Deze handleiding kan door de software
Screen Reader ‘text-to-speech’
worden gelezen.
U dient eerst alle hardware in te stellen en de driver te installeren, pas dan kunt u de printer gebruiken.
Installeer de printer aan de hand van de informatie in de installatiehandleiding. In de doos vindt u een gedrukt
exemplaar.
Lees deze gebruikershandleiding aandachtig door voordat u de printer gaat gebruiken. Bewaar de cd-rom op een
veilige plaats, zodat u deze wanneer nodig snel kunt raadplegen.
Kijk op http://solutions.brother.com
productondersteuning en de meest recente driver-updates en hulpprogramma's.
Opmerking: bepaalde modellen zijn in niet alle landen verkrijgbaar.
voor antwoorden op veelgestelde vragen (FAQ's) en technische vragen, voor
Versie A
DUT
Over deze handleiding
Symbolen die in deze handleiding worden gebruikt
In deze handleiding worden de volgende aanduidingen gebruikt:
Waarschuwingen leggen uit wat u kunt doen om persoonlijk letsel te voorkomen.
Symbolen voor elektrische gevaren waarschuwen u voor eventuele elektrische schokken.
Deze symbolen wijzen u erop dat u hete oppervlakken in de machine niet mag aanraken.
Deze waarschuwingen beschrijven procedures die u moet volgen om eventuele
beschadiging van de printer en andere voorwerpen te voorkomen.
Dit symbool waarschuwt u dat bepaalde apparaten of handelingen niet compatibel met
deze printer zijn.
Opmerkingen vertellen u hoe u op een bepaalde situatie moet reageren of geven tips over
de werking van een handeling in combinatie met andere functies.
i
Veiligheidsmaatregelen
Veilig gebruik van de printer
Bewaar deze instructies zorgvuldig en lees ze alvorens u onderhoud gaat uitvoeren.
WAARSCHUWING
Binnen in deze printer bevinden zich elektroden waar hoge spanning op staat. Voordat u het inwendige van
de printer gaat reinigen moet u hem uitzetten en het netsnoer uit het stopcontact halen.
Hanteer de stekker nooit met natte handen. U kunt dan namelijk een elektrische schok krijgen.
Nadat de printer gebruikt is, zijn sommige onderdelen in het inwendige van de printer zeer heet. Wanneer
u de voor- of achterklep van de printer openmaakt, mag u de onderdelen die in de afbeelding gearceerd
zijn nooit aanraken.
Binnen in de printer
(vooraanzicht)
Met de achterklep open
(achteraanzicht)
ii
Op de fuser is een waarschuwingsetiket aangebracht. Zorg dat dit etiket niet wordt beschadigd of
verwijderd.
Gebruik nooit ontvlambare middelen, sprays of organische oplosmiddelen/vloeistof die alcohol/ammoniak
bevatten om de binnen- of buitenkant van de machine te reinigen. Dit kan brand of een elektrische schok
veroorzaken.
Nooit een stofzuiger gebruiken om geknoeide toner op te zuigen. De toner zou binnen in de stofzuiger vlam
kunnen vatten en brand kunnen veroorzaken. Geknoeide toner moet zorgvuldig worden opgeveegd met een
droge, pluisvrije doek en in overeenstemming met plaatselijk geldende voorschriften worden weggegooid.
VOORZICHTIG
De buitenkant van de printer reinigen:
• Controleer dat de printer uitstaat en dat de stekker uit het stopcontact is gehaald.
• Gebruik neutrale reinigingsmiddelen. Vluchtige middelen zoals verdunner of benzine beschadigen de
behuizing van de printer.
• Gebruik nooit schoonmaakmiddelen die ammoniak bevatten.
iii
Handelsmerken
Het Brother-logo is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd.
Apple, het Apple-logo, Macintosh en TrueType zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Inc. in de
Verenigde Staten en andere landen.
Windows Vista is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation of een handelsmerk van
Microsoft Corporation dat in de Verenigde Staten en andere landen geregistreerd is.
Microsoft, MS-DOS, Windows en Windows Server zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Microsoft
Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Citrix en MetaFrame zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Citrix Systems, Inc. in de Verenigde Staten.
