Brother RH127 User Manual [nl]

Bedieningshandleiding
Naaimachine
Productcode: 885-X06/X08/X16/X18/X26/X28
Ga naar http://solutions.brother.com voor productondersteuning en antwoorden op veelgestelde vragen (FAQs).
———————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Lees deze veiligheidsinstructies voordat u de machine gebruikt.
GEVAAR - Verklein de kans
op een elektrische schok:
1
Haal
altijd
direct na gebruik, om de machine te reinigen of om andere vormen van onderhoud uit de gebruiksaanwijzing uit te voeren, of wanneer u de machine onbeheerd achterlaat.
de stekker uit het stopcontact,
WAARSCHUWING
- Verklein het risico op brandwonden, brand, elektrische schok of persoonlijk letsel.
2 Haal altijd de stekker uit het
stopcontact wanneer u aanpassingen volgens de gebruiksaanwijzing uitvoert:
• Als u de stekker uit het stopcontact wilt halen, zet dan eerst de schakelaar van de machine op “O”. Pak vervolgens de stekker vast en trek deze uit het stopcontact. Trek
• Sluit het netsnoer direct op een wandstopcontact aan. Gebruik geen verlengsnoer.
• Haal altijd de stekker uit het stopcontact bij een stroomstoring.
3
Gebruik de machine of de stekker beschadigd is, als de machine niet goed werkt, als deze gevallen of beschadigd is, of als er water op gemorst is. Breng de machine naar de dichtstbijzijnde erkende dealer of een erkend servicecentrum als hij moet worden nagekeken of gerepareerd, of als er elektrische of mechanische aanpassingen nodig zijn.
• Wanneer u iets ongewoons opmerkt aan
de machine, of deze nu wordt gebruikt of is opgeborgen - zoals geur, hitte, verkleuring of vervorming - gebruik de
niet
aan het snoer.
nooit
als het snoer
machine dan niet meer en neem onmiddellijk de stekker uit het stopcontact.
• Draag de machine aan het handvat als u de machine vervoert. Als u de machine optilt aan een ander deel, kan de machine beschadigen of vallen, met letsel als gevolg.
• Als u de machine optilt, maak dan geen plotselinge, onbehoedzame bewegingen. Anders kunt u letsel oplopen aan knieën of rug.
4 Houd altijd uw werkoppervlak vrij:
• Gebruik de machine nooit wanneer de luchtopeningen zijn geblokkeerd. Houd de ventilatie-openingen van de machine en het voetpedaal vrij van pluisjes, stof en losse stukken stof.
•Plaats
•Gebruik geen verlengsnoeren. Sluit
•Steek
• Gebruik de machine
• Gebruik de machine
• Plaats de machine
geen
voorwerpen op het voetpedaal.
het netsnoer direct op een wandstopcontact aan.
nooit
voorkom dat er voorwerpen in kunnen vallen.
spuitbussen hebt gebruikt of op plaatsen waar zuurstof wordt toegediend.
warmtebron, zoals een fornuis of strijkbout. Anders kan de machine, het netsnoer of de stof in brand vliegen, met brand of elektrische schok als gevolg.
instabiel oppervlak, zoals een wankele of scheefstaande tafel. Dan kan de machine vallen, met letsel als gevolg.
voorwerpen in een opening en
niet
wanneer u
niet
bij een
niet
op een
5 Wees vooral voorzichtig tijdens het
naaien:
• Houd de naald altijd goed in de gaten. Gebruik geen verbogen of gebroken naalden.
• Houd uw vingers uit de buurt van alle bewegende delen. Wees vooral voorzichtig in de buurt van de naald.
1
———————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————
• Zet de schakelaar van de machine op “O” om de machine uit te schakelen wanneer u aanpassingen verricht in de buurt van de naald.
• Gebruik naaldplaat. Anders kan de naald breken.
• Duw of trek de stof niet tijdens het naaien. Volg zorgvuldig de instructies bij het naaien uit de vrije hand, zodat u de naald niet verbuigt, waardoor deze zou kunnen breken.
geen
beschadigde of onjuiste
6 Deze machine is geen speelgoed:
• Let goed op wanneer de machine wordt gebruikt door kinderen en als er kinderen in de buurt zijn.
