Canon EOS 6D Mark II Body User manual

NEDERLANDS
Instructiehandleiding
Instructiehandleidingen (PDF-bestanden) en de software kunt u downloaden vanaf de website van Canon (pag. 4, 596).
www.canon.com/icpd

Inleiding

De EOS 6D Mark II is een digitale spiegelreflexcamera met een full-frame CMOS-sensor (circa 35,9 x 24,0 mm) met circa 26,2 effectieve megapixels, DIGIC 7, normaal ISO-snelheidsbereik van ISO 100 ­ISO 40000 (voor foto's), 45-punts AF met hoge precisie en een hoge snelheid (tot 45 kruismetingspunten), maximale snelheid bij continue opname van circa 6,5 opnamen/sec., Live View-opnamen, Full HD-video­opnamen, 4K-time-lapse-movie-opnamen, Dual Pixel CMOS AF, Wi-Fi/ Bluetooth-functie (draadloze communicatiefunctie) en GPS-functie.
Lees voordat u begint met opnamen maken het volgende
Lees eerst de Veiligheidsmaatregelen (pag. 22-24) en Tips en waarschuwingen voor het gebruik (pag. 25-27) om slechte foto's en ongelukken te voorkomen. Lees deze handleiding zorgvuldig door om ervoor te zorgen dat u de camera correct gebruikt.
Raadpleeg deze handleiding tijdens het gebruik om nog verder vertrouwd te raken met de camera
Maak een aantal testopnamen terwijl u deze handleiding doorneemt en bekijk het resultaat. U zult de camera dan beter begrijpen. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats zodat u deze later nog kunt raadplegen.
De camera testen voor gebruik en aansprakelijkheid
Bekijk de opnamen nadat u deze hebt gemaakt en controleer of ze goed zijn vastgelegd. Wanneer de camera of de geheugenkaart gebreken vertoont en de opnamen niet kunnen worden vastgelegd of naar een computer kunnen worden gedownload, is Canon niet verantwoordelijk voor eventueel verlies of ongemak.
Copyright
Mogelijk verbiedt de wet op het auteursrecht in uw land het gebruik van opnamen van mensen en bepaalde onderwerpen anders dan voor privégebruik. Ook kan het maken van opnamen van bepaalde openbare optredens, exposities en dergelijke zelfs voor privégebruik verboden zijn.
2

Controlelijst onderdelen

Accu LP-E6N
(met beschermdeksel)
Acculader
LC-E6E*
Riem
Camera
(met oogschelp en cameradop)
Wanneer u lensinstructiehandleidingen nodig hebt, downloadt u deze van de website van Canon (pag. 4). De lensinstructiehandleidingen (PDF-bestanden) zijn voor lenzen die apart worden verkocht. Indien u de lenzenset koopt, komen sommige accessoires die met de lens zijn meegeleverd, mogelijk niet overeen met de accessoires die in de handleiding voor de lens zijn weergegeven.
Controleer voordat u begint of alle onderstaande onderdelen van de camera aanwezig zijn. Neem contact op met uw dealer als er iets ontbreekt.
* Bij de acculader LC-E6E wordt een netsnoer meegeleverd.
Bij de camera is geen interfacekabel of HDMI-kabel geleverd.Bij de camera is geen Software cd-rom geleverd. De instructiehandleidingen worden op de volgende pagina vermeld.Zie pagina 594 voor meer informatie over de Software.Als u een lenzenset hebt gekocht, dient u te controleren of de lenzen zijn
meegeleverd.
Bewaar bovengenoemde zaken zorgvuldig.Raadpleeg het systeemschema voor items die afzonderlijk worden verkocht
(pag. 514).
3

Instructiehandleidingen

Om de instructiehandleidingen (PDF-bestanden) te kunnen
weergeven, hebt u Adobe Acrobat Reader DC of een andere Adobe PDF-viewer (bij voorkeur de nieuwste versie) nodig.
Adobe Acrobat Reader DC kunt u gratis downloaden van internet.Dubbelklik op een gedownloade instructiehandleiding (PDF-bestand) om
deze te openen.
Raadpleeg het Help-gedeelte van de software of dergelijke voor meer
informatie over het gebruik van de PDF-weergavesoftware.
Verkorte handleiding
Meer gedetailleerde instructiehandleidingen (PDF-bestanden) kunt u downloaden vanaf de website van Canon naar uw computer of dergelijke.
De instructiehandleidingen (PDF-bestanden) downloaden
De instructiehandleidingen (PDF-bestanden) kunt u downloaden vanaf de website van Canon naar uw computer of dergelijke.
Website voor downloaden van instructiehandleiding (PDF-
bestanden):
• Camera-instructiehandleiding
• Instructiehandleiding voor de Wi-Fi-functie (draadloze communicatiefunctie)
• Lensinstructiehandleiding
• Software-instructiehandleiding
www.canon.com/icpd
4

Compatibele geheugenkaarten

www.canon.com/icpd
Voor het lezen van de QR-code is software nodig.Selecteer het land of de regio van uw verblijfplaats en download de
instructiehandleidingen.
Selecteer [Handleiding/software URL] onder het tabblad [55] om de
QR-code weer te geven op het LCD-scherm van de camera.
De volgende kaarten kunnen met de camera worden gebruikt, ongeacht de capaciteit. Als de kaart nieuw is of eerder is geformatteerd
(geïnitialiseerd) met een andere camera of computer, moet u de kaart met deze camera formatteren (pag. 70).
SD-/SDHC*-/SDXC*-geheugenkaarten
* UHS-I-kaarten worden ondersteund.
Gebruik voor het opnemen van movies een kaart met voldoende prestaties (lees-/schrijfsnelheid hoog genoeg) voor het verwerken van movie-opnamekwaliteit. Zie pagina 343 voor meer informatie.
Compatibele geheugenkaarten
Kaarten waarop movies kunnen worden opgeslagen
In deze handleiding verwijst 'kaart' naar SD-geheugenkaarten, SDHC-geheugenkaarten en SDXC-geheugenkaarten. * Bij de camera is geen kaart voor het opslaan van foto's of
movies geleverd. Deze dient u apart aan te schaffen.
Instructiehandleidingen downloaden met behulp van de QR-code
U kunt de instructiehandleidingen (PDF-bestanden) downloaden naar uw smartphone of tablet met behulp van de QR-code.
5

