Brother PR1050X User's Guide

Page 1
Borduurmachine
Bedieningshandleiding
Product Code: 884-T13
Lees dit document voordat u de machine gebruikt. Houd dit document bij de hand, zodat u het kunt raadplegen.
Page 2
IBM is een gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van International Business Machines Corporation. Microsoft, Windows en Windows Vista zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation.
Alle bedrijven waarvan de software in deze handleiding is vermeld hebben een specifieke gebruiksrechtovereenkomst voor hun eigen softwareprogramma's.
Alle andere merken en productnamen die in deze handleiding zijn vermeld, zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van hun respectievelijke bedrijven. De uitleg van symbolen zoals ® en ™ wordt echter niet uitgebreid aangegeven in de tekst.
Opmerkingen over opensource-licenties
Dit product omvat opensource-software. Opmerkingen over de opensource-licenties vindt u in het downloadgedeelte voor handleidingen op de startpagina van uw model in het Brother Solutions Center op “ http://support.brother.com ”.
Page 3
Inleiding
Gefeliciteerd met de aanschaf van deze borduurmachine. Lees voordat u de machine gebruikt de “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES”. Bestudeer vervolgens ook deze handleiding, zodat u de diverse functies juist kunt uitvoeren. Nadat u de handleiding hebt doorgenomen, raden wij u aan deze op een handige plaats op te bergen,
zodat u hem in de toekomst gemakkelijk kunt raadplegen.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Lees deze veiligheidsinstructies voordat u de machine gebruikt.
GEVAAR - Beperk het risico van een elektrische schok:
1
Neem in de volgende gevallen altijd direct na gebruik de stekker uit het stopcontact: voordat u de machine gaat schoonmaken,
wanneer u onderhoud uitvoert zoals in deze handleiding aangegeven of wanneer u de machine onbeheerd achterlaat.
WAARSCHUWING - Verlaag het risico van verbranding,
brand, elektrische schok of letsel:
2Neem altijd de stekker uit het stopcontact wanneer u de machine smeert of ander onderhoud uitvoert zoals
beschreven in de Bedieningshandleiding.
• Zet eerst de hoofdschakelaar op “O” om de machine uit te zetten. Pak vervolgens de stekker en trek deze uit het stopcontact. Trek hierbij niet aan het snoer.
• Sluit de machine rechtstreeks aan op een wandstopcontact. Gebruik geen verlengsnoer.
• Neem altijd de stekker uit het stopcontact wanneer de stoom uitvalt.
3Elektrische risico's:
• Deze machine moet worden aangesloten op een elektriciteitsbron met wisselstroom, binnen het bereik dat is aangegeven op het kenplaatje. Sluit de machine niet aan op een elektriciteitsbron met gelijkstroom of een gelijkstroom-wisselstroomomzetter. Als u niet zeker weet welk soort elektriciteitsbron u hebt, neem dan contact op met een erkende elektricien.
• Deze machine is alleen goedgekeurd voor gebruik in het land waar deze is gekocht.
4Gebruik de machine nooit wanneer het snoer of de stekker beschadigd is, wanneer de machine niet goed werkt,
wanneer de machine gevallen of beschadigd is of met water in contact is gekomen. Breng de machine naar de dichtstbijzijnde erkende Brother-dealer of een servicecentrum, als deze moet worden nagekeken of gerepareerd, of als er elektrische of mechanische afstellingen nodig zijn.
• Voorkom elektrische schokken of brand: gebruik geen beschadigd netsnoer of los stopcontact. Zorg dat de netstekker goed en stevig in het stopcontact zit.
• Wanneer u tijdens het gebruik van de machine iets ongewoons opvalt - geur, hitte, verkleuring, vervorming ­stop dan onmiddellijk en haal de netstekker uit het stopcontact.
• Wanneer u de machine wilt verplaatsen, moet u deze van onderen oppakken. Wanneer u bij het verplaatsen de machine op een andere plek vasthoudt, kan de machine beschadigd raken of vallen. Dit zou letsel tot gevolg kunnen hebben.
• Maak bij het verplaatsen van de machine geen plotselinge, onvoorzichtige bewegingen. Daarmee kunt u letsel aan uw rug of knieën oplopen.
• Pas bij het verplaatsen van de machine op dat u het bedieningspaneel, de draadgeleiders of andere onderdelen niet aanraakt. Anders kunt u letsel oplopen.
1
Page 4
5Houd altijd het werkvlak leeg:
• Gebruik de machine nooit wanneer de ventilatieopeningen zijn geblokkeerd. Houd de ventilatieopeningen van de machine vrij van pluisjes, stof en losse stukken stof.
• Gebruik geen verlengsnoeren. Sluit de machine rechtstreeks aan op een wandstopcontact.
• Zorg dat u nooit voorwerpen in openingen steekt of laat vallen.
• Steek geen vingers in de openingen van de machine, zoals in de buurt van de borduurarm. Dit kan letsel veroorzaken.
• Gebruik de machine niet op plaatsen waar spuitbussen worden gebruikt of zuurstof wordt toegediend.
• Gebruik de machine niet in de buurt van de warmtebron, zoals een fornuis of strijkijzer. Anders kan de machine, het netsnoer of de stof ontvlammen, met brand of een elektrische schok als gevolg.
• Gebruik deze machine niet in de buurt van open vuur. Door de beweging van het borduurraam kan de stof in brand vliegen.
• Plaats de machine niet op een wankel of schuin oppervlak. Dan kan de machine vallen en letsel veroorzaken.
• Stoot op geen enkele manier tegen de machine wanneer u het borduurraam of een andere meegeleverde accessoire bevestigt of losmaakt, of wanneer u onderhoud aan de machine verricht.
6Let vooral op tijdens het borduren:
• Houd altijd de naald goed in de gaten. Gebruik geen verbogen of beschadigde naalden.
• Houd uw vingers uit de buurt van alle bewegende onderdelen. Wees vooral voorzichtig in de buurt van de naald.
• Terwijl de machine in gebruik is, houdt u uw handen uit de buurt van de naaldstanghouder en alle bewegende onderdelen in de buurt van de naaldstanghouder. Anders kunt u letsel oplopen.
• Zet de hoofdschakelaar op “O” om de machine uit te zetten wanneer u een handeling uitvoert in de buurt van de naald, zoals de naald verwisselen.
• Gebruik geen beschadigde of onjuiste naaldplaat. Anders zou de naald kunnen breken.
7Deze machine is geen speelgoed:
• Blijf in de buurt wanneer de machine wordt gebruikt door kinderen en let op als er kinderen in de buurt zijn.
• Deze machine is niet bedoeld om zonder toezicht te worden gebruikt door kinderen of minder bekwame personen.
• Let op dat jonge kinderen niet met deze machine spelen.
• Gebruik de schaar of het tornmesje niet voor andere doeleinden dan waarvoor ze zijn bestemd. Wanneer u een gat maakt met een tornmesje, houd uw handen en vingers dan weg van de snijrichting. Anders kunt u letsel oplopen wanneer het tornmesje uitschiet.
• Houd de plastic zak waarin de machine is geleverd uit de buurt van kinderen of gooi deze weg. Laat kinderen nooit met de zak spelen. Ze zouden erin kunnen stikken.
• Gebruik de machine niet buiten.
8Voor een langere levensduur:
• Zet de machine niet weg op een plaats met direct zonlicht of met een hoge vochtigheidsgraad. Gebruik of plaats de machine niet in de buurt van een verwarming, strijkijzer, halogeenlamp of andere warme voorwerpen.
• Gebruik voor het reinigen van de machine alleen neutrale zeep of reinigingsmiddelen. Benzeen, thinner en schuurmiddelen kunnen de behuizing en de machine beschadigen en mogen nooit worden gebruikt.
• Raadpleeg altijd de bedieningshandleiding wanneer u onderdelen, de naald of andere delen gaat verwisselen of installeren.
2
Page 5
9Voor reparatie of bijstellingen:
• Probeer op geen enkele manier de machine uit elkaar te halen, te repareren of veranderen. Dit kan leiden tot
brand, letsel of een elektrische schok.
• Als de verlichtingsunit beschadigd is, moet deze worden vervangen door een erkende Brother-dealer.
• Als de machine een defect vertoont of moet worden afgesteld, controleert u eerst aan de hand van het overzicht
voor probleemoplossing achter in deze bedieningshandleiding of u de reparatie of afstelling zelf kunt uitvoeren. Als u het probleem niet kunt verhelpen, raadpleegt u uw plaatselijke erkende Brother-dealer.
Gebruik de machine alleen zoals bedoeld volgens de beschrijvingen in deze handleiding. Gebruik uitsluitend accessoires die door de fabrikant in deze handleiding worden aanbevolen. Gebruik alleen de interfacekabel (USB-kabel) die bij de machine is inbegrepen. Gebruik alleen een muis die speciaal voor deze machine is ontworpen. De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving veranderen. Meer productinformatie en updates vindt u op onze website www.brother.com.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
Deze machine is bedoeld voor huishoudelijk gebruik.
VOOR GEBRUIKERS BUITEN EUROPA:
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (kinderen inbegrepen) met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of geestelijk vermogens, tenzij onder toezicht of met instructies over het gebruik van het apparaat door degene die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Let goed op dat kinderen niet met het apparaat spelen.
VOOR GEBRUIKERS BINNEN EUROPA:
Dit apparaat kan gebruikt worden door kinderen vanaf 8 jaar en personen met verminderde fysieke, zintuiglijke of mentale capaciteiten of gebrek aan ervaring en kennis als zij toezicht of instructies krijgen omtrent het veilige gebruik van het apparaat en als zij de mogelijke gevaren begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en onderhoud mag niet zonder toezicht uitgevoerd worden door kinderen.
ALLEEN VOOR GEBRUIKERS IN GROOT-
BRITTANNIË, IERLAND, MALTA EN CYPRUS:
BELANGRIJK
• Wanneer u de stekkerstop vervangt, moet u een door ASTA voor BS 1362 goedgekeurde stop gebruiken, met het
-merk, met de sterkte die op de stekker is aangegeven.
• Plaats altijd de afdekking van de zekering terug. Gebruik nooit stekkers waarvan de zekering niet is afgedekt.
• Als uw wandstopcontact niet geschikt is voor de stekker die bij deze apparatuur wordt geleverd, neem dan
contact op met uw erkende Brother-dealer om het juiste snoer te verkrijgen.
3
Page 6
4
Page 7
Gebruiksrechtovereenkomst
Deze machine bevat gegevens, software en/of documentatie (verder te noemen “INHOUD”) die het eigendom zijn van Brother Industries, Ltd. (“BROTHER”). DOOR DE INHOUD TE GEBRUIKEN, ACCEPTEERT DE KLANT DE VOORWAARDEN EN BEPALINGEN VAN DEZE OVEREENKOMST. BROTHER behoudt het eigendom van alle rechten over de INHOUD en de kopieën van de INHOUD in dit pakket. Voor de INHOUD wordt aan u (“KLANT”) een licentie verstrekt (niet verkocht) onder de voorwaarden en bepalingen van deze overeenkomst.
Onder deze licentie wordt de KLANT toegestaan:
• De INHOUD te gebruiken in combinatie met de machine om borduurwerk te maken;
• De INHOUD te gebruiken in combinatie met de machine die de KLANT in eigendom heeft of gebruikt,
aangenomen dat de INHOUD op niet meer dan een (1) machine tegelijk wordt gebruikt.
Tenzij anders aangegeven, wordt de KLANT niet toegestaan:
• Op enig moment meer dan één kopie van de INHOUD beschikbaar te hebben;
• De INHOUD te reproduceren, te wijzigen, te publiceren, te verspreiden, te verkopen, te verhuren, in sublicentie
te geven of op andere wijze aan derden beschikbaar te stellen;
• De mediakaart of de INHOUD te verspreiden, te verhuren, in sublicentie te geven, te leasen, te verkopen, over
te dragen of toe te wijzen;
• De INHOUD te decompileren, disassembleren of anderszins onderwerpen aan reverse engineering of anderen te
helpen dit te doen;
• De INHOUD of een deel ervan te wijzigen, te vertalen, te veranderen of aan te passen voor zakelijke,
commerciële of industriële doeleinden;
• BORDUURWERK te verkopen of anderszins te verspreiden dat is gemaakt met de INHOUD DIE
OORSPRONKELIJK EEN BEPAALDE EIGENDOMSAANDUIDING BEVAT ONDER DE NAAM VAN EEN DERDE ANDERS DAN BROTHER (bijvoorbeeld “©DISNEY”).
BROTHER behoudt alle rechten die hierin niet uitdrukkelijk aan de KLANT zijn toegewezen.
Niets in deze overeenkomst vormt een verklaring van afstand van de rechten van BROTHER volgens welk recht dan ook. Deze overeenkomst zal worden beheerst door het Japanse recht.
Als u vragen hebt over deze overeenkomst, kunt u deze schriftelijk stellen en naar het volgende adres sturen: Brother Industries, Ltd., 1-1-1 Kawagishi, Mizuho-ku, Nagoya 467-8562, Japan, ter attentie van: Afdeling Sales & Marketing P&H.
5
Page 8
Waarschuwingsetiketten
Op de machine treft u de volgende waarschuwingsetiketten aan. Neem de voorzorgsmaatregelen op de labels in acht.
1
2
Doe eenmaal daags voor gebruik een druppel olie op de grijper.
Waar de etiketten zich bevinden
6
Page 9
Structuur en functies van de machine
Memo
1
De kleuren draad die aan de naaldstangen zijn
Machinaal borduren met tien naalden
Uw machine heeft tien naalden, die elk zijn ingeregen met een andere kleur draad. De machine kan borduurpatronen borduren met verschillende kleuren door automatisch de juiste naald voor elke kleur te selecteren.
Het mechanisme dat de naalden op en neer beweegt, wordt de naaldstang genoemd. De naaldstangen bevinden zich in de naaldstanghouder. De naaldstangen worden genummerd van rechts naar links: naaldstang 1, naaldstang 2, naaldstang 3, naaldstang 4, naaldstang 5, naaldstang 6, naaldstang 7, naaldstang 8, naaldstang 9 en naaldstang 10.
toegewezen, worden op het scherm weergegeven. Rijg de naaldstangen in zoals aangegeven.
1 Illustratie van de ingeregen draden op de
naaldstangen.
De klospennen, draadspanningsknoppen, draadophaalhendels en draadpaden die worden genoemd bij het inrijgen van de bovendraad, worden aangegeven op basis van het bijbehorende naaldstangnummer.
1 Naaldstang 1 2 Naald 1 3 Naaldstanghouder
De machine wijst automatisch een draadkleur toe aan elke naald. Er zijn twee manieren om de draadkleuren toe te wijzen. De automatische methode (standaardinstelling bij aanschaf): de naalden die al zijn ingeregen met een kleur die in het volgende patroon wordt gebruikt, worden toegewezen aan dezelfde draadkleur op basis van de naaldstangtoewijzingen van het vorige patroon. Dit om het aantal draadkloswisselingen zo laag mogelijk te houden.
Voor professioneler borduurwerk kunt u met de functie Handmatige kleurvolgorde de naaldstangtoewijzingen gemakkelijk handmatig opgeven. Combinaties van garenkleur en naaldstang kunt u handmatig selecteren om een menu te maken zodat u de naaldstangtoewijzingen kunt baseren op de draadkleurnummers. (Zie “Draadkleuren selecteren/beheren voor elke naaldstang (Handmatige kleurvolgorde)” op pagina 132.)
De tien naalden kunnen niet gelijktijdig borduren. De machine verplaatst telkens één naald naar de borduurpositie. De naaldstanghouder wordt, volgens de borduurvolgorde, naar links of rechts verplaatst zodat de machine de naaldstang en de naalddraad van de gewenste kleur naar de borduurpositie kan verplaatsen.
• De volgorde van borduren verloopt niet noodzakelijkerwijs volgens de nummering van de naaldstangen.
7
Page 10
1 Naald in de borduurpositie
De naald bevindt zich boven het gat in de naaldplaat 2.
Wanneer u de machine start, wordt de persvoet automatisch omlaag gezet. Het borduurwerk wordt uitgevoerd en de draad wordt van het materiaal afgetrokken bij het afknippen van de draad en het overgaan op een andere draadkleur (op een andere naald). Wanneer het borduurwerk af is, stopt de machine. Wanneer het patroon elf of meer kleuren draad nodig heeft, stopt de machine op het moment dat de draadklossen moeten worden verwisseld en verschijnen de benodigde instructies op het LCD-scherm.
(Maar wanneer “Handmatige naaldstangvolgorde” is ingesteld op “ON”, stopt de machine niet automatisch wanneer een draadklos moet worden verwisseld. Zie “Draadkleuren selecteren/beheren voor elke naaldstang (Handmatige kleurvolgorde)” op pagina 132 voor meer informatie.)
Verschillen met machines met een enkele naald
Deze machine kan patronen borduren met tien kleuren of minder zonder dat u draadklossen hoeft te verwisselen
Bij machines met een enkele naald moet de draadklos telkens worden verwisseld als een andere kleur draad wordt gebruikt. Bij deze machine is het niet nodig de draadklos te verwisselen of een nieuwe draad in te rijgen bij patronen met tien kleuren of minder. Wanneer het patroon minder dan tien kleuren heeft en het totale aantal draadkleurwisselingen is meer dan elf, keert de machine terug naar de naald die al is gebruikt en wordt de kleur automatisch opnieuw geborduurd.
Automatisch borduren en borduren bespaart tijd
De machine werkt automatisch door zodra deze eenmaal is gestart, tenzij een patroon elf of meer kleuren bevat en de draadklossen moeten worden verwisseld. De automatische werking omvat alle handelingen, van het neerlaten van de persvoet tot het uitvoeren van de opgegeven handelingen aan het begin- en eindpunt en het verwisselen van de kleuren draad. U bespaart tijd, omdat de machine van draad kan wisselen en kan afhechten.
Houdt automatisch de uiteinden van de draad onder de stof aan het begin en het einde van het borduren
De machine trekt automatisch de bovendraad onder de stof bij het begin van een kleur en trekt de bovendraad uit de stof bij het afknippen van de draad. U hebt dus verder geen omkijken naar de uiteinden van de bovendraad.
Verplaatst het borduurraam automatisch naar de borduurpositie
Bij machines met een enkele naald is in veel gevallen het patroon in het midden van het borduurraam geplaatst en moet de stof op de juiste wijze in het borduurraam worden geplaatst, waarbij het midden van de gewenste borduurpositie overeen moet komen met het midden van het borduurraam. Bij deze machine met tien naalden wordt het borduurraam echter verschoven om de borduurpositie te bepalen, waarbij het eenvoudiger wordt om het patroon op elke positie in het borduurraam te borduren. Bovendien kan de borduurpositie handmatig worden bepaald, maar ook met de camera, nadat de stof is gespannen en het borduurraam aan de machine is bevestigd, ongeacht hoe de stof in het borduurraam is geplaatst.
8
Page 11
Overige kenmerken
Snel patronen combineren met het grote LCD-scherm
De machine is voorzien van een groot LCD-scherm (10,1-inch) vergelijkbaar met een tablet. Het geselecteerde borduurpatroon wordt op het grote LCD-scherm weergegeven met een afbeelding van de werkelijke naaldpositie. Dankzij deze functie kunt u patronen gemakkelijker uitlijnen dan voorheen.
Minimaliseer het aantal garenwisselingen tijdens het borduren
Voordat u begint met borduren drukt u op de
kleursorteringstoets ( ) om de borduurvolgorde te wijzigen en te sorteren op draadkleur. Wanneer u
bijvoorbeeld een combinatie van een aantal dezelfde borduurpatronen naast elkaar heeft geplaatst zult u de draadklos meerdere keren moeten verwisselen, bij ieder borduurpatroon. Maar doordat u de kleursorteertoets hebt gebruikt, worden de garenkleuren anders geordend. Dezelfde kleuren worden nu in één keer geborduurd. Op deze manier beperkt u het aantal garenkloswisselingen tot een minimum. U kunt de kleursorteerfunctie niet gebruiken met overlappende patronen.
Voor uw borduurbedrijf – functie Link (Verbinding)
Borduurpatronen die zijn bewerkt met borduurbewerkingssoftware die wordt geleverd bij de functie Link (Verbinding), zoals PE-DESIGN NEXT /10 of later, kunt u verzenden van een computer naar een borduurmachine. U kunt 4 machines tegelijk aansluiten op één computer. (Zie “Borduurpatronen verzenden vanaf een computer naar de machine (functie Link (Verbinding))” op pagina 169.)
Originele ontwerpen maken met geavanceerde letterinvoer
Er zijn diverse lettertypen beschikbaar die op een geavanceerde manier kunnen worden ingevoerd. U kunt nu nieuwe letters toevoegen midden in de tekst (voorheen niet mogelijk). De bediening is soepeler en meer intuïtief, zodat niets uw fantasie in de weg staat.
9
Page 12
Voortgangsbalk voor borduren
Cijfers voor tijd en steken geven niet altijd het duidelijkste beeld van de resterende borduurtijd. Nu hebt u dankzij de nieuwe voortgangsbalk voor borduren met één blik zicht op de voortgang van het hele borduurwerk.
Veiligheidsmechanisme
De machine is voorzien van een veiligheidsmechanisme om ongelukken te voorkomen bij onbedoeld gebruik. De machine kan alleen worden gestart nadat deze is ontgrendeld. De kleur van de start/stop-knop verandert om aan te geven of de machine wel of niet is vergrendeld.
Licht rood op Knippert groen
Breed scala aan ingebouwde informatie over draadkleuren
Er is informatie aanwezig over garen van verschillende fabrikanten, zodat u eenvoudig de juiste kleur kunt kiezen.
Met de uitgebreide draadkleurweergave kunt u kleuren realistisch weergeven
De kleuren en kleurnummers van het garen zijn opgeslagen in het geheugen van de machine. Uit deze databank van kleuren draad kunt u kleuren selecteren om uw eigen kleurenpalet samen te stellen. Als de patroonkleuren met behulp van dit palet worden veranderd, kan het patroon alleen worden weergegeven met de kleuren die u hebt. Bovendien kunt u het borduurpatroon weergeven zoals het eruit zal zien nadat het is geborduurd.
10
De machine is
vergrendeld.
De machine kan
worden gestart.
Page 13
Automatisch naaldinrijgmechanisme
Met het automatische naaldinrijgmechanisme kunt u elke naald eenvoudig inrijgen. Bovendien kunt u automatisch naaldinrijgen annuleren voor specifieke naaldstangen.
USB-poort standaard beschikbaar
Wanneer u de computer met de meegeleverde USB­kabel aansluit op de machine, kunt u borduurpatronen gemakkelijk overzetten van de computer naar de machine en vice versa. (Zie “Borduurpatronen opslaan op de computer” op pagina 161.)
Als de machine zo ver van de computer af staat dat de USB-kabel te kort is, kunt u borduurpatronen overzetten op een USB-medium of SD-kaart en dit medium aansluiten op de machine. (Zie “Borduurpatronen opslaan op USB-medium/SD­kaart” op pagina 161.)
Op elk moment een geselecteerde
naaldstang verplaatsen of inrijgen
Wanneer u een patroon selecteert, bewerkt of borduurt, kunt u altijd elke naaldstang selecteren om in te rijgen of naar de borduurpositie te verplaatsen.
Druk op om het naaldverplaatsingsscherm te openen. Selecteer vervolgens het nummer van de naaldstang die u wilt verplaatsen of inrijgen. (Zie “Geselecteerde naaldstang verplaatsen en inrijgen” op pagina 62.)
11
Page 14
Beschikbare functies
U kunt ontwerpen borduren met een maximumformaat van 200 mm (L) × 360 mm (B) (7-7/8 inch (L) × 14 inch (B)).
Handmatige kleurvolgorde ­Professioneler gebruik van deze machine
Als u de draadkleuren opgeeft die worden gebruikt op deze machine of u vaak DST-bestanden gebruikt, is het handig om de functie voor handmatige kleurvolgorde te gebruiken. (Zie “Draadkleuren selecteren/beheren voor elke naaldstang (Handmatige kleurvolgorde)” op pagina 132.)
