toetsen.
• Druk op de BACK toets om terug te gaan naar het vorige scherm.
Indicator voor batterijniveau
Er verschijnt een pictogram op het display zoals hieronder is aangegeven om u erop attent te maken dat de batterijen uitgeput raken.
Lage batterijspanning
Batterijen moeten worden vervangen
• Bij een lage batterijspanning kunnen de noten vervormd klinken of kunnen er andere problemen optreden.
• U kunt batterijvermogen besparen door een hoofdtelefoon te gebruiken en door het volume lager in te stellen.
4.
Druk op FUNCTION om het instelscherm te verlaten.

Klaarmaken van de muziekstandaard

Steek de muziekstandaard in de handgreep van het Digitale Keyboard.
NL-5
Aansluiten van een hooftelefoon
PHONES/OUTPUT aansluiting (3,5 mm stereo mini-aansluiting)
Stereo ministekker
PEDAL aansluiting (6,3 mm standaardaansluiting)
Pedaal (los verkrijgbaar)
  
  
 (1
(los verkrijgbaar)
Door een hoofdtelefoon aan te sluiten wordt het geluid van de ingebouwde luidsprekers uitgeschakeld wat betekent dat u zelfs ’s avonds laat kunt oefenen zonder anderen te storen.
• Zorg ervoor altijd het volumeniveau van het Digitale Keyboard laag in te stellen voordat u de hoofdtelefoon aansluit.
• Er wordt geen hoofdtelefoon met het Digitale Keyboard meegeleverd.
• Gebruik een los verkrijgbare hoofdtelefoon met dit instrument.
• Luister niet voor langere periodes met een hoog volume via de hoofdtelefoon naar het geluid. Dit kan namelijk resulteren in gehoorschade.
• Als de stekker van de hoofdtelefoon niet in de PHONES/OUTPUT aansluiting past, moet u een los verkrijgbare verloopstekker gebruiken.
• Als u een hoofdtelefoon gebruikt met een verloopstekker, dient u niet te vergeten de verloopstekker er uit te halen telkens wanneer u de aansluiting van de hoofdtelefoon verbreekt.

Gemeenschappelijke bediening voor alle functies

Overzicht van het displayscherm

Functienaam
Aanhouden
Batterijpictogram
Tempo
Huidige instelling
Status
Functies van de 3 toetsen
Naam van subfunctie
Instelitem
Huidige instelling

Zie “Maken van functie-instellingen” (pagina NL-32) voor informatie over het instellen van het displaycontrast.

Aansluiten van een pedaal (los verkrijgbaar)

Sluit het pedaal aan op de PEDAL aansluiting.

HOME toets

Bij indrukken van HOME verschijnt het [TONE] scherm dat u kunt gebruiken om een toon te selecteren. Dit scherm is het homescherm. Gebruik het homescherm om een instrumenttype te selecteren en om diverse instellingen te maken.
NL-6

3 toetsen

De bedieningsfuncties die zijn toegewezen aan de 3 toetsen onder het display veranderen overeenkomstig de instelling die u maakt. De bedieningsfuncties die momenteel aan de 3 toetsen zijn toegewezen, worden aangegeven door de aanduidingen boven de toetsen.
Voorbeelden van de 3 toetsen
Homescherm (toonselectiescherm)
Instelscherm
• Door de – of + toets ingedrukt te houden wanneer u een nummer of waarde selecteert, worden de nummers of waarden met hoge snelheid doorlopen.
• Druk de – en + toets tegelijkertijd in om een nummer of waarde terug te zetten op de standaardinstelling of de aanbevolen instelling.

