De EOS 20D is een hoogwaardige digitale AF-spiegelreflexcamera met een
grote CMOS-sensor met 8,20 megapixels voor superscherpe details. De camera
heeft negen uiterst nauwkeurige AF-punten en is compatibel met alle EF-lenzen
van Canon (inclusief de EF-S-lens). De camera is ontworpen voor het maken van
snelle opnamen en is uitgerust met diverse functies voor alle vormen van
fotografie, van volautomatische opnamen tot professioneel en creatief werk.
Lees de Instructiehandleiding zodat u vertrouwd raakt met de functies
voordat u de camera gaat gebruiken.
Lees de Veiligheidsmaatregelen (p.6,7) en Tips en waarschuwingen voor
het gebruik (p.8,9) om eventuele ongelukken en schade te voorkomen.
Camera testen voor gebruik
Maak - voordat u de camera gaat gebruiken - een aantal proefopnamen en
controleer of deze goed worden opgeslagen op de geheugenkaart.
Wanneer de camera of de geheugenkaart gebreken vertoont en de beelden niet
kunnen worden opgenomen of gelezen door een pc, is Canon niet
verantwoordelijk voor eventueel verlies of ongemak.
Copyright
Mogelijk verbiedt de wet op het auteursrecht in uw land het gebruik van opnamen
van mensen en bepaalde onderwerpen anders dan voor privé-gebruik. Het maken
van opnamen van bepaalde openbare optredens, exposities en dergelijke kan
zelfs voor privé-gebruik verboden zijn.
Canon en EOS zijn handelsmerken van Canon Inc.
¡
Adobe en Photoshop zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.
¡
¡
CompactFlash is een handelsmerk van SanDisk Corporation.
¡
Windows is een geregistreerd handelsmerk of handelsmerk van Microsoft
Corporation in de Verenigde Staten en overige landen.
¡
Macintosh is een geregistreerd handelsmerk van Apple Corporation in de
Verenigde Staten en overige landen.
Alle overige bedrijfsnamen en handelsmerken die in deze handleiding worden
¡
genoemd, zijn eigendom van de respectieve eigenaren.
* Deze digitale camera ondersteunt Design rule for Camera File System 2.0 en
Exif 2.21 (ook wel “Exif Print” genoemd). Exif Print is een standaard voor een
verbeterde compatibiliteit tussen digitale camera's en printers. Wanneer de
camera wordt aangesloten op een printer die voldoet aan Exif Print, wordt
informatie over de opnamen opgenomen om de afdrukkwaliteit te optimaliseren.
2
Controlelijst onderdelen
Controleer of alle onderstaande onderdelen van de camera aanwezig
zijn. Neem contact op met uw dealer als er iets ontbreekt.
¢
EOS 20D
back-up voor datum en tijd)
¢
EF-S18-55mm f/3,5-5,6
¢
Batterij BP-511A
¢
Batterijoplader CG-580/CB-5L
¢
Voedingscode voor batterijoplader
¢
Interfacekabel IFC-400PCU
¢
Videokabel VC-100
¢
Brede draagriem EW-100DGR
¢
EOS DIGITAL Solution Disk
¢
Digital Photo Professional Disk
¢
Adobe Photoshop Elements Disk
¢
Beknopte gebruikershandleiding
Beknopte gebruikershandleiding voor het maken van opnamen.
¢
EOS 20D INSTRUCTIEHANDLEIDING
¢
De software goed installeren
Geeft uitleg over het installeren van de software en de functies ervan.
¢
EOS 20D Software-instructies
Geeft uitleg over het overzetten van afbeeldingen naar een pc en het
bewerken van RAW-afbeeldingen
¢
Instructies batterij BP-511A
¢
Instructies lens
¢
Garantiekaart van camera
¢
Garantiekaart van lens
*Bewaar bovengenoemde zaken zorgvuldig.
*
Geen CF-kaart (voor het maken van opnamen) meegeleverd.
apart aanschaffen. CF-kaarten van Canon worden aanbevolen.
Camerabehuizing (met oculairdop, cameradop en lithiumbatterij als
De camera aanpassen aan uw persoonlijke voorkeuren
10
Referentiemateriaal 147
11
Inhoudsopgave
139
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
5
Veiligheidsmaatregelen
Voorkom letsel, dodelijke ongevallen of schade aan materiaal door deze
veiligheidsmaatregelen op te volgen en de apparatuur op de juiste manier te gebruiken.
Voorkomen van ernstig letsel en dodelijke ongevallen
•Voorkom brand, oververhitting, lekkage van chemische stoffen en explosies door
onderstaande veiligheidsmaatregelen op te volgen:
- Gebruik geen batterijen, voedingsbronnen of accessoires die niet in deze
handleiding worden genoemd. Gebruik geen zelfgemaakte of aangepaste batterijen.
- Sluit de batterij en de back-upbatterij niet kort en probeer ze niet te demonteren of te
wijzigen. Verhit de batterij of de back-upbatterij niet en probeer deze niet te
solderen. Stel de batterij of de back-upbatterij niet bloot aan vuur of water. Stel de
batterij of de back-upbatterij ook niet bloot aan grote fysieke schokken.
