Brother HL-2070N, HL-2040, HL-2030 user Manual [nl]

Brother Laserprinter
HL-2030 HL-2040
HL-2070N
Gebruikershandleiding
Voor slechtzienden
Deze handleiding kan door de software Screen Reader ‘text-to-speech’ worden gelezen.
gedrukt exemplaar. Lees deze gebruikershandleiding aandachtig door voordat u de printer gaat gebruiken. Bewaar de
cd-rom op een veilige plaats, zodat u deze wanneer nodig snel kunt raadplegen. U kunt deze handleiding ook als een HTML-bestand lezen. Kijk op onze website op http://solutions.brother.com open de handleiding vanaf de cd-rom.
Kijk op onze website op http://solutions.brother.com voor antwoorden op veelgestelde vragen (FAQ’s) en technische vragen, voor productondersteuning en de meest recente driver-updates en hulpprogramma’s.
. Of
Versie 4
Laserprinter
HL-2000 serie
Gebruikershandleiding
Veiligheidsmaatregelen
In deze handleiding worden de volgende aanduidingen gebruikt:
Waarschuwingen leggen uit wat u kunt doen om persoonlijk letsel te voorkomen.
Symbolen voor elektrische gevaren waarschuwen u voor eventuele elektrische schokken.
Deze symbolen wijzen u erop dat u hete oppervlakken in de machine niet mag aanraken.
Deze waarschuwingen beschrijven procedures die u moet volgen om eventuele beschadiging van de printer en andere voorwerpen te voorkomen.
Dit symbool waarschuwt u dat bepaalde apparaten of handelingen niet compatibel met deze printer zijn.
Opmerkingen vertellen u hoe u op een bepaalde situatie moet reageren of geven tips over de werking van een handeling in combinatie met andere functies.
I
Veilig gebruik van de printer
Binnen in deze printer bevinden zich elektroden waar hoge spanning op staat. Voordat u het inwendige van de printer gaat reinigen moet u hem uitzetten en het netsnoer uit het stopcontact halen.
Hanteer de stekker nooit met natte handen. U kunt dan namelijk een elektrische schok krijgen.
Nadat de printer gebruikt is, zijn sommige onderdelen in het inwendige van de printer zeer heet. Wanneer u de voor- of achterklep van de printer openmaakt, mag u de onderdelen die in de afbeelding gearceerd zijn nooit aanraken.
Binnen in de printer
(Vooraanzicht)
Met de achterklep open
(Achteraanzicht)
Op de fuser is een waarschuwingsetiket aangebracht. Zorg dat dit etiket niet wordt beschadigd of verwijderd.
Nooit een stofzuiger gebruiken om geknoeide toner op te zuigen. De toner zou binnen in de stofzuiger vlam kunnen vatten en brand kunnen veroorzaken. Geknoeide toner moet zorgvuldig worden opgeveegd met een droge, pluisvrije doek en in overeenstemming met plaatselijk geldende voorschriften worden weggegooid.
Nooit ontbrandbare stoffen in de buurt van de printer gebruiken. Dit kan namelijk brand of een elektrische schok veroorzaken.
LET OP
De buitenkant van de printer reinigen:
Controleer dat de printer uitstaat en dat de stekker uit het stopcontact is gehaald.
Gebruik neutrale reinigingsmiddelen. Vluchtige middelen zoals verdunner of benzine beschadigen de
behuizing van de printer.
Gebruik nooit schoonmaakmiddelen die ammoniak bevatten.
II
Handelsmerken
Het Brother-logo is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd. Apple, het Apple-logo, Macintosh en TrueType zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer, Inc
in de Verenigde Staten en andere landen. Epson is een wettig gedeponeerd handelsmerk en FX-80 en FX-850 zijn handelsmerken van Seiko Epson
Corporation. Hewlett Packard is een wettig gedeponeerd handelsmerk en HP LaserJet 6P, 6L, 5P, 5L, 4, 4L 4P, III, IIIP,
II en IIP zijn handelsmerken Hewlett-Packard Company. IBM, IBM PC en Proprinter zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van International Business Machines
Corporation. Windows, MS-DOS, Windows en Windows NT zijn handelsmerken van Microsoft Corporation die in de VS
en andere landen geregistreerd zijn. Citrix en MetaFrame zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Citrix Systems, Inc. in de Verenigde
Staten. Alle andere termen, merknamen en productnamen die in deze gebruikershandleiding gebruikt worden, zijn
wettig gedeponeerde handelsmerken van de desbetreffende bedrijven.
Samenstelling en publicatie
Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder toezicht van Brother Industries Ltd. De nieuwste productgegevens en specificaties zijn in deze handleiding verwerkt.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van het product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud van deze handleiding zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Brother is niet verantwoordelijk voor enige schade, met inbegrip van gevolgschade, voortvloeiend uit het gebruik van deze handleiding of de daarin beschreven producten, inclusief maar niet beperkt tot zetfouten en andere fouten in deze publicatie.
©2004 Brother Industries Ltd.
Vervoer van de printer
Als u de printer moet vervoeren, is het raadzaam om deze zorgvuldig te verpakken; dit om eventuele beschadiging van het apparaat te voorkomen. Wij raden u aan om het originele verpakkingsmateriaal te bewaren en dit voor later vervoer te gebruiken. Zorg er bovendien voor dat de printer tijdens vervoer voldoende verzekerd is.
III
Inhoudsopgave
1 Over deze printer .......................................................................................................1-1
Wat zit er in de doos? ........................................................................................................................ 1-1
Interfacekabel .............................................................................................................................. 1-1
Vooraanzicht................................................................................................................................ 1-2
Achteraanzicht............................................................................................................................. 1-2
Een plaats voor de printer kiezen ...................................................................................................... 1-3
Elektrische voeding ..................................................................................................................... 1-3
Omgeving .................................................................................................................................... 1-3
Welke soorten papier kan ik gebruiken?............................................................................................ 1-4
Papiersoort en -formaat ............................................................................................................... 1-4
Aanbevolen papiersoorten........................................................................................................... 1-5
Bedrukbaar gedeelte ................................................................................................................... 1-6
Staand ..................................................................................................................................... 1-6
Liggend.................................................................................................................................... 1-6
Afdrukmethoden ................................................................................................................................ 1-7
Afdrukken op normaal papier, briefpapier en transparanten ....................................................... 1-7
Op normaal papier, briefpapier en transparanten afdrukken vanuit de papierlade ................. 1-7
Op normaal papier, briefpapier of transparanten afdrukken via de sleuf voor handinvoer.... 1-10
Op dik papier, etiketten en enveloppen afdrukken .................................................................... 1-13
Op dik papier, etiketten en enveloppen afdrukken vanuit de handinvoer.............................. 1-13
Soorten enveloppen die u moet vermijden ............................................................................ 1-16
Tweezijdig afdrukken (duplex)......................................................................................................... 1-17
Richtlijnen bij het tweezijdig afdrukken...................................................................................... 1-17
Tweezijdig afdrukken (handmatige duplex) ............................................................................... 1-17
Handmatig tweezijdig afdrukken vanuit de papierlade .......................................................... 1-17
Handmatig tweezijdig afdrukken via de handinvoer .............................................................. 1-18
Afdrukstand voor handmatig tweezijdig afdrukken................................................................ 1-19
2 Driver en software .....................................................................................................2-1
Printerdriver ....................................................................................................................................... 2-1
Voor Windows
Functies in de PCL-driver........................................................................................................ 2-3
Voor Macintosh
De printerdriver verwijderen ...................................................................................................... 2-14
Printerdriver voor Windows
Brother-laserdriver voor Macintosh
Software .......................................................................................................................................... 2-16
