Voordat u uw Brother-machine gebruikt............................................................................................. 1
Definities van opmerkingen............................................................................................................................ 2
Papier plaatsen ............................................................................................................................................ 28
Plaats papier in de papierlade............................................................................................................ 29
Foto of Foto L-papier plaatsen in de Fotopapierlade ......................................................................... 40
Papier plaatsen in de sleuf voor handmatige invoer .......................................................................... 43
Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia.................................................................................... 51
Documenten plaatsen .................................................................................................................................. 60
Documenten in de ADF (automatische documentinvoer) plaatsen .................................................... 61
Documenten op de glasplaat plaatsen .............................................................................................. 63
Een document kopiëren ............................................................................................................................. 179
Gekopieerde afbeeldingen vergroten of verkleinen ................................................................................... 181
Kopieën met paginalay-out maken (N op 1 of Poster) ............................................................................... 184
Kopiëren op beide zijden van het papier (tweezijdig kopiëren).................................................................. 188
Een identiteitskaart kopiëren...................................................................................................................... 191
Kopiëren in inkt besparen-modus .............................................................................................................. 193
Een fax verzenden ..................................................................................................................................... 199
Een fax verzenden vanaf uw Brother-machine ................................................................................ 200
Een fax handmatig verzenden.......................................................................................................... 203
Een fax verzenden aan het einde van een gesprek ......................................................................... 204
Dezelfde fax naar meer dan een bestemmeling verzenden (groepsverzenden).............................. 205
Een fax in realtime verzenden.......................................................................................................... 209
Een fax verzenden op een specifiek tijdstip (uitgestelde fax)........................................................... 210
De instelling voor automatisch opnieuw kiezen van faxnummers wijzigen ...................................... 211
Een fax die wordt verzonden annuleren........................................................................................... 212
Een wachtende fax controleren en annuleren.................................................................................. 213
Brother Web Connect................................................................................................................................. 382
Overzicht Brother Web Connect....................................................................................................... 383
Onlineservices bij Brother Web Connect.......................................................................................... 384
Voorwaarden voor het gebruik van Brother Web Connect ............................................................... 386
Brother Web Connect instellen......................................................................................................... 389
Documenten scannen en uploaden met Brother Web Connect ....................................................... 398
Een document met behulp van Brother Web Connect uploaden vanaf een extern
FaxForward naar Cloud of E-mail .................................................................................................... 406
Google Cloud Print..................................................................................................................................... 409
Overzicht Google Cloud Print........................................................................................................... 410
Voordat u Google Cloud Print gebruikt............................................................................................. 411
Afdrukken via Google Chrome™ of Chrome OS™........................................................................... 416
Afdrukken via Google Drive™ voor mobiele apparaten .................................................................... 417
Afdrukken via Gmail™-webmailservice voor mobiele apparaten...................................................... 418
Informatie over kringlooppapier.................................................................................................................. 631
Nummers van Brother ................................................................................................................................ 632
vi
Page 8
Home > Voordat u uw Brother-machine gebruikt
Voordat u uw Brother-machine gebruikt
• Definities van opmerkingen
• Handelsmerken
• Belangrijke opmerking
1
Page 9
Home > Voordat u uw Brother-machine gebruikt > Definities van opmerkingen
Definities van opmerkingen
We gebruiken de volgende symbolen en afspraken doorheen deze Gebruikershandleiding:
WAARSCHUWING geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, als deze niet
wordt voorkomen, kan resulteren in ernstig of fataal letsel.
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
BELANGRIJK
OPMERKING
VetgedruktVetgedrukte tekst verwijst naar knoppen op het bedieningspaneel van de machine
CursiefCursief gedrukte tekst benadrukt een belangrijk punt of verwijst naar een verwant
Courier New
VOORZICHTIG geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, indien genegeerd,
lichte of matige verwondingen tot gevolg kan hebben.
BELANGRIJK geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, als deze niet wordt
voorkomen, kan resulteren in schade aan eigendommen, storingen of een nietwerkend product.
OPMERKING geeft informatie over de bedieningsomgeving,
installatievoorwaarden of speciale gebruiksvoorwaarden.
Onder pictogrammen van tips vindt u nuttige hints en extra informatie.
Het pictogram Elektrisch gevaar attendeert u op het risico van een elektrische
schok.
of het scherm van de computer.
onderwerp.
Tekst in het lettertype Courier New betreft meldingen die op het LCD-scherm van
de machine worden weergegeven.
Verwante informatie
• Voordat u uw Brother-machine gebruikt
2
Page 10
Home > Voordat u uw Brother-machine gebruikt > Handelsmerken
Handelsmerken
Microsoft, Windows, Windows Server, SharePoint, Internet Explorer, Excel, PowerPoint, OneNote en OneDrive
zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of
andere landen.
Apple, App Store, Mac, Safari, iPad, iPhone, iPod touch en macOS zijn handelsmerken van Apple Inc., die in de
Verenigde Staten en andere landen wettig zijn gedeponeerd.
AirPrint en het AirPrint-logo zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere
landen.
Nuance en PaperPort zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nuance Communications, Inc.
of dochterbedrijven in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Het SDHC-logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC.
Wi-Fi®, Wi-Fi Alliance® en Wi-Fi Direct® zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Wi-Fi Alliance®.
WPA™, WPA2™, Wi-Fi Protected Setup™ en het Wi-Fi Protected Setup™-logo zijn handelsmerken van Wi-Fi
Alliance®.
Android, Gmail, Google Cloud Print, Google Drive, Google Play, Google Chrome, Chrome OS en Google zijn
handelsmerken van Google Inc. Voor het gebruik van deze handelsmerken is toestemming van Google nodig.
Mozilla en Firefox zijn gedeponeerde handelsmerken van de Mozilla Foundation.
Het Bluetooth®-woordmerk en de bijbehorende logo's zijn een wettig gedeponeerd handelsmerk van Bluetooth
SIG, Inc., en elk gebruik hiervan door Brother Industries, Ltd. of gerelateerde bedrijven is onder licentie. Alle
overige merken en handelsnamen zijn eigendom van de desbetreffende houders.
Intel is een handelsmerk van Intel Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Evernote en het Evernote Elephant-logo zijn handelsmerken van Evernote Corporation en worden onder licentie
gebruikt.
Mopria® en het Mopria-logo zijn gedeponeerde handelsmerken en servicemerken van Mopria Alliance, Inc. in de
Verenigde Staten en andere landen. Ongeautoriseerd gebruik is strikt verboden.
WordPerfect is een (wettig gedeponeerd) handelsmerk van Corel Corporation en/of haar dochterondernemingen
in Canada, de Verenigde Staten en/of andere landen.
Elk bedrijf waarvan de softwarenaam in deze handleiding is vermeld, bezit een Gebruiksrechtovereenkomst die
specifiek is voor de eigen programma’s.
Handelsnamen en productnamen van andere bedrijven op producten van Brother, bijbehorende
documenten en andere materialen zijn handelsmerken of wettig gedeponeerde handelsmerken van de
betreffende bedrijven.
Verwante informatie
• Voordat u uw Brother-machine gebruikt
3
Page 11
Home > Voordat u uw Brother-machine gebruikt > Belangrijke opmerking
Belangrijke opmerking
•Gebruik dit product alleen in het land van aankoop; bij gebruik in een ander land kunnen de voorschriften
voor draadloze telecommunicatie en elektrische voeding overtreden worden.
•Waar Windows® 10 in dit document wordt vermeld, wordt ook Windows® 10 Home, Windows® 10 Pro,
Windows® 10 Education en Windows® 10 Enterprise bedoeld.
•Windows Server® 2008 staat in dit document voor Windows Server® 2008 en Windows Server® 2008 R2.
•In deze gebruikershandleiding worden de LCD-meldingen van de DCP-J572DW/DCP-J772DW/
MFC-J497DW/MFC-J895DW gebruikt, tenzij anders aangegeven.
•In deze gebruikershandleiding worden de afbeeldingen van de MFC-J895DW gebruikt, tenzij anders
aangegeven.
•De schermen in deze gebruikershandleiding dienen alleen ter illustratie en kunnen afwijken van de
daadwerkelijke schermen.
•Tenzij anders aangegeven, zijn de schermen in deze handleiding afkomstig van Windows® 7 en macOS
v10.12.x. De schermen op uw computer kunnen afhankelijk van uw besturingssysteem variëren.
•Als LCD-meldingen, namen van knoppen op het bedieningspaneel, of andere aanwijzingen afhankelijk van
het land verschillen, worden de aanwijzingen voor elk land weergegeven.
•De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product kunnen zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
•Deze documentatie is bedoeld voor zowel MFC- als DCP-modellen. Lees 'XXX-XXXX' als 'MFC/DCP-XXXX'
(waarbij XXXX voor de naam van uw model staat).
Verwante informatie
• Voordat u uw Brother-machine gebruikt
4
Page 12
Home > Inleiding op uw machine van Brother
Inleiding op uw machine van Brother
• Voordat u uw machine gebruikt
• Overzicht van het bedieningspaneel
• Overzicht LCD-scherm
• Overzicht van het touchscreen-LCD
• Overzicht instellingenscherm
• Bediening van het touchscreen
•
Hulpprogramma's van Brother openen (Windows®)
5
Page 13
Home > Inleiding op uw machine van Brother > Voordat u uw machine gebruikt
Voordat u uw machine gebruikt
Controleer eerst het volgende voordat u een afdrukopdracht opgeeft:
•Controleer of de software en drivers van Brother zijn geïnstalleerd.
•Voor gebruikers van een USB- of netwerkkabel: Controleer dat de interfacekabel goed is aangesloten.
Het juiste papiertype selecteren
Voor afdrukken van hoge kwaliteit is het belangrijk om de juiste soort papier te selecteren. Zorg ervoor dat u de
informatie over acceptabel papier hebt gelezen voordat u papier koopt, en om het afdrukgebied te bepalen op
basis van de instellingen in de printerdriver.
Gelijktijdig afdrukken, scannen en faxen
Uw machine kan gegevens van uw computer afdrukken terwijl een fax in het geheugen wordt verzonden of
ontvangen, of terwijl er een document naar de computer wordt gescand. Tijdens het afdrukken via de computer
wordt het versturen van de fax niet onderbroken. Als de machine echter kopieert of een fax op papier ontvangt,
onderbreekt de machine het afdrukken en gaat daar pas weer mee verder nadat het kopiëren is voltooid of de
hele fax is ontvangen.
DCP-modellen bieden geen ondersteuning voor het versturen van faxen.
Firewall (Windows®)
Als uw computer wordt beschermd door een firewall en u niet via het netwerk kunt afdrukken of scannen, of PCFAX kunt gebruiken, moet u mogelijk de instellingen van de firewall aanpassen. Als u de Windows® Firewall
gebruikt en de drivers heeft geïnstalleerd volgens de stappen van het installatieprogramma, zijn de benodigde
firewall-instellingen al ingesteld. Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw persoonlijke firewallsoftware of
neem contact op met de softwarefabrikant indien u een andere firewall gebruikt.
Verwante informatie
• Inleiding op uw machine van Brother
6
Page 14
Home > Inleiding op uw machine van Brother > Overzicht van het bedieningspaneel
32
1
54
7
86
Overzicht van het bedieningspaneel
MFC-J491DW/MFC-J497DW
1. 1,8” (44,9 mm) Liquid Crystal Display (LCD)
Geeft berichten weer die u helpen om de machine te installeren en te gebruiken.
2. Modusknoppen
FAX
Druk hierop om de machine in Faxmodus te plaatsen.
SCAN
Druk hierop om de machine in Scanmodus te plaatsen.
