CANON A3300 IS User Manual [nl]

Gebruikershandleiding
• Lees voordat u de camera gebruikt eerst deze handleiding door, met name het gedeelte "Veiligheidsmaatregelen".
• Zo leert u de camera juist te gebruiken.
• Bewaar de handleiding goed, zodat u deze later nog kunt raadplegen.
NEDERLANDS

De inhoud van de verpakking controleren

Controleer of de verpakking van de camera de onderstaande onderdelen bevat. Indien er iets ontbreekt, kunt u contact opnemen met de leverancier van de camera.
Camera
Batterij NB-8L
(met kapje)
Interfacekabel
IFC-400PCU
Batterijlader
CB-2LA/CB-2LAE
Polsriem
WS-800
A3300 IS A3200 IS A2200
Introductiehandleiding
AV-kabel
AVC-DC400
Cd DIGITAL CAMERA
Solution Disk
AV-kabel
AVC-DC300
Canon
garantiesysteemboekje
De handleidingen gebruiken
Raadpleeg ook de handleidingen op de cd DIGITAL CAMERA Manuals Disk.
Gebruikershandleiding (deze handleiding)
Zodra u de basishandelingen onder de knie hebt, kunt u de vele functies van de camera gebruiken om foto's met geavanceerdere instellingen te maken.
Softwarehandleiding
Lees deze wanneer u de meegeleverde software wilt gebruiken.
Een geheugenkaart is niet bijgesloten.
U hebt Adobe Reader nodig om de PDF handleidingen te openen. U kunt
de Word-handleidingen raadplegen met Microsoft Word/Word Viewer (alleen noodzakelijk voor handleidingen voor het Midden-Oosten).

Lees dit eerst

Proefopnamen en disclaimer
Maak enkele proefopnamen en speel deze af om te controleren of de beelden goed zijn opgenomen. Canon Inc., dochterondernemingen van Canon en andere aangesloten bedrijven en distributeurs zijn niet aansprakelijk voor welke gevolgschade dan ook die voortvloeit uit enige fout in de werking van een camera of accessoire, inclusief kaarten, die ertoe leidt dat een opname niet kan worden gemaakt of niet kan worden gelezen door apparaten.
Schending van het auteursrecht
De beelden die met deze camera worden opgenomen, zijn bedoeld voor persoonlijk gebruik. Neem geen beelden op die inbreuk doen op het auteursrecht zonder voorafgaande toestemming van de houder van het auteursrecht. In sommige gevallen kan het kopiëren van beelden van voorstellingen, tentoonstellingen of commerciële eigendommen met behulp van een camera of ander apparaat in strijd zijn met het auteursrecht of andere wettelijke bepalingen, ook al is de opname gemaakt voor persoonlijk gebruik.
Garantiebeperkingen
Voor meer informatie over de garantie voor uw camera kunt u het Canon garantiesysteemboekje raadplegen dat bij uw camera wordt geleverd. Raadpleeg het Canon garantiesysteemboekje voor contactinformatie van Canon Klantenservice.
LCD-monitor (scherm)
Voor het vervaardigen van de LCD-monitor zijn speciale hoge-
precisietechnieken gebruikt. Meer dan 99,99% van de pixels werkt naar behoren, maar soms verschijnen er niet-werkende pixels in de vorm van heldere of donkere stippen. Dit duidt niet op een defect en heeft geen invloed op het beeld dat wordt vastgelegd.
Er zit mogelijk een dunne plastic laag over de LCD-monitor om deze te
beschermen tegen krassen tijdens het vervoer. Verwijder deze laag voordat u de camera gaat gebruiken.
Temperatuur van de camerabehuizing
Wees voorzichtig als u de camera lange tijd continu gebruikt. De camerabehuizing kan dan warm worden. Dit is niet het gevolg van een storing.

Wat wilt u doen?

Opnamen maken
z Opnamen maken en de instellingen aan de camera overlaten....28
z Gewoon foto’s maken (modus Easy) ...........................................33
Mooie opnamen maken van mensen
4
IwP
Portretten
(p. 72)
Diverse andere opnamen maken
J
Landschap
(p. 73)
Opnamen maken met speciale effecten
Fisheye-effect
(p. 77)
Monochroom
(p. 80)
z Opnamen maken in modus Discreet............................................76
z Afbeeldingsinstellingen aanpassen bij het maken van opnamen
(Directe effecten)..........................................................................75
z
Scherpstellen op gezichten
z Opnamen maken op plaatsen waar de flitser niet kan worden
gebruikt (de flitser uitschakelen) ..................................................60
z Foto’s maken met de zelfontspanner ...............................64, 66, 84
z De datum en tijd aan de opnamen toevoegen .............................63
V
Kinderen en
dieren (p. 73)
Weinig licht
(p. 73)
Miniatuureffect
Extra levendige
kleuren (p. 77)
..............................................28, 72, 102
(p. 78)
Op het strand
(p. 73)
O
Flora
(p. 73)
Speels effect
Poster-effect
In de sneeuw
(p. 74)
t
Vuurwerk
(p. 74)
(p. 79)
(p. 77)
Wat wilt u doen?
E
Weergeven
z Foto's bekijken .............................................................................31
z Eenvoudig weergeven (modus Easy) ..........................................33
z Foto's automatisch afspelen (diavoorstelling) ............................120
z Foto's bekijken op een tv ...........................................................124
z Foto's bekijken op een computer. ................................................38
z Snel foto's zoeken..............................................................118, 119
z Foto's wissen .......................................................................32, 129
Films opnemen en bekijken
z Films opnemen.............................................................................34
z Films bekijken ..............................................................................36
Print
z Snel en gemakkelijk foto's afdrukken .........................................142
Opslaan
z Beelden opslaan op een computer ..............................................38
1
2
Overige
z Geluid uitzetten ............................................................................54
z De camera gebruiken in het buitenland ...............................43, 159
z Begrijpen wat op het scherm wordt weergegeven .....................175
3