Software voor netwerken........................................................................................................... 2-16
BRAdmin Professional........................................................................................................... 2-16
De Driver Deployment Wizard............................................................................................... 2-16
Network Print Software..........................................................................................................2-16
Web BRAdmin....................................................................................................................... 2-16
Automatische emulatieselectie .................................................................................................. 2-17
Remote Printer Console ............................................................................................................ 2-17
De Remote Printer Console gebruiken en installeren ........................................................... 2-17
®
............................................................................................................................ 2-3
®
........................................................................................................................ 2-12
®
................................................................................................. 2-14
®
..................................................................................... 2-15
IV
3 Het bedieningspaneel ...............................................................................................3-1
Servicemeldingen .............................................................................................................................. 3-5
De toets op bedieningspaneel (Go)................................................................................................... 3-7
Een testpagina afdrukken............................................................................................................ 3-8
Met de toets op bedieningspaneel........................................................................................... 3-8
Met de printerdriver ................................................................................................................. 3-8
Pagina met printerinstellingen afdrukken .................................................................................... 3-9
Met de toets op bedieningspaneel........................................................................................... 3-9
Met de printerdriver ................................................................................................................. 3-9
Lettertypen afdrukken (voor de HL-2070N) ............................................................................... 3-10
Met de toets op bedieningspaneel......................................................................................... 3-10
Met de printerdriver ............................................................................................................... 3-10
Standaard-netwerkinstellingen terugstellen (voor de HL-2070N).............................................. 3-11
Standaard-netwerkinstellingen terugstellen met het APIPA-protocol uitgeschakeld
(voor de HL-2070N)................................................................................................................... 3-11
4 Toebehoren ................................................................................................................4-1
Draadloze afdrukserver (NC-2200w)................................................................................................. 4-1
Afdrukserver (NC-2100p) (voor de HL-2040) .................................................................................... 4-2
5 Routineonderhoud ....................................................................................................5-1
De verbruiksartikelen vervangen ....................................................................................................... 5-1
Tonercartridge ............................................................................................................................. 5-2
De melding Toner bijna op ...................................................................................................... 5-2
De melding Toner op ............................................................................................................... 5-3
De tonercartridge vervangen................................................................................................... 5-3
Drumkit ........................................................................................................................................ 5-7
De melding Drum bijna op ....................................................................................................... 5-7
De drumkit vervangen ............................................................................................................. 5-8
De printer reinigen ........................................................................................................................... 5-11
De buitenkant van de printer reinigen........................................................................................ 5-11
De binnenkant van de printer reinigen....................................................................................... 5-12
De coronadraad reinigen........................................................................................................... 5-14
6 Problemen oplossen .................................................................................................6-1
Uw probleem identificeren ................................................................................................................. 6-1
Foutmeldingen in het statusvenster................................................................................................... 6-2
Afgedrukte foutmeldingen.................................................................................................................. 6-3
Omgaan met papier ........................................................................................................................... 6-4
Vastgelopen papier verwijderen ........................................................................................................ 6-5
Overige problemen .......................................................................................................................... 6-10
Bij gebruik van Macintosh
De afdrukkwaliteit verbeteren.................................................................................................... 6-10
Problemen met het afdrukken verhelpen......................................................................................... 6-15
®
met USB ........................................................................................ 6-10
V
A Appendix ................................................................................................................... A-1
Printerspecificaties.............................................................................................................................A-1
Symbolen- en tekensets (voor de HL-2070N) ...................................................................................A-9
Een webbrowser gebruiken......................................................................................................... A-9
Gebruik van de Remote Printer Console..................................................................................... A-9
Voor Windows
Voor Macintosh
Lijst van symbolen- en tekensets ................................................................................................A-9
OCR-symbolensets ................................................................................................................. A-9
HP LaserJet-emulatie ............................................................................................................A-10
IBM-emulatie .........................................................................................................................A-11
Epson-emulatie...................................................................................................................... A-11
®
.......................................................................................................................A-9
®
......................................................................................................................A-9
B Appendix (voor Europa en andere landen) ............................................................B-1
Nummers van Brother........................................................................................................................ B-1
Belangrijke informatie: Reguleringen.................................................................................................B-2
Radiostoring (alleen voor modellen van 220-240 volt) ................................................................ B-2
IEC 60825-1 -specificatie (alleen voor modellen van 220-240 volt) ............................................ B-3
BELANGRIJK - Voor uw eigen veiligheid .......................................................................................... B-4
I Index ............................................................................................................................I-1
VI
1

