Niet alle modellen zijn verkrijgbaar in alle landen.
Versie 0
DUT/BEL-DUT
Welke gebruikershandleidingen zijn er en waar
kan ik deze vinden?
Welke handleiding?Wat staat erin?Waar?
Handleiding product
veiligheid
InstallatiehandleidingVolg de instructies voor het instellen van
Lees deze handleiding eerst. Lees de
veiligheidsinstructies voor u de machine
installeert. Raadpleeg deze gids voor
handelsmerken en wettelijke beperkingen.
uw machine en installeren van de drivers
en software voor het besturingssysteem
en het type verbinding dat u gebruikt.
Gedrukt / in de verpakking
Gedrukt / in de verpakking
Basis
gebruikershandleiding
Geavanceerde
gebruikershandleiding
Software en Netwerk
gebruikershandleiding
Hier vindt u meer informatie over de basis
fax- (alleen MFC-modellen), kopieer-,
scan- en Direct Print-functies en over het
vervangen van de verbruiksartikelen. Zie
tips voor het oplossen van problemen.
Hier vindt u meer informatie over
geavanceerde functies: faxen (alleen
MFC-modellen), kopiëren, beveiliging,
afdrukrapporten en het uitvoeren van
routineonderhoud.
Deze handleiding biedt instructies voor het
scannen, afdrukken en andere
handelingen die uitgevoerd kunnen worden
door uw apparaat van Brother op een
computer aan te sluiten. U kunt ook nuttige
informatie vinden over het gebruik van het
hulpprogramma Brother ControlCenter, het
gebruik van uw machine in een
netwerkomgeving en veelgebruikte termen.
Voor MFC-modellen
Gedrukt / in de verpakking
Voor
Tsjechië,
Hongarije,
Bulgarije,
Polen,
Roemenië,
Slowakije
(Windows
PDF-bestand / cd-rom / In de
verpakking
(Macintosh)
PDF-bestand / Brother Solutions
Center
Voor DCP-modellen
(Windows
PDF-bestand / cd-rom / In de
verpakking
(Macintosh)
PDF-bestand / Brother Solutions
Center
(Windows®)
PDF-bestand / cd-rom / In de
verpakking
(Macintosh)
PDF-bestand / Brother Solutions
Center
(Windows®)
HTML-bestand / cd-rom / In de
verpakking
(Macintosh)
HTML-bestand / Brother
Solutions Center
®
)
1
®
)
1
1
1
i
Welke handleiding?Wat staat erin?Waar?
Google cloud print
handleiding
Deze handleiding biedt u informatie over
het configureren van uw Brother-machine
PDF-bestand / Brother Solutions
1
Center
voor een Google-account en het gebruik
van Google Cloud Print™-services om af
te drukken via het internet.
Handleiding mobiel
printen/scannen voor
Brother iPrint&Scan
Handleiding Web
Connect
1
Ga naar http://solutions.brother.com/.
In deze handleiding vindt u nuttige
informatie over het afdrukken vanaf uw
mobiele apparaat en over scannen vanaf
uw Brother-machine naar uw mobiel
®
apparaat bij verbinding met een Wi-Fi
-
netwerk.
In deze handleiding vindt u meer
informatie over het configureren en
gebruiken van uw Brother-machine voor
het scannen, laden en bekijken van
beelden en bestanden op bepaalde
websites die deze services aanbieden.
PDF-bestand / Brother Solutions
1
Center
PDF-bestand / Brother Solutions
1
Center
ii
Inhoudsopgave
1Algemene instelling1
Opslag in het geheugen......................................................................................... 1
Kiesmodus toon of pulse instellen ........................................................................ 1
Extra geheugen installeren............................................................................ 62
CVerklarende woordenlijst64
DIndex68
v
OPMERKING
Algemene instelling1
1
• In deze handleiding staan de LCDmeldingen van de MFC-L9550CDW tenzij
anders aangegeven.
• De meeste illustraties in deze
gebruikershandleiding tonen de
MFC-L8850CDW.
1
Kiesmodus toon of
pulse instellen 1
Uw machine is ingesteld op de kiesmodus
Toon. Als u een Pulse-systeem heeft, dan
moet u de kiesmodus wijzigen.
a Druk op .