KOPIE (COPY)
Druk hierop om de machine in Kopieermodus te plaatsen.
WEB
Druk hierop om de machine in Webmodus te plaatsen.
3. Instellingsknoppen
Wis/Terug (Clear/Back)
Druk hierop om naar het vorige menuniveau terug te keren.
OK
Instellingen (Settings)
Druk hierop om toegang te krijgen tot het hoofdmenu.
Druk hierop om een instelling te kiezen.
d of c
Druk hierop om het belvolume aan te passen terwijl de machine inactief is.
•Druk hierop om snelkies- en groepsnummers in het geheugen van de machine op te slaan.
7
Page 15
•Druk hierop om nummers die in het geheugen van de machine zijn opgeslagen te zoeken en te kiezen.
Druk hierop om de draadloze instellingen te configureren terwijl de machine inactief is.
a of b
Druk hierop om door de menu’s en opties te bladeren.
d of c
•Druk hierop om de cursor naar links of rechts te verplaatsen op het LCD-scherm.
•Druk hierop om een lopende procedure te bevestigen of te annuleren.
4. Telefoonknoppen
Telefoon/Intern (Tel/R)
Als de machine in de Fax/Tel-modus staat en u de hoorn van een externe telefoon oppakt tijdens het F/Tbelsignaal (een dubbel belsignaal), drukt u op Telefoon/Intern (Tel/R) om te spreken.
Wanneer u met een PBX bent verbonden, gebruikt u deze knop om toegang te krijgen tot een buitenlijn of
om een oproep door te sturen naar een ander toestel.
Herkies/Pauze (Redial/Pause)
•Druk hierop om het laatst gebelde nummer opnieuw te kiezen.
•Druk hierop om de nummers uit het overzicht van uitgaande oproepen of het belleroverzicht te
selecteren en opnieuw te kiezen.
•Druk hierop om een pauze in te voegen tijdens het kiezen van nummers.
5. Kiestoetsen
•Gebruik deze om fax- en telefoonnummers te bellen.
•Gebruik deze als een toetsenbord om tekst of tekens in te voeren.
6.
•Druk hierop om een handeling te stoppen.
•Druk hierop om een menu te verlaten.
7. Startknoppen
Stop/Eindigen (Stop/Exit)
Mono Start
•Druk hierop om het verzenden van zwart-witfaxen te starten.
•Druk hierop om kopiëren in zwart-wit te starten.
•Druk hierop om het scannen van documenten te starten (in kleur of zwart-wit, afhankelijk van de
scaninstelling).
Kleur Start (Colour Start)
•Druk hierop om het verzenden van kleurenfaxen te starten.
•Druk hierop om kopiëren in kleur te starten.
•Druk hierop om het scannen van documenten te starten (in kleur of zwart-wit, afhankelijk van de
scaninstelling).
8
Page 16
8. Aan/uit
42
1
3
5
7
86
Druk op om de machine aan te zetten.
Houd
ingedrukt om het apparaat uit te schakelen. De LCD geeft [Afsluiten] weer en blijft enkele
seconden aan tot de LCD zichzelf uitschakelt. Als u een extern telefoontoestel of antwoordapparaat op de
machine hebt aangesloten, blijft het toestel of het apparaat altijd beschikbaar.
Als u de machine met hebt uitgeschakeld, wordt de printkop toch periodiek gereinigd om de afdrukkwaliteit op
peil te houden. Om een lange levensduur van de printkop te garanderen, zo zuinig mogelijk met de inkt om te
gaan en de afdrukkwaliteit op peil te houden, dient u de machine te allen tijde aangesloten te laten op een
stroombron.
DCP-J572DW
1. 1,8” (44,9 mm) Liquid Crystal Display (LCD)
Geeft berichten weer die u helpen om de machine te installeren en te gebruiken.
2. Aantal kopieën
Druk op + of - om het aantal exemplaren te verhogen of te verlagen.
3. Waarschuwingspictogram
Het waarschuwingspictogram licht op wanneer er een fout- of onderhoudsbericht is.
4. Instellingsknoppen
Wis/Terug (Clear/Back)
Druk hierop om naar het vorige menuniveau terug te keren.
Instellingen (Settings)
Druk hierop om toegang te krijgen tot het hoofdmenu.
OK
Druk hierop om een instelling te kiezen.
WiFi
Druk hierop om de draadloze instellingen te configureren terwijl de machine inactief is.
a of b
Druk hierop om door de menu’s en opties te bladeren.
9
Page 17
d of c
•Druk hierop om de cursor naar links of rechts te verplaatsen op het LCD-scherm.
•Druk hierop om een lopende procedure te bevestigen of te annuleren.
5. Modusknoppen
SCAN
Druk hierop om de machine in Scanmodus te plaatsen.
FOTO (PHOTO)
Druk hierop om het apparaat in Fotomodus te plaatsen.
WEB
Druk hierop om de machine in Webmodus te plaatsen.
6.
•Druk hierop om een handeling te stoppen.
•Druk hierop om een menu te verlaten.
7. Startknoppen
8.
Druk op om de machine aan te zetten.
Houd
seconden aan tot de LCD zichzelf uitschakelt.
Als u de machine met hebt uitgeschakeld, wordt de printkop toch periodiek gereinigd om de afdrukkwaliteit op
peil te houden. Om een lange levensduur van de printkop te garanderen, zo zuinig mogelijk met de inkt om te
gaan en de afdrukkwaliteit op peil te houden, dient u de machine te allen tijde aangesloten te laten op een
stroombron.
Stop/Eindigen (Stop/Exit)
Mono Start
•Druk hierop om kopiëren in zwart-wit te starten.
•Druk hierop om het scannen van documenten te starten (in kleur of zwart-wit, afhankelijk van de
scaninstelling).
Kleur Start (Colour Start)
•Druk hierop om kopiëren in kleur te starten.
•Druk hierop om het scannen van documenten te starten (in kleur of zwart-wit, afhankelijk van de
scaninstelling).
Aan/uit
ingedrukt om het apparaat uit te schakelen. De LCD geeft [Afsluiten] weer en blijft enkele
10
Page 18
DCP-J772DW/DCP-J774DW/MFC-J890DW/MFC-J895DW
3
2
5
41
1. Het pictogram van NFC (Near Field Communication)
(MFC-J890DW/MFC-J895DW)
Als uw Android™-apparaat de NFC-functie ondersteunt, kunt u data vanaf uw apparaat afdrukken of data
naar uw apparaat scannen door het even tegen het NFC-logo op het bedieningspaneel te houden.
2. Liquid Crystal Display (LCD) touchscreen
Krijg toegang tot menu's en opties door erop te drukken op het touchscreen.
3. Menuknoppen
(Terug)
Druk hierop om terug te gaan naar het vorige menu.
(Home)
Druk hierop om terug te keren naar het Home-scherm.
(Annuleren)
Druk hierop om een handeling te stoppen.
4. Aan/uit-indicatie
Het LED-lampje brandt afhankelijk van of de machine aan of uit staat.
Wanneer de machine in de slaapstand staat, knippert het LED-lampje.
5.
Aan/uit
Druk op om de machine aan te zetten.
Houd
seconden aan tot het zichzelf uitschakelt. Wanneer u een extern telefoontoestel of antwoordapparaat op de
machine hebt aangesloten, blijft het toestel of het apparaat altijd beschikbaar (MFC-modellen).
Als u de machine met hebt uitgeschakeld, wordt de printkop toch periodiek gereinigd om de afdrukkwaliteit op
peil te houden. Om een lange levensduur van de printkop te garanderen, zo zuinig mogelijk met de inkt om te
gaan en de afdrukkwaliteit op peil te houden, dient u de machine te allen tijde aangesloten te laten op een
stroombron.
ingedrukt om de machine uit te zetten. Het touchscreen geeft [Afsluiten] weer en blijft enkele
Verwante informatie
• Inleiding op uw machine van Brother
11
Page 19
• NFC (Near-Field Communication)
12
Page 20
Home > Inleiding op uw machine van Brother > Overzicht LCD-scherm
In dit scherm wordt de status van de machine weergegeven wanneer de machine niet actief is. Als dit scherm
wordt weergegeven, betekent dit dat de machine gereed is voor de volgende opdracht.
Beginscherm
1.Stille modus
Dit pictogram verschijnt wanneer de instelling [Stille modus] is ingesteld op [Aan].
Als u de stille modus instelt, produceert de machine minder lawaai bij het afdrukken. Als de stille modus is
ingeschakeld, wordt de afdruksnelheid langzamer.
2.Status draadloze verbinding
De volgende pictogrammen geven de status van het draadloze netwerk weer:
Er is verbinding met het draadloze netwerk.
In het beginscherm geeft een indicator met drie niveaus de huidige signaalsterkte van het draadloze
netwerk aan.
Het draadloze toegangspunt kan niet worden gedetecteerd.
De instelling voor de draadloze verbinding is uitgeschakeld.
3.[Inkt]
Geeft aan hoeveel inkt er nog beschikbaar is.
Wanneer een inktcartridge bijna aan vervanging toe is of er iets aan mankeert, wordt het foutpictogram
weergegeven op de inktkleur.
4. Datum en tijd
Geeft de datum en tijd weer die op de machine zijn ingesteld.
5. Faxen in het geheugen
Geeft aan hoeveel ontvangen faxen zich in het geheugen bevinden.
6. Ontvangstmodus
Geeft de huidige ontvangstmodus aan.
DCP-J572DW
Op het LCD-scherm wordt de status van de machine weergegeven wanneer de machine niet actief is.
13
Page 21
Beginscherm
Dru k S t art
Nor m a a l
Kwa l i t e i t
Nor m a a l papier
Pap i e r s o ort
01
Pap i e r f orm.
1
2
1.Status draadloze verbinding
De volgende pictogrammen geven de status van het draadloze netwerk weer:
Er is verbinding met het draadloze netwerk.
In de beginschermen geeft een indicator met drie niveaus de huidige signaalsterkte van het draadloze
netwerk aan.
Het draadloze toegangspunt kan niet worden gedetecteerd.
De instelling voor de draadloze verbinding is uitgeschakeld.
U kunt de draadloze instellingen configureren door op het bedieningspaneel op WiFi te drukken.
Verwante informatie
• Inleiding op uw machine van Brother
14
Page 22
Home > Inleiding op uw machine van Brother > Overzicht van het touchscreen-LCD
U kunt tussen de beginschermen heen en weer schakelen door op d of c te drukken.
Vanuit de beginschermen kunt u het WiFi®-configuratie-, snelkoppeling-, inktniveau- en configuratiescherm
openen.
Beginscherm
In dit scherm wordt de status van de machine weergegeven wanneer de machine niet actief is. Als dit scherm
wordt weergegeven, betekent dit dat de machine gereed is voor de volgende opdracht.
1. Datum & tijd
Geeft de datum en tijd weer die op de machine zijn ingesteld.
2.
3.[Snelk.]
Stille modus
Dit pictogram verschijnt wanneer de instelling [Stille modus] is ingesteld op [Aan].
Als u de stille modus instelt, produceert de machine minder lawaai bij het afdrukken. Als de stille modus is
ingeschakeld, wordt de afdruksnelheid langzamer.
Maak snelkoppelingen aan voor veelgebruikte handelingen zoals een fax verzenden, kopiëren, scannen,
Web Connect en Apps-services.
•Er zijn drie snelkoppelingschermen. In elk scherm kunt u vier snelkoppelingen programmeren.
•Druk op d of c om de andere snelkoppelingschermen weer te geven.
15
Page 23
4.Status draadloze verbinding
8
De volgende pictogrammen geven de status van het draadloze netwerk weer:
Uw machine heeft geen verbinding met het draadloze toegangspunt/router.