Alle andere termen, merknamen en productnamen die in deze handleiding worden gebruikt, zijn wettig
gedeponeerde handelsmerken van de desbetreffende bedrijven.
Samenstelling en publicatie
Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder toezicht van Brother Industries Ltd. De nieuwste
productgegevens en specificaties zijn in deze handleiding verwerkt.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van het product kunnen zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud van deze handleiding zonder
voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Brother is niet verantwoordelijk voor enige schade, met inbegrip van
gevolgschade, voortvloeiend uit het gebruik van deze handleiding of de daarin beschreven producten,
inclusief maar niet beperkt tot zetfouten en andere fouten in deze publicatie.
Als u de printer moet vervoeren, is het raadzaam om deze zorgvuldig te verpakken; dit om eventuele
beschadiging van het apparaat te voorkomen. Wij raden u aan om het originele verpakkingsmateriaal te
bewaren en dit voor later vervoer te gebruiken. Zorg er bovendien voor dat de printer tijdens vervoer
voldoende verzekerd is.
iv
Inhoudsopgave
1Over deze printer1
Wat zit er in de doos? ................................................................................................................................1
Motor .................................................................................................................................................73
Controleer tijdens het uitpakken van de printer dat de volgende onderdelen allemaal aanwezig zijn.
Printer
1
Installatiehandleiding
CD-ROM
Drumkit met
tonercartridge
Netsnoer
Opmerking
Het netsnoer kan er anders uitzien dan hier is afgebeeld, afhankelijk van het land waar u de printer hebt
gekocht.
Interfacekabel1
De interfacekabel wordt niet standaard meegeleverd. U dient een interfacekabel te kopen die geschikt is voor
de interface die u gaat gebruiken (USB, parallel of netwerk).
USB-kabel
Gebruik nooit een USB-kabel die langer is dan 2 meter.
Sluit de USB-kabel niet aan op een USB-hub zonder voeding of op het toetsenbord van een Mac
De USB-kabel moet op de USB-connector van de pc worden aangesloten.
USB wordt niet ondersteund onder Windows
®
95 en Windows NT®4.0.
®
.
1
Over deze printer
Vooraanzicht1
1
8
2
1
3
4
7
6
5
1 Steun face-down uitvoerlade
2 Bedieningspaneel
3 Sleuf voor handinvoer
4 Papiergeleiders voor handinvoer
5 Papierlade
6 Stroomschakelaar
7Voorklep
8 Face-down uitvoerlade
Achteraanzicht1
1
2
1Achterklep
2 Ingang voor netsnoer
3 Zijpaneel
4 USB-interfaceconnector
4
3
2
Over deze printer
Een plaats voor de printer kiezen1
Lees voordat u de printer in gebruik neemt eerst de volgende informatie door.
Voeding1
Gebruik de printer met de aanbevolen netspanning.
Stroombron:VS en Canada:110 tot 120 volt wisselstroom, 50/60 Hz
Europa en Australië:220 tot 240 volt wisselstroom, 50/60 Hz
Het netsnoer, inclusief eventueel verlengsnoer, mag niet langer zijn dan 5 meter.
Sluit uw printer niet aan op een stopcontact waarop reeds andere, veel stroom verbruikende apparaten zijn
aangesloten, zoals airconditioners, kopieermachines, papiervernietigers enz. Als een gemeenschappelijk
stopcontact onvermijdelijk is, gebruik dan een spanningstransformator of een spanningsfilter.
Gebruik een spanningsregelaar als de stroomtoevoer niet stabiel is.
1
Omgeving1
U moet de printer opstellen in de buurt van een makkelijk bereikbaar stopcontact, zodat u de stekker in
noodgevallen snel uit het stopcontact kunt halen.
Vermijd extreme temperaturen en vocht. Gebruik de printer alleen binnen de volgende minimum- en
maximumwaarden.
Temperatuur: 10 °C tot 32,5 °C
Vochtigheid: 20% tot 80% (zonder condensvorming)
De printer moet in een goed geventileerde ruimte staan.
Zet de printer op een vlak en horizontaal oppervlak.