Spelen op het keyboard

In- en uitschakelen van de stroom

1.
Druk op P (aan/uit).
De stroom wordt ingeschakeld.
• Houd P (aan/uit) opnieuw ingedrukt totdat er geen
aanduiding meer op het display is om de stroom uit te schakelen.
2.
Speel iets op het toetsenbord.
• Als de stroom wordt uitgeschakeld, keren de toon en het ritmenummer, en de andere instellingen gewoonlijk terug naar de oorspronkelijke standaardinstellingen. De onderstaande instellingen blijven echter behouden.
− MIDI-uitgangskanaal
− Octaafverschuiving voor MIDI-uitgang
− Snelheid voor MIDI-uitgang
− Volumeniveau bij inschakelen
− MY SETUP bij opstarten
− Automatische stroomonderbreker
− Batterijtype
− Displaycontrast

Gebruik van de draairegelaar

Gebruik de draairegelaar om een nummer (toonnummer enz.) of waarde (tempowaarde enz.) te veranderen.
NL-7
Spelen op het keyboard
Automatische stroomonderbreker
Wanneer de automatische stroomonderbreker is ingeschakeld, wordt het Digitale Keyboard automatisch uitgeschakeld als dit ongeveer 30 minuten niet is gebruikt.
• De automatische stroomonderbreker is uitgeschakeld terwijl een melodie wordt weergegeven of wanneer de APP-functie wordt gebruikt.
Uitschakelen van de automatische stroomonderbreker
U kunt de automatische stroomonderbreker uitschakelen om ervoor te zorgen dat de stroom niet ineens uitgeschakeld wordt tijdens een concert enz.
1.
Druk op FUNCTION.
Het [FUNCTION] scherm verschijnt.
2.
Gebruik de U en I toetsen om “Auto Power Off” te selecteren.
• Druk op de EXIT toets om terug te gaan naar het vorige scherm.

Instellen van het volumeniveau

1.
Gebruik de VOLUME + en – toetsen om het volumeniveau in te stellen.
Het volumeniveau verandert en de waarde van het huidige volumeniveau wordt even op het display getoond.
• Het instelbereik loopt van 0 t/m 10.
• Houd een van beide toetsen ingedrukt om de instelwaarden te doorlopen.
Specificeren van het inschakelvolume
Gebruik de onderstaande procedure om het volumeniveau te specificeren dat wordt ingesteld wanneer het Digitale Keyboard wordt ingeschakeld.
1.
Druk op FUNCTION.
Het [FUNCTION] scherm verschijnt.
2.
Gebruik de U en I toetsen om “PowerOnVolume” te selecteren.
• Druk op de EXIT toets om terug te gaan naar het vorige scherm.
3.
Draai de regelaar naar links en selecteer “Off”.
• Nadat u eenmaal aan de regelaar heeft gedraaid om een optie te selecteren, kunt u uw selectie ook veranderen met de – en + toetsen.
• Druk op de BACK toets om terug te gaan naar het vorige scherm.
4.
Druk op FUNCTION om het instelscherm te verlaten.
3.
Draai aan de regelaar om het volumeniveau te selecteren.
• Nadat u eenmaal aan de regelaar heeft gedraaid om een optie te selecteren, kunt u uw selectie ook veranderen met de – en + toetsen.
• Druk op de BACK toets om terug te gaan naar het vorige scherm.
4.
Druk op FUNCTION om het instelscherm te verlaten.
NL-8
Spelen op het keyboard

