In deze gids worden de camerafuncties en -procedures uitgebreid beschreven.
Belangrijkste functies
Opnamen maken
De opname-instellingen
worden automatisch
aangepast aan de
omstandigheden
(opnamemodus).
Een intelligente sensor
herkent automatisch de
juiste camerastand.
Verticale opnamefunctie
(Verticale ontspanner).
De kleuren van het beeld
worden gewijzigd om
speciale effecten te maken
(modi van My Colors).
Camerastation
Draadloze
afstandsbediening
Gegevens overbrengen naar
een computer
Gegevens moeiteloos
overbrengen met de knop
Afdrukken/Delen.
Weergeven
Films afspelen met geluid
Diashows automatisch
afspelen
Bewerken
Geluidsmemo's voor
stilstaande beelden
opnemen
Films bewerken
Afdrukken
Met de knop Afdrukken/
Delen kunt u eenvoudig
afdrukken maken
Ondersteuning van
compatibele PictBridge-printers
van andere fabrikanten
Conventies die in deze handleiding worden gebruikt
De pictogrammen die onder de titels worden weergegeven, geven
aan in welke modus de procedure kan worden uitgevoerd.
Modusschakelaar
De zelfontspanner gebruiken
Opnamemodus
Zie Beschikbare functies voor de verschillende opnamemodi(p. 125).
In deze handleiding wordt de Verkorte gebruikershandleiding voor
de camera de Verkorte handleiding genoemd en wordt de
Uitgebreide gebruikershandleiding voor de camera de Uitgebreide
handleiding genoemd.
Dit zijn situaties die de werking van de camera kunnen beïnvloeden.
Dit zijn onderwerpen die extra informatie geven naast de
basisprocedures.
U kunt SD-geheugenkaarten* en MultiMediaCards gebruiken met deze
camera. Deze kaarten worden vanaf nu 'geheugenkaarten' genoemd
in deze handleiding.
* SD betekent Secure Digital, een systeem voor copyrightbeveiliging.
Gebruik van Canon-accessoires wordt aanbevolen.
Dit product is ontworpen om een uitstekende prestatie neer te zetten
wanneer het wordt gebruikt in combinatie met Canon-accessoires.
Canon is niet aansprakelijk voor enige schade aan dit product en/
of ongelukken, zoals brand, enzovoort, die zijn veroorzaakt door
een fout in de werking van andere accessoires dan de originele
accessoires van Canon (bijvoorbeeld lekkage en/of explosie van
een batterij). Houd er rekening mee dat deze garantie niet van
toepassing is op reparaties die voortvloeien uit een fout in de
werking van niet-authentieke Canon-accessoires, hoewel u
dergelijke reparaties wel kunt laten uitvoeren tegen betaling.
1
Inhoudsopgave
Onderwerpen die zijn gemarkeerd met een zijn lijsten
of overzichten van camerafuncties en -procedures.
Conventies die in deze handleiding worden gebruikt . . . . . . .1
Opnamen maken met lange sluitertijd
De toon (witbalans) aanpassen
Het foto-effect wijzigen
Opnamen maken in een modus van My Colors
De ISO-waarde aanpassen
De functie Beeld omkeren instellen
Wij raden u aan eerst diverse proefopnamen te maken om te
controleren of de camera werkt en of u de camera juist bedient,
voordat u belangrijke onderwerpen fotografeert.
Canon Inc., dochterondernemingen van Canon en andere aangesloten
bedrijven en distributeurs zijn niet aansprakelijk voor welke
gevolgschade dan ook die voortvloeit uit enige fout in de werking
van een camera of accessoire, inclusief geheugenkaarten, die ertoe
leidt dat een opname niet kan worden gemaakt of niet kan worden
gemaakt op een manier die door apparaten kan worden gelezen.