Druk op deze knop om draadloze instellingen te configureren. Meer gedetailleerde informatie uu
Installatiehandleiding
Er is verbinding met het draadloze netwerk.
In elk van de beginschermen geeft een indicator met drie niveaus de huidige signaalsterkte van het
draadloze netwerk aan.
Het draadloze toegangspunt of de draadloze router kan niet worden gedetecteerd.
De instelling voor de draadloze verbinding is uitgeschakeld.
U kunt de draadloze instellingen configureren door op de knoppen voor de draadloze status te drukken.
5.[Instell.]
Druk hierop om toegang te krijgen tot het [Instell.]-menu.
6.
[Inkt]
Geeft aan hoeveel inkt er nog beschikbaar is. Druk hierop om toegang te krijgen tot het [Inkt]-menu.
Wanneer een inktcartridge bijna aan vervanging toe is of er iets aan mankeert, wordt het foutpictogram
weergegeven op de inktkleur.
7. Modi:
Druk hierop om over te schakelen op een andere modus.
Wanneer berichtinstellingen als [Bericht van Brother] en [Firmware Auto Check] op [Aan]
staan, wordt nieuwe informatie van Brother in de informatiebalk weergegeven.
(Een internetverbinding is benodigd en mogelijk worden kosten in rekening gebracht.)
Druk op
om de details weer te geven.
16
Page 24
9. Waarschuwingspictogram
9
6
4
1
2
3
5
Het waarschuwingspictogram verschijnt wanneer er een fout- of onderhoudsbericht is. Druk op om
de details te bekijken en druk vervolgens op om terug te keren naar het beginscherm.
DCP-J772DW/DCP-J774DW
U kunt tussen de beginschermen heen en weer schakelen door op d of c te drukken.
Vanuit de beginschermen kunt u het WiFi-configuratie-, snelkoppeling-, inktniveau- en configuratiescherm
openen.
Beginscherm
In dit scherm wordt de status van de machine weergegeven wanneer de machine niet actief is. Als dit scherm
wordt weergegeven, betekent dit dat de machine gereed is voor de volgende opdracht.
1.Stille modus
Dit pictogram verschijnt wanneer de instelling [Stille modus] is ingesteld op [Aan].
Als u de stille modus instelt, produceert de machine minder lawaai bij het afdrukken. Als de stille modus is
ingeschakeld, wordt de afdruksnelheid langzamer.
2.
[Snelk.]
Maak snelkoppelingen aan voor veelgebruikte handelingen zoals kopiëren, scannen, Web Connect en Appsservices.
17
Page 25
•Er zijn drie snelkoppelingschermen. In elk scherm kunt u vier snelkoppelingen programmeren.
•Druk op d of c om de andere snelkoppelingschermen weer te geven.
3.Status draadloze verbinding
De volgende pictogrammen geven de status van het draadloze netwerk weer:
Uw machine heeft geen verbinding met het draadloze toegangspunt/router.
Druk op deze knop om draadloze instellingen te configureren. Meer gedetailleerde informatie uu
Installatiehandleiding
Er is verbinding met het draadloze netwerk.
In elk van de beginschermen geeft een indicator met drie niveaus de huidige signaalsterkte van het
draadloze netwerk aan.
Het draadloze toegangspunt of de draadloze router kan niet worden gedetecteerd.
De instelling voor de draadloze verbinding is uitgeschakeld.
U kunt de draadloze instellingen configureren door op de knoppen voor de draadloze status te drukken.
4.[Instell.]
Druk hierop om toegang te krijgen tot het [Instell.]-menu.
5.[Inkt]
Geeft aan hoeveel inkt er nog beschikbaar is. Druk hierop om toegang te krijgen tot het [Inkt]-menu.
Wanneer een inktcartridge bijna aan vervanging toe is of er iets aan mankeert, wordt het foutpictogram
weergegeven op de inktkleur.
6. Modi:
Druk hierop om over te schakelen op een andere modus.
Wanneer berichtinstellingen als [Bericht van Brother] en [Firmware Auto Check] op [Aan]
staan, wordt nieuwe informatie van Brother in de informatiebalk weergegeven.
(Een internetverbinding is benodigd en mogelijk worden kosten in rekening gebracht.)
Druk op
8. Waarschuwingspictogram
Het waarschuwingspictogram verschijnt wanneer er een fout- of onderhoudsbericht is. Druk op om
de details te bekijken en druk vervolgens op om terug te keren naar het beginscherm.
om de details weer te geven.
Verwante informatie
• Inleiding op uw machine van Brother
• Nieuwe informatie van Brother
• Lawaai bij het afdrukken verminderen
• Het inktvolume controleren
• Overzicht instellingenscherm
• Fout- en onderhoudsberichten
19
Page 27
Home > Inleiding op uw machine van Brother > Overzicht van het touchscreen-LCD > Nieuwe informatie
Wanneer berichtinstellingen als [Bericht van Brother] en [Firmware Auto Check] op [Aan] staan,
wordt nieuwe informatie van Brother in de informatiebalk weergegeven.
Druk op om de details weer te geven.
Een internetverbinding is benodigd en mogelijk worden kosten in rekening gebracht.
Verwante informatie
• Overzicht van het touchscreen-LCD
20
Page 28
Home > Inleiding op uw machine van Brother > Overzicht instellingenscherm
Druk met uw vinger op de LCD om deze te bedienen. Om alle opties weer te geven en er toegang toe te krijgen,
drukt u op dc of ab op de LCD om erdoor te bladeren.
OPMERKING
•Dit product maakt gebruik van het lettertype van ARPHIC TECHNOLOGY CO., LTD.
Verwante informatie
• Inleiding op uw machine van Brother
24
Page 32
Home > Inleiding op uw machine van Brother > Hulpprogramma's van Brother openen (Windows®)
Hulpprogramma's van Brother openen (Windows®)
Brother Utilities is een programma om toepassingen op te starten dat gemakkelijk toegang biedt tot alle op uw
apparaat geïnstalleerde Brother-toepassingen.
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
•Windows® 7
Klik op
•Windows® 8
Tik of klik op (Brother Utilities) op het Starten-scherm of op het bureaublad.
•Windows® 8.1
Verplaats uw muis naar de linkerbenedenhoek van het Starten-scherm en klik op
aanraakapparaat gebruikt, veegt u van de onderkant van het Starten-scherm naar boven om het
Toepassingen-scherm te laten verschijnen).
Wanneer het Toepassingen-scherm verschijnt, tikt of klikt u op (Brother Utilities).
•Windows® 10
Klik op
2. Selecteer uw machine.
(Starten) > Alle programma's > Brother > Brother Utilities.
> Brother > Brother Utilities.
(als u een
3. Selecteer de bewerking die u wilt gebruiken.
Verwante informatie
• Inleiding op uw machine van Brother
• De installatie van de Brother-software en -drivers ongedaan maken (Windows®)
25
Page 33
Home > Inleiding op uw machine van Brother > Hulpprogramma's van Brother openen (Windows®) > De
installatie van de Brother-software en -drivers ongedaan maken (Windows®)
De installatie van de Brother-software en -drivers ongedaan maken
(Windows®)
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
•Windows® 7
Klik op (Starten) > Alle programma's > Brother > Brother Utilities.
•Windows® 8
Tik of klik op
•Windows® 8.1
Verplaats uw muis naar de linkerbenedenhoek van het Starten-scherm en klik op (als u een
aanraakapparaat gebruikt, veegt u van de onderkant van het Starten-scherm naar boven om het
Toepassingen-scherm te laten verschijnen).
Wanneer het Toepassingen-scherm verschijnt, tikt of klikt u op
•Windows® 10
Klik op > Brother > Brother Utilities.
2. Selecteer uw model in de vervolgkeuzelijst (als dat nog niet is geselecteerd).
3. Klik op Hulpmiddelen in de linkernavigatiebalk.
•Als het pictogram Meldingen voor software-updates zichtbaar is, selecteert u dit en vervolgens klikt u
op Nu controleren > Controleren op software-updates > Updaten. Volg de aanwijzingen op het
scherm.
•Als het pictogram Meldingen voor software-updates niet zichtbaar is, gaat u naar de volgende stap.
4. Klik op Installatie ongedaan maken in het gedeelte Hulpmiddelen van Brother Utilities.
Volg de instructies in het dialoogvenster om de installatie van de software en drivers ongedaan te maken.
(Brother Utilities) op het Starten-scherm of op het bureaublad.
(Brother Utilities).
Verwante informatie
• Hulpprogramma's van Brother openen (Windows®)
26
Page 34
Home > Papierverwerking
Papierverwerking
• Papier plaatsen
• Documenten plaatsen
27
Page 35
Home > Papierverwerking > Papier plaatsen
Papier plaatsen
• Plaats papier in de papierlade
• Foto of Foto L-papier plaatsen in de Fotopapierlade
• Papier plaatsen in de sleuf voor handmatige invoer
• Onbedrukbaar gedeelte
• Papierinstellingen
• Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia
• Fout- en onderhoudsberichten
• Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen
28
Page 36
Home > Papierverwerking > Papier plaatsen > Plaats papier in de papierlade
Plaats papier in de papierlade
• Losse vellen papier Foto 2L-papier in de lade plaatsen
• Fotopapier in de papierlade plaatsen
• Enveloppen in de papierlade plaatsen
29
Page 37
Home > Papierverwerking > Papier plaatsen > Plaats papier in de papierlade > Losse vellen papier Foto
2
1
1
2L-papier in de lade plaatsen
Losse vellen papier Foto 2L-papier in de lade plaatsen
•Als de optie [Contr. papier] op [Aan] is ingesteld en u de papierlade uit de machine trekt, wordt u
via het LCD-scherm gevraagd of u de papiersoort en het papierformaat wilt wijzigen. Wijzig indien nodig
het papierformaat en de papiersoort volgens de instructies op het LCD-scherm.
•Plaats één formaat en soort papier tegelijk in de lade.
•Wanneer u een ander papierformaat in de lade plaatst, moet u ook de instelling voor het papierformaat op
de machine of computer wijzigen.
1. Als de papiersteunklep (1) open is, klapt u deze in en schuift u vervolgens de papiersteun (2) naar binnen.
2. Trek de papierlade volledig uit de machine.
3. Open het deksel van de uitvoerlade (1).
4. Duw de papiergeleiders voor de breedte (1) voorzichtig in en stel ze af op het formaat van het papier. Doe
vervolgens hetzelfde met de papiergeleiders voor de lengte (2).
30
Page 38
1
2
5. Waaier de stapel papier goed door om te voorkomen dat papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd.
1
Controleer altijd of het papier niet omgekruld of gekreukt is.
6. Plaats papier voorzichtig met de afdrukzijde naar beneden in de papierlade.
Zorg ervoor dat het papier plat in de lade ligt en dat de papiergeleider voor de lengte (1) de randen van het
papier raakt.
31
Page 39
BELANGRIJK
1
2
1
•Zorg ervoor dat u het papier er niet te ver in duwt; het kan aan de achterkant van de lade omhoog
gaan staan en problemen veroorzaken bij de papierinvoer.
•Als u meer dan 20 vellen papier van Foto 2L-formaat (13 x 18 cm) in de lade plaatst kan dit
papierstoringen veroorzaken.
Als u papier wilt toevoegen voordat de lade leeg is, verwijdert u al het papier uit de lade en combineert u dit
met het papier dat u toevoegt. Waaier de stapel papier altijd los om te voorkomen dat meerdere pagina's
tegelijk worden ingevoerd.
7. Stel de papiergeleiders voor de breedte (1) voorzichtig af op het papier.
Zorg dat de papiergeleiders voor de breedte de randen van het papier aanraken.