Verkorte handleiding

m
22
22
1
2
3
4
5
6
Plaats de accu (pag. 42).
Laad na aankoop de accu om deze
te kunnen gebruiken (pag.40).
Plaats de kaart (pag. 43).
Plaats de kaart in de
kaartsleuf met de etiketzijde naar de achterzijde van de camera gericht.
Bevestig de lens (pag. 53).
Zorg ervoor dat de rode bevestigingsmarkering op de lens en die op de camera zich op één lijn bevinden als u de lens wilt bevestigen.
Stel de scherpstelmodusknop op de lens in op <AF>
Zet de aan-uitschakelaar op <1> en stel vervolgens de opnamemodus in op <
Draai aan het programmakeuzewiel terwijl u de knop in het midden ingedrukt houdt.
Alle noodzakelijke camera-instellingen worden automatisch ingesteld.
(pag. 53).
A
>
(pag. 47).
Verkorte handleiding
6
7
8
9
Klap het LCD-scherm uit
Zie pagina 49 wanneer de
schermen met datum/tijd/zone­instelling op het LCD-scherm worden weergegeven.
Stel scherp op het onderwerp
(pag. 56).
Kijk door de zoeker en richt het
midden van de zoeker op het onderwerp.
Druk de ontspanknop half in; de
camera stelt vervolgens scherp op het onderwerp.
Maak de opname (pag. 56).
Druk de ontspanknop helemaal in
om een opname te maken.
Bekijk de opname.
De gemaakte opname wordt circa 2
seconden op het LCD-scherm weergegeven.
Druk op de knop <x> om de
opname nogmaals weer te geven (pag. 388).
(pag. 46)
.
Zie "Live View-opnamen" voor het maken van opnamen terwijl u op
het LCD-scherm kijkt (pag. 289).
Zie "Opnamen weergeven" voor het bekijken van de opnamen die
u tot nu toe hebt gemaakt (pag. 388).
Ga voor meer informatie over het verwijderen van opnamen naar
"Opnamen wissen" (pag. 430).
7

Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt

Pictogrammen in deze handleiding
<6> : Het hoofdinstelwiel. <5> : Het snelinstelwiel. <9> : De multicontroller. <W><X><Y><Z> : Geeft de richting van de verschuiving of verplaatsing
<0> : De instelknop.
0/9/4/ : Nadat u op een bedieningsknop hebt gedrukt, 7/8 geeft dit aan hoe lang (in seconden) de betreffende
* In aanvulling op bovenstaande punten worden de pictogrammen en symbolen die op de
cameraknoppen worden gebruikt en op het LCD-scherm worden weergegeven, ook in deze handleiding gebruikt bij het bespreken van de relevante handelingen en functies.
3:
M : Dit pictogram rechts van de paginatitel geeft aan dat de functie
(pag. ***)
Hiermee wordt verwezen naar een functie die u kunt instellen door op de knop < wijzigen.
alleen in de creatieve modi (<d>, <s>, <f>, <a> en <F>)
beschikbaar is. : Verwijzing naar pagina('s) met meer informatie. : Waarschuwing om opnameproblemen te voorkomen.
: Aanvullende informatie. : Tips en advies voor betere opnamen.
: Problemen oplossen.
Opmerkingen over de instructies en voorbeeldfoto's
Bij alle handelingen die in deze handleiding worden beschreven, wordt
ervan uitgegaan dat de aan-uitschakelaar is ingesteld op <1> en de <R>-schakelaar naar beneden staat (multifunctievergrendeling ontgrendeld) (pag. 47, 59).
Er wordt aangenomen dat alle menu-instellingen en persoonlijke
voorkeuzen op de standaardinstellingen zijn ingesteld.
Op de afbeeldingen in deze handleiding is op de camera een EF50mm
f/1.4 USM-lens bevestigd.
De voorbeeldfoto's die op de camera worden weergegeven en die in deze
handleiding worden gebruikt, zijn slechts bedoeld voor instructiedoeleinden.
8
aan wanneer u op de multicontroller drukt.
instelling van toepassing blijft nadat u de knop hebt losgelaten. De respectievelijke tijd is 4 sec., 6 sec., 8 sec., 10 sec. of 16 sec.
M
> te drukken en de instellingen daarvan te

Hoofdstukken

1
2
3
45678
9
10
1112131415
16
Inleiding
Aan de slag en basiscamerahandelingen
Foto's maken met basisfuncties
De AF- en transportmodi instellen
Opname-instellingen
GPS-instellingen
Geavanceerde functies voor fotografische effecten
Opnamen maken met de flitser
Opnamen maken met het LCD-scherm
Movie-opnamen
Opnamen weergeven
Opnamen naverwerken
Sensorreiniging
Printopties en Fotoboek instellen
De camera aanpassen aan uw voorkeuren
(Live View-opnamen)
2
39
93
129
161
217
233
277
289
325
387
437
449
457
467
Referentie
Verkorte softwarehandleiding / Opnamen downloaden naar een computer
513
593
9