Schending van het auteursrecht
Digitale camera's van Canon zijn bedoeld voor persoonlijk gebruik
en mogen nooit worden gebruikt op een wijze die inbreuk doet op of
strijdig is met internationale of binnenlandse wetten en bepalingen
op het gebied van copyright. In sommige gevallen kan het kopiëren
van beelden van voorstellingen, tentoonstellingen of commerciële
eigendommen met behulp van een camera of ander apparaat in
strijd zijn met het copyright of andere wettelijke bepalingen, ook al
is de opname gemaakt voor persoonlijk gebruik.
Garantiebeperkingen
Raadpleeg het boekje Overeenkomst Europees Garantie Systeem
(EWS) van Canon dat bij de camera wordt geleverd voor meer
informatie over de garantie voor de camera.
Zie de achterkant van het boekje Overeenkomst Europees
Garantie Systeem (EWS) voor contactinformatie van de Canon
Klantenservice.
5
Temperatuur van de camerakast
Als u de camera gedurende langere tijd gebruikt, kan de camerakast
warm worden. Houd hier rekening mee en wees voorzichtig als u
de camera gedurende langere tijd gebruikt.
Informatie over het LCD-scherm
Het LCD-scherm is gefabriceerd met extreem hoge
precisietechnieken. Meer dan 99,99% van de pixels voldoet aan
de specificaties. Minder dan 0,01% van de pixels kan soms weigeren
of als zwarte of rode puntjes verschijnen. Dit heeft geen invloed
op het opgenomen beeld en duidt niet op een defect.
Video-indeling
Stel het videosysteem van uw land in op de camera voordat u deze
aansluit op een televisie (p. 89).
De taal instellen
Raadpleeg de Verkorte handleiding (p. 4) voor informatie over het
wijzigen van de taal.
Veiligheidsvoorschriften
Lees het onderdeel "Veiligheidsvoorschriften" in de Verkorte
handleiding goed door voordat u de camera in gebruik neemt.
Bedien de camera altijd zoals wordt beschreven in de handleiding.
De voorzorgsmaatregelen op de volgende pagina's zijn bedoeld
voor een veilig en juist gebruik van camera en accessoires, om
letsel bij uzelf en anderen en schade aan apparatuur te voorkomen.
De termen 'apparaten' en 'apparatuur' verwijzen naar de camera,
het camerastation, de compacte voedingsadapter of de afzonderlijke
batterijlader.
6
Waarschuwingen
Apparatuur
Richt de camera niet rechtstreeks op de zon of een andere
sterke lichtbron die uw gezichtsvermogen kan aantasten.
Berg de apparatuur op buiten het bereik van kinderen en peuters.
Als een kind de apparatuur per ongeluk beschadigt, kan dat
ernstig letsel tot gevolg hebben.
• Polsriem: als de riem om de nek van een kind komt te zitten, kan
dat tot verstikking leiden.
• Geheugenkaart: SD-kaarten kunnen per ongeluk worden ingeslikt.
Neem in dat geval onmiddellijk contact op met uw huisarts.
Probeer geen delen van de apparatuur te openen of te
wijzigen als hiervoor geen expliciete aanwijzingen zijn
opgenomen in de handleiding.
Raak de flitser niet aan als deze is beschadigd. De flitser kan
onder hoge spanning staan en door deze aan te raken kunt u
een elektrische schok krijgen.
Staak onmiddellijk het gebruik van het apparaat als er rook
of damp uit komt.
Zorg ervoor dat de apparatuur niet in contact komt met of
wordt ondergedompeld in water of andere vloeistoffen. Als
de buitenkant van de camera in aanraking komt met
vloeistoffen of zilte lucht, veegt u deze droog met een
zachte, absorberende doek.
Als u de apparatuur blijft gebruiken, kan er brand ontstaan of kunt
u een elektrische schok krijgen. Schakel de camera onmiddellijk
uit en verwijder de batterij uit de camera of haal het netsnoer uit
het stopcontact. Neem contact op met uw leverancier of de
dichtstbijzijnde helpdesk van Canon Klantenservice.
