Lees dit document voordat u de machine gebruikt.
Houd dit document bij de hand, zodat u het kunt raadplegen.
Page 2
Page 3
INTRODUCTIE
Hartelijk dank voor de aankoop van deze machine. Lees
voordat u de machine gebruikt de “BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES”. Bestudeer vervolgens ook
deze handleiding, zodat u de diverse functies juist kunt
uitvoeren.
Nadat u de handleiding hebt doorgenomen, raden wij u
aan deze op een handige plaats op te bergen, zodat u hem
in de toekomst gemakkelijk kunt raadplegen.
Als u deze aanwijzingen niet volgt, kan dit leiden tot een
grotere kans op lichamelijk letsel of schade aan
eigendommen, als gevolg van bijvoorbeeld brand,
elektrische schok, brandwonden of verstikking.
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Lees deze veiligheidsinstructies voordat u de machine
gebruikt.
GEVAAR
- De kans op elektrische schok verminderen
1Neem in de volgende gevallen altijd
direct na gebruik de stekker uit het
stopcontact: voordat u de machine gaat
schoonmaken, wanneer u onderhoud
uitvoert zoals in deze handleiding
aangegeven of wanneer u de machine
onbeheerd achterlaat.
3Elektrische risico's:
•
Deze machine moet worden aangesloten op een
elektriciteitsbron met wisselstroom, binnen het bereik
dat is aangegeven op het kenplaatje. Sluit de machine
niet aan op een elektriciteitsbron met gelijkstroom of
een gelijkstroom-wisselstroomomzetter. Als u niet
zeker weet welk soort elektriciteitsbron u hebt, neem
dan contact op met een erkende elektricien.
• Deze machine is alleen goedgekeurd voor gebruik
in het land waar deze is gekocht.
4
Gebruik de machine nooit wanneer het snoer of de stekker
beschadigd is, wanneer de machine niet goed werkt, wanneer
de machine gevallen of beschadigd is of met water in contact
is gekomen. Breng de machine naar de dichtstbijzijnde
erkende Brother-dealer of een servicecentrum, als deze moet
worden nagekeken of gerepareerd, of als er elektrische of
mechanische afstellingen nodig zijn.
•
Voorkom elektrische schokken of brand: gebruik
geen beschadigd netsnoer of los stopcontact. Zorg dat
de netstekker goed en stevig in het stopcontact zit.
•
Wanneer u tijdens het gebruik van de machine iets
ongewoons opvalt - geur, hitte, verkleuring, vervorming - stop
dan onmiddellijk en haal de netstekker uit het stopcontact.
• Wanneer u de machine wilt verplaatsen, moet u
deze van onderen oppakken. Wanneer u bij het
verplaatsen de machine op een andere plek
vasthoudt, kan de machine beschadigd raken of
vallen. Dit zou letsel tot gevolg kunnen hebben.
• Maak bij het verplaatsen van de machine geen
plotselinge, onvoorzichtige bewegingen. Daarmee
kunt u letsel aan uw rug of knieën oplopen.
•
Pas bij het verplaatsen van de machine op dat u het
bedieningspaneel, de draadgeleiders of andere
onderdelen niet aanraakt. Anders kunt u letsel oplopen.
WAARSCHUWING
- De kans op brandwonden, brand, elektrische
schokken of letsel verkleinen.
2Neem altijd de stekker uit het stopcontact wanneer
u de machine smeert of ander onderhoud uitvoert
zoals beschreven in de Bedieningshandleiding.
• Zet eerst de hoofdschakelaar op “O” om de
machine uit te zetten. Pak vervolgens de stekker en
trek deze uit het stopcontact. Trek hierbij niet aan
het snoer.
• Sluit de machine rechtstreeks aan op een
wandstopcontact. Gebruik geen verlengsnoer.
• Neem altijd de stekker uit het stopcontact wanneer
de stoom uitvalt.
5Houd altijd het werkvlak leeg:
•
Gebruik de machine nooit wanneer de ventilatieopeningen
zijn geblokkeerd. Houd de ventilatieopeningen van de
machine vrij van pluisjes, stof en losse stukken stof.
• Gebruik geen verlengsnoeren. Sluit de machine
rechtstreeks aan op een wandstopcontact.
• Zorg dat u nooit voorwerpen in openingen steekt of
laat vallen.
•
Steek geen vingers in de openingen van de machine, zoals
in de buurt van de borduurarm. Dit kan letsel veroorzaken.
•
Gebruik de machine niet op plaatsen waar spuitbussen
worden gebruikt of zuurstof wordt toegediend.
•
Gebruik de machine niet in de buurt van een warmtebron,
zoals fornuis of strijkbout. Anders kan de machine, het
netsnoer of het kledingstuk dat u borduurt, ontvlammen.
Dit kan leiden tot brand of een elektrische schok.
• Gebruik deze machine niet in de buurt van open
vuur. Door de beweging van het borduurraam kan
de stof in brand vliegen.
1
Page 4
• Plaats de machine niet op een wankel of schuin
oppervlak. Dan kan de machine vallen en letsel
veroorzaken.
• Stoot op geen enkele manier tegen de machine
wanneer u het borduurraam of een andere
meegeleverde accessoire bevestigt of losmaakt, of
wanneer u onderhoud aan de machine verricht.
6Wees vooral voorzichtig tijdens het borduren:
• Gebruik voor het reinigen van de machine alleen
neutrale zeep of reinigingsmiddelen. Benzeen,
thinner en schuurmiddelen kunnen de behuizing en
de machine beschadigen en mogen nooit worden
gebruikt.
• Raadpleeg altijd de Bedieningshandleiding als u
onderdelen, naald of andere delen vervangt of
installeert om ervoor te zorgen dat het op een
correcte manier wordt uitgevoerd.
• Houd altijd de naald goed in de gaten. Gebruik geen
verbogen of beschadigde naalden.
• Houd uw vingers uit de buurt van alle bewegende
onderdelen. Wees vooral voorzichtig in de buurt
van de naald.
• Terwijl de machine in gebruik is, houdt u uw
handen uit de buurt van de naaldstanghouder en
alle bewegende onderdelen in de buurt van de
naaldstanghouder. Anders kunt u letsel oplopen.
• Zet de hoofdschakelaar op “O” om de machine uit
te zetten wanneer u een handeling uitvoert in de
buurt van de naald, zoals de naald verwisselen.
• Gebruik geen beschadigde of onjuiste naaldplaat.
Anders zou de naald kunnen breken.
7Deze machine is geen speelgoed:
• Blijf in de buurt wanneer de machine wordt gebruikt
door kinderen en let op als er kinderen in de buurt
zijn.
• Deze machine is niet bedoeld om zonder toezicht te
worden gebruikt door kinderen of minder bekwame
personen.
• Let op dat jonge kinderen niet met deze machine
spelen.
• Gebruik de schaar of het tornmesje niet voor andere
doeleinden dan waarvoor ze zijn bestemd. Wanneer
u een gat maakt met een tornmesje, houd uw
handen en vingers dan weg van de snijrichting.
Anders kunt u letsel oplopen wanneer het tornmesje
uitschiet.
• Houd de plastic zak waarin de machine is geleverd
uit de buurt van kinderen of gooi deze weg. Laat
kinderen nooit met de zak spelen. Ze zouden erin
kunnen stikken.
• Gebruik de machine niet buiten.
9Voor reparatie of bijstellingen:
• Probeer op geen enkele manier de machine uit
elkaar te halen, te repareren of veranderen. Dit kan
leiden tot brand, letsel of een elektrische schok.
• Als de verlichtingsunit beschadigd is, moet deze
worden vervangen door een erkende Brother-dealer.
• Indien de machine een defect vertoont of moet
worden bijgesteld, kijk dan eerst aan de hand van
het overzicht voor probleemoplossing achter in
deze Bedieningshandleiding of u de machine zelf
kunt controleren of bijstellen. Als u het probleem
niet kunt verhelpen, raadpleegt u uw plaatselijke
erkende Brother-dealer.
Gebruik de machine alleen zoals bedoeld volgens de
beschrijvingen in deze handleiding.
Gebruik uitsluitend accessoires die door de fabrikant in
deze handleiding worden aanbevolen.
Gebruik de interfacekabel (USB-kabel) die bij de
machine is inbegrepen.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van
dit product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving
veranderen.
Meer informatie over onze producten en updates vindt
u op onze website www.brother.com
8Voor een langere levensduur:
• Zet de machine niet weg op een plaats met direct
zonlicht of met een hoge vochtigheidsgraad.
Gebruik of plaats de machine niet in de buurt van
een verwarming, strijkijzer, halogeenlamp of andere
warme voorwerpen.
2
Page 5
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
ALLEEN VOOR
Deze machine is bedoeld
voor huishoudelijk gebruik.
VOOR GEBRUIKERS BUITEN DE
CENELEC-LANDEN
Dit apparaat is niet bedoeld voor
gebruik door personen (kinderen
inbegrepen) met beperkte lichamelijke,
zintuiglijke of geestelijk vermogens,
tenzij onder toezicht of met instructies
over het gebruik van het apparaat door
degene die verantwoordelijk is voor
hun veiligheid. Let goed op dat
kinderen niet met het apparaat spelen.
VOOR GEBRUIKERS BINNEN DE
CENELEC-LANDEN
Dit apparaat kan gebruikt worden door
GEBRUIKERS IN GROOT-
BRITTANNIË, IERLAND,
MALTA EN CYPRUS
BELANGRIJK
• Wanneer u de stekkerstop vervangt, moet u een
door ASTA voor BS 1362 goedgekeurde stop
gebruiken, met het -merk, met de sterkte die op
de stekker is aangegeven.
•
Plaats altijd de afdekking van de zekering terug. Gebruik
nooit stekkers waarvan de zekering niet is afgedekt.
• Als uw wandstopcontact niet geschikt is voor de
stekker die bij deze apparatuur wordt geleverd,
neem dan contact op met uw erkende Brotherdealer om het juiste snoer te verkrijgen.
kinderen vanaf 8 jaar en personen met
verminderde fysieke, zintuiglijke of
mentale capaciteiten of gebrek aan
ervaring en kennis als zij toezicht of
instructies krijgen omtrent het veilige
gebruik van het apparaat en als zij de
mogelijke gevaren begrijpen. Kinderen
mogen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en onderhoud mag niet
zonder toezicht uitgevoerd worden
door kinderen.
3
Page 6
Conformiteitsverklaring
WLAN Draadloze
(alleen Europa en Turkije)
Wij, Brother Industries Ltd. 15-1 Naeshiro-cho, Mizuho-ku,
Nagoya 467-8561 Japan, verklaren dat dit product voldoet
aan de essentiële vereisten van alle relevante richtlijnen en
verordeningen die in de Europese Gemeenschap van
toepassing zijn.
De conformiteitsverklaring kan worden gedownload bij het
Brother support website.
Ga naar support.brother.com
→ klik op “Handleidingen”
→ selecteer uw model
→ klik op “Conformiteitsverklaring”
→ klik op “Downloaden”
Uw versie van de conformiteitsverklaring wordt gedownload
als een PDF-bestand.
en:
Conformiteitsverklaring
voor richtlijn 2014/53/EU
betreffende
radioapparatuur (alleen
Europa en Turkije) (van
verbinding (alleen
modellen met WLAN
Draadloze
verbindingfunctie)
Deze machine ondersteunt een draadloze interface.
Frequentieband(en): 2400-2483.5 MHz
Maximumradiofrequentiestroom verzonden in de
frequentieband(en): minder dan 20 dBm (e.i.r.p)
toepassing op modellen
met radio-interfaces)
Wij, Brother Industries, Ltd. 15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku,
Nagoya 467-8561 Japan verklaren dat deze producten
voldoen aan de bepalingen van richtlijn 2014/53/EU voor
radioapparatuur. U kunt een exemplaar van de
conformiteitsverklaring downloaden. Volg de aanwijzingen in
het gedeelte Conformiteitsverklaring (alleen Europa en
Turkije).
4
Page 7
Gebruiksvoorwaarden
BELANGRIJK - AANDACHTIG LEZEN:
Deze Gebruiksvoorwaarden (“Overeenkomst”) zijn een
wettelijke overeenkomst tussen Brother Industries, Ltd.
(“Bedrijf”) en u die bepaalt hoe u de software mag gebruiken
die is geïnstalleerd of beschikbaar gesteld door Bedrijf voor
gebruik in combinatie met naai- of handwerkproducten
(“Bedrijfsproduct”). De term “Software” heeft betrekking op
alle inhoudelijke gegevens, ontwerpgegevens,
gegevensindelingen en firmware van Bedrijfsproduct en PCtoepassing of toepassing voor mobiele apparatuur.
Wanneer u gebruikmaakt van Software en Bedrijfsproduct,
wordt u geacht te hebben geaccepteerd dat u bent gebonden
aan de voorwaarden van deze Overeenkomst. Als u niet
akkoord gaat met de voorwaarden van deze Overeenkomst,
verleent Bedrijf u geen licentie voor de Software en is het u
niet toegestaan de Software te gebruiken. Er kunnen
aanpassingen van en aanvullingen op deze Overeenkomst
zijn bijgevoegd bij de Software.
De persoon die deze Overeenkomst accepteert namens een
entiteit, geeft bij Bedrijf aan dat hij of zij beschikt over de
juridische bevoegdheid om een wettelijk bindende
overeenkomst voor die entiteit aan te gaan.
Algemene voorwaarden
1Verlening van licentie
1.1Zoals bedoeld in deze Overeenkomst, verleent
Bedrijf u hierbij een persoonlijke, nietexclusieve, niet-overdraagbare en herroepbare
licentie voor het uitsluitende gebruik van de
Software binnen het Bedrijfsproduct.
1.2U
2Beperkingen
2.1Behalve zoals expliciet vermeld in deze
w recht op het gebruik van de Software is niet
aan u verkocht, maar is u in licentie gegeven en
uitsluitend voor het gebruik zoals bedoeld in deze
Overeenkomst. Bedrijf of zijn toeleveranciers
behouden alle eigendomsrechten en belangen
met betrekking tot de Software, met inbegrip van,
maar niet beperkt tot alle intellectueleeigendomsrechten daarvan.
Overeenkomst of zoals vereist volgens
eventuele plaatselijke wetgeving, verbindt u
zich tot het volgende:
2.1.1 d
2.1.2 g
2.1.3 de Software als geheel of een gedeelte
e Software niet te deassembleren, te
decompileren, te onderwerpen aan
reverse engineering, te vertalen of
anderszins te pogen de broncode ervan te
achterhalen (met inbegrip van gegevens
of inhoud, gemaakt met gebruik van het
Bedrijfsproduct of toepassingssoftware
voor inhoudsbewerking; hetzelfde zal
hierna van kracht zijn in Clausule 2.);
een afgeleid werk te creëren op basis van
de gehele Software of gedeelten ervan;
daarvan niet te distribueren, verstrekken
of beschikbaar te stellen aan enig
persoon zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van Bedrijf;
2.1.4 de Software niet te kopiëren, behalve
als een dergelijke kopie hoort bij
normaal gebruik van de Software in
combinatie met het Bedrijfsproduct of
wanneer dit noodzakelijk is voor backup- of bedieningsdoeleinden;
2.1.5 de Software als geheel of een gedeelte
daarvan niet over te dragen, te
verhuren, in lease te geven, in
onderlicentie te geven, uit te lenen, te
vertalen, samen te voegen, aan te
passen, te veranderen, te wijzigen of te
modificeren en evenmin toe te staan dat
de Software of een gedeelte ervan
wordt gecombineerd met of wordt
opgenomen in andere programma’s;
2.1.6 de auteursrechtvermelding van Bedrijf
en deze Overeenkomst op te nemen in
alle gehele en gedeeltelijke exemplaren
van de Software;
2.1.7 d
e Software niet te gebruiken voor enig
ander doel (met inbegrip van, maar niet
beperkt tot gebruik in combinatie met
ongeoorloofde naai-/handwerkproducten
of -software) dan is gespecificeerd in
Clausule 1 van deze Overeenkomst.
3Geen garantie
VOOR ZOVER WETTELIJK TOEGESTAAN
WORDT DEZE SOFTWARE AAN U GELEVERD IN
FEITELIJKE STAAT ZONDER ENIGE
UITDRUKKELIJKE DAN WEL STILZWIJGENDE
MONDELINGE OF SCHRIFTELIJKE GARANTIE.
BEDRIJF WIJST MET NAME ALLE IMPLICIETE
GARANTIES VAN VERHANDELBAARHEID,
AFDOENDE KWALITEIT, HET NIET PLEGEN VAN
INBREUKEN EN/OF GESCHIKTHEID VOOR EEN
BEPAALD DOEL NADRUKKELIJK VAN DE HAND.
4Beperking van aansprakelijkheid
4.1B
4.2O
EDRIJF KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN
GESTELD DOOR U, ZIJN EINDGEBRUIKERS OF
ENIGE ANDERE ENTITEIT VOOR WINST- OF
INKOMSTENDERVING, GEMISTE BESPARINGEN,
GEGEVENSVERLIES, GEBRUIKSONDERBREKING OF
INCIDENTELE, SPECIALE, PUNITIEVE, INDIRECTE OF
GEVOLGSCHADE DOOR EEN DERGELIJKE PARTIJ
GELEDEN (ONGEACHT OF DEZE HET GEVOLG IS
VAN EEN CONTRACTUELE HANDELING OF
ONRECHTMATIGE DAAD), ZELFS INDIEN BEDRIJF
IS INGELICHT OVER DE MOGELIJKHEID VAN
DERGELIJKE SCHADE, VOORTVLOEIENDE UIT OF
VERBAND HOUDENDE MET DE SOFTWARE,
ONDERSTEUNING OF DEZE OVEREENKOMST.
DEZE BEPERKINGEN GELDEN VOORZOVER
MAXIMAAL TOEGESTAAN DOOR DE VAN
TOEPASSING ZIJNDE WETGEVING EN BLIJVEN VAN
KRACHT IN HET GEVAL WAARIN EEN BEPERKTE
VERHAALSMOGELIJKHEID FAALT IN HAAR
WEZENLIJKE DOEL.
NVERMINDERD HETGEEN IN CLAUSULE 3 OF
4.1 HIERVAN IS BEPAALD, IS DEZE
OVEREENKOMST NIET BEDOELD OM DE
AANSPRAKELIJKHEID VAN BEDRIJF UIT TE
SLUITEN OF TE BEPERKEN INGEVAL VAN
OVERLIJDEN OF LICHAMELIJK LETSEL ALS
GEVOLG VAN NALATIGHEID OF DE WETTELIJKE
RECHTEN VAN DE CONSUMENT TE BEPERKEN.
5
Page 8
5Beëindiging
5.1Bedrijf heeft het recht deze Overeenkomst te
allen tijde per schriftelijke kennisgeving aan u
te beëindigen, ingeval van een wezenlijke
schending van een of meer voorwaarden van
deze Overeenkomst en nalatigheid inzake
onmiddellijke rechtzetting van een dergelijke
schending op verzoek van Bedrijf.
5.2B
ij beëindiging om eender welke reden vervallen
alle rechten die u uit hoofde van deze
Overeenkomst zijn toegekend; u stopt met alle
activiteiten waarvoor deze Overeenkomst u heeft
geautoriseerd, u verwijdert onmiddellijk de
Software van alle computerapparatuur in uw bezit
en verwijdert of vernietigt alle exemplaren van de
Software of ervan afgeleid werk in uw bezit. Naast
het bovengenoemde moet u de inhoudelijke of
ontwerpgegevens verwijderen die u hebt gemaakt
vanuit het Bedrijfsproduct in uw bezit.
6Overige voorwaarden
6.1Het is niet toegestaan de Software of een kopie
of adaptatie ervan te exporteren of opnieuw te
exporteren in strijd met alle toepasselijke
wetten en voorschriften.
6.2Het is niet toegestaan deze Overeenkomst geheel
of gedeeltelijk toe te wijzen aan derden of
enigerlei recht daarop, zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van Bedrijf. Een
zeggenschapswijziging of reorganisatie uwerzijds
volgend op een fusie of verkoop van activa of
aandelen zal onder deze Overeenkomst worden
beschouwd als een toewijzing.
6.3U gaat ermee akkoord dat een schending van
deze Overeenkomst leidt tot onherstelbare
schade voor Bedrijf waarvoor een geldelijke
schadevergoeding geen doeltreffend rechtsmiddel
zou zijn en dat Bedrijf is gerechtigd om naast
mogelijke andere rechtsmiddelen krachtens deze
Overeenkomst of de wet andere billijke
voorzieningen te treffen zonder borg, ander
onderpand of bewijs van schade.
6.4Als een bepaling van deze Overeenkomst door
een bevoegde rechtbank ongeldig of nietafdwingbaar zou worden verklaard, dan staat
een dergelijke bepaling los van alle overige
bepalingen van deze Overeenkomst en blijven
die overige bepalingen en de gehele
Overeenkomst onverminderd van kracht.
6.5Deze Overeenkomst, samen met alle
bewijsstukken en overige bijlagen waarnaar
hierin wordt verwezen, vormt de gehele
overeenkomst tussen de partijen met
betrekking tot het onderhavige onderwerp en
vervangt alle voorstellen, mondelinge en
schriftelijke, die de partijen hebben
uitgewisseld inzake dit onderwerp.
6.6Als Bedrijf verzuimt erop aan te dringen dat u alle
verplichtingen uit hoofde van deze Overeenkomst
nakomt of als Bedrijf zijn rechten niet handhaaft
jegens u of Bedrijf dit aanhoudt, betekent dit niet
dat Bedrijf jegens u heeft afgezien van enige
rechten en dat u niet hoeft te voldoen aan deze
verplichtingen. Als Bedrijf een niet-nakoming
uwerzijds niet van toepassing verklaart, gebeurt dit
uitsluitend schriftelijk en betekent dit niet dat
Bedrijf automatisch latere niet-nakoming uwerzijds
ook niet van toepassing zal verklaren.
6.7De wetgeving van het land waarin u woont (of,
ingeval van een bedrijf, waar de hoofdzetel
van uw onderneming is gevestigd) zal van
toepassing zijn op alle claims en geschillen
met betrekking tot de Software of deze
Overeenkomst.
6
Page 9
GEBRUIKSRECHTOVEREENKOMSTWAARSCHUWINGSETIKETTEN
a
b
Deze machine bevat gegevens, software en/of
documentatie (verder te noemen “INHOUD”) die het
eigendom zijn van Brother Industries, Ltd. (“BROTHER”).
DOOR DE INHOUD TE GEBRUIKEN, ACCEPTEERT DE
KLANT DE VOORWAARDEN EN BEPALINGEN VAN
DEZE OVEREENKOMST. BROTHER behoudt het eigendom
van alle rechten over de INHOUD en de kopieën van de
INHOUD in dit pakket. Voor de INHOUD wordt aan u
(“KLANT”) een licentie verstrekt (niet verkocht) onder de
voorwaarden en bepalingen van deze overeenkomst.
Onder deze licentie wordt de KLANT toegestaan:
• De INHOUD te gebruiken in combinatie met de
machine om borduurwerk te maken;
• De INHOUD te gebruiken in combinatie met de
machine die de KLANT in eigendom heeft of
gebruikt, aangenomen dat de INHOUD op niet
meer dan een (1) machine tegelijk wordt gebruikt.
Tenzij anders aangegeven, wordt de KLANT niet toegestaan:
• Op enig moment meer dan één kopie van de
INHOUD beschikbaar te hebben;
• De INHOUD te reproduceren, te wijzigen, te
publiceren, te verspreiden, te verkopen, te verhuren,
in sublicentie te geven of op andere wijze aan
derden beschikbaar te stellen;
• De mediakaart of de INHOUD te verspreiden, te
verhuren, in sublicentie te geven, te leasen, te
verkopen, over te dragen of toe te wijzen;
• De INHOUD te decompileren, disassembleren of
anderszins onderwerpen aan reverse engineering of
anderen te helpen dit te doen;
• De INHOUD of een deel ervan te wijzigen, te
vertalen, te veranderen of aan te passen voor
zakelijke, commerciële of industriële doeleinden;
Op de machine treft u de volgende
waarschuwingsetiketten aan.
Neem de voorzorgsmaatregelen op de labels in acht.
Waar de etiketten zich bevinden
1
2
Doe eenmaal daags voor gebruik een
druppel olie op de grijper.
BROTHER behoudt alle rechten die hierin niet
uitdrukkelijk aan de KLANT zijn toegewezen.
Niets in deze overeenkomst vormt een verklaring van
afstand van de rechten van BROTHER volgens welk recht
dan ook. Deze overeenkomst zal worden beheerst door
het Japanse recht.
Als u vragen hebt over deze overeenkomst, kunt u deze
schriftelijk stellen en naar het volgende adres sturen:
Brother Industries, Ltd., 1-1-1 Kawagishi, Mizuho-ku,
Nagoya 467-8562, Japan, ter attentie van: Businessdivisie,
afdeling Sales & Marketing P&H
7
Page 10
HANDELSMERKENOPMERKINGEN OVER OPEN-
SOURCELICENTIES
IBM is een gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van
International Business Machines Corporation.
WPA™ en WPA2™ zijn handelsmerken van Wi-Fi
Alliance®.
Secure Digital (SD) Card is een gedeponeerd handelsmerk
of handelsmerk van SD-3C, LLC.
CompactFlash is een gedeponeerd handelsmerk of
handelsmerk van Sandisk Corporation.
Memory Stick is een gedeponeerd handelsmerk of
handelsmerk van Sony Corporation.
SmartMedia is een gedeponeerd handelsmerk of
handelsmerk van Toshiba Corporation.
MultiMediaCard (MMC) is een gedeponeerd handelsmerk
of handelsmerk van Infineon Technologies AG.
xD-Picture Card is een gedeponeerd handelsmerk of
handelsmerk van Fuji Photo Film Co. Ltd.
Deze software is gedeeltelijk gebaseerd op het werk van
de Independent JPEG Group.
Android en Google Play zijn handelsmerken van Google
LLC.
App Store is een dienstmerk van Apple Inc.
Dit product omvat opensource-software.
Ga naar het gedeelte voor het downloaden van
handleidingen op de startpagina van de Brother support
website voor uw model op “ http://s.brother/cpbag/
de opmerkingen over open-sourcelicenties te lezen.
VOORZORGSMAATREGEL VOOR
DRAADLOZE VERBINDING
Zorg voor een router of firewall wanneer u uw machine
aansluit op internet om uw machine te beschermen tegen
ongeoorloofde toegang via internet.
” om
Alle bedrijven waarvan de software in deze handleiding is vermeld
hebben een specifieke gebruiksrechtovereenkomst voor hun eigen
softwareprogramma's.
Alle handelsmerken en productnamen van bedrijven die op
producten van Brother, gerelateerde documenten en alle andere
materialen staan, zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van deze respectieve bedrijven.
De houder beweegt naar links en naar rechts om de naald te
verplaatsen naar de borduurpositie.
3 Onderste draadgeleider
4 Borduurarm
Bevestig het borduurraam aan de borduurarm. Wanneer de
machine wordt aangezet of borduurt, beweegt de borduurarm
vooruit, achteruit, naar links en naar rechts.