Inhoudsopgave

In hoofdstuk 1 tot en met 3 worden het basisgebruik en de veelgebruikte functies van deze camera beschreven. Vanaf hoofdstuk 4 worden de geavanceerde functies beschreven, waarbij u in elk volgend hoofdstuk meer leert.
De inhoud van de verpakking
controleren.......................................2
Lees dit eerst .....................................3
Wat wilt u doen? ................................4
Inhoudsopgave ..................................6
Conventies die in deze handleiding
worden gebruikt ...............................9
Veiligheidsmaatregelen ...................10
1 Aan de slag ........................ 13
De batterij opladen...........................14
De interne oplaadbare lithiumbatterij
recyclen .........................................16
De interne oplaadbare lithiumbatterij
recyclen .........................................18
Compatibele geheugenkaarten
(afzonderlijk verkrijgbaar) ..............20
De batterij en geheugenkaart
plaatsen .........................................20
De datum en tijd instellen ................23
De taal van het scherm instellen......25
Geheugenkaarten formatteren.........26
De ontspanknop indrukken ..............27
Foto's maken (Smart Auto) ..............28
Beelden bekijken .............................31
Beelden wissen................................32
Opnamen maken of bekijken in de
modus Easy ...................................33
Films opnemen ................................34
Films bekijken ..................................36
Beelden downloaden naar een
computer om te bekijken ...............38
Accessoires..................................... 42
Afzonderlijk verkrijgbare
accessoires ................................... 43
2 Meer informatie .................45
Overzicht van de onderdelen .......... 46
Schermweergave ............................ 50
Lampje ............................................ 51
Menu FUNC. –
Basishandelingen.......................... 52
MENU – Basishandelingen ............. 53
De geluidsinstellingen wijzigen .......54
De helderheid van het scherm
aanpassen ....................................56
De standaardinstellingen van de
camera herstellen ......................... 57
De functie spaarstand
(Automatisch Uit) .......................... 58
Klokfuncties ..................................... 58
3 Veelgebruikte functies
voor opnamen ...................59
De flitser uitzetten ........................... 60
Nader inzoomen op het onderwerp
(Digitale Zoom) ............................. 61
Datum en tijd aan de opname
toevoegen ..................................... 63
De zelfontspanner gebruiken .......... 64
De resolutie wijzigen
(beeldgrootte)................................67
De compressieverhouding wijzigen
(beeldkwaliteit).............................. 67
Inhoudsopgave
4 Effecten toevoegen en
opnamen maken in diverse
omstandigheden ...............71
Opnamen maken in diverse
omstandigheden ........................... 72
Helderheid en kleur eenvoudig
aanpassen bij het maken van
opnamen (Directe effecten) .......... 75
Opnamen maken in modus
Discreet......................................... 76
Effecten toevoegen aan de opname
(Creatieve filters) .......................... 76
Een gezicht detecteren en opnemen
(Smart Shutter) ............................. 81
Opnamen met lange
sluitertijd maken............................ 85
5 Zelf instellingen
selecteren ..........................87
Opnamen maken in Programma
automatische belichting ................ 88
De helderheid aanpassen
(Belichtingscompensatie).............. 89
De flitser inschakelen...................... 89
De witbalans aanpassen................. 90
De ISO-waarde wijzigen ................. 91
De helderheid corrigeren en opnamen
maken (i-Contrast) ........................ 92
Continu-opnamen maken................ 93
De kleurtoon van een foto wijzigen
(My Colors) ................................... 94
Close-ups maken (macro)............... 95
Objecten op grote afstand fotograferen
(Oneindig) ..................................... 95
De modus AF Frame wijzigen......... 96
Het onderwerp selecteren
waarop u wilt scherpstellen
(AF Tracking) ................................ 98
Het autofocuskader vergroten......... 99
Opnamen maken met
AF-vergrendeling......................... 100
Opnamen maken met Servo AF....101
De persoon selecteren op
wie u wilt scherpstellen
(Gezichtsselectie)........................ 102
De meetmethode wijzigen............. 103
Opnamen maken met de
AE-vergrendeling ........................ 104
Opnamen maken met de
FE-vergrendeling.........................104
Opnamen maken met Slow sync...105
Rode-ogencorrectie ....................... 106
Controleren op gesloten ogen....... 107
Opnamen maken via een tv .......... 107
6 Diverse functies voor het
opnemen van films ......... 109
De filmmodus wijzigen................... 110
Films opnemen die op een
miniatuurmodel lijken
(Miniatuureffect) .......................... 110
De beeldkwaliteit wijzigen ............. 112
AE-vergrendeling/belichting ..........113
Overige opnamefuncties ............... 114
Bewerken ...................................... 115
7 Diverse functies
gebruiken voor afspelen
en bewerken.................... 117
Snel naar beelden zoeken.............118
Naar beelden zoeken in de
springweergave ........................... 119
Diavoorstellingen bekijken.............120
De focus controleren ..................... 121
Beelden vergroten ......................... 122
Diverse beelden weergeven
(Smart Shuffle) ............................ 123
Inhoudsopgave
Beeldovergangen wijzigen.............124
Beelden bekijken op een tv............124
Beelden beveiligen ........................126
Alle beelden wissen .......................129
Beelden markeren als favoriet.......131
Beelden indelen in categorieën
(My Category) ..............................132
Beelden roteren .............................134
Het formaat van beelden
wijzigen........................................135
Trimmen.........................................136
De helderheid corrigeren
(i-Contrast)...................................138
Het rode-ogeneffect corrigeren......139
8 Afdrukken ........................ 141
Beelden afdrukken.........................142
Beelden selecteren voor afdrukken
(DPOF) ........................................149
9 De camera-instellingen
aanpassen........................153
De camera-instellingen wijzigen.... 154
Instellingen voor opnamefuncties
wijzigen ....................................... 161
Instellingen voor afspeelfuncties
wijzigen ....................................... 165
10 Nuttige informatie ...........167
Aansluiten op het lichtnet.............. 168
Problemen oplossen ..................... 169
Lijst met berichten die op het
scherm verschijnen ..................... 173
Informatieweergave op
het scherm .................................. 175
Voorzorgsmaatregelen.................. 179
Beschikbare functies per
opnamemodus ............................ 180
Menu's........................................... 188
Specificaties .................................. 198
Index ............................................. 202