Opslag in het
geheugen1
Uw menu-instellingen zijn permanent
opgeslagen, en gaan niet verloren in geval
van een stroomstoring. Tijdelijke instellingen
(bijvoorbeeld contrast en internationale
modus
stroomstoring worden de datum, de tijd en
geprogrammeerde faxberichten (bijvoorbeeld
uitgestelde fax)
bewaard. Andere faxopdrachten in het
geheugen van de machine blijven bewaard
1
1
) gaan wel verloren. Tijdens een
1
tot maximaal 60 uur
Alleen voor MFC-modellen
b Druk op Alle instell..
c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Stand.instel. weer te
geven.
Druk op Stand.instel..
d Veeg naar boven of onder of druk op
a of b om Toon/Puls weer te geven.
Druk op Toon/Puls.
e Druk op Puls (of Toon).
1
.
f Druk op .
1
Hoofdstuk 1
Automatisch zomertijd
instellen1
U kunt de machine zo instellen dat de zomer/wintertijd automatisch wordt gewijzigd. De
machine zal automatisch in de lente een uur
vooruit worden gezet en een uur terug in de
herfst.
a Druk op .
b Druk op (Datum
en tijd).
c Druk op Automatische zomertijd.
d Druk op Aan of Uit.
e Druk op .
Selecteer de tijdzone1
U kunt de tijdzone voor uw land instellen op
de machine.
a Druk op .
b Druk op (Datum
en tijd).
c Druk op Tijdzone.
d Voer uw tijdzone in.
Druk op OK.
e Druk op .
2
Algemene instelling
OPMERKING
Ecologische functies1
Toner besparen1
Met deze functie kunt u toner besparen.
Wanneer u de tonerbespaarstand op Aan zet,
wordt de afdruk lichter. De fabrieksinstelling
is Uit.
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Standaardinst. weer te
geven.
d Druk op Standaardinst..
e Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Ecologie weer te geven.
f Druk op Ecologie.
Slaaptijd1
Door de slaaptijdinstelling te gebruiken, kunt
u het energieverbruik verminderen. Wanneer
de machine zich in de slaapstand
(energiebesparende stand) bevindt, gedraagt
deze zich alsof de machine is uitgeschakeld.
De machine wordt geactiveerd en begint af te
drukken wanneer deze een afdruktaak
ontvangt.
U kunt kiezen hoe lang de machine inactief
moet zijn voor deze overschakelt naar de
slaapstand. De timer zal herstarten als er een
handeling wordt uitgevoerd op de machine,
zoals een fax
fabrieksinstelling is drie minuten.
Wanneer de machine overschakelt naar de
slaapstand, wordt de achtergrondverlichting
van het aanraakscherm uitgeschakeld.
1
Alleen voor MFC-modellen
1
of afdruktaak ontvangen. De
a Druk op .
1
g Druk op Toner besparen.
h Druk op Aan of Uit.
i Druk op .
We raden u af de tonerbespaarstand te
gebruiken voor het afdrukken van foto's of
afbeeldingen in grijstinten.
b Druk op Alle instell..
c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Standaardinst. weer te
geven.
d Druk op Standaardinst..
e Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Ecologie weer te geven.
f Druk op Ecologie.
g Druk op Tijd slaapstand.
h Voer met behulp van het toetsenbord op
het aanraakscherm in hoe lang (0-50
minuten) de machine inactief moet zijn
alvorens naar de slaapstand over te
schakelen.
Druk op OK.
i Druk op .
3
Hoofdstuk 1
Stand diepe slaap1
Als de machine zich in de slaapstand bevindt en
gedurende een bepaalde tijd geen opdrachten
ontvangt, schakelt de machine automatisch
over naar de stand diepe slaap. In de diepe
slaapstand wordt er minder energie verbruikt
dan in de slaapstand. De machine wordt
geactiveerd wanneer deze een taak ontvangt of
wanneer u op het aanraakscherm drukt.
Wanneer de diepe slaapstand geactiveerd is
op de machine, is de achtergrondverlichting
van het aanraakscherm uitgeschakeld en
knippert .
Automatische stroom Uit
(Alleen DCP-modellen)1
Als de stand diepe slaap gedurende een
bepaalde tijd geactiveerd is, schakelt de
machine over naar de Uit-stand. Om het
afdrukken te starten, drukt u op op het
aanraakpaneel en verstuurt u de
afdrukgegevens.
