Brother PR1055X User's Guide

Page 1
Bedieningshandleiding
Borduurmachine
Product Code: 884-T15
Lees dit document voordat u de machine gebruikt. Houd dit document bij de hand, zodat u het kunt raadplegen.
Page 2
Page 3
INTRODUCTIE
Hartelijk dank voor de aankoop van deze machine. Lees voordat u de machine gebruikt de “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES”. Bestudeer vervolgens ook deze handleiding, zodat u de diverse functies juist kunt uitvoeren. Nadat u de handleiding hebt doorgenomen, raden wij u aan deze op een handige plaats op te bergen, zodat u hem in de toekomst gemakkelijk kunt raadplegen. Als u deze aanwijzingen niet volgt, kan dit leiden tot een grotere kans op lichamelijk letsel of schade aan eigendommen, als gevolg van bijvoorbeeld brand, elektrische schok, brandwonden of verstikking.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Lees deze veiligheidsinstructies voordat u de machine gebruikt.
GEVAAR
- De kans op elektrische schok verminderen
1Neem in de volgende gevallen altijd
direct na gebruik de stekker uit het stopcontact: voordat u de machine gaat schoonmaken, wanneer u onderhoud uitvoert zoals in deze handleiding aangegeven of wanneer u de machine onbeheerd achterlaat.
3Elektrische risico's:
Deze machine moet worden aangesloten op een elektriciteitsbron met wisselstroom, binnen het bereik dat is aangegeven op het kenplaatje. Sluit de machine niet aan op een elektriciteitsbron met gelijkstroom of een gelijkstroom-wisselstroomomzetter. Als u niet zeker weet welk soort elektriciteitsbron u hebt, neem dan contact op met een erkende elektricien.
• Deze machine is alleen goedgekeurd voor gebruik in het land waar deze is gekocht.
4
Gebruik de machine nooit wanneer het snoer of de stekker
beschadigd is, wanneer de machine niet goed werkt, wanneer de machine gevallen of beschadigd is of met water in contact is gekomen. Breng de machine naar de dichtstbijzijnde erkende Brother-dealer of een servicecentrum, als deze moet worden nagekeken of gerepareerd, of als er elektrische of mechanische afstellingen nodig zijn.
Voorkom elektrische schokken of brand: gebruik geen beschadigd netsnoer of los stopcontact. Zorg dat de netstekker goed en stevig in het stopcontact zit.
Wanneer u tijdens het gebruik van de machine iets ongewoons opvalt - geur, hitte, verkleuring, vervorming - stop dan onmiddellijk en haal de netstekker uit het stopcontact.
• Wanneer u de machine wilt verplaatsen, moet u deze van onderen oppakken. Wanneer u bij het verplaatsen de machine op een andere plek vasthoudt, kan de machine beschadigd raken of vallen. Dit zou letsel tot gevolg kunnen hebben.
• Maak bij het verplaatsen van de machine geen plotselinge, onvoorzichtige bewegingen. Daarmee kunt u letsel aan uw rug of knieën oplopen.
Pas bij het verplaatsen van de machine op dat u het bedieningspaneel, de draadgeleiders of andere onderdelen niet aanraakt. Anders kunt u letsel oplopen.
WAARSCHUWING
- De kans op brandwonden, brand, elektrische schokken of letsel verkleinen.
2Neem altijd de stekker uit het stopcontact wanneer
u de machine smeert of ander onderhoud uitvoert zoals beschreven in de Bedieningshandleiding.
• Zet eerst de hoofdschakelaar op “O” om de machine uit te zetten. Pak vervolgens de stekker en trek deze uit het stopcontact. Trek hierbij niet aan het snoer.
• Sluit de machine rechtstreeks aan op een wandstopcontact. Gebruik geen verlengsnoer.
• Neem altijd de stekker uit het stopcontact wanneer de stoom uitvalt.
5Houd altijd het werkvlak leeg:
Gebruik de machine nooit wanneer de ventilatieopeningen zijn geblokkeerd. Houd de ventilatieopeningen van de machine vrij van pluisjes, stof en losse stukken stof.
• Gebruik geen verlengsnoeren. Sluit de machine rechtstreeks aan op een wandstopcontact.
• Zorg dat u nooit voorwerpen in openingen steekt of laat vallen.
Steek geen vingers in de openingen van de machine, zoals in de buurt van de borduurarm. Dit kan letsel veroorzaken.
Gebruik de machine niet op plaatsen waar spuitbussen worden gebruikt of zuurstof wordt toegediend.
Gebruik de machine niet in de buurt van een warmtebron, zoals fornuis of strijkbout. Anders kan de machine, het netsnoer of het kledingstuk dat u borduurt, ontvlammen. Dit kan leiden tot brand of een elektrische schok.
• Gebruik deze machine niet in de buurt van open vuur. Door de beweging van het borduurraam kan de stof in brand vliegen.
1
Page 4
• Plaats de machine niet op een wankel of schuin oppervlak. Dan kan de machine vallen en letsel veroorzaken.
• Stoot op geen enkele manier tegen de machine wanneer u het borduurraam of een andere meegeleverde accessoire bevestigt of losmaakt, of wanneer u onderhoud aan de machine verricht.
6Wees vooral voorzichtig tijdens het borduren:
• Gebruik voor het reinigen van de machine alleen neutrale zeep of reinigingsmiddelen. Benzeen, thinner en schuurmiddelen kunnen de behuizing en de machine beschadigen en mogen nooit worden gebruikt.
• Raadpleeg altijd de Bedieningshandleiding als u onderdelen, naald of andere delen vervangt of installeert om ervoor te zorgen dat het op een correcte manier wordt uitgevoerd.
• Houd altijd de naald goed in de gaten. Gebruik geen verbogen of beschadigde naalden.
• Houd uw vingers uit de buurt van alle bewegende onderdelen. Wees vooral voorzichtig in de buurt van de naald.
• Terwijl de machine in gebruik is, houdt u uw handen uit de buurt van de naaldstanghouder en alle bewegende onderdelen in de buurt van de naaldstanghouder. Anders kunt u letsel oplopen.
• Zet de hoofdschakelaar op “O” om de machine uit te zetten wanneer u een handeling uitvoert in de buurt van de naald, zoals de naald verwisselen.
• Gebruik geen beschadigde of onjuiste naaldplaat. Anders zou de naald kunnen breken.
7Deze machine is geen speelgoed:
• Blijf in de buurt wanneer de machine wordt gebruikt door kinderen en let op als er kinderen in de buurt zijn.
• Deze machine is niet bedoeld om zonder toezicht te worden gebruikt door kinderen of minder bekwame personen.
• Let op dat jonge kinderen niet met deze machine spelen.
• Gebruik de schaar of het tornmesje niet voor andere doeleinden dan waarvoor ze zijn bestemd. Wanneer u een gat maakt met een tornmesje, houd uw handen en vingers dan weg van de snijrichting. Anders kunt u letsel oplopen wanneer het tornmesje uitschiet.
• Houd de plastic zak waarin de machine is geleverd uit de buurt van kinderen of gooi deze weg. Laat kinderen nooit met de zak spelen. Ze zouden erin kunnen stikken.
• Gebruik de machine niet buiten.
9Voor reparatie of bijstellingen:
• Probeer op geen enkele manier de machine uit elkaar te halen, te repareren of veranderen. Dit kan leiden tot brand, letsel of een elektrische schok.
• Als de verlichtingsunit beschadigd is, moet deze worden vervangen door een erkende Brother-dealer.
• Indien de machine een defect vertoont of moet worden bijgesteld, kijk dan eerst aan de hand van het overzicht voor probleemoplossing achter in deze Bedieningshandleiding of u de machine zelf kunt controleren of bijstellen. Als u het probleem niet kunt verhelpen, raadpleegt u uw plaatselijke erkende Brother-dealer.
Gebruik de machine alleen zoals bedoeld volgens de beschrijvingen in deze handleiding.
Gebruik uitsluitend accessoires die door de fabrikant in deze handleiding worden aanbevolen.
Gebruik de interfacekabel (USB-kabel) die bij de machine is inbegrepen.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving veranderen.
Meer informatie over onze producten en updates vindt u op onze website www.brother.com
8Voor een langere levensduur:
• Zet de machine niet weg op een plaats met direct zonlicht of met een hoge vochtigheidsgraad. Gebruik of plaats de machine niet in de buurt van een verwarming, strijkijzer, halogeenlamp of andere warme voorwerpen.
2
Page 5
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
ALLEEN VOOR
Deze machine is bedoeld
voor huishoudelijk gebruik.
VOOR GEBRUIKERS BUITEN DE CENELEC-LANDEN
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (kinderen inbegrepen) met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of geestelijk vermogens, tenzij onder toezicht of met instructies over het gebruik van het apparaat door degene die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Let goed op dat kinderen niet met het apparaat spelen.
VOOR GEBRUIKERS BINNEN DE CENELEC-LANDEN
Dit apparaat kan gebruikt worden door
GEBRUIKERS IN GROOT-
BRITTANNIË, IERLAND,
MALTA EN CYPRUS
BELANGRIJK
• Wanneer u de stekkerstop vervangt, moet u een door ASTA voor BS 1362 goedgekeurde stop
gebruiken, met het -merk, met de sterkte die op de stekker is aangegeven.
Plaats altijd de afdekking van de zekering terug. Gebruik nooit stekkers waarvan de zekering niet is afgedekt.
• Als uw wandstopcontact niet geschikt is voor de stekker die bij deze apparatuur wordt geleverd, neem dan contact op met uw erkende Brother­dealer om het juiste snoer te verkrijgen.
kinderen vanaf 8 jaar en personen met verminderde fysieke, zintuiglijke of mentale capaciteiten of gebrek aan ervaring en kennis als zij toezicht of instructies krijgen omtrent het veilige gebruik van het apparaat en als zij de mogelijke gevaren begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en onderhoud mag niet zonder toezicht uitgevoerd worden door kinderen.
3
Page 6
Conformiteitsverklaring
WLAN Draadloze
(alleen Europa en Turkije)
Wij, Brother Industries Ltd. 15-1 Naeshiro-cho, Mizuho-ku, Nagoya 467-8561 Japan, verklaren dat dit product voldoet aan de essentiële vereisten van alle relevante richtlijnen en verordeningen die in de Europese Gemeenschap van toepassing zijn.
De conformiteitsverklaring kan worden gedownload bij het Brother support website. Ga naar support.brother.com
klik op “Handleidingen”selecteer uw modelklik op “Conformiteitsverklaring”klik op “Downloaden”
Uw versie van de conformiteitsverklaring wordt gedownload als een PDF-bestand.
en:
Conformiteitsverklaring
voor richtlijn 2014/53/EU
betreffende
radioapparatuur (alleen
Europa en Turkije) (van
verbinding (alleen
modellen met WLAN
Draadloze
verbindingfunctie)
Deze machine ondersteunt een draadloze interface. Frequentieband(en): 2400-2483.5 MHz Maximumradiofrequentiestroom verzonden in de frequentieband(en): minder dan 20 dBm (e.i.r.p)
toepassing op modellen
met radio-interfaces)
Wij, Brother Industries, Ltd. 15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku, Nagoya 467-8561 Japan verklaren dat deze producten voldoen aan de bepalingen van richtlijn 2014/53/EU voor radioapparatuur. U kunt een exemplaar van de conformiteitsverklaring downloaden. Volg de aanwijzingen in het gedeelte Conformiteitsverklaring (alleen Europa en Turkije).
4
Page 7
Gebruiksvoorwaarden
BELANGRIJK - AANDACHTIG LEZEN:
Deze Gebruiksvoorwaarden (“Overeenkomst”) zijn een wettelijke overeenkomst tussen Brother Industries, Ltd. (“Bedrijf”) en u die bepaalt hoe u de software mag gebruiken die is geïnstalleerd of beschikbaar gesteld door Bedrijf voor gebruik in combinatie met naai- of handwerkproducten (“Bedrijfsproduct”). De term “Software” heeft betrekking op alle inhoudelijke gegevens, ontwerpgegevens, gegevensindelingen en firmware van Bedrijfsproduct en PC­toepassing of toepassing voor mobiele apparatuur.
Wanneer u gebruikmaakt van Software en Bedrijfsproduct, wordt u geacht te hebben geaccepteerd dat u bent gebonden aan de voorwaarden van deze Overeenkomst. Als u niet akkoord gaat met de voorwaarden van deze Overeenkomst, verleent Bedrijf u geen licentie voor de Software en is het u niet toegestaan de Software te gebruiken. Er kunnen aanpassingen van en aanvullingen op deze Overeenkomst zijn bijgevoegd bij de Software.
De persoon die deze Overeenkomst accepteert namens een entiteit, geeft bij Bedrijf aan dat hij of zij beschikt over de juridische bevoegdheid om een wettelijk bindende overeenkomst voor die entiteit aan te gaan.
Algemene voorwaarden
1 Verlening van licentie
1.1 Zoals bedoeld in deze Overeenkomst, verleent Bedrijf u hierbij een persoonlijke, niet­exclusieve, niet-overdraagbare en herroepbare licentie voor het uitsluitende gebruik van de Software binnen het Bedrijfsproduct.
1.2 U
2 Beperkingen
2.1 Behalve zoals expliciet vermeld in deze
w recht op het gebruik van de Software is niet aan u verkocht, maar is u in licentie gegeven en uitsluitend voor het gebruik zoals bedoeld in deze Overeenkomst. Bedrijf of zijn toeleveranciers behouden alle eigendomsrechten en belangen met betrekking tot de Software, met inbegrip van, maar niet beperkt tot alle intellectuele­eigendomsrechten daarvan.
Overeenkomst of zoals vereist volgens eventuele plaatselijke wetgeving, verbindt u zich tot het volgende:
2.1.1 d
2.1.2 g
2.1.3 de Software als geheel of een gedeelte
e Software niet te deassembleren, te decompileren, te onderwerpen aan reverse engineering, te vertalen of anderszins te pogen de broncode ervan te achterhalen (met inbegrip van gegevens of inhoud, gemaakt met gebruik van het Bedrijfsproduct of toepassingssoftware voor inhoudsbewerking; hetzelfde zal hierna van kracht zijn in Clausule 2.);
een afgeleid werk te creëren op basis van de gehele Software of gedeelten ervan;
daarvan niet te distribueren, verstrekken of beschikbaar te stellen aan enig persoon zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Bedrijf;
2.1.4 de Software niet te kopiëren, behalve als een dergelijke kopie hoort bij normaal gebruik van de Software in combinatie met het Bedrijfsproduct of wanneer dit noodzakelijk is voor back­up- of bedieningsdoeleinden;
2.1.5 de Software als geheel of een gedeelte daarvan niet over te dragen, te verhuren, in lease te geven, in onderlicentie te geven, uit te lenen, te vertalen, samen te voegen, aan te passen, te veranderen, te wijzigen of te modificeren en evenmin toe te staan dat de Software of een gedeelte ervan wordt gecombineerd met of wordt opgenomen in andere programma’s;
2.1.6 de auteursrechtvermelding van Bedrijf en deze Overeenkomst op te nemen in alle gehele en gedeeltelijke exemplaren van de Software;
2.1.7 d
e Software niet te gebruiken voor enig ander doel (met inbegrip van, maar niet beperkt tot gebruik in combinatie met ongeoorloofde naai-/handwerkproducten of -software) dan is gespecificeerd in Clausule 1 van deze Overeenkomst.
3 Geen garantie
VOOR ZOVER WETTELIJK TOEGESTAAN WORDT DEZE SOFTWARE AAN U GELEVERD IN FEITELIJKE STAAT ZONDER ENIGE UITDRUKKELIJKE DAN WEL STILZWIJGENDE MONDELINGE OF SCHRIFTELIJKE GARANTIE. BEDRIJF WIJST MET NAME ALLE IMPLICIETE GARANTIES VAN VERHANDELBAARHEID, AFDOENDE KWALITEIT, HET NIET PLEGEN VAN INBREUKEN EN/OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL NADRUKKELIJK VAN DE HAND.
4 Beperking van aansprakelijkheid
4.1 B
4.2 O
EDRIJF KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD DOOR U, ZIJN EINDGEBRUIKERS OF ENIGE ANDERE ENTITEIT VOOR WINST- OF INKOMSTENDERVING, GEMISTE BESPARINGEN, GEGEVENSVERLIES, GEBRUIKSONDERBREKING OF INCIDENTELE, SPECIALE, PUNITIEVE, INDIRECTE OF GEVOLGSCHADE DOOR EEN DERGELIJKE PARTIJ GELEDEN (ONGEACHT OF DEZE HET GEVOLG IS VAN EEN CONTRACTUELE HANDELING OF ONRECHTMATIGE DAAD), ZELFS INDIEN BEDRIJF IS INGELICHT OVER DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE, VOORTVLOEIENDE UIT OF VERBAND HOUDENDE MET DE SOFTWARE, ONDERSTEUNING OF DEZE OVEREENKOMST. DEZE BEPERKINGEN GELDEN VOORZOVER MAXIMAAL TOEGESTAAN DOOR DE VAN TOEPASSING ZIJNDE WETGEVING EN BLIJVEN VAN KRACHT IN HET GEVAL WAARIN EEN BEPERKTE VERHAALSMOGELIJKHEID FAALT IN HAAR WEZENLIJKE DOEL.
NVERMINDERD HETGEEN IN CLAUSULE 3 OF
4.1 HIERVAN IS BEPAALD, IS DEZE OVEREENKOMST NIET BEDOELD OM DE AANSPRAKELIJKHEID VAN BEDRIJF UIT TE SLUITEN OF TE BEPERKEN INGEVAL VAN OVERLIJDEN OF LICHAMELIJK LETSEL ALS GEVOLG VAN NALATIGHEID OF DE WETTELIJKE RECHTEN VAN DE CONSUMENT TE BEPERKEN.
5
Page 8
5 Beëindiging
5.1 Bedrijf heeft het recht deze Overeenkomst te allen tijde per schriftelijke kennisgeving aan u te beëindigen, ingeval van een wezenlijke schending van een of meer voorwaarden van deze Overeenkomst en nalatigheid inzake onmiddellijke rechtzetting van een dergelijke schending op verzoek van Bedrijf.
5.2 B
ij beëindiging om eender welke reden vervallen alle rechten die u uit hoofde van deze Overeenkomst zijn toegekend; u stopt met alle activiteiten waarvoor deze Overeenkomst u heeft geautoriseerd, u verwijdert onmiddellijk de Software van alle computerapparatuur in uw bezit en verwijdert of vernietigt alle exemplaren van de Software of ervan afgeleid werk in uw bezit. Naast het bovengenoemde moet u de inhoudelijke of ontwerpgegevens verwijderen die u hebt gemaakt vanuit het Bedrijfsproduct in uw bezit.
6 Overige voorwaarden
6.1 Het is niet toegestaan de Software of een kopie of adaptatie ervan te exporteren of opnieuw te exporteren in strijd met alle toepasselijke wetten en voorschriften.
6.2 Het is niet toegestaan deze Overeenkomst geheel of gedeeltelijk toe te wijzen aan derden of enigerlei recht daarop, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Bedrijf. Een zeggenschapswijziging of reorganisatie uwerzijds volgend op een fusie of verkoop van activa of aandelen zal onder deze Overeenkomst worden beschouwd als een toewijzing.
6.3 U gaat ermee akkoord dat een schending van deze Overeenkomst leidt tot onherstelbare schade voor Bedrijf waarvoor een geldelijke schadevergoeding geen doeltreffend rechtsmiddel zou zijn en dat Bedrijf is gerechtigd om naast mogelijke andere rechtsmiddelen krachtens deze Overeenkomst of de wet andere billijke voorzieningen te treffen zonder borg, ander onderpand of bewijs van schade.
6.4 Als een bepaling van deze Overeenkomst door een bevoegde rechtbank ongeldig of niet­afdwingbaar zou worden verklaard, dan staat een dergelijke bepaling los van alle overige bepalingen van deze Overeenkomst en blijven die overige bepalingen en de gehele Overeenkomst onverminderd van kracht.
6.5 Deze Overeenkomst, samen met alle bewijsstukken en overige bijlagen waarnaar hierin wordt verwezen, vormt de gehele overeenkomst tussen de partijen met betrekking tot het onderhavige onderwerp en vervangt alle voorstellen, mondelinge en schriftelijke, die de partijen hebben uitgewisseld inzake dit onderwerp.
6.6 Als Bedrijf verzuimt erop aan te dringen dat u alle verplichtingen uit hoofde van deze Overeenkomst nakomt of als Bedrijf zijn rechten niet handhaaft jegens u of Bedrijf dit aanhoudt, betekent dit niet dat Bedrijf jegens u heeft afgezien van enige rechten en dat u niet hoeft te voldoen aan deze verplichtingen. Als Bedrijf een niet-nakoming uwerzijds niet van toepassing verklaart, gebeurt dit uitsluitend schriftelijk en betekent dit niet dat Bedrijf automatisch latere niet-nakoming uwerzijds ook niet van toepassing zal verklaren.
6.7 De wetgeving van het land waarin u woont (of, ingeval van een bedrijf, waar de hoofdzetel van uw onderneming is gevestigd) zal van toepassing zijn op alle claims en geschillen met betrekking tot de Software of deze Overeenkomst.
6
Page 9
GEBRUIKSRECHTOVEREENKOMST WAARSCHUWINGSETIKETTEN
a
b
Deze machine bevat gegevens, software en/of documentatie (verder te noemen “INHOUD”) die het eigendom zijn van Brother Industries, Ltd. (“BROTHER”). DOOR DE INHOUD TE GEBRUIKEN, ACCEPTEERT DE KLANT DE VOORWAARDEN EN BEPALINGEN VAN DEZE OVEREENKOMST. BROTHER behoudt het eigendom van alle rechten over de INHOUD en de kopieën van de INHOUD in dit pakket. Voor de INHOUD wordt aan u (“KLANT”) een licentie verstrekt (niet verkocht) onder de voorwaarden en bepalingen van deze overeenkomst.
Onder deze licentie wordt de KLANT toegestaan:
• De INHOUD te gebruiken in combinatie met de machine om borduurwerk te maken;
• De INHOUD te gebruiken in combinatie met de machine die de KLANT in eigendom heeft of gebruikt, aangenomen dat de INHOUD op niet meer dan een (1) machine tegelijk wordt gebruikt.
Tenzij anders aangegeven, wordt de KLANT niet toegestaan:
• Op enig moment meer dan één kopie van de INHOUD beschikbaar te hebben;
• De INHOUD te reproduceren, te wijzigen, te publiceren, te verspreiden, te verkopen, te verhuren, in sublicentie te geven of op andere wijze aan derden beschikbaar te stellen;
• De mediakaart of de INHOUD te verspreiden, te verhuren, in sublicentie te geven, te leasen, te verkopen, over te dragen of toe te wijzen;
• De INHOUD te decompileren, disassembleren of anderszins onderwerpen aan reverse engineering of anderen te helpen dit te doen;
• De INHOUD of een deel ervan te wijzigen, te vertalen, te veranderen of aan te passen voor zakelijke, commerciële of industriële doeleinden;
• BORDUURWERK te verkopen of anderszins te verspreiden dat is gemaakt met de INHOUD DIE OORSPRONKELIJK EEN BEPAALDE EIGENDOMSAANDUIDING BEVAT ONDER DE NAAM VAN EEN DERDE ANDERS DAN BROTHER (bijvoorbeeld “©DISNEY”).
Op de machine treft u de volgende waarschuwingsetiketten aan. Neem de voorzorgsmaatregelen op de labels in acht.
Waar de etiketten zich bevinden
1
2
Doe eenmaal daags voor gebruik een druppel olie op de grijper.
BROTHER behoudt alle rechten die hierin niet uitdrukkelijk aan de KLANT zijn toegewezen.
Niets in deze overeenkomst vormt een verklaring van afstand van de rechten van BROTHER volgens welk recht dan ook. Deze overeenkomst zal worden beheerst door het Japanse recht.
Als u vragen hebt over deze overeenkomst, kunt u deze schriftelijk stellen en naar het volgende adres sturen: Brother Industries, Ltd., 1-1-1 Kawagishi, Mizuho-ku, Nagoya 467-8562, Japan, ter attentie van: Businessdivisie, afdeling Sales & Marketing P&H
7
Page 10
HANDELSMERKEN OPMERKINGEN OVER OPEN-
SOURCELICENTIES
IBM is een gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van International Business Machines Corporation. WPA™ en WPA2™ zijn handelsmerken van Wi-Fi Alliance®. Secure Digital (SD) Card is een gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van SD-3C, LLC. CompactFlash is een gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van Sandisk Corporation. Memory Stick is een gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van Sony Corporation. SmartMedia is een gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van Toshiba Corporation. MultiMediaCard (MMC) is een gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van Infineon Technologies AG. xD-Picture Card is een gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van Fuji Photo Film Co. Ltd. Deze software is gedeeltelijk gebaseerd op het werk van de Independent JPEG Group. Android en Google Play zijn handelsmerken van Google LLC. App Store is een dienstmerk van Apple Inc.
Dit product omvat opensource-software. Ga naar het gedeelte voor het downloaden van handleidingen op de startpagina van de Brother support website voor uw model op “ http://s.brother/cpbag/ de opmerkingen over open-sourcelicenties te lezen.
VOORZORGSMAATREGEL VOOR DRAADLOZE VERBINDING
Zorg voor een router of firewall wanneer u uw machine aansluit op internet om uw machine te beschermen tegen ongeoorloofde toegang via internet.
” om
Alle bedrijven waarvan de software in deze handleiding is vermeld hebben een specifieke gebruiksrechtovereenkomst voor hun eigen softwareprogramma's.
Alle handelsmerken en productnamen van bedrijven die op producten van Brother, gerelateerde documenten en alle andere materialen staan, zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van deze respectieve bedrijven.
