Hartelijk dank voor de aanschaf van dit Canon-product.
Voorzien van een beeldstabilisator, de Canon
EF100-400mm f/4,5-5,6L IS II USM is een
hoogstaande telezoomlens, voor gebruik met EOScamera’s.
“IS” is de afkorting voor beeldstabilisator.
“USM” is de afkorting voor ultrasone motor.
Kenmerken
1. Uitgerust met een beeldstabilisator die een
beeldstabilisatie-effect verschaft gelijk aan een
sluitertijd van 4 stops* sneller (wanneer de
brandpuntsafstand is ingesteld op 400 mm en
wanneer gebruikt met de EOS-1D X).
Ook een derde Beeldstabilisatorstand die
effectief is voor het vastleggen van onderwerpen
die onregelmatig bewegen.
2. Gebruik van uoriet- en Super
UD-lenselementen die een superieure scherpte
geven.
3. ASC (Air Sphere Coating) reduceert are en
ghosting.
4. Met behulp van een uorcoating op de
oppervlakken van het voorste- en het achterste
objectief kan aangekoekt vuil gemakkelijker
verwijderd worden dan eerst.
5. Ultrasone motor (USM) voor snelle en stille
automatische scherpstelling.
6. Handmatige scherpstelling is mogelijk nadat op
het onderwerp is scherpgesteld in de autofocusmodus (ONE SHOT AF).
7. Bedieningsgevoel van de zoomring kan worden
aangepast.
8. Kap bevat een cirkelvormige
polarisatie lterafstelvenster dat afstelling van de
cirkelvormige polarisatie lter toestaat terwijl de
kap is bevestigd op het objectief.
9. Een statiefaansluiting kan worden bevestigd op
het objectief.
10. Circulaire apertuur voor prachtige beelden met
soft-focus.
11. Kan worden gebruikt met tussenstukken EF1,4×
III/EF2× III.
12. Stevige afdichtingsstructuur biedt uitstekende
stofvrije en druipwaterdichte prestaties. Deze is
echter niet in staat om volledige bescherming
tegen stof en vocht te bieden.
Beeldstabilisatieprestatie gebaseerd op CIPA-
*
standaarden (Camera- & Beeldproductenassociatie).
NLD-1
Veiligheidsmaatregelen
Veiligheidsmaatregelen
Kijk niet door de lens of de camera naar de zon
of een andere heldere lichtbron. Dit beschadigt uw
ogen. Het is vooral gevaarlijk wanneer u rechtstreeks
door de lens naar de zon kijkt.
Richt het objectief of de camera niet naar de zon
en fotografeer haar niet. De reden is dat het objectief
de zonnestralen bundelt, zelfs wanneer de zon zich
buiten het beeldveld bevindt of bij het fotograferen
met tegenlicht, hetgeen een storing of brand kan
veroorzaken.
Laat het objectief niet zonder lensdop in de zon
liggen, ongeacht of het objectief wel of niet op
de camera is bevestigd. Dit om te voorkomen dat
de lens de zonnestralen samenbundelt, hetgeen zou
kunnen resulteren in brand.
Voorzorgen bij gebruik
Bij gebruik van deze lens, moet u op de Canon-website
de laatste rmware van de camera controleren. Indien
de rmware van de camera niet de laatste versie is,
moet u de rmware met de laatste versie bijwerken.
Controleer de Canon-website voor details aangaande
het bijwerken van de rmware.
Voorzorgsmaatregelen betreffende
de behandeling
Als het objectief van een koude omgeving naar
een warme ruimte wordt gebracht, kan er condens
op de lens en de interne onderdelen ontstaan. Om
condens te voorkomen, raden wij u aan het objectief in
een luchtdichte plastic zak te doen voordat u het van
een koude omgeving naar een warme ruimte brengt.
Neem het objectief uit de zak nadat het geleidelijk is
opgewarmd. Ga op dezelfde wijze te werk wanneer u
het objectief van een warme omgeving naar een koude
omgeving verplaatst.