U kunt kiezen hoe lang de machine in de
stand diepe slaap moet zijn voor deze
overschakelt naar de automatische Uit-stand
door deze stappen te volgen:
a Druk op .
Functie stille modus1
Stille modus1
De stille modus vermindert het printgeluid.
Als de stille modus ingesteld is op “Aan”,
wordt de afdruksnelheid langzamer. De
standaardinstelling is “Uit”.
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Standaardinst. weer te
geven.
d Druk op Standaardinst..
e Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Ecologie weer te geven.
f Druk op Ecologie.
g Druk op Stille modus.
h Druk op Aan of Uit.
i Druk op .
b Druk op Alle instell..
c
Veeg naar boven of onder of druk op a of
b
om
Standaardinst.
weer te geven.
d Druk op Standaardinst..
e Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Ecologie weer te geven.
f Druk op Ecologie.
g Druk op Autom. uitsch..
h Kies de tijdsduur Uit, 1uur, 2uren,
4uren of 8uren die de machine inactief
moet blijven alvorens naar de modus
Automatische stroom uit.
i Druk op .
4
Algemene instelling
Aanraakscherm1
De helderheid van de
achtergrondverlichting
instellen1
U kunt de helderheid van de LCDachtergrondverlichting van het aanraakscherm
aanpassen. Als u het aanraakscherm moeilijk
kunt lezen, kunt u dit oplossen door de
helderheidsinstelling te wijzigen.
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Standaardinst. weer te
geven.
d Druk op Standaardinst..
e Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om LCD instell. weer te geven.
f Druk op LCD instell..
De dimtimer instellen voor de
achtergrondverlichting1
1
U kunt instellen hoe lang de LCDachtergrondverlichting van het aanraakscherm
aan blijft nadat u terug bent gegaan naar uw
Homescherm.
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Standaardinst. weer te
geven.
d Druk op Standaardinst..
e Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om LCD instell. weer te geven.
f Druk op LCD instell..
g Druk op Lichtdim-timer.
h Druk op Uit, 10Sec., 20Sec. of
30Sec..
g Druk op Schermverlicht.
h Druk op Licht, Half of Donker.
i Druk op .
i Druk op .
5
2
OPMERKING
Beveiligingsfuncties2
Secure Function Lock 3.0
2
Met de functie Secure Function Lock beperkt
u de openbare toegang tot de volgende
machinefuncties.
Fax TX (Faxen verzenden)
Fax RX (Faxen ontvangen)
1
1
Kopie
Scannen (Op afstand)
Scannen (Direct)
23
34
Rechtstreeks afdrukken USB
Afdrukken
5
Web Connect (Uploaden)
Web Connect (Downloaden)
Kleurenafdrukken
Paginalimiet
1
Alleen voor MFC-modellen
2
Scannen behalve Scannen naar USB
3
Scannen omvat eveneens scanopdrachten via
Brother iPrint&Scan.
4
Scannen naar USB
5
Afdrukken en in kleur afdrukken omvatten eveneens
afdruktaken via Google Cloud Print™ en Brother
iPrint&Scan.
6
Verkrijgbaar voor Afdrukken, Rechtstreeks afdrukken USB, Kopie en Web Connect
(Downloaden).
56
6
Met deze functie kunt u ook toegang tot menuinstellingen beperken om te voorkomen dat
gebruikers de machine-instellingen wijzigen.
Voordat u de beveiligingsfuncties gebruikt, moet
u eerst een beheerderswachtwoord invoeren.
De beheerder kan individuele gebruikers
beperkingen samen met een
gebruikerswachtwoord opleggen.
Schrijf uw wachtwoord op een geheime
plaats op. Als u het wachtwoord vergeet,
moet het wachtwoord dat is opgeslagen in de
machine worden gereset. Neem contact op
met de klantenservice van Brother voor
informatie over het resetten van het
wachtwoord.
• U kunt Secure Function Lock instellen met
behulp van Beheer via een webbrowser of
BRAdmin Professional 3 (alleen
Windows
®
).
• Alleen beheerders kunnen beperkingen
instellen en wijzigingen aanbrengen voor
iedere gebruiker.