8
Page 11
INHOUDSOPGAVE
Hoofdstuk 1 VOORBEREIDINGEN 11
MACHINEONDERDELEN ................................... 11
Meegeleverde accessoires.................................................... 12
Accessoires die worden meegeleverd in sommige landen of
regio's.................................................................................. 14
Optionele accessoires .......................................................... 14
DE MACHINE INSTALLEREN ............................. 16
Voorzorgsmaatregelen voor installatie en vervoer ................ 16
Installatielocatie................................................................... 17
De machine installeren ........................................................ 18
Verwijder de bevestigingsplaten........................................... 18
De stand van het bedieningspaneel afstellen........................ 19
De draadgeleider voorbereiden............................................ 19
Klossenstandaard voorbereiden............................................ 20
De borduurraamhouder bevestigen ...................................... 21
DE MACHINE AANZETTEN................................ 22
DISPLAY............................................................. 24
De instellingentoets gebruiken ............................................. 25
Help voor de machine gebruiken......................................... 28
FUNCTIES VOOR DRAADLOZE
NETWERKVERBINDING .................................... 29
Draadloos netwerkverbinding activeren............................... 29
De draadloze netwerkverbinding instellen........................... 30
OVERIGE FUNCTIES .......................................... 32
Een USB-muis gebruiken...................................................... 32
Controle-app........................................................................ 32
Hoofdstuk 2 BORDUURBEGINSELEN 33
BASISPROCEDURES........................................... 33
DE SPOEL INSTALLEREN.................................... 33
Het spoelhuis verwijderen ................................................... 33
De spoel installeren ............................................................. 34
Het spoelhuis plaatsen ......................................................... 35
EEN BORDUURPATROON SELECTEREN ........... 35
Algemene patroonselectie .................................................... 35
Borduurpatronen.................................................................. 36
Kaderpatronen ..................................................................... 37
Borduursteken/grote knoopsgatpatronen .............................. 37
Monogram- en kaderontwerpen ........................................... 38
Letterpatronen...................................................................... 39
Decoratieve alfabetpatronen................................................ 41
Borduurpatronen combineren .............................................. 42
HET BORDUURPATROON BEWERKEN............. 44
Het patroonbewerkingsscherm............................................. 44
De grootte en dichtheid van het patroon wijzigen................ 47
De draden tussen tekens afknippen...................................... 47
De gescheiden letterpatronen combineren........................... 48
De draaddichtheid wijzigen................................................. 48
De borduurpatronen uitlijnen .............................................. 49
Herhaalpatronen ontwerpen ................................................ 49
KLEUREN BEWERKEN ........................................ 54
Tekst in meerdere kleuren uitvoeren .................................... 54
De kleuren van het patroon wijzigen ................................... 54
Nieuwe kleurthema's zoeken met de functie
Kleurvariaties ....................................................................... 55
DRAADKLEUREN VERWISSELEN OP HET
SCHERM............................................................. 57
DRAADKLEUREN SELECTEREN/BEHEREN VOOR ELKE NAALDSTANG [HANDMATIGE
KLEURVOLGORDE] ........................................... 58
Gemak van de handmatige kleurvolgorde............................ 58
De handmatige kleurvolgorde opgeven................................ 58
Werken met de handmatige kleurvolgorde........................... 59
Voorzorgsmaatregelen voor de handmatige kleurvolgorde ... 59
VOORBEELDWEERGAVE BEKIJKEN .................. 60
Een voorbeeldafbeelding controleren ................................... 60
DE STOF VOORBEREIDEN ................................ 60
Steunstof (versteviging) bevestigen aan stof........................... 60
Compatibiliteitstabel stof/steunstof ....................................... 61
Stof in het borduurraam spannen .......................................... 61
HET BORDUURRAAM AAN DE MACHINE
BEVESTIGEN...................................................... 64
Het borduurraam bevestigen ................................................ 64
De borduurramen correct gebruiken .................................... 65
BORDUURINSTELLING OPGEVEN................... 69
Het borduurinstellingenscherm ............................................ 69
Instelling automatische stiksteken......................................... 71
Draadkleur sorteren.............................................................. 71
HET BORDUURGEBIED CONTROLEREN.......... 72
De stof weergeven terwijl u de borduurpositie uitlijnt .......... 72
Werken met de ingebouwde camera .................................... 75
Werken met de meegeleverde borduurpositiesticker ............ 78
Het borduurpatroon controleren........................................... 79
BOVENDRAAD INRIJGEN................................. 81
De naaldstangen en draadkleuren controleren ..................... 81
Bovendraad inrijgen ............................................................. 82
De naald inrijgen ................................................................. 85
BORDUURWERK UITVOEREN.......................... 87
Beginnen met borduren........................................................ 87
Het borduren stoppen .......................................................... 88
Het borduurscherm .............................................................. 89
HET BORDUURRAAM VERWIJDEREN.............. 90
EEN PATROON BORDUREN MET 11 OF MEER
KLEUREN ........................................................... 91
Controleren of draadklossen moeten worden verwisseld ...... 91
DE DRAADKLOSSEN VERWISSELEN ................. 92
Info over draadklosindicatoren............................................. 92
Draadklossen eenvoudig verwisselen ................................... 92
AANPASSEN TIJDENS HET BORDUREN ........... 93
Als de draad breekt of de onderdraad tijdens het borduren
opraakt................................................................................. 93
Borduren vanaf het begin of het midden van het patroon ..... 96
Verdergaan met borduren nadat de machine is uitgezet ....... 97
Hoofdstuk 3 BORDUREN VOOR
GEVORDERDEN 99
VERSCHILLENDE BORDUURFUNCTIES............ 99
Rijgsteken............................................................................. 99
Applicatiepatronen borduren.............................................. 100
Een applicatie maken ......................................................... 101
Applicaties maken met een kaderpatroon........................... 103
Automatisch stippel- of echoquiltpatronen maken .............. 104
QUILTRANDEN ............................................... 105
PATRONEN VERBINDEN MET BEHULP VAN DE
CAMERA .......................................................... 109
Drie patronen verbinden .................................................... 109
De positie van een sticker wijzigen .................................... 114
Functie Hervatten............................................................... 115
BORDUURAANPASSINGEN UITVOEREN....... 116
De spanning van de onderdraad afstellen ........................... 116
De spanning van de bovendraad afstellen .......................... 118
De machine zo instellen dat deze stopt bij
kleurwisselingen................................................................. 119
Instelling voor tijdelijke naaldstang .................................... 120
Gereserveerde naaldstang- en
borduursnelheidsinstellingen .............................................. 121
De schermhulplijnen wijzigen............................................ 123
De draadkleurgegevens wijzigen........................................ 123
Afknippen van springsteken/“DST”-springcodes voor
afknippen opgeven............................................................. 123
9
Page 12
Korte steken verwijderen.................................................... 124
De resterende draadlengte opgeven ................................... 124
Rijgafstand van borduren wijzigen ..................................... 124
Instelling voor selectie van gebiedsfunctie ongedaan
maken ................................................................................ 125
Instellingen voor begin- en eindpositie............................... 126
DE GEHEUGENFUNCTIE GEBRUIKEN............. 130
Borduurpatronen opslaan................................................... 130
Borduurpatronen ophalen .................................................. 130
De USB aansluiten met de meegeleverde
USB-snoerklemmen............................................................ 131
BORDUURPATRONEN VERZENDEN VANAF EEN COMPUTER NAAR DE MACHINE (FUNCTIE LINK
(VERBINDING)) ............................................... 132
Bewerkingen die beschikbaar zijn met de functie Link
(Verbinding) ....................................................................... 132
Borduren met de functie Link (Verbinding) ......................... 132
De functie Link (Verbinding) uitschakelen.......................... 135
BORDUURTOEPASSINGEN............................. 135
Gesplitste (grote) patronen borduren .................................. 135
HET BIJGELEVERDE GROTE WERKBLAD
INSTALLEREN................................................... 137
Het grote werkblad verwijderen ......................................... 139
BORDUURPATRONEN VOOR HET OPTIONELE
JUMBORAAM................................................... 140
DE OPTIONELE SPOELOPWINDER
GEBRUIKEN ..................................................... 142
Voorzorgsmaatregelen........................................................ 142
Optionele spoelopwinder met bijbehorende accessoires .... 142
De optionele spoelopwinder installeren ............................. 143
De AC-adapter aansluiten .................................................. 144
De spoel opwinden............................................................ 144
De naald vervangen........................................................... 176
De machine oliën.............................................................. 178
Over de onderhoudsmelding ............................................. 179
PROBLEEMOPLOSSING .................................. 179
Probleemoplossing ............................................................ 179
Foutmeldingen................................................................... 185
Als de machine niet reageert wanneer u op een toets
drukt.................................................................................. 189
SPECIFICATIES................................................. 190
Specificaties van de machine............................................. 190
DE SOFTWARE VAN UW MACHINE
UPGRADEN ..................................................... 192
Upgradeprocedure met USB-medium................................ 192
INDEX.............................................................. 194
Hoofdstuk 4 MIJN DESIGN CENTER 147
INFO OVER MIJN DESIGN CENTER ................ 147
PATROONONTWERPSCHERM ........................ 147
Voordat u ontwerpen maakt............................................... 149
Lijnen tekenen.................................................................... 149
Vrij tekenen........................................................................ 151
Gebruik van de Vormen-toets............................................. 152
Gebruik van de Uitwis-toets ............................................... 153
Gebruik van de selectietoets............................................... 153
STEEKINSTELLINGENSCHERM......................... 154
Afzonderlijke steekinstellingen opgeven............................. 154
Algemene steekinstellingen opgeven.................................. 156
MIJN DESIGN CENTER MET SCAN .................. 156
Het scanraam bevestigen.................................................... 156
Scannen om achtergrondafbeelding te traceren .................. 158
LIJNSCAN......................................................... 160
Een patroon met lijnscan maken met gebruik van het
scanraam............................................................................ 160
ILLUSTRATIESCAN........................................... 162
Een patroon met illustratiescan maken met gebruik van het
scanraam............................................................................ 162
STIPPELPATRONEN.......................................... 164
Basis meanderpatronen met Mijn Design Center ................ 164
Tekening scannen om een meanderpatroon te maken ........ 165
Stof scannen en een meanderpatroon maken ..................... 168
Decoratieve steken rond een patroon in borduurwerk
(quiltfunctie)....................................................................... 170
Hoofdstuk 5 BIJLAGE 173
ONDERHOUD ................................................. 173
Het LCD-scherm reinigen................................................... 173
De buitenkant van de machine reinigen ............................. 173
De grijper reinigen ............................................................. 173
Reinigen rondom de naaldplaat.......................................... 174
Het spoelhuis reinigen........................................................ 175
De draadpaden van de bovendraden reinigen .................... 175
10
Page 13
VOORBEREIDINGEN
Opmerking
a
b
c
d
e
f g
h i
j
k
l m
n
o
s
p
q
r
t
u
v
w
x
y
Hoofdstuk
• Installeer de nieuwste software. Zie “DE SOFTWARE VAN UW MACHINE UPGRADEN” op pagina 192. http://s.brother/cubah/
1
MACHINEONDERDELEN
Belangrijkste onderdelen
VOORBEREIDINGEN
1 Draadspanningsknoppen (pagina 118) 2 Naaldstanghouder
De houder beweegt naar links en naar rechts om de naald te verplaatsen naar de borduurpositie.
3 Onderste draadgeleider 4 Borduurarm
Bevestig het borduurraam aan de borduurarm. Wanneer de machine wordt aangezet of borduurt, beweegt de borduurarm vooruit, achteruit, naar links en naar rechts.
5 Grijper afdekklepje/grijper (pagina 33) 6 Draadgeleider A (pagina 83) 7 Draadgeleider B (pagina 83) 8 Draadgeleider C (pagina 83) 9 Draadgeleider D (pagina 83) 0 Klossenstandaard (pagina 20) A Bedieningspaneel (pagina 12)
B Ingebouwde camera (pagina 72) C Borduurraamhouder (pagina 21) D Borduurlampje
U kunt de helderheid van het borduurlampje aanpassen op het instellingenscherm.
E Beugels voor groot werkblad (pagina 137) F Bovendraadgeleider (pagina 83) G Draadgeleiderpennen (pagina 84) H Middelste draadgeleider (pagina 84) I Voetjes (pagina 18) J Touch-penhouder
Wanneer u de touch-pen niet gebruikt, plaatst u deze in de daarvoor bestemde houder.
K USB-poort voor media (pagina 32, pagina 130)
Als u patronen van/naar het USB-medium wilt overzetten, steek het USB-medium dan direct in de USB-poort. Sluit een USB-muis aan op de USB-poort die is aangegeven
met .
L USB-poort voor computer (pagina 130)
Als u patronen wilt importeren/exporteren tussen een computer en de machine, steek dan de USB-kabel in de USB-poort.
M Handwiel
Draai het handwiel om de naald op en neer te bewegen. Draai het handwiel naar het LCD-scherm toe.
N Netsnoeraansluiting (pagina 22) O Hoofdschakelaar (pagina 22)
Zet de machine niet direct weer aan, nadat u de machine heeft
Onder
uitgezet. Het is aan te raden om daarmee minstens 5 seconden te wachten.
P Ventilatieopeningen
Door de ventilatieopeningen kan de lucht rond de motor circuleren. Bedek de ventilatieopeningen niet wanneer u de naaimachine gebruikt.
1
11
Page 14
Bedieningspaneel
Meegeleverde accessoires
Open de doos en controleer of de volgende accessoires zijn meegeleverd. Wanneer een artikel ontbreekt of beschadigd is, neemt u contact op met de erkende Brother-dealer.
Onderdeelnaam
Onderdeelcode
1. Accessoirehouder
XC6482-051
1 “Start/Stop”-toets
Druk op de “Start/Stop”-toets om de machine te starten of te stoppen. Afhankelijk van de handeling die door de machine wordt uitgevoerd, veranderen de kleur en de wijze van oplichten van de knop.
Licht rood op : Wanneer de machine niet kan
starten met borduren
Knippert groen : Wanneer de machine kan starten
met borduren
Groen licht : Wanneer de machine borduurt
Knippert oranje : Wanneer de machine de draad kan
afknippen
Uit : Wanneer de machine is uitgezet
2 Draadafknip-toets
Druk op de draadafkniptoets om zowel de bovendraad als de onderdraad af te knippen.
3 Automatische naaldinrijgknop
Druk op de automatische naaldinrijgknop om de naald te voorzien van een nieuwe draad.
4 Speaker 5 LCD touch-screen
Druk op de weergegeven toetsen op het touch-screen om borduurpatronen te selecteren en te bewerken en om informatie te bevestigen.
2. Naaldenset × 2
XC6469-001
3. Voorgespoelde spoel × 6
XH3619-001
4. Klosnetje × 10
S34455-000
5. Tornmesje
XF4967-001
6. Schaar
XF2052-001
7. Pincet
XC6542-051
8. Touch-pen
XA9940-051
9. Inrijger
XE8362-001
10. Naaldwisselhulp
XF0793-001
11. Steekplaatdeksel
XC6499-151
12. Afstandhouder (op machine)
XF1978-001
13. Kruiskopschroevendraaier
XC6543-051
14. Standaardschroevendraaier
X55468-051
12
Page 15
VOORBEREIDINGEN
Onderdeelnaam
Onderdeelcode
15. Inbussleutel
XC5159-051
16. 3-wegschroevendraaier
XH4670-001
17. Moersleutel 13 mm × 10 mm
XC6159-051
18. Oliespuitje
D01H2M-001 (Korea) D01H2N-001 (overige gebieden)
19. Schoonmaakborsteltje
X59476-051
20. Gewicht (L)
XC5974-151
Onderdeelnaam
Onderdeelcode
28. Borduurraam (klein) 60 mm (B) × 40 mm (L) (2-3/8 inch (B) × 1-1/2 inch (L))
PRH60 (Noord- en Zuid-Amerika) PRH60: XG6651-001 (Europa) PRH60CN: 115D02E6020 (China) PRH60: 115D02E7020 (overige gebieden)
29. Borduursjabloon (extra groot) 360 mm (B) × 200 mm (L) (14 inch (B) × 7-7/8 inch (L))
XE7158-101
30. Borduursjabloon (groot) 180 mm (B) × 130 mm (L) (7-1/8 inch (B) × 5-1/8 inch (L))
XC5721-051
31. Borduursjabloon (medium) 100 mm (B) × 100 mm (L) (4 inch (B) × 4 inch (L))
XC5759-051
32. Borduursjabloon (klein) 60 mm (B) × 40 mm (L) (2-3/8 inch (B) × 1-1/2 inch (L))
XC5761-051
1
21. Klem voor USB-snoer × 2
XE8396-002
22. Klosmat × 10
XC7134-051
23. Kloshouder × 10
130012-057
24. USB-kabel
XD1851-051
25. Borduurraam (extra groot) 360 mm (B) × 200 mm (L) (14 inch (B) × 7-7/8 inch (L))
PRPH360 (Noord- en Zuid-Amerika) PRPH360: XG6733-001 (Europa) PRPH360CN: 115D02E6024 (China) PRPH360: 115D02E7024 (overige gebieden)
26. Borduurraam (groot) 180 mm (B) × 130 mm (L) (7-1/8 inch (B) × 5-1/8 inch (L))
PRH180 (Noord- en Zuid-Amerika) PRH180: XG6647-001 (Europa) PRH180CN: 115D02E6018 (China) PRH180: 115D02E7018 (overige gebieden)
27. Borduurraam (medium) 100 mm (B) × 100 mm (L) (4 inch (B) × 4 inch (L))
PRH100 (Noord- en Zuid-Amerika) PRH100: XG6649-001 (Europa) PRH100CN: 115D02E6017 (China) PRH100: 115D02E7017 (overige gebieden)
33. Vel borduurpositiestickers × 4
XE4912-501
34. Borduurraamhouder A (met witte hoekjes)
XE7374-001
35. Borduurraamhouder B (met lichtgrijze hoekjes)
XE7376-001
36. Bedieningshandleiding
Deze handleiding
37. Beknopte bedieningshandleiding
Bezoek uw erkende Brother-dealer.
38. Borduurontwerpen Bedieningshandleiding
Bezoek uw erkende Brother-dealer.
39. Groot werkblad
PRWT1 (Noord- en Zuid-Amerika) PRWT1: XG6731001 (Europa) PRWT1CN: 115K02E6001 (China) PRWT1: 115K02E7001 (overige gebieden)
40. Netsnoer
Bezoek uw erkende Brother-dealer.
41.
Spoelhuis (op de machine geplaatst)
XC7206-001
13
Page 16
Memo
• U kunt de meegeleverde touch-pen opbergen in de betreffende houder achter op het bedieningspaneel. (pagina 11)
Accessoires die worden meegeleverd in sommige landen of regio's
Onderdeelnaam
Onderdeelcode
3. Pettenframeset voor grote petmodellen
PRPCF1 (Noord- en Zuid-Amerika) PRPCF1: XE8408-201 (Europa) PRPCF1CN: 115D02E6001 (China) PRPCF1: 115D02E7001 (overige gebieden)
Onderdeelnaam
Onderdeelcode
1. Scanramen
XG5300-001
2. Magneet × 6
XF9325-001
3. Steekplaatdeksel (extra)
XC6499-151
4. Borduurontwerpen bedieningshandleiding (extra)
Bezoek uw erkende Brother-dealer.
5. Spoelopwinderset (Zie pagina 142.)
PRBW1
4. Groot pettenframe 360 mm (B) × 60 mm (L) (14 inch (B) × 2-3/8 inch (L))
PRPCFH4 (Noord- en Zuid-Amerika) PRPCFH4: XG6735-001 (Europa) PRPCFH4: 115D02E7023 (overige gebieden)
5. Geavanceerd pettenframe 2 set
PRCF3 (Noord- en Zuid-Amerika) PRCF3: XE2158-201 (Europa) PRCF3CN: 115D02E6002 (China) PRCF3: 115D02E7002 (overige gebieden)
6. Geavanceerd pettenframe 2 130 mm (B) × 60 mm (L) (5-1/8 inch (B) × 2-3/8 inch (L))
PRCFH3 (Noord- en Zuid-Amerika) PRCFH3: XG6695-001 (Europa) PRCFH3: 115D02E7008 (overige gebieden)
7. Geavanceerd pettenframe 130 mm (B) × 50 mm (L) (5-1/8 inch (B) × 2 inch (L))
PRCFH2 (Noord- en Zuid-Amerika) PRCFH2: 115D02E7007 (overige gebieden*) * Niet beschikbaar in Europa
8. Montagemal
Optionele accessoires
Onderstaande artikelen zijn eventueel los verkrijgbaar als optionele accessoires.
Onderdeelnaam
Onderdeelcode
1. Pettenframe set voor diverse pet modellen
PRCF5 (Noord- en Zuid-Amerika) PRCF5: D01FAB-001 (Europa) PRCF5AP: 115D02E700J (overige gebieden)
2. Pettenframe voor diverse pet modellen 130 mm (B) × 60 mm (L) (5-1/8 inch (B) × 2-3/8 inch (L))
PRCFH5 (Noord- en Zuid-Amerika) PRCFH5: D01FA5-001 (Europa) PRCFH5AP: 115D02E700G (overige gebieden)
PRCFJ2 (Noord- en Zuid-Amerika) PRCFJ2: XG6661-001 (Europa) PRCFJ2: 115D02E7009 (overige gebieden)
9. Cilinderframe-set
PRCL1 (Noord- en Zuid-Amerika) PRCL1: XG6697-001 (Europa) PRCL1CN: 115D02E6011 (China) PRCL1: 115D02E7011 (overige gebieden)
10. Cilinderframe 90 mm (B) × 80 mm (L) (3-1/2 inch (B) × 3 inch (L))
PRCLH1 (Noord- en Zuid-Amerika) PRCLH1: XG6699-001 (Europa) PRCLH1: 115D02E7010 (overige gebieden)
11. Magneet frame 360 mm (B) × 200 mm (L) (14 inch (B) × 7-7/8 inch (L))
PRMS360 (Noord- en Zuid-Amerika) PRMS360: D01FAN-001 (Europa) PRMS360AP: 115D02E700K (overige gebieden)
14
Page 17
VOORBEREIDINGEN
Onderdeelnaam
Onderdeelcode
12. Quiltraam 200 mm (B) × 200 mm (L) (7-7/8 inch (B) × 7-7/8 inch (L))
PRPQF200 (Noord- en Zuid-Amerika) PRPQF200: XG6727-001 (Europa) PRPQF200CN: 115D02E6025 (China) PRPQF200: 115D02E7025 (overige gebieden)
13. Randborduurraam 300 mm (B) × 100 mm (L) (11-3/4 inch (B) × 4 inch (L))
PRPBF1 (Noord- en Zuid-Amerika) PRPBF1: XG6729-001 (Europa) PRPBF1CN: 115D02E6022 (China) PRPBF1: 115D02E7022 (overige gebieden)
14. Jumboraam 360 mm (B) × 360 mm (L) (14 inch (B) × 14 inch (L))
PRPJF360 (Noord- en Zuid-Amerika) PRPJF360: XE8405-301 (Europa) PRPJF360CN: 115D02E6003 (China) PRPJF360: 115D02E7003 (overige gebieden)
15. Set ronde borduurramen
PRPRFK1 (Noord- en Zuid-Amerika) PRPRFK1: XG6725-001 (Europa) PRPRFK1CN: 115D02E6029 (China) PRPRFK1: 115D02E7029 (overige gebieden)
16. Rond borduurraam (100 mm (4 inch))
PRPRF100 (Noord- en Zuid-Amerika) PRPRF100: XG6737-001 (Europa) PRPRF100CN: 115D02E6026 (China) PRPRF100: 115D02E7026 (overige gebieden)
17. Rond borduurraam (130 mm (5 inch))
PRPRF130 (Noord- en Zuid-Amerika) PRPRF130: XG6739-001 (Europa) PRPRF130CN: 115D02E6027 (China) PRPRF130: 115D02E7027 (overige gebieden)
18. Rond borduurraam (160 mm) (6 inch))
PRPRF160 (Noord- en Zuid-Amerika) PRPRF160: XG6741-001 (Europa) PRPRF160CN: 115D02E6028 (China) PRPRF160: 115D02E7028 (overige gebieden)
19. Borduuraamhouder C (met donkergrijze hoekjes)
PRPARMC (Noord- en Zuid-Amerika) PRPARMC: XG6743-001 (Europa) PRPARMC: 115D02E7021 (overige gebieden)
20. Vlak borduurraam 300 mm (B) × 200 mm (L) (11-3/4 inch (B) × 7-7/8 inch (L))
PRF300 (Noord- en Zuid-Amerika) PRF300: XG6693-001 (Europa) PRF300: 115D02E7016 (overige gebieden)
21. Borduurraam (extra groot) 300 mm (B) × 200 mm (L) (11-3/4 inch (B) × 7-7/8 inch (L))
PRH300 (Noord- en Zuid-Amerika) PRH300: XG6645-001 (Europa) PRH300CN: 115D02E6019 (China) PRH300: 115D02E7019 (overige gebieden)
Onderdeelnaam
Onderdeelcode
22. Klemraam S recht set 45 mm (B) × 24 mm (L) (1-3/4 inch (B) × 7/8 inch (L))
PRCLP45B (Noord- en Zuid-Amerika) PRCLP45B: XF2251-001 (Europa) PRCLP45BCN: 115D02E6012 (China) PRCLP45B: 115D02E7012 (overige gebieden)
23. Klemramen S, L en R 45 mm (B) × 24 mm (L) (1-3/4 inch (B) × 7/8 inch (L))
PRCLP45LR (Noord- en Zuid-Amerika) PRCLP45LR: XF2255-001 (Europa) PRCLP45LRCN: 115D02E6013 (China) PRCLP45LR: 115D02E7013 (overige gebieden)
24. Klemraam S recht 45 mm (B) × 24 mm (L) (1-3/4 inch (B) × 7/8 inch (L))
PRCLP45S (Noord- en Zuid-Amerika) PRCLP45S: 115D02E7015 (overige gebieden*) * Niet beschikbaar in Europa
25. Klemramen S, L en R set 45 mm (B) × 24 mm (L) (1-3/4 inch (B) × 7/8 inch (L))
PRCLP45LRD (Noord- en Zuid-Amerika) PRCLP45LRD: 115D02E7014 (overige gebieden*) * Niet beschikbaar in Europa
26. Klemraam M set 100 mm (B) × 100 mm (L) (4 inch (B) × 4 inch (L))
PRCLPM1 (Noord- en Zuid-Amerika) PRCLP100B: XG6235-001 (Europa) PRCLPM1CN: 115D02E600B (China) PRCLPM1AP: 115D02E700B (overige gebieden)
27. Set compacte borduurramen 70: 70 mm (B) × 41 mm (L) (2-3/4 inch (B) × 1-5/8 inch (L)) 50: 50 mm (B) × 50 mm (L) (2 inch (B) × 2 inch (L)) 44: 44 mm (B) × 38 mm (L) (1-3/4 inch (B) × 1-1/2 inch (L)) Staande richting: 75 mm (B) × 33 mm (L) (2-15/16 inch (B) × 1-5/16 inch (L))
PRHCK1 (Noord- en Zuid-Amerika) PRSFK1: XG6209001 (Europa) PRHCK1CN: 115D02E600A (China) PRHCK1AP: 115D02E700A (overige gebieden)
28. Mouwen borduurframe 70 mm (B) × 200 mm (L) (2-3/4 inch (B) × 7-7/8 inch (L))
PRHSL200 (Noord- en Zuid-Amerika) PRHSL200: XG5284-001 (Europa) PRHSL200CN: 115D02E600C (China) PRHSL200AP: 115D02E700C (overige gebieden)
29. Magnetische borduurramen set 50 mm (B) × 50 mm (L) (2 inch (B) × 2 inch (L))
PRMHA50 (Noord- en Zuid-Amerika) PRMFA50: XG8593-001 (Europa) PRMFA50AP: 115D02E700E (overige gebieden)
1
15
Page 18
Opmerking
Memo
Onderdeelnaam
VOORZICHTIG
Onderdeelcode
30. Magnetisch borduurraam 50 mm (B) × 50 mm (L) (2 inch (B) × 2 inch (L))
PRMH50 (Noord- en Zuid-Amerika) PRMF50: XG8597-001 (Europa) PRMF50AP: 115D02E700F (overige gebieden)
31. Set scanramen
PRSCANFKIT1: XG8237-001 (Europa) PRSCANFKIT1AP: 115D02E700D (overige gebieden)
32. Vrije arm verlengstuk
PRTT1 (Noord- en Zuid-Amerika) PRTT1: D01FAF-001 (Europa) PRTT1AP: 115K02E7002 (overige gebieden)
33. Borduurmachine opbergtafel
PRNSTD2 (Noord- en Zuid-Amerika) VRPRNSTD: XG3199-001 (Europa) VRPRNSTDCN: 115Z05E6005 (China) VRPRNSTD: 115Z05E7005 (overige gebieden)
34. Metalen spoel
100376-051
35. Gewicht (S)
XC6631-051
36. Vel borduurpositiestickers × 8
SAEPS2 (VS) /SAEPS2C (Canada) EPS2: XG6749-001 (Europa) EPS2CN: 115Z05E600E (China) EPS2: 115Z05E700E (overige gebieden)
DE MACHINE INSTALLEREN
Voorzorgsmaatregelen voor installatie en vervoer
De temperatuur in de ruimte waar de machine wordt gebruikt, moet tussen de 5 °C (40 °F) en de 40 °C (104 °F) liggen. Als de ruimte waar de machine wordt gebruikt te koud of te warm is, kan het gebeuren dat de machine niet naar behoren werkt.
• Gebruik de machine niet op een locatie waar deze aan direct zonlicht wordt blootgesteld om te voorkomen dat de machine niet naar behoren werkt.
• Zorg dat de vier verstelbare voetjes van de machine volledig contact hebben met het werkblad of de tafel, zodat de machine waterpas staat.
• Plaats niets onder de machine dat de ventilatieopeningen kan blokkeren (deze bevinden zich achter onder op de machine). Zo voorkomt u dat de motor van de machine oververhit raakt. Dit zou brand of schade aan de machine kunnen veroorzaken.
• De machine weegt ongeveer 41,8 kg (92 lb). Transport en installatie van de machine moet door twee personen worden uitgevoerd.
Als u de machine wilt vervoeren, laat deze dan door twee mensen tillen bij de aangegeven gaten in de bodem ( verplaatsen de machine op een andere plek vasthoudt, kan de machine beschadigd raken of vallen. Dit zou letsel tot gevolg kunnen hebben.
1
). Wanneer u bij het
• Bij de dichtstbijzijnde erkende Brother-dealer kunt u een complete lijst krijgen van de optionele accessoires en borduurkaarten die verkrijgbaar zijn voor uw machine.
• Gebruik altijd accessoires die worden aanbevolen voor deze machine.
• Alle specificaties waren correct op het moment dat deze handleiding werd geproduceerd. Sommige specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden veranderd.
16
• Zet de machine bij onweer uit en trek de stekker uit het stopcontact. Blikseminslag kan tot beschadiging leiden, waardoor machine niet naar behoren werkt.
• Steek de stekker van het netsnoer pas in het stopcontact als de machine volledig is geïnstalleerd. Het kan voorkomen dat de “Start/Stop”-toets per ongeluk wordt ingedrukt en de machine begint te werken.
Page 19
• Draag bij het smeren van de machine een
VOORZICHTIG
veiligheidsbril en handschoenen om te voorkomen dat olie of vet in uw ogen of op uw huid terechtkomt. Zorg dat er geen olie of vet in uw mond terechtkomt. Houd olie en vet buiten bereik van kinderen.
• Niets mag de bewegende delen van de machine belemmeren wanneer u het borduurraam of een andere meegeleverde accessoire bevestigt of losmaakt of wanneer u onderhoud aan de machine verricht.
Installatielocatie
Installeer de machine op een locatie waarbij u rekening houdt met de volgende vereisten:
• Plaats de machine minimaal 50 mm (2 inch) van de muur.
• Zorg voor voldoende ruimte rondom de machine.
• Plaats geen objecten binnen het bereik van het borduurraam.
• Plaats de machine in de buurt van een stopcontact.
• Gebruik een stabiele ondergrond (waterpas), bijvoorbeeld een bureau
• Gebruik een ondergrond die het gewicht van de machine (41,8 kg (92 lb)) kan dragen.
• Laat ruimte vrij rond de ventilatiegaten achter op de onderkant van de machine.
VOORBEREIDINGEN
• Voorkom beschadigingen en/of onbehoorlijk functioneren door de machine niet bloot te stellen aan de volgende omstandigheden:
- Vloeistoffen, zoals water
- Veel stof
- Direct zonlicht
- Extreem hoge of lage temperaturen. De temperatuur in de ruimte waar de machine wordt gebruikt, moet tussen de 5 °C (40 °F) en 40° C (104° F) liggen.