Gebruik van de metronoom

De metronoom laat u spelen en oefenen met een vaste maatslag om u te helpen met uw tempo. U kunt ook een tempo instellen dat geschikt is voor uw oefenspel.
Starten/Stoppen
1.
Druk op HOME.
Het homescherm verschijnt.
2.
Druk op a.
De metronoom start.
3.
Druk nog een keer op a om de metronoom te stoppen en terug te keren naar het homescherm.
Veranderen van het tempo van de metronoom
Gebruik de onderstaande procedure om het tempo van de metronoom te veranderen.
Instellen van het metronoomgeluid en het aantal maatslagen per maat
Gebruik de onderstaande procedure om in te stellen dat er een klokkenklank klinkt bij de eerste maatslag van elke maat en een klikgeluid bij de resterende maatslagen.
• De beschikbare instellingen zijn Uit of een waarde tussen 1 t/m 16 maatslagen.
1.
Start de metronoom.
2.
Draai aan de regelaar of gebruik de – en + toetsen om het aantal maatslagen per maat in te stellen.
• Selecteer “Off” om de klokkenklank uit te schakelen en een klikgeluid bij elke maatslag te laten klinken. Gebruik deze instelling wanneer u wilt oefenen zonder dat u zich zorgen hoeft te maken over de eerste maatslag van elke maat.
• Druk de – en + toetsen tegelijkertijd in om terug te keren naar de oorspronkelijke standaardinstelling.
• Druk op VOLUME (3 toetsen) om het instelscherm voor het volumeniveau van de metronoom weer te geven.
1.
Start de metronoom.
2.
Druk op TEMPO.
Het [TEMPO] scherm verschijnt.
3.
Draai aan de regelaar of gebruik de – en + toetsen om de tempowaarde te veranderen.
• U kunt een tempowaarde instellen in het bereik van 20 t/m 255.
• Druk de – en + toetsen tegelijkertijd in om terug te keren naar de oorspronkelijke standaardinstelling.
• Druk op de EXIT toets om terug te keren naar het [METRONOME] scherm.
Veranderen van het volumeniveau van het metronoomgeluid
1.
Start de metronoom.
2.
Druk op VOLUME (3 toetsen).
Het instelscherm voor het volumeniveau van de metronoom verschijnt.
3.
Draai aan de regelaar of gebruik de – en + toetsen om het volumeniveau te veranderen.
• U kunt een volumewaarde instellen tussen 0 en 127.
• Druk de – en + toetsen tegelijkertijd in om terug te keren naar de oorspronkelijke standaardinstelling.
• Druk op de BEAT toets om het instelscherm voor de maatslag weer te geven.
NL-9

Luisteren naar demonstratieweergave

U kunt de demonstratieweergavefunctie gebruiken om de ingebouwde melodieën achter elkaar weer te geven.
1.
Houd TEMPO ingedrukt en druk dan tegelijkertijd op a.
Het [DEMO] scherm verschijnt en de weergave van melodienummer “1” begint.
• Op het display worden het nummer en de naam van de huidige melodie getoond.
• Zie de “Melodielijst” (pagina NL-43) voor een lijst van de melodietitels.
• Druk op de EXIT toets om terug te keren naar het homescherm.
2.
Draai aan de regelaar om vanaf de huidige melodie naar een andere melodie te gaan.
De demonstratieweergave van de geselecteerde melodie begint.
• Nadat u eenmaal aan de regelaar heeft gedraaid om een optie te selecteren, kunt u uw selectie ook veranderen met de – en + toetsen.
• Druk op de BACK toets om terug te gaan naar het vorige scherm.
3.
Druk op de EXIT toets of a om de demonstratieweergavefunctie te verlaten.

Regelen van het geluid van een uitvoering

Selecteren van een muziekinstrumenttoon

Met dit Digitale Keyboard kunt u uit een groot aantal muziekinstrumenttonen kiezen waaronder viool, fluit, orkest en nog vele andere. Zelfs dezelfde melodie zal volkomen anders klinken wanneer het instrumenttype wordt veranderd.
Selecteren van een instrumenttoon voor het toetsenbordspel
1.
Druk op HOME.
Het homescherm verschijnt.
2.
Draai aan de regelaar om een toon te selecteren.
Het geselecteerde toonnummer en de instrumentnaam verschijnen op het display.
•Zie de “Toonlijst” (pagina NL-39) voor de tooninformatie.
• Nadat u eenmaal aan de regelaar heeft gedraaid om een optie te selecteren, kunt u uw selectie ook veranderen met de – en + toetsen.
• Druk – en + tegelijkertijd in om naar de eerste toon in de toonlijst te gaan.
• Druk op de BACK toets om terug te gaan naar het vorige scherm.
• Bij het selecteren van een drumsettoon worden er diverse percussie-instrumenten aan de klaviertoetsen toegewezen.
NL-10
Regelen van het geluid van een uitvoering