5 Grijper afdekklepje/grijper (pagina 33)
6 Draadgeleider A (pagina 83)
7 Draadgeleider B (pagina 83)
8 Draadgeleider C (pagina 83)
9 Draadgeleider D (pagina 83)
0 Klossenstandaard (pagina 20)
A Bedieningspaneel (pagina 12)
B Ingebouwde camera (pagina 72)
C Borduurraamhouder (pagina 21)
D Borduurlampje
U kunt de helderheid van het borduurlampje aanpassen op het
instellingenscherm.
E Beugels voor groot werkblad (pagina 137)
F Bovendraadgeleider (pagina 83)
G Draadgeleiderpennen (pagina 84)
H Middelste draadgeleider (pagina 84)
I Voetjes (pagina 18)
J Touch-penhouder
Wanneer u de touch-pen niet gebruikt, plaatst u deze in de
daarvoor bestemde houder.
K USB-poort voor media (pagina 32, pagina 130)
Als u patronen van/naar het USB-medium wilt overzetten,
steek het USB-medium dan direct in de USB-poort.
Sluit een USB-muis aan op de USB-poort die is aangegeven
met .
L USB-poort voor computer (pagina 130)
Als u patronen wilt importeren/exporteren tussen een computer
en de machine, steek dan de USB-kabel in de USB-poort.
M Handwiel
Draai het handwiel om de naald op en neer te bewegen. Draai
het handwiel naar het LCD-scherm toe.
N Netsnoeraansluiting (pagina 22)
O Hoofdschakelaar (pagina 22)
Zet de machine niet direct weer aan, nadat u de machine heeft
Onder
uitgezet. Het is aan te raden om daarmee minstens 5 seconden
te wachten.
P Ventilatieopeningen
Door de ventilatieopeningen kan de lucht rond de motor
circuleren. Bedek de ventilatieopeningen niet wanneer u de
naaimachine gebruikt.
1
11
Page 14
■ Bedieningspaneel
Meegeleverde accessoires
Open de doos en controleer of de volgende accessoires zijn
meegeleverd. Wanneer een artikel ontbreekt of beschadigd is,
neemt u contact op met de erkende Brother-dealer.
Onderdeelnaam
Onderdeelcode
1.Accessoirehouder
XC6482-051
1 “Start/Stop”-toets
Druk op de “Start/Stop”-toets om de machine te starten of te
stoppen. Afhankelijk van de handeling die door de machine
wordt uitgevoerd, veranderen de kleur en de wijze van
oplichten van de knop.
Licht rood op: Wanneer de machine niet kan
starten met borduren
Knippert groen: Wanneer de machine kan starten
met borduren
Groen licht: Wanneer de machine borduurt
Knippert oranje: Wanneer de machine de draad kan
afknippen
Uit: Wanneer de machine is uitgezet
2 Draadafknip-toets
Druk op de draadafkniptoets om zowel de bovendraad als de
onderdraad af te knippen.
3 Automatische naaldinrijgknop
Druk op de automatische naaldinrijgknop om de naald te
voorzien van een nieuwe draad.
4 Speaker
5 LCD touch-screen
Druk op de weergegeven toetsen op het touch-screen om
borduurpatronen te selecteren en te bewerken en om
informatie te bevestigen.
2.Naaldenset × 2
XC6469-001
3.Voorgespoelde spoel × 6
XH3619-001
4.Klosnetje × 10
S34455-000
5.Tornmesje
XF4967-001
6.Schaar
XF2052-001
7.Pincet
XC6542-051
8.Touch-pen
XA9940-051
9.Inrijger
XE8362-001
10.Naaldwisselhulp
XF0793-001
11.Steekplaatdeksel
XC6499-151
12.Afstandhouder (op machine)
XF1978-001
13.Kruiskopschroevendraaier
XC6543-051
14.Standaardschroevendraaier
X55468-051
12
Page 15
VOORBEREIDINGEN
Onderdeelnaam
Onderdeelcode
15.Inbussleutel
XC5159-051
16.3-wegschroevendraaier
XH4670-001
17.Moersleutel 13 mm × 10 mm
XC6159-051
18.Oliespuitje
D01H2M-001 (Korea)
D01H2N-001 (overige gebieden)
19.Schoonmaakborsteltje
X59476-051
20.Gewicht (L)
XC5974-151
Onderdeelnaam
Onderdeelcode
28.Borduurraam (klein)
60 mm (B) × 40 mm (L)
(2-3/8 inch (B) × 1-1/2 inch (L))
27.Set compacte borduurramen
70: 70 mm (B) × 41 mm (L)
(2-3/4 inch (B) × 1-5/8 inch (L))
50: 50 mm (B) × 50 mm (L)
(2 inch (B) × 2 inch (L))
44: 44 mm (B) × 38 mm (L)
(1-3/4 inch (B) × 1-1/2 inch (L))
Staande richting:
75 mm (B) × 33 mm (L) (2-15/16 inch
(B) × 1-5/16 inch (L))
De temperatuur in de ruimte waar de machine wordt
gebruikt, moet tussen de 5 °C (40 °F) en de 40 °C
(104 °F) liggen. Als de ruimte waar de machine
wordt gebruikt te koud of te warm is, kan het
gebeuren dat de machine niet naar behoren werkt.
• Gebruik de machine niet op een locatie waar
deze aan direct zonlicht wordt blootgesteld om
te voorkomen dat de machine niet naar
behoren werkt.
• Zorg dat de vier verstelbare voetjes van de
machine volledig contact hebben met het
werkblad of de tafel, zodat de machine
waterpas staat.
• Plaats niets onder de machine dat de
ventilatieopeningen kan blokkeren (deze
bevinden zich achter onder op de machine).
Zo voorkomt u dat de motor van de machine
oververhit raakt. Dit zou brand of schade aan
de machine kunnen veroorzaken.
• De machine weegt ongeveer 41,8 kg (92 lb).
Transport en installatie van de machine moet
door twee personen worden uitgevoerd.
•
Als u de machine wilt vervoeren, laat deze dan
door twee mensen tillen bij de aangegeven
gaten in de bodem (
verplaatsen de machine op een andere plek
vasthoudt, kan de machine beschadigd raken of
vallen. Dit zou letsel tot gevolg kunnen hebben.
1
). Wanneer u bij het
• Bij de dichtstbijzijnde erkende Brother-dealer kunt
u een complete lijst krijgen van de optionele
accessoires en borduurkaarten die verkrijgbaar zijn
voor uw machine.
• Gebruik altijd accessoires die worden aanbevolen
voor deze machine.
• Alle specificaties waren correct op het moment dat
deze handleiding werd geproduceerd. Sommige
specificaties kunnen zonder voorafgaande
kennisgeving worden veranderd.
16
• Zet de machine bij onweer uit en trek de
stekker uit het stopcontact. Blikseminslag kan
tot beschadiging leiden, waardoor machine
niet naar behoren werkt.
• Steek de stekker van het netsnoer pas in het
stopcontact als de machine volledig is
geïnstalleerd. Het kan voorkomen dat de
“Start/Stop”-toets per ongeluk wordt ingedrukt
en de machine begint te werken.
Page 19
• Draag bij het smeren van de machine een
VOORZICHTIG
veiligheidsbril en handschoenen om te
voorkomen dat olie of vet in uw ogen of op uw
huid terechtkomt. Zorg dat er geen olie of vet
in uw mond terechtkomt. Houd olie en vet
buiten bereik van kinderen.
• Niets mag de bewegende delen van de machine
belemmeren wanneer u het borduurraam of
een andere meegeleverde accessoire bevestigt
of losmaakt of wanneer u onderhoud aan de
machine verricht.
Installatielocatie
Installeer de machine op een locatie waarbij u rekening houdt
met de volgende vereisten:
• Plaats de machine minimaal 50 mm (2 inch) van de muur.
• Zorg voor voldoende ruimte rondom de machine.
• Plaats geen objecten binnen het bereik van het
borduurraam.
• Plaats de machine in de buurt van een stopcontact.
• Gebruik een stabiele ondergrond (waterpas), bijvoorbeeld
een bureau
• Gebruik een ondergrond die het gewicht van de machine
(41,8 kg (92 lb)) kan dragen.
• Laat ruimte vrij rond de ventilatiegaten achter op de
onderkant van de machine.
VOORBEREIDINGEN
• Voorkom beschadigingen en/of onbehoorlijk
functioneren door de machine niet bloot te
stellen aan de volgende omstandigheden:
- Vloeistoffen, zoals water
- Veel stof
- Direct zonlicht
- Extreem hoge of lage temperaturen. De
temperatuur in de ruimte waar de machine
wordt gebruikt, moet tussen de 5 °C (40 °F)
en 40° C (104° F) liggen.
- Onvoldoende ruimte
- Objecten binnen het bereik van het
borduurraam
- Verstopte ventilatieopeningen
- Een instabiele ondergrond
• Gebruik geen verlengsnoeren of stekkerdozen
waarop veel andere apparaten zijn
aangesloten.
1
Meer dan
210 mm
(8-1/4 inch)
561 mm
(22 inch)
790 mm
(31-1/8 inch)
Minimaal
50 mm
(2 inch)
589 mm
(23-1/4 inch)
Meer dan
350 mm
(13-3/4 inch)
Meer dan
220 mm
(8-3/4 inch)
17
Page 20
De machine installeren
VOORZICHTIG
Memo
Stel bij het installeren van de machine de voetjes zo af dat de
machine stabiel staat.
Zorg dat al het verpakkingsmateriaal en het plakband
a
van de machine is verwijderd.
Plaats de machine en zorg dat er voldoende ruimte
b
rondom de machine is.
Meer bijzonderheden over de installatielocatie vindt u
in pagina 17.
Stel de voetjes zo af dat de machine stabiel staat.
c
Gebruik de meegeleverde moersleutel om de borgmoer
los te draaien van het voetje dat u wilt afstellen.
1 Borgmoer
2 Verstelbare moer van
voetje
→ Het voetje kan worden gedraaid.
Gebruik de meegeleverde moersleutel om de
d
verstelbare moer van het voetje te draaien.
Door de moer in de richting 1 te draaien, wordt het
voetje langer; door de moer in de richting 2 te draaien,
wordt het voetje korter.
Verwijder de bevestigingsplaten
• Verwijder de bevestigingsplaten alvorens de
machine in te schakelen. Anders kan storing
optreden.
Draai met de meegeleverde kruiskopschroevendraaier
a
de schroeven van de bevestigingsplaten los.
1 Verstelbare moer van
voetje
• Stel de vier poten zo af dat de voetjes volledig contact
hebben met het werkblad of de tafel en de machine
horizontaal staat.
Nadat u de voetjes op de gewenste lengte hebt
e
afgesteld, draait u de moeren weer aan met de
meegeleverde moersleutel.
1 Borgmoer
Druk op alle hoeken van de machine om te controleren
f
of deze stabiel staat.
Als de machine niet stabiel staat, herhaalt u stap
e om de voetjes opnieuw af te stellen.
1 Schroeven
2 Bevestigingsplaten
• Wanneer u de bevestigingsplaten hebt verwijderd,
bewaart u deze om ze opnieuw te gebruiken.
Raadpleeg uw erkende Brother-dealer voor het
vervoer van de machine.
c t/m
18
Page 21
De stand van het bedieningspaneel afstellen
Opmerking
a
b
VOORZICHTIG
Draai de 2 duimschroeven los om het bedieningspaneel
a
naar voren te draaien.
1 Duimschroeven
VOORBEREIDINGEN
De hoek van het bedieningspaneel afstellen.
d
Draai de 2 duimschroeven los achter het
bedieningspaneel, zet het bedieningspaneel in een
dusdanige hoek dat het eenvoudig af te lezen is en draai
de duimschroeven aan.
(zijaanzicht)(bovenaanzicht)
1 Duimschroeven
1
• Draai de duimschroeven los en vervolgens weer
stevig aan met de meegeleverde 3wegschroevendraaier.
1 Gebruik dit deel om de bovenste en onderste
duimschroeven aan te draaien.
2 Gebruik dit deel om de linker- en
rechterduimschroeven aan te draaien.
Zet het bedieningspaneel in een dusdanige stand dat u
b
het eenvoudig kunt bedienen. Draai vervolgens de
duimschroeven aan.
De draadgeleider voorbereiden
• Wanneer u de draadgeleider installeert, let op
dat daarbij de naaldstang 6 positie is
geselecteerd. Anders kan er storing optreden.
(Zie “Geselecteerde naaldstang verplaatsen en
inrijgen” op pagina 86 voor het verplaatsen
van de naaldstang.)
Draai de twee duimschroeven boven op de
a
draadgeleidersteun los.
Het bedieningspaneel in de juiste stand zetten.
c
Draai de duimschroef los, zet het bedieningspaneel in
een dusdanige stand dat het eenvoudig is af te lezen en
draai de duimschroef aan.
1 Duimschroef
1 Draai de schroef drie of vier keer tegen de klok in om
deze los te draaien.
19
Page 22
Pak de grepen van de draadgeleidersteun en duw naar
Opmerking
b
het midden.
Wanneer de draadgeleidersteun is uitgeschoven en de
c
draadgeleider in de hoogste stand staat, draait u de
twee duimschroeven aan, zodat de draadgeleider
stevig op zijn plaats zit.
Klossenstandaard voorbereiden
Draai de duimschroef twee of drie slagen los. Vouw de
• Als de schroeven niet los genoeg zijn gedraaid, kan
het verplaatsen van de draadgeleidersteun lastig
zijn. Gebruik geen grote kracht bij het verplaatsen
van de draadgeleidersteun. Controleer of de
duimschroeven los genoeg zijn gedraaid voordat u
deze onderdelen verplaatst.
• Draai elke duimschroef zo stevig vast dat de
draadgeleidersteun stevig op zijn plaats zit.
→ Zet de klossenstandaard in geopende stand vast.
20
Page 23
De borduurraamhouder bevestigen
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Gebruik de borduurraamhouder die past bij het
a
borduurraam dat u wilt gebruiken (pagina 66 tot
pagina 68).
Verwijder de twee duimschroeven van de
b
borduurraamhouder.
1 Duimschroeven
2 Hoekjes
VOORBEREIDINGEN
Zet de borduurraamhouder vast met de twee
d
duimschroeven die in stap
b zijn verwijderd.
1
• Draai de duimschroeven los en vervolgens weer
stevig aan met de meegeleverde 3wegschroevendraaier.
a
1 Gebruik dit deel om de duimschroeven van de
borduurraamhouder aan te draaien.
Lijn de gaten in de borduurraamhouder uit met de
c
pennen op de raambevestigingsplaat van de
borduurarm.
1 Duimschroeven
• Twee typen borduurraamhouders worden bij deze
machine geleverd. Bij de vier meegeleverde
borduurraamhouders gebruikt u
Borduurraamhouder A. (pagina 66)
• Zie pagina 67 voor ramen die worden gebruikt in
combinatie met raamhouder B en andere optionele
raamhouders.
De machine is nu klaar voor gebruik.
1 Pennen op raambevestigingsplaat
2 Gaten in borduurraamhouder
3 Hoekjes
• Elke borduurraamhouder heeft hoekjes van een
andere kleur.
Houder A: Witte hoekjes
Houder B: Lichtgrijze hoekjes
Houder C: Donkergrijze hoekjes (optioneel)
21
Page 24
DE MACHINE AANZETTEN
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
• Gebruik uitsluitend gewone
huishoudaansluitingen als elektriciteitsbron.
Door een andere stroomvoorziening te
gebruiken, kunt u brand, een elektrische schok
of schade aan de machine veroorzaken.
• Zorg dat de stekkers van het netsnoer stevig in
het netstopcontact en de voedingsingang van
de machine zitten. Anders kan brand of een
elektrische schok het gevolg zijn.
• Steek de netsnoerstekker niet in een
stopcontact als dit in slechte staat is.
•
Indien een van de volgende situaties zich voordoet,
zet u de machine uit en haalt u de stekker uit het
stopcontact om brand, een elektrische schok of
schade aan de machine te voorkomen.
• U bevindt zich niet in de buurt van de machine.
• U bent klaar met het gebruik van de machine.
• Tijdens het gebruik van de machine vindt er een
stroomstoring plaats.
• De machine werkt niet naar behoren,
bijvoorbeeld als gevolg van een losse of
verbroken aansluiting.
• Het onweert.
• Haal de stekker uit het stopcontact als u de
machine lange tijd niet gebruikt, anders kan er
brand ontstaan.
Steek het netsnoer in de netsnoeraansluiting en steek
a
vervolgens de stekker in een wandstopcontact.
Zet de hoofdschakelaar aan de rechterzijde van de
b
machine op “I”.
→ Het LCD-scherm gaat aan.
Wanneer u de machine aanzet, wordt het
c
openingsfilmpje afgespeeld. Raak het scherm op een
willekeurige plek aan. Het volgende bericht wordt
weergegeven.
Druk op .
d
• Gebruik het netsnoer dat bij deze machine
wordt geleverd.
• Gebruik deze machine niet met een
verlengsnoer of een stekkerdoos waarop
andere apparaten zijn aangesloten.
• Dit kan brand of een elektrische schok
veroorzaken. Raak de stekker van het netsnoer
niet aan met natte handen.
• Hierdoor kan een elektrische schok ontstaan.
Zet eerst de machine uit voordat u de stekker
van het netsnoer uit het contact haalt. Pak het
netsnoer altijd bij de stekker vast. Wanneer u
aan het snoer zelf trekt, kan dit beschadigd
raken of brand of een elektrische schok
veroorzaken.
• Zorg dat het snoer niet wordt ingesneden,
beschadigd raakt, met kracht wordt gebogen,
wordt getrokken, gedraaid of samengeperst.
Plaats geen zware voorwerpen op het snoer en
stel het snoer niet bloot aan hitte. Hierdoor
kan het snoer beschadigd raken en kunnen
brand of een elektrische schok ontstaan. Als
het netsnoer of de stekker beschadigd zijn,
brengt u de machine voor reparatie naar de
erkende Brother-dealer voordat u de machine
weer gebruikt.
→ Het patroontypekeuzescherm wordt weergegeven en
de “Start/Stop”-toets licht rood op.
22
Page 25
VOORBEREIDINGEN
VOORZICHTIG
Memo
4
3
5
2
1
Opmerking
De borduurarm wordt verplaatst naar de beginpositie.
e
• Als naaldstang 1 zich niet al in de borduurpositie
bevindt, beweegt de naaldstanghouder en wordt
naaldstang 1 verplaatst naar de borduurpositie.
• Houd uw handen en andere voorwerpen uit de
buurt van de borduurarm om letsel te
voorkomen.
Zet de hoofdschakelaar op “O” om de machine uit te
f
zetten.
• Als de machine wordt uitgezet tijdens het
borduren, slaat de machine automatisch de
patroonpositie op wanneer deze weer wordt
aangezet. U wordt dan gevraagd of u het borduren
wilt afmaken of dat u een nieuwe handeling wilt
uitvoeren. (pagina 97)
■ De machine de eerste keer configureren
De eerste keer dat u de machine aanzet, stelt u de taal en
tijd/datum in op uw taal en uw plaatselijke tijd/datum.
Volg onderstaande procedure wanneer het
instellingenscherm automatisch verschijnt.
Druk op om uw machine te gebruiken.
c
→ De klok gaat lopen vanaf seconde 0 van de
ingestelde tijd.
1
• De tijd/datum die u instelt wordt mogelijk gewist als
u de machine lang niet inschakelt.
• De tijdinstelling is ook beschikbaar als u tikt op
rechtsonder op het display.
Tik op en om uw plaatselijke taal in te stellen
a
en tik vervolgens op .
→ De borduurarm wordt verplaatst naar de
beginpositie.
Er verschijnt een berichtscherm om te bevestigen of u
b
de tijd/datum wilt instellen. Druk op .
1 Selecteer [ON] om de tijd/datum weer te geven op het
scherm.
2 Tik op of om de notatie voor de
datumweergave te selecteren.
3 Stel het jaar [YYYY], de maand [MM] en de datum [DD]
in.
4 Kies of u een 24-uurs of 12-uurs notatie wilt weergeven.
5 Stel de huidige tijd in.
23
Page 26
Display
VOORZICHTIG
3
1
2
45678
Tik met uw vinger of de meegeleverde touch-pen op het
display of een toets om een functie van de machine te
selecteren.
• Tik alleen op het scherm met uw vinger of met
de touch-pen die met de machine is
meegeleverd. Gebruik geen balpen,
schroevendraaier of ander hard of scherp
voorwerp. Tik bovendien niet te hard op het
scherm. Anders kan het scherm beschadigd
raken.
• Soms wordt het scherm of een deel daarvan
donkerder of lichter, door veranderingen in de
omgevingstemperatuur of andere
veranderingen in de omgeving. Dit betekent
niet dat de naaimachine niet goed
functioneert. Als het scherm moeilijk te lezen
is, past u de helderheid aan.
■ Patroontypekeuzescherm
Nr.
3–Deze lijn toont het
4Met deze toets wijzigt u de
5Met deze toets controleert u
6Met deze toets verplaatst u
Display
Toetsnaam
Lijn
borduurgebied
Instellingentoets
Bedieningshandleidingstoets
Toets
Naaldstang/
borduurraam
verplaatsen
FunctiePagina
borduurgebied voor het
grote borduurraam. De
borduurraamindicators, de
rasterlijnen en andere
scherminstellingen kunnen
worden ingesteld via het
machineinstellingenscherm.
machine-instellingen.
het functioneren van de
machine.
de geselecteerde naaldstang
of rijgt u deze in, plaatst u
de borduurarm of oliet u de
machine zodat u het
borduurraam gemakkelijk
kunt verwijderen of
bevestigen.
123
25
28
66, 86
Nr.
1Annuleer alle voorgaande
Display
Toetsnaam
Home-toets
FunctiePagina
handelingen en keer terug
naar het eerste
patroontypekeuzescherm.
7Met deze toets stelt u de
klok in op uw plaatselijke
Kloktoets
8Met deze toets geeft u de
Toets
Draadloos
LAN
*De toetsen uit bovenstaande tabel verschijnen en
kunnen worden gebruikt in de meeste schermen die
later in deze handleiding worden beschreven.
–
tijd.
instellingen voor draadloos
LAN op. Ook kunt u met
deze toets de signaalsterkte
van het draadloze LAN van
de machine weergeven.
23
27
2–Weergavegebied van het
Patroonweergavegebied
geselecteerde patroon.
24
123
Page 27
De instellingentoets gebruiken
Memo
5
4
3216
0
9
8
7
A
Opmerking
B
E
D
C
F
Tik op om de standaardmachine-instellingen (lichtsterkte,
volume, geluidsvolume, beginscherm, enz.) te wijzigen. Als u
andere instellingenschermen wilt weergeven, tikt u op
voor “Borduurinstellingen”, voor “Algemene
instellingen” of voor “Instellingen voor draadloos LAN”.
• De standaardmachine-instelling is gemarkeerd.
• Tik op of om een ander instellingenscherm
weer te geven.
■ Borduurinstellingen
VOORBEREIDINGEN
1 De pagina die deze toets bevat wordt teruggezet naar de
standaardinstellingen.
2 U kunt een afbeelding van het huidige
instellingenscherm opslaan op een USB-medium.
3 U kunt de hulplijnen (middelpuntmarkering en raster)
opgeven voor het patroonweergavegebied. (pagina 123)
4 De kleurgegevens in het draadkleurvolgordescherm en
de gegevens over de naaldstangdraad kunnen worden
omgeschakeld naar de kleurnaam, het garenmerk en
kleurnummer of de borduurtijd. (pagina 123)
5 Naargelang de kleur van het borduurwerk kunt u de
achtergrondkleur van het patroonweergavegebied en de
miniaturen wijzigen, zodat ze beter zichtbaar en
gemakkelijker te selecteren worden.
6 Geeft aan of springsteken moeten worden afgeknipt of
niet. Daarnaast kunt u de lengte van de springsteken
opgeven. Wanneer u Tajima-borduurgegevens gebruikt
(.dst), kunt u opgeven of de draad wordt afgeknipt
volgens het opgegeven aantal springcodes. (pagina 123)
7 Geeft de lengte aan van korte steken die moeten worden
verwijderd. (pagina 124)
8 Geeft de lengte aan van de bovendraad die blijft
ingeregen in de naald nadat de draad is afgeknipt
(draadlengte die door het oog van de naald wordt
geleid). (pagina 124)
9 Geeft de afstand tussen het patroon en de rijgsteken op.
(pagina 124)
0 Geeft de acceleratie aan vanaf de initiële snelheid (bij
aanvang van het borduren) tot de maximale
borduursnelheid is bereikt.
1
• Als u de instellingen ["DST"-instelling] 6 of [Korte
steken verwijderen] 7 wijzigt, worden de nieuwe
instellingen toegepast op het volgende
borduurwerk.
A Een bepaalde kleur draad kan worden ingesteld voor een
bepaalde naaldstang. De opgegeven kleur blijft
toegewezen aan de naaldstang tot de instelling wordt
geannuleerd. Ook kunt u de maximale borduursnelheid
opgeven voor een naaldstang en automatisch
naaldinrijgen annuleren. Deze functie is niet toegankelijk
via het borduurscherm. (pagina 121)
B Selecteer of de stof al dan niet wordt weergegeven op
de achtergrond. (pagina 72)
C Wanneer de stof is gescand en wordt weergegeven als
achtergrondafbeelding, kunt u de dikte van de stof
controleren om ervoor te zorgen dat de camera de stof
goed detecteert. (pagina 74)
D Voordat u de stof scant om weer te geven als
achtergrondafbeelding voor een patroon of u de
ingebouwde camera gebruikt om een camerabeeld van
de stof weer te geven, moet u de instelling voor de
aanschuiftafelinstallatie selecteren. (pagina 73)
E Er kan een blauw kader worden weergegeven in het
borduurinstellingenscherm om aan te geven welk gebied
door de camera wordt gedetecteerd.
F Er kan een raster worden weergegeven in het
camerascherm om te helpen het patroon in de gewenste
hoek te zetten.
25
Page 28
■ Algemene instellingen
2
4
5
3
1
A
0
6
7
8
9
B
E
D
C
F
I
H
G
VOORZICHTIG
Opmerking
• Wanneer [Draadsensor] is ingesteld op [OFF],
kan de machine verstrikte bovendraad niet
detecteren. En wanneer u de machine gebruikt
terwijl de draad is verstrikt, kan dit leiden tot
beschadiging.
1 De machine kan zo worden ingesteld dat het
beginscherm wordt weergegeven ([ON]) of niet
weergegeven ([OFF]) wanneer u de machine inschakelt.
2 Selecteer instellingen voor de [Ecomodus] en
[Afsluitondersteun-modus]. (pagina 27)
3 Selecteer de tijdsduur waarna de schermbeveiliging
wordt weergegeven.
4 Selecteer de afbeelding van de schermbeveiliging.
(pagina 27)
5 Pas de helderheid van het scherm aan.
6 Pas de helderheid van het borduurlampje aan.
7 Pas de helderheid van het borduurlampje aan wanneer
er lichteffecten worden gebruikt om aan te geven dat de
draadklos moet worden vervangen of dat er een fout is
opgetreden.