8. Sluit het deksel van de uitvoerlade.
9. Duw de papierlade langzaam volledig in de machine.
10. Trek de papiersteun (1) uit tot deze vastklikt, en vouw dan de papiersteunklep (2) uit.
32
Page 40
Verwante informatie
• Plaats papier in de papierlade
• De instelling voor het controleren van het papier wijzigen
• De juiste afdrukmedia selecteren
• Het papierformaat en de papiersoort wijzigen
33
Page 41
Home > Papierverwerking > Papier plaatsen > Plaats papier in de papierlade > Fotopapier in de
2
1
1
papierlade plaatsen
Fotopapier in de papierlade plaatsen
•Als de optie [Contr. papier] op [Aan] is ingesteld en u de papierlade uit de machine trekt, wordt u
via het LCD-scherm gevraagd of u de papiersoort en het papierformaat wilt wijzigen. Wijzig indien nodig
het papierformaat en de papiersoort volgens de instructies op het LCD-scherm.
•Plaats één formaat en soort papier tegelijk in de lade.
•Wanneer u een ander papierformaat in de lade plaatst, moet u ook de instelling voor het papierformaat op
de machine of computer wijzigen.
1. Als de papiersteunklep (1) open is, klapt u deze in en schuift u vervolgens de papiersteun (2) naar binnen.
2. Trek de papierlade volledig uit de machine.
3. Open het deksel van de uitvoerlade (1).
4. Duw de papiergeleiders voor de breedte (1) voorzichtig in en stel ze af op het formaat van het papier. Til
vervolgens de stopper (2) op.
34
Page 42
1
2
5. Sluit het deksel van de uitvoerlade.
1
6. Plaats maximaal 20 vellen fotopapier met de afdrukzijde naar beneden in de papierlade.
Als u meer dan 20 vellen fotopapier in de lade plaatst kan dit papierstoringen veroorzaken.
7. Stel de papiergeleiders voor de breedte (1) voorzichtig af op het papier.
Zorg ervoor dat de papiergeleiders voor de breedte de randen van het papier aanraken en dat het papier vlak
in de lade ligt.
8. Duw de papierlade langzaam volledig in de machine.
35
Page 43
9. Trek de papiersteun (1) uit tot deze vastklikt, en vouw dan de papiersteunklep (2) uit.
2
1
Verwante informatie
• Plaats papier in de papierlade
• De instelling voor het controleren van het papier wijzigen
• De juiste afdrukmedia selecteren
• Het papierformaat en de papiersoort wijzigen
36
Page 44
Home > Papierverwerking > Papier plaatsen > Plaats papier in de papierlade > Enveloppen in de
2
1
1
papierlade plaatsen
Enveloppen in de papierlade plaatsen
•Als de optie [Contr. papier] op [Aan] is ingesteld en u de papierlade uit de machine trekt, wordt u
via het LCD-scherm gevraagd of u de papiersoort en het papierformaat wilt wijzigen. Wijzig indien nodig
het papierformaat en de papiersoort volgens de instructies op het LCD-scherm.
•Plaats één formaat en soort papier tegelijk in de lade.
•Wanneer u een ander papierformaat in de lade plaatst, moet u ook de instelling voor het papierformaat op
de machine of computer wijzigen.
•Druk voordat u enveloppen in de lade plaatst de hoeken en zijkanten van de enveloppen zo plat mogelijk.
uuVerwante informatie: Over enveloppen
1. Als de papiersteunklep (1) open is, klapt u deze in en schuift u vervolgens de papiersteun (2) naar binnen.
2. Trek de papierlade volledig uit de machine.
3. Open het deksel van de uitvoerlade (1).
4. Plaats maximaal 10 enveloppen met de afdrukzijde naar beneden in de papierlade. Als u meer dan 10
enveloppen in de lade plaatst kan dit papierstoringen veroorzaken.
Als de omslag zich aan de lange zijde van de enveloppen bevindt, plaatst u de enveloppen met de omslag
aan de linkerkant in de lade, zoals aangegeven in de illustratie. Duw de papiergeleiders voor de breedte (1)
voorzichtig in en stel ze af op het formaat van het papier. Doe vervolgens hetzelfde met de papiergeleiders
voor de lengte (2).
Controleer of de enveloppen vlak in de lade liggen.
37
Page 45
1
2
BELANGRIJK
2
1
Plaats de enveloppen een voor een in de papierlade als er meerdere tegelijk naar binnen worden
getrokken.
5. Sluit het deksel van de uitvoerlade.
6. Duw de papierlade langzaam volledig in de machine.
7. Trek de papiersteun (1) uit tot deze vastklikt, en vouw dan de papiersteunklep (2) uit.
Verwante informatie
• Plaats papier in de papierlade
• Over enveloppen
38
Page 46
• De instelling voor het controleren van het papier wijzigen
• De juiste afdrukmedia selecteren
• Het papierformaat en de papiersoort wijzigen
39
Page 47
Home > Papierverwerking > Papier plaatsen > Foto of Foto L-papier plaatsen in de Fotopapierlade
2
1
1
2
Foto of Foto L-papier plaatsen in de Fotopapierlade
Gebruik de fotopapierlade op het deksel van de uitvoerlade om af te drukken op formaat Foto (10 x 15 cm) of
Foto L (89 x 127 mm).
•Wanneer u de fotopapierlade gebruikt, hoeft u het papier uit de lade eronder niet te verwijderen.
•Als de optie [Contr. papier] op [Aan] is ingesteld en u de papierlade uit de machine trekt, wordt u
via het LCD-scherm gevraagd of u de papiersoort en het papierformaat wilt wijzigen. Wijzig indien nodig
het papierformaat en de papiersoort volgens de instructies op het LCD-scherm.
•Plaats één formaat en soort papier tegelijk in de lade.
•Wanneer u een ander papierformaat in de lade plaatst, moet u ook de instelling voor het papierformaat op
de machine of computer wijzigen.
1. Als de papiersteunklep (1) open is, klapt u deze in en schuift u vervolgens de papiersteun (2) naar binnen.
2. Trek de papierlade volledig uit de machine.
3. Druk op de blauwe ontgrendelingsknop (1) van de fotopapierlade en schuif het hele deksel van de
uitvoerlade naar voren tot deze vastklikt in de positie voor het afdrukken van foto's (2).
4. Plaats maximaal 20 vellen Foto- of Foto L-papier in de fotopapierlade met de afdrukzijde naar beneden.
Als u meer dan 20 vellen fotopapier in de lade plaatst kan dit papierstoringen veroorzaken.
40
Page 48
5. Stel de papiergeleiders voor de breedte (1) voorzichtig af op het papier. Zorg ervoor dat de papiergeleiders
1
voor de breedte de randen van het papier aanraken en dat het papier vlak in de lade ligt.
6. Duw de papierlade langzaam volledig in de machine.
Open de papiersteun en papiersteunklep niet als u de fotopapierlade gebruikt. Anders is het lastig om de
afdrukken uit de lade te pakken.
BELANGRIJK
Wanneer u klaar bent met het afdrukken van foto's, zet u de fotopapierlade weer op de afdrukpositie
Normaal. Als u dit niet doet, wordt bij gebruik van losse vellen papier de foutmelding [Papier nazien(Geen pap. Ingev.)] weergegeven.
Fotopapierlade in afdrukpositie Normaal
Fotopapierlade in afdrukpositie Foto
Verwante informatie
• Papier plaatsen
41
Page 49
• Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen
42
Page 50
Home > Papierverwerking > Papier plaatsen > Papier plaatsen in de sleuf voor handmatige invoer
Papier plaatsen in de sleuf voor handmatige invoer
Plaats speciale afdrukmedia in deze sleuf, één vel per keer.
Wanneer u papier in de sleuf voor handmatige invoer plaatst, wordt de machine automatisch in de modus
voor handmatige invoer gezet.
1. Open het deksel van de sleuf voor handmatige invoer.
2. Vouw de papiersteun omhoog.
3. Verschuif de papiergeleiders van de sleuf voor handmatige invoer zodat het te gebruiken papier er precies
doorheen past.
43
Page 51
4. Plaats één vel papier in de sleuf voor handmatige invoer met de afdrukzijde naar boven.
Plaats enveloppen met de afdrukzijde naar boven en met de omslag aan de linkerkant in de lade, zoals
aangegeven in de afbeelding.
uuVerwante informatie: Over enveloppen
BELANGRIJK
•Plaats NOOIT meer dan één vel papier tegelijk in de sleuf voor handmatige invoer. Als u dit wel doet,
kan het papier vastlopen. Als u meerdere pagina's wilt afdrukken, moet u wachten tot u op het LCDscherm wordt geïnstrueerd het volgende vel te plaatsen.
44
Page 52
•Plaats NOOIT papier in de sleuf voor handmatige invoer wanneer u afdrukt vanuit de papierlade. Als
2
1
u dit wel doet, kan het papier vastlopen.
5. Plaats met beide handen één vel papier in de sleuf voor handmatige invoer. Het papier moet tegen de
papierinvoerrol komen. Laat het papier los als u hoort dat het door machine naar binnen wordt getrokken. Op
het LCD-scherm wordt [Handmatige invoersleuf is gereed.] weergegeven. Lees de instructies op
het LCD-scherm en druk vervolgens op [OK].
Wanneer u een envelop of een vel dik papier wilt plaatsen, moet u de envelop of het papier in de sleuf voor
handmatige invoer duwen totdat u de papierinvoerrollen voelt trekken.
6. Trek de papiersteun (1) uit tot deze vastklikt, en vouw dan de papiersteunklep (2) uit.
•Als het document niet op één pagina past, wordt u gevraagd nog een pagina te laden. Plaats nog een
vel papier in de sleuf voor handmatige invoer en druk vervolgens op [OK] op het bedieningspaneel van
de machine.
•Controleer of er niet meer wordt afgedrukt voordat u de klep van de sleuf voor handmatige invoer sluit.
•Wanneer er papier in de sleuf voor handmatige invoer is geplaatst, drukt de machine altijd vanuit die
sleuf af.
•Wanneer er papier in de sleuf voor handmatige invoer is geplaatst terwijl een testpagina, fax of rapport
werd afgedrukt, wordt dat papier uitgeworpen.
•Tijdens de reinigingscyclus van het apparaat wordt het papier uit de sleuf voor handmatige invoer
uitgeworpen. Wacht tot de reinigingscyclus is voltooid en plaats het papier vervolgens in de sleuf voor
handmatige invoer.
Verwante informatie
• Papier plaatsen
• Over enveloppen
• De juiste afdrukmedia selecteren
• Fout- en onderhoudsberichten
45
Page 53
Home > Papierverwerking > Papier plaatsen > Onbedrukbaar gedeelte
Onbedrukbaar gedeelte
Hoe groot het onbedrukbare gebied is, is afhankelijk van de instellingen binnen de door u gebruikte toepassing.
De onderstaande afbeeldingen tonen de onbedrukbare gedeelten op losse vellen papier en enveloppen. De
machine kan afdrukken binnen de grijze gedeelten van losse vellen papier wanneer de afdrukfunctie Zonder
rand beschikbaar en ingeschakeld is.
Losse vellen
Enveloppen
Boven (1)
Losse vellen3 mm3 mm3 mm3 mm
Enveloppen12 mm3 mm12 mm3 mm
De afdrukfunctie Zonder rand is niet beschikbaar voor enveloppen en tweezijdig afdrukken.