Houd de printer schoon. Plaats het apparaat niet in een stoffige ruimte.
Zet de printer niet op een plaats waar de ventilatieopening geblokkeerd wordt. Er dient een ruimte van
ongeveer 100 mm vrij te zijn tussen de ventilatieopening en de muur.
Zet de printer niet in direct zonlicht. Moet de printer noodgedwongen toch nabij een raam worden
opgesteld, gebruik dan gordijnen of lamellen om het apparaat tegen direct zonlicht te beschermen.
Plaats de printer niet in de buurt van toestellen die magneten bevatten of een sterk magnetisch veld
opwekken.
Installeer de printer niet in een ruimte waar zware schokken of trillingen worden voortgebracht.
Open vuur en zilte of bijtende stoffen kunnen de printer beschadigen.
Zet niets boven op de printer.
Plaats de printer niet in de nabijheid van een airconditioner.
Houd de printer tijdens het verplaatsen altijd horizontaal.
3
2
Afdrukmethoden2
Welke soorten papier kan ik gebruiken?2
Papiersoort en -formaat2
De printer voert het papier in vanuit de geïnstalleerde papierlade of via de sleuf voor handinvoer.
Voor de papierladen worden in de printerdriver en deze handleiding de volgende namen gebruikt:
PapierladeLade 1
Sleuf voor handinvoerHandmatig
Als u deze pagina op de cd-rom bekijkt en u bij een afdrukmethode in de tabel op p klikt, gaat u rechtstreeks
naar de pagina waar de betreffende afdrukmethode wordt beschreven.
PapiersoortLade 1HandmatigSelecteer de papiersoort in
de printerdriver
Normaal papier
2
60 g/m
KringlooppapierppKringlooppapier
BriefpapierppBriefpapier
Dik papier
105 g/m
Transparantenp
tot 105 g/m
2
tot 161 g/m
2
2
pp
p
p
Normaal papier
Dik papier of Dikker papier
Transparanten
2
Max. 10 vel A4 of Letter
Etikettenp
Enveloppen
Lade 1Handmatig
Papierformaat
Aantal vellen
1
In sommige regio’s is geen Legal-papier beschikbaar.
Controleer voordat u een grote hoeveelheid papier aanschaft eerst dat het papier geschikt is.
Gebruik normaal kopieerpapier.
Gebruik papier van 75 tot 90 g/m
2
.
Gebruik neutraal papier. Gebruik geen papier met een hoge zuurgraad of met een hoog alkaligehalte.
2
2
2
2
2
Xerox 4200DP 20 lb
Hammermill Laser Paper 24 lb
n.v.t.
2
Gebruik langlopend papier.
Gebruik papier met een vochtgehalte van ongeveer 5%.
In deze printer kan kringlooppapier worden gebruikt dat voldoet aan de specificatie DIN 19309.
VOORZICHTIG
Gebruik geen inkjetpapier, want dit kan vastlopen of de printer beschadigen.
Opmerking
Als u ander papier dan de aanbevolen soorten gebruikt, kan dit papier vastlopen of scheef worden
ingevoerd.
Raadpleeg Belangrijke informatie bij het kiezen van papier op pagina 77 om te bepalen welk papier u met
deze printer kunt gebruiken.
5
Afdrukmethoden
Bedrukbaar gedeelte2
Hieronder wordt aangegeven welk deel van het papier niet bedrukt kan worden.