Conventies die in deze handleiding worden gebruikt

In de tekst worden pictogrammen gebruikt die de knoppen van de camera
voorstellen.
Tekst op het scherm wordt weergegeven binnen vierkante haken [ ].
De knoppen die een richting aangeven en de knop FUNC./SET worden
aangeduid met de volgende pictogrammen.
Knop Omhoog
Knop Links
: Zaken waarmee u voorzichtig moet zijn
: Tips voor het oplossen van problemen
: Suggesties waarmee u meer uit uw camera kunt halen
: Aanvullende informatie
(p. xx): Referentiepagina's ("xx" geeft het paginanummer aan)
In deze handleiding wordt ervan uitgegaan dat alle functies de
standaardinstellingen hebben.
De diverse soorten geheugenkaarten die in deze camera kunnen worden
gebruikt, worden in deze handleiding aangeduid met de overkoepelende term geheugenkaarten.
Functies die variëren afhankelijk van het cameramodel, worden aangeduid
met de volgende pictogrammen:
A3300 IS
Functies en voorzorgsmaatregelen voor de PowerShot A3300
A3200 IS
Functies en richtlijnen alleen voor de PowerShot A3200 IS. Functies en richtlijnen alleen voor de PowerShot A2200. Beschrijvingen zonder deze pictogrammen zijn op alle drie de modellen
van toepassing.
Bij de beschrijvingen in deze handleiding worden schermafbeeldingen en
illustraties van de PowerShot A3300 IS gebruikt.
en A3350 IS.
A2200
Knop FUNC./SET
Knop Rechts
Knop Omlaag