Gebruik van een pedaal

Een pedaal kan worden gebruikt om de noten te veranderen terwijl u aan het spelen bent. Bij de standaardinstellingen is de aanhoudfunctie aan het pedaal toegewezen, zodat het pedaal als een demppedaal kan worden gebruikt.
• Er wordt geen pedaal met het Digitale Keyboard meegeleverd. U kunt een pedaal los aanschaffen bij uw winkelier.
Selecteren van het pedaaleffect
1.
Druk op FUNCTION.
Het [FUNCTION] scherm verschijnt.
2.
Gebruik de U en I toetsen om “Pedal” te selecteren.
• Druk op de EXIT toets om terug te gaan naar het vorige scherm.
3.
Draai aan de regelaar om een pedaaleffecttype te selecteren.
Hieronder worden de beschikbare pedaaleffecten getoond.
Instelling (displaytekst)
Aanhoudfunctie (Pedal Sustain)
Sostenuto (Sostenuto)
Zacht (Soft) Wanneer het pedaal wordt ingetrapt en
Starten/Stoppen (Start/Stop)
• Nadat u eenmaal aan de regelaar heeft gedraaid om een optie te selecteren, kunt u uw selectie ook veranderen met de – en + toetsen.
• Druk de – en + toetsen tegelijkertijd in om terug te keren naar de oorspronkelijke standaardinstelling.
• Druk op de BACK toets om terug te gaan naar het vorige scherm.
Beschrijving
Wanneer noten worden gespeeld terwijl het pedaal is ingetrapt, worden de noten aangehouden, zelfs als de klaviertoetsen worden losgelaten.
Wanneer noten worden gespeeld en dan het pedaal wordt ingetrapt voordat de klaviertoetsen worden losgelaten, worden de noten aangehouden.
dan noten worden gespeeld, klinken de noten wat zachter.
Het pedaal heeft dezelfde functie als de a toets. Het pedaal kan worden gebruikt om de metronoom of ritmeweergave te starten en stoppen.

Gebruik van de SUSTAIN-toets

Als de aanhoudfunctie is ingeschakeld, worden de noten langer aangehouden wanneer de klaviertoetsen worden losgelaten.
1.
Druk op SUSTAIN.
Er wordt even “SUSTAIN ON” aangegeven.
• “SUS” bovenaan op het display betekent dat de aanhoudfunctie is ingeschakeld.
2.
Druk nogmaals op SUSTAIN om de functie uit te schakelen.

Toevoegen van nagalm aan de noten

Gebruik de onderstaande procedure om nagalm toe te voegen aan de noten die u speelt.
1.
Druk op FUNCTION.
Het [FUNCTION] scherm verschijnt.
2.
Gebruik de U en I toetsen om “Reverb” te selecteren.
• Druk op de EXIT toets om terug te gaan naar het vorige scherm.
3.
Draai aan de regelaar om het nagalmtype te selecteren.
De beschikbare instellingen voor het nagalmtype zijn: Off (Uit), Room 1 t/m 4 (Kamer 1 t/m 4), Hall 1 t/m 4 (Zaal 1 t/m 4) en Stadium 1 en 2 (Stadion 1 en 2).
• Nadat u eenmaal aan de regelaar heeft gedraaid om een optie te selecteren, kunt u uw selectie ook veranderen met de – en + toetsen.
• Druk de – en + toetsen tegelijkertijd in om terug te keren naar de oorspronkelijke standaardinstelling.
• Druk op de BACK toets om terug te gaan naar het vorige scherm.
NL-11
Regelen van het geluid van een uitvoering
A4

Veranderen van de toonhoogte in stappen van een halve toon (Transponeren)

De transponeerfunctie laat u de algehele toonhoogte van het Digitale Keyboard verhogen of verlagen in stappen van een halve toon. U kunt deze functie gebruiken om de sleutel van het Digitale Keyboard te verhogen of verlagen zodat het gemakkelijker is om een stuk te spelen dat in een moeilijke sleutel is geschreven, of voor aanpassing aan een sleutel die beter past bij een zanger, een ander instrument enz.
1.
Druk op FUNCTION.
Het [FUNCTION] scherm verschijnt.
2.
Gebruik de U en I toetsen om “Transpose” te selecteren.
• Druk op de EXIT toets om terug te gaan naar het vorige scherm.

