Brother MFC-L8650CDW, MFC-L8850CDW, MFC-L9550CDW, DCP-L8400CDN, DCP-L8450CDW User's Guide

Geavanceerde gebruikershandleiding
MFC-L8650CDW MFC-L8850CDW MFC-L9550CDW DCP-L8400CDN DCP-L8450CDW
Niet alle modellen zijn verkrijgbaar in alle landen.
Versie 0

Welke gebruikershandleidingen zijn er en waar kan ik deze vinden?

Welke handleiding? Wat staat erin? Waar?
Handleiding product veiligheid
Installatiehandleiding Volg de instructies voor het instellen van
Lees deze handleiding eerst. Lees de veiligheidsinstructies voor u de machine installeert. Raadpleeg deze gids voor handelsmerken en wettelijke beperkingen.
uw machine en installeren van de drivers en software voor het besturingssysteem en het type verbinding dat u gebruikt.
Gedrukt / in de verpakking
Gedrukt / in de verpakking
Basis gebruikershandleiding
Geavanceerde gebruikershandleiding
Software en Netwerk gebruikershandleiding
Hier vindt u meer informatie over de basis fax- (alleen MFC-modellen), kopieer-, scan- en Direct Print-functies en over het vervangen van de verbruiksartikelen. Zie tips voor het oplossen van problemen.
Hier vindt u meer informatie over geavanceerde functies: faxen (alleen MFC-modellen), kopiëren, beveiliging, afdrukrapporten en het uitvoeren van routineonderhoud.
Deze handleiding biedt instructies voor het scannen, afdrukken en andere handelingen die uitgevoerd kunnen worden door uw apparaat van Brother op een computer aan te sluiten. U kunt ook nuttige informatie vinden over het gebruik van het hulpprogramma Brother ControlCenter, het gebruik van uw machine in een netwerkomgeving en veelgebruikte termen.
Voor MFC-modellen Gedrukt / in de verpakking
Voor Tsjechië, Hongarije, Bulgarije, Polen, Roemenië, Slowakije
(Windows PDF-bestand / cd-rom / In de verpakking (Macintosh) PDF-bestand / Brother Solutions
Center
Voor DCP-modellen
(Windows PDF-bestand / cd-rom / In de verpakking (Macintosh) PDF-bestand / Brother Solutions
Center
(Windows®) PDF-bestand / cd-rom / In de verpakking (Macintosh) PDF-bestand / Brother Solutions
Center
(Windows®) HTML-bestand / cd-rom / In de verpakking (Macintosh) HTML-bestand / Brother
Solutions Center
®
)
1
®
)
1
1
1
i
Welke handleiding? Wat staat erin? Waar?
Google cloud print handleiding
Deze handleiding biedt u informatie over het configureren van uw Brother-machine
PDF-bestand / Brother Solutions
1
Center
voor een Google-account en het gebruik van Google Cloud Print™-services om af te drukken via het internet.
Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iPrint&Scan
Handleiding Web Connect
1
Ga naar http://solutions.brother.com/.
In deze handleiding vindt u nuttige informatie over het afdrukken vanaf uw mobiele apparaat en over scannen vanaf uw Brother-machine naar uw mobiel
®
apparaat bij verbinding met een Wi-Fi
-
netwerk.
In deze handleiding vindt u meer informatie over het configureren en gebruiken van uw Brother-machine voor het scannen, laden en bekijken van beelden en bestanden op bepaalde websites die deze services aanbieden.
PDF-bestand / Brother Solutions
1
Center
PDF-bestand / Brother Solutions
1
Center
ii