Staand2
1
2
3
4
A4LetterLegalB5 (ISO)ExecutiveA5A6B6
14,23 mm4,23 mm4,23 mm4,23 mm4,23 mm4,23 mm4,23 mm4,23 mm
26,01 mm6,35 mm6,35 mm6,01 mm6,35 mm6,01 mm6,01 mm6,01 mm
34,23 mm4,23 mm4,23 mm4,23 mm4,23 mm4,23 mm4,23 mm4,23 mm
46,01 mm6,35 mm6,35 mm6,01 mm6,35 mm6,01 mm6,01 mm6,01 mm
Liggend2
1
2
2
3
4
A4LetterLegalB5 (ISO)ExecutiveA5A6B6
14,23 mm4,23 mm4,23 mm4,23 mm4,23 mm4,23 mm4,23 mm4,23 mm
25,0 mm5,08 mm5,08 mm5,0 mm5,08 mm5,0 mm5,0 mm5,0 mm
34,23 mm4,23 mm4,23 mm4,23 mm4,23 mm4,23 mm4,23 mm4,23 mm
45,0 mm5,08 mm5,08 mm5,0 mm5,08 mm5,0 mm5,0 mm5,0 mm
6
Afdrukmethoden
Afdrukmethoden2
Afdrukken op normaal papier, briefpapier en transparanten2
U kunt vanuit de papierlade of via de sleuf voor handinvoer op normaal papier briefpapier en transparanten
afdrukken. Raadpleeg Welke soorten papier kan ik gebruiken? op pagina 4 om te zien welke papiersoorten
u kunt gebruiken.
Op normaal papier, briefpapier en transparanten afdrukken vanuit de papierlade2
Opmerking
Plaats als u op transparanten afdrukt nooit meer dan 10 transparanten in de papierlade.
a Selecteer het volgende in de printerdriver:
Papierformaat .... (1)
Soort papier ....... (2)
Papierbron ......... (3) en andere instellingen.
Printerdriver voor Windows
®
2
1
2
3
7
Afdrukmethoden
b Trek de papierlade helemaal uit de printer.
c Houd de blauwe vrijgavehendel van de papiergeleider ingedrukt en stel de geleiders af op het gebruikte
papierformaat. Controleer dat de geleiders goed in de sleuven passen.
2
d Plaats papier in de lade.
8
Afdrukmethoden
e Controleer dat het papier niet boven de markering voor de maximale hoogte van de stapel uitsteekt (b).
Opmerking
• Het papier kan vastlopen als u meer dan 250 vel (80 g/m
2
) normaal papier of briefpapier in de papierlade
plaatst.
• Als u meer dan 10 transparanten tegelijk in de papierlade plaatst, kunnen de vellen vastlopen.
2
• Als u voorbedrukt papier gebruikt, plaatst u het vel met de te bedrukken zijde (blanco zijde) naar beneden
en met de bovenzijde naar de voorkant van de lade gericht.
f Plaats de papierlade weer goed in de printer. Controleer dat hij zo ver mogelijk in de printer is gestoken.
g Til de steun van de uitvoerlade op om te voorkomen dat het papier van de face-down uitvoerlade valt.
Opmerking
Als u de steun van de uitvoerlade niet wilt optillen, dan raden wij u aan om de afgedrukte pagina’s
onmiddellijk nadat ze zijn uitgeworpen van de lade te verwijderen.
h Stuur de afdrukgegevens naar de printer.
Opmerking
Als u op transparanten afdrukt, moet u elk uitgeworpen vel onmiddellijk verwijderen. Wanneer u de
afgedrukte transparanten stapelt, kunnen deze vastlopen of omkrullen.
9
Afdrukmethoden
Op normaal papier, briefpapier of transparanten afdrukken via de sleuf voor handinvoer2
Opmerking
Wanneer u een vel papier in de sleuf voor handinvoer plaatst, schakelt de printer automatisch over op de
stand voor handinvoer.
a Selecteer het volgende in de printerdriver:
Papierformaat .... (1)
Soort papier ....... (2)
Papierbron ......... (3) en andere instellingen.
Printerdriver voor Windows
®
1
2
2
3
b Stuur de afdrukgegevens naar de printer.
Opmerking
De lampjes op het bedieningspaneel geven aan dat er geen papier in de handinvoer zit totdat u een vel
papier of een transparant in de sleuf voor handinvoer plaatst.
10
Afdrukmethoden
c Til de steun van de uitvoerlade op om te voorkomen dat het papier van de face-down uitvoerlade valt.
Opmerking
Als u de steun van de uitvoerlade niet wilt optillen, dan raden wij u aan om de afgedrukte pagina’s
onmiddellijk nadat ze zijn uitgeworpen van de lade te verwijderen.
d Stel de papiergeleiders voor handinvoer met beide handen af op de breedte van het gebruikte papier.