• Houd de plastic zak waarin deze machine is geleverd buiten bereik van kinderen, of zorg dat hij veilig wordt afgevoerd. Laat nooit kinderen met de zak spelen, met het oog op verstikkingsgevaar.
• Gebruik de machine niet buiten.
7 Hoe u kunt zorgen dat de machine
langer meegaat:
• Berg deze machine niet op in direct zonlicht en bij hoge luchtvochtigheid. Gebruik of plaats het apparaat niet in de buurt van een verwarming, strijkbout, halogeenlamp of andere warme voorwerpen.
• Gebruik voor het schoonmaken van de behuizing alleen zachte zeep of reinigingsmiddelen. Benzeen, thinner en schuurmiddelen kunnen de behuizing en de machine beschadigen; gebruik deze middelen dus nooit.
• Raadpleeg altijd de bedieningshandleiding bij het vervangen of installeren van onderdelen, de persvoet, de naald of andere onderdelen, zodat u deze juist installeert.
8 De machine repareren of
aanpassen:
• Als de verlichtingsunit (light-emitting diode) beschadigd is, moet deze worden vervangen door een erkende dealer.
• Als zich een storing voordoet, of als een aanpassing vereist is, raadpleeg dan eerst de tabel Problemen oplossen achter in de bedieningshandleiding
om de machine zelf te inspecteren en aan te passen. Kunt u het probleem niet verhelpen, raadpleeg dan uw plaatselijke erkende dealer.
Gebruik de machine alleen zoals bedoeld, volgens de beschrijvingen in deze handleiding.
Gebruik uitsluitend toebehoren die zijn aanbevolen door de fabrikant, zoals beschreven in deze handleiding.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van het product kunnen worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving.
Meer informatie vindt u op onze website: www.brother.com
BEWAAR DEZE
INSTRUCTIES
Deze machine is bedoeld
voor huishoudelijk gebruik.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (kinderen inbegrepen) met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of geestelijk vermogens, tenzij onder toezicht of met instructies over het gebruik van het apparaat door degene die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Let goed op dat kinderen niet met het apparaat spelen.
ALLEEN VOOR GEBRUIKERS
IN GROOT-BRITTANNIË,
IERLAND, MALTA EN CYPRUS
BELANGRIJK
• Wanneer u de stekkerstop vervangt, moet u een door ASTA voor BS 1362 goedgekeurde stop gebruiken,
met het -merk, met de sterkte die op de stekker
is aangegeven.
• Plaats altijd de afdekking van de zekering terug. Gebruik nooit stekkers waarvan de zekering niet is afgedekt.
• Als het beschikbare stopcontact niet geschikt is voor de stekker die wordt geleverd bij deze apparatuur, moet u contact opnemen met uw erkende dealer om het juiste snoer te verkrijgen.
2
———————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————
INHOUDSOPGAVE
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES .... 1
1. UW NAAIMACHINE LEREN
KENNEN .................................... 4
TOEBEHOREN ................................................4
Los verkrijgbare toebehoren ............................... 4
DE BELANGRIJKSTE ONDERDELEN ...............5
Platbodemstuk .................................................... 5
WERKEN MET UW NAAIMACHINE ...............6
Aansluitingen ..................................................... 6
Aan/uit- en naailampschakelaar ........................ 7
Voetpedaal ......................................................... 7
De naald controleren ......................................... 7
De naald verwisselen ......................................... 7
De persvoet verwisselen ..................................... 8
DE REGELKNOPPEN .......................................9
Patroonkeuzeknop ............................................. 9
Stretchsteken ...................................................... 9
Patronen en steken ........................................... 10
Steeklengteknop ............................................... 12
Steekbreedteknop ............................................. 12
Achteruitnaaihendel ......................................... 13
DE MACHINE INRIJGEN ..............................13
De spoel opwinden .......................................... 13
De onderdraad inrijgen .................................... 15
De onderdraad inrijgen (voor modellen met een
snel instelbare spoel) ....................................... 16
De bovendraad inrijgen .................................... 17
Werken met de naaldinrijger (voor modellen met
een naaldinrijger) ............................................. 19