- Installeer de batterij en de back-upbatterij op de juiste manier (+ –). Plaats nooit
oude en nieuwe of verschillende soorten batterijen bij elkaar.
- Laad de batterij niet op bij een temperatuur die buiten het toegestane bereik ligt van
0°C - 40°C (32°F - 104°F). Overschrijdt de oplaadtijd niet.
- Steek geen vreemde metalen voorwerpen in de elektrische contacten van de
camera, de accessoires, de verbindingskabels en dergelijke.
• Houd de back-upbatterij buiten het bereik van kinderen. Waarschuw direct een arts als
een kind een batterij heeft doorgeslikt. (De chemicaliën in de batterij kunnen de maag
en de ingewanden beschadigen.)
• Dek de elektrische contacten van de batterij of de back-upbatterij af voordat u deze
wegdoet, om te voorkomen dat deze contact maken met andere metalen voorwerpen
of batterijen. Zo voorkomt u brand of explosies.
•Voorkom brand door de oplader direct uit de wandcontactdoos te halen en te stoppen met
opladen, als er bij het opladen van de batterij grote hitte, rook of schadelijke damp vrijkomt.
•Verwijder de batterij of de back-upbatterij onmiddellijk als deze lekt, van kleur of van vorm
verandert, of als er rook of giftige damp vrijkomt. Pas op dat u hierbij geen brandwonden oploopt.
•Voorkom dat de inhoud van de batterij in aanraking komt met ogen, huid en kleding. Dit
kan blindheid en huidaandoeningen tot gevolg hebben. Als de inhoud van de batterij in
contact komt met uw ogen, huid of kleding, moeten deze direct met overvloedig water
worden afgespoeld zonder te wrijven. Ga daarna meteen naar een huisarts.
• Houd de apparatuur tijdens het opladen buiten bereik van kinderen. Kinderen kunnen
stikken als zij het snoer rond hun nek krijgen of een elektrische schok krijgen.
• Houd snoeren altijd uit de buurt van hittebronnen. Door de hitte kan het snoer vervormen
en het isolatiemateriaal kan smelten wat brand of elektrische schokken kan veroorzaken.
• Flits niet in het gezicht van automobilisten. Door de verblinding kunt u een ongeluk
veroorzaken.
• Flits niet in de buurt van de ogen van een persoon. Het gezichtsvermogen kan hierdoor
beschadigd raken. Houd altijd minimaal 1 meter afstand als u met de flitser een kind fotografeert.
•Verwijder de batterij en haal de stekker uit de wandcontactdoos als u de camera of
een accessoire langere tijd niet gebruikt. Zo voorkomt u elektrische schokken,
warmteontwikkeling en brand.
• Gebruik de apparatuur niet in de buurt van ontvlambaar gas. Zo voorkomt u een
explosie of brand.
6
• Als u de apparatuur laat vallen en de behuizing zodanig beschadigd raakt dat de inwendige onderdelen
bloot komen te liggen, raak deze dan niet aan. Deze onderdelen staan mogelijk onder stroom.
• Demonteer of wijzig de apparatuur niet. Er staat een hoge spanning op de interne
onderdelen en deze kunnen een elektrische schok veroorzaken.
• Kijk niet door de camera of de lens naar de zon of een andere felle lichtbron. Uw
gezichtsvermogen kan hierdoor worden aangetast.
• Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen. De nekdraagriem kan bij
kinderen tot verstikking leiden.
• Berg de apparatuur niet op in een vochtige of stoffige ruimte. Hiermee voorkomt u
brand en elektrische schokken.
•Vraag toestemming voordat u de camera gebruikt in een vliegtuig of ziekenhuis. De
elektromagnetische golven die door de camera worden afgegeven, kunnen storingen
veroorzaken in de instrumenten van vliegtuigen of de medische apparatuur in ziekenhuizen.
•Voorkom brand en elektrische schokken door onderstaande veiligheidsmaatregelen in acht te nemen:
- Steek de stekker altijd helemaal in de wandcontactdoos.
-Pak het netsnoer nooit met natte handen vast.
-Trek altijd aan de stekker en niet aan het snoer als u de stekker uit de wandcontactdoos haalt.
-Voorkom beschadigingen van het netsnoer door er niet in te kr assen of te snijden, en deze
niet te knikken of er een zwaar voorwerp op te plaatsen. Draai of knoop de netsnoeren niet.
- Sluit niet teveel stekkers aan op één contactpunt.
- Gebruik geen snoeren waarvan het isolatiemateriaal is beschadigd.
• Haal zo nu en dan de stekker uit de wandcontactdoos en haal met een droge doek het stof
rond de wandcontactdoos weg. In een stoffige, vochtige of vette omgeving kan het stof op de
wandcontactdoos vochtig worden en kortsluiting veroorzaken, wat weer kan leiden tot brand.
Voorkomen van letsel en schade aan apparatuur
• Laat de apparatuur niet in een auto achter die in de zon staat of in de nabijheid van
een warmtebron. De apparatuur kan heet worden en brandwonden veroorzaken.
