Lees dit document voordat u de machine gebruikt.
Houd dit document bij de hand, zodat u het kunt raadplegen.
Page 2
INFORMATIE OVER DEZE HANDLEIDING
INFORMATIE OVER DEZE HANDLEIDING
In deze handleiding vindt u informatie over Mijn Design Center, dat beschikbaar is na de upgrade. Zorg
ervoor dat de machine een upgrade heeft ondergaan naar de nieuwste versie.
Wanneer u het pictogram ziet bij de titel van de handleiding, kunt u de instructievideo voor de
procedure in uw machine vinden.
1
Page 3
INHOUDSOPGAVE
INFORMATIE OVER DEZE HANDLEIDING ............................................................................ 1
INFORMATIE OVER MIJN DESIGN CENTER .......................................................................... 3
Mijn Design Center voor de eerste keer starten ............................................................................................. 3
■ Bevestiging van het scanraam.............................................................................................................................. 3
Basisbewerkingen: Een patroon ontwerpen..................................................................................................... 4
■ Functies van de toetsen ....................................................................................................................................... 7
Voordat u ontwerpen maakt............................................................................................................................ 8
■ Penseeltypen en vullingkleuren instellen........................................................................................................... 10
Gebruik van de Vormen-toets ....................................................................................................................... 12
Gebruik van de Uitwis-toets.......................................................................................................................... 13
Gebruik van de selectietoets ......................................................................................................................... 13
MIJN DESIGN CENTER MET SCAN ...................................................................................... 18
Gebruik van het scanraam............................................................................................................................. 18
Scannen om achtergrondafbeelding te traceren ............................................................................................ 19
Basis stippelpatronen met Mijn Design Center.............................................................................................. 26
Tekening scannen om een stippelpatroon te maken ...................................................................................... 28
Stof scannen en een stippelpatroon maken ................................................................................................... 30
Decoratieve steken rond een patroon in borduurwerk (quiltfunctie) ............................................................ 33
2
Page 4
INFORMATIE OVER MIJN DESIGN CENTER
Memo
Memo
INFORMATIE OVER MIJN DESIGN CENTER
Met Mijn Design Center kunt u onderstaande functies gebruiken:
• Met de hand tekenen – borduurpatronen ontwerpen door te tekenen op de display
• Scannen – borduurpatronen maken door een object te scannen met de ingebouwde camera of met gegevens
die zijn geïmporteerd van een USB-medium, SD-kaart of computer.
Ook kunt u patronen combineren die u hebt gemaakt met de ingebouwde patronen op de machine.
2. Verwijder het steekplaatdeksel dat met de
Mijn Design Center voor de
eerste keer starten
Mijn Design Center wordt geactiveerd zodra het
scanraam is bevestigd. Nadat de initiële activatie
is voltooid, hoeft u het scanraam niet langer
bevestigd te houden. Bekijk de instructievideo
waarin u kunt zien hoe u Mijn Design Center kunt
gebruiken.
machine is meegeleverd.
• Dit is alleen vereist als u Mijn Design Center
voor de eerste keer gebruikt. Na het eerste
gebruik is Mijn Design Center beschikbaar,
zelfs als het scanraam niet is bevestigd.
• Als u Mijn Design Center wilt gebruiken na
het upgraden van de machine, bevestigt u
het scanraam om Mijn Design Center te
activeren.
■ Bevestiging van het scanraam
1. Verwijder de twee duimschroeven waarmee de
borduurraamhouder vastzit en verwijder de
houder vervolgens van de machine.
a Duimschroeven
a Steekplaatdeksel
• Voor het beste scanresultaat moet u ervoor
zorgen dat het steekplaatdeksel is
geïnstalleerd.
3. Lijn de gaten in het scanraam uit met de
pennen op de raambevestigingsplaat van de
borduurarm.
a Pennen op raambevestigingsplaat
b Openingen in het scanraam
4. Zet het scanraam vast met de twee
duimschroeven die in stap
a zijn verwijderd.
3
a Duimschroeven
Page 5
→ Het pictogram Mijn Design Center wordt
VOORZICHTIG
weergegeven op de startpagina.
INFORMATIE OVER MIJN DESIGN CENTER
Basisbewerkingen: Een patroon
ontwerpen
Start Mijn Design Center door in het startscherm te
drukken op .
• Raak het scherm alleen aan met uw vinger of met
de pen (stylus) die bij de machine wordt geleverd.
Gebruik geen mechanisch potlood,
schroevendraaier of ander hard of scherp
voorwerp. Druk bovendien niet te hard op het
scherm. Anders kan het scherm beschadigd raken.
• Soms wordt het scherm of een deel daarvan
donkerder of lichter, door veranderingen in de
omgevingstemperatuur of andere veranderingen in
de omgeving. Dit betekent niet dat de naaimachine
niet goed functioneert. Als het scherm moeilijk te
lezen is, past u de helderheid aan.
1. Teken een lijntekening in het
patroonontwerpscherm. (pagina 8)
2. Kleur toevoegen aan het patroon.
4
Page 6
INFORMATIE OVER MIJN DESIGN CENTER
a
a
b
b
3. Selecteer kleuren en vulsteken en voeg
eventueel bestaande borduurpatronen toe om het
ontwerp compleet te maken.
4. Geef instellingen op. (pagina 15)
*Pas uw patroonontwerp verder aan door
steekinstellingen zoals de breedte van de satijnsteek
en de steekdichtheid op te geven.
5. Zet het ontwerp om in borduurgegevens.
→ Het borduurpatroon wordt als voorbeeld
weergegeven. (pagina 17)
6. Bewerk het patroon in het
borduurcombinatiescherm en combineer het
bijvoorbeeld met de ingebouwde
borduurpatronen.
*Meer informatie over het bewerken van het patroon
vindt u in “Het borduurpatroon bewerken
(Patroonbewerkingsscherm)” in de
Bedieningshandleiding.
a Weergave van de steekinstellingen voor de
geselecteerde lijn.
→ En het borduurmotief kan worden geborduurd.
b Weergave van de steekinstellingen voor het
geselecteerde gebied.