Diverse ingebouwde patronen
Met veel ingebouwde letterpatronen, borduurpatronen en kader- en omrandingspatronen kunt u direct na aanschaf van de machine borduren.
Borduurpatronen combineren
U kunt letter- en borduurpatronen combineren of een samengestelde tekst gebruiken om een borduurpatroon te creëren. De machine kan ook worden ingesteld om een patroon herhaaldelijk te borduren.
12
Page 15
Opzet van de handleiding
Deze handleiding is als volgt ingedeeld. Controleer de procedures met de genummerde titels in de titellijst op de eerste pagina van hoofdstuk 2 voordat u de machine gebruikt. Daar vindt u de volgorde van deze basishandelingen.
Lees dit voor gebruik
Hoofdstuk 1: Voorbereidingen
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de borduurmachine moet instellen en de diverse voorbereidingen die u moet treffen voordat u kunt beginnen met borduren.
Hoofdstuk 2: Beknopte borduurhandleiding
In dit hoofdstuk worden de basishandelingen voor het borduren beschreven, van het starten van de machine en het borduren van een patroon tot de afwerking. Volg de stappen in deze beknopte handleiding om een patroon te borduren en bekend te raken met de bediening van deze borduurmachine.
Hoofdstuk 3: Andere basisprocedures
In dit hoofdstuk worden andere handelingen beschreven dan de handelingen die in hoofdstuk 2 zijn behandeld, zoals het borduren van een patroon met elf of meer kleuren en andere noodzakelijke handelingen, zoals het vervangen van een naald.
Informatie zoeken
Zoeken in de handleiding
Op titel
Bekijk de beschrijvingen aan de linkerkant voor de inhoud van ieder hoofdstuk en bekijk vervolgens de inhoudsopgave.
Op trefwoord
Zoek in de index achter in deze handleiding. Zoek het gewenste trefwoord en kijk vervolgens op de betreffende pagina.
Op scherm
In de tabellen op pagina 70 t/m 79 vindt u beschrijvingen van de toetsen en andere informatie die op het LCD-scherm wordt weergegeven. Kijk op de aangegeven pagina voor meer informatie.
Op foutmelding
Diverse foutmeldingen en de bijbehorende handelingen worden beschreven op pagina 80. Kijk op de aangegeven pagina voor meer informatie.
Zoeken op de machine
Deze machine is voorzien van een helpfunctie.
Extra informatie
Hoofdstuk 4: Borduurinstellingen
In dit hoofdstuk worden de diverse borduurinstellingen beschreven om het uitvoeren van bewerkingen op borduurpatronen te vergemakkelijken.
Hoofdstuk 5: Patronen selecteren/bewerken/opslaan
In dit hoofdstuk vindt u informatie over het selecteren, bewerken en opslaan van borduurpatronen.
Hoofdstuk 6: Basisinstellingen en helpfunctie
In dit hoofdstuk vindt u beschrijvingen van het gebruik van de instellingen- en de bedieningshandleidingtoets. Er wordt uitgelegd hoe u wijzigingen kunt aanbrengen in de basisinstellingen van de borduurmachine en hoe de bediening wordt weergegeven op het LCD­scherm.
Hoofdstuk 7: Bijlage
Informatie over het uitvoeren van handelingen
Druk op de bedieningshandleidingstoets van de machine en zoek de gewenste informatie. (Zie “De bedieningshandleidingstoets gebruiken” op pagina 235.)
In dit hoofdstuk vindt u een beschrijving van verschillende borduurtechnieken, tips voor het maken van prachtig borduurwerk en informatie over onderhoud en probleemoplossing.
13
Page 16
Inhoudsopgave
Inleiding ............................................................... 1
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES .......... 1
Gebruiksrechtovereenkomst................................. 5
Waarschuwingsetiketten....................................... 6
Structuur en functies van de machine .................. 7
Machinaal borduren met tien naalden.................................... 7
Verschillen met machines met een enkele naald .................... 8
Overige kenmerken................................................................ 9
Beschikbare functies............................................................. 12
Opzet van de handleiding................................... 13
Lees dit voor gebruik ............................................................ 13
Extra informatie.................................................................... 13
Informatie zoeken ................................................................ 13
Hoofdstuk 1 VOORBEREIDINGEN 17
Machineonderdelen en hun functie .................... 18
Vooraanzicht........................................................................ 18
Rechterkant/achteraanzicht .................................................. 19
Bedieningspaneel................................................................. 19
Accessoires ......................................................... 20
Meegeleverde accessoires .................................................... 20
Accessoires die worden meegeleverd in sommige landen of
regio's .................................................................................. 21
Optionele accessoires......................................... 22
De machine installeren....................................... 24
Voorzorgsmaatregelen voor installatie en vervoer ................ 24
Installatielocatie ................................................................... 25
De machine installeren ........................................................ 26
Verwijder de bevestigingsplaten........................................... 27
De stand van het bedieningspaneel afstellen ........................ 27
De draadgeleider voorbereiden ............................................ 28
Klossenstandaard voorbereiden ............................................ 29
De borduurraamhouder bevestigen ...................................... 30
Hoofdstuk 2 BEKNOPTE
BORDUURHANDLEIDING 31
Voorzorgsmaatregelen........................................ 32
Voorzorgsmaatregelen stroomvoorziening............................ 32
Voorzorgsmaatregelen naalden ............................................ 33
De naald controleren ........................................................... 33
Voorzorgsmaatregelen spoel ................................................ 33
Aanbevelingen bovendraad.................................................. 34
Aanbevelingen voor te gebruiken stof................................... 34
Aanbevelingen voor het LCD-scherm................................... 34
Basisprocedures.................................................. 35
1. De spoel installeren........................................ 36
Het spoelhuis verwijderen.................................................... 36
De spoel installeren.............................................................. 36
Het spoelhuis plaatsen ......................................................... 37
2. De machine aanzetten.................................... 38
De machine de eerste keer configureren .............................. 39
Uitleg van de schermen........................................................ 40
Schermoverzicht .................................................................. 41
3. Een borduurpatroon selecteren ...................... 43
Een borduurpatroon selecteren ............................................. 44
4. Het borduurpatroon bewerken....................... 45
5. Voorbeeldweergave bekijken.......................... 46
Een voorbeeldafbeelding controleren ................................... 46
6. De stof in het borduurraam spannen .............. 48
De stof in het borduurraam spannen .................................... 48
7. Het borduurraam aan de machine
bevestigen........................................................... 50
Het borduurraam bevestigen ................................................ 50
Naar het borduurinstellingenscherm ..................................... 52
8. Borduurinstellingen invoeren......................... 53
9. Het borduurgebied controleren ..................... 54
Tijdelijk stoppen om het gebied te controleren .................... 54
Naar het borduurscherm ...................................................... 54
10. Bovendraad inrijgen ..................................... 55
De naaldstangen en draadkleuren controleren..................... 55
Bovendraad inrijgen ............................................................ 57
De naald inrijgen................................................................. 61
11. Het patroon borduren.................................. 64
Beginnen met borduren....................................................... 64
Het borduren stoppen .......................................................... 66
12. Borduurraam en stof verwijderen ................ 68
Het borduurraam verwijderen.............................................. 68
De stof verwijderen ............................................................. 68
13. De machine uitzetten................................... 69
Beknopte bedieningsgids voor het scherm ......... 70
Toetsschermen..................................................................... 70
Het patroonkeuzescherm ..................................................... 71
Het patroonlijstscherm......................................................... 72
Het patroonbewerkingsscherm ............................................ 73
Het borduurinstellingenscherm............................................ 75
Het borduurscherm.............................................................. 78
Vraag en antwoord ............................................ 80
Technische termen: ............................................................. 80
Patronen:............................................................................. 80
Borduren: ............................................................................ 80
Nuttige externe verbindingsfuncties..................................... 81
Bedienen van de USB-muis ................................................. 83
Hoofdstuk 3 ANDERE
BASISPROCEDURES 85
De naald verwisselen ......................................... 86
De naald vervangen............................................................. 86
De borduurramen gebruiken.............................. 88
Borduurraamhouders ........................................................... 88
Als het moeilijk is om het borduurraam te verwisselen ........ 88
Typen borduurramen/borduurraamhouders en waarvoor ze
worden gebruikt .................................................................. 89
Opstrijksteunstof (onderlaag) bevestigen aan
stof..................................................................... 92
De stof in het borduurraam spannen ................. 93
De stof in het extra grote of grote borduurraam spannen...... 93
Het borduursjabloon gebruiken ........................................... 94
Grote/kleine stukken stof ..................................................... 95
Positie en beweging van het borduurraam ......... 96
De borduurpositie wijzigen................................ 98
De richtingshoek veranderen ............................................... 99
De borduurpositie uitlijnen.............................. 102
De stof weergeven terwijl u de borduurpositie uitlijnt........ 102
Werken met de ingebouwde camera ................................. 105
Werken met de meegeleverde borduurpositiesticker .......... 108
Draadkleuren verwisselen op het scherm ........ 110
Een patroon borduren met elf of meer
kleuren............................................................. 112
Controleren of draadklossen moeten worden verwisseld.... 113
Draadklossen verwisselen bij ontwerpen met
elf of meer kleuren........................................... 114
Melding draadklossen verwisselen en
draadklosindicators............................................................ 114
Draadklossen eenvoudig verwisselen................................. 115
Als de draad breekt of de spoeldraad tijdens het
borduren opraakt ............................................. 116
Als de bovendraad breekt .................................................. 116
Als de onderdraad breekt of opraakt .................................. 118
14
Page 17
Borduren vanaf het begin of het midden van het
patroon............................................................. 119
Verdergaan met borduren nadat de machine is
uitgezet ............................................................ 122
De draadspanning van boven- en onderdraad
afstellen............................................................ 124
De spanning van de onderdraad afstellen .......................... 124
De spanning van de bovendraad afstellen.......................... 125
Hoofdstuk 4 BORDUURINSTELLINGEN 127
Rijgsteken ......................................................... 128
Een applicatiestuk maken ................................. 129
Een applicatiestuk maken................................................... 129
Draadkleuren selecteren/beheren voor elke
naaldstang (Handmatige kleurvolgorde)........... 132
Gemak van de handmatige kleurvolgorde.......................... 132
De handmatige kleurvolgorde opgeven.............................. 132
Werken met de handmatige kleurvolgorde......................... 133
Voorzorgsmaatregelen voor de handmatige
kleurvolgorde..................................................................... 133
Instelling automatische stiksteken .................... 134
Instellingen voor begin- en eindpositie............. 135
Een patroon herhalen langs een diagonaal ......................... 136
Verbonden letters borduren ............................................... 137
Instelling voor maximale snelheid .................... 139
De machine zo instellen dat deze stopt bij
kleurwisselingen ............................................... 140
De machine stoppen bij de volgende kleurwisseling .......... 140
Pauzelocaties opgeven vóór het borduren.......................... 140
Instelling voor tijdelijke naaldstang .................. 142
Ononderbroken borduren (met één kleur).......................... 142
Gereserveerde naaldstang en
naaisnelheidinstellingen ................................... 143
Hoofdstuk 5 PATRONEN SELECTEREN/
BEWERKEN/OPSLAAN 147
Werken met de geheugenfunctie...................... 148
Voorzorgsmaatregelen borduurgegevens............................ 148
Wat betreft USB-media ...................................................... 149
Een borduurpatroon selecteren ........................ 150
Algemene patroonselectie .................................................. 150
Borduurpatronen................................................................ 151
Kaderpatronen ................................................................... 152
Monogram- en kaderontwerpen ......................................... 153
Lettertypenpatronen ........................................................... 155
Decoratieve alfabetpatronen .............................................. 158
Borduurpatronen opslaan in het geheugen van de
machine............................................................................. 160
Borduurpatronen opslaan op USB-medium/SD-kaart.......... 161
Borduurpatronen opslaan op de computer ......................... 161
De USB aansluiten met de meegeleverde
USB-snoerklemmen ........................................................... 163
Patronen ophalen uit het geheugen van de machine .......... 164
Patronen ophalen van een USB-medium/SD-kaart ............. 165
Patronen ophalen van de computer ................................... 166
Borduurpatronen opslaan vanaf een geheugenbron naar een
ander geheugen ................................................................. 168
Borduurpatronen verzenden vanaf een computer
naar de machine (functie Link (Verbinding)) .... 169
Bewerkingen die beschikbaar zijn met de functie Link
(Verbinding)....................................................................... 169
Borduren met de functie Link (Verbinding)......................... 170
De functie Link (Verbinding) uitschakelen.......................... 173
Het borduurpatroon bewerken
(Patroonbewerkingsscherm) ............................. 174
De patroonafbeelding op het scherm vergroten.................. 174
Borduurpatronen combineren ............................................ 174
Het patroon selecteren om te bewerken ............................. 175
Meerdere geselecteerde patronen groeperen ...................... 176
Een patroon verplaatsen ..................................................... 176
Een patroon spiegelen (horizontaal).................................... 177
De afmeting van een patroon wijzigen (Normale modus voor
vergroten/verkleinen).......................................................... 178
De afmeting van het borduurpatroon wijzigen en de gewenste
draaddichtheid behouden (herberekening van steken) ........ 179
Een patroon draaien ........................................................... 180
De tekstindeling van een teken wijzigen ............................ 181
De afstand tussen letters en tekens wijzigen ....................... 181
Gecombineerde letterpatronen scheiden............................ 182
De draden tussen tekens afknippen .................................... 183
De gescheiden letterpatronen combineren ......................... 183
Tekst in meerdere kleuren uitvoeren................................... 184
Lettertype wijzigen ............................................................. 184
Lettertype en grootte van afzonderlijke letters wijzigen ...... 184
De draaddichtheid wijzigen (alleen bij geselecteerde letter- en
kaderpatronen)................................................................... 185
De kleuren van het patroon wijzigen.................................. 185
Nieuwe kleurthema's zoeken met de functie Color Shuffling
(Kleurcombinatie)............................................................... 187
Draadkleur sorteren............................................................ 190
Herhaalpatronen ontwerpen............................................... 190
Een eigen palet maken ....................................................... 195
Een kleur kiezen in het eigen palet ..................................... 197
Eigen kleurkaart opslaan op en oproepen van een
USB-medium...................................................................... 198
Een patroon kopiëren ......................................................... 199
Een patroon verwijderen .................................................... 200
Het borduurpatroon bewerken
(Borduurinstellingenscherm)............................ 201
Het gehele patroon draaien ................................................ 201
Een gecombineerd patroon bewerken.............. 202
Patronen verbinden met behulp van de
camera............................................................. 206
Drie patronen verbinden .................................................... 206
De positie van een sticker wijzigen .................................... 212
Gedraaide patronen verbinden........................................... 214
Patronen verbinden langs een rand .................................... 216
Functie Hervatten............................................................... 218
Hoofdstuk 6 BASISINSTELLINGEN EN
HELPFUNCTIE 219
De instellingentoets gebruiken......................... 220
Het instellingenscherm....................................................... 220
De schermhulplijnen wijzigen............................................ 223
De draadkleurgegevens wijzigen........................................ 225
De draadkleurinformatie selecteren voor PES-gegevens ...... 226
De achtergrondkleuren van de borduurpatronen of
miniaturen wijzigen ........................................................... 227
Afknippen van springsteken / DST-springcodes voor
afknippen opgeven............................................................. 227
Korte steken verwijderen .................................................... 228
De resterende draadlengte opgeven ................................... 228
Rijgafstand van borduren wijzigen ..................................... 229
“Ecomodus” of “Afsluitondersteun-modus” ........................ 229
De schermbeveiligingsinstellingen wijzigen ....................... 229
Beginscherm instellen ........................................................ 231
De instelling voor de klossenstandaard-LED opgeven......... 231
De helderheid van het lich aanpassen ................................ 232
Het geluidsvolume wijzigen............................................... 232
De draadsensor opgeven.................................................... 233
De vorm van de aanwijzer veranderen wanneer u een
USB-muis gebruikt ............................................................. 233
De maateenheden wijzigen................................................ 234
De helderheid van het scherm aanpassen........................... 234
De taal wijzigen................................................................. 234
De bedieningshandleidingstoets gebruiken ...... 235
De bedieningshandleidingen bekijken................................ 235
Een instructievideo afspelen ............................................... 236
PMPEG-4 (MP4) video's afspelen ....................................... 237
15
Page 18
Hoofdstuk 7 BIJLAGE 239
Applicaties borduren ........................................ 240
Applicatiepatronen borduren.............................................. 240
Applicaties maken met een kaderpatroon (1)...................... 241
Applicaties maken met een kaderpatroon (2)...................... 242
Grote (gesplitste) borduurpatronen
borduren .......................................................... 244
Handige tips voor de bediening van de
machine............................................................ 247
Draadspanning van ingebouwde patronen controleren ...... 247
Een patroon borduren dat is uitgelijnd met een markering
op de stof ........................................................................... 248
Kleurenpalet....................................................................... 250
Kleuren van Tajima-borduurgegevens (.dst) ........................ 250
Prachtig borduurwerk maken ........................... 251
Draden............................................................................... 251
Steunstoffen, verstevigingen en onderlagen ........................ 251
Spantechnieken.................................................................. 253
Compatibiliteitstabel stof/steunstof ..................................... 254
De meegeleverde aanschuiftafel installeren ..... 255
De aanschuiftafel verwijderen ............................................ 257
Borduurpatronen voor het optionele
jumboraam ....................................................... 258
Het optionele pettenframe gebruiken............... 262
Pettenframe en accessoires................................................. 262
Soorten petten.................................................................... 263
Voorzorgsmaatregelen voor de stof .................................... 264
Het gebruik van het pettenframe ........................................ 264
Het pettenframe bevestigen................................................ 269
De borduurraamhouder bevestigen .................................... 276
Extra informatie over digitaliseren ...................................... 277
De optionele spoelopwinder gebruiken ............ 279
Voorzorgsmaatregelen........................................................ 279
Optionele spoelopwinder met bijbehorende accessoires .... 279
De optionele spoelopwinder installeren ............................. 280
De AC-adapter aansluiten .................................................. 280
De spoel opwinden............................................................ 281
Onderhoud ....................................................... 284
Het LCD-scherm reinigen................................................... 284
De buitenkant van de machine reinigen ............................. 284
De grijper reinigen ............................................................. 284
Reinigen rondom de naaldplaat.......................................... 285
Het spoelhuis reinigen........................................................ 286
De draadpaden van de bovendraden reinigen .................... 287
De machine oliën............................................................... 288
Over de onderhoudsmelding .............................................. 289
Probleemoplossing............................................ 290
Problemen oplossen via het scherm ................................... 290
Probleemoplossing............................................................. 291
Foutmeldingen ................................................................... 299
Als de machine niet reageert wanneer u op een toets
drukt .................................................................................. 307
Specificaties...................................................... 308
Specificaties van de machine ............................................. 308
Software-upgrade voor uw machine................. 309
Upgradeprocedure met USB-medium................................. 309
Upgradeprocedure met behulp van computer .................... 310
Index ................................................................ 311
16
Page 19
Hoofdstuk 1
VOORBEREIDINGEN
Nadat u machine hebt uitgepakt, raadpleegt u “Accessoires” op pagina 20, en controleert u of alle vermelde accessoires zijn meegeleverd. Nadat u hebt gecontroleerd dat alle accessoires aanwezig zijn, kunt u de borduurmachine installeren. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de borduurmachine installeert en welke voorbereidingen u moet treffen alvorens te beginnen.
Machineonderdelen en hun functie......................... 18
Vooraanzicht ............................................................................18
Rechterkant/achteraanzicht......................................................19
Bedieningspaneel ......................................................................19
Accessoires.............................................................. 20
Meegeleverde accessoires .........................................................20
Accessoires die worden meegeleverd in sommige landen of
regio's .......................................................................................21
Optionele accessoires.............................................. 22
De machine installeren............................................ 24
Voorzorgsmaatregelen voor installatie en vervoer....................24
Installatielocatie........................................................................25
De machine installeren .............................................................26
Verwijder de bevestigingsplaten ...............................................27
De stand van het bedieningspaneel afstellen.............................27
De draadgeleider voorbereiden ................................................28
Klossenstandaard voorbereiden ................................................29
De borduurraamhouder bevestigen ..........................................30
Page 20
Machineonderdelen en hun functie
17
16
15
19
18
Hieronder worden de diverse onderdelen van de machine en hun functie beschreven. Lees de beschrijvingen zorgvuldig door, zodat u de namen van de onderdelen kent voordat u de machine gaat gebruiken.
Vooraanzicht
1 Draadspanningsknoppen
Hiermee regelt u de spanning van de draad.
2 Naaldstanghouder
De houder beweegt naar links en naar rechts om de naald te verplaatsen naar de borduurpositie.
3 Onderste draadgeleider 4 Borduurarm
Bevestig het borduurraam aan de borduurarm. Wanneer de machine wordt aangezet of borduurt, beweegt de borduurarm vooruit, achteruit, naar links en naar rechts.
5 Grijper afdekklepje/grijper
Open het klepje en plaats het spoelhuis in de grijper.
6 Draadgeleider A 7 Draadgeleider B 8 Draadgeleider C 9 Draadgeleider D 0 Klossenstandaard
Plaats 10 draadklossen om te borduren.
A Bedieningspaneel B Ingebouwde camera C Borduurraamhouder D Naailampje
U kunt de helderheid van het lich aanpassen in het instellingenscherm.
E Tafelbeugels F Bovendraadgeleider G Draadgeleiderpennen H Middelste draadgeleider I Voetjes
Bepaal de hoogte van de machine met de verstelbare voetjes en stel deze in zodat de machine 'waterpas' staat.
18
Page 21
VOORBEREIDINGEN
Rechterkant/achteraanzicht
Onder
1 Touch-pen houder
Wanneer u de touch-pen niet gebruikt, plaatst u deze in de daarvoor bestemde houder.
2 SD-kaartsleuf
Plaats een SD-kaart in de SD-kaartsleuf om borduurpatroongegevens te importeren/exporteren.
3 USB-poort voor media
Als u patronen van/naar het USB-medium wilt overzetten, steek het USB-medium dan direct in de USB-poort.
4 USB-poort van computer
Als u patronen wilt importeren/exporteren tussen een computer en de machine, steek dan de USB-kabel in de USB-poort.
5 Handwiel
Draai het handwiel om de naald op en neer te bewegen. Draai het handwiel naar het LCD-scherm toe (tegen de klok in).
6 Netsnoeraansluiting
Plaats de stekker van het netsnoer in de netsnoeraansluiting.
7 Hoofdschakelaar
Gebruik de hoofdschakelaar om de machine AAN (I) en UIT ({) te zetten. Zet de machine niet direct weer aan, nadat u de machine heeft uitgezet. Het is aan te raden om daarmee minstens 5 seconden te wachten.
8 Ventilatieopeningen
Bedieningspaneel
1 “Start/Stop”-toets
Druk op de “Start/Stop”-toets om de machine te starten of te stoppen. Afhankelijk van de handeling die door de machine wordt uitgevoerd, veranderen de kleur en de wijze van oplichten van de knop.
Licht rood op : Wanneer de machine niet kan
Knippert groen : Wanneer de machine kan starten
Groen licht : Wanneer de machine borduurt
Knippert oranje : Wanneer de machine de draad kan
Uit : Wanneer de machine is uitgezet.
2 Draadafknip-toets
Druk op de draadafkniptoets om zowel de bovendraad als de onderdraad af te knippen.
3 Automatische naaldinrijgknop
Druk op de automatische naaldinrijgknop om de naald te voorzien van een nieuwe draad.
4 Speaker 5 LCD touch-screen
Druk op de weergegeven toetsen op het touch-screen om borduurpatronen te selecteren en te bewerken en om informatie te bevestigen.
starten met borduren
met borduren
afknippen
1
19
Page 22
Accessoires
De onderstaande accessoires worden met de machine meegeleverd. Gebruik altijd de voor deze machine ontworpen accessoires.