De onderdraad omhooghalen ........................... 21
COMBINATIES VAN STOF, DRAAD EN
NAALD .........................................................22
2. GRONDBEGINSELEN VAN HET
NAAIEN ................................... 23
Lees het onderstaande voordat u gaat naaien ... 23
Beginnen met naaien ........................................ 23
Proeflapje naaien ............................................. 24
Van naairichting veranderen ............................ 24
Dikke stoffen naaien ......................................... 24
Dunne stoffen naaien ....................................... 25
Stretchstoffen naaien ........................................ 25
Cilindrische stukken naaien .............................. 25
Naaien met de tweelingnaald (optioneel) ......... 25
Draadspanning ................................................. 27
3. INGEBOUWDE STEKEN ........... 28
Rechte steken naaien ........................................28
Zigzagsteken naaien ......................................... 28
Blinde zoomsteek ............................................. 28
Schelprijgsteken ................................................30
Elastische steek .................................................30
Dubbele actiesteken ......................................... 31
Fagotsteken .......................................................31
Overlocksteken .................................................32
Veersteken ........................................................33
Drievoudige zigzagstretchsteken ....................... 33
Decoratieve steek ............................................. 33
4. KNOOPSGATEN NAAIEN EN
KNOPEN AANZETTEN ............ 34
Knoopsgat naaien (automatisch knoopsgat in
1 stap) ............................................................... 34
Knoopsgaten aanpassen .................................... 36
Knopen aannaaien ............................................ 37
5. WERKEN MET HULPSTUKKEN EN
TOEPASSINGEN ...................... 38
Ritsen inzetten ..................................................38
Plooien naaien .................................................. 39
Gaten stoppen .................................................. 39
Applicaties ........................................................39
LOS VERKRIJGBARE TOEBEHOREN ............ 40
Werken met de blindsteekvoet ......................... 40
6. BIJLAGE .................................... 41
ONDERHOUD ............................................. 41
Beperkingen op smeren .................................... 41
Voorzorgsmaatregelen bij het opbergen van de
machine ............................................................41
Reinigen ...........................................................41
PROBLEMEN OPLOSSEN ............................. 43
INDEX .......................................................... 46
3
——————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————
Opmerking
1 UW NAAIMACHINE LEREN KENNEN
TOEBEHOREN
Deze accessoires zijn ontworpen om de meeste naaitaken gemakkelijk uitvoerbaar te maken.
1. 2. 3. 4. 5.
6. 7. 8. 9.
1
Nr. Onderdeel
Zigzagvoet “J”
1
(in machine) 2 Knoopsgatvoet “A” XD1792-031 3 Ritsvoet “I” XE9369-001 4 Stopplaat XC6063-021
Knoopbevestigingsvoet “M”
5
Onderdeelcode
Amerika
XC4901-021
XE2137-001
Andere landen
Nr. Onderdeel
Spoel
6
(één in machine) Naaldsetje
7
(naald 90/14) 8 Ovale schroevendraaier XE5241-001 9 Voetpedaal Zie pagina 5
Onderdeelcode
SA156
Andere landen
SFB: XA5539-151
Amerika
Set van 3 stuks: XE5328-001 Set van 2 stuks: XE7064-001
Welke toebehoren worden meegeleverd hangt af van het machinemodel.
Los verkrijgbare toebehoren
Onderstaand vindt u de optionele toebehoren die u apart kunt kopen. Naar gelang het model dat u hebt gekocht, zijn onderstaande toebehoren mogelijk bij uw machine inbegrepen.
1. 2. 3. 4. 5.
6. 7. 8.
Nr. Onderdeel
1 Extra klospen XE2241-001
Tweelingnaald
2
(naald 2,0/75)
3 Loopvoet SA107
4 Quiltvoet SA129
Onderdeelcode
Amerika
X57521-021
Andere landen
F034N: XC2165-002
F005N: XC1948-002
Nr. Onderdeel
1/4 inch (6 mm) 5
patchworkvoet
6 Smalle zoomvoet SA127
7 Blindsteekvoet SA134
8 Quiltgeleider SA132
Onderdeelcode
Amerika
SA125
Andere landen
F001N: XC1944-052
F003N: XC1945-002
F018N: XC1976-052
F016N: XC2215-002
4
UW NAAIMACHINE LEREN KENNEN ————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————
1
3
2
4
5
6
7
8
9
0
A
B
C
D
G
F
H
I
K
E
J
1
2
DE BELANGRIJKSTE ONDERDELEN
1 Spoelwinder (Pagina 13)
Hiermee windt u de onderdraad op de betreffende spoel.