Veiligheidsmaatregelen

Lees de volgende veiligheidsvoorschriften goed door voordat u het product gebruikt.
Gebruik het product altijd op de juiste wijze.
De veiligheidsvoorschriften op de volgende pagina's zijn bedoeld om letsel bij uzelf of
bij andere personen, of schade aan de apparatuur te voorkomen.
Lees ook altijd de handleidingen van alle afzonderlijk aangeschafte accessoires die u gebruikt.
Waarschuwing
Gebruik de flitser niet dicht bij de ogen van mensen.
Blootstelling aan het sterke licht van de flitser kan het gezichtsvermogen aantasten. Houd vooral bij kleine kinderen ten minste één meter afstand wanneer u de flitser gebruikt.
Berg de apparatuur op buiten het bereik van kinderen.
Riem: het plaatsen van de riem om de nek van een kind kan leiden tot verstikking.
Gebruik alleen de aanbevolen energiebronnen voor stroomvoorziening.
Probeer het product niet te demonteren, wijzigen of op te warmen.
Laat het product niet vallen en voorkom harde schokken of stoten.
Raak om letsel te voorkomen de binnenkant van het product niet aan als dit is
gevallen of op een andere wijze is beschadigd.
Stop onmiddellijk met het gebruik van het product als dit rook of een vreemde
geur afgeeft of andere vreemde verschijnselen vertoont.
Gebruik geen organische oplosmiddelen zoals alcohol, wasbenzine of thinner
om de apparatuur schoon te maken.
Laat het product niet in contact komen met water (bijvoorbeeld zeewater) of
andere vloeistoffen.
Voorkom dat vloeistoffen of vreemde objecten in de camera komen.
Dit kan leiden tot een elektrische schok of brand. Als er vloeistoffen of vreemde objecten in de camera komen, schakelt u de camera onmiddellijk uit en verwijdert u de batterij. Als de batterijlader nat is geworden, haalt u het netsnoer uit het stopcontact en neemt u contact op met uw leverancier of een helpdesk van Canon Klantenservice.
Gebruik alleen de aanbevolen batterij.
Plaats de batterij niet in de buurt van of in open vuur.
Maak het netsnoer regelmatig los en veeg het stof en vuil dat zich heeft
opgehoopt op de stekker, de buitenkant van het stopcontact en het gebied eromheen weg met een droge doek.
Raak het netsnoer niet aan met natte handen.
Gebruik de apparatuur niet op een manier waarbij de nominale capaciteit van het
stopcontact of de kabelaccessoires wordt overschreden. Gebruik de apparatuur niet als het netsnoer of de stekker is beschadigd of als deze niet volledig in het stopcontact is geplaatst.
Zorg ervoor dat stof of metalen objecten (zoals spelden of sleutels) niet in
contact komen met de contactpunten of stekker.
De batterij kan exploderen of gaan lekken, wat kan leiden tot een elektrische schok of brand. Dit kan persoonlijk letsel en schade aan de omgeving veroorzaken. In het geval dat een batterij lekt en uw ogen, mond, huid of kleding met de batterijvloeistof in aanraking komen, moet u deze onmiddellijk afspoelen met water.
Hiermee wordt gewezen op het risico van ernstig letsel of levensgevaar.
10
Veiligheidsmaatregelen
Zet de camera uit op plaatsen waar het gebruik van een camera niet is toegestaan.
De elektromagnetische golven uit de camera hinderen de werking van elektronische instrumenten en andere apparatuur. Denk goed na voordat u de camera gebruikt op plaatsen waar het gebruik van elektronische apparatuur verboden is, zoals in vliegtuigen en medische instellingen.
Speel de meegeleverde cd-rom(s) met gegevens alleen af in een cd-speler die
hiervoor geschikt is.
Uw gehoor kan beschadigd raken als u een koptelefoon draagt terwijl u de harde geluiden van een cd-rom via een muziekspeler afspeelt. Daarnaast kunt u de luidsprekers beschadigen als u de cd-rom(s) afspeelt in een gewone cd-speler voor muziek-cd's.
Voorzichtig
Zorg dat de camera niet tegen voorwerpen stoot of wordt blootgesteld aan
schokken en stoten wanneer u deze aan de polsriem draagt.
Zorg dat u niet tegen de lens stoot of drukt.
Dit kan verwondingen veroorzaken of de camera beschadigen.
Zorg dat u de flitser niet per ongeluk met uw vingers of een kledingstuk bedekt
wanneer u een foto maakt.
Dit kan brandwonden of schade aan de flitser tot gevolg hebben.
Gebruik, plaats of bewaar het product niet op de volgende plaatsen:
- plaatsen die aan sterk zonlicht blootstaan;
- plaatsen die blootstaan aan temperaturen boven 40 °C;
- vochtige of stoffige plaatsen.
Hierdoor kan lekkage of oververhitting ontstaan of de batterij kan ontploffen, wat kan leiden tot elektrische schokken, brand, brandwonden of ander letsel.
De overgangseffecten in de diavoorstellingen kunnen onprettig zijn wanneer
iemand hier lang naar kijkt.
Voorzichtig
Richt de camera niet direct op een sterke lichtbron (zoals de zon op een heldere dag).
Dit kan de beeldsensor beschadigen.
Als u de camera gebruikt op een strand of op een winderige plek, moet u erop
letten dat er geen zand of stof in het apparaat terechtkomt.
Dit kan de werking van het product negatief beïnvloeden.
Bij normaal gebruik kan er soms een beetje rook uit de flitser komen.
Dit komt door de hoge intensiteit van de flitser, waardoor er stofdeeltjes verbranden die vastzitten aan de voorkant van het apparaat. Gebruik een wattenstaafje om vuil, stof of ander materiaal van de flitser te verwijderen. Zo kunt u oververhitting en schade aan het apparaat voorkomen.
Hiermee wordt gewezen op het risico van letsel.
Hiermee wordt gewezen op het risico van schade aan de apparatuur.
11
Veiligheidsmaatregelen
Verwijder de batterij en sla deze op wanneer u de camera niet gebruikt.
Als de batterij in de camera wordt gelaten, kan deze gaan lekken.
Breng voordat u de batterij weggooit, tape of ander isolatiemateriaal aan over de
polen van de batterij.
Contact met andere metalen kan leiden tot brand of een explosie.
Als de batterij is opgeladen en als u de batterijlader niet gebruikt, haalt u deze uit
het stopcontact.
Dek de batterijlader tijdens het opladen van een batterij niet af met voorwerpen
zoals een stuk textiel.
Als u de lader gedurende een lange periode in het stopcontact laat, kan deze oververhit en beschadigd raken, waardoor brand kan ontstaan.
Plaats de batterij niet in de buurt van huisdieren.
Als huisdieren op de batterij kauwen, kan dit leiden tot lekkage, oververhitting of een explosie, wat kan leiden tot brand of schade.
Ga niet zitten terwijl u de camera in uw zak hebt.
Dit kan leiden tot storingen of schade aan het scherm.
Let erop dat harde voorwerpen niet in contact komen met het scherm als u de
camera in uw tas stopt.
Bevestig geen harde voorwerpen aan de camera.
Dit kan leiden tot storingen of schade aan het scherm.
12
1

Aan de slag

Dit hoofdstuk beschrijft het voorbereiden van de opnamen, het maken van opnamen in de modus A en het bekijken en wissen van de
gemaakte foto's. In het laatste gedeelte van dit hoofdstuk wordt het
maken en bekijken van opnamen in de modus Easy, het maken en
bekijken van films en het downloaden van beelden naar een computer
behandeld.
De riem bevestigen/de camera vasthouden
Bevestig de meegeleverde riem en doe deze om uw pols om te voorkomen
dat de camera valt tijdens het gebruik.
Houd uw armen tegen uw lichaam gedrukt en houd de camera bij het
maken van opnamen stevig aan weerszijden vast. Zorg dat uw vingers de flitser niet blokkeren.
Riem
13