Over deze printer

Wat zit er in de doos?

Controleer tijdens het uitpakken van de printer dat de volgende onderdelen allemaal aanwezig zijn.
1
1
Printer
2
Drumkit met tonercartridge
3
Installatiehandleiding
4
CD-ROM
2
5
Netsnoer
Welke onderdelen er worden geleverd, kan van land tot land verschillen.
4
5
Opmerking
Het netsnoer kan er anders uitzien dan hier is afgebeeld, afhankelijk van het land waar u de printer hebt gekocht.
3
1

Interfacekabel

De interfacekabel wordt niet standaard meegeleverd. U dient een interfacekabel te kopen die geschikt is voor de interface die u gaat gebruiken (USB, parallel of netwerk).
USB-kabel
Gebruik nooit een USB-kabel die langer is dan 2 meter. Sluit de USB-kabel niet aan op een USB-hub zonder voeding of op het toetsenbord van een Mac De USB-kabel moet op de USB-connector van de pc worden aangesloten. USB wordt niet ondersteund onder Windows
Parallelle interface (voor de HL-2040 en HL-2070N)
Gebruik nooit een parallelle kabel die langer is dan 2 meter. Gebruik een afgeschermde kabel die voldoet aan IEEE 1284.
Netwerkkabel (voor de HL-2070N)
Gebruik een Straight-Through Categorie 5 (of hoger) twisted-pair kabel voor 10BASE-T of 100BASE-TX Fast Ethernetnetwerken.
®
95 en Windows NT®4.0.
®
.
1 - 1

Vooraanzicht

Over deze printer
1
2
3
4

Achteraanzicht

1
2
3
7
5
4
5
8
6
7
6
1
Steun face-down uitvoerlade
2
Bedieningspaneel
3
Sleuf voor handinvoer
4
Papiergeleiders voor handinvoer
5
Papierlade
6
Stroomschakelaar
7
Voorklep
8
Face-down uitvoerlade
1
Achterklep
2
Ingang voor netsnoer
3
10/100BASE-TX-poort (HL-2070N)
4
Parallelle interfaceconnector (HL-2040 en HL-2070N)
5
Zijpaneel
6
LED (Light-emitting Diode) (HL-2070N)
7
USB-interfaceconnector
De afbeelding van de printer is op basis van de HL-2070N.
1
1 - 2

Een plaats voor de printer kiezen

Lees voordat u de printer in gebruik neemt eerst de volgende informatie door.
Over deze printer

Elektrische voeding

Gebruik de printer met de aanbevolen netspanning. Voedingsbron: VS en Canada: 110 tot 120 volt wisselstroom, 50/60 Hz
Europa en Australië: 220 tot 240 volt wisselstroom, 50/60 Hz
Het netsnoer, inclusief eventueel verlengsnoer, mag niet langer zijn dan 5 meter.
Sluit uw printer niet aan op een stopcontact waarop reeds andere apparaten zijn aangesloten, zoals airconditioners, kopieermachines, papiervernietigers enz. Als een gemeenschappelijk stopcontact onvermijdelijk is, gebruik dan een spanningstransformator of een spanningsfilter.
Gebruik een spanningstabilisator als de stroomtoevoer niet stabiel is.