2 Steeklengteknop (Pagina 12)
Draai de knop om de steeklengte in te stellen.
3 Klospen (Pagina 14, 17)
Deze is bestemd voor de draadklos.
4 Steekbreedteknop (Pagina 12)
Draai de knop om de steekbreedte in te stellen.
5 Bovenspanningsknop (Pagina 27)
Hiermee regelt u de spanning van de bovendraad.
6 Draadgeleider (Pagina 14, 17)
Deze wordt gebruikt bij het opspoelen van de draad en het inrijgen van de machine.
7 Draadophaalhendel (Pagina 18) 8 Draadafsnijder (Pagina 24)
Leid de draden door de draadafsnijder om ze af te snijden.
9 Naaldinrijger (Pagina 19)
(Deze is alleen verkrijgbaar op bepaalde modellen.)
0 Snel instelbare spoel (Pagina 16, 21)
(Deze is alleen verkrijgbaar op bepaalde modellen.)
A Platbodemstuk met accessoireruimte (Pagina 5) B Persvoet (Pagina 8) C Achteruitnaaihendel (Pagina 13)
Door deze hendel in te drukken naait u achteruit.
D Patroonkeuzeknop (Pagina 9)
U kunt deze knop in beide richtingen draaien om de gewenste steek te kiezen.
E Handwiel
Hiermee zet u de naald handmatig omhoog en omlaag.
F Schroef voor fijnafstelling knoopsgat (Pagina 36)
5
G Aan/uit- en naailampschakelaar (Pagina 7)
Met deze schakelaar zet u de machine aan of uit.
H Stekker/aansluiting voetpedaal (Pagina 6)
Sluit het voetpedaal aan op de machine en sluit de machine aan op het stroomnet.
I Persvoethendel (Pagina 18)
Hiermee zet u de persvoet omhoog en omlaag.
J
Knoopsgathendel (automatisch knoopsgat in 1 stap) (
Pagina 34
Zet de knoopsgathendel omlaag wanneer u knoopsgaten naait.
K Voetpedaal (Pagina 7)
Met dit pedaal regelt u de naaisnelheid en start en stopt u met naaien.
Voetpedaal: Model KD-1902 voor regio's met 110/120V
De onderdeelcode van het voetpedaal verschilt per land of regio. Neem contact op met uw dealer of het dichtstbijzijnde erkende servicecentrum.
)
Model KD-2902 voor regio's met 220/240V
Platbodemstuk
De toebehoren kunnen worden opgeslagen in een ruimte in het platbodemstuk.
Schuif het platbodemstuk naar links om
1
het te openen.
1 Platbodemstuk 2 Opslagruimte
——————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————
Opmerking
2
1
WERKEN MET UW NAAIMACHINE
WAARSCHUWING
Gebruik uitsluitend normale huishoudstroom voor dit apparaat. Door een andere stroomvoorziening te gebruiken kunt u brand, een elektrische schok of schade aan de machine veroorzaken.
Zorg dat de stekkers van het netsnoer stevig in het wandstopcontact en de netaansluiting op
de machine zitten.
Steek de netstekker niet in een wandstopcontact dat in slechte staat is.
Zet in de volgende gevallen de hoofdschakelaar uit en haal de stekker uit het stopcontact:
• Wanneer u de machine onbeheerd achterlaat
• Wanneer u klaar bent met werken
• Wanneer de stroom uitvalt tijdens het gebruik
• Wanneer het apparaat niet goed functioneert vanwege een slechte aansluiting of loskoppeling
• Tijdens onweer
VOORZICHTIG
Gebruik uitsluitend het netsnoer dat bij deze machine wordt geleverd.
Gebruik geen verlengsnoeren of meerwegadapters waarop een groot aantal andere
apparaten is aangesloten. Dit kan leiden tot brand of elektrische schok.
Raak de stekker niet met natte handen aan. U kunt dan een elektrische schok krijgen.
Zet altijd eerst de hoofdschakelaar uit, voordat u de stekker uit het stopcontact haalt. Pak
altijd de stekker vast om deze uit het stopcontact te halen. Wanneer u aan het snoer trekt kan dit beschadigd raken, met brand of een elektrische schok als gevolg.