Meegeleverde accessoires
Open de doos en controleer of de volgende accessoires zijn meegeleverd. Wanneer een artikel ontbreekt of beschadigd is, neemt u contact op met de erkende Brother-dealer
Onderdeelnaam
Onderdeelcode
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Accessoirehouder
XC6482-051
Naaldenset × 2
XC6469-001
Vooromwikkelde spoel × 6
XC6368-051
Klosnetje × 10
S34455-000
Tornmesje
XF4967-001
Schaar
XF2052-001
Pincet
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
Kruiskopschroevendraaier
XC6543-051
Standaardschroevendraaier
X55468-051
Inbussleutel
XC5159-051
Haakse schroevendraaier
XC6545-051
Schijfvormige schroevendraaier
XC1074-051
Moersleutel 13 mm × 10 mm
XC6159-051
Oliespuitje
Onderdeelnaam
Onderdeelcode
8.
9.
10.
11.
12.
20
XC6542-051
Touch-pen
XA9940-051
Inrijger
XE8362-001
Naaldwisselhulp
XF0793-001
Naaldafstandsplaat
XC6499-151
Afstandhouder (op machine)
XF1978-001
20.
21.
22.
23.
24.
XZ0206-051 XG3677-001 (voor Europa en Turkije)
Schoonmaakborsteltje
X59476-051
Gewicht (L)
XC5974-151
Klem voor USB-snoer × 2
XE8396-002
Klosmat × 10
XC7134-051
Kloshouder × 10
130012-054
Page 23
VOORBEREIDINGEN
VOORZICHTIG
Memo
Onderdeelnaam
Onderdeelcode
25.
26. Borduurraam (extra groot)
27. Borduurraam (groot)
28.
29. Borduurraam (klein)
30. Borduursjabloon (extra groot)
USB-kabel
XD1851-051
200 mm (L) × 360 mm (B) (7-7/8 inch (L) × 14 inch (B))
PRPH360 (Noord- en Zuid-Amerika) PRPH360:XE8421-001 (Andere regio's)
130 mm (L) × 180 mm (B) (5-1/8 inch (L) × 7-1/8 inch (B))
PRH180 (Noord- en Zuid-Amerika) PRH180: XC6285-052 (Andere regio's)
Borduurraam (medium) 100 mm (L) × 100 mm (B) (4 inch (L) × 4 inch (B))
PRH100 (Noord- en Zuid-Amerika) PRH100: XC6286-052 (Andere regio's)
40 mm (L) × 60 mm (B) (1-1/2 inch (L) × 2-3/8 inch (B))
PRH60 (Noord- en Zuid-Amerika) PRH60: XC6287-052 (Andere regio's)
200 mm (L) × 360 mm (B) (7-7/8 inch (L) × 14 inch (B))
XE7158-101
Onderdeelnaam
Onderdeelcode
39.
40.
41.
Borduurontwerpen Bedieningshandleiding
XG5991-001
Brede aanschuiftafel
PRWT1 (Noord- en Zuid-Amerika) PRWT1: XE8417-101 (Andere regio's)
Netsnoer
Bezoek uw erkende Brother-dealer.
• Gebruik het netsnoer dat bij deze machine wordt geleverd. Het gebruik van een ander netsnoer kan leiden tot beschadiging.
• U kunt de meegeleverde touch-pen
opbergen in de betreffende houder achter op het bedieningspaneel. Zie pagina 19.
1
31. Borduursjabloon (groot)
32.
33. Borduursjabloon (klein)
34.
35.
36.
37.
38.
130 mm (L) × 180 mm (B) (5-1/8 inch (L) × 7-1/8 inch (B))
XC5721-051
Borduursjabloon (medium) 100 mm (L) × 100 mm (B) (4 inch (L) × 4 inch (B))
XC5759-051
40 mm (L) × 60 mm (B) (1-1/2 inch (L) × 2-3/8 inch (B))
XC5761-051
Vellen borduurpositiestickers
SAEPS2 (Noord- en Zuid-Amerika) EPS2: XF0763-001 (Andere regio's)
Borduurraamhouder A (met witte hoekjes)
XE7374-001
Borduurraamhouder B (met lichtgrijze hoekjes)
XE7376-001
Bedieningshandleiding
Deze handleiding
Beknopte bedieningsgids
Accessoires die worden meegeleverd in sommige landen of regio's
Onderdeelnaam
Onderdeelcode
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Scanramen
XG5300-001 (Noord- en Zuid-Amerika)
Magneet × 6
XF9325-001 (Noord- en Zuid-Amerika)
Naald-afstandsplaatje (extra)
XC6499-151 (Noord- en Zuid-Amerika)
Set scanramen
PRSCANFKIT1(Europa)
B
orduurontwerpen Bedieningshandleiding
XG5993-001
Spoelopwinderset (Zie pagina 279.)
XG5986-001
PRBW1
21
Page 24
Optionele accessoires
Onderstaande artikelen zijn eventueel los verkrijgbaar als optionele accessoires.
Onderdeelnaam
Onderdeelcode
1.
Groot pettenframe-set (Zie pagina 262.)
PRPCF1 (Noord- en Zuid-Amerika) PRPCF1: XE8408-201 (Andere regio's)
2. Groot pettenframe 60 mm (L) × 360 mm (B) (2-3/8 inch (L) × 14 inch (B))
PRPCFH4 (Noord- en Zuid-Amerika) PRPCFH4: XE8424-001 (Andere regio's)
3.
Geavanceerd pettenframe 2 set
PRCF3 (Noord- en Zuid-Amerika) PRCF3: XE2158-201 (Andere regio's)
4. Geavanceerd pettenframe 2 60 mm (L) × 130 mm (B) (2-3/8 inch (L) × 5-1/8 inch (B))
PRCFH3 (Noord- en Zuid-Amerika) PRCFH3: XE2162-001 (Andere regio's)
5. Geavanceerd pettenframe 50 mm (L) × 130 mm (B) (2 inch (L) × 5-1/8 inch (B))
PRCFH2 (Noord- en Zuid-Amerika) PRCFH2: XC7610-052 (Andere regio's)
6.
7.
Montagemal
PRCFJ2 (Noord- en Zuid-Amerika) PRCFJ2: XC7611-052 (Andere regio's)
Cilinderframe-set
10. Randborduurraam 100 mm (L) × 300 mm (B) (4 inch (L) × 11-3/4 inch (B))
PRPBF1 (Noord- en Zuid-Amerika) PRPBF1: XE8414-001 (Andere regio's)
11. Jumbo borduurraam 360 mm (L) × 360 mm (B) (14 inch (L) × 14 inch (B))
PRPJF360 (Noord- en Zuid-Amerika) PRPJF360: XE8405-301 (Andere regio's)
12.
13.
Set ronde borduurramen
PRPRFK1 (Noord- en Zuid-Amerika) PRPRFK1: XE8402-001 (Andere regio's)
Rond borduurraam (100 mm (4 inch))
PRPRF100 (Noord- en Zuid-Amerika) PRPRF100: XE8427-001 (Andere regio's)
14.
Rond borduurraam (130 mm (5 inch))
PRPRF130 (Noord- en Zuid-Amerika) PRPRF130: XE8430-001 (Andere regio's)
15.
Rond borduurraam (160 mm) (6 inch))
PRPRF160 (Noord- en Zuid-Amerika) PRPRF160: XE8433-001 (Andere regio's)
16.
Borduuraamhouder C (met donkergrijze hoekjes)
PRPARMC (Noord- en Zuid-Amerika) PRPARMC XE8436-001 (Andere regio's)
17. Vlak borduurraam 200 mm (L) × 300 mm (B) (7-7/8 inch (L) × 11-3/4 inch (B))
PRF300 (Noord- en Zuid-Amerika) PRF300: XE2086-001 (Andere regio's)
Onderdeelnaam
Onderdeelcode
PRCL1 (Noord- en Zuid-Amerika) PRCL1: XE2166-001 (Andere regio's)
8. Cilinderframe 80 mm (L) × 90 mm (B) (3 inch (L) × 3-1/2 inch (B))
PRCLH1 (Noord- en Zuid-Amerika) PRCLH1: XE2170-001 (Andere regio's)
9. Quiltraam 200 mm × 200 mm (7-7/8 inch × 7-7/8 inch)
PRPQF200 (Noord- en Zuid-Amerika) PRPQF200: XE8411-001 (Andere regio's)
22
18. Borduurraam (extra groot) 200 mm (L) × 300 mm (B) (7-7/8 inch (L) × 11-3/4 inch (B))
PRH300 (Noord- en Zuid-Amerika) PRH300: XC6284-052 (Andere regio's)
19. Klemraam S recht set 24 mm (L) × 45 mm (B) (7/8 inch (L) × 1-3/4 inch (B))
PRCLP45B (Noord- en Zuid-Amerika) PRCLP45B: XF2251-001 (Europa) PRCLP45B: XF2252-001 (Andere regio's)
Page 25
VOORBEREIDINGEN
Opmerking
Memo
Onderdeelnaam
Onderdeelcode
20. Klemramen S, L en R
21. Klemraam S recht
22. Klemramen S, L en R set
23. Klemraam M set
24 mm (L) × 45 mm (B) (7/8 inch (L) × 1-3/4 inch (B))
PRCLP45LR (Noord- en Zuid-Amerika) PRCLP45LR: XF2255-001 (Europa) PRCLP45LR: XF2256-001 (Andere regio's)
24 mm (L) × 45 mm (B) (7/8 inch (L) × 1-3/4 inch (B))
PRCLP45S (Noord- en Zuid-Amerika) PRCLP45S: XF2269-001 (Europa) PRCLP45S: XF2268-001 (Andere regio's)
24 mm (L) × 45 mm (B) (7/8 inch (L) × 1-3/4 inch (B))
PRCLP45LRD (Noord- en Zuid-Amerika) PRCLP45LRD: XF2270-001 (Europa) PRCLP45LRD: XF2272-001 (Andere regio's)
100 mm (L) × 100 mm (B) (4 inch (L) × 4 inch (B))
PRCLPM1 (Noord- en Zuid-Amerika) PRCLP100B: 115D02E000B (Europa) PRCLPM1AP: 115D02E700B (Andere regio's)
Onderdeelnaam
Onderdeelcode
29.
30.
USB-muis
XE5334-101
Vellen borduurpositiestickers
SAEPS2 (Noord- en Zuid-Amerika) EPS2:XF0763-001 (Andere regio's)
• Bij de dichtstbijzijnde erkende Brother­dealer kunt u een complete lijst krijgen van de optionele accessoires en borduurkaarten die verkrijgbaar zijn voor uw machine.
• Gebruik altijd accessoires die worden aanbevolen voor deze machine.
• Alle specificaties waren correct op het moment dat deze handleiding werd geproduceerd. Sommige specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden veranderd.
1
24. Set compacte borduurramen
25. Mouwen borduurframe
26.
27.
70: 41 mm (L) × 70 mm (B) (1-5/8 inch (L) × 2-3/4 inch (B)) 50: 50 mm (L) × 50 mm (B) (2 inch (L) × 2 inch (B)) 44: 38 mm (L) × 44 mm (B) (1-1/2 inch (L) × 1-3/4 inch (B)) Staande richting: 33 mm (L) × 75 mm (B) (1-5/16 inch (L) × 2-15/16 inch (B))
PRHCK1 (Noord- en Zuid-Amerika) PRSFK1: 115D02E000A (Europa) PRHCK1AP: 115D02E700A (Andere regio's)
200 mm (L) × 70 mm (B) (7-7/8 inch (L) × 2-3/4 inch (B))
PRHSL200 (Noord- en Zuid-Amerika) PRHSL200: 115D02E000C (Europa) PRHSL200AP: 115D02E700C (Andere regio's)
Borduurmachine opbergtafel
PRNSTD2 (Noord- en Zuid-Amerika) VRPRNSTD: 115Z05E0005 (Europa) VRPRNSTD: 115Z05E7005 (Andere regio's)
Metalen spoel
28.
100376-051
Gewicht (S)
XC6631-051
23
Page 26
De machine installeren
VOORZICHTIG
Hieronder wordt beschreven hoe u de machine moet instellen. Als de machine niet correct wordt ingesteld volgens de aanwijzingen, kan de machine gaan schudden of veel geluid gaan maken en zal het borduurwerk niet goed worden uitgevoerd. Voor het optimaliseren van uw werkplek is de verrijdbare borduurmachine opbergtafel (optioneel) verkrijgbaar.
Voorzorgsmaatregelen voor installatie en vervoer
• De temperatuur in de ruimte waar de machine wordt gebruikt, moet tussen de 5 °C (40°F) en de 40 °C (104°F) liggen. Als de ruimte waar de machine wordt gebruikt te koud of te warm is, kan het gebeuren dat de machine niet naar behoren werkt.
• Gebruik de machine niet op een locatie waar deze aan direct zonlicht wordt blootgesteld om te voorkomen dat de machine niet naar behoren werkt.
• Zorg dat de vier verstelbare voetjes van de machine volledig contact hebben met het werkblad of de tafel, zodat de machine waterpas staat.
• Plaats niets onder de borduurmachine dat de ventilatieopeningen kan blokkeren (deze bevinden zich achter onderop de machine). Zo voorkomt u dat de motor van de machine oververhit raakt. Dit zou brand of schade aan de machine kunnen veroorzaken.
• De machine weegt ongeveer 42,5 kg (94 lb). Transport en installatie van de borduurmachine moet door twee personen worden uitgevoerd.
• Als u de machine wilt vervoeren, laat deze dan door twee mensen tillen bij de aangegeven gaten in de bodem (1). Wanneer u bij het verplaatsen de machine op een andere plek vasthoudt, kan de machine beschadigd raken of vallen. Dit zou letsel tot gevolg kunnen hebben.
• Zet de machine bij onweer uit en trek de stekker uit het stopcontact. Blikseminslag kan tot beschadiging leiden, waardoor machine niet naar behoren werkt. Steek de stekker van het netsnoer pas in het stopcontact als de machine volledig is geïnstalleerd.
• Steek de stekker van het netsnoer pas in het stopcontact als de machine volledig is geïnstalleerd. Het kan voorkomen dat de start/stop-knop per ongeluk wordt ingedrukt en de machine begint te werken.
• Draag bij het smeren van de machine een veiligheidsbril en handschoenen om te voorkomen dat olie of vet in uw ogen of op uw huid terechtkomt. Zorg dat er geen olie of vet in uw mond terechtkomt. Houd olie en vet buiten bereik van kinderen.
• Stoot op geen enkele manier tegen de machine wanneer u het borduurraam of een andere meegeleverde accessoire bevestigt of losmaakt, of wanneer u onderhoud aan de machine verricht.
24
Page 27
VOORBEREIDINGEN
VOORZICHTIG
Opmerking
Installatielocatie
Installeer de machine op een locatie waarbij u rekening houdt met de volgende vereisten:
• Plaats de machine minimaal 50 mm (2 inch) van de muur
• Zorg voor voldoende ruimte rondom de machine
• Plaats geen objecten binnen het bereik van het borduurraam
• Plaats de machine in de buurt van een stopcontact
• Gebruik een stabiele ondergrond (waterpas), bijvoorbeeld een bureau
• Gebruik een ondergrond die het gewicht van de machine (42,5 kg (94 lb)) kan dragen
• Laat ruimte vrij rond de ventilatiegaten achter op de onderkant van de machine
Minimaal 50 mm (2 inch)
1
785 mm (31 inch)
Meer dan 210 mm (8-1/4 inch)
560 mm (22 inch)
Meer dan 220 mm (8-3/4 inch)
589 mm (23-1/4 inch)
Meer dan 350 mm (13-3/4 inch)
• Voorkom beschadigingen en/of onbehoorlijk functioneren door de machine niet bloot te stellen aan de
volgende omstandigheden:
Vloeistoffen, zoals water
Direct zonlicht
Onvoldoende ruimte Verstopte ventilatieopeningen
Veel stof
wordt gebruikt, moet tussen de 5° C (40° F)
Objecten binnen het bereik van het
borduurraam Een instabiele ondergrond
Aansluiting op verlengsnoeren of meerdere adapters
Extreem hoge of lage temperaturen. De
temperatuur in de ruimte waar de machine
en 40° C (104° F) liggen.
• Voor uw veiligheid: Aangezien de machine ongeveer 42,5 kg (94 lb) weegt, is het belangrijk dat de machine op een stabiele tafel of ondergrond wordt geplaatst.
25
Page 28
De machine installeren
Stel bij het installeren van de machine de voetjes zo af dat de machine stabiel staat.
Zorg dat al het verpakkingsmateriaal en het
a
plakband van de machine is verwijderd.
Plaats de machine en zorg dat er voldoende
b
ruimte rondom de machine is.
Minimaal 50 mm (2 inch)
589 mm (23-1/4 inch)
Meer dan 350 mm (13-3/4 inch)
Meer dan 210 mm (8-1/4 inch)
560 mm (22 inch)
Stel de voetjes zo af dat de machine stabiel
c
staat.
Gebruik de meegeleverde moersleutel om de borgmoer los te draaien van het voetje dat u wilt afstellen.
Meer dan 220 mm (8-3/4 inch)
Gebruik de meegeleverde moersleutel om
d
de verstelbare moer van het voetje te draaien.
Door de moer in de richting 1 te draaien, wordt het voetje langer; door de moer in de richting 2 te draaien, wordt het voetje korter.
1 Verstelbare moer van voetje
• Stel de vier poten zo af dat de voetjes volledig contact hebben met het werkblad of de tafel en de machine horizontaal staat.
Nadat u de voetjes op de gewenste lengte
e
hebt afgesteld, draait u de moeren weer aan met de meegeleverde moersleutel.
1 Borgmoer 2 Verstelbare moer van voetje
Het voetje kan worden gedraaid.
1 Borgmoer
Druk op alle hoeken van de
f
borduurmachine om te controleren of deze stabiel staat.
Als de machine niet stabiel staat, herhaalt u stap c
e om de voetjes opnieuw af te stellen.
t/m
26
Page 29
VOORBEREIDINGEN
VOORZICHTIG
Memo
Verwijder de bevestigingsplaten
• Verwijder de bevestigingsplaten alvorens de machine in te schakelen. Anders kan storing optreden.
Draai met de meegeleverde
a
kruiskopschroevendraaier de schroeven van de bevestigingsplaten los.
De stand van het bedieningspaneel afstellen
Stel de stand en de hoek van het bedieningspaneel zo af dat dit eenvoudig kan worden bediend.
Draai de 2 duimschroeven los om het
a
bedieningspaneel naar voren te draaien.
1 Duimschroeven
Zet het bedieningspaneel in een dusdanige
b
stand dat u het eenvoudig kunt bedienen. Draai vervolgens de duimschroeven aan.
1
1 Schroeven 2 Bevestigingsplaten
• Wanneer u de bevestigingsplaten hebt
verwijderd, bewaart u deze om ze opnieuw te gebruiken. Raadpleeg uw erkende Brother-dealer voor het vervoer van de machine.
Het bedieningspaneel in de juiste stand
c
zetten.
Draai de duimschroef los, zet het bedieningspaneel in een dusdanige stand dat het eenvoudig is af te lezen en draai de duimschroef aan.
1 Duimschroef
27
Page 30
De hoek van het bedieningspaneel afstellen.
Opmerking
VOORZICHTIG
d
Draai de twee duimschroeven los achter het bedieningspaneel, zet het bedieningspaneel in een dusdanige hoek dat het eenvoudig af te lezen is en draai de duimschroeven aan.
(zijaanzicht) (bovenaanzicht)
1 Duimschroeven
• Draai vijf duimschroeven los en vervolgens
weer stevig aan met de meegeleverde schijfvormige schroevendraaier.
De draadgeleider voorbereiden
Zet de draadgeleider omhoog.
• Wanneer u de draadgeleider installeert, let op dat daarbij de naaldstang 6 positie is geselecteerd. Anders kan er storing optreden. (Zie “Geselecteerde naaldstang verplaatsen en inrijgen” op pagina 62 voor het verplaatsen van de naaldstang.)
Draai de twee duimschroeven boven op de
a
draadgeleidersteun los.
28
1 Draai de schroef drie of vier keer tegen de klok in
om deze los te draaien.
Pak de grepen van de draadgeleidersteun en
b
duw naar het midden.
Page 31
Wanneer de draadgeleidersteun is
Opmerking
c
uitgeschoven en de draadgeleider in de hoogste stand staat, draait u de twee duimschroeven aan, zodat de draadgeleider stevig op zijn plaats zit.
VOORBEREIDINGEN
Klossenstandaard voorbereiden
Bevestig de klossenstandaard op zijn plaats voor borduurwerk. Gebruik de meegeleverde schijfvormige schroevendraaier.
Draai de duimschroef twee of drie slagen
a
los. Vouw de klossenstandaard uit.
Achteraanzicht
1
1 Draadgeleider 2 Draai de schroef vast. 3 Draadgeleidersteun
• Als de schroeven niet los genoeg zijn gedraaid, kan het verplaatsen van de draadgeleidersteun lastig zijn. Gebruik geen grote kracht bij het verplaatsen van de draadgeleidersteun. Controleer of de duimschroeven los genoeg zijn gedraaid voordat u deze onderdelen verplaatst.
• Draai elke duimschroef zo stevig vast dat de draadgeleidersteun stevig op zijn plaats zit.
1 Duimschroef 2 Klossenstandaard
Draai de duimschroef weer vast als de
b
klossenstandaard helemaal is geopend.
Achteraanzicht
Zet de klossenstandaard in geopende stand vast.
29
Page 32
De borduurraamhouder
Opmerking
Opmerking
bevestigen
Bevestig de borduurraamhouder aan de borduurarm.
Gebruik de borduurraamhouder die past bij
a
het borduurraam dat u wilt gebruiken. (Zie pagina 88 t/m 91.)
Verwijder de twee duimschroeven van de
b
borduurraamhouder.
1 Duimschroeven 2 Hoekjes
Lijn de gaten in de borduurraamhouder uit
c
met de pennen op de raambevestigingsplaat van de borduurarm.
Zet de borduurraamhouder vast met de
d
twee duimschroeven die in stap verwijderd.
1 Duimschroeven
• Draai de duimschroeven stevig aan met de meegeleverde schijfvormige schroevendraaier.
• Twee typen borduurraamhouders worden bij deze machine geleverd. Bij de vier meegeleverde borduurraamhouders gebruikt u Borduurraamhouder A. (Zie “De borduurramen gebruiken” op pagina 88 voor de bijzonderheden.)
b zijn
1 Pennen op raambevestigingsplaat 2 Hoekjes 3 Gaten in borduurraamhouder
• Elke borduurraamhouder heeft hoekjes van een andere kleur. Houder A: Witte hoekjes Houder B: Lichtgrijze hoekjes Houder C: Donkergrijze hoekjes (optioneel)
De machine is nu klaar voor gebruik.
30
Page 33
Hoofdstuk 2
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING
In dit hoofdstuk worden de basishandelingen voor het borduren beschreven, van het starten van de machine en het borduren van een patroon tot de afwerking. Volg de stappen in deze beknopte handleiding om een patroon te borduren en bekend te raken met de bediening van deze borduurmachine.