Inhoudsopgave

1 Algemene instelling 1
Opslag in het geheugen......................................................................................... 1
Kiesmodus toon of pulse instellen ........................................................................ 1
Automatisch zomertijd instellen .............................................................................2
Selecteer de tijdzone .............................................................................................2
Ecologische functies ..............................................................................................3
Toner besparen ...............................................................................................3
Slaaptijd...........................................................................................................3
Stand diepe slaap............................................................................................ 4
Automatische stroom Uit (Alleen DCP-modellen)............................................ 4
Functie stille modus ............................................................................................... 4
Stille modus ..................................................................................................... 4
Aanraakscherm......................................................................................................5
De helderheid van de achtergrondverlichting instellen .................................... 5
De dimtimer instellen voor de achtergrondverlichting......................................5
2 Beveiligingsfuncties 6
Secure Function Lock 3.0 ......................................................................................6
Voordat u Secure Function Lock 3.0 begint te gebruiken................................ 7
Secure Function Lock aan-/uitzetten ............................................................... 7
Secure Function Lock 3.0 configureren met Web Based Management ..........8
De gebruikers voor kaartverificatie instellen
(Voor MFC-L9550CDW) .............................................................................. 9
De openbare gebruikersmodus instellen en wijzigen ...................................... 9
Gebruikers omschakelen ............................................................................... 10
Active Directory-verificatie ...................................................................................11
Vergrendeling Active Directory-verificatie aan-/uitzetten ............................... 11
IPSec ................................................................................................................... 12
Instelslot...............................................................................................................12
Het beheerderswachtwoord instellen ............................................................ 13
Het beheerderswachtwoord voor het instelslot wijzigen ................................ 13
Instelslot in-/uitschakelen ..............................................................................14
Kiesbeperking (alleen MFC-modellen) ................................................................14
Beperking kiestoetsen ...................................................................................14
Adresboekbeperking......................................................................................15
Snelkoppelingbeperking ................................................................................15
LDAP-serverbeperking ..................................................................................15
iii
3 Een fax verzenden (alleen MFC-modellen) 16
Aanvullende verzendopties.................................................................................. 16
Faxen met meerdere instellingen verzenden ................................................16
De lay-out van een dubbelzijdige fax wijzigen .............................................. 17
Contrast ......................................................................................................... 18
Faxresolutie wijzigen .....................................................................................18
Aanvullende verzendbewerkingen....................................................................... 19
Een fax handmatig verzenden.......................................................................19
Tweevoudige werking.................................................................................... 19
Groepsverzenden .......................................................................................... 20
Direct verzenden ...........................................................................................22
Internationale modus .....................................................................................22
Uitgestelde fax............................................................................................... 23
Uitgestelde groepsverzending ....................................................................... 23
Taken in de wachtrij controleren en annuleren.............................................. 24
De wijzigingen instellen als de nieuwe standaardinstellingen .......................24
Alle faxinstellingen herstellen naar de fabrieksinstellingen ........................... 25
Faxopties als een snelkoppeling opslaan...................................................... 25
Elektronisch voorblad .................................................................................... 26
Weergave bestemming.................................................................................. 28
4 Een fax ontvangen (alleen MFC-modellen) 29
Opties voor Ontvangst uit het geheugen .............................................................29
Fax doorzenden.............................................................................................29
Fax opslaan ................................................................................................... 30
Opties voor Ontvangst uit het geheugen wijzigen ......................................... 30
Opties voor geheugen ontvangen uitschakelen ............................................31
Afstandsbediening ...............................................................................................32
Een toegangscode op afstand instellen......................................................... 32
Uw toegangscode op afstand gebruiken ....................................................... 32
Opdrachten voor de afstandsbediening......................................................... 33
Uw faxen ophalen.......................................................................................... 34
Het nummer voor fax doorzenden wijzigen ...................................................34
Aanvullende ontvangstfuncties ............................................................................ 35
Een verkleinde inkomende fax afdrukken...................................................... 35
Tweezijdig afdrukken in de faxmodus ........................................................... 35
De stempel voor faxontvangst instellen.........................................................36
Een fax in het geheugen afdrukken............................................................... 36
Ontvangst zonder papier ............................................................................... 36
5 Nummers kiezen en opslaan (alleen MFC-modellen) 37
Aanvullende kiesfuncties ..................................................................................... 37
Adresboeknummers combineren................................................................... 37
Bijkomende manieren om nummers op te slaan ................................................. 38
Het adresboeknummer van uitgaande oproepen opslaan............................. 38
Groepen voor groepsverzenden instellen...................................................... 38
iv
6 Rapporten afdrukken 41
Faxrapporten (alleen MFC-modellen)..................................................................41
Verzendrapport..............................................................................................41
Faxjournaal (activiteitenrapport) ....................................................................41
Rapporten ............................................................................................................ 42
Een rapport afdrukken ...................................................................................42
7Kopiëren 43
Kopieerinstellingen ..............................................................................................43
Kopiëren onderbreken ...................................................................................43
De kopieerkwaliteit verbeteren ...................................................................... 43
Kopieën vergroten of verkleinen....................................................................44
Dubbelzijdige kopie .......................................................................................45
Ladeselectie ..................................................................................................47
De dichtheid en het contrast aanpassen ....................................................... 47
Kopieën sorteren ...........................................................................................48
N-in-1 kopieën maken (paginalay-out) .......................................................... 49
Identiteitskaart kopiëren 2 op 1 ..................................................................... 51
De kleurverzadiging aanpassen ....................................................................52
Dubbelzijdige N-in-1-kopieën maken (MFC-L8650CDW, MFC-L8850CDW,
MFC-L9550CDW en DCP-L8450CDW) ....................................................52
Achtergrondkleur verwijderen........................................................................53
Kopieeropties als een snelkoppeling opslaan ...............................................54
Papier besparen ............................................................................................54
A Routineonderhoud 55
De machine controleren....................................................................................... 55
De testafdruk afdrukken ................................................................................55
Paginatellers controleren............................................................................... 55
De resterende levensduur van tonercartridges controleren ..........................55
De resterende levensduur van onderdelen controleren ................................ 55
Periodieke onderhoudsonderdelen vervangen ....................................................56
De machine inpakken en vervoeren .................................................................... 57
B Toebehoren 60
Toebehoren .........................................................................................................60
Optionele papierlade (Voor DCP-L8400CDN, DCP-L8450CDW,
MFC-L8650CDW en MFC-L8850CDW (LT-320CL))
(Voor MFC-L9550CDW (LT-325CL)) ..............................................................61
Geheugenkaart ....................................................................................................61
SO-DIMM Types ............................................................................................61
Extra geheugen installeren............................................................................ 62
C Verklarende woordenlijst 64
D Index 68
v
OPMERKING

Algemene instelling 1

1
• In deze handleiding staan de LCD­meldingen van de MFC-L9550CDW tenzij anders aangegeven.
• De meeste illustraties in deze gebruikershandleiding tonen de MFC-L8850CDW.
1

Kiesmodus toon of pulse instellen 1

Uw machine is ingesteld op de kiesmodus Toon. Als u een Pulse-systeem heeft, dan moet u de kiesmodus wijzigen.
a Druk op .