Gebruik geen middelen met alcohol, benzeen of verdunners
of andere brandgevaarlijke stoffen om de apparatuur te
reinigen of te verzorgen.
Zorg ervoor dat u het netsnoer niet doorsnijdt, beschadigt of
wijzigt en plaats geen zware voorwerpen op het snoer.
Gebruik alleen de aanbevolen voedingsaccessoires.
Maak regelmatig het netsnoer los en veeg het stof en vuil
weg dat zich verzameld heeft op de stekker, de buitenkant
van het stopcontact en het gebied eromheen.
Pak het snoer niet met natte handen vast.
Als u de apparatuur blijft gebruiken, kan er brand ontstaan of kunt
u een elektrische schok krijgen.
7
Batterij
Plaats de batterij niet in de buurt van een warmtebron
en stel de batterij niet bloot aan vuur of hitte.
Zorg dat de batterij niet wordt ondergedompeld in
(zee)water.
Probeer de batterij niet te demonteren, aan te passen of
op te warmen.
Laat de batterij niet vallen en voorkom dat de behuizing
van de batterij wordt beschadigd.
Gebruik alleen aanbevolen batterijen en accessoires.
Het gebruik van batterijen die niet expliciet voor deze apparatuur
worden aanbevolen, kan leiden tot explosies of lekkages, wat
brand, letsel en schade aan de omgeving kan veroorzaken. Als de
batterij lekt en de inhoud van de batterij in aanraking komt met de
ogen, mond of huid, spoelt u die onmiddellijk met water en schakelt
u medische hulp in.
Koppel de batterijlader en de compacte voedingsadapter
los van het camerastation en haal de stekker van de adapter
uit het stopcontact nadat de batterij is opgeladen of wanneer
u de camera niet gebruikt. Zo beperkt u de kans op brand en
andere gevaarlijke situaties.
Dek de batterijlader tijdens het opladen van batterijen niet
af met voorwerpen als tafellakens, vloerkleden, beddengoed
of kussens.
Door langdurig, continu gebruik kan de eenheid oververhit en
vervormd raken, waardoor er brand kan ontstaan.
Gebruik alleen de aanbevolen batterijlader om de batterij
op te laden.
De batterijlader en de compacte voedingsadapter zijn
uitsluitend bedoeld voor gebruik met de camera. Gebruik
de adapter niet met andere producten of batterijen.
Er bestaat kans op oververhitting en vervorming, wat tot brand
of een elektrische schok kan leiden.
Plak, voordat u een batterij weggooit, tape of ander
isolatiemateriaal over de polen van de batterij om aanraking
ervan met andere voorwerpen te voorkomen.
Aanraking met de metalen onderdelen van andere materialen
in afvalcontainers kan brand of explosies tot gevolg hebben.
8
Overige
Gebruik de flitser niet dichtbij de ogen van mensen of dieren.
Blootstelling aan het sterke licht van de flitser kan het
gezichtsvermogen aantasten.
Houd vooral bij kleine kinderen ten minste één meter afstand
wanneer u de flitser gebruikt.
Houd objecten die gevoelig zijn voor magnetische velden
(zoals creditcards) uit de buurt van de luidspreker op de
camera.
Dergelijke objecten kunnen defect raken of worden blootgesteld
aan gegevensverlies.
Voorzichtig
Apparatuur
Zorg ervoor dat u niet met de camera tegen voorwerpen stoot
of deze anderszins blootstelt aan schokken wanneer u de
camera vasthoudt of aan de riem draagt, om letsel en schade
te voorkomen.
Bewaar de apparatuur niet op vochtige of stoffige plaatsen.
Zorg ervoor dat de aansluitpunten of de stekker van de lader
niet in contact komen met metalen voorwerpen (zoals
spelden of sleutels) of vuil.
Dergelijke omstandigheden kunnen leiden tot brand, elektrische
schokken of andere schade.