• Loop niet met de camera als deze op een statief is bevestigd. Dit kan letsel veroorzaken.
Controleer of het statief stevig genoeg is om de camera en de lens te dragen.
• Laat de lens of een camera met een lens niet zonder lensdop in de zon staan. De
zonnestralen kunnen door de lens worden gebundeld en brand veroorzaken.
• Bedek de batterijoplader niet en wikkel deze ook niet in een doek. Hierdoor kan de
warmte niet weg en kan de behuizing vervormen of in brand vliegen.
•Verwijder de batterij en de back-upbatterij direct als u de camera in het water laat vallen
of als er water in de camera komt. Verwijder de batterijen ook als er metaaldeeltjes in de
camera komen. Hiermee voorkomt u brand en elektrische schokken.
• Gebruik en plaats de batterij en de back-upbatterij niet in een hete omgeving. Hierdoor
kan de batterij gaan lekken en kan de levensduur van de batterij afnemen. De batterij of
de back-upbatterij kan ook te heet worden en brandwonden veroorzaken.
• Gebruik geen verfverdunner, benzeen of andere organische oplosmiddelen om de apparatuur
schoon te maken. Deze stoffen kunnen brand veroorzaken en zijn schadelijk voor de gezondheid.
Neem contact op met uw dealer of het dichtstbijzijnde Canon Service Center
als het product niet naar behoren functioneert of moet worden gerepareerd.
7
Tips en waarschuwingen voor het gebruik
Behandelen van de camera
¡
Deze camera is een precisie-instrument. Laat de camera niet vallen en stel
deze niet bloot aan fysieke schokken.
¡
De camera is niet waterdicht en kan niet onder water worden gebruikt. Neem
direct contact op met het dichtstbijzijnde Canon Service Center als u de camera
per ongeluk in water laat vallen. Droog de camera af met een droge doek als er
waterspatten op de camera zijn gekomen. Wrijf de camera grondig schoon met
een licht vochtige doek als deze in aanraking is gekomen met zoute lucht.
¡
Houd de camera buiten het bereik van apparaten met sterke magnetische
velden zoals magneten of elektrische motoren. Houd de camera eveneens
uit de buurt van apparaten die sterke radiogolven uitzenden, zoals grote
antennes. Sterke magnetische velden kunnen storingen veroorzaken en
opnamegegevens beschadigen.
Laat de camera niet achter in een extreem warme omgeving, zoals in een auto die
¡
in direct zonlicht staat. Door de hoge temperaturen kan de camera defect raken.
¡
De camera bevat elektronische precisieschakelingen. Probeer nooit de
camera te demonteren of zelf reparaties of onderhoud uit te voeren.
¡
Gebruik een blower om stof van lens, zoeker, spiegel of focusscherm te
blazen. Gebruik geen reinigingsmiddelen die organische oplosmiddelen
bevatten om de camerabehuizing of lens schoon te vegen. Neem voor het
verwijderen van hardnekkig vuil contact op met een Canon Service Center.
¡
Raak de elektrische contacten van de camera nooit met uw vingers aan. Als
u dat wel doet, kunnen de contacten gaan roesten. Roest op de contacten
kan leiden tot een foutieve werking van de camera.
Als de camera plotseling van een koude in een warme omgeving terechtkomt, kan zich
¡
condens vormen op de camera en op de inwendige delen. Voorkom condensvorming
door de camera eerst in een afgesloten plastic tas te plaatsen. Laat de camera zich
aanpassen aan de hogere temperatuur voordat u hem uit deze tas haalt.
¡
Gebruik de camera niet als zich hierop condens heeft gevormd. Zo voorkomt u
beschadiging van de camera. Als zich condens heeft gevormd, verwijdert u de
CF-kaart en de batterij uit de camera en wacht u tot de condens is verdampt.
¡
Verwijder de batterij en berg de camera op een koele, droge en goed
geventileerde plaats op als u deze gedurende langere tijd niet gaat gebruiken.
Ook als de camera is opgeborgen moet u de sluiter zo nu en dan enkele
malen bedienen om te controleren of de camera nog goed functioneert.
¡
Ver mijd opslag op plaatsen waar bijtende chemicaliën worden gebruikt,
zoals een donkere kamer of een laboratorium.
¡
Test alle functies voordat u de camera weer gaat gebruiken nadat de camera
langere tijd niet is gebruikt. Als u de camera langere tijd niet hebt gebruikt en
u opnamen wilt gaan maken van een belangrijke gebeurtenis, is het
raadzaam de camera te laten controleren door uw Canon-dealer of zelf te
controleren of de camera goed functioneert.
8
Tips en waarschuwingen voor het gebruik
LCD-paneel en LCD-scherm
¡
Hoewel het LCD-scherm is gefabriceerd met hogeprecisietechnologie en
meer dan 99,99% actieve pixels heeft, kunnen er onder de maximaal 0,01%
resterende pixels enkele dode pixels voorkomen. Dode pixels hebben altijd
dezelfde kleur, bijvoorbeeld zwart of rood. Dit is geen defect. De dode pixels
zijn ook niet van invloed op de opgeslagen opnamen.