Links (2)Onder (3)Rechts (4)
Verwante informatie
• Papier plaatsen
• Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen
46
Page 54
Home > Papierverwerking > Papier plaatsen > Papierinstellingen
Papierinstellingen
• Het papierformaat en de papiersoort wijzigen
• De instelling voor het controleren van het papier wijzigen
• De paginagrootte van een te grote inkomende fax verkleinen
47
Page 55
Home > Papierverwerking > Papier plaatsen > Papierinstellingen > Het papierformaat en de papiersoort
wijzigen
Het papierformaat en de papiersoort wijzigen
Stel het papierformaat en de papiersoort voor de lade in.
•Voor de beste afdrukkwaliteit stelt u de machine in op het type papier dat u gebruikt.
•Wanneer u een ander papierformaat in de lade plaatst, moet u ook de instelling voor het papierformaat op het
LCD-scherm van de machine wijzigen.
c. Selecteer [Normaal papier], [Inkjetpapier (Inkjet papier)], [Brother BP71] of
[Glossy anders]. Druk op OK.
d. Selecteer [Papierform. (Papierformaat)]. Druk op OK.
e. Selecteer de gewenste optie voor het papierformaat en druk vervolgens op OK.
3. Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
Het papier wordt met de bedrukte zijde naar boven op de uitvoerlade aan de voorkant van de machine
uitgeworpen. Als u glanzend papier gebruikt, dient u elk vel onmiddellijk te verwijderen om te voorkomen
dat de vellen aan elkaar plakken of vastlopen.
DCP-J772DW/DCP-J774DW/MFC-J890DW/MFC-J895DW
1. (MFC-J890DW/MFC-J895DW) Druk op [Instell.] > [Lade-instell. (Ladeinstelling)].
2. (DCP-J772DW/DCP-J774DW) Druk op [Instell.].
3. Druk op [Papiersoort].
4. Druk op a of b om de opties voor papiersoorten weer te geven en druk vervolgens op de gewenste optie.
5. Druk op [Papierform. (Papierformaat)].
6. Druk op a of b om de papierformaatopties weer te geven en druk vervolgens op de gewenste optie.
7. Druk op .
Het papier wordt met de bedrukte zijde naar boven op de uitvoerlade aan de voorkant van de machine
uitgeworpen. Als u glanzend papier gebruikt, dient u elk vel onmiddellijk te verwijderen om te voorkomen
dat de vellen aan elkaar plakken of vastlopen.
Verwante informatie
• Papierinstellingen
• Losse vellen papier Foto 2L-papier in de lade plaatsen
• Fotopapier in de papierlade plaatsen
• Enveloppen in de papierlade plaatsen
• Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia
• Fout- en onderhoudsberichten
48
Page 56
• Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen
49
Page 57
Home > Papierverwerking > Papier plaatsen > Papierinstellingen > De instelling voor het controleren van
het papier wijzigen
De instelling voor het controleren van het papier wijzigen
Als deze instelling is ingesteld op [Aan] en u de papierlade uit het apparaat trekt, wordt u via het LCD-scherm
gevraagd of u de instellingen voor het papierformaat en de papiersoort wilt wijzigen.
b. Selecteer [Contr. papier (Controleer papier)]. Druk op OK.
c. Selecteer [Aan] of [Uit]. Druk op OK.
3. Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
DCP-J772DW/DCP-J774DW/MFC-J890DW/MFC-J895DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Standaardinst.].
2. Druk op a of b om de optie [Contr. papier (Controleer papier)] weer te geven en druk er
vervolgens op.
3. Druk op [Aan] of [Uit].
4. Druk op .
Verwante informatie
• Papierinstellingen
• Losse vellen papier Foto 2L-papier in de lade plaatsen
• Fotopapier in de papierlade plaatsen
• Enveloppen in de papierlade plaatsen
• Fout- en onderhoudsberichten
50
Page 58
Home > Papierverwerking > Papier plaatsen > Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia
Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia
De afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed door de papiersoort die u in de machine gebruikt.
Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen voor de instellingen die u hebt geselecteerd, moet u de optie
Papiersoort altijd instellen op het type papier dat u in de lade hebt geplaatst.
U kunt normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend papier, kringlooppapier en enveloppen gebruiken.
Wij raden u aan om verschillende soorten papier te testen alvorens een grote hoeveelheid aan te schaffen.
Gebruik Brother-papier voor de beste resultaten.
•Wanneer u afdrukt op inkjetpapier (gecoat papier) of glanzend papier, moeten op het tabblad Normaal van
de printerdriver of voor de instelling Papiersoort in het menu van het apparaat altijd de juiste afdrukmedia zijn
geselecteerd.
•Wanneer u afdrukt op fotopapier van Brother, plaatst u een extra vel van hetzelfde fotopapier in de
papierlade.
•Als u fotopapier gebruikt, dient u elk vel onmiddellijk te verwijderen; dit om te voorkomen dat de vellen aan
elkaar plakken of vastlopen.
•Raak het afgedrukte oppervlak van het papier vlak na het afdrukken niet aan; de inkt kan nog nat zijn en op
uw vingers vlekken.
Verwante informatie
• Papier plaatsen
• Aanbevolen afdrukmedia
• Afdrukmedia behandelen en gebruiken
• Over enveloppen
• De juiste afdrukmedia selecteren
• Het papierformaat en de papiersoort wijzigen
• Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen
51
Page 59
Home > Papierverwerking > Papier plaatsen > Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia > Aanbevolen
afdrukmedia
Aanbevolen afdrukmedia
Voor de beste afdrukkwaliteit bevelen we aan om het in de tabel vermelde papier van Brother te gebruiken.
Als er in uw land geen Brother-papier beschikbaar is, raden wij u aan verschillende soorten papier te testen
voordat u grote hoeveelheden papier koopt.
Brother-papier
Papiersoort
A4 NormaalBP60PA
A4 Glanzend FotoBP71GA4
A4 Inkjet (Mat)BP60MA
10 x 15 cm Glanzend FotoBP71GP
Item
Verwante informatie
• Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia
52
Page 60
Home > Papierverwerking > Papier plaatsen > Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia > Afdrukmedia
1
1
behandelen en gebruiken
Afdrukmedia behandelen en gebruiken
•Bewaar papier in de originele verpakking en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar het papier plat en uit de
buurt van vocht, direct zonlicht en warmte.
•Zorg dat u de glimmende (gecoate) zijde van het fotopapier niet aanraakt.
BELANGRIJK
Gebruik NOOIT de volgende soorten papier:
•Papier dat beschadigd, gekruld of gekreukt is of een onregelmatige vorm heeft
1. Als het papier een krul van 2 mm of meer heeft, kan het vastlopen.
•Hoogglanzend of erg gestructureerd papier
•Papier dat niet netjes kan worden gestapeld
•Papier met een breedlopende vezel
Verwante informatie
• Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia
53
Page 61
Home > Papierverwerking > Papier plaatsen > Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia > Over
enveloppen
Over enveloppen
•Gebruik uitsluitend enveloppen met een gewicht van 80 tot 95 g/m².
•Sommige envelopformaten vereisen dat u de marges in de toepassing instelt. Maak altijd eerst een
proefafdruk voordat u veel enveloppen afdrukt.
BELANGRIJK
Gebruik GEEN enveloppen
•die niet stevig zijn;
•met vensters;
•met reliëf (verhoogd opschrift);
•met sluithaken of nietjes;
•die aan de binnenkant zijn voorbedrukt.
•zelfklevend zijn
•dubbele flappen hebben
Zelfklevend
Het kan zijn dat u problemen ondervindt bij de papierinvoer vanwege de dikte, het formaat en de vorm van
de omslag van de enveloppen die u gebruikt.
•Druk voordat u enveloppen in de lade plaatst de flappen, randen en hoeken naar beneden om ze zo plat
mogelijk te maken (zie illustraties).
Dubbele omslagen
Waaier de stapel enveloppen goed door om te voorkomen dat ze vastlopen of verkeerd worden ingevoerd.
BELANGRIJK
Plaats de enveloppen een voor een in de papierlade als er meerdere tegelijk naar binnen worden getrokken.
54
Page 62
Verwante informatie
• Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia
• Enveloppen in de papierlade plaatsen
• Papier plaatsen in de sleuf voor handmatige invoer
55
Page 63
Home > Papierverwerking > Papier plaatsen > Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia > De juiste
afdrukmedia selecteren
De juiste afdrukmedia selecteren
• Papiertype en papierformaat voor elke handeling
• Capaciteit van de papierladen
• Papiergewicht en -dikte
• Losse vellen papier Foto 2L-papier in de lade plaatsen
• Fotopapier in de papierlade plaatsen
• Enveloppen in de papierlade plaatsen
• Papier plaatsen in de sleuf voor handmatige invoer
56
Page 64
Home > Papierverwerking > Papier plaatsen > Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia > De juiste
afdrukmedia selecteren > Papiertype en papierformaat voor elke handeling
Papiertype en papierformaat voor elke handeling
PapiersoortPapierformaatGebruik
Faxen
1
Losse vellenA4210 x 297 mmJaJaJaJa
KopiërenPhoto
Capture 2
Printer
Letter215,9 x 279,4
JaJaJaJa
mm
Executive184,1 x 266,7
---Ja
mm
A5148 x 210 mm-Ja-Ja
A6105 x 148 mm---Ja
KaartenFoto's10 x 15 cm-JaJaJa
Foto L9 x 13 cm---Ja
Foto 2L13 x 18 cm--JaJa
Indexkaart13 x 20 cm---Ja
EnveloppenC5 Envelop162 x 229 mm---Ja
DL-Envelop110 x 220 mm---Ja
Com-10104,7 x 241,3
---Ja
mm
Monarch98,4 x 190,5 mm ---Ja
1
Alleen MFC-modellen
2
Alleen DCP-J572DW/DCP-J772DW/DCP-J774DW/MFC-J890DW/MFC-J895DW
Verwante informatie
• De juiste afdrukmedia selecteren
57
Page 65
Home > Papierverwerking > Papier plaatsen > Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia > De juiste
afdrukmedia selecteren > Capaciteit van de papierladen
Er kunnen meerdere vellen in de ADF worden geplaatst. Deze worden vel voor vel ingevoerd.
Gebruik papier van een formaat en gewicht dat voldoet aan de specificaties in de volgende tabel. Waaier de
stapel altijd los voordat u het papier in de ADF plaatst.
Documentformaten en -gewichten
Lengte 1:
Breedte:148 tot 215,9 mm
Papiergewicht:64 tot 90 g/m²
1
Documenten die langer zijn dan 297 mm moeten één voor één worden ingevoerd.
148 tot 355,6 mm
BELANGRIJK
•Trek NOOIT aan het document als het wordt ingevoerd.
•Gebruik GEEN papier dat is omgekruld, gekreukeld, gevouwen of gescheurd of geniet, of dat is
vastgemaakt met paperclips, lijm of plakband.
•Gebruik GEEN karton, krantenpapier of stof.
•Zorg dat de inkt of correctievloeistof op een document volledig droog is.
1. Vouw de ADF-documentsteun (1) uit.
2. Waaier de stapel papier goed door om te voorkomen dat papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd.
3. Stel de papiergeleiders (1) af op het documentformaat.
4. Plaats uw document met de bedrukte zijde naar beneden en de korte zijde eerst onder de geleiders in de
ADF tot u voelt dat het papier de invoerrollen raakt en [ADF gereed] op het LCD-scherm wordt
weergegeven.
61
Page 69
BELANGRIJK
Laat GEEN documenten achter op de glasplaat. Als u dat doet, kan papier in de ADF vastlopen.
Verwante informatie
• Documenten plaatsen
• Een document kopiëren
• Fout- en onderhoudsberichten
• Telefoon- en faxproblemen
• Overige problemen
62
Page 70
Home > Papierverwerking > Documenten plaatsen > Documenten op de glasplaat plaatsen
Documenten op de glasplaat plaatsen
Gebruik de glasplaat om te faxen, te kopiëren of een blad per keer te scannen.