Omgeving

U moet de printer opstellen in de buurt van een makkelijk bereikbaar stopcontact, zodat u de stekker in
noodgevallen snel uit het stopcontact kunt halen.
Vermijd extreme temperaturen en vocht. Gebruik de printer alleen binnen de volgende minimum- en
maximumwaarden.
1
Temperatuur: 10 °C tot 32,5 °C Vochtigheid: 20% tot 80% (zonder condensvorming)
De printer moet in een goed geventileerde ruimte staan.
Zet de printer op een vlak en horizontaal oppervlak.
Houd de printer schoon. Plaats het apparaat niet in een stoffige ruimte.
Zet de printer niet op een plaats waar de ventilatieopening geblokkeerd wordt. Er dient een ruimte van
ongeveer 100 mm vrij te zijn tussen de ventilatieopening en de muur.
Zet de printer niet in direct zonlicht. Moet de printer noodgedwongen toch nabij een raam worden
opgesteld, gebruik dan gordijnen of lamellen om het apparaat tegen direct zonlicht te beschermen.
Plaats de printer niet in de buurt van toestellen die magneten bevatten of een sterk magnetisch veld
opwekken.
Installeer de printer niet in een ruimte waar zware schokken of trillingen worden voortgebracht.
Open vuur en zilte of bijtende stoffen kunnen de printer beschadigen.
Zet niets boven op de printer.
Plaats de printer niet in de nabijheid van een airconditioner.
Houd de printer tijdens het verplaatsen altijd horizontaal.
1 - 3

Welke soorten papier kan ik gebruiken?

Papiersoort en -formaat

Over deze printer
De printer voert het papier in vanuit de geïnstalleerde papierlade of via de sleuf voor handinvoer. Voor de papierladen worden in de printerdriver en deze handleiding de volgende namen gebruikt:
Papierlade Lade 1
Sleuf voor handinvoer Handinvoer
Als u deze pagina op de cd-rom bekijkt en u bij een afdrukmethode in de tabel op L klikt, gaat u rechtstreeks naar de pagina waar de betreffende afdrukmethode wordt beschreven.
Papiersoort Lade 1 Handinvoer Selecteer de papiersoort in de printerdriver
Normaal papier
60 g/m2 tot 105 g/m
Kringlooppapier
Briefpapier
Dik papier
105 g/m2 tot 161 g/m
2
2
Transparanten L
LL
LLKringlooppapier
LLBriefpapier
L
Maximaal 10 vel
A4 of Letter
L
A4 of Letter
Etiketten L
A4 of Letter
Enveloppen
L
Normaal papier
Dik papier of dikker papier
Transparanten
Dikker papier
Enveloppen Env. Dun Env. Dik
1
Lade 1 Handinvoer
Papierformaat A4, Letter, Legal*, B5(JIS), B5(ISO),
Executive, A5, A6, B6(ISO)
2
Aantal vellen 250 vel (80 g/m
)Eén vel
* In sommige regio’s is geen Legal-papier beschikbaar.
Breedte: 69,9 tot 215,9 mm Lengte: 116 tot 406,4 mm
1 - 4
Over deze printer

Aanbevolen papiersoorten

Europa VS
2
Normaal papier Xerox Premier 80 g/m
Xerox Business 80 g/m2 Modo DATACOPY 80 g/m2 IGEPA X-Press 80 g/m
Kringlooppapier Xerox Recycled Supreme 80 g/m Transparanten 3M CG3300 3M CG3300 Etiketten Avery-laseretiketten L7163 Avery-laseretiketten #5160
2
2
Controleer voordat u een grote hoeveelheid papier aanschaft eerst dat het papier geschikt is.
Gebruik normaal kopieerpapier.
Gebruik papier van 75 tot 90 g/m
2
.
Gebruik neutraal papier. Gebruik geen papier met een hoge zuurgraad of met een hoog alkaligehalte.
Gebruik langlopend papier.
Gebruik papier met een vochtgehalte van ongeveer 5%.
In deze printer kan kringlooppapier worden gebruikt dat voldoet aan de specificatie DIN 19309.
Xerox 4200DP 20 lb Hammermill Laser Paper 24 lb
n.v.t.
1
LET OP
Gebruik geen inkjetpapier, want dit papier kan vastlopen of de printer beschadigen.
Opmerking
Als u ander papier dan de aanbevolen soorten gebruikt, kan dit papier vastlopen of scheef worden ingevoerd.
Raadpleeg Belangrijke informatie bij het kiezen van papier op pagina A-6 om te bepalen welk papier u met deze printer kunt gebruiken.
1 - 5

Bedrukbaar gedeelte

Hieronder wordt aangegeven welk deel van het papier niet bedrukt kan worden.
Staand
1
Over deze printer
1
2
4
3
A4 Letter Legal B5 (ISO) Executive A5 A6 B6
4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm
1
6,01 mm 6,35 mm 6,35 mm 6,01 mm 6,35 mm 6,01 mm 6,01 mm 6,01 mm
2
4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm
3
6,01 mm 6,35 mm 6,35 mm 6,01 mm 6,35 mm 6,01 mm 6,01 mm 6,01 mm
4
Liggend
1
2
4
3
A4 Letter Legal B5 (ISO) Executive A5 A6 B6
4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm
1
5,0 mm 5,08 mm 5,08 mm 5,0 mm 5,08 mm 5,0 mm 5,0 mm 5,0 mm
2
4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm
3
5,0 mm 5,08 mm 5,08 mm 5,0 mm 5,08 mm 5,0 mm 5,0 mm 5,0 mm
4
1 - 6