Gebruik, plaats of bewaar de apparatuur niet op plaatsen die
aan sterk zonlicht of hoge temperaturen blootstaan, zoals het
dashboard of de kofferruimte van een auto.
Zorg ervoor dat de batterijlader wordt aangesloten op
een stopcontact waarvan het voltage niet hoger is dan
het opgegeven voltage. Gebruik de apparatuur niet als
het netsnoer of de stekker beschadigd is of als de stekker
niet volledig in het stopcontact zit.
Gebruik de apparatuur niet op locaties waar de ventilatie
slecht is.
De bovenstaande situaties kunnen leiden tot lekkage, oververhitting
of explosies, wat brand, brandwonden of ander letsel kan veroorzaken.
Hoge temperaturen kunnen tevens de behuizing vervormen.
Haal de batterij uit de camera of uit de batterijlader en berg de
apparatuur op een veilige plaats op als u de camera langere
tijd niet gebruikt.
De batterij kan leeglopen.
9
Flitser
Gebruik de flitser niet wanneer er vuil, stof of iets anders
op de flitser zit.
Bedek de flitser niet met uw vingers of uw kleding wanneer
u een opname maakt.
De flitser kan beschadigd raken en gaan roken of een vreemd geluid
maken. De lens wordt dan warm waardoor de flitser kan worden
beschadigd.
Raak de flitser niet aan nadat u snel achter elkaar een aantal
opnamen hebt gemaakt.
Dit kan resulteren in brandwonden.
10
Defecten voorkomen
Sterk magnetische velden vermijden
Plaats de camera nooit in de buurt van elektromotoren of
andere apparaten die sterk magnetische velden genereren.
Blootstelling aan sterk magnetische velden kan leiden tot defecten
of beschadigde opnamegegevens.
Condensatieproblemen voorkomen
Wanneer u de apparatuur blootstelt aan snel wisselende
temperaturen, kan er condensatie optreden. Dit kunt u
voorkomen door de apparatuur in een luchtdichte,
hersluitbare plastic tas te plaatsen en deze langzaam aan
de temperatuursverandering te laten wennen voordat u
de apparatuur weer uit de tas haalt.
Het blootstellen van de apparatuur aan snel wisselende temperaturen
kan condensatie (kleine waterdruppels) aan de binnen- en buitenkant
veroorzaken.
Bij condensvorming in de camera
Staak onmiddellijk het gebruik van de camera.
Als u de camera toch blijft gebruiken, kan de apparatuur beschadigd
raken. Verwijder de geheugenkaart en batterij uit de camera of
koppel de compacte voedingsadapter van de camera los en wacht
tot het vocht volledig is verdampt, voordat u de camera weer in
gebruik neemt.
11
Voordat u de camera in gebruik neemt: onderdelenoverzicht
Vooraanzicht
De polsriem
bevestigen
Bevestigingspunt polsriem
Luidspreker
AF-hulplicht (p. 31)
Lampje voor rode-ogenreductie (Verkorte handleiding p. 10)
Lampje voor zelfontspanner (p. 41)
Flitser (Verkorte handleiding p. 10)
Microfoon (p. 75)
Lens
(p. 69, Verkorte handleiding p. 10)
Knop (Flitser)/ (Verkorte handleiding p. 10)
Knop (Opnamen maken: Groothoek)/ (Eén beeld tegelijk
wissen)/ (Verkorte handleiding p. 9, 11)
14
Camerastation
Wanneer de camera in het camerastation is geplaatst, kunt u het
volgende doen.
Batterij opladen (compacte voedingsadapter
CA-DC20/CA-DC20E is vereist).
Weergeven en wissen.
Aansluiten op een televisie en afspelen.
Aansluiten op een printer en afdrukken.
Aansluiten op een computer en
downloaden.
Plaats het afdekplaatje altijd terug op de camera-aansluiting
als u het camerastation verplaatst of een tijd niet gebruikt.