• (Voor MFC-L9550CDW)
Gebruik kaartverificatie om over te
schakelen naar een andere gebruiker en
voor toegang tot taken, zoals het
verzenden en ontvangen van
faxberichten, kopiëren, scannen op
afstand
1
of direct2 scannen, USB Direct
Print en Web Connect.
1
Scannen, uitgezonderd “Scannen naar USB”
2
Scannen naar USB
6
Beveiligingsfuncties
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
Voordat u Secure Function
Lock 3.0 begint te gebruiken 2
U kunt de instellingen van Secure Function Lock
met een webbrowser configureren. Vóór de
configuratie zijn de volgende voorbereidingen
nodig.
a Start uw webbrowser.
b Typ “vIP-adres van machine/” in de
adresbalk van uw browser (hierbij staat
“IP-adres van machine” voor het IPadres van de Brother-machine).
Bijvoorbeeld:
v192.168.1.2/
U kunt het IP-adres van de machine
vinden in de Netwerkconfiguratielijst
(uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding).
Secure Function Lock
aan-/uitzetten2
a Klik op Beheerder.
b Klik op Functie gebruikersbeperking.
c Selecteer Beveiligd functieslot of Uit.
d Klik op Indienen.
Het pictogram van het Secure Function
Lock wordt weergegeven onder het uur en
de datum.
2
c Voer een beheerderswachtwoord in bij
het venster Inloggen. (Dit is een
wachtwoord om in te loggen op de
webpagina van de machine.) Klik op .
Als u voor de eerste keer een webbrowser
gebruikt om de instellingen van de
machine te configureren, stelt u een
wachtwoord in (uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding).
7
Hoofdstuk 2
Secure Function Lock 3.0
configureren met Web Based
Management2
Stel groepen in met beperkte rechten en
gebruikers met een wachtwoord en ID-kaart
1
(NFC ID)
100 gebruikers instellen. Configureer deze
instellingen met een webbrowser. Om de
webpagina in te stellen, zie
Function Lock 3.0 begint te gebruiken
uu
1
. U kunt tot 100 beperkte groepen en
Voordat u Secure
pagina 7. Voer vervolgens deze stappen uit:
Voor MFC-L9550CDW
a Klik op Beheerder.
b Klik op Beperkte functies xx-xx.
c Voer een alfanumerieke groepsnaam in
(tot 15 tekens) in het veld
Gebruikerslijst / Beperkte functies.
i (Voor MFC-L9550CDW)
Voer in het vakje Kaartnummer (NFC
ID) het kaartnummer in (maximaal 16
tekens).
1
1
U kunt cijfers gebruiken van 0 - 9 en letters van
A - F (niet hoofdlettergevoelig).
j Selecteer Gebruikerslijst / Beperkte
functies uit de meerkeuzelijst voor elke
gebruiker.
k Klik op Indienen.
d
Haal het vinkje weg in de selectievakjes in
Afdrukken
toegang tot functies beperken. Om het
maximale aantal pagina's te configureren,
vinkt u het selectievakje
Paginalimiet
aantal in het vakje
en andere kolommen die
Aan
aan in
en voert u vervolgens het
Max. pagina's
in.
e Klik op Indienen.
f Klik op Gebruikerslijst xx-xx.
g
Voer in het veld
gebruikersnaam in met maximaal 20 tekens.
Gebruikerslijst
de
h Voer in het vakje Pincode een viercijferig
wachtwoord in.
8
Beveiligingsfuncties
OPMERKING
XXXXX
De gebruikers voor
kaartverificatie instellen
(Voor MFC-L9550CDW)2
Voordat u de gebruikers voor kaartverificatie
instelt, moet u de beperkte handelingen en
een gebruikerslijst instellen met de
webbrowser.
Voor meer informatie, zie Secure Function
Lock 3.0 configureren met Web Based
Management uu pagina 8.
a De beperkte gebruikersmodus wijzigen
met het aanraakscherm (zie voor meer
informatie De modus beperkte
gebruiker wijzigen met het
aanraakscherm uu pagina 10).
b Druk op
c Druk op Kaart registreren.
d Tik met de kaart de NFC-lezer aan.
Het aanraakscherm geeft de kaart-ID
weer.