Opslag in het geheugen 1

Uw menu-instellingen zijn permanent opgeslagen, en gaan niet verloren in geval van een stroomstoring. Tijdelijke instellingen (bijvoorbeeld contrast en internationale
modus stroomstoring worden de datum, de tijd en geprogrammeerde faxberichten (bijvoorbeeld
uitgestelde fax) bewaard. Andere faxopdrachten in het
geheugen van de machine blijven bewaard
1
1
) gaan wel verloren. Tijdens een
1
tot maximaal 60 uur
Alleen voor MFC-modellen
b Druk op Alle instell.. c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Stand.instel. weer te geven. Druk op Stand.instel..
d Veeg naar boven of onder of druk op
a of b om Toon/Puls weer te geven. Druk op Toon/Puls.
e Druk op Puls (of Toon).
1
.
f Druk op .
1
Hoofdstuk 1

Automatisch zomertijd instellen 1

U kunt de machine zo instellen dat de zomer­/wintertijd automatisch wordt gewijzigd. De machine zal automatisch in de lente een uur vooruit worden gezet en een uur terug in de herfst.
a Druk op .
b Druk op (Datum
en tijd).
c Druk op Automatische zomertijd. d Druk op Aan of Uit.
e Druk op .

Selecteer de tijdzone 1

U kunt de tijdzone voor uw land instellen op de machine.
a Druk op .
b Druk op (Datum
en tijd).
c Druk op Tijdzone. d Voer uw tijdzone in.
Druk op OK.
e Druk op .
2
Algemene instelling
OPMERKING

Ecologische functies 1

Toner besparen 1

Met deze functie kunt u toner besparen. Wanneer u de tonerbespaarstand op Aan zet, wordt de afdruk lichter. De fabrieksinstelling is Uit.
a Druk op .
b Druk op Alle instell.. c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Standaardinst. weer te geven.
d Druk op Standaardinst.. e Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Ecologie weer te geven.
f Druk op Ecologie.

Slaaptijd 1

Door de slaaptijdinstelling te gebruiken, kunt u het energieverbruik verminderen. Wanneer de machine zich in de slaapstand (energiebesparende stand) bevindt, gedraagt deze zich alsof de machine is uitgeschakeld. De machine wordt geactiveerd en begint af te drukken wanneer deze een afdruktaak ontvangt.
U kunt kiezen hoe lang de machine inactief moet zijn voor deze overschakelt naar de slaapstand. De timer zal herstarten als er een handeling wordt uitgevoerd op de machine,
zoals een fax fabrieksinstelling is drie minuten.
Wanneer de machine overschakelt naar de slaapstand, wordt de achtergrondverlichting van het aanraakscherm uitgeschakeld.
1
Alleen voor MFC-modellen
1
of afdruktaak ontvangen. De
a Druk op .
1
g Druk op Toner besparen. h Druk op Aan of Uit.
i Druk op .
We raden u af de tonerbespaarstand te gebruiken voor het afdrukken van foto's of afbeeldingen in grijstinten.
b Druk op Alle instell.. c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Standaardinst. weer te geven.
d Druk op Standaardinst.. e Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Ecologie weer te geven.
f Druk op Ecologie. g Druk op Tijd slaapstand. h Voer met behulp van het toetsenbord op
het aanraakscherm in hoe lang (0-50 minuten) de machine inactief moet zijn alvorens naar de slaapstand over te schakelen. Druk op OK.
i Druk op .
3
Hoofdstuk 1

Stand diepe slaap 1

Als de machine zich in de slaapstand bevindt en gedurende een bepaalde tijd geen opdrachten ontvangt, schakelt de machine automatisch over naar de stand diepe slaap. In de diepe slaapstand wordt er minder energie verbruikt dan in de slaapstand. De machine wordt geactiveerd wanneer deze een taak ontvangt of wanneer u op het aanraakscherm drukt.
Wanneer de diepe slaapstand geactiveerd is op de machine, is de achtergrondverlichting van het aanraakscherm uitgeschakeld en
knippert .

Automatische stroom Uit (Alleen DCP-modellen) 1

Als de stand diepe slaap gedurende een bepaalde tijd geactiveerd is, schakelt de machine over naar de Uit-stand. Om het
afdrukken te starten, drukt u op op het aanraakpaneel en verstuurt u de
afdrukgegevens.
U kunt kiezen hoe lang de machine in de stand diepe slaap moet zijn voor deze overschakelt naar de automatische Uit-stand door deze stappen te volgen:
a Druk op .