2
e Houd het vel papier met beide handen vast en plaats het zo in de handinvoer, dat de voorste rand van
het papier de papierdoorvoerrol raakt. Laat het vel los als u voelt dat de machine het papier invoert.
Opmerking
• Steek het vel met de te bedrukken zijde (de blanco zijde) naar boven in de sleuf voor handinvoer.
• Zorg dat het papier of de transparant recht en in de juiste stand in de sleuf voor handinvoer zit. Is dit niet
het geval, dan kan het papier of de transparant scheef worden ingevoerd waardoor de vellen verkreukeld
worden uitgevoerd of kunnen vastlopen.
• Plaats nooit meer dan een vel papier tegelijk in de sleuf voor handinvoer, omdat het papier dan kan vastlopen.
• Als u papier (of transparanten enz.) in de handinvoer plaatst wanneer de printer nog niet klaar is om af te
drukken, kan het papier worden uitgeworpen zonder dat er iets op gedrukt is.
11
Afdrukmethoden
f Nadat de printer de afgedrukte pagina heeft uitgeworpen, plaatst u het volgende vel op dezelfde wijze
als in stap 5 hierboven beschreven wordt. Herhaal dit voor elke pagina die u wilt afdrukken.
Opmerking
Als u op transparanten afdrukt, moet u elk uitgeworpen vel onmiddellijk verwijderen. Wanneer u de
afgedrukte transparanten stapelt, kunnen deze vastlopen of omkrullen.
2
12
Afdrukmethoden
Op dik papier, etiketten en enveloppen afdrukken2
Opmerking
Wanneer u een vel papier in de sleuf voor handinvoer plaatst, schakelt de printer automatisch over op de
stand voor handinvoer.
Raadpleeg Welke soorten papier kan ik gebruiken? op pagina 4 om te zien welke papiersoorten u kunt
selecteren.
Raadpleeg Soorten enveloppen die u moet vermijden op pagina 16 als u op enveloppen afdrukt.
Op dik papier, etiketten en enveloppen afdrukken via de sleuf voor handinvoer2
a Selecteer het volgende in de printerdriver:
Papierformaat .... (1)
Soort papier ....... (2)
Papierbron ......... (3) en andere instellingen.
Printerdriver voor Windows
®
2
1
2
3
Opmerking
Bij gebruik van enveloppen
• Als u Enveloppe 10 gebruikt, selecteert u bij Papierformaat in de printerdriver de optie Com-10.
• Voor andere enveloppen die niet in de printerdriver gekozen kunnen worden, bijvoorbeeld Enveloppe 9 of
Enveloppe C6, gebruikt u Door gebruiker gedefinieerd.... Raadpleeg Papierformaat op pagina 79 voor
nadere informatie over envelopformaten.
13
Afdrukmethoden
b Stuur de afdrukgegevens naar de printer.
Opmerking
De lampjes op het bedieningspaneel geven aan dat er geen papier in de handinvoer zit totdat u een vel
papier of een envelop in de sleuf voor handinvoer plaatst.
c Til de steun van de uitvoerlade op om te voorkomen dat het papier van de face-down uitvoerlade valt.
2
Opmerking
Als u de steun van de uitvoerlade niet wilt optillen, dan raden wij u aan om de afgedrukte pagina’s
onmiddellijk nadat ze zijn uitgeworpen van de lade te verwijderen.
d Stel de papiergeleiders voor handinvoer met beide handen af op de breedte van het gebruikte papier.
14
Afdrukmethoden
e Houd het vel papier met beide handen vast en plaats het zo in de handinvoer, dat de voorste rand van
het papier de papierdoorvoerrol raakt. Laat het vel los als u voelt dat de machine het papier invoert.
Opmerking
• Steek het vel met de te bedrukken zijde (de blanco zijde) naar boven in de sleuf voor handinvoer.
• Zorg dat het papier of de enveloppe recht en in de juiste stand in sleuf voor handinvoer zit. Is dit niet het
geval, dan kan het papier of de enveloppe scheef worden ingevoerd en verkreukeld worden uitgevoerd of
vastlopen.