¡
Bij lage temperaturen kunnen het LCD-scherm en het LCD-paneel trager
reageren. Bij hoge temperaturen kan het scherm zwart worden. In beide
gevallen zullen het scherm en het paneel bij kamertemperatuur weer
normaal functioneren.
CF-kaart
¡
De CF-kaart is een precisie-instrument. Laat de geheugenkaart niet vallen
en stel deze niet bloot aan trillingen. De op de kaart opgeslagen opnamen
kunnen hierdoor namelijk worden beschadigd.
¡
Gebruik of bewaar geheugenkaarten niet in de buurt van objecten met
sterke magnetische velden zoals tv's, luidsprekers of magneten. Mijd ook
plaatsen met statische elektriciteit. Anders kunnen de afbeeldingen op de
CF-kaart verloren gaan.
¡
Plaats geheugenkaarten niet in direct zonlicht of in de buurt van
hittebronnen. De kaarten kunnen hierdoor vervormen, waardoor ze
onbruikbaar worden.
¡
Mors geen vloeistoffen op CF-kaart.
¡
Bewaar uw CF-kaarten altijd in een houder ter bescherming van de
opgeslagen gegevens.
¡
Met CF-kaarten van een ander merk dan Canon kunt u mogelijk geen
opnamen opslaan en afspelen. Het gebruik van CF-kaarten van Canon
wordt aanbevolen.
¡
Buig de kaarten niet en stel ze niet bloot aan grote krachten of fysieke
schokken.
¡
Bewaar CF-kaarten niet op hete, stoffige of vochtige plaatsen.
Elektrische contacten van de lens
Nadat u de lens hebt losgedraaid van de camera,
bevestigt u de lensdoppen of plaatst u de lens met de
achterkant naar boven om krassen op het lensoppervlak
en de elektrische contacten te voorkomen.
Contacten
9
Namen van onderdelen
Voor gedetailleerde informatie worden tussen haakjes
referentiepaginanummers gegeven (p.**).
Waarschuwing CF-kaart vol (FuLL CF)
Waarschuwing CF-kaartfout (Err CF)
Geen CF-kaart (no CF)
<o> Focusbevestigings lampje
Maximale opnamereeks
Witbalanscorrectie
Waarde flitsbelichtingscompensatie
Bij werkelijk gebruik worden alleen de symbolen weergegeven die in die situatie
van toepassing zijn.
13
Namen van onderdelen
Programmakeuzewiel
Het programmakeuzewiel is ingedeeld in twee functiezones.
r
e
C
a
t
i
e
f
g
e
b
r
u
i
k
Volautomatisch
k
i
u
r
S
t
a
n
d
b
e
k
g
d
r
a
a
a
B
i
u
r
b
e
g
s
i
s
q Basisgebruik
U hoeft alleen maar de
ontspanknop in te drukken.
1 : Volautomatisch (p.40)
Voor volautomatische
opnamen.
Standaardgebruik
Hiermee kunt u
volautomatische opnamen
maken voor specifieke
onderwerpen.
2: Portret (p.42)
3 : Landschap (p.42)
4: Close-up (p.42)
5: Sport (p.43)
6: Nachtopname (p.43)
7 : Flits uit (p.43)
14
w Creatief gebruik
Stel de camera naar eigen
wens in.
d: AE-programma (p.74)
s : AE-sluiterprioriteit (p.76)
f : AE-diafragmaprioriteit
(p.78)
a: Handmatige belichting
(p.80)
8: Preview automatische
scherptediepte (p.82)
Batterijoplader CG-580
Dit is een batterijoplader (p.18)
Namen van onderdelen
Batterijcompartiment
Rode lamp
Batterijoplader CB-5L
Dit is een batterijoplader (p.18)
Netsnoer
Netsnoeraansluiting
Stekker
Batterijcompartiment
Rode lamp
15
Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt
¡
In de tekst staat het pictogram <4> voor de aan-/uitschakelaar.
¡
Bij alle handelingen die in deze handleiding worden beschreven, wordt ervan
uitgegaan dat de schakelaar <
4
> is ingesteld op <1> of <J>.
6
5
9
0
¡
De pictogrammen en markeringen die in deze handleiding verwijzen naar
knoppen, instelwielen en instellingen op de camera corresponderen met
de pictogrammen en markeringen op de camera zelf.
¡Voor meer informatie worden tussen haakjes
referentiepaginanummers gegeven (p.**).
¡
De asterisk M rechts naast de paginatitel geeft aan dat de respectieve functie
alleen beschikbaar is in de Creatief gebruik-modi (
¡De EF-S17-85mm f/4-5,6 IS USM-lens van Canon wordt in deze
gebruikershandleiding als voorbeeldlens gebruikt.
¡
In de procedurebeschrijvingen wordt er van uitgegaan dat de menufuncties
en persoonlijke voorkeuren staan ingesteld op de standaardinstellingen.
¡
Het pictogram 3 geeft aan dat de instelling in het menu kan worden gewijzigd.
¡
(0), (
gedurende 4, 6 of 16 seconden actief blijft nadat u de knop loslaat.