5
Page 7
PATROONONTWERPSCHERM
Memo
u
f
t
g
d
e
j
n
h
srqp
c
b
a
v
m
l
k
o
i
a Patroonontwerpgebied
b Patroonvoorbeeldgebied
PATROONONTWERPSCHERM
• Het werkelijke formaat van het patroongebied is de grootte van het borduurraam: 360 mm × 200 mm
(ca. 14 inch × 7-7/8 inch). Het patroon dat u hebt getekend is misschien groter dan verwacht. Wijzig
het formaat nadat u het ontwerp hebt geconverteerd naar het borduurpatroon.
• Wanneer het patroon dusdanig wordt vergroot dat alleen een deel ervan in het patroonontwerpgebied
wordt weergegeven, kunt u het gehele patroon bekijken in het patroonvoorbeeldgebied. Het rode
kader in het patroonvoorbeeldgebied geeft het deel van het patroon aan dat in het
patroonontwerpgebied wordt weergegeven. Verplaats het rode kader in het patroonvoorbeeldgebied
met de touch-pen of uw vinger om het overeenkomstige deel in het patroonontwerpgebied weer te
geven.
6
Page 8
PATROONONTWERPSCHERM
■ Functies van de toetsen
Nr.DisplayToetsnaamUitlegPagina
cAfbeeldingsscantoets Druk op deze toets om het bevestigde frame te scannen en om het
scherm weer te geven als achtergrond bij gebruik van Mijn Design
Center. U kunt de stof als achtergrond scannen of de afbeelding
scannen ter referentie bij het maken van het patroon.
dLijnontwerptoetsDruk op deze toets om de lijntekening te scannen en te bewerken en te
eAfbeelding Scan-
toets
fToets inzoomenDruk op deze toets om het patroon groter weer te geven.10
converteren naar borduurgegevens met de ingebouwde camera. U
kunt de lijntekeningafbeelding ook importeren van een USB-medium,
computer of SD-kaart, en het borduurontwerp daarmee maken.
Druk op deze toets om een afbeelding te scannen, te bewerken en te
converteren naar borduurgegevens. U kunt de illustratie ook
importeren van een USB-medium, computer of SD-kaart, en het
borduurontwerp daarmee maken.
19
21
24
gVormen-toetsDruk op deze toets om een vorm te selecteren voor het tekenen van
patronen.
hRotatietoetsDruk op deze toets om het geselecteerde gedeelte te draaien.14
iGroottetoetsMet deze toets wijzigt u de grootte van het geselecteerde gedeelte.14
jUitwis-toetsDruk op deze toets om lijnen en vormen die u hebt getekend te wissen.
U kunt het formaat/de vorm van de vlakgom selecteren.
kPlaktoetsDruk op deze toets om het met de kopie- of kniptoets geselecteerde
gedeelte in te voegen.
lKopietoetsDruk op deze toets om het geselecteerde gedeelte te dupliceren. Het
tijdelijk geplaatste gedeelte kunt u onmiddellijk draaien, vergroten,
verkleinen en verplaatsen.
mKniptoetsDruk op deze toets om het geselecteerde gedeelte uit te knippen.—
nSelectietoetsDruk op deze toets om een selectie van lijnen en vormen die u hebt
getekend te verplaatsen, te kopiëren, te verwijderen, te vergroten/
verkleinen en te draaien.
oVolgende-toetsDruk op deze toets om verder te gaan naar het
steekinstellingenscherm.
pToets-ladenDruk op deze toets om beeldgegevens die zijn gemaakt met Mijn
Design Center op te roepen uit het geheugen van de machine, een
USB-medium, SD-kaart of computer.
qToets-opslaanDruk op deze toets om het patroon op te slaan dat u maakt.—
rUndo-toetsDruk op deze toets om de laatst uitgevoerde bewerking ongedaan te
maken en terug te keren naar de vorige toestand. Telkens wanneer u
op deze toets drukt, maakt u één bewerking ongedaan.
sDelete-toetsDruk op deze toets om alle lijnen en vormen te wissen en opnieuw te
beginnen. Ook de achtergrondafbeelding wordt gewist.
tAnnuleer-toetsDruk op deze toets om Mijn Design Center af te sluiten. Alle lijnen en
vormen worden gewist wanneer u op deze toets drukt.
uPenseeltoetsSchilder met een penseel en stel de kleur in. U kunt het penseeltype,
het vullingtype en de kleur naar wens instellen. De geschilderde lijnen
en gebieden worden in het borduurpatroon in opvulsteken omgezet.
Druk op om de kleur van een gebied in het patroon binnen het
patroonontwerpgebied op te pikken. De kleur die u hebt opgepikt,
wordt naast de knop weergegeven als de momenteel geselecteerde
gebiedskleur en verschijnt als de geselecteerde kleur in het scherm
voor gebiedseigenschappen.
vLijnfunctietoetsTeken lijnen en stel de kleur in. U kunt het lijntype, steektype en de
kleur naar wens instellen.
Druk op om de kleur van een lijn in het patroon binnen het
patroontekengebied op te pikken. De kleur die u hebt opgepikt, wordt
naast de knop weergegeven als de momenteel geselecteerde lijnkleur
en verschijnt als de geselecteerde kleur in het scherm voor
lijneigenschappen.
12
13
—
—
13
—
—
—
—
—
10
8
7
Page 9
PATROONONTWERPSCHERM
Memo
a
Memo
Voordat u ontwerpen maakt
Selecteer de middelpuntmarkering of rasterlijnen
voor “Weergave borduurraam” om de weergave
toe te passen op het patroonontwerpgebied van
Mijn Design Center.
Meer informatie over beschikbare borduurramen
en rasters vindt u in “De schermhulplijnen
wijzigen” in de Bedieningshandleiding bij de
machine.
Bevestig het raam dat u wilt gebruiken.
a
• Het raamtype kan niet worden gewijzigd op
het instellingenscherm.
Druk op .
b
Selecteer een rastertype bij “Weergave
c
borduurraam”.