De openbare gebruikersmodus
instellen en wijzigen
De openbare gebruikersmodus beperkt de
handelingen die beschikbaar zijn voor alle
gebruikers die geen wachtwoord hebben.
Wanneer u beperkingen voor openbare
gebruikers instelt, moet u dit doen via Beheer
via een webbrowser of BRAdmin
Professional 3 (alleen Windows
(uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding).
®
)
2
a Klik op Beheerder.
b Klik op Beperkte functies xx-xx.
c Haal in de rij Openbare modus het
vinkje weg om de bediening te beperken
in de modus Openbare gebruiker. Om
het maximale aantal pagina's te
configureren, vinkt u het selectievakje
Aan aan in Paginalimiet en voert u
vervolgens het aantal in het vakje Max.
pagina's in.
2
e Druk op OK.
• Om de kaart-ID te wijzigen, tik met de
nieuwe kaart de NFC-lezer aan. Zie stap
• De NFC-lezer kan mogelijk niet
detecteren als de kaart in een hoesje zit of
is afgedekt.
Haal de kaart altijd uit het hoesje als u de
NFC-lezer aantikt.
d
.
d Klik op Indienen.
9
Hoofdstuk 2
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
Openbaar
XXXXX
Gebruikers omschakelen2
Met deze instelling kunt u schakelen tussen
de geregistreerde gebruikers met beperkte
rechten of de openbare modus als Secure
Function Lock is ingeschakeld.
De modus beperkte gebruiker wijzigen
met het aanraakscherm
a Druk op of
XXXXX
(Waarbij xxxxx de gebruikersnaam is.)
.
b Druk op Gebruiker wijzigen.
c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om uw gebruikersnaam weer te
geven.
d Druk op uw gebruikersnaam.
De modus beperkte gebruiker wijzigen
met de NFC-lezer
(Voor MFC-L9550CDW)
a Druk op om terug te gaan naar het
scherm Gereed.
b Tik met de kaart de NFC-lezer aan.
2
c Als u met succes bent ingelogd, geeft
het aanraakscherm Autorisatie
geslaagd weer.
• U kunt inloggen door de NFC-lezer aan te
tikken met de kaart zelfs als de machine is
ingesteld op de modus Openbaar of als
een andere gebruiker is ingelogd.
• De NFC-lezer kan mogelijk niet detecteren
als de kaart in een hoesje zit of is afgedekt.
Haal de kaart altijd uit het hoesje als u de
NFC-lezer aantikt.
De modus Openbaar wijzigen met het
aanraakscherm2
2
e
Voer uw viercijferige
gebruikerswachtwoord in met behulp van
het toetsenbord op het aanraakscherm.
Druk op OK.
• Als het huidige ID niet gemachtigd is voor
de gewenste bediening, wordt
ToegangGeweigerd weergegeven op
het aanraakscherm.
• Als er een paginabeperking ingesteld is voor
uw ID en u het maximale aantal pagina's al
hebt bereikt, wordt
of
Geen toestemming
aanraakscherm wanneer u probeert af te
drukken. Neem contact op met uw beheerder
om uw instellingen voor Secure Function
Lock te controleren.
• Als voor uw ID de beperkingen
Kleurenafdrukken
uitschakelen, dan geeft het aanraakscherm
Geen toestemming
vergrendeld
documenten probeert af te drukken.
Limiet overschreden
weergegeven op het
zijn ingesteld op
of
Functie
weer als u gekleurde
a Druk op .
(Waarbij xxxxx de gebruikersnaam is.)
b Druk op Ga naar Openbaar.
• Als een gebruiker met beperkte rechten
klaar is met het gebruik van de machine,
schakelt deze binnen een minuut terug
naar de openbare modus.
• Als de gewenste bediening beperkt is voor
alle gebruikers, wordt
ToegangGeweigerd weergegeven op
het aanraakscherm en wordt het scherm
voor het wijzigen van de gebruiker
weergegeven. U krijgt geen toegang tot de
bediening. Neem contact op met uw
beheerder om uw instellingen voor Secure
Function Lock te controleren.