Voorzorgsmaatregelen ............................................ 32
Voorzorgsmaatregelen stroomvoorziening ...............................32
Voorzorgsmaatregelen naalden.................................................33
De naald controleren ................................................................33
Voorzorgsmaatregelen spoel.....................................................33
Aanbevelingen bovendraad.......................................................34
Aanbevelingen voor te gebruiken stof.......................................34
Aanbevelingen voor het LCD-scherm........................................34
Basisprocedures....................................................... 35
1. De spoel installeren............................................. 36
Het spoelhuis verwijderen ........................................................36
De spoel installeren ..................................................................36
Het spoelhuis plaatsen ..............................................................37
2. De machine aanzetten......................................... 38
De machine de eerste keer configureren...................................39
Uitleg van de schermen ............................................................40
Schermoverzicht .......................................................................41
3. Een borduurpatroon selecteren ........................... 43
Een borduurpatroon selecteren.................................................44
4. Het borduurpatroon bewerken............................ 45
5. Voorbeeldweergave bekijken .............................. 46
Een voorbeeldafbeelding controleren........................................46
6. De stof in het borduurraam spannen................... 48
De stof in het borduurraam spannen.........................................48
7. Het borduurraam aan de machine bevestigen ..... 50
Het borduurraam bevestigen ....................................................50
Naar het borduurinstellingenscherm.........................................52
8. Borduurinstellingen invoeren .............................. 53
13. De machine uitzetten.........................................69
Beknopte bedieningsgids voor het scherm ...............70
Toetsschermen ......................................................................... 70
Het patroonkeuzescherm ......................................................... 71
Het patroonlijstscherm............................................................. 72
Het patroonbewerkingsscherm................................................. 73
Het borduurinstellingenscherm................................................ 75
Het borduurscherm.................................................................. 78
Vraag en antwoord ..................................................80
Technische termen: .................................................................. 80
Patronen:.................................................................................. 80
Borduren: ................................................................................. 80
Nuttige externe verbindingsfuncties......................................... 81
Bedienen van de USB-muis....................................................... 83
9. Het borduurgebied controleren........................... 54
Tijdelijk stoppen om het gebied te controleren.........................54
Naar het borduurscherm...........................................................54
10. Bovendraad inrijgen .......................................... 55
De naaldstangen en draadkleuren controleren .........................55
Bovendraad inrijgen..................................................................57
De naald inrijgen ......................................................................61
11. Het patroon borduren ....................................... 64
Beginnen met borduren ............................................................64
Het borduren stoppen...............................................................66
12. Borduurraam en stof verwijderen...................... 68
Het borduurraam verwijderen ..................................................68
De stof verwijderen ..................................................................68
Page 34
Voorzorgsmaatregelen
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
Hieronder worden de maatregelen beschreven u acht moet nemen om de juiste werking van de machine te garanderen.
Voorzorgsmaatregelen stroomvoorziening
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht voor de stroomvoorziening.
• Gebruik uitsluitend gewone huishoudaansluitingen als elektriciteitsbron. Door een andere stroomvoorziening te gebruiken, kunt u brand, een elektrische schok of schade aan de machine veroorzaken.
• Zorg dat de stekkers van het netsnoer stevig in het netstopcontact en de voedingsingang van de machine zitten. Anders kan brand of een elektrische schok het gevolg zijn.
• Steek de netsnoerstekker niet in een stopcontact als dit in slechte staat is.
• Indien een van de volgende situaties zich voordoet, zet u de borduurmachine uit en haalt u de stekker uit het stopcontact om brand, een elektrische schok of schade aan de machine te voorkomen.
• U bevindt zich niet in de buurt van de machine.
• U bent klaar met het gebruik van de machine.
• Tijdens het gebruik van de machine vindt er een stroomstoring plaats.
• De machine werkt niet naar behoren, bijvoorbeeld als gevolg van een losse of verbroken aansluiting.
•Het onweert.
• Gebruik alleen het netsnoer dat bij deze machine wordt geleverd.
• Gebruik deze machine niet met een verlengsnoer of een stekkerdoos waarop andere apparaten zijn aangesloten. Dit kan brand of een elektrische schok veroorzaken.
• Raak de stekker van het netsnoer niet aan met natte handen. Hierdoor kan een elektrische schok ontstaan.
• Zet eerst de machine uit voordat u de stekker van het netsnoer uit het contact haalt. Pak het netsnoer altijd bij de stekker vast. Wanneer u aan het snoer zelf trekt, kan dit beschadigd raken of brand of een elektrische schok veroorzaken.
• Zorg dat het snoer niet wordt ingesneden, beschadigd raakt, met kracht wordt gebogen, wordt getrokken, gedraaid of samengeperst. Plaats geen zware voorwerpen op het snoer en stel het snoer niet bloot aan hitte. Hierdoor kan het snoer beschadigd raken en kunnen brand of een elektrische schok ontstaan. Als het netsnoer of de stekker beschadigd zijn, brengt u de machine voor reparatie naar de erkende Brother-dealer voordat u de machine weer gebruikt.
• Haal de stekker uit het stopcontact als u de machine lange tijd niet gebruikt, anders kan er brand ontstaan.
• Wanneer u de machine onbeheerd achterlaat, zet dan de hoofdschakelaar uit of haal de netstekker uit het stopcontact.
• Wanneer u onderhoud verricht aan de machine of kleppen verwijdert, haalt u eerst de netstekker uit het stopcontact.
32
Page 35
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
COATS
Polyester
L
Voorzorgsmaatregelen naalden
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het kiezen van de juiste naalden voor uw machine.
• Gebruik alleen machinenaalden voor huishoudelijk gebruik. De naald ‘HAX 130 EBBR’ (Organ) wordt
aanbevolen. Schmetz 130/705 H-E naalden kunnen eventueel ook worden gebruikt. Het gebruik van andere naalden kan resulteren in het breken van de draad of de naald, beschadiging van draadinrijgmechanisme of letsel.
• Gebruik nooit verbogen naalden. Verbogen naalden kunnen gemakkelijk breken, wat letsel tot gevolg kan hebben.
De naald controleren
Het is uiterst gevaarlijk om te borduren met een verbogen naald, omdat de naald dan kan breken terwijl u aan het werk bent.
Leg de vlakke kant van de naald op een vlakke ondergrond en controleer of de afstand tussen de naald en de ondergrond overal gelijk is. Als de naald is verbogen of de punt van de naald is afgebroken, moet u de naald vervangen. (Zie “De naald verwisselen” op pagina 86.)
2
Goede naald Slechte naald
1 Vlakke kant 2 Markering naaldtype
3 Vlakke ondergrond
Voorzorgsmaatregelen spoel
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht voor de spoel.
• Gebruik alleen vooromwikkelde spoelen (COATS type “L”/TRU-SEW
POLYESTER “Filaments”) of spoelen die speciaal zijn ontwikkeld voor deze machine. Het gebruik van een andere spoel kan letsel tot gevolg hebben of
schade aan de machine veroorzaken.
Als de afstand tussen de naald en de vlakke ondergrond niet gelijk is, dan is de naald verbogen. Gebruik geen verbogen naald.
• Gebruik een onderdraad die op de juiste manier is opgewonden, anders kan de
naald breken of de draadspanning onjuist zijn.
• Gebruik bij het opwinden van een spoel alleen de optionele spoelopwinder (zie pagina 279) en metalen
spoelen (onderdeelcode: 100376-053)
• Gebruik voor het opwinden van de spoel katoen of gesponnen polyester spoeldraad (tussen 74 dtex x 2 en
100 dtex x 2).
33
Page 36
Aanbevelingen bovendraad
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Neem de volgende aanbevelingen in acht voor de te gebruiken bovendraad.
• Aanbevolen wordt het gebruik van borduurdraad van rayon of polyester (120 den x 2 / 135 dtex x
2 / gewicht van 40 (in VS en Europa) / #50 (in Japan)).
Aanbevelingen voor te gebruiken stof
Neem de volgende aanbevelingen in acht voor de te gebruiken stof.
• Uw machine kan stof borduren van maximaal 2 mm (5/64 inch) dik. Als de stof dikker is, kan de naald
verbuigen of breken.
• Wanneer overlappende steken worden gemaakt, kan de naald moeilijk door de stof komen, wat kan
leiden tot het verbuigen of breken van de naald.
• Breng versteviging/steunstof aan op dunne stoffen of stretchstoffen. (Zie “Opstrijksteunstof
(onderlaag) bevestigen aan stof” op pagina 92 voor meer informatie.)
• Zorg dat bij het borduren van grote stukken stof deze niet vast komt te zitten in de borduurarm.
Aanbevelingen voor het LCD-scherm
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het gebruik van het bedieningspaneel.
• Raak het scherm alleen met uw vinger aan of met de meegeleverde touch-pen. Gebruik geen balpen,
schroevendraaier of ander hard of scherp voorwerp. Oefen niet te veel kracht uit op het LCD-scherm, anders kunt u dit beschadigen.
34
Page 37
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING
Basisprocedures
Hieronder wordt een aantal basisprocedures van het borduren beschreven. Lees deze zorgvuldig voordat u met de borduurmachine gaat werken.
Pagina
Stap
1 De spoel plaatsen. p. 36 p.33
2 De machine aanzetten. p. 38 p.32
3 Selecteer een borduurpatroon. p. 43
4 Een borduurpatroon bewerken. p. 45
5 De voorbeeldweergave controleren. p. 46
6 Span stof in het borduurraam. p. 48 p.34
7 Het borduurraam aan de machine bevestigen. p. 50
8 De borduurinstellingen invoeren. p. 53
9 Het borduurgebied controleren. p. 54
10 De bovendraden inrijgen. p. 55 p.34
Ontgrendel de machine en druk op de “Start/Stop”-toets om te
11
beginnen met borduren. (Als de machine klaar is met borduren, stopt deze automatisch.)
Het borduurraam verwijderen en vervolgens de stof uit het
12
raamwerk verwijderen.
Handeling
beknopte
handleiding
p. 64
p. 68
Voorzorgs-
maatregelen
bediening,
pagina
2
13 De machine uitzetten. p. 69
De handelingen om het patroon te borduren worden beschreven op de volgende pagina's. Hoewel het borduren kan worden uitgevoerd zonder dat het patroon wordt bewerkt of borduurinstellingen worden opgegeven, verwijzen wij naar pagina 174 voor informatie over het bewerken van patronen en naar pagina 127 voor informatie over het opgeven van borduurinstellingen. In de tabellen op pagina 70 t/m 79 vindt u beschrijvingen van de toetsen en andere informatie die op het LCD-scherm wordt weergegeven. Gebruik deze tabellen om snel een verwijzing te vinden.
De verschillende voorzorgsmaatregelen die in acht moeten worden genomen tijdens de basisprocedures worden beschreven op pagina 32 t/m 34. Deze voorzorgsmaatregelen moeten strikt in acht worden genomen om de machine goed te laten functioneren. Lees deze voorzorgsmaatregelen zorgvuldig.
35
Page 38
1. De spoel installeren
Opmerking
Memo
VOORZICHTIG
Opmerking
Memo
Bij aanschaf van de machine is alleen het spoelhuis geïnstalleerd in de grijper. Plaats een spoel met spoeldraad daarop gewonden om te borduren. Zie pagina 33 voor voorzorgsmaatregelen voor de spoel.
Pak de grendel van het spoelhuis vast en
c
verwijder het spoelhuis.
• De machine kan niet aangeven hoeveel
onderdraad over is. Voordat u begint met borduren controleert u of er voldoende onderdraad is voor het patroon.
• Reinig het spoelhuis telkens wanneer u de
spoel verwisselt. Zie “Het spoelhuis reinigen” op pagina 286 voor meer informatie over het reinigen van het spoelhuis.
Het spoelhuis verwijderen
Open het klepje voor de grijper.
a
Trek het klepje van de grijper naar u toe.
Trek het draadhaakje naar u toe als dit niet
b
naar voren getrokken is.
1 Grendel
De machine oliën
Breng olie aan op de machine nadat u het spoelhuis hebt verwijderd. Het loophuis moet worden geolied. Zie “De machine oliën” op pagina 288 voor meer informatie over het oliën van de machine.
• Breng eenmaal daags voor gebruik een druppel olie aan op de grijper.
De spoel installeren
• Deze machine is niet voorzien van een spoelopwinder. Gebruik vooromwikkelde spoelen (type L).
• De optionele (onafhankelijke) spoelopwinder en optionele metalen spoelen kunnen ook worden gebruikt. (Zie pagina 22, 279.)
1 Draadhaakje
Trek het draadhaakje naar voren om goed bij het spoelhuis te kunnen komen.
• Het draadhaakje houdt de draad vast wanneer de machine begint te borduren of wanneer de draad wordt afgeknipt.
• Het draadhaakje kan slechts binnen een bepaald bereik worden bewogen. Oefen er niet te veel kracht op uit.
36
Plaats de spoel in het spoelhuis.
a
Page 39
Opmerking
• Controleer of de draad met de klok mee op de spoel is gewonden (zie afbeelding). Als de spoel zo wordt geplaatst dat de draad in tegengestelde richting wordt afgewonden, zal het borduurwerk niet goed worden uitgevoerd.
Haal de draad door de draadgleuf en onder
b
de spanveer door.
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING
Het spoelhuis plaatsen
Plaats het spoelhuis op de grijper.
a
Plaats het spoelhuis terwijl u het lipje op het spoelhuis uitlijnt met de inkeping in de grijper (zie afbeelding).
1 Lipje 2 Inkeping
2
1 Draadgleuf 2 Spanveer
Haal de draad ongeveer 50 mm (2 inch)
c
door de opening in de spanveer.
1 Ongeveer 50 mm (2 inch).
Hoe u de spanning van de onderdraad aanpast, leest u in “De spanning van de onderdraad afstellen” op pagina 124.
Plaats het spoelhuis op de grijper tot het op
b
zijn plaats klikt.
Sluit het afdekklepje van de grijper.
c
37
Page 40
2. De machine aanzetten
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Memo
Steek het netsnoer in het stopcontact en zet de borduurmachine aan. Voorzorgsmaatregelen voor de stroomvoorziening vindt u op pagina 32.
Wanneer u de machine aanzet, wordt het
d
openingsfilmpje afgespeeld. Raak het scherm op een willekeurige plek aan. Het
• Gebruik het netsnoer dat bij deze machine wordt geleverd. Het gebruik van een ander netsnoer kan leiden tot beschadiging.
Steek het netsnoer in de machine.
a
volgende bericht wordt weergegeven.
Druk op .
e
Het patroonkeuzescherm wordt weergegeven en de
“Start/Stop”-toets licht rood op.
Steek de stekker van het netsnoer in een
b
normaal stopcontact.
Zet de hoofdschakelaar aan de achterzijde
c
van de machine op “I”.
De borduurarm wordt verplaatst naar de
f
beginpositie.
• Als naaldstang 1 zich niet al in de borduurpositie bevindt, beweegt de naaldstanghouder en wordt naaldstang 1 verplaatst naar de borduurpositie.
• Houd uw handen en andere voorwerpen uit de buurt van de borduurarm om letsel te voorkomen.
• Als de machine wordt uitgezet tijdens het
borduren, slaat de machine automatisch de patroonpositie op wanneer deze weer wordt aangezet. U wordt dan gevraagd of u het borduren wilt afmaken of dat u een nieuwe handeling wilt uitvoeren. (Zie “Verdergaan met borduren nadat de machine is uitgezet” op pagina 122.)
Het LCD-scherm gaat aan.
38
Page 41
De machine de eerste keer
3
1
2
4
Opmerking
configureren
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING
Druk op om uw machine te
d
gebruiken.
De eerste keer dat u de machine aanzet, stelt u de taal en tijd/datum in op uw taal en uw plaatselijke tijd/datum. Volg onderstaande procedure wanneer het instellingenscherm automatisch verschijnt.
Druk op of op en stel de gewenste
a
taal in.
Druk op .
b
De borduurarm wordt verplaatst naar de
beginpositie.
Er verschijnt een berichtscherm om te
c
bevestigen of u de tijd/datum wilt instellen. Als u de tijd/datum wilt instellen, drukt u op
; als u de instelling wilt annuleren,
drukt u op .
• De tijd/datum die u instelt wordt mogelijk gewist als u de machine lang niet inschakelt.
• De tijdinstelling is ook beschikbaar als u drukt op rechtsonder in het LCD-
scherm.
2
Het scherm om de tijd/datum in te stellen verschijnt.
1 Druk hierop om de tijd weer te geven op het
scherm.
2 Stel het jaar (YYYY), de maand (MM) en de datum
(DD) in.
3 Kies of u een 24-uurs of 12-uurs notatie wilt
weergeven.
4 Stel de huidige tijd in.
39
Page 42
Uitleg van de schermen
7
6
1
4
3
2
5
Wanneer u de machine aanzet en op drukt, verschijnt het patroonkeuzescherm. De volgende handelingen kunnen worden opgegeven via het bedieningspaneel. Zie pagina 34 voor
voorzorgsmaatregelen voor het touch-screen.
Nr. Display Toetsnaam Functie Pagina
1 Home-toets
2
3
4
5
6 Kloktoets
7 Instellingentoets
* De toetsen uit bovenstaande tabel verschijnen en kunnen worden gebruikt in de meeste schermen die later in deze
handleiding worden beschreven.
Patroonweergavegebied
Bedieningshandleidingstoets
Lijn
borduurgebied
Toets
Naaldstang/
borduurraam
verplaatsen
Druk op deze toets om alle voorgaande handelingen te annuleren en terug te keren naar het eerste patrooncombinatiescherm.
Weergavegebied van het geselecteerde patroon. p.223
Deze lijn toont het borduurgebied voor het grote borduurraam. De borduurraamindicators, de rasterlijnen en andere scherminstellingen kunnen worden ingesteld via het machine-instellingenscherm.
Druk op deze toets om informatie te lezen over een handeling van de machine.
Druk op deze toets om de geselecteerde naaldstang te verplaatsen of in te rijgen, of om de borduurarm zo te plaatsen dat u het borduurraam gemakkelijk kunt verwijderen of bevestigen.
Druk op deze toets om uw klok in te stellen op uw plaatselijke tijd.
Druk op deze toets om de instellingen van de borduurmachine te wijzigen.
p.223
p.235
p. 62, 88
p.39
p. 220
40
Page 43
Schermoverzicht
2
1
2
1
2
1
Hieronder wordt de volgorde van de basishandelingen weergegeven.
Selecteer een patroon in het patroonkeuzescherm. (Zie pagina 43, 71.)
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING
Selecteer het patroon in het patroonlijstscherm. (Zie pagina 43, 72.)
Bewerk het patroon in het patroonbewerkingsscherm. (Zie pagina 45, 73.)
1 Druk op deze toets om terug te keren naar het
patroonkeuzescherm en voeg een ander patroon toe.
2 Druk op deze toets om naar het
borduurinstellingenscherm te gaan.
2
1 Druk op deze toets om terug te keren naar het
patroonkeuzescherm.
2 Druk op deze toets om naar het
patroonbewerkingsscherm te gaan.
Bewerk bij een gecombineerd patroon het gehele patroon, geef de borduurinstellingen op en controleer het borduurgebied in het borduurinstellingenscherm. (Zie pagina 53, 75.)
1 Druk op deze toets om terug te keren naar het
patroonbewerkingsscherm.
2 Druk op deze toets om naar het borduurscherm
te gaan.
41
Page 44
Controleer in het borduurscherm de draadkleuren
1 2
die zijn toegekend aan de naaldstangen. Installeer
vervolgens de bovendraden. Druk op om de machine te ontgrendelen, zodat de “Start/Stop”­toets groen begint te knipperen. De borduurmachine is nu klaar om te borduren.
1 Druk op deze toets om terug te keren naar het
borduurinstellingenscherm.
2 Ontgrendelingstoets
Nadat u het borduurpatroon hebt geborduurd, verschijnt een melding “Borduren beëindigd”.
Druk op om terug te keren naar het borduurinstellingenscherm. (Zie pagina 53, 75)
42
Page 45
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING
1
2
2
1
3. Een borduurpatroon selecteren
In dit voorbeeld wordt het borduurpatroon geselecteerd dat hier rechts is afgebeeld.
Kies een patrooncategorie (type) in het patroonkeuzescherm.
Patroonkeuzescherm (Zie pagina 71 voor informatie over de toetsen en andere gegevens op het scherm.)
Zoek in het patroonlijstscherm naar het gewenste patroon en druk vervolgens op de toets voor het patroon.
Patroonlijstscherm (Zie pagina 72 voor informatie over de toetsen en andere gegevens op het scherm.)
2
1 Patroontypetoetsen 2 Druk hierop om de opgeslagen patronen op te
halen.
1 Toont een voorbeeldweergave. 2 Patroontoetsen
Een voorbeeldweergave uit het patroonlijstscherm controleren
Druk op om de voorbeeldweergave te bekijken alvorens te selecteren.
Druk op om terug te keren naar het patroonlijstscherm.
43
Page 46
Een borduurpatroon selecteren
2
5
4
1
3
Druk op om de categorie
a
borduurpatronen te selecteren.
De borduurpatrooncategorieën verschijnen.
• Bij sommige patrooncategorieën verschijnen subcategorieën. Druk op de toets voor de subcategorie met het gewenste patroon.
Selecteer een borduurpatrooncategorie.
b
Druk op de gewenste patrooncategorie.
Druk op het gewenste patroon.
c
In dit voorbeeld drukt u op .
Het patroonlijstscherm verschijnt.
Nadat u een patroon hebt geselecteerd, verschijnt het volgende:
1 Verticale lengte van het patroon 2 Horizontale breedte van het patroon 3 Aantal draadkleurwisselingen 4 Toets Miniatuurformaat selecteren
U kunt het miniatuurformaat instellen op groot, medium of klein.
5 Met deze toetsen kunt u het patroonformaat
wijzigen of het patroon horizontaal spiegelen. Welke functies u kunt gebruiken is afhankelijk van het geselecteerde patroontype.
(Zie “Een patroon spiegelen (horizontaal)” op pagina 177.)
• Als een verkeerd patroon is geselecteerd of als u een ander patroon wilt selecteren, drukt u op het gewenste patroon.
Druk op om het volgende scherm
d
weer te geven.
Hiermee bevestigt u de patroonkeuze.
Het patroonbewerkingsscherm wordt weergegeven.
44
Page 47
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING
Memo
5
1
3
4
0
6
9
2
7
8
4. Het borduurpatroon bewerken
Via dit scherm kunt u het patroon bewerken. Patroonbewerkingsscherm (Zie pagina 73 voor informatie over de toetsen en andere gegevens op het scherm.)
In dit voorbeeld wordt het patroon niet bewerkt. Zonder een bewerking uit te voeren, gaat u verder om het patroon te bevestigen.
2
1 Geeft de afmeting weer van het borduurpatroon
dat in het patroonweergavegebied wordt weergegeven. De bovenste waarde geeft de hoogte aan en de onderste waarde de breedte. Als het borduurpatroon uit meerdere patronen bestaat die zijn gecombineerd, wordt de afmeting van het gehele patroon weergegeven, inclusief alle patronen.
2 Markeert de afmeting van borduurramen die
kunnen worden gebruikt om het geselecteerde patroon te borduren.
• Als de borduurraamhouder niet is bevestigd aan de machine, wordt in het borduurgebied niet het juiste formaat borduurraam weergegeven. (Zie pagina 50.)
3 Geeft de afmeting weer van het geselecteerde
borduurpatroon. De bovenste waarde geeft de hoogte aan en de onderste waarde de breedte.
4 Druk hierop om het patroon te bewerken. 5 Druk op deze toets om het patroon te verwijderen
als het verkeerde patroon is geselecteerd. Er is geen patroon geselecteerd en het patroonkeuzescherm wordt weergegeven.
6 Toont een voorbeeldweergave. 7 Scant de stof om de borduurpositie uit te lijnen. 8 Druk hierop om het formaat van de
borduurafbeelding op het scherm te wijzigen.
9 Geeft het aantal draadkleurwisselingen weer voor
het momenteel geselecteerde borduurpatroon
0 Naar het volgende scherm
45
Page 48
5. Voorbeeldweergave bekijken
Memo
1
U kunt een voorbeeldweergave bekijken van het voltooide patroon binnen het borduurraam.
Druk op of om het type
Een voorbeeldafbeelding controleren
Geef de voorbeeldweergave weer om te controleren of het patroon wordt geborduurd zoals gewenst.
Druk op .
a
De voorbeeldweergave wordt getoond.
b
borduurraamhouder te selecteren. Selecteer vervolgens het borduurraam dat u wilt gebruiken.
• Nadat u hebt bepaald welk type borduurraamhouder en formaat borduurraam het meest geschikt zijn voor uw borduurwerk, verwisselt u de borduurraamhouder en het borduurraam die zijn geïnstalleerd. De machine detecteert automatisch de borduurraamhouder en het borduurraam en wijzigt de weergave.
1 Druk op om het patroon vergroot weer te
geven. Druk op om het patroon verkleind weer te geven.
• Een liggende voorbeeldafbeelding kan niet worden geroteerd tot een staande, ook al is er ruimte boven en onder.
46
Page 49
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING
1 2
Memo
Druk op om de borduurvolgorde te
c
controleren.
Het steeksimulatiescherm verschijnt.
Druk hierop om terug te keren naar
d
het vorige scherm.