- Onvoldoende ruimte
- Objecten binnen het bereik van het borduurraam
- Verstopte ventilatieopeningen
- Een instabiele ondergrond
• Gebruik geen verlengsnoeren of stekkerdozen waarop veel andere apparaten zijn aangesloten.
1
Meer dan 210 mm (8-1/4 inch)
561 mm (22 inch)
790 mm (31-1/8 inch)
Minimaal 50 mm (2 inch)
589 mm (23-1/4 inch)
Meer dan 350 mm (13-3/4 inch)
Meer dan 220 mm (8-3/4 inch)
17
Page 20
De machine installeren
VOORZICHTIG
Memo
Stel bij het installeren van de machine de voetjes zo af dat de machine stabiel staat.
Zorg dat al het verpakkingsmateriaal en het plakband
a
van de machine is verwijderd.
Plaats de machine en zorg dat er voldoende ruimte
b
rondom de machine is.
Meer bijzonderheden over de installatielocatie vindt u in pagina 17.
Stel de voetjes zo af dat de machine stabiel staat.
c
Gebruik de meegeleverde moersleutel om de borgmoer los te draaien van het voetje dat u wilt afstellen.
1 Borgmoer 2 Verstelbare moer van
voetje
Het voetje kan worden gedraaid.
Gebruik de meegeleverde moersleutel om de
d
verstelbare moer van het voetje te draaien.
Door de moer in de richting 1 te draaien, wordt het voetje langer; door de moer in de richting 2 te draaien, wordt het voetje korter.
Verwijder de bevestigingsplaten
• Verwijder de bevestigingsplaten alvorens de machine in te schakelen. Anders kan storing optreden.
Draai met de meegeleverde kruiskopschroevendraaier
a
de schroeven van de bevestigingsplaten los.
1 Verstelbare moer van
voetje
• Stel de vier poten zo af dat de voetjes volledig contact hebben met het werkblad of de tafel en de machine horizontaal staat.
Nadat u de voetjes op de gewenste lengte hebt
e
afgesteld, draait u de moeren weer aan met de meegeleverde moersleutel.
1 Borgmoer
Druk op alle hoeken van de machine om te controleren
f
of deze stabiel staat.
Als de machine niet stabiel staat, herhaalt u stap
e om de voetjes opnieuw af te stellen.
1 Schroeven 2 Bevestigingsplaten
• Wanneer u de bevestigingsplaten hebt verwijderd, bewaart u deze om ze opnieuw te gebruiken. Raadpleeg uw erkende Brother-dealer voor het vervoer van de machine.
c t/m
18
Page 21
De stand van het bedieningspaneel afstellen
Opmerking
a
b
VOORZICHTIG
Draai de 2 duimschroeven los om het bedieningspaneel
a
naar voren te draaien.
1 Duimschroeven
VOORBEREIDINGEN
De hoek van het bedieningspaneel afstellen.
d
Draai de 2 duimschroeven los achter het bedieningspaneel, zet het bedieningspaneel in een dusdanige hoek dat het eenvoudig af te lezen is en draai de duimschroeven aan.
(zijaanzicht) (bovenaanzicht)
1 Duimschroeven
1
• Draai de duimschroeven los en vervolgens weer stevig aan met de meegeleverde 3­wegschroevendraaier.
1 Gebruik dit deel om de bovenste en onderste
duimschroeven aan te draaien.
2 Gebruik dit deel om de linker- en
rechterduimschroeven aan te draaien.
Zet het bedieningspaneel in een dusdanige stand dat u
b
het eenvoudig kunt bedienen. Draai vervolgens de duimschroeven aan.
De draadgeleider voorbereiden
• Wanneer u de draadgeleider installeert, let op dat daarbij de naaldstang 6 positie is geselecteerd. Anders kan er storing optreden. (Zie “Geselecteerde naaldstang verplaatsen en inrijgen” op pagina 86 voor het verplaatsen van de naaldstang.)
Draai de twee duimschroeven boven op de
a
draadgeleidersteun los.
Het bedieningspaneel in de juiste stand zetten.
c
Draai de duimschroef los, zet het bedieningspaneel in een dusdanige stand dat het eenvoudig is af te lezen en draai de duimschroef aan.
1 Duimschroef
1 Draai de schroef drie of vier keer tegen de klok in om
deze los te draaien.
19
Page 22
Pak de grepen van de draadgeleidersteun en duw naar
Opmerking
b
het midden.
Wanneer de draadgeleidersteun is uitgeschoven en de
c
draadgeleider in de hoogste stand staat, draait u de twee duimschroeven aan, zodat de draadgeleider stevig op zijn plaats zit.
Klossenstandaard voorbereiden
Draai de duimschroef twee of drie slagen los. Vouw de
a
klossenstandaard uit.
Achteraanzicht
1 Duimschroef 2 Klossenstandaard
Draai de duimschroef weer vast als de
b
klossenstandaard helemaal is geopend.
Achteraanzicht
1 Draadgeleider 2 Duimschroeven 3 Draadgeleidersteun
• Als de schroeven niet los genoeg zijn gedraaid, kan het verplaatsen van de draadgeleidersteun lastig zijn. Gebruik geen grote kracht bij het verplaatsen van de draadgeleidersteun. Controleer of de duimschroeven los genoeg zijn gedraaid voordat u deze onderdelen verplaatst.
• Draai elke duimschroef zo stevig vast dat de draadgeleidersteun stevig op zijn plaats zit.
Zet de klossenstandaard in geopende stand vast.
20
Page 23
De borduurraamhouder bevestigen
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Gebruik de borduurraamhouder die past bij het
a
borduurraam dat u wilt gebruiken (pagina 66 tot pagina 68).
Verwijder de twee duimschroeven van de
b
borduurraamhouder.
1 Duimschroeven 2 Hoekjes
VOORBEREIDINGEN
Zet de borduurraamhouder vast met de twee
d
duimschroeven die in stap
b zijn verwijderd.
1
• Draai de duimschroeven los en vervolgens weer stevig aan met de meegeleverde 3­wegschroevendraaier.
a
1 Gebruik dit deel om de duimschroeven van de
borduurraamhouder aan te draaien.
Lijn de gaten in de borduurraamhouder uit met de
c
pennen op de raambevestigingsplaat van de borduurarm.
1 Duimschroeven
• Twee typen borduurraamhouders worden bij deze machine geleverd. Bij de vier meegeleverde borduurraamhouders gebruikt u Borduurraamhouder A. (pagina 66)
• Zie pagina 67 voor ramen die worden gebruikt in combinatie met raamhouder B en andere optionele raamhouders.
De machine is nu klaar voor gebruik.
1 Pennen op raambevestigingsplaat 2 Gaten in borduurraamhouder 3 Hoekjes
• Elke borduurraamhouder heeft hoekjes van een andere kleur. Houder A: Witte hoekjes Houder B: Lichtgrijze hoekjes Houder C: Donkergrijze hoekjes (optioneel)
21
Page 24
DE MACHINE AANZETTEN
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
• Gebruik uitsluitend gewone huishoudaansluitingen als elektriciteitsbron. Door een andere stroomvoorziening te gebruiken, kunt u brand, een elektrische schok of schade aan de machine veroorzaken.
• Zorg dat de stekkers van het netsnoer stevig in het netstopcontact en de voedingsingang van de machine zitten. Anders kan brand of een elektrische schok het gevolg zijn.
• Steek de netsnoerstekker niet in een stopcontact als dit in slechte staat is.
Indien een van de volgende situaties zich voordoet, zet u de machine uit en haalt u de stekker uit het stopcontact om brand, een elektrische schok of schade aan de machine te voorkomen.
• U bevindt zich niet in de buurt van de machine.
• U bent klaar met het gebruik van de machine.
• Tijdens het gebruik van de machine vindt er een
stroomstoring plaats.
• De machine werkt niet naar behoren,
bijvoorbeeld als gevolg van een losse of verbroken aansluiting.
• Het onweert.
• Haal de stekker uit het stopcontact als u de machine lange tijd niet gebruikt, anders kan er brand ontstaan.
Steek het netsnoer in de netsnoeraansluiting en steek
a
vervolgens de stekker in een wandstopcontact.
Zet de hoofdschakelaar aan de rechterzijde van de
b
machine op “I”.
Het LCD-scherm gaat aan.
Wanneer u de machine aanzet, wordt het
c
openingsfilmpje afgespeeld. Raak het scherm op een willekeurige plek aan. Het volgende bericht wordt weergegeven.
Druk op .
d
• Gebruik het netsnoer dat bij deze machine wordt geleverd.
• Gebruik deze machine niet met een verlengsnoer of een stekkerdoos waarop andere apparaten zijn aangesloten.
• Dit kan brand of een elektrische schok veroorzaken. Raak de stekker van het netsnoer niet aan met natte handen.
• Hierdoor kan een elektrische schok ontstaan. Zet eerst de machine uit voordat u de stekker van het netsnoer uit het contact haalt. Pak het netsnoer altijd bij de stekker vast. Wanneer u aan het snoer zelf trekt, kan dit beschadigd raken of brand of een elektrische schok veroorzaken.
• Zorg dat het snoer niet wordt ingesneden, beschadigd raakt, met kracht wordt gebogen, wordt getrokken, gedraaid of samengeperst. Plaats geen zware voorwerpen op het snoer en stel het snoer niet bloot aan hitte. Hierdoor kan het snoer beschadigd raken en kunnen brand of een elektrische schok ontstaan. Als het netsnoer of de stekker beschadigd zijn, brengt u de machine voor reparatie naar de erkende Brother-dealer voordat u de machine weer gebruikt.
Het patroontypekeuzescherm wordt weergegeven en
de “Start/Stop”-toets licht rood op.
22
Page 25
VOORBEREIDINGEN
VOORZICHTIG
Memo
4
3
5
2
1
Opmerking
De borduurarm wordt verplaatst naar de beginpositie.
e
• Als naaldstang 1 zich niet al in de borduurpositie bevindt, beweegt de naaldstanghouder en wordt naaldstang 1 verplaatst naar de borduurpositie.
• Houd uw handen en andere voorwerpen uit de buurt van de borduurarm om letsel te voorkomen.
Zet de hoofdschakelaar op “O” om de machine uit te
f
zetten.
• Als de machine wordt uitgezet tijdens het borduren, slaat de machine automatisch de patroonpositie op wanneer deze weer wordt aangezet. U wordt dan gevraagd of u het borduren wilt afmaken of dat u een nieuwe handeling wilt uitvoeren. (pagina 97)
De machine de eerste keer configureren
De eerste keer dat u de machine aanzet, stelt u de taal en tijd/datum in op uw taal en uw plaatselijke tijd/datum. Volg onderstaande procedure wanneer het instellingenscherm automatisch verschijnt.
Druk op om uw machine te gebruiken.
c
De klok gaat lopen vanaf seconde 0 van de
ingestelde tijd.
1
• De tijd/datum die u instelt wordt mogelijk gewist als u de machine lang niet inschakelt.
• De tijdinstelling is ook beschikbaar als u tikt op
rechtsonder op het display.
Tik op en om uw plaatselijke taal in te stellen
a
en tik vervolgens op .
De borduurarm wordt verplaatst naar de
beginpositie.
Er verschijnt een berichtscherm om te bevestigen of u
b
de tijd/datum wilt instellen. Druk op .
1 Selecteer [ON] om de tijd/datum weer te geven op het
scherm.
2 Tik op of om de notatie voor de
datumweergave te selecteren.
3 Stel het jaar [YYYY], de maand [MM] en de datum [DD]
in.
4 Kies of u een 24-uurs of 12-uurs notatie wilt weergeven. 5 Stel de huidige tijd in.
23
Page 26
Display
VOORZICHTIG
3
1
2
4 5 6 7 8
Tik met uw vinger of de meegeleverde touch-pen op het display of een toets om een functie van de machine te selecteren.
• Tik alleen op het scherm met uw vinger of met de touch-pen die met de machine is meegeleverd. Gebruik geen balpen, schroevendraaier of ander hard of scherp voorwerp. Tik bovendien niet te hard op het scherm. Anders kan het scherm beschadigd raken.
• Soms wordt het scherm of een deel daarvan donkerder of lichter, door veranderingen in de omgevingstemperatuur of andere veranderingen in de omgeving. Dit betekent niet dat de naaimachine niet goed functioneert. Als het scherm moeilijk te lezen is, past u de helderheid aan.
Patroontypekeuzescherm
Nr.
3 Deze lijn toont het
4 Met deze toets wijzigt u de
5 Met deze toets controleert u
6 Met deze toets verplaatst u
Display
Toetsnaam
Lijn borduurgebied
Instellingentoets
Bedieningshand­leidingstoets
Toets Naaldstang/ borduurraam verplaatsen
Functie Pagina
borduurgebied voor het grote borduurraam. De borduurraamindicators, de rasterlijnen en andere scherminstellingen kunnen worden ingesteld via het machine­instellingenscherm.
machine-instellingen.
het functioneren van de machine.
de geselecteerde naaldstang of rijgt u deze in, plaatst u de borduurarm of oliet u de machine zodat u het borduurraam gemakkelijk kunt verwijderen of bevestigen.
123
25
28
66, 86
Nr.
1 Annuleer alle voorgaande
Display
Toetsnaam
Home-toets
Functie Pagina
handelingen en keer terug naar het eerste patroontypekeuzescherm.
7 Met deze toets stelt u de
klok in op uw plaatselijke
Kloktoets
8 Met deze toets geeft u de
Toets Draadloos LAN
* De toetsen uit bovenstaande tabel verschijnen en
kunnen worden gebruikt in de meeste schermen die later in deze handleiding worden beschreven.
tijd.
instellingen voor draadloos LAN op. Ook kunt u met deze toets de signaalsterkte van het draadloze LAN van de machine weergeven.
23
27
2 Weergavegebied van het
Patroonweer­gavegebied
geselecteerde patroon.
24
123
Page 27
De instellingentoets gebruiken
Memo
5
4
3216
0
9
8
7 A
Opmerking
B
E
D
C
F
Tik op om de standaardmachine-instellingen (lichtsterkte, volume, geluidsvolume, beginscherm, enz.) te wijzigen. Als u
andere instellingenschermen wilt weergeven, tikt u op
voor “Borduurinstellingen”, voor “Algemene
instellingen” of voor “Instellingen voor draadloos LAN”.
• De standaardmachine-instelling is gemarkeerd.
• Tik op of om een ander instellingenscherm weer te geven.
Borduurinstellingen
VOORBEREIDINGEN
1 De pagina die deze toets bevat wordt teruggezet naar de
standaardinstellingen.
2 U kunt een afbeelding van het huidige
instellingenscherm opslaan op een USB-medium.
3 U kunt de hulplijnen (middelpuntmarkering en raster)
opgeven voor het patroonweergavegebied. (pagina 123)
4 De kleurgegevens in het draadkleurvolgordescherm en
de gegevens over de naaldstangdraad kunnen worden omgeschakeld naar de kleurnaam, het garenmerk en kleurnummer of de borduurtijd. (pagina 123)
5 Naargelang de kleur van het borduurwerk kunt u de
achtergrondkleur van het patroonweergavegebied en de miniaturen wijzigen, zodat ze beter zichtbaar en gemakkelijker te selecteren worden.
6 Geeft aan of springsteken moeten worden afgeknipt of
niet. Daarnaast kunt u de lengte van de springsteken opgeven. Wanneer u Tajima-borduurgegevens gebruikt (.dst), kunt u opgeven of de draad wordt afgeknipt volgens het opgegeven aantal springcodes. (pagina 123)
7 Geeft de lengte aan van korte steken die moeten worden
verwijderd. (pagina 124)
8 Geeft de lengte aan van de bovendraad die blijft
ingeregen in de naald nadat de draad is afgeknipt (draadlengte die door het oog van de naald wordt geleid). (pagina 124)
9 Geeft de afstand tussen het patroon en de rijgsteken op.
(pagina 124)
0 Geeft de acceleratie aan vanaf de initiële snelheid (bij
aanvang van het borduren) tot de maximale borduursnelheid is bereikt.
1
• Als u de instellingen ["DST"-instelling] 6 of [Korte steken verwijderen] 7 wijzigt, worden de nieuwe instellingen toegepast op het volgende borduurwerk.
A Een bepaalde kleur draad kan worden ingesteld voor een
bepaalde naaldstang. De opgegeven kleur blijft toegewezen aan de naaldstang tot de instelling wordt geannuleerd. Ook kunt u de maximale borduursnelheid opgeven voor een naaldstang en automatisch naaldinrijgen annuleren. Deze functie is niet toegankelijk via het borduurscherm. (pagina 121)
B Selecteer of de stof al dan niet wordt weergegeven op
de achtergrond. (pagina 72)
C Wanneer de stof is gescand en wordt weergegeven als
achtergrondafbeelding, kunt u de dikte van de stof controleren om ervoor te zorgen dat de camera de stof goed detecteert. (pagina 74)
D Voordat u de stof scant om weer te geven als
achtergrondafbeelding voor een patroon of u de ingebouwde camera gebruikt om een camerabeeld van de stof weer te geven, moet u de instelling voor de aanschuiftafelinstallatie selecteren. (pagina 73)
E Er kan een blauw kader worden weergegeven in het
borduurinstellingenscherm om aan te geven welk gebied door de camera wordt gedetecteerd.
F Er kan een raster worden weergegeven in het
camerascherm om te helpen het patroon in de gewenste hoek te zetten.
25
Page 28
Algemene instellingen
2
4
5
3
1
A
0
6
7
8
9
B
E
D
C
F
I
H
G
VOORZICHTIG
Opmerking
• Wanneer [Draadsensor] is ingesteld op [OFF], kan de machine verstrikte bovendraad niet detecteren. En wanneer u de machine gebruikt terwijl de draad is verstrikt, kan dit leiden tot beschadiging.
1 De machine kan zo worden ingesteld dat het
beginscherm wordt weergegeven ([ON]) of niet weergegeven ([OFF]) wanneer u de machine inschakelt.
2 Selecteer instellingen voor de [Ecomodus] en
[Afsluitondersteun-modus]. (pagina 27)
3 Selecteer de tijdsduur waarna de schermbeveiliging
wordt weergegeven.
4 Selecteer de afbeelding van de schermbeveiliging.
(pagina 27)
5 Pas de helderheid van het scherm aan. 6 Pas de helderheid van het borduurlampje aan. 7 Pas de helderheid van het borduurlampje aan wanneer
er lichteffecten worden gebruikt om aan te geven dat de draadklos moet worden vervangen of dat er een fout is opgetreden.
8 Pas het volume van de bedieningstoon aan. Verhoog het
getal om het geluid harder te zetten, verlaag het getal om het zachter te zetten.
9 Pas het volume van de foutmelding aan. Verhoog het
getal om het geluid harder te zetten, verlaag het getal om het zachter te zetten.
0 Selecteer de maateenheid op het scherm voor borduren
(mm/inch).
A Selecteer de schermtaal. De toetsen en de meldingen
worden in de geselecteerde taal weergegeven.
B Selecteer de functie Link (Verbinding) [ON] of [OFF]. U
kunt kiezen tussen een verbinding via USB-kabel of via draadloos LAN. (pagina 132)
C Stel [Handmatige kleurvolgorde] in op [ON] of [OFF].
(pagina 58)
D Zet zowel de boven- als de onderdraadsensoren [ON] of
[OFF]. Als de sensor [OFF] staat, kunt u de machine zonder bovendraad gebruiken.
E Verandert de vorm van de aanwijzer wanneer u een
USB-muis gebruikt.
F [Totaalaantal] geeft het totaalaantal geborduurde steken
aan en [Stekenaantal] geeft het aantal steken aan dat is geborduurd sinds de laatste onderhoudsbeurt van de machine.
G [Totaaltijd] geeft aan hoelang de machine in totaal is
gebruikt en [Stekentijd] geeft aan hoelang de machine is gebruikt sinds de laatste onderhoudsbeurt.
* Gebruik de tellers F en G als standaardtellingen
voor het uitvoeren van periodiek onderhoud en voor het laten uitvoeren van onderhoud aan de machine.
H Geeft het interne machinenummer van deze machine
weer.
I Geeft de versie aan van de software die op deze
machine is geïnstalleerd.
26
• Installeer de nieuwste software. Informeer bij uw plaatselijke erkende Brother-dealer of kijk op “ http://s.brother/cubah/ ” of er updates beschikbaar zijn (pagina 192).
Page 29
VOORBEREIDINGEN
Opmerking
5
6
4
1
2
3
7
8
9
Instellingen voor draadloos LAN
1 Schakel de functie voor draadloos LAN aan/uit. 2 Geeft de aangesloten SSID weer. 3 Stel de machine in voor verbinding via draadloos LAN. 4 Geeft de machinenaam weer die wordt gebruikt in het
draadloze netwerk. Deze naam wordt gebruikt wanneer er bestanden worden overgebracht van de machine naar de borduurbewerkingssoftware (PE-DESIGN versie 11 of hoger).
5 Wijzig de machinenaam die wordt gebruikt in het
draadloze netwerk.
6 Controleer de status van het draadloze LAN. 7 Geef andere menu's weer. 8 Zet de netwerkbewerkingen terug. 9 Geef de introductie tot de toepassing weer.
De [Ecomodus] en de [Afsluitondersteun­modus] instellen
U kunt machinevermogen besparen door de [Ecomodus] en de [Afsluitondersteun-modus] in te stellen. Als u de machine gedurende de ingestelde tijd ongebruikt ingeschakeld laat, gaat de machine over in een van deze modi.
[Ecomodus]:
Na de ingestelde tijd gaat de machine in de slaapstand. Raak het scherm aan of druk op de “Start/Stop”-toets om door te gaan met gebruik.
[Afsluitondersteun-modus]:
De machine wordt na een ingestelde tijdsduur uitgezet. Zet de machine uit en weer aan om opnieuw te beginnen met gebruik.
Tik op om [Ecomodus] en [Afsluitondersteun­modus] weer te geven. (pagina 26)
• Als u de machine uitzet terwijl deze zich in de [Ecomodus] of de [Afsluitondersteun-modus] bevindt, wacht dan 5 seconden voordat u de machine weer aanzet.
De schermbeveiligingsafbeelding wijzigen
U kunt uw eigen persoonlijke afbeeldingen selecteren voor de schermbeveiliging van uw machine. Alvorens de schermbeveiligingsafbeelding te wijzigen, bereidt u de afbeelding voor op uw computer of USB­medium. Meer informatie over compatibele afbeeldingsbestanden vindt u in “SPECIFICATIES” op pagina 190.
Druk op en vervolgens op .
a
Het scherm Algemene instellingen wordt
weergegeven.
Vind [Schermbeveiliging] op het scherm Algemene
b
instellingen.
Druk op .
c
Druk op .
d
Sluit het USB-medium of de computer (met een USB-
e
kabel) waarop uw persoonlijke afbeelding zich bevindt, aan op de USB-poort van de machine.
Druk op om de eerste afbeelding te
f
selecteren.
Selecteer het apparaat dat u hebt aangesloten.
g
Een lijst van uw persoonlijke afbeeldingen verschijnt
op het scherm.
• Druk op om de geselecteerde afbeelding te verwijderen.
• Druk hierop om terug te keren naar het vorige scherm.
1
Tik op een bestandsnaam om de afbeelding te
h
selecteren en tik vervolgens op .
De geselecteerde afbeelding wordt opgeslagen op
uw machine.
Herhaal stap f t/m h om de overige afbeeldingen in
i
te stellen.
Druk op om terug te keren naar het
j
oorspronkelijke scherm.
27
Page 30
Help voor de machine gebruiken
1 2
3 4
2
4
1
3
Memo
2
1
1
Tik op om het helpscherm van de machine weer te geven.
Er zijn functies beschikbaar op het onderstaande scherm.
1 Beschrijving voor het inrijgen van de bovendraad, het
installeren van de spoel, de voorbereiding voor het borduren van een patroon en het gebruik van de machine (pagina 28)
2 Instructievideo’s of MPEG-4 (MP4)-video's op USB-
media (pagina 28, pagina 29)
3 Weergave van de koppelingsinformatie naar de Brother
support website.
4 Geef de introductie tot de toepassing weer.
Selecteer de categorie en de instructievideo.
c
1 Categorie 2 Instructievideo
De geselecteerde instructievideo start.
Speel de instructievideo af.
d
1 Aantal verstreken seconden/Totaal aantal seconden
Bedieningstoetsen
De functie voor de bedieningshandleiding gebruiken
Druk op om het volgende scherm weer te geven. Boven aan het scherm worden categorieën
weergegeven. Tik op een toets voor meer informatie over die categorie. Een aantal functies wordt beschreven in de video's. Bekijk deze video's om de functies beter te begrijpen.
1 Informatie over de belangrijkste onderdelen van de
machine en hun functies
2 Informatie over het inrijgen van de machine, het spannen
van de stof in het borduurraam enz.
3 Informatie over probleemoplossing 4 Informatie over het reinigen van de machine enz.
Een instructievideo afspelen
Deze machine biedt instructievideo's over het gebruik van de machine.
Druk op .
a
Druk op .
b
Afspelen
Pauzeren
10 seconden terug
10 seconden vooruit
Terug naar begin
Herhalen
Video wissen (wanneer hij wordt afgespeeld vanuit het geheugen van de machine)
Opslaan op machine (wanneer hij wordt afgespeeld van een USB-medium)
• Een instructievideo die u vaak afspeelt, kunt u
opslaan op (favorieten) van de machine om vandaar af te spelen.
Wanneer u klaar bent met het afspelen van de video,
e
drukt u op .
28
Page 31
MPEG-4-video’s (MP4) afspelen
Memo
U kunt MP4-video's afspelen vanaf een USB-medium. Ook kunt u de MP4-video opslaan op de machine, zodat u een instructievideo over een naaiproject naar believen kunt bekijken. Meer bijzonderheden over compatibele videobestanden vindt u in “SPECIFICATIES” op pagina 190.
• Sommige typen MP4-bestanden kunnen niet worden bekeken met de machine.
Druk op .
a
Druk op .
b
Selecteer het apparaat waarop de video is opgeslagen.
c
VOORBEREIDINGEN
FUNCTIES VOOR DRAADLOZE NETWERKVERBINDING
Deze machine ondersteunt een draadloze netwerkverbinding. Door deze functie te gebruiken kan een borduurpatroon dat is bewerkt in borduurbewerkingssoftware (PE-DESIGN versie 11 of hoger), met draadloze overdrachtsfuncties naar de machine worden overgebracht via een computer. Borduurpatronen kunnen worden overgebracht van de machine naar de borduurbewerkingssoftware. De machine en de computer moeten zijn aangesloten op hetzelfde netwerk. Zie de handleiding van de borduurbewerkingssoftware voor gedetailleerdere procedures.
1
: instructievideo afspelen
: een video afspelen die is opgeslagen op de machine (favorieten)
: een video afspelen vanaf een USB-medium in de USB-poort
: een video afspelen vanaf een USB-medium in
de USB-poort voor de muis
Selecteer de video die u wilt afspelen.
d
Speel de video af.
e
* Gebruik de bedieningstoetsen volgens de
beschrijving in “Een instructievideo afspelen” op pagina 28.
Wanneer u klaar bent met het afspelen van de video,
f
drukt u op .
Draadloos netwerkverbinding activeren
De machine kan worden aangesloten op uw draadloze netwerk.
Druk op en vervolgens op .
a
Stel [Inschakeling draadloos LAN] in op [ON].
b
De machine wordt voorbereid op draadloze
overdracht.
29
Page 32
Eisen voor een draadloze netwerkverbinding
Memo
Memo
Memo
De draadloze netwerkverbinding voldoet aan de IEEE
802.11 n/g/b-normen en maakt gebruik van de frequentie 2,4 GHz.
• U kunt geen draadloos netwerk met WPA/WPA2 Enterprise instellen.
De draadloze netwerkverbinding instellen
De draadloze netwerkverbinding kan op verschillende manieren worden geconfigureerd. We raden de methode aan die gebruikmaakt van de wizard op deze machine.
De wizard gebruiken om de draadloze netwerkverbinding in te stellen
Als u de machine met een draadloos netwerk wilt
a
verbinden, hebt u de beveiligingsgegevens (SSID en netwerksleutel) voor uw netwerk nodig. De netwerksleutel kan ook wachtwoord, beveiligingssleutel of coderingssleutel worden genoemd. Zoek uw beveiligingsgegevens en noteer deze in de tabel hieronder.
Tik op naast de SSID die is genoteerd.
c
Het scherm wordt weergegeven waarop u de
netwerksleutel (wachtwoord) kunt opgeven.
• Als de SSID die is genoteerd, niet in de lijst wordt
weergegeven, tikt u op .
• Als de SSID die is genoteerd, niet wordt weergegeven, geeft u deze als volgt op.
SSID Netwerksleutel (wachtwoord)
• De draadloze netwerkverbinding kan niet worden geconfigureerd als u niet beschikt over de beveiligingsgegevens.
• De beveiligingsgegevens vinden
1 Kijk in de handleiding voor uw netwerk. 2 De standaard-SSID kan de naam van de
fabrikant of de naam van het model zijn.
3 Als u de beveiligingsgegevens niet kunt vinden,
neem dan contact op met de routerfabrikant, uw netwerkbeheerder of uw internetprovider.