De batterij opladen

Gebruik de meegeleverde oplader om de batterij op te laden. Bij aankoop is de batterij niet opgeladen. U moet deze dus eerst opladen.
Verwijder het klepje.
Plaats de batterij.
z Zorg dat de markering o op de batterij
overeenstemt met die op de oplader en plaats dan de batterij door deze naar binnen ( ) en naar beneden ( ) te schuiven.
Laad de batterij op.
z Voor CB-2LA: kantel de stekker ( ) naar
buiten en steek de oplader in een
CB-2LA
CB-2LAE
Laad de batterij niet langer dan 24 uur achtereen op om de batterij te beschermen en de levensduur van de batterij te verlengen.
stopcontact ( ).
z Voor CB-2LAE: sluit het netsnoer aan op
de oplader en steek het andere uiteinde in een stopcontact.
X Het oplaadlampje gaat oranje branden en
het opladen begint.
X Als de batterij volledig is opgeladen, wordt
het oplaadlampje groen. Het opladen duurt ongeveer 1 uur en 30 minuten.
Verwijder de batterij.
z Haal het netsnoer van de batterijlader uit
het stopcontact en verwijder de batterij door deze naar binnen ( ) en omhoog ( ) te schuiven.
14
De batterij opladen
Geschat aantal opnamen
Aantal opnamen
Afspeeltijd
Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt, is gebaseerd op metingen volgens de
CIPA-norm (Camera & Imaging Products Association).
Onder bepaalde omstandigheden is het aantal opnamen dat gemaakt kan worden,
kleiner dan hierboven is aangegeven.
A3300 IS A3200 IS A2200
Circa 230 Circa 250 Circa 280
Circa 5 uur Circa 6 uur Circa 6 uur
Batterij-oplaadlampje
Op het scherm verschijnt een pictogram of bericht dat de resterende lading van de batterij aangeeft.
Weergave Betekenis
Voldoende opgeladen.
Iets leger, maar nog voldoende opgeladen.
(Knippert rood) Bijna leeg. Laad de batterij op.
"Vervang \ Verwissel accu" Leeg. Laad de batterij opnieuw op.
De batterij en de oplader efficiënt gebruiken
Laad de batterij op de dag dat u deze wilt gebruiken op, of de dag daarvoor.
Opgeladen batterijen verliezen voortdurend wat van hun lading, ook als ze niet worden gebruikt.
Plaats het klepje zodanig op een geladen batterij dat de markering o zichtbaar is.
De batterij een lange tijd bewaren:
Zorg dat de batterij helemaal leeg is voordat u deze uit de camera haalt. Bevestig het klepje op de aansluitpunten en berg de batterij op. Wanneer u een niet helemaal lege batterij een lange tijd (ongeveer een jaar) niet gebruikt, kan dit de levensduur beperken of de prestaties doen afnemen.
U kunt de batterijlader ook in het buitenland gebruiken.
De lader kan worden gebruikt in gebieden met een wisselspanning van 100 – 240 V (50/60 Hz). Als de stekker niet in het stopcontact past, moet u een geschikte stekkeradapter gebruiken. Gebruik in het buitenland geen elektrische transformatoren, omdat dit kan leiden tot beschadigingen.
De batterij kan plaatselijk wat opzwellen.
Dit is een normaal kenmerk van de batterij en duidt niet op een probleem. Als de batterij echter zodanig opzwelt dat deze niet meer in de camera past, moet u contact opnemen met de helpdesk van Canon Klantenservice.
Als de batterij snel weer leeg is na het opladen, is de levensduur verstreken.
Koop dan een nieuwe batterij.
15

De interne oplaadbare lithiumbatterij recyclen

Als u uw camera weggooit, moet u eerst, volgens lokale wetgeving, de interne oplaadbare lithiumbatterij voor recycling verwijderen.
Draai de schroeven van de behuizing los.
z Draai de schroeven van de behuizing aan
de zijkanten en de onderkant los.
Raak dit gebied nooit aan!
A3200 IS
16
Verwijder de voor- en achterkleppen en het programmakeuzewiel.
z Haal de voor- en achterkleppen van de
camera.
z Trek het programmakeuzewiel recht
omhoog uit de camera.
Raak de flitser nooit aan. Dit kan een elektrische schok van hoge
Koppel het printlint los.
z Draai de camera om en koppel het printlint
los zoals afgebeeld.
z Voor de A3200 IS:
Na het loskoppelen van het printlint wrikt u de beugel van het scherm.
De interne oplaadbare lithiumbatterij recyclen
Verwijder de beugelsteun waarmee de bovenste printplaat vastzit.
z Draai de camera weer om en draai de
schroef los waarmee de beugelsteun vastzit.
z Verwijder de beugelsteun van de
printplaat.
Verwijder de batterij.
z Til de bovenste printplaat op, zoals
getoond, en verwijder de batterij.
Pak de bovenste printplaat alleen aan de zijkanten vast. Raak nooit de boven- of onderkant van de printplaat aan. Dit kan een
17