8 Pas het volume van de bedieningstoon aan. Verhoog het
getal om het geluid harder te zetten, verlaag het getal om
het zachter te zetten.
9 Pas het volume van de foutmelding aan. Verhoog het
getal om het geluid harder te zetten, verlaag het getal om
het zachter te zetten.
0 Selecteer de maateenheid op het scherm voor borduren
(mm/inch).
A Selecteer de schermtaal. De toetsen en de meldingen
worden in de geselecteerde taal weergegeven.
B Selecteer de functie Link (Verbinding) [ON] of [OFF]. U
kunt kiezen tussen een verbinding via USB-kabel of via
draadloos LAN. (pagina 132)
C Stel [Handmatige kleurvolgorde] in op [ON] of [OFF].
(pagina 58)
D Zet zowel de boven- als de onderdraadsensoren [ON] of
[OFF]. Als de sensor [OFF] staat, kunt u de machine
zonder bovendraad gebruiken.
E Verandert de vorm van de aanwijzer wanneer u een
USB-muis gebruikt.
F [Totaalaantal] geeft het totaalaantal geborduurde steken
aan en [Stekenaantal] geeft het aantal steken aan dat is
geborduurd sinds de laatste onderhoudsbeurt van de
machine.
G [Totaaltijd] geeft aan hoelang de machine in totaal is
gebruikt en [Stekentijd] geeft aan hoelang de machine is
gebruikt sinds de laatste onderhoudsbeurt.
*Gebruik de tellers F en G als standaardtellingen
voor het uitvoeren van periodiek onderhoud en voor
het laten uitvoeren van onderhoud aan de machine.
H Geeft het interne machinenummer van deze machine
weer.
I Geeft de versie aan van de software die op deze
machine is geïnstalleerd.
26
• Installeer de nieuwste software. Informeer bij uw
plaatselijke erkende Brother-dealer of kijk op
“ http://s.brother/cubah/ ” of er updates
beschikbaar zijn (pagina 192).
Page 29
VOORBEREIDINGEN
Opmerking
5
6
4
1
2
3
7
8
9
■ Instellingen voor draadloos LAN
1 Schakel de functie voor draadloos LAN aan/uit.
2 Geeft de aangesloten SSID weer.
3 Stel de machine in voor verbinding via draadloos LAN.
4 Geeft de machinenaam weer die wordt gebruikt in het
draadloze netwerk. Deze naam wordt gebruikt wanneer
er bestanden worden overgebracht van de machine naar
de borduurbewerkingssoftware (PE-DESIGN versie 11 of
hoger).
5 Wijzig de machinenaam die wordt gebruikt in het
draadloze netwerk.
6 Controleer de status van het draadloze LAN.
7 Geef andere menu's weer.
8 Zet de netwerkbewerkingen terug.
9 Geef de introductie tot de toepassing weer.
■ De [Ecomodus] en de [Afsluitondersteunmodus] instellen
U kunt machinevermogen besparen door de [Ecomodus]
en de [Afsluitondersteun-modus] in te stellen. Als u de
machine gedurende de ingestelde tijd ongebruikt
ingeschakeld laat, gaat de machine over in een van deze
modi.
[Ecomodus]:
Na de ingestelde tijd gaat de machine in de slaapstand.
Raak het scherm aan of druk op de “Start/Stop”-toets om
door te gaan met gebruik.
[Afsluitondersteun-modus]:
De machine wordt na een ingestelde tijdsduur uitgezet.
Zet de machine uit en weer aan om opnieuw te beginnen
met gebruik.
Tik op om [Ecomodus] en [Afsluitondersteunmodus] weer te geven. (pagina 26)
• Als u de machine uitzet terwijl deze zich in de
[Ecomodus] of de [Afsluitondersteun-modus]
bevindt, wacht dan 5 seconden voordat u de
machine weer aanzet.
■ De schermbeveiligingsafbeelding wijzigen
U kunt uw eigen persoonlijke afbeeldingen selecteren
voor de schermbeveiliging van uw machine.
Alvorens de schermbeveiligingsafbeelding te wijzigen,
bereidt u de afbeelding voor op uw computer of USBmedium.
Meer informatie over compatibele afbeeldingsbestanden
vindt u in “SPECIFICATIES” op pagina 190.
Druk op en vervolgens op .
a
→ Het scherm Algemene instellingen wordt
weergegeven.
Vind [Schermbeveiliging] op het scherm Algemene
b
instellingen.
Druk op .
c
Druk op .
d
Sluit het USB-medium of de computer (met een USB-
e
kabel) waarop uw persoonlijke afbeelding zich bevindt,
aan op de USB-poort van de machine.
Druk op om de eerste afbeelding te
f
selecteren.
Selecteer het apparaat dat u hebt aangesloten.
g
→ Een lijst van uw persoonlijke afbeeldingen verschijnt
op het scherm.
• Druk op om de geselecteerde afbeelding te
verwijderen.
• Druk hierop om terug te keren naar het
vorige scherm.
1
Tik op een bestandsnaam om de afbeelding te
h
selecteren en tik vervolgens op .
→ De geselecteerde afbeelding wordt opgeslagen op
uw machine.
Herhaal stap f t/m h om de overige afbeeldingen in
i
te stellen.
Druk op om terug te keren naar het
j
oorspronkelijke scherm.
27
Page 30
Help voor de machine gebruiken
1
2
3
4
2
4
1
3
Memo
2
1
1
Tik op om het helpscherm van de machine weer te
geven.
Er zijn functies beschikbaar op het onderstaande scherm.
1 Beschrijving voor het inrijgen van de bovendraad, het
installeren van de spoel, de voorbereiding voor het
borduren van een patroon en het gebruik van de
machine (pagina 28)
2 Instructievideo’s of MPEG-4 (MP4)-video's op USB-
media (pagina 28, pagina 29)
3 Weergave van de koppelingsinformatie naar de Brother
support website.
4 Geef de introductie tot de toepassing weer.
Selecteer de categorie en de instructievideo.
c
1 Categorie
2 Instructievideo
→ De geselecteerde instructievideo start.
Speel de instructievideo af.
d
1 Aantal verstreken seconden/Totaal aantal seconden
Bedieningstoetsen
■ De functie voor de bedieningshandleiding
gebruiken
Druk op om het volgende scherm weer
te geven. Boven aan het scherm worden categorieën
weergegeven. Tik op een toets voor meer informatie over
die categorie. Een aantal functies wordt beschreven in de
video's. Bekijk deze video's om de functies beter te
begrijpen.
1 Informatie over de belangrijkste onderdelen van de
machine en hun functies
2 Informatie over het inrijgen van de machine, het spannen
van de stof in het borduurraam enz.
3 Informatie over probleemoplossing
4 Informatie over het reinigen van de machine enz.
■ Een instructievideo afspelen
Deze machine biedt instructievideo's over het gebruik van
de machine.
Druk op .
a
Druk op .
b
Afspelen
Pauzeren
10 seconden terug
10 seconden vooruit
Terug naar begin
Herhalen
Video wissen (wanneer hij wordt
afgespeeld vanuit het geheugen van de
machine)
Opslaan op machine (wanneer hij wordt
afgespeeld van een USB-medium)
• Een instructievideo die u vaak afspeelt, kunt u
opslaan op (favorieten) van de machine om
vandaar af te spelen.
Wanneer u klaar bent met het afspelen van de video,
e
drukt u op .
28
Page 31
■ MPEG-4-video’s (MP4) afspelen
Memo
U kunt MP4-video's afspelen vanaf een USB-medium.
Ook kunt u de MP4-video opslaan op de machine, zodat
u een instructievideo over een naaiproject naar believen
kunt bekijken. Meer bijzonderheden over compatibele
videobestanden vindt u in “SPECIFICATIES” op
pagina 190.
• Sommige typen MP4-bestanden kunnen niet
worden bekeken met de machine.
Druk op .
a
Druk op .
b
Selecteer het apparaat waarop de video is opgeslagen.
c
VOORBEREIDINGEN
FUNCTIES VOOR DRAADLOZE
NETWERKVERBINDING
Deze machine ondersteunt een draadloze
netwerkverbinding. Door deze functie te gebruiken kan
een borduurpatroon dat is bewerkt in
borduurbewerkingssoftware (PE-DESIGN versie 11 of
hoger), met draadloze overdrachtsfuncties naar de
machine worden overgebracht via een computer.
Borduurpatronen kunnen worden overgebracht van de
machine naar de borduurbewerkingssoftware. De machine
en de computer moeten zijn aangesloten op hetzelfde
netwerk. Zie de handleiding van de
borduurbewerkingssoftware voor gedetailleerdere
procedures.
1
•: instructievideo afspelen
•: een video afspelen die is opgeslagen op de
machine (favorieten)
•: een video afspelen vanaf een USB-medium in
de USB-poort
•: een video afspelen vanaf een USB-medium in
de USB-poort voor de muis
Selecteer de video die u wilt afspelen.
d
Speel de video af.
e
*Gebruik de bedieningstoetsen volgens de
beschrijving in “Een instructievideo afspelen” op
pagina 28.
Wanneer u klaar bent met het afspelen van de video,
f
drukt u op .
Draadloos netwerkverbinding activeren
De machine kan worden aangesloten op uw draadloze
netwerk.
Druk op en vervolgens op .
a
Stel [Inschakeling draadloos LAN] in op [ON].
b
→ De machine wordt voorbereid op draadloze
overdracht.
29
Page 32
■ Eisen voor een draadloze netwerkverbinding
Memo
Memo
Memo
De draadloze netwerkverbinding voldoet aan de IEEE
802.11 n/g/b-normen en maakt gebruik van de frequentie
2,4 GHz.
• U kunt geen draadloos netwerk met WPA/WPA2
Enterprise instellen.
De draadloze netwerkverbinding instellen
De draadloze netwerkverbinding kan op verschillende
manieren worden geconfigureerd. We raden de methode aan
die gebruikmaakt van de wizard op deze machine.
■ De wizard gebruiken om de draadloze
netwerkverbinding in te stellen
Als u de machine met een draadloos netwerk wilt
a
verbinden, hebt u de beveiligingsgegevens (SSID en
netwerksleutel) voor uw netwerk nodig. De
netwerksleutel kan ook wachtwoord,
beveiligingssleutel of coderingssleutel worden
genoemd. Zoek uw beveiligingsgegevens en noteer
deze in de tabel hieronder.
Tik op naast de SSID die is genoteerd.
c
→ Het scherm wordt weergegeven waarop u de
netwerksleutel (wachtwoord) kunt opgeven.
• Als de SSID die is genoteerd, niet in de lijst wordt
weergegeven, tikt u op .
• Als de SSID die is genoteerd, niet wordt
weergegeven, geeft u deze als volgt op.
SSIDNetwerksleutel (wachtwoord)
• De draadloze netwerkverbinding kan niet worden
geconfigureerd als u niet beschikt over de
beveiligingsgegevens.
• De beveiligingsgegevens vinden
1 Kijk in de handleiding voor uw netwerk.
2 De standaard-SSID kan de naam van de
fabrikant of de naam van het model zijn.
3 Als u de beveiligingsgegevens niet kunt vinden,
neem dan contact op met de routerfabrikant,
uw netwerkbeheerder of uw internetprovider.
Tik op naast [Installatiewizard voor draadloos
b
LAN].
1 Selecteer in de lijst met SSID’s.
2 Voer de gewenste netwerk-SSID in en tik
vervolgens op .
3 Selecteer de verificatiemethode en de
coderingsmodus.
• Als de machine al verbonden is geweest met het
thuisnetwerk, tikt u op en selecteert u
vervolgens de opgeslagen SSID.
Voer de netwerksleutel (wachtwoord) in die is
d
genoteerd en tik vervolgens op .
30
→ Er wordt een lijst met beschikbare SSID’s
weergegeven.
Page 33
VOORBEREIDINGEN
Memo
1
2
3
Wanneer de volgende melding verschijnt, drukt u op
e
→ Wanneer er een verbinding is gemaakt, wordt het
.
volgende bericht weergegeven.
■ Het menu [Overige] gebruiken om de
draadloze netwerkverbinding in te stellen
Het menu [Overige] bevat de volgende items.
1
1 U kunt de TCP/IP-instellingen handmatig opgeven.
2 Geeft het MAC-adres weer.
3 Gebruiken wanneer er proxy-instellingen zijn vereist.
Tik op om de installatie af te sluiten.
f
• Wanneer u bent verbonden, wordt de sterkte van
het signaal aangegeven door het pictogram in de
rechteronderhoek van het scherm.
• Zodra er een draadloze netwerkverbinding tot
stand is gebracht, wordt er elke keer dat de
machine wordt aangezet, verbinding gemaakt.
[Inschakeling draadloos LAN] in het
netwerkinstellingenscherm moet dan echter op
[ON] blijven staan.
31
Page 34
OVERIGE FUNCTIES
Memo
Opmerking
Een USB-muis gebruiken
Wanneer u een USB-muis op de machine aansluit, kunt u
hiermee allerlei handelingen uitvoeren op de schermen.
Sluit een USB-muis aan op de USB-poort die is aangegeven
met . U kunt ook een USB-muis aansluiten op de andere
USB-poort.
• Gebruik een standaardcomputermuis voor de
bediening van de functies op de machine.
Sommige USB-muizen zijn mogelijk niet
compatibel met deze machine.
Controle-app
Als u de controle-app hebt geïnstalleerd op uw smart phone/
tablet en de machine en de smartphone/tablet hebt verbonden
met hetzelfde draadloze netwerk, kunt u het functioneren van
uw machine controleren. U kunt ook controleren wanneer u
de draadklos moet vervangen en naar welke kleur draadklos u
moet wisselen. Daarnaast kunt u een melding ontvangen
wanneer de machine stopt.
Verbind de machine met uw draadloze netwerk.
a
(pagina 29)
Leg met een leesapp voor QR-codes op uw smart
b
phone/tablet de juiste QR-code (Android™ of iOS) vast
en ga naar de Google Play™ of App Store.
Google Play™App Store
1 USB-poort gemarkeerd met
2 USB-muis
• U kunt een USB-muis op elk moment aansluiten of
loskoppelen.
• U kunt de linkermuisknop gebruiken om
bewerkingen uit te voeren zoals een ontwerp
kiezen of menutoetsen kiezen.
• De muisaanwijzer wordt niet weergegeven in de
schermbeveiliging.
Installeer [My Stitch Monitor] om het borduren te
c
controleren.
My Stitch Monitor
32
Page 35
BORDUURBEGINSELEN
VOORZICHTIG
Opmerking
Memo
Hoofdstuk
2
BORDUURBEGINSELEN
BASISPROCEDURES
Hieronder wordt een aantal basisprocedures van het
borduren beschreven.
Lees de onderstaande procedures voordat u met de
machine gaat werken.
StapHandelingPagina
1De spoel plaatsen.33
2De machine aanzetten.22
3Selecteer een borduurpatroon.35
4Een borduurpatroon bewerken.44
5De voorbeeldweergave controleren.60
6Span stof in het borduurraam.61
Het borduurraam aan de machine
7
bevestigen.
8De borduurinstellingen invoeren.69
9Het borduurgebied controleren.72
64
DE SPOEL INSTALLEREN
Bij aanschaf van de machine is alleen het spoelhuis
geïnstalleerd in de grijper. Plaats een spoel met spoeldraad
daarop gewonden om te borduren.
• Gebruik voorgespoelde spoelen (Fil-Tec/TRUSEW POLYESTER “Filaments”) of metalen
spoelen die speciaal zijn ontwikkeld voor deze
machine.
• Gebruik bij het opwinden van een spoel de
optionele spoelopwinder (pagina 142) en
metalen spoelen.
• Voordat u begint met borduren controleert u of er
voldoende onderdraad is voor het patroon.
• Reinig het spoelhuis telkens wanneer u de spoel
verwisselt. (pagina 175)
2
10De bovendraden inrijgen.81
Tik op de “Start/Stop”-toets om te
beginnen met borduren.
11
(Als de machine klaar is met borduren,
stopt deze automatisch.)
12Verwijder het borduurraam.90
13De machine uitzetten.22
87
Het spoelhuis verwijderen
Open het klepje voor de grijper.
a
Trek het klepje van de grijper naar u toe.
Trek het draadhaakje naar u toe als dit niet naar voren
b
getrokken is.
1 Draadhaakje
Trek het draadhaakje naar voren om goed bij het
spoelhuis te kunnen komen.
• Het draadhaakje houdt de draad vast wanneer de
machine begint te borduren of wanneer de draad
wordt afgeknipt.
33
Page 36
Haal de draad door de draadgleuf en onder de
VOORZICHTIG
Opmerking
Opmerking
b
spanveer door.
• Het draadhaakje kan slechts binnen een
bepaald bereik worden bewogen. Oefen er
niet te veel kracht op uit.
Pak de grendel van het spoelhuis vast en verwijder het
c
spoelhuis.
1 Grendel
■ De machine oliën
Breng olie aan op de machine nadat u het spoelhuis hebt
verwijderd. Zie “De machine oliën” op pagina 178 voor
meer informatie over het oliën van de machine.
• Breng eenmaal daags voor gebruik een druppel
olie aan op de grijper.
1 Draadgleuf
2 Spanveer
Haal de draad door de opening in de spanveer.
c
1 Ongeveer 50 mm (2 inch).
• Voor meer bijzonderheden zie “De spanning van de
onderdraad afstellen” op pagina 116.
De spoel installeren
Plaats de spoel in het spoelhuis.
a
• Voorgespoelde spoel
a
1 Magnetisch uiteinde
• Metalen spoel (pagina 142)
• Controleer of de draad met de klok mee op de
spoel is gewonden (zie afbeelding). Als de spoel zo
wordt geplaatst dat de draad in tegengestelde
richting wordt afgewonden, zal het borduurwerk
niet goed worden uitgevoerd.
34
Page 37
BORDUURBEGINSELEN
3
2
1
5
A
0
4
6
7
8
9
Het spoelhuis plaatsen
Plaats het spoelhuis op de grijper.
a
Plaats het spoelhuis terwijl u het lipje op het spoelhuis
uitlijnt met de inkeping in de grijper (zie afbeelding).
1 Lipje
2 Inkeping
• Plaats het spoelhuis op de grijper tot het op zijn plaats
klikt.
EEN BORDUURPATROON
SELECTEREN
Algemene patroonselectie
De procedure voor het selecteren van een patroon is
afhankelijk van het type patroon. Hieronder wordt de
algemene procedure voor het selecteren van een patroon
beschreven.
Druk op de toets voor de gewenste categorie in het
a
patroonkeuzescherm.
■ Patroontypekeuzescherm
2
Sluit het afdekklepje van de grijper.
b
1 Borduurpatronen (pagina 36)
2 Kaderpatronen (pagina 37)
3 Letterpatronen (pagina 39)
4 Decoratieve alfabetpatronen (pagina 41)
5 Monogram- en kaderpatronen (pagina 38)
6 Borduursteken/grote knoopsgatpatronen (pagina 37)
7 Randpatronen voor quilten (pagina 105)
8 Patronen die zijn opgeslagen in het geheugen van de
machine (pagina 130)
9 Patronen die zijn opgeslagen op een USB-medium
(pagina 130)
0 Patronen die zijn opgeslagen op een computer
(pagina 130)
A Patronen over te dragen via het draadloze netwerk
(pagina 130)
Druk op het gewenste patroon in het
b
patrooncategorielijstscherm om het patroon te
selecteren.
35
Page 38
Druk op het gewenste patroon in het
7
3
8
8
0
5
1
4
2
9
6
c
patroonlijstscherm om het patroon te selecteren.
■ Patroonlijstscherm
1 Grootte van het gehele gecombineerde patroon
2 Grootte van het geselecteerde patroon
3 Tik op een patroon om de gegevens van het patroon
weer te geven.
4 Keer terug naar het patrooncategorielijstscherm om de
categorie te wijzigen.
5 Bekijk voorbeeld van borduurafbeelding.
6 Selecteer klein, medium of groot als grootte van de
patroonminiaturen.
7 Aantal draadkleurwisselingen
8 Tik tot de gewenste pagina wordt weergegeven ingeval
er meerdere pagina's zijn.
9 Bevestig het patroon en verplaats het patroon naar het
patroonbewerkingsscherm.
0 Spiegel het patroon dat wordt bewerkt, in horizontale
richting.
Druk op .
d
→ Het patroonbewerkingsscherm wordt weergegeven.
Bewerk het geselecteerde patroon. (pagina 44)
e
Span de steunstof en de stof in het borduurraam.
f
(pagina 61)
Het borduurraam aan de machine bevestigen.
g
(pagina 64)
Borduurpatronen
Druk op .
a
Selecteer een borduurpatrooncategorie.
b
→ De lijst met borduurpatronen wordt weergegeven.
Een borduurpatroon selecteren.
c
→ Het geselecteerde patroon wordt weergegeven in het
patroonweergavegebied.
Druk op .
h
→ Het borduurinstellingenscherm wordt weergegeven.
Bewerk het gehele patroon. (pagina 69)
i
Druk op .
j
→ Het borduurscherm wordt weergegeven.
36
Page 39
Controleer het borduurscherm en rijg de bovendraden
1
2
21
k
in. (pagina 81)
Begin met borduren. (pagina 87)
l
Kaderpatronen
Druk op .
a
BORDUURBEGINSELEN
Borduursteken/grote knoopsgatpatronen
Druk op .
a
Selecteer de gewenste categorie borduursteken of
b
grote knoopsgatpatronen.
→ De lijst met patronen van de geselecteerde categorie
verschijnt.
Selecteer een patroon.
c
→ Het geselecteerde patroon wordt weergegeven in het
patroonweergavegebied.
Bewerk het patroon indien nodig.
d
2
Selecteer de gewenste vorm voor het kader in de
b
bovenste tabs.
→ De kaderpatronen worden hieronder weergegeven.
1 Kadervormen
2 Kaderpatronen
Tik op het gewenste kaderpatroon.
c
→ Het geselecteerde patroon wordt weergegeven in het
patroonweergavegebied.
Druk op .
d
→ Het patroonbewerkingsscherm wordt weergegeven.
Volg de procedure vanaf stap e tot l van
e
“Borduurpatronen” op pagina 36.
1 De grote knoopsgatpatronen kunt u in kleine,
middelgrote en grote afmetingen selecteren.
2 Spiegel het patroon horizontaal.
Druk op .
e
→ Het patroonbewerkingsscherm wordt weergegeven.
Volg de procedure vanaf stap e tot l van
f
“Borduurpatronen” op pagina 36.
37
Page 40
Monogram- en kaderontwerpen
4
1
2
3
2
1
2
1
2
1
Memo
2
3
4
1
4
5
1
2
3
U kunt monogramontwerpen creëren door twee of drie letters
te combineren.
Druk op .
a
Druk op de knop voor de gewenste letterstijl.
b
→ De geselecteerde letters verschijnen in het
tekstvoorbeeld- en het patroonweergavegebied.
1
2
3
→ Het tekstinvoerscherm wordt weergegeven.
• Wanneer u 4 selecteert, verschijnt de lijst met
kaderpatronen. Wanneer u een patroon creëert door
letters te combineren met een kader, maakt het niet
uit of u de letters of het kader eerst selecteert. Voor de
borduurvolgorde wordt de volgorde aangehouden
waarin de onderdelen van het monogram worden
geselecteerd. Voor dit voorbeeld selecteren we de
letters eerst.
Selecteer de letters.
c
Druk op de tabs om de verschillende lettervormen te
selecteren. Druk vervolgens op elk tabblad op de toets
voor een letter.
1 Tekstvoorbeeldgebied
2 Patroonweergavegebied
3 Als een verkeerd teken is geselecteerd of als u een ander
teken wilt selecteren, drukt u op om het teken te
verwijderen dat het laatst is geselecteerd. Druk
vervolgens op de toets voor het gewenste teken.
4 Nieuwe-regeltoets
• Naar gelang het ontwerp is er een
voorgeprogrammeerd aantal letters. Maar u kunt
meer letters invoeren dan het geprogrammeerde
aantal. Als u te veel letters hebt geselecteerd, druk
dan op om de letters te verwijderen.
• Desgewenst kunt u meerdere letters selecteren om
die op dezelfde manier te gebruiken als een ander
letterpatroon, zonder een monogram te creëren.
Bewerk de letters zo nodig. (pagina 40)
d
38
*
*Aangezien de vormen van de letters gelijk zijn in dit
ontwerp, zijn er geen tabs om te selecteren.
1 Tabs
2 Als u het lettertype wilt wijzigen, drukt u op om
terug te keren naar het ontwerpkeuzescherm.
1 Selecteer of u alle letters of één letter wilt bewerken.
2 Wijzig de grootte van de letters.
3 Wijzig de layout van de tekst.
4 Wijzig de spatiëring van de letterpatronen.
5 Wijzig de tekstuitlijning.
Druk op .
e
→ Het patroonbewerkingsscherm wordt weergegeven.
Vervolgens combineren we de letters met een kader.
Druk op .
f
→ Het patroonkeuzescherm wordt weergegeven.
Page 41
Druk op .
Memo
g
→ Het ontwerpkeuzescherm verschijnt.
Druk op .
h
BORDUURBEGINSELEN
Letterpatronen
Druk op .
a
Druk op het gewenste lettertype.
b
2
→ De lijst met kaderpatronen wordt weergegeven.
Druk op het gewenste patroon.
i
→ Het geselecteerde kaderpatroon wordt weergegeven
in het patroonweergavegebied.
Druk op .
j
→ Het patroonbewerkingsscherm wordt weergegeven.
• Vanwege het formaat of de vorm kunnen sommige
kaderpatronen niet worden gebruikt met het
ontwerp .
• De kaderpatronen zijn slechts enkele van de
patronen die u kunt gebruiken. U kunt andere
letterpatronen dan de monogrampatronen van drie
letters gebruiken in de combinatie.
• Druk op of op voor meer
keuzemogelijkheden.
→ Het tekstinvoerscherm wordt weergegeven.
Selecteer de lettercategorie en typ vervolgens de tekst.
c
(pagina 40)
Druk op .
d
→ Het patroonbewerkingsscherm wordt weergegeven.
Volg de procedure vanaf stap e tot l van
e
“Borduurpatronen” op pagina 36.
Volg de procedure vanaf stap e tot l van
k
“Borduurpatronen” op pagina 36.
39
Page 42
■ Invoertoetsen voor letterpatronen
Memo
B
A
0
9
4 512 3
8
67
C
D
• Als een toets wordt weergegeven met een grijze
achtergrond, kunt u die functie niet gebruiken bij
het geselecteerde patroon.
Nr.
1Ga terug naar het vorige scherm.
Display
Functie
Toetsnaam
Nr.
4Wijzig de spatiëring van de
5Wissel van uitlijning. Deze functie is
Display
Toetsnaam
Tussenruimtetoets
Uitlijningstoets
Functie
letterpatronen.
•: de spatiëring tussen de letters
vergroten.