•Als
Openbare modus
Kleurenafdrukken
op uitschakelen, dan geeft het aanraakscherm
Geen toestemming
vergrendeld
documenten probeert af te drukken.
voor
beperkingen zijn ingesteld
of
Functie
weer als u gekleurde
10
Beveiligingsfuncties
OPMERKING
Active Directoryverificatie2
Active Directory-verificatie beperkt het
gebruik van de Brother-machine. Als Active
Directory-verificatie is ingeschakeld, wordt
het bedieningspaneel van de machine
vergrendeld. De machine-instellingen
kunnen niet worden gewijzigd tot de
gebruiker de gebruikers-ID, de domeinnaam
en het wachtwoord invoert.
Active Directory-verificatie bevat de volgende
functies:
Inkomende faxberichten opslaan
Het e-mailadres van de machine krijgen
van de LDAP-server
U kunt de instelling Active Directoryverificatie wijzigen met Web Based
Management of BRAdmin Professional 3
(Windows
Voor meer informatie over Active Directoryverificatie, uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding.
®
).
Vergrendeling Active
Directory-verificatie
aan-/uitzetten2
a Start uw webbrowser.
b Voer “http://IP-adres van de machine/”
in bij de adresbalk van uw browser
(“IP-adres van de machine” staat voor
het IP-adres van de Brother-machine).
Bijvoorbeeld:
http://192.168.1.2/
c Klik op Beheerder.
d Klik op Functie gebruikersbeperking.
e Selecteer Verificatie met Active
Directory of Uit.
f Klik op Indienen.
• U moet de instellingen voor Active
Directory Server configureren om Active
Directory-verificatie in te schakelen.
• Vergrendeling bedieningspaneel wordt
ingeschakeld zodra Active Directory
Server correct is geconfigureerd.
2
11
Hoofdstuk 2
IPSec2
IPsec (Internet Protocol Security) is een
veiligheidsprotocol dat een optionele Internet
Protocol-functie gebruikt om manipulatie te
voorkomen en te zorgen voor
vertrouwelijkheid van data verzonden als IPpakketten. IPsec codeert data verstuurd via
het netwerk, zoals afdruktaken verstuurd van
computers naar een printer. Omdat de data
gecodeerd wordt bij de netwerklaag,
gebruiken applicaties die een protocol van
een hoger niveau gebruiken IPsec ook als de
gebruiker zich niet bewust is van het gebruik.
IPsec ondersteunt de volgende instellingen:
IPsec-transmissies
IPsec-instellingen
Voor meer informatie over IPsec,
uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding.
Instelslot2
Met het instelslot kunt u een wachtwoord
instellen om ervoor te zorgen dat andere
personen niet per ongeluk uw machineinstellingen wijzigen.
Schrijf uw wachtwoord op een geheime
plaats op. Als u het wachtwoord vergeet,
moeten de wachtwoorden die zijn
opgeslagen in de machine worden gereset.
Neem contact op met uw beheerder of met de
klantenservice van Brother.
Als het instelslot ingesteld is op “Aan”, hebt u
geen toegang tot de instellingen van de
machine.
(Alleen voor MFC-modellen)
De machine-instellingen kunnen niet worden
gewijzigd via de Remote Setup wanneer
Instelslot is ingesteld op Aan.
12
Beveiligingsfuncties
Het beheerderswachtwoord
instellen2
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Standaardinst. weer te
geven.
d Druk op Standaardinst..
e Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Instelblokkering weer te
geven.
f Druk op Instelblokkering.
g Voer een viercijferig getal voor het
nieuwe wachtwoord in met behulp van
het toetsenbord op het aanraakscherm.
Druk op OK.
h Voer het nieuwe wachtwoord opnieuw in
wanneer op het aanraakscherm
Nogmaals: wordt weergegeven.
Druk op OK.
i Druk op .
Het beheerderswachtwoord
voor het instelslot wijzigen2
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Standaardinst. weer te
geven.
d Druk op Standaardinst..
e Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Instelblokkering weer te
geven.
f Druk op Instelblokkering.
g Druk op Wachtw. inst..
h Voer het oude viercijferige
gebruikerswachtwoord in met behulp
van het toetsenbord op het
aanraakscherm.
Druk op OK.
i Voer een viercijferig getal voor het
nieuwe wachtwoord in met behulp van
het toetsenbord op het aanraakscherm.
Druk op OK.