Inhoudsopgave

Inleiding 2
Controlelijst onderdelen.................................................................... 3
Instructiehandleidingen .................................................................... 4
Compatibele geheugenkaarten ........................................................ 5
Verkorte handleiding......................................................................... 6
Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt
Hoofdstukken ................................................................................... 9
Functie-index.................................................................................. 18
Veiligheidsmaatregelen .................................................................. 22
Tips en waarschuwingen voor het gebruik ..................................... 25
Nomenclatuur ................................................................................. 28
Aan de slag en basiscamerahandelingen 39
1
De accu opladen ........................................................................... 40
De accu plaatsen en verwijderen ................................................... 42
De kaart plaatsen en verwijderen................................................... 43
Het LCD-scherm gebruiken............................................................ 46
De camera inschakelen.................................................................. 47
De datum, tijd en zone instellen ..................................................... 49
De interfacetaal selecteren............................................................. 52
Een lens bevestigen en verwijderen............................................... 53
Basisopnamefuncties ..................................................................... 55
Q Quick Control voor opnamefuncties.......................................... 61
3 Menubewerkingen en configuraties...................................... 64
d De camera bedienen met de touchscreen ................................. 67
10
..... 8
De kaart formatteren.......................................................................70
Voordat u begint..............................................................................73
De pieptoon uitzetten ...................................................................73
Uitschakeltijd/Automatisch uitschakelen instellen ........................73
De opnameweergavetijd instellen ................................................74
Het LCD-scherm in-/uitschakelen.................................................74
De standaardinstellingen van de camera herstellen ....................75
l Het raster weergeven in de zoeker ..........................................79
Q De digitale horizon weergeven................................................80
Zoekerweergave instellen...............................................................82
B-knopfuncties ..........................................................................84
R De multifunctievergrendeling instellen................................88
De Uitleg voor Opnamemodus instellen .........................................89
De Uitleg instellen...........................................................................90
Help............................................................................................91
Foto's maken met basisfuncties 93
2
A Volautomatisch opnamen maken (Scene Intelligent Auto)....... 94
A Volautomatische technieken (Scene Intelligent Auto) .............. 97
C Creative Auto-opnamen..........................................................100
8: Modus Speciale scène ........................................................107
8: 2 Portretfoto's maken........................................................109
8: q Groepsfoto's nemen ...................................................... 110
8: 3 Landschapsfoto's maken .............................................. 111
8: 5 Opnamen maken van bewegende onderwerpen.......... 112
8: C Kinderen fotograferen .................................................... 113
Inhoudsopgave
11
Inhoudsopgave
8: r Pannen..........................................................................114
8: 4 Close-ups maken............................................................116
8: P Voedsel fotograferen .......................................................117
8: y Portretten bij kaarslicht maken .......................................118
8: 6 Nachtportretten maken (met een statief) ........................119
8: F 's Avonds opnamen maken (uit de hand) ...................... 120
8: G Opnamen met tegenlicht maken ................................... 121
Q Quick Control.......................................................................... 126
De AF- en transportmodi instellen 129
3
f: De AF-bediening selecteren ................................................. 130
S Het AF-gebied en het AF-punt selecteren.............................. 134
AF-gebiedselectiemodus.............................................................. 139
AF-sensor..................................................................................... 143
Lenzen en bruikbare AF-punten................................................... 145
Wanneer niet automatisch kan worden scherpgesteld................. 153
MF: Handmatige focus ................................................................. 154
Objectief elektronische MF instellen............................................. 155
i De transportmodus selecteren............................................... 156
j De zelfontspanner gebruiken .................................................. 159
Opname-instellingen 161
4
De opnamekwaliteit instellen........................................................ 162
De aspect ratio instellen............................................................... 168
i: De ISO-snelheid instellen voor foto's................................... 170
Een beeldstijl selecteren .............................................................. 176
12
Een beeldstijl aanpassen..............................................................180
Een beeldstijl vastleggen ..............................................................183
B: De witbalans instellen ..........................................................185
u Witbalanscorrectie .................................................................. 191
Helderheid en contrast automatisch corrigeren ............................194
Ruisreductie instellen....................................................................195
Lichte tonen prioriteit.....................................................................199
Correctie van lensafwijking door optische eigenschappen ........... 200
Flikkeren verminderen ..................................................................206
De kleurruimte instellen ............................................................... 208
Een map maken en selecteren .....................................................209
Methoden voor bestandsnummering ............................................ 211
Copyrightinformatie instellen.........................................................214
GPS-instellingen 217
5
GPS-functies.................................................................................218
GPS-voorzorgsmaatregelen .........................................................220
GPS-signalen ontvangen..............................................................221