Ondersteunde documentformaten
Lengte:
Breedte:Max. 215,9 mm
Gewicht:Max. 2 kg
(Modellen met ADF)
Als u de glasplaat gebruikt, moet de ADF leeg zijn en de papiersteun van de ADF zijn ingeklapt.
1. Til het documentdeksel op.
2. Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat (zie
afbeelding).
Max. 297 mm
3. Sluit het documentdeksel.
BELANGRIJK
Als u een boek of een lijvig document scant, laat het deksel dan NIET dichtvallen en druk er niet op.
Verwante informatie
• Documenten plaatsen
• Een document kopiëren
• Telefoon- en faxproblemen
• Overige problemen
63
Page 71
Home > Papierverwerking > Documenten plaatsen > Onscanbaar gedeelte
Onscanbaar gedeelte
Het onscanbaar gedeelte van een pagina hangt af van de instellingen in de toepassing die u gebruikt.
Onderstaande afbeeldingen tonen de typische onscanbare afmetingen.
GebruikDocumentformaatBoven (1)
Onder (3)
FaxA43 mm
Letter4 mm
Legal
KopiërenAlle papierformaten3 mm
Scannen1 mm1 mm
1
Bij gebruik van de ADF bedraagt het onscanbare gebied 1 mm.
Links (2)
Rechts (4)
3 mm
Verwante informatie
• Documenten plaatsen
1
64
Page 72
Home > Afdrukken
Afdrukken
•
Afdrukken vanaf uw computer (Windows®)
• Afdrukken vanaf uw computer (Mac)
65
Page 73
Home > Afdrukken > Afdrukken vanaf uw computer (Windows®)
Afdrukken vanaf uw computer (Windows®)
•
Foto's afdrukken (Windows®)
•
Documenten afdrukken (Windows®)
•
Annuleer een afdruktaak (Windows®)
•
Meer dan één pagina op één vel papier (N-in-1) afdrukken (Windows®)
•
Afdrukken als poster (Windows®)
• Automatisch op beide zijden van het papier afdrukken (Automatisch tweezijdig
afdrukken) (Windows®)
•
Druk automatisch af als folder (Windows®)
•
Een document in kleur in grijstinten afdrukken (Windows®)
•
Vlekken op afdrukken en papierstoringen voorkomen (Windows®)
•
Een vooraf ingesteld afdrukprofiel gebruiken (Windows®)
•
Wijzig de standaard printerinstellingen (Windows®)
•
Afdrukinstellingen (Windows®)
66
Page 74
Home > Afdrukken > Afdrukken vanaf uw computer (Windows®) > Foto's afdrukken (Windows®)
Foto's afdrukken (Windows®)
1. Selecteer het afdrukcommando in uw toepassing.
2. Selecteer Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX de naam is van uw model) en klik vervolgens op de
knop afdrukeigenschappen of voorkeuren.
Het venster van de printerdriver wordt weergegeven.
3. Controleer of u de juiste media in de papierlade hebt geplaatst.
BELANGRIJK
•We raden aan om de fotopapierlade bovenop de uitvoerlade te gebruiken om af te drukken op papier
van Foto (10 x 15 cm)- of Foto L (9 x 13 cm)-formaat. (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
•Gebruik Brother-papier voor de beste resultaten.
•Wanneer u afdrukt op fotopapier van Brother, plaatst u een extra vel van hetzelfde fotopapier in de
papierlade.
4. Klik op het tabblad Normaal.
5. Klik op de vervolgkeuzelijst Mediatype en selecteer vervolgens het type papier dat u gebruikt.
BELANGRIJK
Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen voor de instellingen die u hebt geselecteerd, moet u de optie
Mediatype altijd instellen op het type papier dat u in de lade hebt geplaatst.
6. Klik op de keuzelijst Papierformaat en selecteer vervolgens uw papierformaat.
7. Schakel indien nodig het selectievakje Zonder marges in.
8. Selecteer voor de Kleurmodus de optie Natuurlijk of Levendig.
9. Selecteer in het veld Afdrukstand de optie Staand of Liggend om de afdrukstand in te stellen.
Als uw toepassing een vergelijkbare instelling bevat, raden we u aan de afdrukstand via deze toepassing in
te stellen.
10. Voer in het veld Aantal het gewenste aantal exemplaren (1 - 999) in.
11. Wijzig indien nodig nog andere printerinstellingen.
12. Klik op OK.
13. Beëindig uw afdruktaak.
Verwante informatie
• Afdrukken vanaf uw computer (Windows®)
67
Page 75
• Afdrukinstellingen (Windows®)
68
Page 76
Home > Afdrukken > Afdrukken vanaf uw computer (Windows®) > Documenten afdrukken (Windows®)
Documenten afdrukken (Windows®)
1. Selecteer het afdrukcommando in uw toepassing.
2. Selecteer Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX de naam is van uw model) en klik vervolgens op de
knop afdrukeigenschappen of voorkeuren.
Het venster van de printerdriver wordt weergegeven.
3. Zorg ervoor dat u papier met het juiste formaat in de papierlade hebt geplaatst.
4. Klik op het tabblad Normaal.
5. Klik op de vervolgkeuzelijst Mediatype en selecteer vervolgens het type papier dat u gebruikt.
BELANGRIJK
Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen voor de instellingen die u hebt geselecteerd, moet u de optie
Mediatype altijd instellen op het type papier dat u in de lade hebt geplaatst.
6. Klik op de keuzelijst Papierformaat en selecteer vervolgens uw papierformaat.
7. Selecteer voor de Kleurmodus de optie Natuurlijk of Levendig.
8. Selecteer in het veld Afdrukstand de optie Staand of Liggend om de afdrukstand in te stellen.
Als uw toepassing een vergelijkbare instelling bevat, raden we u aan de afdrukstand via deze toepassing in
te stellen.
9. Voer in het veld Aantal het gewenste aantal exemplaren (1 - 999) in.
10. Om meerdere pagina's op één vel papier of één pagina van uw document op meerdere vellen af te drukken,
klikt u op de vervolgkeuzelijst Meerdere pag. afdrukken en selecteert u vervolgens uw opties.
11. Wijzig indien nodig nog andere printerinstellingen.
12. Klik op OK.
13. Beëindig uw afdruktaak.
Verwante informatie
• Afdrukken vanaf uw computer (Windows®)
• Het inktvolume controleren
• Afdrukinstellingen (Windows®)
69
Page 77
Home > Afdrukken > Afdrukken vanaf uw computer (Windows®) > Annuleer een afdruktaak (Windows®)
Annuleer een afdruktaak (Windows®)
Als een afdruktaak naar de afdrukwachtrij werd verzonden en niet werd afgedrukt of foutief naar de
afdrukwachtrij werd verzonden, moet u het mogelijk verwijderen zodat daaropvolgende taken kunnen worden
afgedrukt.
1. Dubbelklik op het printerpictogram
2. Selecteer de afdruktaak die u wilt annuleren.
3. Klik op het menu Document.
4. Selecteer Annuleren.
5. Klik op Ja.
in de taakbalk.
Verwante informatie
• Afdrukken vanaf uw computer (Windows®)
• De status van de machine vanaf uw computer controleren (Windows®)
70
Page 78
Home > Afdrukken > Afdrukken vanaf uw computer (Windows®) > Meer dan één pagina op één vel papier
(N-in-1) afdrukken (Windows®)
Meer dan één pagina op één vel papier (N-in-1) afdrukken (Windows®)
1. Selecteer het afdrukcommando in uw toepassing.
2. Selecteer Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX de naam is van uw model) en klik vervolgens op de
knop afdrukeigenschappen of voorkeuren.
Het venster van de printerdriver wordt weergegeven.
3. Klik op het tabblad Normaal.
4. Selecteer in het veld Afdrukstand de optie Staand of Liggend om de afdrukstand in te stellen.
Als uw toepassing een vergelijkbare instelling bevat, raden we u aan de afdrukstand via deze toepassing in
te stellen.
5. Klik op de keuzelijst Meerdere pag. afdrukken en selecteer vervolgens de optie 2 op 1, 4 op 1, 9 op 1 of 16op 1.
6. Klik op de keuzelijst Paginavolgorde en selecteer vervolgens uw papiervolgorde.
7. Klik op de keuzelijst Rand en selecteer vervolgens uw randtype.
8. Wijzig indien nodig nog andere printerinstellingen.
9. Klik op OK en voltooi vervolgens uw afdruktaak.
Verwante informatie
• Afdrukken vanaf uw computer (Windows®)
• Afdrukinstellingen (Windows®)
71
Page 79
Home > Afdrukken > Afdrukken vanaf uw computer (Windows®) > Afdrukken als poster (Windows®)
Afdrukken als poster (Windows®)
Uw afdrukformaat vergroten en het document in postermodus afdrukken.
1. Selecteer het afdrukcommando in uw toepassing.
2. Selecteer Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX de naam is van uw model) en klik vervolgens op de
knop afdrukeigenschappen of voorkeuren.
Het venster van de printerdriver wordt weergegeven.
3. Klik op het tabblad Normaal.
4. Klik op de keuzelijst Meerdere pag. afdrukken en selecteer vervolgens de optie 1 op 2x2 pagina's of 1 op3x3 pagina's.
5. Wijzig indien nodig nog andere printerinstellingen.
6. Klik op OK.
7. Beëindig uw afdruktaak.
Verwante informatie
• Afdrukken vanaf uw computer (Windows®)
• Afdrukinstellingen (Windows®)
72
Page 80
Home > Afdrukken > Afdrukken vanaf uw computer (Windows®) > Automatisch op beide zijden van het
Automatisch op beide zijden van het papier afdrukken (Automatisch
tweezijdig afdrukken) (Windows®)
•Controleer of de klep ter verwijdering van vastgelopen papier gesloten is.
•Gekruld papier moet glad worden gestreken voordat het weer in de papierlade wordt geplaatst.
•Gebruik normaal of dun papier. Gebruik GEEN bankpostpapier.
•Dun papier kan gaan kreukelen.
1. Selecteer het afdrukcommando in uw toepassing.
2. Selecteer Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX de naam is van uw model) en klik vervolgens op de
knop afdrukeigenschappen of voorkeuren.
Het venster van de printerdriver wordt weergegeven.
3. Klik op het tabblad Normaal.
4. Selecteer in het veld Afdrukstand de optie Staand of Liggend om de afdrukstand in te stellen.
Als uw toepassing een vergelijkbare instelling bevat, raden we u aan de afdrukstand via deze toepassing in
te stellen.
5. Klik op de keuzelijst Tweezijdig/boekje en selecteer vervolgens Tweezijdig.
6. Klik op de knop Instellingen voor tweezijdig.
7. Selecteer een van de opties uit het menu Type tweezijdig.
Wanneer tweezijdig is geselecteerd, zijn er voor elke afdrukrichting vier typen tweezijdige bindrichtingen
beschikbaar:
Optie voor StaandBeschrijving
Lange rand (links)
Lange rand (rechts)
73
Page 81
Optie voor StaandBeschrijving
Korte rand (boven)
Korte rand (onder)
Optie voor Liggend Beschrijving
Lange rand (boven)
Lange rand (onder)
Korte rand (rechts)
Korte rand (links)
8. Vink het selectievakje Inbindmarge aan als u ook de inbindwaarde in inch of millimeter wilt opgeven.
9. Klik op OK om terug te keren naar het venster van de printerdriver.
10. Wijzig indien nodig nog andere printerinstellingen.
Bij gebruik van deze optie is de functie Zonder rand niet beschikbaar.
