Verkorte handleiding
1
EOS 6D (WG)
EOS 6D (N)
2
3
Beknopte gebruikershandleiding
In deze handleiding vindt u uitleg over het
instellen van basisfuncties en het maken en
weergeven van opnamen. U kunt deze handleiding
tijdens het fotograferen meenemen. Raadpleeg de
instructiehandleiding van de EOS 6D (dvd-rom)
voor gedetailleerde instructies.
4
5
CEL-S T6SA280 © CANON INC. 2012GEDRUKT IN DE EU
NEDERLANDS
Plaats de batterij.
6
Plaats een kaart.
Plaats de kaart in de
sleuf met de etiketzijde
naar de achterzijde van
de camera gericht.
Bevestig het objectief.
Zorg ervoor dat de rode
punten zich op één lijn
bevinden.
Stel de focusinstellingsknop
op het objectief in op
<f>.
Zet de aanuitschakelaar op
1>.
<
7
8
9
Houd de knop in het midden
van het programmakeuzewiel
ingedrukt terwijl u het wiel
<A>
instelt op
Opnamen weergeven
6
(Automatisch/scène).
Stel scherp op het onderwerp.
Richt het midden van de zoeker
op het onderwerp en druk de
ontspanknop half in om
automatisch scherp te stellen.
0
Maak de opname.
Druk de ontspanknop
helemaal in om de
opname te maken.
Bekijk de opname.
De opname wordt ongeveer
2 seconden op het
LCD-scherm weergegeven.
De M rechts naast de functie geeft aan dat de desbetreffende
functie alleen beschikbaar is in de creatieve modi.
Het aantal mogelijke opnamen bij het maken van opnamen via de zoeker
Temperatuur Bij 23 °C Bij 0 °C
Maximumaantal opnamen
Circa 1090 opnamen Circa 980 opnamen
L
Wissen
opname-informatie
B
VergrotenIndex
u
x
Weergave
9
56
Opname selecteren
6
Voorbereiding
Menugebruik
Knop
M>
<
LCDscherm
1. Druk op de knop <M> om het menu weer te geven.
2.
Druk op de toets
vervolgens op de toets
3. Druk op <0> om de instelling weer te geven.
4. Nadat u het item hebt ingesteld, drukt u op <0>.
Basismodi
Creatieve modi
<U>
om een tweede tabblad te selecteren en druk
<V>
om het gewenste item te selecteren.
Knop <0>
<V><U>
Menu-instellingenMenu-items
Tabbladen
Opnamekwaliteit
Selecteer
Draai aan het instelwiel
opnamekwaliteit te selecteren en druk vervolgens op
Opnamekwaliteit
[z1: Beeldkwalit.]
<6>
of druk op de toets
, en druk vervolgens op
Opgeslagen pixels
Maximumaantal opnamen
RAW: draai aan het instelwiel
om de kwaliteit te selecteren.
JPEG: Druk op de toets <U>
om de kwaliteit te selecteren.
<U>
<0>
<0>.
om de
.
A BeeldstijlN
Selecteer op het tabblad
[Beeldstijl], en druk vervolgens op
Druk op de knop <V> om een
beeldstijl te selecteren en druk
vervolgens op <0>.
Stijl
D
Automatisch
P Standaard
Q Portret
R Landschap
V
Monochroom
Raadpleeg de instructiehandleiding van de camera (dvd-rom)
voor informatie over
De kleurtonen worden geoptimaliseerd voor de situatie.
Levendige kleuren en scherpe opnamen.
Mooie huidskleurtinten en redelijk scherpe opnamen.
Levendige landschappen en blauwe luchten, en zeer scherpe opnamen.
Zwart-witopnamen.
<S>
Omschrijving
(Neutraal) en
[z4]
<U>
optie
<0>
(Natuurlijk).
<6>
.
Q Snel instellen
Druk op de knop <Q>.