• Plaats nooit meer dan een vel of enveloppe tegelijk in de sleuf voor handinvoer, omdat het papier dan kan
vastlopen.
2
• Als u papier (of enveloppen enz.) in de handinvoer plaatst wanneer de printer nog niet klaar is om af te
drukken, kan het papier worden uitgeworpen zonder dat er iets op gedrukt is.
f Nadat de printer de afgedrukte pagina of enveloppe heeft uitgeworpen, plaatst u de volgende op
dezelfde wijze als in stap 5 hierboven beschreven wordt. Herhaal dit voor elke pagina die u wilt
afdrukken.
Opmerking
• Door de producent geplakte delen van enveloppen moeten goed zijn vastgeplakt.
• Alle zijden moeten netjes zijn gevouwen en mogen niet gekreukt zijn.
• Neem elk vel of elke enveloppe onmiddellijk nadat deze is afgedrukt van de uitvoerlade. Als u vellen of
enveloppen stapelt, kan het papier vastlopen of omkrullen.
15
Afdrukmethoden
Soorten enveloppen die u moet vermijden2
Het gebruik van de volgende enveloppen dient te worden vermeden:
enveloppen die beschadigd, gekreukt of geknikt zijn of een ongebruikelijke vorm hebben
hoogglanzende enveloppen, of enveloppen met een speciale structuur
enveloppen die met haken, klemmen of touwtjes worden gesloten
enveloppen met een zelfklevende sluiting
flodderige enveloppen
enveloppen die geen scherpe vouw hebben
enveloppen met reliëf (met verhoogd opschrift)
enveloppen die reeds door een laserprinter zijn bedrukt
enveloppen die reeds aan de binnenzijde zijn bedrukt
enveloppen die niet netjes gestapeld kunnen worden
enveloppen van papier dat zwaarder is dan wat in de specificaties wordt aangegeven
enveloppen van inferieure kwaliteit met randen die niet scherp gevouwen of niet recht zijn
vensterenveloppen of enveloppen met gaatjes, uitsnijdingen of geperforeerde enveloppen
2
ALS U EEN VAN DE HIERBOVEN GENOEMDE SOORTEN GEBRUIKT, KAN DIT DE PRINTER
BESCHADIGEN. DERGELIJKE SCHADE WORDT NIET DOOR DE GARANTIE OF DE SERVICEOVEREENKOMST GEDEKT.
Opmerking
• Plaats nooit verschillende soorten enveloppen tegelijk in de papierlade, omdat deze dan kunnen vastlopen
of scheef worden ingevoerd.
• U mag enveloppen niet aan twee zijden bedrukken.
• Voor het beste resultaat moet u in uw toepassing hetzelfde papierformaat selecteren als het formaat
papier dat in de papierlade zit.
• Raadpleeg Welke soorten papier kan ik gebruiken? op pagina 4.
De meeste enveloppen zijn geschikt voor gebruik in uw printer. Sommige enveloppen hebben echter een
speciale samenstelling en kunnen problemen met de invoer of de afdrukkwaliteit veroorzaken. Een geschikte
enveloppe heeft rechte, scherp gevouwen randen, en de bovenste rand mag niet dikker zijn dan twee vellen
papier. De enveloppe moet plat en stevig zijn. Gebruik geen flodderige enveloppen. Gebruik alleen
enveloppen van goede kwaliteit en vermeld bij aankoop dat u de enveloppen in een laserprinter zult
gebruiken. Het is raadzaam om voordat u een groot aantal enveloppen gaat bedrukken eerst een enveloppe
te testen, zodat u zeker weet dat u het gewenste resultaat krijgt.
Opmerking
Brother doet geen aanbevelingen ten aanzien van een bepaald merk enveloppe, omdat de fabrikant de
specificaties kan wijzigen. U bent zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit en de prestaties van de door u
gebruikte enveloppen.
16
Afdrukmethoden
Tweezijdig afdrukken2
De meegeleverde printerdrivers voor Windows® 98/Me, Windows® 2000/XP en Windows Vista®
ondersteunen handmatig tweezijdig afdrukken. Raadpleeg Help in de printerdriver voor meer informatie
hierover.