Schakel de camera altijd uit voordat u deze in het
camerastation plaatst of daaruit verwijdert. Als u de camera
ingeschakeld in het camerastation plaatst, wordt de camera
abrupt uitgeschakeld.
Als u de camera in het camerastation inschakelt, wordt deze
altijd ingesteld op de weergavemodus, ongeacht de modus
die is ingesteld met de modusschakelaar.
Voor het inschakelen van de camera in het camerastation
wordt de compacte voedingsadapter CA-DC20/CA-DC20E
aanbevolen.
U kunt de camera
bedienen met de
draadloze
afstandsbediening
(p. 16) of met de
knoppen op de
camera.
Voordat u de camera in gebruik neemt: onderdelenoverzicht
DIGITAL-aansluiting (Verkorte handleiding p. 19)
DC IN-aansluiting (voeding) (Verkorte handleiding p. 2)
A/V OUT-uitgang (audio/video) (p. 89)
Klepje van aansluiting
Camera-aansluiting
Oplaadlampje
Sensor van afstandsbediening
15
Voordat u de camera in gebruik neemt: basishandelingen
De draadloze afstandsbediening gebruiken
Installeer de lithiumknoopcelbatterij (CR2025) voordat u de draadloze
afstandsbediening in gebruik neemt.
Houd de lithiumknoopcelbatterij buiten het bereik van kinderen.
Neem direct contact op met uw huisarts of het ziekenhuis als
uw kind een batterij doorslikt. De vloeistof in de batterij kan
de maag of ingewanden beschadigen.
1 Steek een vingernagel in
() en duw in de richting
van de pijl, terwijl u een
andere vingernagel in ()
steekt en de batterijhouder
verwijdert.
2 Plaats de batterij met de
pluspool (+) naar boven in
de houder en plaats de
houder terug.
De batterij verwijderen
Haal de batterij in de richting van de pijl
uit de houder.
16
De draadloze afstandsbediening bedienen
Als de camera in het camerastation is geplaatst, kunt u de volgende
bewerkingen uitvoeren met de draadloze afstandsbediening.
Beelden weergeven en wissen.
Beelden weergeven terwijl de camera is aangesloten op een televisie.
Beelden afdrukken terwijl de camera is aangesloten op een printer.
Beelden downloaden terwijl de camera is aangesloten op een
computer.
Sensor voor afstandsbediening
Signaalzender
afstandsbediening
Als u de draadloze afstandsbediening wilt gebruiken, richt u de
afstandsbediening op de sensor voor de afstandsbediening op
het camerastation.
Met deze knop schakelt u tussen het overbrengen
van beelden naar de computer en het afspelen
van beelden op het LCD-scherm.
Elke keer dat u op deze knop drukt, wordt de
volgende informatieweergavemodus ingesteld
(Standaard - Details - Uit).
Behalve de bewerkingen die hierboven zijn vermeld, voeren alle
knoppen dezelfde functies uit als de overeenkomende knoppen
op de camera.
Functies waarvoor de gebruiker twee knoppen tegelijk moet indrukken,
kunnen echter alleen op de camera worden uitgevoerd.
De afstand waarop de draadloze afstandsbediening kan worden
gebruikt, wordt onder de volgende omstandigheden korter.
- U houdt de afstandsbediening onder een bepaalde hoek
ten opzichte van de sensor.
- Er valt fel licht op de sensor voor de afstandsbediening.
- De batterij van de draadloze afstandsbediening is bijna leeg.
- U gebruikt de afstandsbediening in de buitenlucht.
Voordat u de camera in gebruik neemt: basishandelingen
17
Het LCD-scherm gebruiken
U kunt als volgt schakelen tussen de verschillende weergavemodi
voor informatie op het LCD-scherm.
1 Menu (Instellen)[info scherm].
Zie Menu's en instellingen(p. 30).