Functie stille modus 1

Stille modus 1

De stille modus vermindert het printgeluid. Als de stille modus ingesteld is op “Aan”, wordt de afdruksnelheid langzamer. De standaardinstelling is “Uit”.
a Druk op .
b Druk op Alle instell.. c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Standaardinst. weer te geven.
d Druk op Standaardinst.. e Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Ecologie weer te geven.
f Druk op Ecologie. g Druk op Stille modus. h Druk op Aan of Uit.
i Druk op .
b Druk op Alle instell.. c
Veeg naar boven of onder of druk op a of
b
om
Standaardinst.
weer te geven.
d Druk op Standaardinst.. e Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Ecologie weer te geven.
f Druk op Ecologie. g Druk op Autom. uitsch.. h Kies de tijdsduur Uit, 1uur, 2uren,
4uren of 8uren die de machine inactief moet blijven alvorens naar de modus Automatische stroom uit.
i Druk op .
4
Algemene instelling

Aanraakscherm 1

De helderheid van de achtergrondverlichting instellen 1

U kunt de helderheid van de LCD­achtergrondverlichting van het aanraakscherm aanpassen. Als u het aanraakscherm moeilijk kunt lezen, kunt u dit oplossen door de helderheidsinstelling te wijzigen.
a Druk op .
b Druk op Alle instell.. c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Standaardinst. weer te geven.
d Druk op Standaardinst.. e Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om LCD instell. weer te geven.
f Druk op LCD instell..

De dimtimer instellen voor de achtergrondverlichting 1

1
U kunt instellen hoe lang de LCD­achtergrondverlichting van het aanraakscherm aan blijft nadat u terug bent gegaan naar uw Homescherm.
a Druk op .
b Druk op Alle instell.. c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Standaardinst. weer te geven.
d Druk op Standaardinst.. e Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om LCD instell. weer te geven.
f Druk op LCD instell.. g Druk op Lichtdim-timer. h Druk op Uit, 10Sec., 20Sec. of
30Sec..
g Druk op Schermverlicht. h Druk op Licht, Half of Donker.
i Druk op .
i Druk op .
5
2
OPMERKING

Beveiligingsfuncties 2

Secure Function Lock 3.0

2
Met de functie Secure Function Lock beperkt u de openbare toegang tot de volgende machinefuncties.
Fax TX (Faxen verzenden)
Fax RX (Faxen ontvangen)
1
1
Kopie
Scannen (Op afstand)
Scannen (Direct)
23
34
Rechtstreeks afdrukken USB
Afdrukken
5
Web Connect (Uploaden)
Web Connect (Downloaden)
Kleurenafdrukken
Paginalimiet
1
Alleen voor MFC-modellen
2
Scannen behalve Scannen naar USB
3
Scannen omvat eveneens scanopdrachten via Brother iPrint&Scan.
4
Scannen naar USB
5
Afdrukken en in kleur afdrukken omvatten eveneens afdruktaken via Google Cloud Print™ en Brother iPrint&Scan.
6
Verkrijgbaar voor Afdrukken, Rechtstreeks afdrukken USB, Kopie en Web Connect (Downloaden).
56
6
Met deze functie kunt u ook toegang tot menu­instellingen beperken om te voorkomen dat gebruikers de machine-instellingen wijzigen.
Voordat u de beveiligingsfuncties gebruikt, moet u eerst een beheerderswachtwoord invoeren.
De beheerder kan individuele gebruikers beperkingen samen met een gebruikerswachtwoord opleggen.
Schrijf uw wachtwoord op een geheime plaats op. Als u het wachtwoord vergeet, moet het wachtwoord dat is opgeslagen in de machine worden gereset. Neem contact op met de klantenservice van Brother voor informatie over het resetten van het wachtwoord.
• U kunt Secure Function Lock instellen met behulp van Beheer via een webbrowser of BRAdmin Professional 3 (alleen
Windows
®
).
• Alleen beheerders kunnen beperkingen instellen en wijzigingen aanbrengen voor iedere gebruiker.
• (Voor MFC-L9550CDW) Gebruik kaartverificatie om over te schakelen naar een andere gebruiker en voor toegang tot taken, zoals het verzenden en ontvangen van faxberichten, kopiëren, scannen op
afstand
1
of direct2 scannen, USB Direct
Print en Web Connect.
1
Scannen, uitgezonderd “Scannen naar USB”
2
Scannen naar USB
6
Beveiligingsfuncties
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING

Voordat u Secure Function Lock 3.0 begint te gebruiken 2

U kunt de instellingen van Secure Function Lock met een webbrowser configureren. Vóór de configuratie zijn de volgende voorbereidingen nodig.
a Start uw webbrowser. b Typ “vIP-adres van machine/” in de
adresbalk van uw browser (hierbij staat “IP-adres van machine” voor het IP­adres van de Brother-machine).
Bijvoorbeeld:
v192.168.1.2/
U kunt het IP-adres van de machine vinden in de Netwerkconfiguratielijst (uu Software en Netwerk gebruikershandleiding).