Tik op naast [Installatiewizard voor draadloos
b
LAN].
1 Selecteer in de lijst met SSID’s.
2 Voer de gewenste netwerk-SSID in en tik
vervolgens op .
3 Selecteer de verificatiemethode en de
coderingsmodus.
• Als de machine al verbonden is geweest met het
thuisnetwerk, tikt u op en selecteert u
vervolgens de opgeslagen SSID.
Voer de netwerksleutel (wachtwoord) in die is
d
genoteerd en tik vervolgens op .
30
Er wordt een lijst met beschikbare SSID’s
weergegeven.
Page 33
VOORBEREIDINGEN
Memo
1 2
3
Wanneer de volgende melding verschijnt, drukt u op
e
Wanneer er een verbinding is gemaakt, wordt het
.
volgende bericht weergegeven.
Het menu [Overige] gebruiken om de draadloze netwerkverbinding in te stellen
Het menu [Overige] bevat de volgende items.
1
1 U kunt de TCP/IP-instellingen handmatig opgeven. 2 Geeft het MAC-adres weer. 3 Gebruiken wanneer er proxy-instellingen zijn vereist.
Tik op om de installatie af te sluiten.
f
• Wanneer u bent verbonden, wordt de sterkte van het signaal aangegeven door het pictogram in de rechteronderhoek van het scherm.
• Zodra er een draadloze netwerkverbinding tot stand is gebracht, wordt er elke keer dat de machine wordt aangezet, verbinding gemaakt. [Inschakeling draadloos LAN] in het netwerkinstellingenscherm moet dan echter op [ON] blijven staan.
31
Page 34
OVERIGE FUNCTIES
Memo
Opmerking
Een USB-muis gebruiken
Wanneer u een USB-muis op de machine aansluit, kunt u hiermee allerlei handelingen uitvoeren op de schermen.
Sluit een USB-muis aan op de USB-poort die is aangegeven met . U kunt ook een USB-muis aansluiten op de andere
USB-poort.
• Gebruik een standaardcomputermuis voor de bediening van de functies op de machine. Sommige USB-muizen zijn mogelijk niet compatibel met deze machine.
Controle-app
Als u de controle-app hebt geïnstalleerd op uw smart phone/ tablet en de machine en de smartphone/tablet hebt verbonden met hetzelfde draadloze netwerk, kunt u het functioneren van uw machine controleren. U kunt ook controleren wanneer u de draadklos moet vervangen en naar welke kleur draadklos u moet wisselen. Daarnaast kunt u een melding ontvangen wanneer de machine stopt.
Verbind de machine met uw draadloze netwerk.
a
(pagina 29)
Leg met een leesapp voor QR-codes op uw smart
b
phone/tablet de juiste QR-code (Android™ of iOS) vast en ga naar de Google Play™ of App Store.
Google Play™ App Store
1 USB-poort gemarkeerd met 2 USB-muis
• U kunt een USB-muis op elk moment aansluiten of loskoppelen.
• U kunt de linkermuisknop gebruiken om bewerkingen uit te voeren zoals een ontwerp kiezen of menutoetsen kiezen.
• De muisaanwijzer wordt niet weergegeven in de schermbeveiliging.
Installeer [My Stitch Monitor] om het borduren te
c
controleren.
My Stitch Monitor
32
Page 35
BORDUURBEGINSELEN
VOORZICHTIG
Opmerking
Memo
Hoofdstuk
2
BORDUURBEGINSELEN
BASISPROCEDURES
Hieronder wordt een aantal basisprocedures van het borduren beschreven. Lees de onderstaande procedures voordat u met de machine gaat werken.
Stap Handeling Pagina
1 De spoel plaatsen. 33
2 De machine aanzetten. 22
3 Selecteer een borduurpatroon. 35
4 Een borduurpatroon bewerken. 44
5 De voorbeeldweergave controleren. 60
6 Span stof in het borduurraam. 61
Het borduurraam aan de machine
7
bevestigen.
8 De borduurinstellingen invoeren. 69
9 Het borduurgebied controleren. 72
64
DE SPOEL INSTALLEREN
Bij aanschaf van de machine is alleen het spoelhuis geïnstalleerd in de grijper. Plaats een spoel met spoeldraad daarop gewonden om te borduren.
• Gebruik voorgespoelde spoelen (Fil-Tec/TRU­SEW POLYESTER “Filaments”) of metalen spoelen die speciaal zijn ontwikkeld voor deze machine.
• Gebruik bij het opwinden van een spoel de optionele spoelopwinder (pagina 142) en metalen spoelen.
• Voordat u begint met borduren controleert u of er voldoende onderdraad is voor het patroon.
• Reinig het spoelhuis telkens wanneer u de spoel verwisselt. (pagina 175)
2
10 De bovendraden inrijgen. 81
Tik op de “Start/Stop”-toets om te beginnen met borduren.
11
(Als de machine klaar is met borduren, stopt deze automatisch.)
12 Verwijder het borduurraam. 90
13 De machine uitzetten. 22
87
Het spoelhuis verwijderen
Open het klepje voor de grijper.
a
Trek het klepje van de grijper naar u toe.
Trek het draadhaakje naar u toe als dit niet naar voren
b
getrokken is.
1 Draadhaakje
Trek het draadhaakje naar voren om goed bij het spoelhuis te kunnen komen.
• Het draadhaakje houdt de draad vast wanneer de machine begint te borduren of wanneer de draad wordt afgeknipt.
33
Page 36
Haal de draad door de draadgleuf en onder de
VOORZICHTIG
Opmerking
Opmerking
b
spanveer door.
• Het draadhaakje kan slechts binnen een bepaald bereik worden bewogen. Oefen er niet te veel kracht op uit.
Pak de grendel van het spoelhuis vast en verwijder het
c
spoelhuis.
1 Grendel
De machine oliën
Breng olie aan op de machine nadat u het spoelhuis hebt verwijderd. Zie “De machine oliën” op pagina 178 voor meer informatie over het oliën van de machine.
• Breng eenmaal daags voor gebruik een druppel olie aan op de grijper.
1 Draadgleuf 2 Spanveer
Haal de draad door de opening in de spanveer.
c
1 Ongeveer 50 mm (2 inch).
• Voor meer bijzonderheden zie “De spanning van de onderdraad afstellen” op pagina 116.
De spoel installeren
Plaats de spoel in het spoelhuis.
a
• Voorgespoelde spoel
a
1 Magnetisch uiteinde
• Metalen spoel (pagina 142)
• Controleer of de draad met de klok mee op de spoel is gewonden (zie afbeelding). Als de spoel zo wordt geplaatst dat de draad in tegengestelde richting wordt afgewonden, zal het borduurwerk niet goed worden uitgevoerd.
34
Page 37
BORDUURBEGINSELEN
3
2
1
5
A
0
4
6
7
8 9
Het spoelhuis plaatsen
Plaats het spoelhuis op de grijper.
a
Plaats het spoelhuis terwijl u het lipje op het spoelhuis uitlijnt met de inkeping in de grijper (zie afbeelding).
1 Lipje 2 Inkeping
• Plaats het spoelhuis op de grijper tot het op zijn plaats klikt.
EEN BORDUURPATROON SELECTEREN
Algemene patroonselectie
De procedure voor het selecteren van een patroon is afhankelijk van het type patroon. Hieronder wordt de algemene procedure voor het selecteren van een patroon beschreven.
Druk op de toets voor de gewenste categorie in het
a
patroonkeuzescherm.
Patroontypekeuzescherm
2
Sluit het afdekklepje van de grijper.
b
1 Borduurpatronen (pagina 36) 2 Kaderpatronen (pagina 37) 3 Letterpatronen (pagina 39) 4 Decoratieve alfabetpatronen (pagina 41) 5 Monogram- en kaderpatronen (pagina 38) 6 Borduursteken/grote knoopsgatpatronen (pagina 37) 7 Randpatronen voor quilten (pagina 105) 8 Patronen die zijn opgeslagen in het geheugen van de
machine (pagina 130)
9 Patronen die zijn opgeslagen op een USB-medium
(pagina 130)
0 Patronen die zijn opgeslagen op een computer
(pagina 130)
A Patronen over te dragen via het draadloze netwerk
(pagina 130)
Druk op het gewenste patroon in het
b
patrooncategorielijstscherm om het patroon te selecteren.
35
Page 38
Druk op het gewenste patroon in het
7
3
8
8
0
5
1
4
2
9
6
c
patroonlijstscherm om het patroon te selecteren.
Patroonlijstscherm
1 Grootte van het gehele gecombineerde patroon 2 Grootte van het geselecteerde patroon 3 Tik op een patroon om de gegevens van het patroon
weer te geven.
4 Keer terug naar het patrooncategorielijstscherm om de
categorie te wijzigen.
5 Bekijk voorbeeld van borduurafbeelding. 6 Selecteer klein, medium of groot als grootte van de
patroonminiaturen.
7 Aantal draadkleurwisselingen 8 Tik tot de gewenste pagina wordt weergegeven ingeval
er meerdere pagina's zijn.
9 Bevestig het patroon en verplaats het patroon naar het
patroonbewerkingsscherm.
0 Spiegel het patroon dat wordt bewerkt, in horizontale
richting.
Druk op .
d
Het patroonbewerkingsscherm wordt weergegeven.
Bewerk het geselecteerde patroon. (pagina 44)
e
Span de steunstof en de stof in het borduurraam.
f
(pagina 61)
Het borduurraam aan de machine bevestigen.
g
(pagina 64)
Borduurpatronen
Druk op .
a
Selecteer een borduurpatrooncategorie.
b
De lijst met borduurpatronen wordt weergegeven.
Een borduurpatroon selecteren.
c
Het geselecteerde patroon wordt weergegeven in het
patroonweergavegebied.
Druk op .
h
Het borduurinstellingenscherm wordt weergegeven.
Bewerk het gehele patroon. (pagina 69)
i
Druk op .
j
Het borduurscherm wordt weergegeven.
36
Page 39
Controleer het borduurscherm en rijg de bovendraden
1
2
21
k
in. (pagina 81)
Begin met borduren. (pagina 87)
l
Kaderpatronen
Druk op .
a
BORDUURBEGINSELEN
Borduursteken/grote knoopsgatpatronen
Druk op .
a
Selecteer de gewenste categorie borduursteken of
b
grote knoopsgatpatronen.
De lijst met patronen van de geselecteerde categorie
verschijnt.
Selecteer een patroon.
c
Het geselecteerde patroon wordt weergegeven in het
patroonweergavegebied.
Bewerk het patroon indien nodig.
d
2
Selecteer de gewenste vorm voor het kader in de
b
bovenste tabs.
De kaderpatronen worden hieronder weergegeven.
1 Kadervormen 2 Kaderpatronen
Tik op het gewenste kaderpatroon.
c
Het geselecteerde patroon wordt weergegeven in het
patroonweergavegebied.
Druk op .
d
Het patroonbewerkingsscherm wordt weergegeven.
Volg de procedure vanaf stap e tot l van
e
“Borduurpatronen” op pagina 36.
1 De grote knoopsgatpatronen kunt u in kleine,
middelgrote en grote afmetingen selecteren.
2 Spiegel het patroon horizontaal.
Druk op .
e
Het patroonbewerkingsscherm wordt weergegeven.
Volg de procedure vanaf stap e tot l van
f
“Borduurpatronen” op pagina 36.
37
Page 40
Monogram- en kaderontwerpen
4
1 2
3
2
1
2
1
2
1
Memo
2
3 4
1
4 5
1
2
3
U kunt monogramontwerpen creëren door twee of drie letters te combineren.
Druk op .
a
Druk op de knop voor de gewenste letterstijl.
b
De geselecteerde letters verschijnen in het
tekstvoorbeeld- en het patroonweergavegebied.
1
2
3
Het tekstinvoerscherm wordt weergegeven.
• Wanneer u 4 selecteert, verschijnt de lijst met
kaderpatronen. Wanneer u een patroon creëert door letters te combineren met een kader, maakt het niet uit of u de letters of het kader eerst selecteert. Voor de borduurvolgorde wordt de volgorde aangehouden waarin de onderdelen van het monogram worden geselecteerd. Voor dit voorbeeld selecteren we de letters eerst.
Selecteer de letters.
c
Druk op de tabs om de verschillende lettervormen te selecteren. Druk vervolgens op elk tabblad op de toets voor een letter.
1 Tekstvoorbeeldgebied 2 Patroonweergavegebied 3 Als een verkeerd teken is geselecteerd of als u een ander
teken wilt selecteren, drukt u op om het teken te verwijderen dat het laatst is geselecteerd. Druk
vervolgens op de toets voor het gewenste teken.
4 Nieuwe-regeltoets
• Naar gelang het ontwerp is er een voorgeprogrammeerd aantal letters. Maar u kunt meer letters invoeren dan het geprogrammeerde aantal. Als u te veel letters hebt geselecteerd, druk
dan op om de letters te verwijderen.
• Desgewenst kunt u meerdere letters selecteren om die op dezelfde manier te gebruiken als een ander letterpatroon, zonder een monogram te creëren.
Bewerk de letters zo nodig. (pagina 40)
d
38
*
* Aangezien de vormen van de letters gelijk zijn in dit
ontwerp, zijn er geen tabs om te selecteren.
1 Tabs
2 Als u het lettertype wilt wijzigen, drukt u op om
terug te keren naar het ontwerpkeuzescherm.
1 Selecteer of u alle letters of één letter wilt bewerken. 2 Wijzig de grootte van de letters. 3 Wijzig de layout van de tekst. 4 Wijzig de spatiëring van de letterpatronen. 5 Wijzig de tekstuitlijning.
Druk op .
e
Het patroonbewerkingsscherm wordt weergegeven. Vervolgens combineren we de letters met een kader.
Druk op .
f
Het patroonkeuzescherm wordt weergegeven.
Page 41
Druk op .
Memo
g
Het ontwerpkeuzescherm verschijnt.
Druk op .
h
BORDUURBEGINSELEN
Letterpatronen
Druk op .
a
Druk op het gewenste lettertype.
b
2
De lijst met kaderpatronen wordt weergegeven.
Druk op het gewenste patroon.
i
Het geselecteerde kaderpatroon wordt weergegeven
in het patroonweergavegebied.
Druk op .
j
Het patroonbewerkingsscherm wordt weergegeven.
• Vanwege het formaat of de vorm kunnen sommige kaderpatronen niet worden gebruikt met het
ontwerp .
• De kaderpatronen zijn slechts enkele van de patronen die u kunt gebruiken. U kunt andere letterpatronen dan de monogrampatronen van drie letters gebruiken in de combinatie.
• Druk op of op voor meer keuzemogelijkheden.
Het tekstinvoerscherm wordt weergegeven.
Selecteer de lettercategorie en typ vervolgens de tekst.
c
(pagina 40)
Druk op .
d
Het patroonbewerkingsscherm wordt weergegeven.
Volg de procedure vanaf stap e tot l van
e
“Borduurpatronen” op pagina 36.
Volg de procedure vanaf stap e tot l van
k
“Borduurpatronen” op pagina 36.
39
Page 42
Invoertoetsen voor letterpatronen
Memo
B
A 0
9
4 51 2 3
8
6 7
C
D
• Als een toets wordt weergegeven met een grijze achtergrond, kunt u die functie niet gebruiken bij het geselecteerde patroon.
Nr.
1 Ga terug naar het vorige scherm.
Display
Functie
Toetsnaam
Nr.
4 Wijzig de spatiëring van de
5 Wissel van uitlijning. Deze functie is
Display
Toetsnaam
Tussenruimtetoets
Uitlijningstoets
Functie
letterpatronen.
: de spatiëring tussen de letters vergroten.
: de spatiëring tussen de letters verkleinen.
• Als u de spatiëring na één letter wilt
wijzigen, tikt u op om weer te geven en selecteert u
vervolgens de letter. De spatiëring tussen de geselecteerde letter en de volgende letter wordt gewijzigd.
: de ene geselecteerde letter verhogen.
: de ene geselecteerde letter verlagen.
: de spatiëring terugzetten.
beschikbaar wanneer er meerdere regels tekst zijn ingevoerd.
: rechts uitlijnen
Te ru g -t oe t s
2 Wijzig de grootte van letterpatronen. Als
Groottetoets
3 Wijzig de lay-out van de letterpatronen.
Reekstoets
u de grootte van één letter wilt wijzigen,
tikt u op om weer te geven en selecteert u vervolgens de
letter. De grootte van de geselecteerde letter wordt gewijzigd.
• De grootte van de kleine lettertypen
, , , , en
kunt u niet wijzigen.
• Als u de letterpatronen langs een boog
wilt schikken, tikt u op , ,
of .
: boog platter maken.
: boog ronder maken.
• Als u de letterpatronen langs een
helling wilt schikken, tikt u op .
: wijzig de helling tegen de klok
in.
: de helling met de klok mee
wijzigen.
: de lay-out terugzetten.
: links uitlijnen
: centreren
6 Wijzig het lettertype van de letters. Het is
niet altijd mogelijk om het geselecteerde
Lettertypetoets
lettertype te wijzigen.
• Als u het lettertype van één letter wilt
wijzigen, tikt u op om weer te geven en selecteert u
vervolgens de letter. Het lettertype van de geselecteerde letter wordt gewijzigd.
40
Page 43
BORDUURBEGINSELEN
1
Memo
1
Nr.
7 Pas letterpatroonbewerking toe om naar
8 Voer een spatie in.
9 Maak een nieuwe regel.
0 Verwijder de letter.
A Selecteer de lettercategorie.
B Selecteer of u alle letters of één letter wilt
Display
Toetsnaam
Insteltoets
Spatietoets
Nieuwe­regeltoets
Wistoets
Categorietoetsen
Selectietoets één/alle
Functie
het bewerkingsscherm te gaan.
bewerken.
: alle letters bewerken.
: bewerk één letter.
C Verplaats de cursor en selecteer een
Letterselectietoetsen
D Schakel tussen tekst verticaal en
Toets Tekst horizontaal/ verticaal
letter.
horizontaal schrijven. (alleen Japans lettertype)
Decoratieve alfabetpatronen
Druk op .
d
Het patroonbewerkingsscherm wordt weergegeven.
Volg de procedure vanaf stap e tot l van
e
“Borduurpatronen” op pagina 36.
Applicatielettertypen
Druk op .
a
Druk op .
b
De lijst met applicatielettertypen verschijnt.
Druk op het gewenste patroon.
c
1 Hiermee wijzigt u de lettergrootte.
Het geselecteerde patroon wordt weergegeven in het
patroonweergavegebied.
Druk op .
d
Het patroonbewerkingsscherm wordt weergegeven.
2
Druk op .
a
Druk op de gewenste categorie.
b
Druk op het gewenste patroon.
c
1 Spiegel het patroon horizontaal.
Het geselecteerde patroon wordt weergegeven in het
patroonweergavegebied.
• Zie “Applicatiepatronen borduren” op pagina 100 voor meer informatie over het borduren van applicaties.
41
Page 44
Borduurpatronen combineren
Opmerking
Druk op .
h
Voorbeeld:
Selecteer een patroon en tik vervolgens op .
a
Druk op .
b
Druk op .
c
Wanneer u klaar bent met alle wijzigingen, tikt u op .
i
• Gecombineerde patronen worden geborduurd in de volgorde waarin ze zijn ingevoerd.
Het te bewerken patroon selecteren
Wanneer u meerdere patronen hebt gecombineerd,
selecteert u met of het patroon dat u wilt
bewerken. U kunt patronen ook selecteren door het scherm aan te raken met uw vinger of de touch-pen.
Selecteer en voer “LOVE” in.
d
De letters die u invoert, worden weergegeven in het
midden van het borduurpatroongebied.
Druk op .
e
Gebruik om de letters te verplaatsen.
f
*
U kunt letters ook verplaatsen door de letters direct te slepen met uw vinger of de touch-pen.
Tik op om de kleur van de letters te wijzigen. (pagina 54)
g
Meerdere patronen tegelijk selecteren
U kunt meerdere patronen gemakkelijk bewerken (gecombineerde patronen verplaatsen bijvoorbeeld) als ze allemaal gelijk zijn geselecteerd.
Druk op .
a
Het scherm Meervoudige selectie wordt weergegeven.
42
Page 45
BORDUURBEGINSELEN
Memo
Selecteer meerdere patronen door uw vinger over het
b
scherm te slepen om een kader rond de gewenste patronen te maken.
• Op het scherm Meervoudige selectie kunt u meerdere patronen selecteren of de selectie ervan
ongedaan maken. Druk op of op om de te selecteren patronen aan te vinken. Klik vervolgens
op .
Meerdere geselecteerde patronen groeperen
Als de meerdere patronen die u hebt geselecteerd in “Meerdere patronen tegelijk selecteren” op pagina 42 zijn gegroepeerd, kunt u ze bewerken als één patroon.
Druk op .
a
De geselecteerde patronen worden gegroepeerd.
• Druk op om de groepering van patronen op te heffen. Als er meerdere gegroepeerde patronen zijn, wordt de geselecteerde patroongroep opgeheven.
Groep opgeheven
Gegroepeerd
2
Het geselecteerde patroon is omgeven door een rood kader.
- Druk op om alle patronen in het patroonweergavegebied te selecteren.
- Druk op om de selectie van alle geselecteerde patronen ongedaan te maken.
- U kunt de patronen ook selecteren door ze aan te raken op het scherm.
- Wanneer het scherm Meervoudige selectie wordt weergegeven, kunt u patronen verplaatsen met
.
Druk op om terug te keren naar het
c
patroonbewerkingsscherm.
• De meerdere patronen die u hebt geselecteerd, zijn omgeven door een rood kader.
43
Page 46
HET BORDUURPATROON
Memo
2
0
A
7
1
9
B
3
4
5
6
8
BEWERKEN
Het patroonbewerkingsscherm
• Als een toets wordt weergegeven met een grijze achtergrond, kunt u die functie niet gebruiken bij het geselecteerde patroon.
Nr.
Display
Toetsnaam
Grootte
Afstand vanaf
het
middelpunt
(verticaal)
Functie Pagina
Geeft de afmeting weer van het patroon dat wordt bewerkt. De bovenste waarde geeft de lengte aan en de onderste waarde de breedte.
Geeft de verplaatsing weer (verticale afstand) van het geselecteerde patroon.
Nr.
1
Patroongrootte
2
Borduurraamindicators
Display
Toetsnaam
Functie Pagina
Geeft de afmeting weer van het borduurpatroon dat in het patroonweergavegebied wordt weergegeven. De bovenste waarde geeft de lengte aan en de onderste waarde de breedte. Als het borduurpatroon uit meerdere patronen bestaat die zijn gecombineerd, is de afmeting inclusief alle patronen.
Geeft de afmeting weer van borduurramen die kunnen worden gebruikt om het patroon te borduren dat wordt weergegeven in het patroonweergavegebied.
61
3
Afstand vanaf
(horizontaal)
draadkleuren
het
middelpunt
Rotatiehoek
Aantal
Geeft de verplaatsing weer (horizontale afstand) van het geselecteerde patroon.
Geeft de rotatiehoek weer waarop het patroon dat wordt bewerkt, wordt gedraaid.
Geeft het aantal draadkleuren weer voor het patroon dat wordt bewerkt.
44
Page 47
BORDUURBEGINSELEN
Nr.
4
Display
Toetsnaam
Groottetoets
Functie Pagina
Geef het patroonformaatvenster weer.
: verkleint het patroon met behoud van de
verhoudingen.
: verkleint het patroon verticaal.
: verkleint het patroon horizontaal.
: vergroot het patroon met behoud van de
verhoudingen.
: rekt het patroon verticaal uit.
: rekt het patroon horizontaal uit.
: wijzigt de patroongrootte met behoud
van het aantal steken. (normale modus voor vergroten/verkleinen)
: wijzigt de patroongrootte met behoud
van de draaddichtheid. (modus voor herberekening van steken)
: selecteert het patroon dat u wilt wijzigen.
: verplaatst het
Nr.
Display
Toetsnaam
Uitlijningstoets
Functie Pagina
Schikt meerdere patronen op een lijn.
49
Wijzigt het patroon dat u
Applicatieborduurtoets
Letterbewerkingstoets
5
bewerkt, in een applicatiepatroon.
Bewerkt de letters. 46
Wijzigt de garenkleur van
101
2
elke letter in een
Meerkleurentoets
letterpatroon (alleen mogelijk indien een letter is
54
geselecteerd).
Knipt automatisch
Draadknipinsteltoets
draadsprongen binnen de letters van een letterpatroon af.
47
Voegt een patroon toe. Met deze toets wordt het
Toevoegentoets
patroontypekeuzescherm weergegeven.
42
Wist het patroon. Met deze
Wistoets
toets wordt het geselecteerde patroon gewist.
Maakt de laatste bewerking die u hebt uitgevoerd, ongedaan en keert terug naar
6
Hersteltoets
de vorige status. Telkens wanneer u op deze toets tikt,
maakt u één bewerking ongedaan.
Rotatietoets
Draadkleurwisse-
lingstoets
Randtoets
patroon in de richting van de pijl is aangegeven.
: zet de grootte terug.
: sluit dit scherm.
: wijzigt de grootte van het patroon (alleen
letterpatronen).
Geef het patroonrotatiescherm weer.
•: zet terug in de originele richting.
Roteer het patroon met de rotatietoetsen of door de rode punt bij de hoek van het patroon te slepen. U kunt ook de verplaatsingstoetsen gebruiken bij het rotatieproces.
Wijzig de kleur van het patroon.
Maak en bewerk een herhaalpatroon.
54
49
Opnieuw-
Eindetoets
7
Voorbeeldtoets
Stofscantoets
8
Uitvergrotingstoets
toets
Voert de laatste, ongedaan gemaakte bewerking opnieuw uit.
Beëindigt het bewerken en gaat naar het borduurinstellingenscherm.
Geeft een afbeelding weer van het patroon, als voorbeeldweergave.
Scant met de ingebouwde camera de stof in het borduurraam voor weergave als achtergrond van het patroon.
Voor de schermweergavegrootte van het patroon dat u bewerkt kunt u kiezen uit 100%, 125%, 150% of 200%.
72
45
Page 48
Nr.
Memo
Display
Toetsnaam
Functie Pagina
Letters bewerken
Horizontale spiegeltoets
Dichtheidstoets
9
Kopietoets
Groepeertoets
0
Plaatsingstoetsen
Patroonkeuzetoetsen
A
Meervoudige
selectietoets
Omtrektoets
Wijzigt het patroon in een horizontaal spiegelbeeld.
Wijzigt de draaddichtheid van sommige letter- of kaderpatronen. U kunt de dichtheid van andere patronen aanpassen in de modus Herberekening van steken.
Dupliceert het patroon. Het gedupliceerde patroon wordt iets lager en rechts van het oorspronkelijke patroon geplaatst.
Groepeert meerdere geselecteerde patronen.
: verplaatst het
patroon in de richting van de pijl is aangegeven.
: verplaatst naar het midden van het
borduurgebied.
Selecteer één van de patronen (indien er een combinatie van meerdere patronen is gemaakt).
Kiest meerdere patronen tegelijkertijd voor bewerking.
Extraheert de omtrek van het patroon. Het geëxtraheerde patroon kan worden gebruikt in combinatie met Mijn Design Center.
48
43
42
43
Meer bijzonderheden over invoertoetsen vindt u in pagina 40.
42
• Als u letterpatronen met meerdere regels in het bewerkingsscherm wilt bewerken, moet u de groepering van het patroon opheffen. (pagina 43)
170
46
echoquiltsteken
B
Tekssplitsingstoets
Tekstcombinatietoets
Toets voor
stippel- of
Maakt stippel- of echoquiltsteken rondom het patroon.
Scheidt de doorgaande letterpatronen om de spatiëring aan te passen of later afzonderlijk te bewerken.
: selecteert waar het patroon moet worden
gescheiden.
: scheidt het patroon. Een gescheiden
letterpatroon kunt u opnieuw
combineren met .
Combineert de geselecteerde letterpatronen.
104
48
Page 49
BORDUURBEGINSELEN
Opmerking
Memo
Memo
De grootte en dichtheid van het patroon wijzigen
Als u hebt geselecteerd, kunt u de grootte van het patroon wijzigen met behoud van de draaddichtheid. De
machine herberekent automatisch de steekdichtheid. Met deze functie kan het patroon met een grotere verhouding worden vergroot of verkleind dan bij normaal vergroten/ verkleinen van patronen.
• U kunt deze functie niet gebruiken in combinatie met letterpatronen, kaderpatronen, herhaalpatronen en grote knoopsgatpatronen.
• Voor patronen met een groot aantal steken (100.001 of meer) kunt u niet de grootte wijzigen terwijl de draaddichtheid behouden blijft.
• Afhankelijk van het patroon, neemt de grootte van het patroon toe met maximaal 200% of af tot 60%.
• U kunt de grootte ook wijzigen door de rode punt rond het patroon te slepen.
Selecteer of in het groottevenster.
a
*
: wijzigt de patroongrootte met behoud van het aantal steken. De draaddichtheid voor het patroon neemt toe of af.
De draden tussen tekens afknippen
Wanneer de machine is ingesteld op het afknippen van de draden tussen de tekens, zorgt dit voor een reductie van het aantal springsteken tussen de tekens en van de overige benodigde handelingen na het borduren. Het borduren vergt echter wel meer tijd wanneer de draden na elk teken moeten worden afgeknipt.