Let op dat u het netsnoer niet doorsnijdt, beschadigt, sterk buigt, trekt, draait of bundelt. Plaats geen zware voorwerpen op het snoer. Bescherm het snoer tegen hitte. Hierdoor zou het snoer beschadigd kunnen raken en brand of een elektrische schok kunnen veroorzaken. Als het snoer of de stekker beschadigd is, mag u de machine niet meer gebruiken; breng de machine eerst naar de erkende dealer!
Haal de stekker uit het netstopcontact wanneer u de machine langere tijd niet gebruikt.
Anders kan er brand ontstaan.
1
Aansluitingen
Sluit de stekker van het voetpedaal aan op
1
de machine. Steek de netstekker in een
2
wandstopcontact.
Als zich tijdens het gebruik van de naaimachine een stroomstoring voordoet, zet dan de aan/uit-schakelaar uit en trek het netsnoer uit het stopcontact. Als u de machine opnieuw opstart, volg dan de voorgeschreven procedure om de machine juist te gebruiken.
6
UW NAAIMACHINE LEREN KENNEN ————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
2
1
1
2
1
Aan/uit- en naailampschakelaar
Met deze schakelaar zet u de machine en het naailampje aan of uit.
1 Aanzetten (naar de markering ‘I’) 2 Uitzetten (naar de markering ‘O’)
Voetpedaal
Wanneer u het voetpedaal licht intrapt, naait de machine op lage snelheid. Wanneer u het voetpedaal dieper intrapt, naait de machine sneller. Wanneer u uw voet van het voetpedaal neemt, stopt de machine.
1
2
1 Langzamer 2 Sneller
Plaats niets op het voetpedaal wanneer het apparaat niet in gebruik is.
Zorg dat zich geen materiaal of stof
ophoopt op het voetpedaal. Dit kan leiden tot brand of een elektrische schok.
De naald controleren
De naainaald moet altijd recht en scherp zijn om soepel te kunnen naaien.
De juiste manier om de naald te controleren
Leg de platte kant van de naald op een vlak oppervlak. Controleer de naald van boven en van opzij. Gooi verbogen naalden op veilige manier weg.
1 Parallelle ruimte 2 Vlak oppervlak (spoelhuisdeksel, glas enz.)
De naald verwisselen
Zet de hoofdschakelaar altijd uit voordat u de naald verwisselt. Anders kunt u letsel oplopen wanneer u per ongeluk op het voetpedaal drukt en de machine begint te naaien.
Gebruik uitsluitend naalden voor
huishoudnaaimachines. Andere naalden kunnen verbuigen of breken en letsel veroorzaken.
Gebruik nooit een verbogen naald. Een
verbogen naald breekt gemakkelijk, wat letsel kan veroorzaken.
Zet de machine uit.
1
Zet de naald omhoog door het handwiel
2
naar u toe te draaien (tegen de klok in) zodat de markering op het wiel omhoog staat.
Zet de persvoethendel omlaag.
3
7
1 Persvoethendel
——————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————
VOORZICHTIG
2
3
1
VOORZICHTIG
Voordat u de naald verwisselt, plaatst u
een stuk papier of stof onder de persvoet om te voorkomen dat de naald in het gat in de naaldplaat valt.
Houd de naald in uw linkerhand en draai
4
met een ovale schroevendraaier de schroef van de naaldklem tegen de klok in om de naald uit te nemen.
21
1 Gebruik een ovale schroevendraaier 2 Naaldklemschroef
• Gebruik niet teveel kracht bij het los- of vastdraaien van de naaldklemschroef. Hierdoor zouden bepaalde delen van de naaimachine beschadigd kunnen raken.
Breng de naald in met de vlakke kant naar
5
achteren, totdat de naald de naaldstopper raakt. Draai vervolgens de naaldklem vast met een ovale schroevendraaier.
1 Gebruik een ovale
schroevendraaier
2 Naaldstopper 3 Naald
Installeer de tweelingnaald op dezelfde manier.
VOORZICHTIG
Breng de naald in tot deze de stopper
raakt en draai de naaldklemschroef stevig aan met een ovale schroevendraaier. Anders kan de naald breken of de machine beschadigen.