Lijnen tekenen
Druk op en teken lijnen.
a
• Wanneer u op drukt, worden alle
gebieden op de vervaagd weergegeven
zodat de tekenlijnen duidelijker op het
scherm worden getoond.
a Typen rasters
*Selecteer de rastergrootte 10 mm (3/8 inch) of
25 mm (1 inch).
8
Page 10
PATROONONTWERPSCHERM
a
c
b
a
■ Lijntype, steektype en lijnkleur
instellen.
U kunt op elk gewenst moment de lijntypen,
steektypen en kleuren instellen of wijzigen. U kunt
ook de lijntypen, steektypen en kleuren vooraf
opgeven, voordat u lijnen gaat tekenen.
Druk op om de lijntypen, steektypen en
a
kleuren in te stellen.
Steektypen
Zigzagsteek
Rijgsteek
Drievoudige steek
Chenillesteek
Kettingsteek
Lijn om een gebied te tekenen, zonder dat de
lijn in steken wordt uitgevoerd. Het gemaakte
gebied wordt gedefinieerd door de grijze lijn.
Druk op om terug te keren naar het
b
patroonontwerpscherm.
→ Het balkje bij de lijnfunctietoets verandert in de
geselecteerde kleur.
*Het uiterlijk van de lijn verandert niet als u het
lijntype wijzigt. Welk lijntype u hebt opgegeven
kunt u controleren in het steekinstellingenscherm.
→ Het instellingenscherm verschijnt.
a Lijntypen
b Steektypen
c Lijnkleur selecteren: raak het kleurenpalet aan om
de tekenpenkleur te activeren.
Lijntypen
Lijn uit de vrije hand met open eind.
Lijn uit de vrije hand met automatisch gesloten
eind.
Rechte lijn in één streek
Rechte aaneengesloten lijn, van punt naar
punt. Als het eindpunt vlakbij het startpunt
eindigt, wordt de vorm automatisch gesloten.
a Balkje in geselecteerde kleur
9
Page 11
Druk op en vervolgens op de lijn om
Memo
a
b
a
c
b
c
de kleur te wijzigen.
→ De verbonden lijn verandert in de geselecteerde
kleur.
• Druk op om de afbeelding te vergroten
als u niet goed op de lijn kunt drukken. Meer
informatie over het vergroot weergeven van
de afbeelding vindt u in “De
patroonafbeelding op het scherm
vergroten” in de Bedieningshandleiding bij
de machine.
• Druk op en selecteer een kleur in het
patroonontwerpgebied om deze kleur toe te
passen op andere lijnen of gedeelten van
het patroon.
PATROONONTWERPSCHERM
Vrij tekenen
Druk op en teken met het penseel.
a
a Gebruik om de lijnkleur te selecteren.
■ Penseeltypen en vullingkleuren
instellen
Druk op om de penseeltypen en
a
vullingkleuren in te stellen.
a Penseeltypen
b Vulsteektypen
c Vullingkleur selecteren: raak het kleurenpalet aan
om de penseelkleur te selecteren.
b Druk op om de lijnkleur te wijzigen en
selecteer vervolgens het patroon dat u wilt
wijzigen.
Penseelvormen/-formaten
Vierkant penseel
Rond penseel
Klein penseel
Middelgroot penseel
Groot penseel
10
Page 12
PATROONONTWERPSCHERM
a
Memo
a
b
Vulsteektypen
Vulsteekpatroon
Stippelpatroon
Selecteer decoratieve meander- en quiltsteken
Hiermee opent u een keuzescherm voor
vullingpatronen. In dit scherm selecteert u een
patroon door op te drukken.
Selecteer wanneer u geen vulsteek wenst.
Druk op om terug te keren naar het
b
patroonontwerpscherm.
→ Het kleurenbalkje op de penseeltoets verandert in
de geselecteerde kleur.
• Druk op om de afbeelding te vergroten
als u niet goed op de vulling kunt drukken.
• Druk op en selecteer een patroonkleur
in het patroonontwerpgebied om deze
vullingkleur toe te passen op andere
patronen.
a Gebruik om de vullingkleur te selecteren.
a Balkje in geselecteerde kleur
*Als een meanderpatroon of decoratieve quiltsteken
zijn opgegeven, worden de instellingen
weergegeven.
Druk op en vervolgens op de
c
penseellijn om de kleur en het vulsteektype
te wijzigen. U kunt vullingkleur, steektype
en vullingpatroon ook instellen voor het
gesloten gebied dat ontstaat binnen de
lijnen en penseellijnen.
b Druk op om de vullingkleur te wijzigen en
selecteer het patroon dat u wilt wijzigen.
11
Page 13
Gebruik van de Vormen-toets
c
b
d
a
PATROONONTWERPSCHERM
Stempelvormen
Basisvormen
Druk op .
a
Selecteer een vorm en de uitvoering van de
b
vorm.
Gesloten vormen
Open vormen
Stempeltypen (alleen van basisvormen)
Omtrek
Vulstee k
Omtrek en vulsteek
*Selecteer omtrek (), vulsteek () of omtrek
en vulsteek () van een basisvorm.
Opgeslagen omtrekken
Omtrekken van borduurpatronen kunnen
worden geregistreerd als stempelvormen.
Wanneer u stempelvormen registreert,
selecteer deze dan uit de laatste zes gebruikte
borduurpatronen. Als u meer dan zes vormen
registreert, wordt de oudste automatisch
gewist. Meer informatie over het registreren
van een stempelvorm vindt u in “Decoratieve
steken rond een patroon in borduurwerk
(quiltfunctie)” op pagina 33.
a Stempelvormen
b Stempeltypen
c Opgeslagen omtrekken
d Borduurraamgebieden
Borduurraamgebieden
Selecteer een borduurgebied zodanig dat het
patroon in het borduurraam past.
*Druk op om terug te keren naar het
patroonontwerpscherm.
Druk op om de geselecteerde vorm
c
in te stellen.
→ Het patroonontwerpscherm wordt weergegeven.
*U kunt het formaat veranderen en de vorm draaien
of verplaatsen nadat u deze hebt gemaakt door op
of te drukken.
12
Page 14
PATROONONTWERPSCHERM
Gebruik van de Uitwis-toets
Druk op .
a
Selecteer de vorm en het formaat van de
b
vlakgom.