Druk op zodat deze verandert in .
a
• Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt de instelling in- of uitgeschakeld.
Draden worden niet afgeknipt.
Draden worden afgeknipt.
2
*
Wanneer u selecteert in stap a, wordt de
b
melding voor het terugzetten van het patroon naar de
oorspronkelijke grootte, hoek en positie weergegeven.
Druk op .
Tik op een toets om desgewenst de grootte van het
c
patroon te wijzigen.
Druk op .
d
: wijzigt de patroongrootte met behoud van de draaddichtheid. Nadat u de patroongrootte hebt gewijzigd, kunt u de draaddichtheid wijzigen. Het aantal steken wordt opnieuw berekend, afhankelijk van de patroongrootte.
• Wanneer u selecteert in stap a, tikt u op
en wijzigt u vervolgens de draaddichtheid.
47
Page 50
De gescheiden letterpatronen combineren
3
1
2
De draaddichtheid wijzigen
U kunt twee gescheiden regels letterpatronen combineren. De letters kunnen worden uitgelijnd in de opgegeven volgorde. U kunt de regels van letterpatronen niet combineren als de tekst een regelomloop bevat die is gemaakt met de nieuwe­regelfunctie.
Druk op .
a
Selecteer de groep letterpatronen die u wilt
b
combineren.
• De geselecteerde letter wordt aangewezen als nummer [1].
• U kunt de patronen selecteren door erop te drukken
op het scherm, of door te drukken op of op om de te selecteren patronen aan te vinken, en
vervolgens op te drukken.
De draaddichtheid van sommige letter- en omrandingspatronen kan worden gewijzigd. U kunt de dichtheid van andere patronen aanpassen in de modus Herberekening van steken. (pagina 47)
U kunt een instelling opgeven tussen 80% en 120%, in stappen van 5%.
Druk op .
a
Het volgende scherm wordt weergegeven.
1 Verlaag de dichtheid van het patroon. 2 Verhoog de dichtheid van het patroon. 3 Sluit dit scherm.
Aan de patronen worden tijdelijk nummer [1] en [2]
toegekend.
Druk op of op om de volgorde van de 2
c
patronen te kiezen.
Druk hierop om terug te keren naar het vorige
d
scherm.
Selecteert een lagere/hogere draaddichtheid
Minder Standaard Meer
Druk op de toetsen om de gewenste draaddichtheid te
a
selecteren.
Elke keer als u op een toets drukt, wordt de draaddichtheid verhoogd of verlaagd.
• Selecteer [100%] om het patroon terug te zetten naar de oorspronkelijke draaddichtheid (standaard).
Nadat u de gewenste wijzigingen hebt doorgevoerd,
b
drukt u op .
48
Page 51
BORDUURBEGINSELEN
Memo
2
1
De borduurpatronen uitlijnen
Selecteer de patronen die u wilt uitlijnen. (pagina 42)
a
Tik op en selecteer vervolgens de toets voor de
b
gewenste uitlijning.
Voorbeeld
Herhaalpatronen ontwerpen
Met de randfunctie kunt u een rangschikking met herhaalpatronen creëren.
Druk op .
a
2
Selecteer de richting waarin u het patroon wilt herhalen.
b
U kunt meerdere gewenste patronen selecteren door op elk gewenst patroon op dit scherm te tikken.
• Tik op om de uitlijning terug te zetten.
1 Horizontale richting 2 Verticale richting
De patroonrichtingindicator verandert naar gelang
de richting die u hebt geselecteerd.
Met herhaalt u het patroon links en met
c
herhaalt u het patroon rechts.
• Druk op om het linkerpatroon te verwijderen.
• Druk op om het rechterpatroon te verwijderen.
Pas de ruimte van het herhaalpatroon aan.
d
• Als u de ruimte wilt verbreden, drukt u op .
49
Page 52
• Als u de ruimte wilt versmallen, drukt u op .
Memo
Memo
1
1 Druk op om een herhaalpatroon terug te
veranderen in één patroon.
• U kunt alleen de ruimte van de patronen in het rode kader aanpassen.
Voltooi de herhaalpatronen door stap b t/m d te
e
herhalen.
Nadat u de gewenste wijzigingen hebt doorgevoerd,
f
drukt u op .
Eén element van een herhaalpatroon herhalen
Met de knipfunctie kunt u één element van een herhaalpatroon selecteren om alleen dat element te herhalen. Met deze functie kunt u complexe herhaalpatronen ontwerpen.
Kies de richting waarin het herhaalpatroon wordt
a
geknipt.
• Druk op om horizontaal te knippen.
• Druk op om verticaal te knippen.
De patroonrichtingindicator verandert naar gelang
de richting die u hebt geselecteerd.
Met en selecteert u de kniplijn.
b
• Wanneer er twee of meer patronen zijn, worden alle patronen samengevoegd als een patroon in het rode kader.
• Wanneer u de richting verandert waarin het patroon wordt herhaald, worden alle patronen in het rode kader automatisch gegroepeerd als één herhaaleenheid.
De kniplijn verplaatst zich.
Druk op .
c
Het herhaalpatroon wordt verdeeld in afzonderlijke
elementen.
Druk op .
d
50
Page 53
BORDUURBEGINSELEN
Opmerking
Memo
Memo
Memo
1
Met en selecteert u het element dat u wilt
e
herhalen.
Herhaal het geselecteerde element.
f
Druk op .
a
Druk op .
b
Tik op om de draadmarkering te selecteren die
c
u wilt borduren.
2
Nadat u de gewenste wijzigingen hebt doorgevoerd,
g
drukt u op .
• Als u een herhaalpatroon in afzonderlijke elementen hebt geknipt, kunt u niet terugkeren naar het oorspronkelijke herhaalpatroon.
• U kunt elk element afzonderlijk bewerken in het bewerkscherm. Zie “Het te bewerken patroon selecteren” op pagina 42.
Draadmarkeringen toekennen
Door draadmarkeringen te borduren kunt u gemakkelijk patronen uitlijnen wanneer u een reeks patronen borduurt. Wanneer u een patroon hebt voltooid, wordt met het laatste stukje draad een draadmarkering in de vorm van een pijl geborduurd. Wanneer u een reeks patronen borduurt, positioneert u de daarna te borduren ontwerpen aan de hand van de punt van die pijl.
• Wanneer u afzonderlijke patronen herhaaldelijk borduurt, kunt u alleen draadmarkeringen borduren rond de omtrek van het patroon.
1 Druk op deze toets om de draadmarkeringsinstelling te
annuleren.
• Wanneer er twee of meer elementen zijn, selecteert
u met en of en een patroon waaraan u draadmarkeringen wilt toekennen.
Druk op .
d
• Als u het gecombineerde randpatroon draait in het borduurinstellingenscherm, wordt de draadmarkering verwijderd.
51
Page 54
Het patroon herhaaldelijk borduren
Memo
Opmerking
Nadat u het herhaalpatroon hebt gecreëerd, plaatst u de stof opnieuw in het borduurraam en gaat u door met borduren voor het volgende patroon.
• Met het optionele magneet frame kunt u de stof gemakkelijk opnieuw spannen zonder het frame los te maken van de machine. Meer bijzonderheden vindt u in de meegeleverde handleiding bij het magneet frame.
Creëer het herhaalpatroon met de draadmarkering in
a
het midden van het eind van het patroon. (pagina 51)
Span de stof opnieuw in het borduurraam.
e
• Pas de positie van de stof aan zodat het borduurgebied voor het volgende patroon zich binnen het borduurgebied van het borduursjabloon bevindt.
1 Eerst geborduurde patroon 2 Positie van patroon dat daarna moet worden
geborduurd
3 Borduurgebied van borduursjabloon
Bevestig het borduurraam aan de machine en druk op
f
in het borduurinstellingenscherm.
Druk op , en vervolgens op .
b
Tik op en druk vervolgens op de “Start/
c
Stop”-toets om te beginnen met borduren.
Wanneer het borduren beëindigd is, wordt de
draadmarkering geborduurd met de laatste kleur.
Verwijder het borduurraam.
d
Druk op .
g
Tik op om de beginpositie links van het patroon te
h
plaatsen.
Druk op .
i
Druk op .
j
52
Page 55
BORDUURBEGINSELEN
Memo
Opmerking
2
1
Druk op om de naaldpositie weer te geven.
k
Druk op de plaatsingstoetsen om het borduurraam te
l
verplaatsen totdat de draadmarkering op de stof is uitgelijnd met de naaldpositie in het cameraweergavevenster.
Verwijder de draadmarkering.
o
Druk op .
p
Tik op en druk vervolgens op de “Start/
q
Stop”-toets om te beginnen met borduren.
2
1 Draadmarkering op de stof 2 Plaatsingstoetsen
• Druk op om de borduurpositie te controleren.
• Tik op om de cameraweergave te vergroten. Door de cameraweergave te vergroten kunt u de naaldpositie van het patroon goed benaderen door
het borduurraam telkens een stukje te verplaatsen.
Tik op om terug te keren naar het camerabeeld op normale grootte.
Als u de patroonpositie niet kunt uitlijnen met de
m
plaatsingstoetsen, plaats dan de stof opnieuw in de ring en lijn de positie opnieuw uit met de plaatsingstoetsen.
• Roteer het patroon niet in het borduurinstellingenscherm nadat u de positie van het gecombineerde randpatroon hebt uitgelijnd. Als u het patroon na uitlijning roteert in het borduurinstellingenscherm, zal het patroon niet goed zijn uitgelijnd met de draadmarkering of het beginpunt.
n
Druk hierop om terug te keren naar het vorige
scherm.
53
Page 56
KLEUREN BEWERKEN
1
2
4
2
1
3
Tekst in meerdere kleuren uitvoeren
De geselecteerde letters van het letterpatroon (op pagina 39) zijn ingesteld op zwart. U kunt de kleur van alle letters wijzigen met de draadkleurwisselingstoets. Als u de kleur van afzonderlijke letters wilt wijzigen, drukt u op de Meerkleurentoets en verandert u de kleur voor elke letter.
Druk op zodat deze verandert in .
a
• Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt de instelling in- of uitgeschakeld.
Meerkleurige tekst uitgeschakeld
• Meer bijzonderheden over het wijzigen van de draadkleur vindt u bij “De kleuren van het patroon wijzigen” hieronder.
Meerkleurige tekst ingeschakeld
De afbeelding van de geselecteerde draadkleur
wordt weergeven.
1 Afbeelding van de geselecteerde draadkleur 2 Schuifbalk
• Als u dezelfde draadkleur wilt combineren wanneer deze verschillende keren wordt gebruikt, selecteert u
de draadkleur en drukt u vervolgens op . De toets
wijzigt in en alle draadkleuren in het draadkleurvolgordescherm die dezelfde zijn als de
geselecteerde kleur, worden gemarkeerd in blauw.
De kleuren van het patroon wijzigen
U kunt de kleuren van het patroon wijzigen en een voorbeeldweergave van het resultaat bekijken op het scherm.
Druk op .
a
Het scherm voor draadkleurwisseling wordt
weergegeven.
In het draadkleurvolgordescherm selecteert u de
b
draadkleur waarvan u de kleur wilt wijzigen.
• Als de gewenste draadkleur niet wordt weergegeven, gebruikt u de schuifbalk aan de rechterkant om deze weer te geven.
Het deel van het patroon waarvan u de draadkleur wilt
• wijzigen, kunt u rechtstreeks selecteren in het patroon.
Selecteer het garenmerk en tik vervolgens op , ,
c
of of tik rechtstreeks op de gewenste kleur om
de nieuwe kleur te selecteren in het kleurpalet.
54
1 Selecteer het garenmerk. 2 De kleur in het kader is de geselecteerde kleur. 3 Keer terug naar de oorspronkelijke kleur. 4 Geeft de naam weer van de geselecteerde kleur draad.
Page 57
BORDUURBEGINSELEN
Memo
Opmerking
1
2
1
1
2
In het patroonweergavegebied wordt de kleur van
het geselecteerde deel van het patroon gewijzigd.
• Tik op om het nummer van een draadkleur in te voeren.
Nadat u de kleuren hebt gewijzigd, tikt u op .
d
Nieuwe kleurthema's zoeken met de functie Kleurvariaties
Met de functie Color Shuffling (Kleurcombinatie) reikt de machine nieuwe kleurthema’s aan voor het borduurpatroon dat u hebt geselecteerd. Nadat u het gewenste effect hebt geselecteerd uit de vier beschikbare kleurthema’s ([Willekeurig], [Levendig], [Gradatie] en [Zacht]), worden voorbeelden van kleurthema’s voor het geselecteerde effect weergegeven.
Druk op .
a
Het scherm voor draadkleurwisseling wordt
weergegeven.
Druk op .
b
Selecteer het garenmerk voor de kleuren en het aantal
c
kleuren waarmee u het patroon wilt maken.
1 Garenmerk voor kleuren 2 Aantal kleuren dat u wilt gebruiken
Selecteer het gewenste effect.
d
1 Effecten voor kleurthema’s
Als u [Willekeurig] of [Gradatie] selecteert, verschijnt
het scherm om kleuren op te geven.
Als u [Levendig] of [Zacht] selecteert, verschijnt er
geen scherm om kleuren op te geven. Ga door naar
g.
stap
Tik op om in te stellen en op te geven
e
welke draadkleur u wilt gebruiken in het effect.
* Als u geen draadkleur hoeft op te geven, stelt u in op
.
2
Instelling [Handm.] voor [Willekeurig]
U kunt maximaal 6 kleuren selecteren voor gebruik in het effect [Willekeurig]. Met de geselecteerde kleuren wordt het effect gecreëerd.
• Mogelijk is deze functie niet beschikbaar, afhankelijk van het patroon dat u selecteert (bijv. een patroon met een rand, een patroon met
licentie). Als wordt weergegeven met een grijze achtergrond, selecteert u een ander patroon.
1 Selecteer kleuren uit het palet. 2 De geselecteerde kleuren worden vermeld.
55
Page 58
Instelling [Handm.] voor [Gradatie]
1
2
1
Memo
U kunt één kleur selecteren voor gebruik in het effect [Gradatie]. Het effect wordt gecreëerd met de kleur die u hebt geselecteerd.
1 Selecteer een kleur uit het palet. 2 De geselecteerde kleur wordt weergegeven.
Druk op .
f
• Als u uw favoriete thema's tijdelijk wilt registreren,
tikt u op . (Als u uw favoriete thema's wilt
vrijgeven, tikt u opnieuw op .) Er kunnen 9 kleurthema's worden opgeslagen op de pagina*.
Tik op om de geregistreerde favoriete thema's te controleren. Als u de registratie wilt
annuleren, tikt u op .
Selecteer het kleurthema uit de voorbeelden.
g
* Tik op om de nieuwe thema's toe te
voegen.
1 Tik hierop om de vorige thema's te bekijken.
* U kunt maximaal 20 pagina’s met thema’s
bekijken.
Controleer het weergegeven kleurthema en tik
h
vervolgens op .
* : Ga terug naar het vorige scherm.
* of : geef de andere kleurthema's weer.
56
Het scherm voor draadkleurwisseling wordt
weergegeven.
Tik op om het patroonbewerkingsscherm weer
i
te geven.
Page 59
DRAADKLEUREN VERWISSELEN OP
Memo
Memo
Opmerking
HET SCHERM
BORDUURBEGINSELEN
De draadkleurinstellingen van alle eerder genaaide ontwerpen annuleren
Als een draadkleur op de klossenstandaard verschilt van de draadkleur van de naaldpositie op het scherm kunt u de draadkleuren op het scherm verwisselen, zodat deze overeenkomen met de draadkleurpositie op de klossenstandaard.
• Deze functie is niet beschikbaar wanneer [Handmatige kleurvolgorde] is ingesteld op [ON] op het instellingenscherm.
Druk op in het borduurscherm.
a
Het kloskeuzescherm wordt weergegeven.
Druk op het nummer van de eerste naaldstang die
b
moet worden verwisseld.
• Als u de selectie wilt annuleren, drukt u opnieuw op hetzelfde naaldnummer.
• De kleurinstellingen worden volledig geannuleerd, ook al bevindt de machine zich midden in een borduurproject.
Druk op .
a
De draadkleurinstelling wordt geannuleerd.
Druk op .
b
Draadkleuren worden opnieuw toegewezen door de
machine, ongeacht de vorige klosinstelling.
• Met deze functies worden niet de ankerinstellingen geannuleerd van de naalden waaraan een draadkleur is toegewezen. (pagina 121)
2
Druk op het nummer van de andere naaldstang die
c
moet worden verwisseld. De twee naaldnummers zijn nu verbonden door een pijl.
Druk op om de twee draadkleuren te
d
verwisselen.
Nadat u de gewenste wijzigingen hebt doorgevoerd,
e
drukt u op .
57
Page 60
DRAADKLEUREN SELECTEREN/
Opmerking
BEHEREN VOOR ELKE NAALDSTANG [Handmatige kleurvolgorde]
De draadkleuren die zijn toegewezen aan elke naaldstang kunt u handmatig opgeven/beheren. Bovendien kunt u de draadkleuren automatisch en efficiënter toewijzen aan naaldstangen dan met de gebruikelijke methode.
Gemak van de handmatige kleurvolgorde
De handmatige kleurvolgorde opgeven
• U kunt de [Handmatige kleurvolgorde] niet wijzigen terwijl er bewerkingen worden uitgevoerd op het borduurscherm.
Druk op en vervolgens op .
a
Het scherm Algemene instellingen wordt
weergegeven.
Vind [Handmatige kleurvolgorde].
b
De handmatige kleurvolgorde is handig wanneer de machine wordt gebruikt in de volgende situaties.
Wanneer u werkt met borduurgegevens zonder draadkleurinformatie, zoals DST-bestanden
De garenklossen die moeten worden gebruikt, kunnen gemakkelijk worden geselecteerd voor gegevens zonder draadkleurinformatie. (Zie “SPECIFICATIES” op pagina 190 voor meer informatie.)
Wanneer u altijd dezelfde combinatie van draadkleuren gebruikt
Als specifieke draadkleuren zijn toegewezen aan bepaalde naaldstangen, kunt u de draadkleurinstellingen wijzingen met de naaldstangnummertoewijzing, zelfs wanneer het patroon wordt veranderd. De bewerking is eenvoudiger als u altijd dezelfde draadkleuren gebruikt.
Wanneer u voortdurend borduurt met dezelfde naaldstanginstellingen
Als de instellingen normaal zijn opgegeven, worden de naaldstanginstellingen geannuleerd wanneer het borduurinstellingenscherm verschijnt nadat het borduren is gestopt. Maar met [Handmatige kleurvolgorde] blijven de naaldstanginstellingen gelden, tenzij u het patroon verwijdert of de machine uitschakelt. Dit is nuttig als hetzelfde patroon meerdere malen achtereen moet worden geborduurd.
Tik op [ON] en selecteer vervolgens de handmatige
c
kleurvolgorde.
• Bij aankoop van de machine is [OFF] geselecteerd.
Tik op om terug te keren naar het vorige
d
scherm.
Het pictogram voor [Handmatige kleurvolgorde]
wordt op het scherm weergegeven.
58
Page 61
Werken met de handmatige kleurvolgorde
Memo
1
2
3 4
1
Wijs handmatig draadkleuren toe aan alle
naaldstangen
Door de draadkleuren in te voeren die worden gebruikt met deze machine, kunt u efficiënter doorgaan met borduren, gewoon door de naaldstangtoewijzingen te wijzigen nadat u een patroon hebt geselecteerd. Met de normale manier om instellingen op te geven kunt u handmatig draadkleuren toewijzen aan hoogstens 9 naaldstangen. Maar met de handmatige kleurvolgorde kunt u draadkleuren toewijzen aan alle 10 naaldstangen. (Zie pagina 121 voor meer informatie over het opgeven van de instellingen.)
Instellingen naaldstangnummer
U kunt opgeven welke naaldstang wordt gebruikt met elke draadkleur.
• Met de procedure die wordt beschreven in “Gereserveerde naaldstang- en borduursnelheidsinstellingen” op pagina 121 kunt u de voltooide borduurkleuren controleren op het scherm, als draadkleuren zijn toegewezen aan draadklossen.
In het borduurinstellingenscherm drukt u op .
a
Er verschijnt een scherm waar u de
naaldstangnummers kunt selecteren.
Selecteer in het draadkleurvolgordescherm de
b
draadkleur waarvoor u de naaldstang wilt wijzigen.
• Als de gewenste draadkleur niet wordt weergegeven, gebruikt u de schuifbalk aan de rechterkant om deze weer te geven.
BORDUURBEGINSELEN
Druk op een cijfertoets (tussen en ) om
c
het nummer te selecteren van de naaldstang waarvan u de instellingen wilt opgeven.
Het naaldstangnummer voor de draadkleur die u
hebt geselecteerd in stap geselecteerde naaldstangnummer. Als u het naaldstangnummer hebt opgegeven met gereserveerde naaldstanginstellingen, verandert de kleur van de draadklos links in de opgegeven draadkleur. Het patroon in het patroonweergavevlak verandert in de kleur van de opgegeven naaldstang.
1 Naaldstangnummer dat is opgegeven met gereserveerde
naaldstanginstellingen
2 Naaldstang ingesteld op een ander nummer (naaldstang
5)
3 Als u een kleur selecteert door op deze toets te tikken,
stopt de machine voordat de geselecteerde kleur te borduren.
4 Als u een kleur selecteert door op deze toets te tikken,
borduurt de machine de geselecteerde kleur niet tijdens het borduren.
4 krijgt voorrang als 3 en 4 tegelijkertijd zijn
ingesteld.
b verandert in het
Draadkleurinstellingen initialiseren
Met de handmatige kleurvolgorde kunt u de draadkleurinformatie op de machine initialiseren telkens wanneer u een nieuw patroon selecteert. Vervolgens kunt u de naaldstangen toewijzen. Dan kunt u de naaldstanginstellingen opgeven zonder dat deze worden beïnvloed door de draadkleurinformatie van het vorige patroon.
2
1 Schuifbalk
Voorzorgsmaatregelen voor de handmatige kleurvolgorde
Wanneer u een patroon borduurt met 11 kleuren of meer
Met de handmatige kleurvolgorde bewaakt de machine niet de tijd om de draadklossen te verwisselen. Aangezien de machine niet automatisch stopt en er geen melding verschijnt dat de draadklos moet worden verwisseld, zoals met de normale naaldstanginstellingen, volgt u de procedure hieronder om de machine zo in te stellen dat deze stopt bij de draadklossen die moeten worden verwisseld.
c van “Werken met de handmatige
•Stap kleurvolgorde” op pagina 59
• “De machine stoppen bij de volgende kleurwisseling” op pagina 119
• “Pauzelocaties opgeven vóór het borduren” op pagina 119
59
Page 62
VOORBEELDWEERGAVE BEKIJKEN
Memo
1
2
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Memo
b
a
c
Een voorbeeldafbeelding controleren
DE STOF VOORBEREIDEN
Geef de voorbeeldweergave weer om te controleren of het patroon wordt geborduurd zoals gewenst.
Druk op .
a
De voorbeeldweergave wordt getoond.
• Een liggende voorbeeldafbeelding kan niet worden geroteerd tot een staande, ook al is er ruimte boven en onder.
Druk op of om het type borduurraamhouder
b
te selecteren. Selecteer vervolgens het borduurraam dat u wilt gebruiken.
• Nadat u hebt bepaald welk type borduurraamhouder en formaat borduurraam het meest geschikt zijn voor uw borduurwerk, verwisselt u de borduurraamhouder en het borduurraam die zijn geïnstalleerd. De machine detecteert automatisch de borduurraamhouder en het borduurraam en wijzigt de weergave.
• Uw machine kan stof borduren van maximaal 2 mm (5/64 inch) dik. Als u dikkere stof borduurt, kan de naald verbuigen of breken.
Steunstof (versteviging) bevestigen aan stof
Wij raden aan steunstof (versteviging) te gebruiken om te voorkomen dat patronen scheeftrekken of steken gaan krimpen.
• Gebruik steunstof (versteviging) bij het borduren op dunne stoffen of stretchstoffen, stoffen met grof weefsel of stoffen waarbij de steken kunnen krimpen. Als er geen steunstof (versteviging) wordt gebruikt bij het borduren, kan de naald verbuigen of breken of kan het patroon scheeftrekken.
Gebruik een stoomstrijkijzer om de opstrijksteunstof
a
(versteviging) op de achterzijde van de stof te hechten.
• Gebruik een stuk steunstof dat groter is dan het borduurraam.
Druk op om de borduurvolgorde te controleren.
c
Het steeksimulatiescherm verschijnt.
1 Selecteer de simulatiesnelheid. 2 Bedieningstoetsen
• Druk op om terug te keren naar het scherm voor het selecteren van de borduurraamhouder/het borduurraam.
Druk hierop om terug te keren naar het vorige
d
scherm.
1 Zelfklevende zijde van de opstrijksteunstof (versteviging) 2 Stof (achterkant) 3 Formaat van het borduurraam
• Gebruik bij het borduren van lichte of open ontwerpen op dunne stoffen, zoals organza en batist, een in water oplosbare steunstof (versteviging). In water oplosbare steunstoffen lossen op bij het wassen, zodat u prachtig borduurwerk kunt maken dat niet stug is.
• Wanneer u stof borduurt die niet mag worden gestreken of wanneer u een vlak borduurt dat moeilijk te strijken is, spant u een laag steunstof (versteviging) onder de stof in het borduurraam zonder deze te strijken.
60
Page 63
BORDUURBEGINSELEN
Opmerking
Opmerking
Compatibiliteitstabel stof/steunstof
Stof/
kledingstuk
Badstof
Satijnen jasje
Katoen
Spijkerstof
Hoeden en petten
Aantal onderlagen
Opmerkingen
1 x lostrekbaar
Vergroot de dichtheid en/of de satijnsteekbreedte. Kleine details en letters kunnen in de badstoflussen vast komen te zitten.
Dikke voering: Geen Dunne of geen voering: 1 x lostrekbaar
Als het kledingstuk in het borduurraam gaat glijden waardoor het gaat scheeftrekken, omwikkelt u het binnenraam met afdektape of stofkruistape. Zo ontstaat een ruw oppervlak waarop het kledingstuk blijft vastzitten en er geen overmatige wrijving op het borduurraam ontstaat.
1 x lostrekbaar Geen
Ontwerpen met een hoge dichtheid of veel details kunnen meer onderlagen nodig hebben. Gebruik in dat geval twee lichtgewicht onderlagen in plaats van een zware onderlaag.
1 x lostrekbaar Geen
Verminder de snelheid als de naald warm wordt en de draad breekt.
Optioneel Optioneel
Neem vaker dan normaal een nieuwe naald, een onderlaag van stijf linnen maakt de naald sneller bot. Een lichtgewicht, lostrekbare onderlaag zorgt dat de draad minder vaak breekt en regelt de draadspanning. Gebruik een bovenlaag op corduroy of schuimrubber voorkanten van petten.
1 x lostrekbaar Geen
Aantal bovenlagen
1 x in water oplosbaar
Geen
Stof/
kledingstuk
Corduroy
Lingerie of zijde
Joggingstof
Sweatshirt
T-shirt
Aantal onderlagen
Opmerkingen
1 x lostrekbaar
Naast gebruik van een bovenlaag kunnen ook een hogere steekdichtheid of meer ondersteken nodig zijn om te voorkomen dat de steken in de stof wegvallen.
1 of 2 x lichtgewicht lostrekbaar
Verlaag de borduursnelheid. De draadspanning moet laag zijn. Gebruik een bovenlaag bij ontwerpen met veel detail of kleine letters. Gebruik dunner draad bij zeer tere stoffen. Gebruik geen zeer smalle satijnsteken bij letters of details; vergroot in plaats daarvan de satijnsteekbreedte of gebruik een bonensteek. Verwijder voorzichtig (zonder te trekken) de onderlaag en de bovenlaag van het kledingstuk.
1 x afknipbaar of opstrijkbaar afknipbaar
Gebruik fijngeweven organza of gordijnstof in een bijpassende kleur als onderlaag voor dikke of zeer grof gebreide stoffen.
1 x afknipbaar of zelfklevend lostrekbaar
Bij ontwerpen met veel details moet u soms twee lagen lichtgewicht, afknipbare steunstof gebruiken. Gebruik een bovenlaag bij extra dikke stoffen of bij ontwerpen met veel fijne details.
1 x lichtgewicht afknipbaar of opstrijkbaar afknipbaar
Gebruik een bovenlaag bij ontwerpen met veel fijne details of kleine letters. De spanning moet licht zijn. Gebruik geen ontwerpen met veel steken.
Aantal bovenlagen
1 x in water oplosbaar
Optioneel
1 x in water oplosbaar
Optioneel
Optioneel
2
Overhemd (geweven)
Golfshirt
Fleece
Canvas
Ontwerpen met een hoge dichtheid of veel details kunnen meer onderlagen nodig hebben. Gebruik in dat geval twee lichtgewicht onderlagen in plaats van een zware onderlaag.
1 x afknipbaar of opstrijkbaar afknipbaar
Gebruik een bovenlaag voor ontwerpen met kleine letters of veel detail en voor piquéstof.
1 x lostrekbaar Optioneel
Gebruik een bovenlaag als het kledingstuk als de fleece erg pluizig is of veel structuur heeft. oppervlak heeft, zoals gevlochten stoffen of keperstof.