De persvoet verwisselen
Zet de hoofdschakelaar altijd uit voordat
u de persvoet verwisselt. Wanneer u de hoofdschakelaar aan laat en het voetpedaal intrapt, start de machine en kunt u letsel oplopen.
Gebruik altijd de juiste persvoet voor het steekpatroon dat u hebt gekozen. Wanneer u de verkeerde persvoet gebruikt, raakt de naald mogelijk de persvoet. Hierdoor kan de naald verbuigen of breken, waardoor u mogelijk letsel oploopt.
Gebruik alleen persvoeten die zijn
bedoeld voor deze machine. Het gebruik van andere persvoeten kan ongelukken of letsel veroorzaken.
Welke persvoet u moet gebruiken, hangt af van wat u wilt naaien en hoe.
Schakel de machine uit.
1
Zet de persvoet omhoog. Zet de naald omhoog door het handwiel naar
2
u toe te draaien (tegen de klok in), zodat de markering op het wiel omhoog staat.
Druk op de zwarte knop van de
3
persvoethouder om de persvoet te ontgrendelen.
1 2 3
Zet een andere persvoet op de naaldplaat,
4
zodat de stang van de persvoet op één lijn staat met de gleuf op de bevestigingspen.
1 Zwarte knop 2 Persvoethouder 3 Persvoet
1
8
UW NAAIMACHINE LEREN KENNEN ————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————
VOORZICHTIG
2
1
Zet de persvoethendel omlaag en bevestig
5
de persvoet aan de bevestigingspen. Als de persvoet op de juiste plaats zit, klikt de stang vast.
1
1 Bevestigingspen 2 Stang
2
DE REGELKNOPPEN
Patroonkeuzeknop
VOORZICHTIG
Als u de patroonkeuzeknop gebruikt om
een patroon te kiezen, zet de naald dan omhoog door het handwiel naar u toe te draaien (tegen de klok in), zodat de markering op het wiel omhoog wijst. Als de naald omlaag staat wanneer u de patroonkeuzeknop draait, kan de persvoet of de stof beschadigd raken.
U kiest een steek door gewoon de patroonkeuzeknop in de gewenste richting te draaien. In het volgende gedeelte ziet u de aanbevolen steeklengten en -breedten.
Installatierichting persvoet
Als de persvoet niet in de juiste richting wordt geïnstalleerd, raakt de naald mogelijk de persvoet. Daardoor kan de naald buigen of breken en letsel veroorzaken.
Stretchsteken
Zet de naald omhoog door het handwiel naar u toe te draaien (tegen de klok in), zodat de markering op het wiel omhoog staat.
Wanneer u de steeklengteknop op “ ” zet, verandert het geselecteerde patroon in een stretchsteek.
1 Patroonkeuzeknop 2 Geselecteerd patroonnummer
9
——————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————
123
7
11
14
22
29
32
7
2
2
4
4
6
6
8
8
10
10
12
12
Patronen en steken
37 steken (alleen beschikbaar op bepaalde modellen)
5
4
6
8 9 10
27 steken
2
1
3
6
8 9 10
5
4
1
12
13
20
21
30
31
Patroon
37 steken 27 steken
1 1
3 3
5 5
7 7
15
16
17
23 24
33
25
34
35
Steek
AUTOMATISCH
KNOOPSGAT IN 1 STAP
RECHTE STEEK
ZIGZAGSTEEK
BLINDE ZOOMSTEEK
SCHELPRIJGSTEEK
ELASTISCHE STEEK
BLINDZOOM
STRETCHSTEEK
19
18
26
27
28
37
36
12
11
15
25
24
Aanbevolen
breedte
(mm (inch))
3-5