2
j Voer het nieuwe wachtwoord opnieuw in
wanneer op het aanraakscherm
Nogmaals: wordt weergegeven.
Druk op OK.
k Druk op .
13
Hoofdstuk 2
䎬䏑䏖䏗䏈䏏䏅䏏䏒䏎䏎䏈䏕䏌䏑䏊
Instelslot in-/uitschakelen2
Als u het verkeerde wachtwoord invoert,
wordt op het aanraakscherm Fout wachtwoord weergegeven. Voer het juiste
wachtwoord in.
Instelslot inschakelen2
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Standaardinst. weer te
geven.
d Druk op Standaardinst..
e Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Instelblokkering weer te
geven.
f Druk op Instelblokkering.
g Druk op Slot UitAan.
Kiesbeperking
(alleen MFC-modellen) 2
Deze functie voorkomt dat gebruikers per
ongeluk een fax verzenden naar een
verkeerd nummer of een verkeerd nummer
bellen. U kunt de machine instellen op
beperkt kiezen bij gebruik van de kiestoetsen,
het adresboek en snelkoppelingen.
Als u Uit kiest, beperkt de machine de
kiesmethode niet.
Als u # tweemaal invoeren kiest, vraagt
de machine u om het nummer opnieuw in te
voeren en als u hetzelfde nummer correct
hebt ingevoerd, begint de machine met
kiezen. Als u een ander nummer invoert,
wordt op het aanraakscherm een foutmelding
weergegeven.
Als u Aan kiest, beperkt de machine alle
faxverzendingen en uitgaande
telefoongesprekken voor die kiesmethode.
Beperking kiestoetsen2
h Voer het geregistreerde viercijferige
gebruikerswachtwoord in met behulp
van het toetsenbord op het
aanraakscherm.
Druk op OK.
Instelslot uitschakelen2
a Druk op
op het aanraakscherm.
b Voer het geregistreerde viercijferige
gebruikerswachtwoord in met behulp
van het toetsenbord op het
aanraakscherm.
Druk op OK.
14
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Fax weer te geven.
d Druk op Fax.
e Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Kiesbeperking weer te
geven.
f Druk op Kiesbeperking.
g Druk op Cijfertoetsen.
h Druk op # tweemaal invoeren, Aan
of Uit.
i Druk op .
Beveiligingsfuncties
OPMERKING
Adresboekbeperking2
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Fax weer te geven.
d Druk op Fax.
e Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Kiesbeperking weer te
geven.
f Druk op Kiesbeperking.
g Druk op Adresboek.
h Druk op # tweemaal invoeren, Aan
of Uit.
i Druk op .
LDAP-serverbeperking2
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Fax weer te geven.
d Druk op Fax.
e Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Kiesbeperking weer te
geven.
f Druk op Kiesbeperking.
g Druk op LDAP-server.
h Druk op # tweemaal invoeren, Aan
of Uit.
i Druk op .
2
Snelkoppelingbeperking2
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Fax weer te geven.
d Druk op Fax.
e Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Kiesbeperking weer te
geven.
f Druk op Kiesbeperking.
g Druk op Snelkopp..
h Druk op # tweemaal invoeren, Aan
of Uit.
i Druk op .
• De instelling # tweemaal invoeren
werkt niet als u een externe handset
opneemt voordat u het nummer heeft
ingevoerd. U wordt niet gevraagd om het
nummer opnieuw in te voeren.
• U kunt het kiezen niet beperken als u
Herkies/Pauze gebruikt.
•Als u Aan of # tweemaal invoeren
hebt gekozen, dan kunt u de functie
Groepsverzenden niet gebruiken.
15
OPMERKING
Een fax verzenden
3
(alleen MFC-modellen)
Aanvullende
verzendopties3
Faxen met meerdere
instellingen verzenden3
Voordat u een fax verzendt, kunt u elke
combinatie van deze instellingen wijzigen:
2-zijdige fax
Contrast
Faxresolutie
Direct verzenden
Internationaal
Tijdklok
Verzamelen
Voorblad Opm.
Voorpagina instellen
Rondsturen
a Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer Faxvoorbeeld ingesteld is
op Uit, drukt u op (Fax).
Wanneer Faxvoorbeeld ingesteld is
op Aan, drukt u op (Fax) en
Faxen verzenden.