2 [opname info]/
[terugkijken]/[herhalen]
Selecteer een
weergavemodus.
Zie Menu's en instellingen(p. 30).
Als u in een opnamemodus
een instelling wijzigt, zoals de
flitserinstelling, wordt onafhankelijk van de geselecteerde
weergavemodus gedurende ongeveer zes seconden
informatie over de opname weergegeven.
In de indexweergavemodus wordt de detailweergave niet
op het LCD-scherm geactiveerd (p. 70).
18
De klok gebruiken
Met de volgende twee methoden kunt
u de huidige datum en de tijd gedurende
vijf seconden* weergeven.
* Standaardinstelling
Methode 1
Houd de knop FUNC./SET ingedrukt terwijl u de camera inschakelt.
Methode 2
Houd in een opnamemodus de knop FUNC./SET ingedrukt.
Als u de camera in horizontale stand houdt, wordt de tijd
weergegeven. In verticale stand worden de datum en tijd
weergegeven.
Als u de camera in verticale stand houdt en methode 1 gebruikt
voor weergave van de datum en tijd, wordt eerst de tijd weergegeven
alsof de camera in horizontale stand zou staan.
Met de knop of wijzigt u de kleur van de klokdisplay.
De klokdisplay verdwijnt na het ingestelde interval
of wanneer u op de knop FUNC./SET, de knop MENU
of de ontspanknop drukt, of de modusschakelaar gebruikt.
U wijzigt het weergave-interval van de klok in het menu
(Instellen) (p. 33).
Helderheid van het LCD-scherm
Nachtscherm
Wanneer u opnamen maakt in donkere omstandigheden, wordt het
LCD-scherm automatisch helderder zodat deze geschikt is voor de
helderheid van het onderwerp* en u het onderwerp gemakkelijker
kunt inkaderen.
* Er ontstaat ruis en de bewegingen van het onderwerp zien er onregelmatig
uit op het LCD-scherm. Dit heeft geen gevolgen voor de feitelijke opname.
De helderheid van het beeld dat wordt weergegeven op het scherm en de
helderheid van het daadwerkelijk vastgelegde beeld zijn niet gelijk.
Voordat u de camera in gebruik neemt: basishandelingen
19
Informatie op het LCD-scherm
Informatie over de opname (Opnamemodus)
*
Batterij bijna leeg (p. 105)
Opnamemodus (p. 39, 41)
Zoominstelling* (p. 38)
Raster * (p. 31)
• Foto's: resterend aantal
opnamen
• Films (sec): Resterende tijd/
Verstreken tijd
Foto-effect (p. 57)
* * *
Opnamemodus (p. 44, 46, 58,
Verkorte handleiding p. 7)
Belichtingscompensatie (p. 51)
Lange sluitertijd (p. 52)
ISO-waarde (p. 64)
Witbalans
* Verschijnt ook als het LCD-scherm is ingesteld op [Uit].
20
(p. 54)
My Colors
Meetmethode (p. 50)
Compressie (p. 37)
Resolutie (p. 36, 37)
(rood)
Waarschuwingsbericht: camera
beweegt (p.
(De sluitertijd wordt tegelijk met de
weergegeven.)
Flitser (Verkorte handleiding p. 10)
Beeld omkeren (p. 65)
*
(Rood)
Films opnemen (p. 44)
*
Spotkader
*
AF Frame (p. 48)
*
Tijdzone (p. 27)
*
Maak folder (p. 66)
(p. 58)
*
53, 94)
Als het lampje oranje knippert en het waarschuwingspictogram
wordt weergegeven om aan te geven dat de camera beweegt,
is de belichting ontoereikend en wordt een langere sluitertijd
geselecteerd.
Verhoog de ISO-waarde (p. 64) of selecteer een andere instelling
dan (flitser uit), of bevestig de camera op een statief of een
ander apparaat.