Het scherm Sneltoetsen wordt
weergegeven.
Diafragma
Opnamemodus
Belichtings-
compensatie/
AEB-instelling
Druk op de toets
vervolgens aan het instelwiel
In de basismodi zijn de selecteerbare functies afhankelijk
van de gekozen opnamemodus.
Sluitertijd
Beeldstijl
AF-gebruik
Witbalans
AF-punt
Witbalanscorrectie
Transportmodus
<V>
of
<U>
<6>
Flitsbelichtingscompensatie
AE-vergrendeling
Lichte tonen prioriteit
ISO-snelheid
WIFI-functie
Aangepaste bediening
Opnamekwaliteit
Auto Lighting Optimizer
(Auto optimalisatie
helderheid)
Meetmethode
Reeksopnamen met automatische witbalans
om de functie te selecteren en draai
of
<5>
om de functie in te stellen.
Digitale horizon
Telkens als u op de knop <B>
drukt, wordt de schermweergave
vernieuwd.
De digitale horizon weergeven.
Persoonlijke voorkeuzen
C.Fn I: Belichting
1 Belichtingsniveauverhogingen
2 ISO-stappen
3 Bracketing automatisch annuleren
4 Bracketingvolgorde
5 Aantal bracketed opnamen
6 Veiligheidsshift
C.Fn II: Autofocus
1 Trackinggevoeligheid
2 Versnellings-/vertragingstracking
3 AI servo 1e beeldvoorkeur
4 AI servo 2e beeldvoorkeur
5 AF-hulplicht
6 Objectiefsturing bij AF onmogelijk
7 AF-punt op basis van richting
8 Ingespiegeld display
9 AF-fijnafstelling
C.Fn III: Bediening/overig
1 Wielrichting bij tv/AV
2 Matglas
3 Multifunctievergrendeling
4 Waarschuwingen ! in zoeker
5 Aangepaste bediening
Opname
Namen van onderdelen
<
<i> Knop voor
ISO-snelheid
<6> Hoofdinstelwiel
Ontspanknop
<A/k> Schakelaar voor
Live view-/filmopnamen
<0> Start-/stopknop
Aan-uitschakelaar
<9>
Multi-
functionele knop
<0>
Instelknop
Multifunctievergrendeling
R> Transportmodusselectie
<f>
Knop voor AF-gebruikselectie
Ver-/ontgrendelknop
programmakeuzewiel
Programmakeuzewiel
Focusinstellingsknop
<p>
AF-startknop
<A> Knop voor
AE-vergrendeling
<S> Knop
voor AFpuntselectie
<5> Snelinstelwiel
Lees-/schrijfindicator
LCD-paneel
Transportmodus
AF-gebruik
AEB
Sluitertijd
Indicator
belichtings-
niveau
Zoekerinformatie
AF-punten
AE-vergrendeling
Batterijniveau
Flitser gereed
Flitsbelichtings-
compensatie
Sluitertijd
Diafragma
ISO-snelheid
Meetmethode
Maximumaantal
opnamen
Batterijniveau
Vol Niet goed
Focusbevestigingslampje
Maximale opnamereeks
ISO-snelheid
Indicator belichtingsniveau
Diafragma
Basismodi
Alle opname-instellingen worden
automatisch ingesteld. U hoeft
alleen de ontspanknop in te
drukken; de camera doet de rest.
A : Automatisch/scène
C : Automatisch/creatief
8 : Speciale scène
2 : Portret 6 : Nacht portret
3 : Landschap F : Nachtopnamen uit hand
4 : Close-up G : HDR-tegenlicht
5 : Sport
Creatieve modi
U kunt de camera-instellingen naar
wens aanpassen om verschillende
opnamen te maken.
* Zet de <R>-schakelaar naar links
(Multifunctievergrendeling ontgrendeld).
d: AE-programma
Stel het programmakeuzewiel in op <d>.