Gebruik van de selectietoets
U kunt selecteren welk gedeelte van het ontwerp u
wilt verplaatsen en/of bewerken. Sommige functies
zijn alleen te gebruiken als u een gedeelte hebt
geselecteerd.
Druk op .
a
*Druk op als de geselecteerde toets zal worden
gebruikt.
→ Het patroonontwerpscherm wordt weergegeven.
Sleep langs het gebied of de lijn dat/die u
c
wilt wissen, terwijl de toets er als volgt
uitziet: .
Selecteer het gebied dat u wilt bewerken.
b
*Om het gebied te selecteren dat u wilt bewerken,
raakt u met de touch-pen een punt op het scherm
aan. Vervolgens sleept u deze pen om een rood
kader te tekenen rond het geselecteerde gebied dat
u wilt bewerken.
13
Page 15
Wanneer u op drukt, wordt het
a
b
c
c
patroonformaat weergegeven op het scherm.
a Weergave van de afmeting van het geselecteerde
gedeelte.
b Terug gaan naar het oorspronkelijke formaat.
Wanneer u op drukt, wordt de
d
patroonrotatiehoek weergegeven op het
scherm.
PATROONONTWERPSCHERM
c Weergave van de rotatie-hoek voor het
geselecteerde gedeelte.
Bewerk het ontwerp met de beschikbare
e
toetsen. (Meer informatie over functies van
toetsen vindt u in “Functies van de toetsen”
op pagina 7.)
f
Druk op
op.
en geef de steekinstelling
14
Page 16
STEEKINSTELLINGENSCHERM
a
b
a
b
STEEKINSTELLINGENSCHERM
In het instellingenscherm bepaalt u de uitvoering van het borduurpatroon. De lijnen van het ontwerp
worden met diverse steken genaaid. Gebieden worden met vulsteken en stippelsteken genaaid. De steken
van de gebieden zijn al geselecteerd in “Vrij tekenen” op pagina 10. In dit instellingenscherm kunt u nog
aanpassingen maken.
Nadat u de instellingen hebt opgegeven, drukt u op om het borduurpatroon te maken.
De opgeslagen ontwerpinstellingen kunnen nog worden gewijzigd, na het borduren van een proeflapje.
Afzonderlijke steekinstellingen
opgeven
Selecteer in het steekinstellingenscherm een patroon om de
steekinstellingen voor lijnen en gebieden op te geven. Als
er meerdere patronen tegelijk zijn geselecteerd, worden de
instellingen toegepast op alle geselecteerde patronen.
■ Lijninstellingen
Chenillesteek
Afmeting
Afstand
Vergroot/verkleint de afmeting van het
patroon.
Bepaal de afstand voor chenillesteken.
Kettingsteek
Afmeting
Herhaling
Vergroot/verkleint de afmeting van het
patroon.
Bepaal het aantal herhalingen van de
kettingsteek.
■ Gebiedinstellingen
a Weergave van het steektype en de kleur voor de
geselecteerde lijn.
b Weergave van de steekinstellingen voor de
geselecteerde lijn.
Steekinstellingen lijn naaien
Selecteer het type steken dat u wilt toepassen op uw
lijntekening – zigzagsteek (), rijgsteek (),
drievoudige steek (), chenillesteek of
kettingsteek .
Zigzagsteek
Zigzagsteekbreedte
Dichtheid
Bepaal de breedte van de zigzagsteken (voor
de lijnen van het ontwerp).
Bepaal de dichtheid van de zigzagsteken
(voor de lijnen van het ontwerp).
Rijgsteek / Drievoudige steek
* Inclusief verstevigingssteken.
Steeklengte
Bepaal de lengte van de rechte steek.
15
a Weergave van het steektype en de kleur voor het
geselecteerde gebied.
b Weergave van de steekinstellingen voor het
geselecteerde gebied.
Vulsteekinstellingen
Richting
Dichtheid
Trekcompensatie
Met
versteviging
Bepaal de naairichting. Selecteer “Handm.”
om de richting van de vulsteek te wijzigen.
Bepaal de dichtheid van de vulsteek.
Corrigeer de krimp van het patroon door de
steken iets korter of langer te maken. Wijzig
de instelling nadat u het patroon hebt
geborduurd en de krimp hebt gecontroleerd.
Selecteer of u al dan niet versteviging wilt
naaien.
Page 17
STEEKINSTELLINGENSCHERM
Stippelsteek instellingen
Steeklengte
Afstand
Afstand
Stel de lengte van de stippelsteek in.
Stel de dichtheid van de stippelsteken in.
Bepaal de afstand van de stippelsteek
instellingen in tot omtrek van het patroon.
Decoratieve vulling
Afmeting
Richting
Omtrek
Gebruik om de lijn of het gebied te
a
Vergroot/verkleint de afmeting van het
stippelpatroon.
Bepaal de opvulrichting (rotatiehoek) van het
stippelpatroon.
Selecteer (ON) of (OFF) om aan te geven of
de omtrek ook wordt geconverteerd tot
borduurgegevens. Als u “ON” selecteert,
kunt u het aantal overspringende draden
verminderen.
selecteren dat u wilt wijzigen.
→ Telkens wanneer u op drukt, wordt de
markering van het geselecteerde patroon een stap
verplaatst.
Algemene steekinstellingen opgeven
U kunt in één keer dezelfde steekinstellingen
opgeven voor meerdere patronen van hetzelfde type.
Gebruik
a
waarvan u de instellingen wilt wijzigen.
Druk vervolgens op .
om de steek te selecteren
Selecteer de instelling die u wilt wijzigen.
b
Wijzig vervolgens de instelling in het
scherm dat verschijnt. (In dit voorbeeld
wordt de naairichting gewijzigd.)
→ Het instellingenscherm verschijnt.
Druk op en gebruik vervolgens
c
om de richting te wijzigen.
→ Gebieden met hetzelfde steektype worden tegelijk
geselecteerd.
Volg stap b t/m d in “Afzonderlijke
b
steekinstellingen opgeven” op pagina 15 om
de instellingen te wijzigen.