3
c Veeg omhoog of omlaag of druk op a of
b om de gewenste instelling weer te
geven en druk vervolgens op de
instelling.
d Druk op de gewenste optie.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Herhaal stappen c en d om meer
instellingen te wijzigen.
Als u klaar bent met het kiezen van
instellingen, drukt u op OK. Ga naar
de volgende stap om de fax te
verzenden.
• De meeste instellingen zijn tijdelijk en de
machine keert terug naar de
standaardinstellingen na het versturen
van een fax.
• U kunt sommige van de instellingen die u
het meest gebruikt als
standaardinstellingen instellen. Deze
instellingen blijven ongewijzigd tot u deze
opnieuw wijzigt (zie De wijzigingen
instellen als de nieuwe
standaardinstellingen uu pagina 24).
• U kunt sommige van de instellingen die u
het meest gebruikt als snelkoppeling
instellen (zie Faxopties als een snelkoppeling opslaanuu pagina 25).
Op het aanraakscherm verschijnt:
b Druk op Opties.
16
Een fax verzenden (alleen MFC-modellen)
De lay-out van een
dubbelzijdige fax wijzigen 3
U moet een dubbelzijdig scanformaat
selecteren voor u een dubbelzijdige fax
verzendt. Het geselecteerde formaat hangt af
van de lay-out van uw dubbelzijdige
document.
a Plaats uw document in de ADF
(automatische documentinvoer).
b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer Faxvoorbeeld ingesteld is
op Uit, drukt u op (Fax).
Wanneer Faxvoorbeeld ingesteld is
op Aan, drukt u op (Fax) en
Faxen verzenden.
c Druk op Opties.
Als uw document over de korte zijde
wordt gekeerd, drukt u op
2-zijdige scan: korte zijde.
Korte zijde
StaandLiggend
3
d Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om 2-zijdige fax weer te
geven.
e Druk op 2-zijdige fax.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als uw document over de lange zijde
wordt gekeerd, drukt u op
2-zijdige scan: lange zijde.
Lange zijde
StaandLiggend
17
Hoofdstuk 3
OPMERKING
OPMERKING
Contrast3
Voor de meeste documenten zorgt de
standaardinstelling Autom. voor de beste
resultaten.
Autom. selecteert automatisch het geschikte
contrast voor uw document.
Als uw document erg licht of donker is, kan de
kwaliteit van de fax worden verbeterd door
het contrast te wijzigen.
Selecteer Donker om het gefaxte document
lichter te maken.
Selecteer Licht om het gefaxte document
donkerder te maken.
a Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer Faxvoorbeeld ingesteld is
op Uit, drukt u op (Fax).
Wanneer Faxvoorbeeld ingesteld is
op Aan, drukt u op (Fax) en
Faxen verzenden.
Faxresolutie wijzigen3
De kwaliteit van een fax kan worden
verbeterd door de faxresolutie te wijzigen. Dit
is een tijdelijke instelling die alleen actief zal
zijn voor uw volgende fax.
a Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer Faxvoorbeeld ingesteld is
op Uit, drukt u op (Fax).
Wanneer Faxvoorbeeld ingesteld is
op Aan, drukt u op (Fax) en
Faxen verzenden.
b Druk op Opties.
c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Faxresolutie weer te geven.
d Druk op Faxresolutie.
e Druk op Standaard, Fijn,
Superfijn of Foto.
b Druk op Opties.
c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Contrast weer te geven.
d Druk op Contrast.
e Druk op Autom., Licht of Donker.
Zelfs als u Licht of Donker kiest, wordt
de fax verzonden met de instelling
Autom. als u Foto hebt gekozen als
faxresolutie.
18
U kunt vier verschillende resolutieinstellingen selecteren.
Zwart-wit
StandaardGeschikt voor de meeste
getypte documenten.
FijnGeschikt voor documenten met
een klein lettertype en wordt
iets langzamer verzonden dan
met de standaardresolutie.
SuperfijnGeschikt voor documenten met
een klein lettertype of artwork
en wordt iets langzamer
verzonden dan met de fijne
resolutie.
FotoGeschikt wanneer het
document verschillende
grijstinten heeft of een foto is.
Deze instelling heeft de
langzaamste transmissietijd.
Loading...
+ 53 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.