Afdrukmethoden

Afdrukken op normaal papier, briefpapier en transparanten

Over deze printer
U kunt vanuit de papierlade of via de sleuf voor handinvoer op normaal papier briefpapier en transparanten afdrukken. Raadpleeg Welke soorten papier kan ik gebruiken? op pagina 1-4 om te zien welke papiersoorten u kunt gebruiken.
Op normaal papier, briefpapier en transparanten afdrukken vanuit de papierlade
Opmerking
Plaats als u op transparanten afdrukt nooit meer dan 10 transparanten in de papierlade.
1 Selecteer Papierformaat, Soort papier, Papierbron en andere instellingen in de printerdriver.
Selecteer Normaal papier, Briefpapier of Transparanten.
1
2 Trek de papierlade helemaal uit de printer.
Selecteer Lade 1.
1 - 7
3 Houd de blauwe vrijgavehendel van de papiergeleider
ingedrukt en stel de geleiders af op het gebruikte papierformaat. Controleer dat de geleiders goed in de sleuven passen.
4 Plaats het papier in de lade.
Over deze printer
1
5 Controleer dat het papier niet boven de markering voor
de maximale hoogte van de stapel uitsteekt (▼).
Opmerking
Het papier kan vastlopen als u meer dan 250 vel (80 g/m papierlade plaatst.
Als u meer dan 10 transparanten tegelijk in de papierlade plaatst, kunnen de vellen vastlopen.
Als u voorbedrukt papier gebruikt, plaatst u het vel met de te bedrukken zijde (blanco zijde) naar beneden en met de bovenzijde naar de voorkant van de lade gericht.
2
) normaal papier of briefpapier in de
6 Plaats de papierlade weer goed in de printer. Controleer dat hij zo ver mogelijk in de printer is gestoken.
1 - 8
7 Til de steun van de uitvoerlade op om te voorkomen dat
het papier van de face-down uitvoerlade valt.
Opmerking
Als u de steun van de uitvoerlade niet wilt optillen, dan raden wij u aan om de afgedrukte pagina’s onmiddellijk nadat ze zijn uitgeworpen van de lade te verwijderen.
8 Stuur de afdrukgegevens naar de printer.
Opmerking
Als u op transparanten afdrukt, moet u elk uitgeworpen vel onmiddellijk verwijderen. Wanneer u de afgedrukte transparanten stapelt, kunnen deze vastlopen of omkrullen.
Over deze printer
1
1 - 9
Over deze printer
Op normaal papier, briefpapier of transparanten afdrukken via de sleuf voor handinvoer
Opmerking
Wanneer u een vel papier in de sleuf voor handinvoer plaatst, schakelt de printer automatisch over op de stand voor handinvoer.
1 Selecteer Papierformaat, Soort papier, Papierbron en andere instellingen in de printerdriver.
Selecteer Normaal papier, Briefpapier of Transparanten.
1
2 Stuur de afdrukgegevens naar de printer.
Opmerking
De lampjes op het bedieningspaneel geven aan dat er geen papier in de handinvoer zit totdat u een vel papier of een
transparant in de sleuf voor handinvoer plaatst.
Selecteer Handmatig.
1 - 10
3 Til de steun van de uitvoerlade op om te voorkomen dat
het papier van de face-down uitvoerlade valt.
Opmerking
Als u de steun van de uitvoerlade niet wilt optillen, dan raden wij u aan om de afgedrukte pagina’s onmiddellijk nadat ze zijn uitgeworpen van de lade te verwijderen.
4 Stel de papiergeleiders voor handinvoer met beide
handen af op de breedte van het gebruikte papier.
Over deze printer
1
5 Houd het vel papier met beide handen vast en plaats het
zo in de handinvoer, dat de voorste rand van het papier de papierdoorvoerrol raakt. Laat het vel los als u voelt dat de machine het papier invoert.
Opmerking
Steek het vel met de te bedrukken zijde (de blanco zijde) naar boven in de sleuf voor handinvoer.
Zorg dat het papier of de transparant recht en in de juiste stand in de sleuf voor handinvoer zit. Is dit niet het geval, dan kan het papier of de transparant scheef worden ingevoerd waardoor de vellen verkreukeld worden uitgevoerd of kunnen vastlopen.
Plaats nooit meer dan een vel papier tegelijk in de sleuf voor handinvoer, omdat het papier dan kan vastlopen.
Als u papier (of transparanten enz.) in de handinvoer plaatst wanneer de printer nog niet klaar is om af te drukken, kan het papier worden uitgeworpen zonder dat er iets op gedrukt is.
1 - 11
Over deze printer
6 Nadat de printer de afgedrukte pagina heeft uitgeworpen, plaatst u het volgende vel op dezelfde wijze
als in stap 5 hierboven beschreven wordt. Herhaal dit voor elke pagina die u wilt afdrukken.
Opmerking
Als u op transparanten afdrukt, moet u elk uitgeworpen vel onmiddellijk verwijderen. Wanneer u de afgedrukte transparanten stapelt, kunnen deze vastlopen of omkrullen.
1
1 - 12
Over deze printer