•: de spatiëring tussen de letters
verkleinen.
• Als u de spatiëring na één letter wilt
wijzigen, tikt u op om
weer te geven en selecteert u
vervolgens de letter. De spatiëring
tussen de geselecteerde letter en de
volgende letter wordt gewijzigd.
•: de ene geselecteerde letter
verhogen.
•: de ene geselecteerde letter
verlagen.
•: de spatiëring terugzetten.
beschikbaar wanneer er meerdere regels
tekst zijn ingevoerd.
•: rechts uitlijnen
Te ru g -t oe t s
2Wijzig de grootte van letterpatronen. Als
Groottetoets
3Wijzig de lay-out van de letterpatronen.
Reekstoets
u de grootte van één letter wilt wijzigen,
tikt u op om weer te
geven en selecteert u vervolgens de
letter. De grootte van de geselecteerde
letter wordt gewijzigd.
• De grootte van de kleine lettertypen
, , , , en
kunt u niet wijzigen.
• Als u de letterpatronen langs een boog
wilt schikken, tikt u op , ,
of .
: boog platter maken.
: boog ronder maken.
• Als u de letterpatronen langs een
helling wilt schikken, tikt u op .
: wijzig de helling tegen de klok
in.
: de helling met de klok mee
wijzigen.
•: de lay-out terugzetten.
•: links uitlijnen
•: centreren
6Wijzig het lettertype van de letters. Het is
niet altijd mogelijk om het geselecteerde
Lettertypetoets
lettertype te wijzigen.
• Als u het lettertype van één letter wilt
wijzigen, tikt u op om
weer te geven en selecteert u
vervolgens de letter. Het lettertype van
de geselecteerde letter wordt
gewijzigd.
40
Page 43
BORDUURBEGINSELEN
1
Memo
1
Nr.
7Pas letterpatroonbewerking toe om naar
8Voer een spatie in.
9Maak een nieuwe regel.
0Verwijder de letter.
A—Selecteer de lettercategorie.
BSelecteer of u alle letters of één letter wilt
Display
Toetsnaam
Insteltoets
Spatietoets
Nieuweregeltoets
Wistoets
Categorietoetsen
Selectietoets
één/alle
Functie
het bewerkingsscherm te gaan.
bewerken.
•: alle letters bewerken.
•: bewerk één letter.
CVerplaats de cursor en selecteer een
Letterselectietoetsen
DSchakel tussen tekst verticaal en
Toets Tekst
horizontaal/
verticaal
letter.
horizontaal schrijven. (alleen Japans
lettertype)
Decoratieve alfabetpatronen
Druk op .
d
→ Het patroonbewerkingsscherm wordt weergegeven.
Volg de procedure vanaf stap e tot l van
e
“Borduurpatronen” op pagina 36.
■ Applicatielettertypen
Druk op .
a
Druk op .
b
→ De lijst met applicatielettertypen verschijnt.
Druk op het gewenste patroon.
c
1 Hiermee wijzigt u de lettergrootte.
→ Het geselecteerde patroon wordt weergegeven in het
patroonweergavegebied.
Druk op .
d
→ Het patroonbewerkingsscherm wordt weergegeven.
2
Druk op .
a
Druk op de gewenste categorie.
b
Druk op het gewenste patroon.
c
1 Spiegel het patroon horizontaal.
→ Het geselecteerde patroon wordt weergegeven in het
patroonweergavegebied.
• Zie “Applicatiepatronen borduren” op pagina 100
voor meer informatie over het borduren van
applicaties.
41
Page 44
Borduurpatronen combineren
Opmerking
Druk op .
h
Voorbeeld:
Selecteer een patroon en tik vervolgens op .
a
Druk op .
b
Druk op .
c
Wanneer u klaar bent met alle wijzigingen, tikt u op .
i
• Gecombineerde patronen worden geborduurd in
de volgorde waarin ze zijn ingevoerd.
■ Het te bewerken patroon selecteren
Wanneer u meerdere patronen hebt gecombineerd,
selecteert u met of het patroon dat u wilt
bewerken. U kunt patronen ook selecteren door het
scherm aan te raken met uw vinger of de touch-pen.
Selecteer en voer “LOVE” in.
d
→ De letters die u invoert, worden weergegeven in het
midden van het borduurpatroongebied.
Druk op .
e
Gebruik om de letters te verplaatsen.
f
*
U kunt letters ook verplaatsen door de letters direct te
slepen met uw vinger of de touch-pen.
Tik op om de kleur van de letters te wijzigen. (pagina 54)
g
■ Meerdere patronen tegelijk selecteren
U kunt meerdere patronen gemakkelijk bewerken
(gecombineerde patronen verplaatsen bijvoorbeeld) als ze
allemaal gelijk zijn geselecteerd.
Druk op .
a
→
Het scherm Meervoudige selectie wordt weergegeven.
42
Page 45
BORDUURBEGINSELEN
Memo
Selecteer meerdere patronen door uw vinger over het
b
scherm te slepen om een kader rond de gewenste
patronen te maken.
• Op het scherm Meervoudige selectie kunt u
meerdere patronen selecteren of de selectie ervan
ongedaan maken. Druk op of op om de te
selecteren patronen aan te vinken. Klik vervolgens
op .
■ Meerdere geselecteerde patronen groeperen
Als de meerdere patronen die u hebt geselecteerd in
“Meerdere patronen tegelijk selecteren” op pagina 42 zijn
gegroepeerd, kunt u ze bewerken als één patroon.
Druk op .
a
→ De geselecteerde patronen worden gegroepeerd.
• Druk op om de groepering van patronen op te
heffen. Als er meerdere gegroepeerde patronen zijn,
wordt de geselecteerde patroongroep opgeheven.
Groep
opgeheven
Gegroepeerd
2
Het geselecteerde patroon is omgeven door een
rood kader.
- Druk op om alle patronen in het
patroonweergavegebied te selecteren.
- Druk op om de selectie van alle
geselecteerde patronen ongedaan te maken.
- U kunt de patronen ook selecteren door ze aan te
raken op het scherm.
- Wanneer het scherm Meervoudige selectie wordt
weergegeven, kunt u patronen verplaatsen met
.
Druk op om terug te keren naar het
c
patroonbewerkingsscherm.
• De meerdere patronen die u hebt geselecteerd, zijn
omgeven door een rood kader.
43
Page 46
HET BORDUURPATROON
Memo
2
0
A
7
1
9
B
3
4
5
6
8
BEWERKEN
Het patroonbewerkingsscherm
• Als een toets wordt weergegeven met een grijze
achtergrond, kunt u die functie niet gebruiken bij
het geselecteerde patroon.
Nr.
Display
Toetsnaam
Grootte
Afstand vanaf
het
middelpunt
(verticaal)
FunctiePagina
Geeft de afmeting weer van
het patroon dat wordt
bewerkt. De bovenste
waarde geeft de lengte aan
en de onderste waarde de
breedte.
Geeft de verplaatsing weer
(verticale afstand) van het
geselecteerde patroon.
—
—
Nr.
1
Patroongrootte
2
Borduurraamindicators
Display
Toetsnaam
FunctiePagina
Geeft de afmeting weer van
het borduurpatroon dat in
het patroonweergavegebied
wordt weergegeven. De
bovenste waarde geeft de
lengte aan en de onderste
waarde de breedte. Als het
borduurpatroon uit meerdere
patronen bestaat die zijn
gecombineerd, is de
afmeting inclusief alle
patronen.
Geeft de afmeting weer van
borduurramen die kunnen
worden gebruikt om het
patroon te borduren dat
wordt weergegeven in het
patroonweergavegebied.
—
61
3
Afstand vanaf
(horizontaal)
draadkleuren
het
middelpunt
Rotatiehoek
Aantal
Geeft de verplaatsing weer
(horizontale afstand) van het
geselecteerde patroon.
Geeft de rotatiehoek weer
waarop het patroon dat
wordt bewerkt, wordt
gedraaid.
Geeft het aantal
draadkleuren weer voor het
patroon dat wordt bewerkt.
—
—
—
44
Page 47
BORDUURBEGINSELEN
Nr.
4
Display
Toetsnaam
Groottetoets
FunctiePagina
Geef het
patroonformaatvenster weer.
•: verkleint het patroon
met behoud van de
verhoudingen.
•: verkleint het patroon
verticaal.
•: verkleint het patroon
horizontaal.
•: vergroot het patroon
met behoud van de
verhoudingen.
•: rekt het patroon
verticaal uit.
•: rekt het patroon
horizontaal uit.
•: wijzigt de
patroongrootte met behoud
van het aantal steken.
(normale modus voor
vergroten/verkleinen)
•: wijzigt de
patroongrootte met behoud
van de draaddichtheid.
(modus voor herberekening
van steken)
•: selecteert het
patroon dat u wilt wijzigen.
•: verplaatst het
Nr.
Display
Toetsnaam
Uitlijningstoets
FunctiePagina
Schikt meerdere patronen op
een lijn.
49
Wijzigt het patroon dat u
Applicatieborduurtoets
Letterbewerkingstoets
5
bewerkt, in een
applicatiepatroon.
Bewerkt de letters.46
Wijzigt de garenkleur van
101
2
elke letter in een
Meerkleurentoets
letterpatroon (alleen
mogelijk indien een letter is
54
geselecteerd).
Knipt automatisch
Draadknipinsteltoets
draadsprongen binnen de
letters van een letterpatroon
af.
47
Voegt een patroon toe. Met
deze toets wordt het
—
Toevoegentoets
patroontypekeuzescherm
weergegeven.
42
Wist het patroon. Met deze
—
Wistoets
toets wordt het geselecteerde
patroon gewist.
Maakt de laatste bewerking
die u hebt uitgevoerd,
ongedaan en keert terug naar
6
Hersteltoets
de vorige status. Telkens
wanneer u op deze toets tikt,
—
maakt u één bewerking
ongedaan.
Rotatietoets
Draadkleurwisse-
lingstoets
Randtoets
patroon in de richting van de
pijl is aangegeven.
•: zet de grootte
terug.
•: sluit dit scherm.
•: wijzigt de grootte van
het patroon (alleen
letterpatronen).
Geef het
patroonrotatiescherm weer.
•: zet terug in de
originele richting.
Roteer het patroon met de
rotatietoetsen of door de
rode punt bij de hoek van
het patroon te slepen. U kunt
ook de verplaatsingstoetsen
gebruiken bij het
rotatieproces.
Wijzig de kleur van het
patroon.
Maak en bewerk een
herhaalpatroon.
—
54
49
Opnieuw-
Eindetoets
7
Voorbeeldtoets
Stofscantoets
8
Uitvergrotingstoets
toets
Voert de laatste, ongedaan
gemaakte bewerking
opnieuw uit.
Beëindigt het bewerken en
gaat naar het
borduurinstellingenscherm.
Geeft een afbeelding weer
van het patroon, als
voorbeeldweergave.
Scant met de ingebouwde
camera de stof in het
borduurraam voor weergave
als achtergrond van het
patroon.
Voor de
schermweergavegrootte van
het patroon dat u bewerkt
kunt u kiezen uit 100%,
125%, 150% of 200%.
—
—
—
72
—
45
Page 48
Nr.
Memo
Display
Toetsnaam
FunctiePagina
■ Letters bewerken
Horizontale
spiegeltoets
Dichtheidstoets
9
Kopietoets
Groepeertoets
0
Plaatsingstoetsen
Patroonkeuzetoetsen
A
Meervoudige
selectietoets
Omtrektoets
Wijzigt het patroon in een
horizontaal spiegelbeeld.
Wijzigt de draaddichtheid
van sommige letter- of
kaderpatronen. U kunt de
dichtheid van andere
patronen aanpassen in de
modus Herberekening van
steken.
Dupliceert het patroon.
Het gedupliceerde patroon
wordt iets lager en rechts van
het oorspronkelijke patroon
geplaatst.
Groepeert meerdere
geselecteerde patronen.
•: verplaatst het
patroon in de richting van de
pijl is aangegeven.
•: verplaatst naar het
midden van het
borduurgebied.
Selecteer één van de
patronen (indien er een
combinatie van meerdere
patronen is gemaakt).
Kiest meerdere patronen
tegelijkertijd voor
bewerking.
Extraheert de omtrek van het
patroon. Het geëxtraheerde
patroon kan worden gebruikt
in combinatie met Mijn
Design Center.
—
48
—
43
42
43
Meer bijzonderheden over invoertoetsen vindt u in
pagina 40.
42
• Als u letterpatronen met meerdere regels in het
bewerkingsscherm wilt bewerken, moet u de
groepering van het patroon opheffen. (pagina 43)
170
46
echoquiltsteken
B
Tekssplitsingstoets
Tekstcombinatietoets
Toets voor
stippel- of
Maakt stippel- of
echoquiltsteken rondom het
patroon.
Scheidt de doorgaande
letterpatronen om de
spatiëring aan te passen of
later afzonderlijk te
bewerken.
•: selecteert waar
het patroon moet worden
gescheiden.
•: scheidt het patroon.
Een gescheiden
letterpatroon kunt u opnieuw
combineren met .
Combineert de geselecteerde
letterpatronen.
104
—
48
Page 49
BORDUURBEGINSELEN
Opmerking
Memo
Memo
De grootte en dichtheid van het patroon wijzigen
Als u hebt geselecteerd, kunt u de grootte van het
patroon wijzigen met behoud van de draaddichtheid. De
machine herberekent automatisch de steekdichtheid. Met
deze functie kan het patroon met een grotere verhouding
worden vergroot of verkleind dan bij normaal vergroten/
verkleinen van patronen.
• U kunt deze functie niet gebruiken in combinatie
met letterpatronen, kaderpatronen,
herhaalpatronen en grote knoopsgatpatronen.
• Voor patronen met een groot aantal steken
(100.001 of meer) kunt u niet de grootte wijzigen
terwijl de draaddichtheid behouden blijft.
• Afhankelijk van het patroon, neemt de grootte van
het patroon toe met maximaal 200% of af tot 60%.
• U kunt de grootte ook wijzigen door de rode punt
rond het patroon te slepen.
Selecteer of in het groottevenster.
a
*
: wijzigt de patroongrootte met behoud van het
aantal steken. De draaddichtheid voor het patroon neemt
toe of af.
De draden tussen tekens afknippen
Wanneer de machine is ingesteld op het afknippen van de
draden tussen de tekens, zorgt dit voor een reductie van het
aantal springsteken tussen de tekens en van de overige
benodigde handelingen na het borduren. Het borduren vergt
echter wel meer tijd wanneer de draden na elk teken moeten
worden afgeknipt.
Druk op zodat deze verandert in .
a
• Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt de
instelling in- of uitgeschakeld.
Draden
worden niet
afgeknipt.
Draden worden
afgeknipt.
2
*
Wanneer u selecteert in stap a, wordt de
b
melding voor het terugzetten van het patroon naar de
oorspronkelijke grootte, hoek en positie weergegeven.
Druk op .
Tik op een toets om desgewenst de grootte van het
c
patroon te wijzigen.
Druk op .
d
: wijzigt de patroongrootte met behoud van de
draaddichtheid. Nadat u de patroongrootte hebt gewijzigd,
kunt u de draaddichtheid wijzigen. Het aantal steken wordt
opnieuw berekend, afhankelijk van de patroongrootte.
• Wanneer u selecteert in stap a, tikt u op
en wijzigt u vervolgens de draaddichtheid.
47
Page 50
De gescheiden letterpatronen combineren
3
1
2
De draaddichtheid wijzigen
U kunt twee gescheiden regels letterpatronen combineren. De
letters kunnen worden uitgelijnd in de opgegeven volgorde. U
kunt de regels van letterpatronen niet combineren als de tekst
een regelomloop bevat die is gemaakt met de nieuweregelfunctie.
Druk op .
a
Selecteer de groep letterpatronen die u wilt
b
combineren.
• De geselecteerde letter wordt aangewezen als
nummer [1].
• U kunt de patronen selecteren door erop te drukken
op het scherm, of door te drukken op of op
om de te selecteren patronen aan te vinken, en
vervolgens op te drukken.
De draaddichtheid van sommige letter- en
omrandingspatronen kan worden gewijzigd. U kunt de
dichtheid van andere patronen aanpassen in de modus
Herberekening van steken. (pagina 47)
U kunt een instelling opgeven tussen 80% en 120%, in
stappen van 5%.
Druk op .
a
→ Het volgende scherm wordt weergegeven.
1 Verlaag de dichtheid van het patroon.
2 Verhoog de dichtheid van het patroon.
3 Sluit dit scherm.
→ Aan de patronen worden tijdelijk nummer [1] en [2]
toegekend.
Druk op of op om de volgorde van de 2
c
patronen te kiezen.
Druk hierop om terug te keren naar het vorige
d
scherm.
■ Selecteert een lagere/hogere draaddichtheid
MinderStandaardMeer
Druk op de toetsen om de gewenste draaddichtheid te
a
selecteren.
Elke keer als u op een toets drukt, wordt de
draaddichtheid verhoogd of verlaagd.
• Selecteer [100%] om het patroon terug te zetten naar
de oorspronkelijke draaddichtheid (standaard).
Nadat u de gewenste wijzigingen hebt doorgevoerd,
b
drukt u op .
48
Page 51
BORDUURBEGINSELEN
Memo
2
1
De borduurpatronen uitlijnen
Selecteer de patronen die u wilt uitlijnen. (pagina 42)
a
Tik op en selecteer vervolgens de toets voor de
b
gewenste uitlijning.
Voorbeeld
Herhaalpatronen ontwerpen
Met de randfunctie kunt u een rangschikking met
herhaalpatronen creëren.
Druk op .
a
2
Selecteer de richting waarin u het patroon wilt herhalen.
b
•
U kunt meerdere gewenste patronen selecteren door
op elk gewenst patroon op dit scherm te tikken.
• Tik op om de uitlijning terug te zetten.
1 Horizontale richting
2 Verticale richting
→ De patroonrichtingindicator verandert naar gelang
de richting die u hebt geselecteerd.
Met herhaalt u het patroon links en met
c
herhaalt u het patroon rechts.
• Druk op om het linkerpatroon te verwijderen.
• Druk op om het rechterpatroon te verwijderen.
Pas de ruimte van het herhaalpatroon aan.
d
• Als u de ruimte wilt verbreden, drukt u op .
49
Page 52
• Als u de ruimte wilt versmallen, drukt u op .
Memo
Memo
1
1 Druk op om een herhaalpatroon terug te
veranderen in één patroon.
• U kunt alleen de ruimte van de patronen in het rode
kader aanpassen.
Voltooi de herhaalpatronen door stap b t/m d te
e
herhalen.
Nadat u de gewenste wijzigingen hebt doorgevoerd,
f
drukt u op .
■ Eén element van een herhaalpatroon herhalen
Met de knipfunctie kunt u één element van een
herhaalpatroon selecteren om alleen dat element te
herhalen. Met deze functie kunt u complexe
herhaalpatronen ontwerpen.
Kies de richting waarin het herhaalpatroon wordt
a
geknipt.
• Druk op om horizontaal te knippen.
• Druk op om verticaal te knippen.
→ De patroonrichtingindicator verandert naar gelang
de richting die u hebt geselecteerd.
Met en selecteert u de kniplijn.
b
• Wanneer er twee of meer patronen zijn, worden alle
patronen samengevoegd als een patroon in het
rode kader.
• Wanneer u de richting verandert waarin het patroon
wordt herhaald, worden alle patronen in het rode
kader automatisch gegroepeerd als één
herhaaleenheid.
→ De kniplijn verplaatst zich.
Druk op .
c
→ Het herhaalpatroon wordt verdeeld in afzonderlijke
elementen.
Druk op .
d
50
Page 53
BORDUURBEGINSELEN
Opmerking
Memo
Memo
Memo
1
Met en selecteert u het element dat u wilt
e
herhalen.
Herhaal het geselecteerde element.
f
Druk op .
a
Druk op .
b
Tik op om de draadmarkering te selecteren die
c
u wilt borduren.
2
Nadat u de gewenste wijzigingen hebt doorgevoerd,
g
drukt u op .
• Als u een herhaalpatroon in afzonderlijke
elementen hebt geknipt, kunt u niet terugkeren
naar het oorspronkelijke herhaalpatroon.
• U kunt elk element afzonderlijk bewerken in het
bewerkscherm. Zie “Het te bewerken patroon
selecteren” op pagina 42.
■ Draadmarkeringen toekennen
Door draadmarkeringen te borduren kunt u gemakkelijk
patronen uitlijnen wanneer u een reeks patronen
borduurt. Wanneer u een patroon hebt voltooid, wordt
met het laatste stukje draad een draadmarkering in de
vorm van een pijl geborduurd. Wanneer u een reeks
patronen borduurt, positioneert u de daarna te borduren
ontwerpen aan de hand van de punt van die pijl.
• Wanneer u afzonderlijke patronen herhaaldelijk
borduurt, kunt u alleen draadmarkeringen borduren
rond de omtrek van het patroon.
1 Druk op deze toets om de draadmarkeringsinstelling te
annuleren.
• Wanneer er twee of meer elementen zijn, selecteert
u met en of en een patroon
waaraan u draadmarkeringen wilt toekennen.
Druk op .
d
• Als u het gecombineerde randpatroon draait in het
borduurinstellingenscherm, wordt de
draadmarkering verwijderd.
51
Page 54
■ Het patroon herhaaldelijk borduren
Memo
Opmerking
Nadat u het herhaalpatroon hebt gecreëerd, plaatst u de
stof opnieuw in het borduurraam en gaat u door met
borduren voor het volgende patroon.
• Met het optionele magneet frame kunt u de stof
gemakkelijk opnieuw spannen zonder het frame los
te maken van de machine. Meer bijzonderheden
vindt u in de meegeleverde handleiding bij het
magneet frame.
Creëer het herhaalpatroon met de draadmarkering in
a
het midden van het eind van het patroon. (pagina 51)
Span de stof opnieuw in het borduurraam.
e
• Pas de positie van de stof aan zodat het
borduurgebied voor het volgende patroon zich
binnen het borduurgebied van het borduursjabloon
bevindt.
1 Eerst geborduurde patroon
2 Positie van patroon dat daarna moet worden
geborduurd
3 Borduurgebied van borduursjabloon
Bevestig het borduurraam aan de machine en druk op
f
in het borduurinstellingenscherm.
Druk op , en vervolgens op .
b
Tik op en druk vervolgens op de “Start/
c
Stop”-toets om te beginnen met borduren.
→ Wanneer het borduren beëindigd is, wordt de
draadmarkering geborduurd met de laatste kleur.
Verwijder het borduurraam.
d
Druk op .
g
Tik op om de beginpositie links van het patroon te
h
plaatsen.
Druk op .
i
Druk op .
j
52
Page 55
BORDUURBEGINSELEN
Memo
Opmerking
2
1
Druk op om de naaldpositie weer te geven.
k
Druk op de plaatsingstoetsen om het borduurraam te
l
verplaatsen totdat de draadmarkering op de stof is
uitgelijnd met de naaldpositie in het
cameraweergavevenster.
Verwijder de draadmarkering.
o
Druk op .
p
Tik op en druk vervolgens op de “Start/
q
Stop”-toets om te beginnen met borduren.
2
1 Draadmarkering op de stof
2 Plaatsingstoetsen
• Druk op om de borduurpositie te controleren.
• Tik op om de cameraweergave te vergroten.
Door de cameraweergave te vergroten kunt u de
naaldpositie van het patroon goed benaderen door
het borduurraam telkens een stukje te verplaatsen.
Tik op om terug te keren naar het camerabeeld
op normale grootte.
Als u de patroonpositie niet kunt uitlijnen met de
m
plaatsingstoetsen, plaats dan de stof opnieuw in de ring
en lijn de positie opnieuw uit met de plaatsingstoetsen.
• Roteer het patroon niet in het
borduurinstellingenscherm nadat u de positie van
het gecombineerde randpatroon hebt uitgelijnd. Als
u het patroon na uitlijning roteert in het
borduurinstellingenscherm, zal het patroon niet
goed zijn uitgelijnd met de draadmarkering of het
beginpunt.
n
Druk hierop om terug te keren naar het vorige
scherm.
53
Page 56
KLEUREN BEWERKEN
1
2
4
2
1
3
Tekst in meerdere kleuren uitvoeren
De geselecteerde letters van het letterpatroon (op pagina 39)
zijn ingesteld op zwart. U kunt de kleur van alle letters
wijzigen met de draadkleurwisselingstoets. Als u de kleur van
afzonderlijke letters wilt wijzigen, drukt u op de
Meerkleurentoets en verandert u de kleur voor elke letter.
Druk op zodat deze verandert in .
a
• Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt de
instelling in- of uitgeschakeld.
Meerkleurige tekst
uitgeschakeld
• Meer bijzonderheden over het wijzigen van de
draadkleur vindt u bij “De kleuren van het patroon
wijzigen” hieronder.
Meerkleurige tekst
ingeschakeld
→ De afbeelding van de geselecteerde draadkleur
wordt weergeven.
1 Afbeelding van de geselecteerde draadkleur
2 Schuifbalk
• Als u dezelfde draadkleur wilt combineren wanneer
deze verschillende keren wordt gebruikt, selecteert u
de draadkleur en drukt u vervolgens op . De toets
wijzigt in en alle draadkleuren in het
draadkleurvolgordescherm die dezelfde zijn als de
geselecteerde kleur, worden gemarkeerd in blauw.
De kleuren van het patroon wijzigen
U kunt de kleuren van het patroon wijzigen en een
voorbeeldweergave van het resultaat bekijken op het scherm.
Druk op .
a
→ Het scherm voor draadkleurwisseling wordt
weergegeven.
In het draadkleurvolgordescherm selecteert u de
b
draadkleur waarvan u de kleur wilt wijzigen.
• Als de gewenste draadkleur niet wordt weergegeven,
gebruikt u de schuifbalk aan de rechterkant om deze
weer te geven.
Het deel van het patroon waarvan u de draadkleur wilt
•
wijzigen, kunt u rechtstreeks selecteren in het patroon.
Selecteer het garenmerk en tik vervolgens op , ,
c
of of tik rechtstreeks op de gewenste kleur om
de nieuwe kleur te selecteren in het kleurpalet.
54
1 Selecteer het garenmerk.
2 De kleur in het kader is de geselecteerde kleur.
3 Keer terug naar de oorspronkelijke kleur.
4 Geeft de naam weer van de geselecteerde kleur draad.
Page 57
BORDUURBEGINSELEN
Memo
Opmerking
1
2
1
1
2
→ In het patroonweergavegebied wordt de kleur van
het geselecteerde deel van het patroon gewijzigd.
• Tik op om het nummer van een draadkleur in
te voeren.
Nadat u de kleuren hebt gewijzigd, tikt u op .
d
Nieuwe kleurthema's zoeken met de functie
Kleurvariaties
Met de functie Color Shuffling (Kleurcombinatie) reikt de
machine nieuwe kleurthema’s aan voor het borduurpatroon
dat u hebt geselecteerd. Nadat u het gewenste effect hebt
geselecteerd uit de vier beschikbare kleurthema’s
([Willekeurig], [Levendig], [Gradatie] en [Zacht]), worden
voorbeelden van kleurthema’s voor het geselecteerde effect
weergegeven.