De interne oplaadbare lithiumbatterij recyclen

Als u uw camera weggooit, moet u eerst, volgens lokale wetgeving, de interne oplaadbare lithiumbatterij voor recycling verwijderen.
Draai de schroeven van de behuizing los.
z Draai de schroeven van de behuizing aan
de zijkanten en de onderkant los. Een van de schroeven van de behuizing aan de onderkant bevindt zich in de batterijklep/ geheugenkaartsleuf.
Verwijder de achterklep en het programmakeuzewiel.
z Haal de achterklep van de camera. z Draai de schroef los waarmee het
programmakeuzewiel vastzit en verwijder het wiel.
Raak de flitser nooit aan. Dit kan een elektrische schok van hoge
Til het printlint op en koppel de lintkabel los.
z Til het printlint op zoals afgebeeld. z Wrik de connector van de lintkabel
omhoog zoals afgebeeld.
Verwijder het scherm.
z Draai de schroeven los waarmee het
scherm vastzit, en verwijder vervolgens het scherm.
18
De interne oplaadbare lithiumbatterij recyclen
Verwijder de lens.
z Til de connectoren van de lintkabel
omhoog, zoals afgebeeld, en draai vervolgens de schroeven los waarmee de lens vastzit.
z Druk vanaf de voorkant tegen de lens
zodat deze er aan de achterkant uit springt.
Haal de voorklep en het compartiment van de flitser/batterij weg en verwijder de batterij.
z Verwijder de schroeven waarmee de
voorklep vastzit, en haal vervolgens de voorklep van het compartiment van de flitser/batterij.
z Draai het compartiment van de flitser/
batterij om, haak de flitser los zoals afgebeeld en verwijder de batterij.
Pak de bovenste printplaat alleen aan de zijkanten vast. Raak nooit de boven- of onderkant van de printplaat aan. Dit kan een
19

Compatibele geheugenkaarten (afzonderlijk verkrijgbaar)

De hieronder vermelde kaarten kunnen zonder beperking worden gebruikt.
SD-geheugenkaarten*
SDHC-geheugenkaarten*
SDXC-geheugenkaarten*
MultiMediaCard-geheugenkaarten
MMCplus-geheugenkaarten
HC MMCplus-geheugenkaarten
* Deze geheugenkaart voldoet aan de SD-normen. Afhankelijk van het merk werken
sommige kaarten mogelijk niet goed.
Afhankelijk van de besturingssysteemversie van uw computer worden SDXC-geheugenkaarten mogelijk zelfs niet herkend als u een kaartlezer gebruikt. Controleer van tevoren of uw besturingssysteem SDXC­geheugenkaarten ondersteunt.

De batterij en geheugenkaart plaatsen

Plaats de meegeleverde batterij en een geheugenkaart (afzonderlijk verkrijgbaar).
Controleer het schuifje voor schrijfbeveiliging van de kaart.
z Als de geheugenkaart een schuifje voor
schrijfbeveiliging heeft, kunt u geen opnamen maken als het schuifje is ingesteld op vergrendeld. Duw het schuifje omhoog totdat u een klik hoort.
Open het klepje.
z Schuif het klepje naar buiten ( ) en
omhoog ( ) om het te openen.
20
Plaats de batterij.
z Plaats de batterij op de afgebeelde wijze
totdat deze vastklikt.
z Zorg dat u de batterij in de juiste richting
plaatst, anders klikt deze niet goed vast.
De batterij en geheugenkaart plaatsen
A3300 IS A3200 IS
Plaats de geheugenkaart.
z Plaats de geheugenkaart op de
afgebeelde wijze totdat deze vastklikt.
z Plaats de geheugenkaart in de juiste
richting. Als u de geheugenkaart in de verkeerde richting probeert te plaatsen, kunt u de camera beschadigen.
A2200
Aansluiting
Label
Sluit het klepje.
z Sluit het klepje ( ) en duw het lichtjes aan
terwijl u het naar binnen schuift, totdat het vastklikt ( ).
Wat als [Geheugenkaart op slot] op het scherm verschijnt?
SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten hebben een schuifje voor schrijfbeveiliging. Als dit schuifje in de vergrendelstand staat, verschijnt op het scherm [Geheugenkaart op slot]. U kunt dan geen beelden opnemen of wissen.
21
De batterij en geheugenkaart plaatsen
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Verwijder de batterij.
z Open het klepje en duw de
batterijvergrendeling in de richting vandepijl.
X De batterij wipt nu omhoog.
Verwijder de geheugenkaart.
z Duw de geheugenkaart naar binnen
tot u een klik hoort en laat de kaart langzaam los.
X De geheugenkaart wipt nu omhoog.
Aantal opnamen per geheugenkaart
Geheugenkaart
Aantal opnamen
Deze waarden zijn gebaseerd op de standaardinstellingen.
Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt, varieert al naar gelang de camera-
instellingen, het onderwerp en de geheugenkaart die u gebruikt.
Wilt u kijken hoeveel opnamen u nog kunt maken?
U kunt zien hoeveel opnamen u nog kunt maken als de camera in de opnamemodus is ingesteld (p. 28).
Aantal opnamen dat kan worden gemaakt
4 GB 16 GB
Circa 935
Circa 1058
Circa 1058
A3300 IS
A3200 IS
A2200
Circa 3830
Circa 4334
Circa 4334
A3300 IS
A3200 IS
A2200
22