Op dik papier, etiketten en enveloppen afdrukken

Opmerking
Wanneer u een vel papier in de sleuf voor handinvoer plaatst, schakelt de printer automatisch over op de stand voor handinvoer.
Raadpleeg Welke soorten papier kan ik gebruiken? op pagina 1-4 om te zien welke papiersoorten u kunt selecteren.
Raadpleeg Soorten enveloppen die u moet vermijden op pagina 1-16 als u op enveloppen afdrukt.
Op dik papier, etiketten en enveloppen afdrukken vanuit de handinvoer
1 Selecteer Papierformaat, Soort papier, Papierbron en andere instellingen in de printerdriver.
1
Selecteer Dik papier, of Dikker papier, of Enveloppen.
Selecteer Handmatig.
Opmerking
Bij gebruik van enveloppen
Als u Enveloppe 10 gebruikt, selecteert u bij Papierformaat in de printerdriver de optie Com-10.
Voor andere enveloppen die niet in de printerdriver gekozen kunnen worden, bijvoorbeeld Enveloppe
9 of Enveloppe C6, gebruikt u Door gebruiker gedefinieerd.... Raadpleeg Papierformaat op pagina
A-8 voor nadere informatie over envelopformaten.
1 - 13
2 Stuur de afdrukgegevens naar de printer.
Opmerking
De lampjes op het bedieningspaneel geven aan dat er geen papier in de handinvoer zit totdat u een vel papier of een
envelop in de sleuf voor handinvoer plaatst.
3 Til de steun van de uitvoerlade op om te voorkomen dat
het papier van de face-down uitvoerlade valt.
Opmerking
Als u de steun van de uitvoerlade niet wilt optillen, dan raden wij u aan om de afgedrukte pagina’s onmiddellijk nadat ze zijn uitgeworpen van de lade te verwijderen.
Over deze printer
1
4 Stel de papiergeleiders voor handinvoer met beide
handen af op de breedte van het gebruikte papier.
1 - 14
Over deze printer
5 Houd het vel papier met beide handen vast en plaats het
zo in de handinvoer, dat de voorste rand van het papier de papierdoorvoerrol raakt. Laat het vel los als u voelt dat de machine het papier invoert.
Opmerking
Steek het vel met de te bedrukken zijde (de blanco zijde) naar boven in de sleuf voor handinvoer.
Zorg dat het papier of de enveloppe recht en in de juiste stand in sleuf voor handinvoer zit. Is dit niet het geval, dan kan het papier of de enveloppe scheef worden ingevoerd en verkreukeld worden uitgevoerd of vastlopen.
Plaats nooit meer dan een vel of enveloppe tegelijk in de sleuf voor handinvoer, omdat het papier dan kan vastlopen.
Als u papier (of enveloppe enz.) in de handinvoer plaatst wanneer de printer nog niet klaar is om af te drukken, kan het papier worden uitgeworpen zonder dat er iets op gedrukt is.
1
6 Nadat de printer de afgedrukte pagina of enveloppe heeft uitgeworpen, plaatst u de volgende op
dezelfde wijze als in stap 5 hierboven beschreven wordt. Herhaal dit voor elke pagina die u wilt afdrukken.
Opmerking
Door de producent geplakte delen van enveloppen moeten goed zijn vastgeplakt
Alle zijden moeten netjes zijn gevouwen en mogen niet gekreukt zijn
Neem elk vel of elke enveloppe onmiddellijk nadat deze is afgedrukt van de uitvoerlade. Als u vellen of enveloppen stapelt, kan het papier vastlopen of omkrullen.
1 - 15
Soorten enveloppen die u moet vermijden
Het gebruik van de volgende enveloppen dient te worden vermeden:
enveloppen die beschadigd, gekreukt of geknikt zijn of een ongebruikelijke vorm hebben
hoogglanzende enveloppen, of enveloppen met een speciale structuur
enveloppen die met haken, klemmen of touwtjes worden gesloten
enveloppen met een zelfklevende sluiting
flodderige enveloppen
enveloppen die geen scherpe vouw hebben
enveloppen met reliëf (met verhoogd opschrift)
enveloppen die reeds door een laserprinter zijn bedrukt
enveloppen die reeds aan de binnenzijde zijn bedrukt
enveloppen die niet netjes gestapeld kunnen worden
enveloppen van papier dat zwaarder is dan wat in de specificaties wordt aangegeven
enveloppen van inferieure kwaliteit met randen die niet scherp gevouwen of niet recht zijn
vensterenveloppen of enveloppen met gaatjes, uitsnijdingen of geperforeerde enveloppen
Over deze printer
1
ALS U EEN VAN DE HIERBOVEN GENOEMDE SOORTEN GEBRUIKT, KAN DIT DE PRINTER BESCHADIGEN. DERGELIJKE SCHADE WORDT NIET DOOR DE GARANTIE OF DE SERVICE-OVEREENKOMST GEDEKT.
Opmerking
Plaats nooit verschillende soorten enveloppen tegelijk in de papierlade, omdat deze dan kunnen vastlopen of scheef worden ingevoerd.
U mag enveloppen niet aan twee zijden bedrukken.
Voor het beste resultaat moet u in uw toepassing hetzelfde papierformaat selecteren als het formaat papier dat in de papierlade zit.
Raadpleeg Welke soorten papier kan ik gebruiken? op pagina 1-4.
De meeste enveloppen zijn geschikt voor gebruik in uw printer. Sommige enveloppen hebben echter een speciale samenstelling en kunnen problemen met de invoer of de afdrukkwaliteit veroorzaken. Een geschikte enveloppe heeft rechte, scherp gevouwen randen, en de bovenste rand mag niet dikker zijn dan twee vellen papier. De enveloppe moet plat en stevig zijn. Gebruik geen flodderige enveloppen. Gebruik alleen enveloppen van goede kwaliteit en vermeld bij aankoop dat u de enveloppen in een laserprinter zult gebruiken. Het is raadzaam om voordat u een groot aantal enveloppen gaat bedrukken eerst een enveloppe te testen, zodat u zeker weet dat u het gewenste resultaat krijgt.
Opmerking
Brother doet geen aanbevelingen ten aanzien van een bepaald merk enveloppe, omdat de fabrikant de specificaties kan wijzigen. U bent zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit en de prestaties van de door u gebruikte enveloppen.
1 - 16
Over deze printer

Tweezijdig afdrukken (duplex)

Met de meegeleverde printerdrivers voor Windows® 95/98/Me, Windows NT® 4.0 en Windows® 2000/XP kunt u folders afdrukken. Raadpleeg Help in de printerdriver voor meer informatie hierover.