11. Klik opnieuw op OK en voltooi vervolgens uw afdruktaak.
74
Page 82
Verwante informatie
• Afdrukken vanaf uw computer (Windows®)
• Afdrukinstellingen (Windows®)
• Druk automatisch af als folder (Windows®)
75
Page 83
Home > Afdrukken > Afdrukken vanaf uw computer (Windows®) > Druk automatisch af als folder
(Windows®)
Druk automatisch af als folder (Windows®)
Gebruik deze optie om een document in een folderopmaak af te drukken met tweezijdig afdrukken. Het
document wordt in de juiste paginanummering geordend en u kunt de afgedrukte pagina's in het midden vouwen
zonder de volgorde van de gedrukte pagina's te wijzigen.
•Controleer of de klep ter verwijdering van vastgelopen papier gesloten is.
•Gekruld papier moet glad worden gestreken voordat het weer in de papierlade wordt geplaatst.
•Gebruik normaal of dun papier. Gebruik GEEN bankpostpapier.
•Dun papier kan gaan kreukelen.
1. Selecteer het afdrukcommando in uw toepassing.
2. Selecteer Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX de naam is van uw model) en klik vervolgens op de
knop afdrukeigenschappen of voorkeuren.
Het venster van de printerdriver wordt weergegeven.
3. Klik op het tabblad Normaal.
4. Selecteer in het veld Afdrukstand de optie Staand of Liggend om de afdrukstand in te stellen.
Als uw toepassing een vergelijkbare instelling bevat, raden we u aan de afdrukstand via deze toepassing in
te stellen.
5. Klik op de vervolgkeuzelijst Tweezijdig/boekje en selecteer vervolgens de optie Folder.
6. Klik op de knop Instellingen voor tweezijdig.
7. Selecteer een van de opties uit het menu Type tweezijdig.
Voor elke afdrukstand zijn er twee manieren waarop tweezijdig kan worden afgedrukt:
Optie voor Staand Beschrijving
Links inbinden
Rechts inbinden
76
Page 84
Optie voor Liggend Beschrijving
Boven inbinden
Onder inbinden
8. Selecteer een van de opties in het menu Folder afdrukken.
OptieBeschrijving
Alle pagina's
tegelijk
Onderverdelen in
sets
9. Vink het selectievakje Inbindmarge aan als u ook de inbindwaarde in inch of millimeter wilt opgeven.
10. Klik op OK om terug te keren naar het venster van de printerdriver.
11. Wijzig indien nodig nog andere printerinstellingen.
Bij gebruik van deze optie is de functie Zonder rand niet beschikbaar.
12. Klik op OK.
13. Beëindig uw afdruktaak.
Elke pagina wordt afgedrukt in folderformaat (vier pagina's per vel, twee pagina's
per zijde). Vouw uw afdruk in het midden om een folder te maken.
Met deze optie drukt u de volledige folder af in sets van kleinere individuele folders,
die u in het midden kunt vouwen zonder de volgorde van de pagina's te moeten
wijzigen. U kunt het aantal vellen papier in elk kleiner foldertje opgeven (van 1-15).
Deze optie is handig wanneer een afgedrukte folder veel pagina's bevat en moet
worden gevouwen.
Verwante informatie
• Afdrukken vanaf uw computer (Windows®)
• Afdrukinstellingen (Windows®)
• Automatisch op beide zijden van het papier afdrukken (Automatisch tweezijdig afdrukken) (Windows®)
77
Page 85
Home > Afdrukken > Afdrukken vanaf uw computer (Windows®) > Een document in kleur in grijstinten
afdrukken (Windows®)
Een document in kleur in grijstinten afdrukken (Windows®)
In de modus Grijstinten is de afdruksnelheid sneller dan in de kleurmodus. Als uw document kleur bevat, en u
Grijstinten selecteert, wordt uw document in 256 niveaus van grijstinten afgedrukt.
1. Selecteer het afdrukcommando in uw toepassing.
2. Selecteer Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX de naam is van uw model) en klik vervolgens op de
knop afdrukeigenschappen of voorkeuren.
Het venster van de printerdriver wordt weergegeven.
3. Klik op het tabblad Geavanceerd.
4. Voor Kleur / Grijstinten selecteert u Grijstinten.
5. Wijzig indien nodig nog andere printerinstellingen.
6. Klik op OK.
7. Beëindig uw afdruktaak.
Verwante informatie
• Afdrukken vanaf uw computer (Windows®)
78
Page 86
Home > Afdrukken > Afdrukken vanaf uw computer (Windows®) > Vlekken op afdrukken en papierstoringen
voorkomen (Windows®)
Vlekken op afdrukken en papierstoringen voorkomen (Windows®)
Sommige types afdrukmedia hebben mogelijk meer tijd nodig om te drogen. Pas de optie Vlekken reduceren
aan als afdrukken vlekken bevatten of het papier vastloopt.
1. Selecteer het afdrukcommando in uw toepassing.
2. Selecteer Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX de naam is van uw model) en klik vervolgens op de
knop afdrukeigenschappen of voorkeuren.
Het venster van de printerdriver wordt weergegeven.
3. Klik op het tabblad Geavanceerd.
4. Klik op de knop Andere afdrukopties.
5. Selecteer de optie Vlekken reduceren aan de linkerzijde van het scherm.
6. Selecteer een van de volgende opties:
Mediatype
Normaal papierTweezijdig afdrukken of
OptieBeschrijving
UitSelecteer deze modus om
Enkelvoudig afdrukken
LaagSelecteer deze modus om
HoogSelecteer deze modus om
7. Klik op OK om terug te keren naar het venster van de printerdriver.
8. Klik op OK.
9. Beëindig uw afdruktaak.
Verwante informatie
af te drukken met een
normale afdruksnelheid
waarbij een normale
hoeveelheid inkt wordt
gebruikt.
op een lagere snelheid af
te drukken waarbij een
normale hoeveelheid inkt
wordt gebruikt.
met dezelfde
afdruksnelheid af te
drukken als met Laag,
maar dan met minder inkt.
• Afdrukken vanaf uw computer (Windows®)
• Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen
• De afdrukinstellingen wijzigen bij afdrukproblemen
79
Page 87
Home > Afdrukken > Afdrukken vanaf uw computer (Windows®) > Een vooraf ingesteld afdrukprofiel
gebruiken (Windows®)
Een vooraf ingesteld afdrukprofiel gebruiken (Windows®)
Afdrukprofielen zijn vooraf ingestelde profielen waarmee u snel toegang hebt tot regelmatig gebruikte
afdrukconfiguraties.
1. Selecteer het afdrukcommando in uw toepassing.
2. Selecteer Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX de naam is van uw model) en klik vervolgens op de
knop afdrukeigenschappen of voorkeuren.
Het venster van de printerdriver wordt weergegeven.
3. Klik op het tabblad Afdrukprofielen.
4. Selecteer in de lijst met afdrukprofielen het gewenste profiel.
De profielinstellingen worden getoond aan de linkerkant van het venster van de printerdriver.
5. Ga op een van de volgende manieren te werk:
•Als de instellingen naar wens zijn voor uw afdruktaak, klikt u op OK.
•Om de instellingen te wijzigen, gaat u terug naar het tabblad Normaal of Geavanceerd, wijzigt u de
instellingen en klikt u vervolgens op OK.
80
Page 88
Om de volgende maal dat u afdrukt het tabblad Afdrukprofielen aan de voorkant van het venster weer te
geven, vinkt u het selectievakje Tabblad Afdrukprofielen altijd eerst tonen. aan.
Verwante informatie
• Afdrukken vanaf uw computer (Windows®)
• Een afdrukprofiel maken of verwijderen (Windows®)
• Afdrukinstellingen (Windows®)
81
Page 89
Home > Afdrukken > Afdrukken vanaf uw computer (Windows®) > Een vooraf ingesteld afdrukprofiel
gebruiken (Windows®) > Een afdrukprofiel maken of verwijderen (Windows®)
Een afdrukprofiel maken of verwijderen (Windows®)
U kunt tot 20 nieuwe afdrukprofielen met aangepaste instellingen toevoegen.
1. Selecteer het afdrukcommando in uw toepassing.
2. Selecteer Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX de naam is van uw model) en klik vervolgens op de
knop afdrukeigenschappen of voorkeuren.
Het venster van de printerdriver wordt weergegeven.
3. Klik op het tabblad Normaal en het tabblad Geavanceerd en configureer de afdrukinstellingen die u voor het
nieuwe afdrukprofiel wenst.
4. Klik op het tabblad Afdrukprofielen.
5. Ga op een van de volgende manieren te werk:
Om een nieuw afdrukprofiel te maken, doet u het volgende:
a. Klik op Profiel toevoegen.
Het dialoogvenster Profiel toevoegen verschijnt.
b. Voer de naam van het nieuwe afdrukprofiel in het veld Naam in.
c. Klik in de lijst met pictogrammen op het pictogram dat dit profiel moet voorstellen.
d. Klik op OK.
De naam van het nieuwe afdrukprofiel wordt toegevoegd aan de lijst in het tabblad Afdrukprofielen.
Om een afdrukprofiel te verwijderen, doet u het volgende:
a. Klik op Profiel verwijderen.
Het dialoogvenster Profiel verwijderen verschijnt.
b. Selecteer het profiel dat u wilt wissen.
c. Klik op Verwijderen.
d. Klik op Ja.
e. Klik op Sluiten.
Verwante informatie
• Een vooraf ingesteld afdrukprofiel gebruiken (Windows®)
82
Page 90
Home > Afdrukken > Afdrukken vanaf uw computer (Windows®) > Wijzig de standaard printerinstellingen
(Windows®)
Wijzig de standaard printerinstellingen (Windows®)
Wanneer u de afdrukinstellingen van een toepassing wijzigt, zijn de wijzigingen alleen van toepassing op de
documenten die u met de betreffende toepassing afdrukt. Om de afdrukinstellingen voor alle Windows®-
toepassingen te wijzigen, moet u de eigenschappen van de printerdriver configureren.
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
•Voor Windows Server® 2008
Klik op (Starten) > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers.
•Voor Windows® 7 en Windows Server® 2008 R2
Klik op (Starten) > Apparaten en printers.
•Voor Windows® 8
Verplaats uw muis naar de rechterbenedenhoek van uw bureaublad. Wanneer de menubalk verschijnt,
klikt u op het menu Instellingen en vervolgens op Configuratiescherm. Klik in de groep Hardware engeluiden op Apparaten en printers weergeven.
•Voor Windows® 10 en Windows Server® 2016
Klik op
en printers weergeven.
•Voor Windows Server® 2012
Verplaats uw muis naar de rechterbenedenhoek van uw bureaublad. Wanneer de menubalk verschijnt,
klikt u op het menu Instellingen en vervolgens op Configuratiescherm. Klik in de groep Hardware op
Apparaten en printers weergeven.
•Voor Windows Server® 2012 R2
Klik op Configuratiescherm op het start-scherm. Klik in de groep Hardware op Apparaten en printersweergeven.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX uw modelnaam is)
en selecteer vervolgens Eigenschappen van printer. Als de opties voor de printerdriver verschijnen,
selecteert u uw printerdriver.
3. Klik op het tabblad Algemeen en vervolgens op de knop Voorkeursinstellingen... of
Voorkeursinstellingen....
Het dialoogvenster voor de printerdriver wordt weergegeven.