Het positioneringsinterval instellen ...............................................226
Tijd van GPS instellen op de camera............................................227
De afgelegde route vastleggen.....................................................228
Inhoudsopgave
Geavanceerde functies voor fotografische effecten 233
6
d: AE-programma........................................................................234
s: AE met sluitertijdvoorkeuze ..................................................236
f: AE met diafragmavoorkeuze ................................................238
13
Inhoudsopgave
a: Handmatige belichting ........................................................... 241
q De meetmethode selecteren .................................................. 243
O De gewenste belichtingscorrectie instellen ............................. 245
h Bracketing met automatische belichting (AEB)...................... 247
A De opnamebelichting vergrendelen (AE-vergrendeling)......... 249
F: Lange belichtingstijden (bulb)................................................. 250
w: HDR-opnamen (High Dynamic Range)............................. 253
P Meervoudige belichting .......................................................... 258
2 Spiegel opklappen ................................................................. 265
H Intervaltimeropnamen...................................................... 267
De oculairafsluiting gebruiken ...................................................... 270
Opnamen maken met de afstandsbediening................................ 271
Een afstandsbediening gebruiken ................................................ 276
Opnamen maken met de flitser 277
7
D Flitsfotografie............................................................................ 278
De flitsfunctie instellen.................................................................. 281
Opnamen maken met het LCD-scherm
8
A Opnamen maken met het LCD-scherm ................................. 290
Instellingen voor de opnamefunctie.............................................. 300
Menufunctie-instellingen............................................................... 302
De AF-bediening selecteren........................................................ 305
Scherpstellen met AF (AF-methode) ............................................ 308
x Opnamen maken met de Touch Shutter................................. 319
MF: Handmatige scherpstelling.................................................... 321
(Live View-opnamen)
14
289
Movie-opnamen 325
9
k Films opnemen .......................................................................326
Instellingen voor de opnamefunctie ..............................................339
De movie-opnamekwaliteit instellen..............................................341
De geluidsopname instellen..........................................................346
HDR-movies opnemen..................................................................348
a Time-lapse-movies opnemen................................................349
Videosnapshots maken.................................................................361
Menufunctie-instellingen ...............................................................371
Opnamen weergeven 387
10
x Opnamen weergeven .............................................................388
B: Weergave met opname-informatie.....................................391
H Indexweergave (Meerdere opnamen weergeven) .................. 399
e Opnamesprong (Door beelden springen) ................................400
t Beelden filteren voor afspelen................................................402
u Opnamen vergroten.................................................................404
d Opnamen weergeven via de touchscreen ................................406
b De opname roteren..................................................................408
K Beelden beveiligen..................................................................409
p Classificaties instellen.............................................................412
Q Quick Control voor weergave..................................................415
k Genieten van movies..............................................................417
k Movies afspelen......................................................................419
X De eerste en laatste beelden van een movie bewerken..........422
Inhoudsopgave
15
Inhoudsopgave
Diavoorstelling (automatische weergave) .................................... 424
Beelden op een televisie bekijken ................................................ 427
L Opnamen wissen..................................................................... 430
De helderheid van het LCD-scherm aanpassen........................... 434
Automatisch roteren van staande beelden instellen..................... 435
Opnamen naverwerken 437
11
R RAW-opnamen met de camera verwerken........................... 438
S Het formaat van JPEG-beelden wijzigen................................ 444
N JPEG-beelden bijsnijden......................................................... 446
Sensorreiniging 449
12
f Automatische sensorreiniging............................................... 450
Stofwisdata toevoegen ................................................................. 452
Handmatige sensorreiniging........................................................ 455
Printopties en Fotoboek instellen 457
13
W Digital Print Order Format (DPOF) ......................................... 458
p Beelden selecteren voor een fotoboek .................................... 464
De camera aanpassen aan uw voorkeuren 467
14
Persoonlijke voorkeuzen instellen ................................................ 468
Persoonlijke voorkeuze ............................................................... 469
Persoonlijke voorkeuze-instellingen ............................................. 471
8:
Fijnafstelling van het scherpstelpunt bij automatische scherpstelling
8: Aangepaste bediening.......................................................... 497
.... 491
16
Registreer in My Menu................................................................. 505
w: Aangepaste opnamemodi instellen ....................................... 510
Referentie 513
15
Systeemschema ...........................................................................514
De accugegevens controleren ......................................................516
Een gewoon stopcontact gebruiken..............................................520
H Eye-Fi-kaarten gebruiken........................................................522
Tabel met beschikbare functies volgens opnamemodus .............. 526
Menu-instellingen..........................................................................534
Problemen oplossen .....................................................................548
Foutcodes .....................................................................................567
Specificaties..................................................................................568
Verkorte softwarehandleiding /
16
Opnamen downloaden naar een computer 593
Verkorte softwarehandleiding........................................................594
Opnamen downloaden naar een computer...................................598
Index .............................................................................................600
Inhoudsopgave
17