• U kunt borduren terwijl een voorbeeldweergave wordt getoond op het borduurscherm. Als de voorbeeldweergave in een ander scherm dan het borduurscherm wordt weergegeven, kunt u niet borduren.
2
1 Selecteer de simulatiesnelheid. Druk op ,
of op om de snelheid te wijzigen. U kunt de snelheid zelfs wijzigen terwijl de simulatie wordt uitgevoerd.
2 Bedieningstoetsen
: Druk hierop om de simulatie te starten op de
ingestelde snelheid.
: Druk op deze toets om de simulatie te
onderbreken. Druk op om de simulatie voort te zetten.
: Druk op deze toets terwijl de simulatie wordt
uitgevoerd of is onderbroken, om de simulatie te stoppen en terug te gaan naar de toestand van voordat de simulatie startte.
• Druk op om terug te keren naar het scherm voor het selecteren van de borduurraamhouder/het
borduurraam.
47
Page 50
6. De stof in het borduurraam spannen
Opmerking
Memo
VOORZICHTIG
Opmerking
Nadat u het te borduren patroon hebt geselecteerd, controleert u welke borduurramen kunnen worden gebruikt om het patroon te borduren. Selecteer het meest geschikte borduurraam en span de stof met de steunstof/versteviging in het borduurraam. (Zie “Opstrijksteunstof (onderlaag) bevestigen aan stof” op pagina 92.) Zie pagina 34 voor voorzorgsmaatregelen voor de stof.
• Als de stof niet strak is gespannen, kan het patroon scheeftrekken of kunnen er in de stof plooien ontstaan. Volg de volgende procedure om de stof strak in het borduurraam te spannen zodat de stof niet lubbert. Gebruik een vlak oppervlak wanneer u de stof in het borduurraam spant.
Pictogram Naam
De stof in het borduurraam spannen
Selecteer een borduurraam.
a
Selecteer een borduurraam aan de hand van de formaten die in het scherm worden aangegeven.
(1-1/2 inch (L) × 2-3/8 inch (B))
Als u een van de optionele borduurramen gebruikt, verschijnen onderstaande pictogrammen op het scherm.
Borduurgebied
Middelgroot borduurraam
100 mm (L) × 100 mm (B)
(4 inch (L) × 4 inch (B))
Klein borduurraam
40 mm (L) × 60 mm (B)
Borduurramen die kunnen worden gebruikt, worden
lichter weergegeven ( ), borduurramen die niet kunnen worden gebruikt, worden donkerder
weergegeven ( ).
• Als de borduurraamhouder niet is bevestigd aan de machine, wordt in het borduurgebied niet het juiste formaat borduurraam weergegeven. (Zie pagina 50.)
Typen borduurramen
Er zijn vier formaten borduurramen inbegrepen bij deze machine. Deze worden gebruikt met de meegeleverde borduurraamhouder A. Zie “De borduurramen gebruiken” op pagina 88 voor meer informatie over de toepassingen van elk borduurraam.
Pictogram Naam
Borduurgebied
Extra groot borduurraam
200 mm (L) × 360 mm (B)
(7-7/8 inch (L) × 14 inch (B))
Extra groot borduurraam (optioneel)
200 mm (L) × 300 mm (B)
(7-7/8 inch (L) × 11-3/4 inch (B))
Groot borduurraam
130 mm (L) × 180 mm (B)
(5-1/8 inch (L) × 7-1/8 inch (B))
: Borduurraamhouder B
: Borduurraamhouder C
: Borduurraamhouder D
: Borduurraamhouder E
• Als u andere borduurramen gebruikt dan de vier meegeleverde ramen of aanbevolen optionele borduurramen, raakt het borduurraam mogelijk de persvoet, met het risico dat de machine wordt beschadigd of de gebruiker letsel oploopt. (Zie “De borduurramen gebruiken” op pagina 88 voor meer informatie over de borduurramen.)
• De borduurraamindicators geven alle
borduurraamformaten weer waarin het borduurpatroon kan worden geborduurd. Gebruik een borduurraam met de best passende afmeting. Als een te groot borduurraam wordt gebruikt, kan het patroon scheeftrekken of kunnen er in de stof plooien ontstaan. (Zie “De borduurramen gebruiken” op pagina 88.)
48
Page 51
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING
De stof in het kleine borduurraam spannen
De procedure voor het spannen van de stof in het kleine borduurraam wordt hieronder beschreven. Dezelfde procedure is van toepassing op het spannen van de stof in het middelgrote borduurraam. Zie “De stof in het borduurraam spannen” op pagina 93 voor meer informatie over de stof in andere meegeleverde borduurramen spannen.
Draai de schroef op het buitenraam los.
b
1 Schroef
Plaats de stof met de bovenkant boven op
c
het buitenraam.
Draai de schroef stevig vast en controleer
f
vervolgens of de stof strak staat.
• Als de stof goed is gespannen, maakt deze een trommelgeluid als u erop tikt.
• Klem het binnen- en het buitenraam stevig tegen elkaar zodat de onderkant van het binnenraam lager is dan de onderkant van het buitenraam.
1 Binnenraam 2 Buitenraam 3 Onderzijde van het binnenraam
2
• Het buitenraam heeft geen voor- of achterzijde. Beide zijden kunnen als voorzijde worden gebruikt.
• Wij raden aan opstrijksteunstof (onderlaag) te gebruiken om te voorkomen dat patronen scheeftrekken of steken gaan krimpen. (Zie “Opstrijksteunstof (onderlaag) bevestigen aan stof” op pagina 92.)
Druk het binnenraam in het buitenraam.
d
• Zorg dat er geen kreukels in de stof zitten nadat deze in het borduurraam is geplaatst.
Draai de schroef iets vast en trek vervolgens
e
aan de randen van de stof.
• Gebruik de meegeleverde schijfvormige schroevendraaier en draai de schroef stevig aan.
1 Schijfvormige schroevendraaier
De mate waarin de stof wordt gespannen en de hoeveelheid steunstof zijn afhankelijk van de soort stof waarop wordt geborduurd. Probeer verschillende methoden om het beste borduurresultaat te behalen. (Zie “Spantechnieken” op pagina 253.)
49
Page 52
7. Het borduurraam aan de machine bevestigen
VOORZICHTIG
Opmerking
Nadat u de stof in het borduurraam hebt gespannen, bevestigt u deze aan de borduurmachine. Borduurraamhouders A en B zijn als accessoires inbegrepen bij deze machine. Installeer borduurraamhouder A wanneer u een meegeleverd borduurraam wilt gebruiken. (Zie “De borduurramen gebruiken” op pagina 88 voor meer informatie over de borduurraamhouders.)
• Als het borduurraam niet correct wordt bevestigd, kan het borduurraam de persvoet raken. Dit kan de machine beschadigen of letsel veroorzaken.
• De “Start/Stop”-toets moet rood oplichten wanneer u het borduurraam bevestigt. Als de “Start/Stop”­toets groen knippert, kan de machine beginnen met borduren. Als de borduurmachine per ongeluk begint te werken, kan dit letsel veroorzaken.
• Wanneer u het borduurraam aan de machine bevestigt, mag het borduurraam geen andere delen van de borduurmachine raken.
• Controleer voordat u het borduurraam bevestigt of er genoeg draad op de klos zit.
Het borduurraam bevestigen
Stel de breedte van de borduurraamhouder af op de borduurraamgrootte en bevestig het borduurraam aan de machine. Als voorbeeld wordt hieronder de procedure voor het bevestigen van het kleine borduurraam beschreven.
Draai de twee duimschroeven los op de
a
borduurraamhouder.
Als een schroef te stevig is vastgedraaid, gebruikt u de meegeleverde schijfvormige schroevendraaier.
1 Linkerarm van de borduurraamhouder
Beweeg de arm van de borduurraamhouder naar links of naar rechts om deze af te stellen op de afmeting van het borduurraam.
2 Klem de borduurraamhouder vast.
Plaats het borduurraam in de klemmen op de borduurraamhouder.
3 Afstelpen 4 Gaten 5 Afstelopeningen
1 Linkerarm 2 Duimschroeven
De linkerarm van de borduurraamhouder kan
worden verplaatst.
• Draai de duimschroeven maximaal 2 slagen tegen de klok in los. Verwijder de schroeven niet.
50
Page 53
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING
Opmerking
Opmerking
Beweeg de linkerarm om de schroef aan de
b
rechterkant uit te lijnen met de markering voor het borduurraam dat moet worden geplaatst en draai vervolgens de duimschroeven aan.
In dit voorbeeld lijnt u uit met markering 5.
1 Markering voor extra groot borduurraam
200 mm (L) × 360 mm (B) (7-7/8 inch (L) × 14 inch (B))
2 Markering voor extra groot borduurraam
200 mm (L) × 300 mm (B) (7-7/8 inch (L) × 11-3/4 inch (B)) (optioneel)
3 Markering voor groot borduurraam
130 mm (L) × 180 mm (B) (5-1/8 inch (L) × 7-1/8 inch (B))
4 Markering voor middelgroot borduurraam
100 mm (L) × 100 mm (B) (4 inch (L) × 4 inch (B))
5 Markering voor klein borduurraam
40 mm (L) × 60 mm (B) (1-1/2 inch (L) × 2-3/8 inch (B))
Houd het borduurraam horizontaal en lijn
c
vervolgens tegelijkertijd de linker- en rechterrand uit met de borduurraamhouderklemmen.
• Het binnenraam moet bovenop liggen.
• Bevestig het borduurraam om de naaldplaat onder het borduurgebied te plaatsen. Anders raakt het borduurraam de naaldplaat.
1 Naaldplaat
• Als het buitenraam zich bovenop bevindt, zoals hieronder aangegeven, is het borduurraam niet goed bevestigd.
2
• Draai de twee duimschroeven stevig vast met de meegeleverde schijfvormige schroevendraaier. Als u de duimschroeven niet vastdraait, kunnen onderstaande problemen optreden.
• De machine detecteert het borduurraamformaat niet juist.
• De startpositie van het borduurraam is onjuist uitgelijnd.
• Het borduurpatroon is scheefgetrokken.
Het borduurraam kan in de borduurraamhouder
worden geplaatst.
Plaats het borduurraam totdat het op zijn
d
plaats klikt.
1 Zorg dat de pennen aan de linker- en
rechterarmen van de borduurraamhouder in de afstelopeningen en het gat van het borduurraam passen.
51
Page 54
Naar het borduurinstellingenscherm
Druk op .
a
Het borduurinstellingenscherm wordt weergegeven.
52
Page 55
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING
9
1
4
A
8
0
B
6 7
3
2
5
Opmerking
Memo
4
8. Borduurinstellingen invoeren
Via dit scherm kunt u het gehele patroon bewerken en borduurinstellingen invoeren. Bovendien kunt u de borduurpositie controleren en een patroon opslaan voor later gebruik. Borduurinstellingenscherm (Zie pagina 75 voor informatie over de toetsen en andere gegevens op het scherm.)
• De beschikbare toetsen zijn niet dezelfde wanneer “Handmatige kleurvolgorde” is ingesteld op “ON” in het instellingenscherm. Zie pagina 77 voor informatie over de toetsen en andere gegevens op het scherm.
• Als het borduurraam niet correct is geplaatst wanneer u naar het borduurinstellingenscherm gaat, wordt het borduurraam naar de correcte positie verplaatst op het moment dat het borduurinstellingenscherm wordt weergegeven. (Zie “Verplaatsen naar de juiste positie” op pagina 97.)
2
1 Geeft de afmeting weer van het patroon dat wordt
weergegeven in het patroonweergavegebied.
2 Toont een voorbeeldweergave. 3 De afbeelding van de stof die in het borduurraam
is geplaatst, kan worden gescand met de ingebouwde camera en worden weergegeven als achtergrond van het patroon. Nadat de achtergrondafbeelding is gescand, kunt u deze verbergen of opslaan in een extern geheugen.
4 De afbeelding op de ontwerppagina laat het
formaat van de afbeelding, de rotatie, het aantal draadwisselingen en de gemeten positie van de afbeelding in het borduurgebied zien.
5 Druk hierop voor extra bewerkfuncties. 6 Keert terug naar het patroonbewerkingsscherm. 7 Druk hierop om het patroon op te slaan. 8 De borduurgebiedlijn in het
patroonweergavegebied geeft het formaat van het geïnstalleerde borduurraam aan.
9 Druk hierop om met de camerafunctie de
naaldpositie te controleren op het LCD-scherm.
0 Druk op deze toetsen om aan te geven hoe het
patroon moet worden geborduurd.
A Naar het volgende scherm B Druk hierop om het te borduren gebied te
controleren.
In dit voorbeeld worden geen borduurinstellingen opgegeven. Ga verder met de volgende handeling.
53
Page 56
9. Het borduurgebied controleren
Opmerking
12
Controleer het borduurgebied om er zeker van te zijn dat het patroon op de gewenste locatie wordt geborduurd, niet scheeftrekt en dat het borduurraam de persvoet niet raakt. Als het borduurraam niet correct is geplaatst, wordt dit verplaatst naar de correcte positie en wordt vervolgens de borduurpositie aangegeven.
Tijdelijk stoppen om het gebied
• Als u een groot project borduurt, zoals een jasje of gordijnen, met het platte borduurraam, het quilt- of jumboraam, wordt het borduren mogelijk onderbroken doordat de niet-gebruikte persvoet blijft haken aan de stof buiten het ontwerpgebied. Probeer het ontwerp zo dicht mogelijk bij het midden van het borduurraam te stikken. Gebruik naaldstang 3 t/m 7 en houd de kop van de machine zo sterk mogelijk gecentreerd. (Zie pagina 110 of 132 om de naaldstang te selecteren.)
Druk op .
a
te controleren
Het borduurraam kan tijdelijk worden gestopt op een gewenste positie en ook het controleren van het borduurgebied kan worden gestopt.
Als het borduurraam de gewenste positie
a
heeft bereikt, drukt u opnieuw op
Het borduurraam stopt en het volgende scherm
wordt weergegeven.
.
De persvoet komt omlaag en het borduurraam wordt
verplaatst om het borduurgebied te tonen.
De hoeken van de achthoek die het
b
borduurgebied voor het patroon weergeven, worden aangegeven door van richting te veranderen.
Bekijk de bewegingen van het borduurraam en controleer of het patroon op de gewenste plaats wordt geborduurd en of het borduurraam de persvoet niet raakt.
1 Druk hierop om het borduurraam verder te laten
gaan.
2 Druk hierop om het controleren van het
borduurgebied te stoppen.
Als u wilt dat het borduurraam verdergaat,
b
drukt u op . Als u het controleren van het borduurgebied wilt stoppen, drukt u op .
Naar het borduurscherm
Nadat u de benodigde handelingen in het borduurinstellingenscherm hebt uitgevoerd, gaat u naar het borduurscherm.
Druk op .
a
54
Het borduurscherm wordt weergegeven.
Page 57
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING
56
3
1
2
7
4
Memo
10. Bovendraad inrijgen
Controleer het borduurscherm op informatie over welke naaldstangen met welke kleuren draad moeten worden ingeregen en rijg vervolgens de bovendraden in.
De naaldstangen en draadkleuren controleren
In het borduurinstellingenscherm drukt u op om het borduurscherm weer te geven; Controleer de kleuren draad in het scherm.
Een bericht dat u de draadklos moet verwisselen verschijnt als u de draadklossen van het vorige borduurproject moet verwisselen. Als u “Handmatige kleurvolgorde” hebt ingesteld op “ON” in het instellingenscherm, verschijnt de melding niet, ook al moeten de draadklossen worden verwisseld. (Zie “Draadkleuren selecteren/beheren voor elke naaldstang (Handmatige kleurvolgorde)” op pagina 132.)
Borduurscherm (Zie pagina 78 voor informatie over de toetsen en andere gegevens op het scherm.)
2
1 Informatie over de draad voor de eerste t/m tiende
naaldstang
2 Als geen naam van de kleur draad wordt
weergegeven, wordt die naaldstang niet gebruikt. Als in een eerder genaaid ontwerp een draadkleur was toegekend aan de naaldstang, toont de naaldstang die eerder toegekende kleur.
3 Melding draadklos verwisselen. (Zie pagina 114.)
Deze melding verschijnt wanneer de draadklossen
moeten worden verwisseld. Als u niet op 4 drukt om de melding af te sluiten, kan het
borduren niet worden voortgezet
• De draadinformatie voor de te verwisselen draadklos wordt weergegeven in een rood kader. Wanneer u op de automatische naaldinrijgknop drukt, verdwijnt het borduurraam.
5 Kleur draad 6 Naaldstangnummer 7 Naam of nummer van de draadkleur
Als het draadkleurnummer (#123) is geselecteerd in het instellingenscherm (zie “De draadkleurgegevens wijzigen” op pagina 225), wordt ook het draadmerk weergegeven.
De draad met de kleurnaam die bij iedere naaldstangnummer wordt weergegeven, moet op die naaldstang worden ingeregen. In het weergegeven scherm
1: LIMOENGROEN 6: BLAUWE REGEN 2: MOSGROEN 7: VIOLET 3: KARMIJNROOD 8: WIT 4: ROOD 9: GRAANGOUD 5: MAGENTA
Als er geen naam naast een naaldstangnummer wordt weergegeven, wordt die naaldstang niet gebruikt. In dit voorbeeld wordt naaldstang 10 niet gebruikt.
55
Page 58
Druk op .
1 2
5
3
7
4
6
Opmerking
VOORZICHTIG
a
Het scherm met de melding dat de klossen moeten worden verwisseld, wordt gesloten.
• Naast het controleren van de kleuren draad kunt u informatie over het aantal steken en de borduurtijd bekijken en diverse borduurinstellingen in het borduurscherm opgeven.
1 De voortgang van het borduren wordt aangegeven
met de rode markering op de balk. Druk op om (op de indicator) alleen de draadkleur weer te
geven die wordt geborduurd.
2 Geeft het aantal draadkleurwisselingen aan, het
aantal steken, de borduurtijd en de tijdsduur totdat de machine stopt.
3 Geeft de draadkleuren aan, de borduurvolgorde
en het nummer van de naaldstang die is toegekend aan de draadkleuren. Naast de draadkleur die wordt geborduurd verschijnt een rood driehoekje. En het vakje wordt grijs wanneer het borduren is voltooid.
4 Druk op en op om de borduurvolgorde en
de naaldstang te bekijken voor draadkleuren die u niet kunt zien op het scherm.
5 Druk op deze toetsen om terug te keren naar het
borduurinstellingenscherm.
6 Als u de machine wilt starten of draden wilt
knippen, drukt u op deze toets om de machine te ontgrendelen. Druk vervolgens op de “Start/ Stop”-toets of draadafknip-toets.
7 Druk op een toets om de geselecteerde
naaldstang te verplaatsen naar de borduurpositie. Doe dit wanneer de naald wordt ingeregen met behulp van het automatische naaldinrijgmechanisme.
• De beschikbare toetsen zijn niet dezelfde wanneer “Handmatige kleurvolgorde” is ingesteld op “ON” in het instellingenscherm. (Zie pagina 78 voor informatie over de toetsen en andere gegevens op het scherm.)
• Wanneer u in het borduurscherm op (ontgrendelingstoets) drukt, gaat de “Start/Stop”-toets groen knipperen en kan de machine beginnen met borduren. Zorg dat de borduurmachine niet per ongeluk wordt gestart als de bovendraad of de naald worden ingeregen. Dit kan letsel veroorzaken.
56
Page 59
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING
VOORZICHTIG
Opmerking
Memo
Bovendraad inrijgen
Gebruik machineborduurdraad om de naaldstangen op volgorde in te rijgen, te beginnen bij naaldstang 1.
• Volg voor het inrijgen van de bovendraad de instructies zorgvuldig op. Als de bovendraad niet correct
wordt ingeregen, kan de draad breken of verward raken. Hierdoor kan de naald verbuigen of breken.
Plaats op de klospen een klos met de
a
draadkleur die is opgegeven voor de
• Aanbevolen wordt het gebruik van machineborduurdraad van rayon of polyester (120 den x 2 / 135 dtex x 2 / gewicht van 40 (in VS en Europa) / #50 (in Japan)).
• De manier van inrijgen van de draad, is op de machine met een lijn aangegeven. Zorg dat u de draad inrijgt zoals aangegeven.
betreffende naaldstang.
2
• Controleer of de klossenstandaard geheel open is.
• Wanneer u kleine draadklossen gebruikt, plaatst u de meegeleverde klosmat op de klospen voordat u de spoel op de pen plaatst.
• Plaats de draad midden in de klossenstandaard, zodat de draad goed van de klos afwikkelt, en niet verward raakt rond de klospen direct onder de draadklos.
57
Page 60
• Gebruik een kloshouder op alle draadklossen die
Opmerking
korter zijn dan de hoogte van de klospen.
1 Klosmat 2 Kleine klos 3 Kloshouder
De nummers geven het inrijgpad aan voor elk van de genummerde naaldstangen. Zorg dat de naaldstangen correct worden ingeregen.
Leid de draad door het gat (met het
c
betreffende naaldstangnummer) in draadgeleider C en vervolgens door het overeenkomstige gat in draadgeleider D. Als voorbeeld laten we het inrijgen van klospen 1 zien.
1 Draadgeleider C 2 Draadspanningshendel 3 Gaten in draadgeleider C 4 Draadgeleider D
Leid de draad van een gespecificeerde kleur
b
door de gaten in de draadgeleider. Let op dat de draadkleur overeenkomt met de betreffende naaldstang. Leid de draad van klospen 1, 3, 5, 6, 8 en 10 door de gaten in beide draadgeleiders A en B. Leid de draad van klospen 2, 4, 7 en 9 alleen door het gat in draadgeleider B.
1 Draadgeleider A (Er zitten 6 gaten in deze
draadgeleider)
2 Draadgeleider B (Er zitten 10 gaten in deze
draadgeleider)
• Voordat u begint met inrijgen, schuift u de draadspanningshendel naar links zodat de gaten in draadgeleider C geheel open staan.
• Wanneer u klaar bent met het inrijgen van alle bovendraden schuift u de draadspanningshendel weer naar rechts. Wanneer u borduurt met de gaten in draadgeleider C geheel open, kan de draad verward raken of breken.
1 Draadspanningshendel 2 Gaten in draadgeleider C
58
Page 61
Leid de draad door het gat in
Opmerking
d
bovendraadgeleider 1 en trek de draad naar u toe.
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING
Wikkel de draad met de klok mee eenmaal
f
rond draadspanningsschijf 1.
1 Draadspanningsschijf 2 Leid de draad met de klok mee op deze plek op de
spanningsschijven.
• Controleer of de draad stevig in de draadspanningsschijven zit.
2
1 Gat in bovendraadgeleider
Houd de draad met beide handen vast en
e
leid deze van rechts onder de geleiderplaat door.
1 Bovendraadgeleiderplaat
• De draad loopt door alle draadspanningsschijven met de klok mee.
Leid de draad langs het draadpad en rond
g
de juiste draadgeleiderpennen zoals aangegeven op de machine. Leid de draad vervolgens vanaf rechts onder de middelste draadgeleiderplaat 1.
1 Draadgeleiderpen 2 Middelste draadgeleider
• Het pad van de bovendraadgeleider rond de draadspanningsschijf naar de middelste draadgeleider
f t/m g) kan afwijken naar gelang het
(stap klosnummer. Door de draad door de draadgeleiderpennen te halen voorkomt u dat de draad verward raakt. Volg het pad dat is aangegeven op de machine.
59
Page 62
Gebruik de meegeleverde naaldinrijger om
j
de draad door de draadgeleider van naaldstang 1 te leiden.
Leid de draad langs opening 1 om deze van
h
rechts naar links door het gat in ophaalhendel 1 te halen.
1 Draadophaalhendel
Leid de draad door de opening in de
i
draadgeleider en vervolgens door het gat in de onderste draadgeleider 1.
1 Draadgeleider van naaldstang 2 Inrijger
Wanneer u klaar bent met het inrijgen van
k
alle bovendraden, schuif dan draadspanningshendel voor draadgeleider C naar rechts. Zo sluit u de gaten in de draadgeleider.