De camera stelt de sluitertijd en diafragmawaarde
automatisch hetzelfde in als in de modus <A>.
s: AE met sluitervoork.
Stel het programmakeuzewiel in op
Stel het instelwiel
sluitertijd en stel scherp op het onderwerp.
Het diafragma wordt automatisch ingesteld.
Als de diafragmawaarde op het scherm
knippert, draait u aan het instelwiel
<6>
totdat het knipperen stopt.
f: AE met diafragmavoork.
Stel het programmakeuzewiel in op
Draai het instelwiel
diafragmawaarde en stel scherp op het onderwerp.
De sluitertijd wordt automatisch ingesteld.
Als de sluitertijd op het scherm knippert,
draait u aan het instelwiel
het knipperen stopt.
a: Handmatige belichting
Stel het programmakeuzewiel in
op <a>.
Draai aan het instelwiel <6> om
de gewenste sluitertijd in te
stellen.
Draai aan het instelwiel <5> om
het gewenste diafragma in te
stellen.
Stel scherp op het onderwerp en
controleer de indicator voor het
belichtingsniveau.
<6>
in op de gewenste
<6>
naar de gewenste
<6>
<s>.
<f>.
totdat
i: ISO-snelheidN
De ISO-snelheid kan worden
Wanneer 'A' is geselecteerd,
i Transportmodus
Druk op de knop <R> en
Druk op de knop
vervolgens aan het instelwiel
ingesteld op 100 tot 25600, in
tussenstappen van 1/3 stop.
wordt de ISO-snelheid
automatisch ingesteld. Wanneer
u de ontspanknop half indrukt,
wordt de huidige ISO-snelheid
weergegeven.
draai vervolgens aan het
instelwiel <
u : Enkelbeeld
i : Continue opname
B : Stille enkele opname
M : Stille continue opname
Q : Zelfontsp.:10sec/
k : Zelfontsp.:2sec/
<i>
6>.
Afstandsbed.
Afstandsbed.
en draai
<6>.
f: AF-bedieningN
Stel de focusinstellingsknop op
X(1-beeld AF):
voor niet-bewegende onderwerpen
9
het AF-gebruik wisselt automatisch
Z
S AF-puntselectieN
Druk op de knop <S> en kijk
De AF-puntselectie verschuift in
Met het instelwiel <6> beweegt
het objectief in op <f>.
Druk op de knop
vervolgens aan het instelwiel
voor bewegende onderwerpen
door de zoeker.
de richting waarin u <9> duwt.
Wanneer u op <0> drukt, wordt
er geschakeld tussen het
middelste AF-punt en
automatische AF-puntselectie.
u horizontaal in de AF-punten en
met het instelwiel <5> verticaal.
<f>
(AI Focus AF):
(AI Servo AF):
en draai
<6>
A Live view-opnamen
Zet de schakelaar op <A>.
Druk op de knop <0> om de
Live view-opname op het
.
Het aantal mogelijke opnamen met Live view-opnamen
Temperatuur Bij 23 °C Bij 0 °C
Maximumaantal opnamen
Circa 220 opnamen Circa 190 opnamen
LCD-scherm weer te geven.
Druk de ontspanknop half in om
scherp te stellen.
Druk de ontspanknop helemaal in
om een opname te maken.
Druk op de knop <0> om de
Live view-opname te stoppen.
k Filmopnamen
Zet de schakelaar op <k>.
Het beeld wordt op het
LCD-scherm weergegeven.
Druk de ontspanknop half in om
scherp te stellen.
Druk op de knop <0> om een
filmopname te starten. Om de
filmopname te stoppen, drukt u
nogmaals op <0>.
Druk de ontspanknop helemaal
in om foto's te maken.
Als de opnamemodus is ingesteld op <a>, kunt u de
belichtingstijd voor filmopnamen handmatig instellen.
U kunt de instellingen voor filmopname instellen met de
menuopties op de tabbladen [Z1] en [Z2].