1 x lostrekbaar Geen
Span deze strak in het borduurraam.
Optioneel
Aangezien er zoveel verschillende soorten stof en steunstof verkrijgbaar zijn, is bovenstaande informatie slechts bedoeld als richtlijn. Als u twijfelt over een bepaalde combinatie van stof en steunstof, probeer deze dan eerst uit op een proeflap.
Stof in het borduurraam spannen
• Als de stof niet strak is gespannen, kan het patroon scheeftrekken of kunnen er in de stof plooien ontstaan. Volg de volgende procedure om de stof strak en glad in het borduurraam te spannen zodat de stof niet lubbert. Gebruik een vlak oppervlak wanneer u de stof in het borduurraam spant.
61
Page 64
Selecteer een borduurraam.
Memo
VOORZICHTIG
Opmerking
c c
c
a
b
a
Selecteer een borduurraam aan de hand van de formaten die in het scherm worden aangegeven.
Borduurramen die kunnen worden gebruikt, worden
lichter weergegeven ( ), borduurramen die niet kunnen worden gebruikt, worden donkerder
weergegeven ( ).
• Als de borduurraamhouder niet is bevestigd aan de machine, wordt in het borduurgebied niet het juiste formaat borduurraam weergegeven. (pagina 64)
Typen borduurramen
Er zijn vier formaten borduurramen inbegrepen bij deze machine. Deze worden gebruikt met de meegeleverde borduurraamhouder A. Zie “De borduurramen correct gebruiken” op pagina 65 voor meer informatie over de toepassingen van elk borduurraam.
Pictogram Naam
Borduurgebied
Extra groot borduurraam
360 mm (B) × 200 mm (L) (14 inch (B) × 7-7/8 inch (L))
• Gebruik de vier meegeleverde ramen of de aanbevolen optionele ramen.
• Als het formaat van het borduurraam niet goed is, kan het borduurraam de borduurvoet raken. Dit kan de machine beschadigen of letsel veroorzaken bij de gebruiker. (Meer bijzonderheden over borduurramen vindt u in pagina 66.)
• De borduurraamindicatoren geven alle borduurraamformaten weer waarin het borduurpatroon kan worden geborduurd. Gebruik een borduurraam met de best passende afmeting. Als een te groot borduurraam wordt gebruikt, kan het patroon scheeftrekken of kunnen er in de stof plooien ontstaan. (pagina 65)
Stof in het borduurraam spannen
Draai de schroef op het buitenraam los.
a
Extra groot borduurraam (optioneel)
300 mm (B) × 200 mm (L) (11-3/4 inch (B) × 7-7/8 inch (L))
Groot borduurraam
180 mm (B) × 130 mm (L) (7-1/8 inch (B) × 5-1/8 inch (L))
Middelgroot borduurraam
100 mm (B) × 100 mm (L) (4 inch (B) × 4 inch (L))
Klein borduurraam
60 mm (B) × 40 mm (L) (2-3/8 inch (B) × 1-1/2 inch (L))
Als u een van de optionele borduurramen gebruikt, verschijnen onderstaande pictogrammen op het scherm.
: Borduurraamhouder B
: Borduurraamhouder C
: Borduurraamhouder D
: Borduurraamhouder E
1 Klein of middelgroot borduurraam 2 Extra groot, extra groot (optioneel) of groot borduurraam 3 Schroef
Plaats de steunstof en de stof met de goede kant naar
b
boven op het buitenraam.
• Het buitenraam heeft geen voor- of achterzijde. Beide zijden kunnen als voorzijde worden gebruikt.
Druk het binnenraam in het buitenraam.
c
: Pettenframe
: Cilinderframe
: Magneet frame
62
• Zorg dat er geen kreukels in de stof zitten nadat deze in het borduurraam is gespannen.
Page 65
BORDUURBEGINSELEN
Memo
Draai de schroeven licht vast.
d
Draai de schroef stevig vast en controleer vervolgens
e
of de stof strak staat.
• Gebruik de 3-wegschroevendraaier om de schroef stevig vast te draaien.
• Als de stof goed is gespannen, maakt deze een trommelgeluid als u erop tikt.
• Klem het binnen- en het buitenraam stevig tegen elkaar, zodat de bovenranden op gelijke hoogte liggen.
1 Buitenraam 2 Binnenraam 3 Voorkant van de
stof
4 Bovenrand van het
binnen- en buitenraam liggen op gelijke hoogte
• U kunt het beste een plat oppervlak gebruiken om de stof in het borduurraam te bevestigen.
Plaats het borduursjabloon op het binnenraam. Lijn de
b
rasterlijnen op het borduursjabloon uit met de markeringen die u op de stof hebt getekend.
1 Rasterlijnen 2 Binnenraam
Rek de stof voorzichtig uit zodat er geen vouwen of
c
kreukels in zitten.
Verwijder het borduursjabloon.
d
Grote stukken stof of zware kledingstukken borduren
Wanneer u grote stukken stof of zware kledingstukken borduurt, gebruikt u een wasknijper of een klem om de overtollige stukken stof aan het borduurraam te bevestigen zodat deze niet loshangen. Als er grote stukken stof van het borduurraam afhangen, kan het borduurraam niet goed bewegen en kan het patroon scheeftrekken.
2
Het borduurvel gebruiken
Gebruik de rasterlijnen op het borduurvel om de stof nauwkeurig in het borduurraam uit te lijnen, zodat het patroon op de juiste positie wordt geborduurd.
Teken met kleermakerskrijt het vlak waar u wilt
a
borduren op de stof af.
• Maak overtollige stof met een wasknijper of een klem vast aan het borduurraam.
63
Page 66
Kleine stukken stof borduren
a
c
b
VOORZICHTIG
Gebruik een steunstof als een basis wanneer u kleine stukken stof wilt borduren die u niet in een borduurraam kunt spannen. Nadat u de stof met lichte strijkbout op de steunstof hebt gestreken, spant u het geheel in het borduurraam. Als de steunstof niet opstrijkbaar is, bevestigt u de steunstof met een rijgsteek. Wanneer u klaar bent met borduren, verwijdert u voorzichtig de steunstof.
1 Stof 2 Steunstof (onderlaag) 3 Rijgsteken
Artikelen zoals tassen of cilindervormige artikelen borduren die maar beperkt in het borduurraam kunnen worden gespannen
Roteer het patroon alvorens te borduren. Zie “Het patroonbewerkingsscherm” op pagina 44 voor meer informatie over het roteren van het patroon. Voorbeeld: Wanneer u een kussensloop borduurt Roteer het patroon 90 graden naar links alvorens te borduren.
HET BORDUURRAAM AAN DE MACHINE BEVESTIGEN
Nadat u de stof in het borduurraam hebt gespannen, bevestigt u het raam aan de machine. Borduurraamhouders A en B zijn als accessoires inbegrepen bij deze machine. Installeer borduurraamhouder A wanneer u een meegeleverd borduurraam wilt gebruiken. (Meer bijzonderheden over borduurraamhouders vindt u in pagina 66.)
• Als het borduurraam niet correct wordt bevestigd, kan het borduurraam de borduurvoet raken. Dit kan de machine beschadigen of letsel veroorzaken.
• De “Start/Stop”-toets moet rood oplichten wanneer u het borduurraam bevestigt. Als de “Start/Stop”-toets groen knippert, kan de machine beginnen met borduren. Als de machine per ongeluk begint te werken, kan dit letsel veroorzaken.
• Wanneer u het borduurraam aan de machine bevestigt, mag het borduurraam geen andere delen van de machine raken.
Voorbeeld: Wanneer u een T-shirt borduurt
Roteer het patroon 180 graden. Steek het machinebodemstuk door de taille van het T-shirt, niet door de hals, en bevestig het borduurraam aan de machine. Zo voorkomt u dat de hals van het T-shirt uitrekt wanneer het borduurraam zich verplaatst.
Het borduurraam bevestigen
Stel de breedte van de borduurraamhouder af op de borduurraamgrootte en bevestig het borduurraam aan de machine. Als voorbeeld wordt hieronder de procedure voor het bevestigen van het kleine borduurraam beschreven.
a
b
d
e
1 Linkerarm van de borduurraamhouder
Beweeg de arm van de borduurraamhouder naar links of naar rechts om deze af te stellen op de afmeting van het borduurraam.
2 Klem de borduurraamhouder vast
Plaats het borduurraam in de klemmen op de borduurraamhouder.
3 Afstelpen 4 Gaten 5 Afstelopeningen
c
e
d
64
Page 67
Draai de twee linkerduimschroeven los op de
Opmerking
VOORZICHTIG
a
borduurraamhouder.
Als een schroef te stevig is vastgedraaid, gebruikt u de meegeleverde 3-wegschroevendraaier.
1 Linkerarm 2 Duimschroeven
De linkerarm van de borduurraamhouder kan
worden verplaatst.
• Draai de duimschroeven maximaal 2 slagen tegen de klok in los. Verwijder de schroeven niet.
Beweeg de linkerarm om de schroef aan de rechterkant
b
uit te lijnen met de markering voor het borduurraam dat moet worden geplaatst en draai vervolgens de duimschroeven aan.
Lijn in dit voorbeeld de kleine duimschroef uit met markering 5.
BORDUURBEGINSELEN
• Draai de twee duimschroeven stevig vast met de meegeleverde 3-wegschroevendraaier. Als u de duimschroeven niet vastdraait, kunnen onderstaande problemen optreden.
- De machine detecteert het borduurraamformaat
niet juist.
- De startpositie van het borduurraam is onjuist
uitgelijnd.
- Het borduurpatroon is scheefgetrokken.
Het borduurraam kan in de borduurraamhouder
worden geplaatst.
Houd het borduurraam horizontaal en lijn vervolgens
c
tegelijkertijd de linker- en rechterrand uit met de borduurraamhouderklemmen.
• Het binnenraam moet bovenop liggen.
2
1 Markering voor extra groot borduurraam
360 mm (B) × 200 mm (L) (14 inch (B) × 7-7/8 inch (L))
2 Markering voor extra groot borduurraam
300 mm (B) × 200 mm (L) (11-3/4 inch (B) × 7-7/8 inch (L)) (optioneel)
3 Markering voor groot borduurraam
180 mm (B) × 130 mm (L) (7-7/8 inch (B) × 5-1/8 inch (L))
4 Markering voor middelgroot borduurraam
100 mm (B) × 100 mm (L) (4 inch (B) × 4 inch (L))
5 Markering voor klein borduurraam
60 mm (B) × 40 mm (L) (2-3/8 inch (B) × 1-1/2 inch (L))
Plaats het borduurraam totdat het op zijn plaats klikt.
d
1 Zorg dat de pennen aan de linker- en rechterarmen van
de borduurraamhouder in de afstelopeningen en het gat van het borduurraam passen.
De borduurramen correct gebruiken
Er zijn diverse borduurramen beschikbaar voor deze machine. Bepaal aan de hand van het project welk borduurraam het best passend is.
Naast de meegeleverde borduurramen kunt u met deze machine ook een aantal andere borduurramen gebruiken. (Zie “Optionele accessoires” op pagina 14.)
• Gebruik alleen een borduurraam met de afmeting die in het scherm wordt aangegeven, anders kan het borduurraam de borduurvoet raken, wat letsel kan veroorzaken.
65
Page 68
Borduurraamhouders
Er zijn twee soorten borduurraamhouders (borduurraamhouder A en borduurraamhouder B) inbegrepen bij deze machine. Borduurraamhouder A wordt gebruikt in combinatie met de vier meegeleverde borduurramen en het optionele raam van 300 mm (B) × 200 mm (L) (11-3/4 inch (B) × 7-7/8 inch (L)). Bij de optionele borduurraamhouders gebruikt u Borduurraamhouder B. En als u de optionele set ronde ramen, klemramen of compacte ramen koopt, is de gespecificeerde borduurraamhouder C, D of E daarbij inbegrepen. Zie “Typen borduurramen/ borduurraamhouders en waarvoor ze worden gebruikt” op pagina 66 voor meer informatie over de borduurramen die u kunt installeren in de diverse borduurraamhouders.
• Druk op om het naaldstangverplaatsingsscherm te sluiten en de borduurarm in de vorige stand te zetten.
Typen borduurramen/borduurraamhouders en waarvoor ze worden gebruikt
Wanneer er een “*” staat als verwijzingspagina, neem dan contact op met uw erkende Brother-dealer.
Borduurframes en -ramen voor borduurraamhouder A
Borduurgebied
Borduurframe /-raam
Gebruik
Verwijzingspagina
1 Borduurraamhouder A 2 Witte hoekjes 3 Borduurraamhouder B 4 Lichtgrijze hoekjes 5 Magneet 6 Borduurraamhouder C (optioneel) 7 Donkergrijze hoekjes 8 Borduurraamhouder D (optioneel) 9 Borduurraamhouder E (optioneel)
Als het moeilijk is om het borduurraam te verwisselen
Naar gelang de positie van de naaldstangen kan het moeilijk zijn om het borduurraam te verwisselen. Volg in dat geval onderstaande procedure om het borduurraam te verplaatsen.
Druk op .
a
Het naaldstangverplaatsingsscherm verschijnt.
Druk op .
b
Extra groot borduurraam
Extra groot borduurraam (optioneel)
Plat borduurraam (optioneel)
Groot borduurraam 180 mm (B) × 130 mm (L)
Middelgroot borduurraam
360 mm (B) × 200 mm (L) (14 inch (B) × 7-7/8 inch (L))
Te gebruiken bij het borduren van aaneengesloten tekens of patronen, gecombineerde patronen of grote patronen.
pagina 62
300 mm (B) × 200 mm (L) (11-3/4 inch (B) × 7-7/8 inch (L))
Te gebruiken bij het borduren van aaneengesloten tekens of patronen, gecombineerde patronen of grote patronen.
pagina 62
300 mm (B) × 200 mm (L) (11-3/4 inch (B) × 7-7/8 inch (L))
Te gebruiken voor het borduren van jasjes en andere dikke kledingstukken.
*
(7-1/8 inch (B) × 5-1/8 inch (L))
Te gebruiken bij borduurpatronen kleiner dan 180 mm (B) × 130 mm (L) (7-1/8 inch (B) × 5-1/8 inch (L)).
pagina 62
100 mm (B) × 100 mm (L) (4 inch (B) × 4 inch (L))
Te gebruiken bij middelgrote borduurpatronen.
De borduurarm gaat automatisch naar een stand
waarbij u het borduurraam gemakkelijk kunt verwisselen.
66
pagina 62
Klein borduurraam 60 mm (B) × 40 mm (L)
(2-3/8 inch (B) × 1-1/2 inch (L))
Te gebruiken wanneer u kleine patronen borduurt, zoals naamlabels.
pagina 62
Page 69
BORDUURBEGINSELEN
Borduurframes en -ramen voor borduurraamhouder B
Borduurgebied
Borduurframe /-raam
Quiltraam (optioneel) 200 mm (B) × 200 mm (L)
Randborduurraam (optioneel)
Jumboraam (optioneel) 360 mm (B) × 360 mm (L)
(7-7/8 inch (B) × 7-7/8 inch (L))
Te gebruiken om quilts en patches te borduren.
*
300 mm (B) × 100 mm (L) (11-3/4 inch (B) × 7-7/8 inch (L))
Te gebruiken om een langere reeks borduurpatronen of tekst, aansluitend, te borduren.
*
(14 inch (B) × 14 inch (L))
Te gebruiken voor het borduren van patronen die in tweeën zijn gesplitst in PE-DESIGN-bewerkingssoftware en die kleiner zijn dan 200 mm (B) × 360 mm (L) (7-7/8 inch (B) × 14 inch (L)) of patronen met een maximumformaat van 350 mm (B) × 350 mm (L) (13-3/4 inch (B) × 13-3/4 inch (L)).
pagina 140
Gebruik
Verwijzing sp ag ina
Borduurframes en -ramen voor borduurraamhouder D (optioneel)
Borduurgebied
Borduurframe /-raam
Klemraam S (optioneel) 45 mm (B) × 24 mm (L)
(1-3/4 inch (B) × 7/8 inch (L))
Te gebruiken voor het borduren van artikelen die niet in een traditioneel borduurraam passen, zoals schoenen, handschoenen, binnenzakken etc.
*
Klemraam M (optioneel)
100 mm (B) × 100 mm (L) (4 inch (B) × 4 inch (L))
Borduur op een snelle en gemakkelijke manier op tassen, tablet-covers, hoezen en meer. Met beschermlaag.
*
Gebruik
Verwijzing sp ag ina
Borduurframes en -ramen voor borduurraamhouder E (optioneel)
Borduurgebied
Borduurframe /-raam
Gebruik
2
Mouwen borduurframe (optioneel)
70 mm (B) × 200 mm (L) (2-3/4 inch (B) × 7-7/8 inch (L))
Te gebruiken om tubulaire kledingstukken, zoals hemdsmouwen en broekpijpen, te borduren.
*
Borduurframes en -ramen voor borduurraamhouder C (optioneel)
Borduurgebied
Borduurframe /-raam
Rond borduurraam (optioneel)
=diameter
160 mm (6 inch)130 mm (5 inch)100 mm (4 inch)
Te gebruiken om borduurpatronen op kleinere werkstukken te borduren. Kies het borduurraam dat het beste past bij de afmeting van het borduurpatroon.
Gebruik
Verwijzing sp ag ina
Compact borduurraam (optioneel)
Magnetisch borduurraam (optioneel)
Verwijzing sp ag ina
70: 70 mm (B) × 41 mm (L) (2-3/4 inch (B) × 1-5/8 inch (L)) 50: 50 mm (B) × 50 mm (L) (2 inch (B) × 2 inch (L)) 44: 44 mm (B) × 38 mm (L) (1-3/4 inch (B) × 1-1/2 inch (L)) Verticaal: 75 mm (B) × 33 mm (L) (2-15/16 inch (B) × 1-5/16 inch (L))
Te gebruiken voor het borduren van logo's of patronen op kleine artikelen.
*
50 mm (B) × 50 mm (L) (2 inch (B) × 2 inch (L))
Borduur snel en eenvoudig borduurpatronen en logo’s. Laat geen afdruk van borduurraam op de stof achter.
*
*
67
Page 70
Aparte borduurframes
Opmerking
Borduurgebied
Borduurframe /-raam
Geavanceerd pettenframe 2 (optioneel)
Pettenframe voor diverse pet modellen (optioneel)
Petraam voor grote petmodellen (optioneel)
Borduurgebied
Gebruik
Verwijzing sp agina
130 mm (B) × 60 mm (L) (5-1/8 inch (B) × 2-3/8 inch (L))
Te gebruiken bij het borduren van petten. Te gebruiken bij het borduren van honkbalpetten, golfpetten, zonnepetten en dergelijke. Dit frame kan niet worden gebruikt voor petten met een voorkant van 50 mm (2 inch) of minder, zoals zonnekleppen en kinderpetten. Het frame kan ook niet worden gebruikt voor petten met een klep groter dan 80 mm (3-1/8 inch).
*
130 mm (B) × 60 mm (L) (5-1/8 inch (B) × 2-3/8 inch (L))
Te gebruiken bij het borduren van petten. In aanvulling op petten die compatibel zijn met geavanceerd pettenframe 2; u kunt dit frame gebruiken om petten met platte klep en kinderpetten te borduren. In vergelijking met geavanceerd pettenframe 2 kunt u dit frame gebruiken om dichter bij de klep van de pet te borduren.
*
360 mm (B) × 60 mm (L) (14 inch (B) × 2-3/8 inch (L))
Te gebruiken bij het borduren van petten. Dit frame beschikt over een groter borduurgebied dan de andere petramen. Dit frame kan niet worden gebruikt voor petten met een voorkant van 50 mm (2 inch) of minder, zoals zonnekleppen en kinderpetten. Het frame kan ook niet worden gebruikt voor petten met een klep groter dan 80 mm (3-1/8 inch).
Borduurframe /-raam
Cilinderframe (optioneel)
90 mm (B) × 80 mm (L) (3-1/2 inch (B) × 3 inch (L))
Te gebruiken bij het borduren van cilindrische en geronde stof, zoals hemdsmouwen en cols.
*
Gebruik
Verwijzingspagina
• De borduurraamindicatoren geven alle borduurraamformaten weer waarin het borduurpatroon kan worden geborduurd. Gebruik een borduurraam met de best passende afmeting. Als een te groot borduurraam wordt gebruikt, kan het patroon scheeftrekken of kunnen er in de stof plooien ontstaan.
• Alle borduurramen die horen bij machines van de PR-serie kunnen ook worden geïnstalleerd op deze machine.
• Wanneer u borduurt met een optioneel borduurraam (jumboraam, randborduurraam, quiltraam, plat borduurraam of magneet frame), moet u het meegeleverde grote werkblad installeren op de machine.
• Vanwege het gewicht van het borduurraam en de stof is het raadzaam het meegeleverde grote werkblad te gebruiken. Zo voorkomt u dat de borduurraamhouder buigt. Dat zou kunnen leiden tot vervorming van het ontwerp of beschadiging van de machine.
Magneet frame (optioneel)
68
*
360 mm (B) × 200 mm (L) (14 inch (B) × 7-7/8 inch (L))
Borduren zonder de stof een borduurraam te spannen. Te gebruiken tijdens het borduren van doorlopende patronen en/of combinaties van patronen. Dit frame is ook aan te bevelen voor het borduren van quiltranden.
*
Page 71
BORDUURBEGINSELEN
Memo
6
1
2
3
4
5
7
8
BORDUURINSTELLING OPGEVEN
Het borduurinstellingenscherm
• De beschikbare toetsen zijn niet dezelfde wanneer [Handmatige kleurvolgorde] is ingesteld op [ON] op het instellingenscherm. (pagina 58, pagina 70)
Nr.
Rotatiehoek
2
draadkleurwisselingen
Rotatietoets
Borduurrijgtoets
Patroonverbindingstoets
Display
Toetsnaam
Aantal
Functie Pagina
Geeft de rotatiehoek weer waarop het patroon dat wordt bewerkt, wordt gedraaid.
Geeft het aantal draadkleuren weer voor het patroon dat wordt bewerkt.
Roteert het gehele borduurpatroon.
Plaatst rijgsteken langs de omtrek van het patroon om de stof aan de losse steunstof of versteviging vast te borduren. Voorkomt het scheeftrekken of samentrekken van de stof tijdens het borduren.
Start het borduren van verbonden patronen met behulp van de ingebouwde camera.
2
99
109
Nr.
Patroongrootte
1
Borduurraamindicators
Afstand vanaf
2
Afstand vanaf
(horizontaal)
Display
Toetsnaam
het
middelpunt
(verticaal)
het
middelpunt
Functie Pagina
Geeft de afmeting weer van het borduurpatroon dat in het patroonweergavegebied wordt weergegeven. De bovenste waarde geeft de lengte aan en de onderste waarde de breedte. Als het borduurpatroon uit meerdere patronen bestaat die zijn gecombineerd, wordt de afmeting van het gehele patroon weergegeven, inclusief alle patronen.
Geeft de afmeting weer van borduurramen en -frames die kunnen worden gebruikt om het patroon te borduren dat wordt weergegeven in het patroonweergavegebied.
Geeft de verplaatsing weer (verticale afstand) van het geselecteerde patroon.
Geeft de verplaatsing weer (horizontale afstand) van het geselecteerde patroon.
61
Toets voor
3
instelling van afzonderlijke draadkleuren
Plaatsingstoets
draadkleur
ononderbroken
monochroom
Stiksteektoets
4
Stiksteektoets
Afwerkentoets
5
Geheugentoets
Toets
sorteren
Toets
borduren/
(begin)
(einde)
Wijzigt de instellingen voor afzonderlijke draadkleuren, zoals het borduren ervan tijdelijk stoppen of overslaan.
Lijnt de borduurpositie uit met de ingebouwde camera.
Wijzigt de borduurvolgorde zodat dezelfde kleur ononderbroken kan worden geborduurd.
Tik hierop om het patroon in dezelfde kleur te borduren, ongeacht opgegeven kleurwisselingen. Het hele draadkleurvolgordescherm verschijnt in dezelfde kleur.
Geeft aan dat er automatische stiksteken worden geborduurd aan het begin van het patroon en aan het begin van het borduren, nadat de draad is afgeknipt.
Geeft aan dat er automatische stiksteken worden geborduurd wanneer de draad wordt afgeknipt.
Keert terug naar het patroonbewerkingsscherm.
Slaat het patroon op in het geheugen van de machine, een USB-medium of een computer.
119
78
71
120
71
71
130
69
Page 72
Nr.
1
2
Toetsnaam
eindpositietoets
Controletoets
5
voor borduren
Borduurtoets
6
Voorbeeldtoets
Achtergrondafbeelding
Achtergrondafbeelding
Stofscantoets
7
Cameraweergavetoets
Camerazoomtoets
Display
Begin-/
Toets
weergeven
Toets
opslaan
Functie Pagina
Geeft de naaldpositie weer aan het begin en aan het einde van het borduren.
Beweegt het borduurraam zo dat de borduurpositie kan worden gecontroleerd.
Beëindigt alle handelingen op het borduurinstellingenscherm en gaat naar het borduurscherm.
Geeft een afbeelding weer van het patroon dat u gaat borduren, als voorbeeldweergave.
Geeft de achtergrondafbeelding weer die met de ingebouwde camera is gescand, of verbergt deze.
Slaat de achtergrondafbeelding op een USB-medium op die is gescand met de ingebouwde camera.
Scant met de ingebouwde camera de stof die in een borduurraam is geplaatst en geeft de afbeelding weer als achtergrond van het patroon.
Geeft (op het LCD-scherm) het beeld onder de naald weer of een beeld van het bewerkte borduurpatroon in de huidige borduurpositie.
Geeft de afbeelding weer op dubbele grootte (nadat u op de cameraweergavetoets hebt gedrukt). Deze toets is ook beschikbaar als u niet op de cameraweergavetoets hebt gedrukt.
126
79
60
73
73
72
75,
79
53
Nr.
8
Display
Toetsnaam
Plaatsingstoetsen
Toetsen
Verplaatsingssnelheid
borduurraam
Functie Pagina
Verplaatst de borduurpositie van het gehele patroon in de richting
van de pijl. (Als u op tikt, wordt de borduurpositie
verplaatst naar het midden van het borduurgebied.)
Selecteer de snelheid waarmee u het borduurraam wilt verplaatsen.
: Tik hierop om het
borduurraam 0,1 mm (1/64 inch) te verplaatsen.
: Tik hierop om het
borduurraam 0,5 mm (1/32 inch) te verplaatsen.
: Blijf drukken om het
borduurraam te verplaatsen op de maximale snelheid. Wanneer u het camerabeeld bekijkt, verplaatst het borduurraam zich
2,0 mm (1/16 inch).
In de modus [Handmatige kleurvolgorde]
70
Nr.
1
2
Display
Toetsnaam
Pictogram
modus
Handmatige
kleurvolgorde
Toets
Handmatige
kleurvolgorde
Functie Pagina
Dit pictogram wordt weergegeven wanneer de machine in de modus [Handmatige kleurvolgorde] staat.
Wijzigt de naaldstangkleurinstelling. Deze toets wordt weergegeven wanneer [Handmatige kleurvolgorde] is ingesteld op [ON] op het instellingenscherm.
58
59
Page 73
BORDUURBEGINSELEN
Memo
Memo
Instelling automatische stiksteken
Bij aanschaf is de machine ingesteld op het automatisch borduren van stiksteken bij het begin van het patroon, aan het begin van het borduren na een draadkleurwisseling en voordat de draad wordt afgeknipt.
Wanneer u wilt wijzigen dat er stiksteken worden geborduurd aan het begin van een patroon, aan het begin van het borduren na een draadkleurwisseling en aan het begin van het borduren nadat de draad is afgeknipt.
Druk op zodat deze verandert in .
a
• Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt de instelling in- of uitgeschakeld.
Instelling automatische stiksteken ingeschakeld
Instelling automatische stiksteken uitgeschakeld
Draadkleur sorteren
Gebruik de functie kleursorteren om het aantal garenwisselingen te minimaliseren.
Voordat u begint met borduren, tikt u op op het
borduurinstellingenscherm om de borduurvolgorde te wijzigen en te sorteren op draadkleur. Borduurscherm
2
• Als de eerste steeklengte kleiner is dan 0,8 mm (1/32 inch), wordt de stiksteek niet gemaakt.
• Als [Draadknippen] is ingesteld op [OFF] op het instellingenscherm, wordt de stiksteek niet gemaakt. (pagina 123)
Wanneer u wilt wijzigen dat er stiksteken worden geborduurd voordat de draad wordt afgeknipt.
Druk op zodat deze verandert in .
a
• Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt de instelling in- of uitgeschakeld.
Instelling automatische stiksteken ingeschakeld
Instelling automatische stiksteken uitgeschakeld
Borduurinstellingenscherm
Borduurscherm
De instelling automatische stiksteken blijft gelijk totdat u op de toets voor uitschakelen drukt. De instelling die u hebt opgegeven voordat de machine wordt uitgezet, wordt opnieuw geselecteerd wanneer de machine weer wordt aangezet.
• Als [Draadknippen] is ingesteld op [OFF] op het instellingenscherm, wordt de stiksteek niet gemaakt. (pagina 123)
71
Page 74
De kleurvolgorde wordt anders geordend en gesorteerd op
Opmerking
Opmerking
Opmerking
draadkleur.