Druk op .
a
→ Het scherm voor draadkleurwisseling wordt
weergegeven.
Druk op .
b
Selecteer het garenmerk voor de kleuren en het aantal
c
kleuren waarmee u het patroon wilt maken.
1 Garenmerk voor kleuren
2 Aantal kleuren dat u wilt gebruiken
Selecteer het gewenste effect.
d
1 Effecten voor kleurthema’s
→ Als u [Willekeurig] of [Gradatie] selecteert, verschijnt
het scherm om kleuren op te geven.
→ Als u [Levendig] of [Zacht] selecteert, verschijnt er
geen scherm om kleuren op te geven. Ga door naar
g.
stap
Tik op om in te stellen en op te geven
e
welke draadkleur u wilt gebruiken in het effect.
*Als u geen draadkleur hoeft op te geven, stelt u in op
.
2
Instelling [Handm.] voor [Willekeurig]
U kunt maximaal 6 kleuren selecteren voor gebruik in het
effect [Willekeurig]. Met de geselecteerde kleuren wordt het
effect gecreëerd.
• Mogelijk is deze functie niet beschikbaar,
afhankelijk van het patroon dat u selecteert (bijv.
een patroon met een rand, een patroon met
licentie). Als wordt weergegeven met een
grijze achtergrond, selecteert u een ander patroon.
1 Selecteer kleuren uit het palet.
2 De geselecteerde kleuren worden vermeld.
55
Page 58
Instelling [Handm.] voor [Gradatie]
1
2
1
Memo
U kunt één kleur selecteren voor gebruik in het effect
[Gradatie]. Het effect wordt gecreëerd met de kleur die u hebt
geselecteerd.
1 Selecteer een kleur uit het palet.
2 De geselecteerde kleur wordt weergegeven.
Druk op .
f
• Als u uw favoriete thema's tijdelijk wilt registreren,
tikt u op . (Als u uw favoriete thema's wilt
vrijgeven, tikt u opnieuw op .) Er kunnen 9
kleurthema's worden opgeslagen op de pagina*.
Tik op om de geregistreerde favoriete
thema's te controleren. Als u de registratie wilt
annuleren, tikt u op .
Selecteer het kleurthema uit de voorbeelden.
g
*Tik op om de nieuwe thema's toe te
voegen.
1 Tik hierop om de vorige thema's te bekijken.
* U kunt maximaal 20 pagina’s met thema’s
bekijken.
Controleer het weergegeven kleurthema en tik
h
vervolgens op .
*: Ga terug naar het vorige scherm.
* of : geef de andere kleurthema's weer.
56
→ Het scherm voor draadkleurwisseling wordt
weergegeven.
Tik op om het patroonbewerkingsscherm weer
i
te geven.
Page 59
DRAADKLEUREN VERWISSELEN OP
Memo
Memo
Opmerking
HET SCHERM
BORDUURBEGINSELEN
■ De draadkleurinstellingen van alle eerder
genaaide ontwerpen annuleren
Als een draadkleur op de klossenstandaard verschilt van
de draadkleur van de naaldpositie op het scherm kunt u de
draadkleuren op het scherm verwisselen, zodat deze
overeenkomen met de draadkleurpositie op de
klossenstandaard.
• Deze functie is niet beschikbaar wanneer
[Handmatige kleurvolgorde] is ingesteld op [ON] op
het instellingenscherm.
Druk op in het borduurscherm.
a
→ Het kloskeuzescherm wordt weergegeven.
Druk op het nummer van de eerste naaldstang die
b
moet worden verwisseld.
• Als u de selectie wilt annuleren, drukt u opnieuw op
hetzelfde naaldnummer.
• De kleurinstellingen worden volledig geannuleerd,
ook al bevindt de machine zich midden in een
borduurproject.
Druk op .
a
→ De draadkleurinstelling wordt geannuleerd.
Druk op .
b
→ Draadkleuren worden opnieuw toegewezen door de
machine, ongeacht de vorige klosinstelling.
• Met deze functies worden niet de ankerinstellingen
geannuleerd van de naalden waaraan een
draadkleur is toegewezen. (pagina 121)
2
Druk op het nummer van de andere naaldstang die
c
moet worden verwisseld. De twee naaldnummers zijn
nu verbonden door een pijl.
Druk op om de twee draadkleuren te
d
verwisselen.
Nadat u de gewenste wijzigingen hebt doorgevoerd,
e
drukt u op .
57
Page 60
DRAADKLEUREN SELECTEREN/
Opmerking
BEHEREN VOOR ELKE
NAALDSTANG [Handmatige
kleurvolgorde]
De draadkleuren die zijn toegewezen aan elke naaldstang
kunt u handmatig opgeven/beheren. Bovendien kunt u de
draadkleuren automatisch en efficiënter toewijzen aan
naaldstangen dan met de gebruikelijke methode.
Gemak van de handmatige kleurvolgorde
De handmatige kleurvolgorde opgeven
• U kunt de [Handmatige kleurvolgorde] niet wijzigen
terwijl er bewerkingen worden uitgevoerd op het
borduurscherm.
Druk op en vervolgens op .
a
→ Het scherm Algemene instellingen wordt
weergegeven.
Vind [Handmatige kleurvolgorde].
b
De handmatige kleurvolgorde is handig wanneer de machine
wordt gebruikt in de volgende situaties.
■ Wanneer u werkt met borduurgegevens zonder
draadkleurinformatie, zoals DST-bestanden
De garenklossen die moeten worden gebruikt, kunnen
gemakkelijk worden geselecteerd voor gegevens zonder
draadkleurinformatie. (Zie “SPECIFICATIES” op
pagina 190 voor meer informatie.)
■ Wanneer u altijd dezelfde combinatie van
draadkleuren gebruikt
Als specifieke draadkleuren zijn toegewezen aan
bepaalde naaldstangen, kunt u de draadkleurinstellingen
wijzingen met de naaldstangnummertoewijzing, zelfs
wanneer het patroon wordt veranderd. De bewerking is
eenvoudiger als u altijd dezelfde draadkleuren gebruikt.
■ Wanneer u voortdurend borduurt met dezelfde
naaldstanginstellingen
Als de instellingen normaal zijn opgegeven, worden de
naaldstanginstellingen geannuleerd wanneer het
borduurinstellingenscherm verschijnt nadat het borduren
is gestopt. Maar met [Handmatige kleurvolgorde] blijven
de naaldstanginstellingen gelden, tenzij u het patroon
verwijdert of de machine uitschakelt.
Dit is nuttig als hetzelfde patroon meerdere malen
achtereen moet worden geborduurd.
Tik op [ON] en selecteer vervolgens de handmatige
c
kleurvolgorde.
• Bij aankoop van de machine is [OFF] geselecteerd.
Tik op om terug te keren naar het vorige
d
scherm.
→ Het pictogram voor [Handmatige kleurvolgorde]
wordt op het scherm weergegeven.
58
Page 61
Werken met de handmatige kleurvolgorde
Memo
1
2
3
4
1
■ Wijs handmatig draadkleuren toe aan alle
naaldstangen
Door de draadkleuren in te voeren die worden gebruikt
met deze machine, kunt u efficiënter doorgaan met
borduren, gewoon door de naaldstangtoewijzingen te
wijzigen nadat u een patroon hebt geselecteerd. Met de
normale manier om instellingen op te geven kunt u
handmatig draadkleuren toewijzen aan hoogstens 9
naaldstangen. Maar met de handmatige kleurvolgorde
kunt u draadkleuren toewijzen aan alle 10 naaldstangen.
(Zie pagina 121 voor meer informatie over het opgeven
van de instellingen.)
■ Instellingen naaldstangnummer
U kunt opgeven welke naaldstang wordt gebruikt met elke
draadkleur.
• Met de procedure die wordt beschreven in
“Gereserveerde naaldstang- en
borduursnelheidsinstellingen” op pagina 121 kunt u
de voltooide borduurkleuren controleren op het
scherm, als draadkleuren zijn toegewezen aan
draadklossen.
In het borduurinstellingenscherm drukt u op .
a
→ Er verschijnt een scherm waar u de
naaldstangnummers kunt selecteren.
Selecteer in het draadkleurvolgordescherm de
b
draadkleur waarvoor u de naaldstang wilt wijzigen.
• Als de gewenste draadkleur niet wordt weergegeven,
gebruikt u de schuifbalk aan de rechterkant om deze
weer te geven.
BORDUURBEGINSELEN
Druk op een cijfertoets (tussen en ) om
c
het nummer te selecteren van de naaldstang waarvan u
de instellingen wilt opgeven.
→ Het naaldstangnummer voor de draadkleur die u
hebt geselecteerd in stap
geselecteerde naaldstangnummer.
Als u het naaldstangnummer hebt opgegeven met
gereserveerde naaldstanginstellingen, verandert de
kleur van de draadklos links in de opgegeven
draadkleur. Het patroon in het patroonweergavevlak
verandert in de kleur van de opgegeven naaldstang.
1 Naaldstangnummer dat is opgegeven met gereserveerde
naaldstanginstellingen
2 Naaldstang ingesteld op een ander nummer (naaldstang
5)
3 Als u een kleur selecteert door op deze toets te tikken,
stopt de machine voordat de geselecteerde kleur te
borduren.
4 Als u een kleur selecteert door op deze toets te tikken,
borduurt de machine de geselecteerde kleur niet tijdens
het borduren.
• 4 krijgt voorrang als 3 en 4 tegelijkertijd zijn
ingesteld.
b verandert in het
■ Draadkleurinstellingen initialiseren
Met de handmatige kleurvolgorde kunt u de
draadkleurinformatie op de machine initialiseren telkens
wanneer u een nieuw patroon selecteert. Vervolgens kunt
u de naaldstangen toewijzen. Dan kunt u de
naaldstanginstellingen opgeven zonder dat deze worden
beïnvloed door de draadkleurinformatie van het vorige
patroon.
2
1 Schuifbalk
Voorzorgsmaatregelen voor de handmatige
kleurvolgorde
■ Wanneer u een patroon borduurt met 11
kleuren of meer
Met de handmatige kleurvolgorde bewaakt de machine
niet de tijd om de draadklossen te verwisselen. Aangezien
de machine niet automatisch stopt en er geen melding
verschijnt dat de draadklos moet worden verwisseld, zoals
met de normale naaldstanginstellingen, volgt u de
procedure hieronder om de machine zo in te stellen dat
deze stopt bij de draadklossen die moeten worden
verwisseld.
c van “Werken met de handmatige
•Stap
kleurvolgorde” op pagina 59
• “De machine stoppen bij de volgende kleurwisseling”
op pagina 119
• “Pauzelocaties opgeven vóór het borduren” op
pagina 119
59
Page 62
VOORBEELDWEERGAVE BEKIJKEN
Memo
1
2
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Memo
b
a
c
Een voorbeeldafbeelding controleren
DE STOF VOORBEREIDEN
Geef de voorbeeldweergave weer om te controleren of het
patroon wordt geborduurd zoals gewenst.
Druk op .
a
→ De voorbeeldweergave wordt getoond.
• Een liggende voorbeeldafbeelding kan niet worden
geroteerd tot een staande, ook al is er ruimte
boven en onder.
Druk op of om het type borduurraamhouder
b
te selecteren. Selecteer vervolgens het borduurraam
dat u wilt gebruiken.
• Nadat u hebt bepaald welk type borduurraamhouder
en formaat borduurraam het meest geschikt zijn voor
uw borduurwerk, verwisselt u de borduurraamhouder
en het borduurraam die zijn geïnstalleerd. De
machine detecteert automatisch de
borduurraamhouder en het borduurraam en wijzigt
de weergave.
• Uw machine kan stof borduren van maximaal
2 mm (5/64 inch) dik. Als u dikkere stof
borduurt, kan de naald verbuigen of breken.
Steunstof (versteviging) bevestigen aan stof
Wij raden aan steunstof (versteviging) te gebruiken om te
voorkomen dat patronen scheeftrekken of steken gaan
krimpen.
• Gebruik steunstof (versteviging) bij het
borduren op dunne stoffen of stretchstoffen,
stoffen met grof weefsel of stoffen waarbij de
steken kunnen krimpen. Als er geen steunstof
(versteviging) wordt gebruikt bij het borduren,
kan de naald verbuigen of breken of kan het
patroon scheeftrekken.
Gebruik een stoomstrijkijzer om de opstrijksteunstof
a
(versteviging) op de achterzijde van de stof te hechten.
• Gebruik een stuk steunstof dat groter is dan het
borduurraam.
Druk op om de borduurvolgorde te controleren.
c
→ Het steeksimulatiescherm verschijnt.
1 Selecteer de simulatiesnelheid.
2 Bedieningstoetsen
• Druk op om terug te keren naar het scherm
voor het selecteren van de borduurraamhouder/het
borduurraam.
Druk hierop om terug te keren naar het vorige
d
scherm.
1 Zelfklevende zijde van de opstrijksteunstof (versteviging)
2 Stof (achterkant)
3 Formaat van het borduurraam
• Gebruik bij het borduren van lichte of open
ontwerpen op dunne stoffen, zoals organza en
batist, een in water oplosbare steunstof
(versteviging). In water oplosbare steunstoffen
lossen op bij het wassen, zodat u prachtig
borduurwerk kunt maken dat niet stug is.
• Wanneer u stof borduurt die niet mag worden
gestreken of wanneer u een vlak borduurt dat
moeilijk te strijken is, spant u een laag steunstof
(versteviging) onder de stof in het borduurraam
zonder deze te strijken.
60
Page 63
BORDUURBEGINSELEN
Opmerking
Opmerking
Compatibiliteitstabel stof/steunstof
Stof/
kledingstuk
Badstof
Satijnen jasje
Katoen
Spijkerstof
Hoeden en
petten
Aantal onderlagen
Opmerkingen
1 x lostrekbaar
Vergroot de dichtheid en/of de
satijnsteekbreedte. Kleine details en letters
kunnen in de badstoflussen vast komen te zitten.
Dikke voering: Geen
Dunne of geen voering:
1 x lostrekbaar
Als het kledingstuk in het borduurraam gaat
glijden waardoor het gaat scheeftrekken,
omwikkelt u het binnenraam met afdektape
of stofkruistape. Zo ontstaat een ruw
oppervlak waarop het kledingstuk blijft
vastzitten en er geen overmatige wrijving op
het borduurraam ontstaat.
1 x lostrekbaarGeen
Ontwerpen met een hoge dichtheid of veel
details kunnen meer onderlagen nodig hebben.
Gebruik in dat geval twee lichtgewicht
onderlagen in plaats van een zware onderlaag.
1 x lostrekbaarGeen
Verminder de snelheid als de naald warm
wordt en de draad breekt.
OptioneelOptioneel
Neem vaker dan normaal een nieuwe naald,
een onderlaag van stijf linnen maakt de naald
sneller bot. Een lichtgewicht, lostrekbare
onderlaag zorgt dat de draad minder vaak
breekt en regelt de draadspanning. Gebruik
een bovenlaag op corduroy of schuimrubber
voorkanten van petten.
1 x lostrekbaarGeen
Aantal bovenlagen
1 x in water
oplosbaar
Geen
Stof/
kledingstuk
Corduroy
Lingerie of
zijde
Joggingstof
Sweatshirt
T-shirt
Aantal onderlagen
Opmerkingen
1 x lostrekbaar
Naast gebruik van een bovenlaag kunnen
ook een hogere steekdichtheid of meer
ondersteken nodig zijn om te voorkomen dat
de steken in de stof wegvallen.
1 of 2 x lichtgewicht
lostrekbaar
Verlaag de borduursnelheid. De
draadspanning moet laag zijn. Gebruik een
bovenlaag bij ontwerpen met veel detail of
kleine letters. Gebruik dunner draad bij zeer
tere stoffen. Gebruik geen zeer smalle
satijnsteken bij letters of details; vergroot in
plaats daarvan de satijnsteekbreedte of
gebruik een bonensteek. Verwijder
voorzichtig (zonder te trekken) de onderlaag
en de bovenlaag van het kledingstuk.
1 x afknipbaar of
opstrijkbaar afknipbaar
Gebruik fijngeweven organza of gordijnstof
in een bijpassende kleur als onderlaag voor
dikke of zeer grof gebreide stoffen.
1 x afknipbaar of
zelfklevend lostrekbaar
Bij ontwerpen met veel details moet u soms twee
lagen lichtgewicht, afknipbare steunstof
gebruiken. Gebruik een bovenlaag bij extra dikke
stoffen of bij ontwerpen met veel fijne details.
1 x lichtgewicht
afknipbaar of
opstrijkbaar afknipbaar
Gebruik een bovenlaag bij ontwerpen met
veel fijne details of kleine letters. De
spanning moet licht zijn. Gebruik geen
ontwerpen met veel steken.
Aantal bovenlagen
1 x in water
oplosbaar
Optioneel
1 x in water
oplosbaar
Optioneel
Optioneel
2
Overhemd
(geweven)
Golfshirt
Fleece
Canvas
Ontwerpen met een hoge dichtheid of veel
details kunnen meer onderlagen nodig hebben.
Gebruik in dat geval twee lichtgewicht
onderlagen in plaats van een zware onderlaag.
1 x afknipbaar of
opstrijkbaar afknipbaar
Gebruik een bovenlaag voor ontwerpen met
kleine letters of veel detail en voor piquéstof.
1 x lostrekbaarOptioneel
Gebruik een bovenlaag als het kledingstuk
als de fleece erg pluizig is of veel structuur
heeft. oppervlak heeft, zoals gevlochten
stoffen of keperstof.
1 x lostrekbaarGeen
Span deze strak in het borduurraam.
Optioneel
•
Aangezien er zoveel verschillende soorten stof en
steunstof verkrijgbaar zijn, is bovenstaande
informatie slechts bedoeld als richtlijn. Als u twijfelt
over een bepaalde combinatie van stof en steunstof,
probeer deze dan eerst uit op een proeflap.
Stof in het borduurraam spannen
• Als de stof niet strak is gespannen, kan het patroon
scheeftrekken of kunnen er in de stof plooien
ontstaan. Volg de volgende procedure om de stof
strak en glad in het borduurraam te spannen zodat
de stof niet lubbert. Gebruik een vlak oppervlak
wanneer u de stof in het borduurraam spant.
61
Page 64
Selecteer een borduurraam.
Memo
VOORZICHTIG
Opmerking
cc
c
a
b
a
Selecteer een borduurraam aan de hand van de
formaten die in het scherm worden aangegeven.
Borduurramen die kunnen worden gebruikt, worden
lichter weergegeven (), borduurramen die niet
kunnen worden gebruikt, worden donkerder
weergegeven ().
• Als de borduurraamhouder niet is bevestigd aan de
machine, wordt in het borduurgebied niet het juiste
formaat borduurraam weergegeven. (pagina 64)
■ Typen borduurramen
Er zijn vier formaten borduurramen inbegrepen bij deze
machine. Deze worden gebruikt met de meegeleverde
borduurraamhouder A. Zie “De borduurramen correct
gebruiken” op pagina 65 voor meer informatie over de
toepassingen van elk borduurraam.
PictogramNaam
Borduurgebied
Extra groot borduurraam
360 mm (B) × 200 mm (L)
(14 inch (B) × 7-7/8 inch (L))
• Gebruik de vier meegeleverde ramen of de
aanbevolen optionele ramen.
• Als het formaat van het borduurraam niet goed
is, kan het borduurraam de borduurvoet raken.
Dit kan de machine beschadigen of letsel
veroorzaken bij de gebruiker. (Meer
bijzonderheden over borduurramen vindt u in
pagina 66.)
• De borduurraamindicatoren geven alle
borduurraamformaten weer waarin het
borduurpatroon kan worden geborduurd. Gebruik
een borduurraam met de best passende afmeting.
Als een te groot borduurraam wordt gebruikt, kan
het patroon scheeftrekken of kunnen er in de stof
plooien ontstaan. (pagina 65)
■ Stof in het borduurraam spannen
Draai de schroef op het buitenraam los.
a
Extra groot borduurraam (optioneel)
300 mm (B) × 200 mm (L)
(11-3/4 inch (B) × 7-7/8 inch (L))
Groot borduurraam
180 mm (B) × 130 mm (L)
(7-1/8 inch (B) × 5-1/8 inch (L))
Middelgroot borduurraam
100 mm (B) × 100 mm (L)
(4 inch (B) × 4 inch (L))
Klein borduurraam
60 mm (B) × 40 mm (L)
(2-3/8 inch (B) × 1-1/2 inch (L))
Als u een van de optionele borduurramen gebruikt,
verschijnen onderstaande pictogrammen op het scherm.
: Borduurraamhouder B
: Borduurraamhouder C
: Borduurraamhouder D
: Borduurraamhouder E
1 Klein of middelgroot borduurraam
2 Extra groot, extra groot (optioneel) of groot borduurraam
3 Schroef
Plaats de steunstof en de stof met de goede kant naar
b
boven op het buitenraam.
• Het buitenraam heeft geen voor- of achterzijde. Beide
zijden kunnen als voorzijde worden gebruikt.
Druk het binnenraam in het buitenraam.
c
: Pettenframe
: Cilinderframe
: Magneet frame
62
• Zorg dat er geen kreukels in de stof zitten nadat deze
in het borduurraam is gespannen.
Page 65
BORDUURBEGINSELEN
Memo
Draai de schroeven licht vast.
d
Draai de schroef stevig vast en controleer vervolgens
e
of de stof strak staat.
• Gebruik de 3-wegschroevendraaier om de schroef
stevig vast te draaien.
• Als de stof goed is gespannen, maakt deze een
trommelgeluid als u erop tikt.
• Klem het binnen- en het buitenraam stevig tegen
elkaar, zodat de bovenranden op gelijke hoogte
liggen.
1 Buitenraam
2 Binnenraam
3 Voorkant van de
stof
4 Bovenrand van het
binnen- en
buitenraam liggen
op gelijke hoogte
• U kunt het beste een plat oppervlak gebruiken om
de stof in het borduurraam te bevestigen.
Plaats het borduursjabloon op het binnenraam. Lijn de
b
rasterlijnen op het borduursjabloon uit met de
markeringen die u op de stof hebt getekend.
1 Rasterlijnen
2 Binnenraam
Rek de stof voorzichtig uit zodat er geen vouwen of
c
kreukels in zitten.
Verwijder het borduursjabloon.
d
■ Grote stukken stof of zware kledingstukken
borduren
Wanneer u grote stukken stof of zware kledingstukken
borduurt, gebruikt u een wasknijper of een klem om de
overtollige stukken stof aan het borduurraam te bevestigen
zodat deze niet loshangen. Als er grote stukken stof van
het borduurraam afhangen, kan het borduurraam niet
goed bewegen en kan het patroon scheeftrekken.
2
■ Het borduurvel gebruiken
Gebruik de rasterlijnen op het borduurvel om de stof
nauwkeurig in het borduurraam uit te lijnen, zodat het
patroon op de juiste positie wordt geborduurd.
Teken met kleermakerskrijt het vlak waar u wilt
a
borduren op de stof af.
• Maak overtollige stof met een wasknijper of een klem
vast aan het borduurraam.
63
Page 66
■ Kleine stukken stof borduren
a
c
b
VOORZICHTIG
Gebruik een steunstof als een basis wanneer u kleine
stukken stof wilt borduren die u niet in een borduurraam
kunt spannen. Nadat u de stof met lichte strijkbout op de
steunstof hebt gestreken, spant u het geheel in het
borduurraam. Als de steunstof niet opstrijkbaar is,
bevestigt u de steunstof met een rijgsteek. Wanneer u
klaar bent met borduren, verwijdert u voorzichtig de
steunstof.
1 Stof
2 Steunstof (onderlaag)
3 Rijgsteken
■ Artikelen zoals tassen of cilindervormige
artikelen borduren die maar beperkt in het
borduurraam kunnen worden gespannen
Roteer het patroon alvorens te borduren. Zie “Het
patroonbewerkingsscherm” op pagina 44 voor meer
informatie over het roteren van het patroon.
Voorbeeld: Wanneer u een kussensloop borduurt
Roteer het patroon 90 graden naar links alvorens te
borduren.
HET BORDUURRAAM AAN DE
MACHINE BEVESTIGEN
Nadat u de stof in het borduurraam hebt gespannen,
bevestigt u het raam aan de machine.
Borduurraamhouders A en B zijn als accessoires
inbegrepen bij deze machine.
Installeer borduurraamhouder A wanneer u een
meegeleverd borduurraam wilt gebruiken. (Meer
bijzonderheden over borduurraamhouders vindt u in
pagina 66.)
• Als het borduurraam niet correct wordt
bevestigd, kan het borduurraam de
borduurvoet raken. Dit kan de machine
beschadigen of letsel veroorzaken.
• De “Start/Stop”-toets moet rood oplichten
wanneer u het borduurraam bevestigt. Als de
“Start/Stop”-toets groen knippert, kan de
machine beginnen met borduren. Als de
machine per ongeluk begint te werken, kan dit
letsel veroorzaken.
• Wanneer u het borduurraam aan de machine
bevestigt, mag het borduurraam geen andere
delen van de machine raken.
Voorbeeld: Wanneer u een T-shirt borduurt
Roteer het patroon 180 graden. Steek het
machinebodemstuk door de taille van het T-shirt, niet
door de hals, en bevestig het borduurraam aan de
machine. Zo voorkomt u dat de hals van het T-shirt uitrekt
wanneer het borduurraam zich verplaatst.
Het borduurraam bevestigen
Stel de breedte van de borduurraamhouder af op de
borduurraamgrootte en bevestig het borduurraam aan de
machine. Als voorbeeld wordt hieronder de procedure voor
het bevestigen van het kleine borduurraam beschreven.
a
b
d
e
1 Linkerarm van de borduurraamhouder
Beweeg de arm van de borduurraamhouder naar links of
naar rechts om deze af te stellen op de afmeting van het
borduurraam.
2 Klem de borduurraamhouder vast
Plaats het borduurraam in de klemmen op de
borduurraamhouder.
3 Afstelpen
4 Gaten
5 Afstelopeningen
c
e
d
64
Page 67
Draai de twee linkerduimschroeven los op de
Opmerking
VOORZICHTIG
a
borduurraamhouder.
Als een schroef te stevig is vastgedraaid, gebruikt u de
meegeleverde 3-wegschroevendraaier.
1 Linkerarm
2 Duimschroeven
→ De linkerarm van de borduurraamhouder kan
worden verplaatst.
• Draai de duimschroeven maximaal 2 slagen tegen de
klok in los. Verwijder de schroeven niet.
Beweeg de linkerarm om de schroef aan de rechterkant
b
uit te lijnen met de markering voor het borduurraam
dat moet worden geplaatst en draai vervolgens de
duimschroeven aan.
Lijn in dit voorbeeld de kleine duimschroef uit met
markering 5.
BORDUURBEGINSELEN
• Draai de twee duimschroeven stevig vast met de
meegeleverde 3-wegschroevendraaier. Als u de
duimschroeven niet vastdraait, kunnen
onderstaande problemen optreden.