Functie-index

Voe ding
De accu opladen pag. 40Accuniveau pag. 48Accugegevens
controleren pag. 516
Gewoon stopcontact pag. 520Automatisch
uitschakelen pag. 73
Kaarten
Formatteren pag. 70Ontspan sluiter
zonder kaart pag. 44
Kaarten die compatibel zijn
met movie-opnamen pag. 343
Lens
Bevestigen pag. 53Ontkoppelen pag. 54
Basisinstellingen
Taal pag. 52Datum/tijd/zone pag. 49Pieptoon pag. 73Copyrightinformatie pag. 214Alle camera-instellingen
wissen pag. 75
Zoeker
Dioptrische
aanpassing pag. 55
Oculairdop pag. 270Digitale horizon pag. 81Rasterweergave pag. 79Informatiedisplay
in zoeker pag. 82
LCD-scherm
Vari-Angle pag . 46Aanraakbediening pag. 67Helderheid pag. 434
Half ingedrukt uit/aan
 Digitale horizon pag. 80
Uitleg voor
Opnamemodus pag. 89
Uitleg pag. 9 0Help pag. 91
pag. 74
AF
AF-bediening pag. 130
AF-gebiedselectie-
modus pag. 134
AF-puntselectie pag. 137Lenzengroep pag. 149
AF-functies
aanpassen pag. 475
Kleurtoon pag. 142AF-fijnafstelling pag. 491
Handmatige
scherpstelling pag. 154
Elektronische MF pag. 155
Lichtmeting
Meetmethode pag. 243
Transport
Transportmodus pag. 156Zelfontspanner pag. 1 59
Maximale
opnamereeks pag. 167
18
Functie-index
Beeldopname-instellingen
Een map maken/
selecteren pag. 209
Bestandsnummering pag. 211
Beeldkwaliteit
Opnamekwaliteit pag. 162ISO-snelheid (foto's) pag. 170Beeldstijl pag. 176Witbalans pag. 185
Auto Lighting Optimizer
(Auto optimalisatie helderheid) pag. 194
Ruisreductie voor hoge
ISO-snelheden pag. 195
Ruisreductie voor lange
belichtingstijden pag. 197
Lichte tonen prioriteit
Lensafwijkings-
correctie pag. 200
Flikkeren verminderen
 Kleurruimte pag. 208
pag. 199
pag. 206
Opname
Opnamemodus pag. 35
• Basismodi pag. 35
• SCN-modus pag. 108
• Creatieve modi pag. 36
Aspect ratio pag. 168HDR-modus pag. 253
Meervoudige
belichting pag. 258
Spiegel opklappen pag. 265Bulbtimer pag. 251Intervaltimer pag. 267
Scherptediepte-
controle pag. 240
Afstandsschakelaar pag. 276Afstandsbediening pag. 271
• Koppelen pag. 273
Quick Control pag. 61
Multifunctie-
vergrendeling pag. 88
Foutcodes pag. 567
Belichting
Belichtingscorrectie pag. 245
Belichtingscorrectie met
M+ISO Auto pag. 242
AEB pag. 247AE-vergrendeling pag. 249Veiligheidsshift pag. 473
GPS
GPS pag. 217Vastleggen pag. 228
19
Functie-index
Flitser
Externe flitser pag. 278
Flitsbelichtings-
correctie pag. 278
FE-vergrendeling pag. 278
Flitsfunctie-
instellingen pag. 281
Persoonlijke voorkeuze-
instellingen voor flitser pag. 286
Live View-opnamen
Live View-opnamen pag. 289AF-bediening pag. 3 05AF-methode pag. 308Touch shutter pag. 319Vergrote weergave pag. 317
Handmatige
scherpstelling pag. 321
Belichtingssimulatie pag. 303Stille LV-opname pag. 303
Movie-opname
Opnamen maken met
automatische belichting pag. 326
Opnamen met handmatige
belichting pag. 330
ISO-snelheid (movie) pag. 372AF-methode pag. 308
Servo AF
voor movies pag. 373
Trackinggevoeligheid van Servo
AF voor movies pag. 375
Servo AF-snelheid voor
movies pag. 376
Movie-
opnamekwaliteit pag. 341
HDR-film pag. 348Time-lapse-movie pag. 349Videosnapshot pag. 361Geluidsopname pag. 346Microfoon pag. 347Windfilter pag. 346Demper pag. 347
Opnamen maken met de
afstandsbediening pag. 381
20
Functie-index
Weergave
Kijktijd pag. 74
Weergave van één
opname pag. 388
Weergave met opname-
informatie pag. 391
Indexweergave pag. 399
Door opnamen navigeren
(opnamesprong) pag. 400
Voorkeuren voor beelden
zoeken instellen pag. 402
Vergrote weergave pag. 4 04Beeldrotatie pag . 408Beveiligen pag. 409Classificatie pag. 412Movieweergave pag. 419
De eerste en laatste beelden van
een movie bewerken pag. 4 22
Diavoorstelling pag. 424
Opnamen op een televisie
bekijken pag. 4 27
Wissen pag. 430
Weergave via
touchscreen pag. 406
Quick Control pa g. 415
Opnamen bewerken
RAW-
beeldverwerking pag. 438
Formaat van JPEG-opnamen
wijzigen pag. 4 44
JPEG-opnamen
bijsnijden pag. 446
Afdrukken/Fotoboek instellen
Printopties (DPOF) pag. 458Fotoboek instellen pag. 464
Aanpassen
Persoonlijke voorkeuze
(C.Fn) pag. 469
Aangepaste
bediening pag. 497
My Menu pag. 505
Aangepaste
opnamemodus pag. 510
Sensorreiniging en stof verwijderen
Sensorreiniging pag. 450
Stofwisdata
toevoegen pag. 452
Handmatige
sensorreiniging pag. 455
Software
Verkorte
softwarehandleiding pag. 594
Software-instructie-
handleidingen pag. 597
Wi-Fi/NFC/Bluetooth-functies
Instructiehandleiding voor de
Wi-Fi-functie (draadloze communicatiefunctie)
21