Druk op om de kleursortering te annuleren en te borduren met de borduurkleurvolgorde.
• Deze functie werkt niet op overlappende ontwerpen.
HET BORDUURGEBIED CONTROLEREN
Het patroon wordt meestal in het midden van het borduurraam geplaatst. Als u het borduurpatroon op een andere plek wilt borduren, kunt u de stof laten weergeven, voordat u met borduren begint.
De stof weergeven terwijl u de borduurpositie uitlijnt
De stof die in het borduurraam is gespannen kan op het LCD­scherm worden weergegeven, zodat u de borduurpositie kunt uitlijnen.
U kunt deze functie gebruiken via het patroonbewerkingsscherm en het borduurinstellingenscherm.
• Bij het installeren van borduurraamhouder D en E, het pet- en het cilinderframe kunt u de ingebouwde camera niet gebruiken om de borduurpositie uit te lijnen.
• Meer bijzonderheden over het gebruik van stof dikker dan 2 mm (5/64 inch) vindt u op “Het patroon plaatsen op dikke stof” op pagina 74.
Span de stof in het borduurraam en bevestig het
a
borduurraam vervolgens aan de machine.
Selecteer het patroon.
b
• Controleer of [Stofdikte controleren] is ingesteld op [OFF] wanneer u werkt met lichte tot middelzware stof. (pagina 74)
Geef vooraf de juiste beeldinstellingen op. (pagina 73)
c
• U bereikt betere scanresultaten als de instellingen juist zijn.
72
Page 75
BORDUURBEGINSELEN
Memo
Memo
Memo
Tik op op het patroonbewerkingsscherm.
d
Wanneer er wordt weergegeven dat het scannen kan
e
beginnen, tikt u op .
Het borduurraam wordt verplaatst zodat de stof kan
worden gescand.
Wanneer de stof als achtergrond voor het patroon
f
wordt weergegeven, kunt u het patroon zo nodig bewerken.
Druk op .
i
Tik op en druk vervolgens op de “Start/
j
Stop”-toets om te beginnen met borduren.
Wanneer het borduurwerk is voltooid, wordt de stof
niet meer op de achtergrond weergegeven.
Gescande afbeeldingen en camerabeelden verbeteren
De machinesoftware past afbeeldingen aan overeenkomstig de instelling voor de aanschuiftafelinstallatie. U moet de instelling voor de aanschuiftafelinstallatie selecteren, voordat u de stof scant om weer te geven als achtergrondafbeelding voor een patroon of u de ingebouwde camera gebruikt om een camerabeeld van de stof weer te geven.
Aanschuiftafelinstallatie- instelling
Wanneer er geen aanschuiftafel is bevestigd aan de machine
Wanneer het meegeleverde grote werkblad is bevestigd aan de machine
[Geen
aanschuiftafel]
[Groot werkblad]
2
Lijn het patroon met uit met de gewenste
g
borduurpositie.
• Druk zo nodig op om een voorbeeld weer te geven zodat u de positie van het patroon kunt controleren.
• U kunt de achtergrond weergeven/verbergen door
op te tikken op het borduurinstellingenscherm.
Wanneer het optionele vrije arm verlengstuk is bevestigd aan de machine
Tik op en vervolgens op .
a
Het borduurinstellingenscherm wordt weergegeven.
Vind [Bevestigde aanschuiftafel].
b
Tik op of op om de instelling voor de
c
aanschuiftafelinstallatie te selecteren.
• U bereikt betere camerabeelden en scanresultaten als de instellingen juist zijn.
• Wanneer u in Mijn Design Center scant met een scanraam, hoeft u geen instelling te selecteren voor [Bevestigde aanschuiftafel].
• Gebruik het grote werkblad wanneer u het optionele magneet frame, randborduurraam, quiltraam, plat borduurraam of jumboraam gebruikt.
[Vrije arm
verlengstuk]
Tik op om het borduurinstellingenscherm weer
h
te geven.
• U kunt het patroon ook uitlijnen in het borduurinstellingenscherm.
• Tik op op het borduurinstellingenscherm om de achtergrondafbeelding op te slaan op een USB-
medium.
73
Page 76
De stof weergeven op de achtergrond
1 2
3
4
VOORZICHTIG
U kunt opgeven of de stof al dan niet wordt weergegeven op de achtergrond. Bovendien kunt u [Standaard] of [Fijn] selecteren als kwaliteit van de achtergrondafbeelding.
1 Gebruik de instelling [ON] als u wilt dat de stof op de
achtergrond blijft weergegeven.
2 Met de instelling [OFF] wordt de achtergrond niet meer
weergegeven.
3 Selecteer de kwaliteit van de achtergrondafbeelding. 4 Verwijder de achtergrondafbeelding volledig.
Het patroon plaatsen op dikke stof
Wanneer u het patroon plaatst op een stof dikker dan 2 mm (5/64 inch), wordt de stof mogelijk niet juist gedetecteerd. Voor een juiste detectie van de stof moet eerst de dikte ervan worden gemeten.
Span de stof in het borduurraam en bevestig het
a
borduurraam vervolgens aan de machine.
Selecteer het patroon.
b
Druk op .
c
Het borduurinstellingenscherm wordt weergegeven.
Plak de borduurpositiesticker op de stof binnen het
i
gebied dat wordt aangegeven met het rode kader in het LCD-scherm en druk op .
Wanneer de volgende melding verschijnt, verwijdert u
j
de borduurpositiesticker en drukt u op .
De borduurpositiesticker op de stof wordt
gedetecteerd en vervolgens wordt het borduurraam verplaatst.
Ga door met stap f op pagina 73 om het patroon uit
k
te lijnen met de gewenste borduurpositie.
Vind [Stofdikte controleren] op de instellingenpagina's.
d
Selecteer [ON] om de instelling te activeren.
e
Druk hierop om terug te keren naar het vorige
f
scherm.
Druk op .
g
Wanneer er wordt weergegeven dat de machine
h
beweegt, tikt u op .
• Gebruik stof met een dikte van minder dan 2 mm (ca. 5/64 inch). Bij stof met een dikte van meer dan 2 mm (ca. 5/64 inch) kan de naald breken.
74
Page 77
Werken met de ingebouwde camera
Opmerking
1 Borduurgebied 2 Formaat
borduurpatroon
3 Markering met
kleermakerskrijt
Memo
Wanneer u
selecteert
Wanneer u
selecteert
Het masker is gebaseerd op het patroon nadat het is geroteerd. Als er meerdere patronen zijn, wordt het masker rondom alle patronen gecreëerd.
Aangezien het masker is gebaseerd op het patroon voordat het is geroteerd, is deze methode nuttig wanneer u borduurt op een plaats waar het patroon niet eenvoudig kan worden uitgelijnd. Als er meerdere patronen zijn, kunt u een patroon selecteren als referentie voor de borduurbeginpositie.
1
Met de camera die is ingebouwd in deze machine kunt u gemakkelijk de borduurpositie uitlijnen. Dit is nuttig voor patronen die u in een bepaalde positie moet borduren, zoals u hieronder ziet.
Markeer de gewenste borduurpositie met
a
kleermakerskrijt.
BORDUURBEGINSELEN
Druk op in het borduurinstellingenscherm.
e
Selecteer .
f
2
1 Markering met
Plaats de stof in de ring.
b
• Wanneer u de stof in het borduurraam plaatst, controleer dan of het borduurpatroon past in het borduurvlak van het borduurraam dat u gebruikt.
kleermakerskrijt
• Hieronder vindt u de verschillende methoden beschreven voor de rotatie van een patroon en de uitlijning van de positie ervan terwijl u de afbeelding op de camera controleert.
a
1 Maskeromtrek van patroon
a
Selecteer het patroon.
c
Tik op om het borduurinstellingenscherm weer
d
te geven.
Tik op om de beginpositie links onder aan het
g
patroon te plaatsen.
1 Als er meerdere patronen zijn, kunt u een patroon
selecteren als referentie voor de borduurbeginpositie.
Druk op .
h
Geef vooraf de juiste beeldinstellingen op. (pagina 73)
i
• U bereikt betere camerabeelden als de instellingen juist zijn.
Druk op .
j
75
Page 78
Druk op de plaatsingstoetsen om het borduurraam te
Memo
1
2
1
3 4
2
k
verplaatsen totdat de krijtmarkering op de stof wordt weergegeven in de cameraweergave.
Druk op de toetsen voor de verplaatsingssnelheid van het borduurraam om de gewenste snelheid te selecteren.
1 Plaatsingstoetsen 2 Toetsen Verplaatsingssnelheid borduurraam
Druk op om de naaldpositie weer te geven.
l
• Druk op om de helderheid van het camerabeeld te wijzigen. U kunt de borduurpositie gemakkelijker
controleren als u de afbeelding donker maakt ( )
op lichtere stoffen, of lichter ( ) op donkerder stoffen.
Druk op en pas de stand van het patroon aan
m
totdat het patroon parallel is met de markering die met kleermakerskrijt op de stof is aangebracht.
• Druk op de plaatsingstoetsen om het borduurraam te verplaatsen totdat het patroon in de cameraweergave is uitgelijnd met de markering die met kleermakerskrijt is aangebracht op de stof.
• Als er meerdere patronen zijn, worden alle patronen geroteerd, niet alleen het patroon dat als referentie wordt gebruikt voor de borduurbeginpositie.
Druk hierop om terug te keren naar het vorige
n
scherm.
Druk op .
o
Tik op en druk vervolgens op de “Start/
p
Stop”-toets om te beginnen met borduren.
1 Naaldpositie 2 Markering op de stof, aangebracht met kleermakerskrijt 3 Telkens wanneer u deze toets drukt, verandert de
helderheid van het camerabeeld.
4 Sla het camerabeeld op het externe apparaat op.
• Druk op om de borduurpositie te controleren.
• Druk op om de cameraweergave te vergroten. Door de cameraweergave te vergroten kunt u het
punt links onder aan het patroon goed benaderen door het borduurraam telkens een stukje te verplaatsen. Voor meer bijzonderheden zie “Het camerabeeld vergroten” op pagina 76.
Het camerabeeld vergroten
Druk op .
a
76
Page 79
Het camerabeeld wordt uitvergroot weergegeven.
1 2
3
3
2
1
Memo
b
• U kunt de weergave-instellingen wijzigen die zijn opgegeven in de normale camerabeeldweergave.
1 Sla het camerabeeld op het externe apparaat op. 2 Zet de markering van de naaldpositie aan of uit. 3 Telkens wanneer u deze toets drukt, verandert de
helderheid van het camerabeeld.
Druk op , of op om de toetsen weer te
c
geven voor het opgeven van de beginpositie, het roteren van het patroon of het verplaatsen van het borduurraamhouder.
BORDUURBEGINSELEN
• Wanneer u op tikt, kunt u de cameramodus wijzigen. Meer bijzonderheden vindt u in “Memo” in stap f van “Werken met de ingebouwde camera” op pagina 75.
Druk op om terug te keren naar het camerabeeld
d
op normale grootte.
2
1 Pas de borduurpositie aan door het borduurraam te
verplaatsen.
2 Draai het patroon. Als er meerdere patronen zijn, worden
alle patronen geroteerd, niet alleen het patroon dat als referentie wordt gebruikt voor de borduurbeginpositie.
3 Geef de beginpositie voor het borduren aan.
• Wanneer u deze toetspanelen gebruikt in het vergrote camerabeeld, zijn de panelen onzichtbaar om het patroon en het camerabeeld duidelijk weer te geven.
77
Page 80
Memo
• U kunt de drie toetspanelen verplaatsen om het
Opmerking
Opmerking
patroon goed te bekijken. Druk midden op de bovenkant van een toetspaneel om te zien waarheen u het paneel kunt verplaatsen. Druk op de gewenste locatie om het geselecteerde toetspaneel te verplaatsen.
Werken met de meegeleverde borduurpositiesticker
Met de ingebouwde camera en de meegeleverde borduurpositiestickers kunt u de borduurpositie gemakkelijk uitlijnen.
Bevestig een borduurpositiesticker op de gewenste
a
borduurpositie op de stof. Lijn het midden van de grote cirkel in de borduurpositiesticker uit met het midden van het borduurpatroon.
1 Borduurpositiesticker 2 Midden van het borduurpatroon 3 Borduurgebied
• Wanneer u de stof in het borduurraam plaatst, controleer dan of het borduurpatroon past in het borduurvlak van het borduurraam dat u gebruikt.
Mogelijke locaties waarheen u het paneel kunt verplaatsen worden grijs weergegeven.
Het toetspaneel wordt verplaatst naar de geselecteerde locatie.
Druk hierop om terug te keren naar het vorige
e
scherm.
• Wanneer u met de camera de borduurpositie uitlijnt op dikke stof, gebruikt u de sensor voor dikke stof volgens de beschrijving in “Het patroon plaatsen op dikke stof” op pagina 74.
1 Borduurgebied 2 Formaat borduurpatroon 3 Borduurpositiesticker
• Afhankelijk van de gebruikte stofsoort kan het voorkomen dat borduurpositiesticker niet gemakkelijk verwijderd kan worden. Voordat u de borduurpositiesticker bevestigt, controleert u op een restje van dezelfde stof hoe gemakkelijk de sticker te verwijderen is.
In het borduurinstellingenscherm drukt u op .
b
Wanneer er wordt weergegeven dat de oorspronkelijke
c
positie en hoek kunnen worden hersteld, tikt u op
.
78
Page 81
BORDUURBEGINSELEN
Opmerking
Memo
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Selecteer vanuit de referentiepunten op het scherm het
d
punt dat u wilt gebruiken om het ontwerp te plaatsen.
• Als de vier hoeken van de sticker niet stevig zijn bevestigd aan de stof, kan de ingebouwde camera de borduurpositiesticker mogelijk niet detecteren. Bevestig de sticker stevig op de stof met tape of neem een nieuwe sticker.
Druk op .
e
Verwijder de borduurpositiesticker van de stof.
h
Druk op .
i
• Als er wordt weergegeven dat de borduurpositiesticker niet is herkend, tik dan op
, verwijder de borduurpositiesticker en
bevestig deze binnen het borduurgebied. Druk
vervolgens opnieuw op .
Druk op .
j
Tik op en druk vervolgens op de “Start/
k
Stop”-toets om te beginnen met borduren.
2
Wanneer de volgende melding verschijnt, drukt u op
f
De ingebouwde camera detecteert automatisch de
Wanneer de ingebouwde camera de locatie van de
g
borduurpositiesticker heeft gedetecteerd, wordt er weergegeven dat de borduurpositiesticker kan worden verwijderd.
.
borduurpositiesticker. Vervolgens wordt het borduurraam verplaatst, zodat het referentiepunt wordt uitgelijnd met het midden van de grote cirkel op de borduurpositiesticker.
• U kunt op tikken om te bevestigen dat de borduurpositie goed is uitgelijnd voordat u de borduurpositiesticker verwijdert.
• Wanneer u alle meegeleverde borduurpositiestickers hebt gebruikt, kunt u los nieuwe kopen. Wanneer u nieuwe koopt, zoek dan in “Optionele accessoires” op pagina 14 de onderdeelcode op en neem contact op met uw dichtstbijzijnde erkende Brother-dealer.
Het borduurpatroon controleren
De borduurarm verplaatst zich en de patroonpositie wordt weergegeven. Let goed op het borduurraam zodat het patroon op de juiste plaats wordt geborduurd.
• Als u een groot project borduurt, zoals een jasje of gordijnen, wordt het borduren mogelijk onderbroken doordat de niet-gebruikte borduurvoet blijft haken aan de stof buiten het ontwerpgebied. Probeer het ontwerp zo dicht mogelijk bij het midden van het borduurraam te borduren. Gebruik naaldstang 3 t/m 7. (Meer bijzonderheden over het selecteren van de naaldstang vindt u in pagina 57 of pagina 59.)
Tik op .
- Druk op om de afbeelding dichterbij te halen.
- Druk opnieuw op om terug te keren naar het vorige scherm.
79
Page 82
De borduurvoet komt omlaag en het borduurraam
Opmerking
wordt verplaatst om het borduurgebied te tonen.
Bekijk de bewegingen van het borduurraam en controleer of het patroon op de gewenste plaats wordt geborduurd en of het borduurraam de borduurvoet niet raakt.
Tijdelijk stoppen om het gebied te controleren
Het borduurraam kan tijdelijk worden gestopt op een gewenste positie en ook het controleren van het borduurgebied kan worden gestopt.
Als het borduurraam de gewenste positie heeft bereikt,
a
drukt u opnieuw op .
Het borduurraam stopt en er wordt u gevraagd of u
wilt doorgaan met de proef.
Als u wilt dat het borduurraam verdergaat, drukt u op
b
wilt stoppen, drukt u op .
. Als u het controleren van het borduurgebied
Druk op de pijltoetsen in het
b
borduurinstellingenscherm en verplaats het borduurraam zodat de naaldpositie zich in het midden van het gebied bevindt waar u wilt borduren.
• Met een USB-muis, uw vinger of de aanraakstift sleept u het patroon naar een andere plek.
• Bij het opgeven van het beginpunt van het borduurwerk, stelt u de naaldpositie af op het punt dat wordt aangegeven als het begin van het borduurwerk. (Zie pagina 126 voor informatie over het instellen van het begin- en eindpunt.)
De naaldstang ontgrendelen
Geef het borduurscherm weer en druk op de toets voor
a
een andere naaldstang dan degene die is vergrendeld.
De borduurpositie zoeken
Door de naaldstang te vergrendelen (waarbij de naald en de borduurvoet naar beneden staan en zijn vastgezet), kan de naaldpositie eenvoudig worden gecontroleerd.
Plaats de inbussleutel in het gat in de naaldklem om de
a
naaldstang langzaam naar beneden te laten komen totdat deze stopt en in de vergrendelpositie klikt.
• Zorg dat de naald niet beneden de vergrendelpositie en op de stof komt.
De naald en de borduurvoet worden in de
benedenstand vergrendeld.
De naaldstang is ontgrendeld, en keert terug naar de
oorspronkelijke stand.
80
Page 83
BOVENDRAAD INRIJGEN
Memo
2
1
4
3
56
7
Opmerking
1 2
5
3
7
4
6
8
Controleer het borduurscherm op informatie over welke naaldstangen met welke opgegeven kleuren draad moeten worden ingeregen en rijg vervolgens de bovendraden in.
De naaldstangen en draadkleuren controleren
BORDUURBEGINSELEN
De draad met de kleurnaam die onder ieder naaldstangnummer wordt weergegeven, moet op die naaldstang worden ingeregen.
Druk op .
a
De huidige toegewezen kleuren worden opgeslagen
in het geheugen van de machine en het scherm waarop wordt aangegeven dat de klossen moeten
worden verwisseld, wordt verkleind tot .
In het borduurinstellingenscherm drukt u op om het borduurscherm weer te geven; Er wordt een scherm weergegeven
waarop wordt aangegeven dat de klossen moeten worden verwisseld als u de draadkleuren van het vorige borduurproject niet gebruikt. Als u [Handmatige kleurvolgorde] hebt ingesteld op [ON] op het instellingenscherm, wordt de melding niet weergegeven, ook al moeten de draadklossen worden verwisseld. (Zie “DRAADKLEUREN SELECTEREN/BEHEREN VOOR ELKE NAALDSTANG [Handmatige kleurvolgorde]” op pagina 58.)
Borduurscherm (Meer bijzonderheden over het scherm vindt u in pagina 89.)
• Naast het controleren van de kleuren draad kunt u informatie over het aantal steken en de borduurtijd bekijken en diverse borduurinstellingen opgeven op het borduurscherm.
2
1
Informatie over de draad voor de eerste t/m tiende naaldstang
2 Als geen naam van de kleur draad wordt weergegeven,
wordt die naaldstang niet gebruikt. Als in een eerder geborduurd ontwerp een draadkleur was toegekend aan de naaldstang, toont de naaldstang die eerder toegekende kleur.
3 Het scherm waarop wordt aangegeven dat de klossen
moeten worden verwisseld. (pagina 92) Deze melding verschijnt wanneer de draadklossen moeten worden verwisseld.
De draadklossen voor naaldstangen waarvan de toetsen geen grijze achtergrond hebben, moeten worden verwisseld. Wanneer u op de automatische naaldinrijgknop drukt, worden de naaldstangtoetsen weergeven met een grijze achtergrond.
4 Verklein het scherm waarop wordt aangegeven dat de
klossen moeten worden verwisseld tot .
5 Kleur draad 6 Naaldstangnummer 7 Naam of nummer van de draadkleur
Als het draadkleurnummer [#123] is geselecteerd op het instellingenscherm, wordt ook het garenmerk weergegeven. (pagina 123)
1 De voortgang van het borduren wordt aangegeven met
de rode markering op de balk. Druk op om (op de
indicator) alleen de draadkleur weer te geven die wordt geborduurd.
2 Geeft het aantal draadkleurwisselingen aan, het aantal
steken, de borduurtijd en de tijdsduur totdat de machine stopt.
3 Geeft de draadkleuren aan, de borduurvolgorde en het
nummer van de naaldstang die is toegekend aan de draadkleuren. Naast de draadkleur die wordt geborduurd verschijnt een rood driehoekje. En het vakje wordt grijs wanneer het borduren is voltooid.
4 Druk op en op om de borduurvolgorde en de
naaldstang te bekijken voor draadkleuren die u niet kunt zien op het scherm.
5 Keert terug naar het borduurinstellingenscherm. 6 Wanneer u de machine wilt starten of draden wilt
knippen, tikt u op deze toets om de machine te ontgrendelen. Druk vervolgens op de “Start/Stop”-toets of draadafknip-toets.
7 Tik op een toets om de geselecteerde naaldstang te
verplaatsen naar de borduurpositie. Doe dit wanneer de naald wordt ingeregen met behulp van het automatische naaldinrijgmechanisme.
8 Geeft het scherm weer waarop wordt aangegeven dat de
klossen moeten worden verwisseld.
• De beschikbare toetsen zijn niet dezelfde als u [Handmatige kleurvolgorde] instelt op [ON] op het instellingenscherm. (pagina 58)
81
Page 84
VOORZICHTIG
• Wanneer u op het borduurscherm op
VOORZICHTIG
Opmerking
Memo
(ontgrendelingstoets) tikt, gaat de “Start/ Stop”-toets groen knipperen en kan de machine beginnen met borduren. Zorg dat de machine niet per ongeluk wordt gestart als de bovendraad of de naald wordt ingeregen. Dit kan letsel veroorzaken.
Plaats op de klospen een klos met de draadkleur die is
a
opgegeven voor de betreffende naaldstang.
Bovendraad inrijgen
Gebruik machineborduurdraad om de naaldstangen op volgorde in te rijgen, te beginnen bij naaldstang 1.
• Volg voor het inrijgen van de bovendraad de instructies zorgvuldig op. Als de bovendraad niet correct wordt ingeregen, kan de draad breken of verward raken. Hierdoor kan de naald verbuigen of breken.
• Aanbevolen wordt het gebruik van machineborduurdraad van rayon of polyester (120 den x 2 / 135 dtex x 2 / gewicht van 40 (in VS en Europa) / #50 (in Japan)).
• Bepaalde typen draad kunnen breken of hebben niet de juiste spanning. Verwissel dan de draad.
• De manier van inrijgen van de draad is op de machine met een lijn aangegeven. Zorg dat u de draad inrijgt zoals aangegeven.
• Plaats het meegeleverde klosnetje over de klos als u metallic draad of een andere sterke draad gebruikt. Als het klosnetje te lang is, vouwt u dit eenmaal voordat u het over de klos plaatst, zodat het even groot is als de klos. Wanneer u het klosnetje gebruikt, is het wellicht nodig dat u de draadspanning aanpast.
1 Klosnetje 2 Draad
• Controleer of de klossenstandaard geheel open is.
• Wanneer u kleine draadklossen gebruikt, plaatst u de meegeleverde klosmat op de klospen voordat u de spoel op de pen plaatst.
• Plaats de draad midden in de klossenstandaard, zodat de draad goed van de klos afwikkelt, en niet verward raakt rond de klospen direct onder de draadklos.
82
• Gebruik een kloshouder op alle draadklossen die korter zijn dan de hoogte van de klospen.
1 Klosmat 2 Kleine klos 3 Kloshouder
Page 85
BORDUURBEGINSELEN
Opmerking
De nummers geven het inrijgpad aan voor elk van de genummerde naaldstangen. Zorg dat de naaldstangen correct worden ingeregen.
Leid de draad van een gespecificeerde kleur door de
b
gaten in de draadgeleider. Let op dat de draadkleur overeenkomt met de betreffende naaldstang. Leid de draad van klospen 1, 3, 5, 6, 8 en 10 door de gaten in beide draadgeleiders A en B. Leid de draad van klospen 2, 4, 7 en 9 alleen door het gat in draadgeleider B.
Leid de draad door het gat (met het betreffende
c
naaldstangnummer) in draadgeleider C en vervolgens door het overeenkomstige gat in draadgeleider D. Als voorbeeld laten we het inrijgen van klospen 1 zien.
1 Draadgeleider C 2 Draadspanningshendel 3 Gaten in draadgeleider C 4 Draadgeleider D
2
1 Draadgeleider A (Er zitten 6 gaten in deze draadgeleider) 2 Draadgeleider B (Er zitten 10 gaten in deze
draadgeleider)
• Voordat u begint met inrijgen, schuift u de draadspanningshendel naar links zodat de gaten in draadgeleider C geheel open staan.
Leid de draad door het gat in bovendraadgeleider 1 en
d
trek de draad naar u toe.
1 Gat in bovendraadgeleider
83
Page 86
Houd de draad met beide handen vast en leid deze van
Opmerking
a
e
rechts onder de geleiderplaat door.
1 Bovendraadgeleiderplaat
Wikkel de draad met de klok mee eenmaal rond
f
draadspanningsschijf 1.
(stap f t/m g) kan afwijken afhankelijk van het klosnummer. Door de draad door de draadgeleiderpennen te halen voorkomt u dat de draad verward raakt. Volg het pad dat is aangegeven op de machine.
Leid de draad langs opening 1 om deze van rechts naar
h
links door het gat in ophaalhendel 1 te halen.
1 Draadspanningsschijf 2 Leid de draad met de klok mee op deze plek op de
spanningsschijven.
• Controleer of de draad stevig in de draadspanningsschijven zit.
• De draad loopt door alle draadspanningsschijven met de klok mee.
Leid de draad langs het draadpad en rond de juiste
g
draadgeleiderpennen zoals aangegeven op de machine. Leid de draad vervolgens vanaf rechts onder de middelste draadgeleiderplaat 1.
1 Draadophaalhendel
Leid de draad door de opening in de draadgeleider en
i
vervolgens door het gat in de onderste draadgeleider 1.
1 Gat in lage draadgeleider
1 Draadgeleiderpen 2 Middelste draadgeleider
• Het pad van de bovendraadgeleider rond de
84
draadspanningsschijf naar de middelste draadgeleider
Page 87
BORDUURBEGINSELEN
Opmerking
VOORZICHTIG
Opmerking
Opmerking
Memo
Gebruik de meegeleverde naaldinrijger om de draad
j
door de draadgeleider van naaldstang 1 te leiden.
1 Draadgeleider van naaldstang 2 Inrijger
De naald inrijgen
Gebruik het automatische naaldinrijgmechanisme om de naald van een draad te voorzien.
• Het automatische naaldinrijgmechanisme kan een naald in de borduurpositie inrijgen. Zorg dat de naaldstang die u wilt inrijgen, zich in de borduurpositie bevindt wanneer dit mechanisme wordt gebruikt, anders functioneert het naaldinrijgmechanisme niet bij de juiste naald. Als de naaldstang zich niet in de borduurpositie bevindt, verplaatst u deze daar naartoe. (pagina 86)
Trek ongeveer 150 mm (6 inch) draad los. Zoals
b
aangegeven in de illustratie leidt u de draad vanaf rechts onder de vork van het automatisch naaldinrijgmechanisme. Vervolgens pakt u de draad met het draadhaakje die door het oog van de naald gaat.
1 Draadhaakje 2 Vork
• Terwijl de draad met het haakje wordt opgepakt, zorgt u dat de draad niet los raakt.
Leid de draad onder de geleider op de borduurvoet.
c
1
Geleider op borduurvoet
2 Nok in geleider op
borduurvoet
• Controleer of de draad goed door de nok in de geleider op de borduurvoet gaat.
2
Druk op de automatische naaldinrijgknop.
a
Het haakje van het automatische
naaldinrijgmechanisme gaat door het oog van naald.
• Als de naald niet volledig is ingebracht, gaat het draadhaakje van het automatische naaldinrijgmechanisme niet door het oog van de naald tijdens het automatisch inrijgen. Het draadhaakje kan dan verbuigen of de naald kan mogelijk niet worden ingeregen.
Als het draadhaakje van het automatische inrijgmechanisme verbogen of beschadigd is, neemt u contact op met een erkende Brother-dealer.
Draai niet aan het handwiel terwijl het draadhaakje van het automatische naaldinrijgmechanisme door het oog van de naald gaat. Het automatische naaldinrijgmechanisme kan beschadigd raken. Als u aan het handwiel draait, keert het automatische naaldinrijgmechanisme terug naar de initiële positie om beschadiging te voorkomen.