Na het opgeven van de instellingen
een borduurpatroon genereren
Druk op om de instelling toe te
d
passen.
* verschijnt op het tabblad bij instellingen die zijn
gewijzigd.
*Wijzig andere instellingen op dezelfde manier.
Druk op om een borduurpatroon te maken.
16
Page 18
VOORBEELDSCHERM BORDUURAFBEELDING
Opmerking
VOORBEELDSCHERM BORDUURAFBEELDING
U kunt het totaal aantal steken, de borduurtijd, het nummer van het garen op de klos opgeven om het
patroon te borduren. Druk op om de patroonafbeelding binnen het borduurraam te controleren.
Druk op om door te gaan naar het borduurcombinatiescherm.
• Wanneer u naar het borduurcombinatiescherm gaat, kunt u niet teruggaan naar Mijn Design Center.
Druk op om het patroon op te slaan als borduurgegevens.
Druk op om terug te keren naar het steekinstellingenscherm.
17
Page 19
MIJN DESIGN CENTER MET SCAN
VOORZICHTIG
Memo
Opmerking
2
3
1
1
Memo
Opmerking
Gebruik van het scanraam
• Als u een stukje papier wilt scannen dat te
Bereid de gewenste tekening/illustratie voor.
a
• Om te voorkomen dat de borduurvoet tijdens
het scannen het raam raakt en letsel
veroorzaakt, controleert u het volgende: de
dikte van de stof of het papier, kreukels of
vouwen in de stof of het papier waardoor dit
mogelijk te dicht tegen het raam is opgerold.
• U kunt per scan slechts één vel papier in het
scanraam plaatsen.
Positioneer het te scannen papier dusdanig
b
dat het is uitgelijnd met de linker
benedenhoek en houd het papier op zijn
plek met de magneten.
*Plaats de magneten op zes plekken rond het papier
om dit te bevestigen. Let op dat u ze niet op de
lijntekening plaatst.
klein is om met de magneten te worden
vastgehouden, kopieert u de afbeelding op
een groter stuk papier en plaatst u dat in het
scanraam.
• Wanneer u het papier in het scanraam
plaatst, zorgt u dat het witbalansgebied niet
bedekt is. Anders kan de tekening niet goed
worden gescand. Zorg er tevens voor dat u
de scanafbeelding binnen het scangebied
plaatst. Het deel van de afbeelding buiten
het scangebied wordt niet gescand.
MIJN DESIGN CENTER MET SCAN
•
Het scangebied is 300 mm x 200 mm
(ongeveer 11-3/4 inch x 7-7/8 inch). Er
bevinden zich markeringen voor het
scangebied op het raam. Zorg dat het papier
binnen de markering wordt geplaatst. Elk
deel van de afbeelding dat buiten de
markering valt, zal niet worden gescand
a Markering 300 mm x 200 mm (ongeveer
11-3/4 inch x 7-7/8 inch) (maximaal scanveld)
b Scangebied
c Buiten het scangebied
a Witbalansgebied
b Scangebied
• Zorg dat het witbalansgebied of het
scangebied niet vuil of bekrast is. Anders
kan de afbeelding niet goed worden
gescand.
• Gebruik de magneten die worden
meegeleverd met het scanraam. Als u
andere magneten gebruikt, raken deze
misschien vast aan de machine tijdens het
scannen. Of er doen zich andere problemen
voor, zoals onjuiste uitlijning van de
scanafbeelding.
• Plaats de magneten zo dat deze het papier
.
stevig op zijn plek houden. Als het papier
ongelijkmatig wordt geplaatst, kan de
afbeelding niet goed worden gescand.
• Als het scanraam vuil is, veegt u het schoon
met een doek die is bevochtigd met een
verdund neutraal reinigingsmiddel.
18
Page 20
MIJN DESIGN CENTER MET SCAN
Opmerking
Scannen om achtergrondafbeelding
te traceren
Als u een favoriete afbeelding of tekening hebt,
kan deze eenvoudig worden getraceerd op de
gescande achtergrondafbeelding, zodat u uw
eigen patroon kunt maken.
Druk op .
a
→ Wanneer het volgende bericht wordt weergegeven,
drukt u op .
→ Het scannen begint.
*Om te stoppen met scannen en terug te keren naar
het scherm van stap c, drukt u op .
→ Wanneer het volgende bericht wordt weergegeven,
verwijder dan het scanraam, installeer het
steekplaatdeksel, installeer het scanraam opnieuw
en druk vervolgens op .
→ Het afbeeldingweergavescherm verschijnt.
Plaats een afbeelding met behulp van de
b
magneten in het scanraam en bevestig het
raam aan de machine. Zie “Gebruik van het
scanraam” op pagina 18.
Druk op .
c
Wanneer het scannen is voltooid, wordt de
d
gescande afbeelding transparant
weergegeven in het patroonontwerpgebied.
19
• Als het scannen begint, gaan sommige
machinelampjes onder bepaalde
omstandigheden uit om de scankwaliteit te
verbeteren. De machinelampjes gaan weer
helder branden als het scannen klaar is.
• U kunt een afbeelding importeren van een
USB-medium van 2 MB of minder, een
computer of een SD-kaart.
Page 21
MIJN DESIGN CENTER MET SCAN
a
a
Met de meegeleverde touch-pen drukt u op
e
. Vervolgens trekt u de afbeelding over.
*Meer informatie over het tekenen van lijnen vindt u
in “Lijnen tekenen” op pagina 8.
a Doorzichtigheid aanpassen
*Druk op of om de doorzichtigheid van de
achtergrond aan te passen.
Telkens wanneer u op drukt, wordt de achtergrond
lichter. Daardoor wordt het lijnpatroon donkerder.
Telkens wanneer u op drukt, wordt de achtergrond
donkerder. Daardoor wordt het lijnpatroon lichter.
Selecteer het apparaat waarop u de
b
gegevens hebt opgeslagen.
Selecteer de gegevens en druk op .
c
Nadat u het patroon hebt bewerkt, drukt u
f
op om de instellingen voor het
patroon op te geven.