1 Draadspanningshendel 2 Gaten in draadgeleider C
1 Gat in lage draadgeleider
60
Page 63
De naald inrijgen
VOORZICHTIG
Opmerking
Opmerking
Gebruik het automatische naaldinrijgmechanisme om de naald van een draad te voorzien.
Druk op de automatische naaldinrijgknop.
a
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING
Trek ongeveer 150 mm (6 inch) draad los.
b
Zorg dat de draad niet gespannen staat. Zoals aangegeven in de illustratie leidt u de draad vanaf rechts onder de vork van het automatisch naaldinrijgmechanisme. Vervolgens pakt u de draad met het draadhaakje die door het oog van de naald gaat.
1 Draadhaakje 2 Vork
2
Het haakje van het automatische
naaldinrijgmechanisme gaat door het oog van naald.
De draadklosindicator is uitgeschakeld.
• Als de naald niet volledig is ingebracht, gaat het draadhaakje van het automatische naaldinrijgmechanisme niet door het oog van de naald tijdens het automatisch inrijgen. Het draadhaakje kan dan verbuigen of de naald kan mogelijk niet worden ingeregen.
• Als het draadhaakje van het automatische inrijgmechanisme verbogen of beschadigd is, neemt u contact op met een erkende Brother­dealer.
• Draai niet aan het handwiel terwijl het draadhaakje van het automatische naaldinrijgmechanisme door het oog van de naald gaat, anders kan het automatische naaldinrijgmechanisme beschadigd raken.
• Terwijl de draad met het haakje wordt opgepakt, zorgt u dat de draad niet los raakt.
Leid de draad onder de geleider op de
c
persvoet.
1 Geleider op persvoet 2 Nok in geleider op persvoet
• Controleer of de draad goed door de nok in de geleider op de persvoet gaat.
Leid de draad goed door de groef in de
d
draadafsnijder en trek zachtjes aan de draad om deze af te snijden.
• Wanneer u het handwiel draait, is het mogelijk dat het automatische naaldinrijgmechanisme terugkeert naar de vorige positie om beschadiging te voorkomen.
• Het automatische naaldinrijgmechanisme kan een naald in de borduurpositie inrijgen. Zorg dat de naaldstang die u wilt inrijgen zich in de borduurpositie bevindt wanneer dit mechanisme wordt gebruikt, anders functioneert het naaldinrijgmechanisme niet bij de juiste naald. Als de naaldstang zich niet in de borduurpositie bevindt, verplaatst u deze daar naartoe. (Zie pagina 62.)
1 Groef in de draadafsnijder
61
Page 64
Opmerking
• Als de draad niet goed door de groef in de
Opmerking
draadafsnijder is geleid, verschijnt de melding “Wisserfout.” en kunt u de naald niet inrijgen. Let op dat u de draad veilig door de groef leidt.
• Als niet genoeg draad is losgetrokken, kan de draad niet door de draadafsnijder worden geleid.
Druk op de automatische naaldinrijgknop.
e
Geselecteerde naaldstang verplaatsen en inrijgen
U kunt op elk moment een geselecteerde naaldstang verplaatsen naar de borduurpositie en inrijgen.
Druk op .
a
• De naaldinrijger verplaatst zich naar achteren, van de naald af. De draad wordt door het oog geleid.
• De draadwisser komt naar buiten en pakt de draad tussen de naald en de naaldinrijger.
• De naaldinrijger keert terug naar de oorspronkelijke beginpositie.
Het inrijgen van de bovendraad voor naaldstang 1 is klaar.
Rijg de overige naaldstangen op dezelfde wijze in.
• Als de naaldstang die moet worden ingeregen niet naar de borduurpositie is verplaatst, kan de naald niet worden ingeregen met het automatische naaldinrijgmechanisme. Voer voor de overige naaldstangen de volgende handeling uit om de naaldstang naar de borduurpositie te verplaatsen voordat u de naald inrijgt.
Het naaldstangverplaatsingsscherm verschijnt.
Druk op de toets voor de naaldstang die u
b
wilt verplaatsen of inrijgen.
De geselecteerde naaldstang wordt verplaatst naar
de borduurpositie.
62
Page 65
Druk op de automatische naaldinrijgknop
Memo
Opmerking
Memo
c
terwijl het naaldstangverplaatsingsscherm wordt weergegeven.
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING
• Als de draad niet strak staat, kan deze losraken uit de draadspanningsschijf. Controleer nadat het inrijgen van de bovendraden is voltooid of de draad door de draadspanningsschijf loopt. (Zie stap op pagina 59.)
f
Druk hierop om terug te keren naar
d
het vorige scherm.
• In het borduurscherm verschijnt een blauw kader rond de informatie over de draad van de geselecteerde naaldstang.
• Wanneer u een van de bovendraadkleuren
2
wisselt, kunt u eenvoudig opnieuw inrijgen door de draad die nu wordt gebruikt, af te knippen tussen de klos en de draadgeleider boven de spoel. Plaats de nieuwe klos op de klospen en knoop het uiteinde van de nieuwe draad aan de oude draad vast. Trek vervolgens de draad door de naald. (Zie pagina 115.)
Het klosnetje gebruiken
Plaats het meegeleverde klosnetje voordat u gaat borduren over de klos als u metallic draad of een andere sterke draad gebruikt. Als het klosnetje te lang is, vouwt u dit eenmaal voordat u het over de klos plaatst, zodat het even groot is als de klos. Wanneer u het klosnetje gebruikt, is het wellicht nodig dat u de draadspanning aanpast.
De in te rijgen naaldstang naar de borduurpositie verplaatsen
In het borduurscherm kunt u de naaldstang verplaatsen.
Druk op de toets voor de naaldstang die u
a
wilt inrijgen.
De geselecteerde naaldstang wordt verplaatst naar
de borduurpositie.
1 Klosnetje 2 Draad
63
Page 66
11. Het patroon borduren
VOORZICHTIG
Opmerking
De machine is nu klaar om te borduren. Wanneer de machine begint te borduren, gaat de persvoet automatisch omlaag, de nodige handelingen voor het afknippen van draden na afloop van het borduren worden uitgevoerd, de draden worden gewisseld terwijl het patroon wordt geborduurd en de machine stopt als het patroon klaar is.
• Uit veiligheidsoverwegingen moet u de machine niet onbeheerd achterlaten tijdens het borduren.
• Let goed op de plaats van de naald wanneer de machine in werking is. Houd uw handen uit de buurt van bewegende onderdelen, zoals de naald, de naaldstanghouder, de draadophaalhendel en de borduurarm, om letsel te voorkomen.
Veiligheidsmechanisme
Uit veiligheidsoverwegingen is deze borduurmachine voorzien van een vergrendelingsfunctie. Normaalgesproken is de machine vergrendeld (en kan dus geen handelingen uitvoeren). Tenzij de machine wordt ontgrendeld, kan deze niet borduren. Als u de borduurmachine niet binnen 10 seconden na het ontgrendelen start, wordt deze automatisch opnieuw vergrendeld. De “Start/Stop”-toets geeft aan of de machine is vergrendeld. Als de “Start/Stop”-toets rood oplicht, is de machine vergrendeld. Als de “Start/Stop”-toets groen knippert, is de machine ontgrendeld.
Beginnen met borduren
• Zorg dat er zich geen voorwerpen binnen
het bereik van het borduurraam bevinden. Als het borduurraam een ander voorwerp raakt, kan het patroon scheeftrekken.
Druk op om de borduurmachine
a
te ontgrendelen.
De “Start/Stop”-toets begint groen te knipperen en
de machine kan worden gestart.
• Als u niet binnen 10 seconden na het ontgrendelen van de machine op de “Start/Stop”-toets drukt, wordt deze opnieuw vergrendeld.
64
Page 67
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING
1
2
Druk op de “Start/Stop”-toets.
b
Druk op de “Start/Stop”-toets terwijl deze groen knippert. Als de “Start/Stop”-toets weer rood oplicht, herhaalt u deze procedure vanaf stap a.
De “Start/Stop”-toets licht groen op en de machine
begint de eerste kleur te borduren.
Nadat het borduren van de eerste kleur is
c
voltooid, stopt de machine automatisch en wordt de draad afgeknipt. De naaldstanghouder beweegt naar de positie voor de tweede kleur en het borduren van de tweede kleur begint.
2
1 De draadkleur voor de naaldstang die momenteel
in gebruik is om te borduren, of weldra gebruikt zal worden, verschijnt boven in het scherm met de draadkleurvolgorde. De overige draadkleuren worden van boven af vermeld in de volgorde van borduren.
2 Een blauw kader verschijnt rond de
draadinformatie van de naaldstang die momenteel is geselecteerd.
• Terwijl de machine borduurt, wordt in het patroonweergavegebied het gedeelte dat wordt geborduurd, aangegeven met een groen kruisje. Bovendien worden de tijd en het aantal steken bijgehouden.
De draadkleurweergave op het scherm gaat naar de
tweede kleur en de informatie over de draad van de tweede naaldstang wordt blauw omkaderd.
Dit gaat zo door tot de laatste kleur is
d
geborduurd en de machine automatisch stopt.
Het borduurinstellingenscherm wordt opnieuw
weergegeven.
De “Start/Stop”-toets licht rood op.
• Het is niet nodig de draad bij het begin van en na afloop van het borduren af te knippen.
65
Page 68
Doorgaan met borduren
Opmerking
Memo
Druk op om hetzelfde patroon nogmaals te borduren.
Het borduurscherm wordt weergegeven zodat
hetzelfde patroon nogmaals kan worden geborduurd.
Druk op om een nieuw patroon te selecteren.
Het patroonkeuzescherm wordt weergegeven.
• De instelling automatische stiksteken kan worden ingesteld zodat deze worden genaaid bij het begin van het borduren, na een wisseling van draadkleur en na het afknippen van de draad. (Zie “Instelling automatische stiksteken” op pagina 134.)
• De snelheid kan worden gewijzigd, zelfs tijdens het borduren van een patroon. (Zie “Instelling voor maximale snelheid” op pagina 139.)
Het borduren stoppen
De machine kan worden gestopt tijdens het borduren.
Tijdelijk onderbreken
Druk op de “Start/Stop”-toets.
a
De machine stopt en de “Start/Stop”-toets licht rood
op.
• U kunt het borduren ook stoppen door een gebied aan te raken waarin het patroon wordt weergegeven.
• De draad wordt niet afgeknipt.
• Als u weer wilt doorgaan met borduren, controleert u of de bovendraad strak staat, drukt u op de ontgrendelingstoets en vervolgens op de “Start/Stop”­toets.
• Als u tijdens het borduren op de onderbrekingstoets drukt, stopt de machine voordat het borduren van de volgende kleur begint. (Zie “De machine stoppen bij de volgende kleurwisseling” op pagina 140.)
• Voordat u gaat borduren, kan de machine zo worden ingesteld dat deze bij elke draadkleurwisseling stopt. (Zie “Pauzelocaties opgeven vóór het borduren” op pagina 140.)
66
Page 69
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING
Memo
Verdergaan met borduren nadat de machine was uitgezet
Druk op de “Start/Stop”-toets.
a
De machine stopt en de “Start/Stop”-toets licht rood
op.
• De draad wordt niet afgeknipt.
Druk op om de borduurmachine
b
te ontgrendelen.
Druk op de draadafknip-toets.
c
Zet de hoofdschakelaar op “{”.
d
De machine wordt uitgezet en het scherm en de
indicator van de “Start/Stop”-toets gaan uit.
• Het borduren kan worden voortgezet nadat de machine weer is aangezet. Ga een aantal steken achteruit om de steken te laten overlappen. (Zie “Verdergaan met borduren nadat de machine is uitgezet” op pagina 122 voor meer informatie.)
• U kunt de machine op ieder moment laten stoppen, zelfs terwijl deze aan het borduren is. Als de machine wordt gestopt voor het wisselen van de kleur draad, hoeft u niet een aantal steken terug te gaan voordat u weer kunt doorgaan. De machine kan zo worden ingesteld dat deze stopt wanneer de kleur draad wordt gewisseld. (Zie “Pauzelocaties opgeven vóór het borduren” op pagina 140 voor meer informatie.)
Als de draad breekt tijdens het borduren
Als zich een probleem voordoet tijdens het borduren, zoals het breken van de draad, stopt de machine automatisch. Rijg de gebroken draad opnieuw in, ga enkele steken terug en ga verder met borduren. (Zie “Als de draad breekt of de spoeldraad tijdens het borduren opraakt” op pagina 116 voor meer informatie.)
2
De spoel- en bovendraad worden afgeknipt.
• Zorg dat de draden zijn afgeknipt voordat u de borduurmachine uitzet.
67
Page 70
12. Borduurraam en stof verwijderen
VOORZICHTIG
Nadat het borduren is voltooid, verwijdert u het borduurraam en haalt u vervolgens de stof uit het borduurraam.
Het borduurraam verwijderen
• Zorg dat de “Start/Stop”-toets rood oplicht wanneer u het borduurraam verwijdert. Als de “Start/Stop”-toets groen knippert, kan de machine beginnen met borduren. Als de machine per ongeluk begint te werken, kan dit letsel veroorzaken.
• Wanneer u het borduurraam verwijdert, mag het borduurraam geen andere delen van de machine raken.
• Oefen niet te veel kracht uit bij het optillen van de borduurraamhouder, anders kan deze beschadigen.
Pak met beide handen de linker- en
a
rechterarmen van de borduurraamhouder vast en til het borduurraam vervolgens iets op.
De pennen op de armen van de borduurraamhouder komen uit de gaten aan de zijkanten van het borduurraam.
De stof verwijderen
Draai de schroef op het buitenraam los.
a
Als een schijfvormige schroevendraaier is gebruikt
om de schroef vast te draaien, gebruikt u ook de meegeleverde schijfvormige schroevendraaier om deze weer los te draaien.
Verwijder het buitenraam en verwijder
b
vervolgens de stof.
Trek het borduurraam naar u toe om het te
b
verwijderen.
68
Page 71
13. De machine uitzetten
Opmerking
Memo
Zet de machine uit nadat het borduren is voltooid.
Zet de hoofdschakelaar op “{”.
a
De machine wordt uitgezet en het scherm en de
indicator van de “Start/Stop”-toets gaan uit.
Haal de netstekker uit het stopcontact.
b
Pak het netsnoer bij de stekker vast wanneer u het uit het stopcontact haalt.
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING
• Als de machine wordt uitgezet tijdens het borduren, kunt u doorgaan met borduren wanneer de machine weer is aangezet. (Zie “Verdergaan met borduren nadat de machine is uitgezet” op pagina 122.)
Uitgezet tijdens het borduren
2
Haal, indien nodig, het netsnoer uit de
c
machine.
Berg het netsnoer op een veilige plaats op.
• Wanneer tijdens het gebruik van de borduurmachine de stroom uitvalt, zet u de borduurmachine uit en haalt u de stekker uit het stopcontact. Volg onderstaande procedure om de borduurmachine weer op de juiste manier op te starten. (Zie “2. De machine aanzetten” op pagina 38.)
Ð
Aangezet
Ð
Na het openingsfilmpje
Ð
69
Page 72
Beknopte bedieningsgids voor het scherm
In de onderstaande tabellen vindt u beschrijvingen van de toetsen en andere informatie die op de schermen worden weergegeven.
Toetsschermen
De weergave van de toetsen hebben de volgende betekenis:
(Normale weergave) : Deze toets is niet geselecteerd maar kan wel worden geselecteerd.
(Donkere weergave) : Deze toets is geselecteerd.
(Grijze weergave) : Deze toets kan niet worden geselecteerd.
70
Page 73
Het patroonkeuzescherm
0
9
5
1 2
8
3
6
4
7
Via dit scherm kunt u een patrooncategorie (type) selecteren.
Nr.
7
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING
Display
Toetsnaam
Computertoets
(USB)
Functie
Met de meegeleverde USB­kabel kan de computer worden aangesloten op de borduurmachine. Zo kunt u patronen ophalen van de computer.
Pagina
p.166
2
8
SD-kaarttoets
9
0
Nr.
1
2
3
4
5
6
Display
Toetsnaam
Borduurpatroontoets
Kaderpatroontoets
Lettertypentoets
Decoratief
alfabettoets
Monogram-
en kadertoets
USB-
mediumtoetsen
Functie
Het borduurpatroon voor een ontwerp kan worden geselecteerd.
Veertien soorten steken kunnen worden gecombineerd met tien kader- en omrandingsvormen, zoals een cirkel of een vierkant.
Hoofdletters, kleine letters, cijfers, symbolen en speciale tekens uit 37 verschillende lettertypen kunnen worden geselecteerd in kleine, middelgrote en grote afmetingen. U kunt Japanse lettertypen selecteren in
Ingebouwde patronen
groot en klein formaat.
U kunt allerlei letterpatronen selecteren, zoals bloemletters, applicatieletters enzovoort.
U kunt monogramontwerpen creëren door twee of drie letters te combineren.
Hiermee haalt u patronen op van USB-media.
Pagina
p.151
p.152
p.155
p.158
p.153
p.165
Toets voor
borduurpatronen
in het
machinegeheugen
Terug-toets
Hiermee haalt u patronen op van SD-kaarten
Haalt patronen op uit het geheugen van de machine.
Deze toets wordt alleen weergegeven als u een patroon hebt geselecteerd. Druk op deze toets om het zoeken naar een ander patroon in het patroonkeuzescherm af te breken. Keert terug naar het patroonbewerkingsscherm.
p.165
p.164
p.174
71
Page 74
Het patroonlijstscherm
7
1
0
6
8
3
4
9
5
2
A
3
C
4
D
8 0
E
B
Via dit scherm kunt u een patroon selecteren.
Nr.
Display
Toetsnaam
Functie Pagina
Een afbeelding van het patroon wordt weergegeven op de toets. Druk op de
3
Patroontoetsen
afbeelding om het patroon te selecteren. Sleep uw vinger omhoog en
p.150
omlaag in dit gebied om door de pagina's te bladeren.
Druk op deze toets om de geselecteerde
4
Terug-toets
patrooncategorie te verlaten en een andere categorie te kiezen. Keert terug naar het
p.150
patroonkeuzescherm.
Geeft een afbeelding weer
5
Voorbeeldtoets
van het patroon dat u gaat borduren, als voorbeeldweergave.
p.46
Geeft het aantal draadkleuren
6
Aantal
draadkleuren
weer voor het geselecteerde borduurpatroon.
U kunt hier de letterinformatie over een ingevoerd
7
Tekstvoorbeeldgebied
letterpatroon controleren. Letters worden ingevoerd na de rode cursor. Wijzig de
p.158
invoerpositie met en .
Met deze toets kunt u de
8
Groottetoets
afmeting van het geselecteerde borduurpatroon wijzigen.
p.156
Druk hierop om de
9
Tekstuitlijningstoets
ingevoerde tekst te centreren naar links, midden of rechts.
p.158
Druk hierop nadat een patroon is geselecteerd. De patroonkeuze
Nr.
Display
Toetsnaam
Functie Pagina
Geeft de afmeting weer van het borduurpatroon dat in het patroonweergavegebied wordt weergegeven. De
0
Insteltoets
A
Reekstoets
wordt bevestigd en het patroonbewerkingsscherm wordt weergegeven.
Wijzig de richting en de vorm van een reeks letters van het letterpatroon.
p.151
p.158
bovenste waarde geeft de lengte aan en de onderste
1
Grootte
waarde de breedte. Als het borduurpatroon uit meerdere patronen bestaat die zijn gecombineerd,
B
Miniatuurformaat
Toets
selecteren
U kunt het miniatuurformaat instellen op groot, medium of klein.
p.151
wordt de afmeting van het gehele patroon weergegeven, inclusief alle patronen.
C
Vorige-
paginatoets
Druk op deze toets om de vorige pagina weer te geven.
p.151
Geeft de afmeting aan van het patroon dat u hebt
2
Grootte
patroontoets te drukken. De bovenste waarde geeft de lengte aan en de onderste
geselecteerd door op de
waarde de breedte.
72
D
Volgende-
paginatoets
E
Horizontaal-
spiegelbeeldtoets
* Sommige patronen kunt u niet bewerken met 8, 9,
A of E.
Druk op deze toets om de volgende pagina weer te geven.
Spiegelt het geselecteerde patroon in horizontale richting.
p.151
p.177
Page 75
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING
2
C
3
A
5
B
6
1
4
9
7
0
8
Het patroonbewerkingsscherm
In het patroonbewerkingsscherm kunt u patronen afzonderlijk bewerken. (In dit scherm kunt u niet het hele patroon bewerken.) Het patroon dat is geselecteerd in het patroonweergavegebied kunt u verplaatsen, vergroten/verkleinen, roteren en anders indelen. Ook het kleurthema kunt u wijzigen. Bovendien kunt u meerdere patronen selecteren en combineren. Ook ingevoerde letterpatronen kunt u op verschillende manieren bewerken.
Nr.
6
7
8
9
Nr.
1
2
3
4
5
Display
Toetsnaam
Patroongrootte
Borduurraamindicators
Grootte
Wistoets
Toevoegentoets
Functie Pagina
Geeft de afmeting weer van het borduurpatroon dat in het patroonweergavegebied wordt weergegeven. De bovenste waarde geeft de lengte aan en de onderste waarde de breedte. Als het borduurpatroon uit meerdere patronen bestaat die zijn gecombineerd, wordt de afmeting van het gehele patroon weergegeven, inclusief alle patronen.
Geeft de afmeting weer van borduurramen die kunnen worden gebruikt om het borduurpatroon te borduren dat wordt weergegeven in het patroonweergavegebied.
Geeft de afmeting weer van het patroon dat wordt bewerkt. De bovenste waarde geeft de lengte aan en de onderste waarde de breedte.
Wist het patroon. Met deze toets wordt het geselecteerde patroon gewist.
Voegt een patroon toe. Met deze toets wordt het patrooncombinatiescherm weergegeven.
p.48
p.200
p.174
0
A
B
C
Display
Toetsnaam
Voorbeeldtoets
Afstand vanaf
het
middelpunt
(verticaal)
Afstand vanaf
het
middelpunt
(horizontaal)
Rotatiehoek
Aantal
draadkleuren
Plaatsingstoetsen
Patroonkeuzetoetsen
Eindetoets
Functie Pagina
Geeft een afbeelding weer van het patroon dat u gaat borduren, als voorbeeldweergave.
Geeft de verplaatsing weer (verticale afstand) van het geselecteerde patroon.
Geeft de verplaatsing weer (horizontale afstand) van het geselecteerde patroon.
Geeft de rotatiehoek weer waarop het patroon dat wordt bewerkt, wordt gedraaid.
Geeft het aantal draadkleuren weer voor het patroon dat wordt bewerkt.
Verplaatst de borduurpositie van het patroon dat wordt bewerkt in de richting van de
pijl. (Wanneer u op drukt, wordt de borduurpositie verplaatst naar het midden van het borduurgebied.)
Selecteer één van de patronen (indien er een combinatie van meerdere patronen is gemaakt)
Beëindigt het bewerken en gaat naar het borduurinstellingenscherm.
p.46
p.176
p.176
p.180
p.176
p.175
p.52
2
73
Page 76
B
5
A
8
3
C
J
7
F
D
E
4
I
1
2
G
H
6
9 0
Nr.
B
Letterbewerkingstoets
Display
Toetsnaam
Functie Pagina
Druk hierop om de afmeting en het lettertype van afzonderlijke letters in het letterpatroon dat u bewerkt te wijzigen.
p.184
Nr.
1
Stofscantoets
2
Uitvergrotingstoets
3
4
Vergrotingstoets
Display
Toetsnaam
Rotatietoets
Functie Pagina
Scant de stof om de borduurpositie uit te lijnen.
Voor de schermweergavegrootte van het patroon dat u bewerkt kunt u kiezen uit 100%, 125%, 150% of 200%.
Roteren van het geselecteerde patroon.
Vergroten of verkleinen van het geselecteerde patroon.
p.102
p.174
p.180
p.178
C
spiegelbeeldtoets
D
Dichtheidstoets
E
Groepeertoets
F
Tussenruimtetoets
G
Draadknipinsteltoets
H
Meervoudige selectietoets
I
Tekstcombinatietoets
J
Tekssplitsingstoets
Horizontaal-
Spiegelt het patroon dat wordt bewerkt in horizontale richting.