Fijnstemmen van een toonhoogte (Stemming)

Gebruik de onderstaande procedure om de totale toonhoogte van het Digitale Keyboard aan te passen door de frequentie van A4 in eenheden van 0,1 Hz te veranderen.
1.
Druk op FUNCTION.
Het [FUNCTION] scherm verschijnt.
2.
Gebruik de U en I toetsen om “Tuning” te selecteren.
• Druk op de EXIT toets om terug te gaan naar het vorige scherm.
3.
Draai aan de regelaar om de transponeerwaarde te veranderen.
• Het instelbereik is één octaaf omhoog (+12 halve tonen) en omlaag (–12 halve tonen).
• Nadat u eenmaal aan de regelaar heeft gedraaid om een optie te selecteren, kunt u uw selectie ook veranderen met de – en + toetsen.
• Druk de – en + toetsen tegelijkertijd in om terug te keren naar de oorspronkelijke standaardinstelling.
• Druk op de BACK toets om terug te gaan naar het vorige scherm.
3.
Draai aan de regelaar voor het fijnstemmen van de toonhoogte.
• U kunt een frequentie instellen in het bereik van 415,5 t/m 465,9 Hz.
• Nadat u eenmaal aan de regelaar heeft gedraaid om een optie te selecteren, kunt u uw selectie ook veranderen met de – en + toetsen.
• Druk de – en + toetsen tegelijkertijd in om terug te keren naar de oorspronkelijke standaardinstelling.
• Druk op de BACK toets om terug te gaan naar het vorige scherm.
NL-12

Opslaan en laden van de instrumentinstellingen (MY SETUP)

U kunt MY SETUP gebruiken om de basisinstelling (toon, ritme en andere instellingen) van het Digitale Keyboard op te slaan. Een opgeslagen basisinstelling kan naar vereist worden opgeroepen voor de uitvoering van een bepaalde melodie enz.

Opslaan in MY SETUP

1.
Druk op MY SETUP.
Het [MY SETUP] scherm verschijnt.
2.
Druk op de SAVE toets.
“Sure?” verschijnt op het display. De naam van de hoofdinstelling (TONE, RHYTHM, SONG, DANCE MUSIC) verschijnt ook.
• Druk op de BACK toets om terug te gaan naar het vorige scherm.
Opslaanbare instellingen
U kunt MY SETUP gebruiken om de onderstaande items op te slaan.
• De functie die u gebruikt (Toon, Ritme, Melodie, Dansmuziek)
• Tempo
• Toonnummer
• Metronoommaatslag
• Volumeniveau van metronoom
• Aanhouden
• Ritmenummer
• Patronen
• FILL-IN
• Begeleiding
• Melodienummer
• Oefengedeelte
• Telling
• Toonsynchronisatie
• Dansmuzieknummer
• Dansmuziekstem
• Transponeren
• Nagalm
• Pedaal
• Intropatroon/eindpatroon
• Akkoord-vingerzetmodus
• Volumeniveau van ritme
• Volumeniveau van melodie
• Volumeniveau van dansmuziek
• Stemming
3.
Druk op de YES toets.
De huidige basisinstelling wordt opgeslagen in MY SETUP.
4.
Wanneer “Complete” op het display verschijnt, drukt u op de OK toets.
De opslagbewerking is hiermee voltooid.
• Als toonsynchronisatie is ingeschakeld wanneer u de instellingen in MY SETUP opslaat, zal bij oproepen van MY SETUP de toonsynchronisatie-nagalminstelling worden toegepast, zelfs als u de nagalminstelling naar iets anders heeft veranderd voordat u de instellingen in MY SETUP heeft opgeslagen.
NL-13
Opslaan en laden van de instrumentinstellingen (MY SETUP)