4. Selecteer de afdrukinstellingen die u als standaardinstellingen wilt gebruiken voor al uw Windows®programma's.
5. Klik op OK.
6. Sluit het dialoogvenster met de printereigenschappen.
> Systeem > Configuratiescherm. Klik in de groep Hardware en geluiden op Apparaten
Verwante informatie
• Afdrukken vanaf uw computer (Windows®)
• Afdrukinstellingen (Windows®)
83
Page 91
Home > Afdrukken > Afdrukken vanaf uw computer (Windows®) > Afdrukinstellingen (Windows®)
Afdrukinstellingen (Windows®)
Normaal Tabblad
1. Mediatype
Selecteer het mediatype dat u wilt gebruiken. Voor een optimaal afdrukresultaat past de machine
automatisch de afdrukinstellingen aan het geselecteerde mediatype aan.
Langzaam drogend papier
Selecteer deze optie als u een type normaal papier gebruikt waarop inkt langzaam droogt. Tekst kan
enigszins vervagen met deze instelling.
2. Afdrukkwaliteit
Selecteer de gewenste afdrukresolutie. De afdrukkwaliteit en -snelheid beïnvloeden elkaar: hoe hoger de
kwaliteit, hoe langer het duurt om het document af te drukken.
3. Papierformaat
Selecteer het papierformaat dat u wilt gebruiken. U kunt kiezen uit standaardpapierformaten of een
aangepast papierformaat instellen.
84
Page 92
Zonder marges
Selecteer deze optie om foto's zonder randen af te drukken. Omdat de afbeeldingsgegevens iets groter
worden aangemaakt dan het papierformaat dat u gebruikt, worden de randen van foto iets bijgesneden.
Voor sommige combinaties van mediatype en kwaliteit of in sommige toepassingen kunt u de optie Zonder
rand mogelijk niet selecteren.
4. Kleurmodus
Selecteer de gewenste kleurmodus.
5. Afdrukstand
Selecteer de afdrukstand (staand of liggend) voor uw afdruk.
Als uw toepassing een vergelijkbare instelling bevat, raden we u aan de afdrukstand via deze toepassing in
te stellen.
6. Aantal
Typ in dit veld het aantal exemplaren (1-999) dat u wilt afdrukken.
Sorteren
Selecteer deze optie om sets van uit meerdere pagina's bestaande documenten in de oorspronkelijke
paginavolgorde af te drukken. Wanneer deze optie is geselecteerd, wordt één volledig exemplaar van uw
document afgedrukt en vervolgens opnieuw afgedrukt volgens het aantal exemplaren dat u hebt gekozen.
Als deze optie niet is geselecteerd, wordt van elke pagina het gekozen aantal exemplaren afgedrukt
voordat de volgende pagina van het document wordt afgedrukt.
Omgekeerde volgorde
Selecteer deze optie om uw document in omgekeerde volgorde af te drukken. De laatste pagina van het
document wordt als eerste afgedrukt.
7. Meerdere pag. afdrukken
Selecteer deze optie om meerder pagina's van een enkel vel papier of één pagina van een document op
meerdere vellen af te drukken.
Paginavolgorde
Selecteer de paginavolgorde als u meerdere pagina's op een enkel vel papier wilt afdrukken.
Rand
Selecteer het type rand als u meerdere pagina's op een enkel vel papier wilt afdrukken.
8. Tweezijdig/boekje
Selecteer deze optie om op beide zijden van het papier af te drukken of een document als dubbelzijdig
boekje af te drukken.
Instellingen voor tweezijdig knop
Klik op deze knop om het type tweezijdig binden te selecteren. Voor elke afdrukstand zijn vier typen
tweezijdig binden beschikbaar.
85
Page 93
Geavanceerd Tabblad
1. Kleur / Grijstinten
Selecteer afdrukken in kleur of in grijstinten. In de grijstintenmodus is de afdruksnelheid sneller dan in de
kleurenmodus. Als uw document kleur bevat en u grijstinten selecteert, wordt uw document afgedrukt met
256 niveaus grijstinten.
2. Kleur verbetering
Selecteer deze optie om kleurverbetering in te schakelen. Deze functie analyseert uw afbeelding om de
scherpte, witbalans en kleurdichtheid ervan te verbeteren. Dit proces kan enkele minuten duren, afhankelijk
van het formaat van de afbeelding en de specificaties van uw computer.
3. Inktbespaarstand
Selecteer deze optie om af te drukken met lichtere kleuren en de contouren te benadrukken. De hoeveelheid
inkt die wordt bespaard, is afhankelijk van het type document dat u afdrukt. In de Inktbespaarstand kunnen
uw afdrukken er anders uitzien dan op uw scherm.
De inktbespaarstand wordt ondersteund door technologie van Reallusion, Inc.
4. Scaling
Selecteer deze opties om het formaat van de pagina's in uw document te vergroten of te verkleinen.
86
Page 94
Aanpassen aan papierformaat
Selecteer deze optie om de paginagrootte aan te passen aan het opgegeven papierformaat. Als u deze
optie selecteert, selecteert u het gewenste papierformaat in de vervolgkeuzelijst.
Vrij
Selecteer deze optie om de pagina's van het document handmatig te vergroten of te verkleinen. Wanneer
u deze optie selecteert, typt u een waarde in het veld.
5. In spiegelbeeld afdrukken
Selecteer deze optie om de afbeelding omgekeerd (van links naar rechts) op de pagina af te drukken.
6. Ondersteboven afdrukken
Selecteer deze optie om de afgedrukte afbeelding 180 graden te draaien.
7. Watermerk gebruiken
Selecteer deze optie om een logo of tekst als watermerk op uw document af te drukken. Selecteer een van
de vooraf ingestelde watermerken, voeg een nieuw watermerk toe of gebruik een afbeeldingsbestand dat u
hebt aangemaakt.
8. Kop/Voetregel printen
Selecteer deze optie om de datum, tijd en gebruikersnaam op het document af te drukken.
9. Andere afdrukopties knop
(DCP-J572DW/DCP-J772DW/DCP-J774DW) Help Fotopapierlade
Selecteer deze optie om de instructies voor het gebruik van de fotopapierlade weer te geven.
Overdrachtsmodus wijzigen
U kunt de wijze waarop afdrukgegevens naar de printer worden overgedragen wijzigen om de
afdrukkwaliteit of afdruksnelheid te verbeteren.
Geavanceerde kleurinstellingen
Selecteer de methode waarmee de machine stippen rangschikt om halftonen weer te geven.
U kunt de kleur wijzigen zodat deze de weergave op het scherm het dichtst benadert.
(DCP-J572DW/MFC-J491DW/MFC-J497DW) Geavanceerde instellingen voor kwaliteit
Selecteer deze optie om uw documenten af te drukken op de hoogste kwaliteit.
Vlekken reduceren
Sommige types afdrukmedia hebben mogelijk meer tijd nodig om te drogen. Pas deze optie aan als
afdrukken vlekken bevatten of het papier vastloopt.
Kleurgegevens van printer opvragen
Selecteer deze optie om de afdrukkwaliteit te optimaliseren met behulp van de fabrieksinstellingen die
speciaal voor uw machine zijn ingesteld. Gebruik deze optie als u de machine hebt vervangen of het
netwerkadres van de machine hebt gewijzigd.
Afdrukarchief
Selecteer deze optie om de afdrukgegevens als pdf-bestand op uw computer op te slaan.
Verwante informatie
• Afdrukken vanaf uw computer (Windows®)
• Fout- en onderhoudsberichten
• Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen
• Foto's afdrukken (Windows®)
• Documenten afdrukken (Windows®)
• Meer dan één pagina op één vel papier (N-in-1) afdrukken (Windows®)
• Afdrukken als poster (Windows®)
• Automatisch op beide zijden van het papier afdrukken (Automatisch tweezijdig afdrukken) (Windows®)
87
Page 95
• Druk automatisch af als folder (Windows®)
• Een vooraf ingesteld afdrukprofiel gebruiken (Windows®)
• Wijzig de standaard printerinstellingen (Windows®)
• De afdrukinstellingen wijzigen bij afdrukproblemen
88
Page 96
Home > Afdrukken > Afdrukken vanaf uw computer (Mac)
Afdrukken vanaf uw computer (Mac)
• Foto's afdrukken (Mac)
• Druk een document af (Mac)
• Automatisch op beide zijden van het papier afdrukken (Automatisch tweezijdig
afdrukken) (Mac)
• Druk meer dan één pagina af op één vel papier (N-in-1) (Mac)
• Druk een document in kleur af in grijstinten (Mac)
• Vlekken op afdrukken en papierstoringen voorkomen (Mac)
• Afdrukopties (Mac)
89
Page 97
Home > Afdrukken > Afdrukken vanaf uw computer (Mac) > Foto's afdrukken (Mac)
Foto's afdrukken (Mac)
1. Controleer of u de juiste media in de papierlade hebt geplaatst.
BELANGRIJK
•We raden aan om de fotopapierlade bovenop de uitvoerlade te gebruiken om af te drukken op papier
van Foto (10 x 15 cm)- of Foto L (9 x 13 cm)-formaat. (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
•Gebruik Brother-papier voor de beste resultaten.
•Wanneer u afdrukt op fotopapier van Brother, plaatst u een extra vel van hetzelfde fotopapier in de
papierlade.
2. Klik vanuit een toepassing, zoals Apple Preview, op het menu Archief en selecteer vervolgens Druk af.
Klik op de knop Toon details voor meer opties voor de pagina-instelling.
4. Klik op het snelmenu Formaat en selecteer vervolgens uw papierformaat.
Om foto's zonder marge af te drukken, selecteert u een optie papierformaat zonder rand.
5. Klik op de Richting die overeenkomt met de manier waarop u de foto wilt afdrukken.
6. Klik op het snelmenu van de toepassing en selecteer vervolgens Afdrukinstellingen.
De Afdrukinstellingen-opties verschijnen.
7. Klik op het snelmenu Mediatype en selecteer vervolgens het gewenste mediatype.
BELANGRIJK
Zorg altijd dat de optie voor Mediatype overeenkomt met het type papier dat u in de lade hebt geplaatst
om de best mogelijke afdrukkwaliteit te verkrijgen voor de instellingen die u hebt opgegeven.
8. Wijzig indien nodig nog andere afdrukinstellingen.
9. Klik op Druk af.
Verwante informatie
• Afdrukken vanaf uw computer (Mac)
• Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen
• Afdrukopties (Mac)
90
Page 98
Home > Afdrukken > Afdrukken vanaf uw computer (Mac) > Druk een document af (Mac)
Druk een document af (Mac)
1. Zorg ervoor dat u papier met het juiste formaat in de papierlade hebt geplaatst.
2. Klik in een toepassing zoals Apple TextEdit op het menu Archief en selecteer vervolgens Druk af.
Klik op de knop Toon details voor meer opties voor de pagina-instelling.
4. Klik op het snelmenu Formaat en selecteer vervolgens uw papierformaat.
5. Selecteer de Richting-optie die overeenstemt met de manier waarop u het document wilt afdrukken.
6. Klik op het snelmenu van de toepassing en selecteer vervolgens Afdrukinstellingen.
De Afdrukinstellingen-opties verschijnen.
7. Klik op het snelmenu Mediatype en selecteer vervolgens het gewenste mediatype.
BELANGRIJK
Zorg altijd dat de optie voor Mediatype overeenkomt met het type papier dat u in de lade hebt geplaatst
om de best mogelijke afdrukkwaliteit te verkrijgen voor de instellingen die u hebt opgegeven.
8. Wijzig indien nodig nog andere afdrukinstellingen.
9. Klik op Druk af.
Verwante informatie
• Afdrukken vanaf uw computer (Mac)
• Het inktvolume controleren
• Afdrukopties (Mac)
91
Page 99
Home > Afdrukken > Afdrukken vanaf uw computer (Mac) > Automatisch op beide zijden van het papier