Richtlijnen bij het tweezijdig afdrukken2
Als u dun papier gebruikt, kunnen de vellen verkreukelen.
Gekruld papier moet glad worden gestreken voordat het weer in de papierlade of de handinvoer wordt geplaatst.
Als het papier scheef wordt ingevoerd, is het misschien omgekruld. Verwijder het en strijk het glad.
Wanneer u de handmatige duplexfunctie gebruikt, kan het papier vastlopen of kan de kwaliteit van de
afdruk wat minder zijn. Raadpleeg Vastgelopen papier verwijderen op pagina 61 als het papier is
vastgelopen.
Tweezijdig afdrukken (handmatige duplex)2
2
Opmerking
Gebruik normaal papier of kringlooppapier. Gebruik geen briefpapier.
Handmatig tweezijdig afdrukken vanuit de papierlade2
a Selecteer in het tabblad Geavanceerd de printmodus Handmatig tweezijdig afdrukken en kies in het
tabblad Normaal bij Papierbron Automatisch of Lade1.
b De printer zal automatisch eerst alle even pagina's op de ene zijde van het papier afdrukken.
c Neem de afgedrukte even pagina's van de uitvoerlade en plaats ze opnieuw in de papierlade, met de te
bedrukken zijde (de blanco zijde) naar beneden. Volg de instructies op uw computerscherm.
17
Afdrukmethoden
d De printer zal nu automatisch de oneven pagina's op de ommezijde van het papier afdrukken.
Opmerking
Wanneer u papier in de papierlade plaatst, moet u de lade eerst legen, pas daarna plaatst u het bedrukte vel
met de bedrukte zijde naar boven in de lade. (Leg nooit reeds bedrukte vellen op een stapel onbedrukt papier.)
Handmatig tweezijdig afdrukken via de sleuf voor handinvoer2
Opmerking
Gebruik nooit erg dun of erg dik papier.
a Selecteer in het tabblad Geavanceerd de printmodus Handmatig tweezijdig afdrukken en kies in het
tabblad Normaal bij Papierbron de optie Handmatig.
b Houd het papier met beide handen vast en plaats het met de te bedrukken zijde naar boven in de sleuf
voor handinvoer. Volg de instructies op uw computerscherm. Herhaal deze stap totdat u alle even
pagina's hebt afgedrukt.
2
c Neem de afgedrukte even pagina’s van de uitvoerlade en plaats ze een voor een in dezelfde volgorde
weer in de sleuf voor handinvoer. Plaats het papier met de te bedrukken zijde (blanco zijde) naar boven.
Volg de instructies op uw computerscherm.
d Herhaal stap 3 totdat alle oneven pagina's op de ommezijde van het papier zijn afgedrukt.
18
Afdrukmethoden
Afdrukstand voor handmatig tweezijdig afdrukken2
De printer drukt de tweede pagina eerst af.
Als u tien pagina’s op vijf vellen papier afdrukt, wordt op het eerste vel eerst pagina 2 afgedrukt en dan pagina 1.
Op het tweede vel wordt pagina 4 en dan pagina 3 afgedrukt.
Op het derde vel wordt pagina 6 en dan pagina 5 afgedrukt, enz.
Als u handmatig tweezijdig afdrukt, dient u het papier als volgt te plaatsen:
Voor de handinvoer:
• Plaats het papier met de zijde die het eerste moet worden bedrukt naar boven gericht en met de
bovenkant eerst.
• Als u de ommezijde wilt bedrukken, plaatst u het papier met de bedrukte zijde naar beneden en de
bovenkant eerst.
• Bij gebruik van briefhoofden plaatst u het papier met het briefhoofd eerst en naar beneden gericht.
• Als u de ommezijde wilt bedrukken, plaatst u het papier met het briefhoofd eerst en naar boven gericht.
2
Voor de papierlade:
• Plaats het papier met de zijde die het eerste moet worden bedrukt naar beneden gericht en met de
bovenkant naar de voorkant van de lade toe.
• Als u de ommezijde wilt bedrukken, plaatst u het papier met de bedrukte zijde naar boven en de
bovenkant naar de voorkant van de lade toe.