Secure Function Lock aan-/uitzetten 2

a Klik op Beheerder. b Klik op Functie gebruikersbeperking. c Selecteer Beveiligd functieslot of Uit. d Klik op Indienen.
Het pictogram van het Secure Function Lock wordt weergegeven onder het uur en de datum.
2
c Voer een beheerderswachtwoord in bij
het venster Inloggen. (Dit is een wachtwoord om in te loggen op de
webpagina van de machine.) Klik op .
Als u voor de eerste keer een webbrowser gebruikt om de instellingen van de machine te configureren, stelt u een wachtwoord in (uu Software en Netwerk gebruikershandleiding).
7
Hoofdstuk 2

Secure Function Lock 3.0 configureren met Web Based Management 2

Stel groepen in met beperkte rechten en gebruikers met een wachtwoord en ID-kaart
1
(NFC ID) 100 gebruikers instellen. Configureer deze instellingen met een webbrowser. Om de webpagina in te stellen, zie
Function Lock 3.0 begint te gebruiken
uu
1
. U kunt tot 100 beperkte groepen en
Voordat u Secure
pagina 7. Voer vervolgens deze stappen uit:
Voor MFC-L9550CDW
a Klik op Beheerder. b Klik op Beperkte functies xx-xx. c Voer een alfanumerieke groepsnaam in
(tot 15 tekens) in het veld Gebruikerslijst / Beperkte functies.
i (Voor MFC-L9550CDW)
Voer in het vakje Kaartnummer (NFC ID) het kaartnummer in (maximaal 16
tekens).
1
1
U kunt cijfers gebruiken van 0 - 9 en letters van A - F (niet hoofdlettergevoelig).
j Selecteer Gebruikerslijst / Beperkte
functies uit de meerkeuzelijst voor elke
gebruiker.
k Klik op Indienen.
d
Haal het vinkje weg in de selectievakjes in
Afdrukken
toegang tot functies beperken. Om het maximale aantal pagina's te configureren, vinkt u het selectievakje
Paginalimiet
aantal in het vakje
en andere kolommen die
Aan
aan in
en voert u vervolgens het
Max. pagina's
in.
e Klik op Indienen. f Klik op Gebruikerslijst xx-xx. g
Voer in het veld gebruikersnaam in met maximaal 20 tekens.
Gebruikerslijst
de
h Voer in het vakje Pincode een viercijferig
wachtwoord in.
8
Beveiligingsfuncties
OPMERKING
XXXXX

De gebruikers voor kaartverificatie instellen (Voor MFC-L9550CDW) 2

Voordat u de gebruikers voor kaartverificatie instelt, moet u de beperkte handelingen en een gebruikerslijst instellen met de webbrowser.
Voor meer informatie, zie Secure Function
Lock 3.0 configureren met Web Based Management uu pagina 8.
a De beperkte gebruikersmodus wijzigen
met het aanraakscherm (zie voor meer informatie De modus beperkte
gebruiker wijzigen met het aanraakscherm uu pagina 10).
b Druk op
c Druk op Kaart registreren. d Tik met de kaart de NFC-lezer aan.
Het aanraakscherm geeft de kaart-ID weer.

De openbare gebruikersmodus instellen en wijzigen

De openbare gebruikersmodus beperkt de handelingen die beschikbaar zijn voor alle gebruikers die geen wachtwoord hebben.
Wanneer u beperkingen voor openbare gebruikers instelt, moet u dit doen via Beheer via een webbrowser of BRAdmin
Professional 3 (alleen Windows (uu Software en Netwerk gebruikershandleiding).
®
)
2
a Klik op Beheerder. b Klik op Beperkte functies xx-xx. c Haal in de rij Openbare modus het
vinkje weg om de bediening te beperken in de modus Openbare gebruiker. Om het maximale aantal pagina's te configureren, vinkt u het selectievakje Aan aan in Paginalimiet en voert u vervolgens het aantal in het vakje Max.
pagina's in.
2
e Druk op OK.
• Om de kaart-ID te wijzigen, tik met de nieuwe kaart de NFC-lezer aan. Zie stap
• De NFC-lezer kan mogelijk niet detecteren als de kaart in een hoesje zit of is afgedekt. Haal de kaart altijd uit het hoesje als u de NFC-lezer aantikt.
d
.
d Klik op Indienen.
9
Hoofdstuk 2
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
Openbaar
XXXXX