Druk op om een borduurpatroon te maken.
g
■ Achtergrondafbeelding importeren
Maak een gegevensbestand van uw favoriete
afbeelding, zodat u een borduurpatroon kunt
maken. Sla de gegevens als JPG-bestand op uw
computer, een USB-stick of SD-kaart op.
Druk op .
a
→ Het afbeeldingweergavescherm verschijnt.
De geselecteerde afbeelding wordt transparant
d
weergegeven in het patroonontwerpgebied.
*Nadat de gescande afbeelding is omgezet in steken,
verschijnt deze als achtergrond in het
patroonontwerpscherm. Met schaal a kunt u de
doorzichtigheid van de achtergrond aanpassen.
Telkens wanneer u op drukt, wordt de achtergrond
lichter. Daardoor wordt het lijnpatroon donkerder.
Telkens wanneer u op drukt, wordt de achtergrond
donkerder. Daardoor wordt het lijnpatroon lichter.
20
Page 22
LIJNSCAN
Opmerking
Opmerking
LIJNSCAN
U kunt uw eigen patronen maken van tekeningen.
U kunt patronen maken door uw tekeningen te
scannen met het meegeleverde scanraam of een
afbeelding te importeren van een USB-medium,
computer of SD-kaart.
Aanbevolen lijntekeningen voor lijnscan
• Lijntekeningen moeten duidelijk zijn getekend in
lijnen met een dikte van circa 1 mm.
• Lijntekeningen moeten zijn getekend in sterk
contrast.
Patroon met lijnscan maken met
scanraam
Druk op .
a
• Als de lijnen te kort zijn of te dicht op elkaar
staan, worden ze niet goed gescand.
• Hoe u patronen maakt van
kleurenillustraties leest u in
“ILLUSTRATIESCAN” op pagina 24.
• Als u de tekeningen niet zoals verwacht
kunt scannen, kunt u het ontwerp bewerken
in Mijn Design Center. Zie
“PATROONONTWERPSCHERM” op
pagina 6.
• Lijntekeningen worden gescand zonder dat
de dikte van lijnen wordt herkend. Als u de
dikte van lijnen wilt veranderen, moet u
deze in het instellingenscherm opgeven. Zie
“STEEKINSTELLINGENSCHERM” op
pagina 15.
• Lijntekeningen worden gescand als zwarte
lijnen. Als u de kleuren wilt veranderen,
moet u deze opgegeven in Mijn Design
Center. Zie “Vrij tekenen” op pagina 10.
→ Het afbeeldingweergavescherm verschijnt.
Druk op .
b
*Als u een afbeelding wilt importeren van een USB-
medium, computer of SD-kaart, drukt u op ,
, , of op . Meer informatie vindt u op
“Achtergrondafbeelding importeren” op pagina 20.
*Als u de afbeelding scant, moet het scanraam aan de
machine zijn bevestigd. Zie “Gebruik van het
scanraam” op pagina 18.
21
• Als het scannen begint, gaan sommige
machinelampjes onder bepaalde
omstandigheden uit om de scankwaliteit te
verbeteren. De machinelampjes gaan weer
helder branden als het scannen klaar is.
• U kunt een afbeelding importeren van een
USB-medium van 2 MB of minder, een
computer of een SD-kaart.
Page 23
LIJNSCAN
a
→ Wanneer het volgende bericht wordt weergegeven,
drukt u op .
→ Het scannen begint.
*Om te stoppen met scannen en terug te keren naar
het scherm van stap
Wanneer het scannen is voltooid, geeft u zo
c
nodig het “Detectieniveau grijstonen” op
b, drukt u op .
het scherm aan.
Met het “Detectieniveau grijstonen” kunt u de zwart/
wit-limiet voor de afbeelding aanpassen.
*Als u niet weet hoe u de instellingen moet wijzigen,
gaat u eerst verder met de bewerking zonder
instellingen op te geven. Controleer vervolgens het
resultaat.
*Om te stoppen met scannen en terug te keren naar
het scherm van stap
gescande afbeelding wordt verwijderd wanneer u
teruggaat naar het vorige scherm.
b, drukt u op . De
In het scherm waar u de geconverteerde
f
afbeelding bevestigt kunt u zo nodig
opnieuw het “Detectieniveau grijstonen”
wijzigen.
a De instellingen voor de te naaien lijnen
verschijnen.
*Als u niet weet hoe u de instellingen moet wijzigen,
gaat u eerst verder met de bewerking zonder
instellingen op te geven. Controleer vervolgens het
resultaat.
*Als u de afbeelding wilt vergroten, drukt u op .
*Als u de afbeelding wilt weergeven voordat deze
wordt geconverteerd, drukt u op .
Vergelijk de afbeeldingen voor en na de conversie
en wijzig de instellingen zo nodig.
*Wilt u terugkeren naar het vorige scherm, dan drukt
u op .
→ Nadat wijzigingen in de instellingen van het
“Detectieniveau grijstonen” zijn toegepast,
verandert in . Druk op
om te controleren of de afbeelding naar wens is.
Druk op .
g
→ Het patroonontwerpscherm wordt weergegeven.
Verplaats om de afbeelding voor het
d
patroon in het kader te plaatsen.
Druk op .
e
→ Het scherm voor de controle van de geconverteerde
afbeelding verschijnt.
22
Page 24
LIJNSCAN
Opmerking
a
Bewerk zo nodig de gescande afbeelding.
h
*Nadat de gescande afbeelding is omgezet in steken,
verschijnt deze als achtergrond in het
patroonontwerpscherm. Met schaal a kunt u de
doorzichtigheid van de achtergrond aanpassen.
Telkens wanneer u op drukt, wordt de
achtergrond lichter. Daardoor wordt het lijnpatroon
donkerder. Telkens wanneer u op drukt, wordt
de achtergrond donkerder. Daardoor wordt het
lijnpatroon lichter.
• Tijdens het scannen kunnen de kleine
stipjes die verschijnen en onnodige lijnen
worden gewist.
23
Page 25
ILLUSTRATIESCAN
Opmerking
ILLUSTRATIESCAN
U kunt uw eigen patronen maken van gekleurde
illustraties. U kunt patronen maken door een
illustratie te scannen met het meegeleverde
scanraam of door een afbeelding te importeren
van een USB-medium, computer of SD-kaart.