¡
In deze handleiding worden de volgende waarschuwingssymbolen gebruikt:
:
Bij het waarschuwingssymbool wordt een waarschuwing gegeven om
te voorkomen dat er opnameproblemen ontstaan.
: Bij dit opmerkingssymbool wordt aanvullende informatie gegeven.
¡Het pictogram <6> staat voor het hoofdinstelwiel.
¡Het pictogram <
¡
Bij alle handelingen met het instelwiel <5> wordt
aangenomen dat de schakelaar <
<
J
>. Controleer of deze werkelijk is ingesteld op <J>.
¡In de tekst staat het pictogram <9> voor de
multifunctionele knop.
¡In de tekst staat het pictogram <0> voor de SET-
knop. Deze knop wordt gebruikt voor menufuncties en
aangepaste functies.
9De pictogrammen
5> staat voor het snelkeuzewiel.
4
>al is ingesteld is op
d, s, f, a
) en (8) geven aan dat de beschreven functie
, 8).
16
1
Aan de slag
Dit hoofdstuk legt een aantal voorafgaande stappen en
de basisbediening van de camera uit.
De riem bevestigen
Haal het einde van de riem van
onderaf door de draagriemhouder.
Haal deze daarna door de gesp van
de riem zoals afgebeeld in de
illustratie. Trek de riem strak en zorg
ervoor dat hij goed vastzit in de
gesp.
¡ De oculairdop is ook bevestigd
aan de riem. (p.89)
Oculairdop
17
Opladen van de batterij
Raadpleeg de instructies voor batterij BP-511A voor gedetailleerde informatie over de batterij.
Verwijder het deksel.
1
¡ Plaats het deksel terug wanneer u de
batterij uit de camera verwijdert om
kortsluiting te voorkomen.
Plaats de batterij.
2
¡
Plaats de voorkant van de batterij
precies op het teken <–> op de oplader.
Terwijl u de batterij naar beneden duwt,
schuift u deze in de richting van de pijl.
¡
<–>-teken
CG-580
CB-5L
Om de batterij te verwijderen, herhaalt u de
bovenstaande procedure in omgekeerde volgorde.
Voor CG-580
3
Klap de uitsteeksels naar buiten
en laad de batterij op.
¡ Klap de uitsteeksels van de batterij
naar buiten, in de richting van de pijl.
¡
Steek de uitsteeksels in de wandcontactdoos.
Voor CB-5L
Sluit het netsnoer aan en laad de
batterij op.
¡ Sluit het netsnoer aan op de oplader
en steek de stekker in de
wandcontactdoos.
s Het opladen begint automatisch en
de rode lamp knippert.
De oplaadtijd voor een volledig lege
s
batterij is als volgt:
BP-511A en BP-514: Ongeveer 100 min.
BP-511 en BP-512: Ongeveer 90 min.
18
Opladen van de batterij
OplaadniveauRode lamp
0-50%
50-75%
75-90%
90% of hoger
¡ Laad uitsluitend batterijen op van het type BP-511A, BP-514, BP-511 of
¡ Als de batterij langere tijd in de camera zit zonder dat de camera wordt
¡ Nadat de rode lamp oplicht, laat u de batterij
¡ Aan de hand van de markering kunt u het deksel
¡ Verwijder de batterij na het opladen en haal het netsnoer uit de
¡ De vereiste oplaadtijd van de batterij is afhankelijk van de
¡ De batterij werkt bij temperaturen tussen 0°C tot 40°C. Voor een optimale
¡ Als de gebruiksduur zelfs na het opladen sterk is verminderd, is de
Knippert eenmaal
per seconde
Knippert tweemaal
per seconde
Knippert driemaal
per seconde
Lamp brandt
BP-512.
gebruikt, kan een lage elektrische stroom zich ontladen en de
levensduur van de batterij verkorten. Verwijder de batterij als u de
camera niet gebruikt en plaats het deksel om kortsluiting te voorkomen.
Laad de batterij op voordat u de camera weer gebruikt.
nog een uur in de oplader om deze volledig te
laden.
op de batterij bevestigen, zodat u kunt zien
wanneer de batterij is opgeladen.
wandcontactdoos.
omgevingstemperatuur en het oplaadniveau.
werking wordt echter een temperatuurbereik tussen 10°C en 30°C
aanbevolen. In een koude omgeving zoals skigebieden, nemen de
prestaties van de batterij tijdelijk af en kan de gebruiksduur zijn verkort.
batterij wellicht versleten. Vervang de batterij door een nieuwe.
¡ De nummers en markeringen op de
batterijoplader komen overeen met
de tabel links.
19
Installeren en verwijderen van de batterij
De batterij plaatsen
Plaats een volledig opgeladen BP-511A-batterij in de camera.
Open het deksel van het
1
batterijcompartiment.
¡ Schuif de hendel in de richting van de
pijl en open het deksel.
Plaats de batterij.
2
¡ De contactpunten van de batterij
wijzen omlaag.
¡ Schuif de batterij in de camera totdat
deze vastzit.
Sluit het deksel.