(1/8 – 3/16)
0-5 (0-3/16)
(verandert de
naaldstand)
0-5
(0-3/16)
3-5
(1/8-3/16)
3-5
(1/8-3/16)
3-5
(1/8-3/16)
3-5
(1/8-3/16)
14
13
16 17 18 19
27
26
Aanbevolen
lengte
(mm (inch))
F-1,5
(1/64-1/16)
1-4
(1/16-3/16)
F-4
(1/64-3/16)
F-2
(1/64-1/16)
F-3
(1/64-1/8)
F-2,5
(1/64-3/32)
F-1,5
(1/64-1/16)
21
20
28, 38, 39, 40
28, 37, 39, 40
22
Pagina
34
28, 40
30
30
28, 40
23
SCHELPSTEEK
9 9
DUBBELE ACTIESTEEK
BRUGSTEEK
11 11
VERBINDINGSSTEEK
ELASTISCHE
SCHELPRIJGSTEEK
3-5
(1/8-3/16)
3-5
(1/8-3/16)
3-5
(1/8-3/16)
3-5
(1/8-3/16)
3-5
(1/8-3/16)
F-1,5
(1/64-1/16)
F-3
(1/64-1/8)
F-3
(1/64-1/8)
F-3
(1/64-1/8)
F-3
(1/64-1/8)
33
31
31
31
32
10
UW NAAIMACHINE LEREN KENNEN ————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————
20
15
22
17
24
19
26
21
28
23
30
25
Patroon
37 steken 27 steken
13 13
14 14
15
16
17
18
19
21 16
23 18
25 20
27 22
29 24
31
PARALLELOGRAMSTEEK
SCHELPSTEEK
BLIKSEMSTEEK
VIERKANTE STEEK
DECORATIEVE STEEK
26
Steek
KRAALSTEEK
PIJLPUNTSTEEK
DRIEVOUDIGE STRETCHSTEEK
DRIEVOUDIGE
ZIGZAGSTRETCHSTEEK
ELASTISCHE OVERLOCK
ELASTISCHE OVERLOCK
VEERSTEEK
KAMSTEEK
DECORATIEVE STEEK
FAGOTSTEEK
DECORATIEVE STEEK
DECORATIEVE
ZOOMSTEEK
DECORATIEVE STEEK
DECORATIEVE STEEK
Aanbevolen
breedte
(mm (inch))
3-5
(1/8-3/16)
3-5
(1/8-3/16)
3-5
(1/8-3/16)
3-5
(1/8-3/16)
5
(3/16)
5
(3/16)
5
(3/16)
0-5 (0-3/16)
(verandert de
naaldstand)
3-5
(1/8-3/16)
3-5
(1/8-3/16)
3-5
(1/8-3/16)
3-5
(1/8-3/16)
3-5
(1/8-3/16)
3-5
(1/8-3/16)
3-5
(1/8-3/16)
3-5
(1/8-3/16)
3-5
8-3
/16)
(1/
5
(3/16)
5
(3/16)
Aanbevolen
lengte
(mm (inch))
F-1,5
(1/64-1/16)
F-1,5
(1/64-1/16)
F-1,5
(1/64-1/16)
F-1,5
(1/64-1/16)
F-1,5
(1/64-1/16)
F-1,5
(1/64-1/16)
F-1,5
(1/64-1/16)
Vast
2,5 (3/32)
Vast
2,5 (3/32)
Vast
2,5 (3/32)
Vast
2,5 (3/32)
Vast
2,5 (3/32)
Vast
2,5 (3/32)
Vast
2,5 (3/32)
Vast
2,5 (3/32)
Vast
2,5 (3/32)
Vast
2,5 (3/32)
Vast
2,5 (3/32)
Vast
2,5 (3/32)
Pagina
33
33
33
33
33
33
33
28
33
32
32
33
32
33
31
31
31
32, 33
33
11
——————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————
1
2
3
1
1
Patroon
37 steken 27 steken
32
33
34
35
36
37
27
DECORATIEVE STEEK
DECORATIEVE STEEK
SCHAKELSTEEK
DECORATIEVE STEEK
DECORATIEVE STEEK
Steek
DECORATIEVE STEEK
Steeklengteknop
Naargelang de geselecteerde steek moet u misschien de steeklengte aanpassen voor een optimaal resultaat. De cijfers op de steeklengteknop geven de steeklengte aan in millimeter (mm) (1/25 inch). HOE HOGER DE WAARDE, DES TE LANGER DE STEEK. Met de instelling “0” wordt de stof niet doorgevoerd. Hiermee kunt u knopen aanzetten. Het bereik “F”-“1” is voor satijnsteken (gesloten zigzagsteken), die worden gebruikt voor knoopsgaten en decoratieve steken. De vereiste stand voor satijnsteken varieert naargelang de stof en draad die u gebruikt. Om de precieze stand van de knop te bepalen, probeert u de steek- en lengte-instellingen eerst uit op een proeflapje om te zien hoe de stof wordt doorgevoerd.