Gebruikers omschakelen 2

Met deze instelling kunt u schakelen tussen de geregistreerde gebruikers met beperkte rechten of de openbare modus als Secure Function Lock is ingeschakeld.
De modus beperkte gebruiker wijzigen met het aanraakscherm
a Druk op of
XXXXX
(Waarbij xxxxx de gebruikersnaam is.)
.
b Druk op Gebruiker wijzigen. c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om uw gebruikersnaam weer te geven.
d Druk op uw gebruikersnaam.
De modus beperkte gebruiker wijzigen met de NFC-lezer (Voor MFC-L9550CDW)
a Druk op om terug te gaan naar het
scherm Gereed.
b Tik met de kaart de NFC-lezer aan.
2
c Als u met succes bent ingelogd, geeft
het aanraakscherm Autorisatie geslaagd weer.
• U kunt inloggen door de NFC-lezer aan te tikken met de kaart zelfs als de machine is ingesteld op de modus Openbaar of als een andere gebruiker is ingelogd.
• De NFC-lezer kan mogelijk niet detecteren als de kaart in een hoesje zit of is afgedekt. Haal de kaart altijd uit het hoesje als u de NFC-lezer aantikt.
De modus Openbaar wijzigen met het aanraakscherm 2
2
e
Voer uw viercijferige gebruikerswachtwoord in met behulp van het toetsenbord op het aanraakscherm. Druk op OK.
• Als het huidige ID niet gemachtigd is voor de gewenste bediening, wordt ToegangGeweigerd weergegeven op het aanraakscherm.
• Als er een paginabeperking ingesteld is voor uw ID en u het maximale aantal pagina's al hebt bereikt, wordt of
Geen toestemming
aanraakscherm wanneer u probeert af te drukken. Neem contact op met uw beheerder om uw instellingen voor Secure Function Lock te controleren.
• Als voor uw ID de beperkingen
Kleurenafdrukken
uitschakelen, dan geeft het aanraakscherm
Geen toestemming vergrendeld
documenten probeert af te drukken.
Limiet overschreden
weergegeven op het
zijn ingesteld op
of
Functie
weer als u gekleurde
a Druk op .
(Waarbij xxxxx de gebruikersnaam is.)
b Druk op Ga naar Openbaar.
• Als een gebruiker met beperkte rechten klaar is met het gebruik van de machine, schakelt deze binnen een minuut terug naar de openbare modus.
• Als de gewenste bediening beperkt is voor alle gebruikers, wordt ToegangGeweigerd weergegeven op het aanraakscherm en wordt het scherm voor het wijzigen van de gebruiker weergegeven. U krijgt geen toegang tot de bediening. Neem contact op met uw beheerder om uw instellingen voor Secure Function Lock te controleren.
•Als
Openbare modus
Kleurenafdrukken
op uitschakelen, dan geeft het aanraakscherm
Geen toestemming vergrendeld
documenten probeert af te drukken.
voor
beperkingen zijn ingesteld
of
Functie
weer als u gekleurde
10
Beveiligingsfuncties
OPMERKING
Active Directory­verificatie 2
Active Directory-verificatie beperkt het gebruik van de Brother-machine. Als Active Directory-verificatie is ingeschakeld, wordt het bedieningspaneel van de machine vergrendeld. De machine-instellingen kunnen niet worden gewijzigd tot de gebruiker de gebruikers-ID, de domeinnaam en het wachtwoord invoert.
Active Directory-verificatie bevat de volgende functies:
Inkomende faxberichten opslaan
Het e-mailadres van de machine krijgen
van de LDAP-server
U kunt de instelling Active Directory­verificatie wijzigen met Web Based Management of BRAdmin Professional 3
(Windows
Voor meer informatie over Active Directory­verificatie, uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.
®
).

Vergrendeling Active Directory-verificatie aan-/uitzetten 2

a Start uw webbrowser. b Voer “http://IP-adres van de machine/”
in bij de adresbalk van uw browser (“IP-adres van de machine” staat voor het IP-adres van de Brother-machine).
Bijvoorbeeld:
http://192.168.1.2/
c Klik op Beheerder. d Klik op Functie gebruikersbeperking. e Selecteer Verificatie met Active
Directory of Uit.
f Klik op Indienen.
• U moet de instellingen voor Active Directory Server configureren om Active Directory-verificatie in te schakelen.
• Vergrendeling bedieningspaneel wordt ingeschakeld zodra Active Directory Server correct is geconfigureerd.
2
11
Hoofdstuk 2

IPSec 2

IPsec (Internet Protocol Security) is een veiligheidsprotocol dat een optionele Internet Protocol-functie gebruikt om manipulatie te voorkomen en te zorgen voor vertrouwelijkheid van data verzonden als IP­pakketten. IPsec codeert data verstuurd via het netwerk, zoals afdruktaken verstuurd van computers naar een printer. Omdat de data gecodeerd wordt bij de netwerklaag, gebruiken applicaties die een protocol van een hoger niveau gebruiken IPsec ook als de gebruiker zich niet bewust is van het gebruik.
IPsec ondersteunt de volgende instellingen:
IPsec-transmissies
IPsec-instellingen
Voor meer informatie over IPsec, uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.