3
¡ Druk op het deksel totdat dit
dichtklikt.
Batterijen BP-514, BP-511 of BP-512 kunnen ook worden gebruikt.
Het batterijniveau controleren
Wanneer de schakelaar <4> op <1> of <J> staat (p.26), wordt
het batterijniveau op een van de drie niveaus weergegeven.
z : Batterijniveau OK.
x : Batterijniveau is laag.
n : Batterij moet worden
opgeladen.
20
Installeren en verwijderen van de batterij
Levensduur batterij[aantal opnamen]
Temperatuur
Bij 20°COngeveer 1000Ongeveer 700
Bij 0°COngeveer 750Ongeveer 550
¡ De bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op een volledig opgeladen BP-511A
en de testcriteria van de CIPA (Camera & Imaging Products Association).
¡ Het feitelijke aantal opnamen kan lager zijn dan hierboven is
aangegeven, afhankelijk van de opnameomstandigheden.
¡ Het aantal mogelijke opnamen neemt af naarmate het LCD-scherm
vaker wordt gebruikt.
¡ Als u de ontspanknop vaak half indrukt of als u de autofocus gebruikt,
wordt het maximumaantal opnamen kleiner.
¡ Het maximumaantal opnamen met de BP-514 is gelijk aan het aantal dat
in de tabel wordt weergegeven.
¡ Het maximumaantal opnamen met de BP-511 of BP-512 is bij 20°C
ongeveer 75% van het getal in de tabel. Bij 0°C komt het aantal overeen
met de cijfers in de tabel.
Omstandigheden tijdens de opname
Geen flits50% flits
De batterij verwijderen
Open het deksel van het
1
batterijcompartiment.
¡ Schuif de hendel in de richting van de
pijl en open het deksel.
Verwijder de batterij.
2
¡ Schuif de batterijvergrendelknop in
de richting van de pijl in de afbeelding
en open het deksel.
21
Het gebruik van een gewone wandcontactdoos
Met de wisselstroomadapterset ACK-E2 (optioneel) kunt u de camera
aansluiten op een gewone wandcontactdoos en hoeft u het
batterijniveau niet in de gaten te houden.
Sluit de gelijkstroomkoppeling
1
aan.
¡ Plaats de stekker van de
gelijkstroomkoppeling in de
aansluitbus van de
wisselstroomadapter.
Sluit het netsnoer aan.
2
¡ Sluit het netsnoer aan op de
wisselstroomadapter.
¡ Steek de stekker in de
wandcontactdoos.
¡
Haal de stekker uit de wandcontactdoos
wanneer u klaar bent.
Plaats het snoer in de groef.
3
¡ Plaats het snoer voorzichtig in de
groef.
Plaats de gelijkstroomkoppeling.
4
¡ Open het batterijcompartimentdeksel
en open het deksel van het
gelijkstroomkoppelingsgat.
¡ Plaats de gelijkstroomkoppeling
totdat deze vastzit en plaats het snoer
in het snoergat.
¡ Sluit het deksel.
Plaats of verwijder het netsnoer nooit terwijl de schakelaar <4> van de
camera is ingesteld op <1> of <J>.
22
Bevestigen en verwijderen van een lens
Een lens bevestigen
Verwijder de doppen.
1
¡ Verwijder de achterste lensdop en de
cameradop door ze los te draaien in
de richting van de pijl.
EF-S-lensbevestigingsmarkering
EF-lensbevestigingsmarkering
De lens verwijderen
Wanneer u de lens plaatst of verwijdert, dient u ervoor te zorgen dat er geen
stof in de camera komt via de lensbevestiging.
Plaats de lens.
2
¡ Plaats de EF-S-lens op de camera
precies boven de
lensbevestigingsmarkering en draai
de lens in de richting van de pijl totdat
de lens op zijn plaats klikt.
¡ Als u een andere lens plaatst dan de
EF-S-lens, plaats deze dan boven de
rode EF-lensbevestigingsmarkering.
Op de lens stelt u de
3
focusinstellingsknop in op <AF>.
¡ Als deze is ingesteld op <MF> is
autofocus niet mogelijk.
Verwijder de voorste lensdop.
4
Druk op de
lensontgrendelingsknop en draai
de lens in de richting van de pijl.
¡ Draai de lens totdat deze niet meer
verder kan, en koppel deze los.
23
Installeren en verwijderen van de CF-kaart
De opname wordt opgeslagen op de CF-kaart (optioneel).
Hoewel de dikte verschillend is, kunt u een CF-kaart type I of type II in
de camera plaatsen. De camera is ook compatibel met microdrive- en
CF-kaarten met een capaciteit van 2 GB of hoger.
De kaart plaatsen
Open het deksel.
1
¡ Schuif het deksel in de richting van de
pijl om het te openen.
Bovenkant
CF-kaart
uitwerpknop
Resterende opnamen
Het aantal resterende opnamen is afhankelijk van de resterende capaciteit
van de CF-kaart en de ISO-waarde-instelling.
Plaats de CF-kaart.
2
¡ Het gebruik van CF-kaarten van
Canon wordt aanbevolen.