Richtlijnen bij het tweezijdig afdrukken

Als u dun papier gebruikt, kunnen de vellen verkreukelen.
Gekruld papier moet glad worden gestreken voordat het weer in de papierlade of de handinvoer wordt
geplaatst.
Als het papier scheef wordt ingevoerd, is het misschien omgekruld. Verwijder het en strijk het glad.
Wanneer u de handmatige duplexfunctie gebruikt, kan het papier vastlopen of kan de kwaliteit van de
afdruk wat minder zijn. Raadpleeg Vastgelopen papier verwijderen op pagina 6-5 als het papier is vastgelopen.

Tweezijdig afdrukken (handmatige duplex)

1
Opmerking
Gebruik normaal papier of kringlooppapier. Gebruik geen briefpapier.
Handmatig tweezijdig afdrukken vanuit de papierlade
1 Kies in het tabblad Geavanceerd de optie Handmatig tweezijdig afdrukken en selecteer in het tabblad
Normaal bij Papierbron de optie Automatisch of Lade 1.
2 De printer zal automatisch eerst alle even pagina's op de ene zijde van het papier afdrukken. 3 Neem de afgedrukte even pagina's van de uitvoerlade en plaats ze opnieuw in de papierlade, met de te
bedrukken zijde (de blanco zijde) naar beneden. Volg de instructies op uw computerscherm.
1 - 17
Over deze printer
4 De printer zal nu automatisch de oneven pagina's op de ommezijde van het papier afdrukken.
Opmerking
Wanneer u papier in de papierlade plaatst, moet u de lade eerst legen, pas daarna plaatst u het bedrukte vel met de bedrukte zijde naar boven in de lade. (Leg nooit reeds bedrukte vellen op een stapel onbedrukt papier.)
Handmatig tweezijdig afdrukken via de handinvoer
Opmerking
Gebruik nooit erg dun of erg dik papier.
1 Kies in het tabblad Geavanceerd de optie Handmatig tweezijdig afdrukken en selecteer in het tabblad
Normaal bij Papierbron de optie Handinvoer.
2 Houd het papier met beide handen vast en plaats het met de te bedrukken zijde naar boven in de sleuf
voor handinvoer. Volg de instructies op uw computerscherm. Herhaal deze stap totdat u alle even pagina's hebt afgedrukt.
1
3 Neem de afgedrukte even pagina’s van de uitvoerlade en plaats ze een voor een in dezelfde volgorde
weer in de sleuf voor handinvoer. Plaats het papier met de te bedrukken zijde (blanco zijde) naar boven. Volg de instructies op uw computerscherm.
4 Herhaal stap 3 totdat alle oneven pagina's op de ommezijde van het papier zijn afgedrukt.
1 - 18
Over deze printer
Afdrukstand voor handmatig tweezijdig afdrukken
De printer drukt de tweede pagina eerst af. Als u tien pagina’s op vijf vellen papier afdrukt, wordt op het eerste vel eerst pagina 2 afgedrukt en dan pagina 1. Op het tweede vel wordt pagina 4 en dan pagina 3 afgedrukt. Op het derde vel wordt pagina 6 en dan pagina 5 afgedrukt, enz.
Als u handmatig tweezijdig afdrukt, dient u het papier als volgt te plaatsen:
Voor de handinvoer:
Plaats het papier met de zijde die het eerste moet worden bedrukt naar boven gericht en met de bovenkant eerst.
Als u de ommezijde wilt bedrukken, plaatst u het papier met de bedrukte zijde naar beneden en de bovenkant eerst.
Bij gebruik van briefhoofden plaatst u het papier met het briefhoofd eerst en naar beneden gericht. Als u de ommezijde wilt bedrukken, plaatst u het papier met het briefhoofd eerst en naar boven gericht.
Voor de papierlade:
Plaats het papier met de zijde die het eerste moet worden bedrukt naar beneden gericht en met de bovenkant naar de voorkant van de lade toe.
Als u de ommezijde wilt bedrukken, plaatst u het papier met de bedrukte zijde naar boven en de bovenkant naar de voorkant van de lade toe.
Bij gebruik van briefhoofden plaatst u het papier met het briefhoofd naar boven en naar de voorkant van de lade gericht.
Als u de ommezijde wilt bedrukken, plaatst u het vel met het briefhoofd naar beneden en naar de voorkant van de lade toe.
1
1 - 19
2