Steekdichtheid wijzigen van het geselecteerde patroon (alleen van toepassing op alfabetten, kaders en omrandingen).
Druk hierop om meerdere geselecteerde patronen te groeperen.
Wijzig de afstand tussen de letters in het geselecteerde letterpatroon.
Knipt automatisch draadsprongen binnen de letters van een alfabetpatroon af.
Druk hierop om meerdere patronen te selecteren.
Druk hierop om de geselecteerde letterpatronen te groeperen.
Druk hierop om de groepering van het geselecteerde letterpatroon op te heffen.
p.177
p.185
p.176
p.181
p.183
p.175
p.183
p.182
5
Wijzigt de kleur van het patroon.
Draadkleurwisselingstoets
Herhalen van een patroon,
6
Randtoets
voor het creëren en aanpassen van een randborduurpatroon.
7 Kopieert het patroon. p.199
Kopieertoets
Druk hierop om het patroon
8
Borduurapplicatietoets
dat u bewerkt te veranderen in een applicatiepatroon.
Met deze toets kunt u de garenkleur van elke letter in
9
Meerkleurentoets
0
Reekstoets
A
Lettertypetoets
74
een letterpatroon wijzigen (alleen mogelijk indien een alfabet is geselecteerd).
Wijzig de richting en de vorm van een reeks letters van het letterpatroon.
Druk hierop om het lettertype van het patroon dat u bewerkt te wijzigen.
p.185
p.190
p.129
p.184
p.181
p.184
Page 77
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING
5
1
3
2
8
7
6
4
Het borduurinstellingenscherm
Via dit scherm kunt u het gehele patroon bewerken en borduurinstellingen invoeren. Bovendien kunt u de borduurpositie controleren en een patroon opslaan voor later gebruik. De beschikbare toetsen zijn niet dezelfde wanneer “Handmatige kleurvolgorde” is ingesteld op “ON” in het instellingenscherm. (Zie pagina 77 en 132.)
Nr.
1
Patroongrootte
2
Borduurraamindicators
Display
Toetsnaam
Functie Pagina
Geeft de afmeting weer van het borduurpatroon dat in het patroonweergavegebied wordt weergegeven. De bovenste waarde geeft de lengte aan en de onderste waarde de breedte. Als het borduurpatroon uit meerdere patronen bestaat die zijn gecombineerd, wordt de afmeting van het gehele patroon weergegeven, inclusief alle patronen.
Geeft de afmeting weer van borduurramen die kunnen worden gebruikt om het borduurpatroon te borduren dat wordt weergegeven in het patroonweergavegebied.
p.48
Nr.
Toetsnaam
6
Cameraweergavetoets
7
Camerazoomtoets
8
draadkleurwisselingen
Display
Aantal
Functie Pagina
Druk hierop om (op het LCD-scherm) het beeld onder de naald weer te geven of een beeld van het bewerkte borduurpatroon in de huidige borduurpositie.
Druk hierop om de afbeelding weer te geven op dubbele grootte (nadat u op de cameraweergavetoets hebt gedrukt). Deze toets is ook beschikbaar als u niet op de cameraweergavetoets hebt gedrukt.
Geeft het aantal draadkleuren weer voor het patroon dat wordt bewerkt.
2
p.105,
108
p.106
Afstand vanaf
3
Afstand vanaf
4
(horizontaal)
5
Rotatiehoek
het
middelpunt
(verticaal)
het
middelpunt
Geeft de verplaatsing weer (verticale afstand) van het geselecteerde patroon.
Geeft de verplaatsing weer (horizontale afstand) van het geselecteerde patroon.
Geeft de rotatiehoek weer waarop het patroon dat wordt bewerkt, wordt gedraaid.
p.98
p.98
p.99,
201
75
Page 78
B
A
4
H
D
F
E
8
C
I
7
6
9 0
G
5
3
2
1
Nr.
Display
Toetsnaam
Functie Pagina
De borduurvolgorde
9
Draadkleur
sorteren
wijzigen zodat dezelfde kleur ononderbroken kan worden geborduurd.
p.190
Geeft aan dat er
0
Stiksteektoets
(einde)
automatische stiksteken worden gemaakt wanneer de draad wordt afgeknipt.
p.134
Geeft aan dat er automatische stiksteken
A
Stiksteektoets
(begin)
worden gemaakt aan het begin van het patroon, nadat de draad is afgeknipt.
p.134
Druk hierop om terug te
B
Afwerkentoets
keren naar het patroonbewerkingsscherm.
Slaat het patroon op in het
Nr.
Toetsnaam
1
Stofscantoets
2
Achtergrondafbeelding
Display
Toets
opslaan
Functie Pagina
Scant met de ingebouwde camera de stof die in een borduurraam is geplaatst en de afbeelding wordt weergegeven als achtergrond van het patroon.
Hiermee slaat u de achtergrondafbeelding die is gescand met de ingebouwde camera op een USB-medium op.
p.102
p.103
C
Geheugentoets
D
Voorbeeldtoets
E
Plaatsingstoetsen
geheugen van de machine, een USB-medium of een computer.
Geeft een afbeelding weer van het patroon dat u gaat borduren, als voorbeeldweergave.
Verplaatst de borduurpositie van het hele patroon in de richting van de pijl.
(Wanneer u op drukt, wordt de borduurpositie
verplaatst naar het midden van het borduurgebied.)
Hiermee selecteert u de snelheid waarmee het
p.160,
161
p.46
p.98
borduurraam zich verplaatst.
3
Achtergrondafbeelding
4
Pauzetoets
Toets
weergeven
Hiermee toont/verbergt u de achtergrondafbeelding die met de ingebouwde camera is gescand.
Druk hierop om in te stellen dat de machine pauzeert voordat de opgegeven kleur wordt geborduurd.
p.103
p.140
F
Verplaatsingssnelheid
Toetsen
borduurraam
Druk hierop om het
borduurraam 0,1 mm te verplaatsen.
Druk hierop om het
borduurraam 0,5 mm te verplaatsen.
Blijf drukken om het
p.98
borduurraam te verplaatsen
5
Patroonverbindingstoets
Hiermee start u borduren van verbonden patronen.
p.206
Plaatst rijgsteken langs te omtrek van het patroon om de stof aan de losse steunstof
6
Borduurrijgtoets
of versteviging vast te naaien. Voorkomt het scheeftrekken of samentrekken van de stof tijdens het borduren.
p.128
Draait het gehele
7
Rotatietoets
8
Plaatsingstoets
bestaat uit meerdere patronen die zijn gecombineerd.
Druk hierop om de borduurpositie uit te lijnen met de ingebouwde camera.
borduurpatroon wanneer het
p.99,
201
p.108
G
eindpositietoets
H
Borduurtoets
I
Controletoets
Begin-/
op de maximale snelheid. Wanneer u het camerabeeld bekijkt, verplaatst het borduurraam zich 2,0 mm.
Geeft de naaldpositie weer aan het begin en aan het einde van het borduren.
Beëindigt alle handelingen in het borduurinstellingenscherm en gaat naar het borduurscherm.
Beweegt het borduurraam zo dat de borduurpositie kan worden gecontroleerd.
p.135
p.54
p.54
76
Page 79
In de modus “Handmatige
1
2
kleurvolgorde”
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING
2
Nr.
1
2
Display
Toetsnaam
Pictogram
modus
Handmatige
kleurvolgorde
Toets
Handmatige
kleurvolgorde
Functie Pagina
Deze illustratie verschijnt wanneer de naaimachine in de modus “Handmatige kleurvolgorde” is.
Druk op deze toets om de naaldstangkleurinstelling te wijzigen. Deze toets verschijnt wanneer “Handmatige kleurvolgorde” is ingesteld op “ON” in het instellingenscherm.
p.132
p.133
77
Page 80
Het borduurscherm
3
4
6
2
7
8
1
5
9
Via dit scherm kunt u het totaal aantal draadkleuren en de borduurtijd controleren, de naaldstanginstellingen opgegeven en het voor- of achteruitstikken uitvoeren. De beschikbare toetsen zijn niet dezelfde wanneer “Handmatige kleurvolgorde” is ingesteld op “ON” in het instellingenscherm. (Zie pagina 132.)
Nr.
6
7
8
9
Nr.
1
2
3
4
5
Display
Toetsnaam
Borduurvolgorde
Tijd totdat de
machine stopt
Deelweergave
Draadkleurvolgordescherm
Kloswisselingsindicator
Functie Pagina
De onderste waarde geeft het totale aantal draadkleuren aan in het patroon en de bovenste waarde geeft de kleur draad aan die op dit moment wordt geborduurd.
Geeft de tijdsduur aan totdat de machine stopt. Wanneer de laatste draadklos wordt gebruikt, verschijnt de waarde in rood. Indien er van draadkleur moet worden gewisseld, wordt hier de tijd vermeld tot aan de wisseling.
Geeft dat deel van het patroon weer dat zal worden geborduurd met de kleur draad die als eerste in het scherm met de draadkleurvolgorde wordt weergegeven.
Geeft de volgorde weer van de draadkleurwisselingen. Tijdens het borduren ‘verrolt’ dit scherm automatisch zodat bovenin de kleur draad wordt weergegeven die op dat moment wordt gebruikt.
Deze rodelijnindicator geeft aan wanneer de draadklossen moeten worden verwisseld. De draadklossen moeten worden verwisseld op het punt tussen de twee kleuren draad waar de indicator wordt weergegeven.
p.113
p.113
Display
Toetsnaam
Naaldstangnummer
Stekenteller
Borduurtijd
Schuifbalk
Functie Pagina
Geeft het naaldstangnummer aan waaraan de kleur draad links is toegewezen.
De onderste waarde geeft het totale aantal steken aan in het patroon en de bovenste waarde geeft aan hoeveel steken er al zijn gemaakt.
De onderste waarde geeft aan hoeveel tijd er nodig is om het patroon te borduren en de bovenste waarde geeft aan hoeveel tijd er al verstreken is.
Het draadkleurvolgordescherm laat de eerste zeven draadkleuren zien. Als u de volgorde voor de achtste en volgende draadkleuren wilt
controleren, drukt u op of
op of op de schuifbalk.
78
Page 81
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING
2
5
9
3
8
6
4
7
0
1
Memo
Nr.
1
Voortgangsbalk
2
Onderbrekingstoets
Display
Toetsnaam
Functie Pagina
De voortgang van het borduren wordt aangegeven door de rode markering in de
indicator. Druk op om (op de indicator) alleen de draadkleur weer te geven die wordt geborduurd.
Druk tijdens het borduren op deze toets om de machine te laten stoppen voordat deze met de volgende kleur begint.
p.140
Nr.
Toetsnaam
Naaldstangtoets
7
Draadkleurin-
stellingenscherm
8
snelheidstoets
9
achteruitstiktoets
0
naaldstanginstellingentoets
Display
Maximale-
Voor- en
Tijdelijke-
Functie Pagina
Druk op een toets om de naaldstangpositie te verplaatsen naar het gewenste naaldstangnummer. Doe dit wanneer de naald wordt ingeregen met behulp van het automatische naaldinrijgmechanisme.
Geeft de kleur en de kleurnaam (nummer) weer van de draad op de naaldstang die wordt aangegeven op de toets. Voorzie de machine van draden zoals aangegeven.
Geeft de maximale borduursnelheid aan.
Beweegt de naald voor- en achteruit door het stiksel. Gebruik deze toets in de volgende situaties:
• Als de draad breekt of opraakt tijdens het borduren,
• Als u opnieuw wilt borduren vanaf het begin,
• Als u wilt doorgaan met borduren nadat de machine was uitgezet
Maakt het mogelijk de naaldstanginstellingen handmatig op te geven.
2
p.55
p.139
p.116
p.142
Kloswisseltoets
3
4
5
6
(Niet
beschikbaar in
de modus
“Handmatige
kleurvolgorde”)
Toets
ononderbroken
borduren/
monochroom
Terug-toets
Ontgrendelingstoets
Verandert de naaldstanginstellingen vanaf het scherm zonder de draadklossen op de machine te veranderen.
Druk hierop om het patroon in dezelfde kleur te borduren, ongeacht opgegeven kleurwisselingen. Het hele draadkleurvolgordescherm verschijnt in dezelfde kleur. De voortgangsbalk 1 en het draadkleurinstellingenscherm
7
laten de originele kleuren
zien.
Druk op deze toets om te stoppen met borduren en terug te keren naar het borduurinstellingenscherm.
Ontgrendelt de machine zodat deze binnen 10 seconden kan beginnen met borduren. Wanneer u op deze toets drukt, gaat de “Start/Stop”-toets groen knipperen.
p.110
p.142
p.64
• De nummers van de kleuren draad in het scherm met de draadkleurvolgorde en het draadkleurinstellingenscherm kunnen worden gewijzigd, bijvoorbeeld in de kleurnaam of het nummer van draden van andere merken. (Zie “De draadkleurgegevens wijzigen” op pagina 225.)
79
Page 82
Vraag en antwoord
Technische termen:
DST
Dit is de extensie van Tajima-gegevensbestanden (*.dst) die worden gebruikt voor de gegevensindeling van borduurpatronen. Tajima­gegevens bevatten geen kleurinformatie. De borduurmachine kent dus automatisch kleuren toe wanneer u een Tajima (.dst) bestand laadt. (Zie pagina 250.)
Naaldnummer
De naalden worden van rechts naar links genummerd. De meest rechtse naald heeft naaldnummer 1. (Zie pagina 7.)
Naald in de borduurpositie
Dit is de naald die zich boven het naaldgat in de naaldplaat bevindt. De naaldstanghouder wordt verplaatst om de naald met de volgende draadkleur naar de “borduurpositie” te brengen. Wanneer u de naaldinrijger gebruikt, wordt de in te rijgen naald verplaatst naar de “borduurpositie”. (Zie pagina 62 en pagina 63.)
Patronen:
De volgende patronen kunnen met de machine worden geborduurd.
- Gebruik een USB-medium of SD-kaart om borduurgegevens van het type *.pen, *.pes, *.phc of *.dst over te zetten naar de machine. Gegevens kunnen ook via een USB-kabel van de pc naar de machine worden overgebracht.
- Optionele borduurkaarten
- Borduurgegevens die zijn gecreëerd met digitalisatiesoftware
- De patronen die door de machine zijn opgeslagen op een USB-medium
Borduren:
De borduurkleuren aanpassen
- Gebruik de draadkleurfunctie door ofwel 64 of 300 kleuren te selecteren, of door het eigen kleurenpalet in te stellen op het patroonbewerkingsscherm. Zie pagina 195 en pagina 197 voor meer bijzonderheden.
- Gebruik de functie Handmatige kleurvolgorde in het borduurinstellingenscherm. Zie pagina 132 voor meer bijzonderheden.
- Gebruik de functie Tijdelijke naaldstanginstellingen door te drukken op de toets in het “Borduren”-scherm. Zie pagina 142 voor meer informatie.
1 Naaldgat in de naaldplaat 2 Naald
Draadwisser
Dit is het mechanisme dat de draad opneemt. De draadwisser neemt de draad op wanneer de naaldinrijger wordt gebruikt. De draadwisser trekt tevens de draad uit het materiaal wanneer de draad wordt afgeknipt. Dit zorgt ervoor dat u de draden na het borduren niet meer hoeft af te knippen. (Zie pagina 62.)
Patroon hervatten dat nog niet gereed was toen u de machine de laatste keer uitschakelde.
- De machine onthoudt het patroon en de positie,
ook als de stroom was uitgeschakeld. De machine kan het patroon afmaken nadat de machine weer is aangezet. (Zie “Verdergaan met borduren nadat de machine is uitgezet” op pagina 122.)
80
Page 83
Een onterechte draadbreukmelding
Opmerking
- Controleer of de bovendraad zich onder de bovendraadgeleiderplaten bevindt. (Zie pagina 57.)
- Controleer of de bovendraad rond de draadspanningsschijf is geleid. (Zie pagina 59.)
- Controleer of zich stof of pluis heeft opgehoopt in de draadspanningsschijf en verwijder dit. (Zie “De draadpaden van de bovendraden reinigen” op pagina 287.)
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING
Nuttige externe verbindingsfuncties
U hebt de beschikking over allerlei patronen, als u de USB-poort en de SD-kaartsleuf van de machine gebruikt.
2
1 SD-kaartsleuf 2 USB-poort voor media (USB 2.0) 3 USB-poort van computer
1 Bovendraadgeleiders 2 Draadspanningsschijf
De draadspanning is plotseling veranderd
- De draad zit vast rond de ruwe rand van
bovendraadklos.
- De bovendraad zit vast onder de draadklos.
- Stof of pluis van de draad zit onder de
spanningsveer van de spoel.
- Controleer of zich stof of pluis heeft opgehoopt in
de draadspanningsschijf en verwijder dit. (Zie “De draadpaden van de bovendraden reinigen” op pagina 287.)
Het borduurraam raakt los van de borduurarm.
Zorg dat de afstelpennen zijn geplaatst in de inkepingen en gaten van het borduurraam. (Zie pagina 50.) Ten behoeve van de juiste registratie van het borduurpatroon zet u de machine uit en weer aan. Zo kan de borduurarm de registratiepunten opnieuw instellen.
• Sluit niets anders dan een USB-medium aan op de USB-mediumpoort. Anders beschadigt u mogelijk het USB­mediumstation.
Werken met SD-kaarten
Wanneer u SD-kaarten wilt gebruiken om patroongegevens te importeren en exporteren, plaatst u de kaart in de SD-kaartsleuf.
1 SD-kaartsleuf 2 SD-kaart
Kan het borduurraam niet losmaken van de machine
Druk op en op om de borduurarm te verplaatsen. Dan kunt u het borduurraam losmaken. (Zie pagina 88.)
Het huidige ontwerp annuleren opnieuw beginnen
Selecteer de Home-toets rechts boven in het scherm. Het patroon en alle gegevens worden verwijderd. (Zie pagina 40.)
81
Page 84
Werken met USB-media
Opmerking
Memo
Opmerking
Opmerking
Wanneer u patronen wilt verzenden of lezen met een USB-medium, sluit u dit apparaat aan op de USB-poort.
1 USB-poort voor media 2 USB-medium
• De verwerkingssnelheid kan variëren naar gelang de hoeveelheid gegevens.
• Sluit niets anders dan een USB-medium aan op de USB-mediumpoort. Anders beschadigt u mogelijk het USB­mediumstation.
• De connectoren van de USB-kabel kunnen slechts in één richting in de poort worden gestoken. Als u de connector niet gemakkelijk kunt aansluiten, moet u geen kracht gebruiken. Controleer of de connector niet andersom moet worden ingebracht.
• Raadpleeg voor meer informatie over de locatie van de USB-poort op de computer (of de USB-hub) de handleiding van het betreffende apparaat.
• U kunt de USB-kabel ordelijk ophangen met de meegeleverde USB-klem. (Zie “De USB aansluiten met de meegeleverde USB­snoerklemmen” op pagina 163.)
Gebruik van een USB-muis
Wanneer u een USB-muis op de naaimachine aansluit, kunt u hiermee allerlei handelingen uitvoeren op de schermen. Sluit een USB-muis aan op de USB-poort die is
aangegeven met . U kunt ook een USB-muis aansluiten op de andere USB-poort.
• USB-media worden veel gebruikt, maar sommige USB-media zijn mogelijk niet bruikbaar bij deze machine. Meer bijzonderheden vindt u op onze website ( http://support.brother.com ).
• Naar gelang het USB-medium dat u gebruikt, sluit u het USB-apparaat direct aan op de USB-poort van de machine of sluit u de USB-lees-schrijfeenheid aan op de USB-poort van de machine.
De machine aansluiten op de computer
Met de meegeleverde USB-kabel kunt u de naaimachine aansluiten op uw computer.
1 USB-poort gemarkeerd met
2 USB-muis
• Voer geen handelingen uit met de muis terwijl uw het scherm aanraakt met uw vinger of de bijgesloten aanraakstift.
• U kunt een USB-muis op elk moment aansluiten of loskoppelen.
• U kunt alleen de linkermuisknop en het wiel gebruiken om bewerkingen uit te voeren. Andere muisknoppen kunt u niet gebruiken.
• De muisaanwijzer wordt niet weergegeven in de schermbeveiliging.
1 USB-poort van computer 2 USB-kabelaansluiting
82
Page 85
Bedienen van de USB-muis
Memo
1
Memo
Een toets aanklikken
Wanneer de muis is aangesloten, verschijnt de aanwijzer op het scherm. Verplaats de muis zodat de aanwijzer zich boven de gewenste toets bevindt en klik op de linkermuisknop.
• Dubbelklikken heeft geen effect.
1 Aanwijzer
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING
Van pagina veranderen
Draai het muiswiel om de tabs van de patroonkeuzeschermen te doorlopen.
• Als paginanummers en een verticale schuifbalk voor extra pagina’s zijn weergegeven, draai dan het muiswiel of klik met de linkermuisknop terwijl de aanwijzer
op / staat om de vorige of volgende pagina weer te geven.
2
83
Page 86
De afmeting wijzigen
Zie “De afmeting van een patroon wijzigen (Normale modus voor vergroten/verkleinen)” op pagina 178.
Druk op .
a
Wijzig de grootte van het patroon.
b
• Draai het muiswiel van u af om het patroon op dezelfde manier te verkleinen als wanneer u op
drukt.
• Draai het muiswiel naar u toe om het patroon op
dezelfde manier te vergroten als wanneer u op
drukt.
Het patroon draaien
Zie “De richtingshoek veranderen” op pagina 99 en “Een patroon draaien” op pagina 180.
Druk op .
a
Draai het patroon.
b
• Draai het muiswiel van u af om het patroon op dezelfde manier 10 graden naar links te draaien als
wanneer u op drukt.
• Draai het muiswiel naar u toe het patroon op dezelfde manier 10 graden naar rechts te draaien als wanneer
u op drukt.
84
Page 87
Hoofdstuk 3
ANDERE BASISPROCEDURES
In dit hoofdstuk worden andere handelingen beschreven dan die in hoofdstuk 2 zijn behandeld, zoals het borduren van een patroon met elf of meer kleuren, het vervangen van een naald of het verwisselen van draadklossen.
De naald verwisselen............................................... 86
De naald vervangen ..................................................................86
De borduurramen gebruiken................................... 88
Borduurraamhouders ................................................................88
Als het moeilijk is om het borduurraam te verwisselen.............88
Typen borduurramen/borduurraamhouders en waarvoor ze
worden gebruikt........................................................................89
Opstrijksteunstof (onderlaag) bevestigen aan stof ... 92
De stof in het borduurraam spannen....................... 93
De stof in het extra grote of grote borduurraam spannen .........93
Het borduursjabloon gebruiken ................................................94
Grote/kleine stukken stof..........................................................95
Positie en beweging van het borduurraam .............. 96
De borduurpositie wijzigen..................................... 98
De richtingshoek veranderen ....................................................99
De borduurpositie uitlijnen ................................... 102
De stof weergeven terwijl u de borduurpositie uitlijnt............102
Werken met de ingebouwde camera.......................................105
Werken met de meegeleverde borduurpositiesticker ..............108
Draadkleuren verwisselen op het scherm.............. 110
Een patroon borduren met elf of meer kleuren...... 112
Controleren of draadklossen moeten worden verwisseld ........113
Draadklossen verwisselen bij ontwerpen met elf of
meer kleuren......................................................... 114
Melding draadklossen verwisselen en draadklosindicators......114
Draadklossen eenvoudig verwisselen ......................................115
Als de draad breekt of de spoeldraad tijdens het
borduren opraakt .................................................. 116
Als de bovendraad breekt .......................................................116
Als de onderdraad breekt of opraakt.......................................118
Borduren vanaf het begin of het midden van het
patroon.................................................................. 119
Verdergaan met borduren nadat de machine is
uitgezet ................................................................. 122
De draadspanning van boven- en onderdraad
afstellen................................................................. 124
De spanning van de onderdraad afstellen ...............................124
De spanning van de bovendraad afstellen...............................125
Page 88
De naald verwisselen
VOORZICHTIG
Opmerking
Als de naald is verbogen of de punt van de naald is afgebroken, moet u de naald vervangen. Gebruik de meegeleverde inbussleutel om de naald te vervangen door een naald die geschikt is voor deze machine en die is gecontroleerd met de test beschreven in “De naald controleren” op pagina 33.