¡ Als de CF-kaart verkeerd wordt
geplaatst, kan deze de camera
beschadigen. Plaats de kant met
de kleine openingen in de camera
met de etiketzijde naar u toe, zoals
aangegeven door de pijl.
s De uitwerpknop van de CF-kaart
komt naar buiten.
Sluit het deksel.
3
¡ Sluit het deksel en schuif het in de
richting van de pijl totdat het dicht
klikt.
s Wanneer de schakelaar <4> is
ingesteld op <1> of <J>,
worden de resterende opnamen
weergegeven op het LCD-paneel.
24
Installeren en verwijderen van de CF-kaart
De CF-kaart verwijderen
Open het deksel.
1
¡ Zet de schakelaar <4> op <2>.
¡ Controleer of het bericht “buSY” niet
op het LCD-scherm verschijnt.
¡ Zorg dat de lees-/schrijfindicator uit
Lees-/schrijfindicator
¡ Als de lees-/schrijfindicator knippert geeft dit aan dat gegevens
worden gelezen, geschreven of gewist op de CF-kaart of dat er
gegevens worden overgebracht. Voer de volgende handelingen
nooit uit wanneer de lees-/schrijfindicator brandt of knippert.
Anders kunt u de opnamegegevens beschadigen. U kunt ook de
CF-kaart of de camera beschadigen.
• De camera schudden of ergens tegenaan stoten.
• Het deksel van de CF-kaartsleuf openen.
• De batterij verwijderen.
¡ Zie pagina 114 als “Err CF” (Error CF) wordt weergegeven op het LCD-
paneel.
¡ Als u een CF-kaart met een lage capaciteit gebruikt, kan deze mogelijk
geen grote afbeeldingen opnemen.
¡ Een microdrive is kwetsbaar voor trillingen en fysieke schokken. Indien u
een microdrive gebruikt, dient u extra op te letten dat de camera niet
wordt blootgesteld aan trillingen of fysieke schokken tijdens het opslaan
of weergeven van opnamen.
staat en open vervolgens het deksel.
Verwijder de CF-kaart.
2
¡ Druk op de uitwerpknop.
s De CF-kaart wordt uitgeworpen.
¡ Sluit het deksel.
Stel in het menu [z Foto zonder CF] in op [Uit] om te voorkomen dat u
opnamen maakt zonder CF-kaart. (p.90)
25
Basisgebruik
Aan-/uitschakelaar
De camera werkt alleen als de schakelaar <4> is ingeschakeld.
<2>: De camera is uitgeschakeld en
werkt niet.
<1>: De camera werkt.
<J>: De camera en <5> werken (p.28).
¡
Om de batterij te sparen, wordt de camera automatisch uitgeschakeld nadat deze 1 minuut
niet is gebruikt. Om de camera weer in te schakelen, drukt u gewoon de ontspanknop in.
¡ U kunt de automatische uitschakeltijd wijzigen door middel van de menu-
instelling [c Automatisch uitschakelen]. (p.33)
¡
Als u de schakelaar <4> op <2> instelt terwijl de opnamen worden opgeslagen
op de CF-kaart, wordt het resterende aantal opnamen dat moet worden opgeslagen,
weergegeven op het bovenste LCD-paneel met het nummer <
zijn opgeslagen, worden het scherm en de camera uitgeschakeld.
De ontspanknop
De ontspanknop heeft twee stappen. U kunt de ontspanknop half
indrukken. Vervolgens kunt u de ontspanknop helemaal indrukken.
Half indrukken
Hiermee activeert u de automatische focus
(AF) en het automatische
belichtingsmechanisme (AE), waarmee de
sluitertijd en het diafragma worden bepaald.
De belichtingsinstelling (sluitertijd en
diafragma) wordt weergegeven op het
LCD-paneel en in de zoeker. (0)
Helemaal indrukken
De sluiter ontspant en de opname wordt
gemaakt.
N
>. Als alle opnamen
26
Basisgebruik
¡
Als u de ontspanknop half indrukt en (0) zijn verstreken, moet u de knop
nogmaals half indrukken en een moment wachten voordat u volledig indrukt
voor een opname. Als u de ontspanknop helemaal indrukt zonder deze eerst
half in te drukken of als u de ontspanknop half indrukt en daarna volledig, zal
de opname toch nog een moment worden vertraagd.
¡ Ongeacht hoe de camera is ingesteld (opnameweergave, menugebruik,
opnameopslag, enz.), u kunt meteen weer fotograferen door de
ontspanknop half in te drukken (behalve tijdens rechtstreeks afdrukken).
¡
Camerabewegingen tijdens het belichtingsmoment wordt camera shake genoemd.
Dit kan onscherpe opnamen tot gevolg hebben. Volg de onderstaande instructies
om dit te voorkomen. Raadpleeg ook “Vasthouden van de camera” (p.38).
• Houd de camera stevig vast.
• Plaats het topje van uw vinger op de ontspanknop, houd de camera met
uw rechterhand vast en druk daarna zachtjes de ontspanknop in.
Gebruik van het instelwiel <6>
Het instelwiel <6> wordt vooral gebruikt voor opname-instellingen.