Ter ugkij ke n
Histogram (p. 24)
Mapnummer/
Bestandsnummer
Opnamemodus (p. 44, 46, 58,
Verkorte handleiding p. 7)
Lange sluitertijd (p. 52)
ISO-waarde (p. 64)
Belichtingscompensatie (p. 51)
Flitser (Verkorte handleiding p. 10)
Voordat u de camera in gebruik neemt: basishandelingen
Opnamedatum/-tijd
Compressie
Resolutie (foto’s) (p. 36)
Beeld omkeren (p. 65)
(p. 37)
Foto-effect (p. 57)
My Colors
Meetmethode (p. 50)
Witbalans
Bestandsgrootte
Resolutie (foto’s) (p. 36)
(p. 58)
(p. 54)
21
Informatie over het afspelen (Weergavemodus)
Standaard
Geluid in WAVE-indeling (p. 75)
Mapnummer-Bestandsnummer
Opnamedatum/-tijd
Beveiligingsstatus (p. 81)
22
Totaal aantal beelden
Nummer van
weergegeven beeld
Compressie (foto's) (p. 37)
Resolutie (foto’s) (p. 36)
Film
(p. 71)
Details
Histogram
ISO-waarde (p. 64)
Resolutie (films) (p. 37)
Belichtingscompensatie (p. 51)
Flitser (Verkorte handleiding p. 10)
Foto-effect (p. 57)
Opnamemodus (p. 44, 46, 58,
Verkorte handleiding p. 7)
Lange sluitertijd (p. 52)
My Colors
Meetmethode (p. 50)
Witbalans
Bestandsgrootte
Resolutie (foto’s) (p. 36)
Filmlengte weergegeven in films (p. 44)
(p. 58)
(p. 54)
De volgende informatie kan ook worden weergegeven bij sommige
beelden.
Er is een geluidsbestand met een andere indeling dan WAVE
toegevoegd of de bestandsindeling wordt niet herkend.
JPEG-beeld dat niet voldoet aan de DCF-norm (Design rule for
Camera File system)
RAW-beeld
Onbekend gegevenstype
Het is mogelijk dat de informatie voor beelden die met andere
camera's zijn gemaakt, niet juist wordt weergegeven.
Voordat u de camera in gebruik neemt: basishandelingen
23
Histogramfunctie
Het histogram is een grafiek waarmee u de helderheid van het
opgenomen beeld kunt beoordelen. Hoe groter de neiging naar
links in de grafiek, des te donkerder is het beeld. Hoe groter de
neiging naar rechts, des te helderder is het beeld.
Als het beeld te donker is, wijzigt u de belichtingscompensatie
in een positieve waarde. Als het beeld te licht is, wijzigt u de
belichtingscompensatie in een negatieve waarde (p. 51).
Voorbeeldhistogrammen
Uitgebalanceerd beeldDonker beeldHelder beeld
Indicatielampje
Het lampje brandt of knippert wanneer de aan/uit-knop
of de ontspanknop wordt ingedrukt.
Doe nooit het volgende terwijl het lampje brandt. Als u dat wel
doet, kunnen beeldgegevens beschadigd raken.
- Stel de camera niet bloot aan geschud en schokken.
- Schakel niet de voeding uit en open niet het klepje van
de geheugenkaartsleuf/batterijhouder.
Groen:gereed voor opname/LCD-scherm uit/aangesloten
Knippert groen: bezig met inschakelen/maken van opnamen/
Oranje:gereed voor opname (flitser aan).
Knippert oranje: gereed voor opname (camera beweegt).
op computer.
lezen/wissen/overdragen (wanneer de camera
is aangesloten op een computer).
* U hoort één pieptoon bij problemen met
scherpstellen.
24
Energiebesparingsfunctie
De camera is uitgerust met een energiebesparingsfunctie. De voeding
wordt in de volgende omstandigheden uitgeschakeld. Druk nogmaals
op de aan/uit-knop om de voeding weer in te schakelen.