Stel het objectief niet aan grote hitte bloot door het
bijvoorbeeld in een auto te leggen die in de zon
geparkeerd staat. Hoge temperaturen kunnen
resulteren in een defect van het objectief.
Het is aanbevolen om, wanneer het objectief op een
camera is geplaatst, de camera ook aan het objectief
vast te houden, ook wanneer u deze op een statief
plaatst.
Symbolen die in deze handleiding worden gebruikt
Waarschuwing om een storing of beschadiging
van het objectief of de camera te voorkomen.
Extra informatie over het gebruik van het
objectief en het maken van foto’s.
NLD-2
Benaming van de onderdelen
Zoomring (→ 6)
Zonnekapbevestiging
(→ 11)
Filterschroefdraad
(→ 17)
Oriëntatievergrendelknop (→ 14)
Statiefbevestiging (→ 13)
Zoom touch-instelring (→ 6)
Statiefaanlsuitring (→ 13)
Scherpstelring (→ 5)
Scherpstelafstandsbereikkeuzeschakelaar (→ 5)
Lensbevestigingsmarkering (→ 4)
Afstandsschaal (→ 10)
Zie voor verdere informatie de pagina’s die tussen haakjes zijn vermeld (→ **).
Rubberring (→ 4)
Scherpstelmodusschakelaar
(→ 5)
Contactpunten (→ 4)
Beeldstabilisatorschakelaar
(→ 7)
Beeldstabilisatormoduskeuzeschakelaar
(→ 7)
Bevestigingsvoet
statiefaansluiting (→ 13)
NLD-3
1. Het objectief bevestigen en verwijderen
Raadpleeg de handleiding van de camera
voor informatie betreffende het bevestigen
en verwijderen van het objectief.
N
a het verwijderen van het objectief plaatst u het
met de achterkant omhoog om te voorkomen dat het
lensoppervlak en de contactpunten beschadigd worden.
Als de contactpunten vuil of bekrast zijn of als er
vingerafdrukken op zitten, kan dit resulteren in
corrosie of een gebrekkige elektrische verbinding.
Dit kan een foutieve werking van de camera en
het objectief tot gevolg hebben.
Als de contactpunten vuil zijn of als er
vingerafdrukken op zitten, kunt u ze met een zacht
doekje schoonmaken.
Plaats de stofkap op het objectief wanneer u het
verwijdert. Om de stofkap juist aan te brengen,
lijnt u de lensbevestigingsmarkering uit met de
-markering van de stofkap, zoals aangegeven in
de afbeelding, vervolgens draait u de stofkap naar
rechts. Volg de aanwijzingen in de omgekeerde
volgorde om de stofkap te verwijderen.
De lensbevestiging is van een rubberring voorzien
voor een optimale bescherming tegen stof en
water. De rubberring kan lichte afslijting rondom de
lensbevestiging van de camera veroorzaken, maar
dit is niets ernstigs. Als de rubberring versleten
is, kan deze tegen betaling bij een Canonservicecentrum worden vervangen.
NLD-4
2.
De scherpstelmodus instellen
Zet de scherpstelmodusschakelaar op AF als u
wilt fotograferen in de autofocus (AF) -modus.
Als u de modus handmatig scherpstellen
(MF) wilt gebruiken, zet u de
scherpstelmodusschakelaar op MF. U
kunt vervolgens scherpstellen door aan de
scherpstelring te draaien. De scherpstelring
werkt altijd, ongeacht de scherpstelmodus.
Na automatische scherpstelling in de ONE SHOT
AF-modus, kunt u handmatig scherpstellen door de
ontspanknop half in te drukken en de scherpstelring
te verdraaien. (Continue handmatige scherpstelling)
3. Het afstandsbereik van de
scherpstelling wijzigen
U kunt het gewenste scherpstelafstandsbereik
instellen met een schakelaar. Door de juiste
instelling voor het scherpstelafstandsbereik
te kiezen, kan er sneller automatisch worden
scherpgesteld.
Bereik
1. FULL (VOLLEDIG) (0,98 m - ∞)
2. 3 m - ∞
NLD-5
Loading...
+ 14 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.