Druk op een knop en draai aan
(1)
het instelwiel <6>.
Wanneer u een knop indrukt, blijft de functie
ervan zes seconden lang (
deze zes seconden kunt u de gewenste instelling
maken met het instelwiel <
afloopt of als u de ontspanknop half indrukt, is de
camera klaar om een opname te maken.
¡
Op die manier kunt u de AF-modus,
transportmodus en lichtmeetmodus instellen
en het AF-punt selecteren of instellen.
9
) actief. Tijdens
6
>. Als de timer
Draai alleen aan het instelwiel <6>.
(2)
U kijkt op het LCD-scherm of in de zoeker
en draait aan het instelwiel <6> om de
gewenste instelling te selecteren.
¡ Op die manier kunt u de sluitertijd,
het diafragma, enz. instellen.
27
Basisgebruik
Gebruik van het instelwiel <5>
Het instelwiel <5> wordt vooral gebruikt voor opname-instellingen en het
selecteren van LCD-monitoritems. Zet de <
wanneer u het instelwiel <5> wilt gebruiken om het opnemen voor te bereiden.
4
>-schakelaar eerst op <J>
(1) Druk op een knop en draai aan
het instelwiel <5>.
Wanneer u een knop indrukt, blijft de functie ervan zes
seconden lang (
kunt u de gewenste instelling maken met het instelwiel
<
5
indrukt, is de camera klaar om een opname te maken.
¡
¡
(2)
Draai alleen aan het instelwiel <5>.
U kijkt op het LCD-scherm of in de
zoeker en draait aan het instelwiel <5>
om de gewenste instelling te selecteren.
¡
U kunt (1) ook bedienen als de <4>-schakelaar op <1> staat.
9
) actief. Tijdens deze zes seconden
>. Als de timer afloopt of als u de ontspanknop half
U kunt het AF-punt, de witbalans, de ISO-waarde
en de flitsbelichtingscompensatie selecteren.
Wanneer u het LCD-scherm gebruikt, kunt u
menubewerkingen selecteren en kunt u afbeeldingen
tijdens het bekijken van de opnamen selecteren.
U kunt de belichtingscompensatie of het
diafragma in de <a>-modus instellen.
Gebruik van het instelwiel <9>
Het instelwiel <9> heeft 8 pijltoetsen en een
knop in het midden. Gebruik dit instelwiel om een
AF-punt te selecteren, de witbalanscorrectie in te
stellen, door een vergrote afbeeldingsweergave
te schuiven en het afstelframe te verplaatsen
voor rechtstreeks afdrukken.
28
Menugebruik
Met de menu's kunt u diverse optionele instellingen maken, zoals
opnamekwaliteit, bewerkingsparameters, datum/tijd, persoonlijke
voorkeuren, enz. Terwijl u naar het LCD-scherm kijkt, gaat u door naar
de volgende stap met de knop <M>, de knop <0> en het
instelwiel <5> op de camera.
LCD-scherm
De
<M>-knop
<C>-knop
Menucategorie
<5>
Snelkeuzewiel
<0>-knop
Kleurcode
menucategorie
Menu-items
Het menuscherm bevat verschillende kleuren voor de drie menucategorieën.
PictogramKleurCategorieOmschrijving
z
x
c
¡ Druk op de knop <C> om naar het eerste item van iedere
¡ Ook wanneer een menu wordt weergegeven, kunt u direct teruggaan
RoodOpnamemenuOpnamemenu.
BlauwWeergavemenu Opnameweergavemenu.
GeelInstellingenmenu Basisinstellingen camera.
menucategorie te gaan.
naar de opnamemodus door de ontspanknop half in te drukken.
Menu-instellingen
29
Menugebruik
Procedure menu-instelling
1
2
3
4
5
Het menu weergeven.
¡ Druk op de knop <M> om het
menu weer te geven. Om het menu
weer af te sluiten, drukt u nogmaals
op de knop.
Selecteer een menu-item.
¡
Draai aan het instelwiel <5> om het menuitem te selecteren en druk vervolgens op <
¡ Druk op de knop <C> om naar
het eerste item van iedere
menucategorie te gaan.
Selecteer de menu-instelling.
¡ Draai aan het instelwiel <5> om de
gewenste instelling te selecteren.
Selecteer de gewenste instelling.
¡
Druk op <0> om de instelling te selecteren.
Sluit het menu af.
¡ Druk op de knop <M> om de
menuweergave af te sluiten.
0
>.
¡ Als een van de Basisgebruik-modi is ingesteld, worden bepaalde menu-
items niet weergegeven. (p.31)
¡
U kunt het instelwiel <6> ook gebruiken om menu-items te selecteren of opnamen te bekijken.
¡
In de beschrijvingen van de menufuncties wordt er hierna vanuit gegaan dat
u op de knop <
¡ Menugebruik werkt ook nadat de opname is gemaakt en de afbeelding
op de CF-kaart wordt opgeslagen (lees-/schrijfindicator knippert).
30
M
> hebt gedrukt om het menuscherm weer te geven.
Loading...
+ 138 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.