Driver en software

Printerdriver

Een printerdriver is een stuurprogramma dat gegevens in het door de computer gebruikte formaat omzet in een formaat dat door een bepaalde printer kan worden gebruikt. Dit formaat is meestal een printeropdrachttaal of een page description language (PDL).
Op de meegeleverde cd-rom staan printerdrivers voor de volgende versies van Windows® en Macintosh®. U kunt de meest recente printerdriver voor deze besturingssystemen ook downloaden vanaf het Brother Solutions Center op http://solutions.brother.com
U vindt de instructies voor het installeren van de printerdriver voor Windows® en Macintosh® in de installatiehandleiding.
Raadpleeg De printerdriver verwijderen op pagina 2-14 als u de printerdriver wilt verwijderen.
Voor Windows® 95/98/Me, Windows NT® 4.0 en Windows® 2000/XP
Windows-printerdriver (compatibel met Hewlett-Packard LaserJet laserprinter) (voor de HL-2070N)
Brother GDI-printerdriver voor Windows
Generieke PCL-driver (bij gebruik van Citrix netwerk gedeelde Windows NT 4.0 PCL-driver te gebruiken. Deze driver ondersteunt alleen algemene afdrukfuncties.) (Voor de HL-2070N: bij gebruik van Windows
Voor Macintosh
Brother-laserdriver voor Macintosh
®
NT®
4.0 en Windows® 2000/XP.)
®
(voor de HL-2030 en HL-2040)
®
®-
en Windows® 2000/XP-omgevingen raden wij u aan onze generieke
®
MetaFrame®, Windows® Terminal Server en andere op een
2
Voor Linux
GDI-printerdriver
Opmerking
Meer informatie over de generieke PCL-driver en de Linux-printerdriver is te vinden op onze website op http://solutions.brother.com
Windows® 95
Windows NT® 4.0 L
Windows® 98/Me
Windows® 2000 Windows
Mac OS® 9.1 t/m 9.2 Mac OS
Linux (Mandrake 9.1, Red Hat 9.0, SuSE Linux 8.2, Debian 3.0r1)
®
XP
®
X 10.2.4 of recenter
.
Printerdriver voor
Windows
L
(Voor de HL-2070N)
GDI-driver
L
(Voor de HL-2040)
L
(Voor de HL-2030 en
HL-2040)
L
Generieke
PCL-driver
(Voor de HL-2070N)
L
(Voor de HL-2070N)
Brother-laserdriver
L
2 - 1
Wanneer u via de computer afdrukt, kunt u de volgende printerinstellingen wijzigen.
Papierformaat
Meerdere pagina’s afdrukken
Afdrukstand
Aantal
Soort papier
Papierbron
Resolutie
Tonerbespaarstand
Handmatig tweezijdig afdrukken
Watermerk
Taak spoolen
Snelle printerinstelling
Slaaptijd
Statusvenster
Macro
Beheerder
*1
*1
*1
*1
*1
*1*3
*1*2
Opdracht/bestand invoegen
Paginabescherming
Datum & tijd afdrukken
Dichtheid afstelling
TrueType-modus
Foutmelding afdrukken
*1
*1
*1
*1*3
*1
*1
*1*2*3
Driver en software
2
*1
Deze instellingen zijn niet beschikbaar in de Brother-laserdriver voor Macintosh®.
*2
Deze instellingen zijn niet beschikbaar onder Windows NT® 4.0 en Windows® 2000/XP.
*3
Deze instellingen zijn niet beschikbaar voor de HL-2030 en HL-2040.
2 - 2

Voor Windows®

Functies in de PCL-driver
Driver en software
Op de website Brother Solutions Center op http://solutions.brother.com kunt u de meest recente printerdriver downloaden en aanvullende informatie krijgen.
U kunt instellingen ook wijzigen door in het dialoogvenster Eigenschappen te klikken op de afbeelding aan de linkerkant van het tabblad Normaal.
Raadpleeg de on line Help in de printerdriver voor meer informatie hierover.
Opmerking
De schermen in dit onderdeel zijn afkomstig uit Windows® XP. De schermen op uw pc kunnen er anders uitzien, afhankelijk van uw besturingssysteem.
Het tabblad Normaal
Opmerking
Als u Windows® 2000 of XP gebruikt, kunt u het tabblad Normaal openen door in het tabblad Algemeen van het scherm Eigenschappen te klikken op Voorkeursinstellingen.
®
Als u Windows NT Printers op Standaardwaarden document te klikken.
4.0 gebruikt, kunt u het tabblad Normaal openen door in het menu Bestand van de map
2
Selecteer Papierformaat, Meerdere pag. afdrukken, Afdrukstand en
andere instellingen.
Selecteer de Papierbron en andere instellingen.
2 - 3
Driver en software
Het tabblad Geavanceerd
Opmerking
Als u Windows® 2000 of XP gebruikt, kunt u het tabblad Geavanceerd openen door in het tabblad Algemeen van het scherm Eigenschappen te klikken op Voorkeursinstellingen.
Als u Windows NT map Printers en faxapparaten op Standaardwaarden document te klikken.
®
4.0 gebruikt, kunt u het tabblad Geavanceerd openen door in het menu Bestand van de
12 34 5
2
Klik op een pictogram om de desbetreffende functie in te stellen.
1
Afdrukkwaliteit
2
Tweezijdig afdrukken (duplex)
3
Watermerk
4
Pagina-instelling
5
Opties apparaat
Afdrukkwaliteit
Selecteer de resolutie, tonerbespaarstand en afdrukinstellingen of de instelling voor het afdrukken met grijstinten.
Resolutie
Voor de resolutie zijn de volgende instellingen mogelijk:
HQ 1200
600 dpi
300 dpi
2 - 4
Loading...
+ 75 hidden pages