Veiligheidsmaatregelen

De volgende voorzorgsmaatregelen zijn getroffen om schade of letsel aan uzelf en anderen te voorkomen. Zorg ervoor dat u deze voorzorgsmaatregelen goed begrijpt en volg ze op voordat u het product gaat gebruiken.
detecteert, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde Canon Service Center of de dealer bij wie u het product hebt gekocht.
Waarschuwingen:
Voorkom brand, oververhitting, lekkage van chemische stoffen, explosies en
elektrische schokken door de onderstaande veiligheidsmaatregelen op te volgen:
• Gebruik geen accu's, voedingsbronnen of accessoires die niet worden genoemd in deze Instructiehandleiding. Gebruik geen zelfgemaakte of aangepaste accu's en gebruik het apparaat niet wanneer dit beschadigd is.
• Zorg ervoor dat u de plus- en minzijde van de accu in de juiste richting plaatst.
• Veroorzaak geen kortsluiting bij de accu en probeer deze niet te demonteren of aan te passen. Verhit of soldeer de accu niet. Stel de accu niet bloot aan vuur of water. Stel de accu niet bloot aan sterke fysieke schokken.
• Laad de accu niet op bij temperaturen buiten het toegestane bereik van de oplaad­/bedrijfstemperatuur. Overschrijd de oplaadtijd niet die wordt genoemd in de instructiehandleiding.
• Steek geen vreemde metalen voorwerpen in de elektrische contactpunten van de camera, de accessoires, de verbindingskabels en dergelijke.
Dek de elektrische contactpunten van de accu af voordat u deze wegdoet. Contact
met andere metalen voorwerpen of accu's kan leiden tot brand of een explosie.
Haal de acculader direct uit het stopcontact en stop met opladen als er bij het
opladen van de accu grote hitte, rook of schadelijke damp vrijkomt. Als u dit niet doet, kan dit brand, schade of elektrische schokken veroorzaken.
Verwijder de accu onmiddellijk als deze lekt, van kleur of vorm verandert, of als er
rook of giftige damp vrijkomt. Pas op dat u hierbij geen brandwonden oploopt. Als u deze blijft gebruiken, kan dit leiden tot brand, elektrische schokken of brandwonden.
Voorkom dat de lekkage van de accu in aanraking komt met ogen, huid en kleding. Dit kan blindheid en huidaandoeningen tot gevolg hebben. Als de lekkage van de accu in contact komt met uw ogen, huid of kleding, moeten deze direct met overvloedig water worden afgespoeld zonder te wrijven. Ga daarna meteen naar een huisarts.
Houd snoeren altijd uit de buurt van hittebronnen. Door de hitte kan het snoer vervormen en het isolatiemateriaal smelten, wat brand of elektrische schokken kan veroorzaken.
Houd de camera niet lange tijd in dezelfde positie vast. Ook al voelt de camera niet heet aan, toch kan langdurig contact met hetzelfde lichaamsdeel een rode huid of blaren als gevolg van eerstegraads brandwonden veroorzaken. Het gebruik van een statief wordt aanbevolen wanneer de camera wordt gebruikt in zeer warme locaties en voor mensen met bloedsomloopproblemen of met een gevoelige huid.
Flits niet in het gezicht van bestuurders van een auto of een ander voertuig. Door de verblinding kunt u een ongeluk veroorzaken.
Wanneer de camera of de accessoires niet in gebruik zijn, verwijder de accu dan en
haal de stekker en verbindingskabels uit de apparatuur voordat u deze opbergt. Zo voorkomt u elektrische schokken, oververhitting, brand en corrosie.
22
Als u storingen, problemen of schade aan het product
Volg de onderstaande waarschuwingen. Anders kan dit resulteren in dodelijke ongevallen of ernstige verwondingen.
Veiligheidsmaatregelen
Gebruik de apparatuur niet in de buurt van ontvlambaar gas. Zo voorkomt u een
explosie of brand.
Als u de apparatuur laat vallen en de behuizing zodanig beschadigd raakt dat de
interne onderdelen bloot komen te liggen, raak deze dan niet aan. U kunt dan een elektrische schok krijgen.
Demonteer de apparatuur niet en pas deze niet aan. Er staat hoge spanning op de
interne onderdelen en deze kunnen een elektrische schok veroorzaken.
Kijk niet door de camera of de lens naar de zon of een andere felle lichtbron. Uw
gezichtsvermogen kan hierdoor worden aangetast.
Houd de apparatuur buiten bereik van kinderen en baby's, ook tijdens het gebruik. Bandjes of koorden kunnen per ongeluk verstikking, elektrische schokken of letsel veroorzaken. Verstikking of letsel kan ook optreden als een kind of baby per ongeluk een camera-onderdeel of toebehoren heeft ingeslikt. Raadpleeg onmiddellijk een arts als een kind of baby een accu, batterij of toebehoren heeft ingeslikt.
Gebruik de apparatuur niet in een vochtige of stoffige ruimte en berg deze hier ook niet op. Houd de accu weg van metalen voorwerpen en berg deze op in de beschermende afdekking om kortsluiting te voorkomen. Zo voorkomt u brand, oververhitting, elektrische schokken en brandwonden.
Vraag toestemming voordat u de camera in een vliegtuig of ziekenhuis gebruikt. De elektromagnetische golven die door de camera worden afgegeven, kunnen storingen veroorzaken in de instrumenten van vliegtuigen of de medische apparatuur in ziekenhuizen.
Voorkom brand en elektrische schokken door onderstaande veiligheidsmaatregelen
in acht te nemen:
• Steek de stekker altijd helemaal in het stopcontact.
• Pak de stekker nooit met natte handen vast.
• Trek altijd aan de stekker en niet aan het snoer als u de stekker uit het stopcontact haalt.
• Voorkom beschadigingen aan het netsnoer door er niet in te krassen of te snijden en het niet te knikken of er een zwaar voorwerp op te plaatsen. Draai of knoop de netsnoeren niet.
• Sluit niet te veel stekkers aan op één stopcontact.
• Gebruik geen snoeren waarvan de draad kapot is of het isolatiemateriaal beschadigd is.
Haal de stekker regelmatig uit het stopcontact en verwijder het stof rond het stopcontact met een droge doek. In een stoffige, vochtige of vette omgeving kan het stof op het stopcontact vochtig worden en kortsluiting veroorzaken, wat kan leiden tot brand.
Sluit de accu niet rechtstreeks aan op een stopcontact of de sigarettenaansteker van
een auto. De accu kan dan gaan lekken of exploderen of er kan oververhitting optreden, wat vervolgens kan leiden tot brand, brandwonden of letsel.
Wanneer het product door kinderen gebruikt gaat worden, moet een volwassene eerst goed uitleggen hoe het product moet worden gebruikt. Houd toezicht op kinderen terwijl ze het product gebruiken. Onjuist gebruik kan leiden tot een elektrische schok of letsel.
Laat een lens of camera met lens niet zonder lensdop in de zon liggen. De
zonnestralen kunnen door de lens worden gebundeld en brand veroorzaken.
Bedek het product niet met een doek en wikkel het ook niet in een doek. Hierdoor
kan de warmte niet weg en kan de behuizing vervormen of in brand vliegen.
Laat de camera niet nat worden. Als u het apparaat in het water hebt laten vallen of
als er water of metaal in het product is terechtgekomen, moet u de accu onmiddellijk verwijderen. Zo voorkomt u brand, elektrische schokken en brandwonden.
Gebruik geen verfverdunner, benzeen of andere organische oplosmiddelen om het
product schoon te maken. Deze stoffen kunnen brand veroorzaken en zijn schadelijk voor de gezondheid.
23
Veiligheidsmaatregelen
Neem de onderstaande aandachtspunten in acht.
Aandachtspunten:
Zorg dat u het product niet gebruikt of laat liggen op een plaats waar de temperatuur
hoog is, zoals in een auto die in de zon staat. Het product kan dan heet worden en brandwonden veroorzaken. Als u dit wel doet, kan de accu ook gaan lekken of exploderen. Hierdoor nemen de prestaties af of gaat het product minder lang mee.
Loop niet met de camera als deze op een statief is bevestigd. Als u dit wel doet, kan
dit leiden tot letsel of een ongeluk. Controleer of het statief stevig genoeg is om de camera en de lens te dragen.
Laat het product niet gedurende langere tijd achter in een omgeving met een lage
temperatuur. Het product wordt dan koud en kan letsel veroorzaken bij aanraking.
Flits niet vlak bij iemands ogen. Dit kan de ogen beschadigen.
Als u dit niet doet, kan dat leiden tot fysiek letsel of schade aan eigendommen.
24