Opnamemodus
Weergavemodus
Aangesloten op een
printer
* Deze tijdsduur kan worden gewijzigd.
De energiebesparingsfunctie wordt niet ingeschakeld bij
een diashow of wanneer de camera is aangesloten op
een computer.
De instellingen van de spaarstand kunnen worden
gewijzigd (p. 33).
Ongeveer drie minuten nadat er voor het laatst
een camerafunctie is gebruikt, wordt de camera
uitgeschakeld. Eén minuut* nadat er voor het laatst
een camerafunctie is gebruikt, wordt het LCD-scherm
automatisch uitgeschakeld, zelfs als [Automatisch Uit]
is ingesteld op [Uit]. Druk op een andere knop dan
de aan/uit-knop of wijzig de stand van de camera
om het LCD-scherm weer in te schakelen.
ongeveer vijf minuten nadat er voor het laatst
een camerafunctie is gebruikt, wordt de camera
uitgeschakeld.
Voordat u de camera in gebruik neemt: basishandelingen
25
Geheugenkaarten formatteren
U moet een nieuwe geheugenkaart of een geheugenkaart waarvan
u alle beelden en andere gegevens wilt wissen, altijd formatteren.
Bedenk dat bij het formatteren (initialiseren) van een
geheugenkaart alle gegevens op de kaart worden gewist,
inclusief beveiligde beelden en andere soorten bestanden.
1 Menu (Instellen)[Formatteren].
Zie Menu's en instellingen(p. 30).
2
Selecteer [OK] en druk
op.
Als u een low level format wilt
uitvoeren, gebruikt u de knop
om [Low Level Format] te selecteren
en de knop of om een vinkje
toe te voegen.
Als [Low Level Format] is geselecteerd, kunt u het formatteren
van een kaart stoppen door te drukken op de knop FUNC./SET.
U kunt de geheugenkaart zonder problemen blijven gebruiken,
zelfs als u het formatteren tussentijds hebt afgebroken, maar
de gegevens zijn dan wel volledig gewist.
26
Low Level Format
Wij raden u aan de optie [Low Level Format] te selecteren
als u denkt dat de opname- of leessnelheid van een
geheugenkaart is verminderd. Het uitvoeren van een low level
format kan op sommige geheugenkaarten 2 tot 3 minuten duren.
De wereldklok instellen
In het buitenland kunt u opnamen maken met de lokale datum en
tijd door over te schakelen naar een andere tijdzone. U moet dan
wel vooraf de tijdzone van het land van bestemming hebben
ingesteld. Als u vooraf andere tijdzones instelt, hoeft u de datum
en tijd niet handmatig te veranderen.
De tijdzones Thuis/Wereld instellen
1 Menu (Instellen) [Tijdzone] .
Zie Menu's en instellingen(p. 30).
Voordat u de camera in gebruik neemt: basishandelingen
2
.
3 Gebruik de knop of om een tijdzone
voor Thuis te selecteren .
Als u de zomertijd wilt instellen,
gebruikt u de knop of om
weer te geven. De tijd wordt
één uur vooruit gezet.
4
.
27
5 Gebruik de knop of om de tijdzone
van uw bestemming te selecteren .
Net als in stap 3 kunt u ook hier
de optie Zomertijd instellen.
Tijdverschil met de tijdzone
Thuis
6 Gebruik de knop of om [Thuis/Wereld]
te selecteren, en gebruik de knop of
om te selecteren.
Overschakelen naar de tijdzone van uw bestemming
1 Menu (Instellen) [Tijdzone] .
Zie Menu's en instellingen(p. 30).
2
Gebruik de knop of
om
Gebruik de knop FUNC./SET
om een andere tijdzone voor
uw bestemming te selecteren.
te selecteren.
28
Als u de datum en tijd wijzigt terwijl de optie Wereld is
geselecteerd, worden automatisch ook de datum en tijd
voor de optie Thuis gewijzigd.
Loading...
+ 101 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.