Leid de draad goed door de groef in de draadafsnijder
d
en trek zachtjes aan de draad om deze af te snijden.
1 Groef in de
draadafsnijder
• Als de draad niet goed door de groef in de draadafsnijder is geleid, verschijnt de melding [Wisserfout.] en kunt u de naald niet inrijgen. Let op dat u de draad veilig door de groef leidt.
• Als niet genoeg draad is losgetrokken, kan de draad niet door de draadafsnijder worden geleid.
• De trekker is het mechanisme waarmee de draad naar achteren wordt getrokken bij gebruik van de naaldinrijger en bij het afknippen van de draad tijdens het borduren.
85
Page 88
Druk op de automatische naaldinrijgknop.
Opmerking
a
b
Memo
Memo
e
1 Automatisch naaldinrijgmechanisme 2 Draadwisser
• De naaldinrijger verplaatst zich naar achteren, van de naald af. De draad wordt door het oog geleid.
• De draadwisser komt naar buiten en pakt de draad tussen de naald en de naaldinrijger.
• De naaldinrijger keert terug naar de oorspronkelijke beginpositie.
Het inrijgen van de bovendraad voor naaldstang 1 is klaar. Rijg de overige naaldstangen op dezelfde wijze in.
Geselecteerde naaldstang verplaatsen en inrijgen
U kunt op elk moment een geselecteerde naaldstang verplaatsen naar de borduurpositie en inrijgen.
Druk op .
a
Het naaldstangverplaatsingsscherm verschijnt.
• Als u op het borduurscherm op het nummer van de in te rijgen naaldstang tikt, wordt de naaldstang verplaatst naar de borduurpositie.
• Als de naaldstang die moet worden ingeregen niet naar de borduurpositie is verplaatst, kan de naald niet worden ingeregen met het automatische naaldinrijgmechanisme.
Voer voor de overige naaldstangen de volgende handeling uit om de naaldstang naar de borduurpositie te verplaatsen voordat u de naald inrijgt.
• Als de draad niet strak staat, kan deze losraken uit de draadspanningsschijf. Controleer nadat het inrijgen van de bovendraden is voltooid of de draad door de draadspanningsschijf loopt. (Stap pagina 84)
Wanneer u klaar bent met het inrijgen van alle
f
bovendraden, schuif dan draadspanningshendel voor draadgeleider C naar rechts. Zo sluit u de gaten in de draadgeleider.
• Wanneer u borduurt met de gaten in draadgeleider C geheel open, kan de draad verward raken of breken.
f op
Druk op de toets voor de naaldstang die u wilt
b
verplaatsen of inrijgen.
De geselecteerde naaldstang wordt verplaatst naar de
borduurpositie.
Druk op de automatische naaldinrijgknop terwijl het
c
naaldstangverplaatsingsscherm wordt weergegeven.
Druk hierop om terug te keren naar het vorige
d
scherm.
• In het borduurscherm verschijnt een blauw kader rond de informatie over de draad van de geselecteerde naaldstang.
1 Draadspanningshendel 2 Gaten in draadgeleider C
86
Wanneer u een van de bovendraadkleuren wisselt, kunt u eenvoudig opnieuw inrijgen door de draad die nu wordt gebruikt, af te knippen tussen de klos en de draadgeleider boven de spoel. Plaats de nieuwe klos op de klospen en knoop het uiteinde van de nieuwe draad aan de oude draad vast. Trek vervolgens de draad door de naald (pagina 92).
Page 89
BORDUURWERK UITVOEREN
VOORZICHTIG
Opmerking
1
2
De machine is nu klaar om te gaan borduren. Wanneer de machine begint te borduren, gaat de borduurvoet automatisch omlaag, de nodige handelingen voor het afknippen van draden bij het begin en na afloop van het borduren worden uitgevoerd, de draden worden gewisseld terwijl het patroon wordt geborduurd en de machine stopt als het patroon klaar is.
• Uit veiligheidsoverwegingen moet u de machine niet onbeheerd achterlaten tijdens het borduren.
• Let goed op de plaats van de naald wanneer de machine in werking is. Houd uw handen uit de buurt van bewegende onderdelen, zoals de naald, de naaldstanghouder, de draadophaalhendel en de borduurarm, om letsel te voorkomen.
• Wanneer overlappende steken worden gemaakt, kan de naald moeilijk door de stof komen, wat kan leiden tot het verbuigen of breken van de naald.
BORDUURBEGINSELEN
Druk op de “Start/Stop”-toets.
b
Druk op de “Start/Stop”-toets terwijl deze groen knippert. Als de “Start/Stop”-toets weer rood oplicht, herhaalt u deze procedure vanaf stap
De “Start/Stop”-toets licht groen op en de machine
begint de eerste kleur te borduren.
1
De draadkleur voor de naaldstang die momenteel in gebruik is om te borduren, of binnenkort gebruikt zal worden, verschijnt boven in het draadkleurvolgordescherm. De overige draadkleuren worden van boven af vermeld in de volgorde van borduren.
2 Een blauw kader verschijnt rond de draadinformatie van
de naaldstang die momenteel is geselecteerd.
Terwijl de machine borduurt, wordt in het patroonweergavegebied het gedeelte dat wordt geborduurd, aangegeven met een groen kruisje. Bovendien worden de tijd en het aantal steken bijgehouden.
a.
2
Beginnen met borduren
• Zorg dat er zich geen voorwerpen binnen het bereik van het borduurraam bevinden. Als het borduurraam een ander voorwerp raakt, kan het patroon scheeftrekken.
• Zorg dat bij het borduren van grote stukken stof deze niet vast komt te zitten in de borduurarm.
Tik op om de machine te ontgrendelen.
a
De “Start/Stop”-toets gaat van rood opgelicht
(vergrendelde machine) naar groen knipperen (ontgrendelde machine) en de machine is klaar om te gaan borduren.
• Als u niet binnen 10 seconden na het ontgrendelen van de machine op de “Start/Stop”-toets drukt, wordt deze opnieuw vergrendeld.
Nadat het borduren van de eerste kleur is voltooid,
c
stopt de machine automatisch en wordt de draad afgeknipt. De naaldstanghouder beweegt naar de positie voor de tweede kleur en het borduren van de tweede kleur begint.
De draadkleurweergave op het scherm gaat naar de
tweede kleur en de informatie over de draad van de tweede naaldstang wordt blauw omkaderd.
Dit gaat zo door tot de laatste kleur is geborduurd en
d
de machine automatisch stopt.
Het borduurinstellingenscherm wordt opnieuw weergegeven.
De “Start/Stop”-toets licht rood op.
• Het is niet nodig de draad bij het begin van en na afloop van het borduren af te knippen.
87
Page 90
Tijdelijk onderbreken gedurende langere tijd
Memo
Opmerking
Memo
Memo
• Wanneer het patroon dat u borduurt 11 of meer kleuren bevat, moet u de draadklossen verwisselen. (pagina 91)
Doorgaan met borduren
Tik op om hetzelfde patroon nogmaals te borduren.
Het borduurscherm wordt weergegeven zodat
hetzelfde patroon nogmaals kan worden geborduurd.
Druk op om een nieuw patroon te selecteren.
Het patroonkeuzescherm wordt weergegeven.
• De instelling automatische stiksteken kan worden ingesteld zodat deze worden uitgevoerd bij het begin van het borduren, na een wisseling van draadkleur en na het afknippen van de draad. (pagina 71)
Het borduren stoppen
De machine kan worden gestopt tijdens het borduren.
Tijdelijk onderbreken
Druk op de “Start/Stop”-toets.
a
Druk op de “Start/Stop”-toets.
a
De machine stopt en de “Start/Stop”-toets licht rood
op.
• De draad wordt niet afgeknipt.
Tik op om de machine te ontgrendelen.
b
Druk op de draadafknip-toets.
c
De spoel- en bovendraad worden afgeknipt.
• Zorg dat de draden zijn afgeknipt voordat u de machine uitzet.
Zet de hoofdschakelaar op “O” om de machine uit te
d
zetten.
Het scherm en de indicator van de “Start/Stop”-toets
gaan uit.
• Het borduren kan worden voortgezet nadat de machine weer is aangezet. Ga een aantal steken achteruit om de steken te laten overlappen. (pagina 97)
• U kunt de machine op ieder moment laten stoppen, zelfs terwijl deze aan het borduren is. Als de machine wordt gestopt voor het wisselen van de kleur draad, hoeft u niet een aantal steken terug te gaan voordat u weer kunt doorgaan. De machine kan zo worden ingesteld dat deze stopt wanneer de kleur draad wordt gewisseld. (pagina 119)
Als de draad breekt tijdens het borduren
Als zich een probleem voordoet tijdens het borduren, zoals het breken van de draad, stopt de machine automatisch. Rijg de gebroken draad opnieuw in, ga enkele steken terug en ga verder met borduren. (pagina 93)
• U kunt het borduren ook stoppen door een gebied
• De draad wordt niet afgeknipt.
88
De machine stopt en de “Start/Stop”-toets licht rood op.
aan te raken waarin het patroon wordt weergegeven.
Als u weer wilt doorgaan met borduren, controleert u of de bovendraad strak staat, drukt u op de ontgrendelingstoets en vervolgens op de “Start/Stop”-toets.
• Als u tijdens het borduren op de onderbrekingstoets tikt, stopt de machine voordat het borduren van de volgende kleur begint. (pagina 119)
• Voordat u gaat borduren, kan de machine zo worden ingesteld dat deze bij elke draadkleurwisseling stopt. (pagina 119)
Page 91
BORDUURBEGINSELEN
1
2
3
8
6
7
5
4
Het borduurscherm
Via dit scherm kunt u het totaalaantal draadkleuren, de borduurvolgorde en de borduurtijd controleren, de naaldstanginstellingen opgeven en het voor- of achteruit in het borduurpatroon gaan. De beschikbare toetsen zijn niet dezelfde wanneer [Handmatige kleurvolgorde] is ingesteld op [ON] op het instellingenscherm. (pagina 58)
Nr.
1
2
3
Display
Toetsnaam
Voortgangsbalk
Deelweergave
Draadkleurvolg-
ordescherm
Naaldstangnummer
Schuifbalk
Functie Pagina
De voortgang van het borduren wordt aangegeven door de rode markering in de indicator. Druk
op om (op de indicator) alleen de draadkleur weer te
geven die wordt geborduurd.
Geeft dat deel van het patroon weer dat zal worden geborduurd met de kleur draad die als eerste op het draadkleurvolgordescherm wordt weergegeven.
Geeft de volgorde weer van de draadkleurwisselingen. Tijdens het borduren ‘verrolt’ dit scherm automatisch zodat bovenin de kleur draad wordt weergegeven die op dat moment wordt gebruikt.
Geeft het naaldstangnummer aan waaraan de kleur draad links is toegewezen.
Het draadkleurvolgordescherm laat de eerste zeven draadkleuren zien. Als u de volgorde voor de achtste en volgende draadkleuren wilt
controleren, drukt u op of
op of op de schuifbalk.
Nr.
Toetsnaam
4
Kloswisselingsindicator
Terug-toets
Onderbrekingstoets
Kloswisseltoets
(Niet beschikbaar
[Handmatige
kleurvolgorde])
Tijdelijke-naald-
stanginstellingen-
5
achteruitstiktoets
borduursnelheidstoets
6
Ontgrendelingstoets
Display
in de modus
toets
Voor- en
Maximale-
Functie Pagina
Deze rodelijnindicator geeft aan wanneer de draadklossen moeten worden verwisseld.
Stopt het borduren en keert terug naar het borduurinstellingenscherm.
Tik tijdens het borduren op deze toets om de machine te laten stoppen voordat deze met de volgende kleur begint.
Verandert de naaldstanginstellingen vanaf het scherm zonder de draadklossen op de machine te veranderen.
Maakt het mogelijk de naaldstanginstellingen handmatig op te geven.
Beweegt de naald voor- en achteruit door het borduurpatroon. Gebruik deze toets in de volgende situaties:
• Als de draad breekt of opraakt tijdens het borduren
• Als u opnieuw wilt borduren vanaf het begin
• Als u wilt doorgaan met borduren nadat de machine is uitgezet
Geeft de maximale borduursnelheid aan.
• Gebruik een lage snelheid voor dunne, dikke of zware stoffen.
• Gebruik een borduursnelheid van 400 spm bij zwak draad zoals metalliek draad.
Ontgrendelt de machine zodat deze binnen 10 seconden kan beginnen met borduren. Wanneer u op deze toets tikt, gaat de “Start/ Stop”-toets groen knipperen.
91
2
119
57
120
93
190
87
89
Page 92
Memo
Nr.
VOORZICHTIG
Tijd totdat de
machine stopt
Borduurvolgorde
7
Naaldstangtoets
8
Draadkleurinstel-
Display
Toetsnaam
Stekenteller
Borduurtijd
lingenscherm
Functie Pagina
Geeft de tijdsduur aan totdat de machine stopt. Wanneer de laatste draadklos wordt gebruikt, verschijnt de waarde in rood. Indien er van draadkleur moet worden gewisseld, wordt hier de tijd vermeld tot aan de wisseling.
De onderste waarde geeft het totaalaantal draadkleuren aan in het patroon en de bovenste waarde geeft de kleur draad aan die op dit moment wordt geborduurd.
De onderste waarde geeft het totaalaantal steken aan in het patroon en de bovenste waarde geeft aan hoeveel steken er al zijn geborduurd.
De onderste waarde geeft aan hoeveel tijd er nodig is om het patroon te borduren en de bovenste waarde geeft aan hoeveel borduurtijd er al verstreken is.
Verplaatst de naaldstangpositie naar het geselecteerde naaldstangnummer. Doe dit wanneer de naald wordt ingeregen met behulp van het automatische naaldinrijgmechanisme.
Geeft de kleur en de kleurnaam (nummer) weer van de draad op de naaldstang die wordt aangegeven op de toets. Voorzie de machine van draden zoals aangegeven.
91
81
HET BORDUURRAAM VERWIJDEREN
• Zorg dat de “Start/Stop”-toets rood oplicht wanneer u het borduurraam verwijdert. Als de “Start/Stop”-toets groen knippert, kan de machine beginnen met borduren. Als de machine per ongeluk begint te werken, kan dit letsel veroorzaken.
• Wanneer u het borduurraam verwijdert, mag het borduurraam geen andere delen van de machine raken.
• Oefen niet te veel kracht uit bij het optillen van de borduurraamhouder, anders kan deze beschadigen.
Pak met beide handen de linker- en rechterarmen van
a
de borduurraamhouder vast en til het borduurraam vervolgens iets op.
De pennen op de armen van de borduurraamhouder komen uit de gaten aan de zijkanten van het borduurraam.
• De nummers van de kleuren draad in het scherm met de draadkleurvolgorde en het draadkleurinstellingenscherm kunnen worden gewijzigd, bijvoorbeeld in de kleurnaam of het nummer van draden van andere merken. (pagina 123)
90
Trek het borduurraam naar u toe om het te
b
verwijderen.
Verwijder de stof uit het raam.
Page 93
BORDUURBEGINSELEN
Memo
1
1
EEN PATROON BORDUREN MET 11 OF MEER KLEUREN
Wanneer het patroon dat u borduurt, 11 of meer kleuren bevat, moet u de draadklossen verwisselen. Tijdens het verwisselen van de draadklossen worden hiertoe instructies weergegeven terwijl de machine automatisch stopt.
• Deze functie is niet beschikbaar wanneer [Handmatige kleurvolgorde] is ingesteld op [ON] op het instellingenscherm.
Controleren of draadklossen moeten worden verwisseld
Wanneer u een patroon selecteert, kunt u het aantal draadwisselingen bekijken. De kleuren draad die in het patroon worden gebruikt, kunt u echter niet via dit scherm controleren. Of en wanneer draadklossen moeten worden verwisseld, kan worden gecontroleerd met de volgende indicatoren.
Tijd totdat de machine stopt met borduren
Deze indicator geeft de tijdsduur aan, totdat de machine stopt met borduren. De machine stopt wanneer een klos moet worden verwisseld, of op grond van andere instellingen. Als de kloswisselingsindicator verschijnt, moet er een klos worden verwisseld. Als de tijd wordt aangegeven in rood, wordt de laatste kleur geborduurd voordat de machine stopt.
Kloswisselingsindicator ( )
De kloswisselingsindicator in het steeknavigatiescherm geeft aan hoe vaak de draadklossen moeten worden verwisseld en hoeveel tijd er tussen verwisselingen ligt.
Gebruik de schuifbalk aan de rechterkant van het
a
draadkleurvolgordescherm in het borduurscherm.
Telkens wanneer u drukt op , schuift het
draadkleurvolgordescherm naar de volgende kleur. Nadat de laatste kleur in het scherm met de draadkleurvolgorde is bereikt, wordt de eerste kleur geselecteerd.
Controleer de positie van .
b
2
1 Tijd totdat de machine stopt
1 geeft aan wanneer de draadklossen
moeten worden verwisseld. De draadklossen moeten zo vaak worden verwisseld als met deze indicator wordt aangegeven, en wel tussen de twee kleuren draad op het punt waar deze wordt weergegeven.
Nadat u de gewenste informatie hebt gelezen, drukt u
c
op of bovenin de schuifbalk om terug te keren naar de eerste kleur.
91
Page 94
DE DRAADKLOSSEN VERWISSELEN
Memo
Opmerking
1
3
1
2
2
Memo
In dit gedeelte vindt u informatie over de draadklosindicatoren naast de procedure om de klossen gemakkelijk te verwisselen.
• Deze functie is niet beschikbaar als [Handmatige kleurvolgorde] is ingesteld op [ON] op het instellingenscherm.
• Als u een andere kleur draad wilt gebruiken dan is aangegeven, drukt u op de tijdelijke­naaldstanginstellingentoets en wijzigt u vervolgens de instelling van de kleur draad. (pagina 120)
• U kunt het aantal draadkloswisselingen beperken door veelgebruikte kleuren draad specifiek toe te wijzen aan bepaalde naaldstangen. (pagina 121)
Draadklossen eenvoudig verwisselen
Info over draadklosindicatoren
Wanneer de draadklos moet worden verwisseld, stopt de machine automatisch met borduren en wordt het onderstaande scherm weergegeven.
Daarnaast wordt, wanneer u een nieuw patroon selecteert, het onderstaande scherm weergegeven. Verwissel de draadklossen aan de hand van de nieuwe toewijzingen.
1 De draadklossen die moeten worden verwisseld, worden
in een andere kleur dan grijs weergegeven.
2 De draadklossen die niet moeten worden verwisseld,
worden in grijs weergegeven.
3 Verklein het scherm waarop wordt aangegeven dat de
klossen moeten worden verwisseld tot . Als u het
scherm opnieuw wilt weergeven, tikt u op .
Wanneer u de draadklossen verwisselt, moet u de bovendraad opnieuw inrijgen. U kunt de draadklossen echter eenvoudig verwisselen wanneer u een draadklos vervangt waarvan de draad correct door de machine is geregen.
Snij de draad af tussen de draadklos en de
a
draadgeleider.
Verwissel de draadklos.
b
Knoop het einde van de draad van de nieuwe klos aan
c
het einde van de draad, dat over is van de vorige kleur.
92
• Tik op de naaldstangtoets om de naald naar de juiste positie te verplaatsen om de nieuwe draadkleur in te rijgen. (pagina 86)
• Wanneer het borduurscherm verschijnt, worden de naaldstanginstellingen opgeslagen.
• Als de naaldstanginstellingen zijn opgeslagen en het volgende patroon dat wordt geopend draadkleuren bevat die overeenkomen met het vorige patroon, krijgen dezelfde naaldstangen die kleuren uit het vorige patroon toegewezen.
• Zie “De draadkleurinstellingen van alle eerder genaaide ontwerpen annuleren” op pagina 57 als u alle toegewezen kleuren op het scherm wilt wissen.
Page 95
Trek de oude draad vlak onder de
Opmerking
Opmerking
d
naaldstangdraadgeleider uit.
Blijf aan de draad trekken tot de knoop onder de naald zit. Knip de draad voor de knoop af.
Gebruik het automatische naaldinrijgmechanisme om
e
de naald van een draad te voorzien. (pagina 85)
Het wisselen van de draad is voltooid.
BORDUURBEGINSELEN
AANPASSEN TIJDENS HET BORDUREN
Als de draad breekt of de onderdraad tijdens het borduren opraakt
Als de draad breekt of de onderdraad opraakt tijdens het borduren, stopt de machine automatisch. Aangezien sommige steken misschien met maar één draad zijn geborduurd, gaat u een aantal steken terug tot voor het stoppunt alvorens verder te gaan met borduren.
• Als [Draadsensor] is ingesteld op [OFF], stopt de machine pas wanneer het borduren is voltooid. Normaliter is de [Draadsensor] ingesteld op [ON].
• Ga voorzichtig te werk wanneer u achteruit of vooruit door de steken gaat, het borduurraam beweegt namelijk mee.
Als de bovendraad breekt
Rijg de bovendraad opnieuw in. (pagina 82)
a
2
• Trek de knoop niet door het oog van de naald wanneer u de draad naar buiten trekt. Als de knoop door het oog van de naald wordt getrokken, kan de naald beschadigen.
Druk op .
b
Het steeknavigatiescherm wordt weergegeven.
Druk op om de naaldpositie te controleren op het
c
LCD-scherm.
De cameraweergave verschijnt.
• Druk op om de grootte van de cameraweergave te verdubbelen.
93
Page 96
Tik op en op om terug te gaan door het
Opmerking
1
2
1
2
3
1 2
Memo
d
borduurwerk tot een punt waar al steken zijn geborduurd.
1 Elke keer als u op deze toets drukt, gaat u een steek
terug.
2 Elke keer als u op deze toets drukt, gaat u tien steken
terug.
Terwijl u naar het vlak gaat waar uw ontwerp het laatst
werd gestikt, tikt u op of om het borduurraam te verplaatsen. Zo kunt u het kruisje direct op de laatst
getoonde steek plaatsen.
Druk op .
e
Druk op .
f
Het borduurscherm wordt opnieuw weergegeven.
Tik op en druk vervolgens op de “Start/
g
Stop”-toets om verder te gaan met borduren.
Een steeknummer opgeven
Druk op .
a
• Het is aan te raden om over de laatste twee of drie steken heen te borduren zodat het borduurpatroon goed aansluit.
1 Steeklijn 2 Markering (kruisje) 3 Voortgangsbalk voor borduren
Ook kunt u het specifieke punt van de voortgangsbalk voor borduren aanraken om de telling van het aantal steken te verplaatsen naar het gewenste punt. Als de naaldstang te ver is teruggegaan door het
borduurwerk, drukt u op of op om vooruit te gaan.
Geef met de cijfertoetsen het gewenste steeknummer
b
op en druk op .
Het borduurraam gaat naar de opgegeven steek.
Wanneer u in dit scherm op drukt om de
weergave te vergroten, kunt u met de cijfertoetsen een steeknummer opgeven.
Tik op om terug te keren naar het vorige scherm
c
en ga vervolgens door met stap
e op pagina 94.
• Druk op om het steeknummer opnieuw in te stellen en te borduren vanaf de eerste steek.
• Om het laatste steeknummer op te geven selecteert u de laatste draadkleur en drukt u op
.
1 Elke keer als u op deze toets drukt, gaat u een steek
2 Elke keer als u op deze toets drukt, gaat u tien steken
94
naar voren.
naar voren.
Page 97
BORDUURBEGINSELEN
Opmerking
Als de onderdraad breekt of opraakt
Druk op en druk vervolgens op de
a
draadafknip-toets.
De bovendraad wordt afgeknipt.
• Als de onderdraad breekt of opraakt, knipt u ook de bovendraad af.
Verwijder de steken die alleen met de bovendraad zijn
b
geborduurd.
Trek aan het afgeknipte uiteinde van de bovendraad.
• Als de steken niet mooi kunnen worden verwijderd, knipt u de draad met een schaar af.
Als de onderdraad opraakt, vervangt u in deze procedure de onderdraad.
Vervang de spoel door een spoel die is omwikkeld met
c
onderdraad. (pagina 33)
• Als u het klepje voor de grijper kunt openen, vervangt u de spoel zonder het borduurraam te verwijderen uit de machine.
• Als de machinebodem bijvoorbeeld verborgen zit onder een groot stuk stof, of als het klepje voor de grijper niet kan worden geopend, verwijdert u tijdelijk het borduurraam. (pagina 90) Bevestig het borduurraam weer nadat u de spoel hebt vervangen. (pagina 64)
2
Als het borduurraam is verwijderd voordat het patroon was voltooid, controleert u de volgende punten om te voorkomen dat het patroon scheeftrekt.
• Oefen niet te veel kracht uit op de stof in het borduurraam, anders kan de stof los gaan zitten.
• Wanneer u het borduurraam verwijdert en opnieuw bevestigt, moet u voorkomen dat het borduurraam de borduurarm of de borduurvoet raakt. Als de borduurarm wordt geraakt en beweegt, zet u de machine uit en vervolgens weer aan. De juiste positie van het borduurraam op het moment dat de machine werd gestopt, wordt opgeslagen in het geheugen van de machine. Het borduurraam wordt vervolgens teruggeplaatst in de juiste positie.
• Wanneer het borduurraam wordt teruggeplaatst, moet u ervoor zorgen dat de pennen op de linker­en rechterarmen van de borduurraamhouder stevig in de gaten van de hendels op het borduurraam zitten.
Ga terug door het borduurwerk op dezelfde manier als
d
beschreven in stap bovendraad breekt” op pagina 93 en ga vervolgens verder met borduren.
b tot en met g van “Als de
95
Page 98
Borduren vanaf het begin of het midden van
Opmerking
1
2
1
het patroon
Als u wilt borduren vanaf het beginpunt, bijvoorbeeld als een proeflapje is geborduurd met verkeerde draadspanning of als de verkeerde kleur draad is gebruikt, start het borduren dan opnieuw met behulp van de toets vooruit en achteruit. U kunt bovendien per kleur draad of per steek vooruit of achteruit door het borduurwerk gaan om een eerste steek te maken vanaf een willekeurige positie in het patroon.
• Ga voorzichtig te werk wanneer u achteruit of vooruit door de steken gaat, het borduurraam beweegt namelijk mee.
Druk op de “Start/Stop”-toets om de machine te
a
stoppen.
• Knip en verwijder zo nodig de geborduurde steken.
Druk op .
b
Selecteer met de schuifbalk de draadkleur en tik
d
vervolgens op , , , , , ,
en om de specifieke steek te selecteren.
• Tik op om te borduren vanaf het beginpunt.
1 Met de schuifbalk kunt u ook opgeven vanaf welke steek
het borduren moet beginnen.
2 De draadkleur boven in het scherm met de
draadkleurvolgorde is de kleur van het vlak dat momenteel is geselecteerd. Druk op dit gebied om op te geven vanaf welke steek het borduren moet beginnen.
De naaldstanghouder beweegt en de huidige
naaldstang wordt verplaatst naar de borduurpositie. Vervolgens wordt het borduurraam verplaatst en wordt de huidige naaldstand aangegeven.
Druk op .
e
Het steeknavigatiescherm wordt weergegeven.
Druk op om de naaldpositie te controleren op het
c
LCD-scherm.
De cameraweergave verschijnt en het kruisje in de
cameraweergave geeft de naaldpositie aan.
Nadat u de steek hebt geselecteerd waar het borduren
f
moet beginnen, drukt u op .
Het borduurscherm wordt opnieuw weergegeven.
Tik op en druk vervolgens op de “Start/
g
Stop”-toets om te beginnen met borduren.
De machine begint op het aangegeven punt met
borduren.
Een steeknummer opgeven
Druk op .
a
Geef met de cijfertoetsen het gewenste steeknummer
b
op en druk op .
1 Naaldpositie
• Druk op om de grootte van de cameraweergave
96
Het borduurraam gaat naar de opgegeven steek.
te verdubbelen.
Page 99
BORDUURBEGINSELEN
Opmerking
21
Wanneer u in dit scherm op drukt om de
weergave te vergroten, kunt u met de cijfertoetsen een steeknummer opgeven.
Tik op om terug te keren naar het vorige scherm
c
en ga vervolgens door met stap
e op pagina 96.
Verdergaan met borduren nadat de machine is uitgezet
In de volgende gevallen worden de resterende steken van het borduurwerk opgeslagen in het geheugen van de machine.
• Als de hoofdschakelaar van de machine is ingedrukt om uit te schakelen voordat de machine is gestopt met borduren. Knip de draad af voordat de machine met de hoofdschakelaar wordt uitgezet, anders kan aan de draad worden getrokken of kan deze vastlopen wanneer de borduurarm terugkeert naar de beginpositie nadat de machine weer is aangezet.
• Als de machine per ongeluk tijdens het borduren is uitgeschakeld door een stroomstoring. De rest van het borduurwerk kan worden uitgevoerd wanneer de machine weer is aangezet. Sommige steken die al zijn geborduurd, worden mogelijk opnieuw geborduurd.
2
1 Annuleert het borduren en geeft het
patroontypekeuzescherm weer om een nieuw patroon te selecteren.
2 Gaat door met borduren.
Het borduurscherm dat werd getoond voordat de
machine werd uitgezet, wordt weergegeven.
• Mogelijk moet u een aantal steken vooruit/terug voor de juiste naaldpositie.
97
Page 100
98
Loading...