Tips en waarschuwingen voor het gebruik

Omgaan met de camera
Deze camera is een precisie-instrument. Laat de camera niet vallen en stel
deze niet bloot aan fysieke schokken.
De camera is niet waterdicht en kan niet onder water worden gebruikt.Om de resistentie van de camera tegen stof en waterdruppels te vergroten,
houdt u het aansluitingenklepje, het accucompartiment, het kaartsleufklepje en alle andere kleppen goed gesloten.
De camera is resistent tegen stof en waterdruppels. Dit betekent dat zand,
stof, vuil of water dat per ongeluk op het apparaat valt, niet in het apparaat kan indringen. Het is echter onmogelijk om te voorkomen dat vuil, stof, water of zout helemaal niet in het apparaat indringen. Zorg ervoor dat er zo weinig mogelijk vuil, stof, water of zout op de camera terechtkomt.
Als er water op de camera valt, veegt u dit af met een droge, schone doek.
Als er vuil, stof of zout op de camera terechtkomt, veegt u dit af met een schone, goed uitgewrongen doek.
Als u de camera gebruikt op een plaats waar veel vuil of stof aanwezig is,
kan er een storing worden veroorzaakt.
Het wordt aanbevolen de camera na gebruik te reinigen. Als u vuil, stof,
water of zout op de camera laat zitten, kan er een storing worden veroorzaakt.
Als u per ongeluk de camera in het water laat vallen of als u vreest dat er
vocht (water), vuil, stof of zout in de camera is terechtgekomen, neemt u direct contact op met het dichtstbijzijnde Canon Service Center.
Houd de camera buiten het bereik van apparaten met sterke magnetische
velden, zoals magneten of elektrische motoren. Houd de camera eveneens uit de buurt van apparaten die sterke radiogolven uitzenden, zoals grote antennes. Sterke magnetische velden kunnen storingen veroorzaken en beeldgegevens beschadigen.
Laat de camera niet achter in een extreem warme omgeving, zoals in een
auto die in direct zonlicht staat. Door de hoge temperaturen kan de camera defect raken.
De camera bevat elektronische precisieschakelingen. Probeer de camera
nooit zelf te demonteren.
25
Tips en waarschuwingen voor het gebruik
Blokkeer het spiegelmechanisme niet met uw vinger of iets anders. Als u dit
toch doet, kan er een storing worden veroorzaakt.
Gebruik alleen een in de handel verkrijgbaar blaasbuisje om stof van de
lens, zoeker, reflexspiegel, het matglas enzovoort te blazen. Gebruik geen reinigingsmiddelen die organische oplosmiddelen bevatten om de camerabehuizing of lens schoon te vegen. Neem voor het verwijderen van hardnekkig vuil contact op met het dichtstbijzijnde Canon Service Center.
Raak de elektrische contactpunten van de camera nooit met uw vingers aan.
Als u dat wel doet, kunnen de contactpunten gaan roesten. Roest op de contactpunten kan leiden tot storingen aan de camera.
Als de camera plotseling van een koude in een warme omgeving
terechtkomt, kan zich condens vormen op de camera en op de inwendige delen. Voorkom condensvorming door de camera eerst in een afgesloten plastic tas te plaatsen. Zorg ervoor dat de camera is aangepast aan de hogere temperatuur voordat u de camera uit de tas haalt.
Gebruik de camera niet als zich hierop condens heeft gevormd. Zo voorkomt
u beschadiging van de camera. Als zich condens heeft gevormd, verwijdert u de lens, de kaart en de accu uit de camera. Wacht tot de condens is verdampt voordat u de camera gebruikt.
Verwijder de accu en berg de camera op een koele, droge en goed
geventileerde plaats op als u de camera gedurende langere tijd niet gaat gebruiken. Ook als de camera is opgeborgen, moet u de ontspanknop zo nu en dan enkele malen bedienen om te controleren of de camera nog goed functioneert.
Vermijd opslag op plaatsen waar chemicaliën worden gebruikt die oxidatie
en corrosie veroorzaken, zoals in een laboratorium.
Als de camera langere tijd niet is gebruikt, test u alle functies voordat u de
camera weer gaat gebruiken. Als u de camera langere tijd niet hebt gebruikt en opnamen wilt gaan maken van een belangrijke gebeurtenis, bijvoorbeeld een reis naar het buitenland, is het raadzaam de camera te laten controleren bij het dichtstbijzijnde Canon Service Center of zelf te controleren of de camera goed functioneert.
Als u continue opnamen herhaalt of lange tijd achtereen Live View-opnamen
of movie-opnamen maakt, kan de camera heet worden. Dit is geen defect.
Een felle lichtbron binnen of buiten het beeldgebied kan reflecties
veroorzaken.
26
Tips en waarschuwingen voor het gebruik
Contactpunten
LCD-paneel en LCD-scherm
Hoewel het LCD-scherm is gefabriceerd met hogeprecisietechnologie en
meer dan 99,99% effectieve pixels heeft, kunnen er onder de 0,01% resterende pixels enkele dode pixels voorkomen en kunnen er ook zwarte, rode of andere gekleurde vlekken voorkomen. Dit is geen defect. De dode pixels zijn ook niet van invloed op de vastgelegde opnamen.
Als het LCD-scherm lange tijd aan blijft staan, kan het scherm inbranden en
zijn er restanten van de eerdere weergave te zien. Dit is echter een tijdelijk effect dat verdwijnt als de camera enkele dagen niet wordt gebruikt.
Bij lage temperaturen kan het LCD-scherm langzamer reageren en bij hoge
temperaturen kan het er zwart uitzien. Bij kamertemperatuur functioneert het scherm weer normaal.
Kaarten
Let op het volgende om de kaart en vastgelegde gegevens te beschermen:
Laat de kaart niet vallen of nat worden en buig de kaart niet. Oefen geen
druk op de kaart uit en stel deze niet bloot aan fysieke schokken en trillingen.
Raak de elektronische contactpunten van de kaart nooit met uw vingers of
een metalen voorwerp aan.
Plak geen stickers of iets anders op de kaart.Gebruik of bewaar de kaart niet in de buurt van voorwerpen met een sterk
magnetisch veld, zoals tv's, luidsprekers en magneten. Mijd ook plaatsen met statische elektriciteit.
Plaats de kaart niet in direct zonlicht of in de buurt van hittebronnen.Bewaar de kaart in een houder.Bewaar de kaart niet op hete, stoffige of vochtige plaatsen.
Lens
Nadat u de lens hebt losgedraaid van de camera, plaatst u de lens met de achterkant naar boven en bevestigt u de achterste lensdop om krassen op het lensoppervlak en de elektrische contactpunten te voorkomen.
27