- De machine detecteert het borduurraamformaat
niet juist.
- De startpositie van het borduurraam is onjuist
uitgelijnd.
- Het borduurpatroon is scheefgetrokken.
→ Het borduurraam kan in de borduurraamhouder
worden geplaatst.
Houd het borduurraam horizontaal en lijn vervolgens
c
tegelijkertijd de linker- en rechterrand uit met de
borduurraamhouderklemmen.
• Het binnenraam moet bovenop liggen.
2
1 Markering voor extra groot borduurraam
360 mm (B) × 200 mm (L)
(14 inch (B) × 7-7/8 inch (L))
2 Markering voor extra groot borduurraam
300 mm (B) × 200 mm (L)
(11-3/4 inch (B) × 7-7/8 inch (L)) (optioneel)
3 Markering voor groot borduurraam
180 mm (B) × 130 mm (L)
(7-7/8 inch (B) × 5-1/8 inch (L))
4 Markering voor middelgroot borduurraam
100 mm (B) × 100 mm (L)
(4 inch (B) × 4 inch (L))
5 Markering voor klein borduurraam
60 mm (B) × 40 mm (L)
(2-3/8 inch (B) × 1-1/2 inch (L))
Plaats het borduurraam totdat het op zijn plaats klikt.
d
1 Zorg dat de pennen aan de linker- en rechterarmen van
de borduurraamhouder in de afstelopeningen en het gat
van het borduurraam passen.
De borduurramen correct gebruiken
Er zijn diverse borduurramen beschikbaar voor deze machine.
Bepaal aan de hand van het project welk borduurraam het
best passend is.
Naast de meegeleverde borduurramen kunt u met deze
machine ook een aantal andere borduurramen gebruiken. (Zie
“Optionele accessoires” op pagina 14.)
• Gebruik alleen een borduurraam met de
afmeting die in het scherm wordt aangegeven,
anders kan het borduurraam de borduurvoet
raken, wat letsel kan veroorzaken.
65
Page 68
■ Borduurraamhouders
Er zijn twee soorten borduurraamhouders
(borduurraamhouder A en borduurraamhouder B)
inbegrepen bij deze machine.
Borduurraamhouder A wordt gebruikt in combinatie met
de vier meegeleverde borduurramen en het optionele
raam van 300 mm (B) × 200 mm (L) (11-3/4 inch (B) ×
7-7/8 inch (L)). Bij de optionele borduurraamhouders
gebruikt u Borduurraamhouder B. En als u de optionele set
ronde ramen, klemramen of compacte ramen koopt, is de
gespecificeerde borduurraamhouder C, D of E daarbij
inbegrepen. Zie “Typen borduurramen/
borduurraamhouders en waarvoor ze worden gebruikt” op
pagina 66 voor meer informatie over de borduurramen die
u kunt installeren in de diverse borduurraamhouders.
• Druk op om het
naaldstangverplaatsingsscherm te sluiten en de
borduurarm in de vorige stand te zetten.
■ Typen borduurramen/borduurraamhouders en
waarvoor ze worden gebruikt
Wanneer er een “*” staat als verwijzingspagina, neem dan
contact op met uw erkende Brother-dealer.
Borduurframes en -ramen voor borduurraamhouder A
Borduurgebied
Borduurframe /-raam
Gebruik
Verwijzingspagina
1 Borduurraamhouder A
2 Witte hoekjes
3 Borduurraamhouder B
4 Lichtgrijze hoekjes
5 Magneet
6 Borduurraamhouder C (optioneel)
7 Donkergrijze hoekjes
8 Borduurraamhouder D (optioneel)
9 Borduurraamhouder E (optioneel)
■
Als het moeilijk is om het borduurraam te verwisselen
Naar gelang de positie van de naaldstangen kan het
moeilijk zijn om het borduurraam te verwisselen. Volg in
dat geval onderstaande procedure om het borduurraam te
verplaatsen.
Druk op .
a
→ Het naaldstangverplaatsingsscherm verschijnt.
Druk op .
b
Extra groot
borduurraam
Extra groot
borduurraam
(optioneel)
Plat borduurraam
(optioneel)
Groot borduurraam180 mm (B) × 130 mm (L)
Middelgroot
borduurraam
360 mm (B) × 200 mm (L)
(14 inch (B) × 7-7/8 inch (L))
Te gebruiken bij het borduren van
aaneengesloten tekens of patronen,
gecombineerde patronen of grote
patronen.
pagina 62
300 mm (B) × 200 mm (L)
(11-3/4 inch (B) × 7-7/8 inch
(L))
Te gebruiken bij het borduren van
aaneengesloten tekens of patronen,
gecombineerde patronen of grote
patronen.
pagina 62
300 mm (B) × 200 mm (L)
(11-3/4 inch (B) × 7-7/8 inch
(L))
Te gebruiken voor het borduren van
jasjes en andere dikke kledingstukken.
*
(7-1/8 inch (B) × 5-1/8 inch
(L))
Te gebruiken bij borduurpatronen
kleiner dan 180 mm (B) × 130 mm (L)
(7-1/8 inch (B) × 5-1/8 inch (L)).
pagina 62
100 mm (B) × 100 mm (L)
(4 inch (B) × 4 inch (L))
Te gebruiken bij middelgrote
borduurpatronen.
→ De borduurarm gaat automatisch naar een stand
waarbij u het borduurraam gemakkelijk kunt
verwisselen.
66
pagina 62
Klein borduurraam60 mm (B) × 40 mm (L)
(2-3/8 inch (B) × 1-1/2 inch
(L))
Te gebruiken wanneer u kleine
patronen borduurt, zoals naamlabels.
pagina 62
Page 69
BORDUURBEGINSELEN
Borduurframes en -ramen voor borduurraamhouder B
Borduurgebied
Borduurframe /-raam
Quiltraam (optioneel)200 mm (B) × 200 mm (L)
Randborduurraam
(optioneel)
Jumboraam (optioneel) 360 mm (B) × 360 mm (L)
(7-7/8 inch (B) × 7-7/8 inch (L))
Te gebruiken om quilts en patches te
borduren.
*
300 mm (B) × 100 mm (L)
(11-3/4 inch (B) × 7-7/8 inch
(L))
Te gebruiken om een langere reeks
borduurpatronen of tekst, aansluitend,
te borduren.
*
(14 inch (B) × 14 inch (L))
Te gebruiken voor het borduren van
patronen die in tweeën zijn gesplitst in
PE-DESIGN-bewerkingssoftware en
die kleiner zijn dan 200 mm (B) ×
360 mm (L) (7-7/8 inch (B) × 14 inch (L))
of patronen met een maximumformaat
van 350 mm (B) × 350 mm (L) (13-3/4
inch (B) × 13-3/4 inch (L)).
pagina 140
Gebruik
Verwijzing sp ag ina
Borduurframes en -ramen voor borduurraamhouder D
(optioneel)
Borduurgebied
Borduurframe /-raam
Klemraam S (optioneel) 45 mm (B) × 24 mm (L)
(1-3/4 inch (B) × 7/8 inch (L))
Te gebruiken voor het borduren van
artikelen die niet in een traditioneel
borduurraam passen, zoals schoenen,
handschoenen, binnenzakken etc.
*
Klemraam M
(optioneel)
100 mm (B) × 100 mm (L)
(4 inch (B) × 4 inch (L))
Borduur op een snelle en gemakkelijke
manier op tassen, tablet-covers,
hoezen en meer. Met beschermlaag.
*
Gebruik
Verwijzing sp ag ina
Borduurframes en -ramen voor borduurraamhouder E
(optioneel)
Borduurgebied
Borduurframe /-raam
Gebruik
2
Mouwen borduurframe
(optioneel)
70 mm (B) × 200 mm (L)
(2-3/4 inch (B) × 7-7/8 inch
(L))
Te gebruiken om tubulaire
kledingstukken, zoals hemdsmouwen
en broekpijpen, te borduren.
*
Borduurframes en -ramen voor borduurraamhouder C
(optioneel)
Borduurgebied
Borduurframe /-raam
Rond borduurraam
(optioneel)
∅=diameter
∅160 mm (6 inch)
∅130 mm (5 inch)
∅100 mm (4 inch)
Te gebruiken om borduurpatronen op
kleinere werkstukken te borduren. Kies
het borduurraam dat het beste past bij
de afmeting van het borduurpatroon.
Gebruik
Verwijzing sp ag ina
Compact borduurraam
(optioneel)
Magnetisch
borduurraam
(optioneel)
Verwijzing sp ag ina
70: 70 mm (B) × 41 mm (L)
(2-3/4 inch (B) × 1-5/8 inch
(L))
50: 50 mm (B) × 50 mm (L)
(2 inch (B) × 2 inch (L))
44: 44 mm (B) × 38 mm (L)
(1-3/4 inch (B) × 1-1/2 inch
(L))
Verticaal: 75 mm (B) × 33 mm
(L)
(2-15/16 inch (B) × 1-5/16 inch
(L))
Te gebruiken voor het borduren van
logo's of patronen op kleine artikelen.
*
50 mm (B) × 50 mm (L)
(2 inch (B) × 2 inch (L))
Borduur snel en eenvoudig
borduurpatronen en logo’s. Laat geen
afdruk van borduurraam op de stof
achter.
*
*
67
Page 70
Aparte borduurframes
Opmerking
Borduurgebied
Borduurframe /-raam
Geavanceerd
pettenframe 2
(optioneel)
Pettenframe voor
diverse pet modellen
(optioneel)
Petraam voor grote
petmodellen
(optioneel)
Borduurgebied
Gebruik
Verwijzing sp agina
130 mm (B) × 60 mm (L)
(5-1/8 inch (B) × 2-3/8 inch
(L))
Te gebruiken bij het borduren van
petten. Te gebruiken bij het borduren
van honkbalpetten, golfpetten,
zonnepetten en dergelijke. Dit frame
kan niet worden gebruikt voor petten
met een voorkant van 50 mm (2 inch) of
minder, zoals zonnekleppen en
kinderpetten. Het frame kan ook niet
worden gebruikt voor petten met een
klep groter dan 80 mm (3-1/8 inch).
*
130 mm (B) × 60 mm (L)
(5-1/8 inch (B) × 2-3/8 inch
(L))
Te gebruiken bij het borduren van
petten. In aanvulling op petten die
compatibel zijn met geavanceerd
pettenframe 2; u kunt dit frame
gebruiken om petten met platte klep en
kinderpetten te borduren. In vergelijking
met geavanceerd pettenframe 2 kunt u
dit frame gebruiken om dichter bij de
klep van de pet te borduren.
*
360 mm (B) × 60 mm (L)
(14 inch (B) × 2-3/8 inch (L))
Te gebruiken bij het borduren van
petten. Dit frame beschikt over een
groter borduurgebied dan de andere
petramen. Dit frame kan niet worden
gebruikt voor petten met een voorkant
van 50 mm (2 inch) of minder, zoals
zonnekleppen en kinderpetten. Het
frame kan ook niet worden gebruikt
voor petten met een klep groter dan 80
mm (3-1/8 inch).
Borduurframe /-raam
Cilinderframe
(optioneel)
90 mm (B) × 80 mm (L)
(3-1/2 inch (B) × 3 inch (L))
Te gebruiken bij het borduren van
cilindrische en geronde stof, zoals
hemdsmouwen en cols.
*
Gebruik
Verwijzingspagina
• De borduurraamindicatoren geven alle
borduurraamformaten weer waarin het
borduurpatroon kan worden geborduurd. Gebruik
een borduurraam met de best passende afmeting.
Als een te groot borduurraam wordt gebruikt, kan
het patroon scheeftrekken of kunnen er in de stof
plooien ontstaan.
• Alle borduurramen die horen bij machines van de
PR-serie kunnen ook worden geïnstalleerd op deze
machine.
• Wanneer u borduurt met een optioneel
borduurraam (jumboraam, randborduurraam,
quiltraam, plat borduurraam of magneet frame),
moet u het meegeleverde grote werkblad
installeren op de machine.
• Vanwege het gewicht van het borduurraam en de
stof is het raadzaam het meegeleverde grote
werkblad te gebruiken. Zo voorkomt u dat de
borduurraamhouder buigt. Dat zou kunnen leiden
tot vervorming van het ontwerp of beschadiging
van de machine.
Magneet frame
(optioneel)
68
*
360 mm (B) × 200 mm (L)
(14 inch (B) × 7-7/8 inch (L))
Borduren zonder de stof een
borduurraam te spannen. Te gebruiken
tijdens het borduren van doorlopende
patronen en/of combinaties van
patronen. Dit frame is ook aan te
bevelen voor het borduren van
quiltranden.
*
Page 71
BORDUURBEGINSELEN
Memo
6
1
2
3
4
5
7
8
BORDUURINSTELLING OPGEVEN
Het borduurinstellingenscherm
• De beschikbare toetsen zijn niet dezelfde wanneer
[Handmatige kleurvolgorde] is ingesteld op [ON] op
het instellingenscherm. (pagina 58, pagina 70)
Nr.
Rotatiehoek
2
draadkleurwisselingen
Rotatietoets
Borduurrijgtoets
Patroonverbindingstoets
Display
Toetsnaam
Aantal
FunctiePagina
Geeft de rotatiehoek weer
waarop het patroon dat
wordt bewerkt, wordt
gedraaid.
Geeft het aantal
draadkleuren weer voor het
patroon dat wordt bewerkt.
Roteert het gehele
borduurpatroon.
Plaatst rijgsteken langs de
omtrek van het patroon om
de stof aan de losse steunstof
of versteviging vast te
borduren. Voorkomt het
scheeftrekken of
samentrekken van de stof
tijdens het borduren.
Start het borduren van
verbonden patronen met
behulp van de ingebouwde
camera.
—
—
2
—
99
109
Nr.
Patroongrootte
1
Borduurraamindicators
Afstand vanaf
2
Afstand vanaf
(horizontaal)
Display
Toetsnaam
het
middelpunt
(verticaal)
het
middelpunt
FunctiePagina
Geeft de afmeting weer van
het borduurpatroon dat in
het patroonweergavegebied
wordt weergegeven. De
bovenste waarde geeft de
lengte aan en de onderste
waarde de breedte. Als het
borduurpatroon uit meerdere
patronen bestaat die zijn
gecombineerd, wordt de
afmeting van het gehele
patroon weergegeven,
inclusief alle patronen.
Geeft de afmeting weer van
borduurramen en -frames die
kunnen worden gebruikt om
het patroon te borduren dat
wordt weergegeven in het
patroonweergavegebied.
Geeft de verplaatsing weer
(verticale afstand) van het
geselecteerde patroon.
Geeft de verplaatsing weer
(horizontale afstand) van het
geselecteerde patroon.
—
61
—
—
Toets voor
3
instelling van
afzonderlijke
draadkleuren
Plaatsingstoets
draadkleur
ononderbroken
monochroom
Stiksteektoets
4
Stiksteektoets
Afwerkentoets
5
Geheugentoets
Toets
sorteren
Toets
borduren/
(begin)
(einde)
Wijzigt de instellingen voor
afzonderlijke draadkleuren,
zoals het borduren ervan
tijdelijk stoppen of
overslaan.
Lijnt de borduurpositie uit
met de ingebouwde camera.
Wijzigt de borduurvolgorde
zodat dezelfde kleur
ononderbroken kan worden
geborduurd.
Tik hierop om het patroon in
dezelfde kleur te borduren,
ongeacht opgegeven
kleurwisselingen. Het hele
draadkleurvolgordescherm
verschijnt in dezelfde kleur.
Geeft aan dat er
automatische stiksteken
worden geborduurd aan het
begin van het patroon en aan
het begin van het borduren,
nadat de draad is afgeknipt.
Geeft aan dat er
automatische stiksteken
worden geborduurd wanneer
de draad wordt afgeknipt.
Keert terug naar het
patroonbewerkingsscherm.
Slaat het patroon op in het
geheugen van de machine,
een USB-medium of een
computer.
119
78
71
120
71
71
—
130
69
Page 72
Nr.
1
2
Toetsnaam
eindpositietoets
Controletoets
5
voor borduren
Borduurtoets
6
Voorbeeldtoets
Achtergrondafbeelding
Achtergrondafbeelding
Stofscantoets
7
Cameraweergavetoets
Camerazoomtoets
Display
Begin-/
Toets
weergeven
Toets
opslaan
FunctiePagina
Geeft de naaldpositie weer
aan het begin en aan het
einde van het borduren.
Beweegt het borduurraam zo
dat de borduurpositie kan
worden gecontroleerd.
Beëindigt alle handelingen
op het
borduurinstellingenscherm
en gaat naar het
borduurscherm.
Geeft een afbeelding weer
van het patroon dat u gaat
borduren, als
voorbeeldweergave.
Geeft de
achtergrondafbeelding weer
die met de ingebouwde
camera is gescand, of
verbergt deze.
Slaat de
achtergrondafbeelding op
een USB-medium op die is
gescand met de ingebouwde
camera.
Scant met de ingebouwde
camera de stof die in een
borduurraam is geplaatst en
geeft de afbeelding weer als
achtergrond van het patroon.
Geeft (op het LCD-scherm)
het beeld onder de naald
weer of een beeld van het
bewerkte borduurpatroon in
de huidige borduurpositie.
Geeft de afbeelding weer op
dubbele grootte (nadat u op
de cameraweergavetoets
hebt gedrukt).
Deze toets is ook
beschikbaar als u niet op de
cameraweergavetoets hebt
gedrukt.
126
79
—
60
73
73
72
75,
79
53
Nr.
8
Display
Toetsnaam
Plaatsingstoetsen
Toetsen
Verplaatsingssnelheid
borduurraam
FunctiePagina
Verplaatst de borduurpositie van
het gehele patroon in de richting
van de pijl. (Als u op tikt,
wordt de borduurpositie
verplaatst naar het midden van
het borduurgebied.)
Selecteer de snelheid
waarmee u het borduurraam
wilt verplaatsen.
: Tik hierop om het
borduurraam 0,1 mm
(1/64 inch) te verplaatsen.
: Tik hierop om het
borduurraam 0,5 mm
(1/32 inch) te verplaatsen.
: Blijf drukken om het
borduurraam te verplaatsen op
de maximale snelheid. Wanneer
u het camerabeeld bekijkt,
verplaatst het borduurraam zich
2,0 mm (1/16 inch).
■ In de modus [Handmatige kleurvolgorde]
—
—
70
Nr.
1
2
Display
Toetsnaam
Pictogram
modus
Handmatige
kleurvolgorde
Toets
Handmatige
kleurvolgorde
FunctiePagina
Dit pictogram wordt
weergegeven wanneer de
machine in de modus
[Handmatige kleurvolgorde]
staat.
Wijzigt de
naaldstangkleurinstelling.
Deze toets wordt
weergegeven wanneer
[Handmatige kleurvolgorde]
is ingesteld op [ON] op het
instellingenscherm.
58
59
Page 73
BORDUURBEGINSELEN
Memo
Memo
Instelling automatische stiksteken
Bij aanschaf is de machine ingesteld op het automatisch
borduren van stiksteken bij het begin van het patroon, aan het
begin van het borduren na een draadkleurwisseling en
voordat de draad wordt afgeknipt.
■ Wanneer u wilt wijzigen dat er stiksteken
worden geborduurd aan het begin van een
patroon, aan het begin van het borduren na
een draadkleurwisseling en aan het begin van
het borduren nadat de draad is afgeknipt.
Druk op zodat deze verandert in .
a
• Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt de
instelling in- of uitgeschakeld.
Instelling automatische
stiksteken ingeschakeld
Instelling automatische
stiksteken uitgeschakeld
Draadkleur sorteren
Gebruik de functie kleursorteren om het aantal
garenwisselingen te minimaliseren.
Voordat u begint met borduren, tikt u op op het
borduurinstellingenscherm om de borduurvolgorde te
wijzigen en te sorteren op draadkleur.
Borduurscherm
2
• Als de eerste steeklengte kleiner is dan 0,8 mm
(1/32 inch), wordt de stiksteek niet gemaakt.
• Als [Draadknippen] is ingesteld op [OFF] op het
instellingenscherm, wordt de stiksteek niet
gemaakt. (pagina 123)
■ Wanneer u wilt wijzigen dat er stiksteken
worden geborduurd voordat de draad wordt
afgeknipt.
Druk op zodat deze verandert in .
a
• Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt de
instelling in- of uitgeschakeld.
Instelling automatische
stiksteken ingeschakeld
Instelling automatische
stiksteken uitgeschakeld
Borduurinstellingenscherm
Borduurscherm
•
De instelling automatische stiksteken blijft gelijk
totdat u op de toets voor uitschakelen drukt. De
instelling die u hebt opgegeven voordat de machine
wordt uitgezet, wordt opnieuw geselecteerd
wanneer de machine weer wordt aangezet.
• Als [Draadknippen] is ingesteld op [OFF] op het
instellingenscherm, wordt de stiksteek niet
gemaakt. (pagina 123)
71
Page 74
De kleurvolgorde wordt anders geordend en gesorteerd op
Opmerking
Opmerking
Opmerking
draadkleur.
Druk op om de kleursortering te annuleren en te
borduren met de borduurkleurvolgorde.
• Deze functie werkt niet op overlappende
ontwerpen.
HET BORDUURGEBIED
CONTROLEREN
Het patroon wordt meestal in het midden van het
borduurraam geplaatst. Als u het borduurpatroon op een
andere plek wilt borduren, kunt u de stof laten weergeven,
voordat u met borduren begint.
De stof weergeven terwijl u de
borduurpositie uitlijnt
De stof die in het borduurraam is gespannen kan op het LCDscherm worden weergegeven, zodat u de borduurpositie kunt
uitlijnen.
U kunt deze functie gebruiken via het
patroonbewerkingsscherm en het borduurinstellingenscherm.
• Bij het installeren van borduurraamhouder D en E,
het pet- en het cilinderframe kunt u de ingebouwde
camera niet gebruiken om de borduurpositie uit te
lijnen.
• Meer bijzonderheden over het gebruik van stof
dikker dan 2 mm (5/64 inch) vindt u op “Het
patroon plaatsen op dikke stof” op pagina 74.
Span de stof in het borduurraam en bevestig het
a
borduurraam vervolgens aan de machine.
Selecteer het patroon.
b
• Controleer of [Stofdikte controleren] is ingesteld op
[OFF] wanneer u werkt met lichte tot middelzware
stof. (pagina 74)
Geef vooraf de juiste beeldinstellingen op. (pagina 73)
c
• U bereikt betere scanresultaten als de instellingen
juist zijn.
72
Page 75
BORDUURBEGINSELEN
Memo
Memo
Memo
Tik op op het patroonbewerkingsscherm.
d
Wanneer er wordt weergegeven dat het scannen kan
e
beginnen, tikt u op .
→ Het borduurraam wordt verplaatst zodat de stof kan
worden gescand.
Wanneer de stof als achtergrond voor het patroon
f
wordt weergegeven, kunt u het patroon zo nodig
bewerken.
Druk op .
i
Tik op en druk vervolgens op de “Start/
j
Stop”-toets om te beginnen met borduren.
→ Wanneer het borduurwerk is voltooid, wordt de stof
niet meer op de achtergrond weergegeven.
■ Gescande afbeeldingen en camerabeelden
verbeteren
De machinesoftware past afbeeldingen aan
overeenkomstig de instelling voor de
aanschuiftafelinstallatie.
U moet de instelling voor de aanschuiftafelinstallatie
selecteren, voordat u de stof scant om weer te geven als
achtergrondafbeelding voor een patroon of u de
ingebouwde camera gebruikt om een camerabeeld van de
stof weer te geven.
Aanschuiftafelinstallatie-instelling
Wanneer er geen aanschuiftafel is
bevestigd aan de machine
Wanneer het meegeleverde grote
werkblad is bevestigd aan de machine
[Geen
aanschuiftafel]
[Groot werkblad]
2
Lijn het patroon met uit met de gewenste
g
borduurpositie.
• Druk zo nodig op om een voorbeeld weer te
geven zodat u de positie van het patroon kunt
controleren.
• U kunt de achtergrond weergeven/verbergen door
op te tikken op het borduurinstellingenscherm.
Wanneer het optionele vrije arm
verlengstuk is bevestigd aan de
machine
Tik op en vervolgens op .
a
→ Het borduurinstellingenscherm wordt weergegeven.
Vind [Bevestigde aanschuiftafel].
b
Tik op of op om de instelling voor de
c
aanschuiftafelinstallatie te selecteren.
• U bereikt betere camerabeelden en scanresultaten
als de instellingen juist zijn.
• Wanneer u in Mijn Design Center scant met een
scanraam, hoeft u geen instelling te selecteren voor
[Bevestigde aanschuiftafel].
• Gebruik het grote werkblad wanneer u het
optionele magneet frame, randborduurraam,
quiltraam, plat borduurraam of jumboraam
gebruikt.
[Vrije arm
verlengstuk]
Tik op om het borduurinstellingenscherm weer
h
te geven.
• U kunt het patroon ook uitlijnen in het
borduurinstellingenscherm.
• Tik op op het borduurinstellingenscherm om
de achtergrondafbeelding op te slaan op een USB-
medium.
73
Page 76
■ De stof weergeven op de achtergrond
1
2
3
4
VOORZICHTIG
U kunt opgeven of de stof al dan niet wordt weergegeven
op de achtergrond. Bovendien kunt u [Standaard] of [Fijn]
selecteren als kwaliteit van de achtergrondafbeelding.
1 Gebruik de instelling [ON] als u wilt dat de stof op de
achtergrond blijft weergegeven.
2 Met de instelling [OFF] wordt de achtergrond niet meer
weergegeven.
3 Selecteer de kwaliteit van de achtergrondafbeelding.
4 Verwijder de achtergrondafbeelding volledig.
■ Het patroon plaatsen op dikke stof
Wanneer u het patroon plaatst op een stof dikker dan
2 mm (5/64 inch), wordt de stof mogelijk niet juist
gedetecteerd. Voor een juiste detectie van de stof moet
eerst de dikte ervan worden gemeten.
Span de stof in het borduurraam en bevestig het
a
borduurraam vervolgens aan de machine.
Selecteer het patroon.
b
Druk op .
c
→ Het borduurinstellingenscherm wordt weergegeven.
Plak de borduurpositiesticker op de stof binnen het
i
gebied dat wordt aangegeven met het rode kader in het
LCD-scherm en druk op .
Wanneer de volgende melding verschijnt, verwijdert u
j
de borduurpositiesticker en drukt u op .
→ De borduurpositiesticker op de stof wordt
gedetecteerd en vervolgens wordt het borduurraam
verplaatst.
Ga door met stap f op pagina 73 om het patroon uit
k
te lijnen met de gewenste borduurpositie.
Vind [Stofdikte controleren] op de instellingenpagina's.
d
Selecteer [ON] om de instelling te activeren.
e
Druk hierop om terug te keren naar het vorige
f
scherm.
Druk op .
g
Wanneer er wordt weergegeven dat de machine
h
beweegt, tikt u op .
• Gebruik stof met een dikte van minder dan 2 mm
(ca. 5/64 inch). Bij stof met een dikte van meer dan
2 mm (ca. 5/64 inch) kan de naald breken.