• Bij gebruik van briefhoofden plaatst u het papier met het briefhoofd naar boven en naar de voorkant
van de lade gericht.
• Als u de ommezijde wilt bedrukken, plaatst u het vel met het briefhoofd naar beneden en naar de
voorkant van de lade toe.
19
3
Driver en software3
Printerdriver3
Een printerdriver is een stuurprogramma dat gegevens in het door de computer gebruikte formaat omzet in
een formaat dat door een bepaalde printer kan worden gebruikt. Dit formaat is meestal een
printeropdrachttaal of een page description language (PDL).
Op de meegeleverde cd-rom staan printerdrivers voor de volgende versies van Windows
kunt de meest recente printerdriver voor deze besturingssystemen ook downloaden vanaf het Brother
Solutions Center op http://solutions.brother.com
U vindt de instructies voor het installeren van de printerdriver voor Windows® en Macintosh® in de
installatiehandleiding.
Raadpleeg De printerdriver verwijderen op pagina 31 als u de printerdriver wilt verwijderen.
®
en Macintosh®. U
3
Voor Windows
®
98/Me, Windows® 2000/XP en Windows Vista
Brother GDI-printerdriver voor Windows
Voor Macintosh
Brother-laserdriver voor Macintosh
®
®
®
®
Voor Linux3
GDI-printerdriver
Opmerking
Meer informatie over de generieke PCL-driver en de Linux-printerdriver is te vinden op onze website op
http://solutions.brother.com
®
Windows
Windows
Windows
Windows Vista
Mac OS
Mac OS
Linux (Mandrake 9.1, Red Hat 9.0,
SuSE Linux 8.2, Debian 3.0r1)
98/Me
®
2000
®
XP
®
®
9.1 t/m 9.2
®
X 10.2.4 of recenter
.
GDI-driverBrother-laserdriver
p
p
p
3
3
20
Wanneer u via de computer afdrukt, kunt u de volgende printerinstellingen wijzigen.
Papierformaat
Meerdere pagina’s afdrukken
Afdrukstand
Aantal
Soort papier
Papierinvoer
Resolutie
Tonerbespaarstand
Handmatig tweezijdig afdrukken
Watermerk
Taak spoolen
Snelle printerinstelling
Slaaptijd
Statusvenster
Beheerder
Paginabescherming
Datum & tijd afdrukken
Dichtheid afstellen
Foutmelding afdrukken
1
Deze instellingen zijn niet beschikbaar in de Brother-laserdriver voor Macintosh®.
2
Deze instellingen zijn niet beschikbaar onder Windows® 2000/XP en Windows Vista®.
1
1
1
1
1
12
1
1
1
1
1
Driver en software
3
21
Driver en software
voor Windows® 3
Functies in de printerdriver3
Op de website Brother Solutions Center op http://solutions.brother.com kunt u de meest recente printerdriver
downloaden en aanvullende informatie krijgen.
U kunt instellingen ook wijzigen door in het dialoogvenster Eigenschappen te klikken op de afbeelding aan
de linkerkant van het tabblad Normaal. Raadpleeg Help in de printerdriver voor meer informatie hierover.
Raadpleeg Help in de printerdriver voor meer informatie hierover.
Opmerking
®
De schermen in dit onderdeel zijn afkomstig uit Windows
XP. De schermen op uw pc kunnen er anders
uitzien, afhankelijk van uw besturingssysteem.
Het tabblad Normaal 3
Opmerking
Als u Windows
op Voorkeursinstellingen... in het tabblad Algemeen van het dialoogvenster Printereigenschappen.
U kunt instellingen ook wijzigen door te klikken op de afbeelding aan de linkerkant van het tabblad Normaal.
®
2000, XP of Windows Vista® gebruikt, kunt u het tabblad Normaal openen door te klikken
1
3
2
a Kies de instellingen voor Papierformaat, Meerdere pag. afdrukken, Afdrukstand, Aantal en Soort
papier (1).
b Kies de Papierbron (2).
c Klik op OK om de gekozen instellingen toe te passen.
Klik op Standaard en dan op OK om de standaardinstellingen te herstellen.
22
Loading...
+ 65 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.