Aanbevolen illustraties voor illustratiescan
• Patronen die duidelijk zijn getekend, zonder
kleurverloop (gradatie) of vervaging
• Patronen die minstens 5 mm in het vierkant zijn
• Patronen met een zeer eenvoudig ontwerp
Patroon met illustratiescan
Druk op .
b
*Als u een afbeelding wilt importeren van een USB-
medium, computer of SD-kaart, drukt u op ,
, of op .
• Als het scannen begint, gaan sommige
machinelampjes uit om de scankwaliteit te
verbeteren. De machinelampjes gaan weer
helder branden als het scannen klaar is.
maken met scanraam
Druk op .
a
→ Het afbeeldingweergavescherm verschijnt.
→ Wanneer het volgende bericht wordt weergegeven,
drukt u op .
→ Het scannen begint.
*Om te stoppen met scannen en terug te keren naar
het scherm van stap
b, drukt u op .
24
Page 26
ILLUSTRATIESCAN
Memo
c
b
a
Opmerking
a
Als het scannen klaar is, geeft u de nodige
c
instellingen op in het scherm voor de
controle van de scanafbeelding.
Wijzig de instellingen zo dat u de afbeelding gemakkelijk
kunt converteren naar het gewenste patroon.
a Maximum aantal
kleuren
b Achtergrond
verwijderen
c Lijn
*Om te stoppen met scannen en terug te keren naar
het scherm van stap
Het aantal kleuren in een afbeelding
wordt verminderd tot maximaal het
aantal dat u hier opgeeft. Vervolgens
wordt de omtrek geëxtraheerd.
Selecteer of de achtergrondkleur
wordt opgenomen als een van de
kleuren of niet.
Selecteer of de omtrek wordt gedetecteerd
als lijn of niet. Een dikke omtrek kan ook
worden gedetecteerd als gebied.
Wanneer de omtrek wordt gedetecteerd als
lijn, kunt u de lijndikte en kleur opgeven.
b, drukt u op .
In het scherm waar u de geconverteerde
f
afbeelding bevestigt, kunt u de afbeelding zo
nodig aanpassen zoals beschreven in stap
*
Als u de afbeelding wilt vergroten, drukt u op
*Als u de afbeelding wilt weergeven voordat deze
wordt geconverteerd, drukt u op .
Vergelijk de afbeeldingen voor en na de conversie
en wijzig de instellingen zo nodig.
*Wilt u terugkeren naar het vorige scherm, dan drukt
u op .
→ Nadat u de wijzigingen aan bovenstaande
instellingen hebt toegepast, verandert in
. Druk op om te controleren of de
afbeelding naar wens is.
Druk op .
g
→ Het patroonontwerpscherm wordt weergegeven.
c
.
.
• Druk op om de omtrek te detecteren.
U kunt een lijndikte opgeven tussen 1,0 mm
(1/16 inch) en 5,0 mm (3/16 inch).
• Druk op om de omtrekkleur op te geven.
Raak de gewenste kleur aan of verplaats het
pictogram met in het
kleurenselectiescherm.
Verplaats om de afbeelding voor het
d
patroon in het kader te plaatsen.
Druk op .
e
→ Het scherm voor de controle van de geconverteerde
afbeelding verschijnt.
Bewerk zo nodig de gescande afbeelding.
h
*Nadat de gescande afbeelding is omgezet in steken,
verschijnt deze als achtergrond in het
patroonontwerpscherm. Met schaal
doorzichtigheid van de achtergrond aanpassen. Telkens
wanneer u op drukt, wordt de achtergrond lichter.
Daardoor wordt het illustratiepatroon donkerder. Telkens
wanneer u op drukt, wordt de achtergrond donkerder.
Daardoor wordt het illustratiepatroon lichter.
a
• Tijdens het scannen kunnen de kleine stipjes die
verschijnen en onnodige lijnen worden gewist.
kunt u de
25
Page 27
STIPPELPATRONEN
Basis stippelpatronen met Mijn
Design Center
Maak een stippelontwerp volgens de basisprocedure.
Voorbeeld:
Druk op .
a
Druk op .
b
STIPPELPATRONEN
Druk op .
d
Selecteer de hartvorm en druk op .
e
Selecteer de vierkante vorm en druk op
c
.
Druk op .
f
26
Page 28
STIPPELPATRONEN
a
Druk op totdat de hartvorm in het
g
vierkant past en druk op .
Druk op en vervolgens op .
h
Druk op en selecteer de steekkleur. Druk
i
op nadat u de kleur hebt ingesteld.
Druk op .
k
Pas de stippelinstellingen aan om het
l
gewenste effect te krijgen en druk op .
*Meer informatie vindt u op “Afzonderlijke
steekinstellingen opgeven” op pagina 15.
Selecteer het gebied waarvoor u het
j
stippeleffect wilt instellen.
a Selecteer dit gebied.
Wanneer het volgende bericht wordt
m
weergegeven, drukt u op .
Druk op om het om te zetten in
n
borduurwerk.
27
Page 29
STIPPELPATRONEN
Opmerking
→ Wanneer het volgende bericht wordt weergegeven,
drukt u op .
Volg de procedure “Het borduurpatroon
o
bewerken (Patroonbewerkingsscherm)” in
de Bedieningshandleiding bij de machine
om het patroon naar wens te bewerken.
Tekening scannen om een
stippelpatroon te maken
Maak een aangepast patroon met een
stippelontwerp.
Voorbeeld:
Plaats het scanraam op de machine en druk
d
op .
• Als het scannen begint, gaan sommige
machinelampjes onder bepaalde
omstandigheden uit om de scankwaliteit te
verbeteren. De machinelampjes gaan weer
helder branden als het scannen klaar is.
• U kunt een afbeelding importeren van een
USB-medium van 2 MB of minder, een
computer of een SD-kaart.
Plaats een tekening van uw ontwerp op het
a
scanraam.
Druk op .
b
Druk op .
c
→ Wanneer het volgende bericht wordt weergegeven,
drukt u op .