74
Page 77
Werken met de ingebouwde camera
Opmerking
1 Borduurgebied
2 Formaat
borduurpatroon
3 Markering met
kleermakerskrijt
Memo
Wanneer u
selecteert
Wanneer u
selecteert
Het masker is gebaseerd
op het patroon nadat het
is geroteerd. Als er
meerdere patronen zijn,
wordt het masker rondom
alle patronen gecreëerd.
Aangezien het masker is
gebaseerd op het patroon
voordat het is geroteerd, is
deze methode nuttig
wanneer u borduurt op een
plaats waar het patroon
niet eenvoudig kan worden
uitgelijnd. Als er meerdere
patronen zijn, kunt u een
patroon selecteren als
referentie voor de
borduurbeginpositie.
1
Met de camera die is ingebouwd in deze machine kunt u
gemakkelijk de borduurpositie uitlijnen. Dit is nuttig voor
patronen die u in een bepaalde positie moet borduren, zoals u
hieronder ziet.
Markeer de gewenste borduurpositie met
a
kleermakerskrijt.
BORDUURBEGINSELEN
Druk op in het borduurinstellingenscherm.
e
Selecteer .
f
2
1 Markering met
Plaats de stof in de ring.
b
• Wanneer u de stof in het borduurraam plaatst,
controleer dan of het borduurpatroon past in het
borduurvlak van het borduurraam dat u gebruikt.
kleermakerskrijt
• Hieronder vindt u de verschillende methoden
beschreven voor de rotatie van een patroon en de
uitlijning van de positie ervan terwijl u de afbeelding
op de camera controleert.
a
1 Maskeromtrek van patroon
a
Selecteer het patroon.
c
Tik op om het borduurinstellingenscherm weer
d
te geven.
Tik op om de beginpositie links onder aan het
g
patroon te plaatsen.
1 Als er meerdere patronen zijn, kunt u een patroon
selecteren als referentie voor de borduurbeginpositie.
Druk op .
h
Geef vooraf de juiste beeldinstellingen op. (pagina 73)
i
• U bereikt betere camerabeelden als de instellingen
juist zijn.
Druk op .
j
75
Page 78
Druk op de plaatsingstoetsen om het borduurraam te
Memo
1
2
1
3
4
2
k
verplaatsen totdat de krijtmarkering op de stof wordt
weergegeven in de cameraweergave.
Druk op de toetsen voor de verplaatsingssnelheid van
het borduurraam om de gewenste snelheid te
selecteren.
• Druk op om de helderheid van het camerabeeld
te wijzigen. U kunt de borduurpositie gemakkelijker
controleren als u de afbeelding donker maakt ()
op lichtere stoffen, of lichter () op donkerder
stoffen.
Druk op en pas de stand van het patroon aan
m
totdat het patroon parallel is met de markering die met
kleermakerskrijt op de stof is aangebracht.
• Druk op de plaatsingstoetsen om het borduurraam te
verplaatsen totdat het patroon in de cameraweergave
is uitgelijnd met de markering die met
kleermakerskrijt is aangebracht op de stof.
• Als er meerdere patronen zijn, worden alle patronen
geroteerd, niet alleen het patroon dat als referentie
wordt gebruikt voor de borduurbeginpositie.
Druk hierop om terug te keren naar het vorige
n
scherm.
Druk op .
o
Tik op en druk vervolgens op de “Start/
p
Stop”-toets om te beginnen met borduren.
1 Naaldpositie
2 Markering op de stof, aangebracht met kleermakerskrijt
3 Telkens wanneer u deze toets drukt, verandert de
helderheid van het camerabeeld.
4 Sla het camerabeeld op het externe apparaat op.
• Druk op om de borduurpositie te controleren.
• Druk op om de cameraweergave te vergroten.
Door de cameraweergave te vergroten kunt u het
punt links onder aan het patroon goed benaderen
door het borduurraam telkens een stukje te
verplaatsen. Voor meer bijzonderheden zie “Het
camerabeeld vergroten” op pagina 76.
■ Het camerabeeld vergroten
Druk op .
a
76
Page 79
Het camerabeeld wordt uitvergroot weergegeven.
1
2
3
3
2
1
Memo
b
• U kunt de weergave-instellingen wijzigen die zijn
opgegeven in de normale camerabeeldweergave.
1 Sla het camerabeeld op het externe apparaat op.
2 Zet de markering van de naaldpositie aan of uit.
3 Telkens wanneer u deze toets drukt, verandert de
helderheid van het camerabeeld.
Druk op , of op om de toetsen weer te
c
geven voor het opgeven van de beginpositie, het
roteren van het patroon of het verplaatsen van het
borduurraamhouder.
BORDUURBEGINSELEN
• Wanneer u op tikt, kunt u de cameramodus
wijzigen. Meer bijzonderheden vindt u in “Memo” in
stap f van “Werken met de ingebouwde camera”
op pagina 75.
Druk op om terug te keren naar het camerabeeld
d
op normale grootte.
2
1 Pas de borduurpositie aan door het borduurraam te
verplaatsen.
2 Draai het patroon. Als er meerdere patronen zijn, worden
alle patronen geroteerd, niet alleen het patroon dat als
referentie wordt gebruikt voor de borduurbeginpositie.
3 Geef de beginpositie voor het borduren aan.
• Wanneer u deze toetspanelen gebruikt in het vergrote
camerabeeld, zijn de panelen onzichtbaar om het
patroon en het camerabeeld duidelijk weer te geven.
77
Page 80
Memo
• U kunt de drie toetspanelen verplaatsen om het
Opmerking
Opmerking
patroon goed te bekijken.
Druk midden op de bovenkant van een toetspaneel
om te zien waarheen u het paneel kunt verplaatsen.
Druk op de gewenste locatie om het geselecteerde
toetspaneel te verplaatsen.
Werken met de meegeleverde
borduurpositiesticker
Met de ingebouwde camera en de meegeleverde
borduurpositiestickers kunt u de borduurpositie gemakkelijk
uitlijnen.
Bevestig een borduurpositiesticker op de gewenste
a
borduurpositie op de stof. Lijn het midden van de grote
cirkel in de borduurpositiesticker uit met het midden
van het borduurpatroon.
1 Borduurpositiesticker
2 Midden van het borduurpatroon
3 Borduurgebied
• Wanneer u de stof in het borduurraam plaatst,
controleer dan of het borduurpatroon past in het
borduurvlak van het borduurraam dat u gebruikt.
Mogelijke locaties waarheen u het paneel kunt
verplaatsen worden grijs weergegeven.
Het toetspaneel wordt verplaatst naar de
geselecteerde locatie.
Druk hierop om terug te keren naar het vorige
e
scherm.
• Wanneer u met de camera de borduurpositie uitlijnt
op dikke stof, gebruikt u de sensor voor dikke stof
volgens de beschrijving in “Het patroon plaatsen
op dikke stof” op pagina 74.
• Afhankelijk van de gebruikte stofsoort kan het
voorkomen dat borduurpositiesticker niet
gemakkelijk verwijderd kan worden. Voordat u de
borduurpositiesticker bevestigt, controleert u op
een restje van dezelfde stof hoe gemakkelijk de
sticker te verwijderen is.
In het borduurinstellingenscherm drukt u op .
b
Wanneer er wordt weergegeven dat de oorspronkelijke
c
positie en hoek kunnen worden hersteld, tikt u op
.
78
Page 81
BORDUURBEGINSELEN
Opmerking
Memo
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Selecteer vanuit de referentiepunten op het scherm het
d
punt dat u wilt gebruiken om het ontwerp te plaatsen.
• Als de vier hoeken van de sticker niet stevig zijn
bevestigd aan de stof, kan de ingebouwde camera
de borduurpositiesticker mogelijk niet detecteren.
Bevestig de sticker stevig op de stof met tape of
neem een nieuwe sticker.
Druk op .
e
Verwijder de borduurpositiesticker van de stof.
h
Druk op .
i
• Als er wordt weergegeven dat de
borduurpositiesticker niet is herkend, tik dan op
, verwijder de borduurpositiesticker en
bevestig deze binnen het borduurgebied. Druk
vervolgens opnieuw op .
Druk op .
j
Tik op en druk vervolgens op de “Start/
k
Stop”-toets om te beginnen met borduren.
2
Wanneer de volgende melding verschijnt, drukt u op
f
→ De ingebouwde camera detecteert automatisch de
Wanneer de ingebouwde camera de locatie van de
g
borduurpositiesticker heeft gedetecteerd, wordt er
weergegeven dat de borduurpositiesticker kan worden
verwijderd.
.
borduurpositiesticker. Vervolgens wordt het
borduurraam verplaatst, zodat het referentiepunt
wordt uitgelijnd met het midden van de grote cirkel
op de borduurpositiesticker.
• U kunt op tikken om te bevestigen dat de
borduurpositie goed is uitgelijnd voordat u de
borduurpositiesticker verwijdert.
• Wanneer u alle meegeleverde
borduurpositiestickers hebt gebruikt, kunt u los
nieuwe kopen. Wanneer u nieuwe koopt, zoek dan
in “Optionele accessoires” op pagina 14 de
onderdeelcode op en neem contact op met uw
dichtstbijzijnde erkende Brother-dealer.
Het borduurpatroon controleren
De borduurarm verplaatst zich en de patroonpositie wordt
weergegeven. Let goed op het borduurraam zodat het patroon
op de juiste plaats wordt geborduurd.
• Als u een groot project borduurt, zoals een jasje of
gordijnen, wordt het borduren mogelijk
onderbroken doordat de niet-gebruikte
borduurvoet blijft haken aan de stof buiten het
ontwerpgebied. Probeer het ontwerp zo dicht
mogelijk bij het midden van het borduurraam te
borduren. Gebruik naaldstang 3 t/m 7. (Meer
bijzonderheden over het selecteren van de
naaldstang vindt u in pagina 57 of pagina 59.)
Tik op .
- Druk op om de afbeelding dichterbij te
halen.
- Druk opnieuw op om terug te keren naar het
vorige scherm.
79
Page 82
→ De borduurvoet komt omlaag en het borduurraam
Opmerking
wordt verplaatst om het borduurgebied te tonen.
Bekijk de bewegingen van het borduurraam en
controleer of het patroon op de gewenste plaats wordt
geborduurd en of het borduurraam de borduurvoet niet
raakt.
■ Tijdelijk stoppen om het gebied te controleren
Het borduurraam kan tijdelijk worden gestopt op een
gewenste positie en ook het controleren van het
borduurgebied kan worden gestopt.
Als het borduurraam de gewenste positie heeft bereikt,
a
drukt u opnieuw op .
→ Het borduurraam stopt en er wordt u gevraagd of u
wilt doorgaan met de proef.
Als u wilt dat het borduurraam verdergaat, drukt u op
b
wilt stoppen, drukt u op .
. Als u het controleren van het borduurgebied
Druk op de pijltoetsen in het
b
borduurinstellingenscherm en verplaats het
borduurraam zodat de naaldpositie zich in het midden
van het gebied bevindt waar u wilt borduren.
• Met een USB-muis, uw vinger of de aanraakstift sleept
u het patroon naar een andere plek.
• Bij het opgeven van het beginpunt van het
borduurwerk, stelt u de naaldpositie af op het punt
dat wordt aangegeven als het begin van het
borduurwerk. (Zie pagina 126 voor informatie over
het instellen van het begin- en eindpunt.)
■ De naaldstang ontgrendelen
Geef het borduurscherm weer en druk op de toets voor
a
een andere naaldstang dan degene die is vergrendeld.
■ De borduurpositie zoeken
Door de naaldstang te vergrendelen (waarbij de naald en
de borduurvoet naar beneden staan en zijn vastgezet), kan
de naaldpositie eenvoudig worden gecontroleerd.
Plaats de inbussleutel in het gat in de naaldklem om de
a
naaldstang langzaam naar beneden te laten komen
totdat deze stopt en in de vergrendelpositie klikt.
• Zorg dat de naald niet beneden de
vergrendelpositie en op de stof komt.
→ De naald en de borduurvoet worden in de
benedenstand vergrendeld.
→ De naaldstang is ontgrendeld, en keert terug naar de
oorspronkelijke stand.
80
Page 83
BOVENDRAAD INRIJGEN
Memo
2
1
4
3
56
7
Opmerking
1
2
5
3
7
4
6
8
Controleer het borduurscherm op informatie over welke
naaldstangen met welke opgegeven kleuren draad moeten
worden ingeregen en rijg vervolgens de bovendraden in.
De naaldstangen en draadkleuren controleren
BORDUURBEGINSELEN
De draad met de kleurnaam die onder ieder
naaldstangnummer wordt weergegeven, moet op die
naaldstang worden ingeregen.
Druk op .
a
→ De huidige toegewezen kleuren worden opgeslagen
in het geheugen van de machine en het scherm
waarop wordt aangegeven dat de klossen moeten
worden verwisseld, wordt verkleind tot .
In het borduurinstellingenscherm drukt u op om het
borduurscherm weer te geven; Er wordt een scherm weergegeven
waarop wordt aangegeven dat de klossen moeten worden
verwisseld als u de draadkleuren van het vorige borduurproject
niet gebruikt. Als u [Handmatige kleurvolgorde] hebt ingesteld op
[ON] op het instellingenscherm, wordt de melding niet
weergegeven, ook al moeten de draadklossen worden verwisseld.
(Zie “DRAADKLEUREN SELECTEREN/BEHEREN VOOR ELKE
NAALDSTANG [Handmatige kleurvolgorde]” op pagina 58.)
Borduurscherm (Meer bijzonderheden over het scherm vindt
u in pagina 89.)
• Naast het controleren van de kleuren draad kunt u
informatie over het aantal steken en de borduurtijd
bekijken en diverse borduurinstellingen opgeven op
het borduurscherm.
2
1
Informatie over de draad voor de eerste t/m tiende naaldstang
2 Als geen naam van de kleur draad wordt weergegeven,
wordt die naaldstang niet gebruikt.
Als in een eerder geborduurd ontwerp een draadkleur
was toegekend aan de naaldstang, toont de naaldstang
die eerder toegekende kleur.
3 Het scherm waarop wordt aangegeven dat de klossen
moeten worden verwisseld. (pagina 92)
Deze melding verschijnt wanneer de draadklossen
moeten worden verwisseld.
•
De draadklossen voor naaldstangen waarvan de
toetsen geen grijze achtergrond hebben, moeten
worden verwisseld. Wanneer u op de automatische
naaldinrijgknop drukt, worden de naaldstangtoetsen
weergeven met een grijze achtergrond.
4 Verklein het scherm waarop wordt aangegeven dat de
klossen moeten worden verwisseld tot .
5 Kleur draad
6 Naaldstangnummer
7 Naam of nummer van de draadkleur
Als het draadkleurnummer [#123] is geselecteerd op het
instellingenscherm, wordt ook het garenmerk
weergegeven. (pagina 123)
1 De voortgang van het borduren wordt aangegeven met
de rode markering op de balk. Druk op om (op de
indicator) alleen de draadkleur weer te geven die wordt
geborduurd.
2 Geeft het aantal draadkleurwisselingen aan, het aantal
steken, de borduurtijd en de tijdsduur totdat de machine
stopt.
3 Geeft de draadkleuren aan, de borduurvolgorde en het
nummer van de naaldstang die is toegekend aan de
draadkleuren. Naast de draadkleur die wordt
geborduurd verschijnt een rood driehoekje. En het vakje
wordt grijs wanneer het borduren is voltooid.
4 Druk op en op om de borduurvolgorde en de
naaldstang te bekijken voor draadkleuren die u niet kunt
zien op het scherm.
5 Keert terug naar het borduurinstellingenscherm.
6 Wanneer u de machine wilt starten of draden wilt
knippen, tikt u op deze toets om de machine te
ontgrendelen. Druk vervolgens op de “Start/Stop”-toets
of draadafknip-toets.
7 Tik op een toets om de geselecteerde naaldstang te
verplaatsen naar de borduurpositie. Doe dit wanneer de
naald wordt ingeregen met behulp van het automatische
naaldinrijgmechanisme.
8 Geeft het scherm weer waarop wordt aangegeven dat de
klossen moeten worden verwisseld.
• De beschikbare toetsen zijn niet dezelfde als u
[Handmatige kleurvolgorde] instelt op [ON] op het
instellingenscherm. (pagina 58)
81
Page 84
VOORZICHTIG
• Wanneer u op het borduurscherm op
VOORZICHTIG
Opmerking
Memo
(ontgrendelingstoets) tikt, gaat de “Start/
Stop”-toets groen knipperen en kan de
machine beginnen met borduren. Zorg dat de
machine niet per ongeluk wordt gestart als de
bovendraad of de naald wordt ingeregen. Dit
kan letsel veroorzaken.
Plaats op de klospen een klos met de draadkleur die is
a
opgegeven voor de betreffende naaldstang.
Bovendraad inrijgen
Gebruik machineborduurdraad om de naaldstangen op
volgorde in te rijgen, te beginnen bij naaldstang 1.
• Volg voor het inrijgen van de bovendraad de
instructies zorgvuldig op. Als de bovendraad
niet correct wordt ingeregen, kan de draad
breken of verward raken. Hierdoor kan de
naald verbuigen of breken.
• Aanbevolen wordt het gebruik van
machineborduurdraad van rayon of polyester (120
den x 2 / 135 dtex x 2 / gewicht van 40 (in VS en
Europa) / #50 (in Japan)).
• Bepaalde typen draad kunnen breken of hebben
niet de juiste spanning. Verwissel dan de draad.
• De manier van inrijgen van de draad is op de
machine met een lijn aangegeven. Zorg dat u de
draad inrijgt zoals aangegeven.
• Plaats het meegeleverde klosnetje over de klos als u
metallic draad of een andere sterke draad gebruikt.
Als het klosnetje te lang is, vouwt u dit eenmaal
voordat u het over de klos plaatst, zodat het even
groot is als de klos.
Wanneer u het klosnetje gebruikt, is het wellicht
nodig dat u de draadspanning aanpast.
1 Klosnetje
2 Draad
• Controleer of de klossenstandaard geheel open is.
• Wanneer u kleine draadklossen gebruikt, plaatst u de
meegeleverde klosmat op de klospen voordat u de
spoel op de pen plaatst.
• Plaats de draad midden in de klossenstandaard, zodat
de draad goed van de klos afwikkelt, en niet verward
raakt rond de klospen direct onder de draadklos.
82
• Gebruik een kloshouder op alle draadklossen die
korter zijn dan de hoogte van de klospen.
1 Klosmat
2 Kleine klos
3 Kloshouder
Page 85
BORDUURBEGINSELEN
Opmerking
De nummers geven het inrijgpad aan voor elk van de
genummerde naaldstangen. Zorg dat de naaldstangen correct
worden ingeregen.
Leid de draad van een gespecificeerde kleur door de
b
gaten in de draadgeleider. Let op dat de draadkleur
overeenkomt met de betreffende naaldstang.
Leid de draad van klospen 1, 3, 5, 6, 8 en 10 door de
gaten in beide draadgeleiders A en B.
Leid de draad van klospen 2, 4, 7 en 9 alleen door het
gat in draadgeleider B.
Leid de draad door het gat (met het betreffende
c
naaldstangnummer) in draadgeleider C en vervolgens
door het overeenkomstige gat in draadgeleider D.
Als voorbeeld laten we het inrijgen van klospen 1 zien.
1 Draadgeleider C
2 Draadspanningshendel
3 Gaten in draadgeleider C
4 Draadgeleider D
2
1 Draadgeleider A (Er zitten 6 gaten in deze draadgeleider)
2 Draadgeleider B (Er zitten 10 gaten in deze
draadgeleider)
• Voordat u begint met inrijgen, schuift u de
draadspanningshendel naar links zodat de gaten in
draadgeleider C geheel open staan.
Leid de draad door het gat in bovendraadgeleider 1 en
d
trek de draad naar u toe.
1 Gat in bovendraadgeleider
83
Page 86
Houd de draad met beide handen vast en leid deze van
Opmerking
a
e
rechts onder de geleiderplaat door.
1 Bovendraadgeleiderplaat
Wikkel de draad met de klok mee eenmaal rond
f
draadspanningsschijf 1.
(stap f t/m g) kan afwijken afhankelijk van het
klosnummer. Door de draad door de
draadgeleiderpennen te halen voorkomt u dat de
draad verward raakt. Volg het pad dat is aangegeven
op de machine.
Leid de draad langs opening 1 om deze van rechts naar
h
links door het gat in ophaalhendel 1 te halen.
1 Draadspanningsschijf
2 Leid de draad met de klok mee op deze plek op de
spanningsschijven.
• Controleer of de draad stevig in de
draadspanningsschijven zit.
• De draad loopt door alle draadspanningsschijven
met de klok mee.
Leid de draad langs het draadpad en rond de juiste
g
draadgeleiderpennen zoals aangegeven op de machine.
Leid de draad vervolgens vanaf rechts onder de
middelste draadgeleiderplaat 1.
1 Draadophaalhendel
Leid de draad door de opening in de draadgeleider en
i
vervolgens door het gat in de onderste draadgeleider 1.
1 Gat in lage draadgeleider
1 Draadgeleiderpen
2 Middelste draadgeleider
• Het pad van de bovendraadgeleider rond de
84
draadspanningsschijf naar de middelste draadgeleider
Page 87
BORDUURBEGINSELEN
Opmerking
VOORZICHTIG
Opmerking
Opmerking
Memo
Gebruik de meegeleverde naaldinrijger om de draad
j
door de draadgeleider van naaldstang 1 te leiden.
1 Draadgeleider van naaldstang
2 Inrijger
De naald inrijgen
Gebruik het automatische naaldinrijgmechanisme om de
naald van een draad te voorzien.
• Het automatische naaldinrijgmechanisme kan een
naald in de borduurpositie inrijgen. Zorg dat de
naaldstang die u wilt inrijgen, zich in de
borduurpositie bevindt wanneer dit mechanisme
wordt gebruikt, anders functioneert het
naaldinrijgmechanisme niet bij de juiste naald. Als
de naaldstang zich niet in de borduurpositie
bevindt, verplaatst u deze daar naartoe. (pagina 86)
Trek ongeveer 150 mm (6 inch) draad los. Zoals
b
aangegeven in de illustratie leidt u de draad vanaf
rechts onder de vork van het automatisch
naaldinrijgmechanisme. Vervolgens pakt u de draad
met het draadhaakje die door het oog van de naald
gaat.
1 Draadhaakje
2 Vork
• Terwijl de draad met het haakje wordt opgepakt,
zorgt u dat de draad niet los raakt.
Leid de draad onder de geleider op de borduurvoet.
c
1
Geleider op
borduurvoet
2 Nok in geleider op
borduurvoet
• Controleer of de draad goed door de nok in de
geleider op de borduurvoet gaat.
2
Druk op de automatische naaldinrijgknop.
a
→ Het haakje van het automatische
naaldinrijgmechanisme gaat door het oog van naald.
• Als de naald niet volledig is ingebracht, gaat
het draadhaakje van het automatische
naaldinrijgmechanisme niet door het oog van
de naald tijdens het automatisch inrijgen. Het
draadhaakje kan dan verbuigen of de naald
kan mogelijk niet worden ingeregen.
•
Als het draadhaakje van het automatische
inrijgmechanisme verbogen of beschadigd is, neemt
u contact op met een erkende Brother-dealer.
•
Draai niet aan het handwiel terwijl het
draadhaakje van het automatische
naaldinrijgmechanisme door het oog van de naald
gaat. Het automatische naaldinrijgmechanisme
kan beschadigd raken. Als u aan het handwiel
draait, keert het automatische
naaldinrijgmechanisme terug naar de initiële
positie om beschadiging te voorkomen.
Leid de draad goed door de groef in de draadafsnijder
d
en trek zachtjes aan de draad om deze af te snijden.
1 Groef in de
draadafsnijder
• Als de draad niet goed door de groef in de
draadafsnijder is geleid, verschijnt de melding
[Wisserfout.] en kunt u de naald niet inrijgen. Let op
dat u de draad veilig door de groef leidt.
• Als niet genoeg draad is losgetrokken, kan de
draad niet door de draadafsnijder worden geleid.
• De trekker is het mechanisme waarmee de draad
naar achteren wordt getrokken bij gebruik van de
naaldinrijger en bij het afknippen van de draad
tijdens het borduren.
85
Page 88
Druk op de automatische naaldinrijgknop.
Opmerking
a
b
Memo
Memo
e
1 Automatisch naaldinrijgmechanisme
2 Draadwisser
• De naaldinrijger verplaatst zich naar achteren, van de
naald af. De draad wordt door het oog geleid.
• De draadwisser komt naar buiten en pakt de draad
tussen de naald en de naaldinrijger.
• De naaldinrijger keert terug naar de oorspronkelijke
beginpositie.
Het inrijgen van de bovendraad voor naaldstang 1 is
klaar.
Rijg de overige naaldstangen op dezelfde wijze in.
■
Geselecteerde naaldstang verplaatsen en inrijgen
U kunt op elk moment een geselecteerde naaldstang
verplaatsen naar de borduurpositie en inrijgen.
Druk op .
a
→ Het naaldstangverplaatsingsscherm verschijnt.
• Als u op het borduurscherm op het nummer van de
in te rijgen naaldstang tikt, wordt de naaldstang
verplaatst naar de borduurpositie.
• Als de naaldstang die moet worden ingeregen niet
naar de borduurpositie is verplaatst, kan de naald
niet worden ingeregen met het automatische
naaldinrijgmechanisme.
Voer voor de overige naaldstangen de volgende
handeling uit om de naaldstang naar de
borduurpositie te verplaatsen voordat u de naald
inrijgt.
• Als de draad niet strak staat, kan deze losraken uit
de draadspanningsschijf. Controleer nadat het
inrijgen van de bovendraden is voltooid of de draad
door de draadspanningsschijf loopt. (Stap
pagina 84)
Wanneer u klaar bent met het inrijgen van alle
f
bovendraden, schuif dan draadspanningshendel voor
draadgeleider C naar rechts. Zo sluit u de gaten in de
draadgeleider.
• Wanneer u borduurt met de gaten in draadgeleider C
geheel open, kan de draad verward raken of breken.
f op
Druk op de toets voor de naaldstang die u wilt
b
verplaatsen of inrijgen.
→ De geselecteerde naaldstang wordt verplaatst naar de
borduurpositie.
Druk op de automatische naaldinrijgknop terwijl het
c
naaldstangverplaatsingsscherm wordt weergegeven.
Druk hierop om terug te keren naar het vorige
d
scherm.
• In het borduurscherm verschijnt een blauw kader
rond de informatie over de draad van de
geselecteerde naaldstang.
1 Draadspanningshendel
2 Gaten in draadgeleider C
86
•
Wanneer u een van de bovendraadkleuren wisselt, kunt u
eenvoudig opnieuw inrijgen door de draad die nu wordt
gebruikt, af te knippen tussen de klos en de draadgeleider
boven de spoel. Plaats de nieuwe klos op de klospen en
knoop het uiteinde van de nieuwe draad aan de oude draad
vast. Trek vervolgens de draad door de naald (pagina 92).