Aanbevolen
breedte
(mm (inch))
5
(3/16)
5
(3/16)
5
(3/16)
5
(3/16)
3-5
(1/8-3/16)
5
(3/16)
Aanbevolen
lengte
(mm (inch))
Vast
2,5 (3/32)
Vast
2,5 (3/32)
Vast
2,5 (3/32)
Vast
2,5 (3/32)
Vast
2,5 (3/32)
Vast
2,5 (3/32)
Pagina
33
33
33
33
33
33
VOORZICHTIG
Als de steken te dicht op elkaar zitten,
vergroot u de steeklengte en gaat u door met naaien. Ga niet door met naaien zonder de steeklengte te vergroten. Anders kan de naald breken en letsel veroorzaken.
Steekbreedteknop
Zet de naald omhoog door het handwiel naar u toe te draaien (tegen de klok in), zodat de markering op het wiel omhoog staat. De cijfers op de knop geven de steekbreedte aan.
1
1 Steeklengteknop 2 Korter 3 Langer
1 Steekbreedteknop
Wanneer de rechte of drievoudige stretchsteek is geselecteerd, kunt u de naaldstand wijzigen van links naar rechts door de steekbreedteknop aan te passen.
12
UW NAAIMACHINE LEREN KENNEN ————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————
VOORZICHTIG
Na het aanpassen van de steekbreedte
draait u het handwiel langzaam naar u toe (tegen de klok in) en controleert u dat de naald de persvoet niet raakt. Als de naald de persvoet raakt, kan de naald verbuigen of breken.
Als de steken te dicht op elkaar zitten,
vergroot u de steeklengte. Als u doorgaat
Achteruitnaaihendel
Met achteruit naaien kunt u afhechten en naden verstevigen. Als u achteruit wilt naaien, duwt u de achteruitnaaihendel zo ver mogelijk in en houdt u de achteruitnaaihendel ingedrukt terwijl u het voetpedaal licht intrapt. Wilt u weer vooruit naaien, dan laat u de achteruitnaaihendel los. De machine naait dan weer vooruit.
met naaien terwijl de steken te dicht op elkaar zitten, kan de naald verbuigen of breken.
1
1 Achteruitnaaihendel
DE MACHINE INRIJGEN
De spoel opwinden
VOORZICHTIG
De spoel die bij deze machine wordt geleverd, is speciaal door ons ontworpen. Wanneer u
een spoel van een ander model gebruikt, werkt de machine niet goed. Gebruik alleen de spoel die wordt geleverd bij deze machine of een spoel van hetzelfde type (onderdeelcode: SA156, SFB: XA5539-151). Door het gebruik van een andere spoel kunt u de machine beschadigen.
Ware grootte
13
11,5 mm
(7/16 inch)
Dit model Andere modellen
——————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————
1
3
2
1 Trek de draad
helemaal in.
3
1
2
1 Voorspanningsschijf 2 Spoelwinderas 3 Spoel
Trek de klospen omhoog en plaats een
1
klos garen op de pen.
Plaats de spoel op de spoelwinderas en
4
schuif de spoelwinderas naar rechts. Draai de spoel handmatig met de klok mee totdat de veer op de as in de inkeping van de spoel schuift.
• Trek 7 tot 10 cm (3-4 inch) draad uit vanuit het gat in de spoel.
Terwijl u met uw rechterhand de draad
2
van de klos vasthoudt, leidt u de draad naar u toe in de groef van de draadgeleider. Vervolgens leidt u de draad rond de voorspanningsschijf en trekt u de draad helemaal in.
1
1
1 Voorspanningsschijf
VOORZICHTIG
Als de draadklos niet op de juiste plaats
of onjuist is geïnstalleerd, raakt de draad mogelijk verward op de klospen.
Leid het uiteinde van de draad vanuit de
3
spoel door het gat in de spoel.
1 Veer op de as 2 Inkeping 3 7-10 cm (3
-4 inch)
VOORZICHTIG
Trek de draad strak en houd het uiteinde
van de draad recht omhoog. Als de draad te kort is, niet strak staat of schuin wordt gehouden, kunt u letsel oplopen wanneer de draad rond de spoel wordt gewonden.
Zet de machine aan.
5
14
Loading...
+ 33 hidden pages