De datum en tijd instellen

Het scherm voor datum/tijd-instellingen verschijnt wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld. Aangezien de datum en tijd die aan uw opnamen worden toegevoegd op deze instellingen worden gebaseerd, is het belangrijk dat u deze instelt.
Schakel de camera in.
z Druk op de knop ON/OFF.
X Het scherm Datum/Tijd verschijnt.
Stel de datum en tijd in.
z Druk op de knoppen qr om een optie
te selecteren.
z Druk op de knoppen op om een waarde
in te stellen.
Voltooi de instelling.
z Druk op de knop m.
X Nadat u de datum en tijd hebt ingesteld,
wordt het scherm Datum/Tijd gesloten.
z Als u op de ON/OFF-knop drukt, wordt
de camera uitgeschakeld.
Het scherm Datum/Tijd komt steeds terug
Stel de juiste datum en tijd in. Als u de datum en tijd niet goed hebt ingesteld, verschijnt het scherm Datum/Tijd elke keer als u de camera inschakelt.
Zomertijd instellen
Als u bij stap 2 selecteert en met behulp van de knoppen op de instelling
kiest, wordt de zomertijd (normale tijd plus 1 huur) ingesteld.
23
De datum en tijd instellen
Datum en tijd wijzigen
U kunt de huidige instellingen voor de datum en tijd wijzigen.
Open het menu.
z Druk op de knop n.
Selecteer [Datum/Tijd] op het tabblad 3.
z Beweeg de zoomknop om het tabblad 3
te selecteren.
z Druk op de knoppen op om [Datum/Tijd]
te selecteren en druk vervolgens op de knop m.
Wijzig de datum en/of de tijd.
z Volg stap 2 en 3 op p. 23 om de instelling
te wijzigen.
z Druk op de knop n om het menu te
sluiten.
Datum/tijd-batterij
De camera bevat een ingebouwde datum/tijd-batterij (reservebatterij) die de
datum/tijd-instellingen ongeveer drie weken kan vasthouden nadat de andere batterij is verwijderd.
Als u een opgeladen batterij plaatst of een voedingsadapterset aansluit
(afzonderlijk verkrijgbaar, p. 43), kan de datum/tijd-batterij in ongeveer 4 uur worden opgeladen, zelfs als de camera niet is ingeschakeld.
Als de datum/tijd-batterij leeg is, verschijnt het scherm Datum/Tijd als u de
camera inschakelt. Volg de stappen op p. 23 om de datum en tijd in te stellen.
24

De taal van het scherm instellen

U kunt de taal wijzigen die op het scherm wordt weergegeven.
Selecteer de afspeelmodus.
z Druk op de knop 1.
Open het instellingenscherm.
z Houd de knop m ingedrukt terwijl u op de
knop n drukt.
Stel de taal van het LCD-scherm in.
z Druk op de knoppen opqr om een taal
te selecteren en druk vervolgens op de knop m.
X Nadat u de taal van het LCD-scherm hebt
ingesteld, wordt het instellingenscherm gesloten.
Wat als de klok verschijnt als ik op m druk?
De klok verschijnt als er te veel tijd zit tussen het indrukken van de knop m en de knop n in stap 2. Als de klok verschijnt, drukt u op de knop m om de klok te sluiten en herhaalt u stap 2.
U kunt de taal van het LCD-scherm ook wijzigen door op n te drukken en [Taal] te selecteren op het tabblad 3.
25

Geheugenkaarten formatteren

Voordat u een nieuwe geheugenkaart of een geheugenkaart die is geformatteerd in een ander apparaat gaat gebruiken, moet u de kaart formatteren met deze camera. Door het formatteren (initialiseren) van een geheugenkaart worden alle gegevens op de kaart gewist. Aangezien u de gewiste gegevens niet kunt herstellen, moet u uiterst voorzichtig zijn als u een geheugenkaart gaat formatteren.
Open het menu.
z Druk op de knop n.
Selecteer [Formateren].
z Beweeg de zoomknop om het tabblad 3
te selecteren.
z Druk op de knoppen op om [Formateren]
te selecteren en druk vervolgens op de knop m.
Kies [OK].
z Druk op de knoppen qr om [OK] te
selecteren en druk vervolgens op de knop m.
26
Formatteer de geheugenkaart.
z Druk op de knoppen op om [OK] te
selecteren en druk vervolgens op de knop m.
X De geheugenkaart wordt geformatteerd.

De ontspanknop indrukken

Voltooi het formatteren.
X Als het formatteren is voltooid, verschijnt
op het scherm de melding [Geheugenkaart is geformatteerd].
z Druk op de knop m.
Door het formatteren van de geheugenkaart of het wissen van de gegevens op de geheugenkaart wordt alleen de bestandsbeheerinformatie op de kaart gewijzigd. Hiermee wordt niet gegarandeerd dat de volledige inhoud wordt gewist. Wees voorzichtig bij het downloaden of weggooien van een geheugenkaart. Tref voorzorgsmaatregelen, zoals het fysiek vernietigen van de kaart, wanneer u een geheugenkaart weggooit, om te voorkomen dat persoonlijke informatie wordt verspreid.
De totale capaciteit van de geheugenkaart die bij het formatteren wordt
weergegeven op het scherm, kan minder zijn dan wordt aangegeven op de geheugenkaart. Voer een Low Level Format (p. 155) van de geheugenkaart uit als de camera
niet goed werkt, als de opname-/leessnelheid van een geheugenkaart is afgenomen, als het maken van continu-opnamen langzamer gaat of als het opnemen van een film plotseling wordt afgebroken.
De ontspanknop indrukken
Druk de ontspanknop altijd eerst half in om de focus in te stellen en druk de knop daarna volledig in om de foto te maken.
Druk de knop half in (Druk lichtjes
om de focus in te stellen).
z Druk lichtjes totdat u tweemaal een
piepgeluid hoort en er AF-kaders verschijnen waarop de camera scherpstelt.
Druk de knop volledig in (Druk
volledig in om de foto te maken).
U hoort het geluid van de sluiter als de
X
opname wordt gemaakt.
Als u de ontspanknop meteen helemaal indrukt zonder halverwege te pauzeren, is het beeld wellicht onscherp.
27

Foto's maken (Smart Auto)