→ Het scannen begint.
*Om te stoppen met scannen en terug te keren naar
het scherm van stap
Wanneer u klaar bent met scannen, verplaatst
e
d, drukt u op .
u om de patroonafbeelding in het raam te
plaatsen. Vervolgens drukt u op .
→ Het afbeeldingweergavescherm verschijnt.
28
Page 30
STIPPELPATRONEN
a
Het scherm om de geconverteerde
f
afbeelding te bevestigen verschijnt. Pas zo
nodig de afbeelding aan en druk op .
→ Het patroonontwerpscherm wordt weergegeven.
Als u de omtrek van het patroon wilt instellen,
g
drukt u op en vervolgens op .
Selecteer de omtrek van het patroon.
i
a Omtrek van het patroon
Druk op om de kleur van de steek rond
j
het stippeleffect te selecteren.
Druk op en vervolgens op .
h
Hiermee stelt u de omtrek in zonder een steek.
Druk op en selecteer de steekkleur.
k
Druk vervolgens op .
29
Page 31
STIPPELPATRONEN
a
Selecteer de stiklijn rond het stippeleffect.
l
a Stiklijn
Als u de steekkleur en het vulsteektype wilt
m
selecteren, drukt u op en vervolgens
op .
Selecteer het gebied waarvoor u het
o
stippeleffect wilt instellen.
Volg de procedure vanaf stap k op
p
pagina 26 van “Basis stippelpatronen met
Mijn Design Center”.
Stof scannen en een
Druk op en selecteer de steekkleur.
n
Druk op nadat u de kleur hebt
ingesteld.
stippelpatroon maken
Gebruik het stofpatroon om te coördineren met
het stippelpatroon.
Plaats de stof in het borduurraam.
a
Druk op .
b
Druk op .
c
→ Het afbeeldingweergavescherm verschijnt.
30
Page 32
STIPPELPATRONEN
Memo
Opmerking
Plaats het borduurraam op de machine en
d
druk op .
• In de aanwijzingen op de display wordt een
scanraam genoemd. In dit voorbeeld wordt
een borduurraam gebruikt om te scannen.
Selecteer de cirkelvorm en druk op .
f
Druk op om de cirkel te vergroten/
g
verkleinen.
• Als het scannen begint, gaan sommige
machinelampjes onder bepaalde
omstandigheden uit om de scankwaliteit te
verbeteren. De machinelampjes gaan weer
helder branden als het scannen klaar is.
• U kunt een afbeelding importeren van een
USB-medium van 2 MB of minder, een
computer of een SD-kaart.
→ Wanneer het volgende bericht wordt weergegeven,
drukt u op .
→ Het scannen begint.
*Om te stoppen met scannen en terug te keren naar
Druk op .
e
het scherm van stap
d, drukt u op .
Druk op totdat het formaat van de
h
cirkel past bij het patroon op de stof en
druk op .
*Gebruik om de positie van de cirkel uit te
lijnen met het patroon op de stof.
31
Page 33
STIPPELPATRONEN
a
Als u de steekkleur en het vulsteektype wilt
i
selecteren, drukt u op en vervolgens
op .
Druk op en selecteer de steekkleur.
j
Druk op nadat u de kleur hebt
ingesteld.
Als u de omtrek van het patroon wilt instellen,
l
drukt u op en vervolgens op .
Druk op en vervolgens op .
m
Hiermee stelt u de omtrek in zonder een
steek.
Selecteer het gebied waarvoor u het
k
stippeleffect wilt instellen.
Selecteer de omtrek van het patroon.
n
a Omtrek van het patroon
Volg de procedure vanaf stap k op
o
pagina 26 van “Basis stippelpatronen met
Mijn Design Center”.
→ Begin te borduren op de stof die u eerst hebt
gescand.
32
Page 34
STIPPELPATRONEN
Memo
Decoratieve steken rond een
patroon in borduurwerk
(quiltfunctie)
• Verlaag de naaisnelheid voor een optimaal
resultaat.
U kunt een quilt maken met stippeleffect rond een
borduurpatroon.
Plaats twee lagen stof met vulling ertussen
a
in het borduurraam en bevestig het raam in
de machine.
Selecteer het patroon waar omheen u
b
decoratieve steken wilt toevoegen. Druk
vervolgens op in het
Druk op .
c
→ Een melding verschijnt en de patroonomtrek wordt
geregistreerd als stempelvorm in Mijn Design
Center. Druk op .
borduurcombinatiescherm.
→ De omtrek van het patroon wordt weergegeven.
Druk op , om verder te gaan
d
naar het borduurscherm en borduur het
patroon.
Druk op in de startpagina om Mijn
e
Design Center te starten.
Druk op om de geborduurde stof te
f
scannen.
33
Page 35
STIPPELPATRONEN
Opmerking
Druk op , druk op om de
g
stempelvorm op te roepen die is
geregistreerd in stap
c. Plaats deze
vervolgens op het gescande patroon.
Gebruik de penseeltoetsen om het patroon
i
en de kleur van de decoratieve steken te
selecteren.
Vul het te stikken gebied buiten de omtrek
j
van de stempelvorm.
Gebruik een stempel of rechthoekig raam
h
om het te stikken gebied te bepalen.
• Als u het gebied met de hand tekent, let dan
op dat het volledig gesloten is. Als het
gebied niet gesloten is, kan het niet goed
worden gevuld met de decoratieve steken.
Stel het lijntype voor het raam en patroon
k
in op en druk op .
*U kunt steekinstellingen aanpassen in het
steekinstellingenpatroon. Meer informatie vindt u op
“STEEKINSTELLINGENSCHERM” op pagina 15.
34
Page 36
STIPPELPATRONEN
Geef de afstand tussen steken en de
l
steeklengte op in het
steekinstellingenscherm en druk op .
→ Controleer het patroon en druk op .
Borduur het stippeleffect rond het
m
borduurpatroon.
35
Page 37
Ga naar
http://support.brother.com/
voor productondersteuning
en antwoorden op veelgestelde vragen (FAQs).
Dutch
884-T13
Version 0
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.