Oproepen van MY SETUP

1.
Druk op MY SETUP.
Het [MY SETUP] scherm verschijnt.
2.
Druk op de LOAD toets.
“Sure?” verschijnt op het display. De naam van de hoofdinstelling (TONE, RHYTHM, SONG, DANCE MUSIC) verschijnt ook.
• Druk op de BACK toets om terug te gaan naar het vorige scherm.
3.
Druk op de YES toets.
De opgeslagen onderdelen van de basisinstelling worden opgeroepen.
4.
Wanneer “Complete” op het display verschijnt, drukt u op de OK toets.
De oproepbewerking is hiermee voltooid.
Activeren van MY SETUP bij inschakelen van de stroom
Gebruik de onderstaande procedure om MY SETUP te activeren bij het inschakelen van de stroom, wat betekent dat de MY SETUP-instellingen worden toegepast telkens wanneer het Digitale Keyboard wordt ingeschakeld.
1.
Druk op FUNCTION.
Het [FUNCTION] scherm verschijnt.
2.
Gebruik de U en I toetsen om “PowerOnMySetup” te selecteren.
• Druk op de EXIT toets om terug te gaan naar het vorige scherm.
3.
Draai de regelaar naar rechts en selecteer “On”.
• Nadat u eenmaal aan de regelaar heeft gedraaid om een optie te selecteren, kunt u uw selectie ook veranderen met de – en + toetsen.
• Druk op de BACK toets om terug te gaan naar het vorige scherm.
NL-14
4.
Druk op FUNCTION om het instelscherm te verlaten.

Weergeven van een ingebouwde melodie

Melodieën

Bij dit Digitale Keyboard wordt de term “melodie” gebruikt om een muziekstuk aan te duiden. U kunt voor uw eigen plezier naar de ingebouwde melodieën luisteren of u kunt met ze meespelen om ze te oefenen.

Selecteren van een melodie om weer te geven

Starten en stoppen van de melodieweergave
1.
Druk op HOME.
Het homescherm verschijnt.
2.
Druk op de SONG toets.
Het huidige geselecteerde melodienummer en de melodietitel worden getoond.
5.
Druk nogmaals op a om de melodie te stoppen.
• Wanneer u het [SONG] scherm laat verschijnen terwijl de metronoom klinkt of een ritme of dansmuziek wordt weergegeven, zal de geactiveerde functie stoppen.
Voorwaarts springen en achterwaarts springen
Voer voorwaarts springen en achterwaarts springen uit via gebruik van de bedieningshandelingen beschreven in deze paragraaf.
Voorwaarts springen
Druk terwijl een melodie wordt weergegeven op de FF toets om naar voren te springen.
• Wanneer eenmaal op de FF toets wordt gedrukt, wordt één maat naar voren gesprongen en als de toets ingedrukt wordt gehouden, wordt er vooruitgegaan totdat de toets wordt losgelaten.
3.
Draai aan de regelaar om een melodie te selecteren.
• Nadat u eenmaal aan de regelaar heeft gedraaid om een optie te selecteren, kunt u uw selectie ook veranderen met de – en + toetsen.
• Druk op de BACK toets om terug te gaan naar het vorige scherm.
4.
Druk op a om de melodie weer te geven.
Het huidige maatnummer en maatslagnummer verschijnen op het display.
• Als de melodie akkoordinformatie bevat, verschijnt er ook een akkoord op het display.
Achterwaarts springen
Druk terwijl een melodie wordt weergegeven op de REW toets om naar achteren te springen.
• Wanneer eenmaal op de REW toets wordt gedrukt, wordt één maat naar achteren gesprongen en als de toets ingedrukt wordt gehouden, wordt er achteruitgegaan totdat de toets wordt losgelaten.
NL-15
Loading...
+ 35 hidden pages