Nomenclatuur

<R> Knop voor transportmodusselectie (pag. 156, 159)
<i> Knop voor ISO-snelheid (pag. 170)
<U> Knop voor LCD-paneelverlichting (pag. 60)
<6> Hoofdinstelwiel (pag. 57)
Ontspanknop (pag. 56)
Lamp voor zelfontspanner/ afstandsbedie­ning (pag. 159)
Sensor van afstandsbedie­ning (pag. 272) Greep (accucomparti­ment)
Aansluitpunt voor DCHkoppelingskabel (pag. 520)
Knop voor scherptedi eptecontrole (pag. 240
)
Spiegel (pag. 265, 455)
<f> Knop voor AF-bediening/selectie AF-methode (pag. 130, 305/308)
Markering lensvatting (pag. 53)
Contactpunten voor flitssynchronisatie
Flitsschoen (pag. 278)
Ver-/ontgrendelknop programmakeuzewiel (pag. 57)
Programmakeuze­wiel (pag. 35, 57)
Ingebouwde microfoons (pag. 326, 347)
Objectiefvergrendelingsstift
Objectiefontgrende­lingsknop (pag. 54)
Objectiefvatting
Contactpunten (pag. 27)
Cameradop (pag. 53)
<B> Knop voor AF-gebiedsselectie (pag. 136, 482)
GPS-antenne
Aansluitingenklepje
Aansluiting afstandsbediening (type N3) (pag. 276)
<q> Knop voor meetmethode (pag. 243)
Bevestigings­punt draagriem (pag. 38)
28
Nomenclatuur
<B> INFO-knop (pag. 60, 80, 84, 91, 293, 298, 334, 388)
LCD-paneel (pag. 33, 34)
Oogschelp (pag. 270)
Zoekeroculair
Aan/uit-schakelaar
(pag. 47)
Aansluitingenklepje
<p> AF­startknop (pag. 56, 130, 292, 337)
<A>
Knop voor AEHvergrendeling/ flitsbelichtingsvergren­deling
(pag. 249, 278)
<S> Knop voor AF­puntselectie (pag. 136, 137)
<Q> Quick
Control-knop
(pag. 61)
<0> Instelknop (pag. 64)
<M> Menuknop (pag. 64)
<g> Digital-aansluiting (pag. 598)
<Y> Aansluiting externe microfoon (pag. 347)
<D> HDMI mini OUT-aansluiting (pag. 427)
<L> Wisknop (pag. 430)
Luidspreker
P (N-markering)*
* Gebruikt voor Wi-Fi-verbindingen via de NFC-functie.
29
Nomenclatuur
<u> Knop voor index/vergroten/ verkleinen (pag. 399/317, 321, 404)
<x> Weergaveknop (pag. 388)
<9> <W> <X> <Y> <Z> Multicontroller (pag. 59)
LCD-scherm (pag. 46, 64, 290, 326, 404)
Statiefbevestiging
Kaartsleuf (pag. 43)
Accucompartimentklepje (pag. 42)
Ontgrendelknop accucomparti­ment (pag. 42)
Bevestigingspunt draagriem (pag. 38)
Lees-/schrijfindicator (pag. 44)
<A> Knop voor Live View­opnamen/ <k> movie-opnamen (pag. 289/325) <0> Start-/stopknop (pag. 290, 326)
<V> Scherpstelvlakmarkering
Kaartsleufklepje (pag. 43)
Bevestigingsopening voor
accessoires
Multifunctievergrendeling sschakelaar (pag. 59)
<5> Snelinstelwiel (pag. 58)
Knop voor dioptrische
aanpassing (pag. 55)
Serienummer
30
Loading...
+ 580 hidden pages