Instelslot 2

Met het instelslot kunt u een wachtwoord instellen om ervoor te zorgen dat andere personen niet per ongeluk uw machine­instellingen wijzigen.
Schrijf uw wachtwoord op een geheime plaats op. Als u het wachtwoord vergeet, moeten de wachtwoorden die zijn opgeslagen in de machine worden gereset. Neem contact op met uw beheerder of met de klantenservice van Brother.
Als het instelslot ingesteld is op “Aan”, hebt u geen toegang tot de instellingen van de machine.
(Alleen voor MFC-modellen)
De machine-instellingen kunnen niet worden gewijzigd via de Remote Setup wanneer Instelslot is ingesteld op Aan.
12
Beveiligingsfuncties

Het beheerderswachtwoord instellen 2

a Druk op .
b Druk op Alle instell.. c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Standaardinst. weer te geven.
d Druk op Standaardinst.. e Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Instelblokkering weer te geven.
f Druk op Instelblokkering. g Voer een viercijferig getal voor het
nieuwe wachtwoord in met behulp van het toetsenbord op het aanraakscherm. Druk op OK.
h Voer het nieuwe wachtwoord opnieuw in
wanneer op het aanraakscherm Nogmaals: wordt weergegeven. Druk op OK.
i Druk op .

Het beheerderswachtwoord voor het instelslot wijzigen 2

a Druk op .
b Druk op Alle instell.. c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Standaardinst. weer te geven.
d Druk op Standaardinst.. e Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Instelblokkering weer te geven.
f Druk op Instelblokkering. g Druk op Wachtw. inst.. h Voer het oude viercijferige
gebruikerswachtwoord in met behulp van het toetsenbord op het aanraakscherm. Druk op OK.
i Voer een viercijferig getal voor het
nieuwe wachtwoord in met behulp van het toetsenbord op het aanraakscherm. Druk op OK.
2
j Voer het nieuwe wachtwoord opnieuw in
wanneer op het aanraakscherm Nogmaals: wordt weergegeven. Druk op OK.
k Druk op .
13
Hoofdstuk 2
䎬䏑䏖䏗䏈䏏䏅䏏䏒䏎䏎䏈䏕䏌䏑䏊

Instelslot in-/uitschakelen 2

Als u het verkeerde wachtwoord invoert, wordt op het aanraakscherm Fout wachtwoord weergegeven. Voer het juiste wachtwoord in.
Instelslot inschakelen 2
a Druk op .
b Druk op Alle instell.. c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Standaardinst. weer te geven.
d Druk op Standaardinst.. e Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Instelblokkering weer te geven.
f Druk op Instelblokkering. g Druk op Slot UitAan.

Kiesbeperking (alleen MFC-modellen) 2

Deze functie voorkomt dat gebruikers per ongeluk een fax verzenden naar een verkeerd nummer of een verkeerd nummer bellen. U kunt de machine instellen op beperkt kiezen bij gebruik van de kiestoetsen, het adresboek en snelkoppelingen.
Als u Uit kiest, beperkt de machine de kiesmethode niet.
Als u # tweemaal invoeren kiest, vraagt de machine u om het nummer opnieuw in te voeren en als u hetzelfde nummer correct hebt ingevoerd, begint de machine met kiezen. Als u een ander nummer invoert, wordt op het aanraakscherm een foutmelding weergegeven.
Als u Aan kiest, beperkt de machine alle faxverzendingen en uitgaande telefoongesprekken voor die kiesmethode.

Beperking kiestoetsen 2

h Voer het geregistreerde viercijferige
gebruikerswachtwoord in met behulp van het toetsenbord op het aanraakscherm. Druk op OK.
Instelslot uitschakelen 2
a Druk op
op het aanraakscherm.
b Voer het geregistreerde viercijferige
gebruikerswachtwoord in met behulp van het toetsenbord op het aanraakscherm. Druk op OK.
14
a Druk op .
b Druk op Alle instell.. c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Fax weer te geven.
d Druk op Fax. e Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Kiesbeperking weer te geven.
f Druk op Kiesbeperking. g Druk op Cijfertoetsen. h Druk op # tweemaal invoeren, Aan
of Uit.
i Druk op .
Beveiligingsfuncties
OPMERKING

Adresboekbeperking 2

a Druk op .
b Druk op Alle instell.. c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Fax weer te geven.
d Druk op Fax. e Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Kiesbeperking weer te geven.
f Druk op Kiesbeperking. g Druk op Adresboek. h Druk op # tweemaal invoeren, Aan
of Uit.
i Druk op .

LDAP-serverbeperking 2

a Druk op .
b Druk op Alle instell.. c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Fax weer te geven.
d Druk op Fax. e Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Kiesbeperking weer te geven.
f Druk op Kiesbeperking. g Druk op LDAP-server. h Druk op # tweemaal invoeren, Aan
of Uit.
i Druk op .
2

Snelkoppelingbeperking 2

a Druk op .
b Druk op Alle instell.. c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Fax weer te geven.
d Druk op Fax. e Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Kiesbeperking weer te geven.
f Druk op Kiesbeperking. g Druk op Snelkopp.. h Druk op # tweemaal invoeren, Aan
of Uit.
i Druk op .
• De instelling # tweemaal invoeren werkt niet als u een externe handset opneemt voordat u het nummer heeft ingevoerd. U wordt niet gevraagd om het nummer opnieuw in te voeren.
• U kunt het kiezen niet beperken als u Herkies/Pauze gebruikt.
•Als u Aan of # tweemaal invoeren hebt gekozen, dan kunt u de functie Groepsverzenden niet gebruiken.
15
OPMERKING
Een fax verzenden
3
(alleen MFC-modellen)