Page 89
BORDUURWERK UITVOEREN
VOORZICHTIG
Opmerking
1
2
De machine is nu klaar om te gaan borduren.
Wanneer de machine begint te borduren, gaat de
borduurvoet automatisch omlaag, de nodige handelingen
voor het afknippen van draden bij het begin en na afloop
van het borduren worden uitgevoerd, de draden worden
gewisseld terwijl het patroon wordt geborduurd en de
machine stopt als het patroon klaar is.
• Uit veiligheidsoverwegingen moet u de
machine niet onbeheerd achterlaten tijdens
het borduren.
• Let goed op de plaats van de naald wanneer de
machine in werking is. Houd uw handen uit de
buurt van bewegende onderdelen, zoals de
naald, de naaldstanghouder, de
draadophaalhendel en de borduurarm, om
letsel te voorkomen.
• Wanneer overlappende steken worden
gemaakt, kan de naald moeilijk door de stof
komen, wat kan leiden tot het verbuigen of
breken van de naald.
BORDUURBEGINSELEN
Druk op de “Start/Stop”-toets.
b
Druk op de “Start/Stop”-toets terwijl deze groen
knippert. Als de “Start/Stop”-toets weer rood oplicht,
herhaalt u deze procedure vanaf stap
→ De “Start/Stop”-toets licht groen op en de machine
begint de eerste kleur te borduren.
1
De draadkleur voor de naaldstang die momenteel in gebruik is
om te borduren, of binnenkort gebruikt zal worden, verschijnt
boven in het draadkleurvolgordescherm. De overige
draadkleuren worden van boven af vermeld in de volgorde van
borduren.
2 Een blauw kader verschijnt rond de draadinformatie van
de naaldstang die momenteel is geselecteerd.
•
Terwijl de machine borduurt, wordt in het
patroonweergavegebied het gedeelte dat wordt
geborduurd, aangegeven met een groen kruisje. Bovendien
worden de tijd en het aantal steken bijgehouden.
a.
2
Beginnen met borduren
• Zorg dat er zich geen voorwerpen binnen het
bereik van het borduurraam bevinden. Als het
borduurraam een ander voorwerp raakt, kan het
patroon scheeftrekken.
• Zorg dat bij het borduren van grote stukken stof
deze niet vast komt te zitten in de borduurarm.
Tik op om de machine te ontgrendelen.
a
→ De “Start/Stop”-toets gaat van rood opgelicht
(vergrendelde machine) naar groen knipperen
(ontgrendelde machine) en de machine is klaar om te
gaan borduren.
• Als u niet binnen 10 seconden na het ontgrendelen
van de machine op de “Start/Stop”-toets drukt, wordt
deze opnieuw vergrendeld.
Nadat het borduren van de eerste kleur is voltooid,
c
stopt de machine automatisch en wordt de draad
afgeknipt. De naaldstanghouder beweegt naar de
positie voor de tweede kleur en het borduren van de
tweede kleur begint.
→ De draadkleurweergave op het scherm gaat naar de
tweede kleur en de informatie over de draad van de
tweede naaldstang wordt blauw omkaderd.
Dit gaat zo door tot de laatste kleur is geborduurd en
d
de machine automatisch stopt.
Het borduurinstellingenscherm wordt opnieuw weergegeven.
→
→ De “Start/Stop”-toets licht rood op.
• Het is niet nodig de draad bij het begin van en na
afloop van het borduren af te knippen.
87
Page 90
■ Tijdelijk onderbreken gedurende langere tijd
Memo
Opmerking
Memo
Memo
• Wanneer het patroon dat u borduurt 11 of meer
kleuren bevat, moet u de draadklossen
verwisselen. (pagina 91)
■ Doorgaan met borduren
Tik op om hetzelfde patroon nogmaals te borduren.
→ Het borduurscherm wordt weergegeven zodat
hetzelfde patroon nogmaals kan worden geborduurd.
Druk op om een nieuw patroon te selecteren.
→ Het patroonkeuzescherm wordt weergegeven.
• De instelling automatische stiksteken kan worden
ingesteld zodat deze worden uitgevoerd bij het
begin van het borduren, na een wisseling van
draadkleur en na het afknippen van de draad.
(pagina 71)
Het borduren stoppen
De machine kan worden gestopt tijdens het borduren.
■ Tijdelijk onderbreken
Druk op de “Start/Stop”-toets.
a
Druk op de “Start/Stop”-toets.
a
→ De machine stopt en de “Start/Stop”-toets licht rood
op.
• De draad wordt niet afgeknipt.
Tik op om de machine te ontgrendelen.
b
Druk op de draadafknip-toets.
c
→ De spoel- en bovendraad worden afgeknipt.
• Zorg dat de draden zijn afgeknipt voordat u de
machine uitzet.
Zet de hoofdschakelaar op “O” om de machine uit te
d
zetten.
→ Het scherm en de indicator van de “Start/Stop”-toets
gaan uit.
• Het borduren kan worden voortgezet nadat de
machine weer is aangezet. Ga een aantal steken
achteruit om de steken te laten overlappen.
(pagina 97)
• U kunt de machine op ieder moment laten stoppen,
zelfs terwijl deze aan het borduren is. Als de
machine wordt gestopt voor het wisselen van de
kleur draad, hoeft u niet een aantal steken terug te
gaan voordat u weer kunt doorgaan. De machine
kan zo worden ingesteld dat deze stopt wanneer
de kleur draad wordt gewisseld. (pagina 119)
■ Als de draad breekt tijdens het borduren
Als zich een probleem voordoet tijdens het borduren,
zoals het breken van de draad, stopt de machine
automatisch.
Rijg de gebroken draad opnieuw in, ga enkele steken
terug en ga verder met borduren. (pagina 93)
→
• U kunt het borduren ook stoppen door een gebied
• De draad wordt niet afgeknipt.
•
88
De machine stopt en de “Start/Stop”-toets licht rood op.
aan te raken waarin het patroon wordt weergegeven.
Als u weer wilt doorgaan met borduren, controleert u of de
bovendraad strak staat, drukt u op de ontgrendelingstoets
en vervolgens op de “Start/Stop”-toets.
• Als u tijdens het borduren op de
onderbrekingstoets tikt, stopt de machine voordat
het borduren van de volgende kleur begint.
(pagina 119)
• Voordat u gaat borduren, kan de machine zo
worden ingesteld dat deze bij elke
draadkleurwisseling stopt. (pagina 119)
Page 91
BORDUURBEGINSELEN
1
2
3
8
6
7
5
4
Het borduurscherm
Via dit scherm kunt u het totaalaantal draadkleuren, de
borduurvolgorde en de borduurtijd controleren, de
naaldstanginstellingen opgeven en het voor- of achteruit in
het borduurpatroon gaan. De beschikbare toetsen zijn niet
dezelfde wanneer [Handmatige kleurvolgorde] is ingesteld op
[ON] op het instellingenscherm. (pagina 58)
Nr.
1
2
3
Display
Toetsnaam
Voortgangsbalk
Deelweergave
Draadkleurvolg-
ordescherm
Naaldstangnummer
Schuifbalk
FunctiePagina
De voortgang van het borduren
wordt aangegeven door de rode
markering in de indicator. Druk
op om (op de indicator)
alleen de draadkleur weer te
geven die wordt geborduurd.
Geeft dat deel van het
patroon weer dat zal worden
geborduurd met de kleur
draad die als eerste op het
draadkleurvolgordescherm
wordt weergegeven.
Geeft de volgorde weer van
de draadkleurwisselingen.
Tijdens het borduren ‘verrolt’
dit scherm automatisch zodat
bovenin de kleur draad
wordt weergegeven die op
dat moment wordt gebruikt.
Geeft het naaldstangnummer
aan waaraan de kleur draad
links is toegewezen.
Het draadkleurvolgordescherm
laat de eerste zeven
draadkleuren zien. Als u de
volgorde voor de achtste en
volgende draadkleuren wilt
controleren, drukt u op of
op of op de schuifbalk.
—
—
—
—
—
Nr.
Toetsnaam
4
Kloswisselingsindicator
Terug-toets
Onderbrekingstoets
Kloswisseltoets
(Niet beschikbaar
[Handmatige
kleurvolgorde])
Tijdelijke-naald-
stanginstellingen-
5
achteruitstiktoets
borduursnelheidstoets
6
Ontgrendelingstoets
Display
in de modus
toets
Voor- en
Maximale-
FunctiePagina
Deze rodelijnindicator geeft
aan wanneer de
draadklossen moeten
worden verwisseld.
Stopt het borduren en keert
terug naar het
borduurinstellingenscherm.
Tik tijdens het borduren op
deze toets om de machine te
laten stoppen voordat deze
met de volgende kleur
begint.
Verandert de
naaldstanginstellingen vanaf
het scherm zonder de
draadklossen op de machine
te veranderen.
Maakt het mogelijk de
naaldstanginstellingen
handmatig op te geven.
Beweegt de naald voor- en
achteruit door het
borduurpatroon. Gebruik
deze toets in de volgende
situaties:
• Als de draad breekt of
opraakt tijdens het
borduren
• Als u opnieuw wilt
borduren vanaf het begin
• Als u wilt doorgaan met
borduren nadat de
machine is uitgezet
Geeft de maximale
borduursnelheid aan.
• Gebruik een lage snelheid
voor dunne, dikke of
zware stoffen.
• Gebruik een
borduursnelheid van
400 spm bij zwak draad
zoals metalliek draad.
Ontgrendelt de machine
zodat deze binnen 10
seconden kan beginnen met
borduren. Wanneer u op
deze toets tikt, gaat de “Start/
Stop”-toets groen knipperen.
91
—
2
119
57
120
93
190
87
89
Page 92
Memo
Nr.
VOORZICHTIG
Tijd totdat de
machine stopt
Borduurvolgorde
7
Naaldstangtoets
8
Draadkleurinstel-
Display
Toetsnaam
Stekenteller
Borduurtijd
lingenscherm
FunctiePagina
Geeft de tijdsduur aan totdat
de machine stopt. Wanneer
de laatste draadklos wordt
gebruikt, verschijnt de
waarde in rood.
Indien er van draadkleur
moet worden gewisseld,
wordt hier de tijd vermeld tot
aan de wisseling.
De onderste waarde geeft het
totaalaantal draadkleuren
aan in het patroon en de
bovenste waarde geeft de
kleur draad aan die op dit
moment wordt geborduurd.
De onderste waarde geeft het
totaalaantal steken aan in het
patroon en de bovenste
waarde geeft aan hoeveel
steken er al zijn geborduurd.
De onderste waarde geeft
aan hoeveel tijd er nodig is
om het patroon te borduren
en de bovenste waarde geeft
aan hoeveel borduurtijd er al
verstreken is.
Verplaatst de
naaldstangpositie naar het
geselecteerde
naaldstangnummer. Doe dit
wanneer de naald wordt
ingeregen met behulp van
het automatische
naaldinrijgmechanisme.
Geeft de kleur en de
kleurnaam (nummer) weer
van de draad op de
naaldstang die wordt
aangegeven op de toets.
Voorzie de machine van
draden zoals aangegeven.
91
—
—
—
—
81
HET BORDUURRAAM
VERWIJDEREN
• Zorg dat de “Start/Stop”-toets rood oplicht
wanneer u het borduurraam verwijdert. Als de
“Start/Stop”-toets groen knippert, kan de
machine beginnen met borduren. Als de
machine per ongeluk begint te werken, kan dit
letsel veroorzaken.
• Wanneer u het borduurraam verwijdert, mag
het borduurraam geen andere delen van de
machine raken.
• Oefen niet te veel kracht uit bij het optillen
van de borduurraamhouder, anders kan deze
beschadigen.
Pak met beide handen de linker- en rechterarmen van
a
de borduurraamhouder vast en til het borduurraam
vervolgens iets op.
De pennen op de armen van de borduurraamhouder
komen uit de gaten aan de zijkanten van het
borduurraam.
• De nummers van de kleuren draad in het scherm
met de draadkleurvolgorde en het
draadkleurinstellingenscherm kunnen worden
gewijzigd, bijvoorbeeld in de kleurnaam of het
nummer van draden van andere merken.
(pagina 123)
90
Trek het borduurraam naar u toe om het te
b
verwijderen.
→ Verwijder de stof uit het raam.
Page 93
BORDUURBEGINSELEN
Memo
1
1
EEN PATROON BORDUREN MET 11
OF MEER KLEUREN
Wanneer het patroon dat u borduurt, 11 of meer kleuren
bevat, moet u de draadklossen verwisselen. Tijdens het
verwisselen van de draadklossen worden hiertoe
instructies weergegeven terwijl de machine automatisch
stopt.
• Deze functie is niet beschikbaar wanneer
[Handmatige kleurvolgorde] is ingesteld op [ON] op
het instellingenscherm.
Controleren of draadklossen moeten worden
verwisseld
Wanneer u een patroon selecteert, kunt u het aantal
draadwisselingen bekijken. De kleuren draad die in het
patroon worden gebruikt, kunt u echter niet via dit scherm
controleren. Of en wanneer draadklossen moeten worden
verwisseld, kan worden gecontroleerd met de volgende
indicatoren.
■ Tijd totdat de machine stopt met borduren
Deze indicator geeft de tijdsduur aan, totdat de machine
stopt met borduren. De machine stopt wanneer een klos
moet worden verwisseld, of op grond van andere
instellingen.
Als de kloswisselingsindicator verschijnt, moet er een klos
worden verwisseld. Als de tijd wordt aangegeven in rood,
wordt de laatste kleur geborduurd voordat de machine
stopt.
■ Kloswisselingsindicator ()
De kloswisselingsindicator in het steeknavigatiescherm
geeft aan hoe vaak de draadklossen moeten worden
verwisseld en hoeveel tijd er tussen verwisselingen ligt.
Gebruik de schuifbalk aan de rechterkant van het
a
draadkleurvolgordescherm in het borduurscherm.
→ Telkens wanneer u drukt op , schuift het
draadkleurvolgordescherm naar de volgende kleur.
Nadat de laatste kleur in het scherm met de
draadkleurvolgorde is bereikt, wordt de eerste kleur
geselecteerd.
Controleer de positie van .
b
2
1 Tijd totdat de machine stopt
1 geeft aan wanneer de draadklossen
moeten worden verwisseld. De draadklossen moeten zo
vaak worden verwisseld als met deze indicator wordt
aangegeven, en wel tussen de twee kleuren draad op het
punt waar deze wordt weergegeven.
Nadat u de gewenste informatie hebt gelezen, drukt u
c
op of bovenin de schuifbalk om terug te keren naar
de eerste kleur.
91
Page 94
DE DRAADKLOSSEN VERWISSELEN
Memo
Opmerking
1
3
1
2
2
Memo
In dit gedeelte vindt u informatie over de
draadklosindicatoren naast de procedure om de klossen
gemakkelijk te verwisselen.
• Deze functie is niet beschikbaar als [Handmatige
kleurvolgorde] is ingesteld op [ON] op het
instellingenscherm.
• Als u een andere kleur draad wilt gebruiken dan is
aangegeven, drukt u op de tijdelijkenaaldstanginstellingentoets en wijzigt u vervolgens
de instelling van de kleur draad. (pagina 120)
• U kunt het aantal draadkloswisselingen beperken
door veelgebruikte kleuren draad specifiek toe te
wijzen aan bepaalde naaldstangen. (pagina 121)
Draadklossen eenvoudig verwisselen
Info over draadklosindicatoren
Wanneer de draadklos moet worden verwisseld, stopt de
machine automatisch met borduren en wordt het
onderstaande scherm weergegeven.
Daarnaast wordt, wanneer u een nieuw patroon selecteert,
het onderstaande scherm weergegeven. Verwissel de
draadklossen aan de hand van de nieuwe toewijzingen.
1 De draadklossen die moeten worden verwisseld, worden
in een andere kleur dan grijs weergegeven.
2 De draadklossen die niet moeten worden verwisseld,
worden in grijs weergegeven.
3 Verklein het scherm waarop wordt aangegeven dat de
klossen moeten worden verwisseld tot . Als u het
scherm opnieuw wilt weergeven, tikt u op .
Wanneer u de draadklossen verwisselt, moet u de bovendraad
opnieuw inrijgen. U kunt de draadklossen echter eenvoudig
verwisselen wanneer u een draadklos vervangt waarvan de
draad correct door de machine is geregen.
Snij de draad af tussen de draadklos en de
a
draadgeleider.
Verwissel de draadklos.
b
Knoop het einde van de draad van de nieuwe klos aan
c
het einde van de draad, dat over is van de vorige kleur.
92
• Tik op de naaldstangtoets om de naald naar de
juiste positie te verplaatsen om de nieuwe
draadkleur in te rijgen. (pagina 86)
• Wanneer het borduurscherm verschijnt, worden de
naaldstanginstellingen opgeslagen.
• Als de naaldstanginstellingen zijn opgeslagen en
het volgende patroon dat wordt geopend
draadkleuren bevat die overeenkomen met het
vorige patroon, krijgen dezelfde naaldstangen die
kleuren uit het vorige patroon toegewezen.
• Zie “De draadkleurinstellingen van alle eerder
genaaide ontwerpen annuleren” op pagina 57 als u
alle toegewezen kleuren op het scherm wilt wissen.
Page 95
Trek de oude draad vlak onder de
Opmerking
Opmerking
d
naaldstangdraadgeleider uit.
Blijf aan de draad trekken tot de knoop onder de naald
zit. Knip de draad voor de knoop af.
Gebruik het automatische naaldinrijgmechanisme om
e
de naald van een draad te voorzien. (pagina 85)
→ Het wisselen van de draad is voltooid.
BORDUURBEGINSELEN
AANPASSEN TIJDENS HET
BORDUREN
Als de draad breekt of de onderdraad tijdens
het borduren opraakt
Als de draad breekt of de onderdraad opraakt tijdens het
borduren, stopt de machine automatisch. Aangezien sommige
steken misschien met maar één draad zijn geborduurd, gaat u
een aantal steken terug tot voor het stoppunt alvorens verder
te gaan met borduren.
• Als [Draadsensor] is ingesteld op [OFF], stopt de
machine pas wanneer het borduren is voltooid.
Normaliter is de [Draadsensor] ingesteld op [ON].
• Ga voorzichtig te werk wanneer u achteruit of
vooruit door de steken gaat, het borduurraam
beweegt namelijk mee.
■ Als de bovendraad breekt
Rijg de bovendraad opnieuw in. (pagina 82)
a
2
• Trek de knoop niet door het oog van de naald
wanneer u de draad naar buiten trekt. Als de knoop
door het oog van de naald wordt getrokken, kan de
naald beschadigen.
Druk op .
b
→ Het steeknavigatiescherm wordt weergegeven.
Druk op om de naaldpositie te controleren op het
c
LCD-scherm.
→ De cameraweergave verschijnt.
• Druk op om de grootte van de cameraweergave
te verdubbelen.
93
Page 96
Tik op en op om terug te gaan door het
Opmerking
1
2
1
2
3
1
2
Memo
d
borduurwerk tot een punt waar al steken zijn
geborduurd.
1 Elke keer als u op deze toets drukt, gaat u een steek
terug.
2 Elke keer als u op deze toets drukt, gaat u tien steken
terug.
Terwijl u naar het vlak gaat waar uw ontwerp het laatst
werd gestikt, tikt u op of om het borduurraam
te verplaatsen. Zo kunt u het kruisje direct op de laatst
getoonde steek plaatsen.
Druk op .
e
Druk op .
f
→ Het borduurscherm wordt opnieuw weergegeven.
Tik op en druk vervolgens op de “Start/
g
Stop”-toets om verder te gaan met borduren.
■ Een steeknummer opgeven
Druk op .
a
• Het is aan te raden om over de laatste twee of drie
steken heen te borduren zodat het borduurpatroon
goed aansluit.
1 Steeklijn
2 Markering (kruisje)
3 Voortgangsbalk voor borduren
Ook kunt u het specifieke punt van de voortgangsbalk
voor borduren aanraken om de telling van het aantal
steken te verplaatsen naar het gewenste punt.
Als de naaldstang te ver is teruggegaan door het
borduurwerk, drukt u op of op om vooruit te
gaan.
Geef met de cijfertoetsen het gewenste steeknummer
b
op en druk op .
→ Het borduurraam gaat naar de opgegeven steek.
→ Wanneer u in dit scherm op drukt om de
weergave te vergroten, kunt u met de cijfertoetsen
een steeknummer opgeven.
Tik op om terug te keren naar het vorige scherm
c
en ga vervolgens door met stap
e op pagina 94.
• Druk op om het steeknummer opnieuw in te
stellen en te borduren vanaf de eerste steek.
• Om het laatste steeknummer op te geven
selecteert u de laatste draadkleur en drukt u op
.
1 Elke keer als u op deze toets drukt, gaat u een steek
2 Elke keer als u op deze toets drukt, gaat u tien steken
94
naar voren.
naar voren.
Page 97
BORDUURBEGINSELEN
Opmerking
■ Als de onderdraad breekt of opraakt
Druk op en druk vervolgens op de
a
draadafknip-toets.
→ De bovendraad wordt afgeknipt.
• Als de onderdraad breekt of opraakt, knipt u ook de
bovendraad af.
Verwijder de steken die alleen met de bovendraad zijn
b
geborduurd.
Trek aan het afgeknipte uiteinde van de bovendraad.
• Als de steken niet mooi kunnen worden verwijderd,
knipt u de draad met een schaar af.
■ Als de onderdraad opraakt, vervangt u in deze
procedure de onderdraad.
Vervang de spoel door een spoel die is omwikkeld met
c
onderdraad. (pagina 33)
• Als u het klepje voor de grijper kunt openen, vervangt
u de spoel zonder het borduurraam te verwijderen uit
de machine.
• Als de machinebodem bijvoorbeeld verborgen zit
onder een groot stuk stof, of als het klepje voor de
grijper niet kan worden geopend, verwijdert u tijdelijk
het borduurraam. (pagina 90) Bevestig het
borduurraam weer nadat u de spoel hebt vervangen.
(pagina 64)
2
Als het borduurraam is verwijderd voordat het
patroon was voltooid, controleert u de volgende
punten om te voorkomen dat het patroon scheeftrekt.
• Oefen niet te veel kracht uit op de stof in het
borduurraam, anders kan de stof los gaan zitten.
• Wanneer u het borduurraam verwijdert en opnieuw
bevestigt, moet u voorkomen dat het borduurraam
de borduurarm of de borduurvoet raakt.
Als de borduurarm wordt geraakt en beweegt, zet u
de machine uit en vervolgens weer aan. De juiste
positie van het borduurraam op het moment dat de
machine werd gestopt, wordt opgeslagen in het
geheugen van de machine. Het borduurraam wordt
vervolgens teruggeplaatst in de juiste positie.
• Wanneer het borduurraam wordt teruggeplaatst,
moet u ervoor zorgen dat de pennen op de linkeren rechterarmen van de borduurraamhouder stevig
in de gaten van de hendels op het borduurraam
zitten.
Ga terug door het borduurwerk op dezelfde manier als
d
beschreven in stap
bovendraad breekt” op pagina 93 en ga vervolgens
verder met borduren.
b tot en met g van “Als de
95
Page 98
Borduren vanaf het begin of het midden van
Opmerking
1
2
1
het patroon
Als u wilt borduren vanaf het beginpunt, bijvoorbeeld als een
proeflapje is geborduurd met verkeerde draadspanning of als
de verkeerde kleur draad is gebruikt, start het borduren dan
opnieuw met behulp van de toets vooruit en achteruit. U kunt
bovendien per kleur draad of per steek vooruit of achteruit
door het borduurwerk gaan om een eerste steek te maken
vanaf een willekeurige positie in het patroon.
• Ga voorzichtig te werk wanneer u achteruit of
vooruit door de steken gaat, het borduurraam
beweegt namelijk mee.
Druk op de “Start/Stop”-toets om de machine te
a
stoppen.
• Knip en verwijder zo nodig de geborduurde steken.
Druk op .
b
Selecteer met de schuifbalk de draadkleur en tik
d
vervolgens op , , , , , ,
en om de specifieke steek te selecteren.
• Tik op om te borduren vanaf het beginpunt.
1 Met de schuifbalk kunt u ook opgeven vanaf welke steek
het borduren moet beginnen.
2 De draadkleur boven in het scherm met de
draadkleurvolgorde is de kleur van het vlak dat
momenteel is geselecteerd.
Druk op dit gebied om op te geven vanaf welke steek het
borduren moet beginnen.
→ De naaldstanghouder beweegt en de huidige
naaldstang wordt verplaatst naar de borduurpositie.
Vervolgens wordt het borduurraam verplaatst en
wordt de huidige naaldstand aangegeven.
Druk op .
e
→ Het steeknavigatiescherm wordt weergegeven.
Druk op om de naaldpositie te controleren op het
c
LCD-scherm.
→ De cameraweergave verschijnt en het kruisje in de
cameraweergave geeft de naaldpositie aan.
Nadat u de steek hebt geselecteerd waar het borduren
f
moet beginnen, drukt u op .
→ Het borduurscherm wordt opnieuw weergegeven.
Tik op en druk vervolgens op de “Start/
g
Stop”-toets om te beginnen met borduren.
→ De machine begint op het aangegeven punt met
borduren.
■ Een steeknummer opgeven
Druk op .
a
Geef met de cijfertoetsen het gewenste steeknummer
b
op en druk op .
1 Naaldpositie
• Druk op om de grootte van de cameraweergave
96
→ Het borduurraam gaat naar de opgegeven steek.
te verdubbelen.
Page 99
BORDUURBEGINSELEN
Opmerking
21
→ Wanneer u in dit scherm op drukt om de
weergave te vergroten, kunt u met de cijfertoetsen
een steeknummer opgeven.
Tik op om terug te keren naar het vorige scherm
c
en ga vervolgens door met stap
e op pagina 96.
Verdergaan met borduren nadat de machine
is uitgezet
In de volgende gevallen worden de resterende steken van het
borduurwerk opgeslagen in het geheugen van de machine.
• Als de hoofdschakelaar van de machine is ingedrukt
om uit te schakelen voordat de machine is gestopt
met borduren.
Knip de draad af voordat de machine met de
hoofdschakelaar wordt uitgezet, anders kan aan de
draad worden getrokken of kan deze vastlopen
wanneer de borduurarm terugkeert naar de
beginpositie nadat de machine weer is aangezet.
• Als de machine per ongeluk tijdens het borduren is
uitgeschakeld door een stroomstoring.
De rest van het borduurwerk kan worden uitgevoerd
wanneer de machine weer is aangezet. Sommige
steken die al zijn geborduurd, worden mogelijk
opnieuw geborduurd.
2
1 Annuleert het borduren en geeft het
patroontypekeuzescherm weer om een nieuw patroon te
selecteren.
2 Gaat door met borduren.
→ Het borduurscherm dat werd getoond voordat de
machine werd uitgezet, wordt weergegeven.
• Mogelijk moet u een aantal steken vooruit/terug
voor de juiste naaldpositie.
97
Page 100
98
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.