• Oefen niet te veel kracht uit bij het los- of vastdraaien
De naald vervangen
Zet de borduurmachine uit.
a
• Zet de machine uit voordat u de naald vervangt, anders kan er letsel ontstaan als de machine begint te werken.
Draai de naaldstelschroef los en verwijder
b
de naald.
Houd de naald met uw linkerhand vast, houd de inbussleutel in uw rechterhand en draai de naaldstelschroef tegen de klok in vast.
c
van de naaldstelschroef; hierdoor zou de machine beschadigd kunnen raken.
Plaats de naald (met de vlakke kant naar achteren) helemaal naar boven totdat deze de naaldstangstopper raakt.
Haal de naald door het gat in de persvoet en gebruik vervolgens de naaldwisselhulp om de naald op te tillen.
• Gebruik de meegeleverde inbussleutel,
anders kan het gebeuren dat u te veel kracht uitoefent op de naald, zodat deze breekt.
86
1 Naaldstangstopper 2 Naald 3 Vlakke kant van de naald 4 Naaldwisselhulp
Page 89
Houd de naaldwisselhulp vast en druk het uiteinde
VOORZICHTIG
van de naaldwisselhulp 1 in om de naaldbevestigingsklem 2 uit te trekken. Bevestig de klem aan de naald en laat vervolgens het ingedrukte vlak los om de naald vast te klemmen. Druk opnieuw op 1 om de naald los te laten.
1 Uiteinde van de naaldwisselhulp 2 Naaldbevestigingsklem
Houd de naald op zijn plaats met uw
d
linkerhand en draai de naaldstelschroef aan.
Gebruik de inbussleutel om de naaldstelschroef met de klok mee te draaien.
ANDERE BASISPROCEDURES
3
• Breng de naald in tot aan de naaldstangstopper
en draai de naaldstelschroef goed vast met de inbussleutel. Anders kan de naald breken of kan de machine beschadigd raken.
• Als de naald niet volledig is ingebracht, gaat
het draadhaakje van het automatische naaldinrijgmechanisme niet door het oog van de naald tijdens het automatisch inrijgen. Het draadhaakje kan dan verbuigen of de naald kan mogelijk niet worden ingeregen.
• Als het draadhaakje van het automatische
inrijgmechanisme verbogen of beschadigd is, neemt u contact op met een erkende Brother­dealer.
87
Page 90
De borduurramen gebruiken
VOORZICHTIG
Er zijn diverse borduurramen beschikbaar voor deze machine. Bepaal aan de hand van het project welk borduurraam het best passend is. Naast de vier meegeleverde borduurramen kunt u met deze machine ook een aantal andere borduurramen gebruiken. (Zie “Optionele accessoires” op pagina 22.)
• Gebruik alleen een borduurraam met de afmeting die in het scherm wordt aangegeven, anders kan het borduurraam de persvoet raken, wat letsel kan veroorzaken.
Borduurraamhouders
Er zijn twee soorten borduurraamhouders (borduurraamhouder A en borduurraamhouder B) inbegrepen bij deze machine.
Bij de vier meegeleverde borduurraamhouders gebruikt u Borduurraamhouder A. Bij de optionele borduurraamhouders gebruikt u Borduurraamhouder B. En als u de optionele set ronde ramen, klemramen of compacte ramen koopt, is de gespecificeerde borduurraamhouder C, D of E daarbij inbegrepen. Zie “Typen borduurramen/borduurraamhouders en waarvoor ze worden gebruikt” op pagina 89 voor meer informatie over de borduurramen die u kunt installeren in de diverse borduurraamhouders.
Als het moeilijk is om het borduurraam te verwisselen
Naar gelang de positie van de naaldstangen kan het moeilijk zijn om het borduurraam te verwisselen. Volg in dat geval onderstaande procedure om het borduurraam te verplaatsen.
Druk op .
a
Het naaldstangverplaatsingsscherm verschijnt.
Druk op .
b
1 Borduurraamhouder A 2 Witte hoekjes 3 Borduurraamhouder B 4 Lichtgrijze hoekjes 5 Magneet 6 Borduurraamhouder C (optioneel) 7 Donkergrijze hoekjes 8 Borduurraamhouder D (optioneel) 9 Borduurraamhouder E (optioneel)
88
De borduurarm gaat automatisch naar een stand
waarbij u het borduurraam gemakkelijk kunt verwisselen.
• Druk op om het
naaldstangverplaatsingsscherm te sluiten en de borduurarm in de vorige stand te zetten.
Page 91
ANDERE BASISPROCEDURES
Typen borduurramen/borduurraamhouders en waarvoor ze worden gebruikt
Borduurtype
Extra groot borduurraam 200 mm (L) × 360 mm (B)
Extra groot borduurraam (optioneel)
Plat borduurraam (optioneel) 200 mm (L) × 300 mm (B)
Groot borduurraam 130 mm (L) × 180 mm (B)
Borduurraamhouder A
(7-7/8 inch (L) × 14 inch (B))
Te gebruiken bij het borduren van aaneengesloten tekens of patronen, gecombineerde patronen of grote borduurpatronen.
200 mm (L) × 300 mm (B) (7-7/8 inch (L) × 11-3/4 inch (B))
Te gebruiken bij het borduren van aaneengesloten tekens of patronen, gecombineerde patronen of grote borduurpatronen.
(7-7/8 inch (L) × 11-3/4 inch (B)) Te gebruiken voor het borduren van jasjes en andere dikke
kledingstukken.
(5-1/8 inch (L) × 7-1/8 inch (B))
Te gebruiken bij borduurpatronen kleiner dan 130 mm (L) × 180 mm (B) (5-1/8 inch (L) × 7-1/8 inch (B))
Borduurgebied
Gebruik
Zie
(Zie “De stof in het borduurraam spannen” op pagina 93.)
3
Raadpleeg de dichtstbijzijnde erkende Brother-dealer.
(Zie “De stof in het borduurraam spannen” op pagina 93.)
Middelgroot borduurraam 100 mm (L) × 100 mm (B)
(4 inch (L) × 4 inch (B))
Te gebruiken bij middelgrote borduurpatronen.
Klein borduurraam 40 mm (L) × 60 mm (B)
(1-1/2 inch (L) × 2-3/8 inch (B))
Te gebruiken bij het borduren van kleine borduurpatronen, zoals initialen of kleine symbolen.
(Zie “6. De stof in het borduurraam spannen” op pagina 48.)
89
Page 92
Borduurtype
Quiltraam (optioneel) 200 mm (L) × 200 mm (B) (7-7/8 inch (L) × 7-7/8 inch (B)) Raadpleeg de
Te gebruiken om quilts en patches te borduren.
Randborduurraam (optioneel) 100 mm (L) × 300 mm (B) (4 inch (L) × 11-3/4 inch (B))
Te gebruiken om een langere reeks borduurpatronen of tekst, aansluitend, te borduren.
Borduurgebied
Gebruik
Zie
dichtstbijzijnde erkende Brother-dealer.
Jumboraam (optioneel) 360 mm (L) × 360 (B) mm (14 inch (L) × 14 inch (B)) Zie “Borduurpatronen
Dit borduurraam gebruikt u voor het borduren van gecombineerde
Borduurraamhouder B
Mouwen borduurframe (optioneel)
Rond borduurraam (optioneel) =diameter
(optioneel)
Borduurraamhouder C
Klemraam S (optioneel) 24 mm (L) × 45 mm (B)
patronen die kleiner zijn dan 360 mm (L) × 200 mm (B) (14 inch (L) × 7-7/8 inch (B)) of patronen met een maximum formaat van 350 mm (L) × 350 mm (B) (13-3/4 inch (L) × 13-3/4 inch (B)).
200 mm (L) × 70 mm (B) (7-7/8 inch (L) × 2-3/4 inch (B))
Te gebruiken om tubulaire kledingstukken, zoals hemdsmouwen en broekpijpen, te borduren.
100 mm (4 inch)130 mm (5 inch)160 mm (6 inch)
Te gebruiken om borduurpatronen op kleinere werkstukken te borduren. Kies het borduurraam dat het beste past bij de afmeting van het borduurpatroon.
(7/8 inch (L) × 1-3/4 inch (B))
Te gebruiken voor het borduren van artikelen die niet in een traditioneel borduurraam passen, zoals schoenen, handschoenen, binnenzakken etc.
voor het optionele jumboraam” op pagina 258.
Raadpleeg de dichtstbijzijnde erkende Brother-dealer.
Raadpleeg de dichtstbijzijnde erkende Brother-dealer.
Raadpleeg de dichtstbijzijnde erkende Brother-dealer.
(optioneel)
Klemraam M (optioneel) 100 mm (L) × 100 mm (B) (4 inch (L) × 4 inch (B))
Borduurraamhouder D
Te gebruiken voor artikelen met een speciale vorm, zoals smalle tassen, laptop en tablet-hoezen etc. Ook ideaal voor snel borduren van artikelen, waarbij het borduurraam in de machine blijft zitten en alleen het te borduren artikel wordt vastgeklemd.
Compact borduurraam (optioneel)
(optioneel)
Borduurraamhouder E
Groot petten-frame (optioneel) 60 mm (L) × 360 mm (B) (2-3/8 inch (L) × 14 inch (B)) (Zie “Het optionele
70: 41 mm (L) × 70 mm (B) (1-5/8 inch (L) × 2-3/4 inch (B)) 50: 50 mm (L) × 50 mm (B) (2 inch (L) × 2 inch (B)) 44: 38 mm (L) × 44 mm (B) (1-1/2 inch (L) × 1-3/4 inch (B)) Verticaal: 33 mm (L) × 75 mm (B) (1-5/16 inch (L) × 2-15/16 inch (B))
Te gebruiken om logo's of kleinere borduurpatronen te borduren op kleine en moeilijk bereikbare artikelen; zoals broekzakken en babykleding.
Te gebruiken bij het borduren van petten. Te gebruiken bij het borduren van honkbalpetten, golfpetten, zonnepetten en dergelijke. Dit frame kan niet worden gebruikt voor petten met een voorkant van 60 mm (2-3/8 inch) of minder, zoals zonnekleppen en kinderpetten. Het frame kan ook niet worden gebruikt voor petten met een klep groter dan 80 mm (3-1/8 inch).
Raadpleeg de dichtstbijzijnde erkende Brother-dealer.
pettenframe gebruiken” op pagina 262 voor meer informatie over het bevestigen van dit frame.)
90
Page 93
ANDERE BASISPROCEDURES
Opmerking
Borduurtype
Cilinderframe (optioneel) 80 mm (L) × 90 mm (B)
(3 inch (L) × 3-1/2 inch (B)) Te gebruiken bij het borduren van cilindrische en geronde stof,
zoals hemdsmouwen en cols.
• De borduurraamindicators geven alle borduurraamgrootten weer waarin het borduurpatroon kan worden geborduurd. Gebruik een borduurraam met de best passende afmeting. Als een te groot borduurraam wordt gebruikt, kan het patroon scheeftrekken of kunnen er in de stof plooien ontstaan.
• Alle borduurramen die horen bij machines van de PR-serie kunnen ook worden geïnstalleerd op deze machine.
• Wanneer u naait met een optioneel borduurraam (jumboraam, randborduurraam, quiltraam of plat borduurraam), moet u de meegeleverde tafel installeren op de machine.
• Vanwege het gewicht van het borduurraam en de stof is het raadzaam de meegeleverde tafel te gebruiken. Zo voorkomt u dat de borduurraamhouder buigt. Dat zou kunnen leiden tot vervorming van het ontwerp of beschadiging van de machine.
Borduurgebied
Gebruik
Raadpleeg de dichtstbijzijnde erkende Brother-dealer.
Zie
3
91
Page 94
Opstrijksteunstof (onderlaag) bevestigen aan stof
VOORZICHTIG
Opmerking
Memo
Wij raden aan opstrijksteunstof (onderlaag) te gebruiken om te voorkomen dat patronen scheeftrekken of steken gaan krimpen.
• Gebruik opstrijksteunstof (onderlaag) bij het borduren op dunne stoffen of stretchstoffen, stoffen met grof weefsel of stoffen waarbij de steken kunnen krimpen. Als geen opstrijksteunstof (onderlaag) wordt gebruikt, kan de naald verbuigen of breken of kan het patroon scheeftrekken.
Gebruik een stoomstrijkijzer om de
a
opstrijksteunstof (onderlaag) op de achterzijde van de stof te hechten.
1 Zelfklevende zijde van de opstrijksteunstof
(onderlaag).
2 Stof (achterkant)
• Wanneer u stof borduurt die niet mag worden gestreken of wanneer u een vlak borduurt dat moeilijk te strijken is, spant u een laag opstrijksteunstof (onderlaag) onder de stof in het borduurraam zonder deze te strijken.
• Gebruik bij het borduren van dunne stoffen zoals organza en batist een in water oplosbare steunstof (onderlaag). In water oplosbare steunstoffen lossen op bij het wassen, zodat u prachtig borduurwerk kunt maken dat niet stug is.
• Span bij het borduren van stoffen met een vleug, zoals handdoeken of corduroy, een laag opstrijksteunstof (onderlaag) onder de stof in het borduurraam zonder deze te strijken.
• Zie “Steunstoffen, verstevigingen en onderlagen” op pagina 251 voor informatie over andere toepassingen van steunstof (onderlaag).
• Gebruik een stuk opstrijksteunstof (onderlaag) dat groter is dan het borduurraam. Zorg dat de opstrijksteunstof (onderlaag) bij alle randen is vastgeklemd bij het spannen van de stof in het borduurraam, zodat er geen kreukels in de stof komen.
1 Gebied van het borduurraam 2 Opstrijksteunstof (onderlaag)
92
Page 95
ANDERE BASISPROCEDURES
Memo
De stof in het borduurraam spannen
De stof in het extra grote of grote borduurraam spannen
Draai de schroef op het buitenraam los.
a
1 Schroef
Plaats de stof met de goede kant naar boven
b
op het buitenraam.
• Het buitenraam heeft geen voor- of achterzijde. Beide zijden kunnen als voorzijde worden gebruikt.
Druk het binnenraam in het buitenraam.
c
Plaats het binnenraam eerst in de hoek met de schroef A, vervolgens in de dichtstbijzijnde hoek B en vervolgens in de tegenoverliggende hoek C. Plaats het binnenraam vervolgens in de tegenoverliggende hoek D.
Terwijl u de stof nog iets strakker trekt,
d
draait u de schroef stevig vast zodat de stof strak staat.
• Als de stof goed is gespannen, maakt deze een trommelgeluid als u erop tikt.
• Klem het binnen- en het buitenraam stevig tegen elkaar, zodat de bovenranden op gelijke hoogte liggen.
1 Buitenraam 2 Binnenraam 3 Voorkant van de stof 4 Bovenrand van het binnen- en buitenraam liggen
op gelijke hoogte
• Gebruik de meegeleverde schijfvormige schroevendraaier en draai de schroef stevig aan.
3
Lijn eerst het binnenraam en het buitenraam uit bij de hoek met de schroef A. Plaats vervolgens het binnenraam bij de hoek B, terwijl u de stof voorzichtig in de richting van pijl B trekt zodat de stof strak staat. Trek op dezelfde manier de stof voorzichtig in de richting van pijl C, plaats hoek C, trek de stof voorzichtig in de richting aangegeven door pijl D en plaats hoek D.
• Zorg dat er geen kreukels in de stof zitten nadat deze in het borduurraam is gespannen.
1 Schijfvormige schroevendraaier
• U kunt het beste een plat oppervlak gebruiken om de stof in het borduurraam te bevestigen.
• Zie “De stof in het kleine borduurraam spannen” op pagina 49 voor meer informatie over het plaatsen van de stof in kleinere borduurramen.
93
Page 96
Het borduursjabloon gebruiken
Gebruik de rasterlijnen op het borduursjabloon om de stof netjes in het borduurraam te spannen, zodat het patroon in de juiste positie wordt geborduurd.
Teken met kleermakerskrijt het vlak waar u
a
wilt borduren op de stof af.
Plaats het borduursjabloon op het
b
binnenraam. Lijn de rasterlijnen op het borduursjabloon uit met de markeringen die u op de stof hebt getekend.
Druk het binnenraam in het buitenraam.
d
Verwijder het borduursjabloon.
1 Rasterlijnen 2 Binnenraam
Rek de stof voorzichtig uit zodat er geen
c
vouwen of kreukels in zitten.
94
Page 97
Grote/kleine stukken stof
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u stoffen kunt borduren die veel groter of veel kleiner zijn dan het borduurraam.
Grote stukken stof of zware kledingstukken borduren
Wanneer u grote stukken stof of zware kledingstukken borduurt, gebruikt u een wasknijper of een klem om de overtollige stukken stof aan het borduurraam te bevestigen zodat deze niet loshangen. Als er grote stukken stof van het borduurraam afhangen, kan het borduurraam niet goed bewegen en kan het patroon scheeftrekken.
ANDERE BASISPROCEDURES
Hoeken borduren
Wanneer u de hoek van een stuk stof wilt borduren, gebruikt u textiellijm uit een spuitbus om de hoek van de stof vast te maken aan de steunstof (onderlaag). Span vervolgens de steunstof (onderlaag) in het borduurraam. Als u geen lijm wilt gebruiken, rijgt u de stof aan de steunstof (onderlaag).
3
1 Stof 2 Steunstof (onderlaag)
• Maak overtollige stof met een wasknijper of een klem vast aan het borduurraam.
Kleine stukken stof borduren
Als u stukken stof wilt borduren die kleiner zijn dan het borduurraam, gebruikt u textiellijm uit een spuitbus om de stof te bevestigen aan steunstof (onderlaag) die in het borduurraam is gespannen. Als u geen lijm wilt gebruiken, rijgt u de stof aan de steunstof (onderlaag).
Smalle stukken stof borduren, zoals linten
Wanneer u smalle stukken stof wilt borduren, gebruikt u textiellijm uit een spuitbus om de stof vast te maken aan de steunstof (onderlaag). Span vervolgens de steunstof (onderlaag) in het borduurraam. Als u geen lijm wilt gebruiken, klemt u de beide uiteinden van de stof met de steunstof (onderlaag) in het borduurraam.
1 Lint 2 Steunstof (onderlaag)
1 Stof 2 Steunstof (onderlaag)
95
Page 98
Positie en beweging van het borduurraam
Hieronder vindt u informatie over het borduurraam tijdens het gebruik van de borduurmachine.
Borduurramen die niet kunnen worden gebruikt voor het betreffende borduurwerk
Zoals beschreven op pagina 48, geven de borduurraamindicators boven in het scherm aan welke borduurramen kunnen worden gebruikt om het geselecteerde patroon te borduren. Borduurramen waarvan het borduurgebied kleiner is dan het patroon kunnen niet worden gebruikt. Het borduurraam kan ook niet worden gebruikt als het borduurwerk kleiner is dan het borduurgebied maar zodanig is geplaatst dat het buiten het borduurgebied van het borduurraam valt.
Borduurramen waarvan het borduurgebied kleiner is dan het patroon
Patronen die buiten het borduurgebied van het borduurraam vallen
Mogelijk verschijnt deze melding zelfs als er geen borduurraam is geïnstalleerd. De borduurmachine detecteert welk borduurraam is geïnstalleerd aan de hand van de positie van de linkerarm van de borduurraamhouder. De afmeting van het borduurraam wordt dus bepaald door de positie van de linkerarm, zelfs als het borduurraam niet werkelijk is bevestigd. Als de borduurraamhouder niet is bevestigd, bepaalt de machine of het pettenframe (optioneel) is bevestigd.
In deze gevallen wordt op de borduurmachine een melding weergegeven met de waarschuwing dat het borduurraam moet worden verwisseld.
96
Page 99
Verplaatsen naar de juiste positie
Als het midden van het borduurraam samenvalt met de naaldpositie in het borduurgebied, wordt het borduurraam correct, dat wil zeggen op de beginpositie, geplaatst voordat met borduren wordt begonnen. Als het borduurraam wordt vervangen, wordt het volgende borduurraam dat wordt bevestigd niet correct geplaatst. Als bijvoorbeeld het extra grote borduurraam wordt vervangen door een kleiner borduurraam, gebeurt het volgende.
ANDERE BASISPROCEDURES
3
1 Correcte positie van het midden van het
borduurraam
2 Naaldpositie wanneer het borduurraam is
vervangen
Als de positie van het borduurraam onjuist is, wordt het borduurraam automatisch verplaatst naar de correcte positie nadat één van de volgende handelingen is uitgevoerd.
De borduurmachine wordt aangezet.
Het borduurraam wordt verplaatst.
Het borduurinstellingenscherm wordt weergegeven.
Het borduurraam wordt niet verplaatst als de positie correct is. Als het patroon buiten het borduurgebied van het borduurraam valt, wordt de melding weergegeven dat het borduurraam moet worden vervangen. Vervang het borduurraam of keer terug naar het patroonbewerkingsscherm om de borduurpositie te verplaatsen.
Het borduurraam wordt vervangen terwijl het
borduurinstellingenscherm of het borduurscherm wordt weergegeven. Vervolgens drukt u op de toets voor het controleren van het borduurvlak, voor het verplaatsen van het borduurraam of voor het beginnen met borduren.
Het borduurraam wordt verplaatst. Nadat het borduurraam is verplaatst naar de correcte positie en tot stilstand is gekomen, drukt u nogmaals op de gewenste toets. Als het patroon buiten het borduurgebied van het borduurraam valt nadat het borduurraam is verplaatst, wordt de melding weergegeven dat het borduurraam moet worden vervangen. Vervang het borduurraam of keer terug naar het patroonbewerkingsscherm om de afmeting van het patroon aan te passen of de borduurpositie te wijzigen.
97
Page 100
De borduurpositie wijzigen
1
3 2
4 1 2
Bij aankoop van de borduurmachine zijn zowel de beginpositie als de eindpositie ingesteld op het midden van het patroon. Verplaats daarom het borduurraam en stel de borduurpositie zo af dat het midden van het patroon samenvalt met de naaldpositie bij de borduurpositie. Als u de borduurpositie moet uitlijnen met het specifieke punt, volg dan de procedure in “De borduurpositie uitlijnen” op pagina 102. Bovendien kunt u de richting van het gehele patroon aanpassen als de stof niet gelijkmatig in het borduurraam kan worden gespannen, of als het patroon in een hoek op de stof is geplaatst.
Druk op , of op in het
a
borduurinstellingenscherm om de snelheid te selecteren.
1 Geeft de verticale verplaatsingsafstand vanaf het
midden aan
2 Geeft de horizontale verplaatsingsafstand vanaf
1 Druk hierop om het borduurraam 0,1 mm te
verplaatsen.
2 Druk hierop om het borduurraam 0,5 mm te
verplaatsen.
3 Blijf drukken om het borduurraam te verplaatsen
op de maximale snelheid. Wanneer u de ingebouwde camera gebruikt (pagina 104), wordt het borduurraam 2,0 mm verplaatst als u de verplaatsingstoets gebruikt.
4 Verplaatsingstoets
het midden aan
• Druk op om het borduurraam weer in de oorspronkelijke positie te plaatsen (waarbij het midden van het patroon samenvalt met de naaldpositie bij de borduurpositie).
Druk op , , , , , , en
b
in het borduurinstellingenscherm.
Verplaats het borduurraam zo dat de naaldpositie zich in het midden van het vlak bevindt waar u wilt gaan borduren.
Het borduurraam wordt verplaatst tegen de richting
van de pijl in.
Het patroon in hetzelfde patroonweergavevlak
wordt verplaatst in dezelfde richting als de pijl.
U kunt het patroon ook verplaatsen door het te slepen. Als een USB-muis is aangesloten, verplaatst u de muis zodat de aanwijzer op het gewenste patroon staat. Vervolgens sleept u het patroon terwijl u de linker muisknop ingedrukt houdt. U kunt het patroon ook slepen door het direct op het scherm te selecteren met uw vinger of de touch-pen.
98
Loading...