Aanvullende verzendopties 3

Faxen met meerdere instellingen verzenden 3

Voordat u een fax verzendt, kunt u elke combinatie van deze instellingen wijzigen:
2-zijdige fax
Contrast
Faxresolutie
Direct verzenden
Internationaal
Tijdklok
Verzamelen
Voorblad Opm.
Voorpagina instellen
Rondsturen
a Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer Faxvoorbeeld ingesteld is
op Uit, drukt u op (Fax).
Wanneer Faxvoorbeeld ingesteld is
op Aan, drukt u op (Fax) en
Faxen verzenden.
3
c Veeg omhoog of omlaag of druk op a of
b om de gewenste instelling weer te
geven en druk vervolgens op de instelling.
d Druk op de gewenste optie. e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Herhaal stappen c en d om meer
instellingen te wijzigen.
Als u klaar bent met het kiezen van
instellingen, drukt u op OK. Ga naar de volgende stap om de fax te verzenden.
• De meeste instellingen zijn tijdelijk en de machine keert terug naar de standaardinstellingen na het versturen van een fax.
• U kunt sommige van de instellingen die u het meest gebruikt als standaardinstellingen instellen. Deze instellingen blijven ongewijzigd tot u deze opnieuw wijzigt (zie De wijzigingen
instellen als de nieuwe standaardinstellingen uu pagina 24).
• U kunt sommige van de instellingen die u het meest gebruikt als snelkoppeling instellen (zie Faxopties als een snelkoppeling opslaan uu pagina 25).
Op het aanraakscherm verschijnt:
b Druk op Opties.
16
Een fax verzenden (alleen MFC-modellen)

De lay-out van een dubbelzijdige fax wijzigen 3

U moet een dubbelzijdig scanformaat selecteren voor u een dubbelzijdige fax verzendt. Het geselecteerde formaat hangt af van de lay-out van uw dubbelzijdige document.
a Plaats uw document in de ADF
(automatische documentinvoer).
b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer Faxvoorbeeld ingesteld is
op Uit, drukt u op (Fax).
Wanneer Faxvoorbeeld ingesteld is
op Aan, drukt u op (Fax) en
Faxen verzenden.
c Druk op Opties.
Als uw document over de korte zijde
wordt gekeerd, drukt u op 2-zijdige scan: korte zijde.
Korte zijde
Staand Liggend
3
d Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om 2-zijdige fax weer te geven.
e Druk op 2-zijdige fax. f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als uw document over de lange zijde
wordt gekeerd, drukt u op 2-zijdige scan: lange zijde.
Lange zijde
Staand Liggend
17
Hoofdstuk 3
OPMERKING
OPMERKING

Contrast 3

Voor de meeste documenten zorgt de standaardinstelling Autom. voor de beste resultaten. Autom. selecteert automatisch het geschikte contrast voor uw document.
Als uw document erg licht of donker is, kan de kwaliteit van de fax worden verbeterd door het contrast te wijzigen.
Selecteer Donker om het gefaxte document lichter te maken.
Selecteer Licht om het gefaxte document donkerder te maken.
a Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer Faxvoorbeeld ingesteld is
op Uit, drukt u op (Fax).
Wanneer Faxvoorbeeld ingesteld is
op Aan, drukt u op (Fax) en
Faxen verzenden.

Faxresolutie wijzigen 3

De kwaliteit van een fax kan worden verbeterd door de faxresolutie te wijzigen. Dit is een tijdelijke instelling die alleen actief zal zijn voor uw volgende fax.
a Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer Faxvoorbeeld ingesteld is
op Uit, drukt u op (Fax).
Wanneer Faxvoorbeeld ingesteld is
op Aan, drukt u op (Fax) en
Faxen verzenden.
b Druk op Opties. c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Faxresolutie weer te geven.
d Druk op Faxresolutie. e Druk op Standaard, Fijn,
Superfijn of Foto.
b Druk op Opties. c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Contrast weer te geven.
d Druk op Contrast. e Druk op Autom., Licht of Donker.
Zelfs als u Licht of Donker kiest, wordt de fax verzonden met de instelling Autom. als u Foto hebt gekozen als faxresolutie.
18
U kunt vier verschillende resolutie­instellingen selecteren.
Zwart-wit
Standaard Geschikt voor de meeste
getypte documenten.
Fijn Geschikt voor documenten met
een klein lettertype en wordt iets langzamer verzonden dan met de standaardresolutie.
Superfijn Geschikt voor documenten met
een klein lettertype of artwork en wordt iets langzamer verzonden dan met de fijne resolutie.
Foto Geschikt wanneer het
document verschillende grijstinten heeft of een foto is. Deze instelling heeft de langzaamste transmissietijd.
Loading...
+ 53 hidden pages