De camera kan het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen, zodat u de camera automatisch de beste instellingen voor de compositie kunt laten selecteren en u alleen nog maar de foto hoeft te maken. De camera kan ook gezichten detecteren en hierop automatisch scherpstellen, waarna de kleur en helderheid optimaal worden ingesteld.
Schakel de camera in.
z Druk op de knop ON/OFF.
X Het opstartscherm verschijnt.
Selecteer de modus A.
z Stel het programmakeuzewiel in op A. z Als u de camera op het onderwerp richt,
maakt de camera geluid omdat deze de compositie bepaalt.
X Het pictogram voor de ingestelde
compositie wordt weergegeven rechts boven in het scherm.
X De camera stelt scherp op gedetecteerde
gezichten en geeft kaders weer rond deze gezichten.
Kies de compositie.
z Als u de zoomknop naar i (telelens)
duwt, zoomt u in op het onderwerp zodat dit groter lijkt. Als u de zoomknop naar j (groothoek) duwt, zoomt u uit op het onderwerp zodat dit kleiner lijkt. (De zoombalk, die de zoompositie aangeeft, verschijnt op het scherm.)
Stel scherp.
z Druk de ontspanknop half in om scherp
te stellen.
28
Foto's maken (Smart Auto)
X Wanneer de camera scherpstelt, hoort
u tweemaal een piepgeluid en verschijnen er AF-kaders waarop de camera scherpstelt. Als de camera op meerdere punten scherpstelt, verschijnen er meerdere AF-kaders.
AF-kader
Maak de opname.
z Druk de ontspanknop helemaal in om de
opname te maken.
X Het sluitergeluid klinkt terwijl het beeld
wordt vastgelegd. Als er weinig licht is, wordt de flitser automatisch geactiveerd.
X De foto verschijnt circa twee seconden op
het scherm.
z Terwijl de foto nog op het scherm staat,
kunt u al op de ontspanknop drukken om een volgende foto te maken.
Wat als...
Wat als de kleur en helderheid van de opnamen niet worden weergegeven
zoals verwacht?
Het weergegeven compositiepictogram (p. 176) past niet bij de werkelijke compositie. Probeer in dat geval opnamen te maken in de modus G (p. 87).
Wat als er witte en grijze kaders verschijnen wanneer u de camera op een
onderwerp richt?
Er verschijnt een wit kader rond het gezicht van het hoofdonderwerp, terwijl rond de andere herkende gezichten een grijs kader verschijnt. De kaders volgen de onderwerpen binnen een bepaald bereik (p. 96). Als het onderwerp echter beweegt, verdwijnen de grijze kaders en blijft alleen het witte kader zichtbaar.
Wat als een kader niet verschijnt rond het onderwerp dat u wilt opnemen?
De onderwerp is niet herkend en er kunnen kaders op de achtergrond verschijnen. Probeer in dat geval opnamen te maken in de modus G (p. 87).
Wat als er een blauw kader verschijnt wanneer u de ontspanknop half indrukt?
Er verschijnt een blauw kader wanneer een bewegend onderwerp wordt gedetecteerd. De scherpstelling en belichting worden voortdurend aangepast (Servo AF).
29
Foto's maken (Smart Auto)
Wat als er een knipperende verschijnt?
Bevestig de camera op een statief, zodat de camera niet kan bewegen en daardoor het beeld onscherp maken.
Wat als de camera geen enkel geluid maakt?
Als u op de knop l drukt terwijl u de camera inschakelt, worden alle camerageluiden uitgeschakeld. Om het geluid in te schakelen, drukt u op de knop n, selecteert u [mute] op het tabblad 3 en drukt u vervolgens op de knoppen qr om [Uit] te selecteren.
Wat als het beeld donker is terwijl toch de flitser is gebruikt bij de
opname?
Het onderwerp valt buiten het bereik van de flitser. De werkzame flitsafstand is ongeveer 30 cm – 4 m met een maximale groothoekinstelling (j), en ongeveer 50 cm – 2 m met een maximale telelens (i).
Wat als de camera één keer piept wanneer de ontspanknop half wordt
ingedrukt?
Het onderwerp is wellicht te dichtbij. Neem de volgende afstanden tot uw onderwerp en maak de opname: Bij maximale groothoek (j): ongeveer 3 cm of meer. Bij een maximale telelens (i): ongeveer 90 cm of meer , en ongeveer 80 cm of meer .
Wat als het lampje gaat branden wanneer de ontspanknop half wordt
ingedrukt?
Om rode ogen te corrigeren en om het scherpstellen te vergemakkelijken, kan het lampje gaan branden bij opnamen in een donkere omgeving.
Wat als het pictogram h knippert wanneer u een foto probeert te maken?
De flitser is aan het opladen. U kunt een foto nemen wanneer de flitser is opgeladen.
A2200
A3300 IS A3200 IS
Wat als er rechts boven in het scherm een pictogram verschijnt?
Het pictogram voor de ingestelde compositie wordt weergegeven rechts boven in het scherm. Zie "Compositiepictogrammen" (p. 176) voor meer informatie over de pictogrammen die verschijnen.
Het onderwerp selecteren waarop u wilt scherpstellen (AF Tracking)
Nadat u op de knop o hebt gedrukt en wordt weergegeven, richt u de camera zo dat op het onderwerp staat waarop u wilt scherpstellen. Houd de ontspanknop half ingedrukt totdat er een blauw kader wordt weergegeven waarin de scherpstelling en de belichting blijven behouden (Servo AF). Druk de ontspanknop helemaal in om de opname te maken.
30
Loading...
+ 175 hidden pages